NIEUWSBRIEF
29
JULI 2005
2 Het ABC van de KRW: naar ‘een goede ecologische toestand’ 4 Bronnen en routes zware metalen in beeld 4 Handboek zuiveringstechnieken KRW 5 Programmamanager KRW / WB 21 Jaap Verhulst: “De ecologische normen zijn een middel, geen doel” 6 KRW-tools: wat zijn de ecologische effecten van fysieke en fysisch-chemische ingrepen in watersystemen? 6 Project WaterTekens: leren communiceren over watervraagstukken 7 Waterschappers: KRW en WB21 samen aanpakken 8 Hoofd afdeling Waterbeleid UvW Erik Kraaij: “Te veel misverstanden over KRW” 9 Dijkgraaf Johan de Bondt: “We kunnen het ook te gek maken” 10 Hulp voor waterbeheerders bij bepalen doelstellingen niet-natuurlijke wateren 11 KRW-verkenner helpt bij opstellen stroomgbiedbeheersplannen 12 EU vergelijkt en toetst KRW-doelstellingen lidstaten 12 Publieke participatie: tot waar...en niet verder? 13 Dijkgraaf Marga Kool: “Niet pessimistisch over haalbaarheid” 14 Dijkgraaf Lambert Verheijen: “KRW bestuurlijk veel te laat opgepakt” 15 Vierde platformdag over de Kaderrichtlijn water 17 Werkgroep aan de slag met nutriëntnormen 18 KRWeetjes 20 Heldere en prettig leesbare brochure over Kaderrichtlijn water 20 Colofon
STOWA ter info over Europese Kaderrichtlijn water
STOWA TER INFO OVER EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER Het afgelopen jaar stond voor waterbeherend Nederland
Hebt u na het lezen van deze speciale uitgave behoefte
grotendeels in het teken van de Europese Kaderrichtlijn
aan meer informatie, dan kunt u terecht op onze website.
water. Ongetwijfeld zal dat ook de komende jaren het
U kunt ook onze gratis brochure ‘KRW voor het (water)-
geval zijn. Want hoewel er al het nodige werk is verricht,
leven’ aanvragen, of zich aanmelden voor de vierde plat-
moet er nog veel gebeuren om in 2009 de eerste stroom-
formdag over de Kaderrichtlijn water die plaatsvindt op
gebiedbeheersplannen te kunnen aanbieden aan Brussel.
woensdag 21 september a.s. Zie hiervoor elders in deze
Denk aan het afleiden van ecologische doelstellingen
special.
voor alle niet-natuurlijke wateren, het bepalen van maat-
Jacques Leenen, directeur STOWA
De streng beschermde
regelpakketten om KRW-doelstellingen te halen, het in-
grote modderkruiper is
houd geven aan publieke participatie. Gelukkig wordt op
kenmerkend voor stil-
veel fronten hard gewerkt. In deze speciale uitgave van de
staande verlandende
STOWA ter Info proberen we een overzicht te geven van
wateren (bv. de typen
de actuele ontwikkelingen rondom de invoering van de
M11 en M15).
richtlijn waarbij STOWA betrokken is. In deze uitgave vatten we tevens de gehanteerde methodiek samen voor het bepalen van ecologische doelstellingen en geven enkele bestuurders hun visie op de richtlijn. Bijzonder aan de KRW is dat de ecologie leidend is bij de beoordeling van wateren. Dat gebeurt aan de hand van vier ‘kwaliteitselementen’; fytoplankton (algen), vegetatie (aangroeisel van algen, en waterplanten), macrofauna (waterdiertjes) en vissen. Om u enig gevoel te geven bij de flora en fauna waar het in de richtlijn om draait, hebben we deze uitgave geïllustreerd met een aantal prachtige natuuropnamen. Vandaar dat deze STOWA
De grote wederik is een
ter info deze keer in kleur uitkomt.
opvallende oeverplant van de ondiepe wateren M12 en M13.
HET ABC VAN DE KRW: NAAR ‘EEN GOEDE ECOLOGISCHE TOESTAND’ De Kaderrichtlijn water geeft lidstaten strikte richtlijnen voor het opstellen van ecologische doelstellingen voor oppervlaktewateren. Hoe zien die richtlijnen en doelstellingen er precies uit en welke terminologie gebruikt Brussel daarbij? Het ABC van de KRW.
A
INDELING IN WATERLICHAMEN
Het bepalen van de klassengrenzen is van cruciaal be-
Alle wateren moeten worden ingedeeld in (grotere) ‘wa-
lang. De grens tussen ‘goed’ en ‘matig’ is rechtsreeks ge-
terlichamen’. Een waterlichaam bevat alle wateren van
koppeld aan de hoofddoelstelling van de KRW: een goede
hetzelfde watertype (zie onder) in een bepaald gebied.
ecologische toestand in 2015. De grens tussen ‘goed’ en
Een gedetailleerde kaart van de waterlichamen is te vin-
‘zeer goed’ bepaalt de begrenzing van de referentietoe-
den op http:-//krw.ncgi.nl. Klik onderaan de pagina op
stand. Aan de bepaling van de grenzen stelt de Kader-
‘Openbare gegevens...’ en vervolgens op de button ‘Kaart’.
richtlijn dan ook eisen. Onder meer de eis van ‘intercali-
B
INDELING IN WATERTYPEN
Alle waterlichamen moeten worden ingedeeld bij een bepaald watertype. In Nederland worden 42 natuurlijke watertypen onderscheiden: 18 riviertypen, 20 meertypen, 1 type overgangswater en 3 typen kustwateren. De KRW geeft in een aparte bijlage aan op basis waarvan de type-
bratie’: het vergelijken en eventueel aanpassen van de grenzen die afzonderlijke lidstaten hebben getrokken.
F
NATUURLIJKE, STERK VERANDERDE EN KUNSTMATIGE WATERLICHAMEN
Waterlichamen moeten volgens de KRW behalve naar watertype worden ingedeeld naar categorie. De richtlijn
indeling moet plaatsvinden. Het betreft fysische en che-
onderscheid ‘natuurlijke’, ‘sterk veranderde’ en ‘kunst-
mische kenmerken, zoals stroomsnelheid, oppervlakte,
matige’ waterlichamen. Dit onderscheid is van groot
vorm, geologische ondergrond en diepte.
belang, omdat voor de laatste twee categorieën lagere
C
doelstellingen gelden. In Nederland worden naar ver-
HET BEPALEN VAN DE REFERENTIETOESTAND
wachting bijna alle waterlichamen (>90 procent) inge-
Voor ieder natuurlijk watertype wordt de referentietoe-
deeld in deze categorieën.
stand bepaald, vrij vertaald: de onverstoorde ecologische staat, of ‘zeer goede ecologische toestand’ (ZGET). Van
Kunstmatige wateren zijn wateren die door menselijke
deze referentie wordt vervolgens de ecologische doelstel-
activiteiten tot stand zijn gekomen, zoals gegraven sloten
ling afgeleid: een goede ecologische toestand (GET) in
en kanalen. Sterk veranderde wateren zijn wel van nature
2015.
ontstaan, maar door menselijke ingrepen wezenlijk ver-
D
anderd.
DE ECOLOGISCHE BESCHRIJVING
Het beschrijven van de referentietoestand van een water-
Wateren kunnen op grond van de KRW slechts worden
type gebeurt aan de hand van een aantal ‘kwaliteitsele-
aangewezen als sterk veranderd, als men kan aantonen
menten’. Het betreft biologische (fytoplankton, vegetatie,
dat het onmogelijk is de effecten van de gepleegde ingre-
macrofauna en vis), hydrologische, morfologische en fy-
pen ongedaan te maken, zonder daarbij de wezenlijke
sisch-chemische parameters (o.a. zuurstofhuishouding,
functies van een water aan te tasten. Het weghalen van
zoutgehalte en nutriënten).
oeverconstructies kan om deze reden niet, want daarmee
E
komt de veiligheid in het ge-
DE ECOLOGISCHE BEOORDELING: ECOLOGISCHE
ding. Het verwijderen van
MAATLATTEN
sluizen tast de scheep-
Hoe beter een waterlichaam scoort op de kwaliteitsele-
vaart aan. Deze in-
menten van het watertype waarbij hij is ingedeeld, hoe
grepen zijn, in
hoger hij staat op de ecologische maatlat van dat waterty-
KRW-termen, on-
pe. Iedere maatlat is verdeeld in vijf (of vier) verplichte
omkeerbaar.
klassen. Het betreft, van hoog naar laag: ‘zeer goed’ (de referentie), ‘goed’ (de doelstelling voor 2015), ‘matig’, ‘ontoereikend’ en ‘slecht’. Valt een waterlichaam in de klasse ‘goed’ of hoger, dan voldoet hij aan de KRW-doelstelling.
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
2
De melkwitte platworm Dendrocoelum lacteum is een bijzondere soort van amper een centimeter lang. Hij is zeer kenmerkend voor ondiepe lijnvormige wateren die in verbinding staan met de rivier (M5), en voor klei-
G
HET BEPALEN VAN DE DOELSTELLINGEN
ne ondiepe gebufferde
VOOR STERK VERANDERDE EN KUNSTMA-
plassen (M11).
TIGE WATERLICHAMEN
Voor sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen gelden zoals gezegd lagere doelen. Voor deze waterlichamen moeten waterbeheerders eerst een ‘maximaal ecologisch potentieel’ (MEP) vaststellen. Er wordt hierbij uitgegaan van de referentietoestand van het natuurlijke type waar het betreffende waterlichaam het meest op lijkt. Vervolgens wordt rekening gehouden met de negatieve effecten op de ecologie, die het gevolg zijn van onomkeerbare morfologische ingrepen, alsmede met de positieve effecten van ‘mitigerende maatregelen’. De resultante is het maximaal ecologisch potentieel. Onomkeerbare ingrepen kunnen niet ongedaan worden
Een goed voorbeeld van
gemaakt zonder (ernstige) gevolgen voor bijvoorbeeld vei-
een sieralg is deze zeer
ligheid of economie. Denk aan het weghalen van stuwen
kieskeurige Cosmarium
of sluizen. Mitigerende maatregelen zijn maatregelen die
protractum, kenmerkend
waterbeheerders moeten nemen om de negatieve effecten
voor ondiepe plassen van
van morfologische ingrepen te verzachten. Goed voor-
het type M25 en M14.
beeld is het aanleggen van een vistrap om de negatieve efDe grote spinnende
fecten op te heffen die een stuw heeft op vismigratie.
watertor (l.) Hydrophilus Nadat waterbeheerders het maximaal ecologisch poten-
piceus (met 5 cm lengte
tieel (MEP) hebben vastgesteld, bepaalt men in hoeverre
een van onze grootste
de feitelijke toestand hiervan afwijkt. Dit gebeurt, net als
waterinsecten) is ken-
bij de natuurlijke waterlichamen, via een maatlat waarbij
merkend voor de plassen
dezelfde kwaliteitselementen een rol spelen. Verschil is
van de typen M11, M25,
dat deze maatlat maar vier klassen kent. Het uiteindelij-
M27, M14 en M23.
ke doel is een plek in de hoogste klasse in 2015. Dit noemt de KRW een ‘goed ecologisch potentieel’ (GEP).
H
MEER WETEN? MEER INFORMATIE OVER HET AFLEIDEN VAN DE KRW-
LAGERE DOELSTELLINGEN, OF MEER TIJD OM ZE TE
DOELSTELLINGEN IS TE VINDEN IN DE STOWA-BRO-
HALEN (FASERING)
CHURE ‘KRW VOOR HET (WATER)LEVEN’. ELDERS IN
Als blijkt dat een water niet aan de doelstelling kan vol-
DEZE NIEUWSBRIEF LEEST U HOE U DEZE BROCHURE
doen, kan men aan Brussel lagere doelstellingen of uit-
KUNT BESTELLEN. OOK KUNT U TERECHT OP ONZE
stel (max. twee keer zes jaar) voorstellen. Een reden kan
WEBSITE WWW.STOWA.NL, ONDER HET THEMA
zijn dat men onevenredige kosten moet maken om de
KADERRICHTLIJN WATER. HIER VINDT U VEEL
goede ecologische toestand, dan wel het goede ecologi-
INFORMATIE, ONDER MEER OVER HET AFLEIDEN VAN
sche potentieel te halen. De voorstellen moeten steeds
DOELSTELLINGEN VOOR NIET-NATUURLIJKE WATER-
gedegen worden gemotiveerd.
LICHAMEN.
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
3
BRONNEN EN ROUTES ZWARE METALEN IN BEELD STOWA laat momenteel inventariseren welke instrumenten er zijn, of worden ontwikkeld, om inzicht te krijgen in de bronnen en routes van zware metalen in het oppervlaktewater. Bij waterbeheerders bestaat grote behoefte aan zo'n instrument, vanwege de Europese Kaderrichtlijn water (KRW). De KRW kent naast een ecologische doelstelling een che-
kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. Met het
mische doelstelling, namelijk een ‘goede chemische toe-
oog hierop dienen waterbeheerders inzicht te hebben in
stand van alle oppervlaktewateren in 2015’. Om dat te
de herkomst van zware metalen die in het oppervlakte-
bereiken laat de Europese Commissie voor een aantal
water zitten en de wijze waarop ze erin terecht zijn geko-
zogenoemde prioritaire stoffen (w.o. de zware metalen
men. Zijn de stoffen afkomstig van landbouw, industrie,
cadmium, kwik, lood en nikkel) momenteel concentratie-
of van natuurlijke aardlagen? Ook moet duidelijk worden
normen opstellen. De normen voor prioritaire metalen
wat het aandeel van de afzonderlijke bronnen is op de
worden waarschijnlijk strenger dan de nu in ons land
voorkomende stoffenconcentraties, en hoe duur en effec-
gehanteerde MTR-normen. De KRW stelt verder als eis dat
tief maatregelen zijn om aan de toekomstige prioritaire-
alle menselijke activiteiten in beeld worden gebracht, die
stoffennormen te voldoen.
- direct of indirect - significante invloed hebben op de Op dit moment lopen er her en der projecten bij waterbeheerders en kennisinstituten om hier meer inzicht in te De driedoornige stekelbaars kan een breed
krijgen. STOWA laat nu bekijken wat dat precies voor projecten zijn, en in hoeverre de producten van
scala van watertypen
deze projecten aansluiten bij de behoeften van
bewonen, van zee tot
waterbeheerders. Op basis hiervan haakt STO-
de kleinere beken.
WA aan bij een initiatief, of laat het op basis van de opgedane inzichten een eigen instru-
Omdat de kroeskarper
mentarium ontwikkelen. Het instrument zal
(r.) zuurstofarme milieus
in ieder geval ook inzicht moeten geven in de
kan verdragen, is hij
kosten en effectiviteit van maatregelen om de
kenmerkend voor ondiepe
chemische doelstellingen van de KRW te halen.
plassen met een dikke laag organisch materiaal op de bodem (M25).
HANDBOEK ZUIVERINGSTECHNIEKEN KRW STOWA, Rijkswaterstaat en de deelnemers aan het zogenoemde Urban Water Cycle project laten momenteel een Handboek zuiveringstechnieken KRW opstellen. Het handboek geeft waterbeheerders een overzicht van (nieuwe) technieken voor het vergaand zuiveren van afvalwater. De inzet van dergelijke technieken is naar verwachting nodig om te voldoen aan de waterkwaliteitsnormen die gaan gelden bij de invoering van de Kaderrichtlijn water (KRW). Lozingen van gezuiverd afvalwater
ze een afweging maken met andere
handboek gebruiken om voor hun zui-
kunnen significant bijdragen aan de
maatregelen om aan de KRW-stoffen-
veringen geschikte aanvullende zuive-
belasting van regionale wateren. Uit
normen te voldoen (bijv. bronaanpak).
ringtechnieken te selecteren. Of aan-
onderzoek is gebleken dat 10 van de 33
Bij die overweging is het van belang
vullende zuivering echt nodig is,
in de Kaderrichtlijn genoemde ‘priori-
te weten welke (aanvullende) technie-
hangt af van de situatie ter plekke.
taire stoffen’ regelmatig voorkomen in
ken er voorhanden zijn, of binnen
Het gaat vooral om zuiveringsinstalla-
effluent. Effluentlozingen kunnen
enkele jaren op de markt komen. Wat
ties die lozen op kwetsbare en regio-
daarmee een belangrijke emissiebron
is het effect ervan, en wat zijn de kos-
nale wateren. Het handboek is deze
voor deze stoffen vormen. Waterbe-
ten? Op al deze vragen geeft het Hand-
zomer gereed.
heerders zullen om die reden aanvul-
boek zuiveringstechnieken een ant-
lende zuivering overwegen, waarbij
woord. Waterbeheerders kunnen het
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
4
JAAP VERHULST “DE ECOLOGISCHE NORMEN ZIJN EEN MIDDEL, GEEN DOEL” JAAP VERHULST IS PROGRAMMAMANAGER KRW / WB 21
IS NEDERLAND IJVERIGER MET DE KRW DAN ANDERE
BIJ HET MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT.
LIDSTATEN?
VERHULST VERWACHT DAT DE WATERSITUATIE MEDE
“Grappig genoeg denkt ieder land dat de buren het min-
DOOR DE KRW DE KOMENDE JAREN AANMERKELIJK
der nauw nemen. In Engeland hoorde ik mensen zeggen:
GAAT VERBETEREN. MAAR DAARVOOR MOETEN ALLE
‘Jullie in Nederland zullen wel niet zo gek zijn om het zo
BETROKKEN PARTIJEN WEL HUN STEENTJE BIJDRAGEN.
precies uit te voeren als wij hier’. Maar eerlijk gezegd denk ik wel dat we in Nederland goed in staat zijn om het
HOE KIJKT U AAN TEGEN DE ‘GROENE’ NORMEN UIT DE
ingewikkeld te maken. Dankzij de traditioneel hoge orga-
KRW?
nisatiegraad, grote deskundigheid en jarenlange ervaring
“Ze zijn een middel, geen doel op zichzelf. Uiteindelijk
binnen onze watersector.”
wil je als bestuurder toch weten waar je naartoe wilt, wat het kost en wat het je waard is. De systematiek van de
WELK EFFECT VERWACHT U VAN DE KRW OP LANGERE
watertypen, referenties en maatlatten levert de bouwste-
TERMIJN?
nen om antwoorden te formuleren op deze beleidsvra-
“Ik verwacht vanaf 2015 een betere watersituatie waar de
gen.”
mensen in ons land en de bedrijven profijt van hebben. Dat komt overigens niet alleen door de KRW, maar ook
VINDT U BIJ DE WATERSCHAPPEN VEEL DRAAGVLAK
door natuurbeleid, diverse landinrichtingsprojecten en
VOOR DEZE VISIE?
de extra ruimte die er komt voor de rivieren.”
“Het verwerven van steun is een proces dat tijd nodig heeft. Op dit moment is er nog veel huiver ten aanzien
WAAR HANGT HET VANAF OF DAT GAAT LUKKEN?
van Brussel. Wat ook afschrikt is de omvang van de KRW-
“Dat alle partijen - andere overheden, departementen en
materie. Die kent zo veel nieuwe variabelen dat het van
bedrijven - hun deel van het werk oppakken. Denk aan de
bestuurders veel gevraagd is om het overzicht te bewaren.
mestproblematiek maar ook aan ruimtelijke ordeningsas-
Ook omdat ze het idee hebben dat alles al is vastgelegd,
pecten. Voor gemeenten is weer een rol weggelegd bij de
wat overigens niet zo is. De referenties zijn slechts bepa-
afvoer van hemelwater en riolering. Het accent ligt daar-
lend voor hoe een water zou kunnen zijn. Vergelijk het
om nu op het proces om daarover afspraken te maken in
met een muziekstuk dat je nog nooit hebt gespeeld en
het stroomgebiedbeheersplan dat in 2008 in concept
slechts op papier hebt. Pas als je weet hoe het kan klin-
klaar moet liggen.”
ken, weet je waar je je op moet richten. Al doende leer je snel genoeg om je eigen rustmomenten en accenten erin te leggen.”
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
5
KRW-TOOLS: WAT ZIJN DE ECOLOGISCHE EFFECTEN VAN FYSIEKE EN FYSISCH-CHEMISCHE INGREPEN IN WATERSYSTEMEN? Onlangs ging het BSIK-project KRW-tools van start. In dit project proberen onderzoekers meetbaar te maken wat de ecologische effecten zijn van ingrepen in watersystemen. Om de ecologische doelstellingen van de KRW te halen,
gaat de komende tijd veranderen. In het project KRW-
zullen waterbeheerders vaak fysiek of fysisch-chemisch
tools proberen onderzoekers deze relaties meetbaar te
moeten ingrijpen in hun watersystemen. Het kan gaan
maken voor specifiek Nederlandse omstandigheden. De
om uiteenlopende maatregelen als hermeandering van
relaties worden vastgelegd in een modelinstrumentari-
beken, het aanleggen van natuurvriendelijke oevers, het
um dat waterbeheerders kunnen gebruiken bij het bepa-
aanpassen van het peilbeheer, de aanleg van vispassages,
len van mogelijke herstelmaatregelen.
het aanpakken van diffuse bronnen of het verbeteren van de afvalwaterzuivering. Hoewel dit soort maatregelen in
Het project KRW-tools sluit nauw aan bij het Europese
Nederland al regelmatig wordt genomen, zijn de resulta-
REBECCA-project. In dit project onderzoekt men generie-
ten hiervan meestal niet geëvalueerd over een wat lange-
ke ingreep-effectrelaties, relaties die in meerdere Euro-
re periode. Ook zijn de resultaten vaak slecht toeganke-
pese regio’s op een zelfde manier voorkomen. De EU kan
lijk voor derden. Daarnaast is nog weinig bekend over de
hierdoor de beschrijvingen van ecologische en chemische
precieze ecologische effecten van dergelijke ingrepen en
status door de verschillende lidstaten met elkaar vergelij-
de extrapolatiemogelijkheden naar andere gebieden. Dat
ken. Ook heeft het project KRW-tools een duidelijke link
PROJECT WATERTEKENS: LEREN COMMUNICEREN OVER WATERVRAAGSTUKKEN Om de doelen van KRW en NBW te halen, moeten waterbeheerders de komende jaren de nodige maatregelen nemen. Daarbij komen ze vroeg of laat de burger tegen. Hoe communiceer je daarmee over je plannen en welke zaken zijn daarbij van belang? Dat zijn de vragen waar het om draait in het leven-met-waterproject WaterTekens, een gezamenlijk project van enkele waterschappen, Rijkswaterstaat, Alterra, WUR, NOK en STOWA. Vroeger? Ach, toen maakte je als waterbeheerder een
In het project wordt een aantal praktijkcases doorlopen,
gedegen technisch plan, je gaf in het plaatselijke dorps-
waarbij waterbeheerders met omwonenden te maken
huis een korte uitleg en daarna kon de schop de grond in.
krijgen bij het uitvoeren van hun taken. Bij iedere case
Tegenwoordig is zoiets ondenkbaar, weten waterbeheer-
bepalen zij samen met de onderzoekers de communica-
ders uit ervaring. Hun plannen en werkzaamheden stui-
tiestrategie en worden methoden van communicatie
ten in toenemende mate op onbegrip en verzet bij omwo-
gekozen. Het hele communicatietraject wordt daarna uit-
nenden en andere belanghebbenden. Soms is dat makke-
gevoerd en geëvalueerd. Verder wordt een leergemeen-
lijk te verklaren. Het waterschap wil bijvoorbeeld ergens
schap opgericht, waarin de resultaten van het onderzoek
water graven, waar omwonenden liever een park zien.
en de praktijkcases worden besproken. In deze leerge-
Maar vaak is veel lastiger te achterhalen waarom burgers
meenschap participeren in ieder geval vertegenwoordi-
‘de hakken in het zand zetten’. Het project WaterTekens
gers van de projectpartners. Maar hij staat ook open voor
onderzoekt met het oog hierop de wijze waarop mensen
anderen.
water beleven. Dat bepaalt in hoge mate hun houding en
Het laatste onderdeel van het project is het overdragen
gedrag ten aanzien van veranderingen in het waterbe-
van de verworven kennis en de leerpunten uit de praktijk-
heer, is de gedachte. Kennis daarover is dus van groot be-
cases aan waterbeheerders. Dit gebeurt door de ervarin-
lang voor succesvolle watercommunicatie.
gen goed te documenteren en door speciale kennisoverdrachtbijeenkomsten te organiseren.
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
6
De waterwants Notonecta viridis behoort tot de welbekende rugzwemmers of bootsmannetjes.
WATERSCHAPPERS:
typen stilstaande wate-
KRW EN WB21 SAMEN AANPAKKEN
ren.
STOWA heeft bij waterschappen een onderzoek laten uit-
Deze soort is kenmerkend voor zeer verschillende
voeren naar een gecombineerde uitvoering van WB21 en de met het leven-met-waterproject KRW-verkenner. De resultaten vormen input voor deze verkenner,
Kaderrichtlijn water. Vertegenwoordigers van 12 waterschappen werden geïnterviewd over de kansen en knelpunten.
een instrument waarmee strategische keuzes kunnen worden gemaakt voor beheer
Waterschappen hebben de komende jaren hun handen
en inrichting van stroomgebieden (zie elders in deze
vol aan het behalen van de waterkwaliteitsdoelen van de
nieuwsbrief).
Kaderrichtlijn. Tegelijkertijd moeten ze uitvoering geven aan WB21 om hun watersystemen kwantitatief op orde te
Het project wordt uitgevoerd door Delft Cluster, een
krijgen. Een gecombineerde aanpak van beide levert
samenwerkingsverband van kennisinstituten, werkzaam
grote voordelen op, vonden de geïnterviewde waterschap-
op het gebied van de grond-, weg- en waterbouw. Parti-
pers. Het bespaart kosten, het leidt tot een gebiedsgerich-
ciperende kennisinstituten zijn Geodelft, Unesco-IHE,
te aanpak en tot meervoudig ruimtegebruik. Bovendien
KIWA, TNO, TU Delft en WL | Delft Hydraulics. Daarnaast
maak je werk met werk omdat veel hydromorfologische
leveren verschillende waterbeherende organisaties in-
herstelmaatregelen zowel gunstig zijn voor de water-
breng.
kwantiteit (WB21) als de waterkwaliteit (KRW). Als knelpunt voor een gecombineerde aanpak werd onder meer het faseverschil genoemd; WB21 zit al volop in de uitvoerende fase, terwijl de KRW zich nog in de voorbereidingsfase bevindt. Ook noemde men als knelpunt een gebrekkig inzicht in de kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van de KRW, en het feit dat er nog weinig bekend is over de precieze effecten van maatregelen op het ecologisch functioneren van wateren. Dit laatste maakt het zoeken naar synergie in maatregelen lastig. Uit de interviews kwam naar voren dat de Kaderrichtlijn water vooral als kans wordt gezien, niet als bedreiging. De geïnterviewden beschouwen de richtlijn als een belangrijke steun in de rug voor een grondige aanpak van waterkwaliteitsproblemen en als breekijzer om betrokken partijen daarbij op hun verantwoordelijkheden te wijzen. Ook was men positief over de resultaatsverplichting van de KRW. Dit biedt volgens de ondervraagden perspectief voor zakelijker en resultaatgerichter waterbeheer. Wel was sprake van enige bestuurlijke terughoudendheid, omdat de consequenties van de richtDe karakteristieke krab-
lijn nog onvoldoende duidelijk zijn.
bescheer draagt bij aan het verlandingsproces in
De uitkomsten van het onderzoek zijn vastgelegd in het
kleine ondiepe plassen
STOWA-rapport 2005-15 ‘Inventarisatie synergie Europe-
van het type M11.
se Kaderrichtlijn water en Waterbeleid 21ste eeuw’. Het rapport kunt u bestellen bij Hageman Fulfilment in Zwijndrecht, 078 623 05 13.
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
7
ERIK KRAAIJ “TE VEEL MISVERSTANDEN OVER KRW” ERIK KRAAIJ IS HOOFD AFDELING WATERBELEID BIJ DE
IS DAT ZO ERG?
UNIE VAN WATERSCHAPPEN. KRAAIJ BETREURT HET
“Wat mij betreft niet. Het werk dat onder regie van
FEIT DAT ER IN BESTUURLIJK NEDERLAND MOMENTEEL
STOWA is uitgevoerd, vormt een prima basis om mee ver-
ZOVEEL SCEPSIS BESTAAT OVER DE KADERRICHTLIJN
der te gaan. Bovendien had het toch moeten gebeuren.
WATER. DAAR LIGGEN VOLGENS HEM VOORAL MISVER-
Dus ik zou zeggen: zo vlug mogelijk aan de slag met de
STANDEN AAN TEN GRONDSLAG.
referenties en maatlatten.”
ER BESTAAT VEEL ACHTERDOCHT TEN AANZIEN VAN DE
WAT BEDOELT U MET ‘ERMEE AAN DE SLAG GAAN’?
ECOLOGISCHE KRW-NORMEN. WAT VINDT U DAARVAN?
“Dat je al doende vanzelf zult ontdekken waar de kansen
“Helaas wordt de stemming nog te veel overheerst door
liggen. Nu roept iedereen op voorhand al dat het onbe-
misverstanden. Veel bestuurders denken dat ecologen de
taalbaar wordt, omdat men denkt dat de 42 omschreven
dienst uitmaken en dat alles wordt bepaald in Brussel.
natuurlijke watertypen voor heel Nederland hét streef-
Sinds de perikelen met de Europese Habitatrichtlijn en
beeld vormen. Maar dat is helemaal niet de bedoeling.
de Nitraatrichtlijn kan Brussel geen goed meer doen.
Laten we nu de vertaalslag maken naar doelstellingen, de
Terwijl Nederland begin jaren negentig juist één van de
maatregelen bepalen, de effecten bestuderen - desnoods
voorvechters was van de Europese Kaderrichtlijn water.
met simulatieberekeningen - en de kosten in kaart bren-
De euforie van toen is vervangen door een gevoel van ‘we
gen. Laten we de komende vier jaar vooral hard oefenen
zijn erin geluisd’. Dat vind ik erg jammer.”
met de richtlijn, want het is 2009 voordat je het weet.”
HOE ZOU HET KOMEN DAT MEN ZICH OVERVALLEN
WELK EFFECT VERWACHT U VAN DE KRW OP LANGERE
VOELT?
TERMIJN?
“Wat meespeelt is dat er geen uniforme afspraakopdracht
“De richtlijn geeft ecologische belangen een plek in het
met alle waterschappen ten grondslag ligt aan de invul-
beleid. Er zullen best vertragingen en versoepelingen van
ling van de ecologische kant van de KRW. Bij de chemi-
ecologische doelstellingen komen. En voor nieuwe lan-
sche normering is dit indertijd wel gebeurd, maar bij dit
den die het niet kunnen bekostigen, zal er ook wel een
biologische onderdeel hebben we - laat ik er eerlijk over
differentiatie komen. Maar uiteindelijk zal de KRW op
zijn - verzuimd onze bestuurders aan de hand te nemen.
lange termijn duidelijk resultaat geven.”
STOWA heeft het daarentegen wel in een vroeg stadium opgepakt, wat ook goed past bij haar onderzoekstaak. Maar voor veel waterschapsbestuurders komt de beleidsvoorbereiding nu uit een andere hoek dan ze gewend zijn.”
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
8
JOHAN DE BONDT “WE KUNNEN HET OOK TE GEK MAKEN” DIJKGRAAF VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL,
VINDT U HET BELANGRIJK DAT HET WATER ECOLOGISCH
GOOI EN VECHT JOHAN DE BONDT BEPLEIT EEN REALIS-
GEZOND IS?
TISCHE INVULLING VAN DE KADERRICHTLIJN WATER.
“Jazeker. Dat blijkt ook uit alles wat we al gedaan hebben.
ANDERS WORDT DE KRW-EXERCITIE IN ZIJN OGEN
Langs de Vecht hebben we natuurlijke oevers aangelegd.
ONWERKBAAR ÉN ONBETAALBAAR.
De natuurgebieden het Naardermeer en de Botshol worden zelfs door Unesco hoog gewaardeerd. Niet om onszelf
WAT IS UW ALGEMENE INDRUK VAN DE GROENE NOR-
op de borst te kloppen, maar dat is wel onze verdienste.
MEN?
Daar hebben we als hoogheemraadschap echt geïnves-
“We zijn als bestuurders veel te laat wakker geworden.
teerd in natuur en ecologie. Vrijwillig wel te verstaan. We
Het standpunt wordt teveel bepaald vanuit het ambtelijk
gaan allang niet meer alleen over dijken en peilen.”
denken, door de wetenschappers. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we straks elk watertje groter dan een
JULLIE INSPANNINGEN IN HET NAARDERMEER, DE
vingerhoed in Brussel moeten aanmelden. Daarom heb ik
VECHTOEVER, DE BOTSHOL ETC. ZIJN GEBIEDSGERICHT.
bij de eerste uitwerking al gezegd dat we alleen de grote
BIJ DE KRW GAAT HET OM EEN STRUCTURELE AANPAK.
wateren, gerelateerd aan het Brussels perspectief, moeten
HOE KIJKT U DAAR TEGENAAN?
benoemen als ‘waterlichaam’. Doe je meer, dan kom je
“Ook een structurele, globale aanpak valt uiteen in pro-
om in monitoring en rapportages.”
jecten die gebiedsgericht zijn. Waterschappen kunnen zelf bepalen of ze meer doen dan strikt is voorgeschreven.
KORTOM: U VINDT HET HELEMAAL NIKS?
In Hilversum bouwen we een nieuwe zuiveringsinstalla-
“Zoals de insteek aanvankelijk was, lijkt het me onwerk-
tie die wordt uitgerust met membraanbioreactortechno-
baar. In het begin waren er meer dan duizend verschillen-
logie, het nieuwste van het nieuwste.”
de waterlichamen benoemd. Dat aantal hebben we gelukkig stevig omlaag weten te krijgen.” U TRAPT DUS STEVIG OP DE REM...
“Dat moet ook wel. Den Haag is erg goed in het opleggen van regels aan de decentrale overheden, maar van de vraag hoe we alles in vredesnaam moeten waarmaken liggen ze niet echt wakker. Het is de strijd van de idealisten tegen de realisten. En vergeet niet: wie gaat het straks betalen? Want reken maar dat er een pittig prijskaartje aan het hele gebeuren komt te hangen. Den Haag heeft ingezet op een koers van lastenverlichting. Dus zal het er wel op neerkomen dat de waterschapslasten fors omhoog zullen gaan.”
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
9
HULP VOOR WATERBEHEERDERS BIJ BEPALEN DOELSTELLINGEN NIET-NATUURLIJKE WATEREN Momenteel werkt een speciale werkgroep van de LBOW-werkgroep Doelstellingen aan een handreiking voor het bepalen van referenties en doelstellingen voor alle niet-natuurlijke wateren, de zogenoemde MEP’s en GEP’s. STOWA en RIZA hebben opdracht gegeven om op basis van deze handreiking voor een aantal veelvoorkomende niet-natuurlijke waterlichamen voorbeeldMEP’s en -GEP’s op te stellen. Handreiking en voorbeeldbeschrijvingen zijn deze zomer gereed. De Kaderrichtlijn water maakt zoals bekend onderscheid
MAATWERK
tussen ‘natuurlijke’, ‘sterk veranderde’ en ‘kunstmatige’
Bij natuurlijke waterlichamen hebben alle lichamen van
waterlichamen. Dit onderscheid is van groot belang, om-
hetzelfde natuurlijke watertype dezelfde referentie. Van-
dat voor de laatste twee categorieën lagere doelstellingen
daar dat deze landelijk worden vastgesteld. Het vaststel-
gelden. Zeker voor Nederland, waarbij bijna alle waterli-
len van de doelstellingen van niet-natuurlijke wateren
chamen (>90 procent) tot de laatste twee categorieën
moeten waterbeheerders echter zelf doen. Het afleiden
behoren. Voor natuurlijke waterlichamen geldt als doel-
van MEP’s is namelijk maatwerk. De niet-natuurlijke wa-
stelling een ‘goede ecologische toestand’, voor niet-na-
terlichamen kunnen weliswaar geclusterd worden rond
tuurlijke waterlichamen mogen de lidstaten volstaan met
het natuurlijke watertype waar ze het meest op lijken.
een ‘goed ecologisch potentieel’. Dit GEP moeten zij aflei-
Maar de gepleegde onomkeerbare ingrepen zien er per
den van het ‘maximaal ecologisch potentieel’ (MEP).
waterlichaam steeds anders uit, en dus verschilt het MEP van waterlichaam tot waterlichaam.
MITIGERENDE MAATREGELEN
De handreiking die nu wordt ontwikkeld, moet waterbe-
Bij het bepalen van het ‘maximaal ecologisch potentieel’
heerders helpen bij het afleiden van de niet-natuurlijke
gaat men uit van de referentietoestand van het natuurlij-
doelstellingen. STOWA en RIZA laten bovendien voor-
ke type waar het betreffende waterlichaam het meest op
beeldMEP’s en -GEP’s bepalen voor een aantal veel voorko-
lijkt. Vervolgens wordt rekening gehouden met de nega-
mende niet-natuurlijke waterlichamen. Het gaat hierbij
tieve effecten op de ecologie, die het gevolg zijn van zoge-
om waterlichamen die zijn afgeleid van hetzelfde water-
noemde onomkeerbare morfologische ingrepen, alsmede
type, met min of meer identieke morfologische ingrepen.
met de positieve effecten van ‘mitigerende maatregelen’.
Dit gebeurt op basis van de handreiking, zodat de toepas-
De resultante is het maximaal ecologisch potentieel.
baarheid ervan direct wordt getoetst en kan worden ver-
Onomkeerbare morfologische ingrepen kunnen niet
beterd.
ongedaan worden gemaakt, omdat anders bepaalde functies gevaar lopen, zoals scheepvaart of veiligheid. Miti-
BESTUURLIJKE RUIMTE
gerende maatregelen zijn maatregelen die waterbeheer-
De Kaderrichtlijn water laat lidstaten over het algemeen-
ders moeten nemen om de negatieve effecten van morfolo-
weinig bewegingsvrijheid. De kleine letters van de richt-
gische ingrepen te verzachten. Goed voorbeeld is het aan-
lijn bevatten strikte voorwaarden voor het behalen van de
leggen van een vistrap om de negatieve effecten van een
doelstellingen en bijkomende verplichtingen. Toch is er
stuw op vismigratie op te heffen.
juist bij het afleiden van de MEP’s en GEP’s wel ruimte voor eigen interpretatie. Het gaat onder meer om het
Nadat waterbeheerders het MEP hebben vastgesteld,
bepalen van de onomkeerbaarheid van ingrepen en om
bepaalt men in hoeverre de feitelijke toestand hiervan
het vaststellen van mitigerende maatregelen om de effec-
afwijkt. Dit gebeurt, net als bij de natuurlijke wateren,
ten ervan op de ecologie te verminderen. De belangrijkste
via een maatlat, waarbij dezelfde kwaliteitselementen
bestuurlijke keuzen liggen echter bij het samenstellen
(algen, vegetatie, macrofauna en vis) een rol spelen. Ver-
van de maatregelenpakketten die moeten leiden tot het
schil is dat deze maatlatten maar vier klassen kennen.
behalen van de gewenste ecologische toestand.
Het uiteindelijke doel is een plek in de hoogste klasse in 2015. Dit noemt de KRW een ‘goed ecologisch potentieel’ (GEP).
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
10
Kiezelalgen zijn goed te herkennen aan hun geometrische vormen en hun bruine kleur.
SLOTEN EN KANALEN
chamen zijn, moeten de doelstellingen worden afgeleid
KRW-VERKENNER HELPT BIJ OPSTELLEN STROOMGEBIEDBEHEERSPLANNEN
van de referentie van het natuurlijke watertype waar ze
Onlangs kwam het prototype gereed van de ‘KRW-verken-
het meest op lijken. Nu is dat voor veel van deze waterli-
ner’, een instrument dat waterbeheerders ondersteunt bij
chamen niet zo’n probleem. Een MEP van een zandwin-
het opstellen van stroomgebiedbeheersplannen.
Momenteel worstelen KRW-experts met de vraag hoe we bij het bepalen van KRW-doelstellingen moeten omgaan met sloten en kanalen. Omdat het kunstmatige waterli-
put kun je bijvoorbeeld afleiden van de referentie van een diep meer. Maar voor kanalen en sloten blijkt het
Zijn KRW-doelstellingen haalbaar, waar liggen knelpun-
heel lastig om een vergelijkbaar natuurlijk watertype te
ten en welke maatregelen kunnen we nemen om de doe-
vinden. Dit dilemma wordt overigens door Brussel er-
len alsnog te bereiken? Nog verdergaande afvalwaterzui-
kend.
vering? Het aanpakken van diffuse verontreinigingen?
Het probleem kan op twee manieren worden opgelost. Of
Wat kost het en wat levert het op? Het zijn hoogst actuele
je gaat - zo goed en zo kwaad - toch uitgaan van de refe-
vragen voor waterbeheerders, met het oog op de stroom-
rentie van het meest gelijkende natuurlijke type, of je
gebiedbeheersplannen die ze moeten opstellen. De KRW-
leidt het MEP direct af van de bestaande hydromorfologi-
verkenner biedt de mogelijkheid op (deel)stroomgebiedsni-
sche situatie. Hierover moet de komende maanden meer
veau maatregelenpakketten te ontwikkelen en (globaal) te
duidelijkheid komen.
bekijken in hoeverre daarmee de doelstellingen uit de Kaderrichtlijn worden bereikt. De effecten van de maat-
ECOLOGISCHE EFFECTEN
regelen worden visueel weergegeven op stroomgebieds-
Tot slot: voor het bepalen van de MEP’s en GEP’s is het
kaarten om de communicatie met burgers en de bestuur-
nodig aan te geven wat de ecologische effecten zijn op
lijke besluitvorming te vergemakkelijken. Belangrijk on-
een niet-natuurlijk waterlichaam van hydromorfologi-
derdeel van de verkenner vormt een database met maat-
sche ingrepen, herstelmaatregelen en verzachtende maat-
regel-effectrelaties. Hierin worden tal van herstelmaatre-
regelen. Experts zijn het erover eens dat de bestaande
gelen opgenomen, met bijborende effecten en kosten. De
kennis hierover ontoereikend is om dit kwantitatief per
verkenner wordt momenteel bij Waterschap Vallei & Eem
kwaliteitselement (algen, vegetatie, macrofauna, vis-
getest.
sen) te beschrijven. Het alternatief is het leggen van kwalitatieve rela-
De KRW-verkenner richt zich vooralsnog op de ecologi-
ties, waarbij men globaal aan-
sche toestand van wateren. Wellicht wordt dit uitgebreid
geeft wat een ingreep be-
met de chemische toestand. De komende maanden wordt
tekent voor het gehele sys-
de database over ingreep-effectrelaties verder ingevuld,
teem. Dit varieert van een
met name via het gerelateerde onderzoeksproject KRW-
groot negatief effect (-3),
tools (zie elders in deze nieuwsbrief). Eind van dit jaar
via geen effect (o) tot een
verschijnt een basisversie. De ontwikkeling van de ver-
groot positief effect (+3).
kenner vindt plaats in het kader van het BSIK-program-
Ook hierover moet de
ma ‘Leven met Water’. Het wordt medegefinancierd door
komende maanden meer
STOWA.
duidelijkheid komen. De riviergrondel is een goed voorbeeld van een kleine stroomminnende vissoort. STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
11
EU VERGELIJKT EN TOETST KRW-DOELSTELLINGEN LIDSTATEN In Europees verband is het proces van ‘intercalibratie’ in volle gang. Het betreft het vergelijken en eventueel aanpassen van de KRW-doelstellingen die afzonderlijke lidstaten voor hun watertypen hebben gedefinieerd. Dit moet voorkomen dat een rivier die de grens oversteekt - op papier - ineens van kwaliteit verandert. Elke lidstaat van de Europese Unie definieert zijn eigen
eigen doeldefinities en maatlatten. Voor Nederland zijn
ecologische doelstellingen en de daarbij behorende maat-
vertegenwoordigers van Verkeer en Waterstaat en de Wa-
latten en klassengrenzen. Om te zorgen voor uniformi-
terschappen Rivierenland en Reest en Wieden betrokken
teit, dient dit te gebeuren aan de hand van de eisen die
bij de intercalibratie.
de Kaderrichtlijn water en bijbehorende bijlagen hieraan stellen. Verder heeft Brussel speciale ‘guidances’ (richt-
Het moerasvergeetmij-
snoeren) laten opstellen door Europese Waterdirecteuren.
nietje is kenmerkend
Desondanks is het mogelijk dat er verschillen ontstaan
voor de oeverzone van
tussen de doeldefinities van lidstaten. Vandaar dat Brus-
ondiepe wateren (M5,
sel in de KRW de eis van intercalibratie heeft opgenomen.
M11, M14).
OVEREENSTEMMEN
Het aarvederkruid (R)
Voor de intercalibratie moet iedere lidstaat zijn mening
Myriophyllum spicatum
geven over de goede toestand en referentiecondities voor
hoort thuis in vrijwel
een aantal watertypen. Onze wateren worden bijvoor-
alle typen stilstaande
beeld beoordeeld met de maatlatten van vergelijkbare
wateren, zolang het
watertypen van andere lidstaten, om te kijken of de uit-
maar niet te zuur is.
komsten met elkaar overeenstemmen. In andere gevallen wordt gezocht naar een nieuwe maatlat die een ‘benchmarker’ is voor de maatlatten van de lidstaten. Tot slot zal Brussel willen toetsen of de maatlatten en uitkomsten van de vergelijking in overeenstemming zijn met de definities uit de richtlijn. Intercalibratie is een belangrijk proces, omdat de uitkomsten nog wijzigingen kunnen gaan inhouden voor de
PUBLIEKE PARTICIPATIE: TOT WAAR... EN NIET VERDER? In de Kaderrichtlijn water is een speciaal artikel opgenomen over publieke participatie. Brussel wil dat lidstaten hun burgers actief betrekken bij het opstellen, aanpassen en herzien van stroomgebiedbeheersplannen. De vraag is: hoe doe je dat en hoe ver ga je daarin? Het leven-met-waterproject ‘Grenzen aan publieke participatie’ probeert daarop een antwoord te vinden. Het project wordt getrokken door RIZA. Een goed plan is een gedragen plan.
eindelijk niet kunt voldoen. Daarmee
Er komt mogelijk een handreiking
Dat inzicht is inmiddels ook doorge-
bereik je het tegendeel van wat je
voor de afbakening van publieke par-
drongen op de Brusselse burelen.
wilde. Doel van dit project is inzicht
ticipatie binnen een project, aan de
Vandaar dat in de Kaderrichtlijn
te krijgen in de grenzen aan publieke
hand van kenmerken van dat project.
water nadrukkelijk aandacht wordt
participatie bij de grote actuele wa-
De werking van de ontwikkelde
gevraagd voor publieke participatie.
teropgaven: waarover communiceer
instrumenten en de achterliggende
Maar het gevaar ligt op de loer. Je
je wel, waarover niet (meer)? De be-
inzichten worden in een aantal prak-
laat iedereen ‘grenzeloos’ over van al-
doeling is dat de opgedane kennis
tijksituaties getoetst.
les meepraten, hetgeen overspannen
beschikbaar komt in de vorm van
verwachtingen wekt waaraan je uit-
enkele praktische instrumenten.
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
12
MARGA KOOL “NIET PESSIMISTISCH OVER HAALBAARHEID” MARGA KOOL IS, ZOALS ZE HET ZELF UITDRUKT, NIET
Natuurlijk leven er ook veel vragen rondom het standstill-
PESSIMISTISCH OVER DE HAALBAARHEID VAN DE KRW-
principe, wat inhoudt dat de toestand van waterlichamen
DOELSTELLINGEN. MAAR OVER DE TERMIJN WAAROP
niet mag verslechteren. Je zou al snel kunnen denken dat
HET MOET GEBEUREN, MAAKT ZE ZICH WEL ZORGEN.
daarmee het hele land op slot gaat. Dat kan natuurlijk
KOOL IS DIJKGRAAF VAN HET WATERSCHAP REEST EN
niet de bedoeling zijn. Of is het zo dat je een ecologisch
WIEDEN EN TEVENS BESTUURSLID VAN DE UNIE VAN
nadelige maatregel mag compenseren met een gunstige,
WATERSCHAPPEN, WAAR ZE DE KRW IN HAAR PORTE-
zodat de toestand er per saldo ook niet op achteruit gaat?”
FEUILLE HEEFT. WELKE KNELPUNTEN ZIET U VERDER NOG? WAT IS UW ALGEMENE INDRUK VAN DE GROENE NOR-
“Een gebrek aan consistentie in beleid. Streven naar een
MEN?
goede waterkwaliteit, zowel in chemisch als in ecologisch
“Ik ben niet pessimistisch over het realiseren van de
opzicht, heeft enkel zin wanneer ook de ministeries zich
gewenste ecologische toestand, maar wel over de termijn,
hier hard voor maken. Om een voorbeeld te geven: veel
want er moet nog heel veel gebeuren.”
chemische verontreiniging ontstaat via diffuse bronnen. Het Rijk moet dat beleid aanscherpen. Voor zover dat be-
IK HOOR U NIET ZEGGEN DAT U HET BIJ VOORBAAT
drijfsmatige bronnen betreft bestaat er al volop regule-
ONHAALBAAR VINDT?
ring, bijvoorbeeld mestbeleid en vergunningenbeleid.
“Dat zou te snel zijn. Van huis uit ben ik geen bioloog en
Maar als particulier kun je voor je eigen achtertuin straf-
dat geldt voor veruit de meeste bestuurders. Daarom is
feloos de kwalijkste bestrijdingsmiddelen en bouwmate-
het goed dat ons helder wordt uitgelegd hoe het precies
rialen inslaan. Afgezien van wat vrijblijvende milieukeur-
werkt met de ecologische normstelling. Pas wanneer de
merken, is er niemand die dat reguleert. Terwijl de
systematiek en de achterliggende gedachten duidelijk
milieuschade door alle particulieren bij elkaar opgeteld
zijn, kan er een volwassen discussie over plaatsvinden. In
verbazingwekkend hoog is. Daarom zijn wij blij met het
dit stadium zijn er nog veel vragen.”
verbod op lozingen van afvalwater uit recreatieboten.”
ZOALS...?
WELKE MAATREGELEN HEEFT UW WATERSCHAP VERDER
“De stuurbaarheid bijvoorbeeld. Stel dat je straks alle
AL GENOMEN?
moeite hebt gedaan om het water fysisch en chemisch
“Wij hebben besloten de zuiveringsinstallatie in Steen-
weer goed te krijgen voor een bepaalde groep soorten.
wijk uit te breiden met een extra zandfiltratie. Dat is een
Wie garandeert dan dat die planten en dieren er ook ko-
hele stap voorwaarts.”
men? En houden de biologische normen rekening met klimaatveranderingen? Of met de invloed van exoten?
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
13
LAMBERT VERHEIJEN “KRW BESTUURLIJK VEEL TE LAAT OPGEPAKT” VOLGENS DIJKGRAAF LAMBERT VERHEIJEN VAN
WELKE KNELPUNTEN ZIET U?
WATERSCHAP AA EN MAAS IS EEN INTEGRALE, DOOR
“Er zijn nog onduidelijkheden rondom erfenissen uit het
MEERDERE MINISTERIES GEDRAGEN AANPAK NOODZAKE-
verleden. In Brabant hebben we bijvoorbeeld veel nikkel
LIJK OM WATERKWALITEITSDOELSTELLINGEN TE HALEN.
in de bodem. En natuurlijk hebben we - ook vanuit het
NU IS WATERKWALITEIT VOLGENS HEM NOG TE VEEL
verleden - zoveel meststoffen dat nu al vaststaat dat we de
EEN SECTORAAL THEMA.
norm per 2015 onmogelijk zullen halen. Daarover is uiteraard al een brief naar Brussel gegaan. Maar ook juri-
WAT IS UW ALGEMENE INDRUK VAN DE ECOLOGISCHE
disch zijn er vragen. In hoeverre mag je nog overgebleven
NORMEN UIT DE KRW?
bedrijven aansprakelijk stellen voor wat er in het verle-
“Ze zijn wel erg vakinhoudelijk. Bestuurlijk gezien heb-
den aan stoffen naar het grondwater is uitgespoeld? En
ben we het veel te laat opgepakt. Nu schrikken we van de
hoe moeten we omspringen met het zogenoemde stand-
vraag of alles wel haalbaar is. En is het zoeken geblazen
still-principe. Sinds 2000 mag de toestand van een waterli-
naar de beleidsruimte die er nog in zit.”
chaam niet verslechteren. De standstill kenden we eerst alleen maar van gebieden die binnen de ecologische
EN, ZIET U BELEIDSRUIMTE?
hoofdstructuur lagen of die zijn aangewezen in het kader
“Jazeker. Ten eerste in de vertaalslag van natuurlijke refe-
van de Vogel- of Habitatrichtlijn. Terwijl het niet altijd in
renties naar sterk veranderde en kunstmatige wateren.
het belang is van de natuur. Zo mochten we ooit van
Dat wordt een hele belangrijke, omdat we in Nederland
Brussel het Krammer-Volkerak, vanwege de standstill, niet
bijna alleen maar sterk veranderde en kunstmatige wate-
schoonspoelen met (schoon) water van buitenaf.”
ren hebben. Ten tweede zie ik beleidsruimte in de mogelijkheid om (tot tweemaal) het jaar waarin de norm moet
WAT BESCHOUWT U ALS ABSOLUTE NOODZAAK?
zijn gehaald uit te stellen met zes jaar. En ten derde in de
“De medewerking van andere ministeries. Schoon water
mogelijkheid de normen te versoepelen. Ik realiseer me
kan onmogelijk alleen de zorg zijn van de waterschap-
dat dergelijke acties een zeer goede onderbouwing verei-
pen. Om een simpel voorbeeld te geven: autoverkeer leidt
sen. Maar daar heb ik alle vertrouwen in. Ruim de helft
(via de uitstoot van lood) tot watervervuiling. Het kan
van de Nederlandse landbouwgronden is verzadigd met
straks niet zo zijn dat wij alles moeten doen om een
fosfaat. Dat krijgen we écht niet weg voor 2015.”
water helemaal schoon te krijgen en dat Verkeer en Waterstaat er dan doodleuk een snelweg naast plant. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de landbouw en industrie. We missen daarom nog een, door meerdere ministeries gedragen, integrale aanpak. Waterkwaliteit is nog te veel een thema binnen het waterbeheer.”
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
14
21 SEPTEMBER:
VIERDE PLATFORMDAG OVER DE KADERRICHTLIJN WATER STOWA en de Unie van Waterschappen organiseren op woensdag 21 september a.s. voor de vierde keer een platformdag over de Europese Kaderrichtlijn water. Tijdens de dag passeert een groot aantal technische en politiek-bestuurlijke onderwerpen de revue met betrekking tot de implementatie van de richtlijn. Van harte aanbevolen voor waterschappers, wetenschappers, vertegenwoordigers van Rijk, provincies en gemeenten. De implementatie van de KRW is het afgelopen jaar op stoom gekomen. Activiteiten en besluiten buitelen inmiddels over elkaar heen. Reden genoeg voor STOWA en de Unie van Waterschappen de zaken weer eens op een rij te zetten.
A
AFWEGINGSKADER
Bij het bepalen van het meest doelmatige maatregelenpakket voor het bereiken van de doelstellingen is het nodig een analyse uit voeren van de menselijke belasting en beïnvloeding van waterlichamen. Soms kan dat nationaal, soms is regionaal maatwerk nodig. Daarbij worden
De vierde platformdag over de Kaderrichtlijn water opent
grove schattingen gemaakt van de bijdragen, de kosten
met een kort overzicht van de stand van zaken door
en effecten die samenhangen met de maatregelen. Wat
Marga Kool. De dijkgraaf van Waterschap Reest en Wie-
zijn de ervaringen tot nu toe en zijn er al conclusies te
den én UvW-bestuurslid staat nadrukkelijk stil bij de rol
trekken? Inleider: Bert Palsma (STOWA).
en verantwoordelijkheid van alle bij de KRW betrokken partijen. Kortom: wie staat nu eigenlijk waarvoor aan de lat? Na deze inleiding worden onze KRW-inspanningen afgezet tegen de wijze waarop andere lidstaten werken aan de implementatie. Is Nederland - zoals we vaak den-
B
AFVALWATERZUIVERING EN DE KRW
Bij het bepalen van maatregelen om KRW-doelstellingen te bereiken, wordt al snel naar zuiveringsinstallaties
gewezen. Logisch, want effluentlozingen kunnen behoor-
ken - het braafste jongetje van de klas en maken we het
lijke vervuilingsbronnen zijn voor oppervlaktewateren.
onszelf daarmee nodeloos lastig, of niet? Erik Kraaij van
Maar het kan ook voorkomen dat andere vormen van be-
de UvW gaat in op de decembernota die eind van dit jaar
lasting dominanter zijn. Dan ligt het voor de hand extra
voor de eerste keer gaat verschijnen.
bronmaatregelen te treffen in de waterketen, zoals stren-
Tijdens het plenaire gedeelte is er ook aandacht voor de
gere normen voor bedrijfsafvalwaterlozingen, producten-
wijze waarop de doelstellingen voor niet-natuurlijke
beleid of het afkoppelen van hemelwater. In de sessie
wateren moeten worden vastgesteld. Lenie Klein Holken-
wordt gekeken hoe waterbeheerders in de praktijk een
borg van Waterschap Zuiderzeeland geeft een toelichting op de hiervoor ontwikkelde methodiek. Deze staat beschreven in het rapport ‘Handreiking MEP/GEP. Hand-
De Europese rivierkreeft
reiking voor vaststellen van status, ecologische doelstel-
hoort van nature thuis in
lingen en bijpassende maatregelenpakketten voor
de meeste langzaamstro-
niet-natuurlijke wateren’.
mende rivieren (R5, R6, R7, R10) en in de snel-
De dag vervolgt met een groot aantal parallelle
stromende rivier of
deelsessies over uiteenlopende onderwerpen.
nevengeul op zandbodem
Deze worden in blokken gegeven, zodat deel-
of grind (R16).
nemers de gelegenheid hebben meerdere sessies (drie) bij te wonen. Hierna volgt een kort overzicht.
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
15
afweging kunnen maken tussen mogelijke maatregelen. Inleider: Pia Ecksteijn (Unie van Waterschappen).
C
GEMEENTEN EN DE KADERRICHTLIJN
F
MONITORINGSTRATEGIE
De EU, maar ook de nationale en regionale overheden, vragen om informatie over de mate waarin de doelstellingen worden gehaald. Om daar eenduidig antwoord op te
Waterbeheerders kunnen alleen samen met andere
krijgen is het nodig dat op doordachte en uniforme wijze
betrokken partijen de KRW-doelstellingen bereiken, waar-
wordt bemeten, bemonsterd en gerapporteerd.
onder gemeenten. Ook zij zullen hun steentje moeten bij-
In de sessie worden aanwezigen geïnformeerd over de
dragen, bijvoorbeeld via het terugdringen van ‘stedelijke’
afspraken die hierover gemaakt zijn (of worden) tussen
emissies. De Kaderrichtlijn lijkt bij gemeenten echter nog
Rijk, provincies en waterschappen.
niet sterk te leven.
Inleider: Paul Latour (RIZA).
In de sessie wordt een beeld gegeven van de mate waarin gemeenten een rol kunnen spelen bij het halen van de doelstellingen, in welke mate er reeds initiatieven lopen en in hoeverre de beïnvloedingen vanuit gemeentelijke objecten belangrijke bedreigingen zijn. Inleider: n.n.b.
D
G
MONITORINGTECHNIEKEN EN -INSTRUMENTEN
De uitkomsten van de toetsing aan doelstellingen worden in hoge mate bepaald door de (technische) specificaties van de gebruikte bemonsteringsmethoden. Denk aan de locatiekeuze, de gebruikte techniek, de wijze van middelen of samenvoegen van meerdere metingen, frequenties,
NUTRIËNTEN EN DE KRW
analysemethoden, etc. Daarnaast is het belangrijk dat de
In de Kaderrichtlijn water is de biologie leidend. De nor-
in de monitoringcyclus gebruikte instrumenten goed op
men voor stikstof en fosfaat ondersteunen de biologie en
elkaar aansluiten. In de sessie wordt ingegaan op het
moeten eruit volgen. Het gaat erom te bepalen welke con-
belang van uniforme afspraken en worden mogelijk stan-
centraties toelaatbaar zijn, zonder dat ze het bereiken
daarden getoond.
van de goede ecologische toestand, dan wel het goede
Inleiders: Gert van Ee (HH Hollands Noorderkwartier) en
ecologische potentieel van een waterlichaam in de weg
Bart Schaub (HH Rijnland).
zitten. Daarbij zal ook aandacht geschonken worden aan de effecten stroomafwaarts. Internationaal zijn er richtsnoeren in ontwikkeling die sturing geven aan de wijze waarop (per lidstaat) nutriëntnormen moeten worden vastgesteld. In de sessie wordt ingegaan op de uitgangs-
H
RELATIES TUSSEN MAATREGELEN EN EFFECTEN OP WATERSYSTEMEN
Na de implementatie van de KRW en het vaststellen van de doelen, moeten waterbeheerders maatregelpakketten
punten en ontwikkelingen bij het stellen van normen en
definiëren en uitvoeren die op de meest doelmatige en
krijgen de deelnemers een indruk van de hoogte van de
effectieve wijze leiden tot die doelen. De relaties tussen
mogelijke normen.
(combinaties van) mogelijke maatregelen en de daaraan
Inleider: Floor Heijnis (HWE).
gekoppelde effecten zijn op dit moment echter niet altijd
E
duidelijk. Op meerdere fronten wordt gewerkt aan het
PRIORITAIRE STOFFEN
samenbrengen en ontsluiten van bestaande kennis hier-
De normen voor prioritaire stoffen worden volgens een
over en aan het ontwikkelen van nieuwe, zoals deze ses-
vaste methode op internationaal (EU) niveau opgesteld.
sie laat zien.
Daarnaast worden voor andere stoffen nationaal normen
Inleiders: Egbert van’t Oever (Waterschap Vallei & Eem)
afgeleid. De conceptnormen zijn al enige tijd bekend.
en Joost Icke (WL | Delft Hydraulics).
Duidelijk is dat in delen van Nederland het een hele klus zal worden de normen te halen. Soms zijn de achtergrondbelastingen zo groot, dat verlaging van doelstellingen onontkoombaar is. In deze sessie wordt uiteengezet hoe de normen zijn vast-
I
RELATIES TUSSEN WB21 EN KRW
Binnen het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) zijn afspraken gemaakt over het gecombineerd uitvoeren van WB21 en de KRW. Inmiddels is een nationale werkgroep-
gesteld, wat de (concept)normen zijn en in hoeverre we
structuur opgericht, die hieraan tegemoet komt. Het is
eraan kunnen voldoen.
echter nog niet duidelijk in hoeverre het uitvoeren van
Inleider: Peter van der Wiele
maatregelen ‘in het veld’ voor beide beleidslijnen elkaar
(Waterschap Regge en Din-
versterkt, of juist conflicten oplevert. In de sessie wordt
kel).
een beeld gegeven van de ervaringen van waterbeheerders met het uitvoeren van specifieke maatregelen en de
De winde is een
(neven)effecten die ze hebben op het bereiken van de
typerende vis voor lang-
doelstellingen van WB21 of KRW.
zaamstromende rivieren.
Inleider: José Ziekenheiner (Hogeschool Larenstein).
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
16
N OT E E R A LVA S T I N U W AG E N DA : WO E N S -
J
DAG 2 1 S E P T E M B E R , K R W- P L AT F O R M -
PUBLIEKE PARTICIPATIE
De KRW vereist dat waterbeheerders andere overheden,
DAG , C O N G R E S C E N T R U M A N T R O P I A I N
belangengroepen en burgers actief betrekken bij het opstellen van stroomgebiedbeheersplannen. Dat is van
D R I E B E R G E N . VO O R M E E R I N F O R M AT I E
groot belang voor een succesvolle implementatie en uit-
EN AANMELDING KUNT U TERECHT OP DE
voering, zoals in deze sessie wordt aangetoond. Er is al
W E B S I T E VA N S TOWA , W W W. S TOWA . N L .
enige ervaring opgedaan met (burger)participatie, maar de kennis en kunde erover kunnen vergroot worden. Het is daarvoor zaak ervaringen uit te wisselen en proeven uit te voeren. Inleider: Corine Jansen (Waterschap Rijn en IJssel).
L
FASERING & VERLAGING VAN DOELSTELLINGEN
Lidstaten kunnen bij de Europese Commissie lagere doel-
K
stellingen of max. twee keer zes jaar uitstel aanvragen,
INTERCALIBRATIE
Onlangs is in Europees verband het proces van ‘intercali-
als blijkt dat een waterlichaam niet aan de doelstelling
bratie’ van start gegaan. Het gaat hierbij om het vergelij-
kan voldoen. In de sessie wordt aandacht besteed aan de
ken en eventueel aanpassen van de KRW-doelstellingen
argumentatie op basis waarvan men hiertoe kan beslui-
die afzonderlijke lidstaten voor hun watertypen hebben
ten. Inleider: Jeroen Haan (Syncera Water).
gedefinieerd. De sessie geeft antwoord op de vraag hoe dit precies in zijn werk gaat.
M
VOORBEELDPROJECTEN KRW
Her en der in het land zijn waterbeheerders gestart met
Inleider: Ton Ruigrok (Water-
de implementatie van de KRW en met het uitvoeren van
schap Rivierenland).
maatregelen die moeten leiden tot het realiseren van de
Wanneer een libel het
doelen. Welke ervaringen hebben zij daarbij opgedaan en
luchtruim kiest, laat hij
waar lopen ze tegenaan. Een sessie ter lering (en soms ter
zijn larvale huid (exuvia)
vermaak) van waterbeheerders die nog aan de slag moe-
als een lege huls achter
ten.
op de stengel van een
Inleiders: Maarten Ouboter (DWR), Thomas Ietswaart
oeverplant.
(Provincie Friesland), Harry van Buggenem (Waterschap Roer en Overmaas).
WERKGROEP AAN DE SLAG MET NUTRIËNTNORMEN Hoe gaan we om met nutriënten in ons oppervlaktewater met het oog op de Kaderrichtlijn water? Welke concentraties passen bij de te formuleren doelen? Het zijn vragen waar waterbeherend Nederland al een tijdje mee worstelt. Een speciale werkgroep, waaraan ook STOWA deelneemt, gaat de komende maanden proberen antwoorden te geven. In de Kaderrichtlijn water is de biolo-
gen van natuurlijke watertypen. Ver-
De normen worden vastgesteld op
gie leidend. De normen voor stikstof
der bevat het rapport een methodiek
basis van strikt aquatisch-ecologische
en fosfaat zijn ondersteunend aan de
die waterbeheerders kunnen hante-
uitgangspunten. Het is echter goed
biologie en moeten daaruit volgen.
ren voor het afleiden van nutriënt-
mogelijk dat ze om maatschappelijke
Dat is het uitgangspunt bij de Neder-
normen voor niet-natuurlijke waterli-
of economische redenen niet haal-
landse nutriëntenaanpak. Kortom:
chamen. Bij de normbepaling gaat de
baar zijn. In dat geval moet Neder-
het gaat erom te bepalen welke con-
werkgroep nadrukkelijk rekening
land onderbouwd aangeven welke
centraties toelaatbaar zijn, zonder
houden met de stikstof- en fosfaatei-
concentraties wel haalbaar zijn (doe-
dat ze het bereiken van de goede eco-
sen van levensgemeenschappen ver-
len definiëren) en binnen welke ter-
logische toestand, dan wel het goede
der stroomafwaarts.
mijn. De werkgroep gaat in haar
ecologische potentieel van een water-
Het is duidelijk dat de gehanteerde
eindrapport enkele voorbeelden ge-
lichaam in de weg zitten.
uitgangspunten en werkwijze ertoe
ven van argumentatie om deze doel-
leiden dat normen per gebied kun-
definities te kunnen onderbouwen.
De werkgroep gaat in haar eindrap-
nen gaan verschillen. Dit is een be-
port voorstellen doen voor de N- en P-
langrijk verschil met de huidige situ-
normen die horen bij de doelstellin-
atie, waarin sprake is van generieke normen.
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
17
KRWEETJESKRWEETJESKRWEET CONCEPTMAATLATTEN NATUURLIJKE
BIJEENKOMST OVER WERKING EN
KADERRICHTLIJN WATER KRIJGT
WATEREN GEAUTOMATISEERD
BRUIKBAARHEID KRW-MAATLATTEN
PLEK BINNEN WATERNOOD
RIZA, RIKZ en STOWA hebben in ok-
Op donderdag 21 april jl. vond in het
Waterbeheerders werken sinds enke-
tober 2004 drie lijvige rapporten uit-
Leidse museum Naturalis een bijeen-
le jaren met Waternood bij het ont-
gebracht. Hierin worden de referen-
komst plaats over de KRW-concept-
werpen en (her)inrichten van regio-
tietoestand en conceptmaatlatten
maatlatten die in de herfst van 2004
nale watersystemen. Deze nieuwe
beschreven voor alle 42 in Nederland
werden gepubliceerd.
werkwijze heeft als doel de verschil-
onderscheiden natuurlijke waterty-
Waterbeheerders, adviseurs en onder-
lende grondgebruiksfuncties in een
pen. Momenteel wordt in aansluiting
zoekers kregen tijdens de bijeen-
gebied (landbouw, natuur, wonen,
hierop gewerkt aan het opstellen van
komst een toelichting op de maatlat-
etc.) hydrologisch zo goed mogelijk
doelen voor alle niet-natuurlijke wa-
ten en er werden ervaringen uitge-
tot hun recht te laten komen. Een
teren. In afwachting hiervan wordt al
wisseld over het gebruik in de prak-
belangrijk onderdeel ervan vormt het
volop gewerkt met de conceptmaat-
tijk. De dag was georganiseerd door
bepalen van doelrealisatiescores voor
latten. Het met de hand toepassen
de Werkgroep Ecologisch Waterbe-
alle voorkomende functies. Een doel-
van deze maatlatten is echter tame-
heer, de Nederlands-Vlaamse Vereni-
realisatie is het verschil tussen ‘op-
lijk arbeidsintensief. Vandaar dat
ging voor Ecologie en STOWA.
brengst’ van een functie onder opti-
RIZA en STOWA hebben besloten om
male en feitelijke hydrologische om-
voor zoete wateren (de rivier- en
De meeste aanwezigen waren positief
standigheden. Voor het bepalen van
meertypen) de maatlatten in geauto-
over de voor Nederland uitgewerkte
doelrealisaties heeft STOWA een spe-
matiseerde vorm aan te bieden. De
methodiek van referenties en maat-
ciaal Waternoodinstrument laten
applicatie QBWat leest bestanden
latten. Uit gebruikerservaringen
ontwikkelen. Dit instrument is on-
met gegevens over de aanwezigheid
bleek wel dat het onderscheidend
langs uitgebreid met een module
van macrofyten, fytobenthos, fyto-
vermogen van een aantal maatlatten
voor aquatische natuur. Hiermee
plankton, macrofauna en vissen van
nog niet optimaal is. De klassengren-
kunnen waterbeheerders zowel voor
een waterlichaam en beoordeelt het
zen moeten verbeterd worden, von-
de bekende aquatische natuurtypen
waterlichaam aan de hand daarvan
den de deelnemers aan de bijeen-
als voor KRW-watertypen (i.c. beken
op basis van de conceptmaatlatten.
komst. Men pleitte ervoor de komen-
en sloten) de doelrealisaties bepalen.
De meeste biologische databases, zo-
de periode te gebruiken om de maat-
Op deze manier kunnen waterbe-
als Ecolims en Ecobase, kunnen out-
latten verder bij te schaven en te vali-
heerders bij het (her)inrichten van
put genereren die QBWat kan inle-
deren. Dat is nodig om een zo
watersystemen direct rekening hou-
zen.
betrouwbaar mogelijk oordeel te
den met de ecologische doelstellin-
kunnen geven over de ecologische
gen van de KRW.
QBWat kan gratis worden gedownlo-
kwaliteit van een waterlichaam. Van
ad vanaf www.roelfpot.nl/qbwat.
dat oordeel hangt in de toekomst
Voor vragen of opmerkingen kunt u
veel af.
mailen naar de speciale QBWat-helpdesk. Het adres is
[email protected]. De waterpissebed Asellus aquaticus duidt bijna In de meeste rivieren is
altijd op een mindere
de grote diepslak
waterkwaliteit. Alleen in
Bithynia tentaculata
ondiepe lijnvormige
een negatief dominante
wateren die verbonden
indicator. Dit wil zeggen
zijn met de rivier (type
dat hij er niet in grote
M30) is aanwezigheid
aantallen hoort te wor-
van deze soort een goed
den aangetroffen.
teken.
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
18
TJESKRWEETJESKRWEETJESKRWEET STOWA BREIDT WEBSITE UIT
PROJECT ‘STRATEGIE RWZI’S/
HULP BIJ ZOEKTOCHT NAAR
STOWA besteedt op haar website de
WATERKETEN EN KRW’ GESTART
(KOSTEN)EFFECTIEVE MAATREGELEN
nodige aandacht aan de Kaderricht-
Naast landbouw, scheepvaart, ver-
OM KRW-DOELEN TE HALEN
lijn water. Vanaf de homepage kun-
keer, atmosferische depositie, indus-
Pakken we vooral de emissies vanuit
nen bezoekers direct doorklikken
trie en buitenlandse aanvoer blijkt
de landbouw aan, richten we ons op
naar een speciaal themagedeelte
uit diverse studies dat rwzi-effluen-
industriële lozingen, of kunnen we
over de KRW. Om waterbeheerders
ten een significant aandeel kunnen
het best de afvalwaterzuivering ver-
optimaal te ondersteunen bij de
hebben in de belasting van opper-
beteren? Wat kost het en wat levert
implementatie, is dit thema onlangs
vlaktewateren.
het op? Het zijn lastige vragen voor
uitgebreid met informatie over het
Afvalwaterzuiveringen vormen regio-
de opstellers van de stroomgebiedbe-
afleiden van doelstellingen voor
naal vaak belangrijke emissiebron-
heersplannen. Zij moeten daarin
niet-natuurlijke wateren (de zgn.
nen. Het aanpakken ervan moet dan
met maatregelenpakketten komen
MEP’s en GEP’s). Bezoekers kunnen
ook zeker worden afgewogen tegen
om de (stoffen)doelstellingen uit de
onder meer het verslag en de presen-
andere maatregelen, als er maatre-
richtlijn te halen. Om het opstellen
taties downloaden van een belangrij-
gelpakketten worden ontwikkeld om
ervan te vergemakkelijken, gaat een
ke workshop die op 17 maart jl. over
de KRW-doelstellingen te halen. Dit
werkgroep de maatschappelijke kos-
dit onderwerp werd gehouden. Ook
gegeven én de centrale plaats van de
ten en baten van mogelijke maatre-
kan men er terecht met vragen en
rwzi in de gehele waterketen, vorm-
gelen kapitaliseren, zodat een maat-
opmerkingen over het onderwerp.
den de reden om het project
schappelijke kosten-batenanalyse
‘Strategie rwzi’s/ waterketen en
kan worden uitgevoerd. Op deze
METHODIEK VOOR BEPALEN RIOOL-
KRW’ te starten. De projectgroep
manier wordt het mogelijk te komen
EMISSIES NAAR OPPERVLAKTE-
gaat een afwegingssystematiek ont-
tot het meest effectieve én doelmati-
WATER
wikkelen die regionale uitvoerings-
ge maatregelenpakket. De werkgroep
STOWA heeft een methodiek laten
organisaties helpt bij het vaststellen
bestaat uit vertegenwoordigers van
ontwikkelen waarmee waterbeheer-
van mogelijke maatregelen in de
RIZA, waterschappen, ministeries
ders een schatting kunnen maken
waterketen (bijv. afkoppelen) en op
(LNV, VROM, V&W/ DG-Water), de
van de rioolemissies (m.n. rioolover-
rwzi’s (betere zuiveringstechnieken)
Unie van Waterschappen, VNG, IPO,
storten ) naar het oppervlaktewater.
voor stroomgebiedbeheersplannen.
kennisinstituten als LEI, Alterra en
De methodiek SESRIO (Snelle Emis-
Deelnemers aan de projectgroep zijn
RIVM, en STOWA.
sie Schatting RIOlering) kan zijn nut
vertegenwoordigers van de Unie van
bewijzen bij het in beeld brengen
Waterschappen, STOWA, enkele
van de significante menselijke in-
waterschappen, VROM, DG-Water,
Aquarius paludum is ken-
vloed op oppervlakte- en grondwater,
Rijkswaterstaat, RIZA en VNG.
merkend voor ondiepe
De grote schaatsenrijder
een vereiste uit de Kaderrichtlijn
matig gebufferde plassen
water. Wanneer waterbeheerders
M14, gebufferde meren
deze werkzaamheden op uniforme
van de typen M20 en
wijze uitvoeren, is een snelle uitwis-
M21, en laagveenplassen
seling van resultaten en aggregatie
van het type M27.
naar stroomgebiedsniveau mogelijk. SESRIO helpt tevens bij het formuleren en prioriteren van mogelijke herstelmaatregelen.
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
19
[email protected] WWW.stowa.nl TEL 030 232 11 99 FAX 030 232 17 66 Arthur van Schendelstraat 816 POSTBUS 8090 3503 RB UTRECHT
COLOFON Deze nieuwsbrief informeert u over
HELDERE EN PRETTIG LEESBARE BROCHURE OVER KADERRICHTLIJN WATER
het beleid van de Stichting Toegepast
KRW voor het (water)leven. Dat is de titel van de STOWA-brochure die onlangs is
richten tot ir. Jacques Leenen van het
verschenen over het hoe en waarom van de biologische doelen uit de
stichtingsbureau.
Kaderrichtlijn water. Tegelijk met de brochure kwam een overzicht uit van alle in Nederland onderscheiden natuurlijke watertypen. Watertypen. Referenties. Maatlatten. Kwaliteitselementen. Macrofauna en fytoplankton. Allemaal termen waarmee de Kaderrichtlijn water de ecologische doelen beschrijft waaraan Europese waterlichamen in 2015 moeten voldoen. Het lijkt behoorlijk ingewikkeld, maar is dat ook echt zo? Dat blijkt, na het lezen van ‘KRW voor het (water)leven’, mee te vallen. De brochure geeft een heldere uiteenzetting over de biologische doelen van de KRW en de daarbij gehanteerde beoordelingssystematiek. Ook krijgt de lezer antwoord op enkele veel gestelde vragen over de werking en de gevolgen van de richtlijn. Kortom: van harte aanbevolen voor niet- en minder-ingewijden in de Europese Kaderrichtlijn water.
Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en over de onderzoeken die in STOWAverband worden uitgevoerd. Deze nieuwsbrief verschijnt viermaal per jaar. Voor nadere informatie kunt u zich
MEDEWERKERS
Het STOWA-bureau telt acht vaste medewerkers met de volgende globale werkverdeling: ir. Jacques Leenen bestuurlijke en algemene zaken, directeur drs. Bas van der Wal en ir. Michelle Talsma watersysteemonderzoek drs. Bert Palsma waterketenonderzoek ir. Cora Uijterlinde afvalwatersysteemonderzoek
Tegelijk met de brochure is een bestuurlijk overzicht verschenen van de 42 natuurlijke watertypen die we in Nederland onderscheiden. De typologie is gebaseerd op door Brussel opgestelde criteria, zoals stroomsnelheid, oppervlakte, vorm, geologische ondergrond en diepte. Deze watertypen vormen het vertrekpunt bij het bepalen van de KRW-doelstellingen voor waterlichamen. De doelen er-
ir. Ludolph Wentholt info en dienstverlening, waterweringsonderzoek ir. Bob Pengel projectleider NOAH en ICT Jet Gerssen en Petra Angelone secretariaat TEKSTEN
van zijn gerelateerd aan het na-
Bert-Jan van Weeren, Deventer
tuurlijke watertype waartoe een
INTERVIEWS
water behoort, of - in het geval van
Bart Siebelink, Bussum
sterk veranderde of kunstmatige
EINDREDACTIE
waterlichamen - waar het waterli-
Bas van der Wal
chaam het meest bij in de buurt komt.
FOTOGRAFIE
STOWA, Bart Siebelink, provincie Brabant LAY-OUT
De snoek is een typische oogjager die
Alle STOWA-deelnemers hebben inmiddels 5 exemplaren ontvangen van ‘KRW voor het (water)-
Studio B, Nieuwkoop DRUK
heldere wateren nodig
leven’ en van het ‘Overzicht natuurlijke watertypen’.
Drukkerij Artoos Nederland, Rijswijk
heeft, waar hij vanuit
Extra exemplaren zijn te bestellen bij Hageman Fulfilment in
ISSN-NUMMER
de dekking van water-
Zwijndrecht, o.v.v. de titel en het STOWA-nummer (brochure
0929-6220
planten kan toeslaan.
2005-04; overzicht 2005-08). Telefoon: 078 623 05 13. Email:
[email protected].
STOWA TER INFO / SPECIAL EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER
PAGINA
20