SumResearch Urban Consultancy
Stad Aarschot RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN ELISABETHLAAN (VOLLEDIGE HERZIENING EN UITBREIDING
BPA ELISABETHLAAN KB 11/9/1950
EN VERSCHILLENDE LATERE WIJZIGINGEN)
Toelichtingsnota – Stedenbouwkundige voorschriften Definitief ontwerp DE ONTWERPER
GEZIEN EN DEFINITIEF VASTGESTELD DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN …
PATRICK MAES RUIMTELIJK PLANNER
BURGEMEESTER
2049 / oktober 2007
SECRETARIS
GEMEENTEZEGEL
GEZIEN
EN GOEDGEKEURD DEPUTATIE IN ZITTING VAN …
DOOR
DE
BESTENDIGE
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
1
SumInhoudstafel Inhoud 1. 1.1.
INLEIDING
Procesverloop
3
2.
4
ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR
2.1. 2.2.
Situering Bestaande feitelijke toestand
2.3.
Bestaande juridische toestand
2.2.1. 2.2.2. 2.2.3. 2.3.1. 2.3.2. 2.3.3. 2.3.4.
3
Beschrijving feitelijke toestand Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed Inventaris potentiele locaties archeologische vondsten
4 4
4 9 9
10
gewestplan 10 bijzonder plan van aanleg elisabethlaan Goedgekeurde niet vervallen verklaarde verkavelingen – repertorium Beschermde gebouwen/stadsgezichten
10 10 10
3.
12
PLANNINGSCONTEXT
3.1. 3.2.
Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen/Provinciaal structuurplan Vlaams-Brabant Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Aarschot
12 12
3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7.
afbakeningsproces kleinstedelijk gebied aarschot Mobiliteitsplan Aarschot – beleidsplan - september 2003 rup bekaflaan (in procedure) Stedenbouwkundige Visie Laak en Omgeving – Lijn in Landschap / Langzaam Verkeer vzw – november 1999 Stadsvernieuwingsproject Amerstraat & ’s Hertogenmolens Aarschot – Robbrecht en Daem Architecten – januari 2004
22 22 26 26 31
4.
KNELPUNTEN
34
5.
GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR
35
3.2.1. 3.2.2.
5.1.
8.1. 8.2.
8.2.1.
Bindend gedeelte Richtinggevend deel
12 12
Omslag Uitgangspunten/Doelstellingen naar Concepten en Gewenste Structuur
35
6.
VERTAALSLAG GEWENSTE STRUCTUUR -
46
7.
FOTOREPORTAGE
49
8.
WATERTOETS
59
VOORSCHRIFTEN
bestaande situatie Implementatie van de projectzones waar bijkomende verharding/bebouwing wordt voorzien:
Zone ten zuiden van de Sasbrug.
59 59
60
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
2
SumInhoudstafel 8.2.2. 8.2.3. 8.2.4. 8.3.
Zone ten noorden van de Sasbrug. Zone artikel 5 met de leegstaande school in de Wissenstraat. Zone met de groene openbare parking (artikel 16).
61 62 63
Bijkomende maatregelen en projecten ter bescherming van het natuurlijk watersysteem
64
9.
65
RUIMTEBALANS
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
66
KAART KAART KAART KAART KAART KAART
1 2 3 4 5 6
: : : : : :
LUCHTFOTO KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - DEEL RUP ELISABETHLAAN POTENTIELE LOCATIES ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN GEWENSTE STRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED GRS AARSCHOT GEWENSTE VERKEERSTRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - HIERARCHIE VAN WEGEN GEWENSTE VERKEERSTRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - LUSSEN SYSTEEM GEWENSTE VERKEERSTRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - OPENBAAR VERVOER
8 9 21 23 24 25
KAART KAART KAART KAART KAART KAART KAART KAART KAART KAART
8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
: : : : : : : : : :
INRICHTINGSVOORSTEL LAAK DEELRAPPORT 3 INRICHTINGSVOORSTEL LAAK DEELRAPPORT 3 ONTWERPGEBIED STATIONSOMGEVING ALGEMEEN BEELD S’ HERTOGENMOLENS, ELISABETHLAAN, AMERSTRAAT, DEMERKADE HERWAARDERING AMERSTRAAT – DEMERKADE - DOORSNEDE HERWAARDERING AMERSTRAAT – DEMERKADE - PERSPECTIEF WONEN IN HET GROEN TUSSEN WISSENSTRAAT EN DE GROTE LAAK OMSLAG OPTIES EN DOELSTELLINGEN GRS NAAR STRUCTUURSCHETS GEWENSTE RUIMTELIJKE TOESTAND ONTWERPSCHETS MOGELIJKE INRICHTING ZONE LINKS EN RECHTS VAN DE SASBRUG INTERVENTIEKAART
25 28 30 31 32 32 32 33 42 44 45
Kaarten
KAART 7 : GEWENSTE VERKEERSTRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - FUNCTIONEEL EN RECREATIEF FIETSPADENNETWERK
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
1.
INLEIDING
1.1.
PROCESVERLOOP
3
De opmaak van het huidig voorliggende RUP, waarvoor Groep Planning (thans SumResearch genaamd) aangeduid werd door de stad Aarschot als ontwerper, is een samenstelling van twee verschillende BPA’s. Het RUP geldt immers als een herziening van het BPA Elisabethlaan enerzijds en is gecombineerd met een aangrenzend klein deeltje ter hoogte van de driehoek Marten Lemmensstraat, Sasstraat Spoorweg. Het BPA Elisabethlaan dateert uit de jaren vijftig (KB 11/09/1953) en heeft verschillende wijzigingen gekend (een volledige wijziging bij KB van 18/12/1970 en een wijziging van de voorschriften gewijzigd bij MB van 12/12/1986). Het BPA Elisabethlaan is intussen echter volledig verouderd met onbruikbaar geworden voorschriften die de nieuwe ontwikkelingen op stedelijk gebied tegenhouden. Voorbeelden van hoe deze stedelijke ontwikkelingen er zouden kunnen uitzien, zijn bijgevoegd aan de hand van de landschapstudie van Lijn in Landschap + Langzaam Verkeer vzw (Laakproject) en tevens aan de hand van het stadsvernieuwingsproject van Robbrecht en Daem. De verschilpunten van de nieuwe zonering met het vorige BPA Elisabethlaan zijn dat de driehoek Sasstraat, Spoorweg, Martens Lemmensstraat (BPA Sas) is opgenomen in het RUP. ten noorden van de Grote Laak is een deel van het oude BPA Elisabethlaan niet opgenomen. Dit deel valt immers onder de vervalregel voor BPA’s daterend van voor het gewestplan (opgenomen in het Besluit van de Vlaamse Regering dd. 30/03/2001) en zal later apart worden bekeken in een RUP Stedelijk Sportpark Langsheen de Langdorpsesteenweg zijn woningen en achterliggend gebied mee opgenomen tot de oostelijke ring in overeenstemming met deze twee fysische barrières. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan is goedgekeurd op 08/12/2005. Het project is dus het Ruimtelijk Uitvoeringsplan Elisabethlaan geworden. Op 30/01/2007 is een plenaire vergadering met betrekking tot het RUP Elisabethlaan gehouden. Het verslag en de bijhorende adviezen zijn verdeeld onder de aanwezigen van die vergadering. Hierna werd de officiële procedure opgestart met de voorlopige goedkeuring en de organisatie van het openbaar onderzoek. Deze nota houdt rekening met de ingediende bezwaren en het advies van de GECORO hieromtrent.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
2.
ANALYSE VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR
2.1.
SITUERING
4
Het gebied van het RUP Elisabethlaan is gelegen ten noorden van het historische stadscentrum en ten noorden van de loop van de Demer. Ten oosten wordt het RUP begrensd door de A. Reyerslaan met de bestaande parking tot de Langdorpsesteenweg. Ten oosten sluit het RUP ook aan op het RUP Bekaflaan waarvan de procedure lopende is. De spoorlijn Aarschot/Antwerpen is de fysische barrière en begrenzing van het RUP in het westen. In het noorden is het RUP deels begrensd door de Grote Laak, deels door de ruime zone met het scholencomplex aan de Pastoor Dergentlaan en de Herseltsesteenweg. Het RUP heeft een oppervlakte van 68ha 56a 09ca.
2.2.
BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND 2.2.1.
BESCHRIJVING FEITELIJKE TOESTAND
Het gebied wordt samengesteld door twee grote componenten. Het gebied is immers voornamelijk woongebied met een historisch gegroeide winkelstraat (Schaluin, Gasthuisstraat, Bogaardenstraat), met een compacte en zeer homogeen gebleven tuinwijk, met typische residentiële bebouwing daterend uit 1960 en 1970 langsheen de Elisabethlaan en de PastoorDergentlaan. Daarnaast is echter ook een belangrijke openbaar nutpool aanwezig onder de vorm van onderwijsinstellingen. De bebouwing is gericht naar de straten. Door vervuilingen in het verleden is de Demer tot op heden geen aantrekkingpunt geweest. Dit heeft geresulteerd in het feit dat de bebouwing gekeerd is tegen de Demer. Enkel een klein deeltje van de Amerstraat heeft een bouwfront naar de Demer. Voor het overige komt de bebouwing steeds langs de achterzijde uit op een dienstwegje naast de Demer. Daarnaast valt de grote schoolconcentratie op en een zone van met cultureel centrum, bibliotheek en museum. Het impact van voorzieningen voor openbaar nut is dus aanzienlijk in dit RUP. Hieronder wordt per straatzone meer in detail ingegaan op de karakteristieken. Op het einde wordt een luchtfoto bijgevoegd met aanduiding van de begrenzing van het RUP. August Reyerslaan / grens Oostelijke Ring De August Reyerslaan is een parallelweg van de oostelijke ontsluiting (R25) van Aarschot. De bebouwing richt zich (historisch) niet naar de laan maar is er eerder van weg gekeerd. Dit heeft alles te maken met de naoorlogse aanleg van de laan die geen directe band heeft met de historisch gegroeide bebouwing en ontwikkeling van het centrum. Slechts een paar woningen en grootschalige inplantingen die gericht zijn op autoverkeer, zijn gericht naar de laan. De bebouwing is met zijn voorzijde eerder gericht op de Gasthuisstraat en het Schaluin. Het geheel geeft een ongestructureerde indruk.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
5
Tot op het ogenblik dat de R25 niet is gesloten (plannen in opmaak) neemt de Langdorpsesteenweg-Herseltsesteenweg (N10) deze rol waar. Elisabethlaan / Sasstraat De voornaamste verkeersontsluiting gebeurt via de Elisabethlaan, en Sasstraat in de richting van de R25 rond Aarschot.(westelijke en noordelijke ring). De Elisabethlaan heeft een zeer breed profiel en is daardoor een potentiële visuele en functionele ader doorheen dit gebied. In werkelijkheid wordt echter nog relatief veel verkeer opgevangen door de Pastoor Dergentlaan en ook door het Schaluin en de Gasthuisstraat, waardoor de leefkwaliteit in deze straten vermindert. De Elisabethlaan heeft een sterk residentieel karakter met voornamelijk appartementsbebouwing in 3 bouwlagen in gesloten orde (rijbebouwing). Voortuintjes geven wel een meer groene indruk voor de bebouwing. Dit wordt versterkt door de groene middenberm (+ parkeergelegenheid) in de Elisabethlaan. De Elisabethlaan herbergt veelvuldig openbare nutsfuncties waaronder drie schoolcomplexen, het stedelijk museum en de openbare bibliotheek met doorgang naar het Cultureel Centrum. In westelijke richting gaat de Elisabethlaan over in de Sasstraat met de verkeersstroom die deels de brug Betekomsteenweg neemt richting R25, en deels beneden blijft richting station. Het verkeer dat de brug oprijdt, krijgt vandaar uit een overzicht op de omgeving en op de bebouwing die er net naast op het maaiveld is ingeplant. Bogaardenstraat / Gasthuisstraat / Schaluin Dit tracé is echt het kernwinkelgedeelte van dit stadsdeel en is de verbinding naar het centrum met de Grote Markt. De historisch gegroeide straten hebben een vrij smal breedteprofiel dat, samen met de meer historische en gediversifieerde kleinschalige architectuur, bijdraagt tot hun aangename leef- en winkelklimaat. Op het gelijkvloers komen vrij systematisch handel en horeca voor. Op de verdiepingen komen woongelegenheden voor onder de vorm van appartementen en ééngezinswoningen. De Laak aan de noordzijde van Schaluin is een dwarse structuur die een wijziging naar een grootschaliger beeld aangeeft met het Damiaaninstituut en de Langdorpsesteenweg. Twee van de schoolcomplexen die ook uitgeven op de Elisabethlaan, geven tevens uit op het tracé Bogaardenstraat/Gasthuisstraat/Schaluin. Het Cultureel Centrum en de naastgelegen kerk hebben hun hoofdingang is de Gasthuisstraat. Twee grootwarenhuizen die hun hoofdingang langs de August Reyerslaan geplaatst hebben, hebben tevens een zij-ingang ingericht uitgevend op de Gasthuisstraat. Amerstraat Deze straat vangt mee een relatief belangrijk deel van de verkeersafwikkeling op ondanks het feit dat haar profiel hiertoe niet echt aanleiding geeft. Deze straat wordt apart vermeld door haar gedeeltelijke ligging naast de Demer. Aan het andere uiteinde van de straat is een open plein gelegen dat tevens opnieuw de band met de Demer maakt.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
6
De bebouwing is veeleer residentieel met occasioneel kleinhandel op het gelijkvloers in combinatie met wonen erboven. In de richting van het pleintje en de brug met de Th. de Beckerstraat stijgt het aantal winkels en voelt men meer de aanwezigheid van het handelscircuit. De Amerstraat is heraangelegd sinds oktober 2006. Demer Het uitzicht langs de Demer wordt gekenmerkt door tuinen, achter- en bijgebouwen die uitgeven op een dienstwegje ernaast. De voorkomende gebouwen op dat dienstwegje zijn weg van de Demer gekeerd. Aan de overzijde van de Demer is het stadspark zichtbaar. Op een eiland in de Demer zijn de historische en beschermde ’s Hertogenmolens ingeplant. Pastoor Dergentlaan. Deze laan heeft een residentieel karakter afgewisseld met twee grootschalige schoolcomplexen. Aan de noordzijde van de Grote Laak is nog een groter scholencomplex aanwezig met uitgangen op de Pastoor Dergentlaan. Net zoals in de Elisabethlaan komen hier veeleer appartementen voor in bebouwing met 3 bouwlagen. Voortuintjes (ook voor de schoolgebouwen) geven ook hier een ruimere en groene indruk van het geheel. Deze straat kent een hoge verkeersdruk omdat de aansluiting in het noorden vanaf de Langdorpsesteenweg in de richting van de Elisabetlaan voor gewoontegebruikers logischer is langs deze baan dan langs de Elisabethlaan. Tuinwijk met het Chrysantenplein, Duivenplein, Begoniastraat, Leliestraat, Anjelierenstraat.
Dahliastraat,
Tulpenstraat,
Deze woonwijk is gebouwd rond 1930-1940 en vertoont een zeer grote eenheid door haar monofunctionaliteit (enkel bewoning), de kleinschaligheid van haar bebouwing en architectuur en door de smalle straatjes en voetpaden die het gebied doorwaden. De bestrating is systematisch uitgevoerd in klinkers wat het eenheidsbeeld voor de wijk nog versterkt. De bebouwing bestaat volledig uit woningen met 2 bouwlagen. Verschillende straatjes zijn dienstig als uitweg voor garages die in een later stadium op het uiteinde van het perceel zijn gebouwd. Woonconcentratie rond de Leopoldlaan, Dynastielaan en Paolalaan. Ook hier gaat het om een als geheel ontworpen woonwijk met bebouwing (bewoning) van 2 tot 3 bouwlagen (meestal drie bouwlagen) met plat dak in een gefragmenteerde opstelling rond woonerfstraten zonder echt gedefinieerde afbakening. Een vrij groot aantal loten (een dertig-tal) zijn onbebouwd gebleven. Marten Lemmenstraat / Wissenstraat / Sasstraat Deze straten bevatten traditionele bebouwing (bewoning) van 2 tot 3 bouwlagen. De Marten Lemmensstraat en de Sasstraat vormen een hoek met een ruim binnengebied waar voorheen een grootschalig bedrijfsgebouw was ingeplant (nu afgebroken). Het terrein (tot aan de spoorweg) is onbestemd gebleven.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
7
Aan de achterzijde van een Wissenstraat is recentelijk een grootschalige appartementsgebouw vergund. Het gebouw is dd. september 2006 in opbouw en bijna afgerond. Het gebouw telt drie bouwlagen onder kroonlijst. Scholenconcentratie - Schoolverkeerscirculatie In het gebied komen zeer ruime schoolcomplexen voor zoals eerder omschreven in de Pastoor Dergentlaan, de Elisabethlaan en de Bogaardenstraat/Gasthuisstraat/Schaluin. In de Wissenstraat is ook nog een schoolcomplex aanwezig. In de huidige toestand staan de gebouwen echter leeg. Het voorkomen van de scholen wijzigt naargelang hun bouwdatum en ligging. De complexen in het historisch gedeelte zijn ouder en geïntegreerd in het straatbeeld; de scholen met recentere bebouwing komen voor in de uitbreiding rond het historisch gebied en zijn meer een verzameling van losstaande recentere gebouwen. De aanwezigheid van deze scholen levert een aanzienlijke verkeersstroom op van schoolverkeer onder de vorm van wagens (kinderen die naar school gebracht worden), voetgangers en fietsers. Door het veelvuldig voorkomen van onderwijs in het studiegebied (zowel qua bestemming als qua oppervlakte), wordt hieronder voor de voornaamste concentraties de oppervlakte en bouwindex weergegeven. Het Damiaaninstituut aan de Herseltsesteenweg en de Pastoor Dergentlaan, heeft een oppervlakte van 5,49ha waarvan 31% bebouwd. Het Stedelijk Instituut voor technische beroepen SIBA + Sima (Pastoor Dergentlaan richting Grote Laak) heeft een oppervlakte van 3,51ha waarvan 29% bebouwd. Het Koninklijk Atheneum tussen de Pastoor Dergentlaan en de Elisabethlaan heeft een oppervlakte van 1,85ha waarvan 37% bebouwd. Het St-Jozefcollege in het Schaluin heeft een oppervlakte van 0,39ha en is voor 57% bebouwd. Het Gemeenschapsonderwijs Zonnedorp in de Bogaardenlaan heeft een oppervlakte 1,17ha en is voor 39% bebouwd. Laak De Laak is vrij sterk leesbaar vanaf het kruispunt van Schaluin met de Langdorpsesteenweg. Zij geeft duidelijk het begin van de straat aan. Zij heeft een rechtlijnige loop wat de herkenbaarheid nog verhoogt. Ter hoogte van de Elisabethlaan is een sas op de laak ingeplant met verdere mogelijkheden voor oversteek en uitbouw. Recreatief pad naast de spoorweg. Op dit ogenblik (september 2006) is men gestart met de aanleg van een fietspad naast de spoorlijn Leuven/Herentals. Het pad zal de verbinding maken met de weg naast de Grote Laak en zal zodoende ook dienstig kunnen zijn als langzaam verkeersroute voor schoolverkeer richting station.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
KAART 1
: LUCHTFOTO KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - DEEL RUP ELISABETHLAAN
8
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
2.2.2.
9
INVENTARIS VAN HET BOUWKUNDIG ERFGOED
In april 2007 heeft RO Vlaams-Brabant, Dienst Onroerend Erfgoed naar aanleiding van de plenaire vergadering van voorliggend RUP Elisabethlaan, een detail-inventaris opgesteld van het bouwkundig erfgoed in het gebied van het RUP. Deze aparte studie geeft een weerslag van de historiek van Aarschot tijdens en na WO I, geeft een voorstel van gebouwen om te beschermen als monument, en geeft vervolgens apart voor de tuinwijk en voor de straten buiten de tuinwijk, een oplijsting van de waardevolle gebouwen. De bundel is interessant omdat op detailniveau gekeken wordt naar waardevolle elementen in de verschillende woningen. De inventaris heeft voorlopig geen juridische waarde en wordt daarom hier bij de bespreking van de bestaande feitelijke toestand geplaatst. De bundel is een openbaar document en als dus danig raadpleegbaar bij de gemeente.
2.2.3.
INVENTARIS POTENTIELE LOCATIES ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN
In 2006 is een kaart opgesteld met aanduiding van de potentiële plaatsen in Aarschot en meer specifiek in het gebied voor RUP Elizabethlaan. Het grootste deel van de vermoedelijke vindplaatsen in in het deel ten zuiden van de Demer gelegen. Binnen het RUP is het gebied aangeduid van de Amerstraat naar de Demer toe tussen de Pastoor Dergentlaan en het plein met de Bogaardenstraat. Als gevolg hiervan wordt in de latere voorschriften ook een algemeen voorschrift ingevoegd omtrent archeologische vondsten in het RUP-gebied. KAART 2 : POTENTIELE LOCATIES ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
2.3.
BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND
2.3.1.
GEWESTPLAN In het -
2.3.2.
10
opgenomen gebied voor het RUP Elisabethlaan komen 3 zones van het gewestplan voor: het grootste gedeelte is gelegen in woongebied, een gedeelte hiervan heeft cultuurhistorische waarde in het noorden zijn twee ruime zones opgenomen in zone voor openbaar nut. Het gaat om twee schoolconcentraties. in het zuid-oosten is een klein deel in parkgebied gelegen langs de Demer.
BIJZONDER PLAN VAN AANLEG ELISABETHLAAN Op 12/12/1986 is de laatste wijziging van het vermelde BPA Elisabethlaan goedgekeurd. In grote lijnen deelt dit BPA Elisabethlaan het gebied in, in: zeer ruime zones voor openbaar nut (ten behoeve van scholen), woongebied (aangeduid in de typische BPA voorstellingen met maximale bouwdiepten en mogelijkheden voor aanbouwen op het gelijkvloers), ruime handelszones langsheen de oostelijke ring 1 grote woonzone volgens gezamenlijk ontwerp (niet gedetailleerd) De achterzijde van de Amerstraat is gericht op ontwikkeling van achterbouwen en tuinen naar de Demer toe. Deze bebouwing keert zich dus tegen de Demer. Het BPA voorziet ook nog een verbreding van de rooilijn in de winkelstraat Schaluin.
2.3.3.
GOEDGEKEURDE NIET VERVALLEN VERKLAARDE VERKAVELINGEN –
REPERTORIUM
Binnen de begrenzing van het RUP komen heel wat niet-vervallen verkavelingsvergunningen voor. Zij staan aangeduid op het plan bestaande juridische toestand. Quasi alle verwijzen in hun voorschriften rechtstreeks naar de voorschriften van het BPA Elisabethlaan met al zijn opeenvolgende wijzigingen. Een dergelijk systeem is echter onhoudbaar. Specifiek dient nog de verkaveling van de Leopoldlaan – Paolalaan uit 1972 te worden vermeld. Omdat de overdracht van de wegenis aan de stad niet binnen de vijf jaar na de goedkeuring van de verkaveling is gebeurd, moet deze verkaveling conform art. 192 van het decreet van 18 mei 2006 als vervallen worden beschouwd.
2.3.4.
BESCHERMDE GEBOUWEN/STADSGEZICHTEN -
In het RUP: o Sint-Elisabethgasthuis (oude kloostergebouwen m.i.v. apotheek, hoevegebouwen, gasthuis en kapel), BS 1994/09/09 (monument + stadsgezicht). o Sluisje op de Grote Laak ter hoogte van de Pastoor Dergentlaan en de Grote Laakweg, BS 2000-09-19
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
-
In de nabijheid van het RUP: o 's Hertogenmolens (glas- en watermolen) (omvattende woonhuis, sluizengedeelte, sluiswerk,...), BS 1986-12-10 (monument + stadsgezicht).
Voor wijzigingen aan deze gebouwen is steeds advies van de bevoegde overheid noodzakelijk.
11
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
3.
PLANNINGSCONTEXT
3.1.
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN/PROVINCIAAL STRUCTUURPLAN VLAAMS-BRABANT
12
Aarschot werd in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. De afbakening ervan, die een taak is van de provincie, is nog niet gekend. In haar gemeentelijk ruimtelijk structuurplan stelt de stad voor om het gebied van het RUP Elisabethlaan hierin op te nemen. Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen gaat bij de ontwikkelingsperspectieven voor de stedelijke gebieden uit o.a. van het voeren van een aanbodbeleid, het voorzien van minimale dichtheden, de differentiatie en de verbetering van de woningvoorraad, het versterken van de multifunctionaliteit, de zorg voor de collectieve ruimten en het behoud en ontwikkeling van stedelijke natuurelementen. Het provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant bouwt hierop verder met o.a. aandacht voor nieuwe woontypologieën en het versterken van de relatie met de open ruimte.
3.2.
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AARSCHOT
3.2.1.
BINDEND GEDEELTE In het bindende gedeelte zijn de bepalingen opgenomen die een rechtstreekse aanleiding vormen tot de opmaak van het RUP Elisabethlaan te Aarschot. Zij worden hieronder vergezeld van een conclusie die wordt omgezet in doelstelling. In de gewenste ruimtelijke structuur wordt deze doelstelling gebruikt voor de omslag naar de inhoudelijke vertaling ervan in het RUP. Het bindend gedeelte van het GRS vermeldt in deel 2.4. met de stedelijke projecten: • Opwaardering van het aspect water in het stedelijk gebied met de reeds opgestarte deelprojecten De Laak en ’s Hertogenmolens/Amerstraat => DOELSTELLING 1: OPWAARDERING ASPECT WATER IN HET STEDELIJK GEBIED •
Stedelijk woon- en recreatiepark Grote Laakweg, hiervoor wordt een stedenbouwkundig ontwerp opgemaakt met aandacht voor: o De herwaardering van de Laak o Randafwerking met stedelijk wonen o Integratie van de omringende schoolinfrastructuur => DOELSTELLING 2: STEDEBOUWKUNDIG ONTWERP EN ONTWIKKELING VOOR LAAK, RANDAFWERKING WONEN, INTEGRATIE OMRINGENDE SCHOOLINFRASTRUCTUUR
3.2.2.
RICHTINGGEVEND DEEL De betrokken zone van het RUP wordt in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan gekaderd binnen het kernstedelijke gebied van Aarschot. Ten aanzien van dit kernstedelijk gebied en ten aanzien van de RUP-zone in het bijzonder, worden in het GRS van Aarschot volgende zaken als richtinggevende bepalingen geponeerd. Zij worden hieronder vergezeld van een conclusie die wordt omgezet in
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
13
doelstelling. In de gewenste ruimtelijke structuur wordt deze doelstelling gebruikt voor de omslag naar de inhoudelijke vertaling ervan in het RUP. In de eerste basisdoelstelling staat op pag. 2 het volgende:
Aarschot moet zich verder ontwikkelen als aantrekkelijke woongemeente. De bestaande woningvoorraad van Aarschot kwalitatief verbeteren en de kernen versterken is het uitgangspunt. Naast de stedelijke kern van Aarschot verdient ook het landelijke karakter van Aarschot de volle aandacht. De leefbaarheid van de kleinere kernen is belangrijk. Nieuwe huisvestingsmogelijkheden in het stedelijk gebied en in buitengebied dienen gecreëerd te worden voor het opvangen van de eigen behoefte en een bijkomende zachte groei. Zij moeten zoveel mogelijk gezocht worden in het bestaande weefsel teneinde aantasting van de open ruimte te voorkomen. Nieuwe projecten moeten tevens bijdragen tot het versterken van het centrum van Aarschot. => DOELSTELLING 3A: BESTAANDE WONINGVOORRAAD KWALITATIEF VERBETEREN – VERSTERKEN VAN HET CENTRUM VAN AARSCHOT Bij de ruimtelijke concepten voor de bebouwde ruimte wordt aangehaald (pagina 5):
Het versterken van het stedelijk gebied: De bestaande stedelijke structuur wordt versterkt en geoptimaliseerd door het opvangen van de taakstelling aan bijkomende woningen binnen het afgelijnde kleinstedelijk gebied. Daarnaast moet er een specifiek beleid gevoerd worden ter verbetering van de verschijningsvorm van het stedelijk landschap. Dit stedelijk landschap omvat niet alleen de straten en de pleinen, maar ook de gewenste woondichtheden, stedelijke natuurelementen, zorg voor beeldbepalende monumenten. Het strategisch project Amerstraat -’s Hertogenmolens kadert hierin. => DOELSTELLING 4A: VERSTERKEN VAN STEDELIJK GEBIED DOOR VERBETERING VAN STEDELIJK LANDSCHAP (OPENBAAR DOMEIN, WOONDICHTHEDEN, STEDELIJKE NATUURELEMENTEN, BEELDBEPALENDE ELEMENTEN) Tevens wordt met betrekking tot de aanwezigheid van het station bij de ruimtelijke concepten gesteld:
Een ruimtelijk afgewogen locatiebeleid: Er wordt een locatiebeleid gevoerd, waarbij personenverkeergenererende activiteiten, zoals kantoren, worden gericht naar de stationsomgeving en andere vervoersgenererende activiteiten (KMO’s ) een plaats krijgen langsheen het westelijk deel van de stedelijke ring. Ook groen in de bebouwde ruimte komt aan bod bij de ruimtelijke concepten voor de open ruimte (p7):
Laten infiltreren van groenzones in de bebouwde ruimte: groene fronten en doortocht Ook in de bebouwde ruimte is het noodzakelijk om het groen op een aantal plaatsen zo diep mogelijk in en tussen het bestaand en toekomstig woonweefsel te laten binnendringen. Dit komt de woonkwaliteit sterk ten goede. De nadruk ligt hierbij op de Demer- en Laakdoortocht in de stedelijke kern van Aarschot en de Mottedoortocht in Rillaar. => DOELSTELLING 5: INFILTREREN VAN GROEN IN BEBOUWDE ZONES (BESTAANDE EN TOEKOMSTIG WOONWEEFSEL)
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
14
In de ruimtelijke concepten voor de infrastructuur zijn twee elementen van belang en van invloed op het RUP (p8):
Zoneren: ring als harde grens van het kernstedelijk gebied Een afgewerkte ring zal ook een duidelijke scheiding vormen tussen het kernstedelijk gebied en het randstedelijk gebied, waartussen een verschillend beleid wordt gevormd o.a. wat de woondichtheden en winkelfuncties betreft. Station als transitpunt, verbindingspunt en multifunctionele stadspoort Het spoor en meer bepaald de stationsomgeving bezit belangrijke potenties om zowel voor de bedrijvenzone NieuwlandMeetshoven als voor het stadscentrum een belangrijkere rol te spelen dan vandaag het geval is. Zijn centrale ligging tussen wonen en werken dient beter benut te worden door o.a. het verminderen van de barrièrewerking, het stimuleren van kantoorfuncties en wonen. => DOELSTELLING 6: RING AFWERKEN ALS HARDE GRENS VAN HET KERNSTEDELIJK GEBIED => DOELSTELLING 7: STATIONSOMGEVING ALS MULTIFUNCTIONELE POORT MET STIMULEREN VAN KANTOORFUNCTIES EN WONEN In de gewenste woon- en leefstructuur vinden wij volgende relevante uitgangspunten terug: (pag. 11)
De woonbehoeftenstudie wijst uit dat in Aarschot voldoende bouwgronden aanwezig zijn om te voorzien in de eigen natuurlijke groei van de bevolking. Deze kavels bevinden zich zowel in stedelijk gebied als in de deelkernen. Feit is echter dat de bouwgronden buiten de stad grotere aantrekkingskracht uitoefenen op kandidaat kopers dan stedelijke kavels. Om verdere spreiding van de bebouwing (met alle nefaste gevolgen van dien) af te remmen, moet de gemeente pro-actief een gericht beleid voeren ter promotie van het stedelijk wonen. Teneinde een gefundeerde visie te ontwikkelen met betrekking tot het ‘wonen in Aarschot’, dient het gemeentebestuur een aantal principes of doelstellingen te formuleren die tegemoet komen aan zowel de ruimtelijke als de sociale aspecten van het wonen. Hieronder zijn enkele algemene doelstellingen geformuleerd die kunnen bijdragen tot de visievorming rond het wonen in Aarschot. 1.Versterken van de stedelijke kern van Aarschot Aarschot is geselecteerd als kleinstedelijk structuurondersteunend gebied. Stedelijke gebieden hebben de taak gekregen te voorzien in een belangrijk deel van de huisvesting. 2. Concentratie van de bebouwing in de buitengebieden binnen de deelkernen Ook voor de bebouwing in het buitengebied dient men te streven naar concentratie in de deelkernen. Verdere verlinting van het landschap moet zoveel mogelijk vermeden worden. Ook de deelkernen moeten dus compacter worden. Omvangrijke initiatieven zijn hier niet gewenst. Dit wil niet zeggen dat de woonzones volgens het gewestplan verdwijnen. Deze plannen behouden hun juridische draagkracht. Het ruimtelijk beleid dient er op gericht te worden dat er doordacht wordt omgesprongen bij de invulling van deze bouwzones en er een stimulans wordt gegeven om kernverdichtingsgericht met de ruimte om te springen. Dit geldt zeker voor eventuele bijkomende publieke functies op lokaal niveau. 3. Realisatie van voldoende gevarieerd en kwaliteitsvol woningbestand (woningdifferentiatie) Aarschot dient geschikte en kwaliteitsvolle woningen aan te bieden voor haar stadsbewoners. Dit betekent dat er woningen beschikbaar dienen te zijn voor de verschillende bevolkingsgroepen. Gezien het feit dat de huidige woningmarkt met name
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
15
bestaat uit grotere eengezinswoningen zal in de toekomst meer aandacht moeten worden besteed aan de eventuele nood aan kleinere woningen in gesloten of halfopen bebouwing op een kleiner perceel. Zo kan men voldoen aan een eventuele behoefte aan wooneenheden voor alleenstaanden en kinderloze koppels (ouderen, gescheiden personen, samenwonenden,…) en aan een eventuele behoefte aan betaalbare wooneenheden. Aarschot heeft behoefte aan sociale woningbouwprojecten. Er moet echter verder worden nagedacht of deze onder de vorm van een grootschalig woningbouwproject moeten worden gerealiseerd of eerder gespreid als kleinere realisaties . 4. Inhalen van de achterstand aan sociale woningbouw De stad Aarschot kampt duidelijk met een tekort aan sociale woningen. Het percentage bedraagt vandaag ca. 2,6 % (huurwoningen), terwijl het Vlaams gemiddelde 5,5 % bedraagt en het streefcijfer zelfs 10 %. Om dit tekort in te halen van ca. 300 huur- en koopwoningen zullen omwille van de grondprijzen voornamelijk woonuitbreidingsgebieden ingezet worden. 5. Aandacht voor en behoud van karakteristieke gebouwen De stad Aarschot bezit naast de beschermde monumenten en/of landschappen ook een aantal niet-beschermde gebouwen/constructies die omwille van de esthetische, culturele en/of erfgoedwaarde behoudenswaardig zijn. De bestemming van de gebouwen kan wijzigen –en is in sommige gevallen zelfs aan te bevelen -, maar het visuele karakter moet in de mate van het mogelijke behouden blijven. Als kadering binnen het gemeentelijk woonbeleid, wordt (volgens p.14 en p.15 van het GRS) ingegaan op een gericht actief woonbeleid:
“Uit de woonbehoeftenstudie blijkt dat het grootste deel van de spontane bijkomende kavels in de deelkernen van de gemeente zal gerealiseerd worden en dus niet kernversterkend zal werken voor de stad Aarschot. Daarom is het belangrijk dat er – ondanks het ruime marktaanbod – een interessant stedelijk tegenaanbod op de markt wordt gebracht. Om dichtslibbing van de buitenruimte te vermijden en Aarschot stad haar centrale positie te versterken moet dus een gemeentelijk actief woonbeleid gevoerd worden. We kunnen een aantal beleidselementen formuleren die bijdragen tot een woonbeleid gericht op kernversterking en ruimtelijke kwaliteit met aandacht voor een verantwoorde inpassing in het bestaande weefsel: 1° Opzetten van een (regelmatig) woonoverleg tussen gemeente, OCMW, Vlaamse Huisvestingsmaatschappij,… om gezamenlijk: •de inspanningen te richten, zodat volgens een woning(ver)bouwprogrammatie, aan de geconstateerde behoefte kan voldaan worden; •in functie hiervan een gezamenlijk aankoopbeleid van gronden voor volkshuisvesting te voeren en een beperkt aankoop- en renovatieprogramma van woningen op te zetten; •eventueel, na gedetailleerd onderzoek van het aanbod, een programma voor de bouw van bijkomende serviceflats op te zetten. Ook de actieve groepen uit de bevolking en privé-initiatiefnemers die woningen in de sfeer van volkshuisvesting willen realiseren, worden bij dit overleg betrokken. Een diepgaande gezamenlijke bespreking van deze woonstudie is een eerste belangrijke stap in dit overleg. Dit overleg is actie- en uitvoeringsgericht. 2° De service die thans reeds door de gemeentediensten wordt geleverd, uitbreiden tot een actieve gemeentelijke woonwinkel die gedurende de komende jaren een informatie- en ondersteuningscampagne naar (mogelijke) particuliere kandidaat-renoveerders organiseert. Dit vereist voorbereidend werk om de te verbeteren woningen nauwkeurig te lokaliseren en van daaruit de betrokkenen actief te gaan benaderen. Specifieke aandacht gaat hierbij naar huurwoningen en bewoners met lage inkomens.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
16
Deze ondersteuning behelst vooral begeleiding en soepele administratieve opstelling bij renovatie-initiatieven, naast een financiële stimulans (gemeentelijke aanvullende premie) voor wie het moeilijk heeft. 3° Wonen boven winkels wordt gestimuleerd. 4° Een gemengde invulling van de woon(uitbreidings)gebieden met aandacht voor sociale verweving en differentiëring, waarbij een evenwichtige verhouding tussen huur- en koopwoningen, sociale kavels, residentiële woningen, enz. wordt nagestreefd, is een belangrijke doelstelling. Zo kan worden voorgesteld dat bij een project/verkaveling van minimum 50 woningen de ontwikkelaar minstens 10 sociale huur- en koopwoningen realiseert (of laat realiseren door een sociale bouwmaatschappij). 5° Een aankooppolitiek voeren voor die gronden die voor volkshuisvestingsprojecten op korte en lange termijn het meest interessant zijn: om er de volkshuisvestingsprojecten op te ontwikkelen. De voorkeur gaat in de eerste plaats naar een zo volledig mogelijke opvulling van het stedelijk gebied. In stedelijke gebieden wordt kernversterking nagestreefd, door opvulling van leegstaande panden en invulling van kavels langs een uitgeruste weg. Ook bouwrijp te maken gronden in stedelijk gebied komen hierbij in aanmerking. De grootte van de percelen van binnengebieden heeft in principe weinig belang. Uiteraard zal voor sociale woningbouwprojecten de grootte van het gebied, de ontsluitingsmogelijkheid, de bereikbaarheid met het openbaar vervoer en de afstand tot de kern een belangrijkere rol spelen dan voor private woningbouw. In het buitengebied (woongebied of woongebied met landelijk karakter) gaat de voorkeur naar inbreiding, door opvulling van de nog bouwrijp te maken gebieden en naar versterking van de landelijke kernen. Ontwikkelingen die lintversterking in de hand werken, moeten tegengegaan worden. In de woonkern Rillaar zijn nog een aantal inbreidingsmogelijkheden binnen het juridisch woongebied. In Rillaar kan het binnengebied Kapelleke, aansluitend bij de woonkern, ontwikkeld worden voor woningbouw en/of volkshuisvesting. De ontwikkeling van het kleine binnengebied Diestsesteenweg is minder prioritair want deze is verder van de kern en meer in de open ruimte gelegen. Uit het informatief gedeelte blijkt echter dat de behoefte aan bijkomende woningen tot 2007 in het stedelijk gebied groter is dan het aanbod. Dit betekent dat er woonuitbreidingsgebied(en) kunnen ontwikkeld worden om die behoefte op te vangen. Er zijn elf woonuitbreidingsgebieden waarvan er zeven gesitueerd zijn binnen de hypothese afbakening stedelijk gebied. Ook deze zijn niet allemaal even geschikt. Hieronder wordt voor de verschillende woonuitbreidingsgebieden een afweging gemaakt. Op respectievelijk p. 19 en p. 21 worden de conclusies weergeven met betrekking tot de inname van de woonuitbreidingsgebieden.
Conclusie: het is aan te bevelen om de woonuitbreidingsgebieden (in kernstedelijk gebied en stedelijke nevelzone) die prioritair in aanmerking komen in te zetten in de strategie om het stedelijk gebied te versterken. De huisvestingsprojecten dienen steeds een gemengd karakter te bezitten en te voldoen aan de huidige woonbehoeften van de verschillende bevolkingsgroepen. Tegelijkertijd dient er rekening gehouden te worden met de mobiliteitsproblematiek, met bijzondere aandacht voor ontsluiting voor fietsers, voetgangers en openbaar vervoer. gebieden die prioritair in aanmerking komen voor het realiseren van gemengde bouwprojecten: Bekaf in de stedelijke nevel Poortveldenbinnen het kernstedelijk gebied Zuidelijk deel Ter Heide in het kernstedelijk gebied Nonnenlanden in de stedelijke nevel
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
-
17
Indien in het kader van de afbakening van het stedelijk gebied een verdere selectie tussen deze vier gebieden wordt gevraagd, suggereert de stad om het gebied Bekaf prioritair te nemen, omwille van het onafgewerkt karakter van het gebied en het Laakproject. Bovendien heeft de stad reeds een procedure tot opmaak van een BPA voor het gebied opgestart. gebieden die niet prioritair in aanmerking komen, doch in een latere fase (mogelijk op lange tot zeer lange termijn) kunnen vrijkomen voor gemengde woonuitbreidingsprojecten: Gijmelberg in de stedelijke nevel Noordelijk deel Ter Heide in de stedelijke nevel
Conclusie: de woonuitbreidingsgebieden in het buitengebied, en meer bepaald dat van Gelrode en Rillaar, blijven tijdens deze planperiode bevroren. Enkel het woonuitbreidingsgebied Molendreef te Rillaar wordt (gefaseerd) verder ingevuld. Deze gronden worden evenwaardig gecompenseerd door bestaande bouwgrond in de Mottevallei die wordt geschrapt en omgezet naar een open ruimte bestemming. De concrete uitwerking van deze compensatieregeling wordt in een RUP geregeld. => DOELSTELLING 4A: VERSTERKEN VAN DE STEDELIJKE KERN VAN AARSCHOT => DOELSTELLING 3B: DIFFERENTIATIE IN WONINGBESTAND => DOELSTELLING 3C: BEHOUD VAN KARAKTERISTIEKE GEBOUWEN
Bij de “GEWENSTE RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUUR” (p30) wordt bij de uitgangspunten vermeldt:
2. Streven naar een optimale integratie van niet-storende economische activiteiten in het woongebied De woonzone is en blijft ook een activiteitenzone. Binnen de bestaande woongebieden komt op verschillende locaties gemengd wonen met werken voor. Als uitgangspunt kan worden gesteld dat de vermenging van wonen en werken een goede situatie is en zelfs kan worden versterkt. Het draagt bij aan de leefbaarheid en levendigheid in de wijk. Het voorkomt dat er monofunctionele gebieden ontstaan en draagt bij aan de beperking van de automobiliteit. => DOELSTELLING 3D: VERSTERKING VAN VERMENGING VAN WONEN EN WERKEN
Bij de beleidselementen (p38) wordt specifiek verwezen naar her versterken van het handelsapparaat in het centrum:
Aarschot beschikt over een goed uitgerust handelsapparaat met een bovenlokale aantrekkingskracht. Aarschot bezit een heel aantal troeven: de Demerparking, Cultureel Centrum, weinig leegstand, commercieel centrum,... Wil men de draagkracht van het centrum behouden en versterken, dan is concentratie en differentiatie van het handelsaanbod in het centrum van Aarschot het streefdoel. Om dit te bereiken moet de verwevenheid van verschillende winkeltypes en andere centrumfuncties verder worden gestimuleerd. Ook door extra aandacht voor de Amerstraat, Gasthuisstraat en Schaluin kan het handelscentrum opgewaardeerd worden. Het verbeteren van de verkeersleefbaarheid, de heraanleg van straten en pleinen
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
18
op maat van de voetganger zijn tevens essentiële maatregelen die de aantrekkingskracht van het winkelcentrum ten goede komt. => DOELSTELLING 3D: STIMULERING VAN VERWEVENHEID MET VERSCHILLENDE WINKELTYPES EN CENTRUMFUNCTIES Bij de uitgangspunten van de gewenste verkeersinfrastructuur (p40) wordt vermeld:
1. Verbeteren van de noodzakelijke leef- en omgevingskwaliteit voor de bewoners van Aarschot Het zwaar doorgaand verkeer door Aarschot moet zoveel mogelijk uit het centrum geweerd worden. Ook voor het autoverkeer moeten duidelijk herkenbare routes worden aangeboden. De bestaande verkeersinfrastructuur moet worden verbeterd zodat ongevallenconcentraties verminderen en de locaties met een hoog onveiligheidgevoel worden verbeterd. Een herinrichting van deze straatruimten zal dan ook noodzakelijk zijn om de kansen op een ongeval te verminderen en de gevolgen van een ongeval te doen afnemen. Knelpunten op schoolroutes, in de schoolomgevingen en knelpunten voor het langzaam verkeer moeten weggewerkt worden. Indien noodzakelijk kunnen daarvoor circulatieve maatregelen genomen worden naast de herindeling van de straatruimte en de aanpassing van de wegeninfrastructuur. => DOELSTELLING 8A: ZWAAR DOORGAAND VERKEER UIT HET CENTRUM WEREN – KNELPUNTEN VOOR SCHOOLROUTES EN LANGZAAM VERKEER WEGWERKEN
2. Het voetgangers- en fietsverkeer stimuleren De conflicten die in en door het verkeer ontstaan tussen de bewoner en de bezoeker, de voetganger en de fietser en het rijdend verkeer, moeten worden opgelost door op verschillende wijzen voorrang te bieden aan de voetgangers. Het centrum en de omliggende woongebieden zijn in eerste instantie voetgangersdomeinen. Het gebruik van de fiets dient bevorderd te worden door aan fietsers veilige, comfortabele en de kortste routes door Aarschot aan te bieden. Daarbij moet bijzondere aandacht aan schoolroutes worden gegeven, in het bijzonder door autovrije alternatieve fietsroutes aan te leggen (o.a.langs de Demer, langs de spoorwegen,...). => DOELSTELLING 8B: CENTRUM ALS VOETGANGERSDOMEIN; FIETSROUTES; SCHOOLROUTES; AUTOVRIJE ALTERNATIEVE FIETSROUTES In verband met de categorisering van wegen wordt op p. 41 omschreven
De selectie van de secundaire wegen is een bevoegdheid van de provinciale overheid. In het Provinciaal Structuurplan Vlaams-Brabant werden volgende wegen geselecteerd: Secundaire weg type III (ontsluitende as voor openbaar vervoer en zachte weggebruikers) - De huidige oostelijke ring R25 Bij de ontwikkelingsperspectieven voor het kernstedelijk gebied Aarschot wordt een aantal concepten omschreven (p56) die van invloed zijn op het studiegebied.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
19
4.1.1.1. Stationsomgeving als multimodale stadspoort De spoorlijn wordt gehanteerd als een harde functionele en ruimtelijke barrière, waardoor alle aandacht uitgaat naar de zogenaamde bruggen eroverheen: dit zijn de Demer en Betekomsteenweg, de Laak en de stationsomgeving aan beide zijden van het spoor. (…) Er moeten bijkomende parkeermogelijkheden voorzien worden in de omgeving van het station; er moet worden onderzocht of dit eventueel kan onder de vorm van een parkeergebouw. 4.1.1.2. Ruimtelijke en functionele versterking van de stadspoorten Naast de stationsomgeving zijn nog andere gebieden die we definiëren als stadspoort. Deze stadspoorten moeten herkenbaar zijn door een aangepast wegbeeld en een krachtige architectuur. Het betreft volgende poorten: - kruispunt Herseltsesteenweg–Langdorpsesteenweg–Pastoor Dergentlaan–Schaluin: versterken door middel van aanleg en signalisatie => DOELSTELLING 4B EN 8A: INRICHTING STADSPOORT EN MAATREGELEN AAN KRUISPUNT PASTOOR DERGENTLAAN/SCHALUIN/LANGDORPSESTEENWEG/HERSELTSESTEENWEG.
4.1.1.3. Behoud en versterking van de commerciële ruggengraat van het centrum Door het sluiten van de noordelijke ring kan het overtollige doorgaande verkeer van deze as geweerd worden. Dat wil zeggen dat alle aandacht uitgaat naar het verhogen van de verkeersleefbaarheid in het kernhandelscentrum met name de Leuvensestraat - Martelarenstraat – Theo de Beckerstraat – Bogaardenstraat – Gasthuisstraat – Schaluin. De opheffing van de ruimtelijke en functionele scheiding die de Demer vandaag vormt door middel van een strategisch project rondom de ’s Hertogenmolens, kan hiertoe een belangrijke stimulans zijn. Er wordt een nieuw project ontwikkeld, dat de omgeving van ’s Hertogensmolens nieuwe impulsen kan geven: naast wonen is er ook ruimte voor een aantal publieke functies (o.a. museum); bovendien wordt de publieke ruimte heringericht (Amerstraat) en wordt er een nieuwe fietsers- en voetgangersdoorsteek gecreëerd. … => DOELSTELLING 3D: BEHOUD EN VERSTERKING VAN COMMERCIELE RUGGENGRAAT VAN HET CENTRUM (AS MET SCHALUIN/GASTHUISSTRAAT/AMERSTRAAT)
4.1.1.5. Definiëren en versterken van een groene ruggengraat doorheen het centrum Het stedelijk centrum beschikt over een aantal groenstructuren en – elementen die wanneer ze versterkt en verbonden worden met elkaar, een structurerende en recreatieve groene ruggengraat van het centrum kunnen vormen. Door de commerciële ruggengraat een groene tegenhanger te geven ontstaat een sterke diversiteit en verschillende sferen in het centrum. Het centrum wordt daarenboven beter verbonden met en uitgebreid naar de spoorweg toe. Langsheen de groene ruggengraat gaat de aandacht daarenboven uit naar de zwakke weggebruiker. Door middel van brede voetpaden en ruime fietspaden, in een afzonderlijke, afgescheiden zone voor de zwakke weggebruikers. De volgende elementen maken deel uit van de groene ruggengraat: …. ‘s Hertogenmolens: herbestemming en restauratie van de ‘s Hertogenmolens als knooppunt van het historisch centrum, de blauwe demercorridor en de groene ruggengraat; deze herbestemming wordt gekaderd binnen een globaal stadsvernieuwingsproject rondom Demer en ’s Hertogenmolens
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
-
20
Elisabethlaan: overdimensionering voor autobestuurders verminderen, vrijgekomen ruimte ingroenen, laanbeplanting versterken
=> DOELSTELLING 4C: GROENE RUGGENGRAAT DOORHEEN HET CENTRUM / ELISABETHLAAN ZONDER OVERDIMENSIONERING; MET VERSTERKING INGROENEN, LAANBEPLANTING
…. 4.1.1.7. Versterken van de blauwe corridors Laak en Demer De Demer die vandaag een sterke ruimtelijke en functionele scheiding vormt in het kernstedelijk gebied moet door middel van een aantal strategische ingrepen rondom bijvoorbeeld ‘s Hertogenmolens een ader worden doorheen het centrum in plaats van een barrière. Wonen langs de Demer moet gestimuleerd worden (vb. Demerstraat). Verder moeten groendoorgangen via de Demer en de Laak (groen lint door de stad) voelbaar gemaakt worden door • 1. verbreden (ingroenen oevers, rest- of bufferzones groen inrichten), • 2. actief of passief betrekken bestaande naastliggende groenzones (bv stadspark, eiland ‘s Hertogenmolens, Begijnhof, maar ook private tuinen), • 3. infiltreren (web spinnen) in stedelijke openbare ruimtes: lanen, voortuinstroken, groene woonwijken, … • 4. lijnobject voorzien van een verbindingsfunctie, koppelen nevenfuncties (cfr. Laakproject) Dit is van belang met het oog op de versterking van het commerciële centrum over de Demer heen, waardoor de commerciële draagkracht van het Schaluin en de omliggende straten sterk zal verhogen; de herbestemming van het binnengebied tussen de Sasstraat, de Marten Lemmensstraat en de spoorweg de herwaardering en herbestemming van de ’s Hertogenmolens Het reeds opgestarte project ’s Hertogenmolens en Amer kadert hierin. Het is gesitueerd ten noorden van het kernwinkelgebied van Aarschot en omvat de Demer vanaf de Hoogbrug (Theofiel De Beckerstraat) tot aan de spoorweg. Het stedenbouwkundig ontwerp van Robbrecht & Daem architecten sluit naadloos aan bij het concept “Aarschot, kloppend hart aan de Demer”. Het project geeft een globale visie op de beschermde maar leegstaande pre-industriële site van ’s Hertogenmolens en de ruime omgeving ervan. De Demer krijgt door het ontwerp eindelijk zijn betekenis als slagader voor de stad terug. Door de rivier zichtbaarder aanwezig te maken in het stadsbeeld moet de relatie tussen de stad en de Demer worden hersteld. Naast de Demer worden ook de stationsomgeving en de grote – bijna overschaalde – lanen op de plaatsen van de oude stadsvesten als strategische projecten erkend. Voor deze gebieden worden concrete voorstellen geformuleerd die in feite een verfijning zijn van de visie-elementen die in het GRS werden aangebracht Dit stadsvernieuwingsproject werd ingediend en ook goedgekeurd door de Vlaamse Regering waardoor het op haar cofinanciering kan rekenen. => DOELSTELLING 4C: BLAUWE CORRIDORS LAAK EN DEMER MET BETREKKING TOT COMMERCIELE DRAAGKRACHT, ZONE SPOORWEG/LEMMENSSTRAAT/SASSTRAAT, AMERSTRAAT
4.1.1.8. Oostelijke ring vorm geven als een stedelijke boulevard Omdat we tussen het centrum en de stedelijke nevel een functionele en ruimtelijke continuïteit willen bewaren moet de oostelijke ring het karakter krijgen van een stedelijke boulevard…. => DOELSTELLING 4D: OOSTELIJKE RING VORMGEVEN ALS STEDELIJKE BOULEVARD
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
KAART 3
:
GEWENSTE STRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED GRS AARSCHOT
21
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
3.3.
22
AFBAKENINGSPROCES KLEINSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT Dit proces is zeer recentelijk opgestart op 7 mei 2007. Er zijn nog te weinig gegevens bekend om de invloed op dit specifieke RUPgebied te kennen. Het gebied zelf maakt naar alle waarschijnlijk wel deel uit van het kleinstedelijk gebied.
3.4.
MOBILITEITSPLAN AARSCHOT –
BELEIDSPLAN
-
SEPTEMBER
2003
Het beleidsplan van het mobiliteitsplan is in een definitief rapport gebundeld in september 2003. Hieronder wordt de gewenste mobiliteitsstructuur hernomen met betrekking tot de zone van het RUP Elisabethlaan. De belangrijkste maatregel in het gedeelte van het RUP-gebied is de knip voor gemotoriseerd verkeer in de Pastoor Dergentlaan tussen de Schoolstraat en de Elisabethlaan, als maatregel gepland op middellange termijn (2006-2010). Op de kruising tussen de Pastoor Dergentlaan en de Amerstraat wordt bijkomende kruispuntbeveiliging voorzie, alsook op de kruisingen van de Sasstraat met de Elisabethlaan, en de Langdorpsesteenweg met de Herseltsesteenweg (waarin in het GRS een stadspoort voorzien wordt). De knip ter hoogte van de Schoolstraat heeft invloed op het lussensysteem dat wordt voorgesteld waarbij verkeer ronddraaiend wordt gestuurd van de kruising van de Langdorpsesteenweg en de Herseltsesteenweg via de Pastoor Dergentlaan naar de Schoolstraat, Boogaardenlaan en Bekaflaan naar de Oostelijke ringweg (+ August Reyerslaan). Schaluin en Gasthuisstraat worden éénrichtingsstraten in zuidelijke richting.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
KAART 4
:
23
GEWENSTE VERKEERSTRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - HIERARCHIE VAN WEGEN
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
KAART 5
:
24
GEWENSTE VERKEERSTRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - LUSSEN SYSTEEM
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
25
KAART 6 : GEWENSTE VERKEERSTRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - OPENBAAR VERVOER Het openbaar vervoer zou hierbij nog steeds doorgang kunnen krijgen. Er worden buslijnen voorzien op de Elisabethlaan met verbindingen naar de Langdorpsesteenweg en de Herseltsesteenweg in de noordzijde en naar het station is de zuidzijde. Door de Pastoor Dergentlaan, de Schoolstraat, Bogaardenstraat en Bekaflaan en ook door de Gasthuisstraat + Schaluin worden centrumbussen voorzien in het voorstel van het mobiliteitsplan.
KAART 7 : GEWENSTE VERKEERSTRUCTUUR KERNSTEDELIJK GEBIED AARSCHOT - FUNCTIONEEL EN RECREATIEF FIETSPADENNETWERK
Als functioneel fietsnetwerk is in het RUP-gebied de route langs de Demer en de route over de Sasbrug als hoofdroute aangeduid. Schaluin, Gasthuisstraat, en de Oostelijke Ring. Het recreatief fietsnetwerk loopt tevens via de Demer en de Sasbrug.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
3.5.
26
RUP BEKAFLAAN (IN PROCEDURE) Het gebied van de Bekaflaan is ten oosten van het stadscentrum gelegen onmiddellijk aan de overzijde van de Reyerslaan die een deel van de ringontsluiting rond het centrum vormt. De nieuwe loop van de Laak is een centraal gegeven in deze zone en kan er automatisch een meerwaarde aan verschaffen. Inbegrepen in de ontwikkeling van de Laak is een voorgesteld voetgangers- en fietspad dat instaat voor een ecologische benadering van de loop maar tevens dienstig is als beveiligde schoolverbinding naar de overzijde van de oostelijke ring en de August Reyerslaan in het RUP Elisabethlaan. Deze verbinding takt aan op Schaluin.
3.6.
STEDENBOUWKUNDIGE VISIE LAAK EN OMGEVING – LIJN IN LANDSCHAP / LANGZAAM VERKEER VZW –
NOVEMBER
1999
De (Grote) Laak is van oorsprong een leibeek of laak, die de functie had de overstroombare valleien te draineren en bij piekdebieten een gedeelte van het Demerwater om te leiden rond de stad. Door het rechttrekken van de Demer en de aanleg van de oostelijke ring rond Aarschot werd de Laak van de Demer afgesloten. De Laak kwam droog te staan en werd een dode riool. Het Regionaal Landschap Noord-Hageland vzw heeft een projectvoorstel opgemaakt om de Laak opnieuw watervoerend te maken. “Lijn in Landschap” en “Langzaam verkeer” hebben hierover een visie ontwikkeld: In het deelrapport 3 voor de omgeving van de R25 – Grote Laakweg wordt herinrichting van publieke ruimte als basisthema naar voor geschoven. In de studie worden volgende concrete knelpunten naar voor gebracht voor dit deelgebied: -
gebrek aan samenhang van de verschillende delen, functioneel en naar beeld,
-
negatief karakter van het beeld van de verschillende onderdelen,
-
teveel inrichting enkel in functie van de afwikkeling van het autoverkeer,
-
teveel doorgaand verkeer,
-
een onduidelijke evolutie langsheen de Reyerslaan,
-
de Laak is te zwak aanwezig in het beeld,
-
het saske als schakel in het geheel is vervallen(dd. 1999)
1
In de globale visie wordt voor dit deelgebied voorgesteld: aandacht voor de loop van de Laak met poelen, verbredingen en groene structuren, 1
aanduiding van de te creëren voet- en fietspaden langsheen de Laak,
Het sake is ondertussen gerenoveerd
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
27
-
herinrichting openbaar domein (Schaluin, Elisabethlaan, Dergentlaan), + reorganisatie inkom voor het Damiaaninstituut aan de Dergentlaan;
-
voorstellen ter verbetering van circulatieroutes tussen verschillende plekken in dit gebied,
-
aanduiding van vormelijke aandachtspunten (saske, rustpunten, beplanting)
-
aanduiding van de ontsluiting van nieuwgebouwde garages in de Tuinwijk.
De concrete voorstellen:
2
-
geven een stedelijk beeld aan de Laak ter hoogte van het Schaluin en het Saske met een stedelijke poort aan het Schaluin + herinrichting van de straat + kadeplein ter hoogte van Saske;
-
maken de Pastoor Dergentlaan autovrij ter hoogte van het Damiaaninstituut
-
richten bijkomende parkeerplaatsen in t.o.v. de reeds bestaande in de oksel van de Langdorpsesteenweg en de August Reyerslaan;
-
laten enkel lokaal verkeer toe in de P. Dergentlaan en de Elisabethlaan;
-
het aaneenschakelen van groenstructuren naast de Laak met deze van de parking, Schaluin, en de Tuinwijk.
2
Dit voorstel is echter niet weerhouden door het College van Burgemeester en Schepenen
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
KAART 8
: INRICHTINGSVOORSTEL LAAK DEELRAPPORT 3
28
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
29
In deelrapport 4 voor de omgeving van de Grote Laakweg, ligt de klemtoon op de herinrichting als stedelijk sport- en parkgebied. Dit gebied slaat op twee delen ten noorden en ten zuiden van de Laak. Het gedeelte ten zuiden maakt deel uit van het voorliggende RUP. In de studie worden volgende concrete knelpunten naar voor gebracht voor dit deelgebied: -
gebrek aan samenhang van dit deel met de stad, functioneel en naar beeld;
-
zeer verscheiden bebouwde en niet-bebouwde randen die daarenboven niet op het gebied betrokken zijn;
-
het beeld van deze omgeving is eerder negatief geladen, zo ook dat van de Laak zelf;
-
teveel technische inrichtingen en oplossingen, niet in overeenstemming met het open ruimte karakter;
-
een verouderd BPA dat de inrichting van dit gebied nog steeds bepaald;
-
een slechte ontsluiting, slechte fysische band met de stad voor voetgangers en fietsers;
-
het huidige pad langs de Laak is onduidelijk naar gebruik en geeft geen goede continuïteit in de richting van het industrieterrein;
-
de spoorweg is een harde barrière voor verbindingen naar de Meethovense bossen toe.
In de globale visie wordt voor dit deelgebied voorgesteld: -
aandacht voor de loop van de Laak met poelen, verbredingen en groene structuren,
-
aanduiding van de te creëren voet- en fietspaden langsheen de Laak,
-
voorstellen ter verbetering van circulatieroutes tussen dit deel en zijn omgeving (stadscentrum, industrie, Meetshovense bossen);
-
aanduiding van vormelijke aandachtspunten (tunnel, rustpunten, beplantingen);
-
randvoorwaarden inplanting collector Aquafin.
De concrete voorstellen (voor het gedeelte binnen het RUP): -
verbreding van de Laak in het gedeelte tussen het spoor en de school (SIMA-SIBA);
-
een voet- en fietspad naast de Laak dat de oever verlaat richt bestaande voetgangerstunnel onder het spoor;
-
verbetering van huidige ondertunneling onder het spoor voor fietsverkeer:
-
Afbouwen van de randen met aangepaste bebouwingsvormen;
-
Ontwikkeling van parkachtige structuur;
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
KAART 9
: INRICHTINGSVOORSTEL LAAK DEELRAPPORT 3
30
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
3.7.
31
STADSVERNIEUWINGSPROJECT AMERSTRAAT & ’S HERTOGENMOLENS AARSCHOT – ROBBRECHT EN DAEM ARCHITECTEN – JANUARI 2004 In 2004 hebben de architecten Robbrecht en Daem in het kader van het stadsvernieuwingsproject Amerstraat-’s Hertogenmolens een ruimtelijke studie afgerond met betrekking tot een globale visie voor het kernstedelijk gebied van Aarschot, met daarin aandacht voor strategische deelgebieden als hefbomen voor het verhogen van de stedelijke kwaliteit. Hieronder worden de visies getoond voor de verschillende ontwerpgebieden die relevant zijn voor het RUP Elisabethlaan. Langs de spoorweg zijn er langgerekte terreinen die nu veelal gebruikt worden door pendelaars als parkeergelegenheid. Ook in het RUP komt dergelijk terrein voor. In het stadsontwerp wordt de parkeerbehoefte en de onderkende nood aan kantoorruimte opgevangen door parking en bebouwing erboven.
KAART 10
: ONTWERPGEBIED STATIONSOMGEVING
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
32
De loop van de Demer vanaf de ’s Hertogenmolens wordt begeleid door een bestaande zachte oever en een ontworpen harde oever. De achterzijde van de Amerstraat wordt ontwikkeld voor bebouwing en zelfs voor de inrichting van handelsvitrines. Er wordt zodoende een dynamiek gerealiseerd langs de Demeroever. In het brede profiel van de Elisabethlaan wordt in het stadsproject de mogelijkheid gegeven om bijkomende bebouwing te realiseren in de middenstrook. Ook op de kop van de Elisabethlaan is dit het geval d.m.v. een gebouw waarin een openbaar nutsfunctie en bewoning kan ingericht worden.
KAART 11
: ALGEMEEN BEELD S’ HERTOGENMOLENS, ELISABETHLAAN, AMERSTRAAT, DEMERKADE Dit beeld en het volgende perspectief, geeft de typologische verscheidenheid uit het stadsontwerp weer voor de ontwikkeling van de harde Demeroever aan de achterzijde van de Amerstraat.
KAART 12 KAART 13
: HERWAARDERING AMERSTRAAT – DEMERKADE - DOORSNEDE : HERWAARDERING AMERSTRAAT – DEMERKADE - PERSPECTIEF
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
33
Langs de Wissenstraat naar de Laak toe, stelt het stadsontwerp de inrichting voor van een verkaveling met vrijstaande woningen met private tuin. Dit is een diffuse inname van de beschikbare open ruimte.
KAART 14
: WONEN IN HET GROEN TUSSEN WISSENSTRAAT EN DE GROTE LAAK
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
4.
34
KNELPUNTEN In het studiegebied van het RUP kunnen volgende zaken naar voor worden gebracht als knelpunten: -
-
-
De bebouwing in de Amerstraat is ter hoogte van de Demer met de rug gekeerd naar het water. Er is geen band tussen het stadsdeel enerzijds en de Demer, het stadspark en de ’s Hertogenmolens anderzijds. De oostelijke ring (A. Reyerslaan) heeft geen behoorlijke ruimtelijke en visuele afwerking. Het beeld biedt afgewisseld een zicht op achterbouwen van bebouwing langs het Schaluin; op enkele solitaire woonhuizen gericht langs de ring; op een tweetal grootschalige handelsinplantingen. In het RUP Bekaflaan is een doorgang voor langzaam verkeer voorzien die over de ring heen verder loopt naar het Schaluin en aansluit op de Elisabethlaan. In de huidige situatie ontbreekt een klein deel van deze schakel. Scholen: Er is een vragenlijst naar de scholen gestuurd met betrekking tot mogelijke noden en problemen die zich op hun terrein binnen het RUP-gebied stellen. Volgende scholen hebben hierop gereageerd: o Het Damiaan-instituut heeft bijkomende uitbreidingsmogelijkheden gevraagd op haar terreinen gelegen tussen de Pastoor Dergentlaan en de Herseltsesteenweg, en in de richting van het Parkgebied. o De Middenschool Koninklijk Atheneum Aarschot heeft niet zozeer nood aan bijkomende bebouwingsmogelijkheden. De terreinen zijn reeds aan hun maximum capaciteit. Het probleem stelt zich voor deze school eerder op niveau van het tekort aan parkeergelegenheid door fysiek ruimtegebrek en door gebruik van bewoners en centrum bezoekers. De school heeft dan ook concrete plannen op deze parkeergelegenheid uit te breiden. o De school BuSO De Brug (buitengewoon secundair onderwijs) heeft +/- 140 leerlingen en +/- 50 personeelsleden. Vermits het om een stedelijke school gaat, verwijst het schoolbestuur eerder naar de intenties van dat Stedelijk Onderwijs met de intenties tot aanpassingen infrastructuurwerken en accommodatie. Het postgebouw staat grotendeels leeg in de huidige toestand en is te koop gesteld. Het RUP moet bekijken welke bestemming aan dit specifieke gebouw wordt toegekend. Er is een ruim scholencomplex van het gemeenschapsonderwijs, gelegen tussen de spoorweg, de Wissenstraat en de Grote Laakweg, dat leeg staat op dit ogenblik. Er is niet direct een mogelijke nabestemming waarbij de gebouwen kunnen hergebruikt worden. VerkeerSbeheersing doorheen het gebied. In de huidige situatie wordt nog teveel gebruik gemaakt van de Gasthuisstraat/Schaluin/Bogaardenlaan/Amerstraat als doorgangsroute. Aan deze situatie wordt reeds deels tegemoetgekomen door een herinrichting van de Amerstraat. In de andere straten zijn echter nog geen maatregelen genomen. In het gebied komen veelvuldig verkavelingen die verwijzen naar het oude en veelvuldig gewijzigde BPA Elisabethlaan. Bij de opmaak van het nieuwe RUP worden deze verouderde verkavelingvoorschriften en de verwijzing naar het oude BPA Elisabethlaan best opgeheven. Door de opeenvolging van wijzigingen is de werkbaarheid van de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Elisabethlaan gering. Het BPA Elisabethlaan voorziet nog een verbreding van de rooilijn in Schaluin, dit is in tegenstrijd met historisch karakter van de straat en de gewenste verkeersfunctie
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
35
5.
GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR
5.1.
OMSLAG UITGANGSPUNTEN/DOELSTELLINGEN NAAR CONCEPTEN EN GEWENSTE STRUCTUUR De aanwezigheid van de Demer, de Grote Laak, het stadspark en de ’s Hertogenmolens, het bestaande kern woon-winkelgebied in de Gasthuisstraat en de Schaluin bieden een unieke kans om nieuwe linken te leggen tussen dit stadsdeel en het meer historische centrum. Het RUP wil een ruime vertaling en een multfunctionele invulling geven volgens de nood die zich voordoet op gebied van wonen, handel, openbaar nut of horeca. De bestemming moet steeds een bevoorrechte band creëren en versterken met de er rond liggende stedelijke omgeving. Om dit te kunnen verwezenlijken worden de verschillende verkavelingen zoals opgenomen in het repertorium van de verkavelingen (zie eerder) alle afgeschaft via dit RUP. Er wordt een aparte kaart opgemaakt die deze op te heffen verkavelingen aanduidt. De opties van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Aarschot vormen het directe kader voor de structurering van het gebied. Hieronder worden de conclusies van de aangehaalde opties uit het GRS hernomen en wordt de omslag gemaakt naar de hieruit rechtstreeks voortkomende doelstellingen voor het RUP. OPTIES GRS GEKOPPELD AAN DE DOELSTELLINGEN GEWENSTE STRUCTUUR RUP => DOELSTELLING 1: OPWAARDERING ASPECT WATER IN HET STEDELIJK GEBIED
INHOUDELIJKE UITWERKING GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR Deze doelstelling wordt op drie belangrijke punten in het RUP gerealiseerd: - De Demer wordt beter geïntegreerd in het stedelijk landschap door flankerende maatregelen (kade-aanleg) in de Amerstraat, door het project ’s Hertogenmolens (net buiten het RUP gelegen), door de vaste bestemming van voetweg en fietspad op het bestaande jaagpad naast de Demer. - De grote Laak aan de noordzijde van het RUP-gebied wordt geflankeerd door een buffering in het gedeelte van de bestaande school. Het gedeelte langs de Pastoor Dergentlaan wordt meer betrokken op het stedelijk openbaar domein. Voor het geheel van deze twee delen wordt een fietspad ingericht langs de buffer enerzijds en langs de stedelijke context anderzijds. Het gedeelte van de Grote Laak in de openbare parking wordt meer veruitwendigd en is basis van elk parkeerconcept dat hier wordt ingericht. - voor nieuw aan te snijden zones met bebouwing en verharding wordt er op toegekeken dat geen overtollig water wordt gecreëerd. In de zone voor de leegstaande school in de Wissenstraat en het naastgelegen park worden maatregelen voorzien voor eigen
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
36
waterzuivering en voor extra berging van de Laak in het bijgecreëerde parkgebied. => DOELSTELLING 2: STEDEBOUWKUNDIG ONTWERP EN ONTWIKKELING VOOR LAAK, RANDAFWERKING WONEN, INTEGRATIE OMRIGGENDE SCHOOLINFRASTRUCTUUR
=>DOELSTELLING 3A: BESTAANDE WONINGVOORRAAD KWALITATIEF VERBETEREN – VERSTERKEN VAN HET CENTRUM VAN AARSCHOT
=> DOELSTELLING 3B: DIFFERENTIATIE IN WONINGBESTAND
=> DOELSTELLING 3C: BEHOUD VAN KARAKTERISTIEKE GEBOUWEN
Zie deels ook doelstelling 1 waar het gaat over de Grote Laak. Ten zuiden van de Grote Laak wordt als verdere afwerking een parkzone bij gecreëerd. De bestaande zone voor scholen aan de rand van de Grote Laak krijgen een groenindex toegewezen. De nieuw (her)in te richten zone voor openbaar nut moet in grote mate geïntegreerd worden in de parkomgeving naast de Laak om zodoende het groenaspect dicht bij het centrum te brengen. - in de bestaande woonzones worden bestaande vrijstaande woningen getolereerd maar wordt bij nieuwbouw steeds minstens gekoppelde en meer gegroepeerde bebouwing opgelegd. Voor percelen waar geen koppeling van bebouwing mogelijk is wordt opgelegd om een meergezinswoning in te richten. Er wordt op die manier een verdichting van de bebouwing gerealiseerd. - in het kern woon-winkelgebied wordt een vermenging ingeschreven van wonen met werken en commerciële activiteiten. Dit zal ongetwijfeld een versterkend effect op het centrum. - er wordt voorzien in een kleine maar kwalitatieve uitbreiding langs de Demer ten westen van de zone met de bestaande hoogspanningscentrale. De voorziene woningen zijn hier tevens van het type gekoppeld of gegroepeerd maar kunnen vrijer ingeplant worden en meer een band zoeken met het jaagpad en de Demer. Ten behoeve van een gemengde invulling van de woongebieden met aandacht voor de sociale verweving en differentiëring, wordt op ruimtelijk vlak de differentiering in typologie en oppervlaktes ingeschreven voor de woonzones in het RUP. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan nieuwe projecten. Ook bij renovatie kan deze differentiatie echter ingebracht worden. De bestaande woningvoorraad wordt geoptimaliseerd door het aanduiden van waardevolle bebouwing waar specifieke bewaringsvoorschriften op van toepassing zijn. De tuinwijk wordt als geheel als waardevol ingeschreven en krijgt een aparte zonering met
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
37
bijhorende specifieke voorschriften. => DOELSTELLING 3D: VERSTERKING VAN VERMENGING VAN WONEN EN WERKEN STIMULERING VAN VERWEVENHEID MET VERSCHILLENDE WINKELTYPES EN CENTRUMFUNCTIES BEHOUD EN VERSTERKING VAN COMMERCIELE RUGGENGRAAT VAN HET CENTRUM (AS MET SCHALUIN/GASTHUISSTRAAT/AMERSTRAAT)
In Schaluin, Gasthuisstraat, Bogaardenstraat, die historisch de commerciële as uitmaken van dit stadsdeel, worden de bestemmingen handel, horeca, kantoren gestimuleerd t.a.v. wonen om zodoende deze commerciële ader te versterken. Wonen hoeft hierbij niet de hoofdbestemming te zijn, maar moet toch steeds voorkomen (als secundaire maar verplichte bestemming) om monofunctionaliteit in de andere richting tegen te gaan en om sociale controle in te bouwen. Ook het behoud van de inplanting voor grootschalige kleinhandel moet in deze context worden bekeken. Zij hebben een goede ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer via de August Reyerslaan en voor langzaam verkeer via Schaluin. Er worden wel voorschriften ingevoerd om de integratie van de bestemming ruimtelijk meer in te kaderen. Tevens worden voorschriften ingevoierd om het aanzien van de bestemming vanaaf de nieuwbouwen aan de rand van de August Reyerslaan ruimtelijk te integreren. In de Amerstraat worden aan de achterzijde maatregelen ingeschreven ter promotie van de dynamiek op de kade langs de Demer, als deel van het attractieve circuit richting s’Hertogenmolens. In de RUP-zone is een zeer hoge concentratie van scholen die voor Aarschot een bovenlokale uitstraling geven. Zij maken deel uit van de centrumfuncties en hebben een versterkende invloed. Verdere ontwikkelingsmogelijkheden moeten worden geboden. De bebouwingspercentages van het Damiaaninstituut worden afgestemd op die nood tot uitbreiding. Dit gebeurt echter steeds met betrekking tot het ruimtelijk draagvlak van de zone zowel voor wat betreft terreinoppervlakte die kan in genomen worden als voor de profielen van de bebouwing (hoogtes). Verkeersveiligheid van en naar de scholen staat voorop.
=>DOELSTELLING 4A: VERSTERKEN VAN STEDELIJK GEBIED DOOR VERBETERING VAN STEDELIJK LANDSCHAP (OPENBAAR DOMEIN, WOONDICHTHEDEN,
Verschillende maatregelen worden getroffen om de doelstellingen van het GRS om te zetten in het RUP. Zie worden punt per punt omschreven in de hieronder uitgewerkte doelstellingen.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
38
STEDELIJKE NATUURELEMENTEN, BEELDBEPALENDE ELEMENTEN) VERSTERKEN VAN DE STEDELIJKE KERN VAN AARSCHOT => DOELSTELLING 4B: INRICHTING STADSPOORT EN MAATREGELEN AAN KRUISPUNT PASTOOR DERGENTSTRAAT
=> DOELSTELLING 4C: GROENE RUGGENGRAAT DOORHEEN HET CENTRUM / ELISABETHLAAN ZONDER OVERDIMENSIONERING; MET VERSTERKING INGROENEN, LAANBEPLANTING => DOELSTELLING 4C: BLAUWE CORRIDORS LAAK EN DEMER MET BETREKKING TOT COMMERCIELE DRAAGKRACHT, ZONE SPOORWEG/LEMMENSSTRAAT/SASSTRAAT, AMERSTRAAT
- Deze stedelijke poort in te richten aan de kruising van Herseltsesteenweg/Langdorpsesteenweg/Schaluin/Pastoor Dergentlaan kan de vorm aannemen van een kunstwerk, fontein, specifieke bestrating maar moet steeds een referentiebaken zijn die een verandering van de omgeving aanduidt. - De Elisabethlaan zelf is tevens omschreven als openbaar domein met stedelijke natuurelementen. Hier wordt voorzien in het verminderen van het belang van autoverkeer ten voordele van bredere voetpaden, inplanting van stedelijk groen, stedelijk meubilair, water,... Deze laan moet dus een echte wandelpromenade worden - Aan de achterzijde van de Amerstraat wordt de band met de Demer hersteld door de inrichting van een kade die een dynamiek op gang brengt tussen de Bogaardenstraat en de Elisabethlaan, verder uitmondend op ’s Hertogenmolens en op een markant gebouw met aantrekkingsfunctie. Deze kadeaanleg loopt aan begin en eindpunt uit op een stedelijke pleinaanleg. In deze zone moet specifieke aandacht besteed worden aan wijze van doorgang van verkeer, inbreng van stedelijk meubilair, groen en verlichting, materiaalgebruik en vormgeving van de straat- en pleinaanleg. - Aan de Grote Laak met de kruising van Herseltsesteenweg/Langdorpsesteenweg/Schaluin/Pastoor Dergentlaan wordt tevens voorgesteld om het stedelijk landschap en de ingang naar het kern woon-winkel gebied herin te richten met een pleinaanleg en een stedelijke poort (zie 4B). De pleinaanleg omvat tevens het beschermd monument van de kleine sasbrug. - Op de randparking wordt de Laak primair gesteld. D.w.z. dat de Grote Laak maatgevend moet zijn voor de inrichting van de parking. Elk concept moet vertrekken van de aanwezigheid van de Laak en en zich op richten. - Het voorgestelde project aan de Amerstraat ten zuiden van de spoorwegbrug (Betekomsteenweg), geeft indicaties voor een uitwaaierend plein + doorzichten naar de groenstedelijke structuur van de Demer. De bebouwing voorziet in een verzorgde gevel naar de zijde van de Demer zodat op termijn de achterzichten vanaf de Demer
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
=> DOELSTELLING 4D: OOSTELIJKE RING VORMGEVEN ALS STEDELIJKE BOULEVARD
=> DOELSTELLING 5: INFILTREREN VAN GROEN IN BEBOUWDE ZONES (BESTAANDE EN TOEKOMSTIG WOONWEEFSEL)
=> DOELSTELLING 6: RING AFWERKEN ALS HARDE GRENS VAN HET KERNSTEDELIJK GEBIED
39
worden weggewerkt. - De eigenlijk ring valt buiten het RUP; Desondanks worden maatregelen getroffen om qua bebouwing van deze ring een stedelijke boulevard te maken. Tussen de Bekaflaan en de indicatieve doorsteek wordt een nieuw bouwfront opgericht met gevels naar de ring zodat achtergebieden hier niet meer zichtbaar zijn. Aan het deel tussen de indicatieve doorgang en de kruising met Langdorpsesteenweg /Herseltsesteenweg, wordt deze zijde (die gekenmerkt wordt door lange percelen die aan beide zijde bediend worden) opgenomen in het kern woon/winkelgebied. Hier ontstaan mogelijkheden voor vitrines en bebouwing zodat ook dit een volwaardig front naar de ringzijde wordt. - Een ruim gedeelte van het RUP in de oksel van het spoor en de Grote Laak is gelegen in openbaar nutgebied. In samenspraak met de noden van de gemeente en in tegenstelling tot de inrichtingsstudie van Robbrecht en Daem, moet hier bij voorkeur geopteerd worden om geen standaardverkaveling in te voeren van enkel vrijstaande woningen en een lage maar verspreide dichtheid, maar moet meer gestreefd worden naar bouwvormen waarbij verschillende typologieën en groottes worden aangewend, die compacter en meer gestapeld wordt opgesteld in een landschapspark. De doelstelling van groene omgeving krijgt dan meer betekenis. Het RUP wenst deze zone dus om te zetten deels naar parkgebied; deels de behouden in openbaar nut maar met integratie van een hoge groenindex in nieuwe bebouwing. Op deze wijze wordt het parkgroen van de rand van het park dichter bij het bebouwde centrum gebracht en dringt het er in door. - zie hiervoor ook doelstelling 4C met betrekking tot de Elisabethlaan - zie ook doelstelling 4C voor doorgang Grote Laak en Demer in het stedelijk milieu. - zie hiervoor ook naar doelstelling 4D
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
=> DOELSTELLING 7: STATIONSOMGEVING ALS MULTIFUNCTIONELE POORT MET STIMULEREN VAN KANTOORFUNCTIES EN WONEN
=> DOELSTELLING 8A: ZWAAR DOORGAAND VERKEER UIT HET CENTRUM WEREN – KNELPUNTEN VOOR SCHOOLROUTES EN LANGZAAM VERKEER WEGWERKEN DERGENTLAAN/SCHALUIN/LANGDORPSESTEENWEG/HERSELTSE
40
- ten noorden van de Sasstraat en Betekomsteenweg wordt een gemengde zone voorzien voor wonen, kantoren, parkeren en handel om antwoord te geven op de doelstelling van het inrichten van de stationsomgeving als multifunctionele poort. Ook de ruimtelijke omgeving van de brug over de spoorweg als inkom naar het stadscentrum speelt immers een belangrijke rol in dit ruimtelijk en functioneel poorteffect. De mogelijke inrichting van het gebied inspireert zich op het stadsvernieuwingproject van Robbrecht & Daem. - In opvolging van het mobiliteitsplan en het GRS maakt het RUP het lussenplan mogelijk waarbij verkeer van de Pastoor Dergentlaan via de Schoolstraat, de Bogaardenlaan en de Bekaflaan naar de Oostelijke Ring wordt geleid. Het RUP doet geen vastliggende uitspraak over de knip ter hoogte van de Pastoor Dergentlaan maar biedt er wel de mogelijkheid tot uitvoering voor aan.
STEENWEG
- De retourbeweging kan via de Elisabethlaan richting kruispunt Herseltsesteenweg/Langdorpsesteenweg gebeuren. De Gasthuisstraat wordt hierdoor ontlast van zwaar verkeer zodat er een aangenamer woon/winkelklimaat ontstaat met ruimte voor voetgangers en fietsers. Het concept van een stadspoort aan de Pastoor Dergentlaan/Herseltsesteenweg/Langdorpsesteenweg moet dit idee nog versterken en aan autoverkeer duidelijk maken dat hier een ander gebied begint met voorrang voor traag verkeer, voetgangers en fietsers. - Mits gepaste ingrepen naar snelheid en veiligheid op de oostelijke ring kan de appreciatie van dit wegdeel verbeteren en kunnen ook hier initiatieven ontwikkeld worden op de rand van de oostelijke ring beter af te werken. In samenhang ermee kan een veilige oversteekplaats gecreëerd worden voor langzaam verkeer naar de uitgebreide scholenconcentratie in het centrum van Aarschot. - Aarschot heeft een zeer uitgebreid netwerk van scholen die verspreid liggen in het centrum en met name in dit deel van het RUP. Deze aanwezigheid brengt een evidente stroom van schoolverkeer op
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
41
gang. Dit gebeurt vaak met de auto (gebracht door ouders en/of familie), maar het is zeker belangrijk om hiervoor ook het langzaam verkeer (voetgangers en fietsers) te promoten. Dit kan gebeuren door het inrichten en garanderen van ruimte voor fietsers en voetgangers in de straten die voor deze circulatie gebruikt worden. In praktijk zijn de straten in dit RUP, die hiervoor in aanmerking komen het Schaluin tussen de oostelijke ring en de Elisabethlaan, de Elisabethlaan zelf, de Schoolstraat en de Pastoor Dergentlaan. - Langs de Grote Laak wordt indicatief een langzaam verkeersroute aangeduid. Langs het spoor is deze reeds in uitvoering en wordt zij als een vaste route ingeschreven. => DOELSTELLING 8B: CENTRUM ALS VOETGANGERSDOMEIN; FIETSROUTES; SCHOOLROUTES; AUTOVRIJE ALTERNATIEVE FIETSROUTES
- zie doelstelling 8A
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
KAART 15
42
: OMSLAG OPTIES EN DOELSTELLINGEN GRS NAAR STRUCTUURSCHETS GEWENSTE RUIMTELIJKE TOESTAND
Hieronder is als richtschema (figuratief en niet verordend), een ontwerpschets bijgevoegd van mogelijke inplanting. De schets is de leidraad voor de stedenbouwkundige voorschriften die voor dit gebied zijn opgesteld. Het voorbeeld toont aan de noordelijke zijde van de Sasbrug de inrichting van mogelijkheid van kantoren. Voor de mogelijke inrichting van deze bestemming wordt
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
43
vooral verwezen naar het stadsvernieuwingsproject van Robbrecht & Daem. Er kan in deze niet zozeer naar de afbakening van het kleinstedelijk gebied verwezen worden, aangezien dit slechts recent is opgestart en er nog geen besluiten van gekend, buiten het feit dat naar alle waarschijnlijkheid het betrokken gebied deel zal uitmaken van het kleinstedelijk gebied. Een gelijkaardige houding is aangenomen tegenover het behoud van de zone voor grootschalige kleinhandel. Het gaat om een bestaande zone die tevens meer dan waarschijnlijk deel zal uitmaken van het kleinstedelijk gebied. De zone is goed gelegen en ontsloten naar het stadscentrum voor voetgangers en naar de oostelijke ring voor gemotoriseerd verkeer. De aanwezigheid van de zone geeft een versterking van de stadskern. Daarom is geopteerd om deze zeker aan te houden als bestemming.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
KAART 16
: ONTWERPSCHETS MOGELIJKE INRICHTING ZONE LINKS EN RECHTS VAN DE SASBRUG
44
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
45
Op de volgende interventiekaart worden de zones aangeduid waarbinnen dit RUP een wezenlijk ruimtelijk impact zal hebben. Rood slaat op stedelijke projecten; donkerbruin is het project rond de Sasbrug met de menging voor wonen, kleinhandel en kantoren; groen is het parkproject; blauw is de openbare parking. De bovenstaande doelstellingen worden in deze zones vertaald naar de voorschriften.
KAART 17
: INTERVENTIEKAART
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
6.
46
VERTAALSLAG GEWENSTE STRUCTUUR ZONE ZONE VOOR WONEN
VOORSCHRIFTEN
OPTIES VEREENVOUDIGING BPA-VOORSCHRIFTEN ONDERSTEUNEN WOONFUNCTIE
VAST TE LEGGEN - FLEXIBELE BOUWVOORSCHRIFTEN (VB DAKVORM, INPLANTING VAN GEBOUWEN,…) VOOR NIET ALS WAARDEVOL AANGEDUIDE BEBOUWINGEN. - HOOFDBESTEMMING: WONEN - INBOUWEN VAN RUIMTELIJKE DIFFERENTIATIE IN DE WOONTYPOLOGIE EN OPPERVLAKTES VAN WONINGEN TEN BEHOEVE VAN EEN AANGEPAST WOONBELEID VOOR VERSCHILLENDE BEVOLKINGSCATEGORIEN.
GERICHTHEID NAAR DE DEMER STIMULEREN
-
KERNWINKELGEBIED VERDER VERSTERKEN ALS
-
VOLWAARDIGE ZONE VOOR WONEN/WINKELEN/WERKEN
VERDICHTING VAN WOONFUNCTIE NASTREVEN IN CENTRUM
RANDZONE VOOR WONEN MOGELIJK MAKEN NAAST HOOGSPANNIINGSCENTRALE. MOGELIJK MAKEN DAT GEBOUWEN ZICH RICHTEN NAAR DE DEMER TER HOOGTE VAN DE AMERSTRAAT. BIJKOMENDE MOGELIJKHEDEN VOOR BESTEMMINGEN LANGSHEEN HET SCHALUIN, DE GASTHUISSTRAAT EN EEN DEEL VAN DE AMERSTRAAT. BEBOUWING KAN IN DEZE STRATEN INGENOMEN WORDEN DOOR WINKELS, KANTOREN, OPENBAAR NUT,… (INDICATIEVE AANDUIDING) ALS HOOFBESTEMMING MET WONEN ALS SECUNDAIRE MAAR VERPLICHTE BESTEMMING
ZONE VOOR RESIDENTIEEL WONEN : TUINWIJK
ZONE VOOR WOONERF (DYNASTIEWIJK)
KWALITEIT EN UITZICHT VAN DE TUINWIJK
-
INRICHTING VAN DEEL GERICHT NAAR AUGUST REYERSLAAN ALS KERN WOON-WINKELGEBIED
-
MAATREGELEN TER BESCHERMING VAN HET WAARDEVOLLE BEBOUWINGEN IN DE ZONE
-
APARTE AANDUIDING VAN DE TUINWIJK MET BEPERKING VOOR
BESTENDIGEN
BEHOUD BESTAANDE BEBOUWING EN STIMULEREN VAN BOUWEN OP DE NOG ONBEBOUWDE LOTEN
WONEN EN MET AANDUIDING VAN DIENSTWEGJES VOOR DE BEDIENING VAN DE GARAGES ACHTERAAN.
-
KLEINSCHALIGHEID OMSCHRIJVEN IN DE VOORSCHRIFTEN (INPLANTING, BOUWLAGEN,…)
-
MAATREGELEN TER BESCHERMING VAN HET WAARDEVOLLE KARAKTER VAN DE GEHELE WIJK
-
KLEINSCHALIGE BERGPLAATSEN/GARAGES TOELATEN OP HET INTERNE NETWERK VAN DIENSTWEGJES. INTERNE NETWERK VAN VOETGANGERSWEGEN BESTENDIGEN OMSCHRIJVEN IN APARTE ZONERING MET
-
INRICHTINGSMOGELIJKHEDEN EN BOUWLAGEN
-
MOGELIJKHEDEN GEVEN VOOR INRICHTING VAN BEBOUWING/GARAGES/BERGPLAATSJES AAN DE ACHTERZIJDE VAN PERCELEN ALS DEZE GRENZEN AAN OPENBAAR DOMEIN.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
ZONE VOOR WONEN AAN OOSTELIJKE RING
47
AFWERKEN BEBOUWINGSFRONT KANT RINGWEG
-
ZONE VOOR NIEUWE
BEBOUWING MOET OP GECONCENTREERD WIJZE EN
-
APARTE AANDUIDING VOOR WONEN “OP POTEN” AAN DE OOSTELIJKE RINGWEG DOORGANGEN NAAR HANDELSINPLANTING OPEN LATEN INPLANTING, BOUWLAGEN EN HOOGTES VASTLEGGEN DICHTHEID VASTLEGGEN IN OVEREENSTEMMING MET GEWENSTE
INRICHTINGEN VOOR OPENBAAR NUT IN GROEN
VOLGENS NIEUWE TYPOLOGIEËN GEBEUREN OM GROENINRICHTING MOGELIJK TE MAKEN
-
KOPPELING EN BEPALING VAN AANTAL GROEPEERBARE
-
VASTLEGGEN VAN HET INVOEREN VAN NIEUWE TYPOLOGIEËN OMSCHRIJVING VAN DE INRICHTING VAN NIET-BEBOUWDE GEDEELTEN (ONDERGRONDSE PARKING, VERHARDINGEN, DUURZAAMHEIDPRINCIPE INSCHRIJVEN)
-
ZONERING VASTLEGGEN
-
VRIJWAREN VAN WAARDEVOLLE BOMEN IN TUIN BEHOUDENS HEIRKRACHT
MOGELIJKHEDEN BIEDEN AAN SCHOLEN VOOR
-
VERDERE ONTWIKKELING OF OPLOSSEN VAN PARKEERPROBLEMEN.
-
OMSCHRIJVING DICHTHEID EN AANTAL BOUWLAGEN VOOR HET DAMIAANINSTITUUT INRICHTINGSMOGELIJKHEDEN VOOR DE NIET-BEBOUWDE DELEN EN PARKEERGELEGENHEID VOOR DE SCHOOL BUSO DE BRUG,
GROENBEELD EENHEDEN
ZONE VOOR BESTAANDE
BESTAANDE TYPOLOGIE VAN VRIJSTAANDE
WONING IN GROEN
EENGEZINSWONING IN GROENE TUIN HANDHAVEN
ZONE VOOR SCHOLEN
ZONE STADSPOORT SAS
INRICHTING VAN ZONE VOOR ONTWIKKELING VAN WONEN, KANTOREN, DIENSTEN EN PARKING. UITWERKING ALS STADSPOORT NAAR HET CENTRUM
GROENINDEX VASTLEGGEN VERPLICHTING VASTLEGGEN VAN BEHOUD VAN WONING OP HUIDIGE PLAATS
-
NIEUWE INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN VOOR DE LEEGSTAANDE SCHOOL IN DE WISSENSTRAAT.
-
VASTLEGGEN ZONERING EN MULTIFUNCTIONEEL KARAKTER VASTLEGGEN VAN BEBOUWINGS- EN VERHARDINGSPERCENTAGE VASTLEGGEN VAN HET AANTAL BOUWLAGEN. ARCHITECTUUR OMSCHRIJVEN DIE IDEE VAN STADSPOORT VERSTERKT. REKENING HOUDEN MET ZICHTBAARHEID VANAF SASBRUG DOOR INVOEREN GROENDAKEN EN TERRASSEN. VASTLEGGEN VAN BUFFERING AAN DE RANDEN NAAR DE ANDERE ZONES TOE. VRIJHEID GEVEN TOT VERPLAATSEN VAN DE AMERSTRAAT DOORHEEN DE ZONE, ZONDER ECHTER DE CONNECTIE TE VERLIEZEN.
TOE VANUIT WESTELIJKE ZIJDE
-
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
ZONE GROOTSCHALIGE KLEINHANDEL AAN R25
48
BESTENDIGEN VAN AANWEZIGE KLEINHANDELSZAKEN INBRENG VAN OVERGANG NAAR DE OMLIGGENDE ZONES
-
AANDUIDING ZONERING OP HET GRAFISCH PLAN OMSCHRIJVING VAN BOUWHOOGTES OMSCHRIJVING ONTSLUITING ONDER DE BEBOUWING ZIJDE
-
OMSCHRIJVING NIET-BEBOUWDE DELEN EN
-
OMSCHRIJVING BUFFERING NAAR OMLIGGENDE ZONES OMSCHRIJVING VAN MOGELIJKE GROENAANLEG IN DE
-
OMSCHRIJVING VAN VERPLICHTE GROENAANLEG OP DE PARKING + ONTSLUITINGSMOGELIJKHEDEN AANDUIDING VAN ZONES WAAR PLEIN/KADE INRICHTING GEWENST IS + VOORSCHRIFTEN VOOR BESTEMMING, INRICHTING EN MOGELIJKE VERHARDING. AANDUIDING VAN ACCENT VAN MARKANT GEBOUW BINNEN DEZE
OOSTELIJKE RING PARKEERMOGELIJKHEDEN
ZONES OPENBAAR DOMEIN
INRICHTING VAN KWALITATIEF OPENBAAR DOMEIN: - PROMENADE INRICHTING MOGELIJK MAKEN IN DE ELISABETHLAAN - INRICHTING VAN GROENE OPENBARE PARKING -
ELISABETHLAAN
AAN DE OOSTELIJKE RING
-
INRICHTING VAN PLEINEN EN KADES OM DE GERICHTHEID NAAR DE DEMER EN DE GROTE LAAK TE STIMULEREN
-
PLEININRICHTINGEN
VERHOGEN VERKEERSLEEFBAARHEID IN SCHOOLOMGEVINGEN
- OPDELING IN WOONSTRAAT, STRAAT MET GEMENGD VERKEER, STRAAT VOOR DOORGAAND VERKEER, WEGEN VOOR VOETGANGERS EN FIETSERS MET MOGELIJKHEID UITVOEREN LUSSENPLAN MOBILITEITSSTUDIE
LEEFBARE EN AANGENAME OMGEVING CREËREN
-
AANDUIDING VAN GEWENSTE VERBINDINGEN VOOR VOETGANGERS EN FIETSERS LANGS DE GROTE LAAK, LANGS HET SPOOR EN DOORHEEN DE STRATEN (VOOR HET SCHOOLVERKEER) AANGEVEN VAN MINIMALE BREEDTES EN VERHARDINGEN, AANDUIDING VAN OPEN PARKGEBIED MET INDICATIEVE
-
MOGELIJKHEID GEVEN TOT VERBREDING LAAKRIVIER IN DEZE
VOOR LANGZAAM VERKEERGEBRUIKERS
RUIMTE VOOR HET LAAKPROJECT
CONNECTIE PARKZONE
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
7.
49
FOTOREPORTAGE Op de kaart bestaande toestand zijn de foto-opnames aangeduid. Aangezien deze niet allemaal even relevant zijn, toont de volgende fotoreportage een selectie van deze aanduidingen. Dit is de reden waarom de nummering niet steeds doorlopend is.
foto 2
foto 3
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
50
foto 7
foto 6
foto 10
foto 13
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
51
foto 14
foto 15
foto 16
foto 17
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
52
foto 18
foto 19
foto 21
foto 26
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
53
foto 28
foto 33
foto 37
foto 41
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
54
foto 45
foto 48
foto 49
foto 50
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
55
foto 53
foto 54
foto 55
foto 56
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
foto 57
foto 60
56
foto 58
foto 62
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
foto 63
foto 65
57
foto 64
foto 68
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
foto 70
foto 73
58
foto 72
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
8.
59
WATERTOETS Het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 bepaalt dat voor elk (ruimtelijk) plan de watertoets moet gebeuren, nl. nagaan of het plan geen schadelijk effect heeft op het natuurlijk watersysteem. Deze analyse moet gedaan worden op het niveau van de aanwezige situatie, m.a.w. zijn er nu reeds problemen. Ten tweede moet dit ook gedaan worden op niveau van de implementatie van het project, als ware het reeds uitgevoerd.
8.1.
BESTAANDE SITUATIE Het voorstel van RUP ligt niet in een watergevoelig gebied. Het gebied is niet weergegeven in de kaart met Recent Overstroomde Gebieden of Natuurlijk Overstroomde Gebieden. Er zijn dus geen overstromingsgebieden vastgesteld ook niet naast de Demer en de Grote Laak.
8.2.
IMPLEMENTATIE VAN DE PROJECTZONES WAAR BIJKOMENDE VERHARDING/BEBOUWING WORDT VOORZIEN: In de RUP-zone zijn er drie zones waar door wijziging van de voorschriften + het grafisch plan een gewijzigde verharding/bebouwing kan verwacht worden die invloed heeft op het natuurlijk watersysteem. Het gaat om de zone in de Wissenstraat met de leegstaande schoolgebouwen, de zone links en rechts van de Sasbrug (door hun ruimtelijke scheiding elk apart te evalueren), en de zone voor de parking aan de August Reyerslaan. Hieronder wordt rekenkundig voorgesteld wat de eventuele impact van de gewijzigde inrichting is. Er zijn nog twee andere zones waar essentieel de voorschriften wijzigingen. In de zone met artikel 11 (zone voor parkaanleg) wordt echter geen verharding/bebouwing toegelaten en wijzigt het natuurlijk watersysteem dus niet. In de zone Amerstraat wordt tevens essentieel ingegrepen met gewijzigde voorschriften naar oriëntering van bebouwing naar de zijde van de Demer. Dit zal echter de verharding/bebouwingsindex niet wijzigen t.o.v. de bestaande toestand. Het natuurlijk watersysteem wijzigt hier bijgevolg ook niet.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
8.2.1.
60
ZONE TEN ZUIDEN VAN DE SASBRUG. Bodemgebruik
Oppervlakte bruto
Verhard
bestaand
van gehele zone
of bebouwd 2465 m²
Onverhard:tuin
1165 m²
1300 m²
Bodemtype
De bodemkaart duidt een antropogene bodem aan, Er wordt uitgegaan van een gemiddelde coëfficiënt
ondergrond
van de verschillende bodemtypes
Hellingsgraad
De hellingsgraad is kleiner dan 0,5
Oppervlakte project
Oppervlakte bruto
Max. terreininname
Maximale
Minimale onverharde Max. totale bovengr
van gehele zone
gelijkvloers: 60%
verharding: 15%
delen: 25%
2465 m²
1479 m²
370 m²
terreininname 616 m²
Afvoercoëff. oud
0,39
0,39
0,12
Afvoercoëff. nieuw
0,39
0,39
0,12
Er is een toename van verharding/bebouwing van 1849m² - 1165m² =
1849 m²
684 m²
De kritische oppervlakte voor deze toename gegeven de afvoerindexen bedraagt 120,5/(0,39-0,12) = 446 m² Deze kritische oppervlakte is de bijkomende bebouwings/verhardingsoppervlkate die het natuurlijk watersysteem verdraagt zonder bijkomende maatregelen ter bescherming van dat watersysteem. De toename van verharding is groter dus moeten oplossingen gezocht worden op het surplus aan m² te bergen of vertraagd af te voeren. Bebouwde en verharde opp. waarvoor oplossing moet gezocht worden Vertaling naar aantal liter/jaar op deze oppervlakte
237 m² 185214 liter
(bijkomende oppervlakte x gemiddelde jaarlijkse neerslag in België) = 79m² x 780l/m² Vertaling naar aantal m³/jaar Ruimtelijke oplossing indien met buffer van 1m diep wordt gewerkt
185 m³ 3,56 m²
Er wordt gerekend met een standaard buffering van minimaal 300L per 20m² Bij de meest nadelige situatie waarbij een ruimtelijke buffering moet aangebracht worden (aantal m² nodig) en bij het maximaal verhardings- en bebouwingscenario is een waterbuffer nodig van 3,56m² als de waterbuffer 1m diep is. Er is minimaal 616m² onverharde ruimte beschikbaar op de private terreinen. De inrichting van dergelijke buffering is dus in voorkomend geval mogelijk en realistisch. Die hoeveelheid m² zal echter gevoelig kunnen verminderd worden door infiltratie, vertraagde afvoer, groendaken en regenwaterputten. Dit zal blijken uit de stedenbouwkundige aanvraag van elk perceel. Het watervlak kan gemakkelijk vormelijk verwerkt worden in de plein- of tuin inrichting tussen de bebouwing. Het project (met inbegrip van eventuele waterbuffering) zal dus geen nadeliger situatie opleveren ten aanzien van de watertoets
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
8.2.2.
61
ZONE TEN NOORDEN VAN DE SASBRUG. Bodemgebruik
Oppervlakte bruto
Verhard
bestaand
van gehele zone
of bebouwd
5980 m²
Onverhard:tuin
1700 m²
4280 m²
Bodemtype
De bodemkaart duidt een antropogene bodem aan, Er wordt uitgegaan van een gemiddelde coëfficiënt
ondergrond
van de verschillende bodemtypes
Hellingsgraad
De hellingsgraad is kleiner dan 0,5
Oppervlakte project
Oppervlakte bruto
Max. terreininname Maximale
Minimale onverharde
Max. totale bovengr
van gehele zone
gelijkvloers: 60%
delen: 25%
terreininname
5980 m²
verharding: 15%
3588 m²
897 m²
1495 m²
Afvoercoëff. oud
0,39
0,39
0,12
Afvoercoëff. nieuw
0,39
0,39
0,12
Er is een toename van verharding/bebouwing van 4485m² - 1700m² =
4485 m²
2785 m²
De kritische oppervlakte voor deze toename gegeven de afvoerindexen bedraagt 120,5/(0,39-0,12) = 446 m² Deze kritische oppervlakte is de bijkomende bebouwings/verhardingsoppervlkate die het natuurlijk watersysteem verdraagt zonder bijkomende maatregelen ter bescherming van dat watersysteem. De toename van verharding is groter dus moeten oplossingen gezocht worden op het surplus aan m² te bergen of vertraagd af te voeren. Bebouwde en verharde opp. waarvoor oplossing moet gezocht worden Vertaling naar aantal liter/jaar op deze oppervlakte
2339 m² 1824189 liter
(bijkomende oppervlakte x gemiddelde jaarlijkse neerslag in België) = 79m² x 780l/m² Vertaling naar aantal m³/jaar
1824 m³
Ruimtelijke oplossing indien met buffer van 1m diep wordt gewerkt
35,08 m²
Er wordt gerekend met een standaard buffering van minimaal 300L per 20m² Bij de meest nadelige situatie waarbij een ruimtelijke buffering moet aangebracht worden (aantal m² nodig) en bij het maximaal verhardings- en bebouwingscenario is een waterbuffering nodig van 35,08m² als de waterbuffer 1m diep is. Er is minimaal 1495m² onverharde ruimte beschikbaar op de private terreinen. De inrichting van dergelijke buffering is dus in voorkomend geval mogelijk en realistisch. Die hoeveelheid m² zal echter gevoelig kunnen verminderd worden door infiltratie, vertraagde afvoer, groendaken en regenwaterputten. Dit zal blijken uit de stedenbouwkundige aanvraag van elk perceel. Het watervlak kan gemakkelijk vormelijk verwerkt worden in de plein- of tuin inrichting tussen de bebouwing. Het project (met inbegrip van eventuelle waterbuffering) zal dus geen nadeliger situatie opleveren ten aanzien van de watertoets
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
8.2.3.
ZONE ARTIKEL 5
62
MET DE LEEGSTAANDE SCHOOL IN DE WISSENSTRAAT.
Bodemgebruik
Oppervlakte bruto
Verhard
bestaand
van gehele zone
of bebouwd
24500 m²
Onverhard:tuin
11000 m²
13500 m²
Bodemtype
De bodemkaart duidt een antropogene bodem aan, Er wordt uitgegaan van een gemiddelde coëfficiënt
ondergrond
van de verschillende bodemtypes
Hellingsgraad
De hellingsgraad is kleiner dan 0,5 Max. Oppervlakte bruto terreininname
Maximale
Minimale onverharde
Max. totale bovengr
van gehele zone
verharding: 14%
delen: 56%
terreininname
Oppervlakte project
24500 m²
gelijkvloers: 30% 7350 m²
3430 m²
13720 m²
Afvoercoëff. oud
0,39
0,39
0,12
Afvoercoëff. nieuw
0,39
0,39
0,12
Er is een AFNAME van verharding/bebouwing van 10780m² - 11000m² = Er moeten dus geen bijkomende oplossingen gezocht worden ter bescherming van het natuurlijk watersysteem.
10780 m²
-220 m²
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
8.2.4.
63
ZONE MET DE GROENE OPENBARE PARKING (ARTIKEL 16). Bodemgebruik
Oppervlakte bruto
Verhard
bestaand
van gehele zone
of bebouwd
9200 m²
Onverhard:tuin
5079 m²
4122 m²
Bodemtype
De bodemkaart duidt een antropogene bodem aan, Er wordt uitgegaan van een gemiddelde coëfficiënt
ondergrond
van de verschillende bodemtypes
Hellingsgraad
De hellingsgraad is kleiner dan 0,5
Oppervlakte project
Oppervlakte bruto
Maximale
van gehele zone
verharding: 60%
9200 m²
5520 m²
Minimale onverharde
Max. totale bovengr
delen: 40%
terreininname 3680 m²
Afvoercoëff. oud
0,39
0,39
0,12
Afvoercoëff. nieuw
0,39
0,39
0,12
Er is een toename van verharding/bebouwing van 5520m² - 4122m² =
5520 m²
442 m²
De kritische oppervlakte voor deze toename gegeven de afvoerindexen bedraagt 120,5/(0,39-0,12) = 446 m² Deze kritische oppervlakte is de bijkomende bebouwings/verhardingsoppervlkate die het natuurlijk watersysteem verdraagt zonder bijkomende maatregelen ter bescherming van dat watersysteem. De kritische oppervlakte is van dezelfde grootorde als de toename van verhardingsoppervlakte. Er moeten dus geen oplossingen gezocht worden om een surplus aan m² te bergen of vertraagd af te voeren.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
8.3.
64
BIJKOMENDE MAATREGELEN EN PROJECTEN TER BESCHERMING VAN HET NATUURLIJK WATERSYSTEEM Het gebied is een zeer klein onderdeel van een studie betreffende de waterhuishouding in de Demervallei in totaliteit. In het kader van OPD werd een uitgebreide modellering van grond- en oppervlaktewater uitgevoerd. Vooropstelling is dat de grondwatertafel zou licht stijgen om de droge valleigronden opnieuw te voeden op gecontroleerde wijze. Dit zou niet gebeuren waar bebouwing aanwezig is. Dit is dus eigenlijk niet van toepassing op het voorliggende RUP-gedeelte. Met betrekking tot implementatie van het project en de watertoets, zijn volgende voorschriften van toepassing: de riolering moet gescheiden gebeuren voor hemelwater en huisvuilwater. Het hemelwater moet voldoende opgevangen wordt in regenwaterputten conform de provinciale hemelwaterverordening. de verhardingsmaterialen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. Voor hemelwater afkomstig van niet-waterdoorlatende verharding (die geen dakoppervlakte zijn) groter dan 150m² moeten conform de provinciale stedenbouwkundige verordening, worden opgevangen en/of geïnfiltreerd. Het kan niet naar de riolering worden afgeleid. Indien de verharding wordt geoordeeld als zijnde waterdoorlatend, hoeft de verharding niet in rekening te worden gebracht. Voor nieuwbouw moet een regenwaterput geplaatst worden in samenhang met de horizontaal gemeten dakoppervlakte, De berekening van het volume van de regenwaterput maakt deel uit van de provinciale verordening. Hierdoor (en ook in de voorschriften van het RUP) wordt gebruik van groendaken gestimuleerd, omdat zij slechts een percentage van hun oppervlakte moeten inbrengen in de berekening en dus minder grote regenwaterputten en/of buffering doorvoeren. Voor de zone met wooninrichtingen in groen wordt het duurzaamheidprincipe verder gestimuleerd door mogelijkheden voor kleinschalige waterzuivering en rietvelden te geven in de naastgelegen zone voor park. In dat geval is er geen bijkomende belasting van het rioleringsnet. Het debiet zal in tegendeel zelfs verminderen aangezien de voormalige school zal worden afgekoppeld van het rioleringsnet.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
9.
65
RUIMTEBALANS Onderstaande tabel geeft de wijzigingen aan van bestemmingszones binnen het gebied van het RUP ten opzichte van de gewestplanbestemmingen.
VAN / NAAR
OPENBAAR NUT
WOONGEBIED
WOONERF
(SCHOLEN + TRANSFO ZONE) PARKGEBIED
1HA 41A 82 CA
OPENBAAR NUT
TOTAAL
1HA 41A 82 CA
BESTAANDE WONING
PARKGEBIED
TOTAAL
IN HET GROEN
8A 96CA
19A 31CA
38A 15CA
32A 60CA
47A 11 CA
32A 60CA
1HA 70A 09CA 1HA 99A 59CA
19A 31CA
2HA 70A 34CA
1HA 99A 59CA
Er kan globaal gesproken worden van een interne ruiloperatie tussen openbaar nutgebied ten zuiden van de Laak ten opzichte van parkgebied ten noorden van de Laak + een deeltje parkgebied ten noorden van de Demer.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
66
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Voorafgaande bepaling: OPGAVE VAN DE VOORSCHRIFTEN DIE STRIJDIG ZIJN MET HET RUP EN DIE OPGEHEVEN WORDEN De voorschriften en bepalingen van het gewestplan (woongebied, woongebied met cultuurhistorische waarde, openbaar nut, parkgebied) en van het BPA Elisabethlaan (KB 11/9/1950 en verschillende latere wijzigingen) met betrekking tot de afgebakende zone worden opgeheven bij de inwerkingtreding van onderhavig gemeentelijk RUP. Alle nog geldige verkavelingen in het gebied worden opgeheven: Amerstraat 415 – 16/07/1987 522 – 07/02/1990 33 – 09/04/1964 Pastoor Dergentlaan 17 – 05/09/1963 222 – 11/12/1975 Schoolstraat 150 – 01/10/1970 177 – 12/06/1973 Elisabethlaan 133 – 22/12/1969 99 – 08/06/1967 117 – 19/11/1968 220 – 06/11/1975 227 – 04/03/1976 201 – 03/12/1979 26 – 06/06/1977 158 – 29/07/1971 196 – 04/04/1974 139 – 10/03/1970 Grote Laakweg 14 – 27/06/1963 466 – 13/10/1988 223 – 28/04/1980 Marten Lemmensstraat 124 – 08/05/1969 143 – 14/05/1970 210 – 10/04/1975 405 – 12/03/1987 199 – 26/11/1979 Wissenstraat 35 – 30/04/1964
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
67
165 – 01/06/1972 439 – 04/02/1988 Schaluin - 139 – 10/03/1970 August Reyerslaan: 284 – 25/01/1982 594 – 10/03/1992 87 – 08/12/1966 Schaluinevest: 531 – 01/08/1990 Bekaflaan: -
513 – 08/11/1989
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1. BEOORDELINGSCRITERIA TOT DUURZAME ONTWIKKELING Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning binnen onderhavig gemeentelijk RUP zal, naast de toetsing aan de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften, onder meer beoordeeld worden aan de hand van volgende criteria: - Zuinig en compact ruimtegebruik - Kwalitatief kleur- en materiaalgebruik - Landschappelijke integratie - Waterbeheersing o Alle verhardingen (weginrichting, opritten, parkeerplaatsen,...) voorkomend in het grafisch plan moeten maximaal waterdoorlatend zijn, tenzij dit om technische redenen zeer nadelig is. (ondergronds die niet permeabel is of water dat vervuild is en waarvoor infiltratie niet is gewenst). De verhardingen maken integrerend deel uit van elke stedenbouwkundige aanvraag. o Reliëfwijzigingen zijn niet toegestaan tenzij in functie van de mogelijke waterberging in deze zone; o Er moet gescheiden riolering worden aangelegd naar aanleiding van stedenbouwkundige aanvragen voor nieuwbouw en verbouwing voor regenwater
Een bijkomende motiveringsnota, gevoegd bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, dient de elementen aan te halen die aantonen dat aanvraag tot de stedenbouwkundige vergunning voldoet aan de beoordelingscriteria. Indien uit het dossier tot aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning blijkt dat niet voldaan is aan onder meer deze criteria, dan kan het dossier als onvolledig worden aanschouwd. Een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning kan dus, niettegenstaande het voldoet aan de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften, geweigerd worden omwille van het feit dat de aanvraag niet voldoet aan de beoordelingscriteria tot duurzame ontwikkeling
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
afkomstig van daken enerzijds en huisvuilwater anderzijds. De aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning dient via de motiveringsnota aan te tonen dat aan deze criteria is voldaan.
68
TOELICHTING
1.2. INRICHTINGEN VAN OPENBAAR NUT Kleine werken, handelingen en wijzigingen van algemeen belang zijn toegelaten in alle bestemmingszones, maar wel rekening houdend met de inrichtingsvoorschriften van de desbetreffende strook. Hun noodzaak moet om technische of sociale redenen aangetoond kunnen worden door een omstandige verklarende verantwoordingsnota. 1.3. ERFDIENSTBAARHEDEN Het ruimtelijk uitvoeringsplan doet geen afbreuk aan bestaande openbare erfdienstbaarheden die in het gebied van toepassing zijn 1.4. ALGEMEEN ARCHEOLOGISCH VOORSCHRIFT Voorafgaand aan de ontwikkeling van gebieden groter dan 0.5ha, wordt geëvalueerd of een archeologisch detectieonderzoek moet uitgevoerd worden met het oog op het identificeren van de potentieel waardevolle zones. Bij aanwezigheid van archeologische sporen worden op de zones die als archeologisch waardevol worden aangeduid, bijkomende archeologische opgravingen uitgevoerd. 1.5.
PUBLICITEIT EN MEDIA
Publiciteit moet beperkt blijven tot het gelijkvloers. Zij mag geen lichtopeningen of deuren en poorten bedekken. Voor publiciteit en media worden geen lichtbakken of neonverlichting toegestaan. Publiciteit moet de voorkomende verticale geleding van gevels respecteren.
De mogelijkheid moet steeds bestaan om bvb. elektriciteitcabines en andere nutsvoorzieningen in te richten indien de noodzaak hiervoor zich voordoet.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
69
TOELICHTING
2. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN ARTIKEL 1: ZONE VOOR WONEN 1.
BESTEMMING Wonen en complementaire functies (kleinhandel en diensten) op het gelijkvloers voor de percelen gelegen buiten de concentratie Kern Woon-Winkelgebied. Kleinschalige bedrijvigheid, kleinhandel, kantoren en diensten, Openbaar Nut en/of wonen op de percelen gelegen in de concentratie Kern Woon-Winkelgebied (Schaluin, Gasthuisstraat, Bogaardenstraat, August Reyerslaan). Op elk perceel moet minstens 1 woonfunctie aanwezig zijn (zie hieronder voor omschrijving minimale oppervlakte). Ten behoeve van de woonfunctie moet steeds een aparte ingang worden voorzien behalve bij bebouwing met een gevelbreedte minder dan 6m of behalve bij panden die als waardevol zijn aangeduid.
Kleinschalige complementaire functies (kleinhandel, dienstverlening) zijn toegelaten in zoverre niet schadelijk voor de omgeving en betrokken op de buurt. Kleinschalige bedrijvigheid, kleinhandel, kantoren, dienstverlening en horeca zijn toegelaten in zoverre niet schadelijk voor de omgeving en betrokken op de buurt. De August Reyerslaan is mee opgenomen in de omschrijving voor wonen, kleinhandel en horeca ter stimulering van een volwaardig front aan die straat in tegenstelling tot het achtergebied dat het nu is. Gelijkvloers is de bouwlaag die het dichts aansluit bij het gemiddelde niveau van de straat .
Horeca is niet toegestaan, behalve op de percelen gelegen ten oosten en ten zuiden van de Elisabethlaan. 2.
INRICHTING
2A. BEBOUWINGSWIJZE Gekoppelde of gegroepeerde bebouwingen hetzij volgens de bestaande inplanting/perceelindeling, hetzij volgens een op te maken verkaveling, passend binnen de voorschriften. Op percelen waar geen koppeling van bebouwing mogelijk is, moet een meergezinswoning ingericht worden in de mate dat voldaan kan worden aan de minimale oppervlakten van woonentiteiten van 60m². Nieuw te vormen percelen moeten steeds uitgaan van minstens gekoppelde bebouwing. Bijkomend moet in Schaluin, Gasthuisstraat, Bogaardenstraat en August Reyerslaan steeds uitgegaan
Op die wijze wordt ook op percelen waar geen gekoppelde typologie mogelijk, tegemoet gekomen aan de wens tot verdichting.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
worden van gegroepeerde bebouwingen. In de Bogaerdenstraat, de Gasthuisstraat, het Schaluin en de August Reyerslaan, moeten de voorkomende bestemmingen van wonen, voorkomende kleinhandel en voorkomende horeca steeds ingericht worden aan de straatzijde. Bedrijvigheid, kantoren en diensten kunnen ingericht worden aan de straatzijde of eventueel in bebouwing achterin op het perceel indien dit geen lawaaioverlast oplevert.
70
TOELICHTING Hier wordt het beeld van kernwoonwinkelgebied nog sterker gestimuleerd.
Elke woonentiteit moet een minimale netto vloeroppervlakte hebben van 60m², behalve in geval van gesubsidieerde sociale wooneenheden, gesubsidieerd begeleid wonen, doorgangswoningen, wonen met sociale doeleinden, tijdelijke gastenverblijven. 2B INPLANTING VAN DE GEBOUWEN a) Nieuwe gebouwen moeten minstens ter hoogte van de perceelsscheiding aansluiten op de bouwlijn van minstens één van de bestaande aangrenzende bebouwingen.
Bestaande, vergunde inplantingen die hiermee niet in overeenstemming zijn, kunnen hun inplanting behouden. Uitbreidingen aan bestaande vergunde woningen volgen de opgegeven voorschriften.
b) nieuwe niet naar de straat gerichte vrijstaande zijgevel: buiten een bouwvrije zijtuinstrook van minimaal 3m breedte of op de zijdelingse perceelsgrens.
Gemeten vanaf de zijgrens van het bestaande perceel of het toekomstige perceel in een verkavelingplan.
c) Achtergevel: De bebouwing in de Amerstraat die aan de achterzijde uitgeeft op de indicatief aangegeven weginrichting als plein/kade mag op het gelijkvloers volledig doorlopen tot de rooilijn aan de zijde van de Demer. De bouwdiepte op de eventuele verdieping op deze bebouwing bedraagt maximaal 10m, gemeten vanaf de rooilijn langs de Demer. Waar de maximale verdiepingsdiepten van voorzijde en achterzijde elkaar overlappen kan ook op de verdieping het perceel volledig bebouwd worden. Overige achterste gevels op minimum 5m van de achterste perceelsgrens, tenzij het perceel of de eigendom met zijn achterzijde raakt aan een tweede rooilijn. Indien het perceel
De bedoeling is de kans te geven aan handel en woningen om het volledige gelijkvloers in te nemen en vitrinemogelijkheid te geven aan de zijde van de kade. Deze ontwikkeling komt het best tot zijn recht bij een gevelfront op de rooilijn langs de zijde van de Demer. Het gelijkvloers is de bouwlaag die dicht overeenstemt met het straatniveau.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
een hoekperceel is (grenzend aan twee straten) kan de bouwvrije afstand van 5m vervallen mits akkoord van de aangrenzende eigenaars.
71
TOELICHTING Dit slaat op de percelen aan het Schaluin, begin van de Elisabethlaan en de August Reyerslaan, waar de bebouwing aan van straat tot straat doorloopt. Zodanig krijgt een perceel aan twee straten grenzend gemakkelijker twee gevels en wordt het straatbeeld positief beïnvloedt.
2C.AFMETINGEN VAN DE GEBOUWEN Aantal bouwlagen: geen vast aantal; er wordt enkel verwezen naar de bepaling van de kroonlijsthoogte. De kroonlijsthoogte voor bebouwing aangeduid als waardevol is echter te behouden volgens de bestaande kroonlijsthoogte.
De vergunde gebouwen die in de bestaande toestand reeds meer dan twee bouwlagen hebben kunnen behouden blijven.
Er wordt minimale vrije hoogtes ingesteld: minimaal 2.80m in geval van handelsactiviteit en minimaal 2.50m voor wooneenheden In geval van een hellend dak kan de ruimte in het dak als 1 extra bouwlaag worden ingericht, horende bij de onderliggende woongelegenheid Kroonlijsthoogte: de kroonlijsthoogte wordt bepaald door de gemiddelde kroonlijsthoogte van de bebouwing 50m links en 50m rechts van de bebouwing in kwestie; De kroonlijsthoogte kan maximaal 1m verschillen in min of in meer tov deze gemiddelde kroonlijst + rekening houdend met een minimum van 6m en een maximum van 9m. Nieuwe bebouwing waar geen referentie links en/of rechts aanwezig is, moet een maximale kroonlijsthoogte van 6m aannemen vanaf het normale grondpeil. Bouwdiepte: maximum 17m op het gelijkvloers en maximum 13m op de verdiepingen + in overeenstemming met de mogelijke plaatsing van de achterste gevels (2B c)
Dit is bijvoorbeeld het geval voor de nieuwe mogelijke bebouwing aan de achterzijde van de Bekaflaan en gericht naar de Demer. Deze kroonlijsthoogte komt overeen met de gemiddelde kroonlijsthoogte in de Bekaflaan zelf. Gelijkvloers is de bouwlaag die het dichts aansluit bij het gemiddelde niveau van de straat .
2D. DAKVORM De dakvorm is vrij maar met maximale dakhelling van 50°. De maximale nokhoogte maximaal 5m hoger dan de
Het hellend dak start onmiddellijk vanaf de kroonlijst. Voor de kopen hoekgebouwen mag het zadeldak als schild- of wolfsdak
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
kroonlijsthoogte aan de straatzijde. Onder het dak kan maximaal 1 woonlaag ingericht worden. Voor de bebouwing uitgevend op de kade langsheen de Demer is enkel platte bedaking mogelijk. Dakterrassen en dakkapellen in de dakoppervlakte moeten beperkt blijven tot samen 1/3 van de gevelbreedte en met een maximum van 2.50m. Het dakterras en/of dakkapel moet minimaal op 0.5m en maximaal op 1m achter de voorgevelbouwlijn worden opgericht. Zij moeten op minimaal 1m verwijderd zijn van de zijgevel of perceelsgrens. Het dakterras en/of dakkapel moet een wezenlijke esthetische meerwaarde betekenen voor de gevel op gebied van ritme en geleding.
2E. SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN VOOR BEBOUWING AANGEDUID ALS WAARDEVOL GEBOUW
1. De gebouwen (woningen maar ook aangeduide paviljoen) kunnen enkel in geval van heirkracht (brand,...) afgebroken worden. Zij zullen enkel het voorwerp van verbouwingen, renovaties en uitbreidingen kunnen zijn. Bijgebouwen of vorige verbouwingen kunnen wel verwijderd worden nadat aangetoond via historisch onderzoek (bvb. oorspronkelijke bouwplannen,...) en fotoreportage, is dat deze geen deel uitmaken van het oorspronkelijke concept(en) van de woning. 2. De typologie van als waardevol aangeduide bebouwing moet bewaard blijven. Alleenstaande woningen blijven te behouden; gekoppelde of gegroepeerde woningen moeten deze opstelling ook behouden. 3. Elke verbouwing en/of uitbreiding gebeurt met respect voor het bestaande volume, kroonlijsthoogte, de verhoudingen van oorspronkelijke geleding en structuur van het gebouw, met de oorspronkelijke openingen van de gevels, de stijlelementen, kleur en materiaalgebruik van de oorspronkelijke bouwperiode waarin de woning is opgetrokken. Vloerpassen achter de gevel moeten de oorspronkelijke vloerpassen respecteren. Er kunnen geen bijkomende kapellen in de dakvlakken voorzien worden. Bij renovatie van dakkapellen moet terug gegaan worden naar de oorspronkelijke vorm van de dakkapellen.
72
TOELICHTING
worden uitgevoerd. Indien het gelijkvloers een diepere bouwdiepte heeft dan de verdiepingen, is de dakvorm voor dit gedeelte ofwel plat ofwel hellend in het verlengde van het hoofddak. Op die manier wordt een grotere uniformiteit nagestreefd in het gevelbeeld zichtbaar.vanaf de kade en het stadspark.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
4. Voortuinen en de oorspronkelijke afsluitingen van voortuinen (hekkens) moeten als dusdanig bewaard blijven. 5. De overheid kan bijkomende informatie vragen omtrent de historiek en toestand van het gebouw alvorens uitspraak te doen omtrent de voorgestelde verbouwingen.
73
TOELICHTING
2E INRICHTING VAN DE NIET-BEBOUWDE DELEN De niet-bebouwde stroken zijn uitsluitend bestemd voor de aanleg van voortuinen, tuinen en aanplantingen van laag en hoogstammig groen, terrassen en opritten, inrichting van een tuinhuisje in de gedeelten achter de gebouwen.. Voortuinen kunnen niet ingericht worden met parkeerplaatsen. Enkel opritten naar garagepoorten + de toegang naar de voordeur zijn toegestaan.
De aanleg van deze zone moet bijdragen tot een kwalitatief waardevol straat- en tuinbeeld. Een beplanting is verplicht op minimaal 50% van de oppervlakte van de zone op het perceel. De heesters, struiken en bomen moeten voor 50 % streekeigen zijn Alle beplantingen moeten samen met de bouwmaterialen een aanvaardbare eenheid vormen.
De percelen met bebouwing uitgevend op Schaluin, Gasthuisstraat, Bogaardenstraat, August Reyerslaan kunnen tevens binnenkoeren, en kleinschalige bijgebouwen + verharding ten behoeve van bedrijvigheid bevatten. Op de indicatief aangegeven kade langsheen de Demer kunnen er geen nieuwe bijgebouwen uitgeven. Enkel hoofdbebouwing zoals eerder omschreven (zie 2.b.) is hier mogelijk. Op de andere percelen, is 1 bijgebouw van maximaal 20m² per perceel toegelaten (bergplaats, garage, serre/tuinhuisje), voor zover achter en gescheiden van het hoofdgebouw opgericht. De gevels van dit bijgebouw staan op minimum 2m afstand van alle perceelsgrenzen. Plaatsing van het bijgebouw op de perceelsgrens is mogelijk, mits gemeen akkoord van de beide eigenaars en mits het gaat over het enige bijgebouw op het perceel. De bijgebouwen hebben 1 bouwlaag. De kroonlijsthoogte bedraagt, gemeten van het grondpeil tot de bovenkant van de kroonlijst of deksteen, maximum 3.00m.
Definitie van hoofdgebouw: een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te meten. De definitie van bijgebouw is als volgt : een gebouw, dat architectonisch ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van dat hoofdgebouw.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
De dakvorm van de bijgebouwen is vrij. In geval van plaatsing van twee gekoppelde bergingen op de perceelsgrens moet de nok van beide gebouwen dezelfde zijn en dient er een akkoord te zijn van de beide eigenaars. De maximale nokhoogte van de bijgebouwen bedraagt steeds 4.00m.
74
TOELICHTING
De materialen voor de gevels van de bijgebouwen zijn ofwel dezelfde als voor het hoofdgebouw ofwel hout en glas
ARTIKEL 2: ZONE VOOR WONEN: TUINWIJK
1.
BESTEMMING Wonen. Voetwegen tussen de bestaande bewoning volgens de kadastrale aanduidingen.
2.
Dit voorschrift is specifiek gericht op de zone van straten met namen van bloemen; vandaar tuinwijk in dit RUP-artikel genoemd.
INRICHTING
2A. BEBOUWINGSWIJZE De zone wordt in zijn geheel omschreven als waardevol. De gebouwen kunnen enkel in geval van heirkracht (brand,...) afgebroken worden Zij zullen enkel het voorwerp van verbouwingen, renovaties en uitbreidingen kunnen zijn. Bijgebouwen of vorige verbouwingen kunnen wel verwijderd worden nadat aangetoond via historisch onderzoek (bvb. oorspronkelijke bouwplannen,...) en fotoreportage, is dat deze geen deel uitmaken van het oorspronkelijke concept van de woning. Door de grote eenheid in bebouwingsgehelen, wordt uitgegaan van het algemeen behoud van de bestaande toestandvoor wat betreft: - algemene bouwstijl en algemene detaillering van de bebouwing
Deze wijk heeft een grote homogeniteit in bestemming, en voorkomen. Zij wordt gekenmerkt door monofunctionaliteit, met name wonen. Tussen de huizen lopen een netwerk van kleine voetwegen die het gebied een sterke doorwaadbaarheid geven. Het is de bedoeling deze volledig te behouden.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
- inplanting - bestaande vloerpassen - gevelindeling en raam- en deuropeningen - sierlijsten, gevelstenen en plinten, metselwerkverbanden , voegwerken op traditionele wijze, kleur van de gevelstenen - materiaal, kleur, vormgeving en verdelingen van en in het schrijnwerk - portieken en luifels - pannendaken, type en kleur van de pannen en de bestaande nokrichtingen - karakteristieke schouwtoppen - dakkapellen; geen nieuwe dakuitbouwen of dakkapellen of dakvlakvensters. - garagepoorten; enkel de bestaande zijn toegestaan.
75
TOELICHTING
De bebouwing moet bestaan uit ééngezinswoningen. Elke woonentiteit moet een minimale netto vloeroppervlakte hebben van 60m², behalve in geval van gesubsidieerde sociale wooneenheden, gesubsidieerd begeleid wonen, doorgangswoningen, wonen met sociale doeleinden, tijdelijke gastenverblijven. Achteraan het perceel kunnen bijgebouwen (garages) ingericht worden indien deze raken aan een dienstweg voor garages (zie artikel 18). De overheid kan bijkomende informatie vragen omtrent de historiek en toestand van het gebouw alvorens uitspraak te doen omtrent de voorgestelde verbouwingen. 2B. INPLANTING VAN DE GEBOUWEN De bestaande voorgevelbouwlijn en inplanting voorkomende zijgevels zijn te behouden. Achteraan kan enkel op het gelijkvloers een aanbouw gerealiseerd worden tot maximaal 17m diepte vanaf de voorgevel. De afstand tot de achterste perceelsgrens moet echter steeds ook minimaal 10m bedragen. Indien het perceel een hoekperceel is (grenzend aan twee straten) kan de bouwvrije afstand van 10m
Gelijkvloers is de bouwlaag die het dichts aansluit bij het gemiddelde niveau van de straat .
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
vervallen mits akkoord van de aangrenzende eigenaars. Bestaande uitbouwen die dieper zijn ingericht kunnen behouden blijven; bij herbouwd moeten de voorschriften gevolgd worden.
2C. AFMETINGEN VAN DE GEBOUWEN Aantal bouwlagen: bestaande aantal bouwlagen voor de hoofdbebouwing. Kroonlijsthoogte: bestaande kroonlijsthoogtes te behouden.
76
TOELICHTING
In geval van een hellend dak kan de ruimte in het dak als 1 extra bouwlaag worden ingericht. De vergunde gebouwen die in de bestaande toestand reeds meer dan twee bouwlagen hebben kunnen behouden blijven.
2D. DAKVORM Bestaande dakvorm en nokhoogten te behouden. Bijkomende dakkapellen en uitbouwen in het dak zijn verboden. 2E. INRICHTING VAN DE NIET-BEBOUWDE STROKEN De voetwegen aangelegd volgens de kadastrale verdeling van de zone zijn te behouden in hun bestaande toestand. De niet-bebouwde stroken zijn uitsluitend bestemd voor de aanleg van voortuinen, tuinen en groenaanplantingen, terrassen en opritten, inrichting van een tuinhuisje/garage van maximaal 20m². Beplante voortuinen, hagen van voortuinen en de oorspronkelijke afsluitingen van voortuinen (hekkens) moeten als dusdanig bewaard blijven. Voortuinen kunnen niet ingericht worden met parkeerplaatsen. Enkel opritten naar bestaande garagepoorten + de toegang naar de voordeur zijn toegestaan. De aanleg van de private niet-bebouwde ruimte zone moet bijdragen tot een kwalitatief waardevol straatbeeld. Een beplanting is verplicht op minimaal 50% van de oppervlakte van de zone op het perceel. De heesters, struiken en bomen moeten voor 50 % streekeigen zijn. Het natuurlijk peil van de grond mag niet gewijzigd worden.
Alle beplantingen moeten het landschapsbeeld zodanig beheersen dat zij samen met de bouwmaterialen een aanvaardbare eenheid vormen. Alle vormen van harde afsluitingen op de perceelsgrenzen zijn verboden. Het gaat onder andere over de volgende afsluitingsvormen: stenen of houten muurtjes palissades afsluitingen in betonplaten, in imitatie-houtplaten of andere kunstmatige materialen gevlochten rietmatten of afsluitingen bestaande uit andere gevlochten materialen
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
77
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
Op de andere percelen, is 1 bijgebouw per perceel toegelaten (bergplaats, garage, serre/tuinhuisje), voor zover achter en gescheiden van het hoofdgebouw opgericht.
TOELICHTING
De gevels van de serre/tuinhuisje staan op minimum 2m afstand van alle perceelsgrenzen. Plaatsing op de perceelsgrens is mogelijk, mits gemeen akkoord van de beide eigenaars. Garages kunnen raken tot aan de rooilijn indien zij uitgeven op de zone voor dienstweg voor garages. De bijgebouwen hebben 1 bouwlaag. De kroonlijsthoogte bedraagt, gemeten van het grondpeil tot de bovenkant van de kroonlijst of deksteen, maximum 3.00m. De dakvorm van de bijgebouwen is vrij. In geval van plaatsing van twee gekoppelde bergingen op de perceelsgrens moet de nok van beide gebouwen dezelfde zijn en dient er een akkoord te zijn van de beide eigenaars. De maximale nokhoogte bedraagt steeds 4.00m. De materialen voor de gevels van de bijgebouwen zijn ofwel dezelfde als voor het hoofdgebouw ofwel hout en glas. ARTIKEL 3: ZONE VOOR KLEINHANDELSINPLANTINGEN 1.
WONEN
BOVEN
GROOTSCHALIGE
BESTEMMING Op het gelijkvloers: zone voor grootschalige kleinhandelsinplantingen Op de verdiepingen: wonen, diensten of kantoren
Horeca is niet toegestaan. Het gelijkvloers is de bouwlaag die dicht overeenstemt met het straatniveau.
2. INRICHTING 2A. BEBOUWINGSWIJZE Op het gelijkvloers gelden de voorschriften van de zone voor grootschalige kleinhandelszaken (zie art 7. punt 2 en 3). Bij herinrichting van de bebouwing kunnen vitrines geplaatst worden aan de zijde van de August Reyerslaan. De bebouwing op de verdiepingen is gegroepeerd met een gelijke kroonlijsthoogte voor het totaal van de bebouwing in
De bebouwing is gegroepeerd om de rand af te werken langsheen de August Reyerslaan Het gelijkvloers kan dus ingericht worden als parking in de huidige fase maar ook met bebouwing voor de kleinhandelszaken waarboven dan de woningen en diensten zijn ingericht. De Gasthuisstraat moet een kleinschalige winkelstraat blijven waar dienst verkeer onder de vorm van vrachtwagens best
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
de zone. De voorkomende woningen op de verdiepingen zijn van het type appartementen. Elke woonentiteit moet een minimale netto vloeroppervlakte hebben van 60m². De bediening van de grootschalige kleinhandelszaken moet via de August Reyerslaan gebeuren. Elke bebouwing moet doorgang laten voor deze bediening door vrachtwagens met een minimale breedte van 5m.
2B. INPLANTING VAN DE GEBOUWEN a) Verdiepingen: binnen de aangeduide maximale zone op het grafisch plan. Het gelijkvloers kan een terug getrokken bouwlijn hanteren t.o.v. de rooilijn. b) Niet naar de straat gerichte vrijstaande zijgevel van de gegroepeerde bebouwing: buiten een bouwvrije strook van minimaal 3m breedte.
78
TOELICHTING geweerd worden. Vandaar wordt het verkeer van de links besproken zone, langs de A. Reyerslaan geleid.
Gemeten vanaf de zijgrens van het bestaande perceel of het toekomstige perceel in een verkavelingplan. De bedoeling is de kans te geven aan handel het volledige gelijkvloers in te nemen en vitrinemogelijkheid te geven aan de zijde van de Reyerslaan. Zodoende zal een nieuw gevelfront ontstaan en worden de achtergebieden weggewerkt.
c) Achtergevel: Gelijkvloers: vrij volgens inrichtingsplan van de grootschalige kleinhandelsinplantingen (zie artikel 7). Verdieping(en): de achtergevel wordt geplaatst op minimum 15m en maximum 20m achter de rooilijn. 2C. AFMETINGEN VAN DE GEBOUWEN Aantal bouwlagen: er wordt enkel verwezen naar de maximale kroonlijsthoogte. Het gelijkvloers moet een minimale vrije hoogte hebben van 5m; de verdiepingen een minimale vrijde hoogte van 2.50m. Kroonlijsthoogte: maximale hoogte van 12m vanaf het normale grondpeil. 2D. DAKVORM Vrije dakvorm met een maximale hoogte van 15m 2E INRICHTING VAN DE NIET-BEBOUWDE DELEN Volgens de voorschriften van de zone voor grootschalige kleinhandelszaken art. 7 punt 3.
De hoogte van de kroonlijst is gebaseerd op een bruto-hoogte van 6m voor het gelijkvloers en 3m voor de bovenliggende bouwlagen.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
79
TOELICHTING
ARTIKEL 4: ZONE VOOR WOONERF 1.
BESTEMMING Wonen en complementaire functies (diensten) op het gelijkvloers Horeca is niet toegestaan. Wegenis en parkeergelegenheid onder de vorm van plein/erf als ontsluiting voor de bebouwing. De woonfunctie moet steeds aanwezig zijn. In de woningen kunnen tot maximaal 4 gastenverblijven ingericht worden, in zoverre binnen de typologie van woningen passend.
2.
Kleinschalige complementaire functies (dienstverlening) zijn toegelaten in zoverre zij niet schadelijk is voor de omgeving en betrokken is op de buurt
INRICHTING
2A. BEBOUWINGSWIJZE Gekoppelde of gegroepeerde bebouwingen hetzij volgens de bestaande inplanting/perceelindeling, hetzij volgens een op te maken verkaveling, passend binnen de voorschriften. Elke woonentiteit moet een minimale netto vloeroppervlakte hebben van 60m², behalve in geval van gesubsidieerde sociale wooneenheden, gesubsidieerd begeleid wonen, doorgangswoningen, wonen met sociale doeleinden, tijdelijke gastenverblijven. 2B. INPLANTING VAN DE GEBOUWEN a) Volgens de bestaande rooilijn; b) Niet naar de straat gerichte vrijstaande zijgevel (in voorkomend geval): buiten een bouwvrije zijtuinstrook van 3m breedte. c) Achtergevel
Bestaande, vergunde inplantingen die hiermee niet in overeenstemming zijn, kunnen hun inplanting behouden. Uitbreidingen aan bestaande vergunde woningen volgen de opgegeven voorschriften. Gemeten vanaf de zijgrens van het bestaande perceel of het toekomstige perceel in een verkavelingplan. Gelijkvloers is de bouwlaag die het dichts aansluit bij het
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
Gelijkvloers: de achtergevel wordt geplaatst op maximum 17m achter de bouwlijn. Verdieping(en): de achtergevel wordt geplaatst op maximum 13m achter de bouwlijn. De afstand tussen achterste gevel en achterste perceelsgrens voor de hoofdbebouwing moet steeds minimaal 10m bedragen. Indien het perceel een hoekperceel is (grenzend aan twee straten) kan de bouwvrije afstand van 10m vervallen mits akkoord van de aangrenzende eigenaars.
2C. AFMETINGEN VAN DE GEBOUWEN Aantal bouwlagen: geen vast aantal; er wordt enkel verwezen naar de bepaling van de kroonlijsthoogte. Er wordt minimale vrije hoogtes ingesteld: minimaal 2.80m in geval van handelsactiviteit en minimaal 2.50m voor wooneenheden
80
TOELICHTING
gemiddelde niveau van de straat .
In praktijk wordt eerder gestreefd naar 3 bouwlagen. Voor de ruimtelijke coherentie wordt tevens een minimum van 2 lagen ingesteld zodat geen te grote ruimtelijke verschillen kunnen ontstaan. Gemeten vanaf het oorspronkelijke maaiveld of trottoirniveau tot de bovenzijde van de kroonlijst.
Kroonlijsthoogte: De kroonlijsthoogte wordt bepaald door de gemiddelde kroonlijsthoogte van de bebouwing 50m links en 50m rechts van de bebouwing in kwestie. De kroonlijsthoogte kan maximaal 1m verschillen in min of in meer t.o.v. deze gemiddelde kroonlijst + rekening houdend met een minimum van 6m en een maximum van 9m. 2D. DAKVORM Plat dak. 2E
INRICHTING VAN DE NIET-BEBOUWDE DELEN De niet-bebouwde stroken zijn uitsluitend bestemd voor de aanleg van het ontsluitend plein/erf voor de bewoning, voor tuinen en aanplantingen van laag en hoogstammig groen, terrassen. Het natuurlijk grondniveau moet aangehouden worden. Het plein/woonerf moet een voldoende breedte vrijhouden voor autoverkeer en voor voetgangers en fietsers. 1 bijgebouw van 20m² per perceel is toegelaten (bergplaats, garage, serre/tuinhuisje), voor zover achter en gescheiden
Het plat dak start onmiddellijk vanaf de kroonlijst. Indien het gelijkvloers een diepere bouwdiepte heeft dan de verdiepingen, is de dakvorm voor dit gedeelte ook plat.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN van het hoofdgebouw opgericht.
81
TOELICHTING
De gevels van de bijgebouwen staan op minimum 2m afstand van de zijdelingse perceelsgrenzen. Plaatsing van de bijgebouwen op de perceelsgrens is mogelijk, mits gemeen akkoord van de beide eigenaars. Waar de achterste perceelsgrens raakt aan de het openbaar domein, kan het bijgebouw tevens reiken tot het openbaar domein. De bijgebouwen hebben 1 bouwlaag. De bouwhoogte bedraagt, gemeten van het grondpeil tot de bovenkant van de dakrand, maximum 3.00m. De dakvorm is plat. De materialen voor de gevels van de bijgebouwen zijn ofwel dezelfde als voor het hoofdgebouw ofwel hout en glas.
ARTIKEL 5: ZONE VOOR OPENBAAR NUT IN GROENE OMGEVING Naar aanleiding van de stedenbouwkundige aanvragen in deze zone, moet een informatieve globale inrichtingsstudie bijgevoegd worden voor het geheel van de zone, waarin ook de uitwerking en uitvoering van percelen en private wegenis is voorzien. De bouwpercentages en indexen vermeld in de zone voor nieuwe inrichtingen voor openbaar nut in groene omgeving slaan steeds op de totaliteit van het perceel in zoverre afstandsregels gerespecteerd worden. 1.
BESTEMMING -
de inrichting van gebouwen voor openbaar nut in ruime zin. parkeergelegenheid gekoppeld aan deze openbare nutsvoorzieningen.
Het College van Burgemeester en Schepenen kan de aanvraag voor leggen aan de GECORO, die niet-bindend advies geeft omtrent materiaalgebruik, algemene voorgestelde architectuur en zone-inrichting, gedetailleerde voorstellen ontsluitingen,... Rechtspraak gaat uit van realisering van percentages en indexen op elk perceel afzonderlijk, tenzij duidelijk vermeldt wordt dat dit niet de bedoeling is.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 2.
82
TOELICHTING
INRICHTING
2A BEBOUWINGSWIJZE a) Architectuur De materialen van de verschillende volumes moeten harmonieus op elkaar afgestemd zijn, ook al kan de architectuur van de volumes onderling verschillen. Parkeergelegenheid moet ondergronds georganiseerd worden. Inritten naar parkings moeten zoveel mogelijk gebundeld worden zodat niet elk volume een aparte inrit heeft. b) Duurzaamheidprincipe Buiten de reeds beschreven algemene voorschriften voor duurzaamheid, moet de bebouwing ook voorzien zijn op de inbreng van alternatieve energievoorzieningen en op de zuivering van haar eigen rioleringwaters.
De zone moet ingericht worden door groepsbouw, waarin de architectuur per bouwvolume eventueel verschilt maar steeds hedendaags is. De verplichting tot ondergrondse constructies voor parkeren is bedoeld om het gewenste groen/parkkarakter te maximaliseren. Hierbij wordt uitgegaan van een globaal concept waarin zonneboilers, zonne- en/of windenergie deel uitmaken van het architecturale ontwerp. Ten behoeve van de eigen waterzuivering, worden in de naastgelegen parkaanleg mogelijkheden ingeschreven voor de aanleg van deze waterzuiverende installatie en voor de aanleg van rietvelden geïntegreerd in de parkaanleg.
2B. INPLANTING VAN DE GEBOUWEN De maximale grondinname door bebouwing in de zone bedraagt 30%. De volumes moeten bereikbaar zijn vanaf de Wissenstraat. Er dient een minimale bouwvrije tuinstrook van 10m breedte gerespecteerd te worden tussen gebouwen onderling en gebouwen met de zonegrenzen. 2C. AFMETINGEN VAN DE VOLUMES Aantal bouwlagen: De gebouwen tellen minimaal 2 bouwlagen, maximaal 3 bouwlagen. In geval van een hellend dak kan de ruimte in het dak als 1 extra bouwlaag worden ingericht. Kroonlijsthoogte: tussen 6m en 10m. 2D. DAKVORM De dakvorm is vrij, maar in geval van hellende daken: maximum van 50°. De nokhoogte ligt op maximaal 14.00m. Dakterrassen en dakkapellen in de dakoppervlakte moeten beperkt blijven tot samen 1/3 van de gevelbreedte en met een
Dit is minder dan de bestaande bebouwing. Gemeten vanaf de zijgrens van de nieuw te vormen percelen of vanaf de grens van de zone.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
83
TOELICHTING
maximum van 2.50m. Het dakterras en/of dakkapel moet minimaal op 0.5m en maximaal op 1m achter de voorgevelbouwlijn worden opgericht. Zij moeten op minimaal 1m verwijderd zijn van de zijgevel of perceelsgrens. Het dakterras en/of dakkapel moet een wezenlijke esthetische meerwaarde betekenen voor de gevel op gebied van ritme en geleding. 2E. INRICHTING VAN DE NIET-BEBOUWDE DELEN a) De niet-bebouwde delen zijn bestemd voor de aanleg van tuinen en aanplantingen. De zone moet aangelegd worden als een landschapspark met dichtere beplanting vertrekkend vanaf de bebouwing langsheen de Wissenstraat en uitdijend naar een open gebied richting Grote Laak. Aparte bijgebouwen zijn niet toegelaten. Een maximale verharding van 20% van de niet-bebouwde delen is toegestaan.
Alle beplantingen moeten het landschapsbeeld zodanig beheersen dat zij samen met de bouwmaterialen een aanvaardbare eenheid vormen.
b) De heesters, struiken en bomen moeten voor 50 % streekeigen zijn. De niet-streekeigen beplanting moet geconcentreerd worden rond en tussen de bebouwing; de streekeigen naar de grenzen van de zone en in de parkaanleg naar de Grote Laak toe.
Dit betekent omgerekend 14% van de totale zone
c) De zone is tevens bestemd voor de minimaal vereiste toegangswegen naar de bebouwing. De verharding mag maximaal 4.50 breed zijn. Er is mogelijkheid tot parkeergelegenheid voor 20 voertuigen van bezoekers. ARTIKEL 6: ZONE VOOR BESTAANDE WONING IN GROEN 1.
BESTEMMING Wonen onder de vorm van de bestaande tweewoonst.
2.
INRICHTING
2A BEBOUWINGSWIJZE Vrijstaande bebouwing onder de vorm van de bestaande woning. In geval van heirkracht kan de woning herbouwd
De gemeente heeft de vergunningstoestand van het gebouw nagekeken en er zijn twee vergunde woningen aanwezig (vóór de invoering decreet van 1996 vastgesteld).
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
worden volgens de bestaande inplanting en volume.
84
TOELICHTING
2B. INPLANTING VAN DE GEBOUWEN De maximale terreininname van de bebouwing bedraagt deze van de bestaande woning en haar aanhorigheden; in geval van herbouw bedraagt maximaal dezelfde terreininname als de huidige In geval van herbouw moet de woning op dezelfde plaats ingeplant worden als de huidige woning. 2C. AFMETINGEN VAN DE VOLUMES Aantal bouwlagen: bestaand aantal van 2 bouwlagen. Bij herbouw moet de woning maximaal 2 bouwlagen bedragen. Kroonlijsthoogte: tussen 3m en 6m.
In geval van een hellend dak kan de ruimte in het dak als 1 extra bouwlaag worden ingericht. Zij moeten echter steeds integraal deel uitmaken van de eronder gelegen woongelegenheid..
2D. DAKVORM De dakvorm is vrij. In geval van hellende daken: tussen 25° en 50°. De maximale nokhoogte bedraagt 9m. Er mogen geen openingen uit het dakvlak worden gesneden ten behoeve van terrassen. Kapellen zijn toegestaan. 2 E INRICHTING VAN DE NIET-BEBOUWDE DELEN a) De niet-bebouwde delen zijn bestemd voor het behoud en de aanleg van tuinen en aanplantingen, watervlakken. Deze tuin moet een parkkarakter krijgen. Een tuinhuis van 30m³ met een maximale nok van 4,5m is toegestaan. Een maximale verharding van 10% van de niet-bebouwde delen is toegestaan en dit in directe aansluiting van de woongelegenheid. Deze verharding omvat de toegangsweg naar de woning en een terrasmogelijkheid. De overige nietbebouwde ruimte moet aangelegd worden met een parkkarakter. b) Waardevolle bomen moet behouden blijven tenzij voor onderhoudskapwerken. c) De heesters, struiken en bomen moeten voor 50 % streekeigen zijn. De niet-streekeigen beplanting moet
Alle beplantingen moeten het landschapsbeeld zodanig beheersen dat zij samen met de bouwmaterialen een aanvaardbare eenheid vormen.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
geconcentreerd worden rond de bebouwing; de streekeigen naar de grenzen van de zone en in de parkachtige aanleg.
85
TOELICHTING
ARTIKEL 7: ZONE VOOR GROOTSCHALIGE KLEINHANDELSINPLANTINGEN 1.
BESTEMMING De zone is bestemd voor - de vestiging van grootschalige kleinhandelszaken + opslagplaatsen horende bij deze grootschalige kleinhandelszaken) die voor de omgeving geen abnormale hinder of gevaar mee mag brengen. - groene parking horende bij de uitbating van de kleinhandelszaken.
2.
INRICHTING
2A
INPLANTING VAN DE GEBOUWEN. De terreinbezetting van de bebouwing bedraagt maximaal 30% per eigendom (buffer niet meegerekend), De gevels moeten ingeplant worden minimaal op gelijke afstand tot de perceelsgrenzen als de hoogte van de bebouwing met een minimum van 4m en met respect tot de buffermaten. De bebouwing kan verder ingeplant onder de bebouwing van art.3. (zie desbetreffend artikel).
De bedrijfswoning maakt deel uit van deze 30%.
2B DAKVORM De dakvorm is vrij. De maximale nok en/of kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 8m. Zichtbare bedaking vanaf de bebouwing van artikel 3, moeten afgewerkt worden als groendak of als terrasdak. 2C INRICHTING VAN DE NIET-BEBOUWDE DELEN In de niet-bebouwde ruimte is (bufferaanduidingen niet meegerekend) maximaal 80% als verharding toegelaten voor de circulatie en parkeergelegenheid rond de handelszaken. Minimaal 20% van de niet-bebouwde ruimte moet als groene ruimte worden ingericht. Voor de niet-bebouwde ruimte dient een gedetailleerd plan met groenaanleg aan het dossier van
Dit kan gebeuren onder de vorm van borders en bomen op het parkeerterrein.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
een gedetailleerd plan met groenaanleg aan het dossier van de stedenbouwkundige aanvraag te worden toegevoegd.
86
TOELICHTING
Parkeerdruk dient volledig op het eigen terrein worden opgenomen. Op het grondplan, dat bij een stedenbouwkundige aanvraag is gevoegd, moet de aanvrager rechthoeken tekenen overeenkomstig het aantal voorziene parkeerplaatsen (parkeerschema) Parkeergelegenheid zelf (op de 80% verharding) moet ingericht worden als een groene parking. De parking moet bediend worden via de aangegeven indicatieve ontsluiting van het grafisch plan. Er moet voldoende groenvoorziening ingebracht worden in de openbare parking: minstens 1 hoogstammige boom per 3 parkeerplaatsen ingericht worden (eventueel groepeerbaar volgens inrichtingsplan).. De verhardingen van de parkeergelegenheid moeten bestaan uit maximaal waterdoorlatend materiaal. ARTIKEL 8: ZONE VOOR KLEINHANDELSINPLANTINGEN 1.
BESTEMMING De zone is bestemd voor de vestiging van één kleinhandelszaak + parking) die voor de omgeving geen abnormale hinder of gevaar mee mag brengen. Eén bedrijfswoning is toegestaan indien rechtstreeks verbonden met de uitoefening van de activiteit. Indien de activiteit wordt stopgezet, wordt overgegaan naar de bestemming van woonzone volgens artikel 1.
2.
INRICHTING
2A
INPLANTING VAN DE GEBOUWEN. De terreinbezetting van de bebouwing bedraagt maximaal 90% van de eigendom. De gevels kunnen ingeplant worden op de perceelsgrens Elke woonentiteit moet een minimale netto vloeroppervlakte
De bedrijfswoning maakt deel uit van deze 90%. Dit is reeds in de bestaande toestand het geval
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
hebben van 60m², behalve in geval van gesubsidieerde sociale wooneenheden, gesubsidieerd begeleid wonen, doorgangswoningen, wonen met sociale doeleinden, tijdelijke gastenverblijven.
2B
87
TOELICHTING
DAKVORM De dakvorm is vrij. De maximale nok en/of kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 10m.
2C
INRICHTING VAN DE NIET-BEBOUWDE DELEN In de niet-bebouwde ruimte is maximaal 80% als verharding toegelaten voor de circulatie en parkeergelegenheid voor de handelszaak. Minimaal 20% moet als groene ruimte worden ingericht. Voor de niet-bebouwde ruimte dient een gedetailleerd plan met groenaanleg aan het dossier van de stedenbouwkundige aanvraag te worden toegevoegd. De parkeergelegenheid moet ingericht worden op de aanduiding voor parkeergelegenheid. De verharding dient maximaal waterdoorlatend te zijn, tenzij om milieutechnische redenen hiervan moet worden afgeweken Op het grondplan, dat bij een stedenbouwkundige aanvraag is gevoegd, moet de aanvrager rechthoeken tekenen overeenkomstig het aantal voorziene parkeerplaatsen (parkeerschema).
Dit kan gebeuren onder de vorm van borders en bomen op het parkeerterrein.
ARTIKEL 9: ZONE VOOR OPENBAAR NUT 1.
BESTEMMING Deze zones worden bestemd als zones voor de inrichting van gebouwen voor openbaar nut in ruime zin. de inrichting van dagrecreatie en de hierbij benodigde infrastructuur (speeltuigen, verlichting…) parkeergelegenheid voor deze openbare nutsvoorzieningen. indien de huidige bestemming niet meer in gebruik is, kan overgaan worden naar de woonbestemming. -
2.
INRICHTING
Het openbaar nut slaat zowel op scholen, de bibliotheek, cultureel centrum, museum, elektriciteitsvoorziening, en de parkeergelegenheid voor deze openbare bestemmingen. Op het terrein van Het Damiaaninstituut komt tevens sportinfrastructuur voor
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 2A INPLANTING DER GEBOUWEN: Vrij in te planten binnen de bebouwbare zone op het grafisch plan, mits te voldoen aan volgend voorwaarden: De inname van de bebouwing bedraagt maximaal 60% van het aangeduide deel. Bestaande bebouwing hiermee niet in overeenstemming kan behouden blijven. Bestaande bebouwing als waardevol aangeduid moet voldoen aan volgende voorschriften: - De als waardevol aangeduide gebouwen kunnen enkel in geval van heirkracht (brand,...) afgebroken worden. Zij zullen enkel het voorwerp van verbouwingen, renovaties en uitbreidingen kunnen zijn. Bijgebouwen of vorige verbouwingen kunnen wel verwijderd worden nadat aangetoond via historisch onderzoek (bvb. oorspronkelijke bouwplannen,...) en fotoreportage, is dat deze geen deel uitmaken van het oorspronkelijke concept(en) van het gebouw. - De typologie van als waardevol aangeduide bebouwing moet bewaard blijven. - Elke verbouwing en/of uitbreiding gebeurt met respect voor het bestaande volume, kroonlijsthoogte, de verhoudingen van oorspronkelijke geleding en structuur van het gebouw, met de oorspronkelijke openingen van de gevels, de stijlelementen, kleur en materiaalgebruik van de oorspronkelijke bouwperiode waarin de woning is opgetrokken. Vloerpassen achter de gevel moeten de oorspronkelijke vloerpassen respecteren. Er kunnen geen bijkomende kapellen in de dakvlakken voorzien worden. Bij renovatie van dakkapellen moet terug gegaan worden naar de oorspronkelijke vorm van de dakkapellen. - De overheid kan bijkomende informatie vragen omtrent de historiek en toestand van het gebouw alvorens uitspraak te doen omtrent de voorgestelde verbouwingen. Nieuwe bebouwing telkens minimum op gelijke afstand tot de begrenzing van de bestemmingszone als de kroonlijsthoogte van de bebouwing, met een minimum van 3m bouwvrije strook. Dit geldt niet aan zijden met bestaande wachtgevels, waarop verplicht aangesloten worden.
88
TOELICHTING
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
89
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 2B
TOELICHTING
AFMETING VAN DE VOLUMES Aantal bouwlagen: geen vast aantal; er wordt enkel verwezen naar de bepaling van de kroonlijsthoogte. De kroonlijsthoogte voor bebouwing aangeduid als waardevol is echter te behouden volgens de bestaande kroonlijsthoogte. Kroonlijsthoogte voor nieuwe bebouwing: maximaal 18m
Er zal rekening gehouden moeten worden met de ruimtelijk draagkracht van de omgeving op de exacte kroonlijsthoogte te bepalen
2C. DAKVORM Vrij. De maximale nokhoogte bedraagt steeds 25m. 2D. INRICHTING VAN DE NIET-BEBOUWDE DELEN Het niet-bebouwde gedeelte van de strook moet voor minimaal 25% als tuin of als verharding (speelterreinen, sportterreinen, parking,...) worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. De heesters, struiken en bomen moeten voor 50 % streekeigen zijn. Het parkeren, de parkeerbeweging en de ontsluiting van de bestemming moet volledig in de zone gebeuren en geen belasting inhouden van het openbaar domein. ARTIKEL 10: GEMENGDE ZONE DIENSTEN 1.
VOOR
WONEN,
HANDEL, KANTOREN EN
BESTEMMING Deze zone is bestemd voor het gemengd voorkomen van wonen, kleinschalige kleinhandel, kantoren en diensten en de bijhorende parkeergelegenheden en groenvoorzieningen. De zone in het gedeelte ten zuiden van de Betekomsteenweg kan ook met wonen als enige bestemming ingericht worden.
Voor de niet-bebouwde ruimte dient een gedetailleerd plan met groenaanleg aan het dossier van de stedenbouwkundige aanvraag te worden toegevoegd. Op het grondplan, dat bij een stedenbouwkundige aanvraag is gevoegd, moet de aanvrager rechthoeken tekenen overeenkomstig het aantal voorziene parkeerplaatsen. Alle levende materialen moeten het landschapsbeeld zodanig beheersen dat zij samen met de bouwmaterialen een aanvaardbare eenheid vormen
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 2.
90
TOELICHTING
INRICHTING
2A BEBOUWINGSWIJZE De zone is in te richten volgens een informatieve globale inrichtingsstudie voor de gehele zone, te voegen bij elke stedenbouwkundige aanvraag in de zones. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het licht van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is binnen het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als dusdanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van deze aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan hetzij een bestaande inrichtingsstudie bevatten, hetzij een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie. Elke woonentiteit moet een minimale netto vloeroppervlakte hebben van 60m². In het gedeelte ten zuiden van de Betekomsteenweg moet voorzien worden: -
De doorgang voor gemotoriseerd verkeer tussen de Sasstraat en het kruispunt van de Amerstraat met de Elisabethstraat. De indicatief aangeduide weg voor verkeer moet een rijbreedte (breedte verharding) hebben van minimaal 4m, maximaal 7.00m.
-
Bebouwing met een maximale terreininname van 60%. De parkeerbehoefte voor de bewoners moet volledig in de bebouwing zelf worden opgenomen onder de vorm van ondergrondse parkeerruimten à rato van 1 parkeerplaats per woongelegenheid.
Bij de indiening van de inrichtingsstudie en de daaropvolgende stedenbouwkundige vergunningsaanvragen binnen de zones kan het College van Burgemeester en Schepenen advies vragen aan de GECORO omtrent coherentie tussen verschillende plannen, materiaalgebruik, algemene voorgestelde architectuur, gedetailleerde voorstellen ontsluitingen,…. In de desbetreffende projectzones worden beoordelingselementen geformuleerd die de vergunningverlenende overheid en de GECORO in staat stellen om op gemotiveerde wijze uitspraak te doen over de gepaste inrichting en over te vragen aanpassingen van projecten in het RUP.
Deze doorgang kan de Amerstraat.vervangen. Het vrijgeven van de Amerstraat, die dwars door het gebied gaat, verhoogt de ontwerpmogelijkheden voor de gehele zone.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN -
De bebouwing telt maximaal 3 bouwlagen met een maximale kroonlijsthoogte van 10m. Een 4de bouwlaag is echter mogelijk op 50% van de grondinname van de onderliggende verdiepingen en moet steeds teruggetrokken zijn tov de voorgevelbouwlijn. De maximale kroonlijsthoogte voor deze 4de bouwlaag bedraagt maximaal 13m.
-
De dakvorm is vrij maar met een maximum van 50° in geval van hellende daken. De maximale nokhoogte is 16m. Platte daken die zichtbaar zijn vanaf de Sasbrug (Betekomsteenweg) moeten afgewerkt worden met een groendak of met materialen voor dakterrassen.
-
De oeverafwerking langsheen de Demer en het sas op de Demer moet in visuele aansluiting gebeuren met het gebied van de ‘s Hertogenmolens.
In het gedeelte ten noorden van de Sasstraat moet voorzien worden: -
Bebouwing met een maximale terreininname van 50% en maximale vloer/terreinindex van 0,92. De parkeerbehoefte voor de bewoners moet volledig in de bebouwing zelf worden opgenomen ponder de vorm van ondergrondse parkeerruimten à rato van 1 parkeerplaats per woongelegenheid.
-
De bebouwing telt 4 bouwlagen voor 50% van de volumes en 3 bouwlagen voor de overige volumes. De vierde bouwlaag moet steeds teruggetrokken zijn t.o.v. de voorgevelbouwlijn. De maximale kroonlijsthoogte van 10m voor de 3 bouwkagen en 13m voor de 4 bouwlagen. De volumes met 4 bouwlagen moeten geconcentreerd worden aan de spoorzijde. De volumes moeten zo opgesteld worden dat zij doorzichten mogelijk houden vanaf de spoorlijn in oostelijke richting. Zij mogen tevens de bezonning van de percelen gelegen ten oosten van de zone niet in het gedrang brengen. Dit moet aangetoond worden in de globale inrichtingsstudie, te voegen bij de stedenbouwkundige aanvraag.
-
De dakvorm is vrij. Hellende daken tussen 25° en 50°. De maximale nokhoogte is 18m. Platte daken die zichtbaar
91
TOELICHTING
De omschrijving voor de inrichting is geïnspireerd op het stadsvernieuwingsproject van “Robbrechts en Daem Architecten” + de variante van SUM Research
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
zijn vanaf de Sasbrug moeten afgewerkt worden met een groendak of met materialen voor dakterrassen.
-
92
TOELICHTING
De doorgang voor langzaam verkeer tussen de Sasstraat en de Marten Lemmensstraat.
De buffering naar de zone voor wonen toe met een ondoorzichtige buffer van minimum 3m breed en minimum 5m hoog. Ter hoogte van de doorgang naar de Marten Lemmensstraat kan een doorgang voorzien worden door de buffer van maximaal 2.50m breedte. 2B MATERIALEN /
ARCHITECTUUR:
Materialen: Alle zichtbare gevels worden op architecturaal hoogstaande wijze als volwaardige gevels afgewerkt. De vorm en afwerking van de daken moet rekening houden met de zichtbaarheid vanaf de hoogte Sasburg. De zichtbare dakvlakken moeten als een volwaardige “vijfde gevel” worden afgewerkt. De architectuur moet een hedendaagse uitstraling hebben en uitdrukking geven aan de bestemming die ze herbergt.
Er wordt gestreefd naar een evenwaardig opgebouwde architectuur links en rechts van de Sasbrug, zodat een stedelijke inkomsituatie ontstaat vanaf het spoor richting stadscentrum. Vooral de bedaking van de eerste bouwlaag is zichtbaar vanaf de hoogte van de Sasbrug voor voetganger en wagens. Hier wordt gestreefd naar een afwerking als groendak of terrasdak. De hogere volumes kunnen een vrije bedaking krijgen is overeenstemming met de architecturale uitstraling.
2C. INRICHTING VAN DE NIET-BEBOUWDE DELEN De zone kan voor 15% verhard worden ten behoeve van bezoekersparkeergelegenheid, toegangswegen, terrassen... Minimaal 25 % moet begroend worden en ingericht worden als tuin. In de niet-bebouwde delen moeten de maatregelen opgevangen ter bescherming van het natuurlijke watersysteem
Dit blijkt uit de watertoets. De concrete hoeveelheden buffering, infiltratie of vertraagde afvoer van hemelwater, zal blijken uit de individuele projecten.
ARTIKEL 11: ZONE VOOR PARKAANLEG 1.
BESTEMMING Deze zone is bestemd voor openbaar park, groen en waterberging.
Hierbij wordt uitgegaan van een globaal concept dat de parkaanleg, de waterzuivering (ondergronds en bovengronds), de voet- en fietspaden integreert.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 2.
INRICHTING De aanleg van de zone moet bijdragen tot een kwalitatief waardevol parkbeeld tussen Grote Laak en de bebouwing. Het uiteindelijke reliëf van het terrein mag niet gewijzigd worden behalve voor de aanleg van vijvers en rietvelden. De grote Laak kan in deze zone een verbreding kennen om haar waterbergende capaciteit te verhogen. Er zijn bovengronds geen vaste constructies toegestaan in de aangeduide parkzone, met uitzondering van speeltuigen en kunstwerken. Publiciteit is niet toegestaan. De afwerking van ondergrondse installaties voor kleinschalige waterzuivering mag niet zichtbaar zijn in de parkaanleg, Doorheen het park kunnen voet- en fietswegen aangelegd worden die het indicatief aangegeven traject benaderen en die de openbaarheid van het park benadrukken.
ARTIKEL 12: ZONE VOOR BUFFER 1.
BESTEMMING Dit zijn zones bestemd als overgangsgebied tussen gebieden die door hun bestemming niet te verenigen zijn.
2.
INRICHTING In deze zones geldt een absoluut bouwverbod. Zij moeten volledig beplant worden met streekeigen groen, met een klemtoon op hoogstammige bomen. De buffer kan enkel doorsneden worden ten behoeve de langzaamverkeerroutes zoals indicatief aangeduid. Zijn uitdrukkelijk verboden: - opslagplaatsen van materialen, waren, en van schroot; - elke vorm van publiciteit of mededeling behalve aan de doorgang voor de grootschalige kleinhandelszaken.
3.
BEHEER De bufferzone wordt aangelegd en beheerd door de
93
TOELICHTING
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN eigenaar. Voor de zone van de buffer dient een gedetailleerd plan met groenaanleg als volwaardig deel aan het dossier van de stedenbouwkundige aanvraag voor de te bufferen gebouwen te worden toegevoegd met een verklaring dat de groenaanleg bij het eerst volgende plantseizoen na de ingebruikname van de bouwwerken zal uitgevoerd zijn. ARTIKEL 13: ZONE VOOR VERKEER MET ALS BESTEMMING CENTRUM
94
TOELICHTING
De controle op de uitvoering van de groenaanleg wordt geregeld door de gemeente
Deze zone is gericht op het verkeer in de Elisabethlaan, Pastoor Dergentlaan, en de Sasstraat.
de
1. BESTEMMING Deze zone is bestemd voor doorgaand verkeer tussen de verschillende stadsdelen. In de zone kunnen speciale inrichtingen aangebracht worden ten behoeve van de aanleg van een promenade volgens het aangegeven indicatief tracé. In deze zone kunnen eveneens speciale inrichtingen aangebracht worden voor de doorgang van de indicatieve langzaamverkeerroute van art 18 en voor een pleinaanleg aan de kruising van de Pastoor Dergentlaan met Schaluin.
Dit wordt voorgesteld in navolging van het stadsvernieuwingproject van “Robbrecht en Daem Architecten”.
2. INRICHTING De inrichting maakt gebruik van de noodzakelijke infrastructuur, voetpaden, nutsvoorzieningen, nodig om de bestemming te verwezenlijken. Materialen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. In de zone kan een promenade met groenaanleg en straatmeubilair aanleg ingericht worden. De exacte inrichting zal aangeduid worden via een globale inrichtingsstudie, gekoppeld aan de stedenbouwkundige aanvraag. De inrichting moet gericht zijn op versmalling van de rijstroken, verbreding van de voetpaden, inbreng van stedelijk groen en laanbeplanting, stedelijk meubilair, eventueel inbreng van waterelementen, kunstwerken. In de zone kan een vormelijk referentie-element worden aangebracht op de kruising van de Pastoor Dergentlaan met de Herseltsesteenweg. (indicatieve aanduiding stadspoort)Het vormelijke referentie-element moet steeds deel uit van de globale weginrichting.
Speciale inrichtingen kunnen voorzien worden om de snelheid van de voertuigen te verlagen.
Het zal dus ook steeds deel uitmaken van de stedenbouwkundige aanvraag van die weginrichting. Het kan de vorm aannemen van een kunstwerk, markeringen in de straatbekeding, waterpartijen met fontein, groenaanplantingen, ….
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
95
TOELICHTING
ARTIKEL 14: ZONE VOOR WOONSTRAAT 1.
BESTEMMING Deze zone is bestemd voor lokaal woonverkeer. In deze zone kunnen eveneens speciale inrichtingen aangebracht worden: - voor een markant gebouw, - voor de aanleg van een kade en plein langs de Amerstraat, - voor de doorgang van de indicatieve langzaamverkeerroute van art 18.
2.
3 -
-
De voormalige voetweg 47 is opgenomen als woonstraat. De rooilijn van deze straat komt voort uit het BPA dat via dit RUP in herziening wordt gebracht. Voor andere nieuwe of gewijzigde rooilijnen zal een rooilijnplan dienen te worden opgemaakt.
INRICHTING De inrichting maakt gebruik van de noodzakelijke infrastructuur, parkeergelegenheid, voetpaden, nutsvoorzieningen, groenaanleg en straatmeubilair nodig om de bestemming te verwezenlijken. Materialen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. INDICATIEVE AANDUIDING VOOR MARKANTE BEBOUWING Bestemming: Multifunctioneel gebouw/constructie met wonen, openbaar nut, horeca. De bestemming op het gelijkvloers moet steeds pleinversterkend zijn. Inrichting van de bebouwing: De bebouwing is in te planten in de omgeving van de indicatief aangegeven plaats binnen de zone van weginrichting als plein/kade. De bebouwing moet gericht zijn naar de Demer en de Molens die van hieruit zichtbaar zijn. Het gelijkvloers moet maximaal transparant zijn. De maximale grondoppervlakte bedraagt 225m². Aantal bouwlagen en samenhangende kroonlijsthoogte: 5 bouwlagen. De totale bouwhoogte (dakvorm inbegrepen) bedraagt maximaal 15m Dakvorm: Dakvorm is vrij binnen de aangegeven maximale totale bouwhoogte. Materialen: Alle zichtbare gevels worden op architecturaal hoogstaande wijze als volwaardige gevels afgewerkt. De architectuur moet een hedendaagse uitstraling hebben en uitdrukking geven aan de bestemming die ze herbergt. Het
Deze inrichting zal vooral als doel hebben om de snelheid van de voertuigen te verlagen ten einde een aangenaam woonklimaat te verwezenlijken Speciale inrichtingen kunnen voorzien worden om de snelheid van de voertuigen te verlagen.
Een inrichtingsstudie, horend bij de stedenbouwkundige aanvraag, zal aantonen dat de weerhouden plaats de beste is op gebied van zichtbaarheid, doorgang van verkeer, bereikbaarheid. Er moet gezocht worden naar interessante perspectieven vanaf de Elisabethlaan in de richting van ’s Hertogenmolens. Het ontwerp kan op vraag van de gemeente worden voorgelegd aan de GECORO en aan de Vlaamse Bouwmeester die bijkomend advies kunnen geven over inplanting, vormgeving, materialen en uitstraling van het gebouw op het plein, als stadspoort en in aanwezigheid van de ‘s Hertogenmolen.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
gebouw moet een wezenlijke referentiewaarde hebben voor de zone waarin het geplaatst wordt en voor de ruimere omgeving.
96
TOELICHTING
4. INDICATIEVE AANDUIDING VOOR WEGINRICHTING ALS PLEIN/KADE.
-
-
Op het einde van de Bogaardenstraat ter hoogte van de Demer kan een plein/kade aangelegd gericht op de aanwezigheid van de Demer. De plein/kadeaanleg moet aan volgende minimumcriteria voldoen: Het concept van plein/kadeaanleg moet geïntegreerd zijn in een totale inrichtingsstudie (gekoppeld aan de stedenbouwkundige aanvraag van het markant gebouw), vanaf de Bogaardenstraat, langsheen de Demer via de kruising met de Amerstraat en tot de kruising met de Elisabethlaan. De inrichting werkt stedelijk groen, stedelijk meubilair, verlichting, en straataanleg uit. Zij houdt tevens rekening met bestaande en toekomstige bebouwing langs de Demer (zie art. residentieel wonen) De plein/kadeaanleg moet worden uitgevoerd in esthetische materialen, die tevens duurzaam in de tijd zijn.
ARTIKEL 15: ZONE VOOR LOKAAL GEMENGD VERKEER 1.
BESTEMMING De weg is bestemd voor gezamenlijk gemengde lokale verkeer van zowel autoverkeer, als voetgangers en fietsers. Langsheen de Demer kan een kade aangelegd gericht op de aanwezigheid van de Demer en ’s Hertogenmolens.
2.
INRICHTING De inrichting maakt gebruik van de noodzakelijke infrastructuur, voetpaden, nutsvoorzieningen, groenaanleg en straatmeubilair nodig om de bestemming te verwezenlijken. Materialen moeten maximaal waterdoorlatend zijn.
3.
Deze inrichting zal vooral als doel hebben om de snelheid van de voertuigen te verlagen ten einde een veilige oversteekplaats voor fietsers en voetgangers te creëren en een aangenaam leefklimaat te verkrijgen voor winkelen, wonen, schoolverkeer en bedrijvigheid
INDICATIEVE AANDUIDING VOOR WEGINRICHTING ALS PLEIN Op het einde van de Bogaardenstraat ter hoogte van de
Speciale inrichtingen kunnen voorzien worden om de snelheid van de voertuigen te verlagen.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
-
-
Demer kan een plein/kade aangelegd gericht op de aanwezigheid van de Demer. De plein/kadeaanleg moet aan volgende minimumcriteria voldoen: Het concept van de plein/kadeaanleg moet geïntegreerd zijn in een totale inrichtingsstudie (gekoppeld aan de stedenbouwkundige aanvraag), vanaf de Bogaardenstraat, langsheen de Demer via de kruising met de Amerstraat en tot de kruising met de Elisabethlaan. De inrichting houdt tevens rekening met bestaande en toekomstige bebouwing langs de Demer (zie art. residentieel wonen) De plein/kadeaanleg moet worden uitgevoerd in esthetische materialen, die tevens duurzaam in de tijd zijn.
97
TOELICHTING
ARTIKEL 16: ZONE VOOR GROENE OPENBARE PARKING 1.
BESTEMMING De zone is bestemd als een groene parking en de hieraan noodzakelijke infrastructuur (o.a. groenaanleg, paden, verlichting,...) die bijdragen tot een kwalitatieve omgeving.
2.
De parking slaat op het gebied tussen de August Reyerslaan en de Oostelijke Ring. De parking dient voornamelijk voor het winkelverkeer in het Schaluin en de Gasthuisstraat.
INRICHTING Constructies zijn verboden. Enkel kleinschalige en geïntegreerde informatieborden in onopvallende kleurcombinaties aan de ingang van de parkeergelegenheid zijn toegestaan. De parking moet bediend worden via de August Reyerslaan. De zone mag maximaal voor 60% verhard worden. Er moet voldoende groenvoorziening ingebracht worden in de openbare parking: minstens 1 hoogstammige boom per 3 parkeerplaatsen ingericht worden (eventueel groepeerbaar volgens inrichtingsplan). De groeninrichting moet een open zicht toelaten aan de zijde van de Oostelijke Ring. De verhardingen van de parkeergelegenheid moeten bestaan uit maximaal waterdoorlatend materiaal. Naar aanleiding van de stedenbouwkundige aanvraag van de inrichting zal steeds een globaal inrichtingsplan met aanduiding van ingangen, parkeerplaatsen en groen, bijgevoegd worden. De aanwezige Laak moet hierbij op kwalitatieve wijze in het concept van de aanvraag worden
Een toegang rechtsreeks vanaf de oostelijke ring kan gevaarlijke verkeerssituaties opleveren en is dus logischer langs de August Reyerslaan. Dit open zicht vanaf de oostelijke ring is belangrijk als kennisgeving aan en stimulans voor de weggebruiker om deze parking te gebruiken en niet het Schaluin in te rijden.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
geïntegreerd (invloed van de ligging op het ontwerp van de parkeerplaatsen en de circulatie op de parking, zichtbaarheid en bereikbaarheid van de Laak voor passanten op de parking, natuurlijke oeverbehandeling, schikking van de groenvoorziening rond de Laak, opstelling van stedelijk meubilair en verlichting rond de Laak,...). Er kunnen geen reliëfwijzigingen worden uitgevoerd. Er mogen echter wel ondergrondse maatregelen getroffen worden om overstromingen van en wateroverlast in het gebied tegen te gaan (drainage,...)
98
TOELICHTING
ARTIKEL 17: ZONE VOOR VOETWEG EN FIETSPAD 1.
BESTEMMING Deze zone is bestemd voor langzaam verkeer (voetgangers en fietsers). In uitzonderlijke gevallen kunnen deze wegen toegankelijk zijn voor dienstverkeer.
2.
Deze zone vraagt een specifieke aanduiding en inrichting voor trager niet gemotoriseerd verkeer.
INRICHTING De inrichting maakt gebruik van de noodzakelijke infrastructuur, nutsvoorzieningen, groenaanleg en straatmeubilair nodig om de bestemming te verwezenlijken. Materialen moeten maximaal waterdoorlatend zijn. De minimale breedte moet steeds 2.50m bedragen.
Speciale inrichtingen kunnen voorzien worden om de toegang voor voertuigen te vermijden.
ARTIKEL 18: INDICATIEVE AANDUIDING LANGZAAM VERKEERSROUTE 1.
BESTEMMING Deze zone is bestemd voor langzaam verkeer (voetgangers en fietsers). Deze zone is nog niet aangelegd en wordt aangegeven met een indicatief tracé op het grafische plan. In uitzonderlijke gevallen kunnen deze wegen toegankelijk zijn voor dienstverkeer.
2.
Deze zone vraagt een specifieke aanduiding en inrichting voor langzaam niet gemotoriseerd verkeer.
INRICHTING De vermelde routes voor langzaam verkeer kunnen ingericht worden volgens de indicatief aangegeven aanduiding. De
Speciale inrichtingen kunnen voorzien worden om de toegang voor voertuigen te vermijden.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
99
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
minimale breedte moet 2.50m bedragen. De doorgang moet gegarandeerd worden en mag niet afgesloten worden. De inrichting maakt gebruik van de noodzakelijke infrastructuur, nutsvoorzieningen, groenaanleg en straatmeubilair nodig om de bestemming te verwezenlijken.
Dit slaat op de typische ontsluitingsstraatjes van het binnengebied in de “tuinwijk” en op twee andere ontsluitingswegen voor garages (aan supermarkt en aan de Bekaflaan).
ARTIKEL 19: ZONE VOOR DIENSTWEGEN
1.
BESTEMMING Deze zone is bestemd voor de bestaande ontsluiting van tuinen en garages.
2.
De aanduiding is specifiek gericht op de bedieningwegen voor gemotoriseerd lokaal verkeer van de bewoners in de woonwijk.
INRICHTING De inrichting maakt gebruik van de noodzakelijke infrastructuur en nutsvoorzieningen nodig om de bestemming te verwezenlijken.
ARTIKEL 20: ZONE NON-AEDIFICANDI 1.
TOELICHTING
VOOR
WATERLOPEN (GROTE LAAK + DEMER) +
Speciale inrichtingen kunnen voorzien worden om de snelheid van de voertuigen te verlagen.
ZONE
BESTEMMING De zone is bestemd voor de loop van de Grote Laak en voor de Demer. en voor de bijhorende zone non-aedificandi. In deze zone zijn alle onderhoudswerken mogelijk die door de beheerder van de beek/rivier toegestaan worden of noodzakelijk zijn.
2.
INRICHTING De inplanting van deze zone komt overeen met de planaanduiding en/of het werkelijk tracé ter plaatse van de waterweg. De oevers kunnen ten behoeve van natuurontwikkeling of ten behoeve van stedelijke ontwikkeling (aanleg kades, bruggen) ingericht worden. De breedte van de zone non-aedificandi bedraagt 5m. Er mogen in de zone non-aedificandi kades, en stedelijk meubilair geplaatst worden met akkoord van de beheerder
Concreet gaat dit over de aanleg van de kade langs de Demer, die gedeeltelijk in de zone non-aedificandi valt. Voor het welslagen van het project moet hier stedelijk meubilair kunnen
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
meubilair geplaatst worden met akkoord van de beheerder van de beek/rivier.
ARTIKEL 21: ZONE VOOR SPOOR Deze zone is bestemd voor de aanleg en het onderhoud van spoorweginfrastructuur.
100
TOELICHTING ingericht worden.
SumResearch / RUP “Elisabethlaan” te Aarschot
101
DATUM
OPGESTELD TE BRUGGE, OKTOBER
PROJECTLEIDER
PATRICK MAES, GEOGRAAF – RUIMTELIJK PLANNER,
PROJECTMEDEWERKERS
WIM GEEROMS, ARCHITECT – STEDENBOUWKUNDIGE PHILIP MARCHAND, GRAFICUS
SUMCONTACT
WATERLOOLAAN 90 B-1000 BRUSSEL T: +32 2 512 70 11 F: +32 2 512 31 90
[email protected]
2007 VENNOOT
COUPURE RECHTS 164B B-9000 GENT T 09 - 225 54 88 F 09 -223 98 92
[email protected]