Thoraxcentrum
Longoperatie - ontslag en daarna
Inhoud Inleiding
2
Uitslag van de operatie
2
Het ontslag uit het ziekenhuis Thuiszorg Poliklinische controle
3 3 4
Contact opnemen met de huisarts Medicijngebruik Wondbehandeling Pijn
4 4 5 5
Gevolgen van de longoperatie Emoties Ophoesten van slijm Conditie Dagelijkse activiteiten Autorijden en fietsen Weer aan het werk
6 6 6 7 7 8 8
Wat u beter niet kunt doen Roken Rookstoppoli
9 9 10
Vragen
10
Aanvullende informatie KWF Kankerbestrijding Integraal Kankercentrum Noord-Nederland (IKN)
10 10 11
Ruimte voor vragen en/of opmerkingen
11
Belangrijke telefoonnummers
12
Thoraxcentrum
Longoperatie - ontslag en daarna
1
Longoperatie - ontslag en daarna
Inleiding U heeft een longoperatie ondergaan en gaat over een paar dagen naar huis. U gaat pas naar huis als het medisch gezien verantwoord is en u zichzelf weer redelijk kunt redden. Toch komen er waarschijnlijk allerlei vragen in u op die met uw herstel te maken hebben, zoals: ‘Wanneer mag ik weer fietsen?’, ‘Mag ik alles eten?’, ‘Welke medicijnen moet ik slikken?’ en ‘Wat moet ik vooral niet doen?’. In deze brochure geven we antwoord op vragen die na ontslag uit het ziekenhuis het meest gesteld worden. Ook vindt u hier adviezen die u kunnen helpen na de operatie thuis de draad weer op te pakken.
Uitslag van de operatie Tijdens de operatie is een deel van het longweefsel weggenomen, en in sommige gevallen ook weefsel uit de omgeving van de long. Al het weggenomen weefsel wordt in het laboratorium onderzocht. Als de uitslag van dit pathologisch-anatomische onderzoek bekend is, wordt de uitslag eerst in het longteam besproken. Dit team bestaat uit de longarts, de chirurg, de radiotherapeut en de overige betrokkenen bij uw behandeling. Pas daarna is duidelijk of er een vervolgbehandeling nodig is. In praktijk betekent dit dat het tien dagen tot twee weken kan duren voor u over de uitslag geïnformeerd wordt. Het kan zijn dat u al met ontslag bent. In dat geval is met u afgesproken hoe en wanneer u de uitslag krijgt, meestal op de polikliniek van de longarts. Als u nog op de verpleegafdeling bent, dan zal de chirurg de uitslag met u bespreken. Bij dit gesprek is een verpleegkundige aanwezig. Besproken wordt ook hoe uw eventuele vervolg behandeling er uit zal zien en wat uw vooruitzichten zijn. Realiseert 2
Thoraxcentrum
u zich wel dat aan de hand van de uitslag geen exacte vooruit zichten kunnen worden voorspeld. Als u dat prettig vindt, kunt u iemand meenemen naar het gesprek.
Het ontslag uit het ziekenhuis Bij uw ontslag uit het ziekenhuis ontvangt u de volgende papieren van de verpleegkundige: • Een brief voor de huisarts. • Recepten voor medicijnen. • Een medicijnkaartje. • Uw UMCG-pasje. • Een afspraak met uw longarts op de polikliniek. • Als u sintrom gebruikt krijgt u een aanmeldformulier voor de trombosedienst mee. Zij komen de eerste keer bij u thuis prikken. De secretaresse van de afdeling maakt voor u de eerste afspraak. Deze krijgt u mee als u naar huis gaat. Thuiszorg Als er na uw ontslag thuiszorg nodig is, dan vraagt de liaison verpleegkundige van het UMCG dit voor u aan. Thuiszorg betekent dat u (tijdelijk) ondersteuning krijgt bij het wassen, douchen en eventuele wondverzorging. Mocht u hulp nodig hebben in de huishouding dan dient u dit aan te vragen bij uw gemeente. Dit kunt u doen bij een WMO loket, zorgloket of een loket wegwijs. Dit heeft te maken met de invoering van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) die 1 januari 2007 in is gegaan. Voor meer informatie kunt u kijken op: www.minvws.nl of op de website van uw eigen gemeente.
3
Longoperatie - ontslag en daarna
Poliklinische controle In de meeste gevallen heeft u binnen twee weken na uw ontslag een afspraak op de polikliniek van de longarts. Wij adviseren u iemand mee te nemen naar dit gesprek, want ‘twee horen meer dan één’. Als u de uitslag van het laboratoriumonderzoek nog niet op de verpleegafdeling heeft gekregen, wordt dit nu met u besproken. Als u van tevoren al vragen heeft, schrijft u die dan op. Achter in deze brochure is hiervoor ruimte. Zo komt u goed voorbereid op het spreekuur en weet u zeker dat de vragen die u heeft aan de orde komen. Vergeet niet uw medicijnkaart mee te nemen naar de afspraak. Eventuele wijzigingen kunnen dan meteen genoteerd worden. Na het ontslag van de Thoraxchirurgie blijft u bij uw eigen longarts onder controle.
Contact opnemen met de huisarts Het is raadzaam contact op te nemen met uw huisarts bij de volgende klachten: • Koorts hoger dan 38,5 graden Celsius. • Bij bloed in de urine of ontlasting. • Als de wonden rood, dik en pijnlijk worden of als er vocht uitkomt. • Bij toename van de wondpijn. • Bij toename van kortademigheid bij inspanning. • Bij kortademigheid in rust. • Bij toenemende hoest en het opgeven van geel/ groen slijm. Medicijngebruik Zodra u weer thuis bent, verandert uw medicijngebruik. Om de pijn onder controle te houden blijft u in ieder geval paracetamol gebruiken. Sommige andere medicijnen die u in het ziekenhuis 4
Thoraxcentrum
kreeg, hoeft u nu niet meer te gebruiken, andere nog wel. Misschien moet u daarnaast medicijnen blijven gebruiken die u voor de operatie al nodig had. Dit wordt u allemaal precies uitgelegd als u naar huis gaat. U krijgt ook een medicijnkaart waar dit op staat en u krijgt recepten mee voor de medicijnen die u moet blijven gebruiken. Ook al gaat het om dezelfde medicijnen, toch kunnen kleur, naam en vorm van de medicijnen die u bij uw apotheek krijgt anders zijn dan de medicijnen die u in het ziekenhuis gebruikte. Als u anti-stollingsmedicijnen gebruikt zult u merken dat u eerder bloedt dan normaal. Dat kan zich bijvoorbeeld uiten in het snel bloeden van het tandvlees tijdens het tandenpoetsen, blauwe plekken na stoten of lang nabloeden van wondjes. Dit is allemaal normaal. Als er bloed in de urine of ontlasting voorkomt, moet u contact opnemen met de huisarts en zo nodig met de trombosedienst. Bij de poliklinische controle wordt door uw longarts bepaald, hoe lang u nog met de medicijnen moet doorgaan. Wondbehandeling Als de wond droog is, hoeft u er niets op te doen. Als de wond nog wel lekt, dan verbindt u de wond met een droog gaasje of pleister. De huisarts verwijdert meestal tien dagen na de operatie de eventuele hechtingen van de wond. Door wondvocht blijft het gebied rond de wond vier tot acht weken opgezet. Uiteindelijk verdwijnt deze zwelling vanzelf. Delen van de huid rond het operatiegebied blijven gevoelloos. Dit komt doordat de chirurg tijdens de operatie kleine huidzenuwtjes heeft doorgesneden. Deze groeien bijna nooit volledig weer aan. Pijn Na de operatie heeft u last van een pijnlijke flank. Dat komt doordat er tijdens de operatie spieren zijn doorgesneden en ribben zijn opengesperd. Deze pijn kan wel twee tot drie maanden
5
Longoperatie - ontslag en daarna
aanhouden. Zolang u pijn heeft, moet u de voorgeschreven pijnstillers blijven slikken. Als u in bed ligt kunt u een kussen onder de arm aan de geopereerde kant leggen.
Gevolgen van de longoperatie Emoties Bijna iedereen heeft na een longoperatie last van wisselende emoties. Een longoperatie is tenslotte een ingrijpende gebeurtenis. Plotseling boos worden of de tranen laten lopen zonder dat daar een duidelijke reden voor is - het hoort bij de normale verschijnselen na de operatie. Het komt ook voor dat mensen de eerste periode na de operatie moeite hebben zich te concentreren. Ook uw partner of anderen in uw omgeving kunnen door de operatie van slag zijn. Het is belangrijk met elkaar over deze gevoelens te praten. In het ziekenhuis kunt u hierover ook praten met een verpleegkundige. Verder kunt u via de verpleegkundige een beroep doen op een medisch maatschappelijk werker. Als u voor de medische behandeling niet meer in het ziekenhuis hoeft te zijn, kan de maatschappelijk werker met u bekijken of het wenselijk is dat een hulpverlener buiten het ziekenhuis de begeleiding voortzet. Eenmaal thuis kunnen emoties ook een grote rol spelen. Wanneer u behoefte heeft hierover te praten, kunt u dit aankaarten bij uw huisarts of uw longarts. Ophoesten van slijm Het diep in- en uitademen gaat soms samen met hoestprikkels en het ophoesten van slijm. Omdat slijm een goede werking van uw longen tegengaat is dit ophoesten belangrijk. Door uw borstkas te ondersteunen tijdens het ophoesten vermindert u de spanning op de wond en heeft u minder pijn. Geef bijvoorbeeld met een hand doek tegendruk op de wond als u hoest. U hoeft overigens niet bang te zijn dat uw wond openspringt bij het hoesten, niezen of diep ademhalen. 6
Thoraxcentrum
Tijdens het ophoesten van slijm kunt u ontdekken dat er wat bloed bij het slijm zit. Dit wordt veroorzaakt door geïrriteerde en kwets bare luchtwegen, en door het gebruik van bloedverdunners, die de kans op een longembolie en trombose verkleinen. Het bloed bij het slijm is vaak een onschuldig gevolg van de operatie, maar u moet wel direct contact opnemen met uw huisarts. Die kan dan bepalen of er maatregelen nodig zijn. Conditie Hoe uw lichamelijke conditie is na de operatie, hangt gedeeltelijk af van de kwaliteit van uw longen voor de operatie. Van het feit dat u na de operatie een (deel van een) long mist, hoeft u niet veel hinder te ondervinden. Maar als u thuis bent, voelt u zich in het begin nog niet erg fit. Na een grote operatie is vermoeidheid normaal. U bent een deel van uw lichamelijke en geestelijke conditie kwijt. Om deze conditie weer op te bouwen is het belangrijk dat u uw dagelijkse bezigheden weer rustig oppakt. Het is normaal dat u bij inspanning in het begin last heeft van kortademigheid. Dit neemt meestal snel weer af. Uw uithoudingsvermogen zal in eerste instantie minder zijn dan voor de operatie. Ook kunt u in het begin bij bepaalde weersomstandigheden (vochtig weer, felle kou of veel wind) enigszins last krijgen van uw ademhaling. Aan een goede lichamelijk en geestelijke conditie moet worden gewerkt en dat kost tijd en moeite. Het doel is om na de operatie zo snel mogelijk ‘patiënt’ af te worden en zo snel mogelijk weer een normaal leven te gaan leiden. Dagelijkse activiteiten Bij het ontslag kunt u alweer heel wat dingen doen. U kunt uzelf verzorgen en aankleden. U heeft over de gangen gewandeld en trappen gelopen. Als u weer thuis bent is het de bedoeling dat u zo snel mogelijk weer in uw oude ritme komt. Het is niet nodig om uw bed in de huiskamer te zetten. Het is ook niet nodig om ’s ochtends langer in bed te blijven liggen of om ’s avonds extra
7
Longoperatie - ontslag en daarna
vroeg naar bed te gaan. Tijdens het slapen kunt u gerust op uw zij gaan liggen, dit belemmert de wondgenezing niet. Probeer uw dagelijkse activiteiten rustig uit te breiden. Begin met de activiteiten die u gemakkelijk aankunt en zolang u deze vol kunt houden. U mag best moe worden, maar stop met iets als u erg kortademig wordt. Het is belangrijk om naar buiten te gaan. Bouw ook mentale inspanning en sociale activiteiten langzaam weer op. Plan bijvoorbeeld het ontvangen van bezoek goed, zodat het in balans is met wat u aankunt. Vermijd de eerste vier tot zes weken plekken waar veel gerookt wordt. Hier kunnen uw luchtwegen minder makkelijk slijm ophoesten. Houd er daarnaast de eerste tijd rekening mee dat in grote groepen mensen gemakkelijk ziektekiemen doorgegeven kunnen worden, vooral in regenachtige periodes. Autorijden en fietsen Voor veel mensen is autorijden erg belangrijk. We raden u echter af om na uw ontslag direct weer achter het stuur plaats te nemen. In de auto moet u immers alert kunnen reageren en vrij kunnen bewegen. Door nawerking van de narcose kan het zijn dat u trager reageert dan normaal, en wondpijn kan u belemmeren in uw bewegingen. Voordat u weer gaat rijden, moet u uw hoofd gemakkelijk en zonder pijn kunnen bewegen. Gemiddeld duurt het zes weken voordat u na de longoperatie weer veilig kunt autorijden. U kunt dit altijd met uw arts overleggen. Fietsen is mogelijk zodra u weer stevig op uw benen staat zonder duizelig te worden. Ook hier geldt dat u uw hoofd gemakkelijk en zonder pijn moet kunnen bewegen. U voelt zelf het beste wat u wel en niet kunt doen. Luister daarom naar uw lichaam. Weer aan het werk Afhankelijk van de aard van uw werk kunt u ongeveer één tot drie maanden na de operatie weer beginnen met werken. Overleg in 8
Thoraxcentrum
een vroeg stadium met uw werkgever, bedrijfsarts, huisarts en longarts wanneer en in welk tempo u uw werk kunt hervatten. Begin niet direct volledig te werken, maar probeer de werklast geleidelijk op te voeren.
Wat u beter niet kunt doen •
•
•
De eerste twee maanden na de operatie mag u geen zwaar huishoudelijk werk doen, zoals ramen zemen, bedden verschonen, stofzuigen en tuinieren. U mag de eerste zes weken na ontslag alleen licht huishoudelijk werk doen. Als het niet teveel pijn doet, mag u wel iets tillen. Bij de stoelgang moet u hard persen vermijden. Dit geeft spanning op de wond. Zorg dat de ontlasting niet hard wordt door het eten van voldoende vezels (bruin brood, groente en fruit). Gebruik de eerste zes weken geen crèmes, poeder of zeep op de wond.
Roken Onderzoek heeft aangetoond dat roken slecht is voor de gezond heid. Het is een extra belasting voor de longen en het is van invloed op het ontstaan van (nieuwe) klachten. Stoppen met roken is dus altijd zinvol! Als u informatie wilt over stoppen met roken of hulp bij het stoppen, kunt u contact opnemen met Stichting Volksgezondheid en Roken (Stivoro). Op het nummer 0900 9390 (10 cent per minuut) is 24 uur per dag informatie te beluisteren. Op hetzelfde nummer kunt u op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur met een medewerker van Stivoro spreken. U kunt ook op de website kijken: www.stopeffectief.nl
9
Longoperatie - ontslag en daarna
Rookstoppoli Als u gemotiveerd bent om te stoppen met roken, maar u heeft nog een steuntje in de rug nodig dan kunt u uw arts vragen u door te verwijzen naar de Rookstoppoli van het UMCG. Op basis van uw persoonlijke situatie kan de medewerker van de Rookstoppoli een behandelprogramma voor u opstellen. Voor meer informatie over de Rookstoppoli kunt u uw arts of verpleegkundige vragen.
Vragen Wanneer u na het lezen van deze brochure vragen heeft, stelt u die dan nog voor uw ontslag aan de verpleegkundige, de nurse practitioner, de zaalarts of de fysiotherapeut. Heeft u nog vragen wanneer u al thuis bent? Bespreek deze met uw huisarts, of met de longarts op de polikliniek. Ook kunt u uw vragen stellen aan de verpleegkundige van de verpleegafdeling C2VA. Het telefoon nummer vindt u achter in de brochure.
Aanvullende informatie KWF Kankerbestrijding KWF Kankerbestrijding geeft zowel telefonische als schriftelijke informatie over kanker. Het telefoonnummer is: 0800 022 66 22. Deze hulp- en informatielijn is op werkdagen bereikbaar van 9.00 tot 12.30 uur en van 13.30 uur tot 17.00 uur. Vragen kunnen gaan over praktische zaken, bijvoorbeeld het adres van een patiëntenvereniging of het bestellen van een folder. Ook als u zich zorgen maakt kunt u bellen; een gesprek kan dan soms zeer verhelderend zijn. Op de website, www.kwfkankerbestrijding.nl, vindt u meer informatie over het KWF. Het voorlichtingscentrum is gevestigd op het volgende adres: Delflandlaan 17, 1062 EA Amsterdam.
10
Thoraxcentrum
Integraal Kankercentrum Noord Nederland (IKN) Het IKN kan u in contact brengen met lotgenoten. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het IKN, telefoonnummer (050) 521 59 00. Dit nummer is maandag-, woensdag- en vrijdagochtend van 8.30 uur tot 12.30 uur bereikbaar. U kunt voor meer informatie ook de website raadplegen: www.ikn.nl Het bezoekadres is: Waterloolaan 1/13, Groningen, het postadres is: postbus 330, 9700 AH Groningen.
Ruimte voor vragen en/of opmerkingen
11
Longoperatie - ontslag en daarna
Belangrijke telefoonnummers Algemeen nummer UMCG U kunt hier terecht met algemene vragen over het UMCG. Bijvoorbeeld over de bereikbaarheid van het UMCG, het parkeren of wat de bezoektijden zijn.
(050) 361 61 61
Verpleegafdeling C2
(050) 361 32 85
KWF Kankerbestrijding (gratis)
0800 022 66 22
Stichting Longkanker (030) 291 60 91 Bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 13.00 uur Patiënteninformatie U kunt hier onder andere terecht met vragen over de gang van zaken in het UMCG, vragen over andere gezondheidszorginstellingen, verwijsprocedures en patiëntenverenigingen. Ook kunt u hier terecht voor opmerkingen en klachten. Bereikbaar maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. www.umcg.nl Het (web)adres voor informatie over het Universitair Medisch Centrum Groningen.
12
(050) 361 33 00
Patiënteninformatie vlc 735/1209