Stichting EZDA
Jaarverslag 2011
Inhoudsopgave Dit jaarverslag is opgesteld door EZDA. Geen enkel deel van dit document mag – op welke wijze dan ook – gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming vooraf van EZDA. Stichting EZDA april 2012
Stichting EZDA
1 Stichting EZDA 1.1 Inleiding 1.2 Doelstelling EZDA 1.3 Participanten 1.4 Participanten Raad 1.5 Het bestuur 1.6 Kerntaken EZDA; rol van het bureau 1.7 ICT-beleidsoverleg 2 De inhoudelijke resultaten in 2011 2.1 Programma ZorgICT 2010 -2012 2.1.1 Deelnemers Programma; stuurgroep 2.1.2 Realisatiefase deel I 2011 2.1.3 Besluiten 2011 2.2 Lopende projecten 2.2.1 Medicatieveiligheid 2.2.2 Informatiebeveiliging in de zorg 2.2.3 eRadiologie 2.2.4 eOverdracht (POINT) 2.3 ICT-diensten 2.3.1 Berichtendienst 2.3.2 Regionale ICT-infrastructuur 3 Verkenning nieuwe ontwikkelingen / te verwachten projecten 3.1 Zorgverlenersportal 3.2 Lab4Apo 3.3 Zorg op afstand – platform zorg & ICT 4 Communicatie en PR 4.1 Opstellen en implementeren communicatieplan 5 Interregionale en landelijke samenwerking 5.1 De noodzaak van interregionale en landelijke samenwerking 5.1.1 Regiobijeenkomsten - regio’s en Nictiz 5.1.2 Regionaal Architectuur Platform (RAP) – regio’s en Nictiz 5.1.3 Taskforce Veldnormen Privacybescherming (TVP) – regio’s en Nictiz 5.1.4 Interregionaal overleg – overleg van de “RSO’s” Afkortingenlijst
Jaarverslag 2011 versie 0.9
3 3 3 4 4 5 5 5 6 7 7 7 9 10 10 11 11 12 13 13 15 17 17 18 18 20 20 21 21 21 21 22 22 23
2/23
Stichting EZDA
1
Stichting EZDA
1.1 Inleiding Stichting EZDA is op 17 november 2005 officieel opgericht na samenvoeging van de stichting Regionaal Informatie Netwerk Gezondheidszorg (RING) Amsterdam en het Platform Informatica Zorg Amsterdam (PIZA). EZDA heeft als rechtsopvolger van RING Amsterdam de bestaande activiteiten gecontinueerd. In december 2006 heeft de Participanten Raad het “meerjarenplan 2007 – 2010” goedgekeurd. Daarin zijn de speerpunten voor de periode 2007 -2010 beschreven inclusief de doelstellingen en de door participanten en EZDA te verrichten activiteiten en te behalen resultaten. Dit meerjarenplan legde de basis om de kwaliteit, de veiligheid en de diversiteit van de informatie-uitwisseling tussen de deelnemende partijen aanzienlijk te vergroten. In de afgelopen jaren is een aantal speerpunten uit het meerjarenplan gerealiseerd, waaronder de nieuwe berichtendienst, de Amsterdam ZorgeXchange (AmZX), Videoconferencing en implementatie BSN. Een aantal andere speerpunten waaronder informatiebeveiliging, aansluiting op het landelijk EMD, keteninformatisering en eRadiologie heeft meer tijd gevraagd dan oorspronkelijk voorzien. In 2009 is een start gemaakt met het Programma ZorgICT 2010-2012 waarvoor in een bestuurlijk overleg eind 2008 de basis is gelegd. De bestuurders hebben vastgesteld dat zij een gezamenlijke inspanning willen doen om de informatievoorziening en –uitwisseling met betrekking tot vier zorgthema’s, voor een deel aanvullend op de speerpunten van het meerjarenplan, te verbeteren. Deze thema’s zijn: CVA ketenzorg Dementie ketenzorg Medicatieveiligheid Basis Gevensset Zorg Begin 2010 is het besluit genomen om te starten met de definitiefase van het Programma. De definitiefase is in 2010 in twee delen doorlopen en met succes afgerond. In het eerste deel zijn onder andere de te behalen kwaliteit- en efficiencyverbeteringen in de vorm van indicatoren benoemd. Deze indicatoren zijn het vertrekpunt geweest voor deel 2 van de definitiefase, dat heeft geresulteerd in een programma van eisen en wensen (op vier gebieden: functioneel, financieel, privacy en informatiebeveiliging, standaarden en netwerkinfrastructuur), en een kostenbatenanalyse, exploitatiemodel en business cases voor de individuele deelnemers. Begin 2011 hebben de initiatiefnemers besloten te starten met deel 1 van de realisatiefase. Deze realisatiefase van het Programma ZorgICT 2010-2012, de afronding van het project eRadiologie, de implementatie van eOverdracht POINT, de doorlopende thema’s privacy en informatiebeveiliging, de zorgict diensten en enkele verkenningen van mogelijke toekomstige regionale communicatiediensten hebben samen de jaaragenda 2011 bepaald. Deze jaaragenda vormde de leidraad voor de activiteiten van het bureau van EZDA en de participanten. Dit jaarverslag is de weergave van de in 2011 uitgevoerde activiteiten en behaalde resultaten. 1.2 Doelstelling EZDA EZDA heeft tot doel: de elektronische informatie-uitwisseling tot stand te doen komen en te optimaliseren tussen alle betrokken zorgverleners en met de patiënt/cliënt, op alle terreinen van de zorg te weten Care, Cure en Preventie in de regio groot Amsterdam; het regionale Elektronisch Zorg Dossier tot stand te doen komen en te optimaliseren in nauwe samenwerking met alle betrokken zorginstellingen, zorgverleners, patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars, gemeente Amsterdam en andere relevante organisaties; hiermee een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de kwaliteit en de efficiency van de zorg en het zorgverleningsproces. In het meerjarenplan 2007 – 2010 is de volgende doelstelling geformuleerd: Gezamenlijke afstemming en actie op het gebied van ICT moet de komende jaren leiden tot: Hogere kwaliteit van de zorg voor de 1 miljoen burgers in de regio Amsterdam; Meer comfort voor de zorgverlener in zijn/haar werk, ondersteuning van het primaire (transmurale) proces; Jaarverslag 2011 versie 0.9
3/23
Stichting EZDA
Efficiëntere bedrijfsvoering voor de zorgaanbieders en zorgverzekeraars, dus de zorg ook de komende jaren betaalbaar houden.
Uit haar doelstelling volgt dat EZDA de belangrijke strategische opdracht heeft om alle Amsterdamse zorgaanbieders en andere betrokken partijen, zoals Patiëntenorganisaties, Gemeente Amsterdam en Zorgverzekeraar AGIS samen te brengen en te stimuleren tot samenwerking op het gebied van ZorgICT. EZDA speelt een katalyserende rol om bovengenoemde doelstellingen te kunnen realiseren. EZDA biedt daartoe het Platform waarop alle participanten elkaar kunnen ontmoeten op de verschillende niveaus: bestuurders, zorgverleners, ICT-managers, gebruikers van diensten, netwerkbeheerders, enz. Op bestuurlijk niveau wordt de gezamenlijke koers bepaald met betrekking tot ICT in de zorg en worden de speerpunten vastgesteld. 1.3 Participanten In 2011 waren de volgende participanten aangesloten bij de stichting EZDA: Academisch Medisch Centrum (AMC) AGIS Zorgverzekeringen* ATAL medisch diagnostisch centrum (laboratorium) Nederlands Kanker Instituut - Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis (NKI-AVL) Arkin (GGZ) BovenIJ Ziekenhuis Cliënten Belang Amsterdam Cordaan (Verpleging, verzorging, gehandicaptenzorg en thuiszorg) Stichting Open Zorg Informatie Amsterdam apotheken (SOZA) Gemeente Amsterdam, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) en Dienst Wonen, Zorg en Samenleven (DWZS) GGD Amsterdam GGZ inGeest Huisartsen Kring Amsterdam (HKA) Reade (Revalidatie en reumatologie) Onze Lieve Vrouw Gasthuis (OLVG) OsiraGroep (Verpleging, verzorging, gehandicaptenzorg en thuiszorg) Sint Lucas Andreas Ziekenhuis (SLAZ) Stichting Huisartsen Dienstenposten Amsterdam (SHDA) Slotervaart Ziekenhuis VU medisch centrum (VUmc) Ziekenhuis Amstelland (ZHA) Zonnehuisgroep Amstelland (ZHGA) * AGIS/Achmea heeft medio 2011 aangegeven als gevolg van herschikking van prioriteiten haar lidmaatschap van EZDA per 1 januari 2013 te beëindigen. 1.4 Participanten Raad Elke participant levert een bestuurlijke vertegenwoordiger voor de Participanten Raad. De kring der participanten is verdeeld in vier sectoren: ziekenhuizen; verpleging en verzorging, thuiszorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg; eerstelijns organisaties, huisartsenposten en laboratorium; overigen: zorgverzekeraar AGIS, patiëntenorganisatie Cliënten Belang Amsterdam, GGD Amsterdam, gemeente Amsterdam. De Participanten Raad is binnen de stichting het hoogste orgaan; zij keurt de door het bestuur voorgestelde jaarplannen, begrotingen en jaarverslagen goed en bepaalt daarmee het beleidskader voor bestuur en bureau. De Participanten Raad benoemt en ontslaat de leden van het Bestuur. De Participanten Raad heeft in het verslagjaar twee maal vergaderd. Alle participanten hebben in 2011 een bijdrage betaald in de organisatiekosten en in de kosten van elektronische communicatie.
Jaarverslag 2011 versie 0.9
4/23
Stichting EZDA
1.5 Het bestuur Het bestuur van de stichting bestaat uit 7 leden: de (onafhankelijke) voorzitter en zes leden die ieder een sector vertegenwoordigen. Het bestuur van EZDA was in 2011 als volgt samengesteld: Dhr. R.P.Th. Lannoye Mw. S.T. van Lonkhuijzen (GGZ in Geest)
Mw. M. Verstappen (AGIS) Dhr. W.A.B. Stalman (VUmc) Dhr. M.J. Kooy (SOZA) Dhr. J.H. Thiel (HKA)
Dhr. P.H.F.M. Moeskops (Osira Amstelring)
voorzitter lid, vertegenwoordiger sector GGZ en (tot 8 december) Verpleging en Verzorging en Gehandicaptenzorg lid, vertegenwoordiger sector overigen tot 1 september 2011 penningmeester, vertegenwoordiger sector ziekenhuizen lid, vertegenwoordiger sector eerstelijns organisaties adviserend lid van het bestuur, lid met ingang van 8 december 2011, vertegenwoordiger Huisartsen Kring Amsterdam lid met ingang van 8 december 2011, vertegenwoordiger Verpleging en Verzorging en Gehandicaptenzorg
Het bestuur heeft in het verslagjaar vier maal vergaderd. De Bestuursvergaderingen werden voorbereid en uitgewerkt door, en onder leiding van, de heer Straatman, directeur van het bureau. 1.6 Kerntaken EZDA; rol van het bureau EZDA heeft de volgende kerntaken: het bieden van een platformfunctie voor alle deelnemers ten behoeve van gezamenlijke visieontwikkeling, vaststellen beleidsspeerpunten, coördinatie en stimulering van de beleidsuitvoering; het voorbereiden van projecten door het vertalen van speerpunten in projectvoorstellen en het ondersteunen bij de implementatie; het initiëren en ondersteunen van innovatieve zorg-ICT ontwikkelingen; het afstemmen met landelijke ontwikkelingen en het bevorderen van standaardisatie; het optreden als contractpartij en kwaliteitsbewaker voor communicatiediensten ten behoeve van de deelnemers; het opbouwen, bundelen en beschikbaar stellen van kennis en expertise. Het bureau van EZD heeft de opdracht om invulling te geven aan deze kerntaken. In 2011 was de samenstelling van het bureau als volgt: Dhr. J.F.J. Straatman directeur Dhr. H.W.M. Barenbrug servicemanager Mw. J.L. de Boer secretariaat Mw. L. Bos programmamanager Mw. H.E. ter Veen secretariaat 1.7 ICT-beleidsoverleg Een belangrijke adviserende en implementatiebevorderende rol is weggelegd voor het ICTbeleidsoverleg. Voor dit overleg zijn de beleidsverantwoordelijke ICT-managers van alle aangesloten partijen uitgenodigd. Dit overleg adviseert bestuur en Participanten Raad, doet voorstellen voor nieuwe initiatieven, bevordert de realisatie van de speerpunten en draagt zorg voor onderlinge afstemming en draagvlak bij de implementatie van nieuwe toepassingen, standaarden en afspraken. Het ICT-beleidsoverleg vergaderde in 2011 tweemaal.
Jaarverslag 2011 versie 0.9
5/23
Stichting EZDA
2 De inhoudelijke resultaten in 2011 Deel 1 van de realisatiefase van het Programma ZorgICT, gericht op ondersteuning van CVA, Dementie, Medicatieveiligheid en Basis Gegevensset Zorg, stond prominent op de EZDA-agenda in 2011. Hiervan wordt verslag gedaan in Hoofdstuk 2.1. De uitwerking van de speerpunten uit het jaarplan 2011 wordt beschreven vanaf Hoofdstuk 2.2 en de voortgang van bestaande diensten in Hoofdstuk 2.3. Daarnaast heeft het bureau van EZDA op verzoek van participanten nog een aantal verkenningen uitgevoerd. Deze verkenningen geven antwoord op de vraag of er regionaal draagvlak is voor de ontwikkeling en/of implementatie van bepaalde ZorgICT diensten. De verkenningen komen aan de orde in Hoofdstuk 3. Care
Cure
Preventie
1. Programma Zorg-ICT • Medicatieveiligheid ICT opname- en ontslagmedicatie • CVA Keten Informatie Systeem • Dementie Keten Informatie Systeem • Basis Gegevensset Zorg • Generieke voorzieningen (privacy, patient consent, informatiebeveiliging, ICT-voorzieningen) 2. Lopende projecten • Medicatieveiligheid Regionaal receptenverkeer EMD landelijk (incl. UZI, GBZ) • Informatiebeveiliging in de zorg (NEN 7510 en NEN 7512) NEN 7510 NEN 7512 • eRadiologie • eOverdracht (POINT) 3. ICT-Diensten • Berichtendienst Edifactberichten Receptenverkeer Secure e-mail eVerwijzen (in ontwikkeling) Lab4Apo (in ontwikkeling) • Regionale infrastructuur MANza AmZX (Amsterdam Zorg eXchange) ZSP (Zorg Service Provider) Zorgnet - breedband netwerk zorgverleners (in ontwikkeling) • Videoconferencing 4. Verkenning nieuwe ontwikkelingen / te verwachten projecten • Zorgverlenersportal • Lab4APO • Zorg op afstand – platform zorg & ICT 5. Communicatie en PR • Opstellen communicatieplan Tabel 1: Speerpunten ZorgICT in de Amsterdamse zorg in het EZDA jaarplan 2011
Jaarverslag 2011 versie 0.9
6/23
Stichting EZDA
2.1 Programma ZorgICT 2010 -2012 Eind 2008 is in een workshop met bestuurders van EZDA participanten vastgesteld dat er voldoende gezamenlijke ambitie is in de Amsterdamse regio om concrete afspraken te maken en resultaten te boeken op het gebied van regionale Zorg ICT en het EPD. De aanwezige bestuurders hebben vier thema’s benoemd: 1. Medicatieveiligheid: het verbeteren van de patiëntveiligheid op het gebied van medicatie. 2. Basis Gegevensset Zorg: het ontwikkelen van een service waarmee de belangrijkste medisch relevante gegevens van de patiënt kunnen worden opgevraagd. 3. CVA ketenzorg: het verbeteren van de kwaliteit en de efficiency van de CVA ketenzorg door betere ICT-ondersteuning; 4. Dementie keten-/netwerkzorg: het verbeteren van de kwaliteit en de efficiency van de Dementie ketenzorg door betere ICT ondersteuning. De uitwerking van deze speerpunten, resulterend in het Programma ZorgICT 2010-2012, heeft in de loop van 2009 plaatsgevonden. Begin 2010 is door een elftal initiatiefnemers uit het EZDA netwerk besloten tot de start van het Programma ZorgICT Amsterdam 2010-2012. De definitiefase daarvan heeft in 2010 plaatsgevonden. In 2011 -realisatiefase deel 1- heeft de focus gelegen op het mogelijk maken van gefundeerde besluitvorming over het al dan niet starten van een aanbestedingstraject voor een regionale informatie- en communicatievoorziening: het EZDA RSP. 2.1.1
Deelnemers Programma; stuurgroep
Tien participanten hebben het voortouw genomen om de realisatiefase (deel 1) te financieren en uit te voeren. Deze initiatiefnemers zijn: Academisch Medisch Centrum (AMC) Arkin (GGZ) Cordaan (Verpleging, verzorging, gehandicaptenzorg en thuiszorg) Stichting Open Zorg Informatie Amsterdam (SOZA) GGZ inGeest Huisartsen Kring Amsterdam (HKA) Onze Lieve Vrouw Gasthuis (OLVG) Osira Amstelring (Verpleging, verzorging, gehandicaptenzorg en thuiszorg) Sint Lucas Andreas Ziekenhuis (SLAZ) VU medisch centrum (VUmc) De stuurgroep van het Programma ZorgICT bestond in 2011 uit: De heer R.P.Th. Lannoye, voorzitter EZDA bestuur en voorzitter stuurgroep; Mevrouw J. van Lonkhuijzen, bestuurder GGZ inGeest, lid EZDA bestuur; De heer M.J. Kooy, bestuurder SOZA, lid EZDA bestuur, bestuurlijk sponsor medicatieveiligheid; De heer W.A.B. Stalman, bestuurder VUmc, lid EZDA bestuur; De heer J.H. Thiel, bestuur HKA, lid EZDA bestuur; De heer V.W.G. Hogervorst, medisch directeur GAZO, bestuurlijk sponsor dementie; De heer P.H.F.M. Moeskops, bestuurder Osira Amstelring, bestuurlijk sponsor CVA; De heer R.J.M. Hopstaken, bestuurder AMC, bestuurlijk sponsor BGZ; De heer J.F.J. Straatman, directeur EZDA. Halverwege 2011 zijn de bestuurders van GGZ inGeest, AMC, VUmc en Osira Amstelring vervangen door een inhoudelijk betrokkene te weten: Dhr. A. Miedema namens GGZ inGeest Dhr. M. Ros, namens AMC Dhr. D. van Riet namens VUmc en; Dhr. B. Boekholt namens Osira Amstelring. De stuurgroep heeft in 2011 vier maal vergaderd. 2.1.2
Realisatiefase deel I 2011
Begin 2011 is de financiering rondgekomen en hebben de initiatiefnemers besloten te starten met deel I van de realisatiefase. Deze fase had tot doel in september 2011 een gefundeerd besluit te nemen met betrekking tot de aanbesteding van de regionale informatie- en communicatievoorziening. Jaarverslag 2011 versie 0.9
7/23
Stichting EZDA
De 1. 2. 3.
realisatiefase deel I bestond uit drie hoofdlijnen: Reduceren van, dan wel el meer grip krijgen op, de in de definitiefase benoemde onzekerheden; voorbereiden van de aanbesteding; en verankering van het programma in de organisatie van de zorginstellingen.
Figuur 2, Realisatiefase deel 1,drie drie hoofdlijnen. Om meer zekerheid te krijgen over het draagvlak voor het programma is onderzocht of: In het Programma van Eisen en Wensen gevraagde functionaliteit voldoende aansluit bij wat zorgverleners ‘nuttig en noodzakelijk’ vinden; en Met meer zekerheid gesteld kan worden dat de beoogde baten realiseerbaar zijn en daarvoor ‘eigenaren’ binnen de organisaties van de initiatiefnemers aan te wijzen zijn ten behoeve van batenrealisatie. Om meer zekerheid te krijgen over de haalbaarheid van het programma is onderzocht of: Marktpartijen tegen acceptabele commerciële voorwaarden en binnen gestelde tijdskaders gevraagde functionaliteit kunnen leveren; Het in de definitiefase geformuleerde beleid op het gebied van privacy en informatiebeveiliging in voldoende mate en binnen gestelde gestelde tijdskaders waargemaakt worden door instellingen en (individuele) zorgverleners; en De benodigde financiering op basis van (bijgestelde) kostenkosten en bateninschatting door beoogde financiers gedekt wordt. Daarnaast is er een blauwdruk opgeleverd voor de regionale beheer organisatie. Deze is tot stand gekomen in samenwerking met de relevante ICT-disciplines ICT disciplines van de initiatiefnemers. 2.1.2.1 Uitkomst Realisatiefase deel I Realisatiefase deel I heeft de volgende inzichten opgeleverd met betrekking tot de haalbaarheid haalbaar en het draagvlak voor een EZDA RSP met zorgservices Actueel Medicatie Overzicht (AMO), Basis Gegevensset Zorg (BGZ), Dementie Keten Informatie Systeem (KIS) en CVA KIS.
Haalbaarheid Met betrekking tot de haalbaarheid blijven een paar belangrijke onzekerheden, en daarmee risico’s, ook in het vervolg van de realisatiefase een rol spelen. De belangrijkste zijn: 1.
Onzekerheid met betrekking tot de financiering van (de exploitatie van) een EZDA RSP conform ontwerp 2010 tengevolge van het terugtrekken van van Agis | Achmea als mogelijke financier voor het Programma en het vooralsnog ontbreken van financiële garanties van de initiatiefnemers.
Jaarverslag 2011 versie 0.9
8/23
Stichting EZDA
2.
Onzekerheid over de mogelijkheden voor integratie | co-existentie van regionale infrastructuren met de AORTA infrastructuur1. Sinds 4 april 2011, de dag waarop de Eerste Kamer de wet op het EPD definitief heeft afgewezen, is er voortdurend onzekerheid geweest over een private doorstart van het EPD. Pas medio december is duidelijk geworden dat het initiatief van de zorgkoepels (KNMP, LHV en VHN) resulteert in de continuering van de landelijke infrastructuur in 2012. Inmiddels is duidelijk dat de transitie van de huidige beheerorganisatie (NICTIZ) van het Landelijk Schakel Punt (LSP) naar een nieuw in te richten organisatie SZC2 en het operationeel krijgen van het LSP met voldoende aangesloten zorgverleners het leeuwendeel van 2012 in beslag zal nemen. De vraag of en hoe de door SZC te leveren (EMD+ en HWG3) diensten te integreren zijn in al bestaande regionale infrastructuren met bestaande (en nog te ontwikkelen) zorgservices, zal niet op korte termijn beantwoord worden.
Draagvlak Draagvlak onder zorgverleners Voor wat betreft het Actueel Medicatie Overzicht (AMO) is er geen twijfel mogelijk over de door zorgverleners ervaren nut en noodzaak. Naast de eigen professionele integriteit maakt ook de door de IGZ verplicht gestelde “richtlijn medicatieoverdracht4” dat de druk op het realiseren van een AMO groot is. Voor de (Basis Gegevensset Zorg) BGZ in haar huidige vorm is onder de huisartsen weinig draagvlak. De huisartsen zijn van mening dat zij al over ‘de BGZ’ beschikken. Pas wanneer de BGZ met meerdere elementen uit het Continuity of Care Record (CCR) uitgebreid wordt5, gaat deze (mogelijk) meerwaarde leveren in de huisartsenpraktijk. 2e lijns zorgverleners zijn meer overtuigd van nut en noodzaak van de BGZ, zowel vanuit het oogpunt van kwaliteitswinst als administratieve lastenverlichting6. Er is geen eenduidig en haalbaar beeld ontstaan van de inhoud van een CVA ketendossier (als onderdeel van een CVA KIS). Men is wel overtuigd van nut en noodzaak van betere overdrachten binnen de CVA keten. Vanuit de ‘digitale afdrukken’ van deze overdrachten én de in ontwikkeling zijnde landelijke zorgstandaard voor CVA|TIA ketenzorg kan ervaringsgewijs gewerkt worden aan de definitie van ‘het CVA ketendossier’. Voor een dementie KIS waarbij in eerste instantie de coördinatoren van meldpunt(en) en casemanagers ondersteund worden, is veel draagvlak. 2.1.3
Besluiten 2011
Gegeven de resterende onzekerheden is besloten om in 2012 met een aangepaste programmascope door te gaan en daarvoor concrete (ict) oplossingen uit te werken met huidige leveranciers van de al bestaande EZDA infrastructuur. Aangepaste programmascope Door de onduidelijkheid over of, wanneer, op welke wijze en tegen welke voorwaarden (AORTA) diensten als EMD+ en HWG ter beschikking komen, is de programmascope tot nader order beperkt tot het ontwikkelen van zorgict diensten voor 2e en 3e lijns zorginstellingen. Het programma levert eind 2012 de werkprocessen, de bijbehorende ict voorzieningen en exploitatie-organisatie op voor de volgende ict services: eOverdracht op basis van “BGZ|CCR”, CVA en meerdere klinische domeinen. Vanuit deze ontwikkeling wordt onderzocht of opbouw van de BGZ in de 2e lijn, t.b.v. andere zorgprocessen dan overdracht, mogelijk is. Dementie KIS bij ten minste één van de ketens (stadsdeel georiënteerd) in gebruik, en: Afhankelijk van landelijke ontwikkelingen een “AMO service”. 1
infrastructuur van het landelijk EPD, nu: “elektronische gegevensuitwisseling in de zorg”. Zie ook paragraaf 2.2.1.2 Servicecentrum Zorg Communicatie 3 Elektronisch Medicatie Dossier en Huisarts Waarneem Gegevens 4 De richtlijn stelt dat er bij elk contact met een voorschrijver er een actueel medicatieoverzicht beschikbaar is waarop het medisch handelen wordt gebaseerd. 5 De eerste versie van het BGZ bevat een aantal van de 17 categorieën gegevens van het CCR (Continuity of Care Record). De idee is om uiteindelijk een volledig CCR op te bouwen, maar deze zal gefaseerd opgebouwd worden. 6 Laatste geldt met name voor het personeel dat met het achterhalen van gegevens belast is. Voor de specialisten zelf zit er mogelijk een extra registratielast om voor een actuele en complete BGZ zorg te dragen. 2
Jaarverslag 2011 versie 0.9
9/23
Stichting EZDA
Geen RfP, wel voorlopige “directe gunning” Met de inmiddels tot zekere wasdom gekomen Amsterdamse zorgict initiatieven7 beschikken we mogelijk al voor een significant deel over de benodigde infrastructuur voor de aangepaste scope van het programma. Vanuit dat oogpunt is het aanbesteden van een infrastructuur waarover EZDA voor een groot deel al beschikt geen zinnige route. Daarnaast kunnen op dit moment kunnen niet de gewenste financiële garanties afgeven worden, die nodig zijn voor een meerjarige exploitatie overeenkomst. Daarom is besloten om met de leveranciers van de huidige EZDA infrastructuur om tafel gaan, om te bezien op welke wijze deze infrastructuur beter benut kan worden ten behoeve van de (aangepaste) programmascope. 2.2 2.2.1
Lopende projecten Medicatieveiligheid
2.2.1.1 Medicatieveiligheid, regionaal receptenverkeer Met betrekking tot het poliklinische receptenverkeer is in 2011 geen vordering gemaakt. Mede ten gevolge van de vertraagde implementatie van het landelijke EMD had deze vorm van receptenverkeer voor de ziekenhuizen en de openbare apothekers geen prioriteit. Door onvolkomenheden in de applicatie van de huisartsenposten is het ook in 2011 niet gelukt om vanuit de huisartsenposten in 2011 elektronische recepten te versturen aan de apothekers. Voor het regionale receptenverkeer tussen huisartsen en apothekers wordt verwezen naar de paragraaf over het berichtenverkeer. Het onderzoek naar de haalbaarheid van het versturen van klinische ontslagreceptuur, conform de door openbare apothekers en ziekenhuisapothekers gewenste specificaties, is onderdeel geworden van het Programma ZorgICT Amsterdam 2010-2012 (thema “medicatieveiligheid”). 2.2.1.2 Medicatieveiligheid, EMD landelijk, LSP Begin 2011 hadden ca. 100 Amsterdamse apotheken de medicatiegegevens van ca. 350.000 Amsterdammers aangemeld op het Landelijk Schakel Punt (LSP). In de praktijk werd echter nog weinig gebruik gemaakt van de landelijke gegevensuitwisseling. Onder auspiciën van de SOZA is daarom van december 2010 tot maart 2011 een praktijktest LSP uitgevoerd in het werkgebied van de dienstapotheek in Amsterdam West; 25 apotheken participeerden in deze test. Vastgesteld is dat het raadplegen van het EMD via het LSP meerwaarde heeft boven het raadplegen van de regionale OZIS-server. Het werken met de UZI-pas bleek echter voor de meeste apotheken onoverkomelijke problemen op te leveren. Het wisselen van werkplek met de UZI-pas levert te veel vertraging op. Het beleidsvoornemen van de SOZA om het OZIS-systeem voor de Amsterdamse apotheken zo snel mogelijk te vervangen door het landelijk EMD staat door bovengenoemde implementatieproblemen sterk onder druk. Met het tweede onderdeel van het landelijke EPD, het Waarneem Dossier Huisartsen (WDH), is in 2010 onder de vlag van 1ste Lijn Amsterdam en de Huisartsenposten in Amsterdam Zuidoost een begin gemaakt. Eind 2010 is een praktijktest gestart waarin de Huisartsenpost in Zuidoost en de huisartsen van de stichting Gezondheidscentra Amsterdam Zuidoost (GAZO) participeerden. Deze praktijktest heeft uitgewezen dat raadplegen van het Waarneemdossier via het LSP meerwaarde oplevert voor de behandeling. Begin april werd de wet EPD in de Eerste Kamer afgewezen. Daarmee leek de verdere invoering van het landelijke EMD en WDH via het LSP van de baan. In de tweede helft van 2011 hebben de landelijke koepels (LHV, KNMP, NHG, VHN) in samenwerking met Nictiz en ZN een plan ontwikkeld om het LSP in ieder geval voor 2012 door te starten. Uitgangspunten daarbij zijn het toepassen van opt-in (uitdrukkelijke toestemming van de patiënt), regionalisatie (begrenzing van de toegankelijkheid tot zorgverleners binnen een regio) en levering/beheer van de landelijke zorginfrastructuur (LSP) door een private organisatie: het Servicecentrum ZorgCommunicatie (SZC). Als verantwoordelijke partij voor de landelijke gegevensuitwisseling in de zin van de WBP is de Vereniging van Zorgaanbieders Voor Zorgcommunicatie (VZVZ) opgericht. Alle zorgaanbieders die gebruikmaken van de landelijke 7
XDS infrastructuur ten behoeve van de “eBeeldenservice” en de implementatie van een “eOverdracht” applicatie
Jaarverslag 2011 versie 0.9
10/23
Stichting EZDA
zorginfrastructuur worden lid van deze vereniging. Regio-organisaties als EZDA krijgen een plek in de Gebruikersraad van de VZVZ. Voor dit doorstartplan lijkt bij de huisartsen, apothekers en huisartsenposten voldoende steun te zijn. De eerste helft van 2012 zal in het teken staan van het inrichten van de organisatie en het voorbereiden van de regionale implementaties, waarmee in september de meerwaarde van het LSP moet worden aangetoond. In het vierde kwartaal van 2012 moeten voldoende zorgaanbieders hun handtekening zetten onder een meerjarencontract met het SZC om het voortbestaan van de landelijke zorginfrastructuur zeker te stellen. 2.2.2
Informatiebeveiliging in de zorg
2.2.2.1 NEN 7510, NEN 7512 De werkgroep NEN 7510 had in 2011 10 leden, (7 ziekenhuizen, 1 huisartsenlab, 2 GGZinstellingen). De werkgroep heeft vier keer vergaderd. Een belangrijk agendapunt was de in opdracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) eind 2010 in alle ziekenhuizen uitgevoerde externe audit informatiebeveiliging. In werkgroepverband heeft terugkoppeling en bespreking van de resultaten van de audits plaatsgevonden. Belangrijke doelstelling van deze besprekingen was om te leren van elkaars oplossingen en expertise. Afgesproken is om het onderwerp Continuïteitsbeheer van de informatievoorziening in 2012 op de agenda te zetten. De werkgroep NEN7510 heeft in 2011 een actieve rol gespeeld als klankbordgroep binnen het Programma ZorgICT met betrekking tot het onderwerp privacy, informatiebeveiliging en autorisatierichtlijnen. Ook ondersteunde de werkgroep de implementatie van afspraken en richtlijnen met betrekking tot patiënttoestemming en autorisatie in het kader van de eBeeldendienst. De samen met andere regio’s en Nictiz ontwikkelde landelijke gedragscode Elektronische Zorginformatie Uitwisseling vormt daarbij het uitgangspunt. Het belang van de (landelijke) gedragscode neemt door het wegvallen van het wettelijk kader aanzienlijk toe. Niet alleen de regionale, ook de landelijke zorginformatie-uitwisseling zal onder het “regime” van de gedragscode gaan vallen. Het gesprek met de landelijke koepels over de gedragscode loopt. In 2012 zal een werkgroep van de NEN zich bezighouden met de ontwikkeling van een landelijke norm voor autorisatie. Hierbij komt de focus te liggen op de transmurale informatie-uitwisseling. Enkele leden van de EZDA werkgroep NEN7510 participeren in deze NEN-werkgroep. Belangrijke onderwerpen voor 2012 zijn het opstellen van een regionaal convenant voor de (transmurale) informatie-uitwisseling met bijbehorende modelparagraaf voor het privacyreglement, aansluitvoorwaarden en (generieke) autorisatierichtlijnen Ook zal er gewerkt worden aan het uniformeren van de procedures met betrekking tot het opvragen en ontvangen van externe informatie. 2.2.3 eRadiologie Het project eRadiologie had tot doel in een pilot de uitwisseling van radiologische beelden en verslagen tussen een aantal Amsterdamse ziekenhuizen op basis van internationale standaarden uit te testen en (boven)regionale en landelijke opschaling voor te bereiden. Deze pilot is in nauwe samenwerking met en met financiële ondersteuning van Nictiz uitgevoerd als onderdeel van het landelijke programma eRadiologie. Vier ziekenhuizen hebben in de pilot geparticipeerd: AMC, BovenIJ, NKI/AVL en OLVG. In januari 2011 zijn de pilottesten afgerond met enkele goed bezochte demosessies: daar werd de uitwisseling van beelden en verslagen tussen de drie ziekenhuizen live getoond. De sessies gaven een goed inzicht in de mogelijkheden van de toepassing: de reacties van zorgverleners waren zeer positief. De XDS-infrastructuur blijkt goed te werken en het MANza-netwerk is uitstekend bruikbaar voor deze toepasssing. De definitieve resultaten van het project eRadiologie in Amsterdam, inclusief een evaluatierapport, zijn eind maart aangeboden aan Nictiz: Het document Procesbeschrijving ten bate van de use cases verwijzen, second opinion, publiceren en opvragen;
Jaarverslag 2011 versie 0.9
11/23
Stichting EZDA
Het concept Architectuurdocument voor landelijke opschaling; het is aan Nictiz om aansluiting op de landelijke Aorta infrastructuur verder uit te werken; Het document Privacy en security bevat o.a. beleid en richtlijnen met betrekking tot patiënttoestemming; In het concept Convenant digitale beeld- en verslaguitwisseling zijn de implementatierichtlijnen en afspraken vastgelegd tussen de partijen die deelnemen aan digitale beelduitwisseling; Het document Business Case en Business Model. Aanbevolen wordt om niet te focussen op alleen het vervangen van CD’s/DVD’s, maar aan te sluiten bij bestaande samenwerkingsverbanden en specifieke bedrijfsprocessen tussen ziekenhuizen voor de uitrol van de regionale beeldenservice; Het Evaluatierapport levert een kritische beschouwing van het totale project, beschrijft de lessons learned en doet aanbevelingen voor test- en implementatietrajecten.
Vijf ziekenhuizen ((AMC, BovenIJ, OLVG, SLAZ en Flevoziekenhuis) hebben op basis van de projectresultaten besloten om in 2012 gebruik te gaan maken van een regionale Beeldendienst. Deze Beeldendienst kan naast radiologische beelden ook de uitwisseling van cardiologische beelden ondersteunen. De voorbereidingen zijn in de tweede helft van 2011 getroffen. EZDA heeft een contract afgesloten voor de regionale XDS-infrastructuur en de ziekenhuizen zijn gestart met de interne voorbereidingen. Het streven is om de Beeldendienst in Q2 van 2012 op te starten. 2.2.4 eOverdracht (POINT) Point is een in Den Haag ontwikkelde ICT-toepassing ter ondersteuning van de transfers van patiënten uit de ziekenhuizen naar revalidatie, verpleging & verzorging en thuiszorg. Medio december 2010 is door alle betrokken instellingen en organisaties8 besloten om per 1 april 2011 te starten met de implementatie van POINT. Managers van de transferpunten/servicepunten van de aangesloten organisaties hebben zitting in de stuurgroep die wordt voorgezeten door de directeur van EZDA. Een regionale projectleider heeft de implementatie voorbereid en de zorgaanbieders ondersteund bij de inrichting en het in gebruik nemen van de POINT-applicatie. De implementatie van POINT verliep langzamer dan verwacht. Oorzaken: de realisatie van de technische koppelingen tussen ziekenhuis informatiesystemen en POINT duurde enkele maanden, zorgaanbieders kampten met onvoldoende personele bezetting en de adoptie van POINT door de gebruikers had de nodige voeten in de aarde. De uitrol naar alle afdelingen in de ziekenhuizen was eind 2011 nog niet afgerond. De schatting is dat eind 2011 ongeveer 25% van de transfers tussen de deelnemende organisaties met behulp van POINT werd gerealiseerd. EZDA heeft namens de zorgaanbieders een contract afgesloten voor een jaar. In 2012 zal besloten worden over continuering van het contract. Belangrijke voorwaarden hiervoor zijn positieve gebruikerservaringen en zodanige aanpassingen in POINT dat de toepassing naadloos aansluit op (de (architectuur van) de gemeenschappelijke ICT-voorziening (RSP) die in het kader van het Programma ZorgICT wordt gerealiseerd. POINT moet zich ontwikkelen tot een generieke eOverdracht dienst die ook de medisch en verpleegkundig inhoudelijke overdrachten faciliteert. Samen met andere regio’s is op landelijk niveau met het CIZ9 overlegd over de terugkoppeling van het indicatiebesluit aan de gebruikers van POINT. Eind 2011 heeft dat nog niet geleid tot een positieve reactie van het CIZ. Door het grote aantal deelnemers heeft de stuurgroep zich ontwikkeld tot een brede tafel van vertegenwoordigers uit de care en de ziekenhuizen, waar veel aspecten van de samenwerking aan de orde kunnen komen. Naast aandacht voor de praktische ingebruikneming van POINT, besteedde de stuurgroep in toenemende mate aandacht aan organisatorische en inhoudelijke onderwerpen zoals de wenselijkheid van capaciteitsregistratie, gewenste responstijden naar aanleiding van een verzoek tot transfer en de daarvoor noodzakelijke medische en verpleegkundige informatie. De bespreking van deze onderwerpen is voorbereid en ondersteund door een beleidsmedewerker van de SIGRA. Het doel is om te komen tot goede afspraken en rapportages en adviezen aan de bestuurders van de betrokken organisaties. In 2012 zal deze rol van de stuurgroep worden gecontinueerd.
8
AMC, BovenIJ ziekenhuis, OLVG, VUmc, Amsta, Buurtzorg, Cordaan, Evean, Leven&Zorg, Osira Amstelring en ZGAO. In de loop van 2011 hebben ook Ziekenhuis Amstelland, NKI/AVL en Zonnehuisgroep Amstelland besloten om aan te sluiten op POINT 9 Centrum Indicatiestelling Zorg Jaarverslag 2011 versie 0.9
12/23
Stichting EZDA
In 2012 blijft actieve ondersteuning van nieuwe gebruikers en de brede uitrol van groot belang. Het volume van de transfers moet flink groeien. Daarnaast zijn de ontwikkeling van POINT tot de gewenste generieke eOverdacht dienst, de gebruikersevaluatie en de contractverlening de belangrijkste thema’s voor 2012. 2.3 2.3.1
ICT-diensten Berichtendienst
2.3.1.1 Edifactberichten Via de berichtendienst wisselen de Amsterdamse huisartsen, apothekers, paramedici, ziekenhuizen, GGD, GGZ Cordaan en ATAL-mdc, medisch inhoudelijke berichten uit. Het gaat om opname- en ontslagberichten, specialistenbrieven, radiologieverslagen, paramedische rapportages, berichten van diëtisten en wijkverpleegkundigen, recept- en afleverberichten, waarneemberichten van huisartsenposten aan huisartsen. Ook zorgverleners in andere regio’s wisselen berichten uit met zorgpartijen in de regio Amsterdam. Het aantal deelnemers aan het berichtenverkeer neemt gestaag toe. Enerzijds omdat men zich realiseert dat gestructureerde informatie eenvoudig te verwerken is en anderzijds raakt men zich ervan bewust dat reguliere e-mail niet voorziet in voldoende maatregelen om privacy te waarborgen. Zo werden in 2011 45 paramedische praktijken aangesloten waarmee het totaal op 155 kwam. Hier zijn met name rapportage aan de huisarts en elektronisch verwijzen door de huisarts de drijfveren. Eind 2011 zijn Cordaan Thuiszorg, Cordaan Diëtetiek en De Bascule aangesloten die hun communicatie met huisartsen en specialisten willen optimaliseren. In 2012 zal eBrieven, een product van Magistro, vaker toegepast gaan worden. Wij verwachten dat op korte termijn ook bij andere doelgroepen zoals kraamzorg en medisch specialisten Secure E-mail ingang zal vinden. Het berichtenverkeer had in 2008 een volume van 3,0 miljoen en steeg in 2009 tot 3,2 miljoen berichten. In 2010 werden ruim 3,5 miljoen berichten verwerkt. De teller voor 2011 stopte op 31 december bij 4.141.747 verzonden berichten. Een stijging van maar liefst 17%. Zie voor een overzicht van de samenstelling en de ontwikkeling van het berichtenverkeer over de afgelopen jaren figuur 3.
Jaarverslag 2011 versie 0.9
13/23
Stichting EZDA
4500000 4000000 3500000 paramed. verslag 3000000
waarneembericht HAP zkh mutatie bericht
2500000
receptverstrekking 2000000
receptvoorschrift
1500000
specialisten verslag radiologie verslag
1000000
laboratorium uitslag
500000 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Figuur 3: Elektronisch berichtenverkeer RING Amsterdam 2006 - 2011 Onderstaande tabel geeft de groei van het aantal deelnemers in het elektronische berichtenverkeer weer. Opvallend is de toename van het aantal paramedische abonnees. De verwachting is dat deze doelgroep ook in 2012 een significante toename zal laten zien. Groei eerstelijns zorgmail deelnemers in 2011
2010
2011
Aangesloten huisartspraktijken en gezondheidscentra
275
277
Aangesloten apotheken
116
119
Aangesloten paramedische praktijken
110
155
Aangesloten huisartsen
501
522
Aangesloten apothekers
116
119
Aangesloten paramedische zorgverleners
344
530
Geactiveerde Secure E-mail postbussen
735
898
2.3.1.2 Receptenverkeer Het aantal door apotheken ontvangen receptvoorschriften is in 2011 ten opzichte van 2010 gegroeid met ruim 14%. Het aantal aan huisartsen verzonden verstrekkingsberichten is echter gestegen met maar liefst 41%. Deze toename lijkt het gevolg van de invoering van de landelijke richtlijn overdracht medicatiegegevens, die alle voorschrijvers en apothekers verplicht om binnen 24 uur te beschikken over een Actueel Medicatie Overzicht (AMO). Verzending van het verstrekkingsbericht door de apotheek aan de huisarts geeft de huisarts een beter inzicht in de aan zijn/haar patiënten verstrekte geneesmiddelen. Ontwikkeling receptenverkeer sinds 2006
Jaarverslag 2011 versie 0.9
14/23
Stichting EZDA
2006
2007
2008
2009
2010
receptvoorschrift
708.000
798.000
935.000
974.000 1.073.000 1.226.000
receptverstrekking
400.000
414.000
538.000
544.000
594.000
2011 840.000
De in vorige jaren ondervonden problematiek met betrekking tot het receptenverkeer zijn goeddeels opgelost. Helpdeskrapportages laten een significante daling zien van het aantal meldingen die betrekking hebben op receptenverkeer. 2.3.1.3 Secure E-mail De functionaliteit om intercollegiaal op een beveiligde wijze te kunnen e-mailen maakt onderdeel uit van de berichtendienst. In 2009 en 2010 zijn alle huisartsen en apotheken aangesloten. Aanvankelijk werd Secure E-mail aarzelend gebruikt maar het besef dat “gewone” mail ongeschikt is voor het uitwisselen van vertrouwelijke informatie begint nu algemeen post te vatten. Steeds meer huisartsen activeren hun account, maar helaas zijn er nog veel huisartsen die deze faciliteit niet omarmd hebben. GGZ inGeest en Arkin hebben Secure E-mail in gebruik om elektronische verwijzingen te kunnen ontvangen. Ook de Bascule heeft hier een begin mee gemaakt. De GGD heeft Secure E-mail op grote schaal geïmplementeerd binnen de eigen gelederen en bij vertrouwenspersonen op de Amsterdamse scholen. In de loop van 2011 zijn vele communicatiepartners van de GGD aangesloten op Secure Email. Dit heeft geleid tot minder voor de hand liggende abonnees. Veel zorginhoudelijke informatie wordt gedeeld met instellingen van sociaal / maatschappelijke aard. Ook is een begin gemaakt met het aansluiten van JGZ verpleegkundigen en OKC’s10. Cordaan heeft ten bate van de Diëtisten en het project “De Zichtbare Schakel” voor wijkverpleegkundigen een abonnement op Secure E-mail genomen. Om de communicatie naar huisartsen te vergemakkelijken maakt Cordaan naast Secure E-mail ook gebruik van eBrieven. Deze variant zorgt ervoor dat vrije tekst omgezet wordt in een Edifactberichten die direct door de informatiesystemen van huisartsen gelezen kunnen worden. Eind 2011 waren er 898 geactiveerde secure e-mailpostbussen. 2.3.1.4 eVerwijzen Het project eVerwijzen rond het AMC, waarin de opzet was dat de huisartsen vanuit hun HIS elektronische verwijsbrieven versturen aan de specialisten, is eind 2011 gestaakt door het AMC. Niet alle HIS-en blijken in staat om verwijsbrieven te verzenden en de ontvangende applicatie in het AMC bleek niet te voldoen. Het AMC heeft EZDA gevraagd om te verkennen of andere ziekenhuizen en de huisartsen bereid zijn om gezamenlijk een andere toepassing voor eVerwijzen te gaan gebruiken. EZDA heeft deze verkenning op haar agenda gezet voor het eerste kwartaal van 2012. Het BovenIJ ziekenhuis en de huisartsen in Amsterdam Noord maken gebruik van ZorgDomein voor de elektronische verwijzingen. ATAL-mdc gaat ZorgDomein gebruiken voor het elektronisch aanvragen van laboratoriumonderzoeken door huisartsen. In 2011 is gestart met implementatie bij een beperkt aantal huisartsen. GGZ inGeest en Arkin kunnen inmiddels e-Verwijzingen ontvangen en verwerken. Vooralsnog zal er een variant gebruikt worden waarbij de huisarts met behulp van Edifact verwijst en bij de berichtendienst omgezet wordt naar secure e-mail. Knelpunt is ook hier de gebrekkige manier waarop een verwijsbrief aangemaakt kan worden in de verschillende HIS-sen. 2.3.2
Regionale ICT-infrastructuur
2.3.2.1 MANza netwerk voor de ziekenhuizen EZDA is contractpartij voor de leverancier van het glasvezelnetwerk (KPN) en voor de leverancier van de netwerkapparatuur en de beheerdiensten (Vancis). EZDA heeft mantelovereenkomsten en SLA’s afgesloten met beide leveranciers.
10
Jeugd GezondheidsZorg verpleegkundigen, verbonden aan Ouder-Kind Centra
Jaarverslag 2011 versie 0.9
15/23
Stichting EZDA
Alle deelnemende ziekenhuizen met uitzondering van het NKI-AVL zijn aangesloten op het MANza netwerk. Dit netwerk was in eerste instantie bedoeld om de onderlinge informatie-uitwisseling tussen de deelnemers te bevorderen en te faciliteren. Inmiddels maken zeven ziekenhuizen ook voor hun toegang tot het internet gebruik van het MANza netwerk. Het NKI-AVL heeft in het kader van het eRadiologie-project interesse getoond voor een aansluiting op het MANza netwerk. In 2011 is intensiever gebruik gemaakt van de capaciteit. Door videconferencing, fusies en samenwerkingsverbanden is het verkeer op het MANza netwerk en naar de AmZX toegenomen. In 2008 hebben de ICT hoofden van de MANza ziekenhuizen het beleid met betrekking tot het gebruik van het MANza netwerk bijgesteld, zodat ook bedrijfskritische applicaties gebruik kunnen maken van dit netwerk. In 2012 zullen actieve componenten vervangen worden. Daartoe is in 2011 begonnen met het maken van een nieuw ontwerp voor het MANza netwerk. Door de behoefte aan hogere bandbreedtes en gescheiden verkeersstromen wordt gewerkt aan een ontwerp op basis van lichtpaden. Een techniek waarbij er gebruik gemaakt wordt van verschillende lichtkleuren. 2.3.2.2 AmZX De AmZX blijft zich langzaam maar zeker ontwikkelen. Via de AmZX kan er met een groot scala aan zorgpartijen in Amsterdam, Kennemerland, Noord Holland en Friesland zorginformatie uitgewisseld worden. Aangesloten partijen op de AmZX per december 2011 Zorgnetwerken
Stichting Gerrit (Friesland) Zorgring Noord Holland Noord Stichting Digitale Snelweg Kennemerland
Zorgpartijen
AMC Amsta BovenIJ ziekenhuis Cordaan De Bascule Flevoziekenhuis GGD Amsterdam OLVG Reade SLAZ Slotervaart ziekenhuis VUmc Ziekenhuis Amstelland
In voorbereiding Dienstenleveranciers
Jaarverslag 2011 versie 0.9
GGZ Oost Brabant SARA
LSP
Techxx E.Novation
POINT Zorgmail en beeldendienst
Visions Connected
Videoconferencing
16/23
Stichting EZDA
2.3.2.3 ZSP SARA is in 2011 opnieuw gekwalificeerd als Zorg Service Provider (ZSP) door Nictiz. Daarmee biedt SARA de connectiviteit met het LSP. Ook is SARA in 2011 ISO 27001 gekwalificeerd waardoor de best mogelijke dienstverlening aan zorgpartijen gewaarborgd is. 2.3.2.4 Zorgnet - breedband Netwerk zorgverleners Op verzoek van huisartsen onderzoekt EZDA de mogelijkheid om een professioneel, kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar beveiligd communicatienetwerk voor de eerstelijn te realiseren met aansluiting op de AmZX en het MANza netwerk. Huisartsen en andere eerstelijns zorgverleners krijgen steeds meer behoefte aan professionele verbindingen waarmee het Informatiesysteem in hun praktijken door een ASP-leverancier kan worden gehost en waarmee o.a. de berichtendienst en in de toekomst het Landelijke Schakel Punt en/of Regionale infrastructuren bereikt kunnen worden voor de aansluiting op het landelijke EPD. Het belang van een kwalitatief hoogwaardig en professioneel netwerk is groot, omdat de tot op heden gebruikte consumenteninternetverbindingen niet betrouwbaar genoeg zijn. De prijsstelling van de bestaande netwerken wordt door de huisartsen als te hoog ervaren. Voor EZDA is een dergelijk zorgnetwerk van belang omdat daarmee de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de informatie-uitwisseling wordt verhoogd. Doelstelling is om de diensten voor connectiviteit die al bestaan, zoals de AmZX en de ZSP (SARA), te koppelen aan het eerstelijns zorgnetwerk en deze daardoor beter te gaan benutten. Dit heeft in 2011 geleid tot een ontwerp waaraan invulling is gegeven door Vancis en Vodafone. Een pilot is gepland in het eerste kwartaal van 2012. 2.3.2.5 Videoconferencing Het onderwerp videoconferencing (VC) is in 2008 onder impuls van het Integraal Kankercentrum Amsterdam (IKA) in een stroomversnelling gekomen. Voor de ziekenhuizen die aangesloten zijn op MANza is sinds begin 2010 een videocommunicatiedienst beschikbaar op de AmZX. Deze dienst maakt videoconferencing mogelijk met externe partijen zoals de Surfnet dienst, maar ook met andere gebruikers van het MANzanetwerk en de AmZX. AMC en VUmc maken direct (via hun Surfnetverbindingen) gebruik van de Surfnet VC-dienst. Vier MANza ziekenhuizen (Amstelland, BovenIJ, OLVG en SLAZ) zijn aangesloten op de VC-dienst via de AmZX. Gebruikers in deze vier ziekenhuizen tonen zich tevreden over de kwaliteit en de mogelijkheden van deze dienst. De leverancier van de dienst, Visions Connected, heeft eind 2011 een initiatief ontwikkeld dat ten doel heeft de vindbaarheid van Video Conferencing adressen in de zorg en het connecteren naar andere zorgverleners te verbeteren. Dit initiatief kan het beste vergeleken worden met een universeel “telefoonboek” met daaraan gekoppeld een “doorverbind service”. Een pilot moet in 2012 uitwijzen of het systeem voorziet in de gewenste functionaliteit.
3 Verkenning nieuwe ontwikkelingen / te verwachten projecten Naast de in de vorige hoofdstukken beschreven werkzaamheden heeft het bureau van EZDA op verzoek van participanten nog een aantal verkenningen uitgevoerd. Deze verkenningen moeten een antwoord geven op de vraag of er regionaal draagvlak is voor de ontwikkeling en/of implementatie van bepaalde ZorgICT diensten. Het betreft diensten die de kwaliteit en de efficiency van de zorg in de regio kunnen verbeteren en die een meerwaarde kunnen opleveren voor de dienstverlening van EZDA aan haar participanten. Het EZDA-bureau de volgende verkenningen uitgevoerd. 3.1 Zorgverlenersportal De HKA heeft EZDA gevraagd om te onderzoeken op welke wijze huisartsen een uniforme toegang kunnen krijgen tot het toenemend aantal zorgverlenerportalen van ziekenhuizen en andere instellingen in Amsterdam. Die zorgverlenerportalen maken het huisartsen (en andere zorgverleners) mogelijk om bij de betreffende instellingen voor hun eigen patiënten op een veilige manier relevante
Jaarverslag 2011 versie 0.9
17/23
Stichting EZDA
medische gegevens te raadplegen. Het gaat dan bijvoorbeeld om laboratoriumuitslagen, uitslagen van andere onderzoeken en bevindingen van specialisten. Op dit moment krijgt een huisarts op een unieke wijze toegang tot elke instellingsportaal (uniek gebruikersID, wachtwoord en/of token). Naarmate het aantal portalen toeneemt, wordt de situatie voor de huisartsen lastiger. De inrichting van een regionale zorgportaal biedt mogelijk een oplossing voor uniforme toegang. EZDA heeft begin 2010 een werkgroep ingericht die de mogelijke oplossingen voor uniforme toegang heeft onderzocht. Naast vertegenwoordigers van ziekenhuizen, huisartsen en apothekers, participeerde ook een vertegenwoordiger van Nictiz in deze groep, omdat de geschetste problematiek in heel Nederland speelt. De werkgroep heeft in april 2010 uitgangspunten en randvoorwaarden geformuleerd en vervolgens de verschillende opties voor Single sign-on uitgewerkt. Eén van de uitgangspunten is om de toegang te gaan regelen met behulp van de UZI-pas. Vervolgens heeft E.novation de opdracht gekregen om een analyse van de technische mogelijkheden uit te voeren en een voorstel te ontwikkelen. Dit voorstel is eind 2010 opgeleverd en wordt als input gebruikt voor het Programma ZorgICT, waarin ook een regionaal portaal is voorzien. In 2011 is er door een aantal partijen aangedrongen op voortgang. In de realisatiefase van het Programma in 2012 moet de zorgverlenersportal een plaats krijgen. 3.2 Lab4Apo SOZA heeft in 2010 en 2011 samen met EZDA verkend op welke wijze relevante laboratoriumuitslagen van patiënten geautomatiseerd aan de apotheken toegestuurd kunnen worden. Het gaat om de ondersteuning van huisartsen en apothekers die afspraken hebben gemaakt over de bewaking van geneesmiddeldoseringen bij patiënten met bijvoorbeeld nierproblemen of problemen met de bloedstolling. Apothekers kunnen op basis van de laboratoriumuitslagen een advies uitbrengen over eventueel gewenste aanpassing van de dosering. De bedoeling is dat een kopie van uitslagen van relevante laboratoriumonderzoeken met toestemming van de patiënt elektronisch aan de apotheek wordt toegezonden. In een aantal bijeenkomsten met huisartsen en apothekers is het proces in kaart gebracht en zijn de wensen en voorwaarden geformuleerd. Belangrijke aandachtspunten zijn de toestemming van de patiënt, privacybescherming en medewerking/instemming van de huisarts, die aanvrager van de labonderzoeken is. Mede op initiatief van EZDA heeft E.novation deze nieuwe functionaliteit binnen de berichtendienst ondersteund. In 2010 is een pilot gestart om te zien of aan alle voorwaarden wordt voldaan. Op zich is de proef geslaagd, zodat de deelnemers aan de pilot de patiëntengroep willen vergroten. E.novation heeft echter laten weten dat de implementatie te veel handwerk vraagt en dat uitbreiding niet verder ondersteund zal worden. SOZA/EZDA zijn in 2011 in overleg getreden met ATAL-mdc om te bespreken of het kopiëren en versturen van berichten aan de bron (laboratorium informatiesysteem) een reële mogelijkheid is. ATAL-mdc heeft toegezegd dit te onderzoeken. Daarnaast gaat ATAL-mdc via een portaal (Cyberlab) zorgverleners de mogelijkheid bieden om labuitslagen van patiënten, die daarvoor toestemming hebben gegeven, in te zien. Beide mogelijkheden worden in 2012 verder verkend en zo mogelijk uitgewerkt. 3.3 Zorg op afstand – platform zorg & ICT SIGRA heeft de V&V (Care)instellingen uitgenodigd voor een startbijeenkomst van het Platform Zorg&ICT gehouden op 15 juni, dat gericht was op kennisdeling en ontwikkeling van producten en diensten op het gebied van zorg op afstand. SIGRA heeft EZDA gevraagd om mee te denken en mee te werken aan dit Platform. Een aantal EZDA-leden speelt een actieve rol op dit gebied. Zo levert Cordaan een bijdrage aan het HealthLab project. Omdat dit onderwerp (nog) niet op de EZDA-agenda staat, was hiervoor in 2011 geen capaciteit beschikbaar. Waar mogelijk zal EZDA in 2012 ondersteuning bieden, deelnemen aan de Platformbijeenkomsten en samen met SIGRA een plan maken voor de toekomst.
Jaarverslag 2011 versie 0.9
18/23
Stichting EZDA
Jaarverslag 2011 versie 0.9
19/23
Stichting EZDA
4 Communicatie en PR 4.1
Opstellen en implementeren communicatieplan
In 2011 is het onderwerp communicatie opgenomen in het jaarplan. Doelstelling is om de werkzaamheden van EZDA en de behaalde resultaten meer onder de aandacht te brengen van alle betrokken partijen en de bekendheid van EZDA te vergroten. Aandacht voor communicatie en PR moeten een onderdeel worden van de werkwijze en de routine van het EZDA bureau Met ondersteuning van een communicatieadviseur is samen met enkele participantvertegenwoordigers een stakeholderanalyse gemaakt. Op basis van deze analyse is een communicatieplan voor EZDA opgesteld. Belangrijke conclusie is dat EZDA als enige en herkenbare merknaam gecommuniceerd moet worden. Care instellingen/organisaties in brede zin en zorgverleners in Care en Cure worden naast de (potentiële) deelnemers in Programma en projecten de belangrijkste doelgroepen voor de communicatie en PR van EZDA. Aandacht voor geschikte communicatiemomenten is inmiddels een vast agendapunt voor het bureau. De kernboodschap van EZDA en inhoud en structuur van de website worden begin 2012 onder de loep genomen. In 2012 zal een nieuwe website worden opgeleverd.
Jaarverslag 2011 versie 0.9
20/23
5 Interregionale en landelijke samenwerking 5.1
De noodzaak van interregionale en landelijke samenwerking
Amsterdam is geen eiland in de zorgwereld. Het werkgebied van een groot deel van de Amsterdamse zorgaanbieders houdt niet op bij het bordje “einde bebouwde kom” van Amsterdam. Patiënten/cliënten komen soms van ver buiten de Amsterdamse regio. Voor de ziekenhuizen was de deelname van Nictiz in het eRadiologieproject ten behoeve van de toekomstige landelijke opschaling een must. De implementatieactiviteiten voor het landelijke EPD vonden plaats in nauwe samenwerking tussen SOZA, 1stelijn Amsterdam, Nictiz en EZDA. Informatie-uitwisseling met zorgaanbieders in (naburige) regio’s en implementatie van het EPD maakt dus afstemming en samenwerking met andere regio’s en Nictiz noodzakelijk; afstemming ten aanzien van: het gebruik van standaarden; de inzet van landelijke middelen als UZI en DigiD; de toepassing van landelijke richtlijnen m.b.t. privacybeleid en patiënteninformatie; nieuwe ontwikkelingen als eRadiologie, eCardiologie, eSpoed, eLab, zorgportalen; en de integratie tussen regionale en landelijke informatie- en communicatievoorzieningen (RSP en LSP, XDS en Aorta), die in meerdere regio’s op de agenda staat. De medewerkers van EZDA participeren daarom in een aantal landelijke overleggen, die voor een deel door Nictiz worden ondersteund. 5.1.1
Regiobijeenkomsten - regio’s en Nictiz
Informatie en kennisdeling voor regiodirecteuren. Vier keer per jaar komen directeuren van regionale zorg-ICT samenwerkingsorganisaties bij elkaar voor het delen van kennis en ervaring. Tijdens de bijeenkomsten informeert Nictiz de regiovertegenwoordigers ook over de voortgang van landelijke ontwikkelingen in ICT in de zorg. Andere onderwerpen zijn bijvoorbeeld informatieuitwisseling voor regionale en landelijke zorgnetwerken. De bijeenkomsten zijn verder een uitgelezen kans om specifieke zaken te bespreken met landelijke organisaties als de (para)medische zorgkoepels. De belangrijkste agendapunten in 2011 waren de doorstart van de landelijke infrastructuur (LSP) na het verwerpen van de Wet op het EPD in de Eerste Kamer, de toekomst van Nictiz als landelijke standaarden en kennisorganisatie, de gedragscode elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (EGiZ)en de samenwerking tussen de regio-organisaties. De directeur van EZDA is lid van de agendacommissie voor dit overleg; hij bezocht in 2012 deze regiobijeenkomsten. 5.1.2
Regionaal Architectuur Platform (RAP) – regio’s en Nictiz
Kennisdeling staat ook centraal in het Regionaal Architectuur Platform (RAP). Vijf keer per jaar komen vertegenwoordigers van zorg-ICT regio-organisaties bij elkaar onder voorzitterschap van Nictiz. Hier gaat het vooral om kennis rond ICT-architectuur, ofwel de implementatie van zorginnovatie. Diverse regio’s en Nictiz werken in het RAP aan bijvoorbeeld een overzicht van regionale ICT-architectuur, een gezamenlijke visie voor landelijke infrastructuur en het ontwikkelen en uitwerken van nieuwe ideeën voor ICT in de zorg. De bevindingen van de werkgroep worden vastgelegd in publicaties. Directeur en Programmamanager van EZDA participeerden in 2011 afwisselend in het RAP, afhankelijk van de geagendeerde onderwerpen. Input vanuit het RAP is gebruikt t.b.v. het Programma ZorgICT en de verkenning voor het Regionaal Zorgportaal. Belangrijke thema’s in het RAP waren in 2011: de ontwikkeling van het Visiedocument “Referentiekader regionale informatie-uitwisseling in de zorg”. Dit document dient voor alle regio’s als uitgangspunt bij de ontwikkeling en realisatie van de regionale ICT-architectuur en de regionale zorgict diensten Dit jaarverslag is opgesteld door EZDA. Geen enkel deel van dit document mag – op welke wijze dan ook – gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming vooraf van EZDA. Stichting EZDA april 2012
Stichting EZDA
de (on)mogelijkheden van de landelijke infrastructuur (EMD en WDH) voor het realiseren/beschikbaar stellen van het Actueel Medicatie Overzicht en de Basis Gegevensset Zorg in de regio’s.
5.1.3
Taskforce Veldnormen Privacybescherming (TVP) – regio’s en Nictiz
Heldere en werkbare privacyregels voor gegevensuitwisseling zijn een randvoorwaarde voor betrouwbare en veilige elektronische informatie-uitwisseling in de zorg. Over het onderwerp bestaat onduidelijkheid. Bestaande wetten bieden in de praktijk weinig houvast. In de Taskforce Veldnormen Privacybescherming (TVP) heeft Nictiz samen met een aantal regio’s de afgelopen 2 jaar gewerkt aan heldere en werkbare gedragsregels voor gegevensuitwisseling. De bijbehorende normen voor voorzieningen worden ook vastgelegd. De regels moeten in de praktijk leiden tot een optimale balans tussen privacybescherming en adequate informatievoorziening in de vorm van een gedragscode Elektronisch Zorginformatie Uitwisseling. TVP toetst de gedragscode met het College Bescherming Persoonsgegevens . De directeur van EZDA is lid van de TVP en woonde in 2011 de overleggen bij. De gedragscode stond model binnen het project Privacy en informatiebeveiliging van het EZDA Programma ZorgICT en het project eRadiologie. Het overleg over de Gedragscode met de landelijke koepels (KNMP, LHV, NHG en VHN) is eind 2011 afgerond. In het eerste kwartaal van 2012 zal de definitieve versie worden voorgelegd aan de besturen van de koepels en na vaststelling aan het CBP. 5.1.4
Interregionaal overleg – overleg van de “RSO’s”
In een aantal regio’s is de samenwerking tussen zorgaanbieders op het gebied van ZorgICT in gestructureerde samenwerkingsverbanden zoals EZDA georganiseerd. De volgende regio’s kennen een zogenaamde Regionale SamenwerkingsOrganisatie: Den Haag (RSO Haaglanden) Friesland (stichting Gerrit) Leiden, Amstelveen, Alphen ad Rijn (Sleutelnet) Noord Holland Noord (Zorgring Noord Holland Noord) Rotterdam en omgeving (Rijnmondnet) Twente (IZIT) Amsterdam (EZDA) Kennemerland (SDSK) De directeuren van deze RSO’s overleggen met enige regelmaat over verschillende onderwerpen. In 2011 stonden de volgende onderwerpen op de agenda: De doorstart van de landelijke infrastructuur en de samenwerking met de Gebruikersraad, De mogelijkheden voor samenwerking bij de ontwikkeling en realisatie van de regionale ICTarchitectuur en zorgict diensten Gezamenlijk optrekken richting leveranciers van zorgict diensten
Jaarverslag 2011 versie 0.9
22/23
Stichting EZDA
Afkortingenlijst AIS
Apotheek Informatie Systeem
AmZX
Amsterdam Zorg eXchange
ASP
Application Service Provider / Apotheek Service Punt
BGZ
Basis Gegevensset Zorg
BSN
Burger Service Nummer
CBP
College Bescherming Persoonsgegevens
CCR
Continuity of Care Record
CIZ
Centrum Indicatiestelling Zorg
CVA
Cerebro Vasculair Accident (beroerte)
CWDM
Coarse Wavelength Division Multiplexing
EMD
Elektronisch Medicatie Dossier
EPD
Elektronisch Patiënten Dossier
EZDA
Elektronisch Zorg Dossier Amsterdam
GBZ
Goed Beheerd Zorgsysteem
GGD
Geneeskundige en GezondheidsDienst
GGZ
Geestelijke GezondheidsZorg
HAP
Huisartsenpost
HIS
Huisarts Informatie Systeem
HKA
Huisartsen Kring Amsterdam
HPA
Stichting HuisartsenPosten Amsterdam
IGZ
Inspectie voor de Gezondheidszorg
IKA
Integraal Kanker Centrum Amsterdam
LSP
Landelijk Schakelpunt
JGZ
Jeugd GezondheidsZorg
MANza
Metropolitan Area Network ziekenhuizen Amsterdam (glasvezelnetwerk Ziekenhuizen)
OKC
Ouder-Kind Centrum
OZIS
Open Zorg Informatie Systeem
RAP
Regionaal Architectuur Platform
RSO
Regionale Samenwerkings Organisaties
SOZA
Stichting Open Zorginformatiesysteem Amsterdam (OZIS Apotheken)
TVP
Taskforce Veldnormen Privacy
UZI
Unieke Zorgverlener Identificatie
VC
VideoConferencing
VHN
Vereniging Huisartsenposten Nederland
VWS
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
WDH
Waarneem Dossier Huisartsen
XDS
Cross Document Sharing
ZIS
Ziekenhuis Informatie Systeem
ZSP
Zorg Service Provider
Jaarverslag 2011 versie 0.9
23/23