Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel Taak 1
Werken in de groothandel
Inleiding Je werkt nu in een magazijn van een groothandel. De groothandel/internationale handel vervult een belangrijke functie in de Nederlandse economie. Er zijn meer dan 50.000 bedrijven. En daar werken meer dan 480.000 mensen. Bij veel van de bedrijven werken minder dan 10 werknemers. De groothandel levert aan bedrijven in Nederland, maar ook aan bedrijven in het buitenland. Dat noemen we exporteren. Groothandelsbedrijven kunnen veel verschillende producten leveren. Bijvoorbeeld computers, meubels, gereedschappen enzovoort. Deze onderverdeling noemen we branches: Branches: Een verdeling van groothandelsbedrijven naar activiteiten of producten (meubelbranche, voedingsbranche enz.).
Doel van de taak Je • • •
leert in deze taak dat de groothandel: veel verschillende functies heeft verschillende branches heeft op verschillende manieren moet samenwerken met andere bedrijven.
1
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 1
Vragen
?
Lees de vragen 1 tot en met 13 door. Probeer de vragen eerst zelf te beantwoorden. Bespreek daarna de vragen met je praktijkopleider en vergelijk de antwoorden. 1 ●
Je bent al een paar keer het woord groothandel tegen gekomen. Geef van de onderstaande onderwerpen aan of ze in de groothandel voorkomen. Geef ook aan waarom wel of waarom niet. Magazijn:
komt wel/niet voor in de groothandel
Verkopen:
komt wel/niet voor in de groothandel
Winkel:
komt wel/niet voor in de groothandel
Inkopen:
komt wel/niet voor in de groothandel
2 ●
Welke afdelingen zijn er in jouw bedrijf?
3 ●
Waarom is het belangrijk om verschillende afdelingen in een bedrijf te hebben?
4 ●
Geef per afdeling aan hoeveel mensen er werken bij jouw bedrijf.
5 ●
Noem een (groothandels)bedrijf waar veel meer mensen werken.
6 ●
Noem een (groothandels)bedrijf waar veel minder mensen werken.
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 1
2
7 ●
Welke afdeling vindt jij het leukste in jouw bedrijf? Waarom?
8 ●
Wat is volgens jou de belangrijkste afdeling in een groothandelsbedrijf? Waarom?
9 ●
Noem drie verschillen tussen een groothandel en een productiebedrijf.
10 ●
Noem drie verschillen tussen een groothandel en een winkel.
11 ●
Noem drie verschillen tussen een groothandel en een vervoersbedrijf.
12 ●
Noem vier branches in de groothandel?
13 ●
In welke branche zou jij later willen werken? Waarom?
Opdrachten
>
14 ●
Ga bij jouw bedrijf naar de afdeling inkoop. Vraag aan de medewerker op de afdeling inkoop wat inkoop is. Vraag ook wat voor werk de medewerker doet. Schrijf hieronder een kort verslag.
15 ●
Ga bij jouw bedrijf naar de afdeling verkoop. Vraag aan de medewerker op de afdeling verkoop wat verkoop is. Vraag ook wat voor werk de medewerker doet. Schrijf hieronder een kort verslag.
3
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 1
16 ●
Ga bij jouw bedrijf naar de afdeling logistiek. Vraag aan de medewerker op de afdeling logistiek wat logistiek is. Vraag ook wat voor werk de medewerker doet. Schrijf hieronder een kort verslag.
17 ●
Kies nog een andere afdeling waar je nog niet bent geweest. Vraag aan de medewerker op die afdeling wat voor werk daar gedaan wordt. Denk bijvoorbeeld aan de afdeling facilitaire dienst, receptie ez.). Schrijf hieronder een kort verslag.
18 ●
Wat voor soort producten levert jouw bedrijf?
19 ●
In welke branche werkt jouw bedrijf?
Reflectie/terugkijken 20 ●
Vond je het moeilijk om de vragen te stellen?
21 ●
Had je verwacht dat er zoveel verschillende afdelingen waren?
22 ●
Hieronder staan een aantal mogelijke redenen waarom jij voor dit leerbedrijf hebt gekozen. Kruis de antwoorden aan die bij jou passen. Je kan ook meerdere antwoorden kiezen. Of misschien heb je een andere reden. Vul die dan in. ● ● ● ● ●
ik wil in een groothandel werken ik kan hier veel leren ik ken de mensen die hier werken er werken hier aardige mensen op school zeiden ze dat ik hier maar moest gaan werken
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 1
4
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel Taak 2
Goederen verzamelen
Inleiding Orderpicken, orders verzamelen, orders lopen enz. Er zijn misschien nog veel meer namen te bedenken voor hetzelfde werk. Maar wat is orderpicken nou eigenlijk? Als een klant spullen heeft gekocht, dan moeten deze ergens vandaan komen. Vaak komen deze uit een groot magazijn. Orderpicken is de spullen die de klant heeft besteld bij elkaar zoeken. Je bent goederen aan het verzamelen. Daarna worden de spullen verpakt en naar de klant toegestuurd. Ook kunnen de verpakte goederen opgehaald worden door de klant. Het bij elkaar zoeken van de bestelling die een klant heeft gedaan lijkt makkelijker dan het is. Er zijn bij een bedrijf vaak erg veel klanten, erg veel producten, en het is altijd druk. Dus de kans dat er iets fout gaat bij orderpicken is behoorlijk groot.
Voorbeeld Je hebt in de winkel mooie nieuwe schoenen gezien en je wilt ze kopen. Jammer, de winkel heeft net jouw maat niet. “Maar geen probleem” zegt de vriendelijke verkoopster, “ik kan de schoenen bestellen bij ons magazijn! Kom ze over twee dagen maar ophalen.” Perfect, hartstikke mooi. Twee dagen later ga je met veel plezier je nieuwe schoenen ophalen, maar o jee, de verkeerde schoenmaat!!! In dit voorbeeld zie je al dat het niet altijd makkelijk is om de juiste spullen op de juiste plaats te krijgen. In dit geval kan het verkeerd gegaan zijn bij de verkoper, misschien bij jezelf, in het magazijn of in de vrachtwagen. 1
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 2
Het bedrijf waar je nu stage loopt zal er alles aan doen om een fout zoals in het voorbeeld te voorkomen. Je gaat in deze taak opdrachten en vragen maken die je zullen leren wat er allemaal met orderpicken te maken heeft en hoe je dit zo goed mogelijk kunt doen.
Doel van de taak Je • • • • •
Vragen
leert in deze taak: de goederen van een bestelling te verzamelen zoals de klant ze besteld heeft hoe je controleert of de order juist is op welke manieren je goederen kan verzamelen welke procedures en systemen je daar bij nodig hebt wat jij kan doen om de goederen op tijd te leveren.
?
Lees de vragen 1 tot en met 26 door. Probeer de vragen eerst zelf te beantwoorden. Bespreek daarna de vragen met je praktijkopleider en vergelijk de antwoorden. 1 ●
Een bestelling van een klant staat op een orderformulier. Vraag aan je praktijkopleider een voorbeeld van een orderformulier. Een order kan in de computer staan (digitaal) of op papier. Hoe is dat in jouw stagebedrijf?
2 ●
Hoe komt deze order bij jouw bedrijf binnen? Denk hierbij aan: via een vertegenwoordiger, via internet, via de showroom, via een bestelsysteem of iets anders.
3 ●
Welke gegevens staan er op de order? Denk aan naam, adres, klantnummer, producten, aantallen enz.
4 ●
Wat is een ordernummer?
5 ●
Waarom staat een ordernummer op een order denk je?
Vraag aan je praktijkopleider wat het bedrijf doet met een ordernummer. Schrijf hieronder op wat hij vertelt over het ordernummer. (Je kan denken aan administratie, zoeken, bevestigen, contact met een klant.)
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 2
2
6 ●
Welke gegevens staan er op de order over de artikelen?
7 ●
Waarom werkt jouw leerbedrijf met een omschrijving van het artikel?
8 ●
Wat is een artikelcode of een barcode?
9 ●
Waarom werkt jouw leerbedrijf wel of niet met een barcode?
10 ●
Staat er op de order iets over een leveringstermijn? Dus wanneer de goederen bij de klant moeten zijn?
11 ●
Hoe komen orders van de administratie van het bedrijf in het magazijn? Denk hierbij aan digitaal, op papier of andere manieren.
12 ●
Wie beslist welke order als eerste moet worden verzameld?
13 ●
Hoe wordt er beslist welke order het eerste moet worden verzameld? Denk hierbij aan: welke klant is belangrijker dan een andere, welke order is makkelijker om te verzamelen en dergelijke.
3
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 2
14 ●
Welke manieren kun je van orders verzamelen?
15 ●
Welke hulpmiddelen zijn er om de orders te verzamelen? Denk hierbij aan hulpmiddelen om te tillen, te administreren en om te rijden.
16 ●
Hoe verzamel jij de goederen die op de order staan? Denk hierbij aan: met een palletwagen, heftruck, lopend, rijdend of andere manieren.
17 ●
Wordt er gebruik gemaakt van computers en automatisering in jouw magazijn?
18 ●
Als de goederen uit het magazijn gehaald zijn, moet gecontroleerd worden of de aantallen kloppen. Hoe controleer je of de aantallen die je verzameld hebt kloppen met de aantallen die op de order staan? Denk aan handmatig tellen, scannen en dergelijke.
19 ●
Soms liggen er te weinig goederen in het magazijn om de order compleet te maken. Wat moet er dan gebeuren? Denk bijvoorbeeld aan producten bijbestellen, de klant informeren.
20 ●
Het kan voorkomen dat een order te laat wordt verzameld en daardoor te laat bij de klant wordt afgeleverd. Welke actie of acties neemt jouw bedrijf als er te laat wordt geleverd?
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 2
4
21 ●
Je doet je werk zo goed mogelijk. Maar het kan gebeuren dat een klant de verkeerde goederen krijgt. De klant kan dan een klacht indienen bij het bedrijf. Wat doet jouw bedrijf met deze klacht van de klant?
22 ●
Je krijgt de vraag om een order te verzamelen. Maar je weet niet waar een product ligt. Aan wie kan je vragen waar het product ligt?
23 ●
Orders picken (of verzamelen) klinkt makkelijk, maar je moet er veel voor kunnen. Wat moet je allemaal kunnen en weten om order te kunnen picken? Denk aan rekenen, Nederlands lezen en schrijven, computerkennis, etc.
24 ●
Werkt jouw bedrijf in een ploegendienst? Zo ja, waarom doen ze dat?
25 ●
Is het de hele dag bij jouw bedrijf even druk?
Zijn er ook minder drukke momenten op een dag? Zo ja, welk moment van de dag? Weet je waarom dat zo is?
Wat is het drukste moment op een dag in jouw bedrijf? Zo ja, welk moment van de dag? Weet je waarom dat zo is?
5
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 2
26 ●
Is er werkoverleg op de afdeling waar je werkt? Zo ja, wat wordt er tijdens het werkoverleg besproken?
Opdrachten
>
27 ●
Je gaat nu proberen zelf een aantal orders te verzamelen. In het begin doe je dit onder begeleiding van de praktijkopleider. Later kun je dit zelfstandig doen.
28 ●
Wat gebeurt er met de order als jij deze verzameld hebt?
29 ●
Wat vind je makkelijk aan orders verzamelen?
30 ●
Wat vind je moeilijk aan orders verzamelen?
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 2
6
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel Taak 3
Goederen vervoeren
Inleiding In de groothandel worden de goederen veel vervoerd. De goederen worden geleverd door een leverancier. Daarna worden de goederen in het bedrijf vervoerd. En als een order verzameld is worden de goederen weer naar de klant vervoerd. Het vervoeren van goederen wordt ook wel distributie genoemd. Maar wat is distributie nou eigenlijk precies? Welke verschillende soorten en manieren zijn er? Wie houdt zich in het bedrijf bezig met distributie? Er zijn twee soorten distributie: 1. Interne distributie 2. Externe distributie Interne distributie is het vervoeren en op de juiste plek leggen van de goederen binnen het magazijn zelf. Externe distributie is het vervoeren van de goederen naar de klant vanaf het magazijn. Dit gebeurt meestal met een vrachtauto.
Doel van de taak Je • • •
leert in deze taak: dat distributie op verschillende manieren in het bedrijf voor komt waarom distributie belangrijk is wat de rol is van distributie in de handel. 1
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 3
Vragen
?
Lees de vragen 1 tot en met 25 door. Probeer de vragen eerst zelf te beantwoorden. Bespreek daarna de vragen met je praktijkopleider en vergelijk de antwoorden. 1 ●
Er komen veel goederen binnen in jouw bedrijf. Hoe worden de goederen die binnenkomen vervoerd in het bedrijf? Als er meerdere manieren zijn, schrijf je deze allemaal op.
Waarom zijn er verschillende manieren om goederen te vervoeren?
2 ●
Er zijn verschillende soorten voorraad: bulkvoorraad en pickvoorraad. Wat is het verschil tussen bulkvoorraad en pickvoorraad?
3 ●
Hoe wordt in jouw bedrijf de bulkvoorraad opgeslagen?
4 ●
Hoe wordt in jouw bedrijf de bulkvoorraad intern vervoerd?
5 ●
Hoe wordt in jouw bedrijf de pickvoorraad opgeslagen?
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 3
2
6 ●
Hoe wordt in jouw bedrijf de pickvoorraad intern vervoerd?
7 ●
Bij het intern vervoeren van de goederen kunnen verschillende transportmiddelen gebruikt worden. Welke transportmiddelen worden er in jouw bedrijf gebruikt? Denk bijvoorbeeld aan een pompwagen of heftruck.
8 ●
Mag iedereen op de heftruck rijden? Zo nee, waarom niet?
9 ●
Als goederen verstuurd moeten worden naar een klant, worden ze verzendklaar gemaakt. Op welke afdeling in het bedrijf worden de goederen verzendklaar gemaakt? Welke transportmiddelen worden gebruikt om de goederen naar deze afdeling te vervoeren?
10 ●
Hoe zorgt jouw bedrijf ervoor dat de goederen vanaf het magazijn bij de klant komen?
11 ●
Heeft jouw bedrijf eigen vrachtwagens? Zo ja, waarom heeft het bedrijf hiervoor gekozen?
12 ●
Huurt jouw bedrijf ook een ander bedrijf in om goederen te vervoeren naar de klant? Zo ja, waarom heeft het bedrijf hiervoor gekozen?
3
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 3
13 ●
Noem twee voordelen van zelf de goederen naar de klanten vervoeren.
14 ●
Noem twee nadelen van zelf de goederen naar de klanten vervoeren.
15 ●
Noem twee voordelen voor het bedrijf om het vervoer van de goederen uit te besteden aan een ander bedrijf, dus door een ander bedrijf te laten doen.
16 ●
Noem twee nadelen voor het bedrijf om het vervoer van de goederen uit te besteden aan een ander bedrijf, dus door een ander bedrijf te laten doen.
17 ●
Zijn er nog andere manieren dan een vrachtauto waarop het bedrijf de goederen distribueert?
18 ●
Waarom is distributie (het vervoeren van de goederen) zo belangrijk voor een bedrijf?
19 ●
Wat kan er verkeerd gaan als de distributie bij een bedrijf niet goed geregeld is?
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 3
4
20 ●
Komt het bij jouw bedrijf wel eens voor dat er verkeerde goederen verstuurd worden? Zo ja, wat gebeurt er dan met deze goederen?
21 ●
In een vrachtauto zitten vaak meerdere orders voor verschillende klanten. Hoe weet een chauffeur welke doos er het eerste uit moet?
22 ●
Als een chauffeur de goederen bij een klant heeft gebracht, dan moet de klant meestal een handtekening op een bon zetten. Waarom is het belangrijk dat de klant zijn handtekening op de bon zet?
23 ●
Sommige werkzaamheden kun je heel snel doen en bij andere werkzaamheden moet je heel goed opletten dat je niets verkeerd doet. Wat is belangrijk bij distributie: iets snel doen of goed opletten? Waarom is dat zo denk je?
24 ●
Om bij een afdeling expeditie te kunnen werken moet je verschillende dingen kunnen. Wat moet je bij jouw bedrijf kunnen om op de afdeling expeditie te kunnen werken? Denk aan Nederlands lezen en schrijven, computerkennis, rijbewijs, heftruck etc.
25 ●
Is het de hele dag bij jouw bedrijf even druk?
Zijn er ook minder drukke momenten op een dag? Zo ja, welk moment van de dag? Weet je waarom dat zo is?
5
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 3
Wat is het drukste moment op een dag in jouw bedrijf? Zo ja, welk moment van de dag? Weet je waarom dat zo is?
Opdrachten
>
26 ●
Als een chauffeur goederen bij een klant brengt, dan moet de klant meestal een handtekening zetten dat hij de spullen heeft gekregen. Dit gebeurt meestal op een pakbon of op een lijst. Vraag zo’n bon of lijst bij je bedrijf en maak er een kopie van. Welke gegevens staan er allemaal op?
27 ●
Wat vind je makkelijk aan interne distributie?
28 ●
Wat vind je moeilijk aan interne distributie?
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 3
6
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel Taak 4
Veilig werken in het magazijn
Inleiding Een magazijn moet opgeruimd en schoon zijn. Het is gevaarlijk als er dozen of plastic op de grond ligt. Je kan er zo maar over uitglijden. In het magazijn wordt gewerkt met verschillende transportmiddelen zoals een heftruck. Dit kan gevaarlijke situaties opleveren. Zijn er in het bedrijf speciale veiligheidsregels? Zijn er speciale beschermingsmiddelen zoals een helm die je moet dragen in het magazijn?
Doel van de taak Je leert in deze taak: • welke veiligheidsmaatregelen er genomen zijn in het bedrijf • welke beschermingsmiddelen er zijn.
1
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 4
Vragen 1 ●
?
Is er een handleiding voor de medewerkers over de regels hoe je veilig moet werken in het magazijn?
Zo ja, vraag of je een exemplaar mag hebben. Of maak een kopie van deze handleiding. Noem vijf veiligheidsregels waar je je aan moet houden als je in een magazijn werkt. 1.
2.
3.
4.
5.
2 ●
Met welke schoenen mag je in het magazijn werken? Geef in het schema aan met welke schoenen je in het magazijn mag werken. Als er nog andere schoenen zijn vul je die in. Houten klompen Sportschoenen Open schoenen Schoenen met een hoge hak Werkschoenen met stalen neuzen Wandelschoenen
3 ●
Welke beschermingsmiddelen moeten de magazijnmedewerkers dragen?
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 4
2
4 ●
Wie hebben op je afdeling een EHBO-diploma of een diploma BHV (bedrijfshulpverlening)?
5 ●
Waar liggen de verbandmiddelen in jouw bedrijf?
6 ●
Bij wie moet je het melden als je beschadigde hulpmiddelen of voorraad ontdekt?
7 ●
Waar kun je afval weggooien?
8 ●
Kent jouw bedrijf speciale looppaden of transportroutes?
Maak een plattegrond van het magazijn. Teken in de plattegrond de looppaden. Teken ook de transportroutes. Waarom zijn deze routes zo?
3
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 4
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 4
4
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel Taak 5
Schoonmaken in het magazijn
Inleiding Een magazijn moet opgeruimd en schoon zijn. Het is gevaarlijk als er dozen of plastic op de grond ligt. Je kan er zo maar over uitglijden. Wanneer wordt het magazijn opgeruimd? Welke hulpmiddelen gebruik je daarbij?
Doel van de taak Je leert in deze taak: • op welke momenten het magazijn wordt schoongemaakt • welke hulpmiddelen daarbij gebruikt worden.
Vragen 1 ●
?
Er zijn in een magazijn heel veel verschillende zaken die je allemaal kunt schoonmaken. Op pagina twee zie je een lijst met mogelijkheden. Kruis in de lijst aan wat er bij jou in het magazijn moet gebeuren. Als er iets ontbreekt schrijf dat er dan bij.
1
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 5
De schoonmaakwerkzaamheden in het magazijn De vloer dweilen De werktafels met een doek afnemen De stellingen schoonmaken De transportmiddelen schoonmaken
2 ●
Welke werkzaamheden moeten dagelijks gedaan worden?
3 ●
Hoe laat wordt er in jouw magazijn schoongemaakt? Wat wordt er schoongemaakt? Vul het schema in. Dag
Tijdstip van schoonmaken
Wat wordt schoongemaakt?
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag 4 ●
Door wie worden de schoonmaakactiviteiten gedaan? Schoonmaakactiviteit
5 ●
Door wie
In het magazijn is het schoonmaken van de vloer heel belangrijk. Vul de onderstaande tabel in. Hoe wordt de vloer schoongemaakt?
Welk materiaal heb ik nodig?
Oefen nu met ervaren collega’s het schoonmaken. Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 5
2
Welke hulpmiddelen gebruik ik daarbij?
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel Taak 6
Puzzelen in de groothandel
Inleiding Op de volgende bladzijde staan een heleboel begrippen die gebruikt worden in de groothandel. Bovenaan staan de namen van de soort groothandel. Bijvoorbeeld ‘horeca’. Deze groothandel levert producten die te maken hebben met de horeca. Begrippen die niet vetgedrukt zijn horen bij een soort groothandel. Bijvoorbeeld: bij de groothandel Horeca horen de producten kaarsen, vlees en pannen.
Doel van de taak Je leert in deze taak: • wat verschillende soorten bedrijven in de groothandel zijn • welke soort producten die bedrijven leveren
1
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 6
Opdracht
>
Hieronder zie je een hele lijst met woorden. Knip alle woorden uit. Leg de vet gedrukte woorden bovenaan. Leg onder de vet gedrukte woorden de begrippen die horen bij het woord dat bovenaan ligt. De gesorteerde rijtjes plak je op een leeg vel. veters
sokken
spijkers
servetten
broek
bitjes
pennen
bierviltjes
boormachine
badpak
overall
schrijfblokken
nietjes
wijn
voetbalshirt
schroeven
borrelnootjes
asbak
plakband
bonbons
printer
Kantoorartikelen
onderbroek
muismatjes
muts
overhemd
vlees
insteekhoezen
computer
placemats
vulling
Nike schoenen
driedelig kostuum
servetten
vork
schriften
Horeca
bh
grondboor
kaarsen
pannen
papier
koksmuts
agenda
kraan
hamer
sjaal
jas
veiligheidsbril
tafellaken
potlood
sleutels
tafellaken
lijm
Technische groothandel
handdoek
hout
bureaustoel
pyjama
werkschoenen
voetbalshirt
limonade
ijs
groente
badkuip
motorolie
kaas
radiator
memoblokjes
ducktape
paperclips
Textiel
Thema Verkopen, Oriëntatie op de groothandel • Taak 6
2