VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 37 NUMMER 19 21 december 2012
Deskundigheid én ervaring: 1+1=3
Foto: Marc van Teeffelen
De Patiëntenadviesraad UMC St Radboud (PAR) is op 10 december officieel geïnstalleerd. Met negen man/vrouw sterk, van 20 tot 88 jaar, heeft dit orgaan als doel om “patiënt als partner” tot een succes te maken. G i j s M u nni c hs
Het theaterplein in gebouw Vrouw en Kind. Op het podium staat de kersverse Patiëntenadviesraad, ‘te popelen om te beginnen’, aldus voorzitter Jopie Verhoeven. ‘Wat een toepasselijke locatie. In september is de PAR gelanceerd. Met de officiële installering vandaag is de baby een kind geworden. We gaan onze jonge jaren tegemoet. We zullen ons laten horen, als het nodig is dwars zijn, máár op de goede manier’, vertelt ze. ‘We gaan vooral, vanuit de ervaringen van patiënten, in gesprek met de zorgverleners. Ik hoop dat we elkaar op elk niveau in de organisatie kunnen ontmoeten en inspireren. Laten we samen de “patiënt als partner” tot een succes maken in het Radboud. U gaat van ons horen. Wij hopen ook van u te horen!’ Met de komst van de Patiëntenadviesraad heeft ‘de patiënt’ tot op het
Pagina 5 Michel Willemsen: ‘Ik ben er, ik laat u niet barsten’
Pagina 6 Turnerpoli: alle kennis over het syndroom bijeengebracht
hoogste niveau in het Radboud een stem gekregen; een belangrijke stap om de ideeën, visies en ervaringen van patiënten direct bij het beleid van het ziekenhuis te betrekken. De PAR zal de Raad van Bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren. De leden van de PAR zijn allemaal ervaringsdeskundige: als (ex-)patiënt, mantelzorger of ouder van een patiënt. Ook twee CRAZ-leden (Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen) zijn lid van de PAR, om zo te zorgen voor synergie tussen deze twee organen.
Te gast Eveliene Manten-Horst, secretaris a.i. van de PAR, behoort met onder andere RvB-lid Cathy van Beek tot de initiators van de Patiëntenadviesraad. ‘Patiënten kunnen zelf het beste aangeven wat hun behoeftes en ervaringen zijn. Essentieel om naar hen te luisteren. Het gaat immers om hun lijf, hun leven’, vertelt Manten-Horst. ‘Als zorgverleners zijn we slechts te gast in het leven van een patiënt en zijn naasten. Als geen ander kan de patiënt de vinger op de zere plek leggen, vertellen waar omissies en blinde vlekken in de zorg zijn, maar ook in het wetenschappelijk onderzoek. En patiëntenparticipatie hoort vanzelfsprekend thuis in de opleiding en het onderwijs. De ervaring van de patiënt en de expertise van de zorgverlener zijn complementair; samen kunnen ze de zorg en service in het UMC naar een hoger plan tillen. Zodat één plus één echt drie wordt.’ In januari komt de PAR bijeen om de koers uit te stippelen voor 2013. Op www.umcn.nl (button Patiëntenadviesraad) stellen de PAR-leden zich voor.
Pagina 9 Nieuwjaarsreceptie 10 januari om 16.30 uur, Restaurant Studiecentrum Medische Wetenschappen (route 76)
Pagina 12 Het Stiltecentrum: ‘Alsof je in een andere wereld belandt’
r adbod e 1 9 - 2 0 1 2
Verbeterd
En verder...
PRI’s op dialyseafdeling De grootst mogelijke veiligheid voor onze dialysepatiënten. Dat is het doel van de prospectieve risico-inventarisaties op de afdeling Dialyse (Nierziekten). Schade vermijden. Dialysepatiënten komen minstens driemaal per week in het Radboud om hun bloed te laten zuiveren. Dan worden vocht, afvalstoffen en overtollig zout uit het lichaam verwijderd via hemodialyse of buikdialyse. Bij hemodialyse gaat bloed door de dialysemachine en komt het steeds schoner terug in het lichaam. Bij buikdialyse wordt iemands buikvlies als een soort filter gebruikt om het bloed te zuiveren.
Om schadelijke situaties voor de patiënt zoveel mogelijk te vermijden, heeft de dialyseafdeling prospectieve risico-inventarisaties (PRI’s) uitgevoerd. Hierin is geïnventariseerd welke risico’s bij een behandeling kunnen optreden. Vervolgens zijn verbetermaatregelen bedacht en uitgevoerd. PRI is onderdeel van het Patiëntveiligheidsprogramma van het Radboud. Top 10. Bij de PRI’s op de dialyseafdeling zijn de risico’s bekeken die de nieuwe, chronische volwassen hemodialysepatiënt loopt en die kinder- en volwassen buikdialysepatiënten lopen als er buikvliesontsteking optreedt. Seniorverpleegkundige Esther Eggenhuizen: ‘We hebben een lijst van de zeven tot tien belangrijkste verbeterpunten samengesteld. Het realiseren van deze verbeterpunten heeft ongeveer een jaar geduurd.’ Gewicht meten. In de PRI is bijvoorbeeld vastgelegd wat zorgverleners moeten doen als een patiënt onwel wordt, maar ook: hoe wordt er gewogen? Kindernefroloog Linda Koster: ‘Als je bijvoorbeeld het gewicht van schoenen per ongeluk aftrekt, kan dit, zeker bij jonge kinderen, tot een relevante fout in de gewichtmeting leiden. Als je daardoor te veel vocht verwijderd, kan dit zorgen voor problemen bij de patiënt. We hebben nu eenduidige afspraken gemaakt hoe we moeten wegen.’
De dialyseafdeling heeft het afgelopen jaar de zorg zo veilig mogelijk gemaakt.
Geen toevalligheden. Internist-nefroloog Henk van Hamersvelt: ‘Veilige zorg moet niet van toevalligheden afhangen. Vergelijk het met de vliegtuigbranche; daar moet ook álles op orde zijn. Dankzij de PRI werken we allemaal volgens dezelfde afspraken. Met als doel: de grootst mogelijke veiligheid voor onze patiënten.’ GM
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen, Gijs Munnichs en Marjan Wassenaar. Aan dit nummer werkten mee: Femke van den Berg, Ans Bertens, Flip Franssen, Frank Muller, Daan Van Speybroeck en Marc van Teeffelen. E-mail:
[email protected]. nl, telefoon: 024-3617261 Correspondentie: UMC St Radboud, 911 Productgroep Communicatie. Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat. Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023- 5714745, e-mail: zandvoort@bureauvanvliet. com Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 25 januari 2013
AGENDA Algemeen 17 januari: Symposium “Moving forward in women’s cardiac health” voorafgaand aan de oratie van prof. dr. Angela Maas. Het symposium is bedoeld voor huisartsen, cardiologen, vasculair internisten, gynaecologen en andere geïnteresseerde medische professionals. Locatie: Radboud Auditorium, van 11.00-15.00 uur. Inschrijven via www.paoheyendael.nl. 25 januari: Afscheidssymposium van 12.00-17.00 uur in de Aula van de Radboud Universiteit van prof. dr. Paul Stuyt: “Medisch specialisten opleiden: hoezo anders!?” Inschrijven via www. paoheyendael.nl. 2 februari: Wereldkankerdag. Het RUCO organiseert voor het algemeen publiek een open dag, met veel informatie over kanker en over preventie. Locatie: hoofdingang Radboud, van 10.00-16.00 uur.
kunst
Oecumenische vieringen
Georges Rousse, Luxemburg, 2006, c-print op basis van installatie, 125 x160 cm
Nu ik met pensioen ga en stop kunstcoördinator te zijn, vraagt men van welk werk uit de collectie ik het meest hou. Een onmogelijke vraag; er zijn er zo vele – om diverse redenen, op diverse gronden. Maar als het moet, zeg ik Luxemburg van Georges Rousse. Vaker moest ik uitleggen wat deze foto komt doen in de collectie waarvan ik de werken in dialoog met de medische wereld, met de geneeskunde wou. Des te meer daar ik met Jean Le Gac, Alain Séchas, Pierrick Sorin en Carmelo Zagari de indruk wekte figuratieve, ja verhalende kunst voor te staan. Alsof het werk van Georges Rousse niet narratief zou zijn, voorbijgaand aan de achterhaalde opdeling tussen figuratief en abstract. Een oude uitgeleefde en verlaten ruimte, waar al een ruitje is ingetikt, werd door de kunstenaar helemaal rood geschilderd, zij het met uitsparing van een rechthoek. Maar is het wel een rechthoek?! Slechts vanuit één oogpunt – dat van de lens waardoor de foto werd genomen – lijkt het zo. Het gesuggereerde platte vlak kent feitelijk een diepte. Doet men één stap opzij, weg uit het oogpunt van de lens, dan verbrokkelt de geome-
Kwaliteitsmonitor: ‘Om te verbeteren heb je harde cijfers nodig’ “Patiënt als partner”: reacties van collega’s, Wetenswaardig In bedrijf: Nieuwjaarsreceptie, Radboudtalenten gezocht, Maand van de spiritualiteit, Vuurwerkbril, Mijn Radboud THUIS, UMC-raad verkiezingen, baby 12-12-12 Mensen, Parkeerbeleid Moment, Betoog Ethiek
trische figuur, valt ze in stukken uit elkaar. Dat maakt het werk veelzeggend voor de kunstcollectie. Enerzijds refereert het aan de ‘verbrokkeling van het lichaam’ in de medische wereld – al was het maar omdat de patiënt het zo ervaart, terwijl de arts de problematiek ontwijkt –, terwijl de foto laat zien dat het een kwestie is het juiste oogpunt in te nemen en een weg toont om een dovenmansgesprek achter ons te laten. Anderzijds biedt een dergelijke rechthoek, in al zijn wankelheid, houvast om een uitgeleefde, ten dode opgeschreven ruimte te koesteren. Hier wordt – met haar geschiedenis en alles wat in de ruimte is beleefd – haar wezen, haar ziel getroffen. Hoe ons haar te herinneren wanneer ze er niet meer is? Meteen raakt de foto aan het menselijk bestaan. Een meer passend kunstwerk dan deze Georges Rousse was voor de collectie nauwelijks denkbaar. Ik dank allen die de kunst in het UMC een warm hart toedragen en op wier sympathie ik steeds mocht rekenen. Daan Van Speybroeck
2
Elke zondag om 10.00 uur in het Personeelsrestaurant. Zondag 23 december (vierde advent): voorganger Linda Modderkolk, koor Duo Chris en Marianne Albers. Zondag 30 december: Oecumenische viering op de drempel van het nieuwe; voorganger Ans Bertens, koor Gospelkoor Voices.
Kerstfeest 2012 Graag nodigen we u uit voor de viering van het Kerstfeest. Ook uw familie en naasten zijn van harte welkom! Kerstavond, maandag 24 december, 19.00 uur, in het personeelsrestaurant: Oecumenische Kerstviering, voorgangers Jacqueline van Meurs en Wim Smeets, koor Peregrinantes. Jongeren verzorgen het vervoer van patiënten naar de viering. Na de viering is er koffie/thee met kerstbrood. Patiënten kunnen ook de viering beluisteren via de tv, kanaal 35 en indien gewenst de communie ontvangen. Eerste Kerstdag, dinsdag 25 december, 10.3012.00 uur in de hal van de hoofdingang, bij de kerststal en de kerstboom: doorlopend kerstliederen/verhalen onder begeleiding van accordeon en Viola da Gamba, er is koffie, thee en chocola.
3 4
9 10 11 12
b e l e id
r adbod e 1 9 - 2 0 1 2
De Kwaliteitsmonitor levert een batterij aan up-to-date informatie over de kwaliteit en veiligheid van zorg. Afdelingen en zorgverleners weten zo precies hoe ze presteren en waar verbeterkansen liggen. Een jaar na de lancering vroeg Radbode medewerkers hoe zij de Kwaliteitsmonitor benutten. Margot Tacken (Concernstaf Kwaliteit en Veiligheid) overlegt met kwaliteitsfunctionaris Nicole Tijhuis en chirurg-intensivist Marion van der Kolk over de scores op de Kwaliteitsmonitor. Foto: Flip Franssen
‘Om te verbeteren heb je harde cijfers nodig’ G i j s M u nni c hs Thijs Merkx, MKA-chirurg en themaleider Groene Golf ‘De Groene Golf is een controle-instrument om vóór, tijdens en na een operatie op vaste momenten te checken of alles op orde is. In de Kwaliteitsmonitor zie ik of afdelingen deze stopmomenten daadwerkelijk benutten. We zijn in twee jaar tijd steeds beter hierin gaan scoren. UMC-breed hanteren we de stopmomenten nu voor 96 procent. Daar heeft de Kwaliteitsmonitor zeker een rol in gespeeld. Als themaleider kan ik de overzichten terugkoppelen aan bedrijfsleiders en afdelingshoofden, en hen motiveren het steeds beter te doen. Ook naar buiten toe, naar de Inspectie bijvoorbeeld, kan ik dankzij de Kwaliteitsmonitor de meest actuele cijfers laten zien.’ Intensivist Bernard Fikkers, themaleider vitaal bedreigde patiënt ‘Als je sneller herkent dat mensen levensbedreigend achteruitgaan en het Medical Emergency Team (MET) op tijd oproept, dan zou dit uiteindelijk tot minder reanimaties moeten leiden. In de MET-bijeenkomsten
Kwaliteitsorganisatie vernieuwd Aantoonbaar onderscheidend zijn in kwaliteit is één van de speerpunten van het Radboud. Om deze ambitie te realiseren is in september de kwaliteitsorganisatie in het UMC opnieuw vormgegeven. Voorheen was men op diverse plekken gericht op kwaliteit: binnen het IWKV en onderdelen van de Concernstaf Strategieontwikkeling en de ziekenhuisbrede programma’s van PVI. Om zowel de Raad van Bestuur, als afdelingen en professionals maximaal te ondersteunen op het gebied van kwaliteit en veiligheid, zijn genoemde onderdelen nu geïntegreerd in de Concernstaf Kwaliteit & Veiligheid. Hiermee zijn het voorbereiden en ontwikkelen van kwaliteit- en veiligheidsbeleid, implementatie van UMC-brede verbeterprogramma’s, dataverzameling en toetsing in één organisatieonderdeel ondergebracht. De Concernstaf Kwaliteit & Veiligheid vormt de vierde directie (onder leiding van Wilma Boeijen) in de Concernstaf, naast Strategieontwikkeling, HRM en Financiën.
leg ik verpleegkundigen en artsen altijd de cijfers van het aantal reanimaties voor. Dat is dé indicator als het gaat om het herkennen van de vitaal bedreigde patiënt. Ik vind het fantastisch dat ik dit via de Kwaliteitsmonitor kan terugkoppelen aan onze zorgverleners. Vervolgens bespreken we hoe we het beter kunnen doen. Geleidelijk is er verbetering: het aantal reanimaties op de verpleegafdelingen neemt namelijk af. Echter, nog niet alle reanimaties worden daadwerkelijk geregistreerd. Dat is nog een probleem. Want het goed registreren van de reanimaties is wel een voorwaarde om volledig betrouwbare informatie hierover uit de Kwaliteitsmonitor te halen.’ Charles Wiellersen, hoofdverpleegkundige C5 (Urologie & Gynaecologie) ‘Om de zorg te verbeteren, heb ik harde cijfers nodig. Op mijn verpleegafdeling liggen veel oudere mensen na een zware operatie. Scores op pijn en kans op delier bieden voor ons handvatten om de kwaliteit aan te pakken. Ik krijg nu vooral totaaloverzichten van de afdelingen Urologie en Verloskunde & Gynaecologie. Ik wil echter specifiek weten hoe mijn verpleegafdeling scoort. Dat is in de Kwaliteitsmonitor voor bijvoorbeeld de pijnscores wel mogelijk, maar nog niet voor ondervoeding of risico op delier. Het liefst zou ik al deze scores opgesplitst naar mijn verpleegafdeling zien. Hopelijk kan de Concernstaf Kwaliteit en Veiligheid voldoen aan deze vraag, want pas dan kan ik echt de Kwaliteitsmonitor inzetten voor betere zorg aan mijn patiënten.’ Chirurg-intensivist Marion van der Kolk en kwaliteitsfunctionaris Nicole Tijhuis, afdeling Heelkunde Van der Kolk: ‘Het is prachtig dat je in de Kwaliteitsmonitor ziet hoe je als afdeling scoort. Maar goede scores op indicatoren zijn niet altijd een garantie voor kwaliteit. Binnen een afdeling moet een structuur bestaan waarin registratie en daadwerkelijke verbetering van de zorg, afdelingsbreed gedragen wordt en we elkaar aanspreken op onze resultaten. Neem bijvoorbeeld de kans op delier. Je moet niet alleen goed handelen zódra er een risicopatiënt is. De totale zorg moet zo zijn dat je het risico op delier verkleint, onder andere door aan élke patiënt het dagprogramma duidelijk te communiceren en een kalender op te hangen op iedere kamer. Dat gaat verder dan het bijhouden van scores.’ Tijhuis: ‘We geven ieder kwartaal presentaties waarin we met onze specialisten en verpleegkundigen de resultaten uit de Kwaliteitsmonitor bespreken en kijken
3
waarin we kunnen verbeteren. We betrekken daarbij ook onze eigen complicatieanalyse per type operatie. Die gegevens verzamelen we zelf, maar het zou mooi zijn als deze informatie beschikbaar komt via de Kwaliteitsmonitor. Met de Concernstaf Kwaliteit & Veiligheid zitten we geregeld rond de tafel om te kijken hoe de Kwaliteitsmonitor nog beter de juiste informatie geeft. Zo werk je samen aan een optimaal systeem om de kwaliteit te monitoren.’ Van der Kolk: ‘We willen op de tv-screens op de gangen van onze verpleegafdeling de resultaten uit de Kwaliteitsmonitor laten zien. Geen ingewikkelde grafieken, maar voor de patiënt en iedereen op de afdeling te begrijpen informatie, waar iemand echt iets aan heeft en die onze prestaties als afdeling transparant maken.’ n De Kwaliteitsmonitor is, voor geautoriseerde medewerkers, beschikbaar op het bedrijfsportaal, via Services.
Alle data bij elkaar Alle informatie over hoe afdelingen scoren op kwaliteit en veiligheid van zorg is in de Kwaliteitsmonitor te vinden: de veiligheidsthema’s, IGZ-indicatoren, uitslagen van interne audits, de CQ-index (patiëntervaringen) tot aan de incidenten- en klachtenmeldingen. Wie inzage heeft, beschikt over een keur aan dagelijks geactualiseerde ‘stuurinformatie’: gegevens op basis waarvan je de kwaliteit (verder) kunt verbeteren. De resultaten uit de Kwaliteitsmonitor vormen ook een belangrijk onderdeel in de kwartaalgesprekken van de Raad van Bestuur met de afdelingshoofden. De Kwaliteitsmonitor is uniek voor Nederlandse ziekenhuizen. De Concernstaf Kwaliteit & Veiligheid, unit Managementinformatie, heeft dit digitale instrument, samen met productgroep ICT, ontwikkeld. De ontwikkeling zet zich voort: de inhoud en het gebruikersgemak worden geoptimaliseerd. De unit Managementinformatie streeft er daarnaast naar dat de huidige informatie uit de Kwaliteitsmonitor straks zoveel mogelijk via EPIC (het nieuwe, toekomstige EPD) toegankelijk is.
r adbod e 1 9 - 2 0 1 2
wetenswaardig Promoties, oraties, afscheidsredes* • Promotie Grace Kinabo, dinsdag 8 januari, 9.30 uur. Titel: Paediatric HIV-infection and AIDS in Tanzania • Promotie Rudi Wisaksana, dinsdag 8 januari, 11.30 uur. Titel: Monitoring and treatment of HIV among injecting drug users in Indonesia • Promotie drs. Thea van Roermund, dinsdag 8 januari, 15.30 uur. Titel: How do postgraduate medical teachers develop their teaching skills? A study about the influence of teachers’ beliefs, and feedback of residents in academic day release programmes • Promotie drs. Erik Bischoff, woensdag 9 januari, 13.30 uur. Titel: Self-management of COPD and its exacerbations • Promotie drs. Wieger Norde, donderdag 10 januari, 13.30 uur. Titel: Tumor immune escape in allogeneic stem cell transplantation: Releasing the brake on graft-versus-tumor immunity • Promotie drs. Olivier van Vlijmen, vrijdag 11 januari, 12.00 uur. Titel: Cone beam CT in orthodontics • Promotie drs. Meta Roestenberg, maandag 14 januari, 15.30 uur. Titel: Experimental infection and protection against Plasmodium falciparum malaria in humans • Promotie drs. Maarten Brom, dinsdag 15 januari, 10.30 uur. Titel: Development of a tracer to image pancreatic beta cells • Promotie dr. Jan Spanholtz, dinsdag 15 januari, 13.30 uur. Titel: Natural killer cell immunotherapy: from bench to bedside. Natural born killers • Promotie drs. Marlies Blom, dinsdag 15 januari, 15.30 uur. Titel: Established rheumatoid arthritis: long-term outcome and biological therapy in daily practice • Promotie drs. Jacqueline Pieters, woensdag 16 januari, 13.30 uur. Titel: Incidental findings of sex chromosome aneuploidies in routine prenatal diagnostic procedures • Promotie drs. Saartje Hontelez, donderdag 17 januari, 13.00 uur. Titel: The transcriptional regulator DC-SCRIPT in dendritic cell and cancer biology. Multiple faces of a single factor • Oratie prof. dr. Angela Maas, hoogleraar Cardiologie voor vrouwen, donderdag 17 januari, 15.45 uur. Titel rede: Vrouwenhart over de drempel • Promotie drs. Erik Aarntzen, vrijdag 18 januari, 10.30 uur. Titel: Monitoring immune responses in dendritic cell based vaccination with a focus on in vivo imaging • Promotie mw. drs. M.A.M. Moviat, vrijdag 18 januari, 13.00 uur. Titel: Stewart approach of acid-base disorders in Intensive Care patients • Promotie mw. drs. G.C. Franx, maandag 21 januari, 15.30 uur. Titel: Quality improvement in mental health care. The transfer of knowledge into practice • Promotie ir. Sandra Geurts, dinsdag 22 januari, 13.30 uur. Titel: Timely detection of cancer relapse. Routine follow-up in patients treated for ovarian and breast cancer • Promotie drs. Martine Hoogman, woensdag 23 januari, 10.30 uur. Titel: Imaging the effects of ADHD risk genes • Promotie drs. Jurjen Tel, woensdag 23 januari, 15.30 uur. Titel: Plasmacytoid dendritic cells & immunotherapy of cancer • Promotie drs. Charlotte Lybøl, donderdag 24 januari, 15.30 uur. Titel: Improving management of gestational trophoblastic neoplasia • Afscheidsrede prof. dr. Paul Stuyt, hoogleraar Klinisch onderwijs, in het bijzonder de kwaliteitszorg, vrijdag 25 januari, 15.45 uur. Titel: Medisch specialisten opleiden: hoezo anders!? * Locatie: RU, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2. Meer info: www.umcn.nl, Research, Science Agenda.
De “Patiënt als partner” is een belangrijk speerpunt van het UMC St Radboud. In zijn oratie plaatste kinderneuroloog Michel Willemsen onlangs wat kanttekeningen. Radbode interviewde hem (zie pagina hiernaast) en peilde de reacties onder collega’s en Raad van Bestuur.
‘Partnership is altijd maatwerk’ N e ll e k e D inniss e n
Jeroen van Dillen, gynaecoloog Michel Willemsen geeft hier, net als tijdens zijn inaugurele rede, enkele kanttekeningen met betrekking tot de slogan: de patiënt als partner. In mijn ogen een terechte nuancering betreffende verantwoordelijkheid van de partners, haalbaarheid van participatie in beslisvorming en noodzaak van realisme in wat mogelijk is in de zorg. Terug naar de kern van de zorg zoals door bijna elke student verwoord bij de studiekeuze: menslievendheid! Dat we in de zorg meer gebruik kunnen maken van de beschikbare kennis, waaronder de ervaring van de patiënt, is duidelijk. Het debat over hoe dat te implementeren is echter nodig. Wat goed werkt voor de ene afdeling met ouderen en chronische zorg, zoals bijvoorbeeld Parkinson, is niet per definitie ook werkzaam op andere afdelingen. Kortom, patiënten en zorgverleners moeten samen zoeken naar de mogelijkheid van partnerschap in de context van het vakgebied, de aandoening en de individuele wensen en mogelijkheden van beide partners. Louis van ’t Hek, kinderintensivist Ik onderschrijf Michels mening. Ik ken hem als een bevlogen outstanding professional die patiënt en ouders/verzorger wel degelijk als partner ziet. De Kinderneurologie geeft aan ouders de ontslagbrief mee. Bij een spoedopname van een kinderneurologisch kind op onze Kinder-IC hoor je ouders in lekentaal vertellen welke ziekte en behandeling hun kind heeft (partnership!!). Dat Michel de gelijkheid qua kennisniveau ter discussie stelt is een waarheid als een koe. Er zit bijvoorbeeld een groot verschil tussen patiënten die kampen met onvruchtbaarheid, een chronische ziekte en IC-patiënten. Dat paren digitaal kunnen zien in welke fase de fertiliteitbehandeling zit, is prima, maar je bent volledig afhankelijk van laboratoriumtechnologie: het kunstje lukt wel of niet. En bij patiënten met een chronische ziekte zijn behandeling en beloop vaak routine. Bij een spoedopname van kinderen op de IC is het de vraag of ouders handelings- en wilsbekwaam zijn; zij zijn vaak verbijsterd wat hun kind is overkomen. Redeloos, reddeloos en radeloos. Volgens onderzoek krijgt 40-45 procent van hen een Post Traumatic Stress Disorder. Het gemiddelde ouderpaar heeft aanvankelijk geen enkele notie van moderne IC-behandeling. De ouders zijn mijn partner in de onzekerheid over oorzaak, behandeling en uitkomst. Marc Wijnen, hoogleraar Heelkunde Partnership is slechts een term voor een gezamenlijk kijken naar een probleem. In de medische setting is dit
4
per definitie nooit gelijkwaardig. De arts voelt de emoties op een ander manier dan de ouders en de ouders hebben minder medische achtergrond. Juist door die twee invalshoeken samen te brengen kom je tot betere resultaten. Kortom zoals ik Michel ken bedoelt hij hetzelfde als iedereen, alleen verwoordt hij het anders. Ik denk, net als hij, dat het samen optrekken in een ziekte en behandelproces logisch is, dat het iedereen scherp houdt en ook het wederzijdse begrip kan vergroten. De behoefte daaraan is echter bij alle ouders en patiënten verschillend en is dus altijd maatwerk. Jos Draaisma, kinderarts Ik begrijp heel goed wat Michel Willemsen wil zeggen. Ja, ouders en kinderen zijn partners, maar bevinden zich, hoe goed wij ons ook opstellen, in een afhankelijke situatie. Hij (ik) verwacht dat aankomend artsen in de toekomst nog beter dan nu communiceren. Artsen zullen zich bescheidener moeten opstellen richting patiënt. Ouders van kinderen met een syndroom dat zeer zeldzaam is, hebben veel meer kennis dan ik, want zij hebben de mogelijkheid om zich op internet uitgebreid in de materie te verdiepen en ik heb die mogelijkheid als generalist veel minder. Dat men zich uitgebreid online informeert, moet je als arts respecteren. De informatie die ouders aandragen, moet serieus worden genomen en wij zullen met de ouders in discussie moeten over de vraag waarom de informatie wel of niet van toepassing is op het kind. Hiermee wordt de verhouding tussen arts en patiënt gelijkwaardiger. Autoriteit hangt voor mij veel meer samen met het vertrouwen dat kind, ouders en collega’s hebben in de deskundigheid en betrokkenheid van de kinderarts. Cathy van Beek, lid Raad van Bestuur Ik vind het geweldig hoe Michel over patiënten praat: oprechte interesse, altijd benaderbaar en bereid de patiënt en diens ouders goed te informeren. Hij zegt dat niet elke patiënt partner kan of wil zijn. Dat onderken ik ook; daar moet je een soort radar voor ontwikkelen of liever gewoon met de patiënt of diens ouders bespreken. En natuurlijk is de patiënt afhankelijk van de kwaliteit van de dokter en het team. Wij zeggen dat de patiënt het belangrijkste lid is van het behandelteam. Zie hoe dat vorm krijgt bij de AYA community. Volstrekte gelijkheid bestaat inderdaad niet in deze relatie, die is per definitie asymmetrisch qua kennis. Patiënten willen serieus genomen worden en dat er echt naar hen geluisterd wordt. Dat doet deze dokter; daar ben ik zeer van overtuigd. De rest is misschien wel meer semantisch dan betekenisvol! n
int erview
r adbod e 1 9 - 2 0 1 2
Foto: Flip Franssen
‘Ik ben er, ik laat u niet barsten’
Michel Willemsen: ‘Een fijn gesprek, een luisterend oor, een begrijpende arm betekent voor een patiënt veel meer dan allerlei medische informatie.’
De patiënt als partner” was slechts een klein onderdeel van de oratie van kinderneuroloog Michel Willemsen. Toch zorgde het voor reuring. Dagblad De Gelderlander kopte “Beschouw de patiënt niet als gelijkwaardig”, daarbij verwijzend naar het speerpunt van het UCM St Radboud “De patiënt als partner”. ‘Dat je het samen doet is voor mij vanzelfsprekend.’ N e ll e k e D inniss e n
Kinderneuroloog Michel Willemsen kreeg de afgelopen tijd veel reacties op zijn onlangs gehouden oratie. Daarin ventileerde hij onder andere zijn opvatting over de “patiënt als partner”. De kinderneuroloog is niet tegen, maar vindt het motto “de patiënt als partner” ongelukkig gekozen. Hij wil hier graag het debat over aanzwengelen. ‘Het laatste wat ik wil is polariseren. Maar een goede inhoudelijke discussie hierover versterkt juist het patiëntgerichte beleid van het Radboud.’
Afhankelijk ‘De patiënt als partner suggereert gelijkheid’, licht Willemsen zijn betoog toe. ‘Gelijkheid is er in een artspatiëntrelatie niet. De patiënt heeft een probleem en is afhankelijk van mij. Dat je het samen doet is voor mij vanzelfsprekend. Wij hebben veel patiënten met zeldzame onbehandelbare aandoeningen. Dat heeft een enorme impact op het leven van de patiënt en zijn omgeving. En dat geldt ook voor veel andere ziektes. Een arts kan een patiënt vaak niet beter maken. Er is meer dan genezen.’ Willemsen haalt hierbij het aloude adagium aan: “Soms genezen, vaak verlichten, altijd ondersteunen”. ‘Een heel belangrijk aspect van arts zijn. De dokter heeft ook een troostende taak. Hij moet de patiënt laten weten: ik ben er, ik laat u niet barsten.’
Menslievendheid Willemsen vreest dat met een partnership de verantwoordelijkheid steeds meer op de schouders van de patiënt komt te liggen. ‘Die kan en wil hij vaak niet dragen. Een patiënt moet er vanuit kunnen gaan dat de dokter een vakman is en de volle verantwoordelijkheid draagt voor de zorg die hij geeft. Als ik tegen een patiënt zeg dat een MRI van de hersenen niet nodig is, moet hij, in mijn geval zijn dat de ouders, ervan overtuigd zijn dat ik de goede beslissing neem. Als er vertrouwen is en een goede communicatie tussen arts en patiënt, dan heeft de patiënt vooral behoefte aan menslievende zorg in een menslievende omgeving. Een fijn gesprek, een luisterend oor, een begrijpende arm betekent voor een patiënt veel meer dan allerlei medische informatie.’ Het is een misverstand dat menslievende zorg veel tijd vraagt. ‘Als je oprecht geïnteresseerd bent, dan staat de patiënt veel minder gauw op de stoep. Hij komt pas als hij je echt nodig heeft.’
Inzage Met een goede vertrouwensband is er minder behoefte aan inzage van medische gegevens, meent Willemsen. ‘Natuurlijk mogen en moeten patiënten hun dossier kunnen inzien, maar met veel uitslagen kunnen ze helemaal niets. Van een aantal metingen kennen wij niet eens normaalwaarden. Wat moet een patiënt er dan mee? Overigens sturen wij altijd een kopie van alle medische correspondentie aan (de ouders van) onze patiënten.’
Gezondheid is niet te koop De trend patiënten informeren en betrekken, is voor Willemsen logisch. Maar het is onhaalbaar om hen te
5
laten participeren in àlle medische overwegingen. ‘Dat kunnen we volgens mij nooit waarmaken. Daar moeten we een hele batterij aan dokters voor binnenrijden.’ “De patiënt als klant” kan voor de kinderneuroloog al helemaal niet. ‘Zo’n slogan komt voort uit een doorgeslagen commercialisering, waarbij kwantiteit boven kwaliteit staat. Je schept ook valse verwachtingen: gezondheid is niet te koop.’
De basis moet goed zijn Al het medisch handelen en alle kennis stelt niets voor als het niet is ingebed in liefdevolle aandacht en zorgzaamheid, staat te lezen in het Radboudboekje “Geloven in mensen” en dat is ook Willemsens stelling. Daar zijn tijd en aandacht belangrijke componenten van, die ook onmiskenbaar grote behoeften zijn van de patiënt. En daar schort het nogal eens aan. ‘Als een arts maar tien minuten tijd heeft voor een slechtnieuwsgesprek, dan is er aan de basis iets mis. Dan moet je de poli anders organiseren en kun je helemaal niet spreken over de patiënt als partner.’
Tegendraads Willemsen is zich ervan bewust dat zijn pleidooi tegendraads klinkt. ‘Ik ben niet tegen patiëntenparticipatie. Ik ben ervan overtuigd dat patiënten een grote bijdrage kunnen leveren aan het beter maken van de gezondheidszorg. Vooral chronisch zieken. Die weten veel van hun ziekte af en hebben zich vaak verenigd. Een lid van zo’n vereniging kan in die rol heel goed onze partner zijn, want hij heeft ons op dat moment helemaal niet nodig als zijn dokter.’
Medewerker als partner Wat Willemsen wil benadrukken is: ‘Betrek vanuit verschillende disciplines medewerkers die midden in de patiëntenzorg staan. Iedere afdeling heeft zijn eigen typische patiënten die allemaal weer uniek zijn. Professionals kunnen vanuit verschillende optieken waardevolle input leveren voor een betere organisatie van de zorg in ons UMC. Zie dus vooral ook de medewerker als partner. ’ n Zie reacties collega’s pagina 4
r e po r tag e
Turnerpoli: alle kennis over he
Circa één op de tweeduizend meisjes wordt geboren met het syndroom van Turner. Ze kampen allemaal met een groeiachterstand en een verstoorde functie van de eierstokken, waardoor ze niet volledig in de puberteit komen. Daarnaast kan zich een scala aan bijkomende klachten voordoen. De Turnerpoli houdt een vinger aan de pols. Farah Robben laat aan verpleegkundig specialist Vivane van de Crommert zien hoe zij hormonen krijgt toegediend.
F e m k e v an d e n B e r g
Donderdagmorgen, 11.30 uur. Op de Turnerpoli zitten Farah Robben (6) en haar vader Ton tegenover kinderarts-endocrinoloog Janiëlle van Alfen. Farah is een paar maanden eerder gestart met groeihormonen en krijgt deze nu door haar ouders dagelijks in haar been toegediend via een apparaatje zonder naald. Dit blaast het groeihormoon onder hoge druk door de huid in het onderhuids vetweefsel. ‘Doet dat pijn?’, informeert Van
Alfen. ‘Meestal niet’, vindt Farah. ‘In het begin moest ik altijd huilen, maar nu ben ik eraan gewend.’ Verpleegkundig specialist Viviane van de Crommert is benieuwd of de groeihormonen al effect sorteren. ‘Zullen we eens kijken hoe lang je bent?’ Farah trekt haar rode laarsjes uit en gaat onder de lat staan. ‘Ah, 111,3 cm! Je bent hard gegroeid!’, zegt Van de Crommert enthousiast. Ook op de groeicurve, die wordt bijgehouden sinds Farahs geboorte, is dat prima te zien: de lijn schiet de lucht in. ‘De verwachting is dat Farah tot ongeveer haar vijftiende jaar groeihormonen zal blijven gebruiken’, vertelt Van Alfen. ‘Bovendien zal ze
ook vrouwelijke hormonen krijgen om de borstgroei en menstruatie te stimuleren, want die komen bij meisjes met Turner anders meestal niet voldoende op gang.’
Zorgen
Bij Farah werd al tijdens de zwangerschap van haar moeder ontdekt dat ze het syndroom van Turner heeft. Door een ‘weeffoutje’ bij de bevruchting ontbreekt een van de twee X-chromosomen. Bij Farah kwam dit door prenataal onderzoek aan het licht. De familie Robben werd doorverwezen naar de Turnerpolikliniek van het UMC St Radboud, die aan zo’n honderd kinderen zorg verleent. Doel van de multidisciplinaire aanpak is een optimale begeleiding en behandeling. Van Alfen: ‘In ons ziekenhuis zijn standaard een kinderarts-endocrinoloog, kinderpsycholoog, kinderfysiotherapeut, kindercardioloog, KNO-arts en - vanaf de puberteit - gynaecoloog betrokken. Verder wordt per patiënt bekeken welke specialisten nog meer worden ingeschakeld, want de verschillen tussen Turnermeisjes onderling zijn heel groot. Ruim 30 procent wordt geboren met een afwijking aan een hartklep en/of de grote lichaamsslagader. Verder kunnen zich problemen voordoen met onder meer de nieren, het gehoor, de schildklier en het maagdarmstelsel. Bovendien kampen Turnermeisjes vaker met motorische, psychosociale- en leerproblemen, ondanks hun meestal normale intelligentie. En sommigen hebben afwijkende uiterlijke kenmerken, bijvoorbeeld een brede nek en/of kleine onderkaak.’ Geen wonder dus, dat vader Robben zich tijdens de zwangerschap regelmatig zorgen maakte over zijn ongeboren dochter. ‘Met al onze vragen konden we gelukkig goed op de poli terecht’, weet hij nog. ‘Het fijne is, dat hier veel kennis over Turner op één plek is. En dat je op één dag meestal alle specialisten ziet die bij de behandeling betrokken zijn.’
Puzzel
Psychologe Sandra Boelen test het ruimtelijk inzicht van Farah. ‘De performale vaardigheden van meisjes van Turner zijn vaak minder goed ontwikkeld dan hun verbale vaardigheden.’ Foto: Frank Muller
6
Vandaag gaat Farah na haar afspraak met Van Alfen langs bij kinderpsycholoog Sandra Boelen. Zij wil beter zicht krijgen op de cognitieve vaardigheden. Zij test onder andere het ruimtelijk inzicht en laat haar figuren nabouwen met blokjes. Boelen vertelt dat bij de meeste meisjes met Turner de
r adbod e 1 9 - 2 0 1 2
et syndroom bijeengebracht Turner bij volwassenen Volwassen Turnervrouwen komen meestal minder vaak op de Turnerpoli dan meisjes. ‘Dat is niet meer nodig. Ik merk in mijn dagelijks leven eigenlijk weinig dat ik Turner heb.’ Zolang Turnerpatiënten nog groeihormonen spuiten en de puberteit nog niet voltooid is, zien ze ongeveer vier keer per jaar een kinderarts om hun ontwikkeling te monitoren. Als ze volwassen zijn, hoeven ze minder vaak op controle te komen. ‘Wij screenen hen normaal gesproken maar eens in de 1,5 tot 2 jaar om te kijken of zich problemen ontwikkelen die bij deze groep vaker voorkomen’, vertelt internistendocrinoloog dr. Henri Timmers. ‘De cardioloog kijkt naar mogelijke afwijkingen aan de aortaklep en de aorta. Ook worden bloeddruk en cholesterol in de gaten gehouden, omdat er een verhoogd risico is op hart- en vaatziekten. De endocrinoloog screent de schildklier en de KNO-arts komt in beeld bij gehoorproblematiek. Verder is het belangrijk dat Turnervrouwen tot aan de overgangsleeftijd de pil slikken om voortijdige botontkalking te voorkomen. Ook zonlicht, voldoende beweging en kalkrijke voeding helpen de botten sterk te houden.’
Foto: Frank Muller
performale vaardigheden – waarbij je een koppeling moet leggen tussen wat je ziet en wat je moet doen – minder goed zijn ontwikkeld dan hun verbale vaardigheden. ‘Ze hebben meer moeite om te zien hoe zij de losse elementen tot een geheel kunnen samenvoegen en het tempo van werken is vaak ook wat trager. Bovendien hebben veel van deze meisjes meer moeite met plannen, organiseren, structureren en zich concentreren.’ De psychologen van de Turnerpoli testen intelligentie, taalvaardigheden, ruimtelijk inzicht, snelheid van informatieverwerking en concentratievermogen in elk geval drie keer: rond de start in groep 3 op de basisschool, voor de overgang naar het voortgezet onderwijs en vlak voordat een beroepskeuze wordt gemaakt. ‘De informatie uit de testen kunnen ouders gebruiken in hun gesprekken met school’, zegt Boelen. ‘Leraren kunnen dan beter afstemmen op de sterke en zwakke kanten.’ Robben: ‘Wij hebben inmiddels voor Farah een “rugzakje” aangevraagd: geld waarmee ze extra begeleiding kan krijgen op school. En Farahs leerkracht gaat overleggen met Sandra Boelen.’
Onvruchtbaarheid Bij volwassen Turnervrouwen spelen dikwijls ook problemen rondom onvruchtbaarheid. Doordat hun eierstokken weinig eicellen bevatten, die bovendien meestal ruim voor de volwassen leeftijd opraken, worden zij hoogstzelden spontaan zwanger. ‘Soms is er psychologische begeleiding nodig om de onvruchtbaarheid te verwerken’, zegt Timmers. ‘Er zijn ook vrouwen die proberen zwanger te worden met hulp van de gynaecoloog. Ze kiezen dan voor IVF met eiceldonatie.’ Timmers vertelt dat het in de toekomst wellicht mogelijk wordt om eigen eicellen van jonge meisjes in te vriezen voo r later gebruik. ‘Zo ver zijn we echter in de praktijk nog niet’, zegt hij. ‘Zo’n invasieve ingreep op jonge leeftijd is heftig. We
moeten er daarom goed over nadenken.’ Eén van de Turnervrouwen die probeerde zwanger te worden met hulp van het ziekenhuis, is Helen Mijnarends-Akkermans (43). Toen IVF mislukte, wees haar schoonmoeder haar op de mogelijkheid van pleegkinderen. ‘Mijn man en ik zijn naar een voorlichtingsavond gegaan en raakten enthousiast’, vertelt zij. ‘We gaven ons op voor langdurige pleegzorg en een paar maanden later waren we de trotse ouders van een tweeling van vijftien maanden, die bij ons zal opgroeien.’ Mijnarends-Akkermans benadrukt dat niet iedere (Turner)vrouw een (sterke) kinderwens heeft. ‘Als bestuurslid van de patiëntenvereniging, Turner Contact Nederland, heb ik meegedacht bij de totstandkoming van de nieuwe Klinische Richtlijn Turner Syndroom, die dit najaar is gelanceerd. In de oorspronkelijke tekst leken medici ervan uit te gaan dat iedere vrouw kinderen wil. Dankzij onze inbreng staan er nu alternatieven genoemd.’
Capriolen Mijnarends-Akkermans vertelt dat ze er weinig hinder van ondervindt dat ze Turner heeft. ‘Ik ben slecht in wiskunde en zal nooit atletische capriolen kunnen uithalen, maar daar heb ik in het dagelijks leven geen last van. Wel word ik sneller moe dan anderen, doordat mijn schildklier trager werkt. Daar slik ik nu medicijnen voor. En het blijft soms lastig dat ik klein ben: 1.50 meter. Toen ik jong was, waren er nog geen groeihormonen… Zeker toen ik werk zocht, kreeg ik wel eens het gevoel dat mensen mij door mijn geringe lengte niet voor vol aanzagen. Inmiddels werk ik al geruime tijd bij het UWV en help ik mensen zelf aan een baan! n
Volwassen vrouwen en Turner
Grippertje Tot slot loopt Farah naar de gymzaal van kinderfysiotherapeut Marlou Essink. Ook zij ziet meisjes met Turner minimaal drie keer tijdens hun jeugd (als het nodig is vaker) om zicht te krijgen op hun motorische ontwikkeling, onder meer door het testen van hun grove en fijne motoriek. Essink vraagt of Farah achter een lijn wil gaan staan om tien keer een pittenzakje in een vierkant vlak te gooien. ‘Ze hebben niet zo snel door wat de handigste strategie is’, legt Essink uit. ‘Het automatiseren van de motorisch juiste variant kost hen meer tijd. Daardoor duurt het langer om complexe motorische vaardigheden als zwemmen en fietsen onder de knie te krijgen. Maar als je dit in stapjes aanleert, lukt het wel. Bovendien: het hoeft niet altijd een probleem te zijn als je minder goed bent in iets. Levert dit wél problemen op, bijvoorbeeld bij schrijven, dan geven wij tips hoe ermee om te gaan.’ Zo heeft Farah een ‘gripper’ gekregen: een stukje plastic dat ze om haar pen doet om haar hypermobiele vingers extra steun te geven. ‘Met mijn roze grippertje kan ik wél heel netjes schrijven!’, zegt zij trots. n Helen Mijnarends-Akkermans (op foto links) staat op de Radboudfolder voor volwassenen met het Turner Syndroom.
7
Kempensbos 28, Sint-Anthonis
Te Koop
Vraagprijs € 975.000,- k.k.
Twee-onder een kap woonhuis in
Bezembinder 44 te Groesbeek
een rustige doodlopende straat
In de kleinschalige nieuwbouwwijk ‘Hulsbeek’ op de tweede verdieping ligt een modern en luxe afgewerkt drie-kamer appartement met Frans balkon, gelegen op het noordoosten en een fraai uitzicht op het tegenover gelegen speeltuintje. De wijk kenmerkt zich door zijn leuke bouwstijl en is ruim opgezet met voldoende parkeerplaatsen, maar ook veel groen!
KO OP
in Malden. TE
L-vormige woonkamer met erker. Tevens een grote uitbouw (25m2, keuken) aan de achterkant met openslaande deuren naar een op het Zuid-Oosten liggende tuin(90m2). Grote garage, bereikbaar vanuit de berging, met eigen oprit. Drie slaapkamers met badkamer (wastafel, ligbad en aparte douche) op de 1st verdieping. Door middel van een vaste trap is de ruime en zeer hoge zolder te bereiken.
» Vrijstaand landhuis » Inhoud 1.300 m3 » Perceeloppervlak 4.900 m2
» Woonoppervlak 325m2 » Bouwjaar 1993
Op zeer mooie locatie in Sint Anthonis en op loopafstand vanaf het centrum. Omgeven door een groene landelijke parktuin op het zuiden georiënteerd met beregeningsinstallatie en terrassen. In de tuin bevindt zich ook een vijver met waterval. Geheel betegelde kelder- dubbele garage – berging – grote vliering. Maar liefst 12 kamers, alle slaapkamers voorzien van vaste wastafels. Hoog afwerkingniveau - aluminium kozijnen – goed geïsoleerd. Mogelijkheid tot bijbouwen van schuur/stal. Twee gas openhaarden en voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
Vraagprijs: 369.000 Perceelopp: 300m2
Het appartement ligt op de bovenste woonlaag en heeft zelf ook nog een tweede verdieping waar de tweede slaapkamer gelegen is. Nu is deze kamer met een vlizotrap bereikbaar, maar er is voldoende ruimte om een vast trap aan te leggen. Het appartement is mooi afgewerkt, met een luxe keuken, nette muren, strakke badkamer en een houtenvloer. Vraagprijs: e 169.500,- k.k. Nijmegen: Burchtstraat 124
Tel inl: 06 487 99 143.
www.deplaatselijkemakelaar.nl 0413 - 745155
024 381 82 50 /
[email protected] twitter.com/Hendriks024
hendriks.nl
Voor de persoonlijke aanpak
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
3! weer in 201 g a ra g u n rwelkome en en wij ve g a td s e fe e Fijn
Dameskleding - Schoenen - Accessoires
Kerstborrel | Lunch in Kerstsfeer | Diner of Eindejaarsfeest
(op uw verzoek versturen wij ook artikelen!)
Organiseer het op de berg!
Oude Holleweg 5, 6572 AA Berg en Dal
Marc O’Polo Nijmegen - Burchtstraat 51 - Tel. 024-348 2948 -
[email protected]
| 024-684 20 00 |
[email protected] | www.goldentulipvalmonte.nl
8
in bedrijf
r adbod e 1 9 - 2 0 1 2
Een bijzondere datum
12-12-2012 Hoe geweldig als je een leven lang kunt zeggen “ik ben geboren op 12-12-2012”. Heel bijzonder voor Jochem Jansen die op deze datum op afdeling Verloskunde van het UMC St Radboud geboren werd. Voor zijn kersverse ouders ongetwijfeld ook een verrassing want eigenlijk werd Jochem pas over zo’n twee weken verwacht. Ondanks dat is Jochem kerngezond en volledig op gewicht. Groot feest dus op afdeling Verloskunde op deze bijzondere dag!
Mijn Radboud THUIS
Tweede pilot Mijn Radboud THUIS van start
alleen met iPads, maar ook met andere platforms zoals Android en Windows kunnen communiceren. Facetalk biedt daarnaast de mogelijkheid om multidisciplinair overleg te voeren. Kinderen met kanker krijgen op de afdeling een iPad in bruikleen en mogen deze naderhand thuis gebruiken tot een half jaar na de behandeling. Mavinkurve: ‘We geven de iPads nu nog in bruikleen, ook om naderhand het gebruik van de app te kunnen monitoren. Maar in de toekomst willen we vooral investeren in nieuwe ideeën. Steeds meer mensen hebben zelf al een iPad, we hoeven dan alleen nog maar de app aan te bieden.’ Binnenkort wordt Mijn Radboud THUIS verder uitgerold binnen en buiten het UMC. Meerdere afdelingen en externe organisaties hebben al belangstelling getoond. MW Meer weten? Bekijk het filmpje met patiëntje Yente op https://vimeo.com/54797406/
Jaarwisseling
Vuurwerkbrillen Medewerkers van het UMC St Radboud kunnen dit jaar een gratis beschermbril ophalen tegen vuurwerk op vertoon van hun UMC-pas. Extra exemplaren kosten 2 euro per stuk. Er zijn ook speciale brillen voor kinderen. Tijdens de vorige jaarwisseling zijn er in Nederland 207 gevallen geregistreerd van oogletsel, veroorzaakt door vuurwerk. In 21 gevallen heeft dit geleid tot een blind oog. In totaal 102 mensen zijn getroffen door vuurwerk dat ze zelf hadden aangestoken.
Waar en wanneer? Ophalen & verkoop: polikliniek Oogheelkunde, route 400. Maandag 17 december t/m maandag 31 december tot 12.00 uur. Op=op! De opbrengst gaat naar de Algemene Nederlandse Vereniging ter Voorkoming van Blindheid.
Verkiezingen 23 april 2013
UMC-Raad zoekt nieuwe leden
Een rode knop voor spoedvragen en een groene knop voor vragen die je aan je behandelend arts of verpleegkundig specialist wilt stellen. Met Mijn Radboud THUIS kunnen patiëntjes en hun ouders snel en effectief contact leggen met het behandelteam van de afdeling Kinderoncologie. Mijn Radboud THUIS ontstond anderhalf jaar geleden, toen kinderpsycholoog Esther Meijer haar idee voor communiceren met behulp van een iPad indiende bij een wedstrijd in de Radbode. Ze won er een kaartje voor TEDxMaastricht mee. In samenwerking met het REshape & Innovation Center zette zij met kinderoncoloog Annelies Mavinkurve en verpleegkundig specialisten Christel van Riel en Janneke Evers een pilot op met vier gezinnen. Deze gezinnen kregen een iPad mee naar huis, waarmee zij via MSN contact konden leggen met het ziekenhuis. Een geslaagd project, volgens Mavinkurve. ‘Het contact met de ouders is laagdrempelig. Het directe lijntje geeft ouders een vertrouwd gevoel. En voor de behandelaar is het veel efficiënter werken, doordat je zelf een tijdstip kunt kiezen om te antwoorden en alleen de vragen van je eigen patiënten binnenkrijgt. Voorheen moest je alle binnenkomende telefonische vragen beantwoorden.’ Naar aanleiding van de eerste pilot ontwikkelde afdeling Kinderoncologie samen met REshape en Focuscura - één van hun strategische partners - een applicatie voor de iPad. In de tweede pilot krijgen vijftien gezinnen de gelegenheid om de nieuwe applicatie te testen. De app maakt gebruik van heldere icoontjes. Zo kunnen kinderen op “Mijn chillplek” spelletjes spelen en hun ouders op “Mijn Dagboek” een blog bijhouden. “Mijn Behandelplan” is nu nog leeg. Straks zijn hier roadmaps te vinden, behandelschema’s met een koppeling naar een agendaoverzicht en met verwijzingen naar uitleg over bijvoorbeeld een MRI-scan. Mijn Radboud Thuis maakt gebruik van FaceTalk, waardoor gebruikers niet
Bent u nauw betrokken bij onderzoek en onderwijs binnen het UMC St Radboud? Heeft u duidelijke ideeën over de manier waarop deze taken binnen een UMC moeten worden uitgevoerd? Zou u uw geluid graag laten doorklinken tot op het niveau van de Raad van Bestuur? Dan is het lidmaatschap van de UMC-Raad iets voor u! In verband met de verkiezingen op 23 april 2013 zoekt de UMC-Raad nieuwe leden voor de diverse kiesgroepen. De nieuwe zittingstermijn van de 24-koppige UMCRaad loopt van 1 september 2013 tot 1 september 2016. Wie inhoudelijk wil meepraten met de Raad van Bestuur over bijvoorbeeld hoogleraarsbenoemingen en de begroting, kan zich kandidaat stellen voor een zetel in één van de kiesgroepen. Belangstellenden moeten wel rechtstreeks inhoudelijk invulling geven aan één van de kerntaken wetenschappelijk onderwijs en/of wetenschappelijk onderzoek. Indien u zich kandidaat wilt stellen dient u aan deze eis te voldoen en u dient opgenomen te zijn in het kiesregister. Vanaf 22 januari kunt u via de website controleren of u bent opgenomen in het kiesregister. Als dit niet het geval is, kunt u hiervoor een bezwaarschriftformulier indienen. Kandidaatstelling is mogelijk van 22 januari tot 5 maart 2013. Meer informatie vindt u op de website van de UMC-Raad.
Meditatiebijeenkomsten
Gun jezelf Stilte Een goede gewoonte die in verschillende andere instellingen al bestaat: midden op de dag even afstand nemen van het werk door een moment van stilte. Januari is ‘de maand van de spiritualiteit’, dit jaar onder het motto ‘STILTE’. De Dienst Geestelijke Verzorging & Pastoraat grijpt deze maand van de spiritualiteit aan om ook in het Radboud aan medewerkers mediteren in de middagpauze aan te bieden. Driemaal dagen per week wordt een meditatiebijeen-
9
komst gehouden. Elke bijeenkomst duurt 15 minuten en bestaat uit een korte lichaamsoefening en een stille meditatie. Iedere medewerker die in de drukte van het werk graag even de stilte opzoekt, is welkom, eenmalig of vaker. Ervaring is niet nodig, aanmelden ook niet, je kunt zo binnenlopen. Per keer is er ruimte voor twintig mensen. Wel beginnen we stipt op tijd. Plaats: Stiltecentrum (route 566) Dagen: elke maandag, dinsdag en donderdag in januari, te beginnen op 7 januari. Tijd: tweemaal per dag: 12.15 uur en 12.45 uur, steeds 15 minuten.
Nieuwjaarsreceptie
Radboudtalenten gezocht! De voorbereidingen voor de nieuwjaarsreceptie op donderdag 10 januari zijn in volle gang. Naast een sfeervolle locatie, passende drankjes en hapjes willen we op creatieve wijze enige entertainment verzorgen. Met als doel om onze eigen (wellicht verborgen) talenten een podium te geven. Dit hoeft zich niet te beperken tot het maken van muziek (vocaal en/of instrumentaal), ook andere vormen van entertainment kunnen voor het voetlicht worden gebracht. Dit kan op een podium, maar ook in de receptieruimte of aan één van de statafels. Vorig jaar december deden wij al een oproep onder het motto ‘Radboud’s got talent’. Menig reactie (met name van koren en bands) volgde. Deze groepen bestaan echter niet geheel uit eigen Radboudmensen. En we zoeken juist medewerkers ‘van eigen bodem’ en meer dan zang en instrumentaal. Desondanks zullen we deze groepen wel benaderen, wellicht zijn combinaties mogelijk, bijvoorbeeld in een ‘eendagsformatie’. U kunt daar ook ideeën voor opperen of met collega’s een groep formeren. Daar waar nodig én inzetbaar zal dit (onder voorwaarden) worden gefaciliteerd.
Belangstelling? Meld je uiterlijk donderdag 27 december aan. Dat kan via: portal.umcn.nl/nieuwjaarsreceptie. Inzenders krijgen zo snel mogelijk bericht of het voorstel past binnen het programma. Op de nieuwjaarsreceptie moeten bezoekers gezellig met elkaar kunnen praten. Harde muziek is daarom bijvoorbeeld minder gepast. Voor vragen kunt u contact opnemen met Marieke van Osch (Productgroep Communicatie), via m.vanosch@ sb.umcn.nl of met Jan Jaap Schmitz (Hospitality Officer) via
[email protected]. Zie ook http://portal.umcn.nl/talent.
Uitnodiging Nieuwjaarsreceptie De Raad van Betuur wenst u en uw naasten prettige feestdagen en een gezond 2013. Na deze feestdagen ontmoeten wij u graag op de nieuwjaarsreceptie die dit jaar plaats vindt op donderdag 10 januari 2013 van 16.30-18.30 uur in het Restaurant van het Studiecentrum Medische Wetenschappen, route 76. Wij verheugen ons op uw komst en heffen graag samen met u het glas op het nieuwe jaar, een prachtig moment om elkaar te informeren over voornemens en plannen. Het belooft ook nu weer een inspirerende en verrassende bijeenkomst te worden, vooral dankzij originele optredens ‘uit eigen huis’. U bent van harte welkom! Namens de Raad van Bestuur, Prof. dr. Melvin Samsom, voorzitter
m e ns e n
mensen Bijdragen voor de rubriek Mensen (maximaal 150 woorden) kunt u tot uiterlijk donderdag 09.00 uur in de week vóór verschijnen mailen naar
[email protected], separaat voorzien van een scherpe digitale foto met een hoge resolutie.
D r. H i n g G w a n K h o
Na een dienstverband van 29 jaar zal anesthesioloog dr.H.G.Kho per 1 januari 2013 met pensioen gaan. In zijn lange staat van dienst heeft hij niet alleen bijgedragen aan de academische patiëntenzorg, maar eveneens aan het onderzoek naar de klinische toepassing van acupunctuur als alternatieve analgetische techniek. Dr. Kho participeerde in het facultaire onderwijs ten behoeve van studenten biomedische wetenschappen, waar hij binnen het onderwijsblok Keuzen in Gezondheidszorg doceert over “Onderzoek naar de toepassing van acupunctuur in de anesthesiologie”. De afgelopen decennia werkte Hing Gwan Kho voornamelijk op de (kinder)urologische operatiekamers. Dr. Kho wil zelf graag benadrukken dat de niet aflaten de ondersteuning van de anesthesie- en verkoevermedewerkers en de bijzonder constructieve sfeer binnen ons UMC ten aanzien van onze patiëntenzorg, hem altijd zullen bijblijven. Zoals bij zijn 25-jarig jubileum het geval is geweest, zal hij het voor zijn afscheid beschikbaar gestelde budget aan Cordaid Memisa, doneren. Namens de afdeling Anesthesiologie, Pijnbehandeling en Palliatieve zorg Prof. dr. Gert Jan Scheffer, Anesthesiologie
Jonja Brassien en Marije van Broekhuizen
Op 20 december nemen twee van onze collega’s, Jonja Brassien en Marije van Broekhuizen, afscheid van de Educatieve Voorziening. Beiden hebben tot aan het eind van hun professionele loopbaan met veel inzet, kennis en (jeugdig) enthousiasme gewerkt binnen de EV. Zij waren zeer betrokken bij het wel en wee van de zieke leerlingen. Zij werkten daarbij intensief met elkaar samen. Voor ons zijn het kundige en plezierige collega’s, van wie wij eigenlijk niet graag afscheid nemen. Wij zijn hen heel erkentelijk voor de bijdragen die zij al die jaren hebben geleverd aan de ontwikkeling van het werk en het team. Namens de medewerkers EV, Mart Geven, hoofd EV, afdeling Kindergeneeskunde, Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen.
Annelies van Schaijk
Na ruim 10 jaar maakt Annelies van Schaijk gebruik van de mogelijkheid van vervroegd pensioen. Annelies begon in het Urologisch Behandelcentrum, waar zij radiologische ondersteuning bij diverse onderzoeken verzorgde. Na enkele jaren verruilde Annelies haar werkzaamheden bij het UBC naar het zogenaamde “donker”, waar zij de beginnende assistent-radiologen ondersteunde bij doorlichtonderzoeken. Annelies was het vertrouwde gezicht van deze onderzoekkamers. Met hart en ziel zette zij zich in voor de patiënten, hun welzijn was erg belangrijk voor Annelies. De verhuizing naar de nieuwbouw heeft ze als een enorme uitdaging ervaren. De beslissing om te stoppen met haar werkzaamheden op onze afdeling viel haar zwaar. Wij danken Annelies hartelijk voor haar inzet en betrokkenheid die zij al die jaren heeft getoond. We wensen haar veel goeds toe in deze nieuwe fase in haar leven. Namens de afdeling Radiologie Miranda Snoeren, coördinerend radioloog en Thea Schreurs, teamleider.
Jan Gerrits
Jan Gerrits verlaat na een dienstverband van 37 jaar de Instrumentele Dienst. Jan heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot Instrumentmaker binnen de ontwikkelafdeling van de Instrumentele Dienst. Hier werden nieuwe medische apparaten bedacht en gemaakt. Halverwege de jaren ‘90 stapte Jan over naar de serviceafdeling van de Instrumentele Dienst. Daar legde hij zich verder toe op het onderhoud en repareren van onder andere microscopen, microtomen en chirurgisch instrumentarium. Naast deze technische vaardigheden hield Jan zich ook bezig met het op milieutechnisch verantwoorde wijze laten afvoeren van medische- en laboratoriumapparatuur en het beheer van de ID-opslagruimte. Jan beschikt over technische vakkennis waarmee hij de afdelingen van het UMC St Radboud vaak met raad en daad bijstond. Per 1 december gaat Jan genieten van zijn prepensioen. Jan heeft op informele wijze afscheid genomen van zijn collega’s. Mede namens alle collega’s bedank ik Jan voor al zijn inzet en wens ik hem alle goeds voor de toekomst toe. Michel Verbruggen, Manager Service Instrumentele Dienst
r adbod e 1 9 - 2 0 1 2 Ria Ribbers –van Dijk
40 jaar in het UMC St Radboud. Wat een tijd! Ria Ribbers-van Dijk behoort tot de medewerkers met het hart op de juiste plaats. Ria werkt deels op de Kinderdialyse, deels voor volwassen patiënten. Op 14 september 1982 begon zij op de afdeling Schoonmaak. Vanaf april 1995 werkt zij met hart en ziel op de dialyseafdeling als zorgassistente. Niets is haar teveel. Het idee om glutenvrij brood bij de warme bakker te gaan halen, omdat de patiënt dit het lekkerste vindt, is Ria ten voeten uit. Een negen-tot-vijf-mentaliteit kent zij niet. Voor versieringen voor de feestdagen zorgt Ria. Een mooie paastak uit haar tuin om de afdeling in de juiste sfeer te brengen, brengt zij ongevraagd mee. Daarnaast kan zij niet tegen verspilling en dat uit zich in haar streven om de afdeling opgeruimd en overzichtelijk te houden. Haar lichamelijke beperkingen door een val op de wintersport weerhouden haar hier niet van! In 1998 kreeg zij al een bijzondere beloning voor “uitstekend functioneren”. Ria is een van de vier zusjes Van Dijk die hier allen meer dan 35 jaar met veel plezier in het UMC werken. Samen hebben ze zich al meer dan 140 jaar ingezet voor het Radboud! We hopen dat Ria hier nog een aantal jaartjes aan vastknoopt. We vieren dit 40-jarig jubileum van Ria samen met een andere jubilerende collega in restaurant Valdin op 17 januari van 16.30-17.00 uur. Namens alle collega’s, Suus van Neerven, Hoofdverpleegkundige dialyseafdeling
Marie Claire Janssen
Op 1 januari gaat Marie Claire Janssen, na een loopbaan van 26 jaar bij het UMC, met FPU. Na gewerkt te hebben als docente aan de Katholieke Hogeschool voor Verpleegkunde te Nijmegen, kwam Marie Claire in 1986 bij het UMC in dienst als praktijkdocent Verpleegkunde. Al snel werd zij coördinator voor het praktijkonderwijs. Na de oprichting van de Radboud Zorgacademie vervulde zij als senior opleider een centrale rol bij het organiseren van praktijkstages en bij het ontwikkelen van het Radboud Plus Traject. Studenten en collega’s konden altijd terugvallen op de coachings- en begeleidingskwaliteiten van Marie Claire. Door haar betrokkenheid, ervaring en positieve houding wist zij vaak aan moeilijke situaties een positieve wending te geven. Marie Claire heeft tijdens haar carrière in het UMC een belangrijke impuls gegeven aan de verbetering van de kwaliteit van het praktijkonderwijs. In 2000 ontving Marie Claire hiervoor een Radboudpluim. De Radboud Zorgacademie laat Marie Claire dan ook niet graag gaan! Als u samen met ons een bijdrage wilt leveren aan een onvergetelijk afscheid, bent u van harte welkom om haar een mooie tijd toe te wensen. De receptie zal plaatsvinden op 17 januari van 16.00-18.00 uur op de Radboud Zorgacademie. Namens de Radboud Zorgacademie, Geert van den Brink, directeur Radboud Zorgacademie Anna van der Hoek, sectiehoofd Beroepsopleidingen
Jacqueline Paulsen
Na een dienstverband van meer dan 25 jaar gaat Jacqueline Paulsen per 1 januari 2013 met FPU. Op de afdeling Radiotherapie is Jacqueline een gewaardeerde collega. Zij is een trouwe medewerkster, een integer persoon, maar neemt geen blad voor haar mond. Jacqueline is altijd actief betrokken. Opvallend hierbij is haar rol in de radiotherapieplanning waarin zij met de tijd en de techniek is meegegaan. Zeker ook haar actieve rol en betrokkenheid bij haar collega’s is niet onopgemerkt gebleven. Getuige de vele georganiseerde racketdagen, zeilweekenden en skiweekenden voor collega’s. Als ‘minstreel’ van de afdeling Radiotherapie was zij hofleverancier van vele liedjes. Hiermee heeft ze heel wat jubilea en afscheidsrecepties weten op te luisteren! Nu is het aan ons om haar in het zonnetje te zetten. Op 4 januari 2013 nemen wij afscheid van haar. Wij wensen Jacqueline en haar man Frans nog vele jaren in goede gezondheid toe. Namens de afdeling Radiotherapie, Nico-Jan Wouters, Hoofdlaborant.
Maril van Straeten-Peeters
Op 21 december neemt Maril van Straeten afscheid van het Radboud. Haar loopbaan in ons ziekenhuis startte in 1972 bij de Bloedtransfusiedienst. In 1978 nam zij de tijd om voor haar kinderen te zorgen. In januari 1985 maakte Maril haar rentree bij de Medische Microbiologie. Na vijf jaar maakte zij de overstap naar het secretariaat van de toenmalige sectie Cytogenetica, een grote familie waar lief en leed met elkaar werd gedeeld. Vanaf 1 januari 2012 was de reorganisatie van Cytogenetica en DNA-diagnostiek als één sectie Genoomdiagnostiek een feit. Mede hierdoor was de stap om met vervroegd pensioen te gaan minder groot. De collega’s zullen Maril vooral missen om haar luisterend oor en adviezen, maar ook als manusje van alles. Wij danken haar voor haar persoonlijke inzet en betrokkenheid. Wij wensen Maril vooral heel veel geluk in de nieuwe fase van haar leven. Mede namens de afdelingsleiding, Margaret Slebus, Hoofd Secretariaat Genoomdiagnostiek.
10
Begrip voor bereikbaarheidsbeleid Vanaf 1 januari gaat het nieuwe bereikbaarheidsbeleid van start. Medewerkers betalen dan - afhankelijk van de reisafstand naar hun werk - een laag of hoog parkeertarief. Parkeren in de bezoekersparkeergarage is voor medewerkers niet langer toegestaan. Betaald parkeren is nodig omdat de bereikbaarheid van het Radboud in het geding komt. Steeds vaker staan rijen auto’s te wachten op een parkeerplaats. Met de nodige stress voor patiënten en hun naasten die een afspraak op de poli moeten zien te halen. Voor de RvB en de OR is bereikbaarheid niet de enige reden voor het nieuwe beleid. Rob Anzion, OR-lid en voorzitter van de commissie Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu, benadrukt naast bereikbaarheid ook de “groene gedachte”. ‘We willen medewerkers stimuleren om de fiets te pakken of gebruik te maken van het openbaar vervoer.’ De afgelopen periode konden medewerkers met vragen of reacties op het parkeerbeleid terecht bij het Personeels Informatie Punt (PIP). Volgens Bart Vrijaldenhoven, beleidsmaker HR bij de Concernstaf, valt het aantal vragen tot dusver mee. ‘Uit de reacties blijkt dat medewerkers wel begrip hebben voor het bereikbaarheidsbeleid en zich ook realiseren dat er wat moet gebeuren. Sommige medewerkers doen suggesties tot wijziging van het beleid of vragen om een uitzondering. Ontheffingen worden echter alleen verleend als je aan de daarvoor vastgestelde criteria voldoet.’ Anzion ziet veel reacties binnenkomen bij de OR. Veel medewerkers vinden de bloktijd van 06.00 tot 15.00 uur bezwaarlijk. ‘Mensen hebben moeite met de eindtijd van 15.00 uur. Veel medewerkers in de avond- en nachtdienst komen liever niet met de fiets of het openbaar vervoer omdat ze in de nacht nog naar huis moeten. Maar ze arriveren vaak even voor drieën, afhankelijk van de tijd waarop hun dienst begint. Deze groep medewerkers dreigt nu vanwege dat laatste kwartier het volle pond te moeten betalen. De OR en de RvB zijn in gesprek om hiervoor een oplossing te vinden.’ Hopelijk blijven medewerkers zich sociaal gedragen in de omgeving van het UMC. Toch heeft John van de Haterd, adviseur vastgoedbeheer van V&I, op voorhand het initiatief genomen om in contact te treden met buurtbewoners en gemeente. Gezamenlijk houden zij de vinger aan de pols. Mochten de bewoners dit wensen, dan zal de gemeente meewerken aan een parkeervergunningsysteem in de wijken rondom het UMC. MW Alle informatie over het nieuwe parkeerbeleid is te vinden op intranet onder de button “Betaald parkeren”.
Peter Donelly
Op 21 december is Peter Donnelly 25 jaar werkzaam in het UMC St Radboud. Dr. Peter Donnelly, BSc PhD, heeft een bijzondere status binnen de afdeling Hematologie, als microbioloog met de Engelse nationaliteit. Als wetenschapper stond hij 25 jaar geleden, samen met Prof. dr. Ben de Pauw, aan de wieg van innovatieve diagnostiek en management van met name schimmelinfecties bij patiënten met een verminderde afweer bij hematologische ziekten. Hij is een ware kosmopoliet, geniet internationaal veel aanzien en heeft een aantoonbare bijdrage geleverd aan de internationale toppositie die het Nijmeegs schimmelonderzoek momenteel inneemt. Hij is een welbespraakt en veel gevraagd internationaal spreker en schrijver van zeer frequent geciteerde toppublicaties. Hij is een fellow of the Royal College of Pathology en voorzitter van prestigieuze internationale studiegroepen en principal investigator van menig internationale trial. Zijn passie voor de supportive care heeft hem steeds weer doen vertrekken vanuit de klinische vraagstelling van de patiënt op onze afdeling en hij geniet ook daardoor veel respect op de werkvloer. Zijn liefde voor een Nederlandse vrouw heeft hem vanuit Schotland naar Nijmegen gebracht en op 5 november jongstleden heeft de burgemeester van Nijmegen hem het Nederlands staatsburgerschap verleend met behoud van zijn Engelse nationaliteit. Wij kennen hem als goudeerlijk en maatschappelijk betrokken, soms zelfs strijdend voor gerechtigheid “against all odds”. Wij zijn daarom als afdeling trots hem nu echt 25 jaar tot “de onze” te moge rekenen. Mede namens al zijn collega’s van de afdeling Hematologie, Nicole Blijlevens, afdelingshoofd Stefan Heijne, bedrijfsleider
Jubilea vrijwilligers
Op donderdag 13 december is de Nationale Vrijwilligersdag (7 december 2012) gevierd met een gezellige high tea in de middag. Lourens Pouwer, manager Logistiek & Services heeft de middag officieel geopend. Cees Buren was namens de Raad van Bestuur aanwezig en heeft de jubilarissen gehuldigd. Zij kregen een mooie Radboudbutton opgespeld met de tekst ‘compassion for care’ en dat werd ondersteund vanuit de Raad van Bestuur met een versnapering. De 12,5 jarige jubilarissen zijn: Ria Ploegaert, patiëntenbibliotheek, Riet van Velthuizen, verpleegafdeling E20, Tonneke van Loo, verpleegafdeling E20 en Esther Reinier, polikliniek inwendige specialismen. Antoinette Roelofs, manager vrijwilligers a.i.
r adbod e 1 9 - 2 0 1 2
het moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Dit keer een verhaal van dermatoloog Pieter van der Valk.
‘Ik kreeg een 20-jarige vluchteling met een zeldzame ernstige vorm van sclerodermie (disabling pansclerotic morphea). Daarvan zijn over de hele wereld maar 25 patiënten bekend. Bij deze aandoening wordt de huid door verbindweefseling heel erg hard. Ik heb veel gezien, maar bij deze jongen moest ik echt even slikken. Zijn handen en voeten waren stompjes en zijn gezicht was helemaal misvormd. De oogleden puilden naar buiten. Hij leek een buitenaards wezen, met grote ontstoken wonden over zijn lichaam. Hij mocht vanwege zijn ziekte in Nederland blijven en in zijn kielzog ook de familie. We hebben hem opgenomen, maar konden in dit stadium alleen nog de wonden verzorgen. De jongen was uiterst slim en sprak binnen korte tijd goed Nederlands. Daardoor zagen wij wie hij was. Heel aimabel. De jongen maakte snel vriendschappen. Wonderbaarlijk hoe hij met het uiterlijk van een “monstertje” zo’n aantrekkingskracht had. Dat gold ook voor mij: ik vond het heel plezierig om bij hem langs te gaan. Hij was vrolijk en opgewekt. Erg onderhoudend. Uiteindelijk genazen de wonden en konden we hem ontslaan. Maar na een tijdje kwam de jongen terug met open wonden. Bij verder onderzoek bleek hij aan beide benen kanker te hebben. De enige optie was amputeren. Maar dat wilde hij pertinent niet. De jongen was gelovig en wilde per se “heel” met beide benen in de hemel komen. Voor mij was dat toch een beetje magisch denken. Als ik zelf in zo’n situatie zou zitten zou ik het niet doen, omdat er nog zo weinig van je overblijft. Voel je je nog wel genoeg mens?
‘Die eerste emotionele reactie op wat je ziet, verandert heel snel als het contact persoonlijker wordt’
Foto: Marc van Teeffelen
Troostend
Geestelijk verzorger Ans Bertens: 'We moeten deze stilte die er al is in ieders werk, bewust worden en op waarde schatten.'
Pleidooi voor stilte In januari biedt de Dienst Geestelijke Verzorging & Pastoraat ‘meditatie voor medewerkers’ aan. Vijftien minuten stil zijn in de middagpauze, in het stiltecentrum. Omdat stilte hoort bij een ziekenhuis en stilstaan hoort bij hard werken.
HET BETOOG Een ziekenhuis is niet bepaald een plaats van stilte. Hectiek en werkdruk, handelen en oplossen – niet stilstaan. Met weinig moeite kan ieder vanuit het dagelijkse werk ervaringen en voorbeelden noemen die op spanning staan met stilte en rust. Stilte lijkt meer iets voor een boswandeling op zondagmorgen of voor gelijkgestemde zielen die geen woorden nodig hebben om elkaar te verstaan.
Voorbeelden van stilte De kanker konden we niet behandelen, die zaaide uit naar zijn longen. Ik zag hem nog wel op de dagbehandeling, maar op een gegeven moment hoorde ik dat hij in paniek op de Spoedeisende Hulp was beland. Gillend van angst is hij erg naar aan zijn einde gekomen. Gestikt. Zo in tegenstrijd met de moed en het optimisme waarmee hij zijn lot heeft gedragen. Wat ik bijzonder vond was dat de huidziekte bij mij aanvankelijk weerzin opwekte, maar dat deze jongen met zijn opgewekte persoonlijkheid in staat was zijn afschrikwekkend uiterlijk te overstijgen. Mensen vonden het prettig om bij hem te zijn. Die eerste emotionele reactie op wat je ziet, verandert heel snel als het contact persoonlijker wordt . Ik heb wel eens een man in de trein gezien met een verbrand hoofd, daar heb ik een nacht niet van geslapen. Dat beeld bleef hangen. Maar leer je zo iemand kennen, dan gebeurt er iets in je brein, waardoor de persoon het wint van het uiterlijk. Ik kan dit als arts moeilijk zeggen, maar voor patiënten met huidziekten kan deze wetenschap troostend zijn.’ Nelleke Dinnissen
Moeten we nu echt nadenken over stilte in een ziekenhuis? Ja, dat moet. Omdat we hier ‘bewogen zijn om mensen’. Stilte hoort als het ware tot ons instrumentarium. Veel situaties vragen om stilte, in verschillende vormen: • In gesprek met meneer Goes word ik als vanzelf stil omdat hij zo moeilijk praat. Heel langzaam komen de woorden uit zijn mond, praten kost hem inspanning. Ik versta hem niet en moet hem vragen het opnieuw te zeggen. Of blijft het een gesprek van weinig woorden waarin toch iets gedeeld wordt? Ik weet het niet. Hoe dan ook word ik stil. Niet mooi stil, maar onhandig stil. Wat gaat er om in deze mens, hoe kan ik iets voor hem betekenen? • In de patiëntenzorg kan een ‘moreel beraad’ worden gehouden in situaties dat er zich morele dilemma’s voordoen in de behandeling. Maar dat begint met niet weten hoe verder te gaan en welke keuzes te maken. Zo’n moment van (nog) niet weten op waarde schatten brengt je tot stilstaan bij je eigen handelen: dat je veel maar niet alles kunt. • Veel medewerkers zijn de hele dag door in contact met mensen die zij voor het eerst ontmoeten, die een hulpvraag hebben, die daarin afhankelijk zijn van hen. Het helpt mij als ik in zo’n ontmoeting een seconde stil ben, dat wil zeggen me te binnen breng dat er tussen mij en die ander ruimte is. Dat nog in het midden blijft
11
wat gedaan of gezegd moet worden, ruimte die niet meteen wordt opgevuld. • Stil is een pasgeboren kind dat ook weer van deze wereld weg zal gaan omdat het te weinig meekreeg of het verkeerde om te kunnen groeien en leven. Zo stil, zo angstig makend stil.
Over de ongemakkelijke kant Dit zijn maar enkele voorbeelden van stilte in een ziekenhuis. Het gaat niet over een romantische stilte, maar over de ongemakkelijke of ook wel harde kant van stilte. Over niet weten, geen woorden hebben, zien sterven, alles uit handen geslagen worden, wachten, overgave, pas op de plaats maken, werken in de nacht. In de rubriek ‘Het moment’ in de Radbode gaat het vaak over deze andere vormen van stilte. Niet zozeer het wegvallen van geluid, als wel het wegvallen of stopzetten van handelen, het teruggeworpen worden op jezelf omdat je ook als kundige arts, verpleegkundige, geestelijk verzorger of andere hulpverlener ‘aan het einde van je Latijn bent’. Op die momenten ‘neemt de stilte het over’, je bent sprakeloos maar heel intens betrokken bij wat gebeurt. Dit soort stilte is onvervreemdbaar eigen aan het werken in een ziekenhuis. Ik pleit er dan ook voor dat deze stilte deel gaat uitmaken van ons handelen, bejegenen, onderzoeken, praten en behandelen en van nog zoveel meer vormen van werken hier in het ziekenhuis. Beter gezegd: om deze stilte die er al is in ieders werk, bewust te worden en op waarde te schatten. De Dienst Geestelijke Verzorging & Pastoraat biedt in de eerste maand van het jaar ruimte voor stilte. In het stiltecentrum gaan we driemaal per week een aanbod doen aan medewerkers. Meditatie in de middagpauze, een kwartiertje. We zien het als oefenen in stilte, elkaar daarbij behulpzaam zijn, gewoon, niet moeilijk. Even stilstaan en stil worden om daarna jezelf, je werk en de mensen ‘stiller’ tegemoet te treden. Gun jezelf stilte. Welkom! Drs. Ans Bertens Geestelijk verzorger Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat Meer informatie over 'Meditatie in de middagpauze' staat op pagina 9.
r adbod e 1 9 - 2 0 1 2
‘Alsof je in een andere wereld belandt’ ‘Ik wil u bedanken voor alle goede zorgen. Ik mag naar huis en hoop dat alles stabiel blijft. Beter worden zal helaas niet gaan, maar met de medicatie en hoe het nu gaat ben ik tevreden.’
‘Werkzaam hier in het Radboud vind ik dit een geweldige plek om tot rust te komen en te mediteren. De voetstappen op de gang zo fijn gedempt. Zo’n heerlijke plek om de stilte te ervaren na een drukke werkdag en gedachtes even te laten.’
‘Onze dochter is nu voor de derde keer opgenomen. De diagnoses zijn heftig. Help mij als moeder de juiste keuzes te maken en beslissingen te nemen. Help ons door deze rottige periode heen.’
Het Stiltecentrum. Mensen vinden er rust, zoeken er hulp of troost, maar komen er ook op gelukkige momenten.
Het Stiltecentrum is een relatief kleine ruimte, maar van grote waarde voor patiënten, bezoekers én medewerkers. ‘Zo fijn om te ontspannen en rustig te worden, zachtjes in jezelf te praten, een traan te laten, of voor wie gelooft, even God of Allah te voelen.’
Janni e M e u ss e n
‘Zodra je het Stiltecentrum binnenkomt, voelt het alsof je in een andere wereld belandt, weg van de ziekenhuissfeer’, zo is de ervaring van Maria Vareli. Ze werkt bij de receptie in de hoofdingang en zoekt er twee, drie keer per week de stilte op. ‘Als het op het werk heel druk is, doe ik hier echt nieuwe energie op. Ik ga even zitten, praat tegen het beeld dat er staat en steek een kaarsje aan.’ Hans Wijnen, voedingsassistent bij Neurologie, gaat er zelfs op alle werkdagen langs. ‘Bijna gewoonte,
ethiek Tolerantie en respect, meer dan een begrip Mijn jongste zoon zal zeven of acht jaar oud zijn geweest toen hij met zijn team op een vroege zaterdagochtend een voetbalwedstrijd speelde tegen het Amsterdamse AFC. Onze jongens waren duidelijk de minderen, maar zij deden enorm hun best en de tegenstander kwam er niet doorheen. Aan de andere kant van het veld stonden de ouders van de AFCertjes hun zonen aan te moedigen. Eén van hen riep luid dat die Bloemendaalse kakkertjes nu maar eens een flinke les moest worden geleerd en hij bezigde daarbij imponerende schuttingtaal. Samen met twee ouders besloot ik om te gaan overleggen dat dit zo toch niet kon. Aan de overzijde aangekomen bleek de brulaap de bekende fratsenmaker Youp te zijn. Onze bezwaren werden weggehoond met hetzelfde gebral als waarmee hij zo’n populaire “kabaretjee”
Foto: Marc van Teeffelen
ik voel me er prettig. Ik vraag vaak aan patiënten die het moeilijk hebben: “Zal ik een kaarsje voor u opsteken?” Ik neem ook wel eens iemand mee in de rolstoel.’ Ans Bertens, geestelijk verzorger bij de Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat weet niet hoeveel bezoekers er precies in het Stiltecentrum komen. Maar er worden elke dag zo’n dertig kaarsjes aangestoken en er staan veel teksten in de klapper op de schrijftafel. Ook de speciale gebedsruimte voor Moslims wordt volgens haar veel gebruikt. ‘Een collega van elders zei eens: “Zo’n Stiltecentrum is eigenlijk een éxtra collega. De ruimte biedt wat wij op die manier niet eens kúnnen bieden.” Mensen vinden hier rust, zoeken er troost, maar komen er ook op gelukkige momenten.’
Woorden, zó intens ‘In de stilte tussen deze muren lees ik woorden zó intens, dat ik er stil van word…’, schrijft iemand in de klapper. Bladerend door de teksten, voel je inderdaad hoezeer hier in het ziekenhuis ‘geleden’ wordt. Sommige bezoekers vragen om hulp: ‘Dat het vruchtje dat nu teruggeplaatst is, mag groeien tot een mooi kind…
is geworden. U zult mijn verbazing kunnen schetsen toen ik van dezelfde Youp onlangs een tranentrekkende column las over de slechte ouders die geweld op het veld aanwakkeren. Een typisch geval van zelfhaat of gewoon een grollenmaker die zijn witte brood ver boven de Balkenendenorm wil verdienen? Nee, er is meer aan de hand. De publieke verontwaar-
diging na het afschuwelijke incident in Almere is oprecht, ook al maken wij onszelf soms schuldig aan vergelijkbaar gedrag. Dat wijst ons erop dat belangrijke morele woorden, zoals respect en tolerantie, wel publiekelijk rationeel door ons worden gesteund, maar soms - of misschien wel vaak - niet persoonlijk geleefd.
12
Mijn zoon moet een nieuw hart, maar is nu erg ziek. Help ons…Mijn vader is de beste die een dochter zich kan wensen. Ik wil hem langer dan 21 jaar in mijn leven.’ Anderen komen om iemand te gedenken: ‘Tien jaar geleden is mijn moeder hier overleden. Wat mis ik haar. Ik voel hier de rust, net als toen. Hier “voel” ik haar.’ Maar bezoekers komen ook juist naar het Stiltecentrum uit dank. ‘Net heb ik te horen gekregen dat ik géén longkanker heb. Wat zijn we intens gelukkig… Lieve mama. Dank voor alle wijze lessen en dat je er altijd voor me was. Je zoon en sinds vandaag trotse vader.’
Wijze lessen In de teksten staan ook veel wijze lessen. ‘Leer de mensen toch écht te luisteren naar de patiënten. Wat zouden ze dan rijk zijn met elkaar. Dat patiënten hier niet als nummers, maar als medemensen worden gezien en behandeld.’ Of de woorden: ‘Als actief gelovige van de religie islam wil ik ieder medemens – ongelovig, gelovig, bijgelovig - heel veel sterkte toewensen met zijn ziekte of aandoening. Laten we elkaar helpen, steunen, motiveren en respecteren. We zijn tenslotte allemaal stervelingen op deze planeet, die we ooit zullen moeten verlaten en dus doorgeven aan onze nabestaanden.’ n Stiltecentrum: route 566 Inslamitische gebedsruimte: route 565.
Dat geldt al eeuwenlang voor de tolerantie voor mensen die anders denken en leven. Niet in mijn achtertuin, zeggen wij dan. Tolerantie is een dragend Europese idee met bronnen in de christelijke, joodse en islamitische geschiedenis. Meister Eckhart, Maimonides en Ibn Kammuna pleitten ervoor, lang voordat Locke, Bayle en Spinoza dat eveneens deden in hun politieke filosofie. Aanvaarden dat mensen anders zijn, andere gewoonten hebben en daarvoor respect opbrengen. Dat respect is meer dan een abstracte, verstandelijke gedachte. Zelfs de uitsluitend op het verstand gerichte Kant moest wel erkennen dat respect of achting een gevoel is. Een gevoel weliswaar dat door het verstand zelf wordt opgewekt zodat het inzicht naderbij komt dat de eigen wil aan een morele wet of regel ondergeschikt is. Respect doet afbreuk aan mijn liefde voor mijzelf, zo stelt hij. Het is de drijfveer voor de morele wereld, die het gevoel van eigenwaarde beperkt uit hoogachting voor de waardigheid van medemensen, zo voegt hij daaraan toe in zijn deugdleer. Die eigenwaarde elkaar gunnen, dat is dan weer tolerantie. Zalig kerstfeest! Evert van Leeuwen