DE
STR OOM VERS NELL ING
CONVENANT VAN
PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
19 JUNI 2013
VERSIE 4.4
De ondergetekenden:
Ver. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten
1.
statutair gevestigd te Amsterdam, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar bestuurder de heer F. Schoorl, hierna te noemen “BNA”,
Vereniging Nederlands Verbond Toelevering Bouw
2.
statutair gevestigd te ’s-Gravenhage, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door bestuurslid de heer P.J. Fraanje, hierna te noemen “NVTB”,
Vereniging FME-CWM
3.
statutair gevestigd te Zoetermeer, ten deze vertegenwoordigd door haar alleen en zelfstandig bevoegd bestuurder mevrouw I. Dezentjé Hamming-Bluemink, hierna te noemen “FME-CWM”,
Vereniging Uneto-VNI
4.
statutair gevestigd te ’s-Gravenhage, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar zelfstandig bevoegd bestuurder mevrouw T. Sierstema (voorzitter), hierna te noemen “Uneto-VNI”,
Vereniging Aannemersfederatie Nederlands Bouw en Infra statutair gevestigd te gemeente Nieuwegein, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar gezamenlijk bevoegd bestuurders de heer H. Klein Poelhuis (voorzitter) en de heer D.W. Stuit (vice voorzitter), hierna te noemen “de Aannemersfederatie”,
5.
Vereniging Bouwend Nederland statutair gevestigd te Zoetermeer, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar gezamenlijk bevoegd bestuurders de heer L.C. Brinkman (voorzitter) en de heer H.W.J. Bol (vice voorzitter), hierna te noemen “Bouwend Nederland”,
6.
Vereniging Koninklijke Vereniging Federatie van Ondernemers in de Schilders-, Onderhouds-, Metaalconserverings- en Glasbranche
7.
statutair gevestigd te Gouda, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar zelfstandig bevoegd bestuurder de heer R.J.P.M. Maas (voorzitter), hierna te noemen “OnderhoudNL”,
Vereniging Federatie Nederlandse Vakbeweging
8.
statutair gevestigd te Amsterdam, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar zelfstandig bevoegde bestuurder de heer R. Baars (algemeen secretaris), hierna te noemen “FNV”,
Vereniging Christelijk Nationaal Vakverbond Vakmensen
9.
statutair gevestigd te Utrecht, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar zelfstandig bevoegd bestuurder de heer A.A. van Wijngaarden (voorzitter), hierna te noemen “CNV Vakmensen”,
Stichting Netwerk Conceptueel Bouwen
10.
statutair gevestigd te Nuenen, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar zelfstandig bevoegd bestuurder de heer P.F.J.M. Huijbregts (secretaris). hierna te noemen “Netwerk Conceptueel Bouwen”,
2
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
ONDERGETEKENDEN 1-7 hierna te noemen:
“Co-makers”; 1-10 hierna te noemen:
“Belanghebbenden”; en:
Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling B.V.
11.
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Nieuwegein, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar alleen en zelfstandig bevoegd bestuurder Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling Holding B.V., statutair gevestigd en kantoorhoudende te Nieuwegein, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door mr. C.G.J.W. Martens krachtens een daartoe verstrekte volmacht;
VolkerWessels Bouw & Vastgoedontwikkeling B.V.
12.
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Rijssen, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar alleen en zelfstandig bevoegd bestuurder de heer M. den Harder;
BAM Woningbouw B.V.
13.
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Bunnik, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar alleen en zelfstandig bevoegd bestuurder de heer J.G. Nelis;
Dura Vermeer Divisie Bouw en Vastgoed B.V.
14.
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Houten, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar alleen en zelfstandig bevoegd bestuurder de heer J.S.M. van der Kemp;
11-14 hierna te noemen:
“de Bouwers”; alle partijen hierna gezamenlijk te noemen:
“Partijen”; elk afzonderlijk te noemen:
“Partij”;
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
3
nemen het navolgende in aanmerking.
4
A.
De woningbouwcorporaties in Nederland staan voor een grote renovatieopgave van woningen/appartementen uit de jaren 50, 60 en 70. Doel van deze renovatie is wonen voor huurders van deze woningen/appartementen ook op termijn betaalbaar en comfortabel te houden.
B.
Het aanbieden van woningen/appartementen aan huurders, opdat in hun woonbehoefte wordt voorzien tegen betaalbare lasten, is het bestaansrecht voor de woningbouwcorporaties en tevens van groot belang voor bouwend Nederland en alle branches die daarmede direct of indirect in verband staan.
C.
De energierekening, die ten laste komt van de huurders, is een steeds toenemend en onvoorspelbaar deel van de totale woonlasten voor deze huurders en daarmede wordt de betaalbaarheid van huurwoningen/appartementen bedreigd.
D.
Grootschalige sloop/nieuwbouw voor de gehele voorraad is in tijd en financiële capaciteit niet altijd haalbaar dan wel wenselijk en levensduurverlengende renovatie naar de huidige kwaliteitsnormen zal in de meeste gevallen niet rendabel zijn.
E.
Een zestal woningbouwcorporaties, te weten: »» Stichting Portaal; »» Stichting Wonen Limburg; »» Stichting Lefier; »» Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland; »» Stichting Stadlander; »» Tilburgse Woonstichting Tiwos; alsmede de Bouwers zijn de samenwerkingsovereenkomst “De Stroomversnelling” aangegaan.
F.
De visie, aangeduid als “de stroomversnelling” die aan deze samenwerking tussen die partijen ten grondslag ligt, is dat door de besparing op de energierekening van de huurders, de benodigde financiële ruimte ontstaat om de huurwoningen hoogwaardig en met inbegrip van architectonisch kwaliteit te renoveren naar een niveau “nul op de meter”. Daarmee blijven de woonlasten van de huurder gelijk en verbetert de woonkwaliteit.
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
NEMEN IN AANMERKING
G.
et deze visie wordt ondermeer investeringsruimte voor de corporaties gecreëerd door naast de M geldstromen uit huur ook geldstromen uit energienota’s in te zetten. Deze visie draagt bij aan de realisatie van duurzaamheidsdoelen van de overheid, creëert voor de woningbouwcorporaties in Nederland betaalbaar en waardevol vastgoed en zorgt voor werkgelegenheid in de bouwsector en architectenbranche.
H.
Voor de uitwerking van de visie “de stroomversnelling” is het nodig dat aanbieders van renovatieconcepten de ruimte krijgen voor radicale renovatie op zowel proces- als productieniveau. Omdat het zicht op omvangrijke schaal tot renovatie noodzakelijk is voor deze innovaties, is de samenwerkingsovereenkomst “de stroomversnelling” tot stand gekomen, die beoogt op basis van de visie “de stroomversnelling” tenminste 111.000 woningen te realiseren in drie fasen van 1.000, 10.000 en 100.000 woningen. Partijen nemen als uitgangspunt dat visie “De Stroomversnelling” uitvoerbaar is als aan de navolgende criteria is voldaan: »» de huurder van mening is dat hij een goed woonaanbod krijgt; »» de woning na verbetering voldoet aan het niveau “Nul-Op-de-Meter”; »» de Corporaties bij een normwoning na renovatie een rendement van 5,25% kunnen halen volgens de bedrijfswaardebenadering die onderdeel is van de samenwerkingsovereenkomst “De Stroomversnelling”; »» de Corporaties de middels de samenwerkingsovereenkomst “De Stroomversnelling” uit te voeren renovaties kunnen financieren; »» de Bouwers van renovatieproducten een rendabele business case hebben; »» de benodigde wet- en regelgeving is aangepast.
I.
Partijen maken bij deze overeenkomst wederzijdse afspraken over de betrokkenheid van alle mogelijke partijen uit het hele netwerk dat ziet op ontwikkelen, bouwen, exploiteren van woningen, teneinde de uitvoerbaarheid van de visie “de stroomversnelling” zoveel mogelijk te waarborgen. Vereniging “De Stroomversnelling” is bij ondertekening van dit convenant nog niet opgericht. Partijen geven reeds op voorhand hun instemming dat bij oprichting, vereniging “De Stroomversnelling” kan toetreden tot dit convenant als partij onder dezelfde condities en voorwaarden.
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
5
Komen als volgt overeen.
1. Definities 1.1.
NOM (Nul-Op-de-Meter) woning Een woning (nieuwbouw of gerenoveerd) waarbij de in- en uitgaande energiestromen voor gebouwgebonden energie (ruimteverwarming, -koeling, warm tapwater gebruik) en het gebruik van huishoudelijke apparatuur (incl. verlichting) op jaarbasis per saldo nul is, onder standaard klimaatcondities zoals die gelden in Nederland en bij standaard gebruik van de woning, zoals vastgelegd in de ontwerpuitgangspunten onderbouwd door Nederlands normen. De uitwerking van deze definitie is: 1. Op basis van de EPG norm (NEN 7120) moet de woning voor het gebouwgebonden energiegebruik een EPC hebben die kleiner is dan 0. 2. Aanvullend daarop levert de woning een minimum aantal kWh per jaar voor de afdekking van het energiegebruik voor huishoudelijke apparatuur. Daar zal een minimum voor worden vastgesteld, wat wordt gedifferentieerd naar woningtypologie (gestapelde woning, grondgebonden rij woning, vrijstaande woning). 3. Gebiedsmaatregelen conform de EMG norm (NVN 7125) kunnen worden toegepast om het tekort aan opwekkingenmogelijkheid voor huishoudelijk verbruik van een individuele woning te compenseren. 4. De opwek en/of herkomst van externe duurzame bronnen komt van binnen een straal van 10 kilometer rondom de woning bij een gemiddelde landelijke bebouwingsdichtheid, conform gedachte EMG. De projectspecifieke maximale afstand wordt afhankelijk gesteld van de bebouwingsdichtheid in het gebied waar de woning staat.
1.2.
Stichting Platform31 De stichting, die het innovatieprogramma EnergieSprong - dat de condities creëert voor een energieneutrale gebouwde omgeving – realiseert.
1.3.
Vereniging “De Stroomversnelling” De stichting, belast met de besluitvorming ter uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst “De Stroomversnelling”.
6
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
KOMEN OVEREEN
1.4.
Visie “de stroomversnelling” De visie, die aan de samenwerking tussen zes woningbouwcorporaties en de vier Bouwers, zoals genoemd in de considerans onder E, ten grondslag ligt, dat door besparingen op de energierekening van de huurders de benodigde financiering aangetrokken kan worden om de huurwoningen te renoveren naar een niveau “nul op de meter”, waardoor de woonlasten van de huurder gelijk blijven en de woonkwaliteit wordt verbeterd.
1.5.
Samenwerkingsovereenkomst “De Stroomversnelling” De samenwerkingsovereenkomst die tot stand gekomen is tussen zes woningbouwcorporaties en vier aannemers als genoemd in de considerans onder E.
1.6. Belanghebbenden De leden van Partijen als genoemd onder 1 t/m 10 in dit convenant alsmede al degene die de doelstellingen van dit convenant onderstrepen, in de ruimste zin van het woord, bestaande uit die partijen uit het hele netwerk van ontwikkelen, bouwen, onderhouden en exploiteren van woningen.
1.7. Co-makers Alle partijen uit de toeleverende industrie, de installatiebranche, aanverwante (bouw)branches en de zakelijke dienstverlening, verenigd in de navolgende brancheorganisaties of wiens belangen zijn behartigd door: de BNA (partij 1), de NVTB (partij 2), FME-CWM (partij 3), Uneto-VNI (partij 4), de Aannemersfederatie (Partij 5), Bouwend Nederland (Partij 6) en OnderhoudNL (Partij 7). Co-makers werken samen met de Bouwers dan wel in opdracht van de Bouwers aan de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst “De Stroomversnelling” en, in bredere zin, aan het verwezenlijken van de visie “de stroomversnelling”.
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
7
2. Kernbeding / Leidende Principes Partijen verbinden zich om de Leidende Principes, zoals die in dit artikel zijn geformuleerd, te onderschrijven en te hanteren bij de uitvoering van hun werkzaamheden en deze zoveel mogelijk op te leggen aan haar leden.
2.1
Maatschappelijke verantwoordelijkheid Partijen houden zich vanzelfsprekend aan wet- en regelgeving. Partijen zorgen er samen voor dat hun taken sociaal verantwoord, veilig en duurzaam kunnen worden uitgevoerd voor alle belanghebbenden. Van Bouwers en Co-makers wordt verwacht dat zij samen de kwaliteit van de geleverde dienst/het product borgen en zorg dragen voor een duurzaam, veilig en voor de omgeving acceptabel proces. Bouwers en Co-makers zijn samen verantwoordelijk voor een duurzaam inkoopbeleid. Bouwers en Co-makers verplichten zich jegens elkaar om kennis en kunde zoveel mogelijk te delen en over te dragen; zij zijn samen ketenverantwoordelijk.
2.2
Integriteit en betrokkenheid Bouwers en Co-makers gaan zakelijk en open met elkaar om. Selectie van Co-makers door Bouwers vindt plaats op basis van prijs én kwaliteit. Bouwers en Co-makers gaan fair om met aanbiedingen van andere ketenpartijen. Bouwers verplichten zich om fair om te gaan met de door de co-makers geleverde kennis en innovatie en eisen van hun betrokken partners dat zij zich ook zo opstellen. Afspraak is afspraak; ook dit principe geldt in beide richtingen. Bouwers en Co-makers en overige partners bij het integrale project van ontwikkelen, bouwen en exploiteren van woningen, werken zoveel mogelijk samen op basis van co-makersschap en wederzijdse leveringsvoorwaarden. De Bouwers en Co-makers zetten zich samen in voor een optimaal bouwproces en een goed resultaat.
2.3 Transparantie Bouwers en Co-makers dragen zorg voor duidelijke en transparante processen en procedures. Bouwers en Co-makers spannen zich in om elkaar tijdig en duidelijk te informeren. Co-makers worden door Bouwers betrokken bij de planning en waar relevant en nodig, is er overleg over de omstandigheden waaronder een opdracht moet worden uitgevoerd. De opdracht van Bouwers en Co-makers wordt verstrekt op grond van vooraf bepaalde, helder gecommuniceerde criteria. De basis van de samenwerking tussen Bouwers en Co-makers is gestoeld op samenwerking en daaraan ten grondslag liggend vertrouwen. Partijen zullen de dialoog over elkaars belangen en de daaraan gekoppelde voordelen van de samenwerking op alle niveaus binnen hun organisaties delen. Partijen erkennen dat door op een transparante wijze samen te werken de betrokken personen in staat zijn om innovatieve grootse producten, processen en projecten te realiseren.
8
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
2.4 Duurzaamheid Partijen geven gezamenlijk concrete invulling aan het streven naar duurzame ontwikkeling. Dit komt tot uitdrukking in zowel de bedrijfsvoering als in de projecten. Van partijen wordt verwacht dat zij verantwoord en duurzaam omgaat met materialen, afval en energie. De bouwer, zijn co-makers, toeleveranciers en andere partners zijn schakels in een keten van idee tot realisatie, onderhoud en beheer. Van de vragende partijen binnen de Stroomversnelling wordt verwacht dat zij ruimte bieden voor duurzame oplossingen. Duurzaamheid wordt breed opgevat, naast milieu en energieaspecten zijn een gezond binnenklimaat en architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit eveneens belangrijke aandachtspunten. De bouwers stellen zich open voor goede suggesties van co-makers en belanghebbenden op het punt van duurzaamheid. Partijen streven naar een duurzaam bouwproces en een duurzame leefomgeving. Van Partijen wordt verwacht dat zij vooral en duurzaam omgaan met materialen, afval en energie. Dit moet blijken uit zowel de bedrijfsvoering als in de manier waarop projecten worden uitgevoerd.
2.5 Innovatie Partijen en allen die betrokken zijn bij de visie “de stroomversnelling”, zoals geformuleerd in deze overeenkomst onder 1.4, streven naar een continue innovatie van zowel proces- als productoplossingen voor de opgave die voorliggen binnen die visie. Partijen beamen dat alleen radicale productinnovaties kunnen leiden tot de beoogde en gewenste oplossingen. Partijen geven elkaar en alle betrokken partners die ruimte die innovaties te bedenken, aan te bieden en te realiseren, waarbij risicobeheersing met betrekking tot de innovaties onderdeel van de uitgangspunten van dit convenant zijn en zullen daarvoor voortdurend een open dialoog met elkaar aangaan.
2.6
Klant centraal Bouwers en Co-makers streven naar het realiseren van de maximale waarde voor de bewoners van woningen/appartementen, die gerenoveerd gaan worden binnen de visie “de stroomversnelling”. Partijen stellen centraal de basisvraag “hoe gaat u het leven van de bewoner verbeteren”. Deze vraag is het uitgangspunt bij de ontdekkingstocht naar innovaties welke moeten leiden tot waardevollere processen en significant betere en goedkope renovatieproducten dan tot heden gebruikelijk was.
2.7
Goede arbeidsverhoudingen, -omstandigheden en -voorwaarden Partijen maken zich sterk voor goede arbeidsverhoudingen, arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden zodat ook op sociaal gebied sprake is van duurzaamheid. Partijen borgen de naleving van de geldende cao’s en de sociale wetgeving. Daar waar sprake is van aanbestedingen of uitbesteding van werk aan co-makers, geldt dit tevens ten behoeve van de werkenden die door de bouwer of comakers te werk zijn gesteld (ketenaansprakelijkheid). Partijen onderschrijven in het bijzonder het Sociaal Akkoord 2013, het Actieplan bestrijden van schijnconstructies en de uitgangspunten op het gebied van het internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, en zullen daaraan actief invulling geven bij de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst “De Stroomversnelling”.
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
9
3. Belang Co-makers Bouwers erkennen dat Co-makers een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling en toepassing van innovatieve renovatieproducten en –processen.
4. Gezonde bedrijfsvoering en innovatie Partijen zullen de leidende principes (artikel 2) van deze overeenkomst gebruiken voor het optimaliseren van ieders rendement als basis voor gezonde bedrijfsvoering én de mogelijkheid om innovatieruimte binnen de eigen organisaties en sectoren te creëren en continueren.
5. Geschillen Indien partijen c.q. hun leden onderling dan wel met andere betrokkenen onenigheid hebben over hun samenwerking en/of gezamenlijk project, worden zij geacht open en transparant inzichtelijk te maken op welke onderdelen zij verschil van mening hebben, waarna zij in overleg zullen treden naar een duurzame oplossing voor hun geschil. Het kernteam van de Vereniging in oprichting “De Stroomversnelling” kan daarbij optreden als mediator voor zover partijen dat gezamenlijk overeenkomen.
6. Regionaal ondernemen Bouwers verplichten zich om indien mogelijk gebruik te maken van Co-makers uit de regio, waarin het desbetreffende renovatieproces c.q. project plaatvindt.
7. Open innovatie Partijen beamen dat derden, die niet betrokken zijn bij deze overeenkomst dan wel geen lid zijn van één der Partijen, de vrijheid hebben om gelijksoortige renovatieproducten op de markt te brengen onder gebruikmaking van dezelfde condities, voor zover zij niet gebonden zijn aan wet- en regelgevende beperkingen.
10
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
8. Vertrouwen Partijen gaan uit van de goede intenties van alle overige betrokken partijen die op welke wijze dan ook samenwerken bij het realiseren van de vsie “de stroomversnelling” en de uitvoering van dit Convenant.
9. Monitoring Bouwers en Co-makers verbinden zich om projecten die zijn aangevangen te monitoren en de daaruit vloeiende kennis te delen.
10. Opschaling en transitie Bouwers en de betrokken corporaties, zoals genoemd in punt E van de considerans, hebben productieafspraken gemaakt over fase 1 en fase 2 van de samenwerkingsovereenkomst “De Stroomversnelling”, zijnde 11.000 woningrenovaties. De bouwers benadrukken dat binnen deze fasen zoveel mogelijk wordt gewerkt volgens het zogenaamde “open-source” principe. Daardoor wordt het mogelijk dat de hele sector aansluit bij de visie “de stroomversnelling” welke in die zin bijdraagt aan de door alle partijen gewenste sectortransitie. Voor de planning van de verschillende fasen wordt verwezen naar de bijlagen van de overeenkomst tussen de Bouwers en de betrokken woningcorporaties, welke vindbaar is op de website van Energiesprong.
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
11
Aldus getekend in zeventienvoud te ’s-Gravenhage,
datum ........................................
datum ........................................
F. Schoorl
I. Dezentjé Hamming-Bluemink
Vereniging Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten
Vereniging FME-CWM
datum ........................................
datum ........................................
P. J. Fraanje
T. Sierstema
Vereniging Nederlands Verbond Toelevering Bouw
Vereniging Uneto-VNI
12
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
ONDERTEKENEN
datum ........................................
datum ........................................
H. Klein Poethuis
L. C. Brinkman
Vereniging Aannemersfederatie Nederlands Bouw en Infra
Vereniging Bouwend Nederland
datum ........................................
datum ........................................
D. W. Stuit
H. W. J. Bol
Vereniging Aannemersfederatie Nederlands Bouw en Infra
Vereniging Bouwend Nederland
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
13
datum ........................................
datum ........................................
R. Baars
P. F. J. M. Huijbregts
Vereniging Federatie Nederlandse Vakbeweging Bouw
Stichting Netwerk Conceptueel Bouwen
datum ........................................
datum ........................................
A. A. van Wijngaarden
R. J. P. M. Maas
Vereniging Christelijk Nationaal Vakverbond Vakmensen
Vereniging Koninklijke Vereniging Federatie van Ondernemers in de Schilders-, Onderhouds-, Metaalconserverings- en Glasbranche (ook wel: OnderhoudNL)
14
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
datum ........................................
datum ........................................
C. G. J. W. Martens
M. den Harder
Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling B.V.
VolkerWessels Bouw & Vastgoedontwikkeling B.V.
datum ........................................
datum ........................................
J. G. Nelis
J. S. M. van der Kemp
BAM Woningbouw B.V.
Dura Vermeer Divisie Bouw en Vastgoed B.V.
CONVENANT VAN PARTNERS IN HET NETWERK VAN DE STROOMVERSNELLING
15