staf
Jacobs
juni 2013
98
Met ezel Frits naar Santiago
Tegen de crisis: heilige jaren!
Rare gasten op de camino
Inhoud
Sint-Olav en Jacobus gebroederlijk onder één dak in Noorwegen
Entrada
4 Kort nieuws, brieven en andere opvallende zaken
Thema ‘Rare gasten’
11 Zwervers, buitenlanders en ander ongemak Bram van der Wees en André Brouwer interesseren zich in snurkers, caminoklevers en andere rare kostgangers van Jacobus. Een reportage. 14 ‘Tout le monde au lit!’ Harry de Bot onderwierp zich aan een gastvrouw met een straf regime. 15 Normale mensen De belevenissen van onze correspondente Sylvie in Antwerpen.
Spiritualiteit
24 Stilstaan bij wat je overkomt Leen Wijker over individuele en collectieve rituelen bij vertrek, onderweg en bij aankomst. 29 23 oktober 2011, Ribadiso da Baixo - O Pedrouzo Hilde Peters zette op 23 oktober 2011 de voetstappen 123.336 tot en met 155.730. Tweede aflevering van de serie 255.088 Voetstappen. 30 Wandelen is geen sport Karin Abdullah Khan-Feenstra las het boek Wandelen van filosoof Frédéric Gros: wandelen als een filosofische daad en een spirituele ervaring. Jacobsstaf 2
Pelgrims Jean en Pierre in Buñuels film La voie lactée
Wandelen & Fietsen
8 Omlopen voor enge bruggetjes Margo Huggers Met een ezel op pad naar Santiago spreekt tot de verbeelding, maar is niet eenvoudig. Minstens net zo koppig zijn als je ezel is een vereiste. 36 In drijfnatte sokken en schoenen Fons Boink liep vrolijk via de Olavsweg naar Jacobus in Trondheim in Noorwegen.
Geschiedenis & Cultuur
16 De zachte, indringende blik van Jacobus Rijk Scheer & Herman Holtmaat Het mooiste jacobalium van de regio Rotterdam is te vinden in de Jacobuskapel van het Albert Schweitzer ziekenhuis in Zwijndrecht. 22 Onze Lieve Vrouw van Keins Freek van der Veen gaat verder met zijn tocht langs heilige plaatsen aan de Nederlandse Jacobswegen. 32 Cinema Camino - La voie lactée Jasper Koedam keek naar deze pelgrimsklassieker uit 1969 van Luis Buñuel. 49 De gehangene en de kreupele Mireille Madou vertelt weer twee mirakelen van Santiago, de apostel.
Foto vooromslag Margo Huggers loopt met ezel Frits naar Santiago. Foto: Gerard ten Brinke
Van de redactie
Verwondering
Ad Hermans trekt bekijks met zijn rolstoel met handbike
Pelgrimeren
17 Dagen van gras, dagen van stro Jasper Koedam zingt zijn favoriete caminolied; een nieuwe rubriek. 18 ‘Op souplesse bergop rijden’ Ad Hermans ging in een rolstoel met handbike naar Santiago. Een interview door Hein Dik. 34 ‘Ik kom beslist in de hemel’ Bram van der Wees sprak met fietsentransporteur Jan Soetens. Hoe is het om dagelijks professioneel met Santiago bezig te zijn? 40 De echte pelgrimsgedachte Gert-Jan en Maria van Geldere-Verstraten wonen aan de Camino Mozárabe. Hoe begin je als Nederlanders een herberg in Spanje? 42 Tegen de crisis: heilige jaren! Ad Gruijters vroeg zich af: heeft de crisis in Spanje vat op de camino? De camino als economisch project. 45 ‘Op de camino vraagt men niet, men vertelt’ Gerard Luiten en Huub de Gier trekken verder door het land en kwamen in Soest. Een interview met oud-secretaris en pelgrim van het eerste uur Frans Brons.
Het Genootschap 7 Onderweg Joost Bol 48 Agenda 54 Compostelaregister
We vertrokken uit Porto, mijn dochter en ik, en we kwamen onderweg niet alleen onszelf en elkaar tegen, maar ook veel andere aardige mensen. En natuurlijk ook een paar mensen over wie je je ‘verwonderd’. Zoals Angelika, een Duitse fotografe, die bij alles wat zij doet hardop in zichzelf praat. Toen zij op een nacht pratend uit haar bed viel, kreeg ze, liggend op de grond, tien minuten lang de slappe lach. Of het Zwitserse koppel in de Ruhestand – hij type leraar Duits, zij vermoedelijk heropgeleid tot schoolbibliothecaresse – dat onderweg met niemand sprak. Toen ik hen groette in Santiago keken ze dwars door mij heen. Hadden ze mijn vooringenomenheid ontdekt? Of was ík voor hen juist die rare snuiter en had ik in drie gemeenschappelijk doorgebrachte nachten – tevreden snurkend – hun hele pelgrimage bedorven? De camino is een mini-samenleving die in veel opzichten op de grotemensenwereld lijkt. Ook hier kom je anderen tegen. Aardige, interessante, lieve en neutrale mensen, maar ook uitgesproken zeurpieten en lieden die jou gewoon irriteren zonder enige andere reden dan dat ze jou irriteren. Ook op de camino heb je maar te leven met je ergernis. In deze Jacobsstaf schenken we aandacht aan de ‘rare gasten’ op de camino: snurkers, zwervers, klevers en – jawel – buitenlanders. Trouwens, ook op hospitaleros is wel eens iets aan te merken: sommige leggen zomaar een verzwaard regime op aan fietsers. Maar onze hospitalera in Antwerpen maakt het allemaal niets uit: zij kent hoe dan ook geen normale mensen. In 2002 arriveerde ik in Santiago met twee Duitse medepelgrims bij de portier van de parkeergarage van hotel Los Reyes Católicos met het ferme voornemen gratis een uitgebreid ontbijtbuffet te veroveren. Wij bleken de nummers elf, twaalf en dertien en werden door hem genadeloos geweigerd. ‘Tien pelgrims, niet meer,’ baste de portier door de garage. Er waren mensen vóór ons die al voor de derde keer een gratis maaltijd kwamen halen! Canadezen, nota bene. Maar zij maakten geen ruimte voor ons gezelschapje. Teleurgesteld vertrokken we. ‘Losers, wel genoeg geld om naar Europa te vliegen, en dan hier de arme sloeber uithangen,’ foeterde ik. ‘Ach,’ zeiden mijn Freunde, ‘Ärgere dich nicht, wundere dich nur’. Na drie maanden pelgrimeren kreeg ik deze universele wijsheid pas aangereikt op de laatste dag van mijn tocht. ‘Verwondering’ zou toch in de bagage van elke pelgrim moeten zitten.
Bram van der Wees, hoofdredacteur
[email protected] Kopij voor Jacobsstaf 99 inleveren vóór 29 juli. 3 Jacobsstaf
Entrada
Een warm welkom in Santiago
Veel pelgrims voelen zich wat verloren als ze in Santiago aankomen. Is dit het nu? Om hier iets aan te doen heeft het genootschap dit jaar een ruimte gehuurd in Santiago. In de Rua San Pedro 29 staan vrijwilligers klaar om de Nederlandse pelgrims welkom te heten. In deze ‘Huiskamer van de Lage Landen’ aan de Camino Francés (800 meter voor de kathedraal) kunnen pelgrims terecht voor een kopje koffie of thee, informatie over Santiago, overnachtingsmogelijkheden en de thuisreis, of gewoon een luisterend oor. Ook voor informatie over een eventuele vervolgtocht naar Fisterra kan men in de Huiskamer terecht. Open: 15 april tot 15 oktober, van 08.30 tot 18.30 uur Adres: Rua San Pedro 29 E-mail:
[email protected] Skype: huiskamervandelagelanden Tel: (+34) 981 040 309
Van hot naar her en weer terug
Een beetje pelgrimstocht begint natuurlijk gewoon thuis. Maar als je weinig tijd of geld hebt, of gewoon geen zin in al die maanden onderweg, dan wil je ergens op de route beginnen in een leuk dorp. Maar hoe kom je daar met openbaar vervoer? Je kunt natuurlijk eindeloos zoeken op de websites van
luchtvaartmaatschappijen, spoorwegen en busondernemingen. Maar hoe weet je welke maatschappijen (een deel van) de reis kunnen verzorgen? Een heel geschikte website hiervoor is www. rome2rio.com. Deze site integreert de gegevens van talloze maatschappijen. Je kunt twee willekeurige plaatsen invullen, waarna de site toont op welke manieren je er kunt komen: vliegtuig, trein, bus, veerpont of auto. Ook worden combinaties van deze vervoerswijzen getoond. De site geeft ook de vervoersmaatschappijen aan en de benodigde tijd en vermoedelijke kosten. Tot slot wordt ook het internetadres gegeven waar vertrektijden te vinden zijn. Probeer het maar eens, van Oldenzaal naar Sarria te gaan.
Pelgrim in hart en nieren Maandag 25 maart overleed Jeroen Gooskens (1941) in zijn woonplaats Molenhoek. Helaas hebben we hiermee afscheid moeten nemen van een van de meest prominente pelgrims. Zijn prachtige boek Ver onderweg (1998) was voor velen een eerste kennismaking met de Camino de Santiago. In 1999 trad Jeroen toe tot de redactie van de Jacobsstaf, waaraan hij tot 2002 verbonden bleef. Gelukkig ging hij daarna niet verloren voor de Jacobsstaf: in 2010 werd Jeroen vaste medewerker voor de boekenrubriek en besprak hij nieuwe en oude pelgrimsboeken uit zijn eigen rijke pelgrimsboekenverzameling. In fraaie zinnen wist hij feilloos tot de kern door te dringen. Zijn stijl was zeer herkenbaar in eigen uitdrukkingen als ‘koning file en vrouw holle’ voor het hedendaagse drukke dagelijkse gedoe. Als pelgrim in hart en nieren was Jeroen te midden van alle lawaai op zoek naar het geheim van de stilte. We herinneren ons Jeroen als geen ander in zijn rake observaties en zelfreflecties: ‘De weg heeft mij van dag tot dag getekend en gaandeweg geslepen van wandelaar tot pelgrim. Ik vrees het eindpunt meer dan dat het wenkt; niets immers is mooier dan onderweg zijn.’ Jasper Koedam
Jacobsstaf 4
The Walking Pilgrim
Ongetwijfeld een van de beste websites voor pelgrims die hun tocht voorbereiden, is The Walking Pilgrim (Pilgrim.peterrobins.co.uk) van de Brit Peter Robins. De site geeft uitvoerige informatie over vrijwel alle bestaande Jacobsroutes in heel Europa, met verwijzingen naar routegidsen en routespecifieke websites. Robins stelt de routes ook beschikbaar in gps en in Google Earth-formaat. Momenteel staan er maar liefst 296 routes genoemd. De website geeft ook uitgebreide informatie over middeleeuwse pelgrimsroutes, het pelgrimeren, Santiago en vele andere interessante onderwerpen. Han Lasance
On the road: expositie in Venlo
Beeldend kunstenaar Gerard Staals fietste in 2010 van Grubbenvorst naar Santiago de Compostela. Over de tocht schreef hij eerst het boek On the road - Een odyssee per fiets naar Santiago de Compostela. Niet veel later begon hij te werken aan een serie schilderijen over de camino. De tien schilderijen hebben historische plaatsen en ervaringen op de Camino Francés als onderwerp. Staals maakt gebruik van diverse materialen en technieken. Zo verwerkt hij dagboekfragmenten uit
zijn boek en foto’s in de schilderijen en voegt hij materialen toe als lood, papier, klei, vezels en steengruis. Deze, en andere schilderijen van Gerard Staals, zijn nog tot en met 30 juni te zien in cultureel podium Domani in Venlo. De expositie is te bezichtigen op woensdag, donderdag en vrijdag en op een aantal zaterdagen en zondagen. Voor meer informatie en precieze openingstijden, kijk op Domani -venlo.nl of Gerardstaalsart.nl.
Bagage? Me rug af!
De belangrijkste vraag voor het begin van de tocht naar Santiago is voor velen nog steeds: wat laat ik thuis? Het is immers geen pretje om een rugzak met 18 kilo te dragen. Maar ook als het lukt om het gewicht terug te brengen tot 13 kilo, of zelfs onder 10 kilo, dan blijft het dragen voor mensen met rugklachten een bezoeking. Wout van Hamersveld ging op zoek naar een oplossing en kreeg de ingeving de rugzak op een karretje te plaatsen. Het vernieuwende zit hem in het aantal wielen: niet vier, niet twee, maar één wiel is voldoende om het karretje met rugzak comfortabel achter je aan te trekken. Op inventieve wijze is het karretje aan de wandelaar bevestigd waardoor het ook bij het nemen van hindernissen als boomstammen, diepe plassen en stenige bergpaadjes recht overeind blijft. Op zijn website Woutdoor.nl is goed te zien hoe het werkt en wat het kost.
Op verhaal komen
Op verzoek van de werkgroep Roncesvalles van het genootschap heeft Leo Baeten een film gemaakt over het hospitaleren in Roncesvalles. In het verleden maakte hij meerdere films over de pelgrimage naar Santiago. Zijn film In de palm van haar hand werd onder andere vertoond tijdens de voorjaarsvergadering van het genootschap in Delft. In de 24 minuten durende documentaire Op verhaal komen wordt een dag in de albergue Aterpea in Roncesvalles gefilmd. Ook besteedt Leo Baeten in de film aandacht aan de sporen die de pelgrimage naar Santiago in Roncesvalles heeft achtergelaten. Geïnteresseerden kunnen een dvd van de film bestellen door een mail te sturen naar Baeten.leo@ planet.nl. De kosten van de dvd (inclusief de bonusfilm Hospitaleren) bedragen € 12.50. 5 Jacobsstaf
Entrada
Filmschatkamer
Nog meer film: sinds september 2012 is het blog Archivo de Cinematografía Jacobea (Cinejacobeo.blogspot.com.es) online. Een initiatief van Fernando Lalanda, die in korte tijd een index met een schatkamer aan filmmateriaal over de camino en Santiago heeft aangelegd. De index bevat ruim zeventig titels van documentaires, speelfilms en reportages uit Spaanse televisie- en bioscoopjournaals, van 1910 tot 2012. Maar het is niet alleen een database; veel van het materiaal is ook online te bekijken, bijvoorbeeld een reportage over de viering van het heilig jaar 1915 in Santiago. Zeer de moeite waard is de vijftien afleveringen tellende serie Nuestros caminos a Santiago, over alle Spaanse camino’s die naar Santiago leiden. Verder is ook de National Geographic-serie En camino de Santiago uit 2008 via het blog terug te zien.
Planten en kruiden langs de camino: lievevrouwebedstro Een mooie overblijvende voorjaarsbloeier die zich langs de Camino Francés heeft verspreid is het lievevrouwebedstro (Galium odoratum). Dit tere kruid vermeerdert zich met wortelstokjes en komt in grote hoeveelheden voor als een soort van klein tapijtje langs vochtige en schaduwrijke wegen. Het kruid bloeit omstreeks april, mei. Frappant is dat de witte bloemetjes langs de camino zeker drie keer zo groot zijn als de Nederlandse soort. De droge plant inclusief de bloemetjes wordt van oudsher gebruikt om babymatrasjes mee te vullen. Het kindje Jezus schijnt als baby al geslapen te hebben op lievevrouwebedstromatrasjes. Er is ook een tijd geweest dat het werd opgedragen aan de godin van de vruchtbaarheid, Freya. In de middeleeuwen werd het kruid gebruikt om de pest af te weren of opgehangen boven het bed van een zieke of een babywiegje. Bekend is dat herders, door de plant als zeef te gebruiken, de melk stremden. De melk kreeg dan een zeer aangename geur. In Duitsland is de overheerlijke Maitrank bekend die gemaakt wordt van onder andere witte wijn en lievevrouwebedstro. Voor de pijprokers onder ons is er ook een recept bekend op basis van lievevrouwebedstro. Simone Huijts
Gelukkig ging het regenen! Wat te doen bij regen? Nou, dan trek je natuurlijk je regenjas je aan. Maar wat als het de hele dag giet van de regen? Dan wordt je toch nat, héél nat. Dat overkwam mij toen ik de Via de la Plata liep en drijfnat tot op mijn huid bij Casa Anita aankwamen in Santa Croya de Tera. Een groot vuur, een warme douche en heerlijk warm eten hielpen me om de ellende te vergeten en de volgende dag weer welgemoed verder te gaan. Maar de regen was nog niet klaar met mij en ik moest een list verzinnen. Mijn regenkleding was duidelijk niet goed genoeg. Een Bever of Zwerfkei was in geen velden of wegen te vinden. Ik sliep die nacht alleen in een kleine refugio. Alle ruimte dus voor mijn eigen regenkledingatelier. Ik had sporttape in mijn rugzak als EHBO-artikel bij verstuikte enkels, maar ook heel goed bruikbaar om vuilniszakken aan elkaar te plakken. Een uurtje later had ik een prachtig ‘regenpak’ geknutseld, met als finishing touch de opengeknipte zak voor op mijn hoofd. Met mijn zonnehoedje er bovenop bleef die mooi op zijn plaats, en de regen liep nu niet meer via mijn hals naar binnen. Alles heel charmant. De volgende dagen was het droog, maar gelukkig ging het later toch nog regenen. En? Het regenpak voldeed heel goed. Helmi van Ginneken Jacobsstaf 6
Pelgrimeren in Europa
Het duurt nog even, maar op zaterdag 2 november organiseert de regio ZuidwestNederland van het genootschap de najaarsbijeenkomst. Plaats van handeling is de fraaie Zeeuwse hoofdstad Middelburg. Het thema van de dag is Pelgrimeren in Europa. We lichten alvast een tipje van de sluier op: alternatieve pelgrimsroutes, pelgrimeren in Duitsland, pelgrimeren op de fiets door Europa, een verhaal met zang door zangeres Simone Awhina en een pelgrimsreis door Europa met geheime tekens. Verder is er natuurlijk de informatiemarkt en zijn er verschillende workshops. Voor de bezoekers die van ver komen wordt een arrangement aangeboden met een of twee overnachtingen en een pelgrimsmaaltijd. Meer informatie volgt in Jacobsstaf 99. Lies Wondergem
Botafumeiro op vrijdag
Het is in de kathedraal in Santiago altijd maar afwachten of het grote wierookvat, de Botafumeiro, aan het einde van de pelgrimsmis heen en weer geslingerd wordt. Alleen op feestdagen, bij speciale gelegenheden en op verzoek na betaling van enkele honderden euro’s is het zeker dat de acht kerkdienaren aantreden om het vat heen en weer te slingeren. Het goede nieuws is nu dat onlangs is bekendgemaakt dat de Botafumeiro iedere vrijdagavond in 2013 tijdens de mis van 19:30 uur te bewonderen zal zijn. Dit zijn de Kamer van Koophandel, de vereniging van herbergiers, de gemeenteraad en de kathedraal overeengekomen.
Het genootschap
Joost Bol
Onderweg Was u net zo aangenaam verrast als ik, toen de vorige Jacobsstaf met de post arriveerde? Als bestuur hadden wij al eerder kennis kunnen nemen met de nieuwe opzet en het nieuwe formaat, maar de eerste echte nieuwe Jacobsstaf overtrof de verwachtingen. Zoals velen onder u, hebben ook wij de redactie hiermee gecomplimenteerd. Ik schrijf deze column op de eerste warme dag van dit jaar en denk terug aan onze ledendag op 16 maart in Delft, toen ondanks regen en koude wind ruim zeshonderd leden bijeen kwamen in de sfeervolle Maria van Jessekerk. De regio Den Haag had een prima programma in elkaar gezet en de sfeer was geanimeerd. Hoogtepunt was het symbolische vertrek naar Santiago van de vele pelgrims, onder het gezang van ons koor El Orfeón Jacobeo. Zet maar alvast de datum van 2 november in de agenda, want dan is de volgende ledendag. Deze keer in het mooie Middelburg. Ondertussen zijn onze hospitalero’s weer aan de slag gegaan in Roncesvalles, Augy-sur-Aubois, Scheidegg en vele andere herbergen. En in Santiago is onze Huiskamer van de Lage Landen geopend, waar ook gastvrouwen en -heren actief zijn. Dankbaar voor de ervaringen tijdens hun eigen pelgrimages, zijn zij op hun beurt dienstbaar voor hen die op hun eigen camino onderweg zijn.
acties om meer jongeren voor de camino te enthousiasmeren Is het u onderweg ook opgevallen dat u relatief weinig Nederlandse jongeren langs de camino ontmoet? Wij hebben studenten van de Fontys Hogeschool in Tilburg gevraagd om na te denken over acties om meer jongeren voor de camino te enthousiasmeren. Zij hebben een tiental scenario’s uitgewerkt, die soms een verrassend beeld werpen op de belevingswereld van de jongeren. We denken dat er voldoende aanknopingspunten zijn om dit met een afstudeeropdracht binnen ons genootschap verder gestalte te geven. Ondertussen zullen naar verwachting ook dit jaar zo’n drieduizend Nederlandse pelgrims in Santiago arriveren. Bent u er een van? In dat geval wens ik u een goede tocht. En vergeet niet even binnen te lopen bij onze Huiskamer. Ik hoor te zijner tijd graag hoe u het welkom daar heeft beleefd. Buen camino. Joost Bol, voorzitter. 7 Jacobsstaf
Wandelen
Margo Huggers
Omlopen voor enge bruggetjes Pelgrimeren met ... een ezel
P
Pelgrimeren met een rij- of lastdier: in vroePelgri Pelg Pelgr Pel waarschijnlijk zeer gangbaar, gger tijden ge t maar nu een zeldzaamheid door het gemak van wandelschoenen, rugzakken, fietsen en wheelies. Margo Huggers, zelf gezegend met de nodige koppigheid, kreeg het idee met een ezel op pad te gaan. Hieronder haar verhaal.
hele dag buiten zijn, maar een enorme rugzak dragen is te zwaar voor me en dan geniet ik niet onderweg. Met een ezel erbij ben ik helemaal in mijn element. Het is een gezellig dier, je maakt snel contact met mensen, ook met andere dieren, en ik vind het leuk om voor de ezel te zorgen.
Najaar 2009 dacht ik: ik koop een ezel en dan vertrek ik in het voorjaar naar Santiago de Compostela. Maar zo snel bleek dat niet te gaan. Het idee om met een ezel op pelgrimage te gaan ontstond na een wandeltrektocht met een groep mensen en een paar muilezels in Marokko. Ik vond de samenwerking tussen mens en dier prachtig. Vooral de eenvoud ervan en het gemak dat je bagage gedragen wordt. De wens om op pelgrimstocht te gaan had ik al heel lang. Ik houd van kamperen en van de
Pionieren Ik huurde eerst twee keer een ezel en ging daarmee enkele dagen flinke afstanden lopen en kamperen. Ik vond het heel leuk, maar die huurezel niet. Die was gewend vaste rondjes te lopen rond zijn stal en wilde maar moeizaam wat verder van huis. Het idee van een huurezel zette ik uit mijn hoofd; er was ook nergens een ezel te huur voor langere tijd. Maar ik ben een doorzetter en door zelf nog koppiger te zijn dan een ezel, redde ik het toch. Ik kocht Frits, een flinke, grote ezel, sterk en nieuwsgierig, en al vanaf het begin een goede loper. Ik woon zelf in de stad en regelde onderdak voor Frits bij een zorgboerderij in de buurt, bij een groepje andere ezels. Mijn pelgrimstocht moest ik echter uitstellen. Frits werd ziek en moest een tijdje logeren bij een opvang voor zieke en bejaarde
Frits was al vanaf het begin een goede loper Jacobsstaf 8
Woeste ezel Frits en ik liepen door een heel stil en rustig Belgisch gehucht. In een wei stonden een paard, een muilezel en een klein ezeltje. Toen hij Frits zag lopen op het pad langs zijn weiland, werd hij helemaal wild: hij bleek niet gecastreerd. Hij dook onder twee rijen prikkeldraad door om bovenop Frits te springen. Die moest niets van die gast hebben en trapte hem heel hard weg. Het pakzadel met daarop alle netjes geordende bagage schoof weg en alles kwam op de grond terecht. Al snel kwamen de bewoners kijken wat er aan de hand was. Met vier sterke mensen moest de woeste ezel worden afgevoerd. Ik had tijd nodig om de ravage op te ruimen en de bagage opnieuw op te zadelen. Het leverde me wel een heerlijk lunch op bij die mensen en een gezellig gesprek over ezels. Ontmoetingen tussen ezels gaan niet altijd zo woest. Ze kunnen ook heel gezellig samen buurten en van Frits moet ik daar echt de tijd voor nemen.
ezels. Ik werkte een dag in de week mee bij de opvang en door de ziekte van Frits heb ik veel geleerd. Die kennis over de verzorging, wat ezels zoal kunnen mankeren en het gedrag van de ezel, bleek essentieel op mijn pelgrimstocht. Toen Frits weer beter was vond ik nieuw onderdak bij een ezelliefhebber die nog negen andere ezels had. Daar ging het heel goed, en vanaf dat moment ging de wandeltraining snel vooruit. Het was pionieren; ik kende niemand die ook zulke lange einden liep met een ezel. Ik moest Frits heel veel leren: niet eten tijdens
Frits staat in de startblokken 9 Jacobsstaf
het lopen, rustig blijven in alle omstandigheden, lopen over bruggen en spoorrails en door stoplichten en tunnels, doorlopen na ontmoetingen met soortgenoten, paarden en pony’s. Nadat ik in de zomer van 2011 samen met Frits het hele Drenthepad had gelopen, wist ik dat we klaar waren voor de grote tocht. Op 1 mei 2012 vertrokken we vanuit Ommen. Ezels die naar het buitenland gaan moeten officieel een gezondheidsverklaring hebben van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Voordat je een grens passeert moet het dier gekeurd worden. Dat vond ik een heel gedoe en het kost veel geld. Ik koos ervoor om zonder papieren te gaan. Op de landweggetjes stonden geen controleurs. Op de terugweg met de ezel in de trailer konden we ook zo doorrijden.
Op blote hoeven Frits en ik hebben het geweldig gehad onderweg. We zijn in gewicht aangekomen. Frits van het eten uit de berm, ik van al het lekkers dat gastvrije mensen me toestopten. Vooral de hartelijkheid en de hulp van de mensen onderweg was een groot cadeau. We moesten van alles oplossen onderweg: planken regelen om over een veerooster te komen, omlopen omdat Frits niet door een stromende beek wilde of over enge bruggetjes, hekjes open prutsen en weer sluiten. Ik was druk met het repareren van kapotte dingen aan de bepakking. De band die ik met Frits heb gekregen is enorm en daarin schuilt het geheim van het succes. Hij liep hele stukken los achter me aan. Als ik op een camping ging douchen hoorde ik Frits balken, hij wilde geen moment alleen zijn. Hij is meerdere keren uitgebroken om me te zoeken als ik even weg was. Frits liep op blote hoeven, door het vele trainen vooraf waren ze keihard. De dagafstand was ongeveer 15 kilometer. Ik moest tijd en energie over houden om de tent op te zetten, te koken en voor de ezel te zorgen. Frits had veel tijd nodig om te grazen; hij droeg geen extra voer. We hebben 1500 kilometer gelopen in vier maanden. Ik stelde geheel mijn eigen route samen, omdat ik met Frits niet door grote steden wilde lopen. Globaal was dit onze route: Pieterpad, GR5 tot Stavelot, GR14 tot Barle-Duc, langs het Marnekanaal tot Langres,
Wandelen
Frits wisselt de laatste caminoroddels uit
Hartstochtelijke ezel Door erg veel regen, in de Ardennen natuurlijk, waren Frits en ik kletsnat. Frits liet merken dat hij geen zin meer had, door tergend langzaam te lopen. Bij het begin van een dorp was het duidelijk dat we op zoek moesten naar onderdak. Ik zag vrij snel een luxe chambre d’hôte. Ik belde aan met de bedoeling te vragen of zij iets wisten, niet met de gedachte dat het een geschikte overnachtingsplek zou zijn. Voor mij wel, maar waar moest ik Frits dan laten? Een vriendelijke man deed open. Ik stelde mijn vraag en tot mijn verbazing vertelde hij dat ze drie weken geleden een ezel hadden gekocht, dus ik kon zeker bij hen terecht en Frits kon het jonge ezeltje gezelschap houden. Ik bleef twee nachten, ik had een heerlijk bed, een kamer met verwarming en een bad, en ik voelde ineens dat ik hier echt aan toe was. Frits en het jonge ezeltje Belleflus waren dikke maatjes. Toen Frits en ik vertrokken heeft Belleflus voor het allereerst hartstochtelijk gebalkt.
GR7 tot Cluny en dan het officiële Jacobspad tot Marols vlak voor Le Puy-en-Velay. In Nederland waren nog veel campings bij de boer, in België en Frankrijk hebben we voornamelijk in weitjes gekampeerd in de dorpen waar we doorheen liepen. Het was een kwestie van vragen om een plekje, ik spreek gelukkig goed Frans, en dan gingen ze voor ons zoeken. Natuurlijk gaan we nog verder, misschien in 2014, anders later. Dan laat ik ons weer wegbrengen naar Marols. Het is gelukkig nog 1750 kilometer genieten naar Santiago. 7 september organiseert de regio Oost-Nederland een nazomerwandeling vanuit Ommen met de ezels Frits, Hendrik, Lies en Frank. Kijk in de Agenda (p. 48) voor meer informatie.
Pelgrimeren doe je zo! De meeste pelgrims gaan gewoon te voet of te fiets. Maar sommigen gaan met … een ezel, een trike, een karretje, een accordeon, een vader. Ging u ook op een bijzondere wijze of met een aparte reisgenoot? Dan is de redactie benieuwd naar uw verhaal. Schrijf in maximaal 1000 woorden hoe en waarom u zo ging. Stuur uw bijdrage aan
[email protected]. Jacobsstaf 10
Rare gasten
I
Bram van der Wees
Zwervers, buitenlanders en ander ongemak
In n Jacobsstaf 96 schreef Tom Peters over zijn ontmoeting met een ‘rare gast’ op de camino: on n ‘Laat in de middag kwam er een grote man van rond de veertig binnen (…) Hij ging liggen op het matras zonder de moeite te nemen wat uit te trekken of het bed op te maken. Hij viel snel in slaap en begon luidruchtig te snurken (…) Midden in de nacht stond hij op, deed zijn zaklamp aan en begon uitgebreid in zijn spullen te rommelen (...) Kortom weinig mensen hadden een goede nacht.’ We vroegen de lezers naar ervaringen met storende medepelgrims. Op nummer 1 in de top 10 van ergernissen staat wel het snurken. ‘Nadat een zuster de slaapzalen was doorgelopen om ons de zegen voor de nacht te geven en het licht uitging, was het nachtelijk snurkgeruis vanuit met name het Franse hoekje al snel te horen’, schrijft Peter Lohman. ‘Twee minuten later viel de buurman luid snurkend in slaap. De ergernis was voor mij zo groot dat ik de rest van de nacht nauwelijks meer heb geslapen. Toen ik in de vroege morgen de slaapzaal in alle stilte verliet heb ik de buurman er niet meer over gesproken en mijn slapeloze nacht geïncasseerd, wetende dat er weer een fantastische wandeldag in het vooruitzicht lag.’ In je omgang met snurkers ‘kom je jezelf tegen’, blijkt ook uit de ervaring van Bert Kruijff: ‘In de Jesús y Maria in Pamplona sliep ik vlak bij een pathologische snurker. Daar heb ik geleerd dat als je je richt op on-
gewenst gedrag, je dit extra intens ervaart. Waarom stoort het mij? Wat gebeurt er met mijn energie als ik probeer dit gedrag te veranderen? Kan ik dit überhaupt veranderen?’ Belangrijkste tip oordopjes meenemen. Het snurken van anderen ligt immers buiten je cirkel van invloed.
‘Wandelmaatjes’ Lastig is het ook als andere pelgrims zich ongevraagd opdringen als wandelmaatje, laat Joop van Hecke weten. ‘Op een dag ontmoet ik een Oostenrijker met wie het redelijk lijkt te klikken, maar na drie dagen merk ik dat wij mijlenver van elkaar staan. Hij houdt van drinken, naar mijn oordeel te veel, en dat dringt hij mij op. Wat te doen?’ Ontwijken, bespreken, ruzie maken? De ander veroordelen en beschadigen is gemakkelijk, maar je moet wel beseffen dat je elkaar weer kunt tegenkomen. ‘Ik ben mijn reis gaan versnellen, zodat ik een dag voor kwam te liggen; opgelost! In Santiago ontmoette ik hem weer en hebben wij op gepaste wijze afscheid genomen.’
Willen dat een ander zich aan mij aanpast, leidt tot enorme energielekkage 11 Jacobsstaf
Rare gasten Zwervers Ook valse pelgrims vormen een probleem. Mijn eigen ervaring is van najaar 2002. Een tiental pelgrims bevolkt de refugio in Portomarín. Om half tien gaat het licht uit en wordt het stil. Een half uur later gaat zachtjes de deur open. Een man beweegt zich stilletjes door de ruimte. Is hij op zoek naar een slaapplaats? Waarom neemt hij dan niet het eerste vrije bed, er is plaats genoeg. De Brit naast me is ook nog wakker. Samen met een Spanjaard besluiten we dat er iets niet pluis is. We klimmen uit bed, spreken de indringer aan en zetten de discussie voort in het portaal van de herberg. De man heeft geen pelgrimspaspoort en verspreidt een flinke alcoholwalm. Zijn er in dit soort dorpen zwervers? Mogen wij pelgrims zo iemand buiten zetten? Moeten wij de ons geboden gastvrijheid niet met gastvrijheid belonen? Maar onze argwaan blijft. Als blijkt dat we de man niet in een aparte ruimte kunnen laten slapen, wijzen we hem de deur. Voor onderdak zonder credencial moet hij zich maar bij de politie melden. ‘s Morgens komt iemand van de Policia Local langs, met de mededeling dat het goed is dat we deze man hebben buitengehouden. ‘Solo peregrinos’. Buitenlanders En natuurlijk zijn voor iedereen buitenlanders het meest storend. Arno Cuppen attendeerde ons op het maartnummer 2013 van de Franse digitale nieuwsbrief Bulletin Camino, waarin ene Jean zijn beklag doet over andere pelgrims. Hij schrijft: ‘In oktober 2012 heb ik voor de tweede keer de camino voltooid. Ik heb er dezelfde teleurstellingen ervaren als de eerste keer, en helaas zijn sommige groter geworden.’ De schrijver meent dat het een commercieel wandelevenement is geworden en beklaagt zich over iedereen die niet aan (zijn persoonlijke) caminonormen voldoet. Hij houdt namelijk niet van: ‘mensen die al om 05:30 uur opstaan, veel herrie maken met hun plastic zakken en vroeg vertrekken (...), Nederlanders en Duitsers die al om 10:00 uur bij de volgende herberg staan te wachten, terwijl ze toch echt het geld moeten hebben voor een overnachting in een privéherberg (…), stomme graffiti op de borden en wegwijzers van de Camino (...), jongeren die in groe-
‘Stomme graffiti op de borden en wegwijzers van de Camino’. Foto: Jasper Koedam
‘Wij willen slapen!’ Het is vredig in het klooster. De kookmonnik heeft lekker voor ons gekookt; de wijnmonnik deed er een mooie fles bij die we ons goed lieten smaken. We zitten nog even na. Een van de vijf Fransen tovert een flesje cognac uit zijn rugzak en biedt mij en de Zwitser ook een slok aan. Meer pelgrims zijn er niet. Juist als de Fransen zich richting stapelbed begeven, zwaait de deur open. Een man komt letterlijk binnenvallen. ‘Buen camino!’, roept hij nog terwijl hij met rugzak en al tegen de muur valt. Een vermoeide pelgrim, denk ik eerst nog in mijn onnozelheid. Er verschijnt nog een tweede reiziger, maar dan zonder bagage. De maaltijd die de gastenpater nog voor hen neerzet wordt nauwelijks aangeraakt. De fles wijn daarentegen wordt snel soldaat gemaakt. De Fransen bekijken het tafereel met afkeer en gaan naar bed. De Zwitser en ik zoeken ook ons stapelbed maar op. Een van de Fransen doet het licht uit alsof er geen gasten meer verwacht worden. Een half uur later vallen de zwervers de slaapzaal binnen en zoeken op de tast een bed. ‘Occupado’, mompel ik wanneer een hand door mijn haar gaat. Na tien minuten stommelen hebben ze een bed gevonden. Op luide toon nemen ze de plannen voor de dag van morgen door. Vooral de vraag waar ze zonder geld kunnen slapen, houdt hen bezig. Diverse pelgrims zuchten nadrukkelijk. ‘We willen slapen!’, roept een van de Fransen. De sfeer wordt grimmig. De Zwitser onder me verlaat zijn bed en gaat met slaapzak en al naar buiten. Ik volg zijn voorbeeld. Op de harde stenen ondergrond onder het timpaan breng ik een doorwaakte nacht door. Om zes uur rekt de Zwitser zich bij het ochtendgloren eens behaaglijk uit. ‘Heb je lekker geslapen?’, informeert hij belangstellend. ‘Nee natuurlijk niet,’ antwoord ik, ‘door die gasten moest ik buiten slapen.’ De Zwitser kijkt me bedachtzaam aan: ‘Zich ergeren is de domheid van anderen te veel betekenis geven.’ Voor de deur van het gastenverblijf staan de twee zwervers met een peuk in hun mond. Ik geef hun een vuurtje. André Brouwer
Jacobsstaf 12
pen onderweg zijn met radio’s die je op 100 meter afstand kunt horen (...), Nederlandse vrouwen die 10 kilometer lang aan een stuk lopen te praten (…), Duitsers en Nederlanders die zich bij een herberg uit de voeten maken zonder iets in de kas te doen.’ De schrijver laat zich echter ook kennen: ‘Ik hield er niet van om de ene dag € 1,20 te betalen voor mijn biertje en de volgende dag € 1,80.’
Wijsheid Gelukkig zien onze Nederlandse briefschrijvers wél de andere kant van het verhaal. ‘Natuurlijk ergert iedereen zich wel eens aan een ander. Maar als je niet vergeet dat anderen zich ook wel eens aan jou kunnen ergeren,’ verhaalt Joop van Hecke, ‘dan wordt het gemakkelijker om op pad te gaan. Laat je korte lontje maar thuis.’ Ook Peter Lohman adviseert de overlast gewoon te aanvaarden. ‘Een tocht als deze kun je lopen met in je achterhoofd de drie H’s. Hebzucht: deze H voel je in je rugzak. Haast: deze H voel je in je spieren. Hoogmoed: deze H voel je in je hoofd: denk niet dat je het allemaal wel alleen kunt. Kortom, betracht
nederigheid en soberheid om zo de tocht tot een goed einde brengen.’ Annemiek de Jongh voert Bhagwan op: ‘Laat je scherpste steen een parel worden.’ Ze legt uit, ‘dat juist dat wat je het meest ergert of pijn doet, je de kans geeft om te veranderen. De gewraakte situatie hoef je niet te wijzigen, maar als jij leert ermee om te gaan maakt dat jou sterker. Dus wat mij betreft: laat ze maar lekker snurken, vervelend zijn of anderszins afwijkend gedrag vertonen. Iedereen is goed zoals hij is. De camino kan op velerlei manieren tot lering strekken.’ En Bert Kruijff voegt hier aan toe: ‘Ieder is wie hij is. Willen dat een ander zich aan mij aanpast, leidt tot enorme energielekkage. Respect leidt tot tolerantie, een bron van energie aan beide kanten. Wat je geeft, dat krijg je.’
Oordopjes, een onmisbaar attribuut voor de pelgrim
‘Pelgrims die al om 10:00 uur bij de volgende herberg wachten’. Foto: Tieleke Huijbers
13 Jacobsstaf
Harry de Bot
Rare gasten
‘ Tout le monde au lit!’
A
Als we A w het hebben over ‘rare gasten’ op de camino, dan gaat meestal over pelgrims. Harry de Bot ontdekt dat ook het m er vreemd gedrag op na kunnen houden. aaccommodatieaanbieders acco co o In Saint-Jean-Pied-de-Port overnacht hij in een huis waar een straf regime heerst.
Het pelgrimsbureau in Saint-Jean-Pied-de-Port. Foto: Arno Cuppen
Na drie weken fietsen kom ik in Saint-Jean-Pied-de-Port aan, waar ik een gastvrij onthaal vind in de befaamde pelgrimsherberg L’Esprit du Chemin van Huberta en Arno. Daar mag ik mijn bagage achterlaten, want ik moet mijn camino een weekje onderbreken vanwege werk thuis. Mijn fiets logeert in een stenen huisje bij de albergue iets verderop. Zes dagen later meld ik me opnieuw bij L’Esprit du Chemin om mijn tassen op te pikken. Even later ga ik me inschrijven bij het pelgrimsbureau en meld ik me ook nog in de herberg waar mijn fiets staat. Na al die gastvrijheid is de hostal die me wordt toegewezen – links naast het pelgrimsbureau, precies tegenover L’Esprit du Chemin – een stuk minder. Vermoedelijk weet ik daarom de naam niet meer. Een nogal bazig type vindt al die adressen waar ik mijn spullen vandaan moet halen ‘très compliqué’ en gunt me nauwelijks tijd om mijn bagage te ordenen. Na het douchen is het al bijna bekeken, want om 22:00 uur moet het licht uit, zegt ze beslist. ‘Het is hier geen vakantiehuis.’ Om 22:15 uur keer ik van de badkamer terug naar mijn kamer. De sfeer is ernaar dat ik door de gang sluip, maar ik word ontdekt. En dan is mevrouw bepaald niet aardig. Ze beveelt me zo ongeveer om naar bed te gaan: ‘Tout le monde au lit. Tous. J’éteins la lumière maintenant!’ Ik voel me een halve eeuw terug, als een jongen op een jeugdkamp! Later heb ik er om gelachen, toen was ik verbolgen. De volgende ochtend gaat het gemopper gewoon door als ik tien minuten te laat aan het ontbijt verschijn. Al mijn spullen staan nog boven en twintig minuten later moet ik toch echt weg zijn, want dan komen andere gasten naar beneden voor het ontbijt. Dat laatste snap ik, maar zo snel de deur uit zijn lukt me niet. Ik ga in discussie, maar mevrouw heeft geen enkele boodschap aan mijn afwijkende reisongemakken. Mijn Amerikaanse en Duitse tafelgenoot hebben geen idee waar het over gaat, maar voelen de gespannen sfeer aan. Ik heb geen tijd om het uit te leggen. Ik breng mijn bagage naar beneden, zet alles in de gang, en haal mijn fiets op. Een banaan etend wandel ik terug naar de boze tante en laad mijn spullen op de fiets. De maat is vol voor mevrouw als ze de bananenschil van haar stoep vist die ik daar even heb neergelegd om de handen vrij te hebben. ‘Là-bas est la poubelle’, en ze wijst woedend naar de afvalbak vijftien meter verderop in de straat. Even later smijt ze de luiken open van het raam naast haar voordeur, waarbij ze mij en het hoge stuur van mijn bepakte fiets op een haar na mist. Toeval? Niet volgens Arno en Huberta, die hartelijk moeten lachen als ik mijn ervaringen vertel. Zij kennen hun overbuurvrouw goed. ‘Deze mevrouw is helaas niet zo geschikt voor haar werk, maar wat doe je eraan.’ Jacobsstaf 14
Sylvies column
Rare gasten
Normale mensen Vreemde Vre Vr V eem gasten: dat was het thema dat ik van de redactie voor deze ee kkeer ke eeerr h had opgekregen. Beter had ze me kunnen vragen of ik iets over n no orm mensen wilde schrijven, want ik ontvang nochtans bijna normale niets dan vreemde gasten. Mijn refugio mag dan gevestigd zijn in de geboortestad van Mercator, het lijkt wel of iedereen die hier komt de weg kwijt is. En pelgrims die niets kwijt zijn, zoeken toch iets. Ik denk wel eens, wat zou dat toch zijn dat men mist en op de weg naar Santiago denkt te kunnen vinden? Vreemde gasten hier genoeg. Heel vroeger, toen ik nog een jong maske was, zat er een keer een poster bij d’n Humo: ‘Ooit een normaal mens ontmoet? En beviel het?’ Als ik die nog had zou ik die zo boven de toog ophangen. Wat ik hier al niet gehad heb. De madame die dol was op gynaecologische onderzoeken. De onderwijzer die met rugzak en al de Schelde inliep omdat hij, zoals hij later tegen de Rijkswacht verklaarde, het beu was om kennis aan kinderen over te brengen die ze alleen maar tot verder onheil van de wereld zouden aanwenden. Als de beenhouwer niet bijtijds zijn riemen had doorgesneden zou hij zeker verdronken zou zijn. De gepensioneerde verzekeringsman die tegen zijn vrouw zei dat hij voortaan met een dertig jaar jongere vriend ging samenwonen, maar ontkende homo te zijn. Dat laatste geloof ik, want dat mocht ik aan den lijve ondervinden, maar allez, daar gaat het nu niet over.
Ooit een normaal mens ontmoet? En beviel het?
Verleden jaar kwam er een Hollandse psychiater aangestapt. En nog een echte ook, ge kent dat wel, met een baard en een bril en na het eten stopte hij gezellig een pijp. Als ik hem nu nog verder zou beschrijven mocht ge nog denken dat ik een karikatuur aan het schetsen was. Enfin, hij was een gezellige prater en ik dronk na het eten een wijntje mee. Pelgrims staan graag vroeg op, dus ik ging bijtijds naar bed. Ik heb geen goesting om ’s anderendaags met een slaperige kop eieren voor het ontbijt te bakken. Blijkt hij even later blindelings de weg naar mijn slaapkamer te vinden en vraagt hij zonder omwegen of hij erbij mag komen liggen. ‘Vind ge dat normaal?’, vraag ik. Hij staart een tijdje naar mijn linnenkast alsof daar ieder moment nóg een man in adamskostuum uit kan stappen en zegt dan peinzend: ‘Normaal, dat is voor ieder mens anders.’ Pelgrims: het blijven vreemde gasten die ge hoogstens een beetje beter hebt leren kennen als ge ze de andere dag weer uitzwaait. Amitiés, uw Sylvie Sylvie, eigenaresse van een refugio onder de rook van Antwerpen, schrijft elke Jacobsstaf een korte column over haar belevenissen. 15 Jacobsstaf
Rijk Scheer en Herman Holtmaat
Jacobalia
Jacobus in glas-inlood, Jacobuskapel, Albert Schweitzer ziekenhuis Zwijndrecht. Foto: Cor van Vliet
De zachte, indringende blik van Jacobus
J
Jacobalia: Ja Jac c sporen die in het verleden of heden de e in relatie staat met Sint-Jacobus en de bedevaart naar Santiago. In deze rubriek, b be verzorgd door de werkgroep Geschiedenis ve en Cultuur, staat telkens een Jacobalium uit een regio centraal. In deze aflevering bezoekt Rijk Scheer de Jacobuskapel in het Albert Schweitzer ziekenhuis in Zwijndrecht.
De Werkgroep Geschiedenis en Cultuur nodigt alle regio’s uit hun meest aansprekende jacobalium te kiezen en dit aan de werkgroep te melden (
[email protected]). In de volgende edities van de Jacobsstaf zal steeds de keuze van een regio worden besproken.
Mieke Ligthart, coördinator van de regio Rotterdam, is er heel duidelijk over: de Jacobuskapel met het Jacobsraam in het Abert Schweitzer ziekenhuis in Zwijndrecht is het meest aansprekende jacobalium in deze regio. Jacobsgasthuizen roepen associaties op met voorbije tijden. We weten van hun bestaan in de middeleeuwen, bijvoorbeeld in Utrecht en Haarlem. Maar oude tijden herleven soms. Het Albert Schweitzer ziekenhuis, het vroegere Jacobus ziekenhuis, beschikt met de Jacobuskapel over een heus Jacobusgasthuis. Pelgrims kunnen er gratis in een gastenkamer overnachten, met ontbijt in het personeelsrestaurant. De oorspronkelijke functie van het ziekenhuis, een gasthuis zijn, wordt zo op moderne wijze in ere gehouden. Sinds 1348 was er in Dordrecht een Sint-Jacobsgasthuis. In de woelige jaren ten tijde van de Reformatie is dit waarschijnlijk verloren gegaan. Met het herstel van de bisJacobsstaf 16
schoppelijke hiërarchie in Nederland (1853) kwam ook de herinnering aan Jacobus weer tot leven. In 1876 leidde dit onder meer tot de oprichting van het Jacobushuis voor opvang van weeskinderen en behoeftige lieden. In de negentiende eeuw is het huis opgegaan in wat nu het Albert Schweitzer ziekenhuis is. De Jacobuskapel bezit een vijftal prachtige glas-in-loodramen. Ze maakten oorspronkelijk deel uit van de oudbouw van het ziekenhuis in Dordrecht. Na restauratie zijn ze geplaatst in de nieuwbouw in Zwijndrecht. Een van de ramen is het zogenoemde Jacobusraam. Het heeft een mooie plek gekregen bij de ingang van de kapel. Drie andere ramen verbeelden het passieverhaal. Het vierde raam beeldt de verrijzenis van Christus uit. De kunstenaar is Frits Henderickx. Hij maakte de serie in 1957. We herkennen Jacobus aan zijn traditionele attributen en aan een banderol onder in beeld met de tekst St Jacobus Ma (Sint-Jacob Major). De voorstelling is in moderne stijl. We zien de apostel staande in driekwart houding, met staf en schoudertas en de handen gekruist voor de borst. In zijn rechterhand houdt hij een schelp, in zijn linkerhand zijn breedgerande pelgrimshoed. De heilige, getooid met een goudkleurige nimbus rond het hoofd, heeft een bijzonder vriendelijke uitstraling. Zijn ogen zijn zacht en indringend. We zien hem gekleed als pelgrim tegen de achtergrond van enige bebouwing. Rechts ontwaren we een woeste hond. Het deert de pelgrim blijkbaar niet. De verbondenheid van de beschermheilige Jacobus met opvang en gastvrijheid is niet bijzonder. Ook elders vinden we die combinatie, zoals in het woonzorgcentrum Sint Jacob aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam. Zonder meer lofwaardig is het initiatief om in nieuwbouwvoorzieningen als een ziekenhuis de aloude traditie van opvang voor pelgrims daadwerkelijk als element in de moderne bedrijfsvoering op te nemen.
Mijn caminolied
Dagen van gras, dagen van stro Jasper Koedam
G
Gaat de iPod mee of niet? Die vraag kostte mij heel wat hoofdbrekens in de weken voor mijn vertrek naar Santiago. De twijfel betrof niet zozeer het fysieke gewicht – ik weet, elke gram telt, maar wat is nou 40 gram? – maar meer de zwaarte van de verplichting om dan ook daadwerkelijk regelmatig het apparaat te gebruiken. En welke muziek zet ik er dan op? Uiteindelijk besloot ik de iPod in de rugzak te stoppen, maar dan wel met een minimumgewicht aan muzikale inhoud, om niet ten prooi te vallen aan keuzestress. Welke muziek ging mee? Fratres en Stabat Mater van Arvo Pärt (om in rumoerige herbergen heerlijk mee in slaap te vallen), A pilgrimage to Santiago van John Eliot Gardiner (om het doel voor ogen te houden), het dancenummer Juanita van electroband Underworld (het enige nummer dat ik tijdens het lopen af en toe luisterde; goed om snelheid te maken tijdens minder inspirerende trajecten), en een stuk of tien liedjes van Spinvis, waaronder Bagagedrager – met de inspirerende regels: ‘Hoe kom je hier, hoe kom je hier vandaan, en als je wegkomt, waarheen wou je dan wel gaan’ – en het prachtige Dagen van gras, dagen van stro. Achteraf gezien symboliseert dit nummer mijn camino het beste en is het daarom mijn favoriete caminolied. Met een lengte van nog geen drie minuten gaat het bijna terloops voorbij. Ook omdat het geen duidelijke structuur kent van coupletten en refrein. Ik luisterde niet vaak naar het nummer en in eerste instantie herinnerde het lied mij vooral aan mijn plattelandsjeugd: warme zomers, liggend in het lange gras, kijkend naar de wolken, dromend van verre oorden. Pas
halverwege de camino, in de Dordogne, werd ik geraakt door de volgende regels: ‘Kleed jezelf aan Gooi alles weg Neem een besluit Doe als het moet Alles opnieuw.’ Misschien begreep ik toen pas goed waarom ik op pad was gegaan en waarom ik iedere ochtend het gelukzalige gevoel had dat mijn leven weer opnieuw begon. Het gevoel geen verleden en toekomst te hebben en echt onderdeel uit te maken van de gehele schepping. Eenmaal thuis, viel Dagen van gras, dagen van stro nog meer op zijn plaats. Op YouTube zag ik een video met een ontroerende, alternatieve versie van het nummer. Het filmpje is getiteld Vreemdeling en in deze versie wordt de door Spinvis gezongen tekst herhaald door vreemdelingenkinderen. Laat het woord ‘pelgrim’ nu juist afstammen van het Latijnse ‘peregrinus’ dat ‘vreemdeling’ betekent ... Het filmpje is te vinden op YouTube via de zoektermen: Spinvis en vreemdeling.
Muzikale herinnering aan de camino Uw eigen meegenomen muziek op de Mp3-speler, dat lied dat u op de radio hoorde in een Spaanse bar, het muziekstuk dat u hoorde in een kerk of het lied dat u iedere dag weer luidkeels zong ... Heeft u zo’n favoriete muzikale herinnering aan de camino? Schrijf ons dan in maximaal 500 woorden waarom juist dat lied of muziekstuk voor u zo sterk is verbonden aan de camino. E-mail: redactie@ santiago.nl 17 Jacobsstaf
Dagen van gras, dagen van stro Kleine domme drenkeling Waar ben je toch geweest We roeien naar de overkant Nu is het nog licht De zomer duurt nog heel erg lang En we komen echt niet terug Kleed jezelf aan Gooi alles weg Neem een besluit Doe als het moet Alles opnieuw Je kon het zo goed Beter dan ik Je kan het nog steeds Net zoals toen In het begin Je weet hoe het is Soms is het zo Je weet hoe ze zijn Dagen van gras Dagen van stro Dans uit de maat Zo goed als je kan Zo goed als het gaat Als niemand het ziet Doe als het moet Alles opnieuw. Tekst: Erik de Jong (Spinvis), 2005
Pelgrimeren met een beperking
Hein Dik
‘Op souplesse bergop rijden’
A
Interview met Ad Hermans
Ad Hermans was 48 jaar toen hij in een rolstoel belandde. Een paar jaar later, in 2000, volbracht hij op zijn handbike de tocht naar Santiago de Compostela. Het verhaal van een positief mens. Het begon onschuldig. ‘Ik heb zin om naar Santiago te fietsen,’ zei Peter de Ruijter uit Heiloo, ‘maar ik moet een medestander hebben.’ ‘Dan ga ik toch mee’, antwoordde Ad Hermans, zijn zwager. Dat was een antwoord dat verbazing opriep in de familiekring. Hoezo, meefietsen naar Santiago? Ad zat sinds een paar jaar in een rolstoel. Lopen ging niet meer. Normaal fietsen ook niet. Van tochten naar Santiago had Ad wel eens gehoord, maar hij was geen kenner van de camino. Wat hij wel was en nog steeds is: een doorzetter. Dat moet je zijn als je de tocht wilt volbrengen in een rolstoel waaraan een handbike is gemonteerd.
Lulligheidje De voorgeschiedenis was dramatisch. Ad Hermans, geboren in een groot gezin in IJmuiden, had zijn eigen loodgieters- en verwarmingsbedrijf opgebouwd. Hij was dol op sport. Als amateurwielrenner reed hij wedstrijden in binnen- en buitenland. Met ‘de jongens’ uit zijn bedrijf speelde hij – ‘voor de aardigheid’ – zaalvoetbal. Tijdens zo’n wedstrijd ging het mis. ‘Een lulligheidje’, zegt Ad. Jacobsstaf 18
‘Een lichte blessure. Maar ik moest geopereerd worden aan mijn meniscus en daarbij heb ik posttraumatische dystrofie opgelopen. De bloedsomloop naar mijn benen was verstoord met als gevolg aftakeling, waardoor ik niet meer kon lopen.’ Hij werd opgenomen in revalidatiecentrum Heliomare. Ad: ‘De wereld staat op zo’n moment op z’n kop. Ik was 48. Het bedrijf moest ik verkopen. Gelukkig kon ik het kwijt aan iemand die bij me werkte en met wie ik kon afspreken dat ik in loondienst bleef. Gedeprimeerd of depressief ben ik niet geweest. Wel opstandig. Je raakt aan de kant, je raakt uit het arbeidsproces. In Heliomare is men gaan kijken hoe ik weer aan de slag kon: ik kreeg een aangepaste werkplek, was bezig met planning, calculatie, werkvoorbereiding, dat soort dingen. De sport kwam meteen terug. In de sporthal van Heliomare ontdekte ik rolstoeltennis. En op een gegeven moment kwamen ze aan met een handbike: een fiets die je koppelt aan je rolstoel en waarop je je met je handen kunt voortbewegen. In het begin waren dat primitieve dingen, er zat een soort kruiwagenwiel op en een gewone versnellingsnaaf met maar drie versnellingen. Maar geleidelijk ontstond er vooruitgang in de richting van meer sportieve bikes.’
In training Santiago was aanvankelijk een verre fantasie, maar na de opmerking van zwager Peter
Ad Hermans trekt bekijks met zijn rolstoel met handbike.
namen de ideeën over de tocht steeds vastere vorm aan. ‘Dan gaan wij ook mee’, zeiden Ineke en Marga, de vrouwen van Peter en Ad. Ad: ‘Eigenlijk wist ik nauwelijks iets over de camino, maar vanaf dat moment ging het van kwaad tot erger. In die periode heb ik eerst zelf een handbike gemaakt. Ik had een vriend die kon lassen, een oude wielrenner met een eigen fietsenzaak. Uiteindelijk kreeg ik een Duitse fiets met derailleur, 27 versnellingen. Ik ben wielrenner geweest, dus ik wist wel dat Onze Lieve Heer het strijkijzer alleen maar over Nederland heeft gehaald.’ Ad ging trainen. Hij probeerde zijn bike uit op het Kopje van Bloemendaal, het hoogste punt van Noord-Holland. ‘Daar ontdekte ik dat het niet ging – met deze fiets kwam ik in mijn allerlichtste versnelling niet naar boven. Mijn voorwiel slipte. Vanaf dat moment is er een hele technische ontwikkeling op gang gekomen. We hebben in het voorwiel een versnellingsnaaf gemonteerd en daarnaast ook nog een derailleur. In feite creëerden we 63 versnellingen. Het was de uitvinding van de eeuw, want nu kon ik op souplesse bergop rijden.’
Santiago was nu geen droombeeld meer, maar een realistisch plan. Ad trainde 100 kilometer per dag. Van zijn woonplaats Akersloot naar Wijk aan Zee, door de duinen naar Petten en ten slotte door de polder terug.
Niet zeuren ‘Op een gegeven moment wist ik dat ik het kon halen. Ik was nog wel nerveus hoor, want we hadden bedacht dat we de tocht aan een goed doel wilden koppelen. Dat is On Wheels geworden, een stichting die zich inzet voor mensen met de spierziekte Duchenne. Een aantal bedrijven heeft ons geholpen bij die actie. Alles met elkaar hebben we meer dan 80.000 gulden opgehaald. Ik ben twee keer op tv geweest: landelijk en regionaal. De leverancier van de handbike gaf ons een aangepaste laptop mee waarop we dagelijks verslag konden doen. Onderweg stuurden we ons journaal naar de beheerder, die zette het op de website. Ons vertrek uit Haarlem was een evenement op zich. Er stonden wel honderd mensen in de Hagestraat: van de wielrenclub, van rolstoeltennis, van Heliomare, noem maar op: 19 Jacobsstaf
Foto: Marga Hermans-Bakker
Pelgrimeren met een beperking oude fietsmaten, coureurs, familie, vrienden. We hebben van alles aangeschaft, zodat we selfsupporting waren. We sliepen in een tentje, soms ook in een refugio. Als ik hulp nodig had, werd ik getild. Peter is een sterke kerel. Als er geen toilet was, dan deed ik het over een boomstam. Want ik had me meteen voorgenomen: alle tegenslagen overwinnen, niet zeuren, je verstand op nul en je gezicht op eindeloos en gewoon doorgaan. Het materiaal hield zich prima, behalve de banden van de rolstoel. Ik had acht nieuwe banden mee, want het gaat om een speciale maat die je bij de reguliere fietsenmaker niet kunt kopen. Ze gaan er gewoon vanuit dat mensen in een rolstoel zo’n beetje door hun dorp rollen, maar op een tocht van 2600 kilometer zijn die banden niet berekend.’
Ad Hermans krijgt een stevige massage in de herberg in Villafranca. Foto: Marga Hermans-Bakker
Gebroken frame Ad vertelt dat ze op hun tocht vrijwel geen vervelende dingen hebben meegemaakt, maar dat zal ook met zijn positieve instelling te maken hebben. ‘Het vervelendste was die keer dat mijn rolstoelframe was gebroken. Een bout was afgeknapt waardoor mijn fiets helemaal scheef hing. Peter, Marga en Ineke waren al een stuk vooruit. Het was bloedlink, want ik zat midden in een afdaling. Uiteindelijk is mijn zwager terug komen rijden. Stapvoets zijn we naar beneden gegaan. Bij een boer hebben we de fiets kunnen repareren. Die man was de behulpzaamheid zelf. Hij hield siësta toen we aanbelden, maar hij stond meteen klaar, we mochten al zijn gereedschap gebruiken.’ Ad en zijn vrouw Marga zitten boordevol leuke herinneringen. De vele goede ontmoetingen met andere pelgrims; die keer dat ze, op zoek naar onderdak, midden in een doopfeest belandden en mee deelden met eten en wijn. Of de overnachting in Saint-Émilion op een wijnchateau, omringd door witte rozen, waar ze hartelijk werden onthaald. Engelbewaarder Bij het vertrek was Ad niet zo bezig met de spirituele aspecten van de camino, maar gaandeweg kreeg hij er oog voor. ‘Ik stond er niet bij stil dat het een rol kon spelen. Het was een uitdaging om de tocht te volbrengen. Daar ging het om. Maar ik moet eerlijk bekennen dat die spirituele kant onderweg
Jacobsstaf 20
wel boven komt: je bent helemaal op elkaar aangewezen, je moet alle hebbelijkheden en onhebbelijkheden met elkaar delen. Daarbij speelt een rol dat je prachtige kathedralen bezoekt, maar ook fantastische kleine kapelletjes. Santa Maria de Eunate bijvoorbeeld, zo’n schitterende kapel, midden tussen de graanvelden. Gaandeweg ga je denken: potverdorie, we halen het. Je merkt dat je altijd onderdak vindt. Vaak sliepen we op een camping of in een refugio, maar we hebben ook overnacht in jeugdherbergen of in de tuin van een pastoor. Dan heb je toch het gevoel alsof er iemand op je schouder zit: een soort engelbewaarder. Want het kan ook anders gaan, onderweg kom je ook herdenkingstekens tegen van pelgrims die zijn overleden.’ De eerste tocht naar Santiago volbrachten Ad, Marga, Peter en Ineke in 33 dagen. Gemiddeld reden ze zo’n 80 kilometer per dag. Ad: ‘In Santiago kwamen we aan bij het secretariaat waar je de compostela krijgt, maar er was een trapje, dus kon ik niet naar binnen. ‘Waar is die man?’, vroegen ze. ‘Die zit beneden in een rolstoel.’ Daarop zeiden ze: ‘Mensen in een rolstoel kunnen we geen compostela geven.’ Er waren Spanjaarden bij die ons hadden gezien en die riepen: ‘Ja, maar die man heeft het op eigen kracht volbracht.’ Daarop kwam die vrouw naar beneden, ze zag wat er aan de hand was en vroeg of ik de volgende dag terug wilde komen; dan zouden ze er een officiële uitreiking van maken. Zoiets hadden ze nog nooit meegemaakt, helemaal uit Holland in een rolstoel op een fiets.’ Na hun eerste camino zijn ze nog een tweede keer naar Santiago gefietst, maar ze hebben ook tochten ondernomen naar onder andere Rome en Berlijn. Ad kreeg zoveel publiciteit dat hij onderweg werd herkend. Fietsend langs de Rijn hoorde hij iemand van een salonboot schreeuwen: ‘Hé, Hermans, ben je weer aan het fietsen!’
‘Je moet door’ Hij weet niet precies waardoor hij tijdens zijn ziekte in staat was de positieve draad in zijn leven weer op te vatten. Ad: ‘Makkelijk is het niet altijd geweest. Als ik er over praat, voel ik de emoties boven
komen. Maar je moet door. Je verliest een hoop als je in de put gaat zitten. Je familie, je vrienden, je kennissen – alles ga je verliezen. Naderhand ben ik wel eens ingeschakeld om te praten met gehandicapte mensen die het moeilijk hadden. Ik kan makkelijker met ze praten dan iemand die het niet heeft meegemaakt, want dan zeggen ze: “Jij kletst makkelijk, jij zit er niet in.” Mijn vader is ooit zwaar overspannen geweest toen ik nog een klein jochie was. Hij was een dominante man, maar in die periode had hij iets misdaan en daarop vroeg hij me of ik niet boos op hem was. Zo was hij van de kaart. Ik dacht, alle mensen nog aan toe, dat zal mij niet overkomen. In de tijd dat ik een eigen zaak had, was het zo druk dat het me boven het hoofd dreigde te groeien. Ik hield het nauwelijks vol. Mijn
Alle tegenslagen overwinnen, niet zeuren huisarts heeft me toen de raad gegeven: ga aan yoga doen. Dat advies heb ik opgevolgd en aan yoga doe ik nog steeds als ik in de gelegenheid ben.’ Marga: ‘Ad heeft in zo’n geval maling aan alles, hij doet gewoon wat hij zinnig vindt. Dat hij uitgelachen werd, kon hem niks schelen. Het interesseert hem dan niet hoe een ander erover denkt.’ Ad: ‘Ik ben een gelovig mens, maar ik ben ook nuchter. In Lourdes ben ik niet eens die grot in gegaan. Ik dacht: als Maria me helpt, dan helpt ze me morgen ook wel. En als God me helpt, waarom heeft hij me dan in die rolstoel gezet. Dat had hij niet moeten doen, vind ik, want zo is het dubbel werk. Dat wil niet zeggen dat ik niet in Christus geloof en in de liefde van mensen voor elkaar: je gezin, je kinderen, de mensen om je heen …’ Ad Hermans is inmiddels 68 jaar. Hij zit in het kerkbestuur in Akersloot. Samen met zijn vrouw maakt hij nog geregeld fietstochten. Sinds kort heeft hij elektrische ondersteuning op zijn handbike. 21 Jacobsstaf
Geschiedenis & Cultuur
Freek van der Veen
Langs heilige plaatsen
Onze Lieve Vrouw van Keins
N
Neder Nederland N Nede d r telt zo’n twintig zogenaamde ‘heilige gee p plaatsen’, plekken die vaak eeuwenoud zijn en verbonden met bijzondere verhalen. Redacteur Freek van der Veen ging aan de hand van de routegidsen Jacobswegen in Nederland op zoek naar een aantal van deze heilige plaatsen. In deze aflevering: Onze Lieve Vrouw van Keins. Stil zit hij op de voorste bank, pet op. Zijn handen ondersteunen zijn hoofd, terwijl hij voor zich uitstaart naar het kaarsje dat hij net heeft aangestoken. ‘Voor mijn vrouw’, zegt hij als hij even later opstaat en naar buiten loopt. Door de smalle raampjes valt het licht naar binnen. De zon speelt vrolijk door de bomen heen en geeft zo in de kapel een steeds veranderend kleurenspel. De kapel is niet meer dan een schuurtje. Wat direct opvalt
O.L.Vrouw van Keins. Foto: Freek van der Veen
Jacobsstaf 22
Geschiedenis Onze Lieve Vrouw van Keins, even ten noorden van Schagen op de Westfriesedijk, is onderdeel van de buurtschap Keinse. Die buurtschap bestaat uit enkele boerderijen en wat woningen. De naam Keins is afkomstig van ‘kin’, wat ‘kreek’ betekent. De omgeving van Keinse bestond vroeger uit ondiepten, moerassen en kreken. O.L.Vrouw van Keins bestaat uit een eenvoudig, rechthoekig kapelletje met wat rozenstruiken ervoor. Achter het gebouwtje ligt een put. In de kapel gaat het met name om de verering van Maria door middel van het tentoongestelde Mariabeeld. Het huidige dat nu in de kapel te bewonderen is, is niet het beeld waarmee de verering is begonnen. Die begon rond 1510 toen een houten Mariabeeld, dat was losgeraakt van de voorsteven van een Portugees schip, aanspoelde op de dijk. De terp waarop de kapel is gebouwd, stond in die tijd in directe verbinding met de zee. Het beeldje werd door gelovigen schoongemaakt met het water van de dichtstbijzijnde put en werd vervolgens in een huisje op de dijk geplaatst. Aan dit beeldje zijn diverse wonderen toegeschreven en het water uit de put had op mensen een geneeskrachtige werking. In 1519 is een speciale kapel voor het beeldje gebouwd. Tijdens de Reformatie werd deze afgebroken en het Mariabeeldje verdween. Maar de put bleef intact en men geloofde dat het water mensen en dieren die ziek waren kon genezen. In 1924 kwam de grond rond de put in bezit van de parochie in Schagen. Er kwam ook een nieuwe kapel; in 1956 werd deze officieel ingewijd. Toen moest er natuurlijk een Mariabeeldje komen. In het sober maar huiselijk ingerichte kapelletje heeft het nieuwe Mariabeeldje, gemaakt van keramiek, haar plaats gekregen. De put is met een hangslot gesloten, maar achterin de kapel staat een emmer klaar met daarin water uit de bron voor wie dorst heeft en wil drinken.
Mariakapel en put.
als je binnenkomt is de bloemenzee en de vele kaarsjes. Het gewelf, dat uitloopt in een spitsboog, is in gebroken wilt geschilderd, de wanden zijn opgetrokken uit rode steen. Met de betongrijze vloer maakt het geheel een zeer sobere indruk. Aan de wanden zijn als versiering twee grote rozenkransen opgehangen. Het aantal bezoekers aan O.L.Vrouw van Keins is in de loop der jaren toegenomen. Van alle denominaties komen hier mensen naartoe. En die zijn van alle leeftijden. Ook gezinnen met kinderen, om vreugde en verdriet te delen. Ieder vindt hier zijn of haar eigen plekje. Regelmatig komen mensen na een begrafenis of crematie naar de kapel om even stil te staan bij wat er is gebeurd. Er zijn ook mensen die alleen even komen om een kaarsje aan te steken en dan weer vertrekken. Soms al heel vroeg, voordat ze naar hun werk gaan bijvoorbeeld. Het lijkt erop dat de nieuwe generatie zich meer bewust is van het leven, dat er meer is dan alleen het materiële. Zo kwam hier een tijdje terug een echtpaar dat net getrouwd was, om stil te staan bij wat ze meemaakten en vierden. Belangrijk bij O.L.Vrouw van Keins is dat er
niets van je wordt gevraagd. Je kunt zomaar binnenlopen en even stilstaan bij de dingen van het leven. Een plek om wat je beroert ‘bij moeder’ neer te leggen, het haar allemaal te vertellen. Informatie over Onze Lieve Vrouw van de Keins is middels een kleurrijke folder in de kapel te verkrijgen. Ook is het mogelijk een voorbeeld van een gebed mee naar huis te nemen. De betekenis en plaats die in de Rooms-katholieke kerk aan Maria wordt gegeven komt hierin ten volle tot uiting.
Foto: Freek van der Veen
Website voor meer informatie: Rkkerkschagen.nl > Mariakapel de Keins.
Routebeschrijving Buurtschap Keinse ligt even ten noorden van Schagen, de Mariakapel is gelegen aan de Westfriesedijk. Komend vanaf Anna Paulowna gaat u richting Oudesluis. In Oudesluis de brug over en hierna linksaf, De Akker; na de bocht naar rechts heet het hier Groote Sloot. Na 2,5 kilometer linksaf de brug over de Groote Sloot over en rechtdoor, dit is de Keinsmerweg. Eerste weg rechtsaf. U bevindt zich nu op de Westfriesedijk waar u de kapel kunt vinden. Zie deel 1 van Jacobswegen in Nederland, Jacobsweg Amstelredam: van Den Oever naar Roermond, de etappe Den Oever - Tuitjenhorn. 23 Jacobsstaf
Spiritualiteit
D
Leen Wijker
Stilstaan bij wat je overkomt De kracht van rituelen op weg naar Compostela
Dee tto tocht oc naar Santiago staat bol van de individu divi divid div dividuele en collectieve rituelen. Deze rituelen geven structuur aan het dagelijkse leven van de pelgrim, maar zorgen ook voor verdieping. Leen Wijker zet ze op een rijtje: van vertrek tot thuiskomst. In ons dag- en levensritme doen we heel veel dingen routinematig. Deze handelingen, onze ‘dagelijkse rituelen’, geven structuur aan ons leven. We voeren die rituelen bijna gedachteloos uit: tandenpoetsen, douchen, aankleden, eten en naar bed gaan. Het zijn vaak handelingen die een overgang markeren: van slapen naar waken, van werk naar rust. Het is goed dat we deze routines hebben. Het zou immers heel vermoeiend zijn als we iedere dag opnieuw moeten bedenken wat we moeten doen als we wakker worden. Er zijn ook rituelen waar we bewust bij stilstaan. De kaars die je aansteekt bij de foto van een overleden geliefde, de rijst die je over pasgetrouwden gooit, de doop van een kind. Hier is sprake van gerichte aandacht. Iedere samenleving en ieder tijdperk kent eigen rituelen. Zo was er in vroeger tijden bewuste aandacht voor de wisseling van de seizoenen in de vorm van een processie. Nu organiseren we stille tochten om tot uitdrukking te brengen dat we het niet accepteren dat er door zinloos geweld iemand om het leven is gekomen. Zo verbinden we ons met het slachtoffer, de nabestaanden en elkaar. Er is sprake van lotsverbondenheid. We maken dan gebruik van symbolen: we leggen
bloemen of knuffels neer als blijk van onze liefde en steken kaarsen aan omdat we licht willen zien in het duister. Rituelen kunnen ons helpen vorm te geven aan dat waarvoor we geen woorden hebben. Op pelgrimstocht heb je ook dagelijkse rituelen en bewuste rituelen. Ik beschrijf ze vanaf het begin tot het einde van de tocht. Rituelen bij vertrek Wie in de middeleeuwen wilde pelgrimeren moest toestemming vragen aan de kerkelijke autoriteiten. Tegenwoordig is dat niet noodzakelijk, maar voor mij als oud-katholiek priester was dit wel van belang. De bisschop stemde in met mijn voornemen en gaf mij studieverlof. Verder kreeg ik van hem een aanbevelingsbrief in het Latijn, Frans, Spaans en Engels. Het vertrek kan op diverse manieren gebeuren: in stilte, een stempel halen of de pelgrimszegen ontvangen. De eerste stempel ontving ik op de voorjaarsbijeenkomst van het genootschap. Pelgrims die de komende maanden vertrekken, worden daar door het koor toegezongen. Daarna ontvang je je eerste stempel en wenst de voorzitter de pelgrims een buen camino. Een ritueel op de dag van vertrek is het ontvangen van de pelgrimszegen. Hiermee wordt de wens uitgesproken dat het de pelgrim goed mag gaan en dat God met hem op weg gaat. Hij mag zich gedragen weten door de gemeenschap waar hij bij hoort, maar ook weet hij dat hij tot zegen voor anderen mag zijn. Deze zegen kan kracht, gedrevenheid, energie en vertrouwen geven. Door dit ritueel Jacobsstaf 24
‘Rituelen kunnen ons helpen vorm te geven aan dat waarvoor we geen woorden hebben’.
‘Een groet aan de pelgrims die na hen komen’. Foto: Tieleke Huijbers
Foto: Tieleke Huijbers
sta je samen met je dierbaren met volle aandacht stil bij het vertrek. Zo kan het gaan. Maar anderen geven de voorkeur aan een afscheidsmaaltijd met het gezin, een borrel met de buren of aan enkele vrienden die de eerste dag meelopen. Zo kiest ieder een eigen ritueel bij vertrek.
Rituelen onderweg Onderweg kom je veel kerken tegen waarvan Jacobus patroonheilige is. In deze kerken is doorgaans een beeld of een reliek van Jacobus. Het bezoek aan zo’n sacrale ruimte doet iets met pelgrims, of ze nu gelovig of nietgelovig zijn, katholiek of protestant. Je wordt er stil, kunt even op adem komen en een kaarsje aansteken. Sommige pelgrims zingen een lied; de een wil de akoestiek uitproberen, de ander zingt het Ave Maria bij de het beeld van de Moeder Gods en weer een ander zingt een Taizé-lied. In een sacrale ruimte gaat het om de ervaring dat je je gedragen mag weten door ‘goede machten’. In Zuid-Frankrijk en vooral in Spanje zijn speciale misvieringen voor pelgrims. Dit zijn momenten van bezinning, die de pelgrim kracht geven om door te gaan. In Roncesvalles is vrijwel iedere avond een pelgrimsmis. Aan het eind van deze viering mogen alle pelgrims naar voren komen om de pelgrimszegen te ontvangen. Na de zware tocht over de Pyreneeën geeft dat kracht en bemoediging. Een van de bekendste rituelen onderweg naar Santiago is het neerleggen van een steen bij Cruz de Ferro. Die steen staat sym25 Jacobsstaf
bool voor zorgen of zonden die je met je meedraagt. Vele uren of dagen heb je die last letterlijk met je meegedragen en de laatste kilometers moet je ook nog eens behoorlijk zwoegen en zweten. Het ijzeren kruis is symbool van de hoop dat je al je lasten onderweg in het leven achter je kunt laten. Ook zie je op de camino ‘steenmannetjes’. Deze hoopjes stenen wijzen je de weg. Pelgrims rapen onderweg een klein steentje op en laten deze op zo’n steenhoopje achter. Dit is een groet aan de pelgrims die na hen komen. Er zijn nog veel meer symbolische handelingen onderweg, bijvoorbeeld van twee takjes een kruisje maken en dit in een hek steken. Velen doen dit en zo ontstaat een hek vol met kruisjes, een vredesgroet aan volgende pelgrims.1
Fysieke rituelen Op je tocht voer je nieuwe dagelijkse rituelen uit. Om iedere dag goed te kunnen lopen, moet je je lichaam goed behandelen. Het verzorgen van de voeten is zo’n ritueel. Dat is heerlijk om te doen: insmeren, schone sokken aantrekken, wandelschoenen aandoen en de veters strak aantrekken. Ook het steeds op dezelfde manier inpakken van je rugzak kan een aandachtig ritueel worden. Dan een eenvoudig ontbijt nuttigen en gaan lopen! Ook het eind van de dag kent zijn rituelen. Het is rustgevend om na een zware dag op een terras te zitten met een biertje in de hand, met je aandacht nog even bij jezelf. Je
Spiritualiteit
schrijft je bij de herberg in en ontvangt een stempel in je pas. Dan is het weer tijd voor de verzorgingsrituelen: douchen, voeten verzorgen, schone kleren aantrekken, kleren wassen, boodschappen doen, even rusten, het traject voor de volgende dag doornemen, in het dagboek schrijven, ervaringen uitwisselen, eten en op tijd naar bed om de volgende dag weer uitgerust door te gaan. Iedere dag is dit hetzelfde ritueel.
‘Communicatieve’ rituelen Eenmaal op weg draag je allerlei symbolen met je mee: de jakobsschelp op je rugzak, je stok, je hoed. In Nederland, België en Frankrijk wordt herhaaldelijk gevraagd of je pelgrim bent; mensen herkennen de tekens die je draagt en vragen je voor hen te bidden als je aankomt. Soms vragen mensen naar de betekenis van de jakobsschelp. Rituelen bij aankomst in Santiago De pelgrim eindigt zijn tocht bij de kathedraal, de plek waar het allemaal om te doen is. Soms mag je via een speciale ingang de kathedraal binnen, maar alleen als je je creden-
De legende van de jakobsschelp Toen het schip met het stoffelijk overschot van Jacobus de monding van de rivier bij Padrón binnenliep, wilde een ridder het schip tegemoet snellen. Hij verdween echter samen met zijn paard in het water. Hij zou verdronken zijn als de heilige Jacobus de ridder en het paard niet van de verdrinkingsdood zou hebben gered. Toen de ridder weer boven water kwam was hij geheel bedekt met jakobsschelpen. Sinds die gebeurtenis is de schelp het symbool van de heilige Jacobus.
Jacobsstaf 26
cial kunt tonen. Als pelgrim voel je je op dat moment heel bijzonder! Normaal kom je binnen via de Pórtico de la Gloria. Op de middenzuil in dit portaal is de stamboom van Jezus afgebeeld, de boom van Jesse, met bovenaan Jacobus. Uit dankbaarheid dat je je einddoel hebt gehaald en als begroeting leg je je hand in een holte van de boom van Jesse. Deze holte is door de eeuwen heen uitgesleten door de vele pelgrims die de kathedraal hebben bezocht en dit ritueel hebben verricht.2 Dagelijks om twaalf uur is de indrukwekkende pelgrimsmis. De kathedraal is stampvol pelgrims en toeristen uit de hele wereld. Veel pelgrims zingen de Taizé-liederen mee, wat een gevoel van nauwe verbondenheid geeft. Na het dankgebed vindt soms het wereldberoemde ritueel met de Botafumeiro plaats. Dit grootste wierookvat ter wereld slingert op spectaculaire wijze door de ruime dwarsbeuk van de kathedraal. Volgens overlevering dient de Botafumeiro om de lucht in de kathedraal te zuiveren van de onwelriekende geuren van pelgrims. Maar het is natuurlijk ook een reukoffer aan de Eeuwige en aan de apostel Jacobus. Bij dit ritueel wordt een hymne, een lofzang, gezongen. Voor veel pelgrims is dit een ontroerend hoogtepunt van de tocht. Aan het begin of eind van de viering komt de mededeling hoeveel pelgrims er de dag ervoor zijn aangekomen en waar ze vandaan komen. Na de viering sta je in de rij om het beeld van de heilige Jacobus te kussen en met beide armen te omhelzen, een eeuwenoud ritueel: de apprehensio Sancti Jacobi. Tijdens de omhelzing kun je denken aan alle mensen op je weg die je gevraagd hebben om voor hen in Compostela te bidden. Daarna daal je af naar zijn graftombe. Pelgrims knielen hier om even stil te zijn of te bidden. Aansluitend ga je naar het pelgrimsbureau om je compostela te halen. De medewerkster die je helpt, vraagt waarom je de tocht hebt gelopen. Zo mogelijk wordt je naam in het Latijn op de compostela geschreven. Ze vertelt dat dit het bewijs is dat je de tocht hebt volbracht, maar dat de credencial veel belangrijker is. Die vertelt namelijk de geschiedenis van je tocht.
Rituelen na aankomst Sommige pelgrims lopen door naar Finisterre. Het is het einde van de camino en het ein-
de van de wereld. Het is een oud ritueel dat je hier je wandelkleren verbrandt; je werpt ‘de oude mens’ af.3 En je neemt een duik in de oceaan om verfrist en als herboren mens naar huis terug te keren. In de middeleeuwen nam de pelgrim een jakobsschelp mee naar huis als bewijs dat hij de camino helemaal had afgelegd. Nu draagt de pelgrim een jakobsschelp als hij van huis gaat, om als pelgrim herkenbaar te zijn.
Rituelen bij terugkeer en thuiskomst Wat is er met de pelgrim gebeurd in al die dagen? Is hij bij zichzelf thuisgekomen of is hij nog onderweg? Iedereen vindt dat je na zo’n tocht veranderd moet zijn, maar zelf weet je het nog niet zo. Eenmaal thuis begint de reflectie pas echt. De tocht staat in groot contrast met wat je in je dagelijkse leven doet. Er was alle tijd en ruimte om te overdenken wat er in je leven is voorgekomen. Dat ervaar je niet alleen onderweg, maar vooral ook daarna. Dat gevoel past helemaal bij wat er in de brief van het genootschap staat. Die brief – én de jacobsspeld – krijg je als je opgenomen wilt worden in het Compostelaregister. In die brief staat geschreven: ‘…U kunt de compostela ook zien als een zeer persoonlijk document dat getuigt van de fysieke, geestelijke en spirituele inspanning die u geleverd hebt op uw weg naar deze stad, en dat herinnert aan de gevoelens die u daarbij hebt gehad, de ervaringen die u onderweg hebt opgedaan, en de ontmoetingen met zovele anderen. Los hiervan zult u merken dat de tocht nog lange tijd, vaak jaren, wellicht levenslang, bij u zal blijven. Zoals men wel zegt: Het belangrijkste stuk van de camino komt nog: de voortzetting van de ervaring van de tocht in het dagelijkse leven.’ Wat je op je pelgrimage hebt meegemaakt draag je mee en staat in je ziel gegrift. In de hectiek van alledag probeer je het caminogevoel vast te houden. Wat je op de pelgrimage nodig hebt, draag je mee in je rugzak. Wat je onderweg naast die 15 kilo nodig hebt krijg je van anderen, van onbekenden die je op je weg de hand reiken, onderdak bieden, medemenselijkheid tonen. Van mensen die er voor de pelgrim willen zijn en voor wie de pelgrim er wil zijn op het moment dat je elkaar tegenkomt en nodig hebt. Het is dát waar het hele
Wandelschoenen aandoen en de veters strak aantrekken mens-zijn om draait en waar je naar blijft verlangen. Aan dit verlangen kun je blijvend worden herinnerd door iets van je pelgrimage op een speciale plek in je woning te plaatsen, bijvoorbeeld een icoon van de heilige Jacobus de Meerdere. Iedere keer als je naar deze icoon kijkt kan het de verbondenheid oproepen met deze heilige, met de camino die je gelopen hebt en met al die mensen die je hebt mogen ontmoeten. De pelgrimstocht – een metafoor voor de levensweg – verrijkt je leven in alle opzichten en daarom is het de moeite waard deze weg te gaan. Om te ontdekken, dat wanneer jij de weg kiest, die weg ook jou kiest. Noten 1 Zie: Damiaan Messing, Kruizen, schelpen, stenen en pijlen, Jacobsstaf 97. 2 Sinds enkele jaren is het aanraken van de boom van Jesse niet meer mogelijk om het monument te beschermen. 3 Tegenwoordig wordt op het eindpunt van de camino aangegeven dat je geen vuur mag maken om dit oude ritueel uit te voeren.
Leen Wijker (1958), studeerde theologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht en de Katholieke Theologische Hogeschool Utrecht. Hij werd in 1988 in Utrecht tot priester gewijd en is sindsdien werkzaam als pastoor in het aartsbisdom Utrecht van de Oud-Katholieke Kerk. Naast zijn pastorale werkzaamheden heeft hij een aantal landelijke taken. Leen Wijker schreef over zijn tocht het boek Gaandeweg. Uitgeverij Merweboek, Sliedrecht. Een bespreking van dit boek staat in Jacobsstaf 96.
Had u bij vertrek, tijdens uw camino of bij aankomst in Santiago een of meer bijzondere individuele rituelen? Of nam u deel aan een bijzonder collectief ritueel? Laat het ons weten! Omschrijf in maximaal 300 woorden het ritueel en stuur dit, eventueel voorzien van een foto, naar
[email protected]. 27 Jacobsstaf
Jacobsstaf 28
Rituelen
D
23 oktober 2011, Ribadiso da Baixo – O Pedrouzo, 123.336 – 155.730 Hilde Peters
De dag begint in de dichte mist. Het eerste half uur lopen Jos en ik zwijgzaam naast elkaar, op zoek naar koffie en croissants. We vinden ons ontbijt in een modern café met hip behang, blauw neonlicht en uitzicht op een parkeerplaats. Een groep buspelgrims staat te wachten bij een touringcar. De mist trekt op en er ontstaan donkere wolken. Voor het café zit een vrouw koffie te drinken in het gezelschap van twee heren. Ze praten in het Spaans met elkaar, vlug en luid. Ze draaien sjekkies en roken. De vrouw lacht uitbundig, en nu herkennen we haar: gisteravond zat zij bij het restaurant van de albergue buiten op het terras te roken en bier te drinken. Er schoven steeds meer mensen bij haar aan, luid Spaans pratend en enthousiast lachend. Een uitgelatenheid die we nog niet eerder waren tegengekomen tijdens onze tocht. In de slaapzaal kwam de vrouw laat binnen en ze snurkte even uitbundig als ze lachte. We zien hoe ze haar rugzak opdoet en in een stevig tempo haar weg vervolgt. Nadat ik het papier voor vandaag met punaises onder mijn schoen bevestig, lopen wij ook de camino weer op. De lucht is nog steeds donker en het waait flink.
134.327 Na stoffige vlakten en boerendorpjes wandelen we door een dichtbegroeid bos. Het waait verschrikkelijk, takken en eikels vallen uit de bomen. Als we het bos uitkomen en onze weg vervolgen langs een autoweg begint het te regenen. Snel trekken we onze poncho’s aan. Ik een knalrode en Jos een fluorescerend gele. Het plenst. Mijn voeten glibberen in de modder en de capuchon van de poncho plakt tegen mijn wang; er hangen druppels aan mijn neus. 143.932 Net op het punt dat ik denk, was ik ook maar zo’n buspelgrim, zien we een café. Er brandt
255.088 Voetstappen
licht en er klinkt muziek. Druipend van de regen lopen we naar binnen. Als Jos de deur opentrekt, vliegt de warmte ons tegemoet. Binnen zien we een feestende, dansende en drinkende meute! Boven de muziek uit klinkt een harde lach: de Spaanse vrouw is ook aanwezig. Ze blijkt het middelpunt te zijn van een groep Braziliaanse pelgrims. Het lijkt alsof ze elkaar al jaren kennen. Er gaan flessen rond met een drankje waarvan wij ook een glas in onze handen gedrukt krijgen. Het smaakt naar drop en koffie en hoort in één keer achterover geslagen te worden. Dat warmt goed op. Overdonderd kijken we vanaf een barkruk naar de Braziliaanse uitbundigheid. De muziek gaat nog harder, er dansen mensen op de tafels, ze juichen en schreeuwen. Een vrouw in een lange, witte rok hangt huilend in de armen van een man die haar door het café zwiert. Door een beslagen raam zien we dat de regen afneemt. We moeten nog een eind tot de albergue in O Pedrouzo. Rugzak op, klamme poncho weer aan en de regen in. We laten de hossende Brazilianen achter.
Dit is te tweede aflevering van het eindexamenproject van Hilde Peters voor de Academie voor Beeldende Vorming Tilburg. De eerste aflevering en een interview met Hilde staan in Jacobsstaf 97.
Van Stappen en Landschappen Het Voetstappenproject van Hilde Peters is vanaf 23 juni te zien in de Tuindorpkerk, Professor Suringarlaan 1 in Utrecht. Tevens worden de contemplatieve zwart-witfoto’s getoond die Jos Peters maakte van de Camino Francés. De openingstijden staan eind juni op de website van de kerk: www.tuindorpkerk.nl.
29 Jacobsstaf
Spiritualiteit
Karin Abdullah Khan-Feenstra
Wandelen is geen sport
W
Wat is er eenvoudiger dan lopen; het ene been voor het andere zetten? Er is niets voor nodig, alleen een lijf, ruimte en tijd. In het boek Wandelen beschrijft Frédéric Gros wandelen als een filosofische daad en een spirituele ervaring. Never waste a good crisis. Wie in deze barre tijden de verleiding voelt te voet de wijde wereld in te trekken zal veel inspiratie vinden in het boek Wandelen. Een filosofische gids van Frédéric Gros, hoogleraar filosofie in Parijs. Wandelen is geen sport. Het is eerder saai en taai. Wandelen is voor soevereine geesten die zich afwenden van de jachtige en materialistische consumptiemaatschappij. Wandelen met sterke mentale drijfveren kan zelfs de ziel versterken en een maatschappij van dwaalwegen afbrengen. Als voorbeeld noemt Gros de zoutmars van Mahatma Gandhi om de onrechtvaardige belasting op zout door de Britten met burgerlijke ongehoorzaamheid te ondermijnen. Zijn ‘stemmetje’, zoals hij dat noemde, zegt hem: ‘Je gaat wandelen, je gaat wandelen, tot aan de oceaan en daar raap je zout’.
Romantiek Deze filosofische bespiegeling over het wandelen laat de lezer afdalen in de diepe lagen van het Zijn. Gros begint het boek met schrijvers en filosofen uit de Romantiek. Friedrich Nietzsche die zijn inspiratie voor het schrijven van zijn boeken opdeed tijdens het lopen. De dichter Arthur Rimbaud die van kinds af aan vluchtte voor zijn dominante moeder en vervolgens niet van ophouden wist. Vervolgens Jean-Jacques Rousseau die
vond dat het uitgestrekte land zijn schrijfkamer was, en de Amerikaanse denker Henry David Thoreau, die waarschuwde voor het gevaar van het ‘exotisme’. Daarmee doelt hij op de wandelaar die graag met spectaculaire verhalen thuis komt en daarom vér gaat. Toen een priester aan zijn sterfbed hem troostend wees op het hiernamaals, zou hij fijntjes glimlachend hebben gezegd: ‘Één wereld tegelijk, alstublieft’. Overigens liep het niet zo goed af met deze eerste Romantische wandelaars. Zij stierven jong, eenzaam en veelal berooid. Nietzsche werd zelfs krankzinnig. Heel anders verging het filosoof Immanuel Kant, de man van de klok die iedere dag een uur wandelde uit discipline. Hij is er tachtig mee geworden en beschouwde dit als resultaat van zijn onveranderlijke dagindeling en doordacht eetpatroon. Daarbij dronk hij overigens eveneens dagelijks een goed glas wijn.
Peregrinus De historische optocht van wandelaars is een goudmijn voor de moderne pelgrim op weg naar Santiago de Compostela. Gros schetst een voortreffelijk beeld van de beweegredenen van vroegere pelgrims. Woestijnvaders, de eerste christelijke kluizenaars, hadden al het onderscheid gemaakt tussen pelgrims en heremieten. Beiden verheerlijkten de xenateia, de plaats van de vreemdeling in de wereld. Het woord peregrinus betekent trouwens vreemdeling, balling, zo legt Gros uit. Ook later bestaat een verschil tussen monniken die een belofte van stabiliteit aflegden en uitsluitend reisden in de geest, en monniken die letterlijk altijd Jacobsstaf 30
onderweg waren: zij die de peregrinatio perpetua ondernamen en zich aldus van de wereld losmaakten. Op pelgrimstocht gaan kon ook een boetedoening zijn of het afsmeken van genezing van ziekten. Ook werd gelopen uit dankbaarheid. Aanvankelijk liep men naar het verre en gevaarlijke Jeruzalem, later naar Rome en nog weer later naar het veel nabijere Compostela. Een andere reden voor de populariteit van de Jacobus-pelgrimage zijn de schoonheid van de weg erheen en van het verhaal van Jacobus. Bovendien is Compostela vergeleken met Jeruzalem en Rome overzichtelijker. Er fonkelt maar één kathedraal, uniek als de zon en tevens het eindpunt. Je ziet hem al vanaf de Monte do Gozo. Ook de ligging in het uiterste westen van Europa is bepalend, volgens Gros. Lange tijd was dit het einde van de wereld, finis terrae. Een pelgrimstocht maken is ook investeren in de utopie van de aanwezigheid, zo vindt Gros. Het gaat erom onmiddellijk aanwezig te zijn zodra je het heiligdom betreedt. Het is een plek waarop de Heiland zijn schaduw heeft laten vallen en waar voor eeuwig een fractie van bewaard is gebleven. Het gaat hier niet meer om een symbool: dit is echt. Maar je moet er wandelend heen: omdat wandelen tijd neemt, komt je aanwezigheid vanzelf. Door het buiten zijn, de traagheid, de stilte, de eenzaamheid en de eindeloze herhaling van de voetstap, wordt de wandelaar gezuiverd. Er ontstaat zoiets als een geestelijke wedergeboorte en een andere aanwezigheid in de wereld.
Cynici Ondanks mijn lof, klinkt veel in het boek mooier dan onze hedendaagse beleving. De moderne wandelaar kan zich maar beperkt committeren aan een onvoorwaardelijke overtuiging van vroegere wandelaars en denkers. Zelfs al denkt de hedendaagse wandelaar zich een cynicus in de Griekse wijsgerige zin van het woord, het is niet meer dan een illusie. Daar hebben wij de tijd, de rust en het vertrouwen niet meer voor. Deze cynici liepen zonder ophouden van de ene stad naar de andere. In hun hand een stok, over hun schouders een dik stuk stof dat als mantel en deken diende, en een reis-
zak waar niets in zat. De cynici wandelden niet om de blijde boodschap te brengen. Integendeel. Ze kwamen om te provoceren. Ze blonken uit in de schimprede, niet in die van de zalvende preek. Als de cynicus eenmaal op een plein was aangekomen, na dagen van wandelen, verdrong een menigte zich, opgetogen hem te horen schelden. Lichtelijk verontrust tegelijk, zo schrijft Gros, want ieder moment kon een groep toehoorders zelf aan de beurt zijn om te worden beschimpt. De cynicus verwerpt bekende tegenstellingen tussen lichaam en ziel en geest. Volgens hem bestaat er geen waarheid achter de uiterlijkheden. Hij wil het elementaire ontdekken. Het enige ware is de zon, de wind, de aarde en de hemel. Hun onontkoombare kracht is hun waarheid. Een duidelijk empiristische visie. Voor hem is de natuur rauw. Het is nog steeds de natuur, maar niet de gedroomde natuur van de romanticus. Dat nu, doet de moderne mens gek genoeg niet en dat is inconsistent. Wel soeverein willen zijn als de cynicus, maar de romantische kijk op de werkelijkheid niet opgeven. De lezer van het boek blijft in bescheidenheid achter. Als Gros een ding in zijn boek duidelijk maakt, dan is het wel dat de wandelaars uit het verleden te benijden zijn. Gros eindigt het boek dan ook met een dierbare herinnering van de Indiase premier Jawaharlal Nehru aan het historische moment waarop Gandhi begon aan zijn zoutmars. ‘Met zijn stok in de hand was hij de pelgrim op zoek naar de waarheid, rustig, vreedzaam, vastbesloten zonder angst.’ 31 Jacobsstaf
Mahatma Gandhi tijdens de zoutmars, maart 1930
Frédéric Gros, Wandelen. Een filosofische gids, De Bezige Bij, 2013. Prijs: € 16,90 Welke caminofoto uit uw archief verbeeldt voor u het beste de spiritualiteit van het wandelen en/of fietsen? Stuur deze in jpg-formaat in voldoende resolutie (minimaal 500 kB), en voorzien van een korte toelichting naar redactie @santiago.nl.
Cinema Camino
Jasper Koedam
De sterrenweg als religieus mijnenveld
E
La voie lactée
Eén film mag beslist niet ontbreken in Cinema Camino: La voie lactée van Luis Buñuel, de klassieker onder de pelgrimsfilms. Een combinatie van schotschrift en aburde, surrealistische humor waaraan vooral Monty Python-liefhebbers hun hart kunnen ophalen. Je moet het als regisseur maar durven. In La voie lactée (1968) (De melkweg) zien we hoe pelgrim Jean zich verbeeldt hoe de paus (gespeeld door Buñuel zelf !) door een vuurpeloton van anarchisten wordt geëxecuteerd. Het is de meest exemplarische scène in deze film, waarin belangrijke thema’s in het werk van de Spaanse filmmaker Luis Buñuel samenkomen: zijn surrealisme, zijn moeizame verhouding tot het katholicisme en zijn afkeer van dogma’s en hypocrisie op alle gebieden. Het is bovendien ook een van de geestigste scènes door het subtiele spel met tijd en plaats dat in de hele film een grote rol speelt. Na de schoten van de executie in de verbeelding van Jean, zien we hoe een andere man zijn oren spitst en aan Jean vraagt: ‘Is hier een schietbaan in de buurt?’ Waarop Jean antwoordt: ‘Nee, ik ben het, ik stelde me voor dat er een paus werd geëxecuteerd.’ Buñuel plaatste zijn film hiermee midden in de actualiteit van mei 1968: het jaar waarin de progressieve studenten in opstand kwamen tegen conservatisme en de religieuze moraal. Rebels als hij was, maakte Buñuel juist in 1968 zijn meest religieuze film. Iets dat hem niet in dank door zijn marxistische vrienden werd afgenomen.
Buñuel en Dali La voie lactée is de eerste film van een trilogie. Samen met Le Charme discret de la bourgeoisie (1972) en Le Fantôme de la liberté (1974) is de film een ‘zoektocht naar de waarheid, met de bedoeling die weer achter te laten, zodra deze gevonden is’. Buñuel (19001983), afkomstig uit een aristocratisch en streng katholiek milieu, maakte de trilogie in zijn tweede Franse periode, waarin hij zijn beste films maakte. Buñuel beleefde zijn eerste successen ook in Frankrijk, waar hij zich met landgenoot en kunstenaar Salvador Dali in het Parijs van de jaren twintig aansloot bij de surrealisten. Hier maakte hij de twee hoogtepunten van de surrealistische film: Un chien andalou (1928) en L’Âge d’or (1930) . Dogma’s en ketterijen La voie lactée begint met een korte introductie over de bedevaart naar Santiago. De bedevaart dient vooral als kapstok voor wat Buñuel werkelijk aan de orde wil stellen: de dogma’s (mysteriën) van de Rooms-katholieke Kerk en de protesten daartegen, en het fanatisme waarmee Kerk én tegenstanders hun standpunten verdedigen. De pelgrims Jean en Pierre vertrekken vanuit Parijs naar Santiago. Onderweg hebben ze allerlei bizarre ontmoetingen, waarbij werkelijkheid en verbeelding en heden en verleden door elkaar lopen. Als Pierre zich bijvoorbeeld een opmerking herinnert van zijn moeder over zijn baard, snijdt Buñuel Jacobsstaf 32
naar een scène waarin Jezus zijn baard wil afscheren, maar diens moeder hem hiervan weerhoudt omdat zij vindt dat de baard hem zo goed staat. De belangrijkste scènes zijn die waarin zes katholieke dogma’s (zie kader) worden behandeld, op basis van teksten uit de Bijbel en andere theologische werken. Buñuel plaatst de discussies over deze leerstellingen in alledaagse omstandigheden. Zo redetwisten een politieagent en een priester in een café bij een glas wijn over de leer van de transsubstantiatie, onderwijst een restauranteigenaar zijn personeel bij het dekken van de tafels over de dubbele natuur van Christus, en hebben de pelgrims een ontmoeting met het kwaad (‘een arbeider die nooit zonder werk zit’), die ze vinden op de achterbank van een auto die net daarvoor is gecrasht. Jean en Pierre zijn meestal getuigen van deze discussies, maar mengen zich er nooit in. Ze ondergaan de gesprekken gelaten en verwonderen zich hooguit over het fanatisme waarmee beide partijen elkaar met hun leerstellingen bestrijden. Ze zijn pragmatisch, naïef bijna, en zelf vrij van dogma’s en hypocrisie. Hun naïeve instelling wordt mooi geïllustreerd door hun eerste en laatste ontmoeting in de film. Eerst ontmoeten ze een vreemde heer met een cape die hen opdraagt twee kinderen te verwekken bij een prostituee. Aan het einde, als ze Santiago hebben bereikt, laten ze zich liever verleiden door een straathoertje dan de apostel te omhelzen in de kathedraal. Pas als de prostituee zelf zegt dat ze twee kinderen van de pelgrims wil, herinneren zij zich de opdracht van de man met de cape.
Bedelaars Dat Buñuel met La voie lactée een zeer provocerende film heeft gemaakt moge duidelijk zijn. Hoewel sommige scènes op het eerste gezicht blasfemisch lijken – wat te denken van een non die zich vrijwillig aan het kruis laat nagelen? – is de film beslist niet antireligieus. Zelfs het Vaticaan was zeer positief, terwijl het in 1961 Buñuels Viridiana als godslasterlijk had veroordeeld, onder andere vanwege de scène van het Laatste Avondmaal, waarin Jezus en de apostelen zijn ver-
vangen door bedelaars. La voie lactée gaat vooral over vrijheid: Buñuel veroordeelt niet het geloof, maar de kerkelijke doctrine en de hypocrisie waarmee dit gepaard gaat. Om de diepere lagen van de film goed te begrijpen is enige theologische kennis onontbeerlijk. Door het surrealisme en de absurde humor is het echter een zeer genietbare film, die vooral de liefhebbers van Monty Python’s Life of Brian zal kunnen bekoren. Het is geen ‘typische’ pelgrimsfilm met standaardmotieven als beproeving en transformatie; daarvoor zijn Jean en Pierre meer zwervers dan pelgrims. Maar zijn zwervers eigenlijk niet de echte pelgrims: vrijdenkers die alle zekerheden los durven te laten?
Pelgrims Jean en Pierre doen een bijzondere ontdekking. Still uit La voie lactée
La voie lactée is alleen nog als tweedehands-dvd verkrijgbaar. Verder is de dvd te huur bij de Cinematheek in Nijmegen en Tilburg (Cinematheek.nl). Sinds kort is de film in zijn geheel op YouTube te zien.
De zes dogma’s in La voie lactée - de transsubstantiatie: de verandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus - de dubbele natuur van Christus: menselijk én goddelijk - de heilige drie-eenheid, drievuldigheid of triniteit: God bestaat in drie heilige personen: Vader, Zoon en Heilige Geest - de aanwezigheid van het kwaad: God is niet de enige zingever in het bestaan; het kwaad is een zelfstandige macht die niet door God verdreven kan worden - het concept van de vrije wil: het kwaad bestaat, zodat de mens een keuze kan maken - de onbevlekte ontvangenis van Maria: Maria die ter wereld kwam zonder met de erfzonde te zijn bevlekt (niet te verwarren met de maagdelijkheid van Maria) 33 Jacobsstaf
Santiago als beroep
Bram van der Wees
‘Ik kom beslist in de hemel’
V
Fietsentransporteur Jan Soetens
Voor veel mensen is Santiago de Compostela het einddoel van een tocht, met onderweg een schat aan persoonlijke, sportieve, culturele, spirituele of religeuze ervaringen. Maar voor enkele anderen is Santiago deel van hun dagelijkse werk. Zij hebben ‘Santiago als beroep’. In deze serie komen zij aan het woord. ‘Ik ga nog wel even door, samen met mijn zoon, die bij mij in de zaak werkt als chauffeur. Het liefst ga ik zelf ook weer rijden; dat plannen en organiseren achter de computer ligt me eigenlijk niet zo.’ Jan Soetens (1950) is eigenaar van Soetens Transport te Vessem, een internationale koeriersdienst voor bedrijven in de hightechindustrie. Sinds zeven jaar repatrieert hij ook fietsen van pelgrims.
Jan Soetens, klaar voor de wekelijkse rit naar Santiago. Foto: Bram van der Wees
Jacobsstaf 34
Op de weg ‘Ik ben geboren en getogen in Vessem. Mijn vader was boer en ging later werken in de wegenbouw. Ik was timmerman, maar kwam ook in de wegenbouw terecht. Ik vond het maar koud, dat werken langs de weg. Dus ik haalde mijn groot rijbewijs en werd vrachtwagenchauffeur. Ik reed altijd op het buitenland, vooral naar het Midden-Oosten: Irak, Iran, Pakistan. Dat was toen nog veilig. Ik handelde ook wat in auto’s. De kunst is niet het verkopen, maar het inkopen: daar zit de winst. Zo werd ik zelfstandig. Toen mijn zoon Frank in de zaak kwam, heb ik voor hem een bestelbus gekocht, waarmee hij koeriersdiensten kon uitvoeren. Hij reed veel voor TNT, ook altijd op het buitenland. Zo veranderde de autohandel in een inter-
nationaal transportbedrijf. We reden jarenlang elke dag met lenzen van Schiphol naar Milaan, met computerchips naar Madrid en voor Apple naar Rome. Altijd kleingoed, altijd lange afstanden, altijd spoed.’
Santiago zei me niets ‘Broeder Fons van der Laan van de Fraters van Tilburg kwam naar Vessem en ging in het huis Kafarnaüm wonen. Hij was in Santiago geweest en stichtte hier in een oude boerderij de Jacobushoeve, met een wereld- en een kringloopwinkel en een theehuis. Maar Santiago zei me nog niets. Tot een van mijn chauffeurs naar Santiago ging fietsen. Hij sprak andere fietsers over de vraag hoe ze hun fiets zouden terugsturen. Met het vliegtuig, maar dat was duur en er kwamen veel beschadigingen voor. Hij belde me onderweg op en vroeg of ik hem niet zou kunnen ophalen als ik toch terugreed uit Madrid. En, zei hij, misschien kun je dan ook wel andere fietsen meenemen. Zo ontstond het idee. Ik ging ermee naar broeder Fons. Hij zei dat ik een vast adres op een camping zou moeten zoeken. Én hij gaf me het telefoonnummer van het genootschap. Coördinator Bram van der Wees vond het plan prima, maar een camping geen goede plek. “Je moet die fietsen ergens binnen zetten. Waarom ga je niet zelf kijken in Santiago? Zoek iemand die voor jou de fietsen verzamelt.” De volgende dag reed ik naar Santiago. Ik liep er twee dagen rond en kreeg een rondleiding van een Belse madam die goed Spaans sprak en in Santiago woonde; zij bracht me in contact met een fietswinkel die voor mij ging werken. Sindsdien komen we wekelijks langs om de fietsen op te halen. We zorgen er vooral voor dat ze niet beschadigd raken. De trappers en accessoires gaan eraf, het stuur gaat dwars en er komen kleden tussen de fietsen. Ik hang ze op aan haken, dan blijft er op de laadvloer ruimte voor dozen met de bagage. We hebben zelden schade. Een enkele keer raakt er een kunststof kettingkast beschadigd en die vergoeden we dan. Er zijn helaas ook mensen die hun fiets op kosten van de verzekering willen oplappen. Als ze van tevoren vragen of ik wel goed verzekerd ben, voel ik ‘m al aankomen: de claim. Dan hebben ze een kras ontdekt.’
Hulp van Jacobus ‘Na een tijdje klaagde er eens iemand dat zijn fiets beschadigd was. Maar ik kende die klant niet. Toen bleek dat mijn Spaanse kompaan het geld in zijn zak had gestoken en de fiets voor een paar tientjes verschil in een doos met het vliegtuig naar Nederland had gestuurd. Die fiets kwam dus beschadigd aan en zo raakte ik mijn compagnon kwijt. Hij loopt nog wel bij de kathedraal rond, met míjn foldertjes. Nu werk ik samen met een Pools-Spaanse vrouw. Ze regelt alles perfect en zorgt dat de fietsen in een afgesloten ruimte klaarstaan als we langskomen. Na terugkeer in Nederland breng ik alle fietsen aan huis; de ene dag Brabant en Limburg, de andere dag alles boven de rivieren, en vaak ook nog naar België. Duitse klanten komen hun fiets hier afhalen. Per wagen kunnen we 35 fietsen meenemen. In de winter ligt het vrijwel stil, maar ook als er nog twee of drie fietsen staan, gaan we langs om ze mee te nemen. Zo hebben we dit jaar ruim duizend fietsen teruggebracht. Ook is het werk uitgebreid naar Rome, waar we een camping hebben als afstelplek, met Nederlandse eigenaren; dat is makkelijk in de communicatie en je raakt je geld niet kwijt. We brengen ook steeds meer fietsen naar Frankrijk, voor pelgrims die in Tours, Bordeaux of Saint-Jean-Pied-de-Port willen beginnen. Ik weet intussen wel dat Jacobus helpt. Eens had mijn zoon bij Astorga de wagen aan de verkeerde kant van de weg geparkeerd, juist toen de Policia Local langskwam. Dat levert een boete op. De ene agent was al aan het schrijven. De andere liep eens om de wagen heen en zag het Santiagosymbool op de zijkant. Wat is dat, vroeg hij. Frank vertelde dat hij naar Santiago reed om fietsen op te halen. Oh, zei de agent, laat de bekeuring dan maar zitten. Zelf houd ik niet van wandelen, en ook niet van fietsen. Ik heb het geduld niet. Het gaat me niet snel genoeg. Ik zou onderweg altijd denken als ik een andere pelgrim zie: eens kijken wie er het eerst bij het volgende dorp is. Maar er is geen pelgrim in Nederland die zo vaak in Santiago is geweest als ik. Ik kom beslist in de hemel.’ 35 Jacobsstaf
Ik weet intussen wel dat Jacobus helpt
Wandelen
Fons Boink
In drijfnatte sokken en schoenen Pelgrimstocht naar Sint-Olav
I
In de middeleeuwen moet het Europese continent een ware mierenhoop zijn geweest van pelgrims en pelgrimswegen: de kruistochten naar Jeruzalem, de hordes pelgrims naar het graf van Jacobus de Meerdere in het noordwesten van Spanje en de wegen naar Petrus in Rome. Veel minder bekend was de pelgrimstocht naar Nidaros (nu Trondheim) in Noorwegen, waar pelgrims het graf bezochten van Sint-Olav. Fons Boink baande zich een weg door het natte en ruige Noorse land.
De pelgrimage naar het graf van Jacobus de Meerdere in Santiago de Compostela was ook in Noorwegen bekend. Een fraaie illustratie hiervan vormt het logo van het Noorse Pelgrimsgenootschap dat afkomstig is van een dertiende-eeuwse reliekschrijn, die in een staafkerk te Valdres is gevonden: Sint-Olav en Sint-Jacobus de Meerdere, samen onder een dak waarop de Jakobsschelp is afgebeeld. Dit logo wordt tegenwoordig ook gebruikt ter aanduiding van de herbergen voor de moderne pelgrim op weg naar Trondheim. Meeliftend op het succes van Santiago de Compostela werd in het lutherse Noorwegen in de jaren negentig de traditionele pelgrimstocht naar het graf van Sint-Olav nieuw leven ingeblazen. Net zoals er vele wegen naar Santiago leiden, zijn er nu verschillende routes naar Trondheim die allemaal uitstekend zijn gemarkeerd. Er is een uitgebalanceerd netwerk van pelgrimonderkomens opgezet op
Kaart: Wobien Doyer met medewerking van Han Lasance
Jacobsstaf 36
Refugium Ryphusan. Foto: Fons Boink
Fragmenten uit ‘De bruidskrans’ (1920) uit de trilogie ‘Kristin Lavransdochter’ ‘Onder (haar) lagen overal dicht met bos begroeide bergvlakten. Het dal leek alleen maar een inzinking tussen de grote bergen en de zijdalen waren nog kleinere insnijdingen. Er waren er veel, maar toch was er weinig dal en veel berg. Overal staken grijze toppen, geelgevlamd van ijslands mos, boven het woudtapijt uit en heel in de verte tekende zich het blauwe gebergte met witte sneeuwplekken tegen de hemel af en smolt voor het oog samen met de grijsblauwe en witte zomerwolkjes.’ ‘Ze reden de hoeve af, de grijze schemering in. De nevel lag wit als melk over het dak. Maar langzamerhand begon het wat lichter te worden en toen boorde de zonneschijn er zich doorheen. En druipend van dauw glinsterden in de witte nevel velden, groen van gras, vale stoppelvelden, gele bomen en lijsterbessen met heldere, rode bessen. De rotskanten rezen blauw omhoog uit nevel en damp. Toen scheurde de mist en dreef in vlokken langs de berghellingen en ze reden beneden door het dal in de heerlijkste zonneschijn.’ Sigrid Undset (vertaling A. Snethlage)
37 Jacobsstaf
een kale barak zonder elektriciteit en stromend water
onderlinge afstanden variërend van 12 tot 35 kilometer. Via de website www.pilegrim.info zijn zeer gedetailleerde kaarten verkrijgbaar. In 1997 heeft de Noorse kroonprins Håkon Magnus officieel het Olavspad ingewijd en in 2010 heeft de pelgrimsweg naar Nidaros van de Raad van Europa de status Europese Cultuurweg gekregen.
Wandelen
Olav Haraldsson (circa 995-1030) was een stoutmoedige Viking die al op jonge leeftijd met zijn makkers op veroveringstocht ging. Hij kwam terecht in Normandië waar hij onder de indruk raakte van het staatsmanschap van Karel de Grote. Daar bekeerde de heidense Olav zich tot het christendom. Boze tongen beweren dat dit vooral was ingegeven door het besef dat hij het christendom mooi kon gebruiken voor zijn politieke doelen. Olav keerde terug naar zijn geboorteland om de stammenmaatschappij om te vormen tot één rijk en om de bevolking te bekeren tot het christendom. Veel van de stamhoofden namen hem deze activiteiten niet in dank af. Ze bezweken dan ook gemakkelijk voor de verleiding met kostbaarheden door koning Knoet de Grote van Denemarken. Toen Knoet naar het noorden oprukte liet het merendeel van Olavs overgebleven vrienden hem snel in de steek. Zonder slag of stoot werd hij verdreven. Via Zweden kwam hij terecht aan het hof van zijn zwager, hertog Jaroslav de Wijze in Novgorod, samen met zijn zoon Magnus en een handjevol vertrouwelingen. Daar leed hij zeer onder het verlies van zijn wereldse macht. Even overwoog hij alles op te geven en als pelgrim naar Jeruzalem te reizen en daar in een klooster te treden. Voortdurend bleef hij piekeren over de kansen om Noorwegen te heroveren. Op een nacht verscheen zijn voorganger Olav Trygvasson in een droom. Deze overtuigde hem: ‘Reis terug naar je eigen koninkrijk dat je hebt geërfd en waarover je lange tijd met Gods hulp hebt geregeerd’. Tegelijk kwam uit Noorwegen
Schoenenföhn Wij liepen in juli 2012 van Otta naar Trondheim, een afstand van 285 kilometer. Onze tocht ging door prachtige natuurgebieden. Mooier dan de Noorse schrijfster Sigrid Undset kan ik het landschap tussen Oslo en Trondheim niet beschrijven (zie kader). Qua natuurschoon overtreft deze route de Camino Primitivo, maar ook qua zwaarte. Dat kwam deels door de hoogteverschillen die moesten worden overwonnen. Er was in het voorjaar veel sneeuw gevallen. Deze was al wel gesmolten, maar het water was nog lang niet verdwenen. Met als resultaat wonderschone, woeste watermassa’s die zich een weg baanden door het landschap. De bodemgesteldheid was vaak zompig, hetgeen de voortgang bemoeilijkte. Het pad was vaak lastig te begaan door onder water gelegen stenen en beekjes die overgestoken moesten worden. Andere keren voerde het pad ons door hoog gras dat vaak nog nat was; een enkele keer als
het bericht dat de machtigste persoon van dat moment, graaf Håkon, was verdronken, zodat het land zonder leider was. Met zijn manschappen ging Olav op pad. Hij verbood zijn mannen de boerderijen van zijn komende tegenstanders plat te branden: ‘Als we sneuvelen in de strijd kunnen we beter hemelen zonder gestolen goederen.’ Verder schonk hij een aanzienlijke som geld voor het opdragen van missen voor tegenstanders die zouden sneuvelen in de strijd. Zo kwam het op 29 juli 1030 tot de Slag bij Stiklestad waar Olav en zijn mannen geen partij waren voor de overmacht van boeren. Na geraakt te zijn aan zijn linkerbeen wierp Olav zijn zwaard weg, hetgeen een zichzelf respecterende Noorse krijger nooit zou doen. Olav sterft onder een reeks van slagen als martelaar. Al snel na de dood van Olav sloeg de stemming om. De een na de ander verklaarde dat Olav werkelijk een heilig man was, zelfs de krijger die hem de fatale slag had toegebracht. Ook personen die niet betrokken waren bij de slag drongen aan op de heiligverklaring van Olav. Bij het opgraven van zijn lichaam, een jaar na de veldslag, bleek dit nog geheel intact: met een blozend gezicht, groeiend haar en nagels en nog bloedende wonden. Olav werd heilig verklaard. Daarmee kreeg ook Scandinavië een pelgrimsoord. De betekenis van Sint-Olav voor de middeleeuwse Noorse bevolking komt prachtig tot zijn recht in de romantrilogie Kristin Lavransdochter van de Nobelprijswinnares Sigrid Undset.
gevolg van de ochtenddauw maar meestal door het hemelwater waarvan we dagelijks een flinke portie kregen. Vrijwel elke avond waren kousen en schoenen drijfnat. Gelukkig brandde iedere avond de kachel in de herbergen. Aan het eind van de ergste etappes werden we verrast door de aanwezigheid van een ‘schoenenföhn’ in de herberg, een octopusachtig apparaat waarmee de schoenen in twee uur veilig droog werden geblazen. Kortom, wie deze route wil gaan lopen moet zorgen voor goede regenkleding, waterdichte, hoge schoenen en gamaschen. Maar dan krijg je ook wat terug als je van rust en natuur houdt. De route die wij volgden, leidde over de Dovrefjell, een bergketen die grofweg tussen Trondheim in het noorden en Hamar in het zuiden is gelegen. Dovrefjell is onderdeel van een beschermd natuurgebied van bijna 1700 vierkante kilometer waar muskusossen rondlopen. Het was een prachtig traject met bijzondere vegetatie. Maar de status ‘natuurJacobsstaf 38
gebied’ betekende ook 100 kilometer zonder winkels. Bij sommige onderdakplaatsen konden wel maaltijden worden genoten, maar niet overal. Zo aten en sliepen we in het luxe hotel-restaurant Kongsvold, een Noorse pendant van Los Reyes Católicos, en de volgende nacht in Refugium Ryphusan: een kale barak zonder elektriciteit en stromend water, maar gelukkig wel met een warme kachel en kookgelegenheid. Aan beide onderkomens bewaren we goede herinneringen.
Hoogwerker naar Jacobus Op 24 juli arriveerden we in Trondheim. Volgens de traditie betraden we als pas gearriveerde pelgrims de Nidaros-domkerk niet op de dag van aankomst, maar liepen we eerst drie keer rondom de kerk. Pas de volgende dag bezochten we de kathedraal. We waren door de lutherse pelgrimspriester uitgenodigd voor de viering op 25 juli ter ere van de apostel en de pelgrims. Hieraan voorafgaand werd voor de domkerk een korte ceremonie gehouden ter ere van Jacobus de Meerdere. Aan het slot ervan werd een van de vrouwelijke diakenen met behulp van een hoogwerker gemanoeuvreerd naar het beeld van Jacobus, dat ze vervolgens een krans omhing. Een bijzonder afscheid van een indrukwekkende pelgrimstocht en ook van de weinige medepelgrims die we onderweg hebben leren kennen.
Sint-Olav en Jacobus onder één dak: logo Noors Pelgrimsgenootschap. Foto: Fons Boink
Route-informatie De route voert door het nationaal park Dovrefjell-Sunndalsfjella. Er zijn geen winkels over een traject van 100 kilometer tussen Dovre en Oppdal. Sla in Dovre dus voldoende proviand in. Alleen de maanden juli, augustus en september zijn geschikt voor het lopen van deze tocht. Wat betreft de uitrusting: hou er rekening mee dat het flink kan regenen en dat de route af en toe door een zompig veengebied gaat. Er zijn maar weinig echt vlakke stukken. Tot twee keer toe zijn we in herbergen geconfronteerd met de afwezigheid van dekens. KLM vliegt enkele keren per dag rechtstreeks van Schiphol naar Trondheim. Vandaar per trein richting Oslo. Treintickets zijn circa 30 procent goedkoper indien tevoren besteld via internet. Kijk op de website van de Noorse spoorwegen Nsb. no voor reservering. Hou er rekening mee dat het prijspeil in Noorwegen een stuk hoger ligt dan in Nederland. Overnachtingen zijn meestal bij particulieren waar contant moet worden afgerekend. Tot slot: probeer het naamfeest van Jacobus de Meerdere op 25 juli in Trondheim mee te maken. Meer lezen? Der Olavsweg, Pilgerführer von Hamar nach Trondheim, geschreven door Bernd Lohse (ISBN: 978-387503-150-8). Veel informatie over de pelgrimsroutes naar Trondheim is te vinden op Pilegrim.info en Olavsweg. de. De pictogrammen op de gedetailleerde kaarten geven informatie over overnachtingsmogelijkheden. Maak altijd telefonisch een afspraak. 39 Jacobsstaf
Hospitaleren
Gert-Jan en Maria van Geldere-Verstraten
De echte pelgrimsgedachte Hospitaleren thuis aan de Camino Mozárabe
S
S je hebt de camino gelopen, je bent hospiStel: St talero voluntario en je houdt van het Spaanse ta a binnenland en de bijbehorende zon. Dan zou bi b je zomaar een huis kunnen huren langs een van de camino’s die Spanje telt en dat openstellen voor de passerende pelgrims. GertJan van Geldere en zijn vrouw Maria doen dat sinds eind 2011.
De acogida in Cerro Muriano.
Tijdens een trainingsweekend voor hospitaleros in Málaga, werden we al warm gemaakt voor de Camino Mozárabe. Deze camino voert een dikke 200 kilometer door de provincie Córdoba, om vervolgens na 150 kilometer door de Extremadura in Mérida aan te sluiten op de Vía de la Plata. De camino dankt zijn naam aan de Mozaraben, de benaming voor de christenen die leefden onder
Foto: Gert-Jan van Geldere
Jacobsstaf 40
de moslimdominantie tijdens de Moorse bezetting van het Iberisch schiereiland, vanaf het jaar 711.
Acogida Na een grondige verkenning van de camino, vonden we een geschikt huurhuis in Cerro Muriano, op een dagmars van de stad Córdoba. Tijdens de wekelijkse bijeenkomst van de Asociación de Amigos del Camino de Santiago, wordt ons verteld dat er nog weinig pelgrimsonderkomens langs de route zijn. Er zijn wel hotels, pensions en bars met kamers, maar nauwelijks albergues langs deze route waar gemiddeld zestig pelgrims per jaar het hele traject in een keer lopen (2010). Ze zijn dus blij met ons initiatief. In eerste instantie dachten ze dat wij een commerciële albergue wilden beginnen. Toen ze hoorden dat we van plan waren drie kamers met in totaal zeven kale bedden, een badkamer, een stiltekamer, een internetaansluiting en onze keuken ter beschikking te stellen en daarvoor slechts een vrijwillige bijdrage te vragen, werd men enthousiast, want dat is in de lijn van de echte pelgrimsgedachte. Ze vertelden dat het beter is om het acogida (opvang) te noemen dan albergue; dat geeft minder gezeur met de overheid over vergunningen en minder broodnijd van lokale ondernemers. De Asociación zorgde ervoor dat onze gegevens op hun website kwamen te staan. Zelf hingen wij een geplastificeerde aankondiging in het Spaans en Engels aan een niet te missen boom bij de ingang van het dorp.
Barrevoets Eind februari 2012 wordt er aangebeld en onze eerste gasten staan op de stoep: een Duits-Engels echtpaar dat hun vijfentwintigjarig huwelijk viert met een pelgrimage van Granada naar Santiago. Ze zagen onze aankondiging op de boom en vinden het geweldig om ‘onder elkaar’ te zijn met gelijkgestemden. Ze vinden het fijn de keuken te gebruiken, zodat ze gezond en naar eigen smaak kunnen koken. De meest opmerkelijke pelgrim tot nu toe was wel Antonio, die barrevoets van Almería naar Santiago loopt, omdat hij zo dankbaar is dat zijn ongeneeslijk ziek geachte moeder positief op de medicatie reageert en het gaat redden. We zijn inmiddels een jaar verder en er zijn 111 pelgrims geweest, verdeeld over veertien nationaliteiten, soms alleen, soms een koppel, soms een vriendengroepje van drie. Bijna iedereen gaat koken, waarbij het een voordeel is dat de supermarkt hier tegenover ligt. Er zijn altijd leuke gesprekken; heel vaak komt ook de religieuze, spirituele of filosofische invalshoek van de tocht ter sprake. Altijd gaat het over het afgelegde traject: de laatste klim naar ons dorp valt tegen aan het eind van de dag. De warme douche maakt dan veel goed. Er wordt geïnformeerd naar de komende trajecten en daarover kunnen we genoeg vertellen want die hebben we zelf ook verkend. Gezamenlijke maaltijd Domingos: zo worden in Spanje de wandelaars genoemd die telkens in het weekend een traject lopen. De Amigos uit Córdoba organiseren dat ter promotie van het echte werk. Zo stond in januari 2012 het traject gepland vanuit ons dorp naar de eerstvolgende etappeplaats Villaharta. Per bus arriveerden de wandelaars bij onze acogida, opdat iedereen hier even rond kon kijken. Er werd om half acht een stevige borrel geschonken ‘om de ochtendkou te verdrijven’. Het werd een gezellige wandeling, waarbij regelmatig iemand een praatje aanknoopte met een local om te vragen of hier niet toevallig een huis leeg staat dat als refugio kan dienen in een verlaten traject. Voor ons was het ook belangrijk om de faciliteiten, of het ontbreken daarvan, in kaart te brengen. Elke maand werd zo een traject afgelegd, al-
tijd afgesloten met een gezamenlijke maaltijd, want dat is in de Spaanse cultuur een belangrijke gebeurtenis. Je hebt op zo’n dag heel wat verschillende mensen gesproken, dus je vindt altijd wel aardig tafelgezelschap. Die keer dat we op een bergpas eindigden, omdat het lange traject van 38 kilometer in tweeën was geknipt en er geen horeca te bekennen viel, gingen we picknicken. Tot onze Hollandse verbazing kwamen er hele flessen wijn uit de rugzakken, worsten, kazen, warme spijzen, Iberico- en Serrano-hammen, fruit et cetera. Bij elk volgend traject informeert de harde kern steevast naar het aantal pelgrims dat onze acogida inmiddels heeft aangedaan, waarop men na ons antwoord tevreden knikt en zegt: ‘Dat zouden meer mensen moeten doen!’
De gezamenlijke maaltijd van de ‘domingos’. Foto: Gert-Jan van Geldere
Voor meer informatie over de Camino Mozárabe, kijk op Caminomozarabe.es. Informatie over de herberg: www.minicamino.site40.net Spanje telt zo’n 48 provincies, elke provincie waar een camino doorheen loopt kent een eigen Asociación de Amigos del Camino de Santiago. Voor de inwoners van zo’n provincie is dat hét adres om informatie en een credencial te bemachtigen als ze van plan zijn een camino te gaan lopen. Deze Asociaciónes organiseren regelmatig bijeenkomsten en lezingen over de camino. 41 Jacobsstaf
Economie
Ad Gruijters
Tegen de crisis: heilige jaren!
O
De economie van de camino
Over de economie hebben we het zelden in de Jacobsstaf. En over de crisis evenmin. Toch is de camino ook een economisch project, zeker in Spanje. En de crisis slaat in Spanje harder toe dan waar dan ook. Ad Gruijters las er Peregrino op na, het tijdschrift van onze zusterorganisatie Federación Española de Asociaciones de Amigos del Camino de Santiago. Vanuit economisch oogpunt is de camino een ware motor van commerciële activiteit in de gebieden waar hij doorheen loopt. Periodiek wordt de economische betekenis van de camino onderzocht. In het heilige jaar 2010 komen 272.000 pelgrims in Santiago aan. Ze geven € 247 miljoen uit. De 183.000 pelgrims die in 2011 aankomen, geven € 189 miljoen uit. In 2005 is dat pas € 75 miljoen door 94.000 pelgrims. De bedragen worden verdeeld in pre-camino, camino en post-camino. Pre-camino zijn de voorbereidingskosten voor kleding, uitrusting en dergelijke. Camino zijn de uitgaven voor voeding en onderdak langs de route. De reiskosten heen en terug zijn post-camino. Een pelgrim geeft langs de route in Spanje per dag gemiddeld € 38 uit. De totale uitgaven langs de verschillende Spaanse routes bedragen € 126 miljoen in 2011. Hiervan wordt bijna 80% besteed langs de Camino Francés. De voorbereidingskosten zijn gemiddeld € 190 per persoon en de reiskosten € 115 voor Spanjaarden en € 190 voor buitenlanders. Naar dat laatste bedrag is nadere studie nodig, omdat het waarschijnlijk te laag is. De camino is een belangrijke bron van in-
komsten in de steden en dorpen langs de routes. In Roncesvalles geven de pelgrims in 2011 € 650.000 uit en in León bijna € 2 miljoen. Santiago spant natuurlijk de kroon met € 22 miljoen.
Klanttevredenheid De Camino Francés is als economisch product onderzocht op klanttevredenheid. De tevredenheid is over de hele lijn hoog. De mooiste cijfers krijgen de andere pelgrims (8,5) en de mensen van de camino (8,2). Hoge scores worden ook gegeven aan de gastronomie (7,9), de bewegwijzering (7,7) en de omgeving (7,6). De weg zelf, de herbergen en de hospitaleros krijgen cijfers tussen 7,0 en 7,5. Het laagst, maar nog steeds ruim voldoende, scoren gemeentes, parochies en prijsniveau. Het toenemende tekort aan priesters en mensen die actief zijn in parochies, doet zich voelen langs de camino. Kerken zijn vaker gesloten en de religieuze festiviteiten nemen af. In totaal is de waardering hoger dan ooit tevoren. De tevredenheidsmeting geeft overheden, asociaciones de amigos en andere instellingen mogelijkheden voor verdere verbeteringen. De asceten van de camino hebben hier echter niks mee op: de Camino Francés is voor hen geen toeristisch product maar een pelgrimsweg. Boodschappenmandje De prijzen voor de pelgrim op de Camino Francés dalen. Peregrino heeft een boodschappenmandje voor de pelgrim samengesteld. Dat bevat 19 onmisbare artikelen, Jacobsstaf 42
Alimentación Ruíz in Belorado: de goedkoopste supermarkt aan de Camino Francés. Foto: Ad Gruijters
43 Jacobsstaf
Economie zoals melk, rijst, mineraalwater, bier en wijn, bananen en tomaten, kaasjes, chorizo en vacuüm verpakte Serrano-ham, chocolade en 650 gram vloeibare zeep. De prijs voor dit mandje is in 2012 met 10% afgenomen en sinds het begin van de crisis in 2009 met 16%. In 2012 is de gemiddelde prijs voor het boodschappenmandje € 21,28. Bij Alimentación Ruíz in Belorado is de pelgrim het goedkoopste uit met een mandje van € 17,72 en ook Alcampo in Burgos en El Árbol in Ponferrada zijn goedkoop. Het duurst is de pelgrim uit in Canfranc in Aragón. Het menú peregrino kost in 2012 gemiddeld € 9,85, evenveel als in 2009. Het goedkoopste menu is € 8,50 en het duurste € 11,50. De overnachtingen worden wel duurder. In 2005 telde de Camino Francés 185 herbergen, waarvan een derde deel donativo. In 2012 zijn er ongeveer 300 herbergen, waarvan nog maar 12% donativo en 88% met een prijs van € 3 tot € 18.
Sporen van de crisis Spanje is een van de landen die het hardst door de economische crisis zijn getroffen. De problemen zijn enorm door wankelende banken, een ingestorte huizenmarkt, hoge werkloosheid, kredietschaarste en vele particuliere schulden. De economie moet weer gaan groeien en de huidige regering wil dat bereiken door een pijnlijk proces van structurele hervormingen en interne devaluatie. De lonen moeten omlaag en daarna de prijzen. Er zijn nu bijna 5 miljoen mensen werkloos. Dat is 26 procent van de beroepsbevolking. Het percentage jongeren zonder werk is opgelopen tot een schokkende 60 procent. Sinds het begin van de crisis zijn meer dan 400.000 families hun huis kwijtgeraakt en 350.000 gezinnen zijn afhankelijk van liefdadigheid omdat ze geen enkel inkomen hebben. De pelgrim langs de camino ziet vooral de sporen van de ingestorte huizenmarkt: half afgebouwde panden, leegstaande nieuwbouwwijkjes en nieuwe infrastructuur met veelbelovende bouwborden, maar zonder enige activiteit. In Peregrino is van deze hardnekkige crisis weinig te vinden. De camino lijkt er weinig last van te hebben. Het aantal pelgrims stijgt
in 2012 naar 192.000. De pelgrims redden dat jaar ook het toeristenseizoen van de casas rurales langs de routes in Galicië. De bezettingsgraad is er 80 tot 100 procent. Nationaal tuimelt deze naar 10 procent. Wel bezuinigen de overheden op de camino. In Galicië wordt het bedrag dat de gemeenten langs de Camino Francés van de provincie ontvangen voor onderhoud, verlaagd van € 2000 per kilometer per jaar naar minder dan € 1000. De Junta de Castilla y Léon heft het commissariaat van de Caminos a Santiago op en in Galicië wordt de uitvoering van het Plan Xacobeo op een zacht pitje gezet.
De pelgrim ziet vooral de sporen van de ingestorte huizenmarkt Extra heilig jaar? Het volgende heilig jaar na 2010 is pas 2021. De winkeliers in het oude centrum van Santiago hebben een wel heel inventieve manier bedacht om de crisis te lijf te gaan. Ze hebben gevraagd om een extra heilig jaar te vieren, in 2014 of 2015. Dat levert veel extra pelgrims en inkomsten op en verlicht de negatieve gevolgen van de hardnekkige crisis. De Galicische overheid laat weten dat het besluit tot een extra heilig jaar bij de kerk ligt. De aartsbisschop van Santiago antwoordt dat de beslissing over de viering van een buitengewoon heilig jaar wordt genomen op spirituele en niet op economische gronden. De middenstanders hebben zich nu tot het Vaticaan gericht. Het meest verbazingwekkend is de argumentatie die ze daarbij gebruiken: onder de huidige omstandigheden versterkt een nieuw heilig jaar de spirituele wortels van Europa. De winkeliers van Santiago worden blijkbaar bewogen door zuiver altruïsme. Wat ze het meest bezighoudt, is de spirituele gezondheid van het oude continent.
Voornaamste bron: Peregrino, Revista del Camino de Santiago, Federacion Española de Asociaciones de Amigos del Camino de Santiago, jaargangen 2012 en 2013. Reageren?
[email protected]
Peregrino is een zeer degelijk tijdschrift met veel aandacht voor religie en cultuur en veel artikelen over de organisatorische kant van de camino: het onderhoud en de bewegwijzering van routes, het oprichten van nieuwe herbergen en het hospitaleren. Aan de individuele pelgrim wordt in elk nummer een pagina gewijd als een soort column: ‘Aan de rand van de camino’. Jacobsstaf 44
Pelgrims van het eerste uur
Gerard Luiten en Huub de Gier
‘Op de camino vraagt men niet, men vertelt’ Interview met Frans Brons
O
Orthodox-protestant Frans Brons liep in 1996 de uitgesproken roomse pelgrimage naar Santiago. De camino zou hem nooit meer loslaten. Ruim vijftien jaar later gaat hij met zijn zoon en twee kleinzonen op pad. Gerard Luiten en Huub de Gier in gesprek met deze pelgrim van het eerste uur. Ons reisdoel is Soest. Frans Brons opent de deur met zijn bekende brede glimlach. Het huis heeft een Indische uitstraling: op tafel een gebatikt kleed en in de vensterbank houten Javaanse dansers. ‘Ik ben in Batavia geboren. Tijdens de oorlog heb ik als kind in een jappenkamp gezeten. In 1946 zijn we naar Nederland teruggekeerd. Ik was 13 jaar, ging naar de HBS en heb daarna chemie gestudeerd. Ik ging werken bij Organon, dat me naar India uitzond om een nieuwe fabriek op te zetten. Het zwervend bestaan met mijn vrouw Catrien was begonnen. Daarna werkte ik voor Bruynzeel in Suriname. Na acht jaar hadden onze kinderen zeven verschillende scholen bezocht. We hebben het zwerven toen achter ons gelaten en zijn in Baarn neergestreken, waar we nog steeds kerken. Nu wonen we al weer vijftien jaar in Soest.’
Wat bracht je naar Santiago de Compostela? ‘Bij mijn pensionering vroeg men wat ik met de zee van vrije tijd zou gaan doen. In die periode werd er in de media veel aandacht
besteed aan de pelgrimstocht naar Compostela, het was een heilig jaar. Zonder de consequenties te overzien heb ik mijn Santiagoplan een keer uitgesproken. Toen zat ik er aan vast en moest ik aan het werk.
Op weg gaan, bruggen bouwen Ik kon de hand leggen op een gidsje van Herman van Hilst, met een kaart van historische pelgrimsroutes. De weg vanaf Le Puy-en-Velay sprak mij wel aan. Bij een bezoek aan de fiets- en wandelbeurs in het Tropenmuseum vond ik een gids van de GR 65 die loopt van Le Puy naar Saint-Jean-Pied-de-Port. Of het zo moest zijn! Misschien wel goddelijk ingrijpen? Het praktische werk was voor mij geen punt. In onze jonge jaren hebben we met rugzak en tent veel gewandeld en zelfs zo onze wittebroodsweken gevierd. Maar Catrien wilde niet meer mee. Daarom heb ik mijn routeplan thuis aan de wand geprikt, zodat zij mij op de voet kon volgen. De GR65 heb ik in 1994 en 1995 gelopen. De Camino Francés liep ik in 1996.’
Hoe heb je de aankomst beleefd? ‘Catrien was naar Santiago gevlogen om mij op het plein voor de kathedraal te verwelko45 Jacobsstaf
Pelgrims van het eerste uur
Drie generaties Brons: Frans, zoon Jeroen, en de kleinzoons Wessel en Tobie
het hem vertelde, was hij er erg blij mee. In de loop van de tijd kreeg ik in die kringen de status van ‘bekende Nederlander’. Ik word herhaaldelijk gevraagd door allerlei christelijke clubjes om over mijn tochten te komen vertellen, en ze zijn zeer geïnteresseerd.’
men. Een exacte tijd hadden we niet afgesproken. Zij is toen maar ‘s morgens op een bank neergestreken. Ik kwam pas ’s middags om half twee aan. Maar Catrien had zich geen moment verveeld: het plein biedt een doorlopende voorstelling, met onder andere twee pelgrims te paard met een hondje voorop. Ze dacht dat ik een vervuilde zwerver zou zijn, maar trof een keurig geschoren heer in schoongewassen kleren aan.’
Je hoort bij een orthodoxe protestantse kerk. Hoe kijkt men daar tegen deze roomse pelgrimage aan? ‘Ik moet bekennen dat ik er tijdens mijn voorbereiding weinig ruchtbaarheid aan heb gegeven. Ik had sterk het vermoeden dat het in die kring niet zou worden begrepen. Toen ik onderweg was en hoorde dat een goede kerkvriend op sterven lag, heb ik in een kerk een kaars voor hem ontstoken. In eerste aanleg heb ik het hem niet durven vertellen. Maar toen ik Jacobsstaf 46
Pelgrimeer je nu ook nog? ‘Vorig jaar heb ik met mijn zoon en twee kleinzonen de camino gelopen. Het was een hele puzzel om een gezamenlijke week te vinden. We hebben de tocht gemaakt van SaintJean-Pied-de-Port naar Pamplona. Ik moest het goed voorbereiden, want ik werd gezien als de expert. Ik voelde me verantwoordelijk, was telkens aan het kijken of ze de gele pijlen wel hadden gezien. Mijn ervaring telt dan mee: pauzeren voordat je moe wordt, na iedere anderhalf uur lopen tien minuten rust. Een mooie ervaring was de overnachting in het voormalige nonnenklooster La Trinidad de Arre. Een oud mannetje bracht ons naar het slaapvertrek via een kapelletje. ”Hier is morgen om zeven uur de ochtendwijding, duurt maar tien minuten”, zei hij uitnodigend. We steken een grote lommerrijke binnentuin over en krijgen een kamer met twee stapelbedden aangewezen. Er was alles wat je nodig hebt: keuken, douches en een gemeenschapsruimte. We besloten zelf te koken; wat is er aangenamer dan buiten onder de bomen de maaltijd te gebruiken? Wandelen is een natuurlijke manier om met elkaar om te gaan. Mijn kleinzonen hebben het erg spannend gevonden en het is slechts één keer voorgekomen dat ik hoorde: “Is het nog ver?” Maar dat was op de eerste dag.’ Frans werd in 1994 lid van het genootschap en kreeg het uitdagende nummer 1313. In de Jacobsstaf stond op enig moment een oproep voor een secretaris. ‘Ik heb me aangemeld en heb van 1999 tot 2004 die functie vervuld. Het genootschap maakte een sterke groei door. We hadden een klein bestuur, vergaderden bij bestuursleden thuis en de ledenservice zat op zolder bij Nico Zijp en later bij Hanny Pouderoyen en Gerard van Poppel. Dat was in 2003 niet meer werkbaar. Toen Tijs Dorenbosch voorzitter werd en de groei van het genootschap doorzette, moesten er een paar flinke stappen gezet worden. Er werd in Utrecht een kantoor geopend aan de Lange Nieuwstraat voor het informatiecen-
trum en later ook de ledenadministratie. Als algemeen secretaris heb ik zo aan de opbouw van het genootschap mogen meewerken.’
Ben je nog steeds elke zomer hospitalero? ‘Ik heb ook aan de wieg gestaan van de werkgroep Hospitaleren. Ik deed mee als contactpersoon uit het bestuur. De eerste poging tot samenwerking, met de refugio Murias even voorbij Astorga, mislukte. Toen kwam Roncesvalles in beeld. De hospitaleros uit San Sebastian haakten daar af. Wij namen contact op met het klooster, waarna een afvaardiging afreisde naar Roncesvalles. Het was maart 2003, en op 1 mei begon de eerste ploeg van vier Nederlanders met hun taak. De werkgroep zorgt nog steeds voor voldoende hospitaleros tijdens het pelgrimsseizoen, dit tot volle tevredenheid van het klooster. Ik heb zelf vrijwel ieder jaar
Wandelen is een natuurlijke manier om met elkaar om te gaan twee weken gehospitaleerd. De hospitaleros houden een dagboek bij dat aan het eind van het seizoen wordt gebundeld tot een Libro de Oro. De laatste jaren maken Jasper Koedam en ik er een mooi boekwerk van.’
Hoe zie jij de toekomst van de camino? ‘Het is een vorm van sportief bezig zijn in een omgeving waar de spirituele en cultuurhistorische elementen voelbaar zijn. Je realiseert je dat je paden betreedt waar duizend jaar geleden ook al mensen op weg waren. In de twaalfde en dertiende eeuw hebben mensen voor ons bruggen gebouwd waar wij ook nog gebruik van maken. Op weg gaan, bruggen bouwen: Jan Galjé heeft er eens een mooi artikel over geschreven. Spiritualiteit is voor mij merkbaar in de verhalen die mensen je onderweg vertellen, vaak vervuld van dankbaarheid en vertrouwen. Ik hoop dat de camino nog een lang leven beschoren is. Lopen kan iedereen, het is een basale bezigheid, en momenteel erg in trek. Zijn er veel mensen onderweg, dan komen er veel faciliteiten. Zijn er veel faciliteiten, dan komen er 47 Jacobsstaf
meer mensen. Zo’n 25 jaar geleden was er op de Camino Francés om de 25 kilometer een herberg, nu om de 5 kilometer. Het karakter zal wel iets veranderen. Onze generatie en de mensen die nu op weg gaan, hebben van huis uit nog iets van het christendom meegekregen. Bij de nieuwe generatie is dat minder het geval. Ze kennen de verhalen niet meer; als ze onderweg een schilderij of een gebrandschilderd raam zien, hebben ze geen idee wat het voorstelt. Kloosters lopen leeg en worden omgebouwd tot hotels. Op een somber moment denk ik wel eens dat het te druk wordt. Maar als ik dan als informant optreedt in het Huis van Sint Jacob, merk ik dat men nog steeds zoekt naar routes waar je de stilte nog kunt horen.’
En de toekomst van het genootschap? ‘Ik vind het een wonder dat er in het genootschap, met 13.000 leden, geen scheuring is ontstaan. Zet drie Nederlanders bij elkaar en er treedt na verloop van tijd een verschil van inzicht op. Waarom komt dit bij het genootschap niet voor? Dat komt mijns inziens doordat er zoveel mogelijkheden zijn. Of het nu is op het gebied van ledenservice, informatieverstrekking, bibliotheek, pelgrimswegen, hospitaleren, geschiedenis, cultuur, spiritualiteit, noem maar op. Iedereen die actief wil zijn kan meedoen en wordt in zijn waarde gelaten. We moeten wel oppassen dat we ons niet laten opjagen, en we moeten een seculiere club blijven. Wel maak ik me soms zorgen of het individu nog voldoende tot zijn recht komt. De persoonlijke contacten moeten mogelijk blijven. Het is al eerder gesuggereerd: maak kleinere regio’s.’ Wat betekent het pelgrimeren voor jou persoonlijk? ‘Makkelijke vraag, moeilijk antwoord. Ik hoor van anderen die mij goed kennen, dat ik veranderd ben. Ik ben opener geworden. Op de camino vraagt men niet, men vertelt, ieder zijn eigen verhaal. Wij waren recent vijftig jaar getrouwd. Op het feest waren mensen uit alle fasen van ons leven. Bij mijn welkomstwoord heb ik gezegd: u zit nu naast mensen die u nooit eerder hebt gezien en na vandaag misschien nooit meer zult zien. Doe als een pelgrim, stel je open, met wat je nu zegt word je morgen niet geconfronteerd. Je kunt je ziel open leggen en dat maakt je tot een vrij mens.’
Datum 16 juni 29 juni 25 juli 25 juli 25 juli 25 juli 28 juli 24 aug 31 aug-1 sep 31 aug 7 sep 7 sep 14 sep 21 sep 22 sep 27 sep 29 sept 2 okt 5 okt 5-6 okt 12 okt 12 okt 25 okt 26 okt 2 nov 2 nov 9 nov 9-10 nov 9 nov 23 nov 30 nov 30 nov 28 dec
Agenda
(advertentie)
Tijd 9.30 18.30 19.00 20.00 14.30 10.00 10.00 10.00 10.00 14.00 15.00 10.00 10.00 9.30 13.00 10.00 19.30 10.00 10.00 10.00 10 14.00 10.00
Plaats en locatie Millingen, bij de pont Regio Bollenstreek-Rijnland Roermond, St. Christoffelkathedraal Utrecht, Jacobikerk Utrecht, Janskerk Den Haag, Jacobuskerk, Parkstraat Jacobskapel, Glashuis 4, Nijmegen Regio Bollenstreek-Rijnland Galder, Jacobskapel Den Haag, Centraal Station Amsterdam, locatie opvragen Lindenberg, Balkerweg 17a, Ommen Den Haag, Willibrordushuis Midden-Nederland Kerkrade, Abdij Rolduc Galder, Café Knooppunt Galder Regio Bollenstreek-Rijnland Amsterdam, locatie opvragen Hillegom, De Hoeksteen Kranenburg, Bedevaartskerk Amsterdam Puttershoek Galder, Café Knooppunt Galder Regio Bollenstreek-Rijnland Middelburg, Abdij Amsterdam, locatie opvragen Roermond, Witte Kerkje Nivon-huis, Eerbeek Nader te bepalen Den Haag, Willibrordhuis Nader te bepalen Regio Bollenstreek-Rijnland Galder, Café Knooppunt Galder
Activiteit Wandeling naar Kranenburg, Jacobspad Dagwandeling Jacobusviering en feestelijk samenzijn Luiding klokken tgv naamdag Jacobus Muziekavond met El Orfeón Jacobeo e.a. Bezichtiging jacobalia Feestelijke viering, wandeling, gezelligheid Dagwandeling Fiets-tweedaagse Galder-Postel v.v. Fietstocht (Landgoederenroute) Dagwandeling Nazomerwandeling, 18 km, met ezel Frits c.s. Terugkomdag starters Regiobijeenkomst Midden-Nederland Kunstmarkt, wandeling, bezoek Burg Rode Regiobijeenkomst Dagwandeling Dagwandeling Regiobijeenkomst Bollenstreek-Rijnland Tweedaagse wandeling Jacobspad naar Kevelaer Regiobijeenkomst Wandeling en regiobijeenkomst Presentatieavond met pelgrimservaringen Dagwandeling Landelijke Najaarsbijeenkomst Dagwandeling Regiobijeenkomst over Le Puy en Fiestas Regio-weekend Regiobijeenkomst Friesland Regiobijeenkomst Den Haag Regionale voorlichtingsavond Dagwandeling Winterwandeling
Info*
[email protected] [email protected] broederschapheiligejacobus.nl
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Regio Limburg
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Regio Zuid-West-Nederland
[email protected] Regio Limburg
[email protected] Regio Friesland
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
*Voor de contactgegevens van de regio’s zie de lijst achterin deze Jacobsstaf.
Wandelingen in Bollenstreek en Rijnland 14 dagen voor elke wandeling is specifieke informatie beschikbaar via e-mail: helmi.van.
[email protected]. De wandeling is ongeveer 20 km lang, onderweg is er een koffiepauze en zo mogelijk sluiten we af met een drankje naar keuze. De start en het eindpunt zijn steeds bij een station of bushalte, parkeren is vaak mogelijk, doch niet altijd gratis.
Wilt u pelgrimsroutes op een comfortabele manier wandelen? Alleen of met uw eigen gezelschap? Met gereserveerde hotelletjes en met vervoer van bagage? Met een uitgebreide routebeschrijving en kaartmateriaal? Bel 024 360 64 27 of bezoek onze website www.topo-aktief.nl
Bezichtiging jacobalia 25 juli Op de naamdag van Sint-Jacobus, 25 juli, biedt de Regio Den Haag in samenwerking met de parochie van de H. Jacobus de gelegenheid om de meer dan 30 jacobalia die in de kerk en de pastorie aanwezig zijn, onder leiding van een gids te bezichtigen. Aangezien het de eerste keer is dat een dergelijke ‘excursie’ wordt georganiseerd, is de opzet bescheiden en het deelnemersaantal beperkt. Terugkomdag Starters In vervolg op de Startersdag van de Regio Den Haag, gehouden in februari 2013, vindt op 14 september een terugkomdag plaats. Mensen die dit jaar voor het eerst op weg zijn gegaan naar Santiago de Compostela wisselen hun ervaringen uit. Zijn zij veranderd? Zijn ze gaandeweg pelgrim geworden? Wat heeft de tocht hen opgeleverd of hebben ze moeten inleveren? Wat leren ze van elkaar en wat leren wij van hen? Wandelen met ezel Frits Op 7 september 2013 is de Nazomerwandeling van regio Oost-Nederland. Start om 10 uur vanaf het parkeerterrein van de Lindenberg, Balkerweg 17a,7731 RX Ommen. Wij lopen aan de noordkant van de Vecht en gaan het Ommerbos in en langs het Junner Koeland. De route is 18 km. De ezels Frits (zie pagina 8), Hendrik, Lies en Frank zullen in een perfect pelgrimstempo van 4,5 km per uur mee lopen. De ezels zullen ons begeleiden en de lunch dragen. Bijdrage lunch 5 euro pp. Meld je voor 1 september aan bij
[email protected] tel 06-22 04 95 40. Jacobsstaf 48
Geschiedenis & Cultuur
Mireille Madou
De gehangene en de kreupele Santiago - De apostel en zijn mirakelen
I
In deze aflevering van de mirakelenserie vertelt Mireille Madou twee mirakelen die gemeenschappelijk hebben dat zij oorspronkelijk door de hoofdrolspelers zelf werden overgeleverd. Beide wonderen zijn afkomstig uit de Galicische codex die bewaard wordt in de Biblioteca Nacional te Madrid.1
De pelgrim die van de strik van de dood werd bevrijd Drie pelgrims uit het graafschap Peirigol hadden hun bedevaart naar Santiago volbracht. Nadat ze voor het altaar hun gebeden hadden gezegd, wendden ze zich tot de bewakers die in de kerk aanwezig waren. ‘Sta op en feliciteer deze man die ons vergezelt’, spraken zij, wijzend naar een jongeman die bij hen was. ‘De apostel heeft hem op wonderbare wijze van de galg bevrijd.’ De jongeman droeg om zijn hals een gevlochten band van eikentakjes. ‘Heer Santiago,’ sprak hij terwijl hij het altaar naderde, ‘hier is uw dienaar die gij hebt bevrijd van de strik van de dood.’ De aanwezigen vroegen waarom hij rond de hals die gevlochten takjes droeg en hij vertelde. ‘De heer van een kasteel, waarvan ik nu de eigenaar ben, had twee kinderen, een jongen en een meisje. Het meisje trouwde met een machtige ridder, maar deze was een schoft. Na de dood van zijn schoonvader eiste hij van mij de helft van het kasteel, zeggende dat dit aan zijn vrouw toebehoorde. Hij beweerde dat hij later de zoon, de broer van zijn vrouw, mede zou laten erven. Ik had echter het kasteel gekregen en ik vond dat de zoon 49 Jacobsstaf
het meeste recht op de erfenis had. Ik hield voet bij stuk en zorgde ervoor dat het kasteel niet in de handen van die schoft kwam. Zijn vrouw zag dat ik mij inspande om het bezit van het kasteel te verdedigen. Ik had immers aan de overleden eigenaar beloofd dat ik er zorg voor zou dragen. Omdat ik niet toegaf, haatte de ridder mij en zocht enkel nog naar middelen om mij naar het leven te staan. Ik was er zeker van dat hij, indien hij me zou vermoorden, het kasteel helemaal voor zichzelf zou houden. Met boze voornemens bezield, kwam hij op zekere dag naar mij toe en nam mij gevangen. In de kerker onderwierp hij mij aan de ergste folteringen. Op een dag, helemaal door droefheid overmand zei ik hem: de folteringen die je mij doet ondergaan, beletten Santiago niet mij te beschermen. We zullen zien, antwoordde hij, of Santiago jou uit mijn handen kan bevrijden. Daarop nam hij een eikentakje, hetzelfde dat je mij ziet dragen, en legde het rond mijn hals en knoopte mij op. Terwijl ik daar hing, stootte hij met de lans die hij in zijn hand hield in mijn beide zijden opdat ik sneller zou sterven. In deze angstige momenten zag ik met eigen ogen Santiago die de strik rond mijn hals losser maakte. Toen allen die bij mijn executie aanwezig waren zich verwijderd hadden, kwam mijn vrouw naar mij toe. Zij rukte zich de haren uit haar hoofd, weende luid en noemde voortdurend mijn naam. Ween niet, zei ik, denk er alleen aan mij hier zo snel mogelijk
Geschiedenis & Cultuur
‘Wanneer de klokken voor de metten luidden’. Foto: Jasper Koedam
weg te krijgen, want dankzij de hulp van de apostel Jacobus leef ik nog. Mijn vrouw ging een ladder halen en kwam snel terug. Het lukte mij om heelhuids uit de strop te komen en uit de kerker te klauteren.’ Als teken van dit mirakel legde de jonge edelman de strop op het altaar. Daarna keerde hij verheugd en blij naar zijn land terug.
De kreupele Emeus, een Lombardische ridder van het kasteel dat men Carantia noemde, kwam met twee gezellen op bedevaart naar Santiago. Zij vertoefden een tijdje op de plaats waar de bewakers van het altaar zaten. De ridder vertelde de aanwezigen de reden van zijn pelgrimage. ‘Ik kreeg van de apostel een dermate groot geschenk dat ik niet waardig was te ontvangen. Eerst nu kan ik het vertellen. In een veldslag tegen mijn vijanden kwetsten ze mij aan mijn been dat onmiddellijk verzwakte en na een paar dagen verdorde. Enkele vrienden bezochten mij en toen ze mij kreupel zagen, raadden ze mij aan een heiligdom te beJacobsstaf 50
zoeken en God te dienen. Ik volgde hun raad op en vroeg hen om mij te dragen naar een heiligdom in de nabijheid van mijn kasteel. De volgende dag, de vooravond van het feest van Sint-Jacob, wanneer om middernacht de klokken voor de metten luidden, moest ik wegens mijn ziekte in bed blijven liggen. Met een grote zucht bad ik: ach, heer Santiago, met grote devotie zou ik de metten willen bijwonen indien ik kon gaan. Daarop draaide ik mij op mijn zijde en dan, zonder enige hulp, slaagde ik erin mij op te richten. Vol vreugde riep ik mijn dienaar die niet weinig verbaasd was mij recht te zien staan. Ik nam een staf in de ene hand en steunde met de andere op de schouder van mijn dienaar en zo begon ik voorzichtig te gaan. Ik mankte een beetje, maar in het been dat verdord was begon leven te komen. Op eigen krachten kon ik de kerk binnengaan en met veel godsvrucht de metten bijwonen. Na gebeden te hebben, keerde ik gezond terug naar huis. Daarom kom ik naar het graf van de apostel om te vertellen welke genade ik heb ontvangen zonder enige verdienste mijnentwege.’
Commentaar Beide verhalen beginnen met het aangeven van een locatie. Deze kon in geen van beide gevallen opgespoord worden. Hoewel de schrijfwijze ‘Peirigol’ Galicisch is, ligt het bedoelde graafschap elders. De jonge edelman keerde immers na zijn bedevaart naar Santiago ‘naar zijn land terug’. De ligging van het kasteel Carantia kon evenmin bepaald worden. Hier weet men echter dat het zich in Lombardije bevindt (of bevond). Evenals het mirakel van de Duitser met zijn pijl (zie Jacobsstaf 97) vertellen ook hier de begunstigden zelf hun verhaal. Zoals men weet was de mondelinge overlevering tijdens de middeleeuwen – en nog lang daarna – de meest directe weg om nieuws te verspreiden. Het mirakel van de man die van de strik van de dood werd bevrijd, vertoont weinig of geen gelijkenis met het overbekende verhaal van de gehangene in Santo Domingo de la
Dankzij de hulp van de apostel Jacobus leef ik nog Calzada. Daar ondersteunde Sint-Jacob de voeten van de opgeknoopte jongen. In Peirigol maakte de heilige de strop rond de hals van het slachtoffer losser, zodat hij vrij kon ademen. De edelman onderging zijn lot in de
eenzaamheid van de kerker, zonder publieke belangstelling, zonder spektakel en zonder het gekakel van haan en hen. Het is alsof alles in besloten familiekring plaats greep. Op te merken valt dat hier ook een votiefgave aan de apostel wordt aangeboden. De commentaar op het mirakel van de kreupele kan kort zijn. Wel moet even duidelijk gemaakt worden dat het Spaanse woord tullido zowel lamme als kreupele betekent. Wonderbare genezingen van lammen en kreupelen komen vaak voor in de heiligenliteratuur. Voorbeelden vindt men in de Bijbel2 en Sint-Jacob heeft onderweg naar zijn terechtstelling een lamme man genezen.3 Wat hier wel opvalt is dat de genezing plaatsvindt tijdens de metten. Dit was ook zo bij de lamme die op het feest van de Translatie van Sint-Jacob weer gezond werd.4 Misschien is de tijdspanne waarin de nacht in de dag overgaat symbolisch te interpreteren als de overgang van ziek zijn naar weer gezond worden? Of misschien is dit wat ver gezocht?
Noten 1 Deze mirakelen zijn in het Spaans naverteld door Xosé Ramón Mariño Ferro, Leyendas y milagros del Camino de Santiago, Castellón, 2010, p. 89-91. 2 Voor het Nieuwe Testament: Mattheus, 9, 1-8; Marcus 2, 1-12; Lucas 5, 17-26; Johannes 5, 4; Handelingen van de Apostelen 3, 1-10; 9, 32-35; 14, 8-11. 3 Mireille Madou, Santiago – De apostel en zijn mirakelen, in De Pelgrim, 25, nr. 97, p. 17. 4 idem, in De Pelgrim 27, nr. 105, p. 26-27.
(advertentie)
www.fiets-vervoer.nl Uw fiets retour vanuit Santiago de Compostela naar Nederland en België! In samenwerking met hotel México verzorgt Soetens Transport wekelijks het vervoer van fietsen en bagage vanuit Santiago de Compostela naar Vessem (bij Eindhoven). Vanuit het distributiecentrum leveren wij uw fiets door geheel Nederland en Vlaanderen thuis af. Wilt u een gedeelte van de route afleggen, of strandt u onderweg: ook dan verzorgen wij vervoer van uw fiets naar huis terug.
U betaalt voor stalling in Santiago de Compostela, vervoer naar huis en verzekering eenmalig ¤ 131,- incl btw. Wij verzorgen ook fietsvervoer vanuit Rome, Avignon en Girona. Tevens vervoeren wij uw fiets vanuit Nederland naar een door u opgegeven adres. Zie het onderstaande kaartje voor ons hele werkgebied. Soetens Transport Tel: 0031(0)497-591673 Gsm: 0031(0)653713539 E-mail:
[email protected] www.fietsvervoer.nl
51 Jacobsstaf
Puzzel
Dagelijks arriveert de wandelaar of fietser naar Santiago op kruispunten.
Naar links, rechts of toch maar rechtdoor? Mocht u het even niet meer weten en in paniek raken, doe dan deze kruiswoordpuzzel om tot rust te komen. Bij de juiste oplossing ontstaat in de balk onderaan de puzzel de naam van een bekend genootschapslid. Zend uw oplossing uiterlijk 29 juli 2013 naar:
[email protected] of naar Janskerkhof 28A, 3512 BN Utrecht. Onder de inzenders van de juiste oplossing wordt een boekenbon verloot. De oplossing van de Woordzoeker in Jacobsstaf 97 is: Lourdes Medina. Er waren maar liefst 128 inzenders, waarvan enkelen ook opgemerkt hebben dat er een foutje in de puzzel zit: het woord ‘najaarsbijeenkomst’ is gehavend uit de woordenstrijd gekomen. De prijswinnaar is Marina van der Smit uit Reeuwijk. Zij heeft inmiddels haar prijs ontvangen. HORIZONTAAL: 1 7 9 12 20 21 24 25 27 29 30 31 33 35 36 38 39 41 43 44
1
47 48 49 51 52 54 55 57 61 63 64 66 67 68 69 71 72 73 75 76 78 80
werelddeel vogel wiel aankondiging pelgrimsweg bedrijvig brommen werk dat snel af moet Turk scherpzinnig Duitse domstad slagader watering Europeaan bosgeest vlak, waterrijk land schrijfgerei landbouwwerktuig schil pelgrimsherberg met Nederlandse hospitaleros 2
3
4
5
puntig werktuig onderzoeksinstituut nakomeling halsjuk als onder (afk.) water in Noord Brabant sierheester openbaar vervoermiddel sterke drank achterstuk van een altaar gevaar donateur kogelwerende laag vol gebeurtenissen dikwijls drietenige luiaard onder andere (afk.) vandaag West-Europese rivier veldtocht bijenhouder niks
6
7
20
21
25
26
30
31
36
37
43
44
49
50 55
9
10
11
12 23
27
46
51
52 57
78
74
79
80
85
48 54
59
60
91
75 82 87
83
84
88
89 94
t PuzzelPeertjeTM
98
99
103
100
104 108
79
53
3
22
18
78
71 77
93
107
70
76
81
97
62 66
69
92
96
61 65
86
76
44
Jacobsstaf 52
95 101
105
109 50
18
41
53
58
17
106 110
88
19
35
47
68 73
16
40
64
72
15
29 34
39
45
14
24
33
38
56
13
28
32
67
102
trend plaats van oorsprong slotwoord van een gebed schoonmaakmiddel trilling geladen deeltje holbewoner soort gedicht plaats in Limburg houvast uniek reeds universiteitsbode gordijnrail kerklied (ps 116) ver (in samenstellingen) onderscheid makend persoonlijk voornaamwoord 109 historische kostbaarheden 110 soort onderwijs
22
63
90
8
VERTIKAAL: 1 rijtuig met vier paren trekdieren 2 Joods avondgebed 3 met een harde laag bedekken 4 mikpunt van spot 5 verblijf 6 etensbereider 7 vrouwelijke kerkbediende 8 aartsbisschop (Lat. afk.) 9 bezinksel 10 behoeftig persoon 11 projectieplaatje 13 trekdier 14 gewicht 15 er omheen 16 wijd 17 regelmaat 18 op en neer bewegen 19 griezelig 21 inhuldigingsplechtigheid 22 gewoonlijk
83 84 85 86 87 90 92 94 96 97 98 99 101 102 103 106 107 108
95
37
42
23 26 28 32 34 37 40 42 45 46 48 50 53 54 56 58 59 60 61 62 63 65 67 70 74 76 77 79 81 82 83 87 88 89 91 92 93 95 97 100 103 104 105
snelle gang van een paard zangnoot deel van een vissersboot telwoord Bijbelse priester dankzegging ijzerhoudende grond religieus onderwijs stapsgewijs uitvoeren sober leervak op school plaatsje vlakbij Vlissingen kerkelijk muziekinstrument annexus (afk.) gronden op Spaanse etappeplaats lidwoord één der Verenigde Staten pas muziekinstrument venster uit naam van Franse etappeplaats ministerraad verbinding van een metaal met stikstof cash deurschuif specerij bijwoord midden slaperig sportterm Griekse letter hoogste punt grootmoeder kledingstuk zonder inhoud verharde huid opening werkschuw loco citato (afk.) populair persoonlijk voornaamwoord
Regioafdelingen
Regio
Postcode
Regiocontactpersonen
Amsterdam
1000-1119 1160-1199 1300-1399 1420-1439
Hans Olthof, Piet van Wijngaerdtlaan 2, 1391 VD Abcoude, 0294-285359,
[email protected] Marja te Lintelo, Da Costastraat 86 E, 1053 ZR Amsterdam, 020-6833272,
[email protected]
Noord-Holland benoorden ‘t IJ
1120-1159 1440-1999
Rick van de Ven, Holleweg 58, 1851 KJ Heiloo, 06-54694909,
[email protected]
MiddenNederland
1200-1299 1400-1419 3600-3899
Fons Boink, Oude Arnhemseweg 373, 3705 MJ Zeist, 030-6990212,
[email protected] Joop van Gool, Julianalaan 29, 1412 GR Naarden, 035-6943982,
[email protected]
Bollenstreek/ Rijnland
2000-2239 2300-2490
Helmi van Ginneken,Langewerk 4, 2405 HK Alphen a/d Rijn, 0172-416251,
[email protected] Annie Lohman, Hafkenscheidtlaan 52, 2191 BR De Zilk, 0252-519860,
[email protected]
Den Haag
2240-2299 2491-2799
Jos Engels, Oosteinde 182, 2272 AH Voorburg, 070-3872619,
[email protected] Rolf Voormolen, Laan van Leeuwesteyn 55, 2271 HJ Voorburg, 070-3875131,
[email protected]
Rotterdam
2800-3399
Aart en Mieke Ligthart, Bermweg 264, 2906 LH Capelle a/d IJssel, 010-4582365,
[email protected]
Utrecht-Zuid / Rivierengebied
3400-3599 3900-4299
Bram van der Wees, Poortstraat 83, 3572 HE Utrecht, 030-2732300,
[email protected] Jos Notenboom, Parallelweg 47, 4107 NA Culemborg, 0345-513363,
[email protected]
Zuid-westNederland
4300-4799
Lies Wondergem, Oud Arnemuidsvoetpad 14, 4332 AP Middelburg, 0118-623265,
[email protected] Jan Willem van Heesbeen, Achterdijk 59, 4761 RC Zevenbergen, 0168-325998,
[email protected]
Breda/Tilburg
4800-5199
Toine Martens, Baakberg 66, 4707 RX Roosendaal Bert & Ria de Vos, De Wetering 36, 4927 BS Hooge Zwaluwe, 016-8484179 / 06-20266100,
[email protected]
Den Bosch
5200-5499
Piet en Antje v. d. Tillaart, Parkietendonk 3, 5467 DR Veghel, 0413-340653,
[email protected]
Zuid-Oost Brabant
5500-5799
Wim van Golstein, Het Aangelag 18, 5513 BZ Wintelre, 040-2053113,
[email protected] Frans Berkers, Sophiastraat 15, 5583 CA Waalre, 040-2213826,
[email protected]
Limburg
5800-6499
Angela Mol, Nieuwerf 3, 5951 CA Belfeld, 077-47571740,
[email protected] Jan Houben, Veld-Oostenrijk 18, 5961 NW, Horst aan de Maas, 077-3982757,
[email protected]
Arnhem/ Nijmegen
6500-7099
Marc Koch, Europalaan 11, 6991 DA Rheden, 026-4954467,
[email protected] Joop Kamphuis, Willem Barentszstr. 10, 6991 BC Rhede,n 026-4954001,
[email protected]
OostNederland
7100-7799 8000-8299
John Vollenbroek, Prins Bernhardstraat 1, 7573 AM Oldenzaal, 0541-523483,
[email protected] Angela Frieling, 055-5420118,
[email protected] Gerrie Horsthuis, 06-10106778,
[email protected]
Groningen/ Drenthe
7800-7999 9300-9999
Jaap Middeldorp, Wijdeveldstraat 1, 9731 MX Groningen, 050-3641980,
[email protected] Ineke de Jonge, Wijdeveldstraat 1, 9731 MX Groningen, 050-5426220,
[email protected]
Friesland
8300-9299
Klaske Scholte, De Aak 31, 9001 HB Grou, 06 13221222,
[email protected] Elly Koopman, L. van Beekstrjitte 2, 8561 GJ Balk, 0514-601134,
[email protected] (advertentie)
Begeleide wandelingen naar Santiago de Compostela Mieke Schrieks Ga de uitdaging aan! Etappes van 1 tot 6 weken Wandel- en bagagetips Spaanssprekende gids Afstanden 10 tot 15 km of 20 tot 25 km per dag reizen.inbalansopweg.nl
[email protected]
53 Jacobsstaf
Het Compostelaregister In het Compostelaregister worden de namen en gegevens opgenomen van de Santiagogangers, die een compostela hebben ontvangen. Dit certificaat wordt verstrekt namens de aartsbisschop van Santiago na een voltooide pelgrimstocht. Stuur een kopie van de compostela naar de ledenservice, vergezeld van de ingevulde achterzijde van de brief bij de pelgrimspas. In de Jacobsstaf worden steeds de laatste aanvullingen gepubliceerd. Samenstelling: Harry Wasser (
[email protected]) Aankomst 2000 10-jun 10-jun 4-sep 2005 22-aug 2008 22-apr 2009 31-mei 7-okt 2010 20-mei 27-mei 3-jun 26-sep 2011 24-mei 4-jun 4-jun 15-aug 30-sep 22-okt 2012 9-apr 10-mei 14-mei 17-mei 18-mei 18-mei 24-mei 25-mei 25-mei 25-mei 28-mei 28-mei 29-mei 29-mei 4-jun 4-jun 5-jun 6-jun 6-jun 7-jun 7-jun 9-jun 11-jun 12-jun 13-jun 17-jun 18-jun
Naam en Woonplaats
Reiswijze Dagen
Henriëtte Budel, Westervoort Theo Snelders, Westervoort Henk Gijsen, Oost Souburg
fiets fiets fiets
44 44 10
Truus Mesenig, Utrecht
voet
83
Hanneke Wissmann, Vught
voet
24
Pieter Zuidam, Den Bosch Diny Ketelaars, Veghel
voet voet
27 38
Pieter Zuidam, Den Bosch R.J. van Klaarwater, Schiedam Geert Bruijnes, Alkmaar Toos van der Wal-Sickenga, Amersfoort
voet voet fiets voet
11 17 36 25
Hein Bonebakker, It Heidenskip Gijs Pieren, Dongen Gerry Pieren-van Mierlo, Dongen Rienk Theisens, Amersfoort Gunilla Knol-Ljungberg, Naarden Mariska Bosman, Hardinxveld-Giessendam
f&v fiets fiets fiets voet voet
104 29 29 29 39 39
Cor Molenaar, Heiloo Monique Walraven, Rotterdam Peter Lentink, Hoenderloo Merel Beerthuizen, Huizen Carry Smit, Rijswijk(ZH) Johan Smit, Rijswijk(ZH) Danielle Swart, Den Haag Anno Bos, Alkmaar Marijke Geerse, Alkmaar Kees Wildschut, Capelle a/d IJssel D.W.J. de Koning, Vries Ben Schraven, Cuijk Truus Verbruggen, Julianadorp Frans Zoetelief, Julianadorp Rien Aanraad, Almere Ria Aanraad-Klappe, Almere Margarita Ihle, Alkmaar Hanneke Dijke-Kroes, Rijswijk(ZH) Marius Dijke-Kroes, Rijswijk(ZH) J.M. Krzystanek, Amersfoort Irma Mooy, Heerhugowaard Robert Snoeren, Loosdrecht M.J.J. Verkooijen, Amsterdam Ton Nijhuis, Boxtel M.H.M. van der Knaap, Bleiswijk J.C. Bakker-Roth, Lochem René van den Berg, Den Haag
fiets voet voet voet voet voet voet fiets fiets voet fiets voet voet voet voet voet voet fiets fiets voet voet voet voet voet voet voet fiets
29 11 30 40 45 45 65 35 35 36 43 31 59 59 32 32 64 27 27 33 32 37 40 32 35 34 22 Jacobsstaf 54
Aankomst 21-jun 23-jun 26-jun 28-jun 8-jul 5-aug 5-aug 5-aug 6-aug 6-aug 14-aug 14-aug 14-aug 22-aug 23-aug 27-aug 30-aug 30-aug 5-sep 5-sep 5-sep 12-sep 12-sep 14-sep 20-sep 23-sep 23-sep 25-sep 25-sep 25-sep 2-okt 2-okt 5-okt 5-okt 12-okt 17-okt 18-okt 18-okt 19-okt 23-okt 25-okt 25-okt 26-okt 2-nov 3-nov 3-dec 2013 11-mrt 11-mrt 17-mrt 8-apr
Naam en Woonplaats Johan de Jong, Oost Grafdijk Anton Kroeze, Zuidbroek Dirk Sinay, Doesburg Lau Rentmeester, Ovezande Nelly Verbeet, Hoofddorp Victor Assman, Oisterwijk Ellen Assman-Kalff, Oisterwijk Ans Jonker, Noord-Scharwoude M. ‘t Hart, Veenendaal W.M. ‘t Hart-van Oostende, Veenendaal Harm Boerma, Eemnes José Boerma-van Heusden, Eemnes W.P.M. van Hooijdonk, Emmeloord Willem Rojer, Noord-Scharwoude Marc Verroen, Breukelen M. van der Stigchel, Groningen Frits de Waal, Weert Jeanne de Waal-Clijsters, Weert Alexander van der Kooij, Voorschoten Anneke van der Kooij-Raap, Voorschoten Marty Went-Pot, Voorschoten Henk Gijsen, Oost Souburg Petronella Gijsen-van Leeuwen, Oost Souburg Joan Muller, Amsterdam Harry de Bot, Veldhoven Ton van Boekel, Haps Roel de Boer, Bergen op Zoom André van den Berg, Berkel-Enschot Ginie van den Berg-de Roos, Berkel-Enschot Max Smits, Rijswijk(ZH) Jan Hulzinga, Leiden Edith Smit, Sliedrecht J.A.C. Mul, Alkmaar Jacob Ros, Arnhem E.M.H. Tweehuijsen, Haren(G) Nol Jeurissen, Herkenbosch Pieter-Jan Bastianen, Breda Bouwe van Rijn, Assen Gerrit-Jan Wiersema, Heemstede Paul Scherrenberg, Heiloo Wim Ringen, Wanssum Elly Ringen-Jans, Wanssum Anne-Marie Westendorp-Weeink, Heino Nico Westerman, Dordrecht Sacha Willems, Utrecht Dick Luijten, Alphen a/d Rijn P.J. Pijnnaken, Leiden J.E. van Velzen, Leiden Wim Timmermans, Nijmegen Joke van der Wees, Lochem
Ad Rietveld
Reiswijze Dagen voet 65 fiets 27 voet 26 fiets 23 voet 101 fiets 28 fiets 28 voet 45 fiets 42 fiets 42 fiets 46 fiets 46 fiets 34 voet 36 voet 24 fiets 37 fiets 7 fiets 7 fiets 41 fiets 41 fiets 41 voet 10 voet 10 voet 135 fiets fiets 29 voet 36 voet 46 voet 46 voet 20 voet 30 voet 101 voet 47 voet 31 voet 42 voet 31 voet 31 voet 86 voet 32 voet 26 voet 100 voet 100 voet 96 voet 71 voet 7 voet 35 voet voet voet voet
26 26 13 46
Jacobsstaf nr. 98 - Jaargang 25, juni 2013 Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob is de vereniging van en voor belangstellenden in de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela in Galicië. Lidmaatschap aanmelden en opzeggen U kunt zich als lid laten inschrijven door het aanmeldingsformulier naar het genootschap te sturen. Dit formulier kunt u opvragen bij het Informatiecentrum of downloaden van de website www.santiago. nl. Het lidmaatschap loopt uitsluitend per geheel kalenderjaar. Beëindiging dient vóór 1 december te worden gedaan per brief of e-mail:
[email protected]. De contributie bedraagt € 23,37 inclusief het abonnement op de Jacobsstaf. De contributie voor een ‘inwonend lid’ bedraagt € 17,54 zonder de Jacobsstaf. Het eenmalige inschrijfgeld is € 12,30 per eerste lid per adres. Nieuwe leden ontvangen direct bij inschrijving gratis de pelgrimspas. De bedragen kunnen jaarlijks worden aangepast. Alle bedragen worden door het genootschap automatisch geïncasseerd. Het Genootschap is gevestigd in: Het Huis van Sint Jacob: Janskerkhof 28A, 3512 BN Utrecht Tel: 030-2315391; Fax: 030-2318281 E-mail:
[email protected] Website: www.santiago.nl De openingstijden zijn: Dinsdag van 14 tot 16 uur, Donderdag van 14 tot 16 en van 19 tot 21 uur, Vrijdag van 10 tot 12 uur, Elke tweede, derde en vierde zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur. Het Informatiecentrum in Vessem ’t Atelier van de Pelgrimshoeve Kafarnaüm, Servatiusstraat 11, 5512 AJ Vessem (NB). Het is geopend op elke tweede, derde en vierde zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur voor informatie over de tocht en aanmelding als lid.
Ereleden Bas Brouwer, Koen Dircksens, Herman Gresnigt †, Jan van Kempen †, Mireille Madou, Jacobus van der Werff en Annet van Wiechen Werkgroepen Het Genootschap kent een aantal werkgroepen en commissies. Voor de juiste gegevens wordt verwezen naar www.santiago.nl Stichting Pelgrimsvrienden van Sint Jacob De Stichting richt zich op het financieel steunen van een aantal specifieke activiteiten die samenhangen met het pelgrimeren naar Santiago de Compostela. Meer informatie op www.pelgrimsvrienden.nl
Jacobsstaf is het orgaan van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob en verschijnt viermaal per jaar. ISSN 0923-11458. Het Informatiecentrum in Sint Jacobiparochie © Nederlands Genootschap van Sint Jacob. “De Groate Kerk”, Oosteinde 1, 9079 KZ St Jacobiparochie (Frl). Het is geopend op elke Redactie tweede en vierde zaterdag van de maand van Bram van der Wees (hoofdredacteur), Jasper 11 tot 15 uur voor informatie over de tocht en Koedam (eindredacteur), Tieleke Huijbers aanmelding als lid. (fotoredacteur), André Brouwer, Karin Abdullah Khan-Feenstra, Freek van der Veen, Ad Gruijters, Bankgegevens Hein Dik (redactieadviseur) ING 5151146 (IBAN: NL41INGB0005151146 en BIC: INGBNL2A) Redactieadres Rabobank 30.25.73.917 Janskerkhof 28A, 3512 BN Utrecht (IBAN: NL53RABO0302573917 en BIC: RABONL2U) E-mail:
[email protected] t.n.v. Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Vormgeving Bestuur Anouk Kwantes, CO2 Premedia, Amersfoort Joost Bol (voorzitter), Daniëlle Lokin (vice-voorzitter), André Brouwer (secretaris), Druk Jan Kousemaker(penningmeester), Monique Drukkerij Wilco, Amersfoort Walrave, Sjaak van der Worp, Henk van Dam en Toine van Moorsel (leden) Aanwijzingen voor de auteurs Bijdragen voor de Jacobsstaf dienen, digitaal in Word, gezonden te worden aan
[email protected]. Voor artikelen geldt als richtlijn een maximumlengte van 1800 woorden. Voeg de illustraties apart toe als jpg-bestand, minimaal 500 en maximaal 1000 kb. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Meningen en feiten zoals die door auteurs worden weergegeven, vallen buiten verantwoordelijkheid van redactie en uitgever. Advertenties kan men inzenden via het redactieadres. Losse nummers zijn, indien nog leverbaar, via het Informatiecentrum te bestellen. 55 Jacobsstaf
‘ Tierra de Campos’ Afbeelding achterzijde: Tierra de Campos (Camino de Santiago nr. 3), 120 x 100 cm., olieverf op linnen
In de zomer van 2011 fietste ik samen met mijn partner de pelgrimsroute van Nederland naar Santiago de la Compostela. Als beeldend kunstenaar heb ik aan de hand van vele pastelschetsen mijn landschappelijke en culturele indrukken proberen vast te leggen. Deze indrukken heb ik later in mijn atelier uitgewerkt in een serie olieverfschilderijen en pasteltekeningen. De inspiratie voor het olieverfschilderij Tierra de Campos vond ik op de vrijwel schaduwloze, zinderende Tierra de Campos tussen Burgos en León. Voorbij Sahagun komt een einde aan de vlakke wegen en ontvouwt zich een golvend landschap van rode en gele okerkleurige velden tegen een azuurblauwe lucht. De wegen zijn omzoomd met frisgroene bomen. Op een bepaald punt lijkt de vlakte als een rode okerkleurige muur omhoog te stijgen, waarna de pelgrim weer afdaalt in een diep dal. Mijn schilderij is de poëtische weergave van een innerlijke beleving van dat moment op de Spaanse Tierra de Campos. ‘Goede indruk van de caminosfeer’: dit schreef Clemens Sweerman, maker van de Sint- Jacobs-fietsroute, op de achterkant van een afbeelding van Tierra de Campos. Het schilderij is opgenomen in deel 3 van de fietsroute. Carina Mathot, beeldend kunstenaar en docent beeldende vorming en kunstbeschouwing Deze en andere werken van Carina Mathot zijn van juli tot september te zien op de tentoonstelling El Camino in de Engelmunduskerk in Velsen-Zuid. Voor meer informatie: Ateliermathot.com. Heeft u ook een kunstwerk gemaakt naar aanleiding van uw camino? Stuur dan een goede digitale foto van het werk, met een korte toelichting, naar redactie@ santiago.nl. Misschien prijkt u kunstwerk dan ook op de achterzijde van een volgende Jacobsstaf!