Stichting Fonds voor
Cu
ltu u rpartici patie
Bestuursverslag 201 I
'\r'\ !,
Vasfgesúe
ld door de bestuurder op: 11 apflt 2012
Goedgekeurd door de Raad va
lnhoudsopgave
Blz.
1.
lnleiding
2.
Prestatieafspraken
3.
Kwalitatieve beschrijving van de verrichte activiteiten
4. 5. rr.
17
Werkwijze adviescommissies en bezwarencommissie
Bestuursverslag 1.
lnleiding
Voor u ligt het bestuursverslag van het Fonds voor Cultuurparticipatie over 2011. ln het derde jaar van deze beleidsperiode is volop gewerkt aan de uitvoering van de Plusregeling, de samenwerking met gemeenten en provincies, en de beide programma's Muziek in ieder kind en Het beste van twee werelden. De inspanningen op het gebied van muziekeducatie kregen een extra impuls door de samenwerking met het Oranje Fonds op initiatief van Prinses Máxima. Samen met de Mondriaan Stichting introduceerden we een nieuwe Vrijwilligersregeling. 2011 was ook een jaar van heftig publiek debat over de bezuinigingen op cultuur. De aanstaande korting van € 200 miljoen, gecombineerd met het verhogen van het BTW-tarief in 2011, wierp zijn
schaduw vooruit, Samen met collega-fondsen heeft het Fonds zijn bezorgdheid over de bezuinigingen voor het voetlicht gebracht. Tegelijkertijd maakte het debat zichtbaar dat de cultuursector moet werken aan versterking van zijn maatschappelijk draagvlak. Het Fonds heeft in de tweede helft van het jaar gewerkt aan het beleidsplan voor de nieuwe periode dat eind januari 2012 bii het ministerie is ingediend. ln het plan wordt rekening gehouden met de nieuwe kaders die voor het Fonds een korting van het budget met 30% betekenen met ingang van 1
januari 2013. Dat heeft in het plan tot scherpe keuzes geleid waarbij het Fonds zich gaat richten op
drie programma's, cultuureducatie met kwaliteit, innovatie amateurkunst en talentontwikkeling. De nieuwe omstandigheden toonden ook dat de veerkracht en de creativiteit in de culturele sector groot zijn. Er komen allerlei nieuwe allianties tot stand en er wordt gezocht naar nieuwe wegen om het
maatschappelijk draagvlak te versterken. Het Fonds draagt daar graag aan bij. 2011 bracht ook positieve signalen. Zoals de enthousiaste respons van luisteraars van Radio 4 die in oktober hun
instrumenten afstonden aan kinderen die meedoen aan projecten van het Fonds. Met eenzelfde enthousiasme zetten we als Fonds onze missie de komende jaren voort: het stimuleren van de actieve cultuurparticipafr'e, om te beginnen bij de kinderen op de basisschool.
2.
Prestatieafspraken
Aan dit jaarverslag is de prestatieverantwoording, zoals overeengekomen met het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, toegevoegd (zie bijlage). De bijlage bevat ook een factsheet met daarin per regeling de aantallen aanvragen, afwijzingen en honoreringen met daarbij itsplitsingen naar regionale spreiding.
Het Fonds heeft de volgende regelingen in uitvoering:
-
ln het kader van de regeling cultuurparticipatie voor de overheden worden vanaf 2009 47 meerjarige programma's van 12 provincies en 35 grote gemeenten ondersteund.
-
27 ontwikkelinstellingen op het terrein van amateurkunst en cultuureducatie worden in het kader van de basisinfrastructuur in de periode 2009-2012 periode gesubsidieerd.
ln het kader van de Plusregeling voor projecten Cultuurparticipatie zt¡nin2011 829 aanvragen ingediend. Van die subsidieaanvragen zijn 238 (29%) gehonoreerd.
ln het kader van de stimuleringsprogramma's Muziek in ieder kind en Het beste van twee werelden zi¡n in 2011 respectievelijk 5 en 20 aanvragen ingediend. Van die subsidieaanvragen
is
respectievelijk 60% en 55% gehonoreerd.
ln het kader van de vrijwilligersregeling (samen met het Mondriaanfonds) zijn in 2011 78 aanvragen ingediend. Van die aanvragen z¡n er 29 (37 %) gehonoreerd.
Hiermee ligt het percentage toekenningen in totaal in 2011 iets hoger dan het percentage van het
voorgaande jaar (22%). Het Fonds behandelde 98% van de aanvragen binnen de voorgeschreven doorlooptijd. Hiermee
voldeed het Fonds aan de overeengekomen norm van 90%. De gemiddelde doorlooptijd van de behandeling van de aanvragen is als volgt geweest:
Plusregeling Muziek in ieder Kind Het beste van twee
werelden
Totaalaanvragen
gemiddeld 35 dagen gemiddeld 31 dagen gemiddeld 33 dagen gemiddeld 34 dagen
Het percentage van behandeling van de aanvragen binnen de voorgeschreven doorlooptijd is als volgt:
Plusregeling Muziek in ieder Kind Het beste van twee Totaal
werelden
aanvragen
98% binnen 90 dagen 100% binnen 90 dagen 100% binnen 90 dagen
98% binnen 90 dagen
De doorlooptijd van de vaststellingen bedraagt gemiddeld 17 dagen. Het Fonds behandelde 1000/o van de vaststellingen binnen de voorgeschreven doorlooptijd. Hiermee voldeed het Fonds aan de norm
van
90o/o.
Plusregeling
gemiddeld 18 dagen percentage binnen de voorgeschreven doorlooptijd vastgesteld: 100% (maximaal 'î80 dagen)
Overgangsregeling
gemiddeld
l7
dagen
percentage binnen de voorgeschreven doorlooptijd vastgesteld: 990/o
Totaal vaststellingen
(maximaal 90 dagen)
gemiddeld 17 dagen percentage binnen de voorgeschreven doorlooptijd vastgesteld: 100o/o
3.
Kwalitatieve beschrijving van de verrichte activiteiten
ln het beleidsplan zijn de subsidieregelingen van het Fonds ondergebracht in het volgende schema:
l-lcl bcstc v¡n lwt;rl r,,,i:rr:kJt:lr: sl tlerIl'lr'rkirt -t¡ ¡ln.rtr-lurs ¿llr
r zit nrtI,airk itr rr:rJr:¡ kirrri t,
Twe r-'
:;
I
i
n l u I r;ri
rì
g :; [l r o g r; I tÌì
rIì
il's
¡r
Larrc!cli¡kc !'oorllcrjlc!trroleciL\n: Or rtr';ikkclinç¡, cln t-'¡siioit rrrr vcnrnkcrirrr¡
\¿e
rsterkirrE¡
roft::;s ic rìir l:;
Plrt:;rt:gt:l;ng Ct¡ilu(ir part¡DJfriìt¡r). D¡¡r¡r.rirsl 28 vicrjarigc inslcllrn gsÊullsidiL's
[ìcgr:Ilrg ctrItrrLrr¡rrrtrci1,'llrt;
blsis
provincics crì clùnlcrcntúr'ì
Hieronder worden de resultaten voor 2011 belicht.
Regeling cultuurpafticipatie voor prov¡nc¡es en gemeenten 2009-2012
Aan deze regeling die al per
1
januari2009 in werking trad, nemen 12 provincies en 35 gemeenten
deel. Hun aanvragen zijn al eind 2008 beoordeeld door het Fonds, waarna de uitkering van middelen rechtstreeks van het rijk naar het gemeente- en provinciefonds plaatsvindt. De door de minister beschikbaar gestelde rijksmiddelen (€ 13,9 miljoen per jaar) worden 'gematcht' door 12 provincies en 35 grote gemeenten voor een gelijk bedrag.
Omdat iedere provincie of gemeente de invulling van zijn programma toesnijdt op de eigen specifieke situatie laat de regeling een breed scala aan doelstellingen en activiteiten zien, veelal gericht op jongeren, maar vaak ook op het versterken van de amateurkunst, vernieuwende projecten op het gebied van de volkscultuur en immaterieel erfgoed, of het verder verankeren van cultuureducatie. Het Fonds vervult voor OCW, gemeenten en provincies een intermediaire rol en draagt via
kennisvermeerdering en kennisdeling bij aan de kwaliteitsverbetering van de gemeentelijke en provinciale programma's. Het Fonds begeleidt de uitvoering van de regeling en zorgt via de secretarissen voor het onderlinge contact tussen de deelnemende gemeenten, provincies en OCW. Evenals voorgaande jaren zijn ook dit jaar twee landelijke conferenties georganiseerd. ln de
bijeenkomst van donderdag 26 mei, met als thema Oog voor de oogst: resultaten zichtbaar maken, stond de vraag centraal hoe medewerkers van gemeenten en provincies het cultuurparticipatiebeleid
zichtbaar en effectief kunnen maken. ln de bijeenkomst van donderdag 15 september werd alvast een 6
blik vooruit geworpen naar het toekomstige programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Staatssecretaris Zijlstra lichtte zijn uitgangspunten hiervoor toe en nam tevens het eerste exemplaar
van het Jaarboek Actieve Cultuurpafticipatie 2011 in ontvangst. ln het kader van de regeling nemen de verschillende partners
-
OCW, lPO, VNG en Fonds
-
deel aan
het afstemmingsoverleg. Het afstemmingsoverleg is in 2011 vijf keer bij elkaar geweest en bespreekt de voortgang, monitoring en evaluatie van het huidige programma en het toekomstig beleid. Samen met Cultuurnetwerk Nederland heeft het Fonds het vierjarige programma Kennisatelier voor actieve cultuurpafticipatie ontwikkeld.Yia dit programma wordt kennis ontwikkeld, verspreid en
gedeeld met als doel de kwaliteit van beleid voor actieve cultuurparticipatie te bevorderen. Voor de matchingsregeling werden in dit kader de volgende activiteiten ontwikkeld: de organisatie van de al genoemde conferenties. Daarnaast werden er twee bijeenkomsten georganiseerd op donderdag 2juni in Zwolle over volkscultuur en op donderdag 13 oktober in
Almere over cultuurparticipatieonderzoek (met onder meer een inleiding van prof. dr. J. de Haan van het Sociaal en Cultureel Planbureau); b.
het verrichten van onderzoek in verband met de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van
cultuurparticipatiebeleid. ln 2011 is in opdracht van het Fonds de tweede in een reeks van drie digitale internetenquêtes uitgevoerd door het onderzoeksbureau DSP. Met deze enquêtes wordt de voortgang gevolgd van de cultuurparticipatieprogramma's van de provincies en
gemeenten. Eind 2011 werd opdracht verleend aan Research voor Beleid voor de algemene evaluatie van de regeling met gemeenten en provincies. Het rapport is begin april2012 gereed gekomen. Belangrijkste aanbeveling is om voor de komende beleidsperiode in het
verlengde van bestuurlijke afspraken te komen tot een concrete uitwerking van na te streven doelen, rollen en verantwoordelijkheden van partijen. Ook bevelen de onderzoekers aan de kennisuitwisseling in het flankerend beleid te versterken. het uitgeven van publicaties over cultuurparticipatiebeleid. Op 15 september 201 1 werd het
tweede Jaarboek actieve cultuurparticipatie (201 I ) uitgebracht. ln deze publicatie schetsen wetenschappers en beleidsmakers de stand van zaken ten aanzien van monitoring en evaluatie op het terrein van cultuurparticipatie. Ging de eerste editie vooral over cultuurparticipatiebeleid, in2011stonden participanten, projecten en de subsidieregelingen van het Fonds centraal;
d.
het ontsluiten en delen van kennis via de website
ì 'i , i., -i i'
van het Fonds.
Samen met het ministerie van OCW werd in december 2011 begonnen aan een gespreksronde met de verschillende landsdelen ter voorbereiding op nieuwe afspraken over Cultuureducatie met kwaliteit.
Pl u sregel in g Cu ltu
u
rya
ñicipatie
ln 2011 is de Plusregeling Cultuurparticipatie voor het tweede jaar uitgevoerd. Via deze regeling verstrekt het Fonds projectsubsidies voor vernieuwende initiatieven die vanuit een landelijk perspectief de actieve cultuurparticipatie stimuleren. Voor de Plusregeling is voor de periode 2010-
2012 jaarlijks € 4,4 miljoen beschikbaar. ln 2011 werden 829 aanvragen ingediend. Het totaal aantal aanvragen daalde daarmee ten opzichte van 2010: toen werden 1056 aanvragen ingediend. Het percentage gehonoreerde aanvragen is echter hoger dan in 2010, het is gestegen van 22 procent in 2010 naar 29 procent in 2011. Ook nam de
gemiddelde omvang van projecten toe. De terugloop in het aantal aanvragen is op verschillende manieren te verklaren. Zo kwamen er
enerzijds minder nauwelijks kansrijke aanvragen binnen van instellingen. Voor aanvragers is inmiddels duidelijker waarvoor de regeling is bedoeld. Dit zagen we onder andere door een analyse van de
digitale aanvragen, die per 1 april 2011 konden worden ingediend. Er kwamen veel meer vezoeken voor het aanvragen van een account dan dat er daadwerkelijk aanvragen werden ingediend. Uit opmerkingen van aanvragers over het nieuwe aanvraagformulier komt naar voren dat aanvragers beter weten waarvoor ze subsidie kunnen aanvragen en waarvoor niet. Anderzijds blijkt ook uit
ervaringen bij andere fondsen dat er in het jaar voorafgaand aan de nieuwe beleidsperiode minder projectaanvragen binnen komen, omdat het culturele veld zich richt op het maken van lange termijnplannen en minder op het ontwikkelen van nieuwe initiatieven op korte termijn. De verdeling in het aantalaanvragen kunst, erfgoed en media is nagenoeg hetzelfde als in 2010. Ongeveer 84o/o van de aanvragen zijn kunstaanvragen,
8o/o zryn
erfgoedaanvragen en 8% zr¡n media-
aanvragen. Het bedrag dat gemiddeld wordt toegekend is bij de aanvragen op het gebied van erfgoed en media hoger dan bij de kunstaanvragen. Alle disciplines zijn vertegenwoordigd onder de aanvragen. Muziek en theater zijn echter de disciplines waarop net als in 2010 de meeste aanvragen binnenkomen en worden gehonoreerd. Ook het aantal multidisciplinaire aanvragen is groot. Op het gebied van beeldende kunst en schrijven komen weinig aanvragen binnen.
Geografische spreiding van projecten is een aandachtspunt van het Fonds. Het Fonds vindt het van belang dat de regio's buiten de Randstad in voldoende mate worden bereikt, De ambitie om 50% buiten de Randstad te honoreren is bijna gehaald: van de gehonoreerde aanvragen kwam 45% van buiten de Randstad. Net als in 2010 zijn de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht relatief
oververtegenwoordigd in het aantal gehonoreerde aanvragen, Ten opzichte van 2010 is het percentage gehonoreerde aanvragen uit Noord-Holland met 5% gedaald. Zuid-Holland is daarentegen met 5% gestegen. Het aandeelgehonoreerde aanvragen uit Gelderland is iets gestegen ten opzichte van 2010. Om een impuls te geven aan de regio's waar in 2010 weinig aanvragen kwamen, zijn begin 2011 regionale avonden georganiseerd in samenwerking met lokale partners. De bijeenkomsten vonden
I
plaats in Roermond, Terneuzen, Deventer en Heerenveen. Tijdens de drukbezochte bijeenkomsten werd uitleg gegeven over de regeling, werden er voorbeeldprojecten gepresenteerd en kregen de bezoekers de gelegenheid om in gesprek te gaan met medewerkers van het Fonds over een potentiële aanvraag.
Sinds 1 april2011 kunnen aanvragers via het online administratiesysteem Aims digitaal aanvragen. Hiervan wordt veel gebruik gemaakt, 54% van de aanvragen die na 1 april binnenkwamen, werd
online ingediend. Door het digitaal aanvragen komen minder aanvragen te laat en zijn er ook minder aanvragen die niet voldoen aan de basisvoonuaarden zoals de culturele doelstelling van de aanvrager en het aan te vragen bedrag. Het percentage niet in behandeling genomen aanvragen is gedaald van 26% in 2010 naar
20o/o
in 2011.
ln 2010 waren er nog aparte adviescommissies voor kunst, erfgoed en media. Per
I januari 2011 zijn
de drie commissies samengevoegd tot één adviescommissie Plusregeling. Vanwege het relatief kleine aantal aanvragen op het gebied van erfgoed en media was het niet efficiënt om met aparte
commissies te werken. Bovendien past het werken van een interdisciplinaire pool van adviseurs meer bij de opzet van het Fonds en de aard van veel aanvragen. De Plusregeling loopt nog door
in 2012.
Hoewel de regeling niet wordt verlengd, wil het Fonds wel
gebruik maken van de resultaten van de Plusregeling in de volgende beleidsperiode, Bureau Art heeft in december 2011 de opdracht gekregen de regeling te evalueren. De resultaten van het onderzoek
zijn in april2012 verschenen. De Plusregeling heeft in ruime mate aan de behoeften van aanvragers voldaan, zo blijkt uit de vijftig interviews die voor de evaluatie zijn verricht. Er is bij de aanvragers veel
waardering voor toegankelijke en betrokken opstelling van het fonds. Naar schatting ten minste 300.000 Nederlanders hebben binnen de gehonoreerde projecten actief geparticipeerd. Naar schatting 2 miljoen mensen maakten als bezoeker of toeschouwer kennis met de projecten. De
onderzoeker beveelt onder meer voor vervolgregelingen aan om meer aandacht te schenken aan evaluatie en aan de overdracht van resultaten en aan alternatieve vormen van openbare verantwoording, nu er binnen de rijksoverheid beleid in gang is gezet om aanvragers van kleine subsidiebedragen minder verantwoording te laten afleggen. Veel aanvragers in het veld van de amateurkunst hebben
-
aldus de onderzoeker
-
weinig begrip voor deze ontwikkeling. Men ervaart
'minder controle' eerder als desinteresse.
V ie rjarig g esu bsid iee
rde
in
stel I i nge n
ln het kader van het OOW-mandaat onderhoudt het Fonds de vierjarige subsidierelatie met 27 instellingen. Uit de beoordeling van de jaarverslaggeving over het boekjaar 2010 bleek dat over het algemeen goed is gepresteerd. Met één instelling zijn afspraken gemaakt over subsidiebeëindiging in het eerste kwartaal van 2012.
Met alle instellingen zijn in de eerste helft van 2011 tussenbalansgesprekken gevoerd door de
Commissie Meerjarigen. Op dinsdag 4 oktober 2011 presenteerde de commissie in Utrecht aan alle instellingen zijn rapport met bevindingen. Op die middag is ook stilgestaan bij de beleidsbrief van 10
juni van de staatssecretaris en het beleid en de aanstaande programma's van het Fonds voor de periode 2013-2016. De bezuinigingen op de cultuurbegroting raken ook nadrukkelijk de meerjarige instellingen. De reikwijdte van de nieuwe regeling talentontwikkeling en manifestaties is minder breed dan de ontwikkelfunctie waarvoor de huidige vierjarig gesubsidieerde instellingen worden
gesubsidieerd, Bovendien is sprake van 40o/o minder budget vergeleken met de huidige situatie. Voor een aantal instellingen betekent dit dat ze geen aanspraak meer kunnen maken op meerjarige
subsidiëring door het Fonds.
Muziekeducatie Het Fonds ontwikkelt in deze beleidsperiode veelactiviteiten, vaak samen met anderen, gericht op muziekeducatie van jongeren. Op het terrein van muziek gebeurt momenteel bijzonder veel.
Zorgwekkend zijn de grote bezuinigingen die plaatsvinden bij veel muziekscholen (tot en met sluiting aan toe). Het aantal vakleerkrachten in het basisonderwijs daalt bovendien aljaren. Tegelijkertijd is er ook veel dynamiek in de vorm van allerlei nieuwe samenwerkingsverbanden waarbij leerlingen op de
school instrumentaal onderwijs krijgen aangeboden . Deze ontwikkeling is niet uniek voor Nederland, ook in Duitsland, Oostenrijk en Engeland zijn vergelijkbare initiatieven die in Engeland zelfs hebben geleid tot een National for Music Education van de ministeries van Onderwijs en Cultuur. Binnen het nieuwe programma Cultuureducatie met kwaliteit zal het Fonds de aandacht voor muziek de komende jaren continueren. Hieronder volgt een overzicht van de diverse activiteiten die momenteel lopen.
Muziek in ieder kind
ln2010 werden reeds 18 meerjarige projecten gehonoreerd waarmee zo'n 90,000 kinderen in deze beleidsperiode in aanraking komen met muziek, De projecten spelen zich af in onder meer Nijmegen, Zwolle, Veendam, Winschoten en Stadskanaal. Veel leerlingen worden bereikt via een ínteractieve methode van de Stichting Beleven uit Arnhem en de Classic Express van het Prinses Christina Concours. Vrijwel al deze projecten lopen tot en met de zomer van 2013. ln de periode tot 2013 moet
concreet zicht ontstaan op succesvolle werkwijzen en samenwerkingsverbanden. Daartoe is het volgende opgezet: De initiatieven monitoren en evalueren ieder hun eigen project, Hiervoor hebben zij aan het begin van het project een plan van aanpak geschreven dat is becommentarieerd door een speciaal samengestelde werkgroep monitoring en evaluatie waarin enkele externe adviseurs en enkele medewerkers van het Fonds zitting
10
hebben;
i
een analyse van de projectplannen, uitgevoerd en afgerond in 2011 door het
onderzoeksbureau lVA. Deze analyse geeft een beeld van het startpunt van waaruit de verschillende projecten begonnen zijn, de resultaten die de projectaanvragers venryachten te behalen, en in hoeverre deze venruachte resultaten realistisch zijn; een procesevaluatie van de projecten gedurende de gehele looptijd. Deze procesevaluatie bestaat uit:
-
een regelmatig contact tussen het project en het Fonds (in ieder geval elke twee maanden);
-
een halflaarlijks controlegesprek volgens een vast gespreksformat; een aantal plenaire bijeenkomsten (minimaal 2 per jaar) over centrale onderwerpen zoals samenwerking met het onderwijs (op vrijdag 22 april), en het ontwikkelen en vastleggen van lesmethodes (op
donderdag 27 oktober); en
-
een jaarlijkse schriftelijke tussenstand van het poject;
een visitatiecommissie ten behoeve van het evalueren van het bereik en de resultaten van de projecten en het programma. Deze visitatie zal plaatsvinden in het najaar van 2012; twee onderzoeken:
1)
een ondezoek naar de ervaring, beleving en waardering van projecten door kinderen en
leerkrachten. Dit onderzoek wordt eveneens uitgevoerd door lVA. Het is in 2011 gestart
enzalin20'12 worden afgerond; en
2)
een analyse van beschikbare statistische gegevens over muziekbeoefening in de vrije tijd
door kinderen en jongeren. Deze analyse zalin 2012 worden gedaan door Cultuurnetwerk Nederland.
Muziek telt! Het Fonds is met het programma Muziek in ieder kind onderdeel van Muziek
lelf/ (www.muziektelt.nl),
waarin de Nederlandse muziekwereld zich verenigt om de aandacht te vestigen op het belang van muziekeducatie ín het leven van kinderen. De algemene projectleiding van Muziek teltlwerd in2011 gedaan door het Fonds. Bovendien is in 2011 een Raad van Advies in het leven geroepen, bestaande uit experts uit het ondenrvijsveld en de kunst- en cultuursector, die de stuurgroep en de projectleiders Muziek telt! adviseert over de toekomst van het project na 2012. Harry van Waveren, oud-
gedeputeerde cultuur voor de provincie Zeeland, is voorzitter. Muziek telt! kent een publíciteitscampagne met een aantal bekende ambassadeurs, te weten: Edwin
Rutten, mezzosopraan Tanja Kross, gitarist Phil Tilly (Moke) en sinds 2011 dirigent Jaap van Zweden en rapper Winston. Activiteiten en producten in 201 1 zijn in dit kader: de actie Klassiek geeft! (www.klassiekqeeft.nl) waarbij luisteraars van radio 4 werden opgeroepen hun instrument te doneren ten behoeve van kinderen betrokken bij Muziek
in
ieder kind. Gedurende de eerste twee weken van oktober 2011 stonden de uitzendingen van
11
,;
Radio 4 in het teken van deze actie, met als klap op de vuurpijl een slotmanifestatie op vrijdag
22 oktober gepresenteerd door Maartje van Weegen in Museum Speelklok in Utrecht, waar kinderen van drie Muziek in ieder kind-projecten mochten optreden. een conferentie over de effecten van muziek op het brein op woensdag 22 juni 201 1 met als
sprekers Henkjan Honing (hoogleraar Muziekcognitie), Erik Scherder (neuropsycholoog) en Dick Swaab (neurobioloog); een onderzoek naar de stand van zaken van muziekeducatie in het onderwijs (uitgevoerd door
onderzoeksbureau lVA, afronding in februari 2012); Naast de campagne kent Muziek teltl ook het onderdeel Zing 'es, dat leraren ondersteunt bij het
zingen in de klas. Naast deze activiteiten is ook in 2011 veelvuldig gebruik gemaakt van de interactieve website, facebook en twitter. Bovendien wordt elke zes weken een nieuwsbrief gestuurd aan een adressenbestand van 880 abonnees.
Kinderen maken Muziek
Op 17 mei 2011 lanceerde Prinses Máxima bij gelegenheid van haar 40't" verjaardag een gemeenschappelijk plan van het Oranje Fonds en het Fonds voor Cultuurparticipatie om meer kinderen in Nederland actief muziek te laten maken: het programma Kinderen maken muziek
(
). Vanaf augustus 20112ryn 31 initiatieven in heel Nederland
ondersteund. Met een financiële ondersteuning van maximaal € 40.000 ontwikkelden de initiatieven een eenjarig muzikaal project met een bereik van minimaal 100 kinderen tussen
I
en 14 jaar. Aldeze
initiatieven worden inhoudelijk begeleid. ln2011 is met hen allen een kennismakingsgesprek gevoerd.
Bovendien is er een startweekend in Doorn gehouden op vrijdag 23 en zaterdag 24 september 201
1
en een uitwisselingsbijeenkomst op dinsdag 22 november 2011 die ook door de Prinses werd bezocht. |n2012 zaleen nieuwe editie van Kinderen maken muziek plaatsvinden.
Het beste van twee werelden Met het programma Het beste van twee werelden stimuleert het Fonds de samenwerking tussen de
amateursector en de professionele cultuursector. ln september 2010 en januari 2011 zi¡n in twee rondes in totaal 19 meerjarige voorbeeldprojecten gehonoreerd, waaruit duurzame betrokkenheid van professionele kunstinstellingen bij de amateursector spreekt. Veel aandacht trokken de ZomerExpo in het Gemeentemuseum in Den Haag en de samenwerking van Toneelgroep Amsterdam met amateurgezelschappen.
ln 2011 is het Fonds gestart met de uitvoering van het flankerend beleid. Dit beleid berust op drie pijlers: monitoring & evaluatie, kennis & overdracht en communicatie. De eerste fase van de monitoring bestaat uit een plananalyse en voortgangrlgesprekk'en met de
adviescommissie. Voor het maken van de plananalyse heeft het Fonds een opdracht verstrekt aan 12
bureau Art Notion. De analyses leveren informatie op over de sterke en zwakke punten van elk project. Deze informatie wordt gebruikt als input voor de gesprekken van de commissie met de
instellingen. ln het najaar heeft de commissie monitorgesprekken gevoerd met alle 19 organisaties over de voortgang van hun project. Eind juni 2011 is het boek Het beste van twee werelden, 19
x
professionals
<-+
amateurs uitgebracht,
waarin alle gehonoreerde projecten en de doelstellingen van het subsidieprogramma worden
toegelicht. Het boek is verspreid onder de betrokken organisaties, professionele culturele instellingen en de amateurinstellingen. Ook is het Fonds gestart met de voorbereiding van een essaybundel over beeldende kunst, waarin onder andere aandacht is voor de positie van de beeldende amateurkunst en voor de wisselwerking tussen amateurs en professionals. Hierbijwordt samengewerkt met het
Mondriaan Fonds. Onder de titel Wie is er bang voor amateurs? organiseerde het Fonds op vrijdag 9 september 2011 in
samenwerking met het Theater lnstituut Nederland en Kunstfactor een werkconferentie over de samenwerking tussen professionele kunstinstellingen op het gebied van theater en dans en de
amateursector. De bijeenkomst maakte deel uit van het programma van het Nederlands Theater Festival. Gastspreker was Paul Reeve, director of education van het Royal Opera House in Londen, die een toelichting gaf op de werkzaamheden van het Royal Opera House in het industriestadje
Thurrock. Daarna volgde er een carrousel van negen best practices. Aan deze carrousel namen drie initiatieven uit Het beste van twee werelden deel en twee projecten die het Fonds via de Plusregeling heeft ondersteund. Vervolgens spraken de deelnemers in kleine thematische werkgroepen met elkaar over welke factoren een samenwerkingsproject tot een succes maken en wat mogelijke valkuilen zijn. De uitkomsten van de werkconferentie zijn gepubliceerd op de websites van het Fonds, Kunstfactor en het Theater lnstituut. Ter afsluiting van de werkconferentie Wie is er bang voor amateurs? heeft het Fonds de pitch HET
BESTE IDEE gelanceerd. Via deze pitch ging het Fonds op zoek naar het beste idee om de verbinding tussen de professionele cultuursector en de amateursector te bevorderen. Er zijn 24 inzendingen binnengekomen die aan de voorwaarden voldoen. ln januari 2012 heeft het Fonds de winnaar bekend gemaakt. Het winnende idee werd ingezonden door TheaterNetwerk Rotterdam samen met het Ro Theater. Hoewel samenwerking tussen professionals en amateurs in Nederland nog niet zo vanzelfsprekend is
als in het Verenigd Koninkrijk, heeft Het beste van twee werelden wel een omslag in gang gezet. ln toenemende mate zien professionele gezelschappen en instellingen amateurs als belangrijke supporters. Een belangrijke bijdrage aan de emancipatie van de amateur levert het internet. Dankzij de enorme mogelijkheden tot (co-)creatie, presentatie en uitwisseling is de amateur hier met een grote
opmars bezig.
13
Vrijw i I I ige rs reg el i n g
De erfgoedsector drijft in belangrijke mate op de betrokkenheid van mensen met een hart voor (im)materieel erfgoed en volkscultuur. Honderdduizenden zetten hun tijd, kennis en energie in voor het levend houden van erfgoed. ln volkscultuurverenigingen, als vrijwilligers, bestuursleden, of rondleiders zi¡n deze mensen ambassadeurs van de geschiedenis. Vrijwilligers zijn in veel gevallen onmisbaar
voor het voortbestaan van dit erfgoed en een belangrijke schakel in het bewaren van kennis en het informeren van publiek. Het Mondriaan Fonds en het Fonds voor Cultuurparticipatie vinden deze betrokkenheid van groot belang voor de belangstelling en betekenis van (im)materieel erfgoed en volkscultuur. Daarom hebben beide fondsen gezamenh¡kde Vrijwilligersregeling voor investeringen in (m)materieet erfgoed en volkscultuur ingesteld. Met deze regeling kan worden bijgedragen aan activiteiten op het gebied van
communicatie, ledenwerving en -administratie, kennisverspreiding, netwerkvorming en publieksbereik. Het kan daarbij om allerlei soorten investeringen gaan: van nieuwe programmatuur voor de ledenadministratie tot een nieuwe brochure; van betere bewegwijzering tot cursussen voor de vrijwilligers, van activiteiten voor ledenwerving tot het opzetten van samenwerkingsverbanden. Uiteindelijk is het doel het beter laten functioneren van de organisatie en zodoende een bijdrage leveren aan het (beter) behouden, promoten en beheren van (im)materieel erfgoed. De bescheiden
bijdrages maken verschíl in het functioneren van de organisatie en zijn een erkenning van het belang van het werk. Aanvragen in het kader van deze regeling konden zowel ingediend worden bij het Mondriaan Fonds als het Fonds voor Cultuurparticipatie. De voorstellen werden in twee rondes gezamenlijk beoordeeld. ln het eerste jaar van deze regeling ontving het Fonds voor Cultuurparticipatie 45 aanvragen en honoreerde er 15 voor een bedrag van € 66.769. Het Mondriaan Fonds ontving 33 aanvragen,
waarvan er 14 konden worden gehonoreerd voor een bedrag van € 48.369. De bijdrages varieerden van € 450 tot het maximum van € 5.000. Een substantieel deel van de aanvragen (21 bil het Fonds
voor Cultuurparticipatie en 16 bij het Mondriaan Fonds) kwam om formele of inhoudelijke redenen niet voor behandeling in aanmerking, omdat die gedaan werden door professionele instellingen of door organisaties die zich niet met volkscultuur of erfgoed bezig hielden. De meeste bijdragen werden gegeven aan instellingen die hun interne of externe communicatie wilden gaan verbeteren. Dit betrof bijvoorbeeld een investering waarbij de Vereniging voor Schoonrijders een
communicatie- en promotietraject uiÞette rond het jubileum om op deze manier bijeen breed publiek de interesse te wekken voor het schoonrijden. Of voor een investering in de ontwikkeling van een nieuwe website voor het Museum van het Nederlands uurwerk in Zaandam. Daarnaast stonden
enkele bijdragen in het teken van projecten die de kennis van vrijwilligers beoogden te versterken. Op deze manier kon stichting Kurt Carlsen die in Noordwijk een oude reddingboot beheert, zijn vrijwilligers een vaarbewijs en een bedrijfshulpverleningscursus geven en kon de Nederlandse Beugelbond aan bij haar aangesloten verenigingen een cursus aanbieden op het gebied van professionalisering. ln
14
I
2012volgen nog eens drie rondes in het kader van deze regeling. Om de aandacht voor het immaterieel erfgoed te vergroten startte het Fonds in het najaar van 2011 samen met het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en lmmaterieel Erfgoed met de voorbereidingen voor een internationale
conferentie, gehouden in februari 2012 in Deurne, gericht op de aanstaande ratificatie van het Unesco-verdrag tot behoud van het immaterieel erfgoed.
lnternationaal beleid Door de gezamenlijke cultuurfondsen en overeenkomstig de prioriteiten bíj de ministeries van OCW en Buitenlandse Zaken is afgesproken dat gedurende deze beleidsperiode bijzondere aandacht uitgaat naar de samenwerking met Turkije en Brazilië.
ln het kader van het Braziliëprogramma z¡n in 2011 voor cultuurparticipatie vijf samenwerkingsprojecten tot stand gebracht tussen Braziliaanse en Nederlandse instellingen. Tot die laatste horen Boekids, lntrodans, het Rotterdams wijktheater, Munganga en Caramundo. ln 2012 is
voorzien dat de samenwerking een vervolg krijgt. De mapping van relevante Turkse culturele organisaties die Teike Asselbergs samengesteld heeft in
opdracht van de fondsen, is in het voorjaar 2011 gepubliceerd op het nieuw ontwikkelde digitale platform van SICA, Cultural Exchange (www.culturalexchangetr.nl). De SICA voert in opdracht van de ministeries van OCW en Buitenlandse Zaken een cultureel programma uit ter gelegenheid van de viering van 400 jaar betrekkingen tussen Nederland en Turkije. Het Fonds heeft geparticipeerd in de
programmaraad die het SICA geadviseerd heeft over te ondersteunen culturele projecten. Het Fonds heeft in het kader van het Turkije-jaar een specifiek cultureel uitwisselingsprogramma
opgesteld op het gebied van jongerencultuur, urban arts en community arts waarvoor Sevil Aydin als programmaleider is aangetrokken. Er zijn vier Nederlandse culturele instellingen geselecteerd die door het Fonds ondersteund worden om samen met hun Turkse partnerorganisatie in 2012 een cultureel
uitwisselingsproject uit te voeren. De KulturA-regeling is een samenwerking van het Fonds voor Cultuurparticipatie, het Mondriaan Fonds, het Fonds Podiumkunsten en het Nederlands Letterenfonds. KulturA is een aanvulling op de reguliere ondersteuningsmogelijkheden van de vier fondsen en ondersteunt projecten die de culturele
infrastructuur op de Nederlandse Cariben en de (internationale) uitwisseling versterken. Het Fonds heeft hierbij geadviseerd over de projecten op het gebied van cultuureducatie, amateurkunst en immaterieel erfgoed. Penvoerder van deze regeling is het Mondriaan Fonds.
15
Onderzoek Amateurkunst & Publiek ln een gezamenlijke opdracht van Kunstfactor en het Fonds voor Cultuurparticipatie heeft het Adviesbureau Cultuurtoerisme podiumoptredens van amateurs en het bezoek van deze voorstellingen onderzocht. Er bleken verrassend veel bezoeken aan veel voorstellingen plaats te vinden. ln totaal ging het in 2010 om 134.000 optredens die 20 miljoen bezoekers trokken. ln tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen betreft een minderheid hiervan
(40o/o)
vrienden en familie. Het onderzoeksrapport
is in april 2011 verschenen.
The Voice of talent, tweede fase van een evaluatieonderzoek onder deelnemers aan culturele tal e n to ntw i kkel i n g sprojecte n.
Dit ondezoek wordt verricht door Bureau Art in opdracht van het Fonds voor Cultuurparticipatie, mede
namens provincie Drenthe, gemeenten Almere, Den Haag, Enschede, Utrecht en Zaanstad. Het onderzoek moet een representatief beeld geven over de deelnemers aan talenttrajecten, en zal bijdragen aan de ontwikkeling van evidence-based cultuurparticipatiebeleid voor de leeftijdsgroep 12
tot 16 jaar. De eindrapportage met deelrapportages voor provincies en gemeenten wordt eind april 2013 verwacht.
Communicatie Het Fonds maakt gebruik van een mix aan instrumenten om informatie te geven en de resultaten van projecten en programma's te communiceren. Met name de inzet van social media is toegenomen,
zowel het aantal posts, de interactie met gebruikers en het aantal volgers op facebook (ruim 300) en Twitter (meer dan 1500). Opnieuw is een publieksverslag gemaakt dat onder een brede doelgroep verspreid is en goed ontvangen is, De vormgeving van de nieuwsbrief is verbeterd. Het aantal abonnees is inmiddels gestegen tot ruim 3800. Het digitale aanvragen is met succes gelmplementeerd. De meerderheid van de aanvragers vraagt digitaal aan. ln vervolg daarop werkt het Fonds aan de voorbereiding van een experiment in 2012 met
interactiviteit in het aanvraagproces waarbij publiek zijn reactie kan geven op plannen en kan bijdragen aan de oordeelsvorming.
ln 2012 vonden drie participatiecafés plaats in respectievelijk Arnhem (op zondag 12 juni tijdens Mode Biennale), Terschelling (op zondag 26 juni met radio-uitzending tijdens Oerol) en in Utrecht (op zondag 4 september bij de opening van het culturele seizoen), georganiseerd in samenwerking met
CoolPolitics.
16
Het Fonds heeft verder in september 2011 in samenwerking met Kunstfactor de expert meeting Connect+ Limited Edition georganiseerd in Rotterdam. Het Fonds en Kunstfactorzijn hier de discussie
aangegaan met diverse aanbieders van nieuwe media initiatieven. Daarnaast wilde het Fonds de samenwerking tussen verschillende n ieuwe media partijen stimuleren.
ln december 2011 vond voor de urban arts sector de expert meeting Urban Afts in Transit plaats in Utrecht. Met deze bijeenkomst wilde het Fonds tot concrete suggesties komen over de wijze waarop inhoudelijke, artistieke en organisatorische kennis in de toekomst moet worden gedeeld. Deze
bijeenkomst is goed bezocht door bijna veertig organisatoren uit het hele land. Het Fonds heeft in 2011 door Jorn Konijn onderzoek laten doen naar de ontwikkelingsmogelijkheden van de urban arts in Nederland. De resultaten uit het onderzoek Urban A¡ts in Transit zijn in het voorjaar van 2012 gepresenteerd.
Aan de hand van een klanttevredenheidsonderzoek door Beerda Brandconsultancy is inzicht verkregen in verbeterpunten op het gebied van de communicatie. Naar aanleiding van het onderzoek intensiveren we de contacten met de aanvragers. Zo organiseren we in de zomer van 2012 een
picknick met alle gehonoreerde projecten. Op de website wordt een praktisch voorlichtingsfilmpje voor aanvragers geplaatst.
Archief Het Fonds heeft in het kader van de archietwet verplichtingen voor de omgang met het archief. Met hulp van externe specialisten is in december 2010 een selectielijst vastgesteld. Vervolgens zijn grote
gedeelten van het archief overgebracht naar een archiefbeheerder met opslagruimten die voldoen aan de wettelijke eisen. Het Fonds wil het archief goed bewaren maar met in achtname van privacy-regels
tevens beschikbaar stellen voor derden. Zo krijgen inmiddels onderzoekers met enige regelmaat toegang tot de digitale archieven.
4.
Het exploitatieresultaat en de financiële positie van het Fonds in 2011
De financiële positie van het Fonds is evenals eind 2010 goed te noemen; het Fonds kan voldoen aan de aangegane verplichtingen. Het exploitatieresultaat in 2011 vertoont een overschot van € 166.704. Dit overschot wordt deels toegevoegd aan het bestemmingsfonds OCW en deels aan de algemene reserve.
ln 2011 waren de totale beheerslasten € 2.406.233 en daarmee €
97
.767 lager dan begroot. Deze
onderschrijding is verdeeld over de personele en materiële lasten.
|n2011 waren de totale activiteitenlasten € 9.814.135 en daarmee € 368.135 hoger dan begroot. Deze overschrijding is te verklaren door toegekende subsidies in het kader van de Vrijwilligersregeling
en een aantal activiteiten op basis van art.34 Algemeen Reglement. Laatstgenoemde activiteiten betreffen projecten en ondezoeken die niet binnen een bepaalde regeling passen maar naar het oordeel van het bestuur wel bijdragen aan de realisatie van de doelstelling van het Fonds vool
17,'
Cultuurparticipatie. De kosten voor de Vrijwilligersregeling en activiteiten op basis van art.34 Algemeen Reglement bedragen in totaal€ 366.705. De toekenningen in het kader van het programma Het beste van twee werelden en het flankerend beleid van de twee stimuleringsprogramma's zijn € 488.645 lager dan begroot. De toekenningen in het kader van de Plusregeling, Kosmopolis en internationale activiteiten zijn € 349.504 hoger dan begroot.
Voor de Plusregeling zijn alle in 2011 beoordeelde aanvragen zoveel mogelijk in 2011toegekend. Dit in verband met het uniforme subsidiekader dat per
1
januari 2012 van kracht is en om ongelijke
behandeling van gelijktijdig beoordeelde aanvragen te voorkomen. Dit heeft ertoe geleid dat € 105.893
meer is uitgegeven. De toekenningen voor Kosmopolis houden rechtstreeks verband met het gewijzigde rijksbeleid. De drie Kosmopolis-programma's ontvingen op basis van een projectsubsidie aan het Fonds van OCW in 2011 in één keer hun toekenning voor zowel 2011 als 2012. Deze subsidie is tevens bedoeld als afsluiting van de rijksbijdrage aan het programma. Het flankerende beleid voor het programma Het beste van twee werelden wordt in 2012 verder vormgegeven. De begrote overige activiteitenlasten, zoals kosten voor onderzoek, monitoring en kennisdeling, zijn €. 71 .7
5.
10 hoger dan begroot.
Werkwijze adviescommissies en bezwarencommissie
Het Fonds voor Cultuurparticipatie is een privaatrechtelijke rechtspersoon en is gehouden aan de
Algemene Wet Bestuursrecht. Regelingen worden gepubliceerd in de Staatscourant, Voorafgaand aan een besluit tot het al dan niet toekennen van een subsidie, vraagt het Fonds in de regel advies aan een commissie. Het bestuur van het Fonds handelt volgens de regels van goed bestuur. Het gaat uit van de Code of Conduct zoals die tussen het ministerie en de fondsen overeengekomen is. Regelingen worden ter
goedkeuring aan de minister voorgelegd. Het huishoudelijk reglement regelt onder meer de werkwijze van adviescommissies en het tegengaan van de (schijn van) belangenverstrengeling. Op basis van het advies van een commissie beslist het bestuur van het Fonds of een subsidie al dan niet wordt toegekend.
Via een externe bezwaarcommissie kunnen aanvragers in bezwaar gaan tegen een beslissing van het Fonds. Op één punt wijken de reglementen van het Fonds af van de code. ln plaats van de daarin
aangegeven benoemingstermijn van 4 jaar voor de Raad van Toezicht hanteert het Fonds conform zijn statuten een termijn van
5
jaar. Voor wat betreft het Turkije- en Brazilieprogramma werkt het
Fonds met externe programmaleiders. Bij de Vrijwilligersregeling, die samen met het Mondriaan Fonds is opgezet, wordt met een interne adviescommissie gewerkt. Deze beide programma's en de
Vrijwilligersregeling ressorteren onder de Regeling Bijzondere Projecten van het Fonds voor Cultuurparticipatie. 18
De adviescommissies voor de Plusregeling Cultuurparticipatie bestonden uit de volgende adviseurs:
heer B. de heer C.F.M. de heer Y.F.R.G. de heer M.A.W. de
mevrouw A.H.
heer de heer de
C. E.
mevrouw M. mevrouw J. mevrouw
l.
mevrouw A.H.
mevrouw L.M.B de
heer A.
de
de
Azman Balemans Block Gerding Boer Groeneveld Heijnen Käss Kingma Koppejan Land Musterd (vz) Nijhuis
19
C. mevrouw M. de heer F. mevrouw S. van de de heer A. van mevrouw E. mevrouw V. mevrouw C.W.M. mevrouw G. mevrouw M. mevrouw N. de heer P. de mevrouw S.M. mevrouw
Oudes Over petter (vz) Ree
Schie (vz) Schneider Serao Serkei Shabi
Smolic Timmermans Vries Vroom
',Y i lr t,
De commissie voor de regeling Muziek in ieder kind bestond uit de volgende adviseurs:
M.A.M.
mevrouw
Barth (vz)
heer J. Bosma de heer M. Jager mevrouw N.A.G. Luttels de heer C.J.S.M. Thissen de
M.M.
mevrouw
Wobma-Helmich
De commissie voor de regeling Het beste van twee werelden bestond uit de volgende adviseurs:
mevrouw G. de
heer
Beckmann Brandenbarg (vz)
J.A.
mevrouw C. de
Delsing
heer J.
mevrouw S
Konijn van
de
Ree
De adviescommissie voor de monitoring van de meerjarige subsidie instellingen bestond uit de
volgende adviseurs: de
heer
C.
Hageman
Mevrouw A.
Kasbergen
mevrouw S.
Leclaire-Noteborn (vz)
mevrouw
Musterd
L.
mevrouw J.E.
Smit
mevrouw T.
Vranic
Monitoring van de huidige subsidierelaties vond plaats door activiteiten te bezoeken en halverwege de
subsidieperiode (in de eerste helft van 2011) een zogenaamd tussenbalansgesprek te voeren met de meerjarige instellingen.
Voor de werving en selectie van adviseurs is een benoemingsadviescommissie ingesteld, bestaande uit:
de heer
J.
Muilekom (vz)
de heer
M.
Himmit
I
20
\
\
De externe bezwaarschriftencommissie bestond uit de volgende personen: mevrouw G.H.S.
van de
Driem
de heer
G.L.C.M.
de heer
M.
Lammers
de heer
L.J.
Lyklema
de heer
A.J.G.
Reinders
Kok
mevrouw W.S.R.
Stoter (afgetreden in 2011)
mevrouw H.D.
Stout (afgetreden in 2011)
mevrouw t.c.
de heer
van
der
F.
Vlies (vz) Wisman
ln 2011 is elf maal bezwaar aangetekend tegen een door het bestuur van het Fonds genomen besluit. Van de ingediende bezwaren is er uiteindelijk één gegrond verklaard, zijn vier bezwaren ingetrokken, drie ongegrond verklaard, één niet ontvankelijk verklaard. Twee bezwaren lopen nog. Het aantal commissievergaderingen dat in 2011 heeft plaatsgevonden, is als volgt:
Adviescommissie Muziek in ieder kind schriftelijke raadpleging Adviescommissie Het beste van twee werelden
7
Adviescommissie Plus extern
14
Adviescommissie Plus intern
14
Adviescomm issie Vrijwilligersregeling intern
2
Adviescommissie Kosmopolis
1
Advies Bezwarencommissie
3
Totaal
6.
41
Samenstelling Raad van Toezicht, bestuur, directie, medewerkerc eind 2011
De Raad van Toezicht is samengesteld op basis van onderstaande profielschets:
Principe De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de
algemene gang van zaken binnen het Fonds. De Raad van Toezicht staat het bestuur met raad terzijde en grijpt indien nodig in. De Raad van Toezicht richt zich bij de vervulling van de taak naar het belang van het Fonds en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van de bij het Fonds betrokkenen en het algemeen belang af. De Raad van Toezicht heeft daarbij met name ook oog voor
de risico's die voortvloeien uit de taakuitoefening van het Fonds. 21
De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen functioneren. De belangrijkste stukken die de Raad van Toezicht moet goedkeuren zijn: strategie, jaarplan en begroting, jaarverslag en jaarrekening. Alvorens te besluiten tot goedkeuring van de jaarrekening spreekt de Raad met de accountant over de bevindingen uit de jaarcontrole. Jaarlijks evalueert de Raad het eigen functioneren en dat van de bestuurder.
Benoeming Raad van Toezicht De minister van OCW benoemt de voorzitter van de Raad van Toezicht. De voorzitter van de Raad
van Toezicht wordt verzocht andere leden aan te zoeken. De minister van OCW benoemt de leden vervolgens. De Raad van Toezicht benoemt op voordracht van de voozitter uit zijn midden de vicevoorzitter, die de voorzitter bij diens afwezigheid vervangt. De leden van de Raad van Toezicht worden voor een periode van vijf jaar benoemd en maximaal één keer herbenoemd.
Aandachtspu nte n alge mee n Brede samenstelling Evenwichtige opbouw met oog voor diversiteit (onder andere man-vrouw verhouding en leeftijdsopbouw)
Onafhankelijke positionering Geen (schijn van) belangenverstrengeling / geen onverenigbare (neven-) functies Kritische en integere taakvervulling
leder lid is geschikt om de hoofdlijnen van het totale beleid te beoordelen 5 tot 9 leden
Specifieke verdeling over aandachtsgebieden Een aantal leden beschikt over de specifieke kennis/deskundigheid die noodzakelijk is voor de vervulling van hun taak, binnen de specifieke verdeling over de navolgende aandachtsgebieden
(steeds minimaal 1 lid): politieUbestuurlijke terrein financieel administratief/accounting juridische zaken cultuurbeleid in brede zin (of: cultuureducatie en/of amateurkunst) I
22
sector waarbinnen het Fonds opereert
Voorzitter
De voorzitter is iemand met een zeer ruime bestuurlijke ervaring (binnen en buiten de politiek), een communicatief en strategische sterke en bindende persoonlijkheid, met uitstekende politieke contacten en een gemakkelijke entree tot departementen, andere overheden en maatschappelijke
organisaties. De voorzitter heeft affiniteit met de culturele sector, maar nadrukkelijk ook affiniteit met verwante maatschappelijke sectoren als bijvoorbeeld ondenrvijs, jeugdbeleid, sport etc. Ervaring in het bedrijfsleven is eveneens zeer welkom. Geen leeftijdsvoorkeur.
Lid Het lid is eveneens een ervaren bestuurder. Ook deze beschikt over zowel affiniteit met cultuur, maar ook ervaring in andere maatschappelijke sectoren, waaronder ook het bedrijfsleven.
Samenstelling Raad van Toezicht in 2011: mevrouw J.L.M.
Baartmans-van den Boogaart
mevrouw H.
Bounjouh
mevrouw
c.s.
Bunnik (vice-vz)
mevrouw H.
Hafkamp
de heer
J.L.
Sebel
de heer
F.J.
Paas (vz)
de heer
A.
Visser
De heer A, Visser is op
1
januari 2011 aangetreden als nieuw lid en is daarmee de opvolger van de
heer M. Sitalsing die per 15 juli 2010 terugtrad als lid.
Nevenfuncties leden Raad van Toezicht De heer F.J. Paas a
Voorzitter van Divosa
a
Bestuurslid van de Stichting len Dales Leerstoel (Den Haag)
a
Voorzitter van de Federatie Opvang (Amersfoort)
a
President-commissaris Comensha, het Coördinatiecentrum Mensenhandel
a
Lid van de raad van toezicht VU Windesheim (Amsterdam, Zwolle)
a
Voorzitter van de raad van toezicht ROC Friese Poort (Leeuwarden)
23
Mevrouw J.L, M. Baartmans a
Oud-gedeputeerde provincie Noord-Brabant en oud-waarnemend burgemeester
a
Hoofdbestuurslid van Brabants Landschap
o
Vice-voorzitter van de Raad van Toezicht van het NMKamp Vught
o
Voorzitter, door de minister benoemd als een van drie rijksbestuurders, van BHIC, (Brabants Historisch lnformatiecentrum: archieven van voormalig Rijksarchief, Waterschap Aa en
Dommelen 17 gemeenten in Noord-Oost Brabant) a
Bestuurslid van de Cappella Pratensis, een vocaal ensemble dat Renaissancemuziek uitvoert
a
Lid van de Bezwarenadviescommissie van het Fonds Podiumkunsten +
a
Lid van het Algemeen Bestuur van Stichting Kasteel Heeswijk
De heer J.L. Seöe/ a
Registeraccountant en partner PricewaterhouseCoopers Accountants NV
a
Lid Raad van Toezicht Stichting Cultural Heritage.cc, Amsterdam
a
Lid bestuur Stichting Culturele Ambassade (Lloyd Hotel), Amsterdam
o
Lid bestuur en penningmeester Stichting De Keuken van 1870, Amsterdam
a
Líd bestuur en penningmeester Stichting Financieel Café Nederland
Mevrouw H. Bounjouh a
Universitair docent en ondezoeker
a
Bestuurslid Dona Daria
Mevrouw H. Hafkamp a
Burgemeester Bergen (Noord-Holland)
a
Voorzitter
a
Voorzitter geschillencommissie Groen Links
a
Medewerker literair programma De Lesklub bij Omrop Fryslan
a
Lid (tevens vice-voorzitter) bestuurlijke adviescomissie Crisisbeheersing en
a
Rampenbestrijding Veiligheidsregio Noord-Holland-Noord
a
Lid comíte van aanbeveling Schoorlse Kunstmanifestatie
KN RM-Egmond
24
Mevrouw C.S. Bunnik o
Zelfstandig adviseur op het gebied van onderwijs en cultuur
a
Geen officiële nevenfuncties
De heer A. Vrsser a
Wethouder Financiën, personeel en organisatie Gemeente Almere
a
Lid Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) Den Haag
a
Lid Raad van Toezicht Radio Nederland Wereldomroep Hilversum
Roosfer van aftreden van Raad van Toezicht: Naam
vanaf
duur
evt. verlengen vóór
J.L. Sebel
vanaf 1 maart 2009
voor vijf jaar
1maarl2014
C.S. Bunnik
vanaf I januari 2009
voor vijf jaar
1 januari 2014
J.L.M. Baartmans
vanaf
1
januari 2009
voor vijf jaar
stopt per 1 januari 2013
H. Hafkamp
vanaf
1
januari 2009
voor vijf jaar
1 januari 2014
H. Bounjouh
vanaf
1
januari 2009
voor vijf jaar
1 januari 2014
F.J. Paas
vanaf 30 juni 201 0
voor vijf jaar
30 juni 201 5
A. Visser
vanaf 1 januari2011
voor vijf jaar
1 januari 20'16
Samenstelling fondsdirectie en medewerkers Directeur-bestuu rder: Jan Jaap Knol
Adjunct
- directeur:
Chrit van Rensen
Eind 2011 bestond de personele bezetting van het Fonds uit bijna 23 fte's. De bezetting zag er per 31 december 2011 als volgt uit: Medewerkers: Marcella Arendsen
administrateur
Giovanni Campbell
stafmedewerker
Sarah Haaij
communinicatiemedewerker
Anita Hazeu
bureaumedewerker
Tynke Hiemstra
secretarís
Toon Hoefnagels
I
Michelle Jacobs
stafmedewerker
Christina Jeliazkova
bureaumedewerker
nformatie- en applicatiebeheerder
25
Toon Kets
secretaris
Jan Jaap Knol
dírecteur
Noah van Klaveren
communicatieadviseur
Josephine Lemmens
secretaris
Marca Meijer
managementsecretaresse
GabbiMesters
jurist
Nelleke Overgaauw
bureaumedewerker
Erwin Pater
controller
Josien Paulides
directiesecretaris
Chrit van Rensen
adjunct-directeur
Melissa Khodadadi
receptionist
Ruth Slob
stafmedewerker
Marie-Lou ise Smolenaars
secretaris
Julia Terlunen
stafmedewerker
Marijne Tesser
Comm
Elif Uzun
Comm un icatiemedewerker/stafmedewerker
Willemijn in't Veld
secretaris
Gepke van der Velde
stafmedewerker
Hanneke Wiersma
secretaris
Femie Willems
secretaris
un
icatiemedewerker/stafmedewerker
ln het najaar van 2011 is gestart met een geregeld overleg tussen directie en de ingestelde personeelsvertegenwoord
i
g in
g.
26