straategie Dé informatiebron voor betonnen bestratingsmaterialen en straataankleding
April 2006
Landgoedsfeer op campus Hogeschool Nijmegen
Zaandammerplein: in alle opzichten speels
VROM-minister Sybilla Dekker:
‘Openbare ruimte verbetert zichtbaar’
Beton, oneindig veelzijdig!
www.straategie.nl
inhoud Warm welkom in provinciehuis Drenthe pag 4
Straategie, dé informatiebron voor betonnen bestratingsmaterialen en straataankleding, is een periodieke uitgave van de gezamenlijke Nederlandse producenten van betonnen bestratingselementen.
Aanmelden van projecten:
Zaandammerplein: in alle opzichten speels
pag 6
Secretariaat Straategie:
VROM-minister Sybilla Dekker:
Openbare ruimte verbetert zichtbaar
pag 10
Column: Hester Maij
Duurzaam
U kunt projectsuggesties aanmelden via de website www.straategie.nl. Onder ‘projecten’ vult u en onder ‘aanmelden project’ eenvoudig uw gegevens in, waarna de redactie uw project zal beoordelen voor publicatie op de website of in het magazine.
pag 12
Postbus 194 3440 AD Woerden Telefoon: 0348 - 484 484 Fax: 0348 - 484 450 Internet: www.straategie.nl E-mail:
[email protected] ISSN 1388 - 3682
Redactie-adres:
Afwijkend product komt tot zijn recht in Hardinxveld-Giessendam
Straategie Postbus 194 3440 AD Woerden
pag 13
Hoofdredacteur: Paul Engels, Reeuwijk E-mail:
[email protected]
Redactiecommissie:
Synthese tussen verkeersoplossing en stedenbouw
Rotondes als pleinen
pag 16
Robert Bakker (voorzitter), Job Aalbers, Jan Hoeben, Harold Piet, Mark Swinkels en John van der Wurf (secretaris)
Grafische vormgeving:
Strakke basis voor TechnoCircle Heerlen pag 19
PRACHT reclame, Dongen www.prachtreclame.nl
Fotografie: Henk Snaterse, Steef Croonen, Jan Bouwhuis en anderen
Langzaam verkeersplein in bruine betontegels
Landgoedsfeer op campus Hogeschool Nijmegen
Landgoed Driessen doet naam eer aan
Productie: pag 20
pag 23
Giel Nijssen Grafisch Adviesburo bv, Veldhoven
Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever worden gekopieerd en/of gebruikt. ©straategie 2006
Beton, oneindig veelzijdig! 2 Straategie
www.straategie.nl
Beton, oneindig veelzijdig! I
Beton staat voor alles wat bestratingen moeten bieden. Gecompleteerd met kennis die de fabrikanten graag aanbieden. Want de materialisatie in een plan is géén sluitstuk van een proces. Het verdient een plek in de oriëntatie, juist omdat je met bestratingsmateriaal zoveel meer kunt doen dan alleen de functionele bestrating aanleggen. Word zelf ontdekkingsreiziger en ervaar de rijkdom. Dát is insteek van de promotiecampagne. Een prikkeling via tal van uitingen om de veelzijdigheid te (leren) zien. In toepassingen, kleuren, formaten en wat dies meer zij. In het middenkatern vindt u een voorproefje van de advertentiecampagne. Het middenkatern bestaat in volgende uitgaven veelal uit een technisch katern. Want de grote expressievrijheid mondt tevens uit in een technisch hoogwaardige bestrating. De verhalen in deze uitgave bieden een bewijs van die veelzijdigheid. Van bekroonde speelpleinen tot uitnodigende gebouwentree en van campus tot rotonde als stedelijke ruimte in plaats van verkeersknooppunt. In deze Straategie komen ook de visies van minister Dekker van VROM en wethouder Maij van Amsterdam aan bod. De aandacht voor de openbare ruimte groeit. Ontdek dat achter de nieuwe look van Straategie een levendige informatiebron zit, die u wegwijs kan maken in uw bestratingsvraagstuk. De interactieve website straategie.nl biedt voortaan gerichte, extra informatie. Pasklare informatie voor een passend antwoord.
Veel ontdekkingsplezier!
Paul Engels Hoofdredacteur Straategie
voorwoord
n één oogopslag ontdekt u de nieuwe uitstraling van Straategie. Maar er valt zoveel meer te ontdekken. Juist in bestratingen. Om dát in de schijnwerpers te krijgen, is de vereniging BeST een promotiecampagne gestart, onder de slogan ‘Beton, oneindig veelzijdig!’
Straategie 3
Met het introduceren van nieuwe zichtlijnen, het scheppen van ruimte en het realiseren van een nieuwe bestrating waarin de zandkleurige betontegels de zichtlijnen extra benadrukken, heeft het provinciehuis Drenthe een veel vriendelijker toegang gekregen.
4 Straategie
Warm welkom in provinciehuis Drenthe et provinciehuis Drenthe, uiteraard in provinciehoofdstad Assen, is vanaf de bouw in de jaren ’70 een gebouw met de nodige ambitie en uitstraling geweest. Ook qua buiteninrichting. In de begintijd werden er grappen bedacht als een Drents landschap, compleet met vennetjes, dennen en paden waarin grovere keien naar de Drentse keien verwijzen. De entree-inrichting werd bewust parallel aan het gebouw ontworpen. Gevolg: een verborgen entree, verstopt achter weelderig groen. Nu ligt er een open, uitnodigende entree dankzij de majestueuze bestrating.
H
Het contrast tussen vroeger en nu is volgens Wiek de Kleine-Riemersma van Buro Hollema groot. De aan het zicht verborgen entree van vóór de herinrichting en de situatie nu, die ruimte en een warm welkom ademt. “Mijn naamgenoot (maar geen familie) Wim de Kleine heeft op verzoek van de provincie twee jaar geleden een visie op de entree neergelegd in een masterplan. De zichtlijnen die binnen in het gebouw aanwezig waren, moesten worden verlengd in duidelijke zichtlijnen buiten. Het kon natuurlijk niet dat een entree van zo’n gebouw feitelijk doodliep op een over-
De voor Drenthe kenmerkende zandkleur komt terug in de betontegels van de entree van het provinciehuis.
steekpunt bij de parkeerplaats. Struiken schermden die ingang ook nog eens af.”
Loper “Wij hebben een lange entreelijn geïntroduceerd die uitwaaiert naar het gebouw,” vervolgt de tuin- en landschapsarchitecte. “Je begint op een letterlijk rode loper van stenen waarin fraaie en strakke velden van zandkleurige betontegels verschijnen. Naarmate de loper uitwaaiert, neemt het aantal tegelvakken in de breedte toe. Zo krijg je een uitnodigende route naar de ingang van het gebouw. De zandkleur van de betontegels is onlosmakelijk verbonden aan Drenthe en de zandgronden. De kleur contrasteerde ook mooi met de rode stenen. Verder konden wij dankbaar gebruik maken van de oude basaltkeien die wij als bies rondom de tegelvakken hebben gelegd. De kleurencombinatie is zeer geslaagd. Als op zonnige dagen ook nog de gele zonwering van het gebouw uitstaat, is sprake van een vriendelijke ambiance. Beter kun je het niet wensen voor zo’n functie.” De gecreëerde ruimte en zichtlijnen zijn geaccentueerd door groen, ondermeer in de
vorm van een strakke haag. “Groen is een wezenlijk onderdeel van de openbare ruimte. Maar je kunt het wel zo vormgeven dat het niet verstorend maar juist versterkend voor een ruimte werkt. Hetzelfde geldt voor de indeling van de bestrating. Dankzij de geclusterde vakstructuur breek je enerzijds de breedte van de entree, maar bied je anderzijds een duidelijke route naar de hoofdingang. De inrichting is in feite heel simpel, met relatief eenvoudige materialen. Maar ze passen bij de ruimte, vorm en kleur die een entreegebied nodig heeft. Lekker warm en zonnig.” •
Nadere projectgegevens vindt u op straategie.nl Opdrachtgever: provincie Drenthe Ontwerp: Buro Hollema tuin- en landschapsarchitectuur, Rolde
www. straategie.nl
Straategie 5
Zaandammerplein: in alle opzichten speels
Het Zaandammerplein in Amsterdam heeft aan kracht gewonnen nu er een open pleininrichting is gecreëerd, met diverse speelvoorzieningen als strooigoed over het plein. De speelfunctie is nieuw leven ingeblazen met eigentijdse speelvoorzieningen en verpoosplekken voor jong en oud. Bewust is gekozen voor een richtingloos plein met een egale basisbestrating van kleinformaat gele betontegels in blokverband.
6 Straategie
entraal in de ‘scheepvaartbuurt’ in Amsterdam ligt het Zaandammerplein. Een omvangrijk plein omringd door klassieke gevels. Een vooroorlogse stedenbouwkundige opzet met een monumentaal karakter. De nieuwe gele basisvloer met zijn richtingloosheid en openheid versterkt de ruimte en herstelt daarmee de stedenbouwkundige opzet van weleer. De wijk ondergaat een grootschalige revitalisering waarbij woningen worden opgeknapt en vervangende nieuwbouw een plek krijgt. Stedelijke herstructurering; het zal nog meer dan nu al het geval is het motto van de komende decennia zijn. De revitalisering kan extra succesvol zijn als men ook de openbare ruimte
C
een impuls geeft. De openbare ruimte zorgt er namelijk voor dat een wijk gaat leven. Verblijven, ontmoeten, spelen, verpozen, dit alles is onderdeel van stedelijke revitalisering. Juist het nieuwe Zaandammerplein bewijst hoe belangrijk de openbare ruimte voor een wijk is. Al die facetten van sport en spel , van ontmoeten en verpozen komen op dit plein samen. De Amsterdamse architect Sybolt Meindertsma is gespecialiseerd in het ontwerpen van
pleinen, speelomgevingen en gebouwen voor de jeugd. Vaak in combinatie met verpozen. Dat hij door het stadsdeel Westerpark werd gevraagd om de inrichting ter hand te nemen, wekt dan ook geen verbazing. Immers, de belangrijkste eis was de sport- en speelvoorzieningen wederom een voorname plaats te geven. Er lag een korfbalveld en een omheinde speeltuin, die van oudsher het plein domineerden. Maar het was tijd voor toegankelijker speelvoorzieningen. Bovendien moest het plein ook als sociale ontmoetingsplaats en rustpunt voor de bewoners dienst doen. Ook de ruimtelijke functies van een plein in een dichte stedelijke structuur moesten tot hun recht komen. Meindertsma heeft de eisen vertaald in een speels plein. Letterlijk en figuurlijk speels. Speels door de aanwezigheid van speeltuin, spelvoorzieningen, skate eiland en sportvelden. Maar ook speels door de wijze waarop deze losjes op de stedelijke vloer zijn opgenomen. Te-
vens speels doordat de groenvoorzieningen, bomen en grasheuvels op dezelfde losse manier gerangschikt zijn en zo echt ‘meedoen’ met het plein en niet louter als decor fungeren. Kortom: kracht en structuur ontleend aan samenhangende speelsheid.
Jong en oud vermaken zich op het plein: spelen en verpozen gaan samen in het ontwerp.
Eigen richting “Voor mij was het van belang dat men vanuit elke positie over het plein moest kunnen lopen,” legt Sybolt Meindertsma uit. “Richtingloze looplijnen op een open, toegankelijk plein. Dit impliceerde dat de speelvelden over het plein zijn uitgestrooid en dat bijvoorbeeld de bankjes zonder rugleuning her en der verspreid staan. Op andere plekken staan ze echter wat intiemer. Maar nooit wordt iemand gedwongen een bepaalde positie in te nemen. Men kan zelf plek, zitkant en kijkrichting bepalen. Het enige richtingbepalende element zijn de bomenrijen langs de straten en gevels.” Bewust heeft de architect voor een bestratingsmateriaal gekozen dat de richtingloosheid zou kunnen invullen. “Ik had het beeld van een halfverharding, maar een halfver-
Straategie 7
harding is op zo’n gebruiksplein natuurlijk uit den boze. Je moet naar een degelijke, stoere bestrating toe. Op het moment dat wij voor grotere elementen zouden kiezen, zou je een lijnenspel creëren. Datzelfde geldt voor bestratingspatronen met stenen. Vandaar de keuze voor een klein formaat gele betontegel met een zwart spikkeleffect. Door de kleine tegels in blokverband te leggen, hou je vast aan een richtingloze basisvloer waarop de elementen daadwerkelijk als eiland kunnen fungeren. De gele kleur zorgt voor een zonnig karakter, ook als het regenachtig weer is. Voorts zorgen de speelvoorzieningen voor voldoende beweging en kleur.”
Spel van betonbanden Het plein van ruim 100 bij 65 meter is omlijst met een hoge en brede betonband die het plein optilt en afschermt van autoverkeer. Op het plein zijn eveneens speciaal vervaardigde brede betonbanden toegepast om de belijningen van de speeleilanden aan te geven. Zware betonbanden zorgen voor een robuuste rand rondom de verdiepte sportvelden. Rond de groenvakken liggen
Voor de kleintjes is een omheinde speeltuin opgenomen.
Robuuste betonbanden zorgen voor een significant lijnenspel op het egale plein, dat met opzet in een richtingloos blokverband van kleurvaste betonstraatstenen is uitgevoerd.
8 Straategie
De betonnen traptreden naar het dak van het speeltuingebouw bieden een fraaie zitplek.
De gele kleur zorgt voor een zonnig karakter, ook als het regenachtig weer is
verhoogde betonbanden die ook als zitrand fungeren. “Alle betonbanden hebben dezelfde zwarte kleur als contrast met de gele betontegels. In feite heb je met twee typen bestratingsmateriaal, voor vloer en detaillering, een harmonieuze doch speelse invulling gemaakt. De beperking in het materiaalassortiment is van belang voor kostenbeheersing en voor beheer en onderhoud.” Bij de speelvoorzieningen is het thema ‘scheepvaartbuurt’ consequent toegepast. Zo is een speelschip ontworpen, met boeg, brug met stuurhuis, schoorsteenglijbaan en schuitjes in een golvende zee van rubber. Dit deel voor jongere kinderen is omsloten met een laag hek, dat eenvoudig overstapbaar is. Voor de oudere jeugd is er een skate eiland als golvend landschap van beton. Ook de jonge jeugd voelt zich thuis op de hellingen. Dit geldt ook voor de verdiepte sportvelden.
Ballenvangers in de vorm van gebolde zeilen zorgen voor een functionele afscheiding, maar refereren tegelijkertijd aan de scheepvaart. De grasheuvel en de trappenpartij naar het dak van het speeltuingebouw bieden extra plekken voor jong en oud om te spelen of te zitten.
Kostenbeheerst Meindertma besluit: “Het merendeel van de speelelementen is speciaal ontworpen. Ook de extra hoge betonbanden zijn speciaal vervaardigd. Toch hoeven zulke keuzes niet tot hoge meerkosten te leiden. Door goed gebruik te maken van veiligheidsregels en kennis van materialen en uitvoeringszaken, kun je specifiek ontwerpen tegen een ‘normale’ prijs. Een speels plein dat respect toont voor alle gebruikers en dat tevens respect toont voor de kwaliteit van de aanwezige stedenbouw en gevels. Een groot plein met oog voor details. Iedereen kan er zich thuis voelen. Dat maakt van het bijzondere plein ook meteen het huiselijke plein voor dit karakteristieke deel van Amsterdam.” •
Op straategie.nl vindt u een uitgebreide fotoreportage en projectgegevens, alsmede een artikel uit het Parool over het de bekroning van het Zaandammerplein tot één van de vijf meest kindvriendelijke projecten van Nederland.
www. straategie.nl
Straategie 9
VROM-minister Sybilla Dekker:
Openbare ruimte verbetert zichtbaar openbare ruimte. Ondanks de economische tegenwind, is eind 2004 64% van de in 2000 gepresenteerde plannen op het gebied van de openbare ruimte geheel gerealiseerd, 17% gedeeltelijk en bijna 20% nog niet. Een belangrijk deel van deze laatste twee categorieën zal de komende jaren worden gerealiseerd.’
Minister Sybilla Dekker van VROM laat in Straategie haar licht schijnen op het belang van een hoogwaardige en doordachte inrichting van de openbare ruimte, juist ook als katalysator bij stedelijke vernieuwing. Aanleiding is het in deze uitgave beschreven project Zaandammerplein, dat als uitnodigend speel-, verblijfs- en ontmoetingsplein de Spaarndammerbuurt in Amsterdam een krachtige impuls geeft. Fotografie: Kees Hummel
10 Straategie
In het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 1 (2000-2004) is de nodige prioriteit gegeven aan de kwaliteit van de openbare ruimte van bestaand stedelijk gebied. Heeft de openbare ruimte de afgelopen jaren uw inziens voldoende aandacht gekregen ten opzichte van andere ISV-prioriteiten als aantallen woningen en economische voorzieningen of is de aandacht nog steeds te mager? ‘De kwaliteit van de openbare ruimte is inderdaad een belangrijk onderwerp in het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 1. Via investeringen in de openbare ruimte vergroten de steden niet alleen de aantrekkelijkheid van de stad voor de bewoners, maar kunnen zij ook investeerders uitlokken in de stad te investeren. Of de openbare ruimte de afgelopen jaren voldoende aandacht heeft gekregen is moeilijk te zeggen. Dat hangt natuurlijk van de lokale situatie af. Ik kan niet vanuit Den Haag bepalen wat de kwaliteit van de openbare ruimte in een stad als Dordrecht zou moeten zijn, hoeveel parken, groenstroken of water er zouden moeten zijn. Gemeenten kunnen dit het beste afwegen. Uit de verantwoordingsverslagen van de steden lees ik wel, dat de steden in de afgelopen vijf jaar zichtbare resultaten hebben geboekt op het gebied van de verbetering van de
Wordt de openbare ruimte sowieso onderschat bij stedelijke revitalisering, waar fysieke zaken het lijken te winnen van sociale componenten? Juist de openbare ruimte zorgt voor gedeelde functies als ontmoeten, verblijven en spelen en is daarmee van groot belang voor de sociale component. Realiseren de overheden zich als regisseurs van de openbare ruimte de kracht van een goede inrichting van de openbare ruimte? ‘De inrichting van de openbare ruimte is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de gemeente. Daar is de kennis aanwezig over de lokale behoeften, knelpunten en mogelijkheden. Veel gemeenten geven al actief invulling aan een dergelijke integrale ruimtelijke ordening. Je ziet dat in bijna alle plannen voor stedelijke vernieuwing de fysieke aanpak, sloop en nieuwbouw, samengaat met de aanpak van de openbare ruimte. In vrijwel alle wijken maakt de vernieuwing van de openbare ruimte onderdeel uit van het programma. Het verschilt per wijk welke concrete projecten worden ingezet en welke nadruk er wordt gelegd op de ingrepen in de openbare ruimte. In circa 40% van de wijken behoort de herinrichting en vernieuwing van parken en recreatiegroen tot het programma. In de helft van de wijken wordt overig openbaar groen, zoals plantsoenen, heringericht of toegevoegd. De herinrichting van pleinen hoort in zo’n 25% van wijken bij de vernieuwing. Infrastructurele maatregelen kunnen gaan over een aanleg of verlegging van fiets- en wandelpaden, betere ontsluiting van de wijk of een totale wijziging van de infrastructuur in de wijk. In meer dan de helft van
de wijken probeert men via nieuwe parkeeroplossingen zoals ondergrondse/gebouwde parkeervoorzieningen de auto’s uit het straatbeeld te halen en zo de kwaliteit van de woonomgeving te verbeteren.’ Moet er standaard een landschaparchitect in het planproces worden opgenomen, naast stedenbouwers, woningcorporaties, projectontwikkelaars en politici? Het is hun vak om functies te ontwikkelen en te integreren in een ruimte, ook nog eens in combinatie met esthetische kwaliteiten. Schuiven ze doorgaans als ze al worden ingeschakeld - niet te laat aan in stedelijke herstructureringsprocessen? ‘Zoals ik al aangaf, maakt in vrijwel alle wijken de vernieuwing van de openbare ruimte onderdeel uit van de plannen. Hoe gemeenten daar invulling aan geven en wie ze daarvoor inschakelen, is aan hen zelf. Zij kunnen
Veel gemeenten hebben de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de herinrichting van hun centrumgebied als visitekaartje van stad of dorp. Verwacht u ook zo’n ingrepenhausse voor bestaande wijken, aangezien een zeer groot deel van de bestaande woningvoorraad gedateerd is en een opknapbeurt behoeft, dus ook de daarbij behorende openbare ruimte? Ligt daar de grote toekomstopgave voor gemeenten? ‘Er wordt door het hele land heel hard gewerkt aan het opknappen van verouderde wijken. Zo heb ik de 56-wijkenaanpak ingesteld waarbij we door deze wijken extra aandacht te geven en extra faciliteiten te bieden, kan worden bewerkstelligd dat de stedelijke vernieuwing hier sneller tot stand komt. De aanpak van deze wijken dient - gelet op de voorbeeldfunctie ervan - het proces van stedelijke vernieuwing ook in andere wijken van de stad verder op gang te
‘Ik vind het verder vooral belangrijk dat de openbare ruimte integraal wordt aangepakt’ namelijk het beste rekening houden met de wensen van de bewoners. Ik vind het verder vooral belangrijk dat de openbare ruimte integraal wordt aangepakt. Elementen als groen, buitenspelen, water, bedrijvigheid, horen net zo hard bij de stedelijke vernieuwing als woningen en parkeerplaatsen.’ Het investeringsbudget stedelijke vernieuwing vergemakkelijkt adequate ingrepen. De wijk begint echter na de ingreep met het opbloeien, met nieuw elan. Wat mag men van de rijksoverheid verwachten als vervolg op de investeringsimpuls? Komt er ook een programma voor planmatig beheer en onderhoud, juist om dat vernieuwde functioneren veilig te stellen? ‘Waar de woningen en omgeving echt niet meer aansluiten bij de behoeften en herstructurering echt nodig is, staan we de gemeenten financieel bij. Voor het overige is onderhoud echt een zaak van de gemeenten zelf. Alleen de herinrichting van de openbare ruimte is vaak niet genoeg. In ruim 60% van de wijken wordt daarom ook extra beheer ingezet. Dat is een goede zaak, het zou zonde van de investering zijn als de openbare ruimte niet dezelfde kwaliteit kan behouden indien beheer en onderhoud ontbreekt.’
brengen. Maar naast deze wijken in de grootste steden van het land, zie je ook in kleinere gemeenten dat de woningvoorraad wordt vervangen of gerenoveerd. Vooral de woningcorporaties spelen hier een belangrijke rol.’ •
Buurten bij het Zaandammerplein Het Zaandammerplein is bekroond als één van de meest kindvriendelijke projecten van Nederland. Juryvoorzitter minister Dekker geeft haar persoonlijke indruk over dit voorbeeld van stedelijke revitalisering, waarbij jong en oud, mede dankzij een uitnodigende openbare ruimte, zorgen voor sociale samenhang. Verdient het plein bezoek van bestuurders van andere steden? ‘Het Zaandammerplein zit niet voor niets bij de prijswinnaars. Als onderdeel van een stedelijk vernieuwingsgebied (de Spaarndammerbuurt) is de revitalisering van dit voormalig korfbalveld midden in de wijk goed opgepakt. Niet alleen is het een functioneel goede speelplek geworden, het is ook architectonisch mooi en daarmee een aanwinst voor de buurt. Doordat omwonenden, en met name kinderen, mee hebben geholpen bij het ontwerpen is dit een goede impuls geweest voor de sociale samenhang in deze buurt. De aanpak en uitvoering verdienen dan ook zeker de aandacht van bestuurders van andere steden, net als overigens de andere deelnemende projecten die aandacht verdienen. Het is een goede zaak als gemeenten, meer dan nu het geval is, kennis nemen van elkaars aanpak en oplossingen als het gaat om het realiseren van speelterreinen.’
Straategie 11
Duurzaam!
column
Wethouder Hester Maij van Amsterdam heeft ondermeer Milieu en Openbare Ruimte en Groen in haar portefeuille. Zij pleit voor een duurzame aanpak van de openbare ruimte.
De afgelopen vier jaar heb ik me sterk gemaakt voor een goede openbare ruimte in de stad. In Amsterdam is dat niet mijn werk alleen: de stadsdelen zijn verantwoordelijk voor de inrichting en het onderhoud van hun eigen areaal. De grote groene scheggen (zoals langs de Amstel), de groenstructuur en de hoofdwegen (het Hoofdnet Auto) vallen onder de verantwoordelijkheid van de Centrale Stad. Ik kon de stadsdelen ondersteunen met een financiële bijdrage uit een openbare ruimte fonds en met het opzetten van beleid dat voor alle stadsdelen toepasbaar en bruikbaar is. Het hiervoor beschreven Zaandammerplein kreeg een flinke bijdrage in de kosten uit dat (eenmalige) openbare ruimte fonds. Nog 26 andere projecten verspreid door de stad hebben daarmee meer allure weten te maken. Ik heb de meeste projecten bezocht en sommige mogen openen en bij alle projecten was veel bereikt om de plekken aantrekkelijker, beter beheerbaar en sociaal veiliger te maken. Echter met geld alleen kom je er niet! Daarom ben ik erg enthousiast over de Puccinimethode (vernoemd naar de Amsterdamse chocolatier die werkt met de beste materialen, de beste vakmensen en daarmee heel lekkere en mooie bonbons maakt). U begrijpt dat dit een metafoor is voor het proces om tot goede openbare ruimte projecten te komen. De Puccinimethode vertelt hoe ontwerpers, groene en civiele technici en beheerders beter met elkaar kunnen samenwerken om tot een prachtige, duurzame, goed beheerbare openbare ruimte te komen. In Amsterdam raken wij ervan overtuigd dat de tijd aangebroken is voor een Amsterdamse standaard: een basis voor de gewone straten in de stad. Hebben we de afgelopen jaren prachtige pleinen en bijzondere speelplekken aangelegd, nu is het weer tijd voor de basis. De Dienst Ruimtelijke Ordening deed een voorzet in boekvorm met zorgvuldig uitgetekende details voor geklinkerde straten, stoepen met trottoirtegels en een eenduidige toepassingen van trottoirbanden. De drempel, de hoekoplossing en invalidenoprit komen alle aan de orde. Het boekje bundelt de kennis die in de dienst en in de stadsdelen beschikbaar is en vormt de basis voor handboeken openbare ruimte die de stadsdelen individueel ontwikkelen. Misschien ligt er in de zoektocht naar een duurzame openbare ruimte ook een rol voor de producenten van betonproducten. Innovatie gericht op duurzame, ergonomische producten blijft altijd welkom. Hester Maij
12 Straategie
Afwijkend product komt tot zijn recht in Hardinxveld-Giessendam De Sluisweg in Hardinxveld-Giessendam kon voorheen model staan voor de problematiek van veel oudere woonstraten. Een brede woonstraat met een rommelig inrichtingsbeeld en vooral een straat waar auto’s veel te hard reden. Na de herinrichting zorgen vier afwijkend bestrate pleintjes voor een ander beeld én een ander rijgedrag. >
Straategie 13
die pleintjes en de BeST-fabrikant kwam op dat moment net dit product promoten. Dan is één plus één twee. Zo simpel kan het soms zijn. Evenzo was voor ons de kleurenkeuze eenvoudig: voortborduren op de keuzes die wij voor eerdere bestratingsprojecten hadden gemaakt en die ons tot op de dag van vandaag prima bevallen. Het mangaan met het geel is een sterke combinatie. Een natuurlijk contrast. De vierkantpatronen in deze kleuren leiden tot een fraaie bestrating op de pleintjes.”
Een speciaal langformaat betonstraatsteen versterkt het bestratingspatroon.
e pleintjes zijn bestraat met 6 cm smalle betonstraatstenen van 24 cm lengte. Een afwijkende productkeuze die bijdraagt aan de beoogde afwijkende inrichting. Voor André ter Velde, projectleider bij de gemeente Hardinxveld-Giessendam, was het achteraf een volstrekt logische keuze. “Wij wilden graag extra accenten geven aan
D
14 Straategie
Twee van de vier pleintjes markeren begin en eind van de Sluisweg en twee pleintjes liggen aan weerszijden van het tunneltje onder rijksweg A15. Op deze markante punten zorgen ze als een soort verkeersplateaus dat de snelheid wordt geremd, versterkt door fysieke maatregelen als boldrempels of in keiformaat betonstraatstenen uitgevoerde punaises. Maar vooral door de pleinvorm met het vierkantpatroon in de bestrating is al overduidelijk dat het om een verblijfsruimte gaat. De pleintjes maken echter wel deel uit van de doorgaande straat. Maar ook deze is onder handen genomen en als 30 km zone ingericht. De rijbaan
is versmald en met haaks parkeren en wandelzones is een ander beeld gecreëerd. Vanwege de aanwezigheid van een hoofdgasleiding is de gemeente terughoudend geweest met bomen en kolken.
Multifunctioneel Ter Velde: “Wij hebben de bestrating opgezet op één niveau van voortuin tot voortuin. Het is de bedoeling dat wanneer er geen auto’s op de parkeervakken staan, de bestrating meer ruimte biedt voor de spelende jeugd. Een extra breed profiel dat multifunctioneel kan worden gebruikt. Op dit gedeelte hebben wij gebruik gemaakt van bestaande bestratingsmaterialen. Dat is in onze gemeente doorgaans de eerste optie. De vier pleintjes zijn vanwege hun betekenis in nieuwe betonnen bestratingsmaterialen uitgevoerd. Ook al omdat aan één van de pleintjes een oorlogsmonument met rustplek staat. Wij kiezen vaak voor eigentijdse betonnen bestratingsproducten, omdat wij in meer projecten hebben ervaren dat wij daar uitstekend mee uit de voeten kunnen, zowel technisch als esthetisch.” Als men de oude situatie met de weinig florissante bestrating en woekerende beplanting op foto’s ziet en men ervaart nu de overzichtelijke plekken, dan is sprake van een levensgroot verschil. “Het is extra ruimtelijk. Dan denk je misschien dat een automobilist juist harder zal gaan rijden, maar hij neemt gas terug omdat hij het niet lan-
ger als rijweg ervaart. Qua opzet functioneert het zoals wij voor ogen hadden.”
Egaal De opzet hield ook in dat de woonstraat eerst op zand is aangelegd en de pleintjes op een fundering van het oude niet-teerhoudende asfalt. “Wij zitten in HardinxveldGiessendam op een zwakke venige ondergrond. Wij besteden aandacht aan de fundering, maar bouwen soms ook tijd in, zodat een nieuwe bestrating zich kan zet-
‘Wij kiezen vaak voor eigentijdse betonnen bestratingsproducten, omdat wij in meer projecten hebben ervaren dat wij daar uitstekend mee uit de voeten kunnen’ ten. Zeker als de bestrating ook nog eens op plekken van oude groenvakken komt. We beseffen de kans op spoorvorming, maar als die extreme vormen aanneemt, wordt de bestrating hersteld. De fundering onder de pleintjes zal naar verwachting zorgen voor egale bestratingen, ook op termijn. Het zou ook zonde zijn, want het gaat naar onze begrippen om plezierige woonpleintjes, bestraat met een niet-alledaags bestratingsproduct en daardoor afwijkend van de standaard. Precies wat wij wilden.” •
Projectgegevens en foto’s van de oude en nieuwe situatie vindt u op de website straategie.nl. Opdrachtgever: gemeente Hardinxveld-Giessendam Ontwerp: adviesbureau Civil Support / Loes Lijmbach Tuin- en Landschapsarchitect BNT Technische uitwerking ontwerp: gemeente Hardinxveld-Giessendam
www. straategie.nl
Straategie 15
Synthese tussen verkeersoplossing en stedenbouw
Rotondes als pleinen
Er kan zoveel meer met rotondes. Mits men ze niet ziet als louter verkeerskundige oplossingen, maar beschouwt als stedelijke ruimten. Dat is de ervaring van de gemeente Tiel, die op de locatie die geldt als de poort van Tiel een rotonde heeft aangelegd vanuit de pleinbenadering. De rotonde is echt ontworpen. Resultaat is een ruimte die voor zichzelf spreekt en eerbied toont voor zijn omgeving.
16 Straategie
ng. Léon Lurvink is beleidsmedewerker verkeer bij de afdeling Stadsbeheer van de gemeente Tiel. Maar hij zit ook aan de kant van het ontwerp. Juist omdat er geen scheidslijn tussen beide disciplines moet zijn. Hoogstens een heel dun stippellijntje. “Zeker is dat je synthese bereikt door verkeersregulering en vormgeving goed samen te brengen. Niet afzonderlijk benaderen en dan uitkomen op compromissen, maar samen met een team (civiel, stedenbouw, groen en verkeer) een synthese genereren. De rotonde op één van de meest prominente plekken van Tiel is hier een sprekend voorbeeld van. Een rotonde als een plein. Een ruimte die als een schotel past bij het kopje, in casu het monumentale Rechtbankgebouw in neoclassicistische stijl, dat samen met de monumentale directiewoning van het voormalige gasbedrijf een fraaiere entourage verdiende dan een rotonde uit het boekje.”
I
De afdeling Stadsbeheer werkt met de richtlijnen die er voor rotondes zijn. Uniformiteit kan bijdragen aan de helderheid, ook qua verkeersgebruik. Elke ruimte is echter anders en vraagt om een specifieke benadering. Ook vanuit uniformiteit kun je best een keertje een schroefje kiezen als een spijkertje is voorgeschreven. “In veel gevallen moet je, zeker in bebouwd gebied, de rotonde zien als ruimte tussen de gebouwen. Geen verkeersvoorziening begrensd door de betonbanden van de rijbaan, maar een rotonde begrensd door de verticale wanden van de omgeving. Dát is het uitgangspunt geweest voor het ontwerp van deze rotonde, waarbij wij een aantal zaken moesten integreren. Wij wilden (1) de entree van het centrum benadrukken, (2) een aantrekkelijke plek voor de Rechtbank creëren, (3) het verblijfsgebied van het centrum doortrekken tot deze plek en (4) de verkeersafwikkeling en
-veiligheid waarborgen. Het gaat om de belangrijkste invalsweg naar het centrum vanaf de nieuwe rondweg. Voorheen moest het verkeer via een druk kruispunt zijn weg vinden. De subjectieve verkeersonveiligheid was groot. Bovendien was sprake van een vormloze restruimte waarbij de gebouwen niet tot hun recht kwamen.”
moment dat je voor alle verkeersdeelnemers een eigen voorziening ontwerpt en alles scheidt, gaat straks iedereen rücksichtslos zijn eigen gang. Dit vergroot eerder de verkeersonveiligheid. Wij kiezen liever voor een ruimte waarin een bepaalde onzekerheid leidt tot meer zekerheid. Liever drie conflicten met lage snelheid dan eentje met hoge snelheid. In de maanden dat de rotonde nu in gebruik is, hebben zich geen noemenswaardige conflicten voorgedaan. Dat was in de situatie met het kruispunt wel anders.”
Een rotonde ingebed in de omgeving, als een kopje dat past bij zijn schotel.
De terughoudendheid in inrichting is iets dat de laatste jaren aan belangstelling wint. Verkeersruimten waar het regime niet tot in detail geregeld is, maar waar de verkeers-
‘Ook de vormelementen als de poefs zijn net zo functioneel, maar goedkoper dan bijvoorbeeld bermen of groenvakken als scheiding’ Less is more De logische beslissing voor een rotonde op die plek werd gevolgd door een ingewikkeld proces, vanwege de vier genoemde uitgangspunten, alsmede het Atelier van de Rijksbouwmeester dat eiste dat de vormgeving van de ruimte strak, helder en lijnvormig moest zijn. Een rustig beeld dat niet verstoord moest worden door een veelheid aan inrichtingsvormen, kleuren, bebording et cetera. Wat dat betreft kwamen de eisen overeen met de gedachte van het hele team van Stadsbeheer. Lurvink verwoordt: “Volgens het principe ‘less is more’ moet je in onze beleving terughoudend zijn met inrichten. Op het
deelnemers door de pleinrichting zelf voorzichtigheid betrachten. Deze benadering werkt in veel gevallen. De verkeersveiligheid is één kant van het verhaal, de ruimtelijke invulling de andere. De pleinbenadering van de rotonde laat zich ook veel gemakkelijker voegen in een totale vormgeving. Lurvink: “Het team heeft samen het ontwerp gemaakt en zich niet laten leiden door persoonlijke voorkeuren (en dogma’s). Zo was het bij deze ruimte belangrijk via symmetrie en eenduidig kleurgebruik rust te brengen in de ruimte. Dit kon onder andere met de achthoekige
>
Straategie 17
Een ontworpen verkeersvoorziening, met als finishing touch zorgvuldig gekozen vormelementen.
vorm. Later zou alles weer rond moeten worden, maar omdat de rotonde op een helling ligt en de afwatering het beste met strakke lijngoten kon worden ingevuld, is de achthoek toch gehandhaafd. Rondom is een loopstrook gemaakt die de voorrangssituatie van de voetganger ondersteunt. De wandelzones, uitgevoerd in gele betontegels, sluiten daarbij perfect aan. Drie poefs, opgebouwd uit gestapelde betonbanden zorgen voor geleiding van het verkeer. Ze vormen tevens de voet van de lichtmasten. Zo is vooral met vormelementen gewerkt om de ‘pleinrotonde’ in te delen. Hekjes als ruggensteun op de achthoek, bankjes en plantvakken in lijn, een midden-
Kindvriendelijke straten De afdeling Stadsbeheer is ook vertegenwoordigd in het forum ‘kindvriendelijke straten’. In het kader van duurzaam veilig beoogt dit forum concepten te ontwikkelen voor woonstraten waar het kind meer bewegingsvrijheid heeft dan in veel nieuwbouwwijken thans het geval is. Het motto is dan ook: ‘a city friendly for children is a city friendly for all’. Lurvink legt uit: “De parkeerplek is vandaag de dag belangrijker dan de ruimte voor kinderen om te spelen. Het kind is verdrongen naar de marge en moet zich tevreden stellen met de wipkip binnen een omheind speelplekje. Het gevolg is dat kinderen minder op straat spelen en ook om deze reden minder bewegen. Vroeger had je nog de achterpaden bij de woningen, maar dat is mede door zaken als politiekeurmerk ook verdwenen. Er dreigt een smalle toekomst voor het spelende kind. Natuurlijk zijn brede stoepen belangrijk, maar soms werkt een stoep averechts als er een prachtige asfaltbaan naast ligt. Dan creëer je schijnveiligheid. Je kunt ook besluiten weer echte woonstraten te maken met een beperkte breedte (5 meter), vormgeven van aansluitingen met sfeer en met kleurgebruik, juist ook met betonnen bestratingsmaterialen. Hoofddoel: er voor zorgen dat de automobilist zich te gast voelt in een woonstraat. Verkeer is altijd nodig, maar zorg dat het proportioneel wordt en dat het rijden van auto’s en brommers langzaam maar wel vloeiend plaatsvindt. In elk geval niet hard en op de automatische piloot. Zo is de vormgeving en materiaalgebruik van de rotonde op dit doel afgestemd.”
18 Straategie
vlak met een kunstelement met LED-verlichting en vier duidelijke zebra’s die de automobilist extra laten afremmen. Het middenvlak is omringd met betonnen inritbanden om ook het langere vrachtverkeer de ruimte te geven. Diezelfde betonbanden zijn in het asfalt gefreesd als onderscheid tussen rijbaan en fietspaden bij de aanrijwegen. Daar waar nodig zijn verkeersfuncties gescheiden, zonder dat dit het totaalbeeld in gevaar brengt.”
Geen mengpot van Nederland Juist door het gebruik van vormelementen hoeft een rotondeplein niet extra kostbaar te zijn. Lurvink vervolgt: “Door zoveel mogelijk te kiezen voor rechte vormen maak je een ontwerp goedkoper qua uitvoering. Ook de vormelementen als de poefs zijn net zo functioneel, maar goedkoper dan bijvoorbeeld bermen of groenvakken als scheiding. Je kunt doordacht inrichten als je maar oog blijft houden voor de afwatering. Dat is vaak het moeilijkste.” Omdat de rotonde feitelijk een plein moest worden, wegen de voetgangerszones zwaar in het ontwerp. Gekozen is voor gele betontegels 40x40 cm als flanken ter hoogte van de Rechtbank. Een adviesbureau is ingeschakeld voor de eerste gedachtevorming, materialisatie en kleurkeuze. Eén kleur geel naast het rood van de fietszone. Geen allegaartje van kleuren; ook hierin terughoudendheid om zo een rustig beeld te creëren. Ook in de detailoplossingen moet de omgeving inspirerend zijn en niet het globale richtlijnenboekje dat in wezen de mengpot
van heel Nederland is. “Als iets een stap verder gaat dan je eigen expertise moet je daarvoor deskundigheid inschakelen. De kleur geel past het beste bij de monumentale ge-
bouwen, met name de Rechtbank die op een voetstuk staat. Door met pleinverlichting te werken, lijkt het ’s avonds of dit gebouw zweeft.” De afdeling Stadsbeheer is zeer tevreden met deze rotonde. In Tiel liggen nogal wat rotondes, die doorgaans alleen zorgen voor de verkeersafwikkeling. “Het zou mooi zijn als wij bij de renovatie steeds een slag kunnen maken en de rotonde gaan zien als een stukje openbare pleinruimte. Niet louter voor verkeersdeelnemers, maar via vormgeving met vormelementen een plein creëren dat de verkeersregulering als vanzelf ondersteunt. Een manier van werken die bij pure verkeersvoorzieningen kansen biedt.” •
De problematiek en oplossing van de rotonde in Tiel is uitgebreid verwoord op straategie.nl. Opdrachtgever: W. van der Wens, afdeling Stadsbeheer, gemeente Tiel Ontwerp: Léon Lurvink gemeente Tiel, Petra Koolen, Royal Haskoning
www. straategie.nl
Strakke basis voor TechnoCircle Heerlen
et gebouw TechnoCircle in Heerlen heeft door zijn cilindervormige volume, gevels van aluminium en glas en het opengewerkte noodtrappenhuis een opvallend karakter. Het gebouw, dat een uitbreiding betreft van een bestaand bedrijfsverzamelgebouw van LBC, LiofBedrijvenCentra, zweeft als het ware boven het maaiveld, dankzij de centraal gesitueerde artistieke betonkolommen. De gebouwexpressie en het zwevende effect worden nog eens benadrukt door de egale bestrating die zowel rondom als onder het gebouw doorloopt. Een bestrating van grasbetontegels. Deze doen dienst als rijwegen en parkeerplaatsen. De bestrating is geënt op de reeds aanwezige bestrating van het bestaande gebouwgedeelte. Dit U-vormige gebouw heeft een industrieel uiterlijk, waarbij Buro Kromwijk
H
landschapsarchitecten indertijd een groene basis van grasbetontegels had ontworpen. Het U-vormige complex wordt overigens overkapt met glas waardoor een atrium ontstaat. Een verbindingsbrug zorgt voor de aansluiting naar de cilindervormige nieuwbouw waar de entree en receptie thans zijn gesitueerd, evenals extra kantoor- en vergaderruimten. Royen & Martens Architecten uit Maastricht hebben de verbouwing en nieuwbouw ontworpen. Zij hebben voortgeborduurd op de bestratingkeuze van destijds en de grasbetontegels als uniforme bestrating opgenomen. Architect Roger Martens legt uit: “Met de grasbetontegels konden wij een aantal eisen tegelijkertijd honoreren. Zo moest er onder en rondom de nieuwbouw geparkeerd kunnen worden, wilden wij duurzaam bouwen en bijvoorbeeld het regenwater in de ondergrond brengen via een open bestrating, wadi’s en grindkoffer en zochten wij een neutrale bestrating waarbij het gebouw tot zijn recht zou blijven komen. Ook de overgang naar de groene omgeving speelde een rol. Tevens wilden wij aansluiten op de bestaande inrichting en geen geheel ander bestratingbeeld introduceren. Dit type bestrating was voor al deze eisen simpelweg dé oplossing. Natuurlijk gaat de meeste aandacht van gebruikers en bezoekers uit naar het gebouw zelf. Maar er is wel degelijk een perfecte relatie met de bestrating.” •
Nadere projectgegevens vindt u op straategie.nl Opdrachtgever: LBC (LiofBedrijvenCentra), Maastricht Ontwerp: Royen & Martens Architecten, Maastricht en Buro Kromwijk landschapsarchitecten, Maastricht
www. straategie.nl
Straategie 19
Langzaam verkeersplein in bruine betontegels
Landgoedsfeer op campus Hogeschool Nijmegen De insteek van DLA+ landscape architects uit Groesbeek voor de inrichting van het campusterrein van de Hogeschool Nijmegen was vooral veel groen. Maar wat wil je anders bij een glooiende, bosrijke omgeving van landgoed Heyendaal dat diep de stad Nijmegen induikt, inclusief cultuurhistorische elementen als een oud Lindelaantje. Dan lijkt elke bestrating inbreuk te plegen op de beoogde landschappelijke setting. Tenzij die bestrating naadloos wordt ingepast in de ‘aardse’ aanpak, bijvoorbeeld de bruine betontegels voor alle plekken van mobiliteit.
et een zo waardevolle locatie, waar toch tweeduizend studenten en honderden andere mensen komen voor onderwijsactiviteiten, was voor Harry Derks uitgangpunt nummer één het voortbouwen op bestaande structuurdragers, zoals het landschap, de hoogteverschillen en de relatie tussen gebouwen en omgeving. “Soms kun je die elementen nog dramatiseren. Zoals hoogteverschillen extra aanzetten en benutten voor zitplaatsen of voor het verdiept
M
20 Straategie
aanleggen van parkeerplaatsen. Of een entree annex voorplein als een grote hellingbaan ontwerpen, uitkijkend over de voorlangs gelegen drukke verkeersweg. Een kunstwerk versterkt het verhoogde karakter van dit voorplein, dat uitmondt in de centrale hal van het gebouw. Maar voor het overige bewaak je de kwaliteit van het aanwezige, in dit geval het groene landschap.” In dit landschap ligt een omvangrijke hogeschool, die nog fors wordt uitgebreid. De uitbreiding vormde de aanleiding tot de herinrichting van het hele campusterrein. Grofweg wordt van het totale terrein eenderde in beslag genomen door gebouwen,
Een glooiend parklandschap waarin betonnen bestratingsmaterialen een harmonieuze rol vervullen.
eenderde is ingeruimd voor parkeren van zo’n 900 auto’s en eenderde is ingericht als aangename verblijfsruimten. “Bij het verblijven op een campusterrein praat je over een mix van functies: studeren, verblijven, werken, wonen, verkeersbewegingen et cetera. Veel functies waarbij wij in dit geval de landgoedsfeer recht overeind wilden houden.”
Groene draad Dit heeft onder andere ertoe geleid dat de forse parkeerruimte zodanig is ingericht dat deze niet dominant aanwezig is. Achter de gebouwen gesitueerd, goeddeels verdiept en
door bomen en beplanting veel groener dan een doorsnee parkeerruimte. Tussen de in grijze betonstraatstenen uitgevoerde parkeerplaatsen zijn brede infiltratiestroken opgenomen om regenwater de kans te geven in de ondergrond te sijpelen. Parkeerplaatsen zijn per definitie weinig interessant, maar de aanpak van dit parkeerterrein bij de campus is tekenend voor de rode - of beter gezegd: groene draad die door dit project loopt. De verblijfsgebieden zijn een combinatie van terrassen, trapsgewijze gazons met opgaande bomen en keermuurtjes van schanskorven met brokken steen. Allemaal plekken die uitnodigen tot zitten. De glooiingen zijn benut om een podium in het centrale plein te creëren. Een inrichting die zowel uitnodigt tot verblijf als tot ontmoeting.
Aardse kleuren passen bij de landgoedsfeer.
>
Straategie 21
Bomen, hagen en een berceau, een groen overdekte loofgang, zorgen voor veel plekken met beschutting. Over de gazons lopen twee voetpaden als verbinding tussen het schoolterras en het centrale plein, dat als een soort draaischijf diverse functies verbindt. Dit plein is evenals de paden uitgevoerd in een aardbruine 20x20 cm betontegel. Om het groene karakter extra te benadrukken zijn bijvoorbeeld de betonbanden langs de paden en pleinen dieper dan normaal aangelegd, zodat het gras tot aan de bruine tegels reikt. Dergelijke oplossingen geven aan dat DLA+ de landgoedsfeer tot in detail heeft uitgewerkt.
Contrasten Meer informatie in de vorm van een eigen omschrijving van DLA+ landscape architects is te vinden op straategie.nl, evenals ontwerpschetsen. Opdrachtgever: Hogeschool Nijmegen Ontwerp: DLA+ landcape architects b.v., Groesbeek
www. straategie.nl
22 Straategie
“Op het centrale plein komen in feite alle bewegingen van voetgangers en fietsers samen,” aldus Harry Derks. “Een echt langzaam verkeersplein. Een gezellige drukte aan de voet van de graspleinen. Vanuit het plein gaan looplijnen naar alle functies. Behalve naar de gebouwen bijvoorbeeld ook naar de stiltetuin. Een plek, dichtbij de ergotherapie, om even afstand te nemen. Even het contrast opzoeken met de drukte op plein en terras. Ander contrast vormen de twee sferen van zon en schaduw. Bijzonder is ook de zone bestraat met verschillende materialen, bedoeld als oefenstrook voor mensen die slecht ter been zijn of rolstoelgebruikers. Hier zijn ook groentafels opge-
nomen, zodat de rolstoelgebruikers kunnen tuinieren. Aan de andere kant van het plein loopt het cultuurhistorische Lindelaantje, dat een passende plaats en functie in het ontwerp heeft gekregen.” De eenvoud van materialen werkt naar de mening van Derks verbindend op de diversiteit van gebouwen en campusterrein. Maar telkens is er de directe relatie met het aardse en het landschappelijke. Ook de betonnen bestratingsmaterialen blijken moeiteloos aan die hoge eis te kunnen voldoen. “Wij werken graag basaal, met oog voor streekeigen invloeden en historische elementen. Het is belangrijk te behouden wat je kunt behouden. Dat neemt niet weg dat naast ruige natuursteenproducten ook moderne materialen bij de inrichting passen, zoals cortenstaal dat met zijn roestkleur zorgt voor accenten in het grasveld en hoogwaardige betonnen bestratingsmaterialen. De diversiteit van de functies maakt dit mogelijk. En niet doorschieten met het groene karakter. Je kunt studenten best over gazons laten lopen, maar als die modderig zijn kan dat natuurlijk niet. Daarom zul je moeten zorgen voor goede bestratingen. Ook in de landschappelijke setting van de campus. Het is verheugend te constateren dat de studenten de campus positief gebruiken. Ook dat is - naast de inrichting zelf - een lust voor het oog.” •
Landgoed Driessen doet naam eer aan W anneer men voor een nieuwbouwwijk de naam Landgoed Driessen kiest, dan mag je verwachten dat er een zekere allure te vinden is. Dat klopt: de nieuwbouwwijk in de gemeente Waalwijk heeft cachet. Dit komt onder meer door de ruime opzet met veel water en groen, maar het komt evenzeer door de gekozen betonnen bestratingsmaterialen. Zo is bijvoorbeeld gekozen voor een systematiek van drie typen betontegels voor de trottoirs. Daarmee verschaft de gemeente herkenbaarheid aan de bewoners over de aard van de bestrating en kan tegelijkertijd voldoende creativiteit in de bestratingen leggen. Maar het blijft uit beheertechnisch oogpunt een overzichtelijk pakket waarmee de continuïteit van de wijk, die op termijn 2.500 woningen gaat omvatten, gewaarborgd blijft. Lex van Gent van het projectbureau Landgoed Driessen legt uit: “Behalve de nette 30x30 grijze betontegels voor achterompaden bij de woningen en soortgelijke ‘bescheiden’ toepassingen, hebben wij gele en blauwgrijze betontegels gekozen voor met name trottoirs
en pleintjes. Door de toepassing van kleurvast granulaat met een glanskiezel geven de betontegels een chique uitstraling. Het verwachtingspatroon van bewoners van nieuwbouwwijken is vandaag de dag hoog. Zij willen dat hun wijk eruit springt ten opzichte van de vele andere nieuwbouwwijken en zijn uitgekeken op oplossingen van het type dertien in een dozijn. Vandaar onze bewuste keuze voor een frisse, opvallende betontegel in een pregnante kleurstelling, in combinatie met een kleiner tegelformaat van 20x20 en 20x10cm. Door het formaat en de oppervlakte-uitstraling ervaren de bewoners direct het verschil tussen een hoofdinrichting van de wijk zoals het trottoir voor de deur en plekken waar de grijze betontegel prima functioneert.” De keuze voor de trottoirbestrating is ook zo gemaakt, dat de gemeente de drie typen prima in elkaar kan laten overlopen. “Wij passen zowel de gele als de blauwgrijze betontegels als uniforme trottoirverharding toe. Maar we gebruiken ze ook als mozaïek. De kleur geel komt voort uit het idee dat wij een frisse, zonnige woonwijk wilden maken. De kleur past ook goed bij de gevels van de woningen en het overige straatwerk. De blauwgrijze tint past weer uitstekend bij de gele en grijze kleur. Ook in de parkeervakken komt de gele kleur terug als omranding van vakken met antracietkleurige betontegels. De antracietkleurige betonbanden zorgen voor een mooie combinatie met de gele trottoirs.” Het maakt van Landgoed Driessen met recht een nieuwbouwwijk met cachet. De term landgoed meer dan waardig. •
Een chique trottoirtegel, ook nog eens toegepast in een fraaie kleurschakering, geeft de woonwijk extra allure.
Meer detailfoto’s vindt u op straategie.nl Opdrachtgever: gemeente Waalwijk Ontwerp: gemeente Waalwijk
www. straategie.nl
Straategie 23
Hoezo, het formaat doet er niet toe…?
Betonnen bestratingselementen zijn in vele formaten en vormen leverbaar. Beleef de sfeer en laat u inspireren door de vele mogelijkheden en het uitgebreide kleurenpallet. Creëer unieke combinaties. Strak en modern of sfeervol en traditioneel. Volledig in harmonie met de bestaande omgeving of juist verrassend anders. Betonnen bestrating voelt zich overal thuis. Dat maakt beton tot het meest veelzijdige bestratings- en straataankledingsmateriaal. Sterk verbeterd, duurzaam en voortdurend in ontwikkeling.
Beton, oneindig veelzijdig!
www.straategie.nl