Provincie
Limburg
Arrondissement
Hasselt
Stad
Genk
Dossiernr:
07027/12
september 2009
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “zonevreemde bedrijven” te Genk Toelichtingsnota– stedenbouwkundige voorschriften
Opdrachtgever: Stad Genk Dieplaan 2 3600 Genk
Libost-Groep nv.
Ontwerp- en adviesbureau
Vestiging Hasselt Herckenrodesingel 101 3500 Hasselt tel: 011/26.08.70 fax: 011/26.08.80 email:
[email protected]
afdeling ruimtelijke planning Vestiging Vlaams Brabant Domeinstraat 11A 3010 Kessel-Lo tel: 016/89.34.40 fax: 016/89.57.83 em ail:
[email protected]
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Revisie A B C D E F G H
Opmerking Verantwoordings nota Toelichtingsnota Voorontwerp Indiening voor plenair overleg Aanpassingen na plenair overleg – indiening voorlopige vaststelling Aanpassingen in het kader van het opstellen van de screeningsnota Aanpassingen in het kader van het openbaar onderzoek Indiening definitieve aanvaarding en goedkeuringsprocedure
Naam
Handtekening
datum
Opgemaakt
An Jamers
Ruimtelijke planner
Lowie Steenwegen
Ge verifieerd
Lowie Steenwegen
11 september 2009
Peter Govaerts
14 september 2009
09 september 2009
Projectleider Vrijgegeven Afdelingshoofd
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 2/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven” Genk Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van ………………….. 2009
De Secretaris,
De Burgemeester,
Dhr. Rudi Haeck
Dhr. Jef Gabriels
Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het stadhuis van Genk werd neergelegd van …………….. tot …………… 2009 De Secretaris,
De Burgemeester,
Dhr. Rudi Haeck
Dhr. Jef Gabriels
Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van …………………. 2009 De Secretaris,
De Burgemeester,
Dhr. Rudi Haeck
Dhr. Jef Gabriels
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 3/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Inhoud TITEL I: TOELICHTINGSNOTA
7
1
7
1.1 1.2
IN UITVOERING VAN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN B INDENDE BEPALINGEN RICHTINGGEVENDE BEPALINGEN
7
BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND
11
4
BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND
22
GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR
5.1 VIS IE 5.2 ALGEMEN E DOELS TELLINGEN VOOR DE VERS CHILLEND E D EELGEBIEDEN 5.2.1 KLEINSCHALIGHEID BEKLEMTONEN 5.2.2 BESCHERM EN VAN DE WOONOMGEVING 5.2.3 NATUURWAARDEN VRIJWAREN 5.2.4 INTENSIEF RUIMTEGEBRUIK AANMOEDIGEN 5.2.5 RUIMTELIJKE M EERWAARDEN CREËREN 5.3 SPECIFIEKE DOELS TELLINGEN VOOR DE VERS CHILLENDE D EELGEBIEDEN 5.3.5 GENKER P LANTENCENTRUM 5.3.6 GEM EENTELIJKE SERRES 5.3.7 VINCENT ROBERT 5.3.8 SLACHTHUIS 5.3.9 GERRITS-BORM ANS 5.3.10 GEM EENTELIJKE WERKPLAATSEN BODEM 5.3.11 LANDBOUWGEBIED IN DE MATEN 5.4 RUIMTELIJKE VEILIGHEIDS RAPPORTAGE 5.5 WATERTOETS 5.6 MER PLICHT 5.6.5 VORM EN PROCEDURE 5.6.6 CONCLUSIE SCREENINGSNOTA 5.7 RUIMTEBALANS 5.8 OP TE HEFFEN VOORS CHRIFTEN
52
7
3
5
6 6.1 6.2 6.3
INVENTARISATIE VAN DE ZONEVREEMDE BEDRIJVEN
GENKER P LANTENCENTRUM GEM EENTELIJKE SERRES VINCENT ROBERT SLACHTHUIS GERRITS-BORM ANS GEM EENTELIJKE WERKPLAATSEN BODEM LANDBOUWGEBIED IN DE MATEN
52
7 7
2
4.1.5 4.1.6 4.1.7 4.1.8 4.1.9 4.1.10 4.1.11
TITEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
22 26 28 30 32 34 36
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 8
ARTIKEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN B EGRENZING VAN HET PLANGEBIED WIJZE VAN METEN GEHANTEERDE BEGRIPPEN
52 52 52
ARTIKEL 2: ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
53
OVERGANGS BEPALING ONBEBOUWD E GRONDEN B EPALINGEN VOOR ALLE GEBOUWEN IN HET PLANGEBIED B EPALINGEN VOOR HET BEHOUD VAN WAARDEVOLLE BOMEN EN KLEIN E LANDSCHAPS ELEMENTEN WATERTOETS INRICHTING N IET-BEBOUWDE GEBIED EN ARTIKEL 3: SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR DE VERSCHILLENDE DEELGEBIEDEN
54
ARTIKEL 4: LOKAAL PARA-AGRARISCH BEDRIJVENTERREIN
55
ARTIKEL 5: HERBEVESTIGD NATUURGEBIED STEDELIJKE SERRES
56
ARTIKEL 6: UITGESTELD STEDELIJK ONTWIKKELINGSGEBIED SLACHTHUIS
57
ARTIKEL 7: LOKAAL BEDRIJVENTERREIN VENNESTRAAT
58
ARTIKEL 8: NATUURONTWIKKELINGSGEBIED STIEMERBEEK EN STEILRAND
59
ARTIKEL 9: UITBREIDING STEDELIJKE WERKPLAATSEN ‘BODEM’
60
ARTIKEL 10: UITGESTELD WOONGEBIED HORNSZEE
61
ARTIKEL 11: LANDSCHAPSBUFFER
62
ARTIKEL 12: NATUURONTWIKKELINGSGEBIED DE MATEN
63
ARTIKEL 12: NATUURONTWIKKELINGSGEBIED VOGELSBERG
64
38 38 38 38 38 38 38 38 39 39 41 42 43 44 45 46 47 47 48 49 49 49 49
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
53 53 53 53 53 53
september 2009
pag. 4/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Figuren
Tabellen
Figuur 1: Voorbeeld van een inventarisatiefiche.................................................................................................................................................8 Figuur 2: Juridische toestand Genker Plantencentrum................................................................................................................................... 11 Figuur 3: Vergunningstoestand Genker Plantencentrum................................................................................................................................ 12 Figuur 4: Juridische toestand Gemeentelijke serres ....................................................................................................................................... 13 Figuur 5: Vergunningstoestand gemeentelijke serres..................................................................................................................................... 13 Figuur 6: Juridische toestand slagerij Vincent Robert..................................................................................................................................... 14 Figuur 7: Vergunningstoestand Vincent Robert............................................................................................................................................... 15 Figuur 8: Juridische toestand Slachthuis........................................................................................................................................................... 16 Figuur 9: Vergunningstoestand Slachthuis ....................................................................................................................................................... 17 Figuur 10: Juridische toestand Gerrits-Bormans.............................................................................................................................................. 18 Figuur 11: Vergunningstoestand Gerrits-Bormans .......................................................................................................................................... 19 Figuur 12: Juridische toestand uitbreiding stedelijke werkplaatsen Bodem ................................................................................................ 20 Figuur 13: Juridische toestand landbouwgebied in De Maten ....................................................................................................................... 21 Figuur 14: Bestaande ruimtelijke structuur........................................................................................................................................................ 23 Figuur 15: Bestaande feitelijke toestand ........................................................................................................................................................... 24 Figuur 16: Impressies van het Genker Plantencentrum.................................................................................................................................. 25 Figuur 17: Bestaande ruimtelijke structuur........................................................................................................................................................ 27 Figuur 18: Bestaande ruimtelijke structuur........................................................................................................................................................ 29 Figuur 19: Bestaande ruimtelijke structuur........................................................................................................................................................ 31 Figuur 20: Bestaande ruimtelijke structuur........................................................................................................................................................ 33 Figuur 21: Bestaande ruimtelijke structuur........................................................................................................................................................ 35 Figuur 22: Bestaande ruimtelijke structuur........................................................................................................................................................ 37 Figuur 23: Gewenste ruimtelijke structuur......................................................................................................................................................... 39 Figuur 24: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling.................................................................................................................................................... 39 Figuur 25: Mogelijke acties ter realisatie van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling................................................................................. 40 Figuur 26: Gewenste ruimtelijke structuur......................................................................................................................................................... 41 Figuur 27: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling.................................................................................................................................................... 41 Figuur 28: Gewenste ruimtelijke structuur......................................................................................................................................................... 42 Figuur 29: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling.................................................................................................................................................... 42 Figuur 30: Gewenste ruimtelijke structuur......................................................................................................................................................... 43 Figuur 31: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling.................................................................................................................................................... 43 Figuur 32: Gewenste ruimtelijke structuur......................................................................................................................................................... 44 Figuur 33: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling.................................................................................................................................................... 44 Figuur 34: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling.................................................................................................................................................... 45 Figuur 35: Gewenst ontwikkelingsperspectief.................................................................................................................................................. 46 Figuur 36: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling.................................................................................................................................................... 46 Figuur 37: Beslissingsschema ruimtelijke veiligheidsrapportage .................................................................................................................. 47 Figuur 38: Traject beoordeling noodzaak opstellen planMER of ontheffing tot verplichting van opstellen plan MER.......................... 48
Tabel 1: Inventarisatie zonevreemde bedrijven...................................................................................................................................................7 Tabel 2: Geactualiseerde basislijst zonevreemde bedrijven.............................................................................................................................8 Tabel 3: Onderzoek naar noodzaak en wenselijkheid van op te nemen bedrijven .......................................................................................9 Tabel 4: Onderzoek naar noodzaak en wenselijkheid van op te nemen bedrijven (2).............................................................................. 10 Tabel 5: Juridische Toestand Genker Plantencentrum................................................................................................................................... 11 Tabel 6: Juridische Toestand Gemeentelijke serres ....................................................................................................................................... 12 Tabel 7: Juridische toestand slagerij Vincent Robert...................................................................................................................................... 14 Tabel 8: Juridische toestand Slachthuis............................................................................................................................................................ 16 Tabel 9: Juridische toestand Gerrits-Bormans................................................................................................................................................. 18 Tabel 10: Juridische toestand Gemeentelijke werkplaatsen Bodem ............................................................................................................ 20 Tabel 11: Juridische toestand landbouwgebied in De Maten ........................................................................................................................ 21 Tabel 12: Ruimtebalans ....................................................................................................................................................................................... 49
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 5/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 6/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
TITEL I: Toelichtingsnota
2
1
De inventarisatie van de zonevreemde bedrijven is uitgevoerd in het kader van de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Een breed selectieproces tijdens de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan leidde tot een lijst van 32 zonevreemde bedrijven waarvan de opname in een RUP zonevreemde bedrijven verder onderzocht kon worden.
IN UITVOERING VAN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN
1.1 BINDENDE BEPALINGEN In de bindende bepalingen van het ruimtelijk structuurplan Genk 1 is de opmaak van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan voor de zonevreemde bedrijven opgenomen.2 RKB 24. Opmaak van een BPA / RUP zonevreemde bedrijven “Op basis van de inventaris van de zonevreemde bedrijven en de principes van het afwegingskader, zoals vermeld in het richtinggevend gedeelte, differentieert en categoriseert de stad de zonevreemde bedrijven. Zij maakt een BPA/RUP op of neemt de problematiek mee bij de opmaak van andere ruimtelijke uitvoeringsplannen.” 3
1.2 RICHTINGGEVENDE BEPALINGEN In het richtinggevend deel van het structuurplan worden de ontwikkelingsperspectieven voor de zonevreemde en gebiedsvreemde bedrijven aangeduid. 4 De beschrijving duidt een ruim ontwikkelingskader aan dat opgebouwd werd op basis van gedetailleerd onderzoek. De ontwikkelingsperspectieven zijn opgesteld in functie van de deelruimte en de ligging in kwetsbaar of niet-kwetsbaar gebied.
INVENTARISATIE VAN DE ZONEVREEMDE BEDRIJVEN
Tabel 1: Inventarisatie zonevreemde bedrijven
nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
Update inventarisatie zonevreemde bedrijven Naam bedrijf Adres Stoeterij Schaapdries Schaapdries 28 Crijns Emiel Putweierstraat 6 Dubois Christian Maaseikerbaan 147 Evangelista Francesco Noordlaan 18 Genker Plantencentrum Hengelhoefstraat 118 Smeets Henri Holenteerstraat 1A Selo Demir Hengelhoefstraat 183 Gemeentelijke serres Volmolen Klados bvba Kneipstraat 267A Bewel Lucien Londotstraat 13 Goossens Spoorstraat 7 Bruno bvba Driehoevenstraat 1A Rembo Styling Weg naar As 246 Gerrits-Bormans Maaseikerbaan 173 Driessen Clement Sledderloweg 59 Queen of the South Hasseltweg 377 Steyfkens Hasseltweg 363 Bergmans Calvariestraat 15 Berben Hasseltweg 156 Vincent Robert Vennestraat 134 Slachthuis Europalaan 11 Meuwes Peerdsdiefwijer 35 Benahool Weg naar As 255 IMBM Lindebosstraat 20 Lisec Craenevenne 86 PLM nv Lucien Londotstraat 15 Berghaus Gouverneur Alex. Galopinstraat W asserij De Zwaan Past. Raeymaekersstraat 12 Bierhandel Peeters Mosselerlaan 23 New Systems Kuilenstraat 81 Symons - Jacobs Zaveldriesstraat 8 Aannemer Loix Lucien De Schom 11
1
Ruimtelijk structuurplan Genk, goedgekeurd door bestendige deputatie op 9 maart 2006 Ruimtelijk structuurplan Genk, bindende bepalingen, p. 17 Ruimtelijk structuurplan Genk, bindende bepalingen, p. 17 4 Ruimtelijk structuurplan Genk, richtinggevend deel, p. 102 en volgende 2 3
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 7/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Nader onderzoek, uitgevoerd bij de start van dit planproces, leert dat een aantal bedrijven van de lijst zoals opgenomen in het structuurplan niet langer bestaan of dat de activiteiten niet meer op de locaties worden uitgevoerd. Het betreft 8 bedrijven (zie Tabel 2: Geactualiseerde basislijst zonevreemde bedrijven en Stoeterij Schaapdries. Stoeterij Schaapdries is gelegen in een woonuitbreidingsgebied. In de richtinggevende bepalingen van het ruimtelijk structuurplan Genk is het gebied ‘De Richter’ in de woonprogrammatie aangeduid als een prioritair te ontwikkelen woonuitbreidingsgebied. Het gebied met nr. 1.36 heeft een oppervlakte van ca. 10.13ha. Aan een woningdichtheid van 25 woningen per hectare kunnen ca. 253 woningen gerealiseerd worden.5 Voor dit gebied wordt inmiddels een RUP opgesteld dat de bestemming omzet naar woongebied.
Voor alle andere (23) bedrijven is vervolgens een inventarisatiefiche opgesteld met: Algemene informatie: ligging, juridische bepalingen, activiteit en voorkomen; Een situering op topografische kaart (1/10.000); Een situering op het gewestplan (1/10.000); Een situering op de orthofoto (1/5.000); Een situering op het kadasterplan (1/2.500); Een beschrijving van de deelruimte; Een beschrijving van de gewenste ontwikkeling van de deelruimte; Een beschrijving van het zonevreemde bedrijf; Het aanduiden van gewenste ontwikkelingsperspectieven; Het formuleren van een advies voor de gewenste ontwikkeling.
Tabel 2: Geactualiseerde basislijst zone vreemde bedrijven
Kaart 1: Situering van de geïnventariseerde zonevreemde bedrijven ten opzichte van het gewestplan
nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
5
Update inventarisatie zonevreemde bedrijven Naam bedrijf Adres Situatie 06/2007 Stoeterij Schaapdries Schaapdries 28 Recreatieve inrichting Crijns Emiel Putweierstraat 6 Niet langer actief Dubois Christian Maaseikerbaan 147 In bedrijf Evangelista Francesco Noordlaan 18 In bedrijf Genker Plantencentrum Hengelhoefstraat 118 In bedrijf Smeets Henri Holenteerstraat 1A Niet langer actief Selo Demir Hengelhoefstraat 183 Niet langer actief Gemeentelijke serres De Schom 112 In bedrijf Klados bvba Kneipstraat 267A Niet langer actief Bewel Lucien Londotstraat 13 Niet langer actief Goossens Spoorstraat 7 Niet langer actief Bruno bvba Driehoevenstraat 1A Niet langer actief Rembo Styling Weg naar As 246 In bedrijf Gerrits-Bormans Maaseikerbaan 173 In bedrijf Driessen Clement Sledderloweg 59 In bedrijf Queen of the South Hasseltweg 377 In bedrijf Steyfkens Hasseltweg 363 In bedrijf Bergmans Calvariestraat 15 In bedrijf Berben Hasseltweg 156 In bedrijf Vincent Robert Vennestraat 134 In bedrijf Slachthuis Europalaan 11 In bedrijf Meuwes Peerdsdiefwijer 35 In bedrijf Benahool Weg naar As 255 In bedrijf IMBM Lindebosstraat 20 In bedrijf Lisec Craenevenne 86 In bedrijf PLM nv Lucien Londotstraat 15 Niet langer actief Berghaus Gouverneur Alex. Galopinstraat In bedrijf Wasserij De Zwaan Past. Raeymaekersstraat 12 In bedrijf Bierhandel Peeters Mosselerlaan 23 In bedrijf New Systems Kuilenstraat 81 In bedrijf Symons - Jacobs Zaveldriesstraat 8 In bedrijf Aannemer Loix Lucien De Schom 11 In bedrijf
Figuur 1: Voorbeeld van een inventarisatiefiche
Advies uitdoven Niet opnemen onderzoeken onderzoeken onderzoeken Niet opnemen Niet opnemen onderzoeken Niet opnemen Niet opnemen Niet opnemen Niet opnemen onderzoeken onderzoeken onderzoeken onderzoeken onderzoeken onderzoeken onderzoeken onderzoeken onderzoeken onderzoeken onderzoeken onderzoeken onderzoeken Niet opnemen onderzoeken onderzoeken onderzoeken onderzoeken onderzoeken onderzoeken
Ruimtelijk structuurplan Genk, richtinggevend deel, p. 77
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 8/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Tabel 3: Onderzoek naar noodzaak en wenselijkheid van op te nemen bedrijven
nr. Naam bedrijf 1 Dubois Christian
2 Evangelista Francesco
Adres Maaseikerbaan 147
Noordlaan 18
3 Genker Plantencentrum Hengelhoefstraat 118
4 Gemeentelijke serres
De Schom 112
5 Rembo Styling
Weg naar As 246
6 Gerrits-Bormans
Maaseikerbaan 173
7 Driessen Clement
Sledderloweg 59
8 Queen of the South
Hasseltweg 377
9 Steyfkens
Hasseltweg 363
10 Bergmans
Calvariestraat 15
11 Berben
Hasseltweg 156
12 Vincent Robert
Vennestraat 134
13 Slachthuis
Europalaan 11
14 Meuwes
Peerdsdiefwijer 35
Deze fiches zijn opgenomen in bijlage. Uit deze inventarisatie, op basis van studie en na overleg, werden 5 bedrijven aangeduid die in aanmerking komen voor een opname in het RUP zonevreemde bedrijven. 6 Dit aantal is beperkt omwille van: het stopzetten van activiteiten; het ondertussen deel uitmaken van een nieuw opgemaakt ruimtelijk uitvoeringsplan waardoor de bedrijven niet langer zonevreemd zijn (BPA Hasseltweg, BPA Transportzone); het feit dat de bedrijven meer omgevings- dan wel zonevreemd zijn waardoor de bestaande plannen van aanleg voldoende ontwikkelingsperspectieven waarborgen. Dit onderzoek is gevoerd op basis van: desk research (beleidsplannen en documenten, juridische situatie); luchtfotografie; terreinonderzoek; een enquête; een ruimtelijk omgevingsonderzoek Een beknopte samenvatting van dit onderzoek is opgenomen in Tabel 3: Onderzoek naar noodzaak en wenselijkheid van op te nemen bedrijven en Tabel 4: Onderzoek naar noodzaak en wenselijkheid van op te nemen bedrijven (2).
6
Afweging en verantwoording Diverse overtredingen Schaal overschrijdt ruimtelijke draagkracht Visie van het structuurplan Uitdovende activiteit Gelegen in tuinzone van tuinwijk Ligging nabij woonlint Goede ruimtelijke inpassing Beperkte ruimtelijke hinder Gezonde economische dynamiek Niet vergunde inname van natuurgebied Ruimtelijk geïsoleerde ligging in natuurgebied Ligging in Bijzondere Beschermingsgebieden Afnemende dynamiek Aflopende milieuvergunning Herlokalisatie wenselijk en mogelijk Ligging in centrum Bret Nood aan woongebieden Productie reeds geherlocaliseerd Rubberactiviteit dooft uit Beperkte uitbreiding handelszaak is mogelijk mits status quo m² verkoopsoppervlakte Verderzetten rubberbewerking niet wenselijk Ontwikkeling woongebied niet hypotheceren Nieuwe vergunningen enkel na sanering terrein Ligging in residentieel woonlint Schaal overschrijdt ruimtelijke draagkracht Ligging nabij recreatiegebieden Visie structuurplan Gelegen in BPA Hasseltweg Voldoende rechtszekerheid Gelegen in BPA Hasseltweg Voldoende rechtszekerheid Voldoende rechtszekerheid (MV tot 2013) Nieuwe milieuvergunning kan afgeleverd worden Groei niet wenselijk Niet gelegen in BPA Hasseltweg Deel van woonlint Voldoende rechtszekerheid (MV tot 2023) Groei niet wenselijk Belangrijke functie als trekker Vennestraat Ruimtelijk geïntegreerd voorkomen Handel moet kunnen uitbreiden Vleesverwerking beperken Milieuvergunning verzekeren Hinder relatief beperkt Milderende maatregelen mogelijk Behoud op deze plaats is niet wenselijk Toekomstige uitbreiding stad niet hypotheceren Beperkingen opleggen is wenselijk Ruimtelijk geïsoleerde ligging in natuurgebied Diverse veroordelingen
Zie bijlage: fiches zonevreemde bedrijven
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 9/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Tabel 4: Onderzoek naar noodzaak en wenselijkheid van op te nemen bedrijven (2)
nr. Naam bedrijf 15 Benahool
Adres Weg naar As 255
Afweging en verantwoording Ligging in centrum Bret Beperkte relatie met kern Geen rechtsonzekerheid Bestendiging op lange termijn niet wenselijk
16 IMBM
Lindebosstraat 20
Geen activiteit meer Deels gesitiueerd in residentieel woonlint Deels gesitiueerd in natuurgebied Bedrijfsactiviteiten niet wenselijk
17 Lisec
Craenevenne 86
Reeds opgenomen in nieuw BPA
18 Berghaus
Gouverneur A. Galopinstraat Bedrijfsactiviteiten zijn verhuisd Bestendiging van bedrijfsactiviteiten niet wenselijk
19 Wasserij De Zwaan
Past. Raeymaekersstraat 12 Gelegen in woongebied in handelsomgeving Voldoende rechtszekerheid Nieuwe milieuvergunning kan afgeleverd worden
20 Bierhandel Peeters
Mosselerlaan 23
Voldoende rechtszekerheid Nieuwe milieuvergunning kan afgeleverd worden Groei niet wenselijk
21 New Systems
Kuilenstraat 81
Voldoende rechtszekerheid Nieuwe milieuvergunning kan afgeleverd worden Groei niet wenselijk
22 Symons - Jacobs
Zaveldriesstraat 8
Voldoende rechtszekerheid Nieuwe milieuvergunning kan afgeleverd worden Groei niet wenselijk
23 Aannemer Loix Lucien
De Schom 11
Voldoende rechtszekerheid Nieuwe milieuvergunning kan afgeleverd worden Groei niet wenselijk
Uit dit onderzoek blijkt dat slechts vijf bedrijven in aanmerking komen om opgenomen te worden in het RUP zonevreemde bedrijven. Het betreft: 1 bedrijf dat omwille van de schaal en de ligging zonevreemd is (Genker Plantencentrum); 1 bedrijf dat zonevreemd is en wenst te herlocaliseren (gemeentelijke serres); 1 bedrijf dat haar activiteiten binnen een aanvaardbaar ruimtelijk kader wenst te bestendigden (Gerrits - Bormans); 1 bedrijf dat omwille van de activiteiten zonevreemd is (vleesverwerking in een handelszone) en waardoor men niet de vereiste milieuvergunningen kan verlenen (Vincent Robert); 1 bedrijf waarvan het wenselijk is dat dit dat op termijn herlocaliseert en waarvan men het tijdelijk karakter van de bestaande bestemming wil beklemtonen.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 10/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Figuur 2: Juridische toestand Ge nker Plantencentrum
3
BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND
Onderstaande tabel reikt de elementen van de bestaande juridische toestand aan voor de plangebieden en omgeving. De rechtstoestand van de verschillende gebieden is tevens aangeduid op de kaarten van de deelgebieden: bestaande juridische toestand: gewestplan (bestemmingen); bestaande juridische toestand: overige bepalingen (beschermingsgebieden, buurtwegen,…); bestaande juridische toestand: kadasterplan (eigendomsstructuur) Tabel 5: Juridische Toestand Genker Plantencentrum
Genker Plantencentrum Gewestplan nr. 19 HasseltGenk: goedgekeurd K.B. 27/04/1994 Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten VEN gebieden Habitat- en vogelrichtlijngebieden Inbreuken tegen de stedenbouwkundige regelgeving
Voorkooprecht Verkavelingvergunningen Milieuvergunningen Openbare wegen
In het plangebied
Aanpalend aan het plangebied
Natuurgebied
Natuurgebied Woongebied
Geen
Geen
Geen Geen
Geen Geen
1402: 2 houten bergplaatsen (PV G/8808) 96/11: 3 schaduwserres, 1 plastic serre, 1 stapelplaats en een houten loods, 1 houten tuinhuisje, 1 toegangsweg, parking + wandelpaden (PV 96/NV/11) Geen Geen Geen In woonlint Hengelhoefstraat V489/2, 25/05/1983 Geen Geen Hengelhoefstraat Erfdienstbaarheid aan oostgrens van het perceel
Gewestplan
Kadasterplan
Fietspad Zwartberg-Winterslag
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 11/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Figuur 3: Vergunningstoestand Ge nker Plantencentrum Tabel 6: Juridische Toestand Gemeentelijke serres
Gemeentelijke serres In het plangebied
Gewestplan nr. 19 HasseltGenk: goedgekeurd K.B. 27/04/1994 Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten en reservaten VEN gebieden Habitat- en vogelrichtlijngebieden Inbreuken tegen de stedenbouwkundige regelgeving Voorkooprecht Verkavelingvergunningen Milieuvergunningen
Openbare wegen
Aanpalend aan het plangebied
Natuurgebied met wetenschappelijke waarde Natuurreservaat 23/01/1976
“De
Natuurgebied met wetenschappelijke waarde Woongebied Maten” Natuurreservaat “De Maten” 23/01/1976
‘De Maten’ Vogel- en Habitatrichtlijngebied ‘De Maten’ Geen
‘De Maten’ Vogel- en Habitatrichtlijngebied ‘De Maten’ Geen
VEN gebied Geen
VEN gebied Geen Geen
Vlarem 1-218 02/04/ 1998 (20 jaar) : - lozen huishoudelijk afvalwater - opslag van 836 kg biociden - opslag van 836 kg schadelijke stoffen - opslag van 20.000 l stookolie ondergronds - verwarmingsinstallatie 2 x 349 kW
De Schom
De Schom
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 12/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Figuur 4: Juridische toestand Gemeentelijke serres Figuur 5: Vergunningstoestand gemeentelijke serres
bestemming volgens gewestplan
kadasterplan
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 13/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Tabel 7: Juridische toestand slagerij Vincent Robert
Figuur 6: Juridische toestand slagerij Vincent Robert
Vincent Robert In het plangebied
Aanpalend aan het plangebied
Gewestplan nr. 19 HasseltGenk: goedgekeurd K.B. 27/04/1994
Woongebied
Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten VEN gebieden Habitat- en vogelrichtlijngebieden Inbreuken tegen de stedenbouwkundige regelgeving
Geen
Woongebied Uitbreidingsgebied voor stedelijke functies Bufferzone Geen
Geen Geen
Geen Geen
Voorkooprecht Verkavelingvergunningen Openbare wegen Milieuvergunningen VL2-382 31/02/ 2004 tem 8/04/ 2012
A1-1118 9/04/1981 (30j)
VL2-3 8/04/1992 (20j)
94/20: niet volgen van goedgekeurde plannen, 2000/27: garage bergplaats, afdak, ijzeren plaatgarage, onderkeldering hoofdgebouw Geen Geen Geen Geen Vennestraat-Kerkstraat Vennestraat-Kerkstraat Lozen van bedrijfsafvalwater afkomstig van de vlees verwerking via vet vangers Lozen van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering Koelinstallaties, luchtcompressoren en airco's met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tem 200 kW Opslag van 5000 l stookolie in een bovengronds e houder Vleesbewerkingsmachines met een totaal vermogen van van 61,02 kW - uitbreiding met 15,02 kW Verkooppunten van producten van dierlijke oorsprong (vlees, vis en gevogelte) alsmede de aan deze verkooppunten verbonden uitsnijeren Regularisatie, uitbreiding en omvorming van een groothandel in vlees en vleeswaren: beenhouwerij 42 kW (incl. koelcellen en vlees bewerkingsmachines) + opslag van propaangas (3000 liter) Uitbreiden van een slagerij met 1 transformator van 250 kVA + 1 compressor van 1,5 kW
bestemming volgens gewestplan
kadasterplan
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 14/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Figuur 7: Vergunningstoestand Vincent Robert
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 15/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Tabel 8: Juridische toestand Slachthuis
Figuur 8: Juridische toestand Slachthuis
Slachthuis Gewestplan nr. 19 HasseltGenk: goedgekeurd K.B. 27/04/1994 Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten VEN gebieden Habitat- en vogelrichtlijngebieden Inbreuken tegen de stedenbouwkundige regelgeving Voorkooprecht Verkavelingvergunningen Openbare wegen Milieuvergunningen Hernieuwing milieuvergunning VL1-34114/06/01 tot 14/ 06/21
In het plangebied
Aanpalend aan het plangebied
Zone voor openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen Geen
Zone voor openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen Natuurgebied Geen
Geen Geen
Geen Geen
Geen
Geen
Geen Geen Europalaan (gewestweg)
Geen Geen Europalaan (gewestweg) Geen
- Waterzuiveringsinstallatie + lozing effluent - 2 trans formatoren (elk 630 kVA) - Twee wasplaatsen van voertuigen (max. 30 voertuigen per dag)
- koelinstallaties (tot. 404,78 kW) - Opslag 18.000l propaangas en 9.900l CO2 - Opslag oxiderende, schadelijke en corrosieve en irriterende stoffen (370 kg) - Opslag gasolie 39.000 liter - Opslag milieugevaarlijke stoffen (375 kg) - Opslagplaatsen en/ of verkoops punt en van gevaarlijke stoffen, in verpakkingen met een
bestemming volgens gewestplan
inhoudsvermogen van maximaal 25 liter of 25 kg, voor zo ver de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg en 5.000 kg (opslag natriumhypochloriet en watrexontkalker
- Laboratorium - Opslag dierlijk mest (tssn 10 m³ en 100 m³) - Stoomgeneratoren (tssn 25l en 500l) - Verbrandingsinrichting zonder elektriciteitsproductie; stookinstallatie
- Slachthuis met meer dan 50 ton per dag geslachte dieren - Pensziederijen en darmwasserijen - Uitsnijderij - Opslagplaatsen voor producten van
kadasterplan
dierlijke oorsprong van meer dan 50 ton
- Grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 16/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Figuur 9: Vergunningstoestand Slachthuis
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 17/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Tabel 9: Juridische toestand Gerrits-Bormans
Figuur 10: Juridische toestand Gerrits-Bormans
Gerrits-Bormans Gewestplan nr. 19 HasseltGenk: goedgekeurd K.B. 27/04/1994 Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten VEN gebieden Habitat- en vogelrichtlijngebieden Inbreuken tegen de stedenbouwkundige regelgeving Voorkooprecht Verkavelingvergunningen Openbare wegen
In het plangebied
Aanpalend aan het plangebied
Woongebied
Natuurgebied
Geen
Geen
Geen Geen
Geen Geen
Geen vastgestelde inbreuken
Geen
Geen Geen Maaseikerbaan Erfdienstbaarheid van openbare riolering
Geen Geen Maaseikerbaan
Milieuvergunningen
Geen
Vlarem 2-94, 29 juli 1993 (20j):
- opslag van 10 voertuigwrakken, - lozen van huishoudelijk afvalwater, - lozen van bedrijfsafvalwater, - stallen van max. 25 voert uigen, - herstelwerkplaats voor motorvoertuigen, - opslag van 1.000lt gassen, - opslag van 500lt petroleum bovengronds, - opslag van 10.000lt stookolie bovengronds en 4.000lt in de kelder, - opslag van 4.500 lt diesel bovengronds, - opslag van 1.000lt afvalolie en 200lt smeerolie, - mechanisch behandelen van hout (8kW), - mechanische behandelen van metaal (19kW), -opslag voor textiel 10ton Vlarem 2-113, 13 sept 1995 tem al het voorgaande + 29 sept 2013: - opslag van 30 ton hout in een lokaal, - opslag van 40 ton kunststof in een lokaal, - opslag van 25 ton papier en karton in een lok aal, - opslag van 1.200 ton rubber en rubberen voorwerpen in open lucht
bestemming volgens gewestplan
kadasterplan
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 18/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Figuur 11: Vergunningstoestand Gerrits-Bormans
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 19/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Tabel 10: Juridische toestand stedelijke werkplaatsen Bodem
Figuur 12: Juridische toestand uitbreiding stedelijke werkplaatsen Bodem
Bodem Gewestplan nr. 19 HasseltGenk: goedgekeurd K.B. 27/04/1994 Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten VEN gebieden Habitat- en vogelrichtlijngebieden Inbreuken tegen de stedenbouwkundige regelgeving Voorkooprecht Verkavelingvergunningen Openbare wegen Milieuvergunningen
In het plangebied
Aanpalend aan het plangebied
Woongebied
Natuurgebied
Geen
Geen
Geen Geen
Geen Geen
Geen vastgestelde inbreuken
Geen
Geen Geen Wiemesmeerstraat Geen
Geen Geen Wiemesmeerstraat Gemeentelijke werkplaatsen Containerpark bestemming volgens gewestplan
kadasterplan
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 20/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Tabel 11: Juridische toestand landbouwgebied in De Maten
Figuur 13: Juridische toestand landbouwgebied in De Maten
Gerrits-Bormans Gewestplan nr. 19 HasseltGenk: goedgekeurd K.B. 27/04/1994 Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten VEN gebieden Habitat- en vogelrichtlijngebieden Inbreuken tegen de stedenbouwkundige regelgeving Voorkooprecht Verkavelingvergunningen Openbare wegen Milieuvergunningen
In het plangebied
Aanpalend aan het plangebied
Landschappelijk waardevol agrarisch gebied
Natuurgebied
Geen
Geen
Geen Geen
Ja Vogelrichtlijn- en Habitatgebied
Geen vastgestelde inbreuken
Geen
Pachtwetgeving Geen Geen Geen
Pachtwetgeving Geen Geen Geen
bestemming volgens gewestplan
kadasterplan
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 21/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Beschrijving bestaande feitelijke toestand
4
BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND
4.1.5 Genker Plantencentrum Beschrijving en historiek
Het plantencentrum bestaat uit vier delen: de verkoopsruimte, ruimte voor leveringen en stockage, vaste parkeerterreinen en weilanden en bossen. Een deel van de weilanden wordt in het hoogseizoen uitzonderlijk gebruikt als bijkomend parkeerterrein. In en om het plantencentrum zijn verschillende houtwallen aanwezig. •
Het Genker Plantencentrum is geleidelijk uitgegroeid tot een groot bedrijf dat gaandeweg steeds dieper in het natuurgebied ingeplant werd. Het gebruik van de ruimte varieert sterk. In het zuiden, aansluitend bij het woonlint van de Hengelhoefstraat, wordt de ruimte erg intensief gebruikt en bepaald door serres, bergingen, loodsen en verhardingen. Ten noorden van deze ruimte wordt de verkoopsruimte in open lucht omzoomd met een natuurlijke haag. Een strook aan de oostelijke perceelsgrens wordt gebruikt voor leveringen en stockage met een laad- en loskade voor vrachtwagens. In het noorden en oosten zijn parkeerterreinen aangelegd. Het oostelijk parkeerterrein, aanpalend aan de verkoopsruimte in open lucht, wordt het meest intensief gebruikt. Het zuidelijke in tweede orde. Meer naar het westen bevindt zich een derde parkeerterrein dat gescheiden is van het eerste door een smalle bosstrook. Dit parkeerterrein wordt enkel gedurende een paar weken per jaar gebruikt (april, mei, juni).
•
Ruimtelijke situering Het bedrijf is gesitueerd in een omgeving die in het ruimtelijk structuurplan aangeduid is als deelruimte ‘Oud-Winterslag’. Deze omgeving wordt gekenmerkt door haar uitgesproken landelijk en open karakter, gevormd door de omgeving van het Kempisch dorp Winterslag. De deelruimte wordt doorsneden door de autosnelweg E314.
•
•
De verkoopsruimte sluit nauw aan bij het woonlint en heeft een oppervlakte van ca. 2 ha. Het grootste deel van hun aanbod wordt uitgestald in open lucht. Het aantal constructies is beperkt: een serre, schaduwtenten, een ruim afdak met de kassa’s, een chalet die functioneert als bureau en personeelsruimte. De ruimte voor leveringen bevindt zich aan de zuid- en oostzijde van de verkoopsruimte. Ook hier is het aantal constructies beperkt tot een laadkaai, enkele containers en een schaduwtent. De stockage is beperkt en het grootste deel wordt gestald in open lucht. De parkeerterreinen zijn gesitueerd in de onmiddellijke omgeving van de verkoopsruimte. De vaste parkeerplaats is functioneel ingericht en biedt ruimte aan ca. 150 personenwagens. Een tweede parkeerterrein wordt enkel gebruikt waneer het eerste volzet is. Dit terrein bevindt zich tussen de verkoopsruimte en het bos. De ruimte ten westen van de verkoopsruimte wordt bepaald door bosfragmenten omheen open weilanden. Eén weiland wordt uitzonderlijk gebruikt als bijkomend parkeerterrein in de maanden mei-juni.
De deelruimte wordt begrensd door de terril van Winterslag, de vallei van de Stiemer en de planmatig aangelegde woonwijken. Deze deelruimte herbergt rustige woonomgevingen met een laag aandeel aan handel, diensten en bedrijvigheid. De milieu- en verkeersdruk is erg klein of geheel afwezig. Verkoopsruimte in open lucht Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 22/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Bestaande ruimtelijke structuur Het plantencentrum is gegroeid in het woonlint van de Hengelhoefstraat dat uitloopt in het bedrijventerrein Genk-Noord. Enkel het woongebouw en de toegangspoort zijn gesitueerd in het woonlint; de overige delen zijn gelegen in een omvangrijk natuurgebied dat omsloten wordt door de Hengelhoef, Vogelberg- en Steenakkerstraat. Dit natuurgebied sluit aan op het parkgebied van de terril van Winterslag en de berm van de E314 autosnelweg. Deze berm fungeert als een natuurverbindingsgebied. Bossen en graslanden
Haag als buffer
Plastic serres
Omheen het bedrijf zijn Zowel naar het natuurgebied als naar de woonomgeving zijn bufferstroken aangelegd. In het zuiden (aangrenzend aan het natuurgebied) betreft het een strook met natuurlijke opgaande bosbegroeiing, in het noorden (grenzend aan de woonomgeving) een hoge haag. De stroken hebben telkens een breedte van ca. 5 meter.
Door het natuurgebied loopt een veel gebruikt fietspad dat Zwartberg en het Park van Genk verbindt met Winterslag en de kernstad. De zuidzijde van het natuurgebied is aan de randen sterk aangetast. In de onmiddellijke omgeving van het Plantencentrum worden vele percelen gebruikt door hobby farmers, voornamelijk als weiland. Figuur 14: Bestaande ruimtelijke structuur
Daar het meest intensief gebruikte deel van het Plantencentrum nauw aansluit bij het woonlint en het meest westelijke deel slechts uitzonderlijk gebruikt wordt, is de impact op natuur- en woonomgeving relatief beperkt. De grootste hinder voor de woonomgeving wordt gevormd door de drukte en de verkeersbewegingen en dit vooral in de weekends tijdens de lente. De grootste beperking voor de natuur wordt bepaald door de inname van natuurlijke ruimte.
De natuurwaarde van de bossen omheen het plantencentrum is vrij hoog gelet op het oude en gevarieerde bomenbestand en de open stroken grasland. In de bossen is een dicht netwerk van informele paden ontstaan. Deze worden vooral gebruikt door omwonenden. Het fietspad in het westen verbindt de woonwijken van Zwartberg met Winterslag en de kernstad.
Het bedrijf vertoont een gezonde economische dynamiek. Het aantal werknemers is geleidelijk gegroeid tot 11 FTE en 30 bijkomende werkkrachten in het topseizoen. Het bedrijf heeft geanticipeerd op de zonevreemde ligging door het aanleggen van een groen bufferscherm aan de zijde van het woonlint en een duurzaam beheer van de bossen en weilanden.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 23/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Figuur 15: Bestaande feitelijke toestand
Probleemstelling Het bedrijf is niet enkel zonevreemd er zijn ook inbreuken tegen de stedenbouwwet vastgesteld. De loods is vergund als landbouwloods. De bestemmingswijziging is niet vergund. Ook de aanleg van parkeerterreinen, bouw van serres en andere constructies is niet vergund. Het bedrijf is voor deze feiten veroordeeld (29 mei 1996). In hoger beroep is deze veroordeling bevestigd (14 november 2007) maar genuanceerd. Het arrest pleit voor een volledig herstel van het natuurgebied binnen drie jaar met een dwangsom van € 250 voor elke dag vertraging. “Het volledig herstel in deze zaak houdt derhalve in: Afbraak van alle wederrechtelijk opgerichte constructies en het tenietdoen van de reliëfwijzigingen; Omvorming van de percelen tot akker- of grasland; Herstel van de houtwallen in oorspronkelijke toestand volgens plan met een minimale breedte van 4 meter en bestaande uit hoogstammige bomen zoals zomereik, wintereik, hazelaar, sporkehout, lijsterbes, hulst. De hoogstammige bomen moeten op 3m van elkaar geplant worden en de struiken op 1.5 m van elkaar.” Het arrest “beveelt, voor het geval de plaats niet binnen de drie jaarna het kracht van gewijsde gaan van huidig arrest in de vorige staat wordt hersteld, en/of het strijdige gebruik niet binnen die termijn wordt gestaakt, zoals hiervoor gezegd, dat de stedenbouwkundige inspecteur, het college van burgemeester en schepenen, ambtshalve in de uitvoering ervan kunnen voorzien op kosten van de beklaagden;”
Zicht op parkeerterrein A en terril van Winterslag
Scheiding tussen parkeerterrein B en stockage
Het arrest biedt de mogelijkheid om ‘het strijdige gebruik binnen een termijn van drie jaar te staken’. Ook een wijziging van de bestemming staakt het strijdige gebruik. Het plantencentrum kan dus openomen worden in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 24/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Figuur 16: Impressies van het Genker Plantencentrum
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 25/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
4.1.6 Gemeentelijke serres Beschrijving en historiek
Beschrijving bestaande feitelijke toestand
De gemeentelijke serres zijn gegroeid uit gebouwen bedoeld voor agrarisch gebruik. Aanvankelijk werd de locatie gebruikt voor het kweken van planten en bovendien bedoeld voor de aanleg en het onderhoud van beplantingen op het openbaar domein in Genk. Het bedrijf is niet toegankelijk voor het publiek en de transportbewegingen zijn beperkt. In de recente jaren is deze activiteit sterk afgebouwd. Planten, bomen en bloemen worden nu voornamelijk rechtstreeks aangekocht. De gebouwen en serres worden nu vooral gebruik voor tijdelijke opslag van materialen en gewassen.
De gemeentelijke serres worden gevormd door een beperkt aantal gebouwen en serres. Het grootste deel van het perceel is onbebouwd en onverhard en wordt gebruikt voor het tijdelijk aanplanten van plantgoed. De serres worden omgeven door een groen scherm van samengestelde heesters.
De gebouwen bestaan uit twee clusters. Centraal bevinden zich de serres. Aan de ingang zijn bergplaatsen en garages gesitueerd. Ruimtelijke situering De gemeentelijke serres bevinden zich centraal in beschermd natuurgebied tussen de Stiemerbeek en de drassige weilanden en plassen van ‘De Maten’. De afstand tot de het woongebied ‘De Hutten’ bedraagt ca. 300m. De onmiddellijke omgeving wordt bepaald door de sterke natuur- en landschapswaarden Hoewel de omgeving bepaald wordt door de hoge natuurwaarden zijn deze in de onmiddellijke omgeving van de gemeentelijke serres beperkt. De Stiemerbeek is gekanaliseerd en veel percelen worden gebruikt als akker. Het aantal kleine en lineaire landschapselementen is schaars. De beplantingen in de perceelsgrens verhogen de landschappelijke en ecologische waarde.
De activiteiten van de gemeentelijke serres zijn gaandeweg beperkt. Een groot deel van de niet-bebouwde ruimte is niet langer in gebruik. De stedelijke dienst koopt steeds meer planten aan en kweekt steeds minder. De Volmolenstraat wordt bijna uitsluitend gebruikt als ontsluiting voor de gemeentelijke serres. Ter hoogte van de gebouwen eindigt de verharding van de openbare weg. Het bedrijf veroorzaakt een erg beperkte druk op de omgeving maar verhindert tevens dat de natuurwaarden zich vrij en ongestoord kunnen ontwikkelen. De gemeentelijke serres zijn omgeven door percelen met een agrarische gebruik. Het aantal kleine landschapelementen is beperkt. De Stiemer is veeleer een gekanaliseerde gracht in plaats van een natuurlijke beek.
De stedelijke serres zijn gesitueerd in deelruimte ‘De Maten’. De deelruimte wordt ontwikkeld als een groen hart welk als een schakel fungeert in het regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk. Dit groene hart versterkt en verbindt de groenstructuren en scheidt de bebouwde centra van elkaar. Deze omgeving heeft een beperkte ruimtelijke draagkracht. De ecologische en landschappelijke waarde van het natuurgebied ‘De Maten’ wordt versterkt. Het ruimtelijk beleid in de deelruimte is gericht op het behoud van een open en waardevol landschap, gevormd door bebouwde en niet-bebouwde elementen. De open ruimte wordt niet verder aangesneden, noch voor bebouwing, noch voor verharding. De natuurlijke structuur wordt versterkt door natuurinrichtingsprojecten en door het verweven van agrarische percelen met natuurlijke elementen.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 26/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Bestaande ruimtelijke structuur
Probleemstelling
De gemeentelijke serres zijn gelegen in een erg waardevol natuurgebied, Habitat- en Vogelrichtlijngebied en in een zone die in het gemeentelijk en provinciaal ruimtelijk structuurplan aangeduid is als belangrijk natuurverbindingsgebied. De Stiemerbeek en de plassen van ‘De Maten’ worden gescheiden door percelen met een overwegend agrarisch gebruik.
De bedrijvigheid is zonevreemd. Het is wenselijk dat de bestemming van het gewestplan gerealiseerd wordt. Het bestaande gebruik kan nog lang bestendigd worden. Door het bekrachtigen van de bestemming natuurgebied kunnen er termijnen aan het bestaande gebruik en eisen aan de natuurinrichting gesteld worden. Het is wenselijk dat er een duidelijk tijdspad opgesteld wordt en dat de randvoorwaarden voor de natuurinrichting bepaald worden.
Figuur 17: Bestaande ruimtelijke structuur
Werkhuizen
Plantvakken niet langer in gebruik
Serres en parkeerterrein
Verharde wegen
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 27/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
4.1.7 Vincent Robert Beschrijving en historiek
Beschrijving bestaande feitelijke toestand
Slagerij Vincent Robert heeft het voorkomen van een klassieke kleinhandelszaak in het kernwinkelgebied van de Vennestraat. De zaak is echter tevens een groothandel waardoor ze een sterke dynamiek ontwikkelt. Deze dynamiek uit zich in de schaal van de activiteiten en de verkeersaantrekking.
Het bedrijf is gelegen in de historische winkelstraat. Na het sluiten van de mijn was er een sterke terugloop van het aantal handelszaken. Inmiddels heeft de straat zich als handelscentrum hersteld. Het gebouw en de functie zijn erg goed geïntegreerd in de morfologie van de Vennestraat. De groothandelsactiviteit is niet waarneembaar.
Ruimtelijke situering De Vennestraat is de historische handelstraat van de mijncité Winterslag. De straat verbindt de tuinwijk met het mijnterrein Winterslag en de Stadsstrip. De Vennestraat bundelt wijkgebonden handel en diensten. Het verweven van wonen met kantoren, diensten en handel buiten de Vennestraat is beperkt beperkt. De Vennestraat is deel van de kernstad. Dit gebied omvat de belangrijkste woongebieden rond het stadcentrum. Dit bedrijf is gelegen in het handelstraat van de mijncité Winterslag. In deze deelruimte wordt gestreefd naar verweving van functies (wonen, werken, recreatie) met een hoge dichtheid.
Voorgevel in Vennestraat
De cité van Winterslag wordt bestendigd en ontwikkeld als het ‘historisch stadsdeel’ van de stad. De beeld- en omgevingskwaliteit van deze omgeving moet geherwaardeerd worden.
Zijgevel in Parkstraat
De groothandelsactiviteiten situeren zich in de kelder en aan de achterzijde van het gebouw. De verkoopsruimte bevindt zich in de hoek tussen Parkstraat en Vennestraat. Het bedrijf is economisch en ruimtelijk gegroeid. De aanpalende handelspanden in de Vennestraat zijn verworven. Het voormalige aanpalende wassalon dat door dezelfde eigenaar uitgebaat werd is niet langer in gebruik. De kwaliteit van het ruimtelijk voorkomen is beperkt. De eigenaar wil hier een nieuwe winkel in integreren.
Het ruimtelijk beleid streeft het behoud en het herstel van bestaande bebouwing, patronen en structuren na.
Binnengebied met verwerkende activiteiten
Uitbreiding door inname aanpalende gebouwen
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 28/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Bestaande ruimtelijke structuur
Probleemstelling
De Vennestraat is een belangrijke handelstraat op buurtniveau. Het handelslint wordt afgebakend door is C-mine in het noorden en het grootwarenhuis in het zuiden. De slagerij bevindt zich centraal in de straat. Het voormalige mijngebouw wordt met C mine ontwikkeld tot een belangrijke cultureelrecreatieve cluster.
De groothandelsactiviteit is zonevreemd. De noodzakelijke milieuvergunningen kunnen niet verleend worden. Gelet op de aard en de omvang van de activiteiten is de ruimtelijke draagkracht niet overschreden. De impact op de woonkwaliteit in de onmiddellijke omgeving (geluid, geur, verkeer) is beperkt. De ruimtelijke kwaliteit (laad- en losplaatsen, parkeerterreinen, bebouwing) kan echter verbeterd worden.
Figuur 18: Bestaande ruimtelijke structuur
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 29/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
4.1.8 Slachthuis Beschrijving en historiek
Beschrijving bestaande feitelijke toestand
Het slachthuis is ingeplant in een eiland dat afgebakend wordt door de spoorlijn, Europalaan en Stiemerbeek. Het bedrijf is vrij ver van de Europalaan ingeplant waardoor de visuele relatie met het centrum beperkt is. Het wordt bediend via een langsweg welke aansluit op de Vennestraat. Het woonhuis aan de voorzijde van het slachthuis wordt gebruikt als rookruimte en refter. Dit pand vertoont tekenen van verwaarlozing.
Het slachthuis is vrij ver van de Europalaan gelegen en omgeven door beplantingen. Hierdoor is de visuele relatie met het centrum erg beperkt. Het slachthuis wordt bediend via een ventweg welke aansluit op de Vennestraat.
Het slachthuis was aanvankelijk een stedelijk bedrijf. Recent is het geprivatiseerd. De activiteiten van het slachthuis zijn in het laatste decennium sterk verminderd. Ruimtelijke situering Het slachthuis is ingeplant in een omgeving die afgebakend wordt door de spoorlijn, Europalaan en Stiemerbeek. Het slachthuis bevindt zich in de kernstad in de onmiddellijke omgeving van de stadsstrip. De activiteit is ondanks deze geografische nabijheid weinig zichtbaar. In de kernstad wordt gestreefd naar een verweving van functies (wonen, werken, recreatie) met een hoge dichtheid. De aanwezige groenstructuren moeten gevrijwaard blijven. Storende activiteiten en functies zijn niet gewenst en moeten herlokaliseren naar een gepaste locatie op een bedrijventerrein.
Het bedrijf vertoont een gezonde dynamiek en heeft een milieuvergunning tot 14/06/2021. Het woonhuis aan de voorzijde van het slachthuis wordt gebruikt als rookruimte en refter. Het pand vertoont tekenen van verwaarlozing. Het waterzuiveringstation is gesitueerd in de uiterste noordwestelijke hoek, tegen de Stiemerbeek. De binnenkoer is volledig verhard. Rond de volledig verharde binnenkoer zijn verschillende gebouwen met één bouwlaag opgetrokken. Deze gebouwen herbergen verschillende functies (bedrijvigheid, personeelsruimte, administratie,.. ). De ruimtelijke kwaliteit van gebouwen en verharde ruimte is beperkt. Aan de oostzijde van het slachthuis is het dierenasiel gevestigd.
Op de locatie van de slachthuis snijdt de stadstrip de vallei van de Stiemerbeek. Op termijn zal de stedelijke ontwikkeling op termijn naar het westen uitbreiden en moet het slachthuis herlokaliseren.
Dominant gebouw aan ingang
Administratief gebouw aan de oostzijde
Binnengebied en slachthuis
Gecertificeerd slachthuis
Het natuurlijke lint van de Stiemerbeek wordt gevrijwaard en versterkt als deel van een gewenste stedelijke inrichting.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 30/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Bestaande ruimtelijke structuur
Probleemstelling
De slachthuis bevindt zich op het snijpunt van twee belangrijkste ruimtelijke structuren van Genk: de Europalaan en de Stiemerbeek. De Stiemrbeek heeft de geografisch belangrijke steilrand uitgesneden, de randen van het plateau bevinden zich in de onmiddellijke omgeving. Het slachthuis is gesitueerd op één van de beste bereikbare plaatsen van de stad (auto- en openbaar vervoer). In de onmiddellijke nabijheid zijn vooral gemeenschapsvoorzieningen gevestigd: politie, Limburghal en dierenasiel. De kernstad en de Vennestraat bevinden zich beide in wandelafstand.
Gelet op de strategische ligging en de aard van de activiteiten kan het slachthuis op deze plaats op termijn niet bestendigd worden. De activiteit is nu reeds omgevingsvreemd. Een uitbreiding van het bebouwde volume of een verlenging van de milieuvergunning is niet wenselijk. Binnen een bepaalde termijn moeten de activiteiten afgebouwd worden. Omwille van de rechtszekerheid moet een duidelijk ontwikkelingsperspectief bepaald worden. Initiatieven die de gewenste ruimtelijke ontwikkeling hypothekeren moeten vermeden worden. Er kan een termijn bepaald waarbinnen de activiteiten afgebouwd moeten worden. De waardevolle natuurlijke en landschapselementen kunnen inmiddels reeds sterker beschermd worden.
De bedrijvigheid veroorzaakt vooralsnog een beperkte druk op de omgeving maar beperkt de natuurlijke ontwikkeling en de natuurverbindingsfunctie van de Stiemerbeek. Figuur 19: Bestaande ruimtelijke structuur
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 31/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
4.1.9 Gerrits-Bormans Beschrijving en historiek
Beschrijving bestaande feitelijke toestand
Het bedrijf is gelegen aan de Maaseikerbaan omheen een mooie bakstenen ‘kasteeltje’. Reeds in de jaren 70 werden verschillende activiteiten ontplooid. Vaak situeerden deze zich in aankoop en verkoop, als dan niet na verwerking. In de jaren 80 is een ruime handelszaak gebouwd gespecialiseerd in interieurinrichting. De andere diverse activiteiten werden echter niet afgebouwd. Rond het kasteeltje getuigen verschillende bergplaatsen en machines van een brede waaier aan taken. Het bosgebiedje werd steeds meer als stapelruimte ingericht maar is gaande weg steeds meer verwilderd.
De bedrijvigheid kan opgedeeld worden in twee deelactiviteiten. Aan de zuidzijde is een ruime winkel opgebouwd, ten noorden is een monumentaal gebouw in een parkachtige omgeving gesitueerd. De handelszaak is gespecialiseerd in allerlei interieurinrichting (tapijten, stoffen, vloerbekledingen,…). Voor dit industriële gebouw bevindt zich een ruim parkeerterrein.
Ruimtelijke situering Het bedrijf is gesitueerd in deelruimte ‘Woonpark’. Deze deelruimte wordt gekenmerkt door haar uitgesproken groen karakter. De woondichtheden zijn laag en over het hele gebied nagenoeg gelijklopend. Handel en diensten zijn beperkt of geheel afwezig. De gehele deelruimte is sterk gericht op de Kernstad. Deze deelruimte biedt tal van aantrekkelijke woonomgevingen welke omgeven worden door verschillende groenstructuren, het sportbos en de Stiemerbeekvallei.
De percelen ten noorden van de handelszaak zijn sterk verbonden met de handelsactiviteiten. De woning wordt bewoond door de eigenaar bestuurder. Zowel het gebouw zelf, de beplantingen en het hekwerk hebben het voorkomen van een erg ruime woning verwijzend naar een traditionele architectuur.
De Weg naar As en de Maaseikerbaan is een hoofdontsluitingsweg. Wonen is dominant, een toename van handel en bedrijvigheid is niet gewenst. Door het weren van bedrijvigheid en buurtoverstijgende handel blijft deze ruimte functioneel afgestemd op de Kernstad en blijft de woonkwaliteit gegarandeerd.
Achter in de zorgvuldig aangelegde tuin bevinden zich verschillende werkplaatsen opgetrokken in hout en/of steen en deels open of volledig gesloten. Deze bijgebouwen functioneren berging van handelszaak maar herbergen ook materialen voor andere activiteiten. De open loodsen worden gebruikt als standplaats voor grotere bedrijfsvoertuigen zoals tractoren, heftrucks, bulldozer… De gesloten werkhuizen worden (deels) gebruikt als bergplaatsen voor het aanpalende kleinhandelsbedrijf in tapijten en interieurinrichting. Een aantal van de gebouwen is (niet behoorlijk) vergund. Achter de loodsen worden diverse rubbermaterialen opgeslagen en verwerkt in open lucht.
Het structuurplan wil een residentieel geheel ontwikkelen ter ondersteuning en versterking van het administratief- en handelscentrum van de Kernstad. De ondersteunende functies (sportcentrum, scholencampus) in deze deelruimte kunnen verder ontwikkeld worden, het groene karakter moet versterkt te worden. Het structuurplan stelt dat zonevreemde bedrijven in deze deelruimte, gelegen in niet-kwetsbaar gebied, behouden kunnen blijven op voorwaarde dat de draagkracht van de omgeving niet overschreden wordt. Wanneer een bedrijf zijn activiteiten stopzet, is het niet wenselijk om nieuwe bedrijfsactiviteiten toe te laten op die plaats.
Volgens de eigenaar worden er geen zelfstandige activiteiten meer uitgevoerd en worden alle bijgebouwen gebruikt in functie van de aanpalende grootschalige kleinhandel. Gelet op het monumentale karakter van het gebouw en de verzorgde tuin lijkt het erg onwaarschijnlijk dat er storende activiteiten in de bijgebouwen georganiseerd worden. De rubber aankoop, bewerking- en verkoopactiviteiten nemen af en doven op termijn waarschijnlijk uit. Achter deze bergingen loopt het perceel verder in een verruigd bosje. Dit deel van het perceel wordt gebruikt als stortplaats-stockage van rubbermaterialen (rubberbanden, banden).
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 32/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Bestaande ruimtelijke structuur
Probleemstelling
De omgeving wordt ruimtelijk bepaald door de Maaseikerbaan, het woongebied langs en parallel aan de Maaseikerbaan en het natuurgebieden tussen Genk en As.
Het plangebied kan opgedeeld worden in vier delen: handelspand, kasteeltje, bergingen en verwilderde groenomgeving. Het bedrijf veroorzaakt een beperkte druk op de woonomgeving. Het gebruik en voorkomen van het hoofdgebouw functioneert als natuurlijke rem op mogelijk storende activiteiten. Figuur 20: Bestaande ruimtelijke structuur
De bijgebouwen zijn niet allemaal behoorlijk vergund; Achter de bergplaatsen wordt het perceel gebruikt voor het stockeren van allerlei producten. Rubberen transportbanden liggen verspreid over het perceel. Een groot deel van deze stock is overgroeid met heesters en onkruid; De handelszaak heeft nood aan bijkomende ruimte; De ruimtelijke kwaliteit van de omgeving is erg beperkt; De ruimte achter het handelsgebouw is beperkt waardoor de afstand tot de belendende tuinen erg klein is; Het gebruik van het natuurgebied als stalling voor rubberproducten
tijdelijke constructie aan zijgevel
rubberen transportbanden
beperkte ruimtelijke kwaliteit
achterzijde bergplaatsen
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 33/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
4.1.10 Gemeentelijke werkplaatsen Bodem Beschrijving en historiek
Beschrijving bestaande feitelijke toestand
De gemeentelijke werkplaatsen zijn gelegen aan de verkeerswisselaar E314 – N75. Deze zone is bij het opstellen van de gewestplannen reeds aangeduid in functie van het centraliseren van de gemeentelijke uitvoerende technische diensten en werkplaatsen. Na de werkplaatsen is ook het containerpark naar deze omgeving geherlokaliseerd. Door de omgevende bossen is het terrein nauwelijks waarneembaar.
De zone kan ruwweg opgedeeld worden in drie delen.
Ruimtelijke situering De gemeentelijke werkplaatsen zijn gelegen in de deelruimte Gordel. Genk wordt omringd door een groene Gordel in het noorden, oosten en westen. In het zuiden wordt deze deelruimte onderbroken door het regionaal bedrijventerrein ‘Genk-Zuid’ en de deelruimte ‘De Maten’. De gordel begrenst het stedelijk gebied en remt en beheerst de suburbanisatiedruk. Binnen deze deelruimte zijn activiteiten gelokaliseerd die omwille van hun functie en oppervlakte niet of moeilijk in te passen zijn binnen de stad. Deze functies zijn grootschalig, regionaal georiënteerd en stedelijk.
De natuurlijke waarden in de Gordel worden gevormd door de nabijheid van grote eenheden natuur. Een verdere toename van de bebouwing of verharding van de Gordel door het wijzigen van bestemmingen is niet wenselijk. De bestaande open ruimte dient maximaal gevrijwaard te worden en waar mogelijk versterkt te worden door afbouw en herlokalisatie van niet gewenste structuren. Uitbreiding van bestaande economische en recreatieve functies binnen de Gordel kan slechts overwogen worden wanneer deze na afweging ruimtelijk inpasbaar blijken in de omgeving. De Gordel is geen vangnet voor functies die elders moeilijk inpasbaar zijn.
In een noordelijke strook is de bebouwing beperkt. De zone wordt voor het stockeren van allerlei materiaal (stenen; buizen,…). In een centrale strook zijn de werkhuizen opgetrokken. Deze zijn geclusterd in twee noord-zuid gerichte bouwgehelen. bouw overweegt De zuidelijk strook wordt bepaald door de bestaande bosstructuur. Enkel een klein deel van dit deel is in gebruik door de conciërgewoning en het containerpark. De percelen met woonbebouwing in het westen worden gescheiden door een groenbuffer op het bedrijventerrein. Het parkeerterrein bevindt zich ten zuiden van de gebouwen, nabij de ingang van het terrein.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 34/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Bestaande ruimtelijke structuur Probleemstelling De omgeving wordt ruimtelijk bepaald door de bosstructuur van het Park Hoge Kempen, de infrastructuren E314, N75 en N744 en de residentiële woonomgeving omheen de Oudasserstraat. Figuur 21: Bestaande ruimtelijke structuur
Het bedrijventerrein biedt ruimte om alle stedelijke diensten te bundelen; De gemeentelijke serres kunnen naar deze omgeving geherlokaliseerd worden; De bufferzones moeten hinder voor mens en milieu maximaal beperken; Een zichtrelatie moet zoveel mogelijk vermeden worden;
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 35/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
4.1.11 Landbouwgebied in de Maten Beschrijving en historiek
Beschrijving bestaande feitelijke toestand
Deze percelen zijn gelegen ten zuiden van de reservatiestrook die parallel met de Hasseltweg gesitueerd is en net ten noorden van het natuurgebied van de Maten. De percelen zijn meestal in gebruik als grasland of akkerland en dit zowel door professionele als vrijetijdslandbouwers. Het plangebied is omgeven door biologische waardevolle en zeer waardevolle graslanden die zowel historisch permanent grasland bestaande uit soorten rijke cultuurgraslanden, zilte graslanden en soorten rijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden.
De zone kan ruwweg opgedeeld worden in twee delen. In de noordelijke strook is de zijn de graslanden iets minder vochtig, in het zuiden is de vochtigheid en de soortenrijkdom groter. De graslanden worden gebruikt als hooi- en graasweide. Gebouwen en constructies zijn nagenoeg volledig afwezig ten zuiden van de reservatiestrook. Het woonlint van de Berbroekstraat is echter visueel waarneembaar.
Deze percelen zijn relatief laat ontgonnen. En tijde van graaf De Ferraris was de gehele omgeving nog onontgonnen heide met kreupel en laagstammig hout.
Ruimtelijke situering De percelen zijn gelegen in de deelruimte Maten. De concrete ligging wordt bepaald door de Berbroekstraat (noorden), gemeentegrens (westen), natuurgebied (zuiden) en Broedersstraat (oosten). De Maten wordt gevormd door de voet van het Kempisch Plateau en wordt begrensd door het Albertkanaal en de Westerring. De percelen zijn in het uiterste oosten van Genk gelegen, nabij het ‘driegrenzenpunt’ met Hasselt en Diepenbeek. De deelruimte Maten wordt bepaald door de centraal gelegen riviervallei en vijvergebieden. De natuurlijke waarden van het natuurgebied worden gevormd door de nabijheid van grote eenheden waardevolle natuur en de ligging ten opzichte van het Kempisch Plateau. De relatie tussen de noordelijke en zuidelijke natuurgebieden wordt geremd door belangrijke lijninfrastructuren: Hasseltweg met woonlint en Albertkanaal. De terreinen van de school vormen een belangrijke stapsteen voor de natuurlijke relaties tussen Demervallei en Kempisch Plateau.
De zone is op de ecosysteemkwetsbaarheidskaarten aangeduid als aandachtsgebied 1B en 2: prioritair. Die kwetsbaarheid wordt onder meer bepaald door de grote kolonies vogels die ook aan de rand van het natuurreservaat vertoeven. Het gebied (deel van het gebied BRLIML2) is in de Vogelatlas dan ook integraal opgenomen als gebied van internationaal belang met kolonies van 10 rode lijstsoorten en 8 soorten van de Bijlalge I lijst. Soorten die ook regelmatig op de weilanden waargenomen worden zijn: zwanen, eenden, steltloper, zangvogels, roofvogels,…
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 36/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Bestaande ruimtelijke structuur Probleemstelling De omgeving wordt ruimtelijk bepaald door de structuur van de steilrand, de Stiemerbeek en Maten, welke evenwijdig van elkaar gelegen zijn. De Hasseltweg en de parallelle woonlinten ten zuiden van deze weg versterken de lineaire ruimtelijke structuur. Hasseltweg en woonlint beperken de relatie tussen de natuurgebieden op het Kempisch Plateau en de Maten. Om de natuuruitwisseling te behouden en te versterken is deze zone is bij het opstellen van het provinciaal en lokaal structuurplan aangeduid als Natuurverbinding (nummer 25 en 27): “25: Genk, Diepenbeek, tussen noordelijk deel Maten en Demervallei: overblijvende open ruimte verbindingen en tuinen; 27: Diepenbeek, tussen westelijke vijverketting Langewaters ten noorden van Albertkanaal en Demervallei LUC (over Albertkanaal): bos, tuinen, KLE, … 7.
De omgeving is aangeduid als natuurverbindingsgebied in de structuurplannen, omwille van de versnipperde perceelsstructuur van particuliere kavels is dit beleid niet makkelijk in concrete acties om te zetten; De bufferzones omheen het reservaat zijn beperkt; Het aandeel aan kleine landschapselementen neemt af;
Figuur 22: Bestaande ruimtelijke structuur
7
Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg, richtinggevend gedeelte, p. 180-185
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 37/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
5
GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR
5.1 VISIE Het uitvoeringsplan wil op een duurzame en ruimtelijk verantwoorde wijze ruimte creëren voor het behoud en de uitbreiding van zonevreemde lokale bedrijven wanneer dit ruimtelijk verantwoord kan worden. De afweging van wat toegelaten activiteiten, gebouwen en randvoorwaarden zijn, wordt bepaald op basis van de aard, de omvang en de locatie van de activiteit. Het plan biedt rechtszekerheid voor bedrijven die onder bepaalde voorwaarden kunnen blijven bestaan en creëert hefbomen voor het realiseren van de gewenste ruimtelijke structuur onder meer door: het vermijden van ontwikkelingen die de gewenste ontwikkeling hypothekeren; het vaststellen van termijnen; het opleggen van bijkomende beheersmaatregelen; het versterken van de natuurverbindingen. Het plan creëert een juridisch kader waardoor de ontwikkelingsmogelijkheden en beperkingen voor de betrokken bedrijven erg duidelijk worden.
5.2.3 Natuurwaarden vrijwaren Een aantal plangebieden liggen in de open ruimte en op korte afstand van zoekzone van een provinciale natuurverbinding. Het betreft het Genker Plantencentrum (300 meter van de Natuurverbinding 24); De gemeentelijke serres (op 150 meter van de zoekzone Natuurverbinding 26 en op 400 meter van de zoekzone Natuurverbinding 25; Het slachthuis op 500 meter van de Natuurverbinding 24; De uitbreiding van de gemeentelijke werkplaatsen Bodem op 300 meter van de zoekzone Natuurverbinding 23; Het natuurontwikkelingsgebied De Maten grenzend aan zoekzone Natuurverbinding 27. De plangebieden hypothekeren de gewenste invulling van deze gebieden niet en willen de realisatie van deze natuurverbindingen vereenvoudigen. De deelplannen gemeentelijke serres en het natuurontwikkelingsgebied De Maten creëren natuurgebied waardoor ook de natuurverbindingen meer kans op ontplooiing krijgen. De deelplannen Genker Plantencentrum en uitbreiding van de gemeentelijke werkplaatsen Bodem blijven op ruime afstand van de aangeduide zoekzones verwijderd. De zoekzones zijn beide gekoppeld aan de infrastructuren (spoorweg en snelweg).
5.2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN VOOR DE VERSCHILLENDE DEELGEBIEDEN
De belangrijkste natuurlijke elementen van lokaal niveau worden evenzeer beschermd of versterkt door de uitvoering van het plan. Het betreft de versterking van de natuurwaarden omheen De Maten, de lokale natuurverbindingen, De Stiemerbeek en de Steilrand.
Voor de verschillende deelgebieden worden een aantal algemene ruimtelijke doelstellingen gehanteerd.
5.2.4 Intensief ruimtegebruik aanmoedigen
5.2.1 Kleinschaligheid beklemtonen De zonevreemde bedrijven worden vaak gekenmerkt door kleinschaligheid en verwevenheid. Het is wenselijk dat dit beeld bewaard blijft. Het creëren van ruimte voor groei en rechtzekerheid is enkel wenselijk wanneer de lokale bedrijven inpasbaar zijn in de ruimtelijke schaal van de omgeving.
Door het nastreven van gekoppelde bebouwing en het beperken van ruimte voor parkeren worden de principes van het intensief ruimtegebruik geconcretiseerd. Hierdoor worden de bedrijven aangemoedigd om de beperkte ruimte intensiever te gebruiken en de nood aan bijkomende ruimte inname beperkt wordt.
5.2.5 Ruimtelijke meerwaarden creëren 5.2.2 Beschermen van de woonomgeving De woonkwaliteit van de bestaande woningen mag niet bedreigd of beperkt worden door sterke uitbreidingen of het wijzigen van de aard van de activiteiten. Het plan kan tevens adviezen formuleren of eisen vastleggen die geïmplementeerd moeten worden bij nieuwe stedenbouwkundige vergunningen. Dergelijke bepalingen kunnen betrekking hebben op het aanleggen van een kwaliteitsvolle buffer, het hanteren van afstandsregels en het toepassen van principes van de milieuzonering waardoor storende functies niet naar de woonzijde gericht mogen worden (ventilatoren, poorten, ramen en deuropeningen waar geluid en stof kunnen doordringen).
De gewenste ruimtelijke ontwikkeling zoals bepaald in sectorale of structuurplannen wordt nagestreefd door deze te sturen en/of meerwaarden te creëren. Enkele voorbeelden duiden dit aan: Bufferstroken kunnen ingericht en beheerd worden met als doel een meervoudig gebruik toe te laten; Bijkomende voet- en fietswegen kunnen aangelegd of hersteld worden ten behoeve van omwonenden of recreanten; Natuur- en landschapswaarden kunnen versterkt worden; Het waterbeleid kan geïmplementeerd worden; De kwaliteit van de ruimtelijke vormgeving kan verbeterd worden.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 38/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
5.3 SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN VOOR DE VERSCHILLENDE DEELGEBIEDEN 5.3.5 Genker Plantencentrum Gewenst ontwikkelingsperspectief Het Genker Plantencentrum is geleidelijk gegroeid. Gelet op de reeds gehavende randen van het natuurgebied, de omringende functies, de ligging van de meest waardevolle natuurwaarden in de bosomgeving en de beperkte druk op de woonomgeving is een behoud van het bedrijf op deze plaats ruimtelijk aanvaardbaar mits aan een aantal randvoorwaarden voldaan worden en de teloor gegane natuurwaarden gecompenseerd worden. Een planologische compensatie (van ‘geel’ naar ‘groen’) is dan noodzakelijk. Deze compensatie kan bijdragen tot het versterken van de grote eenheden van de natuurlijke structuur in Genk.
Mogelijke ruimtelijke invulling Figuur 24: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling
De bestaande activiteit kan mits het voldoen aan een aantal randvoorwaarden opgenomen worden in een RUP zonevreemde bedrijven. Deze voorwaarden hebben betrekking op: Het beperken de ruimte voor bebouwing en verharding; Het beperken de aard van de activiteiten; Het compenseren van de teloorgegane natuurwaarden. De opname moet leiden tot het beter beschermen en verbinden van natuurwaarden in Genk. Dit houdt in dat oppervlakte en bebouwing beperkt worden en dat de bestemmingswijziging gecompenseerd moet worden. Het natuurlijk beheer van de parkeerterreinen en het behoud of het herstel van de historische houtwallen vormen belangrijke aandachtspunten. Figuur 23: Gewenste ruimtelijke structuur
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 39/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Figuur 25: Mogelijke acties ter realisatie van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 40/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
5.3.6 Gemeentelijke serres Gewenst ontwikkelingsperspectief
Mogelijke ruimtelijke invulling
De gemeentelijke serres bevinden zich centraal in beschermd natuurgebied tussen de Stiemerbeek en de drassige weilanden en plassen van ‘De Maten’. Zowel in het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg8 als in het Ruimtelijk Structuurplan Genk 9 wordt de natuurwaarde van de omgeving als erg waardevol aangeduid. Door het uitdoven van de activiteit van de gemeentelijke serres wordt de doelstelling “De Maten ecologisch versterken en ruimtelijk laten groeien” 10 gerealiseerd.
Figuur 27: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling
De activiteiten worden geherlokaliseerd en gebundeld met de stedelijke werkplaatsen. De gebouwen worden afgebroken. Het terrein wordt aangelegd op basis van een natuurrichtplan dat het verhogen van de natuurwaarden en het versterken van de natuurverbinding tussen de Stiemerbeek en de plassen van ‘De Maten’ beoogt. De heraanleg van het terrein volgt onmiddellijk na het stopzetten van de activiteiten. Het beheer van de eigendom kan na de natuurinrichting overgedragen worden aan derden. De ontruiming van de gebouwen en het realiseren van de natuurinrichting moet uiterlijk starten 5 jaar na de inwerkingtreding van dit plan. De openbare weg wordt dan ook afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Figuur 26: Gewenste ruimtelijke structuur
8
Natuurverbinding 25 (Genk, Diepenbeek, tussen Bokrijk en vijvers / Maten), Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg , Richtinggevend Gedeelte, p. 180. De omgeving is tevens aangeduid als natuuraandachtsgebied. Ruimtelijk Structuurplan Genk, Richtinggevend Deel, p. 45 en p. 61 10 Ruimtelijk Structuurplan Genk, Richtinggevend Deel, p. 45 9
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 41/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
5.3.7 Vincent Robert Gewenst ontwikkelingsperspectief
Mogelijke ruimtelijke invulling
Slagerij Vincent Robert heeft het voorkomen van een klassieke kleinhandelszaak in een kernwinkelgebied. De kleinhandel ondersteunt de verdere gewenste consolidatie en ontwikkeling van het kernwinkelgebied. Het aandeel groothandel moet beperkt worden waardoor deze geen bedreiging kan vormen voor de omgevingskwaliteit.
Figuur 29: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling
Het bedrijf draagt bij tot het versterken van de commerciële aantrekkingskracht van de Vennestraat. Het is wenselijk dat de activiteit behouden blijft. Een behoud moet verbonden worden met initiatieven die de hinder voor omwonenden verder beperken en de ruimtelijke kwaliteit verhogen. Aanpalende panden kunnen gebruikt worden als winkelruimte, de groothandelsactiviteiten (het verwerken en bewerken van vleeswaren) mogen echter niet verder uitbreiden. Figuur 28: Gewenste ruimtelijke structuur
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 42/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
5.3.8 Slachthuis Gewenst ontwikkelingsperspectief
Mogelijke ruimtelijke invulling
Het bedrijf is gelegen in het verlengde van de stadsstrip. Deze omgeving is in het Ruimtelijk Structuurplan Genk aangeduid voor stadsuitbreiding. Het is niet wenselijk dat deze activiteit op lange termijn op deze locatie behouden blijft. Het oprichten van bijkomende gebouwen kan de gewenste ontwikkeling op langere termijn bemoeilijken of uitstellen. Het bedrijf heeft geen nood aan bijkomende (milieu)vergunningen.
Figuur 31: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling
Op lange termijn is het behoud van dergelijke activiteit op deze plaats ruimtelijk niet verdedigbaar. Het is wenselijk dat de zone na het aflopen van de milieuvergunning deel wordt van de stedelijke ontwikkeling. Alle initiatieven die deze ontwikkeling bedreigen of hypothekeren zijn niet wenselijk en moeten vermeden worden. Een opname in een RUP kan de omvorming naar stedelijke functies op lange termijn vereenvoudigen. De stedelijke ontwikkeling blijft niet beperkt tot de perceelsgrenzen van het slachthuis maar beslaat de gehele omgeving tussen Westering, Stiemerbeek, spoorweg en Europalaan. Een deel van deze omgeving (beekvallei, steilrand) heeft hoge potenties voor de ontwikkeling van natuurwaarden. Ook de ontwikkeling van deze gebieden mag niet gehypothekeerd worden. Zij worden daarom bevestigd als natuur(ontwikkelings)gebied. Figuur 30: Gewenste ruimtelijke structuur
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 43/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
5.3.9 Gerrits-Bormans Gewenst ontwikkelingsperspectief
Mogelijke ruimtelijke invulling
De bedrijvigheid van de handelszaak langs de Maaseikerbaan kan bestendigd worden. Een uitbreiding van de verkoopsoppervlakte is echter niet wenselijk. Het bieden van mogelijkheden voor het uitbreiden van het gebouw kan een alternatief zijn voor (een deel van) de diverse bergplaatsen op het aanpalend perceel.
Figuur 33: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling
Een bestendiging van de rubberverwerkende activiteiten in het binnengebied is niet wenselijk. Het terrein is omwille van de nabije woningen en natuurgebieden niet geschikt voor dergelijke activiteiten. De ontwikkeling van het woongebied is ruimtelijk het meest verantwoordbaar. Deze ontwikkeling mag niet gehypothekeerd worden. Nieuwe vergunningen moeten leiden tot een verhoogde kwaliteit van de ruimtelijke omgeving. Het betreft zowel het de aanleg en voorkomen van parkeerterrein en verharde oppervlakten, het voorkomen van het handelsgebouw als het stockeren van producten in de bergruimten of open lucht. Figuur 32: Gewenste ruimtelijke structuur
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 44/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
5.3.10 Gemeentelijke werkplaatsen Bodem Gewenst ontwikkelingsperspectief
Mogelijke ruimtelijke invulling
Het lokaal bedrijventerrein biedt voldoende ruimte voor het herlokaliseren van de Gemeentelijke Serres. Alle stedelijke uitvoerende technische diensten worden dan gegroepeerd.
Figuur 34: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling
De invulling van het terrein is gericht op inbreiding; Voldoende brede buffers moeten aangelegd of behouden blijven; Een zichtrelatie is niet wenselijk; De bossen moeten gecompenseerd worden.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 45/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
5.3.11 Landbouwgebied in de Maten Gewenst ontwikkelingsperspectief
Mogelijke ruimtelijke invulling
De percelen zijn uitstekend gelegen om de gewenste uitbreiding van de natuurgebieden in en om de Maten te realiseren. Een nieuwe bestemming en inrichting van de terreinen kan ook uitvoering geven aan de realisatie van de gewenste natuurverbindingsgebieden. De terreinen bevinden zich immers op de provinciale natuurverbinding 27 en nabij het knooppunt van de provinciale natuurverbindingen 25 en 27.
Figuur 36: Mogelijke ruimtelijke ontwikkeling
De percelen bieden voldoende ruimte voor het planologisch compenseren van de ruimte die ingenomen wordt door het Genker Plantencentrum. Hierdoor kan het structureel belangrijker natuurgebied versterkt worden zonder dat de doestellingen van het ruimtelijke structuurplan met betrekking tot het gebied Vogelsberg (huidige locatie van het Genker Plantencentrum) gehypothekeerd worden. Figuur 35: Gewenst ontwikkelingsperspectief
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 46/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
5.4 RUIMTELIJKE VEILIGHEIDSRAPPORTAGE Op 29 juni werd het besluit houdende nadere regels inzake de ruimtelijke veiligheidsrapportage van kracht (BS 19/06/2007). Dit besluit legt in de vorm van een schema de criteria vast die de dienst Veiligheidsrapportering hanteert om te beslissen of bij een gemeentelijk, een provinciaal of een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) al dan niet een ruimtelijk veiligheidsrapport moet worden opgemaakt. Tegelijkertijd traden ook de bepalingen in het decreet Ruimtelijke Ordening met betrekking tot de procedure voor adviesvraag voor het opstellen van een ruimtelijk veiligheidsrapport bij een ruimtelijk uitvoeringsplan, in werking. Concreet betekent dit dat alle voorontwerpen van ruimtelijke plannen sindsdien ter advies aan de dienst Veiligheidsrapportering dienen voorgelegd te worden, en dit ten laatste 21 dagen voor de plenaire vergadering.
Figuur 37: Beslissingsschema ruimtelijke veiligheidsrapportage
nee Stap 1
Stap 2: Aandachtsgebied in RUP
nee
Stap 1: Seveso-inrichting aanw ezig of mogelijk in RUP
ja Stap 2
nee
Wanneer een ruimtelijk uitvoeringsplan een bestemmingswijziging beoogt, ziet de ruimtelijke veiligheidsrapportage erop toe dat door de nieuwe bestemming de preventie of de beperking van de gevolgen van zware ongevallen niet in het gedrang komt. Het ruimtelijk veiligheidsrapport (RVR) onderzoekt, wanneer nodig de risico’s. In het decreet Ruimtelijke Ordening werden bepalingen ingevoegd die de ruimtelijke planner verplicht om rekening te houden met de aspecten van risico’s van zware ongevallen van Seveso inrichtingen. Het Besluit RVR-criteria bevat de criteria om te beslissen of bij een ruimtelijk uitvoeringsplan effectief een ruimtelijk veiligheidsrapport vereist is. Om erop toe te zien dat bij ruimtelijke ontwikkelingen het risico van zware ongevallen niet vergroot of de gevolgen van zware ongevallen niet ernstiger kunnen worden, definieerde de Vlaamse overheid zogenaamde aandachtsgebieden. Dit zijn gebieden die bij het opmaken van ruimtelijke uitvoeringsplannen bijzondere aandacht vragen: ofwel vanwege de aanwezigheid van grote groepen van personen: woongebieden, druk bezochte gebouwen, belangrijke transportassen,…. Dit zijn aandachtsgebieden omdat ze de gevolgen van een zwaar ongeval ernstiger kunnen maken door een hoger aantal menselijke slachtoffers; ofwel vanwege hun milieu- en/of natuurwaarde: waardevolle of bijzonder kwetsbare natuurgebieden,…. Dit zijn aandachtsgebieden omdat ze de milieuschade mogelijk verhogen; ofwel vanwege de intrinsieke mogelijkheid om zware ongevallen te veroorzaken: externe gevarenbronnen. Dit zijn aandachtsgebieden omdat ze de kans op een zwaar ongeval, en aldus ook het risico van een zwaar ongeval, vergroten. De Vlaamse overheid ontwikkelde een procedure die de wisselwerking tussen bestaande en/of geplande Seveso-inrichtingen enerzijds en bestaande en/of geplande aandachtsgebieden anderzijds moet bestuderen teneinde mogelijke onverenigbaarheden reeds tijdens de planningsfase op te sporen en er op gepaste wijze op te reageren. Het moet voorkomen dat in de toekomst aandachtsgebieden te dicht bij Seveso-inrichtingen ingeplant worden (maar ook omgekeerd) waardoor mens of milieu aan te hoge risico's van zware ongevallen zouden blootgesteld worden. De ruimtelijke veiligheidsrapportage verbindt aldus het beleid ruimtelijke ordening met het industriële veiligheidsbeleid inzake risico's van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. In het ruimtelijke planningsproces moet rekening gehouden worden met de resultaten van het ruimtelijk veiligheidsrapport. Hierbij is het mogelijk dat (ontwerpen van) ruimtelijke uitvoeringsplannen moeten bijgestuurd of aangepast worden. Het RUP voorziet niet dat Seveso inrichtingen zich in de diverse deelgebieden kunnen vestigen. Er zijn geen Seveso-inrichtingen op minder dan 2 kilometer van de deelgebieden gepland. De hogedrempelinrichting Belstor is op minder dan 2 kilometer gesitueerd van het uitgesteld woongebied slachthuis maar de dienst VR beschikt over voldoende informatie over de inrichting om stellen dat er geen externe mensrisico’s verbonden zijn. De opmaak van een RVR is bijgevolg niet noodzakelijk. Dit werd bevestigd door een schrijven van Het departement leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid van 01/07/2008.
Stap 3 Stap 4: Seveso-inrichting op minder dan 2 km van het aandachtsgebied
nee
Stap 3: aandachtsgebied op minder dan 2 km van de Seveso-inr ichting
Stap 4
ja ja
nee Stap 5 Stap 5: Risico’s gekend bij de dienst RV R
ja
Geen RV R nodig
RV R nodig
Geen RV R of RV R of voorschriften
Geen RV R nodig
5.5 WATERTOETS Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Hierin wordt gesteld dat er geen schadelijk effect mag ontstaan of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Een schadelijk effect wordt gedefinieerd als: "ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit; die effecten omvatten mede effecten op de gezondheid van de mens en de veiligheid van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden, op het duurzaam gebruik van water door de mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het klimaat, het landschap en het onroerend erfgoed, alsmede de samenhang tussen een of meer van deze elementen". Van de zeven deelplannen is er slechts één dat deels gesitueerd is in overstromingsgevoelige gebieden. Het betreft het Slachthuis. De gebieden die door de overstromingsgevoeligheid getroffen worden (AGIV: Overstromingsgebieden in Vlaanderen: NOG, ROG en risicozones), zijn in het RUP opgenomen als natuurgebied waardoor bebouwing of verharding niet mogelijk is. De uitvoering van het RUP heeft bijgevolg geen negatieve implicaties op het waterbeheer.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 47/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
5.6 MER PLICHT
Figuur 38: Traject beoordeling noodzaak opstellen planMER of ontheffing tot verplichting van opstellen plan MER
Sinds 1 december 2007 is het nieuw plan-MER-decreet (BS 20/06/2007) in voege. Deze nieuwe regelgeving bepaalt dat elk ruimtelijk uitvoeringsplan binnen het toepassingsgebied van het plan-MERdecreet valt. RUP’s die het kader vormen voor project-MERplichtige activiteiten, zoals bepaald in bijlage I en II van het BVR van 10/12/2004 of waarbij een Passende Beoordeling van toepassing is, zijn van rechtswege MER-plichtig. Indien dit niet het is geval voor het voorliggende plan dan betekent dit dat de screeningsplicht hoe dan ook van toepassing is. Concreet houdt dit in dat er moet nagegaan worden of er ten gevolge van het plan aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Indien er geen aanzienlijke milieueffecten verwacht worden, komt het plan in aanmerking voor een ontheffing van de plan-merplicht. Om deze ontheffing te bekomen, dient er een dossier (ontheffingsdossier) opgesteld te worden waarin gemotiveerd wordt dat de vraag om ontheffing van de plan-MER-plicht gegrond is. Dit dossier moet – conform de nieuwe regelgeving – ter advies verzonden te worden naar een aantal overheidsinstanties. Deze hebben 30 dagen de tijd om hun advies uit te brengen. Naderhand wordt het ontheffingsdossier samen met de adviezen verzonden naar de Dienst MER. Deze dienst heeft 30 dagen de tijd om te beslissen of een ontheffing van de plan-MER-plicht wordt toegekend of niet. Wordt deze ontheffing niet toegekend, moet alsnog een plan-MER opgesteld worden.
MER Screening
neen
Bijlage II BVR
neen
Bijlage I BVR
ja
ja
Plan-MER
Volgens de nieuwe regelgeving is echter niet alleen een plan-MER nodig voor RUP’s die aanzienlijke milieueffecten veroorzaken, maar is er ook, zoals hierboven reeds gesteld, een plan-MER nodig voor alle plannen (conform de definitie van het decreet) die een zogenaamde passende beoordeling vergen. Dit betekent met andere woorden dat er voor elk plan (conform de definitie van het decreet) dat mogelijk een betekenisvolle aantasting van vogel- of habitatrichtlijngebied kan veroorzaken, een plan-MER dient opgesteld te worden. Een op te maken RUP valt steeds onder de screeningsplicht. Wanneer hierbij een vermoeden ontstaat dat het plan valt onder één of meer categorieën van bijlage II van BVR van 10/12/2004, dan wil dit zeggen dat de MER plicht van toepassing is, maar dat een ontheffing kan ingediend worden.
neen
Passende beoordeling
ja
ja
Passende beoordeling
neen
De noodzaak tot het opmaken van een plan-MER / ontheffing wordt vooral bepaald door de Dienst MER en het Agentschap voor Natuur en Bos. Deze beslissing kan enigszins in de positieve zin gestuurd worden door bij de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan te streven om de milieueffecten te minimaliseren. Dit vergt een zeer goede integratie van milieuaspecten in de opmaak van het RUP. geen MER
Plan-MER
Plan-MER/ontheffing
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 48/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
5.6.5 Vorm en procedure
5.7 RUIMTEBALANS
Het ontheffingsdossier, voor zover een gevolg van de screening en het advies van betrokken instanties, bestaat uit volgende onderdelen:
Deze bestemmingswijzigingen en uitbreidingen leiden tot volgende ruimtebalans:
1. Ruimtelijke situering, administratieve voorgeschiedenis, juridische en beleidsmatige randvoorwaarden:
Bestemmingszone gewestplan
Dit zijn standaardonderdelen uit een MER die in een ontheffingsdossier best in dezelfde mate worden uitgewerkt, gezien ze het plan kaderen. De juridische en beleidsmatige randvoorwaarden vormen een toetsingskader voor de afweging van de milieueffecten.
Tabel 12: Ruimtebalans Bestaande toestand
De beschrijving van het plan dient voldoende gedetailleerd te zijn zodat ze een degelijke evaluatie van de mogelijke milieueffecten toelaat. De verantwoording van het plan en de bespreking van eventuele verworpen alternatieven is eveneens van belang.
3. Beschrijving per discipline van de referentiesituatie, de mogelijke milieueffecten en eventuele milderende maatregelen:
Dit onderdeel vormt de kern van het ontheffingsdossier, aangezien hieruit dient te blijken of er al dan niet significante milieueffecten te verwachten zijn. Indien bij de opmaak van het ontheffingsdossier zou blijken dat er significante negatieve milieueffecten te verwachten zijn, kunnen milderende maatregelen geformuleerd worden. Deze moeten dan wel in het project geïntegreerd worden en effectief worden uitgevoerd opdat ze in aanmerking worden genomen door de dienst MER bij de behandeling van de vraag tot ontheffing.
natuurgebied
21.120m²
herbevestigd natuurgebied
16.558m²
natuurontwikkelingsgebied
11233m²
landschapsbuffer
ca. 84.588m²
ca. 84.588m²
natuurontwikkelingsgebied
25.490²
25.490m²
uitgesteld woongebied
44.579m²
28.021m²
uitgesteld stedelijk natuurontwikkelingsgebied
12.443m²
uitbreiding stedelijke w erkplaatsen
1.763m²
lokaal bedrijventerrein
39.334 m²
natuurreservaat
21.120m²
agrarisch gebied woongebied openbaar nut
recreatie
9.351m²
am bachtelijke bedrijven en KMO’s
16.296m²
para-agrarisch bedrijventerrein
39.542m² totaal
240.758m²
240.758m²
5.6.6 Conclusie screeningsnota
5.8 OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN
De nota beschrijft het plangebied en de geplande ontwikkeling. Voor elke discipline wordt er een beschrijving gegeven van de bestaande toestand en de verwachte milieueffecten. De nota is opgenomen in bijlage.
Deelgebied ‘Lokaal para-agrarisch bedrijventerrein’: Natuurgebied
De screening besluit met de conclusie dat het plan is geen deel van de bijlage I en II van het BVR van 10/12/2004. Er is geen Passende Beoordeling vereist gelet op de afstand ten opzichte van Natura 2000 richtlijngebieden. Uit de toelichting van het plan en de screening van de mogelijke effecten blijkt dat er geen noemenswaardige effecten te verwachten zijn. Het plan komt dus in aanmerking om een ontheffingsdossier in te dienen. De dienst m.e.r. bevestigt bij brief van 11 februari met kenmerk LNE/MER/OHPL0010/09/ dat het onderzoek op en correcte wijze is verlopen en dat “Gezien het bovenvermelde kunnen wij concluderen dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een planMER niet nodig is.”
Bestemming RUP
Bestemmingen in de diverse deelplannen
2. Beschrijving van het plan (inclusief de verantwoording van het plan en eventuele onderzochte alternatieven):
Nieuwe toestand
Deelgebied ‘Herbevestigd Natuurgebied Stedelijke Serres’: Natuurgebied Deelgebied ‘Uitgesteld stedelijk ontwikkelingsgebied Slachthuis’: Zone gemeenschapsvoorzieningen
voor
openbaar
nut
Deelgebied “Lokaal bedrijventerrein Vennestraat”: Woongebied Deelgebied “Natuurontwikkelingsgebied Stiemerbeek en Steilrand”: Zone voor openbaar nut een gemeenschapsvoorzieningen
Deelgebied “Uitbreiding Stedelijke Werkplaatsen “Bodem”: Industriegebied Deelgebied “Landschapsbuffer”: Natuurgebied & gemeenschapsvoorzieningen
Zone
voor
openbaar
nut
Deelgebied “Uitgesteld woongebied Hornszee”: Woongebied Deelgebied “Natuurontwikkeling De Maten”: Landschappelijk waardevol agrarisch gebied
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
een
september 2009
pag. 49/64
een
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 50/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven” Genk Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van …………….. 2009
De Secretaris,
De Burgemeester,
Dhr. Rudi Haeck
Dhr. Jef Gabriels
Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het stadhuis van Genk werd neergelegd van ……………. tot …………. 2009 De Secretaris,
De Burgemeester,
Dhr. Rudi Haeck
Dhr. Jef Gabriels
Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van …………….2009 De Secretaris,
De Burgemeester,
Dhr. Rudi Haeck
Dhr. Jef Gabriels
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 51/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
TITEL II: Stedenbouwkundige voorschriften 6
ARTIKEL 1: A LGEMENE BEPALINGEN
6.1 BEGRENZING VAN HET PLANGEBIED De begrenzing van de verschillende deelgebieden is aangeduid op de grafische plannen.
6.2 WIJZE VAN METEN Bebouwingspercentage: Begroeningspercentage: Bouwhoogte: Verhardingspercentage:
Een op het plan of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een perceel aangeeft dat mag worden bebouwd. Een op het plan of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de minimale grootte van het deel van een perceel aangeeft dat onverhard en met vegetatie begroeid moet zijn, hieronder vallen ook de wadi’s. De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het peil op de rooilijn tot de bovenzijde van de goot of de kroonlijst. De dakhoogte wordt hierin niet meegerekend. De nokhoogte behelst tevens het dakvolume. Een op plan of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de maximale grootte van het deel van een perceel aangeeft dat verhard mag zijn.
6.3 GEHANTEERDE BEGRIPPEN Bedrijven:
Bestemming:
Materiële uiting zijn van een economische activiteit. Een bedrijf is het gebouw of de ‘inrichting’ waarin een bepaalde economische activiteit wordt uitgeoefend. De bedrijven zijn gevestigd in specifieke inrichtingen en kunnen gerangschikt worden in verschillende categorieën: Regionale bedrijven zijn bedrijven die omwille van de schaal en het werkingsgebied het lokale niveau overstijgen; Lokale bedrijven hebben een verzorgend karakter ten aanzien van de omgeving en sluiten qua schaal aan bij de omgeving. De bestemming duidt de functie aan die door het plan juridisch vastgelegd wordt. De hoofdbestemming moet steeds gerealiseerd worden en dit voor tenminste de helft van de bruto-vloeroppervlakte (Hoofdbestemming moet steeds minstens 50% van de bvo innemen); Nevenbestemmingen zijn steeds ondergeschikt aan de hoofdbestemming. Alle toegelaten nevenbestemmingen samen mogen niet meer dan 50% van de bvo innemen. Wanneer nevenfuncties niet verenigbaar zijn met de hoofdfunctie kunnen zij niet gerealiseerd worden.
Gemeenschapsvoorzieningen: Dit zijn dienstverleningen met een openbaar karakter: het betreft onder meer alle vormen van onderwijs (van kleuter, lager tot hoger, van dag tot avondonderwijs, …), cultuur en erediensten (museum, cultureel centrum, tentoonstellings- en congresruimten, bibliotheek, ...), overheidsdiensten (politie, administratie, opslag, bescherming, ...), verzorging (poliklinieken, materniteiten, ziekenhuizen en bijbehorende diensten, bejaardentehuizen, bungalows voor bejaarden, …), voorzieningen (recreatieve- en sportinfrastructuur, nutsvoorzieningen, ...). Hoofdbestemming: Zie bestemming Hoofdgebouw: Het hoofdgebouw is het gebouw dat zowel morfologisch, naar ligging en gebruik als het belangrijkste gebouw kan worden aangeduid. Veelal is dit het gebouw met het hoogste volume, dat de hoofdbestemming herbergt en zich aan de bouwlijn bevindt. Kleine verbouwingswerken: Dit zijn verbouwingen die vrijgesteld zijn van de tussenkomst van een architect. Perceel: Een aaneengesloten al dan niet bebouwd stuk grond. Op het plan zijn de percelen aangeduid zoals weergegeven op het kadasterplan van 1 januari 2004. Perceelsgrens: Een grens van het (bouw)perceel. De op plan aangeduide perceelsgrenzen zijn deze van het kadasterplan van 1 januari 2004 dat de basis vormt van het bestemmingsplan. De perceelsgrenzen kunnen door middel van herverkavelingen steeds aangepast worden. Rooilijn: Deze lijn vormt de grens tussen de openbare weg en de aanpalende eigendommen hetzij overeenkomstig de actuele bezitstoestand, hetzij overeenkomstig hetgeen door de administratieve overheid is voorgeschreven voor de toekomst. Verantwoord groenbeheer: Het beheer van groenelementen van diverse aard op een dusdanige wijze dat deze elementen een maximale bijdrage kunnen leveren aan de ecologische waarde van het gebied waarin zij zich bevinden. Verbouwingen: Wanneer een bestaande constructie wordt aangepast, uitgebreid of gewijzigd (met uitzondering van onderhoudswerken) met het doel een aangepast, beter of ander functioneel gebruik of zicht te realiseren, valt dit onder de term verbouwingen. Verharding: Behandelingen waarbij de bodem aangepast wordt aan een niet natuurlijk gebruik (weg, pad, terras, parking) en de waterdoorlaatbaarheid sterk beperkt wordt. Veelvuldig gebruikte verhardingen zijn betonklinkers, kasseien, beton, steenslag, asfalt en dolomiet. Wadi: Systeem van open grachten waarnaar hemelwater geleid wordt en daar langzaam in de bodem kan infiltreren. Wadi is een letterwoord dat staat voor: waterafvoer door infiltratie. De oppervlakten voor de inrichting van de wadi’s maken deel uit van het begroeningspercentage. Waterdoorlatende verharding: alle soorten verhardingsmaterialen die door een bepaalde porositeit van het materiaal een waterdoorlatend vermogen hebben. Woningen: Woon- of verblijfplaatsen van een of meerdere personen. Deze kunnen gevat zijn in eengezinswoningen, meergezinswoningen, appartementen, studio’s, kamerwoningen Zone: Een op plan aangegeven vlak met éénzelfde bestemming.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 52/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
7
ARTIKEL 2: A LGEMENE VOORSCHRIFTEN
7.5 WATERTOETS
7.1 OVERGANGSBEPALING Wanneer een bestaande constructie strijdig is met het plan kunnen enkel kleine verbouwingen, onderhouds- en instandhoudingwerken toegelaten worden.
7.2 ONBEBOUWDE GRONDEN Onbebouwde gronden kunnen enkel afgegraven of aangevuld worden in functie van vergunde werkzaamheden die kaderen in de aanleg van het terrein of de oprichting van een gebouw en de verbonden infrastructuur. Bomen en heesters mogen enkel verwijderd worden ter voorbereiding van dergelijke vergunde werkzaamheden of in het kader van een verantwoord groenbeheer. Reclame inrichtingen mogen niet op onbebouwde gronden geplaatst worden.
7.3 BEPALINGEN VOOR ALLE GEBOUWEN IN HET PLANGEBIED Elke verbouwing of nieuwbouw in het plangebied moet op een contextuele wijze ingepast worden in het straatbeeld. Dit houdt in dat de kroonlijsthoogte, de gevelopbouw (hoogte, materiaalgebruik en geleding), de dakvorm en -helling (hoogte, dakvensters, hoek, materialen), de uitsprongen en het materiaalgebruik op een doordachte, samenhangende en kwaliteitsvolle wijze opgebouwd moeten worden. Dit contextuele inpassen duidt niet op het kopiëren van een bestaande typologie. Het onderzoek van de geslaagdheid van de contextuele inpassing wordt onder meer gebaseerd op: ⇒ de stedenbouwkundige inpassing van het voorgestelde project; ⇒ de ruimtelijke draagkracht; ⇒ de relatie tussen de oude en de nieuwe architectuur en het bestaande weefsel (kopiërend of vernieuwend, losstaand of anticiperend).
7.4 BEPALINGEN
VOOR HET LANDSCHAPSELEMENTEN
BEHOUD
VAN
WAARDEVOLLE
BOMEN
EN
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Hierin wordt gesteld dat er geen schadelijk effect mag ontstaan of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Een schadelijk effect wordt gedefinieerd als: "ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit; die effecten omvatten mede effecten op de gezondheid van de mens en de veiligheid van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden, op het duurzaam gebruik van water door de mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het klimaat, het landschap en het onroerend erfgoed, alsmede de samenhang tussen een of meer van deze elementen". De watertoets geeft uitvoering aan het principe van de integratie van integraal waterbeleid bij de vergunningverlening. Overeenkomstig het Decreet Integraal Waterbeleid dienen overheden bij het verlenen van een vergunning telkens te onderzoeken of de betrokken activiteit een schadelijk effect op het watersysteem kan doen ontstaan dat vermijdbaar is. Gedetailleerde regels aan de hand waarvan wordt vastgesteld of handelingen of activiteiten een schadelijk effect veroorzaken, zijn nog niet ontwikkeld. De uitvoering van deze watertoets gebeurde dan ook op basis van de bestaande voorschriften en codes van goede praktijk. Van de zeven deelplannen is er slechts één dat deels gesitueerd is in overstromingsgevoelige gebieden. Het betreft het Slachthuis. De gebieden die door de overstromingsgevoeligheid getroffen worden (AGIV: Overstromingsgebieden in Vlaanderen: NOG, ROG en risicozones), zijn in het RUP opgenomen als natuurgebied waardoor bebouwing of verharding niet mogelijk is. De negatieve implicaties op het waterbeheer na de inwerkingtreding van het RUP zijn daardoor beperkt. Toch zal elke ruimtelijke ingreep opgevat moeten worden op een wijze dat de nadelige effecten op het waterbeheer zoveel mogelijk beperkt worden. De vergunningsaanvraag duidt aan op welke wijze dit gerealiseerd wordt. Bij elke vergunningsaanvraag met een mogelijke impact wordt de waterbeheerder om advies gevraagd.”
KLEINE
7.6 INRICHTING NIET -BEBOUWDE GEBIEDEN Bomen en kleine landschapselementen (hagen, houtkanten, houtwallen,…) die beeldbepalend of structuurondersteunend zijn voor de omgeving zijn, genieten een bescherming als waardevolle boom of landschapselement. In het kader van een vergunningsaanvraag wordt bepaald of deze behouden of versterkt moeten worden of gecompenseerd kunnen worden.
Bij de inrichting van niet-bebouwde gebieden en de aanplant van kleine landschapselementen, opgaande bomenrijen en houtkanten moet maximaal gebruik worden gemaakt van streekeigen en standplaatsgeschikte bomen en struiken.
Vergunningsplichtige handelingen (omgevingswerken, graafwerken) in de omgeving van deze bomen of landschapselementen mogen het verder leven van deze bomen of beplantingen niet bedreigen of de aanwezige beeldkwaliteit beperken.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 53/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
8
ARTIKEL 3: SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR DE VERSCHILLENDE DEELGEBIEDEN
Dit deel beschrijft de stedenbouwkundige voorschriften voor de verschillende bestemmingszones van de deelgebieden. Elke deelgebied heeft een herkenbare bladschikking, ingedeeld in drie kolommen. Kolom één bevat een inhoudelijke informatieve toelichting, in kolom twee worden de essentiële aspecten aangeduid. Beide kolommen hebben een toelichtende en richtinggevende functie. De derde kolom bevat de juridische verordende bepalingen. Deze teksten zijn afgedrukt tegen een grijze achtergrond. Verordenende bepalingen Stedenbouwkundige voorschriften
Informatieve bepalingen Toelichting bij de gewenste ordening
Essentiële aspecten
Kolom 3: Juridische afdwingbaarheid
Kolom 2: Noodzakelijke randvoorwaarden gerealiseerd moeten worden
die
zeker
Kolom 1: Gewenste ruimtelijke invulling
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 54/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Informatieve bepalingen Toelichting bij de gewenste ordening
Essentiële aspecten
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften Artikel 4: Lokaal para-agrarisch bedrijventerrein
§ 4.1 Algemene bepalingen Dit gebied is aangeduid voor het behoud en de ont wikkeling van een historisch gegroeid para- agrarisch lokaal bedrijf. De toegestane bedrijvigheid kan enkel bet rekking hebben op het telen en verkopen van planten zonder dat deze die hinder veroorzaken voor hun omgeving. -
Lokaal para-agrarisch bedrijventerrein Aard van activiteiten beperken
De vestiging van louter commerciële bedrijven is niet wenselijk. Gebouwen zijn daarom niet wens elijk en de ruimte voor constructies wordt beperkt.
Constructies moeten steeds: Uit duurzame materialen opgetrokken zijn; Uit elkaar gehaald kunnen worden; Constructies mogen nooit: Uit beton- of metselwerk opgetrokken worden; Als woon- of leefruimte gebruikt kunnen worden; Functionele ruimten ten behoeve van pers oneel kunnen van deze laatste bepaling vrijgesteld worden wanneer de ruimten beperkt in omvang en verplaatsbaar zijn. De constructies zijn beperkt in omvang en kunnen enkel in de op plan aangeduide bouwvlakken opgetrokken worden. Bij elke vergunningsaanvraag wordt er een integraal waterbeheer nagestreefd. Het oppervlaktewater van de totale dakoppervlakte, moet eerst opgevangen worden in reservoirs waarna het afgeleid wordt naar wadi’s op het bedrijfsperceel of infiltratiebekkens in de onmiddellijke omgeving. De wadi’s en infiltratiebekkens kunnen in verbinding staan met de openbare gracht en of riolering. De park eert erreinen worden aangelegd in functie van de intensiteit van gebruik. Parkeerterrein A kan deels verhard worden, park eert errein C wordt niet verhard en natuurlijk beheerd en mag niet meer dan 25 dagen per jaar gebruikt worden. Reclamevoorzieningen zijn niet toegelaten. Uithangborden kunnen op aparte dragers aangebracht en verlicht worden. De omvang van deze panelen is beperkt tot maximum 2m² . Het is wenselijk dat de laad- en loskade en de ruimte voor het stockeren en bergen visueel afgeschermd worden door levende hagen. Na het beëindigen van de activiteiten moet het gehele pangebied met uitzondering van het perceel dat deel is van het woonlint omgez et worden in natuurgebied. Het perceel in het woonlint kan daarna bebouwd worden.
Dit gebied is bestemd voor het behoud en de ontwikkeling van een historisch gegroeid para-agrarisch bedrijf. De zone kan enk el aangewend worden voor het telen en verkopen van plant en en onmiddellijk gerelateerde toebehoren. Woningbouw, dienst verlenende bedrijven, niet gerelateerde kleinhandel en kantoren zijn niet toegestaan. Dit gebied wordt in navolging van het B esluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 gecategoriseerd onder de gebiedsaanduiding ‘landbouw’.
§ 4.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting en de bebouwing Om de impact van de activiteit te beperken en een lat ere mogelijke omvorming naar natuurgebied niet te hypothekeren is het oprichten van gebouwen (bestaande uit metselwerk en met fundamenten verank erd in de grond) niet wenselijk. Constructies bestemd om ter plaatse te blijven staan en welke steunen op of zijn met fundamenten ingegraven in de grond kunnen vergund worden.
LPAB
4.1 Be stemming
4.2 Inrichting en bebouwing
-
-
Natuurbeheerplan opstellen; Buffers aanleggen Verlies aan natuurgebied planologisch compenseren
Alle werken en handelingen nodig voor het uitbaten van deze activiteit kunnen pas vergund worden nadat elk van de volgende voorwaarden is gerealiseerd: Een natuurbeheerplan is opgesteld en wordt nageleefd; De buffergebieden zijn aangelegd en worden behoorlijk beheerd; De oppervlakte welke teloor gegaan is aan natuur op een evenwaardige wijze planologisch en ecologisch is gecompenseerd; De verkeerseffecten beperkt worden door een aangepast circulatie- en parkeerplan.
Constructies beperken Constructies mogen enkel in de op plan aangeduide bouwvlak opgetrokken worden. De maximum toegelaten hoogte van de constructies, het maximum bebouwingspercent age, het maximum verhardingspercent age en het minimum begroenings percentage zijn aangeduid op het grafisch plan. De maxima mogen niet overschreden worden. De minima moeten gerealiseerd worden.
-
Hinder beperken
-
Parkeerterreinen diversifiëren
Buiten de bouwvlakken en met uitzondering van de op plan aangeduide parkeerterreinen, kunnen enkel constructies eigen aan de functie vergund worden. Het bet reft onder meer afsluitingen, verlichtingspalen, het aanleggen van paden en wegen, het aanbrengen van schaduwtenten,… De parkeerterreinen kunnen op verschillende wijzen ingericht worden: Parkeerterrein A kan aangelegd worden met een verharde ontsluitingsstructuur en onverharde parkeerstrok en. De parkeerstroken wateren af naar een wadi welke in de lengt e van het terrein wordt aangelegd. De wadi heeft een breedte van minimum 2 meter; Parkeerterrein B moet volledig onverhard aangelegd worden. Minimum 25% van het terrein moet ingericht en beheerd worden op basis van een gemotiveerd beplantingsplan. Tussen dit parkeerterrein en het bos mogen geen afsluitingen aangebracht worden;
Na stopzetten activit eit, natuur realiseren Na realisatie natuur, bouwperceel creëren
Wanneer de activiteit ophoudt te bestaan, kunnen geen nieuwe vergunningen verleend worden. In het jaar volgend op het stopzetten van de activit eiten moeten alle gebouwen en constructies afgebroken zijn. De terreinen moeten tevens ingericht worden met oog op het realiseren van de bestemming: natuurontwikkelings gebied zoals bepaald in artikel acht van deze voorschriften. Eens dit gerealiseerd is, vervallen de op plan aangeduide bestemmingen van perceel 315n en kan dit perceel aangewend worden voor de bouw van een vrijstaande woning.
-
§ 4.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer De groenvoorzieningen, historische hout wallen, wadi’s en infiltratiebekkens moeten beheerd worden volgens de principes van een verant woord natuurbeheer. Percelen die slechts een korte tijd per jaar gebruikt worden als parkeerterrein moeten ec ologisch ingericht en beheerd worden. Alle z ware bomen moeten behouden blijven en goed onderhouden worden. Wanneer een boom sterft moet de dode boom vervangen worden door een jonge boom van dezelfde soort. Het water van de verharde delen wordt opgevangen in en open poel, enkel beplant met inheemse wat erplanten. De Amerikaans e vogelkers moet vakkundig bestreden worden. De poel wordt aangelegd op perceel 320a, 321a of 320b.
4.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer Groenvoorzieningen ecologisch beheren Recht van voorkoop
De groenvoorzieningen, de historische houtwallen, wadi’s en infiltratiebekkens moeten op een ecologische wijze beheerd worden. De hout wallen en de op plan aangeduide waardevolle bomen moeten behouden blijven. Het recht van voork oop, zoals bedoeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening is van toepassing op het gehele gebied. In uit voering van artikel 63 van het decreet wordt de volgorde van het voorkooprecht vastgesteld als volgt: de stad Genk; de provincie Limburg; het Vlaamse Gewest
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 55/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Richtinggevend Toelichting bij de gewenste ordening
Essentiële aspecten
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften Artikel 5: Herbeve stigd Natuurgebied Stedelijke Serres
§ 5.1 Algemene bepalingen
H
N
5.1 Be stemming
Het gebied is gelegen in de het natuurgebied van ‘De Maten’ en is op het gewestplan bestemd als natuurgebied. Gelet op de unieke ligging tussen Stiemerbeek en de plassen van ‘De Maten’ en de ligging in een aangeduide natuurverbinding is het wenselijk dat de functie verdwijnt en dat maatregelen genomen worden om de gewenste ont wikkeling te bespoedigen.
Zone herstellen als natuurgebied
Dit gebied is bestemd voor het herstellen van de natuurfunctie door het herlokaliseren van de bestaande functies en het slopen van de gebouwen. Het terrein wordt nadien als een volwaardig natuurgebied op basis van een natuurrichtplan, ingericht, aangelegd en beheerd. Enkel het in stand houden en onderhouden van bestaande zonevreemde constructies en activiteiten is toegelaten t ot een maximum van 10 jaar na goedkeuring van onderhavig RUP. Dit gebied wordt in navolging van het B esluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 gecategoriseerd onder de gebiedsaanduiding ‘natuur’.
§ 5.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting en de bebouwing
5.2 Inrichting
Het terrein wordt aangelegd op basis van een nat uurinrichtingsplan dat het verhogen van de natuurwaarden en het versterken van de nat uurverbinding tussen de Stiemerbeek en de plassen van ‘De Maten’ verhoogt. De heraanleg van het terrein volgt onmiddellijk na het stopzetten van de activiteiten. De ontruiming van de gebouwen en het realiseren van de natuurinrichting moet uiterlijk starten 5 jaar na de inwerkingt reding van dit plan. − − −
− −
Het aanbrengen van infrastructuren voor het beheer van het gebied als natuurgebied, analoog het aanpalend natuurgebied, (het bouwen van schuilplaatsen voor dieren die ingezet worden bij het beheer van het gebied,…) moet mogelijk zijn; Alle werken, handelingen, functiewijzigingen, inrichtingen en voorzieningen die nodig of nuttig zijn voor het in stand houden, het beschermen het herstellen en het ont wikkelen van natuur en landschapswaarden moet mogelijk zijn; Kleinschalige infrastructuur gericht op het al dan niet toegankelijk maken (toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, wegafsluitingen,…) nat uureducatie (informatieborden, verrekijkers, knuppelpaden, vogelkijkhutten, ….) en recreatief medegebruik (zitbank en, picknicktafels, vuilbakken,…) moet mogelijk zijn voor zover de ruimtelijk-ec ologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt; De aanleg van onverharde of verharde paden voor niet gemotoriseerd recreatief verkeer (wandelen, fietsen, paardrijden, …) moet mogelijk zijn, voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt; Werken en handelingen in functie van het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden moet mogelijk zijn voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt en de hoofdfunctie natuur niet in het gedrang wordt gebracht;
Natuurric htplan Volgende werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen – waarvoor artikel 99 Enkel activiteiten voor de van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een inrichting en het beheer van stedenbouwkundige vergunning vereist is – zijn vergunbaar: de nat uur toelaten. 1. werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het creëren of beschermen van natuurwaarden; 2. werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor natuurontwikkeling en landschapszorg; 3. werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig zijn voor het beheersen van periodieke overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden voor zover dez e worden uitgevoerd volgens de technieken van natuurtechnische milieubouw en passen binnen een integraal waterbeheer; 4. het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur geric ht op toegankelijk maken voor publiek en op recreatief medegebruik; 5. het aanleggen, inricht en of uitrusten van paden voor recreatief verk eer. Verharde paden moeten worden aangelegd in waterdoorlatende verharding; 6. De tijdelijke opslag van materialen en gewassen, onder voorbehoud dat het geen opslag van materiaal is die verontreiniging van de bodem en grondwat er kunnen veroorzaken en dit tot een maximum van 10 jaar na goedk euring van dit RUP. De verschillende delen van de het natuurgebied mogen niet gescheiden worden door de plaatsing van afsluitingen of hekwerk met een beperkte maasbreedte. Het herbouwen van de bestaande gebouwen en constructies of het vervangen van bestaande verhardingen zijn niet vergunbaar. E vent uele terreinwerken kunnen enkel toegestaan worden wanneer deze conform de visie en de bepalingen van het natuurrichtplan uitgevoerd worden. In het jaar volgend op het herlok alisatie van de activiteiten (uiterlijk tien jaar na de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uit voeringsplan) moeten alle zonevreemde constructies en inrichtingen afgebroken zijn en moeten de terreinen tevens aangelegd en ingericht zijn op basis van een goedgek eurd inrichtingsplan, dat conform de visie en de bepalingen van het nat uurrichtplan opgesteld is.
§ 5.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer Om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen is het noodzakelijk dat dez e op een ecologische verant woorde en gelijkaardige wijze beheerd worden.
5.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer -
Gelijkaardig beheer opleggen
De verschillende delen van het natuurgebied (perceelsdelen) worden op een gelijkwaardig wijze beheerd. Dit beheer moet uitgevoerd worden volgens de principes van duurzaam ecologisch beheer. Het beheer moet gericht zijn op het versterken van verbindingen voor doelsoorten.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 56/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Richtinggevend Toelichting bij de gewenste ordening
Essentiële aspecten
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften Artikel 6: Ui tge steld stedelijk ontwikkelingsgebied Slachthuis 6.1 Be stemming
§ 6.1 Algemene bepalingen
Dit gebied is tijdelijk bestemd voor gebouwen en constructies met betrekking tot het slachthuis.
Het gebied is aangeduid als lokaal bedrijvent errein. Het slachthuis kan haar activiteiten blijven uit voeren tot zolang de milieuvergunning loopt. Na het aflopen van de milieuvergunning (2021) kan deze niet meer verlengd worden. Handelingen of bebouwingen die de gewenste ontwikkeling van dit deel van de stad hypothek eren kunnen niet vergund worden.
Geen verlenging van de milieuvergunning; Nabestemming niet hypothek eren
Enkel gebouwen en constructies welke deel zijn van het slachthuis kunnen in deze zone vergund worden. Het betreft onder meer werkplaatsen, koelruimten, laadk aaien, de bedrijfs woning, administratieve ruimten, ruimten voor onderzoek en controle, ont vangst- en vergaderruimten, …. Enkel het in stand houden en onderhouden van de bestaande gebouwen en constructies is toegelaten en dit uiterlijk tot 14 juni 2021.
Indien het slacht huis haar activiteiten vervroegd stopzet kunnen andere bestemmingen slechts vergund worden nadat een nieuw plan van aanleg is opgesteld. Dit bepaalt de gewenste inrichting en de toegelaten functies.
Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: productie en verwerking van goederen andere dan vlees verwerking; bewerking en verwerking van grondstoffen; op- en overslag, voorraadbeheer, groepage en fysieke distributie; logistiek complementaire en ondersteunende activiteiten; afvalverwerking en recyclage; kleinhandel en toonzalen; kantoren en diensten. Dit gebied wordt in navolging van het B esluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 gecategoriseerd onder de gebiedsaanduiding ‘bedrijvigheid’. 6.2 Inrichting
§ 6.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting Vergunningsaanvragen worden beoordeeld op basis van het niet hypot hekeren van de gewenste ruimtelijke ont wikkeling op lange termijn. Verbouwingen kunnen enkel binnen het bestaande volume vergund worden; Uitbreidingen van het bouwvolume k unnen enk el toegestaan wanneer deze vereist zijn en verant woord worden door specifieke eisen zoals het verzekeren van de brandveiligheid of het tegemoetkomen aan de eisen betreffende hygiëne. Vernieuwbouw kan enkel bij overmacht vergund worden;
Alle werken en handelingen nodig voor het uitbaten van deze activiteit kunnen slechts vergund worden Geen bijkomende wanneer aan elk van de volgende voorwaarden voldaan wordt: bebouwing of bebouwing of Het totale bouwvolume van de bestaande en behoorlijk vergunde gebouwen en constructies verhardingen toelaten mag niet uitbreiden; Beperkte uitbreidingen tot maximum 2% van een bouwvolume kunnen enkel toegestaan worden wanneer dit noodzak elijk is ten behoeve van brandveiligheid of milieuhygiëne; De totale oppervlakte aan bestaande en behoorlijk vergunde verharding mag niet toenemen; Vernieuwbouw kan enkel bij overmacht toegestaan worden wanneer minder dan de helft van de infrastructuur heropgebouwd moet worden.
Vergunningen kunnen enkel verleend worden wanneer dit leidt tot een geslaagde of verbeterde ruimtelijke integratie in de omgeving. Dit onderzoek wordt gevoerd wordt op basis van: het voorkomen van de bebouwde en niet-bebouwde omgeving; het waarborgen van een dicht bufferscherm waardoor het slachthuis de gewenste ontwikkeling van het stedelijk kerngebied niet aantast.
Terreinwerken kunnen enkel toegestaan worden in functie van de uit voering van een natuurrichtplan. Na stopzetting van de activit eiten terrein effenen
In het jaar volgend op het stopzetten van de activit eiten (uiterlijk 14 juni 2021) moeten alle gebouwen en constructies afgebrok en zijn. De terreinen moeten tevens ingericht worden met oog op het realiseren van de hoofdbestemming: stedelijk ontwikkelingsgebied.
Een nat uurrichtplan omvat een visie en maatregelen met betrekking tot de natuur die in dit gebied wordt beoogd. Deze maatregelen kunnen betrekking hebben op beheer en inrichting in functie van de natuurdoelen.
De hoofdbestemming: stedelijk ontwikkelingsgebied kan slechts vergund worden na het opmaken van een nieuw ruimt elijk uit voeringsplan welk de randvoorwaarden van inrichting en bestemming detailleert.
§ 6.3 Bepalingen met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit
6.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer
Om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen is het noodzakelijk dat dez e beheerd worden door één beheerder.
Eén beheerder
Het beheer van de niet-bebouwde en niet -verharde delen het plangebied moet opgesteld worden door de gebiedsbeheerder die verantwoordelijk is voor het gehele terrein. Het beheer dient voorafgaandelijk besproken te worden met de Afdeling Water.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 57/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Richtinggevend Toelichting bij de gewenste ordening
Essentiële aspecten
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften Artikel 7: Lokaal bedrijventerrein Vennestraat
§ 7.1 Algemene bepalingen Het bedrijf is gesitueerd in het kernwinkelgebied van de Vennestraat. Uiterlijk integreert de zak zich erg goed in het handelslint. De slagerij is echter verbonden met een uitsnijderij. Dergelijke activit eiten hebben en andere dynamiek en veroorzaken vaak overlast en worden niet zonder meer in woongebied vergund.
7.1 Be stemming -
Handelszaak kan met verwerkende activit eit gecombineerd worden
Dit gebied is bestemd voor gebouwen en activiteiten van lokale bedrijven mét kleinhandel en woningen welke ruimtelijk en functioneel deel zijn van het kernwinkelgebied van de Vennestraat. Enkel activiteiten welke naar aard, schaal en voorkomen geïntegreerd kunnen worden in het kernwinkelgebied kunnen vergund worden. Het betreft onder meer verkoopsruimten, bewerkingsruimten, de bedrijfswoning, diensten, woningen, appartementen, administratieve ruimten, ….
Gelet op de wenselijkheid van het behoud van dergelijk kleinhandelszaken in de Vennestraat is het combineren van de handelszaak en de uitsnijderij verantwoord.
Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: bewerking en verwerking van grondstoffen; op- en overslag, voorraadbeheer, groepage en fysieke distributie; logistiek complementaire en ondersteunende activiteiten; afvalverwerking en recyclage; niet met de omgeving verenigbare milieubelastende activiteiten. Dit gebied wordt in navolging van het B esluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 gecategoriseerd onder de gebiedsaanduiding ‘bedrijvigheid’. 7.2 Inrichting
§ 7.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting Gelet op de gewenste consolidatie en verdere versterking van het kernwinkelgebied van de Vennestraat is het wenselijk dat de handelzaak op deze locatie behouden blijft. De handelszaak kan verweven worden met de verwerkende activiteiten op voorwaarde dat de ontwikkeling van het kernwinkelgebied met een verweving van functies en activiteiten niet gehypothekeerd wordt. Er worden daarom grenzen gesteld aan een verdere uitbreiding van de verwerkende activit eiten en eisen aan het ruimtelijk voork omen.
-
Geen verdere uitbreiding van verwerkende groothandelsactiviteiten
7.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer
§ 7.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer Om de ruimtelijke kwaliteit te verhogen en te garanderen is een aangepast beheer van de ruimte tussen rooi- en bouwlijn wenselijk. Het bet reft onder meer het aanleggen en onderhouden van verhardingen en beplantingen. Ventilatoren worden geplaatst op een wijze dat ze de hinder voor omwonenden maximaal beperken.
Alle werken en handelingen nodig voor het uitbaten van deze activiteit kunnen slechts vergund worden wanneer aan elk van de volgende voorwaarden voldaan wordt: Het totale bouwvolume van gebouwen en constructies mag niet uitbreiden; In uitzondering op voorgaande regel kunnen beperkte uitbreidingen tot maximum 5% van een bouwvolume t oegestaan worden wanneer dit noodzakelijk is voor een creëren van aanpassingen ten behoeve van brandveiligheid of milieuhygiëne; De totale oppervlakte aan verharding mag niet toenemen; De verwerkende activiteiten moeten steeds verbonden blijven met een kleinhandelszaak op dezelfde locatie; De ruimte voor de verwerkende activiteiten en de groothandelsactiviteiten mag niet verder uitbreiden; De kleinhandels- en verwerkende activiteiten moeten steeds verbonden blijven met tenminste één woning per pand; De activiteiten mogen de ruimt elijke draagk racht van de omgeving niet overschrijden; De bebouwing moet opgevat worden op een wijze dat de kwaliteit van de woningen die gesitueerd zijn boven de verwerkende activiteiten en de handelszaak gegarandeerd wordt. Dit houdt onder meer in dat lichten, zichten en privacy gewaarborgd worden. De principes van milieuzonering dienen toegepast te worden om eventuele hinder voor omgeving en omwonenden zoveel mogelijk te beperken; De ruimtelijke opbouw moet kwaliteits vol geïntegreerd worden in het kernwinkelgebied; Technische installaties en constructies moeten steeds in de gebouwen geïnt egreerd worden.
- Eén beheerder
Het beheer moet uitgevoerd worden met oog op het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit en het toepassen van de principes van milieuzonering.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 58/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Richtinggevend Toelichting bij de gewenste ordening
Essentiële aspecten
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften Artikel 8: Natuurontwikkelingsgebied Stiemerbeek en Steilrand
§ 8.1 Algemene bepalingen Deze gebieden zijn enerzijds aangeduid als grensstellende elementen bij de ontwikkeling van het stedelijke ont wikkelingsgebied. De randen van de Stiemer en de Steilrand worden sterker beschermd bij de latere stadsontwikkeling.
-
Enkel natuurontwikkeling toestaan
8.2 Inrichting
Deze terreinen worden aangelegd en beheerd op basis van een nat uurinrichtingsplan dat het verhogen van de natuurwaarden beoogd.
− − −
− −
Dit gebied is bestemd voor het verhogen en verzekeren van de natuurontwikkeling. Dit gebied wordt in navolging van het B esluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 gecategoriseerd onder de gebiedsaanduiding ‘natuur’.
§ 8.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting
−
No
8.1 Be stemming
Werken aan waterzuivering Volgende werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen – waarvoor artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een toestaan stedenbouwkundige vergunning vereist is – zijn vergunbaar:
Zolang het slachthuis actief blijft moeten werken aan de waterzuiveringsinstallatie mogelijk zijn; Het aanbrengen van infrastructuren voor het beheer van het gebied als natuurgebied (het bouwen van schuilplaatsen voor dieren die ingezet worden bij het beheer van het gebied,…) moet mogelijk zijn; Alle werken, handelingen, functiewijzigingen, inrichtingen en voorzieningen die nodig of nuttig zijn voor het in stand houden, het beschermen het herstellen en het ont wikkelen van natuur en landschapswaarden moet mogelijk zijn; Kleinschalige infrastructuur gericht op het al dan niet toegankelijk maken (toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, wegafsluitingen,…) nat uureducatie (informatieborden, verrekijkers, knuppelpaden, vogelkijkhutten, ….) en recreatief medegebruik (zitbank en, picknicktafels, vuilbakken,…) moet mogelijk zijn voor zover de ruimtelijk-ec ologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt; De aanleg van onverharde of verharde paden voor niet gemotoriseerd recreatief verkeer (wandelen, fietsen, paardrijden, …) moet mogelijk zijn, voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt; Werken en handelingen in functie van het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden moet mogelijk zijn voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt en de hoofdfunctie natuur niet in het gedrang wordt gebracht;
1. 2. 3. 4.
5. 6.
werk en, handelingen en inrichtingen die nodig of nuttig zijn voor het uitbaten van de waterzuiveringsinstallatie van het slachthuis zolang de activit eit uitgeoefend wordt; werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het creëren of beschermen van natuurwaarden; werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor natuurontwikkeling en landschapszorg; werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig zijn voor het beheersen van periodieke overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden voor zover dez e worden uitgevoerd volgens de technieken van natuurtechnische milieubouw en passen binnen een integraal waterbeheer; het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur geric ht op toegankelijk maken voor publiek en op recreatief medegebruik; het aanleggen, inricht en of uitrusten van paden voor recreatief verk eer. Verharde paden moeten worden aangelegd in waterdoorlatende verharding.
De verschillende delen van de het natuurgebied mogen niet gescheiden worden door de plaatsing van afsluitingen of hekwerk met een beperkte maasbreedte. E vent uele terreinwerken kunnen enkel toegestaan worden wanneer dez e conform zijn aan de bepalingen van het natuurrichtplan. In het jaar volgend op het stopzetten van de activit eiten (uiterlijk 14 juni 2021) moeten alle gebouwen en constructies van het Slachthuis afgebroken zijn. 8.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer
§ 8.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer Om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen is het noodzakelijk dat dez e op een ecologische verant woorde en gelijkaardige wijze beheerd worden. Een afstemming met de maat regelen voorzien in het landinrichtingsplan Stiemerbeek vallei is wens elijk.
-
Gelijkaardig beheer opleggen
De verschillende delen van het natuurgebied (perceelsdelen) worden op een gelijkwaardig wijze beheerd. Dit beheer moet uitgevoerd worden volgens de principes van duurzaam verantwoord groenbeheer. Het beheer moet gericht zijn op het versterken van verbindingen voor doelsoorten. Het recht van voorkoop, zoals bedoeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening is van toepassing op het gehele gebied. In uit voering van artikel 63 van het dec reet wordt de volgorde van het voorkooprecht vastgesteld als volgt: de stad Genk; de provincie Limburg; het Vlaamse Gewest
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 59/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Richtinggevend Toelichting bij de gewenste ordening
Essentiële aspecten
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften Artikel 9: Ui tbreiding Stedelijke Werkplaatsen ‘Bodem’
§ 9.1 Algemene bepalingen De uitbreiding van dit gebied is noodzakelijk voor het herlokaliseren van de stedelijke serres. De uitbreiding kan gevat worden in de bestemming bedrijventerrein en wordt gevat tussen het containerpark en de stedelijke werk plaatsen. De impact op de ruimte wordt zodoende tot een minimum beperkt.
ULB
9.1 Be stemming -
Uitbreiding stedelijke werk plaatsen
Dit gebied is bestemd voor gebouwen en activiteiten welke ruimtelijk en functioneel deel zijn van de stedelijke werkplaatsen. Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: bewerking en verwerking van grondstoffen; logistiek complementaire en ondersteunende activiteiten; afvalverwerking en recyclage; sterk milieubelastende activiteiten; Dit gebied wordt in navolging van het B esluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 gecategoriseerd onder de gebiedsaanduiding ‘bedrijvigheid’. 9.2 Inrichting
§ 9.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting Gelet op de gewenste bundeling van de technische diensten is het wens elijk dat de stedelijke serres ruimtelijk zo nauw mogelijk aansluit en bij de bestaande stedelijke werkplaatsen. Omwille van het nabijgelegen bosgebied en de primaire weg worden er grenzen gesteld aan de ruimt e. De uitbreiding is inbreidingsgericht en buffers waarborgen de ruimtelijke kwaliteit.
-
Buffers aanleggen Compens atie als voorwaarde Bebouwing en bouwhoogte beperken
Alle werken en handelingen nodig voor het uitbaten van deze activiteit kunnen pas vergund worden nadat elk van de volgende voorwaarden is gerealiseerd: De buffergebieden zijn aangelegd en worden behoorlijk beheerd; De oppervlakte welk e teloor gaat aan bos is gecompenseerd;
Volgende bepalingen van het Bosdecreeet en het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels inzake compens atie van ont bossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16 februari 2001 zijn van toepassing: alvorens te ontbossen dienst en stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing worden aangevraagd waaraan een compensatievoorstel moet worden toegevoegd. De compens atie wordt gegeven in nat ura of door storing van een bosbehoudsbijdrage in het Fonds voor de Preventie en Sanering inzake de wijze en de omvang van de compensatie. De integrale compensatie in natura bet reft ten minste een gelijke oppervlakte. De Vlaamse regering bepaalt de gebieden die in aanmerking komen voor een compensatie in natura. Volgens artikel 90bis van het Bosdecreet kan een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing verleend worden indien de ontbossing plaats vindt in de zones met bestemming woon- of industriegebied in de ruime zin.
Gebouwen en constructies mogen in de volledige zone opgetrokken worden. De maximum toegelaten hoogte, het maximum bebouwingspercentage, het maximum verhardingspercentage en het minimum begroeningspercentage zijn aangeduid op het grafisch plan. De maxima mogen niet overschreden worden. De minima moeten gerealiseerd worden. De hoogte van de gebouwen is minstens kleiner of gelijk aan de afstand tot de zonegrens.
§ 9.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer
9.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer
Om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen is het wenselijk dat de niet bebouwde gebieden op een gelijkaardige en ecologische verantwoorde wijze beheerd worden.
-
- Eén beheerder
Het beheer moet uitgevoerd worden in overeenstemming met oog op het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit en het toepassen van de principes van milieuzonering.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 60/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Richtinggevend Toelichting bij de gewenste ordening
Essentiële aspecten
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften Artikel 10: Uitge steld woongebied Hornszee
§ 10.1 Algemene bepalingen
UW
10.1 Be stemming
Dit gebied is aangeduid om niet gewenste activiteiten op korte termijn te beperken en een gewenste ruimtelijke ordening op lange termijn niet te hypothekeren.
-
Uitgestelde ont wikkeling, activit eiten beperken
Dit gebied is bestemd voor de uitgestelde ontwikkeling van een woongebied. Activiteiten die de ontwikkeling van het woongebied hypot hekeren zijn niet toegelaten. Handelsactiviteit en kunnen enkel toegestaan worden in het op plan aangeduide bouwvlak. Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: productie en verwerking van goederen; bewerking en verwerking van grondstoffen; op- en overslag, voorraadbeheer, groepage en fysieke distributie; logistiek complementaire en ondersteunende activiteiten; afvalverwerking en recyclage; Dit gebied wordt in navolging van het B esluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 gecategoriseerd onder de gebiedsaanduiding ‘wonen’.
10.2 Inrichting
§ 10.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting Deze terreinen moet en worden opgeruimd. Het bestendigen van een stockage in open lucht en het bewerken van rubberhoudende producten is niet wenselijk. Om een alternatief te bieden voor de ontwikkeling op lange termijn t e bouwmogelijkheid gec reëerd wordt. handelspand wordt het beheer van gebundeld (z uinig ruimtegebruik).
niet behoorlijk vergunde bergruimten en de gewenste kunnen realiseren is het noodz akelijk dat een Door het aanbouwen van een volume aan het de zaak geoptimaliseerd en worden de gebouwen
Het is wens elijk dat het parkeerterrein op een meer kwaliteits volle wijze wordt aangelegd met beplantingen en ruimte voor het infiltreren van water. In het bouwvlak kan ook residentiële woningbouw toegestaan worden. Hiervoor moet een verkavelings vergunning aangevraagd worden. Het woongebied kan slechts ontwikkeld worden met een goedgek eurde stedenbouwkundige verkaveling en na: het opruimen van de stockage in open lucht; het saneren van de niet behoorlijk vergunde gebouwen.
Geen bebouwing of verharding buiten de bouwvlakken toelaten
Alleen werken en handelingen nodig voor het opruimen van het terrein met oog op het voorbereiden van de ont wikkeling van het woongebied zijn toegelaten. Het betreft onder meer: Het opruimen en verwerken van de aanwezige goederen; Het uitbreiden van het handelsgebouw binnen het op plan aangeduide bouwvlak.
Vergunningen met betrekking tot het de handelsfunctie in het bouwvlak kunnen enkel verleend worden wanneer voldaan wordt aan elk van de volgende voorwaarden: de verkoops vloeroppervlakte van de handelszaak wordt niet uitgebreid; de totale oppervlakte aan verharding rond het bouwvlak mag niet toenemen; het parkeerterrein op een meer kwaliteits volle wijze aangelegd wordt met ruimt e voor begroeiing en het infiltreren van water; Ontwikkeling na verkaveling de op plan aangeduide zone non-aedificandi wordt gevrijwaard van bebouwing en het gebruik en sanering bergruimten van deze z one als potentiële trage weg tussen het binnengebied en de Maaseikerbaan wordt niet gehy pothekeerd; Ontwikkeling na verkaveling de maximum toegelaten hoogte, het maximum bebouwings percentage en het maximum en sanering bergruimten verhardingspercent age welke aangeduid zijn op het grafisch plan niet overschreden worden; De handels functie kan omgezet worden naar een woonont wikkeling. Eens dit gerealiseerd is, kunnen geen nieuwe vergunningen voor handelsfuncties verleend worden. Elke nieuwe woonontwikkeling kan enkel gerealiseerd worden na een goedgekeurde verkavelingvergunning. Deze kan enkel verleend worden wanneer de niet-vergunde bergingen en werk plaatsen verwijderd zijn, het terrein volledig opgeruimd is en er garanties opgenomen zijn voor een beperken van verhardingen en het maximaal infiltreren van hemelwat er in de bodem. De nieuwe woningen in het binnengebied moeten ontsloten worden via Hornszee. Een nieuwe ontsluitingsweg naar de N723 is niet toegestaan.
10.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer
§ 10.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer Om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen is het wenselijk dat een verantwoord groenbeheer op de niet bebouwde gebieden toegepast wordt.
Verantwoord groenbeheer
Het beheer moet uitgevoerd worden in overeenstemming met de principes van een verantwoord groenbeheer.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 61/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Richtinggevend Toelichting bij de gewenste ordening
Essentiële aspecten
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften Artikel 11: Landschapsbuffer
§ 11.1 Algemene bepalingen De landschapsbuffer moet de mogelijke impact van de toegestane kernactiviteit van op de omgeving beperken. De breedt e en opbouw van de landschapsbuffer is afhankelijk van de aard van de toegestane kernactiviteit en de omliggende functies.
LB
11.1 Be stemming -
Aanleg van landschapsbuffer
Dit gebied is bestemd voor de aanleg en het beheer van een landschapsbuffer. Dit gebied wordt in navolging van het B esluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 gecategoriseerd onder de gebiedsaanduiding ‘natuur’.
-
11.2 Inrichting
§ 11.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting Deze terreinen worden aangelegd en beheerd op basis van een nat uurinrichtingsplan dat het verhogen van de natuurwaarden beoogd. − Alle werken, handelingen, functiewijzigingen, inrichtingen en voorzieningen die nodig of nuttig zijn voor het in stand houden, het beschermen het herstellen en het ont wikkelen van natuur en landschapswaarden moet mogelijk zijn; − De aanleg van wegen voor kruisend verkeer moet mogelijk zijn; − Werken en handelingen in functie van het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden moet mogelijk zijn voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt;
Geen bebouwing of verharding toelaten Enkel activiteiten voor de inrichting en het beheer van de nat uur toelaten
Volgende werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen – waarvoor artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een stedenbouwkundige vergunning vereist is – zijn vergunbaar: 1. 2. 3.
werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het creëren of beschermen van natuurwaarden; werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor natuurontwikkeling en landschapszorg; werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig zijn voor het beheersen van periodieke overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden voor zover dez e worden uitgevoerd volgens de technieken van natuurtechnische milieubouw en passen binnen een integraal waterbeheer;.
De genoemde werken, handelingen, voorzieningen en inrichtingen en wijzigingen zijn slechts toegelaten voor zover de uit voering ervan geen betekenis volle aantasting kan veroorz aken van de natuurlijke kenmerk en van het gebied. Er mogen geen afsluitingen of hekwerk geplaatst worden tussen het nat uur- of bosgebied en de landschapsbuffer. 11.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer
§ 11.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer Om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen is het wenselijk dat het beheer van de landschapsbuffer afgestemd wordt op dat aanpalende natuur- of bosgebieden.
-
Beheer op elkaar afstemmen
Het beheer moet uitgevoerd worden in overeenstemming met het beheer van de aangrenzende natuur- of bosgebieden. Het beheer moet gericht zijn op het versterken van verbindingen voor doelsoorten.
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 62/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Richtinggevend Toelichting bij de gewenste ordening
Essentiële aspecten
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften Artikel 12: Natuurontwikkelingsgebied de Maten
§ 121. 1 Algemene bepalingen
12.1 Be stemming
Deze gebieden zijn aangeduid ter bescherming en ontwikkeling van het natuurgebied van De Maten waardoor enerzijds meer ruimte gecreëerd wordt voor natuuront wikkeling en anderzijds ruimte gecreëerd wordt voor het creëren van het natuurverbindingsgebied ten noorden van de Maten.
-
Enkel natuurontwikkeling toestaan
12.2 Inrichting
Deze terreinen worden aangelegd en beheerd op basis van een nat uurinrichtingsplan dat het verhogen van de natuurwaarden beoogd.
− −
− −
Werken aan waterzuivering Volgende werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen – waarvoor artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een toestaan stedenbouwkundige vergunning vereist is – zijn vergunbaar:
Het aanbrengen van infrastructuren voor het beheer van het gebied als natuurgebied (het bouwen van schuilplaatsen voor dieren die ingezet worden bij het beheer van het gebied,…) moet mogelijk zijn; Alle werken, handelingen, functiewijzigingen, inrichtingen en voorzieningen die nodig of nuttig zijn voor het in stand houden, het beschermen het herstellen en het ont wikkelen van natuur en landschapswaarden moet mogelijk zijn; Kleinschalige infrastructuur gericht op het al dan niet toegankelijk maken (toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, wegafsluitingen,…) nat uureducatie (informatieborden, verrekijkers, knuppelpaden, vogelkijkhutten, ….) en recreatief medegebruik (zitbank en, picknicktafels, vuilbakken,…) moet mogelijk zijn voor zover de ruimtelijk-ec ologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt; De aanleg van onverharde of verharde paden voor niet gemotoriseerd recreatief verkeer (wandelen, fietsen, paardrijden, …) moet mogelijk zijn, voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt; Werken en handelingen in functie van het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden moet mogelijk zijn voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt en de hoofdfunctie natuur niet in het gedrang wordt gebracht; de
Dit gebied is bestemd voor het verhogen en verzekeren van de nat uuront wikkeling en het realiseren van een natuurverbindingsgebied. Dit gebied wordt in navolging van het B esluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 gecategoriseerd onder de gebiedsaanduiding ‘natuur’.
§ 12.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting
−
No
n
1. 2. 3.
4. 5.
werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het creëren of beschermen van natuurwaarden; werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor natuurontwikkeling en landschapszorg; werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig zijn voor het beheersen van periodieke overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden voor zover dez e worden uitgevoerd volgens de technieken van natuurtechnische milieubouw en passen binnen een integraal waterbeheer; het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur geric ht op toegankelijk maken voor publiek en op recreatief medegebruik; het aanleggen, inricht en of uitrusten van paden voor recreatief verk eer. Verharde paden moeten worden aangelegd in waterdoorlatende verharding.
De verschillende delen van de het natuurgebied mogen niet gescheiden worden door de plaatsing van afsluitingen of hekwerk met een beperkte maasbreedte. Terreinwerken kunnen enkel toegestaan worden in functie van de uit voering van een natuurrichtplan.
x3
Op een aant al perc elen in het plangebied (Genk, 6 Afdeling, sectie G, nrs. 215 en 189 ) is infrastructuur gelegen van Aquafin. Deze infrastructuur moet gerespecteerd worden. Beplantingen en herstellingwerken mogen niet leiden t ot het beperken van de werking of het beheer van deze infrastructuur. 12.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer
§ 12.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer Om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen is het noodzakelijk dat dez e op een ecologische verant woorde en gelijkaardige wijze beheerd worden. Een afstemming met de maat regelen voorzien in het landinrichtingsplan Stiemerbeek vallei is wens elijk.
-
Gelijkaardig beheer opleggen
De verschillende delen van het natuurgebied (perceelsdelen) worden op een gelijkwaardig wijze beheerd. Dit beheer moet uitgevoerd worden volgens de principes van duurzaam verantwoord natuurbeheer. Het beheer moet uitgevoerd worden door een rechtspersoon die erkend is voor het beheer van natuurgebieden. Het beheer moet geric ht zijn op het versterken van verbindingen voor doelsoorten. Het recht van voorkoop, zoals bedoeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening is van toepassing op het gehele gebied. In uit voering van artikel 63 van het dec reet wordt de volgorde van het voorkooprecht vastgesteld als volgt: de stad Genk; de provincie Limburg; het Vlaamse Gewest
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 63/64
Stad Genk: Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Zonevreemde bedrijven Genk”
Richtinggevend Toelichting bij de gewenste ordening
Essentiële aspecten
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften Artikel 12: Natuurontwikkelingsgebied Vogelsberg
§ 121. 1 Algemene bepalingen Deze gebieden zijn aangeduid ter bescherming en ontwikkeling van het natuurgebied van De Maten waardoor enerzijds meer ruimte gecreëerd wordt voor natuuront wikkeling en anderzijds ruimte gecreëerd wordt voor het creëren van het natuurverbindingsgebied ten noorden van de Maten.
12.1 Be stemming -
Enkel natuurontwikkeling toestaan
12.2 Inrichting
Deze terreinen worden aangelegd en beheerd op basis van een nat uurinrichtingsplan dat het verhogen van de natuurwaarden beoogd.
− −
− −
Dit gebied is bestemd voor het verhogen en verzekeren van de natuuront wikkeling en beperkt gebruik als noodparkeerterrein. Dit gebied wordt in navolging van het B esluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 gecategoriseerd onder de gebiedsaanduiding ‘natuur’.
§ 12.2 Bepalingen met betrekking tot de inrichting
−
No
Werken aan waterzuivering Volgende werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen – waarvoor artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een toestaan stedenbouwkundige vergunning vereist is – zijn vergunbaar:
Het aanbrengen van infrastructuren voor het beheer van het gebied als natuurgebied (het bouwen van schuilplaatsen voor dieren die ingezet worden bij het beheer van het gebied,…) moet mogelijk zijn; Alle werken, handelingen, functiewijzigingen, inrichtingen en voorzieningen die nodig of nuttig zijn voor het in stand houden, het beschermen het herstellen en het ont wikkelen van natuur en landschapswaarden moet mogelijk zijn; Kleinschalige infrastructuur gericht op het al dan niet toegankelijk maken (toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, wegafsluitingen,…) nat uureducatie (informatieborden, verrekijkers, knuppelpaden, vogelkijkhutten, ….) en recreatief medegebruik (zitbank en, picknicktafels, vuilbakken,…) moet mogelijk zijn voor zover de ruimtelijk-ec ologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt; De aanleg van onverharde of verharde paden voor niet gemotoriseerd recreatief verkeer (wandelen, fietsen, paardrijden, …) moet mogelijk zijn, voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt; Werken en handelingen in functie van het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden moet mogelijk zijn voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt en de hoofdfunctie natuur niet in het gedrang wordt gebracht;
1. 2. 3.
4. 5.
werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het creëren of beschermen van natuurwaarden; werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor natuurontwikkeling en landschapszorg; werk en, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig zijn voor het beheersen van periodieke overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden voor zover dez e worden uitgevoerd volgens de technieken van natuurtechnische milieubouw en passen binnen een integraal waterbeheer; het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur geric ht op toegankelijk maken voor publiek en op recreatief medegebruik; het aanleggen, inricht en of uitrusten van paden voor recreatief verk eer. Verharde paden moeten worden aangelegd in waterdoorlatende verharding.
De verschillende delen van de het natuurgebied mogen niet gescheiden worden door de plaatsing van afsluitingen of hekwerk. Dit gebied mag uitzonderlijk als parkeerterrein gebruikt worden. Dit gebruik is beperkt tot maximum 20 dagen per jaar. Grondwerken, het aanbrengen van verhardingen, inrichtingen en constructies ten behoeve van het park eren kunnen niet vergund worden. De natuurlijke vegetatie moet behouden blijven en op een natuurlijke wijze beheerd worden. Terreinwerken kunnen enkel toegestaan worden in functie van de uit voering van een natuurrichtplan. 12.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer
§ 12.3 Bepalingen met betrekking tot het beheer Om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen is het noodzakelijk dat dez e op een ecologische verant woorde en gelijkaardige wijze beheerd worden. Een afstemming met de maat regelen voorzien in het landinrichtingsplan Stiemerbeek vallei is wens elijk.
-
Gelijkaardig beheer opleggen
De verschillende delen van het natuurgebied (perceelsdelen) worden op een gelijkwaardig wijze beheerd. Dit beheer moet uitgevoerd worden volgens de principes van duurzaam verantwoord natuurbeheer. Het beheer moet uitgevoerd worden door een rechtspersoon die erkend is voor het beheer van natuurgebieden. Het beheer moet geric ht zijn op het versterken van verbindingen voor doelsoorten. Het recht van voorkoop, zoals bedoeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening is van toepassing op het gehele gebied. In uit voering van artikel 63 van het dec reet wordt de volgorde van het voorkooprecht vastgesteld als volgt: de stad Genk; de provincie Limburg; het Vlaamse Gewest
Libost-Groep nv. ontwerp- en adviesbureau NOT04A-07027.12 defintieve vaststelling GR september 2009[1].doc
september 2009
pag. 64/64