"Houd moed, ik ben het, vrees niet."
Meditatie ds. Gerard Rinsma zondag 2 augustus 2015 (9de na trinitatis)
Evangelielezing: Marcus 6:45-52
1
Gemeente van Onze Heer Jezus Christus, Dit keer gaat het niet over een storm, maar over tegenwind. Marcus heeft er maar één zin nodig, om uit te leggen waarom de leerlingen zo moeilijk vooruit kunnen komen. Ze hadden de wind tegen. Daar weet u, denk ik, over mee te praten. Scholieren, die elke dag naar school fietsen, mensen, die naar hun werk fietsen. Sommigen met van die speciale ligsturen, zodat je voorovergebogen tegen de wind op kunt tornen. Yn ‘e wyn op, stok yn `e wyn. Hoe sterk is de eenzame fietser, zong Boudewijn de Groot ooit al, die kromgebogen over z'n stuur tegen de wind zichzelf een weg baant. Tegenwind, wind tegen is nooit leuk, altijd vermoeiend. Ook voor de vissers in dat bootje, notabene zelf door Jezus het water op gestuurd, moeten ze nu tegen de wind, tegen golven in roeien. Zij tobden zich af, zij pijnigden zich zeer, zegt de oude vertaling. 1 Het is zwaarder dan onze vertaling suggereert; het is echt een martelgang. Het zal ons geen moeite kosten om dit beeld te vertalen naar ons eigen leven. Om het roeien tegen de wind te zien als een beeld, als beeldspraak voor ervaringen, die we in ons eigen leven kennen.2 En we begrijpen ook onmiddellijk, als iemand verzucht: ‘ik heb vandaag de hele dag tegen de stroom in moeten roeien.’ Dan moeten we niet vragen op welke rivier hij dan heeft gevaren. Of in wat voor type boot hij dan is geroeid? Of hoe hard het heeft gewaaid. Nee, dan voelen we toch direct aan, dat degene, die ons dit toevertrouwt, het niet letterlijk bedoelt, maar over dingen 1
SVV Mark 6:48 En Hij zag, dat zij zich zeer pijnigden, om het schip voort te krijgen; want de wind was hun tegen LUT Mark 6:48 Und er sah, daß sie sich abplagten beim Rudern, denn der Wind stand ihnen entgegen. Um die vierte Nachtwache kam er zu ihnen und ging auf dem See und wollte an ihnen vorübergehen. basani,zw torture, torment Mt 8:6, 29; 2 Pt 2:8; Rv 12:2; 14:10; press hard Mt 14:24. [pg 33] 5. Passive to be harassed, distressed; of those who at sea are struggling with a head wind, Mark 6:48; of a ship tossed by the waves, Matt. 14:24. (In Greek writings from Herodotus down. Often in O. T. Apocrypha.)* basanismo,j basanismo,j, basanismou/, o` (basani,zw, which see); 1. a testing by the touchstone or by torture. 2. torment, torture; a. the act of tormenting: Rev. 9:5. b. the state or condition of those tormented: Rev. 18:7,10,15; o` kapno,j tou/ basanismou/ auvtw/n the smoke of the fire by which they are tormented, Rev. 14:11. (4 Macc. 9:6; 11:2; (others); bad wine is called basanismo,j by Alexis in Athen. 1, 56, p. 2
Tegen wind en stroom is het kwaad roeien, zo luidt het gezegde: `als alles tegenzit is het moeilijk om door te zetten.’
2
heeft, die tegen hebben gezeten, misschien wel tegengewerkt hebben, of dat hij het over tegenwerking heeft. “Zat het je vandaag tegen?” is dan een betere vraag, omdat je daarmee laat merken dat je de beeldspraak van de ander hebt begrepen. En als de evangelist Marcus dit verhaal in zijn evangelie opneemt, dan wil hij ook dat we dat dat roeien van de vissers ook zo opvatten. Het is beeldspraak voor de situatie, waarin de jonge kerk zich bevindt. Zonder de lijfelijke aanwezigheid van hun meester is het voor hen roeien tegen de wind in. In alles voelen ze het gemis van zijn aanwezigheid. Want, zo vertelt Marcus zakelijk, bij het vallen van de avond was de boot midden op het meer, en hij, Jezus, was alleen aan land.3 De wegen van Jezus en de leerlingen zijn uit elkaar gegaan, ze zijn gescheiden; hij is de berg opgegaan om te bidden en de leerlingen zijn het water opgestuurd. Word je zo soms ook niet door het leven zelf het water op gestuurd? Terwijl die ander op het strand achterblijft? Word je soms zo niet door het leven gedwongen om af te varen, terwijl die ander aan land blijft? Word je zo soms niet door het leven in het diepe gegooid, gedwongen om van wal te steken en zie maar hoe je de overkant haalt en zie maar hoe je in Betsaida komt? In het huis van de vis.4 In de thuishaven.5 Ach, wat zal ik u uitleggen; een aantal van u weet zelf waarschijnlijk hoe dat voelt. En een aantal van u weet dat ook rouwen soms een roeien is tegen de wind in. Niets gaat meer vanzelf. Alles kost energie en in alles wat je doet, word je begeleid door de pijn van het gemis. Zal je ooit de overkant halen, de thuishaven, waar je kunt aanmeren en even mag uitrusten en op adem komen? Tot zover kunnen we de beeldspraak van Marcus nog wel volgen, wel herkennen, vermoed ik, maar als Marcus dan vertelt hoe dezelfde Jezus, die zijn leerlingen eerst het water op had gestuurd, tegen het einde van de nacht zelf over het meer naar hen toeloopt, dan ontstaat er kortsluiting, als je dit als wáár gebeurd, dus als een historisch feit wilt geloven. En als je dat zo wilt zien, dus als een soort mirakel, zoals ook van heksen werd geloofd dat zij lichter dan water waren en daarom bleven 3
Marcus 6:47 Bethsaida betekent letterlijk: huis van vis 5 Betsaïda (ook wel Bethsaïda) betekent in het Hebreeuws vissersdorp, oude naam van een dorp aan de noordzijde van het Meer van Tiberias, waaruit volgens Johannes 1:45 de eerste drie leerlingen van Jezus, nl. Simon Petrus, Andreas en Filippus afkomstig waren. ... 4
3
drijven,6 dan ontgaat je de werkelijke betekenis. Maar niet alleen dat! Je bent dan een gemakkelijke prooi voor alle criticasters van het christelijk geloof. ‘Dus jij gelooft dat Jezus over het water kon lopen?’ Goed, in de oudheid geloofde men wel degelijk dat dat mogelijk was. Maar dat vermogen werd in de oudheid door Grieken dan enkel toegeschreven aan goden en door de joden in het Oude Testament aan Israëls God.7 Maar ook al heeft het natuurwetenschappelijk denken een einde gemaakt aan de historiciteit, dus aan het werkelijk gebeurd zijn van zulke beelden, wat nog steeds blijft, is wat ze willen zeggen. Ook wij gebruiken nog steeds uitdrukkingen, die wetenschappelijk helemaal niet kloppen, maar die door iedereen onmiddellijk worden begrepen. ‘De zon komt op’ zeggen we dan, en ‘de zon gaat onder’, terwijl we al lang weten dat de zon niet om de aarde, maar de aarde om de zon draait. Maar hoor je iemand correct zeggen: de aarde draait zich van de zon vandaan, dan is de kans groot dat iemand zegt: hoe bedoel je? En daarom moeten we bij het lezen van dit verhaal niet aan bovennatuurlijk mirakel denken, maar veel meer aan de taal en de poëzie van de psalmen:
6
https://nl.wikipedia.org/wiki/Godsoordeel Bij de waterproef werd de beklaagde in water ondergedompeld. Een onschuldige zou direct zinken; wie bleef drijven was behekst. Men dacht dat heksen lichter dan water waren en zouden blijven drijven. De beklaagde werd wel vastgemaakt aan een touw zodat hij of zij nog uit het water getrokken kon worden, maar soms kwam het toch voor dat mensen hierbij verdronken. In dat geval kregen ze een christelijke begrafenis en werden ze geacht naar de hemel te zijn gegaan. Anderzijds kon de beklaagde blijven drijven door luchtbellen in de kleding; ze werd dan direct tot heks bestempeld. Verwant is de weegproef (vergelijk met de Heksenwaag van Oudewater), waarbij een heks aan een bepaald gewicht moest voldoen. De waterproef wordt beschreven in de Malleus maleficarum en werd steeds meer toegepast in de tweede helft van de zestiende eeuw. Jan Wier en de duiveljager Martin del Rio bestempelden de proef als onwetenschappelijk. 7 Joachim Gnilka Das Evangelium nach Markus pg. 269 Der Seewandel Jesu besitzt Analogien in Hellenismus und Alten Testament. Lukian, Philops. 13, berichtet von einem Hyperboreer, der auf dem Wasser wandeln kann. Die Chrysostomos 3,30 rühmt dem Xerxes nach, er habe die Fähigkeit, über das Meer zu wandern". Naher aber liegen biblische Parallelen, da die hellenistischen den Offenbarungsgedanken völlig vermissen lassen". Dabei kommen weniger die Beispiele aus der Elija-ElischaTradition in Frage- beide Propheten schlagen mit dem Mantel auf den Jordan und durchschreiten diesen (2Kon 2,7f.14f) - als vielmehr die Exodus Tradition. Während In 43,16 den Durchzug durch das Meer preist, ist in Ps 77,20 von Gottes Pfad durch gewaltige Wasser die Rede. Am nächsten aber kommt Hijob 9,8, wo Gott derjenige heißt, der auf des Meeres Hohen- bzw. nach dem LXX-Text - der über das Meer wie über fester Land schreitet. Die Fähigkeiten des Gotts der Bibel sind somit auf Jesus übertragen. Bei der Begegnung mit dem Boot der Junger wollte er an diesen vorübergehen. Der Vorübergang Gottes ist auch in Ex 33,19-23; 34,6; 1Kön 19,11 als seine Epifanie aufgefaßt, so daß auch hier die Übernahme eines biblischen Epifaniemotivs anzunehmen ist. Allerdings bestehen Unterschiede. Im Alten Testament kennzeichnet der Vorübergang den Anfang der Epifanie, bei Markus deren Abschluss. Ferner spricht dieser von der Absicht Jesu vorüberzugehen. Durch die Reaktion der Junger wird sie nicht verwirklicht. Dies erinnert an die Emmaus Perikope Lk 24,28 Die Christofanie gewinnt ihre eigene Gestalt. Die Erscheinung soll den Jüngern - und damit den Hörern bzw. Lesern - die Große und das Wesen Jesu erschließen. An eine von ihm übernommene Funktion, etwa die Beherrschung der durch das Meer versinnbildlichten Todesmacht, ist nicht gedacht.
4
“verlos mij, o God, want het water is gekomen tot aan de lippen. Ik ben gekomen in diepe wateren, een vloed overstroomt mij.” 8 en "Hij reikte van omhoog, greep mij, trok mij op uit grote wateren."9 Zo, schrijft Marcus, komt ook Jezus van de berg naar beneden, gaande over de zee. Hij daalt af naar de leerlingen in nood. Hij komt van de overkant over de wateren naar hen toe. "Hij schrijdt voort over de hoogten van de zee" 10 staat in het boek Job over God. Hier is het Jezus, die met diezelfde grootheid over de zee schrijdt en zijn voet op de wateren plant. Als God, als de dragende grond van ons bestaan. Marcus grijpt terug op deze mythische beelden om te verwoorden wat de ontmoeting met Jezus in hem heeft teweeggebracht. Dit is daarom meer dan een verhaal, dit is een belijdenis van Marcus’ geloof in de godheid van Jezus. Of beter van het zichtbaar worden, het openbaar worden van Jezus’ diepste wezen. En in zover is dit ook een paasverhaal. Want in het schrijden over de zee klinkt de opstanding al door. Jezus heeft de dood onder de knie, hij wandelt waar geen weg is. Zo gaat hij de zijnen voor naar de overkant. Maar het verhaal van Marcus is niet alleen een belijdenis, of paasverhaal, het is ook droomtaal. Want in onze dromen is het juist wel weer mogelijk dat iemand over het water loopt, in onze dromen is het juist wel weer mogelijk dat iemand van de overkant naar ons toekomt, en in onze dromen is het juist wel weer mogelijk dat iemand van de overkant ons aanspreekt. Zulke verhalen over zulke dromen hebben mensen mij meer dan eens toevertrouwd. Vaak droegen ze een groot verdriet met zich mee, of hadden ze in grote spanning of in levensgevaar verkeerd. Soms hadden ze in hun droom enkel hun gezicht gezien, soms ook kregen ze iets gezegd, werden ze bemoedigd of gerustgesteld. Zo horen ook de leerlingen in dit verhaal woorden. Bedoeld om hen te bemoedigen, bedoeld om hun angst en zorg weg te nemen. Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang, zegt de nieuwe Bijbelvertaling, maar daarmee wordt de betekenis van deze kernwoorden wel heel afgevlakt. In de NBG en de Naardense Bijbel klinkt het zo: "Houdt moed, ik
8
ps. 69 ps. 18:17 10 Job 9:8 9
5
ben het, vreest niet."11 Woorden, die als reddingsboeien ons worden toegeworpen om ons aan vast te klampen. Jezus’ eerste woord is gericht op het vertrouwen, op het geloof: houdt moed. Zijn laatste woord is gericht tegen de angst: wees niet bevreesd" en daartussen de dragende grond om moed te houden en niet te vrezen: "Ik ben het." Het zijn dezelfde woorden, waarmee God zich geopenbaard had aan Mozes. Ik ben het.12 In deze gestalte, die over de zee schrijdt komt God zelf naar zijn leerlingen toe. Of ik daarmee Maarten ’t Hart zou kunnen overtuigen, ik weet het niet, want ik geloof niet dat hij ooit een gedicht heeft geschreven, tenminste: ik ken geen enkel gedicht van zijn hand, maar gek genoeg lijkt de tekstschrijver van Marco Borsato veel beter aan te voelen wat Marcus bedoelt. Afscheid nemen bestaat niet Ik ga wel weg maar verlaat je niet Lief, je moet me geloven Al doet het pijn... Ik wil dat je me los laat En dat je morgen weer verder gaat Maar als je eenzaam of bang bent Zal ik er zijn.. Kom als de wind die je voelt en de regen Volg wat je doet als het licht van de maan Zoek me in alles dan kom je me tegen Fluister mijn naam, en ik kom eraan Zie, wat onzichtbaar is Wat je gelooft is waar Open je ogen maar 11
qarsei/te( evgw, eivmi\ mh. fobei/sqeÅ De naardense bijbel vertaalt het correcter: Maar meteen praat hij met hen en zegt tot hen: houdt moed, ík ben het, vreest niet! 12
Exodus 3:14 Toen zeide God tot Mozes: Ik ben, die Ik ben. En Hij zeide: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: Ik ben heeft mij tot u gezonden.
6
En, dan zal ik bij je zijn Alles wat jij moet doen Is mij op m'n woord geloven13 Misschien is het zo, ik weet het niet, dat in de grootste nood God ons tegemoet komt. Misschien is het zo, dat vlakbij de grootste angst in ons hart ook het grootst mogelijke vertrouwen schuilt. Misschien is het zo dat in ons hart vlak naast de levensangst er ook een andere kracht bestaat. De macht van een vertrouwen en geloof, van overgave en toevertrouwen, de macht van een besef dat het belangrijkste ons niet kan worden ontnomen: de liefde, die ons leven omvat en dat niets ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, welke is in Jezus Christus. 14 Ik weet maar al te goed en u ook, dat dit geloof niet voor rampen behoedt. Er zullen voor onze kust schepen vergaan en mensen en verdrinken. Er zullen mensen voortijdig sterven. En ik, u, of mijn naast familie kan de volgende zijn. Maar wat ik u en mezelf zou toewensen. Als de angst ons dan aanvliegt en wij dreigen weg te zinken, dat we dan woorden weten, zinnen, liederen kennen van dat geloof en vertrouwen vertellen, dat ons ook dan wil dragen. Zoals bijvoorbeeld het lied: "Die mij droeg op adelaarsvleugels, die mij hebt geworpen in de ruimte en als ik krijsend viel mij ondervangen en weer opgegooid, totdat ik vliegen kon op eigen kracht, op eigen kracht." En als we dat samen zingen en zeggen, dat we elkaar dan zo kunnen bemoedigen en herinneren aan de liefde van God, die in Jezus naar ons is toegekomen. De liefde, die geslachten voor ons heeft gedragen en generaties na ons zal blijven dragen. Die ook ons draagt en helpt om de angst in ons leven te overwinnen. Amen.
13
Afscheid nemen bestaat niet is een single van Marco Borsato uit 2003, afkomstig van het album "Zien". Afscheid nemen bestaat niet heeft 19 weken in de Nederlandse Top 40 gestaan, waarvan acht weken op nummer 1. In de Single Top 100 stond het 3 weken op nummer 1 en in de Vlaanderen stond het nummer slechts één week op 1. Deze single is de zesde nummer 1-hit van Marco Borsato in Nederland en was de eerste uit een langere reeks opeenvolgende nummer 1-hits. Tekst en muziek en productie: John Ewbank 14 (Rom. 8:38)
7