Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro Jaarverslag 2011
Inhoudsopgave Inhoud
Blz.
Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen
2
Bestuur en functionarissen
3
Organisatie van het fonds
5
Verslag van het bestuur
7
Algemene ontwikkelingen op pensioengebied
7
Fondsspecifieke ontwikkelingen
9
De belangrijkste ontwikkelingen op beleggingsgebied
11
Financiële positie van het fonds
12
Toekomstverwachtingen
13
Risicoparagraaf
13
De pensioenregeling
14
Actuariële paragraaf
16
Rapportage over Pension Fund Governance
17
Oordeel van het verantwoordingsorgaan
19
Jaarrekening
21
Toelichting op de balans en de staat van baten en lasten
24
Gebeurtenissen na balansdatum
41
Actuariële verklaring
42
Accountantsverklaring
45
Appendix A: Afkortingen en begrippen
48
Appendix B: Dekkingsgraad
49
1
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen Bedragen x € 1 duizend Aantal verzekerden Actieve deelnemers & Arbeidsongeschikten 1 Gewezen deelnemers (‘slapers’) Nabestaandenpensioen Ouderdomspensioen
2011
2010
2009
2008
2007
298 369 13 51
326 358 10 44
393 317 7 31
424 343 6 28
400 320 4 21
Pensioenen Gedempte kostendekkende premie Feitelijke premie Bestuurskosten Uitkeringen Toeslagverlening per 1/1 volgend op verslagjaar2 Actieve deelnemers Inactieve deelnemers
2.274 2.468 120 1.348
1.172 1.821 114 1.148
1.814 2.071 127 1.003
312 789 146 861
3.123 3.557 165 632
1,00% 2,47%
0,00% 1,34%
0,00% 0,00%
0,00% 0,00%
0,00% 0,00%
Vermogen en solvabiliteit Aanwezig eigen vermogen Minimaal vereist eigen vermogen Vereist eigen vermogen 3 Voorziening pensioenverplichtingen
3.864 80 80 57.808
1.458 42 1.266 46.934
629 42 1.304 40.070
3.819 50 50 39.106
2.050 59 59 31.487
106,7% 102,7% 100,1% 100,1%
103,1% 106,1% 100,1% 102,7%
101,6% 101,5% 100,1% 103,6%
109,8% 95,6% 100,1% 100,1%
106,5%
RTS
RTS
RTS
RTS
RTS
Beleggingen Waarde in depot NN Beleggingsopbrengsten
50.561 6.862
44.447 6.345
38.790 4.912
35.127 (2.924)
37.720 616
Beleggingsportefeuille in depot Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
9.727 40.051 n.v.t. 783
9.947 33.709 n.v.t. 791
8.489 29.507 n.v.t. 795
5.936 28.063 n.v.t. 1.128
7.841 28.742 n.v.t. 1.137
Beleggingsrendement Totale portefeuille in % Benchmarkrendement portefeuille in %
11,7% 11,5%
12,7% 11,0%
9,9% 7,5%
-8,9% -5,4%
1,4% 1,5%
5,2%
3,6%
3,0%
2,5%
5,7%
Dekkingsgraad Wettelijke dekkingsgraad incl. garantie in % Feitelijke dekkingsgraad in % Minimaal vereiste dekkingsgraad in % Vereiste dekkingsgraad in % Rekenrente
Gemiddeld rendement per jaar Afgelopen 5 jaar in %
1 2 3
100,2% 100,4%
Conform voorgaande jaren zijn de ‘Actieve’ en ‘Arbeidsongeschikte’ deelnemers samengevoegd om aansluiting te vinden bij de rapportage van de pensioenuitvoerder Nationale-Nederlanden. De toeslagen zijn voorwaardelijk; er is dus geen recht op indexering en er wordt niet voor gereserveerd. Het bestuur bepaalt elk jaar of de financiële positie van het fonds toereikend is voor het toekennen van een (eventueel) gedeeltelijke indexering. Bij de waardering van de vordering die het fonds heeft op de herverzekeraar (Nationale Nederlanden) hoeft het fonds, op grond van een wijziging van het Besluit FTK, vanaf 1 februari 2011 niet langer rekening te houden met de afslag voor het kredietrisico dat het fonds op de vordering loopt.
.
2
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Bestuur en functionarissen Samenstelling bestuur Het bestuur is samengesteld uit 2 werkgeversvertegenwoordigers en 3 werknemersvertegenwoordigers. De werknemersbestuursleden zijn voor een periode van drie jaar benoemd door de pensioenraad. De werkgeversbestuursleden zijn door de directie van Solanr Nederland B.V. benoemd voor onbepaalde tijd. Benoemd door de werkgever: Naam Dhr. W. Visser RA Dhr. A.M. Landkroon
Functie in bestuur Voorzitter Penningmeester
Bestuurslid vanaf 01-01-2009 01-06-1998
Bestuurslid tot Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd
Bestuurslid vanaf 29-12-1997 01-06-2008 01-06-2008
Bestuurslid tot 31-05-2013 31-05-2014 31-05-2012
Benoemd namens de werknemers: Naam Dhr. F.B. Esser Dhr. R. Heering Mw. J.M.A. Heddes
Functie in bestuur Secretaris Bestuurslid Bestuurslid
Beleggingscommissie De beleggingscommissie is samengesteld uit leden van het bestuur. De commissie laat zich bijstaan door een externe deskundige. Naam Dhr. A.M. Landkroon Dhr. F.B. Esser Dhr. W. Visser RA Dhr. M. Euverman
Functie Voorzitter Lid Lid Externe adviseur
Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan was in het boekjaar samengesteld uit de volgende personen: Naam Dhr. F.J.C.E. Bedeschi Dhr. J.H.P. de Groot
Namens Werkgever Deelnemers
Dhr. P.P.G. Bottelier*
Gepensioneerden
Zittingsduur Onbepaalde tijd Tot ingang nieuwe gezamenlijke pensioenregeling met Solar Onbepaalde tijd
* dhr. Bottelier is in januari 2012 overleden. Het bestuur dankt de heer Bottelier voor zijn inzet voor het verantwoordingsorgaan. Uitvoering pensioenadministratie De pensioenadministratie van het pensioenfonds wordt uitgevoerd door NationaleNederlanden levensverzekeringsmaatschappij N.V. (NN) Vermogensbeheerder De vermogensbeheerder is ING Investment Management (IIM).
3
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Adviserend actuaris Dhr. R.H. Sprenkels AAG, Sprenkels & Verschuren, actuarissen en consultants Beleggingsadviseur Dhr. ir. drs. M. Euverman AAG CFA, Sprenkels & Verschuren, actuarissen en consultants Accountant Dhr. P.J. Kroon RA, PricewaterhouseCoopers Accountants Certificerend actuaris Dhr. R. van der Meer AAG, Milliman
4
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Organisatie van het fonds Algemeen Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro (hierna: het fonds), statutair gevestigd in Alkmaar is opgericht op 29 december 1997. De stichting is ingeschreven bij het stichtingenregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 37080268. De statuten zijn laatstelijk gewijzigd op 16 december 2010. Het pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds. Op basis van een voorwaardelijke geïndexeerde middelloonregeling bouwen de werknemers een financiële aanspraak op ten behoeve van de gevolgen van pensionering, arbeidsongeschiktheid en overlijden. Het pensioenfonds draagt de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de pensioenregelingen voor actieve deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden in overeenstemming met de bestaande wet- en regelgeving. Met de volgende onderneming had het pensioenfonds op 1 januari 2011 een uitvoeringsovereenkomst gesloten: Solar Nederland B.V. In de uitvoeringsovereenkomst is bepaald dat alleen die werknemers die voorheen in dienst waren bij Groothandel Vegro B.V en/of Holding Vegro B.V pensioen opbouwen bij het pensioenfonds. De overige werknemers in dienst van Solar Nederland B.V. alsmede nieuwe werknemers van Solar Nederland B.V. gaan deelnemen in de andere pensioenregeling van Solar Nederland B.V. Het pensioenfonds heeft tot doel het, binnen de grenzen van zijn middelen, verlenen of doen verlenen van pensioenen, uitkeringen en/of andere tegemoetkomingen aan (gewezen) deelnemers, gepensioneerden en hun nagelaten betrekkingen, die daarvoor in aanmerking komen krachtens de bepalingen van de statuten en reglementen. Het pensioenfonds voert een beleid dat in overeenstemming is met deze doelstelling. Dit beleid is vastgelegd in beleidsdocumenten, waarvan de actuariële en bedrijfstechnische nota (‘ABTN’) de belangrijkste is. Deze ABTN is voor het laatst geactualiseerd in december 2010. Bestuur en dagelijkse leiding Het dagelijks bestuur van het pensioenfonds wordt gevormd door de voorzitter, de penningmeester en de secretaris. Het bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het pensioenfonds, alsmede overeenkomstig de vastlegging in de ABTN. Het bestuur vertegenwoordigt het pensioenfonds en draagt de (eind)verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de pensioenregelingen en het daartoe behorende pensioen- en begeleidingsbeleid. Het bestuur vergadert minimaal 4 keer per jaar. Besluitvorming vereist een meerderheid van stemmen. Het bestuur laat zich terzijde staan door een externe actuaris, een externe accountant, een beleggingscommissie en een verantwoordingsorgaan. Het pensioenfonds heeft geen personeel in dienst; alle werkzaamheden (pensioenadministratie, -uitbetaling, vermogensbeheer, communicatie, etc.) zijn uitbesteed. Het bestuur is samengesteld uit twee leden die voor onbepaalde tijd benoemd worden door de directie van de werkgever en drie leden namens de werknemers die voor een periode van drie jaar benoemd worden door de pensioenraad. De pensioenraad bestaat uit de deelnemers in de ondernemingsraad. 5
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Beleggingscommissie De verantwoordelijkheid van de beleggingscommissie is het bestuur te adviseren over beleggingsaangelegenheden in brede zin. Dit betreft zowel advies over het algemene beleggingsbeleid als over meer specifieke zaken. De beleggingscommissie heeft de volgende taken: het opstellen van het beleggingsplan; het monitoren van de activiteiten van de vermogensbeheerder; het voeren van het beleggingsbeleid op basis van een door het bestuur vastgestelde strategische beleggingsmix. De commissie is samengesteld uit leden van het bestuur. Het fonds maakt gebruik van een externe deskundige. Verzekering en administratie Het fonds is herverzekerd bij Nationale-Nederlanden levensverzekeringsmaatschappij N.V. op basis van een garantiecontract. De verzekeraar voert ook de pensioenadministratie. Vermogensbeheer Het vermogensbeheer is ondergebracht bij ING Investment Management zoals in de pensioen- en verzekeringsovereenkomst bepaald. De beleggingen zijn ondergebracht in door IIM beheerde fondsen.
6
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Verslag van het bestuur Algemene ontwikkelingen op pensioengebied Voor het verslagjaar 2011 volgt hieronder een overzicht van relevante ontwikkelingen op pensioengebied. Geen verplichting meer voor adressering kredietrisico herverzekerde fondsen De minister van SZW heeft op 26 januari 2011 in het Staatsblad een wijziging in het besluit FTK gepubliceerd. Hieruit volgt dat herverzekerde fondsen vanaf 1 februari 2011 het kredietrisico op de herverzekeraar niet meer hoeven te adresseren. Deze fondsen hoeven dus geen afslag op de vordering van de verzekeraar toe te passen en een extra buffer aan te houden bij verminderde kredietbeoordeling van de verzekeraar. Ze moeten daarvoor in de plaats wel te allen tijde een Minimum Vereist Eigen Vermogen (MVEV) aanhouden. Wetsvoorstel Versterking Bestuur Pensioenfondsen Het kabinet wil de besturen van pensioenfondsen versterken. In de toekomst moeten fondsen kunnen kiezen tussen twee modellen. Het eerste model (paritaire model) gaat uit van het huidige model waarin vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en gepensioneerden in het bestuur zitten. Daar kunnen eventueel externe deskundigen aan worden toegevoegd. In het tweede model bestaat het bestuur uit externe beroepsbestuurders. Dit bestuur wordt gecontroleerd door een belanghebbendenorgaan bestaande uit vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en gepensioneerden. De parlementaire behandeling van het wetsvoorstel zal in 2012 plaatsvinden. Dit zal ook gevolgen hebben voor de organisatie van het fonds. Een en ander is afhankelijk van de wijze waarop de integratie van de bestaande pensioenregelingen van Solar vorm zal worden gegeven. Pensioenakkoord en verhoging pensioenleeftijd In de loop van 2011 is verder invulling gegeven aan het pensioenakkoord. Zo is er aandacht besteed aan de mogelijkheden om de pensioenen aan te kunnen passen indien de levensverwachting stijgt (levensverwachting aanpassingsmechanisme – LAM) en als de beleggingsresultaten tegenvallen (rendement aanpassingsmechanisme – RAM). Harde aanspraken zoals nu in veel regelingen worden daarmee zachter. Belangrijke vraag hierbij is wat er gebeurt met de bestaande rechten en de (on)mogelijkheden om deze in te varen in nieuwe systemen. Door het ministerie zijn werkgroepen ingesteld die de juridische mogelijkheden hiervoor nader moeten onderzoeken. Het wetsvoorstel voor aanpassing van de AOW-leeftijd en de fiscale regels rondom de opbouw van de aanvullende pensioenen is ingediend en behandeld in de Tweede Kamer. Belangrijkste punten:
verhoging van de AOW-leeftijd naar 66 jaar in 2020, met een mechanisme om vervolgens iedere vijf jaar verder te verhogen als de levensverwachting daartoe aanleiding geeft. Daarbij de verwachting dat in 2025 de AOW-leeftijd naar 67 gaat.
Structurele verhoging van de AOW-uitkering met 0,6% extra van 2013 tot en met 2028. Deze extra verhogingen van de AOW werken door in de hoogte van de minimale franchise in de aanvullende pensioenregelingen.
Individuele mogelijkheden tot vervroeging, uitstel en deeltijd AOW (stappen van tenminste 10%).
De pensioenrichtleeftijd in de aanvullende pensioenregelingen gaat omhoog. Wetsvoorstel spreekt over leeftijd 66 in 2013 en leeftijd 67 in 2015. Minister heeft 7
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
onder druk van pensioenuitvoerders aangegeven te streven naar eenmalige verhoging naar 67 in 2014.
Er vindt – in tegenstelling tot eerdere aankondigingen – geen aanpassing van de fiscaal maximale opbouwpercentages in de aanvullende pensioenregelingen plaats.
In april 2012 is het kabinet demissionair geworden. In het lente-akkoord zijn de volgende zaken afgesproken:
De AOW-leeftijd wordt in 2013 met 1 maand verhoogd. In de jaren daarna zal de AOW-leeftijd - in stappen - verder worden verhoogd. Dit leidt ertoe dat uiterlijk in 2019 de pensioengerechtigde leeftijd van 66 wordt bereikt, en uiterlijk in 2024 een leeftijd van 67.
Daarna wordt de AOW-leeftijd aan de levensverwachting gekoppeld. In 2014 zal de pensioenleeftijd voor aanvullende pensioenen worden verhoogd naar 67 jaar. Met deze maatregel wordt uitsluitend nieuwe opbouw geraakt. In aanvulling op de verhoging op de richtleeftijd, worden de fiscaal maximale opbouwpercentages voor het aanvullend pensioen (naar verwachting met 0,25%) neerwaarts aangepast.
Waardeoverdracht In het geval van een waardeoverdracht wordt sinds 1 januari 2008 de overdrachtswaarde berekend op marktrente. De marktrente die gold in 2011 (2,984%) is aanzienlijk lager dan die van 2010 (4,122%), 2009 (4,533%) en 2008 (4,926%) en ook dan de 4% die van toepassing is in het herverzekeringscontract van het fonds met de verzekeraar. De bij de pensioenaanspraken horende overdrachtswaarde die moet worden meegegeven is hierdoor aanzienlijk hoger dan daarvoor en ook hoger dan de waarde aanwezig in het contract met de verzekeraar. Een verliespost derhalve voor het fonds. Bij een binnenkomende overdracht komt daarentegen een hogere overdrachtswaarde binnen. Deze hogere overdrachtswaarde moet echter volledig worden aangewend voor de betrokken deelnemer. Een eventuele verrekening met de hogere lasten voor een uitgaande waardeoverdracht is derhalve niet mogelijk.
8
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Fondsspecifieke ontwikkelingen Overname door Solar en aanvullende premiebetaling door werkgever Sinds de juridische fusie van Groothandel Vegro, B.V. en Holding Vegro B.V. met Solar Nederland B.V. worden geen nieuwe deelnemers meer aangemeld bij het pensioenfonds. In de uitvoeringsovereenkomst is bepaald dat alleen die werknemers die voorheen in dienst waren bij Groothandel Vegro B.V en/of Holding Vegro B.V pensioen opbouwen bij het pensioenfonds. Het pensioenfonds is daarmee feitelijk een gesloten pensioenfonds geworden waar geen nieuwe werknemers meer in toetreden. Dit is voor het bestuur aanleiding geweest om nader in overleg te treden met de werkgever over de afgesproken feitelijke premie, die door de werkgever aan het pensioenfonds wordt betaald. Dit heeft geresulteerd in een afspraak met de werkgever dat de werkgever het pensioenfonds een aanvullende betaling verstrekt om daarmee het effect van de veroudering van het bestand, als gevolg van het feit dat het pensioenfonds is gesloten voor nieuwe werknemers, te compenseren. De hoogte van deze aanvullende betaling wordt jaarlijks bepaald. De werkgever heeft de werkzaamheden in het kader van de mogelijke integratie van de beide bestaande pensioenregelingen binnen Solar Nederland B.V. in het boekjaar weer opgepakt. In de loop van 2012 zal hier verder vervolg aan worden gegeven en heeft dit waarschijnlijk ook consequenties voor de toekomstige positie van het pensioenfonds en de regeling die door het fonds wordt uitgevoerd. Waardeoverdracht VP-TECH – SPGV Voor de werknemers van Vegro gold een vroegpensioenregeling die werd uitgevoerd door de Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel (VP-TECH). Per 1 januari 2006 is de opbouw van vroegpensioen gestaakt voor werknemers die op of na 1 januari 1950 zijn geboren. VP-TECH heeft deze werknemers de mogelijkheid geboden de vroegpensioenaanspraken over te dragen naar het fonds, waarbij de waarde van het vroegpensioen wordt omgezet in extra aanspraken op ouderdomspensioen. Het bestuur was bereid om hieraan, onder voorwaarden, mee te werken. Uiteindelijk bleek het niet mogelijk te zijn om dit via een collectieve waardeoverdracht te bewerkstelligen. Vervolgens heeft VPTECH aangegeven het wel mogelijk te willen maken via individuele waardeoverdrachten de overdracht van de vroegpensioenaanspraken te bewerkstelligen. Dit is uiteindelijk in de tweede helft van 2011 ook gebeurd. Ruim 100 deelnemers hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en op deze wijze is ruim €1.000.000 (voorziening) overgekomen vanuit VP TECH. Self assement pensioenfondsen 2011 Door de AFM is in 2011 een onderzoek gehouden door middel van een self assesment bij alle pensioenfondsen naar de informatieverstrekking, zorgplicht en de evaluatie van de pensioenwetgeving. Voor de informatieverstrekking is door het pensioenfonds een score gehaald van 88% (tegen een gemiddelde score van 88% voor alle pensioenfondsen). De AFM gebruikt de resultaten van dit onderzoek voor eventuele vervolgonderzoeken en voor haar eigen toezicht. Toeslagverlening (indexatie) Het bestuur besluit jaarlijks op basis van de financiële positie van het fonds of toeslagen verleend worden. Voor de bepaling van de financiële positie geldt de dekkingsgraad waarbij de negatieve overrente wel wordt meegenomen. Op grond van het bepaalde in de pensioenregeling ten aanzien van toeslagverlening (CAO-stijging voor actieve deelnemers en de CBS-prijsindex voor gepensioneerden en gewezen deelnemers) zouden de opgebouwde aanspraken met 1% en de ingegane pensioenen met 2,47% verhoogd kunnen worden. In december 2011 ten tijde van het bestuursbesluit over toeslagverlening lag de feitelijke dekkingsgraad van het fonds ten behoeve van de bepaling van de financiële ruimte 9
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
voor indexatie op circa 105,7%. Dit lag boven de beleidsmatige grens van 103% en het bestuur heeft dan ook besloten met inachtneming van de financiële positie van het fonds volledige toeslagverlening toe te kennen hetgeen heeft geresulteerd in een verhoging van 2,47% voor de gepensioneerden en gewezen deelnemers en 1% voor de actieve deelnemers per 1 januari 2012. Deze toeslagen per 1 januari 2012 zijn meegenomen in de voorziening per 31 december 2011. Het gaat hierbij om een bedrag van € 1.008.711. Inhaalindexaties Indien in het verleden geen volledige indexatie heeft plaatsgevonden kunnen onder bepaalde omstandigheden inhaalindexaties worden toegekend. Toekenning van inhaalindexaties vereist wel een hoge dekkingsgraad. In de huidige situatie verwacht het bestuur niet binnen afzienbare tijd inhaalindexaties te kunnen toekennen. Het bestuur zal jaarlijks de hoogte specificeren van de toegekende indexatie ten opzichte van de volledige indexatie. Deze specificatie per 1 januari van enig jaar is als volgt voor de actieve en inactieve deelnemers: Jaar 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Volledige indexatie Actieven Inactieven 2,00% 1,86% 0,50% 0,55% 0,00% 1,54% 1,50% 1,43% 1,00% 1,19% 3,25% 2,82% 3,00% 0,08% 0,00% 1,34% 1,00% 2,47%
Toegekendeindexatie Cumulatieve achterstand Actieven Inactieven Actieven Inactieven 2,00% 1,86% 2,40% 1,65% 0,50% 0,55% 2,40% 1,65% 1,00% 2,24% 1,40% 0,95% 1,20% 1,15% 1,70% 1,23% 0,00% 0,00% 2,70% 2,42% 0,00% 0,00% 5,95% 5,24% 0,00% 0,00% 8,95% 5,32% 0,00% 1,34% 8,95% 5,32% 1,00% 2,47% 8,95% 5,32%
Aanpassing franchise De franchise is per 1 januari 2012 met 1% verhoogd en vastgesteld op € 16.300 respectievelijk € 13.110 voor de overgangsregeling.
10
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
De belangrijkste ontwikkelingen op beleggingsgebied Terugblik 2011 2011 was een bewogen jaar voor de financiële markten. De oplopende onrust op de Europese staatsleningenmarkt, waarbij het voortbestaan van de Eurozone soms in gevaar leek te komen, sprong het meest in het oog.
De rentes van landen in de periferie van de Eurozone liepen sterk op, terwijl de rente op staatsleningen van ‘veilige’ landen als Duitsland en de VS tot historische dieptepunten daalde van minder dan 2%.
De eurocrisis en het soepelere monitaire beleid van de ECB maakte de in de eerste helft van 2011 opgetreden stijging van de euro versus de dollar ongedaan. De EUR/USD daalde naar 1,30.
Wereldwijde aandelen daalden, gemeten in euro, met 2,4%. Opkomende markten werden stevig geraakt door hoge risicoaversie bij beleggers en verloren 15,4%. Japanse aandelen daalden 11,3% terwijl de overige volwassen Aziatische markten 9,8% inleverden. Europese aandelen daalden 7,5%. Wall Street boekte, dankzij de status van veilige haven en het economische herstel in de VS, een positief resultaat van 5,4%.
Vooruitzichten (op basis van de inzichten van ING Investment Management) Economieën en financiële markten De wereldeconomie vertraagt in 2012: van een geschatte groei van 3,5% in 2011 naar 3,0%. Er zijn grote regionale verschillen.
Voor Europa wordt een milde recessie verwacht, met een negatieve economische groei in de eerste helft van 2012. De Amerikaanse economie zal een recessie kunnen ontlopen. Opkomende markten zullen niet ontkomen aan de afnemende groei van de wereldeconomie, omdat de exportvraag vanuit de volwassen economieën afneemt.
De ontwikkeling van de 10-jaarsrentes zal voorlopig bepaald worden door de risicobereidheid van beleggers – en dus vooral van het verloop van de eurocrisis.
De volatiliteit op de wereldwijde aandelenmarkten zal hoog blijven.
Vermogensverdeling en beleggingsbeleid De beleggingen zijn ondergebracht in de verzekeringsovereenkomst met NN en door NN wordt ook het beleggingsrisico gelopen. De bestuursvrijheid ten aanzien van het beleggingsbeleid is dan ook beperkt. Het door het bestuur vastgestelde strategische beleggingsbeleid kan als volgt worden samengevat: 1.
80% vastrentend (met bandbreedte van +5% en -5%, waarvan): o ING Fixed Income All Grade Basis Fonds: 40% o ING Fixed Income All Grade Long Duration Basis Fonds: 60%
2.
20% aandelen (met bandbreedte van +5% en -5%, waarvan): o ING Aandelen Basis fonds: 40% o ING Dividend Aandelen basis Fonds: 10% o ING Emerging Markets Equity basis Fonds: 10% o ING (L) Institutional Global Enhanced: 40% 11
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
3.
0% vastgoed (met bandbreedte van 0% en +5%)
4.
0% liquiditeiten (met bandbreedte van -5% en +5%)
Deze strategische portefeuilleverdeling is sinds 1 januari 2009 van kracht. Sinds eind 2009 is er – vanwege de marktomstandigheden – beperkt gebruik gemaakt van de bandbreedtes die het contract biedt. Ultimo 2011 was er een geringe onderweging van aandelen (19,5%) versus vastrentende waarden (80,3%). Assetmix De beleggingen van het fonds zijn als volgt verdeeld (in procenten): Feitelijke Allocatie Ultimo Vastrentende waarden Zakelijke waarden Aandelen Vastgoed Overige beleggingen Cash
Strategische Allocatie
2011
2010
80,3%
77%
% 80%
+ / - 5%
19,5% 0,0%
22% 0%
20% 0%
+ / - 5% 0%/+5%
0,3%
1%
0%
+ /- 5%
Rendement De waarde van de totale beleggingsportefeuille is met 11,7% gestegen dit jaar, ten opzichte van een benchmark van 11,5%. 2010 liet ook een positief rendement van 12,7% zien. Het positieve rendement in 2011 is geheel te danken aan het rendement op vastrentende waarden, die als gevolg van de sterk gedaalde rente een positief rendement van 15,8% hebben laten zien. Dit heeft het negatieve rendement van 4,8% op zakelijke waarden meer dan goed gemaakt. Het rendement is als volgt per beleggingscategorie verdeeld: Vastrentende waarden ING Fixed Income All Grade Basis Fonds ING Fixed Income All Grade Long Duration Basis Fonds Zakelijke waarden ING Dividend Aandelen Basis Fonds ING Aandelen Basis Fonds ING Emerging Markets Equity Basis Fonds ING (L) Institutional Global Enhanced Totaal rendement
Rendement 15,8% 3,3% 25,7%
Benchmark 15,4% 3,2% 25,1%
-4,8% 1,3% -4,7% -21,0% -2,7%
-4,5% -2,4% -4,0% -15,7% -2,7%
11,7%
11,5%
Financiële positie van het fonds De gedaalde marktrente heeft geleid tot een stijging van de verplichtingen en tot een daling van de marktwaarde van de zakelijke waarden. De beleggingen hebben een positieve ontwikkeling ondergaan als gevolg van de goede rendementen op de vastrentende waarden. Ultimo 2011 is de afslag op de vordering van de verzekeraar komen te vervallen. De wettelijke (FTK) dekkingsgraad is per saldo gestegen van 103,1% naar 106,7%. Hierbij is reeds rekening gehouden met de toegekende toeslagen per 1 januari 2012.
12
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Bij de feitelijke dekkingsgraad, die relevant is voor het bestuur bij de besluitvorming over het al dan niet verlenen van toeslagen wordt rekening gehouden met de negatieve overrente. Deze dekkingsgraad bedroeg ultimo 2010 106,1%. De negatieve overrente is in 2011 met € 326.696 toegenomen tot een bedrag van € 2.317.344. De dekkingsgraad voor toeslagverlening is mede daardoor gedaald tot 102,7% ultimo 2011. Ter informatie: Bij vorengenoemde dekkingsgraden is rekening gehouden met de garantie van de verzekeraar Nationale Nederlanden (NN). Zolang de verzekeringsovereenkomst loopt en/of de opgebouwde rechten bij NN blijven zijn de pensioenen levenslang (nominaal) gegarandeerd. Zonder rekening te houden met deze NN-garantie zou de wettelijke dekkingsgraad ultimo 2011 87,8% bedragen.
Toekomstverwachtingen Voor het komende boekjaar verwacht het bestuur dat verdere duidelijkheid gaat komen over de integratie van de bestaande pensioenregelingen van het pensioenfonds en de andere regeling van Solar Nederland B.V. Daaraan gekoppeld moet ook de verdere toekomst van het pensioenfonds duidelijk worden.
Risicoparagraaf Het bestuur heeft zijn beleid en de bijbehorende risico’s verwoord in de ABTN. De voornaamste risico’s die het bestuur onderkent zijn: 1. het beleggingsrisico 2. de verzekeringstechnische risico’s 3. de operationele risico’s 4. Systeemrisico 5. Toeslagenrisico 1. Beleggingsrisico (renterisico, marktrisico, valutarisico, prijsrisico, kredietrisico) Door het met Nationale-Nederlanden afgesloten garantiecontract loopt het fonds geen beleggingsrisico’s. Het fonds kent geen beleggingen buiten het garantiecontract om. Onderdeel van het beleggingsrisico is ook het kredietrisico op de herverzekeraar (NN). Vanaf 1 februari 2011 hoeft met dit kredietrisico niet langer rekening te worden gehouden en hoeft derhalve geen afslag op de vordering op NN te worden toegepast. Hoewel het fonds geen rekening behoeft te houden met de kredietafslag in de balansopstelling informeert het fonds wel de deelnemers en gepensioneerden over het feit dat er mogelijk een risico is ten aanzien van de kredietwaardigheid van NN. Het fonds loopt wel een rente-risico, omdat de pensioenverplichtingen op basis van een marktrente (de zogenaamde swap-curve) worden berekend. De waarde van de verplichtingen stijgt of daalt daardoor bij wijziging van de rentestand. Dit heeft invloed op de dekkingsgraad van het fonds. De herverzekeraar heeft in de nieuwe herverzekeringsovereenkomst het fonds de plicht opgelegd het renterisico voor 80% af te dekken en het fonds heeft dit gedaan door matching van de duratie van de beleggingen met de duratie van de verplichtingen. 2. Verzekeringstechnische risico’s Door de volledige herverzekering van de verplichtingen van het fonds zijn er geen neerwaartse verzekeringstechnische risico’s voor het fonds. Deze zijn afgedekt door het garantiecontract met NN. 13
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
3. Operationale risico’s Het bestuur realiseert zich dat bij de uitvoering van de pensioen- en beleggingsactiviteiten mogelijk risico’s worden gelopen. Het bestuur heeft in 2009 en 2010 een analyse van de verschillende financiële- en niet-financiële risico’, gebaseerd op de Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode (FIRM) van DNB gemaakt. Op basis van deze analyse zijn nadere besprekingen gevoerd met de belangrijkste uitvoerders NN en INGIM om te spreken over de door het bestuur geconstateerde risico’s en de te nemen risicobeheersingmaatregelen. De beheersing van de kwaliteit en de uitvoering van de activiteiten van deze externe partijen wordt beheerst door de uitgebreide Service Level Agreements die met deze partijen zijn gesloten. 4. Systeemrisico Dit risico is niet te beïnvloeden door het fonds en is gekoppeld aan de uitvoering door NN. 5. Toeslagenrisico Het bestuur heeft de ambitie om toeslagen op de pensioenen te verstrekken volgens categorie D van de toeslagenmatrix. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. Er is derhalve geen recht op toeslag en het is ook voor de lange termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden.
De Pensioenregeling De in 2007 geldende pensioenregeling is van kracht sinds 1 januari 1999, laatstelijk gewijzigd per 7 december 2010 en vastgelegd in het Pensioenreglement van het fonds. Voor de inhoud van de pensioenregeling wordt verwezen naar het Pensioenreglement. Hieronder worden de belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling weergegeven: De pensioenregeling is een zogenoemde collectieve toegezegde bijdrageregeling, ofwel Collectieve DC-regeling (CDC). Het fonds ontvangt een vaste bijdrage van de werkgever en werknemer samen. Deelnemerschap aan deze pensioenregeling verschaft pensioenaanspraken waarvan de hoogte mede wordt afgeleid van deze vaste bijdrage. De opbouw van pensioenaanspraken voor actieve deelnemers is gebaseerd op een middelloon principe. De totale bijdrage van werkgever en werknemer samen bedraagt 24,3% van de som van de pensioengrondslagen. Er is geen minimum toetredingsleeftijd. Deelname vanaf indiensttreding. Pensioenleeftijd is 65 jaar. De deelnemer heeft de mogelijkheid om tussen de 55- en 70 jarige leeftijd met pensioen te gaan. Ouderdomspensioen is gelijk aan 1,75% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag, waarbij de pensioengrondslag gelijk is aan het jaarsalaris minus franchise. Het jaarsalaris is gelijk aan het vaste jaarsalaris, zijnde 12 maal het vaste maandsalaris inclusief vakantietoeslag, vermeerderd met de bonus van het voorgaande jaar, met een maximum van 15% van het vaste jaarsalaris. 14
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
De franchise wordt jaarlijks door het bestuur van het fonds aangepast, waarbij gekeken wordt naar de CAO stijging van de branche in de periode oktober tot oktober (1-1-2012: € 16.300). Voor deelnemers die reeds op 1 januari 1999 in dienst waren van Groothandel Vegro B.V. of voor oud-deelnemers die op 1 januari 1999 een VUT uitkering genieten ingevolge de VUTech regeling, die bovendien deelnamen aan de op 31 december 1998 geldende pensioenregeling, geldt een lagere franchise (1-1-2012: € 13.110). Het partnerpensioen bedraagt voor weduwen, weduwnaars en partners 70% en voor wezen 14% van het ouderdomspensioen. Het totale bedrag aan partner- en wezenpensioen is maximaal 100% van het laatst geldende jaarsalaris exclusief bonus. Het arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt bij volledige arbeidsongeschiktheid maximaal 80% van het hierboven vermelde vaste jaarsalaris. Er is een (partiële) vrijstellingsregeling bij arbeidsongeschiktheid. Op de pensioendatum heeft de (gewezen) deelnemer, ongeacht burgerlijke staat, de mogelijkheid om de verhouding tussen het partnerpensioen en het ouderdomspensioen te wijzigen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om de hoogte van het ouderdomspensioen tot de 70 jarige leeftijd te variëren. De laagste pensioenuitkering bedraagt ten minste 75% van de hoogste uitkering, Het bestuur besluit jaarlijks in hoeverre de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers verhoogd worden. De toeslag is maximaal gelijk aan de algemene loonstijgingen ingevolge de voor de werkgever geldende CAO. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. Het bestuur besluit jaarlijks in hoeverre de pensioenaanspraken en pensioenrechten van gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en (ex-)partners verhoogd worden. De toeslag is maximaal gelijk aan de stijging van de consumentenprijsindex (CPI), reeks voor "alle huishoudens, afgeleid” over de voorafgaande aaneengesloten periode van 1 oktober tot 1 oktober, zoals vastgesteld door het CBS. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald.
15
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Actuariële paragraaf De gedempte kostendekkende en feitelijke premies zijn als volgt: GEDEMPTE KOSTENDEKKENDE PREMIE
2011
2010
Premies en koopsommen aan NN Pensioenopbouw en risicodekking
1.136.201
1.230.835
Garantievergoedingen
131.510
120.701
Administratiekosten
201.096
54.511
Waardeoverdrachten
836.536
(227.909)
Afkoop aan fonds
(129)
(460)
(151.432)
(159.317)
Correcties
(1.903)
3.424
Subtotaal
2.151.879
1.021.786
Intrest rekening-courant
Bijdrage instandhouding VEV Bestuurskosten Totale gedempte kostendekkende premie
FEITELIJKE PREMIE Premies werkgever en werknemers
1.768
36.212
120.198
113.902
2.273.846
1.171.900
2011
2010
1.643.774
1.850.748
Extra bijdrage werkgever
210.756
0
Waardeoverdrachten
613.332
(29.489)
2.467.862
1.821.259
Totale feitelijke premie
De gedempte kostendekkende premie en de feitelijke premie zijn beiden fors hoger dan vorig jaar, doordat in zowel de gedempte kostendekkende premie als in de feitelijke premie de waardeoverdrachten worden meegenomen. In 2011 heeft voor circa 100 deelnemers een overdracht plaatsgevonden van hun opgebouwde vroegpensioenaanspraken vanuit VPTECH naar het fonds. Dit veroorzaakt mede de relatief grote post waardeoverdrachten. Het verschil tussen de gedempte kostendekkende premie en de feitelijke premie wordt met name veroorzaakt door het resultaat op de interest van de rekening-courantverhouding met NN en de in- en uitgaande waardeoverdrachten in 2011. Hierin komt derhalve ook de relatief grote waardeoverdracht vanuit VP-TECH naar voren. In het jaar 2011 heeft de werkgever buiten de afgesproken doorsneepremie van 24,3% een extra bijdrage betaald ter grootte van € 210.756. Het fonds is een volledig herverzekerd pensioenfonds en heeft aldus het verzekeringstechnische risico en het beleggingsrisico volledig afgedekt. Deze risico’s hoeven daarom niet mee te wegen bij de bepaling van het Minimum Vereist Eigen Vermogen (verder: MVEV) en het Vereist Eigen Vermogen (verder: VEV). Dit is in lijn met het Financieel Toetsingkader voor volledig herverzekerde pensioenfondsen.
16
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Het fonds kan echter nog wel een kostenrisico en / of kredietrisico op de herverzekeraar lopen. De vermogenseisen (MVEV + VEV) die aan volledig herverzekerde pensioenfondsen worden gesteld, zijn in lijn met de grootte van deze risico's: Het kostenrisico bepaalt de hoogte van het MVEV en is gelijk aan: o 1% van de technische voorzieningen, indien beheerslasten zijn vastgelegd voor meer dan 5 jaar; of o 25% van de jaarlijkse netto beheerslasten, indien de beheerslasten zijn vastgelegd voor 5 jaar of minder. Voor Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro geldt een MVEV gelijk aan 25% van de jaarlijkse netto beheerslasten. Het MVEV bedraagt ultimo 2011 0,1% van de Technische Voorziening. Vanaf 1 februari 2011 behoeft een herverzekerd fonds, op grond van een wijziging van het Besluit FTK, niet langer rekening te houden met het kredietrisico. Het Vereist Eigen Vermogen (VEV) is ultimo 2011 dan ook gelijk aan het MVEV en bedraagt 0,1%.
Rapportage over Pension Fund Governance Door de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007 zijn de StAr-principes voor goed pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance, ‘PFG’) verankerd in het wettelijk kader. De 32 principes hebben betrekking op de volgende componenten: zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid, verantwoording en intern toezicht. De principes kenden een overgangsbepaling van een jaar en zijn derhalve verplicht van toepassing vanaf boekjaren beginnend op of na 1 januari 2008. Het beleid van het fonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. De verantwoordelijkheid hiervoor is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt in ieder geval het volgende in: Het beheersen van bedrijfsprocessen en bedrijfsrisico’s Integriteit De soliditeit van het fonds, waaronder wordt verstaan: het beheersen van financiële risico’s en het beheersen van andere risico’s die de soliditeit van het fonds kunnen aantasten Het beheersen van de financiële positie op de lange termijn door periodiek een continuïteitsanalyse te maken. Het fonds heeft op de volgende wijze invulling gegeven aan medezeggenschap binnen fonds: Instelling pensioenraad Instelling vergadering van deelnemers Instelling compliance officer en gedragscode Instelling verantwoordingsorgaan Instelling intern toezicht Pensioenraad De pensioenraad benoemt uit de kring van (gewezen) deelnemers en gepensioneerden drie bestuursleden.
17
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Vergadering van deelnemers Tenminste één maal per jaar wordt een vergadering van deelnemers gehouden teneinde de deelnemers in staat te stellen de jaarstukken en de accountantsverklaring aangaande het fonds vast te stellen. In het verslagjaar heeft op 6 december 2011 een vergadering van deelnemers plaatsgevonden. Instelling compliance officer en gedragscode Het fonds beschikt over een gedragscode. De gedragscode geeft regels en richtlijnen voor alle aan het fonds verbonden personen. Deze regels hebben onder meer tot doel het voorkomen van verstrengeling van belangen van het fonds en de privé-belangen van de verbonden personen. De gedragscode is door alle verbonden personen ondertekend. In 2011 werd de rol van compliance officer door de heer J.C. van Utteren RA vervuld. Deze is belast met het houden van toezicht op de naleving van de gedragscode. Verantwoordingsorgaan Het bestuur van een pensioenfonds moet een verantwoordingsorgaan instellen waaraan het verantwoording moet afleggen over het beleid van het pensioenfonds. In het verantwoordingsorgaan zijn de deelnemers, de pensioengerechtigden en de werkgever vertegenwoordigd. Iedere geleding heeft een derde van de zetels. Tijdens het overleg tussen het bestuur en het verantwoordingsorgaan, dat elk boekjaar minimaal eenmaal wordt gehouden zijn de volgende onderwerpen behandeld: Uitvoeringsovereenkomst Beleid Financiële en actuariële analyses Waarborgen voor interne beheersing Vooruitzichten. Het verantwoordingsorgaan heeft in het kader van zijn taakuitoefening kennisgenomen van het jaarverslag en de jaarrekening. Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan het recht advies uit te brengen over: Het vaststellen en wijzigen van de vergoedingsregeling voor bestuursleden Het wijzigen van het beleid ten aanzien van het verantwoordingsorgaan De vorm, inrichting en samenstelling van het interne toezicht Het vaststellen en wijzigen van een interne klachten- en geschillenprocedure Het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid Waarborgen voor interne beheersing. Visitatiecommissie Het fonds heeft een visitatiecommissie, bestaande uit drie onafhankellijke leden die allen deskundig zijn. De leden worden door het bestuur benoemd. In de Pensioenwet (PW) is in artikel 106 de bepaling opgenomen dat in de statuten van een fonds moet worden vermeld op welke wijze het interne toezicht is geregeld. De PW is op 1 januari 2007 van kracht geworden. De principes voor goed pensioenfonds bestuur (PFG-principes) geven verschillende mogelijkheden om invulling te geven aan het interne toezicht: een visitatiecommissie, een afzonderlijk orgaan, een one tier board en een auditcommissie. In de statuten van SPGV is in artikel 18 opgenomen dat het fonds een visitatiecommissie zal instellen. Het intern toezicht richt zich op de proceskant van het pensioenfonds. Het richt zich uitdrukkelijk niet op de vraag “wat” het bestuur heeft besloten, maar op de vraag “hoe” het 18
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
bestuur tot zijn besluitvorming komt: met andere woorden wordt er binnen het fonds op zorgvuldige wijze gewerkt. Onder “zorgvuldig” wordt in dit kader verstaan dat men goede procedures heeft en deze ook naleeft. De processen ten aanzien van deskundigheidsbevordering van het bestuur vallen hier ook onder. Het gaat hierbij om de vraag hoe het bestuur voldoet aan de eis van deskundigheid. De laatste visitatie dateert van 2009 welke rapportage in het jaarverslag over 2009 kort is samengevat. Het rapport is in 2010 nader besproken binnen het bestuur en heeft geleid tot het uitvoeren dan wel agenderen van een aantal actiepunten. In het boekjaar heeft geen hernieuwde visitatie plaatsgevonden en zijn de eerder geformuleerde actiepunten afgerond.
Oordeel van het verantwoordingsorgaan Het Verantwoordingsorgaan (V.O.) heeft over 2011 de volgende zaken geconstateerd en trekt hieruit de volgende conclusies:
De beoordeling van de cijfers heeft plaatsgevonden aan de hand van het concept jaarrapport. De uit deze beoordeling voortkomende vragen hebben geen invloed op de definitieve cijfers en zullen dank ook, deels, na afronding van dit verslag beantwoord worden. Het V.O. heeft in het verslagjaar twee maal vergaderd met het bestuur. Hierin is onder andere over de indexering (toeslagverlening) en de toekomst van het fonds gediscussieerd. Over de toekomst van zowel de SPGV als het huidige pensioenfonds van Solar zijn de onderzoeken en besprekingen nog gaande. Er zijn in deze nog geen beslissingen genomen. Het voornemen is om het geheel in 2012 af te ronden. Met uitzondering van de voorzitter vullen de bestuursleden hun functie deels naast hun dagtaak bij de Groothandel. Hierdoor staan hun bestuurlijke taken regelmatig onder grote druk, hetgeen niet bevorderlijk is voor de interne beheersing. Helaas is na een kortstondige, heftige ziekte de heer Bottelier ons in januari 2012 ontvallen. Hij was tot op het laatst zeer betrokken bij het wel en wee van het pensioenfonds. Wij zullen zijn inbreng missen. Het bestuur heeft begin mei 2012 de procedure gestart om een opvolger voor de heer Bottelier te benoemen, zodat de ontstane vacature weer wordt ingevuld.
Het Verantwoordingsorgaan Alkmaar, 14 mei 2012 J.H.P. de Groot (voorzitter) F.J.C.E. Bedeschi (secretaris)) (in memoriam) P.P.G Bottelier (lid)
Reactie van het bestuur op verslag verantwoordingsorgaan Het bestuur ziet het Verantwoordingsorgaan als een goede aanvulling op de organisatie van het fonds in het kader van een zo optimaal mogelijk functioneren van de Governance. Het bestuur dankt het Verantwoordingsorgaan voor haar inzet en oordeel. 19
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Het Bestuur Alkmaar 14 juni 2012
W. Visser
F.B. Esser
Voorzitter
Secretaris
STICHTING PENSIOENFONDS GROOTHANDEL VEGRO
20
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Jaarrekening
21
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Balans per 31 december 20111 Na bestemming van het saldo van baten en lasten
1
De in de balans, staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht opgenomen referenties verwijzen naar de corresponderende cijfers / referenties in de toelichting op de balans en staat van baten en lasten. 22
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Staat van baten en lasten over 2011
Kasstroomoverzicht Het fonds beheert geen liquiditeiten. Pensioenen worden door de herverzekeraar rechtstreeks uitgekeerd aan de rechthebbenden. Premies en koopsommen worden door de werkgever en anderen (in dien van toepassing) rechtstreeks aan de herverzekeraar betaald. Tegoeden van het fonds worden door de herverzekeraar in het depot beheerd. Een kasstroomoverzicht levert derhalve geen aanvullend inzicht in de financiële positie van het fonds en is aldus niet opgenomen in de jaarrekening.
23
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Toelichting op de balans en de staat van baten en lasten 1.
Inleiding
Het doel van Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden terzake van ouderdom en overlijden. Daarnaast verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Met de volgende onderneming had het pensioenfonds op 1 januari 2011 een uitvoeringsovereenkomst gesloten: Solar Nederland B.V. In de uitvoeringsovereenkomst is bepaald dat alleen die werknemers die voorheen in dienst waren bij Groothandel Vegro B.V en/of Holding Vegro B.V pensioen opbouwen bij het pensioenfonds. De overige werknemers in dienst van Solar Nederland B.V. alsmede nieuwe werknemers van Solar Nederland B.V. gaan deelnemen in de andere pensioenregeling van Solar Nederland B.V. De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.
2.
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
2.1. Algemeen Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde; De jaarrekening is opgesteld in euro’s; en Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. 2.2. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. 2.3. Schattingen en veronderstellingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van het fonds zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. 2.4. Opname van actief, verplichting, bate of last Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. 24
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
2.5. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. 2.6. Beleggingen voor risico pensioenfonds Het fonds houdt geen beleggingen aan voor eigen risico. 2.7. Beleggingen voor risico deelnemers Het fonds houdt geen beleggingen aan voor risico van de deelnemers. 2.8. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking heeft; Vorderingen: o De vorderingen uit het garantiecontract worden gelijkgesteld aan de hiertegenover staande voorziening voor pensioenverplichtingen waarbij rekening wordt gehouden met de kredietwaardigheid van de verzekeraar. o Vorderingen met betrekking tot winstdelingsregelingen in herverzekeringscontracten worden verantwoord op het moment van toekenning door de herverzekeraar; en o De niet direct uit lopende afrekeningen opeisbare vorderingen uit verzekeringspolissen worden op de balans in een afzonderlijke actiefpost opgenomen. Opeisbare vorderingen/schulden uit hoofde van lopende afrekeningen binnen de contractperiode worden opgenomen als kortlopende vorderingen/kortlopende schulden. 2.9. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. 2.10. Stichtingskapitaal en reserves Het fonds heeft geen stichtingskapitaal. De reserve (eigen vermogen) wordt bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen.
25
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
2.11. Technische voorzieningen (Voorziening pensioenverplichtingen) De voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico van het fonds (VPV) wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente, waarvoor de actuele rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB wordt gebruikt. Bij de berekening van de VPV is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt rekening gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De marktwaardebepaling van de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2011 is op de volgende uitgangspunten gebaseerd:
Intrestpercentages: De toekomstige uitkeringen zijn contant gemaakt met de intrestpercentages uit de rentetermijnstructuur (verder: RTS) die door De Nederlandsche Bank (verder: DNB) wordt voorgeschreven (zero coupon):
Overlevingskansen: Voor de overlevingskansen is gehanteerd de AG-Prognosetafel 2010-2060, met startjaar 2012. Om rekening te houden met een verwachte afwijking van de sterfte van de specifieke verzekerdenpopulatie ten op zichte van de algehele bevolking is rekening gehouden met leeftijdsafhankelijke correctiefactoren behorende bij een gemiddeld opleidingsniveau. Partnerfrequenties: Voor de aanspraken tot 1 januari 2009 geldt voor vrouwen en mannen een partnerfrequentie van 0,9. Voor aanspraken vanaf 1 januari 2009 wordt er gebruik gemaakt van de partnerfrequenties welke horen bij Collectief 2003 inclusief geregistreerd partner. Voor alle aanspraken geldt dat wanneer er sprake is van een uitruilbaar partnerpensioen er sprake is van een partnerfrequentie van 1,0 op pensioendatum. Leeftijdsverschil: Het leeftijdsverschil tussen verzekerde en verzorgde is op drie jaar gesteld (man drie jaar ouder); Wezenpensioenvoorziening: De voorziening voor het wezenpensioen is gelijk gesteld aan het per 31 december 2011 gereserveerde bedrag door NN verhoogd met de toeslagen per 1 januari 2012, zijnde € 117.135; en 26
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Excassokosten: In de VPV is rekening gehouden met een opslag voor excassokosten, bestaande uit de volgende onderdelen: o € 66 per post per uitkeringsjaar. Bij de pensioenen in opbouw is dit proportioneel toegepast in evenredigheid met de verhouding tussen opgebouwd en bereikbaar pensioen. De hoogte van dit onderdeel bedraagt ultimo 2011 € 429.831; o Voor de aanspraken vanaf 1 januari 2009 wordt er rekening gehouden van een opslag ter grootte van 1,5% van de voorziening. De hoogte van dit onderdeel bedraagt ultimo 2011 € 110.354; en o Verder wordt er een opslag geheven ter grootte van 1,5% op de arbeidsongeschiktheidsvoorziening (AOV). De hoogte van dit onderdeel bedraagt ultimo 2011 € 27.071.
2.12. Voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers Het fonds heeft geen regeling voor risico van de deelnemers.
3.
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
3.1. Algemeen De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorzieningen pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. 3.2. Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers) Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder aftrek van kortingen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. 3.3. Premiebijdragen risico deelnemers Het fonds heeft geen regeling voor risico deelnemers. 3.4. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Het fonds heeft geen beleggingen voor eigen risico. 3.5. Beleggingsresultaten risico deelnemers Het fonds heeft geen beleggingen voor risico deelnemers 3.6. Bijzondere waardeverminderingen Door het fonds wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. 3.7. Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
27
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
3.8. Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. 3.9. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen De mutatie voorziening pensioenverplichtingen betreft de wijziging in de waarde van de voorzieningen pensioenverplichtingen. 3.10. Mutatie pensioenverplichtingen voor risico deelnemers Het fonds heeft geen pensioenverplichtingen voor risico deelnemers. 3.11. Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen De mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen betreft de wijzigingen in de waarde van het herverzekeringsdeel technische voorzieningen. 3.12. Saldo overdrachten van rechten De post saldo overdracht van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. 3.13. Overige baten en lasten Overige baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
4.
Financiële vaste activa
4.1. Beleggingen voor risico fonds Het fonds belegt niet voor eigen risico. 4.2. Beleggingen in depot bij herverzekeraar Nationale-Nederlanden Het pensioenfonds heeft alle pensioenverplichtingen herverzekerd via een garantiecontract bij Nationale-Nederlanden. Het FTK voor herverzekerde pensioenfondsen schrijft voor dat in het geval van volledige herverzekering de aan te houden activa gelijk is aan de voorziening pensioenverplichtingen. Om deze reden wordt het beleggingsbeleid, dat herverzekeraar Nationale-Nederlanden in samenspraak met het fonds heeft opgesteld voor het gesepareerd beleggingsdepot dat voor het fonds wordt aangehouden, in dit jaarverslag niet nader toegelicht.
28
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
In onderstaande tabel is een overzicht van de aangehouden beleggingen ultimo 2010 en ultimo 2011 weergegeven:
5.
Beleggingen voor risico deelnemers
Er zijn geen beleggingen voor risico van de deelnemers.
29
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
6.
Vorderingen en overlopende activa
De overige vorderingen en overlopende activa hebben zich als volgt ontwikkeld:
Alle overige vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. De post te ontvangen betalingen waardeoverdrachten ’11 heeft betrekking op waardeoverdrachten die zijn gerealiseerd in 2011, maar waarvan de betaling niet in 2011 is verwerkt. De post te betalen indexatiekoopsom heeft betrekking op de nog niet in de rekening courant verwerkte koopsom ten behoeve van de per 1 januari 2012 toegekende toeslagen.
30
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
7.
Overige activa
Onder overige activa is opgenomen de waarde van het aan het fonds toekomende deel van het technische verzekeringsresultaat (overlijden, arbeidsongeschiktheid etc.). Elk jaar wordt de voorziening aangepast met het in dat jaar behaalde technische resultaat dat toekomt aan het fonds. Het technisch resultaat over 2011 was negatief voor het fonds en was groot € 267.473. Dit heeft tot gevolg dat de overige activa ultimo 2011 zou zakken met € 133.736 (50% van € 267.473) naar € 75.020 negatief. Echter, indien dit resultaat aan het einde van het contract negatief is, heeft het fonds niet de verplichting om dit negatieve resultaat af te rekenen. Derhalve is het negatieve technische verzekeringsresultaat ultimo 2011 niet opgenomen in de balans.
8.
Vrije reserve (eigen vermogen)
De vrije reserve (eigen vermogen) heeft zich als volgt ontwikkeld:
Het pensioenfonds is een volledig herverzekerd fonds, wat wil zeggen dat de verplichtingen door middel van een garantiecontract zijn verzekerd. Het fonds loopt derhalve geen verzekeringstechnisch risico en beleggingsrisico. Het fonds kan echter nog wel een kostenrisico en / of kredietrisico op de herverzekeraar lopen. De vermogenseisen die aan volledig herverzekerde pensioenfondsen worden gesteld, zijn in lijn met de grootte van deze risico's: Het kostenrisico bepaalt de hoogte van het Minimaal Vereist Eigen Vermogen (verder: MVEV) en is gelijk aan: 1% van de technische voorzieningen, indien beheerslasten zijn vastgelegd voor meer dan 5 jaar; of 25% van de jaarlijkse netto beheerslasten, indien de beheerslasten zijn vastgelegd voor 5 jaar of minder. Voor het pensioenfonds geldt een MVEV gelijk aan 25% van de jaarlijkse netto beheerslasten. Het MVEV bedraagt ultimo 2011 0,1%.
Vanaf 1 februari 2011 behoeft een herverzekerd fonds, op grond van een wijziging van het Besluit FTK, niet langer rekening te houden met het kredietrisico. Het Vereist Eigen Vermogen (VEV) is ultimo 2011 dan ook gelijk aan het MVEV en bedraagt 0,1%.
31
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
De aanwezige dekkingsgraad bedraagt ultimo 2011 106,7%. Deze dekkingsgraad is als volgt afgeleid:
9.
Technische voorzieningen
Voorziening pensioenverplichtingen De in het depot bij Nationale-Nederlanden aanwezige voorziening pensioenverplichtingen is door de actuaris omgerekend naar de waarderingsgrondslagen welke het fonds ingevolge de Pensioenwet in zijn ABTN heeft opgenomen. Deze uitgangspunten zijn beschreven in punt 2.16 van deze toelichting.
De mutatie van de voorziening op grondslagen fonds wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de opbouw van pensioenaanspraken, de toegekende toeslagen per 1 januari 2011 en 1 januari 2012, de gedane uitkeringen in het jaar en de wijziging van de rentetermijnstructuur. Herverzekeringscontracten Zoals eerder vermeld in de rapportage is de pensioenregeling van het fonds volledig herverzekerd middels een garantiecontract met Nationale-Nederlanden. Het fonds loopt door een contractuele uitkeringsgarantie geen beleggingsrisico’s tegenover de technische voorzieningen, en negatieve verzekeringstechnische risico’s worden door NationaleNederlanden gedragen.
10. Voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers Het fonds heeft geen pensioenverplichtingen voor risico van de deelnemers.
11. Risicobeheer en derivaten Beleid en risicobeheer Voor risicobeheer heeft het bestuur de beschikking over de volgende beleidsinstrumenten: ALM-beleid en duration-matching; Financieringsbeleid; Premiebeleid; Indexatiebeleid afhankelijk van de dekkingsgraad; Herverzekeringsbeleid; 32
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Risicobeleid alternatieve beleggingen; en Risicobeleid ten aanzien van uitbesteding.
Welke beleidsinstrumenten het bestuur op welke manier zal hanteren wordt bepaald op basis van uitvoerige analyses van de te verwachten toekomstige ontwikkelingen van de verplichtingen en de ontwikkelingen op de financiële markten. Voor deze analyses wordt onder andere gebruik gemaakt van een continuïteitsanalyse Een Asset-Liability Management-studies (ALM) studie analyseert de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s. Op basis van de uitkomsten van deze analyses stelt het bestuur jaarlijks beleggingsrichtlijnen vast waarop het door het fonds uit te voeren beleggingsbeleid wordt gebaseerd. De beleggingsrichtlijnen zetten uiteen binnen welke grenzen en normen het beleggingsbeleid moet worden uitgevoerd, en richten zich op het beheersen van de belangrijkste (beleggings)risico’s. Het bestuur heeft zijn beleid en de bijbehorende risico’s verwoord in de ABTN. De voornaamste risico’s die het bestuur onderkent zijn: 1. het beleggingsrisico 2. de verzekeringstechnische risico’s 3. de operationele risico’s 4. Systeemrisico 5. Toeslagenrisico 1. Beleggingsrisico (renterisico, marktrisico, valutarisico, prijsrisico, kredietrisico) Door het met Nationale-Nederlanden afgesloten garantiecontract loopt het fonds geen beleggingsrisico’s. Het fonds kent geen beleggingen buiten het garantiecontract om. Onderdeel van het beleggingsrisico is ook het kredietrisico op de herverzekeraar (NN). Vanaf 1 februari 2011 hoeft met dit kredietrisico niet langer rekening te worden gehouden en hoeft derhalve geen afslag op de vordering op NN te worden toegepast. Hoewel het fonds geen rekening behoeft te houden met de kredietafslag in de balansopstelling informeert het fonds wel de deelnemers en gepensioneerden over het feit dat er mogelijk een risico is ten aanzien van de kredietwaardigheid van NN. Het fonds loopt wel een rente-risico, omdat de pensioenverplichtingen op basis van een marktrente (de zogenaamde swap-curve) worden berekend. De waarde van de verplichtingen stijgt of daalt daardoor bij wijziging van de rentestand. Dit heeft invloed op de dekkingsgraad van het fonds. De herverzekeraar heeft in de nieuwe herverzekeringsovereenkomst het fonds de plicht opgelegd het renterisico voor 80% af te dekken en het fonds heeft dit gedaan door matching van de duratie van de beleggingen met de duratie van de verplichtingen. 2. Verzekeringstechnische risico’s Door de volledige herverzekering van de verplichtingen van het fonds zijn er geen neerwaartse verzekeringstechnische risico’s voor het fonds. Deze zijn afgedekt door het garantiecontract met NN. 3. Operationale risico’s Het bestuur realiseert zich dat bij de uitvoering van de pensioen- en 33
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
beleggingsactiviteiten mogelijk risico’s worden gelopen. Het bestuur heeft in 2009 en 2010 een analyse van de verschillende financiële- en niet-financiële risico’, gebaseerd op de Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode (FIRM) van DNB gemaakt. Op basis van deze analyse zijn nadere besprekingen gevoerd met de belangrijkste uitvoerders NN en INGIM om te spreken over de door het bestuur geconstateerde risico’s en de te nemen risicobeheersingmaatregelen. De beheersing van de kwaliteit en de uitvoering van de activiteiten van deze externe partijen wordt beheerst door de uitgebreide Service Level Agreements die met deze partijen zijn gesloten. 4. Systeemrisico Dit risico is niet te beïnvloeden door het fonds en is gekoppeld aan de uitvoering door NN. 5. Toeslagenrisico Het bestuur heeft de ambitie om toeslagen op de pensioenen te verstrekken volgens categorie D van de toeslagenmatrix. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. Er is derhalve geen recht op toeslag en het is ook voor de lange termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden.
12. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Niet toegekende indexaties; inhaalambitie Zie punt sectie ‘Inhaalindexaties’ op pagina 11. Verstrekte zekerheden en garanties Er zijn geen zekerheden en garanties verstrekt.
13. Verbonden partijen Transacties met bestuurders De bezoldiging van de bestuurders wordt nader toegelicht bij punt 35 van deze toelichting. De stichting heeft geen leningen verstrekt aan de (voormalige) bestuurders. Ook heeft de stichting geen vorderingen op de (voormalige) bestuurders. Overige transacties met verbonden partijen De stichting heeft een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met de werkgever ten aanzien van de uitvoering van het pensioenreglement. Hierin zijn de afspraken met betrekking tot de volgende zaken opgenomen: Begripsomschrijvingen; Aanbieding en acceptatie; Uitvoering van de pensioenregeling; ABTN; Vaststelling en aanwending van de pensioenpremie; Behandeling van overschotten en tekorten; Betaling van de pensioenpremie; Afwikkeling wederzijdse betalingsverplichtingen; Verstrekking van gegevens en informatie; Niet of te late betaling pensioenpremies; Voorwaardelijke toeslagverlening; Vaststellen en wijzigen pensioenreglement; Verplichtingen jegens bestuur en andere organen; en 34
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Duur van de overeenkomst.
De pensioenuitvoerings- en administratiekosten maken deel uit van de totale pensioenpremie welke door werkgever en werknemers wordt opgebracht.
14. Premiebijdragen (van werkgever en werknemers) De premiebijdragen van werkgever en werknemers bedragen in totaal 24,3% (2010: 24,3%) van de pensioengrondslag. Daarnaast heeft de werkgever in 2011 een extra bijdrage gestort ter grootte van € 210.756.
De kostendekkende, gedempte en feitelijke premies zijn als volgt (cf. art. 130 PW):
De gedempte kostendekkende premie is bepaald door het totaal van de aan Nationale-Nederlanden verschuldigd geworden premies en koopsommen (exclusief indexeringkoopsom) te verhogen met de bestuurskosten en een bijdrage tot instandhouding van het vereiste eigen vermogen. De feitelijke premie is de som van alle beschikbare bedragen uit hoofde van premies werkgever en werknemers en saldo waardeoverdrachten. De samenstelling van de gedempte kostendekkende en de feitelijke en premie is als volgt bepaald:
35
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
De gedempte kostendekkende premie en de feitelijke premie zijn beiden fors hoger dan vorig jaar, doordat in zowel de gedempte kostendekkende premie als in de feitelijke premie de waardeoverdrachten worden meegenomen. In 2011 heeft voor circa 100 deelnemers een overdracht plaatsgevonden van hun opgebouwde vroegpensioenaanspraken vanuit VPTECH naar het fonds. Dit veroorzaakt mede de relatief grote post waardeoverdrachten. Het verschil tussen de gedempte kostendekkende premie en de feitelijke premie wordt met name veroorzaakt door het resultaat op de interest van de rekening-courantverhouding met NN en de in- en uitgaande waardeoverdrachten in 2011. Hierin komt derhalve ook de relatief grote waardeoverdracht vanuit VP-TECH naar voren. In het jaar 2011 heeft de werkgever buiten de afgesproken premie van 24,3% een extra bijdrage betaald ter grootte van € 210.756.
15. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Het fonds heeft geen beleggingen voor eigen risico.
16. Premiebijdragen risico deelnemers De pensioenregeling kent geen premiebijdragen voor risico deelnemer.
17. Beleggingsresultaten risico deelnemers Het fonds heeft geen beleggingen voor risico van de deelnemers.
18. Overige baten De post overige baten is als volgt samengesteld:
36
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
19. Mutatie technische voorziening De mutatie van de naar eigen grondslagen omgerekende voorziening pensioenverplichtingen is niet geanalyseerd. Bij volledig herverzekerde pensioenfondsen wordt dit door DNB niet verlangd. De mutatie van de bij Nationale-Nederlanden aanwezige voorziening kan als volgt worden gespecificeerd:
20. Toeslagverlening en indexatie De deelnemers aan de regeling hebben recht op een voorwaardelijke toeslagverlening zoals aangeven in de sectie ‘Toeslagverlening’ op pagina 11. Het bestuur heeft besloten om per 1 januari 2011 een toeslag te verlenen van 1,34% aan de inactieve deelnemers. Het bestuur heeft besloten om per 1 januari 2012 een toeslag te verlenen van 1,00% aan de actieve deelnemers en van 2,47% aan de inactieve deelnemers. In het verslagjaar 2011 zijn zowel de toeslagverlening per 1 januari 2011 als de toeslagverlening per 1 januari 2012 verwerkt.
21. Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen kunnen als volgt worden onderverdeeld:
37
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
22. Pensioenuitvoeringskosten Naast de pensioenuitvoeringskosten die direct door het fonds worden gemaakt zijn er administratiekosten begrepen in de aan de herverzekeraar NN begrepen premies en koopsommen:
De kosten laten in 2011 een stijging zien ten opzichte van 2010. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt doordat vanaf 2011 de beheerskosten garantiecontract ad 135.796 (2011) als kostencomponent wordt verantwoord.
23. Mutatie herverzekeringsdeel technische voorziening Omdat het fonds volledig is herverzekerd, is de mutatie van het herverzekerde deel van de technische voorziening gelijk aan de mutatie van de technische voorziening (zie punten 13 en 26 van deze toelichting).
24. Premies en koopsommen herverzekering De betaalde bijdragen aan de herverzekeraar Nationale-Nederlanden kunnen als volgt worden onderverdeeld:
38
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
25. Saldo overdrachten van rechten De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. Daar tegenover staan de met de herverzekeraar verrekende bedragen, bepaald met de herverzekeringstarieven. Het actuarieel resultaat kan als volgt worden gespecificeerd:
In de tweede helft van 2011 is via individuele waardeoverdrachten de overdracht van ruim € 1.000.000 (voorziening) vroegpensioenaanspraken, afkomstig uit de Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel, bewerkstelligd. Voor een uitgebreidere toelichting verwijzen wij naar sectie ‘Fondsspecifieke ontwikkelingen’ op pagina 9. In onderstaande tabel is het resultaat op waardeoverdrachten nader gespecificeerd:
26. Mutatie correctie beheerskosten garantiecontract Ultimo 2010 werd de post ‘Correctie beheerskosten garantiecontract’ ad 136.333 ten onrechte opgevoerd in de balans. Deze post is in 2011 komen te vervallen. 27. Aantal personeelsleden Bij het fonds zijn geen werknemers in dienst. De werkzaamheden worden verricht door werknemers die in dienst zijn van de werkgever. De hieraan verbonden kosten bedragen circa € 0 (2010: € 0) en zijn voor rekening van de werkgever.
28. Bezoldiging bestuurders De bezoldiging voor de bestuurders tezamen bedraagt € 37.294 (2010: € 34.860).
39
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Alkmaar, juni 2012
W. Visser Voorzitter
F.B. Esser Secretaris
Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
40
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Overige gegevens
Gebeurtenissen na balansdatum Toeslagverlening per 1 januari 2012 Het bestuur besluit jaarlijks op basis van de financiële positie van het fonds of toeslagen verleend worden. Voor de bepaling van de financiële positie geldt de dekkingsgraad waarbij de negatieve overrente wel wordt meegenomen. Op grond van het bepaalde in de pensioenregeling ten aanzien van toeslagverlening (CAO-stijging voor actieve deelnemers en de CBS-prijsindex voor gepensioneerden en gewezen deelnemers) zouden de opgebouwde aanspraken met 1% en de ingegane pensioenen met 2,47% verhoogd kunnen worden. In december 2011 ten tijde van het bestuursbesluit over toeslagverlening lag deze dekkingsgraad van het fonds ten behoeve van de bepaling van de financiële ruimte voor indexatie op circa 105,7%. Dit lag boven de beleidsmatige grens van 103% en het bestuur heeft dan ook besloten met inachtneming van de financiële positie van het fonds volledige toeslagverlening toe te kennen hetgeen heeft geresulteerd in een verhoging van 2,47% voor de gepensioneerden en gewezen deelnemers en 1% voor de actieve deelnemers per 1 januari 2012. Deze toeslagen per 1 januari 2012 zijn meegenomen in de voorziening per 31 december 2011. Het gaat hierbij om een bedrag van € 1.008.711.
41
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Actuariële verklaring Actuariële verklaring bij de financiële positie van Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro per eind 2011
42
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Controleverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening .
45
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Appendix A: Afkortingen en begrippen ABTN APP FTK ALM Asset Benchmark Compliance Continuïteitsanalyse Dekkingsgraad Duration Duration-mismatch Feitelijke premie Financiële instrumenten Future FVP-bijdrage Gedempte premie Indexatie Inflatie Kostendekkende premie Nominaal Normportefeuille
Private equity Reële rentetermijnstructuur Reële dekkingsgraad Reëel Rentetermijnstructuur Slapers Swap
Swaption
Valutarisico Vastgoedfondsen Vastrentende waarden Verantwoordingsorgaan Visitatiecommissie Zakelijke waarden
Actuariële bedrijfstechnische nota Actuariële Principes Pensioenfondsen Financieel Toetsingskader Analyse van de onderlinge samenhang van de ontwikkeling van beleggingen en verplichtingen ter toetsing van het premie-, indexatie- en beleggingsbeleid Beleggingscategorie Norm waarmee kosten en prestaties van instellingen uit dezelfde sector worden vergeleken Handelen in overeenstemming met (in- en externe) wet- en regelgeving en integriteitsbeleid is bedoeld om inzicht te geven in de financiële opzet van een pensioenfonds en een oordeel te geven over de continuïteit van het fonds De mate waarin de toegezegde pensioenverplichtingen zijn gedekt door aanwezig vermogen is de gewogen gemiddelde looptijd van cashflows van vastrentende waarden is het verschil in duration tussen de beleggingen en de pensioenverplichtingen is de daadwerkelijke premie die betaald wordt door de werkgever en de deelnemers in de pensioenregeling omvatten ‘primaire’ financiële instrumenten zoals vorderingen en schulden, en afgeleide financiële instrumenten zoals opties, termijncontracten en swaps Op de beurs verhandeld termijncontract met verplichte levering van de onderliggende waarden in de toekomst tegen een vooraf vastgestelde prijs is een bijdrage aan de beperking van de pensioenbreuk bij werkloosheid is de berekening van de jaarlijkse premie op basis van verzekeringsgrondslagen’ Aanpassing van de toegezegde pensioenrechten aan de algemene loonontwikkeling in enig jaar; de indexatie is strikt voorwaardelijk Geldontwaarding is de kostendekkende premie die gelijk is aan de actuarieel benodigde premie voor de inkoop van de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioentoezegging Uitgedrukt in geldwaarde of procenten zonder rekening te houden met toekomstige loon- of prijsinflatie De vooraf gedefinieerde samenstelling van de beleggingsportefeuille met bijbehorende benchmarks, waaraan de behaalde beleggingsrendementen achteraf worden getoetst Participatie in het risicodragend vermogen van niet-beursgenoteerde ondernemingen bedraagt de nominale rentetermijnstructuur gecorrigeerd voor de mogelijke indexatie. is de verhouding tussen het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen rekening houdend met het volledig indexeren daarvan Uitgedrukt in geldwaarde of procenten, rekening houdend met toekomstige loon- of prijsinflatie is het verband tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds Deelnemers van een pensioenfonds die niet langer bij dit fonds pensioenrechten opbouwen is een overeenkomst tussen twee partijen waarbij wordt afgesproken om gedurende een bepaalde periode bepaalde betalingen met elkaar uit te wisselen, bijvoorbeeld het ruilen van vaste rentebetalingen en variabele rentebetalingen is een optie op een swap waarbij de eigenaar van de swaption het recht heeft, maar niet de verplichting, om een swap tegen voorafbepaalde voorwaarden af te sluiten op of voor de expiratiedatum van de swaption is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen in valutawisselkoersen Een beleggingsfonds waarvan het kapitaal is belegd in vastgoed Beleggingen met een vaste looptijd en een overeengekomen plan van rente en aflossing, zoals onderhandse leningen, obligaties en hypothecaire leningen is een orgaan waaraan het bestuur van het pensioenfonds verantwoording moet afleggen bestaat ten minste uit drie externe deskundigen; de visitatiecommissie beoordeelt minimaal één keer in de drie jaar het functioneren van het pensioenfonds Aandelen, private equity, commodities en onroerend goed
48
Jaarverslag 2011 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Appendix B: Dekkingsgraad In het meerjarenoverzicht zijn vier verschillende dekkingsgraden opgenomen. Hieronder wordt kort beschreven hoe deze worden berekend:
Wettelijke dekkingsgraad = (voorziening op marktwaarde + vrije reserve) / voorziening op marktwaarde
De vrije reserve is het verschil tussen de totale passiva en de voorziening op marktwaarde, zonder rekening te houden met het kredietrisico dat het fonds loopt op de vordering bij Nationale-Nederlanden.
Feitelijke dekkingsgraad = (voorziening op marktwaarde + vrije reserve -/- negatieve overrente) / voorziening op marktwaarde.
De feitelijke dekkingsgraad is de dekkingsgraad die door het bestuur wordt gebruikt voor de besluitvorming ten aanzien van de toeslagverlening. Bij de feitelijke dekkingsgraad wordt wel rekening gehouden met de negatieve overrente, maar niet met de afslag op de vordering bij Nationale-Nederlanden.
Minimaal vereiste dekkingsgraad = (voorziening op marktwaarde + minimum vereist eigen vermogen) / voorziening op marktwaarde.
Minimaal vereiste dekkingsgraad = (voorziening op marktwaarde + vereist eigen vermogen) / voorziening op marktwaarde.
49