Tijdlijn: Prehistorie tot Gotiek. Door: Evy de Leeuw
Prehistorie 30.000 vC. - 12 vC.
afbeelding 1. Voorbeeld hut jagers verzamelaars.
30.000 vC - 8800vC 8800 vC. 5500 vC. 5500 vC. 1800 vC. 1800 vC. 800 vC. 800 vC. 12 vC. Tot 11/10.000 vC.
11/10.000 vC. tot nu Tot +/- 10.000 vC. afbeelding 2. Venus van Savignano Modena.
33.000 vC. 30.000 vC.
afbeelding 3. Venus van Willendorf
30.000 vC.
20.000 vC.
afbeelding 4. Venus van Laussel
1.De prehistorie stopt als het schrift wordt uitgevonden. 2.Zijn er geschreven bronnen uit die tijd dan is het niet uit de prehistorie (is plaatsgebonden) (voorwerpen moeilijk te dateren; klein aantal, vergankelijkheid, weining verbanden, relatieve chronologie is moeilijk) Paleolithicum (vroege steentijd). Mesolithicum (midden steentijd) Neolithicum (late steentijd) Bronstijd Ijzertijd Pleistoceen; kenmerken; 1.afwisseling tussen gematigd warm klimaat en perioden met een overwegend veel kouder klimaat. 2.Daling van de zeespiegel door vorming ijskappen. Snelle evoltutie bepaalde zoogdieren. 4.Opkomst en ontwikkeling van de mensachtigen. Holoceen; relatief warme periode. Jagers/verzamelaars Maatschappij: Jagers volgen de natuur, nomaden. Matriarchale cultuur; maatschappij waarin vrouwen een centrale rol spelen. +/- 30 personen in een samenleving, sociale gelijkheid. Religie: Vereren geesten en doden. Geloof in hiernamaals. Priesters, god-koning. Kunst / architectuur: Voorwerpen hebben een functie. Kleine voorwerpen om mee te nemen gebaseerd op vrouwenlichaam. Naturalisme, = gebaseerd op wat het oog ziet, niet op wat de geest weet. Grove werktuigen. Ze woonde in hutten, gemaakt van takken en huiden, als de nomaden weer verder trekken breken ze deze hutten af en bouwen ze weer op een nieuwe plek (afbeelding 1). Beeldenkunst: Man van Brno. grafvoorwerp. Venus van Savignano Modena. (afbeelding 2). De Venus van Savignano is een beeldje van steatiet uit het laat-paleolithicum. Het beeldje is in 1925 ontdekt tijdens bouwwerkzamheden bij het dorp Savignano sul Panaro in de Italiaanse provincie Modena. matrairchale cultuur. De Venus van Willendorf. (afbeelding 3, ook een voorbeeld van de matriarchale cultuur/naturalisme/klein voorwerp dat men bij zich draagt) Is een beeldje dat in 1908 door de archeoloog Josef Szombathy op een paleolithische vindplaats bij Willendorf in der Wachau (Oostenrijk) is gevonden. Het beeldje is 11,1 cm groot. Leisteen, gekleurd oker. Jagers verzamelaars. Naturalisme. Vruchtbaarheid, magische kracht. geen gezicht? Idealisme? Venus van Laussel. (afbeelding 4) of maan. Kerfjes als maanfases? Hoorn + geweien als referentie voor vruchtbaarheid. Grotkunst; Betekenis niet decoratief, ritueel, mytheologie, wereld begrijpen, seizoenen, vruchtbaarheid
.
20.000 vC.
14.000 - 10.000 vC. 10.000 vC. Vanaf 10.000 vC afbeelding 5. Schildering in de grotten van Chauvet.
afbeelding 6. Werktuigen.
Prehistorie 30.000 vC. - 12 vC.
Grotten van Chauvet. (afbeelding 5; voorbeeld van grotkunst, mensen proberen te wereld te begrijpen, rituelen) Spanje, ook begraafplaats? 100e dieren 100e meters lang. Dier zijn; huid, gedrag. Grotten van Altamira, levendigheid Stopt de laatste ijstijd. Boerensamenleving. De verandering van de jagers/verzamelaars naar een boerensamenleving ontstaat door: warmer klimaat, bevolkingstoename. De verandering vind plaats over een lange periode,
Maatschappij: Boeren zetten de natuur naar hun hand, vaste woonplaats. paar 1000 personen in een samenleving. minder gelijkwaardigheid. meer persoonlijk bezit. Domesticeren dieren. verbouwen graan. betere werktuigen.(afbeelding 6: nu ook van steen) woonden (sedentarisme) en aan landbouw en veeteelt deden. Ook begon men voorraden aan te leggen voor slechtere tijden, 1e Landbouwrevolutie, groot verschil op
Religie: Vereren geesten en doden. geloof in het hiernamaals. Priesters, god-koning. Kunst / architectuur:
afbeelding 7. Gobleki Tepe.
11500 vC.
afbeelding 8. Catal Huyuk.
Gobleki Tepe (afbeelding 7, omdat boeren op een vaste plaats blijven wonen, bouwen zij grotere huizen van hout/(later steen) en klei. Ook ontstaat er een stedelijke gemeenschap doordat er steeds meer mensen in een grote groep samenleven). Tempelcomplex op heuvel. Veel mankracht, kennis en materialen zijn hier voor nodig geweest. Oudste bekende tempelcomplex. Heuvel in platteomgeving bleek een tempelcomplex te zijn. 8000 vC. Çatal Hüyük (afbeelding 8), neolithische stad, Hoogstaande cultuur: agrarisch, artistiek,stedelijk. Handelscentrum? > 5000 inwoners. 800-jarige ontwikkeling te zien, tot stad plotseling werd verlaten. Gelijkwaardigeid in hiërarchie: gelijkwaardigheid in huizen. Sprong in techniek qua tekeningen. afbeelding 8a. Ve, (afbeelding 9) Polychromie. Zittend, met leeuwen aan de nus Catal Huyuk. 3000 vC. 2000 vC.
afbeelding 9. Stonehenge
Megalitshische tempel, Mnaijdra, Malta: religieuze offers. Veel geometrische herhalende decoratie, meester of de natuur. Stonehenge (afbeelding 10. Voorbeeld van stapelbouw) Salisbury Plain. 1100 man, 5,5jaar stenen 2meter lang te vervoeren over 30km. Bovendorpels passend gemaakt. Optische correcties. Orientatie op de zon.Cultuscentrum. Werkelijke betekening onbekend.
(Bron: Eeuwige schoonheid. door: E.H. Grombrich en http://nl.wikipedia.org/wiki/Oude_Egypte) ‘Griekse meesters gingen in de leer bij de Egyptenaren, en wij, Europeanen, zijn leerlingen van de Grieken’. 3300 v.C. Maatschappij
Piramides: gemaakt tijdens de levensduur van een, enkele koning. Duizende arbeiders en slaven. De piramides die tot de hemel reikten, zouden de goddelijke koning kunnen helpen tijdens zijn hemelvaart. Heilige lichaam voor verval behoeden, balsemen, lichaam in
afbeelding 10. Piramiden Gizeh.
2613 v.C. - 2563 v.C.
bestemd voor de ziel van de koning. Hoofd van de koning gemaakt door beeldhouder; alleen de hoofdzaken worden weergegeven. Beeltenissen slaven (eerste werden zij ook geofferd als de koning overleden was). voorbeeld hiervan van een piramide: Piramiden van Gizeh. (afbeelding 10) Omdat de egyptische bevolking geloofde dat de koning/faraomgoddelijk was, kreeg de koning het voor elkaar om 1000e slaven en arbeiders aan zijn graftempel te laten werken.
kunst veranderde in de loop van drie duizend jaar nauwelijks omdat de regels niet veranderde. Een voorbeeld van een egyptisch kunstwerk is:
afbeelding 11. Tuin van Nebamoen
geven.
2040 v.C. 1550 v.C. 1550 v.C. - 1292 v.C.
centrale gezag wordt ondermijnd door lokale machthebbers. Minder afbeeldingen van machthebbende vrouwen. Uitbereiding rijk, maar het bleef toch geisoleerd. stichten een rijk in het Noorden. Zuiden blijft onafhankelijk. Oorlog. Het zuiden won de oorlog. Nieuwe Rijk. Vrouwen weer macht als individue/ goddelijke vertegenwoordigers. 18e dynastie. vorm van een zonnenschijf voorzien van stralen die uitlopen in handen.
1345 v.C. afbeelding 12. Achnaton Nefertete
houdt hij zich minder aan de strenge egyptische regels. gevolg: meer bewegelijkheid in deze afbeelding/ hij en zijn vrouw zijn even groot afgebeeld. Niet meer plechtig/stijf. Misschien is deze hervorming makkelijker gemaakt doordat de koning kon verwijzen naar kunst uit den vreemde die niet zo streng en stijf was als de Egyptische.
1333 v.C. - 1323 v.C.
Dit was de kunst van de Mycene, koning Knossos, Kreta+Griekse vastenland. Gevoel voor beweging. Toetanchamon is farao.
1000 jaar zo. 1 afbeelding 13. Beeld Ramses II
overblijfselen van de vele kunstwerken die voor hen zijn gemaakt. Bijvoorbeeld beeld afbeelding 13).
1894 v.C. - 1595 v.C. 2000 v.C. - 609 v.C.
Babylonische rijk Assyrisch rijk Eufraat en de Tigris. Water is de belangrijkste levensbehoefte van de mens. De rivieren zorgen ook voor een vruchtbare grond. Daarom gaan hier mensen wonen en ontstraat hier een cultuur. (afbeelding 14). De kunst van Mesopotamie. Deze volken geloofden niet dat het menselijk lichaam en zijn evenbeeld bewaard moesten blijven. De
afbeelding 14. Babylonisch en Assyrisch rijk
heerste zij in Oer) gevoel voor symmetrie, nauwkeurigheid. Monumenten ter verheerlijking van de overwinning van een oorlog (bijvoorbeeld afbeelding 15)
gevoegd tot bundels die als draagbalken of steunberen dienden (afbeelding 16)
afbeelding 15. Detail Oorlogsmonument. Koning Naramsin
afbeelding 16. Dur-Untash, of Choqa zanbil, gebouwd in de 13e eeuw v.Chr.
Het oudste Griekenland. Cycladische Minoische Myceens 3300 vC. - 1100 vC. Griekenland) deze hebben een herkenbare cultuur. Kreta is het centrum tijdens de Minoische en myceense tijd. 3300 vC. - 2000 vC.
Cycladische beschaving geometri. altijd alleen neus. funeraire (gevonden in graven), maar ook andere functies. (er zijn ook gerepareerde beeldjes gevonden, teken dat ze belangrijk waren in het dagelijks
afbeelding 17. Slangengodin
3200 vC. - 1375 vC.
eerst voorbeelden van gebakken aarde, keramische voorwerpen. Minoisch beschaving. Weinig bekend. Relatieve chronologie: context. Ouderdom werd van de chronologie, gebaseerd op bijvoorbeeld architectuur of kunstvoorwerpen.
afbeelding 18. Paleis Knossos.
1700 vC.
2000 vC. - 1500 vC. afbeelding 19. donkere vazen, lichte beschildering /20 lichte verf op donkere ondergrond
2000 vC. - 1500 vC. 2000 vC. - 1600 vC.
Maatschappij: vreedzame cultuur, veel handel, geen oorlog. Ze gingen met boten naar andere eilanden om te handelen. Ze hebben kolonies, handelsposten gesticht. Rurale (landelijke) beschaving. Belangrijke mensen gingen er op uit. Verspreiding. 1e kenmerken van latere Grieks Polytheisme; geloof in meerdere goden. Dit heeft invloed op de kunst want ze gaan deze goden afbeelden (afbeelding 17: slangengodin). Slagengodin, de slangengodin komt heel vaak voor in afbeeldingen en vormen, vruchtbaarheidssymboliek. Kunst/architectuur: Fresco (schilderen in een natte kalklaag, zorgt voor behoud kleur). Paleiscultuur; paleisarchitectuur, fresco, sieraden en potten. Vazen zijn van aardewerk en steen. Paleis Knossos, onbeschermd aan zee. omdat het een zachtmoedig volk was is het niet nodig muren om het paleis te bouwen. Maatschappij heeft invloed op de architectuur. (afbeelding 18) Paleis Phaistos Plattegrond Myrthos. Eerste nederzettingscomplexen. Verschil in Hierarchie. Potten met motieven uit de natuur. Er was al een draaischijf. Donkere vazen met lichte beschildering. (afbeelding 19) (afbeelding 20).
1550 vC. 1500 vC. 1500 vC. afbeelding 21. Schrift Lineair A.
Lelieprins, priester-koning Jongens die een kan dragen, fresco, paleis Knossos. Sieraden (ritiuele potten). Vrouwen in blauw. Fresco. Knossos. Mode
Het oudste Griekenland. Cycladische Minoische Myceens 3300 vC. - 1100 vC. 1400 vC. 1375 vC.
1375vC. - 1100 vC.
La Parisienne, fresco, Priesteres of godin. een vulkaan, natuurramp. Kreta werd veroverd door een ander volk (ook een reden van de ondergang). Myceens Myceense beschaving is op het griekse vastenland en kreta en meerdere eilandjes. Maatschappij:
scheepswrakken als bewijs van handelsroute. Mycenaeans
is vijandiger dan de minoische cultuur daarom hebben ze een paleismuur ter verdediging. (afbeelding 22)
afbeelding 22. 1300 vC. Myceens paleis. met door omheen muren.
Kunst en architectuur: De paleizen werden omringd door muren. (militair). Binnen die muur zijn verschillende gebouwen en onderdelen (in de minoische beschaving waren de
Krijgskunst. Myceense krijgers. Geen mooie natuurmotieve meer op vazen maar 1500 vC. 1500 vC. 1300 vC. 1200 vC. afbeelding 23. Krijgskunst
Masker van Agamemnon Harnas van Dendra. Brons Paleis van Mycene Fresco. Myceense krijgers. paleismuur van Pylos, gouden zwaarden. zien. Krijgskunst.
1200 -1100 vC.
versloeg zijn Doriers. (streng en sober) Daarna 300 jaar lang: donkere eeuwen, dark ages. Middeleeuwen van de griekse oudheid. (er is 300 jaar lang niks bekend, er is een gat in de kunstgeschiedenis).
afbeelding 24. Warrior Vase.
12e - 9e eeuw vC. 1150 - 1000 vC.
7e eeuw v.C. 6e eeuw v.C. afbeelding 25. Dorische (soberheid te zien aan pilaar) en Ionische zuil.
De Archaise periode, oude Grieken 800 vC. - 500 vC.
Griekse middeleeuwen; Dondere eeuwen: brand? volksverhuizing? oorlog? ijzer? vrijwel niets bekend. geen artefacten. Doriers: De laatste Griekse stam die vanuit het noorden het Griekse schiereiland binnendrong. Soberheid te zien aan pilaar (afbeelding 25) Verschillende soorten pilaren in de archaise periode. De dorische orde er een houtconstructie, later de steenconstructie. De Ionische orde; De Korinitische orde; Maatschappij
8e eeuw vC aanmerkelijk van de overige Griekse stammen: ze waren krijgshartiger, leefden soberder, voelden meer voor een strenge politieke organisatie, maar waren minder gevoelig voor kunst en wetenschap. De Dorische volksaard wordt het zuiverst vertegenwoordigd door de 800 - 500 vC.
De archaische periode. Politiek en maatschappij: meer en bredere rijkdom allemaal steden onafhankelijk met eigen regels.
afbeelding 26. Antentempel en dubbele antentempel
veel oorlogen tussen stad-staatjes, regelmatig opstand. verandering van bestuur evengoed is Griekenland een culturele eenheid. (verder geen eenheid van bestuur). (het was toen
besef van wetgeving, onderscheid perongeluk iemand vermoorden, of moord met Mythen. Wereld begrijpen, goden, halfgoden, ontstaan van goden, ontstaan van de wereld, kosmische gang van zaken. ontstaan leven mens. verlossing door helden. ondergang van de wereld. natuurverschijselen. Mythen werden ook afgebeeld. Kunst en architectuur; Griekse kunst: altijd religieus. tempels, sculptuur, aardewerk. woonvertrek), waarvan de zijmuren aan de voorkant verlengd werden met anten; als tussen deze anten dan nog zuilen staan (bij voorkeur een even aantal), krijgt men de oervorm van een klassieke tempel: een antentempel, of een dubbele antentempel (afbeelding 26). Zuilengalarij die rondom loopt. Zuilengalarij staat rond om los in het begin. Van hout, later van steen, marmer.
De Archaise periode, oude Grieken 800vC. -500vC.
afbeelding 28 Heratempel. 29. Aphaia tempel
Optische correcties: (doriers hielden hier al rekening mee) (afbeelding 27). Heratempel, olympis (als houten tempel begonnen). stapelbouw Aphaia tempel
600 v.C. 500 v.C. afbeelding 27. Optische correcties.
Veel van intact gebleven, dus complete reconstructie. Een fronton is gemaakt over de 1e Trojaanse oorlog (hier is Herakles, leeuwenhuid/ pijl en boog, op afgebeeld). Het twee fronton gaat over de 2e Trojaanse oorlog, hier is Paris (frygische muts, nauwsluitende broek; barbaar uit het oosten) op afgebeeld. Er zit verschil van tijd tussen deze twee (afbeelding 31). De beelden zijn erg groot.
afbeelding 30. Fronton Aphaia tempel.
550 v.C.
Stoa Basileios; openbaar gebouw waar handel/overleg plaats vind. Wordt steeds belangrijker in de maatschappij. afbeelding 31. Archaise glimlach.
sculptuur bij de Grieken. (daedalisch) dit komt door contact met het oosten. Daedalische beeldjes (kleine beeldjes), in deze sfeer worden later grote beelden gemaakt. Kouros/ Koroi: mannelijke beelden. 3 fases werd vaak bij graven geplaatst, offerbeeld, de Kouros.
Weinig emotie, glimlach en amandel ogen. New York Kouros; daedelische kenmerken.
afbeelding 32. Teneakouros
520 - 485 v.C. 510 v.C.
afbeelding 33; Auxerre Kore. 34;Berlin Kore 35; Peplos kore in kleur.
600 v.C. - 570 v.C. 540 v.C. - 530 v.C.
(afbeelding 32) Fase 3: anetomie correct, kort haar, perfecte modellering. Aristodikos Kouros. Korai/Koree: vrouwelijke versie. Meerdere fasen. Berlin Koree. plooien. mode. (afbeelding 34) Peplos koree. plooien, naturalistischer, anatomie (afbeelding 35). geen onderlinge relatie. Grafmonument of wijgeschenk. Vaasschilderkunst
afbeelding 36. Francois vaas.
gesigneerd zone stijl. (afbeelding 37) anatomie, plooival, zonestijl verdwijnt. (afbeelding 38) anatomie. Ontwikkeling in compositie, schilderachtige, weergave anatomie en afbeelding 37; geometrische
Grieken: mens is de maat van alle dingen. geen hoogmoed, dat wordt bestraft. Buitensporigheid + extreme gevoel vermeden. Dit zie je in de kunst door eenvoudig materiaal + techniek; harmonieuze kunstwerken. Kunst is op de mens gericht, alleen afbeeldingen van mensen en goden (worden verbeeld als jeugdig mens). Wereld van Evenwicht. (Bijvoorbeeld afbeelding 40; Polykleitos Doryphoros; lichaam is harmonieus geheel verhoudingen en maat. Schoonheidsideaal. Contraposthouding). Gemeenschapskunst= vakman die zijn bekwaamheid ten dienste stelt van de afbeelding 40. 440 vC. Polykleitos Doryphoros.
afbeelding 41. School van Athene door Rafael Santi.
500 v.C. - 323. v.C. 500 v.C. - 479 v.C.
een pedagogische waarde. Klassieke tijd. Maatschappij: oorlogen, startpunt perzische oorlogen. Kolonien terug veroverd, koningen (Darius, Xerves verslagen).
431 v.C. - 404 v.C.
bondgenoten. D.neutraal griekenland. Pelopomesische oorlogen
461 v.C. - 429 v.C.
gouden eeuw van Pericles
427 v.C. - 322 v.C.
Plato Sticht Dialogen. Verschillende onderwerpen; dood/ structuur kosmos/ menselijke kenproces/
384 v.C. - 322 v.C.
gevolg; kunst minder belangrijk. Kunstenaars streven naar het perfect weergeven van iets. Aristoteles
Poging om de waarheid te beschrijven ipv theorien. Het leven heeft tot doel de
verstand te begrijpen. Geen ideale staat, wel moet een staat alles doen om het welzijn van zijn onderdanen na te streven. De kunstenaar geeft de werkelijkheid weer zoals deze zou moeten zijn/kunnen zijn. Het menselijke noodlot in de tragedie zodanig verbeelden dat de
afbeelding 42. Plato en Aristoteles.
1509 n.C.
De
580 v.C. - 500 v.C.
vast: over het juiste gedrag van de mens. Pythagoras harmonie en reinheid van de ziel door o.a. kennis van getalverhoudingen. Deze beheersen het heelal. Onsterfelijkheid ziel (reincarnatie, geen dieren eten). Muziek.
afbeelding 43. Kritios Kouros.
490 v.C.
447 v.C. - 438 v.C.
Hellenistisch=positie en macht verloren, polis is voor prive belangen, secularisatie. Kunst/architectuur: -vroeg klassieke strenge stijl. Kritios, Kouros; balans, beweging, verdraaing, geen starre verticale as meer. (afbeelding 43) Realisme. Vanaf nu meer dan alleen mytheologie. Parthenon: centrale planning met afgestemd programma. Mengcultuur, hellenisering, sterk leiderschap, veroveraar en leider, sterk bestuur.
afbeelding 44. Venus van Milo
323 v.C. - 146 v.C.
225 v.C.
220 v.C. 150 v.C. afbeelding 45. Hercules Farnese
Hellenisme barok. Minder sacrale architectuur, meer woon en leefcultuur; groter belang prive woningen, openbare gebouwen en stadplanning. Nieuwe experimenten met klassieke vormentaal. Onstaan gymnasia, bronhuizen, theaters, peristylia, stoai. Stervende gallier ter eren van overwinning op Kelten in Azie; realisme, gelaatstrekken, geen mytheologisch onderwerp maar realiteit. Barbaar v.s. Griek. Dood als gebeurtenis van het leven, geen ingreep van goden. Myron van Thebe, oude dronken vrouw, romeinse marmeren kopie van het orgineel, realisme, Pathos. Venus van Milo; eclectisch; koel en klassiek in emotie, draaiing is hellenistisch. (afbeelding 44)
2e eeuw v.C.
50 v.C.
(afbeelding 45) Laocoongroep
De keuze om juist dit dramatische moment uit te kiezen is een kenmerk van het hellenisme. Net is de dramatiek in de houding van de afgebeelde personen. (afbeelding 46) afbeelding 46. Laocoön and His Sons
200 v.C./100 v.C.
Overgang Grieken naar Romeinse tijd. Het romeinse rijk begon in het centrum, Rome. wegens contact met de Grieken. Ze hebben veel gebiedsuitbereiding en komen in Rome
afbeelding 47 Overblijfselen Forum Romanum.
509 v.C.
Tot deze tijd realiseren de Etrusken grote bouwprojecten, Je ziet de goed de Griekse
117 n.C. 218 v.C. - 115/117 n.C.
het Romeinse rijk. Onder invloed van keizer Trajanus is het rijk het grootst. (afbeelding 48) Het romeins koningschap. (na verovering veel land, romeinse rijk) . . (=ander woord voor oost Romeinse rijk, is de hoofdstad). na
Maatschappij. Res publica is een republiek, soort democratie, manier van bestuur waarbinnen personen
afbeelding 48. Kaart Romeinse rijk.
worden volkstribunen (zij beschermen het volk tegen patriciers) gekozen omdat de lagere klassen, plebejers niet tevreden zijn. Deze kunnen ook wetsvoorstellen doen (wetten zijn moeilijker te wijzigen als toen bij de grieken, het volk dient zich hieraan te houden). Pontifex Maximus wordt ingesteld om religieuze taken van vroegere koning over te nemen. (voor het eerst wordt dit wettenlijk gescheiden.)
heerser. Julius werd vermoord. zijn vrienden maakte een driemanschap. Burgeroorlog, onderling ruzie. Monarchie. Hij word princeps (later keizer, bekend onder naam
afbeelding 49. Castrum
Volken kozen ervoor (al dan niet onder bedreiging) om zich aan te sluiten bij het romeinse rijk. De romeinse cultuur breid uit. Hoe groter het rijk wordt, hoe minder jezelf kunt regelen. Gebeiden worden onderverdeeld in machthebbers, deze machthebbers moeten en cardo uitvalbasis om gebieden te veroveren. soort fort, met barraken. (afbeelding 49)
100 n.C. (afbeelding 50)
afbeelding 50. Timgad.
1e eeuw N.C.
50vC:
afbeelding 51. Pont du Gard Avignon.
79nC.
krachten, ze drukken elkaar steeds steviger in hen vorm. Sluitsteen. wiskunde. viaducten. Nieuwe technieken, nieuwe mogelijkheden. Uitbereiding van vormentaal. (afbeelding 51) Bouwtheorie Vitruvius. vulkaanas, klak en water, natuurlijk hardingsproces. niet rotten. Verschillende
De religie blijft belangrijk maar is niet meer het belangrijkst,de poltiek/de mens is ook belangrijk. De religie werd gebruikt voor de propaganda van een keizer. Straat in Pompeji. een provinciestad met ongeveer 20.000 inwoners die bestond van de allemaal hun sporen achter. Pompeï, dat in 62 n.Chr. al door een aardbeving was getroffen, werd in 79 bedekt door as als gevolg van een uitbarsting van de Vesuvius.
120 nC.
atriumhuis naar stratennetwerk. Tempel van Fortuna Virillis, Forum Boarium Rome; (dit is een romeinse tempel) want hij staat in de stad.De tempel heeft een andere plattegrond. Dit komt van de etrusken
27 v.C.
Phanteon (afbeelding 53).
afbeelding 52. Pompeii
massief marmer, bekleed met marmer. Het Pantheon is een tempel voor alle goden bij zuilen. (romeinen gebruiken deze door elkaar) Maakt niet uit welk type zuil. Later werd het
118 -125 nC. afbeelding 53. Pantheon
Herbouwd door Hadrianus. Door het gat in de koepel kun je naar de echte hemel kijken. De koepel is een perfecte cirkel. De verhoudingen kloppen precies.
.
2e eeuw n.C. 75 n.C.
afbeelding 54. Boog Titus.
308 n.C. 312 n.C. 81 n.C.
106 - 113 n.C. 300 n.C. 300 n.C. afbeelding 55. Architectuurstijl. afbeelding 56. Barokstijl.
eenheid verschil met grieks tempelcomplex door bouwtechniek, mogelijkheden betonbogen. Begin imperialistische manier van bouwen Theater van Bosra: grondplan Romeins theater. Colossus Nero: Later verplaatst. Doorsnede bouwconstructie dubbel romeins theater. Maxentius begon met de bouw van Boog van Titus; Neerslaan Joodse opstand (niet alleen tempels voor heilige maar deze boog heeft een politiek doel; laten zien aan het volk hoe sterk we zijn, godin Victoria. (afbeelding 54) Zuil van Trajanus. Oorlog tegen Daciers. Termen van Diocletianus. Grote Romeinse rijk onderdruk: tetrarchie, ieder eigen gebied. veel organisatorische veranderingen. Kunst is meer dan ooit in dienst van de staat, grandeur van rijk herstellen. of imitaties hiervan.
200 v.C. - 90 v.C.
Wandschilderkunst Incrustatiestijl: imitatie gekleurde marmeren platen (crustae). lijken op kostbaar marmer (niet exc. Romeins, hele hellenistische wereld).
90 v.C. - 20/15 n.C. wand is ingedeeld in vlakken. Zuilen zijn slanker, dienen niet om architectuur na te bootsen, maar wand op te delen. Horizontaal in 3e gedeeld;
afbeelding 57. Patricier
45 n.C. - 100 n.C.
periode architectuur elementen in de bovenzone terug. 4e stijl: Fantistische of Barokke stijl: architectuurelementen weer toegevoegd door
Beeldhouwkunst 20 v.C. - 10 v.C. 20 n.C. 312 n.C. - 325 n.C. afbeelding 58. August Prima Porta. Detail borst.
285 n.C - 313 n.C. 536
Boog van Constantijn. van keizers in strijd/in deugden. Tetrarchie: Oosten blijft traditioneler/ geheel onder een keizer. Westen valt uiteen. Hagia Sophia gebouwd door Justinianus (oosterse invloed).
Vroeg Christelijke kunst 0-500
(plotinus) soort vernieuwde versie van de leer van plato (idee: werkelijke
afbeelding 59. Boog Constantijn.
312 - 325 n.C.
nabootsing) : kunst hoeft niet alleen de zichtbare wereld na te bootsen. Ook aanschouwen en nabootsen via de geest van de kunstenaar. Kunstwerk nog steeds minderwaardig: materiaal is imperfect, dus een kunst is een illusie van de werkelijkheid. Boog van Constantijn: (Neoplatonisme) betekenis is belangrijker dan vorm. Symboliek is erg belangrijk in de christelijke kunst.Verspreiding van het christendom. (afbeelding 59)
420 n.C. 400 n.C. 550 - 600 n.C.
(afbeelding 60) Hieronymus, boek: vulgata. Leesbare vertaling. H. Gregorius: (symboliek) werd gebruikt zodat alleen ingewijde het konden begrijpen. (eerst ondergronds)
afbeelding 60. Bladzijde ‘de civitate dei’
340 nC.
333 nC. afbeelding 61. S. Constanza Rome.
325 n.C.
gebaseerd op de basilica. (afbeelding 61). Geboortekerk in Bethlehem. Rondbouw aan de ene kant en daaraan een basilica. Heel veel aanhangers, dus een vorm waar veel mensen in konden. Rondbouw kan op een gegeven moment niet groter. Basilica kan wel groter. Vandaar dat de basilica het meest gebruikt werd. Baptisterium, rondbouw (centraalbouw). Concilie van Nicea: concilie is een bijeenkomst met beslissingen over geloofsbelijdenis: van God: heeft god een vorm en belichaam?->Jezus.God/Jezus mag worden afgebeeld.
5e eeuw. 381
Baptisterium in Albenga. Koepel. Baksteen, bogen. Invallen godsdienst. Onbegrijpelijke symboliek naar kenmerkende christelijke symboliek. Vooral mozaieken, bijna geen schilder of beeldhoukunst. Plattegrond van een kerk wordt latijnskruis. 4symbolen van de evangalisten. Schrijvers van de bijbel. Matteüs: gevleugelde mens (ook wel engel). Markus: gevleugelde leeuw. Lukas; gevleugeld rund. Johannes; gevleugelde adelaar of arend (afbeelding 62.)
afbeelding 62. Evangalisten
431. concilia. (afbeelding 63). Nartex is een voorportaal. =heerser van de hele wereld. afbeelding 63. Mariabasilika
527 - 536
Byzantijnse kunst 476-1453
Sergios en Bacchos kerk is een voorloper Hagia Sophia Arabische details. (het westerse en oosterse mengt met elkaar). Nieuw = koepelbasilica.
636
natuurlsteen. Niet zomaar een kerk. Overtreffen Salomo, ik heb u overtroffen worden. Er mogen geen normale mensen komen. Nu toeristische trekpleiser/moskee. (afbeelding 64). (hoofdstad van het oostromeinse rijk.). Justilianus wil alles overtreffen en er voor zorgen dat alles in oude
afbeelding 64 Hagia Sophia
architectuur en beelden. 476 traditie. 8e/9e eeuw
afbeelding 65. Byzantine Iconoclasm, Chludov Psalter, 9th century..
1060
(afbeelding 65) waren populair, persoonlijke gevoelmatige band, meer naturalisme, band tussen jou en object -> wordt verboden). San Marco Venetie. Opdrachtgever is Doger van Venetie. Vele malen uitgebreid. Latijnskruis=even veel uitstreken. Onderkant langer = Christus kruis. Schuin is andreuskruis. Petruskruis is op zijn kop. Relieken van de heilige Marcus.
pauslijke macht.
afbeelding 66. San Marco
Islamitische kunst periodes kun je deze term gebruiken.
Maatschappij. afbeelding 67. Arabesken ‘alhambra granada’
die bewaard was gebleven in het oost romeinse rijk werd opgenomen door de arabische
ca. 1000
traditie dat wetenschap is gebaseerd op onderzoek en niet op acceptatie van autoriteiten. Vertaling uit arabisch van klassieke geschriften. De aarde is een bol. Veel handel onderling. Adelard van Bath = teksten vertaler, monnik, veel reizen. Kunst.
Geen afbeeldingen van alles wat te maken heeft met jou religie. Veel decoratie. Later afbeelding 68. Alambra Granada.
rondboog). Koepelgewelven bestaan uit ruimtelijke geometrische vormen die de basisvorm verhullen alom aanwezige ornamentering.
1215
1492
1333
Politiek Paus Innocentius II oproep tot kruistocht, dringen en het christendom verspreiden. Militaire macht. Moreel/maatschappelijk doek. de paus). complot tussen kerk en staat. Verovering Granada.
Pation de los Leones. Kan wel in de westerse wereld staan maar is door de arabieren gemaakt. Eerst een fort en later paleis van de Islamitische leiders. Continuiteit. . Vakmanschap en geometrie. Imposten (is kaptieel maar dan breder als de pilaar die er onderstaat, zorgt voor meer licht en voor tussen het christendom en de islam. (alfonso X). Normaal een verhulde contructie maar hier zie je de ribben goed (west-europese constructie en islamitische invloed door
afbeelding 69, 70, 71, 72 Oorspronkelijk moskee ‘Cordoba’.
op gezet met een kruis. En toen werd het een kerk. Kapel erin, schilderingen. Het hele volk veranderde dan van geloof dat moest van de paus/hertog. Of je vertrekt of je bekeerd je.
afbeelding 73. Dierkop Oseberg
Karolingische kunst 800 - 850
825
afbeelding 74. Detail Chriro Book of Kells.
ca. 700 ca 800 870
ca 800 afbeelding 75.Lindisfarne 76.Lindau
bekeerd door de romeinen naar het christendom. De romeinen gingen weg, dus het christendom ook. Keltische invloed; versiering en verluchting. Dierkop Oseberg schip begrafenis. (afbeelding 73)
afgezonderd leven (in begin alleen ook in egypte). Romeinse en byzantijnse invloed duurt voort door gekerstende stammen. Kunst Eindeloze motieven. Vlechtmotieven (geen arabesken, vergelijkbaar) geen symbolische betekenis bekend. (afbeelding 74) manuscripten, illustraties. Kruispagina Lindisfarne Gospels. Verbinding Oosten (afbeelding 75). gebieden. (afbeelding 74) Kruising Lindau evangelie (afbeelding 76) goud edelstenen ivoor. rijkdom = hemel. Karolingische kunst. (vanwege de tijd van Karel de Grote). Maatschappij Karel de Grote: terug kijken naar de klassieke, kennis/teksten/kunst/cultuur. Germaans heerser; hij wilden zijn cultuur goed en groots maken. Op gelijken hoogte/verbeteren van de klassieke waarde. Goddelijke orde weer belangrijk. De plek in maatschappij werd gekoppeld aan god,
Klassieke overblijfselen + Keltische/germaanse beschaving + christelijke traditie + scholing afbeelding 77. Troon Karel de Grote, Paleiskapel Aken.
cultuurdragers zijn waar de kloosters en kerk is, rondom het hof van Karel de Grote/
9e eeuw 972
ontstaat Scholastiek. Paleiskapel Aken. Troon van Karel de grote. (afbeelding 77) Geplaatst op galerij, zoals
geplaatst, en keek naar het Oosten, waar het einde der tijden zal beginnen. Koning afbeelding 78. Paleiskapel Aken. Odo von Metz
macht.
Karoligischische kunst 800 - 850 768 - 774 822
afbeelding 79. Abdij Corvey
kerk, ook splolia uit Jeruzalem). Vormentaal romeinse oudheid. Kloosterpoort Lorsch . rijksabdij. Verandering in Basaliekvorm. Westwerk militair/ civiel. Abdij van Corvey. Westwerk; twee grote torens, bijna afzonderlijk massief stuk aan de westkant kerk, bijna een voorportaal. (afbeelding 79) Kloosters hadden soms ook kloosters. geen rijkdom. oud arcisme. verschilende functies van kloosters.
Laat 8e eeuw. 816-835
Johannes Kroningsevangelie. Geen byzantijnse invloeden. (afbeelding 80)
11e eeuw
afbeelding 80. Markus afbeeling 81. Pericoop
970
(afbeelding 81) Kerken die op het einde van de Karoligische periode: St. Pantalon (afbeelding 82); grote massieve torens, wit met donkere lijsten, typische ottoons. Ottoons (vroeg romaans):
1001-1035
St Micheal. Hildesheim; lijsten, verschillende fases dus verschillende materialen.
en pilaren die er zijn, alternerend stelsel. Bronzendeur van Hildesheim. Afbeelding 82. St. Pantalon
1015 10 eeuw 970-1000
Gerokruis Domschat Keulen. (voorheen zag hij er machtiger uit, genezer, leraar, wetgever, rechter).
936
Abdy Quedlinburg. (afbeelding 87) Dichter bij byzantijnse rijk (afbeelding 86). Hof als
11e eeuw
(afbeelding 85). Abdijkerk Maria Laach, Duitsland. familie Hohenstaufen. Kerken zijn verschrikkelijk groot, vanwege huisvestig pelgrims. Of bij keizerlijke kerk. Afbeelding 85. St. Foy. Afbeelding 86. Kaart Ottomaans rijk. Afbeelding 87. Abdy Quedlinburg.
Afbeelding 83. De zondeval. Afbeelding 84. Lothariuskruis.
Religie
Afbeelding 88. Kruistocht
moet onderhouden worden, bruggen gebouwd, infrastructuur. Romaans en romeins hebben zelfde vormentaal.
Goed contact met byzantijns rijk. Vikingen teruggedrongen. Vijand buiten je land zoeken, gebieden die zij graag in hen bezit wilden. Bijvoorbeeld Jeruzalem. Jeruzalem=heilig land
afbeelding 89/90 St. Sernin Toulouse.
1060
Dom Trier. Romeinse geschiedenis. Belangrijke basilika uit de romeinse tijd bleef bestaan, en in de romaanse tijd werd deze omgebouwd naar een romaans kerk, basilika vorm.
1030
Dom Speyer. Keizerlijke kerk. kleine Bouwkundige vernieuwingen, steunberen om steen begraven bij keizerkerk, belangrijkste plek in het oosten bij de absis, in een crypte). Bouw van een kerk kon decenia/100jaar duren. Vernieuwing: bijvoorbeeld een galarij. Vanwege de grote worden. Kruisribgewelf. Overgang van romaans naar gotiek zie je in grote kerken terugkomen. Door de puntige bovenkant van het kruisribgewelf kan dit gewelf meer dragen.
1080 - 1120 afbeelding 91 Karhedraal Durham
1095-1115
Afbeelding 92 Notre Dame la Grande Poitiers.
absis en voorkant. St Sernin Toulouse, pelgrimskerk. Middenschip, twee zijbeuken. transept met een zijbeuk, zie je normaal niet. Kapelletjes rond om absis. Hier konden pelgrims bidden tot hen vieringstoren, daarop het kruis. Grote nartex/voorportaal= een ingangshal, hier kom je tot bezinning voordat je de kerk in gaat. Nartex is een Westwerf als er torens nartex staan. Cluny, 3e kloosterkerk, Grotendeels verdwenen. Benedictijnen vanaf 10e eeuw. Benetijnen (hebben een regel van armoede. stonden onder druk) Kerken kregen veel
1093-1130
Durham Cathedraal, ribgewelven krijgen meer aandacht. Graatgewelf = als ze duidelijk
1140
Notre Dame la Grande Poitiers
belangrijke sences uit de bijbel, heilige afbeelden, nieuwe/oude testament verhalen uit de
.
afbeelding 93. St. Sernin Toulouse. Hemelvaart
afbeelding 94. St. Foye; westportaal goed en kwaad.
1115
is nog goed te zien en dit gebruiken ze dus ook in de nieuwe bouwwerken. Hemelvaart. St. Sernin Toulouse
1019 - 1020
St. Genis des fontaines.
1120 - 1135
aan zijn sleutel. St. Pierre, Moissac, westwand zuidnarthex, laatste oordeel.
1120
St. Madelaine Vezelay. uitgezonden over de wereld om het christendom te vertegenwoordignen. Opzet vanuit een pauselijke opvatting anders dan de algemene didactische voorstellingen. Morele functie; hoe je moet leven. Werken die werden verricht in verschillende periodes van het jaar. De plaats waar je geboren bent is de plaats waar je dient te leven. rijk blijft rijk. arm blijft
Afbeelding 95/96 St. Madelaine Vezelay
(soms kennis kwijtgeraakt over realisme).
Overgang stedelijke samenleving. Meer menselijk.
Afbeelding 97. Tapijt van Bayeux
Afbeelding 98. Johannes de Evangelist.
Bronvermelding afbeeldingen.
Bronvermelding afbeeldingen.