StemWijzer is geen wetenschap Jochum de Graaf, Jerome Scheltens 1. Introductie ‘Wetenschappelijke betrouwbaarheid is niet aan de orde’, orde’, is de titel van een onderzoek door een projectgroep studenten politicologie van de Universiteit van Amsterdam, gepubliceerd erd januari 2010, naar de macht van online kieshulpen. kieshulpen De uitspraak, uitspraak gedaan in een interview met Jochum de Graaf, Graaf projectleider StemWijzer, is misschien wat onbezonnen en al te stellig, maar was een antwoord op de vraag welke wetenschappelijke criteria de StemWijzer als uitgangspunt hanteert om zijn ‘politieke betrouwbaarheid’ te waarborgen. Veel van de kritiek op de StemWijzer kan worden samengevat onder de noemer dat de StemWijzer meer wetenschappelijk zou moeten worden opgezet. Al in het tijdschrift Beleid leid en Maatschappij, jaargang 30-1 30 in 2003, voerde de Utrechtse wetenschapper Loek Groot in het artikel ‘Een kritische evaluatie van de StemWijzer 2002´ een aantal kritiekpunten op de StemWijzer aan, dat erop neer kwam dat de StemWijzer beter ‘geijkt’ zou moeten worden door zowel wetenschappers als politieke deskundigen. Voor een uitvoerige repliek zij verwezen naar het artikel ´Zin en Onzin over de StemWijzer 2002: een reactie’, van de hand van Peter Schuszler, Jochum de Graaf en Paul Lucardie in Beleid en Maatschappij jaargang 30 nr. 3. Een aantal jaren geleden concentreerde de kritiek uit wetenschappelijk hoek op de StemWijzer zich vooral op het onderzoeken van de invloed van de tool op het stemgedrag.. Onder andere door Walgrave en ook Marschall werd aangetoond dat de directe invloed op het stemgedrag marginaal was, in de zin dat gebruikers niet klakkeloos het resultaat of het advies van de stemhulpen opvolgen en dat partijen die meer dan andere bovenaan in de rangorde terecht komen daar geen aantoonbaar aantoonba voordeel uit halen bij de verkiezingen zelf. Door wetenschappers als Van Praag in een officieel ongepubliceerd artikel en door Krouwel en Fiers in een eveneens voorlopige versie werd ingezoomd op de vermeende mogelijkheid van partijen om de stellingen van de StemWijzer te manipuleren. Omdat Omdat deze kritiek niet wetenschappelijk goed onderbouwd is en in het geval van Krouwel tot een voorspelbare conclusie leidde dat zijn eigen tool, Kieskompas, een betere ‘performance’ heeft dan de StemWijzer wordt hier verder door ons niet bij stil gestaan. Het onderzoek van de studenten van de Universiteit van Amsterdam stelt stel onder meer dat kieshulpen als de StemWijzer aan een ‘betere’ controle op het totstandkomingsproces moeten worden onderworpen en dat politicologen moeten meehelpen aan het creëren van een geschikter theoretisch raamwerk. In een recent opinieartikel, eind februari 2011, 2011 in NRC Handelsblad stellen de wetenschappers Tiemeijer, Anderson en Fossen dat online kieshulpen recht zouden moeten doen aan de ‘volle le breedte van politieke overwegingen’ en met behulp van wetenschappelijk onderzoek in die zin doorontwikkeld zouden moeten worden. De e meeste kritiek uit politicologische hoek heeft als gemeenschappelijke noemer dat de StemWijzer niet wetenschappelijk toetsbaar toet is omdat dat hij niet wetenschappelijk is opgezet. Die kritiek is eenvoudig te pareren met de stelling dat de StemWijzer nooit de pretentie gehad heeft om enig wetenschappelijk doel na te streven, streven, maar als een instrument om
de politieke voorkeur te testen. Sterker nog, in de ontwikkeling van de StemWijzer de afgelopen tweeëntwintig jaar zijn steeds meer aan de wetenschap ontleende uitgangspunten verlaten. Wetenschappers hebben kritiek geuit en vele concurrenten hebben alternatieve tools aangereikt, zonder ooit goed te hebben gerealiseerd wat het doel en de essentie is van een politieke voorkeurstest, maar zij hebben daar zelf wel impliciet opvattingen over ontwikkeld. Niet alleen zijn er zo aanbevelingen gedaan die voor de StemWijzer beside the point waren, niet zelden zijn er zelfs aanbevelingen gedaan en door concurrenten variaties toegepast die diametraal tegen het wenselijk functioneren van een politieke voorkeurtest indruisen. In dit artikel zullen wij eerst een korte geschiedenis van de StemWijzer beschrijven, de factoren die verantwoordelijk zijn voor het grote succes en de populariteit benoemen. Vervolgens gaan we in op een aantal afzonderlijke aspecten van de StemWijzer, de antwoordcategorieën, de rekenmethode en de functionaliteit van de tool. Hieruit zal blijken dat de StemWijzer zich in de loop der tijd vooral als educatieve tool bewezen heeft en langzamerhand elke wetenschappelijke pretentie heeft laten varen. Toch zijn er ook terechte methodologische kritieken geweest die de StemWijzer altijd zeer ter harte heeft genomen, ook deze sommen we op. Tenslotte is de nieuwste ontwikkeling in de wetenschappelijke aandacht rond VAA’s, de internationale verzamelnaam van ‘stemwijzers’, de link met burgerschapsopvattingen die aan het bestaan van dit soort tools ten grondslag liggen. Ook hier geven we graag enig inzicht in. 2. Korte historische schets: StemWijzer 1989-2011 Het eerste StemWijzer-pakket bestaande uit een boekje en een diskette met 60 uitspraken uit verkiezingsprogramma’s van politieke partijen, werd bij de Tweede Kamerverkiezingen van september 1989 uitgebracht door de Stichting Burgerschapskunde (SBK), het Nederlands Centrum voor Politieke Vorming. Het pakket was bedoeld voor het voortgezet onderwijs. Deze eerste versie van de StemWijzer ging nog uit van het eenvoudige principe dat alle politieke partijen op één dimensie konden worden geplaatst. Was men het eens met een stelling, dan leverde dit 0 (SP) tot 50 (SGP) punten op. Door dit puntenaantal te delen door het aantal stellingen waarmee men het eens was, volgde een advies. Dit was heel simpel, maar een praktisch nadeel was uiteraard dat het oplopend aantal punten met een politieke richting kon worden geassocieerd (meer punten = ‘beter’, en meer was hier ‘rechts’). Pas daarna zijn we gebruik gaan maken van de mogelijkheden van de computer waardoor dit soort problemen omzeild konden worden. De eerste, meer geavanceerdere, digitale StemWijzer werd uitgebracht bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1994. Vooral het publicitaire bereik van deze StemWijzer was groot, al bleef het gebruik nog beperkt. In totaal werden enkele duizenden diskettes verkocht, deels via het Instituut Publiek en Politiek (IPP) waarin de SBK was opgegaan, maar ook via kiosken en de ‘betere’ boekhandels. In 1998 werd de StemWijzer voor de Tweede Kamerverkiezingen niet alleen in grote getale via diskette verspreid, onder meer onder de lezers van het dagblad Trouw, het programma werd ook op het Internet, de verkiezingssite van het IPP, gezet. 6.500 kiezers maakten gebruik van deze eerste internetversie. De StemWijzer beleefde zijn grote doorbraak bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2002, toen meer dan twee miljoen gebruikers, die de test compleet invulden, werden genoteerd. Daaraan lagen vooral twee factoren ten grondslag: 1. De grote en toenemende verspreiding van internet; had in 2001 56 procent van de Nederlandse bevolking via een pc toegang tot internet, een jaar later, 2002 was dat percentage gestegen tot 69.
2. De spannende, hectische en enerverende verkiezingscampagne van 2002; de campagne draaide om de opkomst van de Lijst Pim Fortuyn, en vele, vele kiezers wilden weten hoe zij zich verhielden tot deze onstuimige politieke nieuwkomer, die er voor zorgde dat voor het eerst in jaren de opkomst substantieel hoger was.. Het succes van de StemWijzer kondigde zich in de zomer van 2001 al aan toen verscheidene media het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) benaderden met het voorstel tot samenwerking. De StemWijzer 2002 werd behalve op het eigen domein www.stemwijzer.nl, in identieke versies uitgebracht op de websites van de NOS (Nederland Kiest), de Wegener Groep, de Volkskrant, Planet Internet en MSN. Tijdens de campagne was de StemWijzer een vast onderdeel van een speciale serie tv-shows van de Tros, Studio Twee, met presentatoren Koos Postema, Antoinette Hertsenberg, Pia Dijkstra. Gasten van het programma werd gevraagd voor de uitzending de StemWijzer te doen en daar in het programma verslag van te doen. Vrijwel alle kranten en weekbladen, actualiteiten- en nieuwsrubrieken, zowel van de publieke omroep als van de commerciële zenders besteedden aandacht aan dé hit van de verkiezingscampagne 2002. 6 mei 2002 zou het tv-programma Barend en Witteman aandacht aan de StemWijzer besteden, toen het bericht van de moord op Pim Fortuyn als een bom insloeg en de programmering overhoop gooide. De StemWijzer confirmeerde zich aan de tijdelijke campagnestop, ging enige dagen offline en brak op verkiezingsdag het voorlopige record van ruim twee miljoen gebruikers. Toen binnen negen maanden opnieuw verkiezingen voor de Tweede Kamer plaatsvonden kon de StemWijzer voortborduren op het succes. Opnieuw werden kopieën van de StemWijzer op mediawebsites geplaatst en werd met cabaretier Freek de Jonge een afspraak gemaakt, op stemwijzer.nl werd een banner voor zijn verkiezingsconference opgenomen en in het programma, - de afsluitende voorstelling werd op de avond voor de verkiezingsdag direct na het lijsttrekkersdebat uitgezonden – werd de StemWijzer in een hilarische act tegen de opiniepeilingen afgezet. Dat de naam van de StemWijzer voor eens en voor altijd gevestigd was bleek ook uit het ondanks een kortere campagne nieuwe record van ruim 2, 2 miljoen gebruikers. In 2006 werd het voorlopige gebruikersrecord van 4,7 miljoen gebruikers genoteerd. Behalve de nog grotere verspreiding van internet en opnieuw een spannende verkiezingscampagne zal hier de vele publiciteit rond wat inmiddels ‘stemwijzers’ was gaan heten een rol gespeeld hebben. In de jaren voorafgaand aan deze verkiezing was uit de hoek van belangengroepen al menige poging ondernomen een graantje van het succes van de StemWijzer mee te pikken, de lancering van concurrent Kieskompas die zich vooral met een sterk negatieve campagne over de rug van de StemWijzer trachtte te vestigen had in ieder geval als effect dat de StemWijzer tot een ongekend hoog aantal gebruikers reikte. Een week voor de verkiezingsdatum, 15 november 2006, werd op prime time op Nederland 1 ‘De StemWijzer-Show’ uitgezonden waar de kijkers o.a. via sms de stellingen konden beantwoorden. Eind 2007 gaf het tv-actualiteitenprogramma EenVandaag het IPP de opdracht een speciale StemWijzer voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen te ontwikkelen. Vanaf die tijd is EenVandaag de vaste mediapartner bij landelijke verkiezingen. In het programma werd met spotjes promotie voor de StemWijzer gemaakt en een aantal malen werd ook inhoudelijk aandacht aan de resultaten besteed. Bij de laatstgehouden Tweede Kamerverkiezingen van juni 2010 werd 4,2 miljoen keer gebruik gemaakt van de StemWijzer, geen nieuw record, vermoedelijk vanwege de kortere campagnetijd en de afwezigheid van een nieuwe StemWijzer tv-avond, maar desalniettemin een imposant hoog aantal. Uit gebruikersonderzoek van Marcel Boogers, Universiteit van Tilburg, in 2006, blijkt dat ongeveer een kwart van de gebruikers de StemWijzer meerdere malen doet. Het unieke gebruik van de StemWijzer komt daarmee uit op ongeveer 3,25 miljoen, hetgeen betekent dat pakweg een derde van de kiezers bij het bepalen van de keuze op de verkiezingsdag van de StemWijzer gebruik maakt.
De opzet van de StemWijzers voor de gemeenteraadsverkiezingen, de Provinciale Statenverkiezingen, de Europese Parlementsverkiezingen wijkt in essentie niet af van die voor de Tweede Kamerverkiezingen; al zit bij deze verkiezingen nog wel een stijgende lijn in de gebruikerscijfers, een diepergaande analyse is in het bestek van dit artikel niet zo relevant. Ook de succesvolle implementatie van de StemWijzermethode in het buitenland, in Duitsland, Zwitserland, Bulgarije, Frankrijk, Groot-Brittannië; de StemWijzer die voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen werd uitgebracht, waar o.a. door CNN aandacht aan werd besteed en de toepassing in een speciaal project in Georgië ter verdieping van de partijprogramma’s van de partijen in Georgië worden hier verder buiten beschouwing gelaten. 3. StemWijzers: Doel en Samenstelling Reeds in 1989 werd beklemtoond dat er behoefte was aan een instrument dat zich strikt zou richten op de inhoud van de politiek, de programma’s van de politieke partijen. Dit werd gezien als een goed antwoord op wat in die tijd werd genoemd ‘Amerikaanse toestanden’ de buitengewoon grote aandacht voor personen, imago’s die de Amerikaanse politiek tot op de dag van vandaag kenmerken. Eind 2003 werd de StemWijzer onderscheiden met de Machiavelliprijs, de jaarlijkse prijs voor een bijzonder prestatie op het terrein van overheidscommunicatie. Het juryrapport verwoordde het belang van de StemWijzer aldus: ‘In een tijd van voortgaande mediatisering en personalisering van politiek in het algemeen en verkiezingen in het bijzonder, biedt de StemWijzer een welkom inhoudelijk tegenwicht.' 'Tijdens de verkiezingen van 2003 is ook onderzoek gedaan onder 10.000 bezoekers van de Stemwijzer. De meeste gebruikers zien de StemWijzer als een handige manier om zich te informeren over de standpunten van politieke partijen. Of om na te gaan in hoeverre de eigen standpunten wel overeen komen met die van de partij van hun voorkeur. Ongeveer een derde zegt dat het stemadvies van de StemWijzer hun keuze in het stemhokje heeft beïnvloed. (...) Het onderzoek toont ook nog iets anders aan. De gangbare politieke websites, zoals die van politieke partijen of ‘U komt toch ook’ van Binnenlandse Zaken, zijn toch vooral het domein van hoogopgeleide jongeren. Het publiek dat op de StemWijzer afkomt is veel meer representatief voor alle kiezers. En dat is zeker een groot compliment waard. De StemWijzer is geen spoorboekje voor de kiezer. Er loopt geen rechte lijn van het stemadvies naar het kiesbiljet. En dat hebben de makers ook nooit geambieerd. Vanaf de oprichting was het doel educatief van aard. En dat is altijd zo gebleven. De StemWijzer informeert, confronteert, prikkelt en stemt tot nadenken.’ De StemWijzer heeft zo vanaf het begin vooral een educatief doel gehad. In de docentenhandleiding bij de StemWijzer van 1989, uitgave SBK, is dit als volgt geformuleerd: 1. Vermeerderen van kennis van de programmatische verschillen en overeenkomsten tussen de politieke partijen; 2. Behulpzaam zijn bij het maken van een partijpolitieke keuze. Dat is het educatieve - en voor alle duidelijkheid dus niet een wetenschappelijk – doel dat met de StemWijzer wordt nagestreefd. Onderstreept zij ook de dubbele betekenis van het woord StemWijzer, zowel het aangeven vaneen richting bij het bepalen van een stem als een aansporing om wijzer te gaan stemmen. Doel is daarmee van meet af aan geweest om de politiekinhoudelijke verschillen tussen politieke partijen duidelijk te maken, met als normatieve uitgangspunten dat een kiezer deze verschillen tenminste zou moeten weten en willen vergelijken met zijn eigen standpunt. Overigens zonder moralistisch te willen zijn en daarbij allerhande motivaties voor stemgedrag (strategische overwegingen, oordelen over Ieiderschap, geloofwaardigheid en uiterlijk van kandidaten, traditie, etc..) negatief te classificeren. Het idee was de politiek terug te brengen naar de kern, de inhoud, een inhoudelijk alternatief bieden voor de
verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen die die rol niet meer leken te vervullen. De StemWijzer werd ook benoemd als ‘politieke voorkeurtest’ en uitdrukkelijk niet als onderzoek of opiniepeiling. Bij de educatieve doelen horen een aantal uitgangspunten die helpen deze doelen met succes te behalen. 1. Stemmen is kiezen, en om te kunnen kiezen moeten verschillen in standpunten worden uitvergroot. Dat veronderstelt dus een niet genuanceerde stellingname. 2. Beseft moet worden dat tweederde tot driekwart van de Nederlandse bevolking en kiezers een opleidingsniveau van VMBO tot MBO heeft. Een politieke voorkeurtest moet in formulering van stellingen, taalniveau en woordgebruik, lay-out, elkaar uitsluitende antwoordcategorieën én presentatie van de uitslag simpel en eenduidig te begrijpen zijn. De tool moet relatief snel te doen zijn, reeds begin jaren negentig van de vorige eeuw bedachten wij dat een gebruiker niet meer dan dertig stellingen in tien tot vijftien minuten zou moeten beantwoorden om tot een resultaat te komen. 3. Het vermeerderen van kennis wordt vervolgens niet met een simpel testje bereikt. De test is een trekker waar men om aantrekkelijke redenen op af komt. Gebruikers worden ‘beloond’ en menigmaal ook verrast met een resultaat, de partij met wie ze, als het om de inhoud gaat, het meeste overeenkomst hebben. Vervolgens krijgt men tijdens en achteraf de mogelijkheid tot vergelijken van standpunten tussen gebruiker en partijen, tussen partijen onderling en nadrukkelijk het aanbod om te linken naar de partij websites en -programma’s elders online. De tool is geen doel op zich. Wetenschappers hebben vanaf het begin politiek voorkeurstesten als de StemWijzer gezien als enerzijds een poging tot modellering van het besluitvormingsproces van de individuele kiezer en aan de andere kant -hoe beter dit eerste zou lukken- als een voorspellingsmodel. En dan niet zozeer als een platte variant van de verkiezingsuitslag, maar meer als een opname van het kiezersgedrag in bredere zin, binnen de gehele politieke context van een verkiezingscampagne. De meeste varianten van en concurrenten op de StemWijzer kwamen overigens niet uit wetenschappelijk hoek, maar gingen uit van vergelijkbare ‘valse’ aannames: stellingen moesten veel meer nuancering in hun formuleringen hebben, zodat tussenliggende standpunten van partijen beter aan bod kwamen, antwoordcategorieën moesten meer ruimte bieden dan enkel voor of tegen, maar meer ruimte bieden in 5-puntschalen of zelfs lijsten met antwoorden met uitgebreide beleidsvoorstellen. Wat al deze concurrenten gemeen hadden is dat het als gebruiker bijzonder vermoeiend was de hele test te doorlopen; eindeloos lezen, eindeloos klikken. De nuancering schoot de succesfactor van de tool voorbij. Ook hier was sprake van een vorm van modelleren; kiezers moesten blijkbaar in aanzienlijke details worden meegenomen, in verregaande overwegingen en nuanceringen van standpunten van politieke partijen. Partijen leken daarbij gesteund te worden om niet met de billen bloot te hoeven, om geen kleur te bekennen. De StemWijzer dwong partijen juist af hom of kuit te kiezen met korte bondige ‘discriminerende’ stellingen, nuancering mocht en mag vervolgens in de aparte toelichtingvelden. Eerst helder kiezen, daarna nuanceren. Het Kieskompas in haar eerste versie vroeg bijvoorbeeld ook naar de betrouwbaarheid van de verschillende lijsttrekkers. Rekenkundig gebeurde hier vervolgens in het resultaat weinig mee. Het is ons niet bekend waarom Kieskompas besloot deze dimensie weer te schrappen, maar dat was een wijs besluit. Het opnemen van dit soort dimensies is gebaseerd op een verkeerde aanname van wat een politieke voorkeurstest is. Los van het feit dat als je eenmaal begint met opnemen van overige factoren, deze uit wetenschappelijk oogpunt ook meteen uitputtend zou moeten zijn,
anders modelleer je nog steeds de overwegingen in het hoofd van een kiezer niet succesvol. 4. De StemWijzer-methode De ontwikkeling van de StemWijzer kan verder het beste geschetst worden aan de hand van een beschrijving van de discussie over de hoofdkenmerken van het instrument: de antwoordcategorieën en de daarmee verbonden rekenmethode en als derde de functionaliteit van de tool. De eerste Stem Wijzer ter gelegenheid van de Tweede Kamerverkiezingen van september 1989 bevatte zoals aangegeven zestig uitspraken uit de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen die aan de verkiezingen meededen. Opzet was een eendimensionale links-rechtsschaal, per ondersteunde uitspraak noteerde de gebruiker zelf een puntenaantal van 0 (voor de SP) tot 50 (voor de SGP). Deze rekenmethode had, zeker indien zichtbaar bij een papieren versie, het nadeel dat een rechtse score altijd gebaseerd was op meer punten en dus als suggestief kon worden ervaren. Dankzij de digitalisering, waardoor een meer complexe rekenmethode gehanteerd kon worden, kon het aantal vragen behoorlijk beperkt worden. Het kwam er toen op aan niet alleen de belangrijkste uitspraken uit de partijprogramma’s te selecteren, maar om vooral veel aandacht te besteden aan het formuleren van stellingen over belangrijke onderwerpen. Vrij snel werd als norm bepaald dat een test, althans in de digitale versie, niet meer dan een stuk of dertig stellingen zou mogen bevatten. Een gebruiker zou in een minuut of tien, vijftien tot een resultaat moeten komen. In die eerste digitale versies van de StemWijzer werden, naar analogie van de opzet van enquêtes vijf antwoordcategorieën gehanteerd, van geheel eens tot en met geheel oneens en met als middenpositie ‘neutraal’, waarbij tevens de mogelijkheid bestond om een vraag over te slaan. Vanuit de telkens wederkerende discussie en benadrukking van de educatieve functie van het instrument werd deze antwoordschaal, ook wel Likertschaal, vrij snel verlaten. Het nog steeds valide argument dat daarbij gehanteerd wordt, stelt dat met de Likertschaal een schijnzekerheid wordt bereikt. In feite worden in een stellingscherm twee elkaar min of meer uitsluitende vragen gesteld, namelijk allereerst een mening en tegelijkertijd de intensiteit van die mening. En die intensiteit wordt bovendien niet bevredigend gemeten. Immers, hoe groot is het verschil tussen ‘mee eens’ en ‘helemaal mee eens’? Methodologisch is daar een score aan te geven, maar die kent de gebruiker op dat moment niet. Per slot zijn het strikt genomen geen elkaar uitsluitende opties, die het kiezen moeilijker maakt, zeker naarmate het opleidingsniveau van de gebruiker lager is. Het antwoord ‘helemaal mee eens’ bevat ook alle mening van ‘mee eens’ maar dan nog wat meer ‘erbij’. En partijen zouden wel eens heel anders over dat verschil kunnen denken dan gebruikers. Daarbij ontstaat ook de mogelijkheid dat partijen hier strategisch op gaan antwoorden. Meer logisch achten wij het om eerst alle stellingen volgens een driepuntsschaal, Eens, Neutraal en Oneens, te beantwoorden en vervolgens in een apart scherm de onderwerpen van alle stellingen aan te bieden en de gebruiker de mogelijkheid te bieden om vanuit dat overzicht die onderwerpen aan te merken die voor hem extra belangrijk zijn. Bij de verdergaande digitale ontwikkeling van de StemWijzer werd ook veelvuldig over rekenmethode gediscussieerd, de methode waarmee het ‘stemadvies’ werd berekend. Deze ‘StemWijzer Methode’, gehanteerd vanaf 1998, werkt als volgt. De kiezer krijgt de stellingen voorgelegd en mag daarbij kiezen uit Eens, Neutraal, Oneens of voor Geen mening. In dat laatste geval, in latere versies werd hiervoor ook het antwoord ‘Overslaan’ gehanteerd, wordt de stelling niet betrokken in het advies. Wanneer alle
stellingen doorlopen zijn, dan mag de kiezer aan bepaalde stellingen nog extra gewicht toekennen. Vervolgens vergelijkt de computer de verschillende partijprofielen met het profiel van de kiezer, op basis van het principe van ‘de kleinste afstand’, ofwel de city block methode: is een kiezer het met de stelling eens (+), en een partij oneens (-), dan is de afstand maximaal: twee punten. Denkt een kiezer er hetzelfde over als een partij (eens, oneens, neutraal), dan is er geen verschil: nul punten. Neemt een kiezer of een partij een neutraal standpunt dan is de score één punt. (zie tabel 1) Tabel 1. Scoretoekenning op basis van 'kleinste afstand'
Partij: → Kiezer: ↓ Oneens Neutraal Eens
Oneens
Neutraal
Eens
0 1 2
1 0 1
2 1 0
Bij dertig stellingen is de maximale afstand, volgens bovenstaande puntentoekenning, tussen een kiezer en een partij dus zestig punten, en de kleinste afstand nul. De maximale afstand kan groter worden, als een kiezer één of meerdere stellingen selecteert die zwaarder mee moeten wegen. De scores bij de stellingen worden dan verdubbeld en kunnen dan dus maximaal vier punten per stelling worden. De partij met de laagste score komt bovenaan in de rangorde, etc. In de loop der tijd concentreerde de discussie zich vooral op de terminologie, de benaming van de middenpositie, ‘neutraal’ of ‘geen mening’ en of dit niet als een volwaardig antwoord van eenzelfde niveau als de antwoorden ‘eens’ of ‘oneens’ moest worden beschouwd of dat toch een andere waardering, een ander puntenaantal aan dit antwoord moest worden toegekend. Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2006 werd een variant van de city block methode gebruikt waaraan Cohen’s Kappa werd toegevoegd, een statistische methode om het gebruik van veel dezelfde antwoorden te corrigeren. Toen bij de Provinciale Statenverkiezingen 2007 met 12 StemWijzers bleek dat hierdoor partijen met wie de gebruiker de meeste overeenstemming had toch niet bovenaan de rangorde van partijen verschenen werd deze rekenmethode voor het bepalen van het resultaat verlaten. Cohen’s Kappa is vooral van nut bij grootscheeps wetenschappelijk onderzoek met vele tientallen vragen; bij de StemWijzer, waar doorgaans niet meer dan twaalf partijen antwoorden geven op de stellingen leidt het tot ongewenste bijeffecten. Sindsdien hanteren we de simpele methode van het meten van de meeste overeenkomst, iedere stelling waarbij gebruiker en partij hetzelfde antwoord geven leidt tot een punt, bij het aangeven van extra gewicht wordt dit als een extra stelling c.q. antwoord meegeteld en de partij met de meeste overeenkomst komt bovenaan in de rangorde van partijen. De city block methode wordt nog wel gebruikt bij de selectie van stellingen. In de StemWijzermethode wordt in eerste instantie een groslijst van vijftig, zestig stellingen opgesteld die de partijen beantwoorden naar het partijstandpunt. Belangrijk criterium bij het maken van de eindselectie van dertig stellingen die in de StemWijzer worden opgenomen is of partijen wel voldoende afstand van elkaar hebben, waarbij als norm geldt dat tenminste op vijf stellingen, tien punten volgens de city block tabel, iedere partij ten opzichte van de andere partijen een tegenovergesteld standpunt in moet nemen. In een bijdrage aan NRC Handelsblad, november 2006, onderstreept de Twentse hoogleraar Kees Aarts al dat deze eenvoudige werking het sterkste punt is van de StemWijzer. “Hoe meer kennistechnologie wordt toegepast, des te meer veronderstellingen moeten worden gemaakt over de totstandkoming van een ‘correct’
stemadvies, en des te sterker de invloed van de bedenkers op de werking van hun product. Het zijn juist de kennistechnologie en gecompliceerde adviesprogramma’s zoals het Kieskompas die tot onverantwoordelijkheid leiden, doordat ze gebrekkige kennis over feitelijke besluitvormingsprocessen verwarren met democratische normen. In de theorie van democratie baseren kiezers hun keuze op het gevoerde regeringsbeleid en de beleidsvoornemens van partijen voor de toekomst. In de werkelijkheid baseren kiezers zich onder meer ook op hun oordelen over politici, maar dat feitelijke afwegingsproces is irrelevant bij het formuleren van een advies op basis van partijprogramma’s. De StemWijzer biedt een handvat voor kiezers die bereid zijn om hun keuze mede te baseren op waar het in een democratie over zou moeten gaan, niets meer en niets minder.” 5. Advies of Resultaat en Hoe gepresenteerd Veranderingen in de StemWijzer worden wel aangebracht na wetenschappelijke analyse van de tool, maar niet om het wetenschappelijke gehalte te verhogen. Van begin af aan waren wetenschappers van de Universiteit Twente bij de discussie over doel en effect van de StemWijzer betrokken, vanaf 2002 tot en met 2007 werd door Marcel Boogers, Universiteit Tilburg, onder gebruikers van de StemWijzer onderzoek gedaan naar gebruik en waardering. Tot en met 2007 werd, op basis van onder meer het gebruikersonderzoek, in expertmeetings met wetenschappers, vertegenwoordigers van politieke partijen, externe deskundigen de verkiezingscampagne en de werking van de StemWijzer geëvalueerd en conclusies getrokken voor de verdere ontwikkeling van de tool. Toen het wetenschappelijk onderzoek onder gebruikers geen significant nieuwe inzichten bood, werd de focus van het onderzoek verplaatst van de gebruiker naar het gebruik van de StemWijzer, de presentatie, de navigatie, de gebruiksvriendelijkheid. Lange tijd was de StemWijzer een soort black box, een gebruiker beantwoordde de stellingen, kon extra gewicht geven aan bepaalde onderwerpen en kreeg als resultaat, met het woord Stemadvies’ een partijlogo te zien en daarnaast een grafiek met in aflopende rangorde de partijen met wie de meeste overeenstemming was. Voor menige gebruiker was dit ‘advies’ verrassend, een onverwachte uitkomst. Hoewel dit verrassingseffect een goede bijdrage leverde aan de populariteit van de StemWijzer werd tijdens een van de evaluaties van de StemWijzer, de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 besloten om voortaan niet meer het woord stemadvies te hanteren, maar ‘Resultaat’. Bij de gemeenteraadsverkiezingen 2010 werd door het onderzoeksbureau Motivaction, in opdracht van het IPP, een onderzoek uitgevoerd onder gebruikers in gemeenten waar zowel StemWijzer als Kieskompas actief waren,. Kernconclusies zijn dat StemWijzer de meest bekende online kieshulp is (68% kent StemWijzer, 25% Kieskompas; 38% Kieswijzer, die niet actief was bij de gemeenteraadsverkiezingen); dat StemWijzer door de respondenten beter gewaardeerd wordt dan Kieskompas en dat de StemWijzer een hoger bereik en waardering onder moeilijk bereikbare doelgroepen als ouderen en lager opgeleiden heeft. En hoewel de respondenten positiever waren over de functionaliteit van de StemWijzer, de grafische opbouw van de verschillende schermen, de navigatie, kwam als belangrijke aanbeveling naar voren dat de gebruiksvriendelijkheid nog wel bevorderd zou kunnen worden. Met het oog op de Tweede Kamerverkiezingen 2010 is daarom besloten met name het resultaatscherm opnieuw op te zetten. Aan het eind van de test, in het resultaatscherm staat de tekst: ‘meeste overeenstemming met::’ en dan de partijnaam. Om het resultaat nog meer te relativeren en de gebruikers nadrukkelijk te wijzen op de extra mogelijkheden,
functionaliteiten, is bij de tabel met rangorde van partijen bij de bovenste partij, de partij waarmee de gebruiker de meeste overeenstemming heeft, de zinsnede opgenomen: ‘u bent het op .. punten oneens met (partijnaam)’. Onderaan het lijstje, bij de partij waarmee de gebruiker de minste overeenstemming heeft wordt vermeld: ‘ u bent het op .. punten een met (partijnaam)’. In een apart vlak worden een aantal vergelijkingsfilters aangeboden, de mogelijkheid om de eigen mening met die van alle partijen te vergelijken, de vergelijking met de partijstandpunten op de stellingen die als extra belangrijk zijn aangemerkt; de mogelijkheid om de standpunten per thema te vergelijken; de mogelijkheid om alle stellingen waarbij partijen een gelijkluidend standpunt innemen met elkaar te vergelijken. Op die manier is het resultaatscherm niet het eindpunt van de test, maar, zo blijkt uit de interne webstatistieken, voor een groot deel van de gebruikers het begin van een verdere oriëntatie op standpunten en partijen. In dit kader zij ook opgemerkt dat de homepage van de StemWijzer van begin af aan is opgezet als een pagina met behulp waarvan met de gebruiker gecommuniceerd kan worden. In campagnetijd functioneert dit als een portalsite, waarop relevant politiek nieuws wordt vermeld, waar een agenda van debatten en bijeenkomsten is te raadplegen, links naar verkiezingssites zijn opgenomen, inclusief die naar alle andere actieve stemhulpen. Dat de bezoekers van www.stemwijzer.nl daar in grote getale gebruik van maken blijkt onder andere uit de vele duizenden mails die wij over alle mogelijke aspecten van de StemWijzer maar ook over vele andere zaken die een rol spelen in verkiezingstijd, krijgen, en die alle worden beantwoord. Uit dit contact met de afnemers komen regelmatig goed kritische commentaren, opmerkingen en kanttekeningen die te gebruiken zijn bij de verdere ontwikkeling van de StemWijzer. 6 . Conclusie: de Gebruiker centraal Naast de discussie over het resultaatscherm zijn in de loop der tijd nog andere functionaliteiten aan de StemWijzer toegevoegd met als uitdrukkelijk en enig doel de gebruiksvriendelijkheid te verhogen. In de StemWijzer zijn altijd alle politieke partijen die aan de verkiezingen meedoen standaard opgenomen, tenzij een partij zelf aangeeft geen medewerking aan de StemWijzer te willen verlenen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen 2010, toen rond de zestig StemWijzers voor evenzovele gemeenten, stadsdelen en deelgemeenten, werden ontwikkeld is voor de intropagina van de StemWijzer een digitaal ‘verkiezingsbord’ ontworpen, waar de logo’s van de deelnemende politieke partijen in de lijstvolgorde zijn opgenomen met als optie om van daaruit naar de (verkiezings-) site van de politieke partijen door te klikken. Al langer, vanaf de Tweede Kamerverkiezingen van 2006, was er de optie om in een apart scherm partijen te kunnen selecteren. In verschillende variaties – bij landelijke verkiezingen doen nu eenmaal veel meer partijen mee dan bij lokale of regionale verkiezingen – kon de gebruiker zelf een keuze maken uit de partijen die meedoen, bv. alleen kiezen voor de partijen die in Tweede Kamer of gemeenteraad vertegenwoordigd zijn, dan wel een vergelijking tussen alleen christelijke partijen of collegepartijen. Op die manier wordt de gebruiker er nogmaals op gewezen dat hij zelf een keuze moet maken en dat niet het programma een geadviseerde partij uit de black box laat komen. Vanaf de campagne 2006 was er al de mogelijkheid om, in eerste instantie aan het eind van de test, de toelichtingen van de partijen op de standpunten te raadplegen. Partijen konden , binnen een aantal formele beperkingen, in alle genuanceerdheid hun stellingname verduidelijken. Voor het verkiezingsjaar 2010, met gemeenteraads- en Tweede Kamerverkiezingen, werd besloten deze toelichtingen op het niveau van de
stelling te ontsluiten. Voor de gebruikers een extra optie om zich bij het beantwoorden van de stelling te oriënteren op de overwegingen van de politieke partijen. Al deze veranderingen, modificaties, aan de tool hebben tot doel de educatieve functie van de StemWijzer te versterken. De gewijzigde opzet van de Tweede Kamer StemWijzer in 2010 is voor het online brengen uitgebreid getest in een zogeheten usability-test. Uit een analyse van de eigen webstatistieken bleek dat een significant groter aantal gebruikers vanuit het resultaatscherm op zoek ging naar meer informatie. De toelichtingen werden veel meer geraadpleegd, er was een toename van het verkeer naar de websites van de politieke partijen. En het beste bewijs dat de StemWijzer als een goed functionerend middel wordt gezien dat in verkiezingstijd goede diensten verleent blijkt natuurlijk uit de gebruikersstatistieken, waarbij nadrukkelijk zij vermeld dat de StemWijzer real time statistieken publiceert, alleen de aantallen gebruikers die de test compleet invullen, geen bezoekerscijfers of pageviews. Bij alle achtereenvolgende verkiezingen sinds 2006 heeft de StemWijzer zich keer op keer bewezen als de meest gebruikte en meest gewaardeerde stemtest, met gebruikerscijfers die meer dan het dubbele zijn dan die van alle andere testen bij elkaar. In hun artikel ‘Digitale stemhulpen moeten rekening houden met veel meer overwegingen van kiezers’ dat in gereduceerde vorm in NRC Handelsblad eind februari 2011 gepubliceerd noteren Tiemeijer, Anderson en Fossen drie bezwaren tegen stemhulpen als de StemWijzer. • Ten eerste zouden kiezers bij verkiezingen meer rationeel gewezen moeten worden op dieperliggende waarden en politieke oriëntaties in plaats van het beantwoorden van stellingen over onderwerpen van ‘het moment’, ook wel een ‘pakketje referenda over de voornemens van het moment’. • Ten tweede zijn zij van mening dat niet alleen naar de inhoud gekeken moet worden, maar ook naar de politieke stijl. Het ‘afrekenen op prestaties’ zou een groter ‘disciplinerend effect ‘ op politici hebben. Stemhulpen vragen niet naar retrospectieve oordelen. • En ten derde negeren de stemhulpen de mogelijkheid van ‘strategisch stemmen’, waarmee de auteurs bedoelen dat ook rekening gehouden zou moeten worden met de machtsvraag, of kiezers op een partij willen stemmen die kans krijgt regeringsmacht uit te oefenen. De bouwers van digitale stemhulpen zouden hun instrumenten zo moeten ontwikkelen dat zij recht doen aan de ‘volle breedte van politieke overwegingen’. Vanuit wetenschappelijk oogpunt kan het inderdaad een valide overweging zijn om veel meer politieke overwegingen mee te nemen en ontwikkelaars van stemtesten die de pretentie voeren onderzoek met hun tool te willen doen zouden deze eis bijzonder serieus moeten nemen. Maar vooralsnog gaat er ter verdediging tegen deze wens een ander argument vooraf: de wetenschap wil dit omwille van haar wens tot modelleren van de overwegingen van kiezers en begrijpt niet wat de oorspronkelijke functie van een politieke voorkeurtest is. En ten tweede, als het besluit tot modelleren zou worden genomen, zouden ook alle factoren die bij het bepalen van de stemkeuze een rol spelen moeten worden meegenomen. Het Nationaal Kiezers Onderzoek bevat een vragenlijst van maar liefst 60 pagina’s voor de zogenaamde eerste golf en nog eens 57 extra pagina’s voor de tweede golf, dan gaat het om religie en politiek, het vertrouwen in de partijleider, tevredenheid met de democratie, de opvattingen over Europa, vertrouwen in instituties, of stemwijzers en vooral ook opiniepeilingen van invloed zijn op het stemgedrag, of een kiezer een gerede kennis van de politiek heeft, in hoeverre vroeger stemgedrag meespeelt, of een gewenste en dan wel verwachte regeringscoalitie van belang is. Dit zijn allemaal zeer valide vragen en factoren die van belang zijn bij het bepalen van de stem, maar wie op basis hiervan een test wil
ontwerpen zal op het onoverkomelijke bezwaar stuiten dat geen kiezer de moeite zal nemen deze gigantische lijst vragen te beantwoorden. Het IPP is zich overigens wel bewust van de waarde van de dieper liggende waarde van politieke oriëntaties en heeft daarom als variant op de StemWijzer een Partijenwijzer ontwikkeld, een test waarmee de gebruiker door de beantwoording van 42 stellingen met als motto ´Wat voor maatschappij wil jij´ kan nagaan met welke politieke stroming hij de meeste overeenkomst heeft. Overigens zijn die stromingen over vijf politieke dimensies van elkaar onderscheiden, een simpel assenstelsel van links-rechts en progressief-conservatief is te beperkend voor het maken van een goed ideologisch onderscheid. Voor het ‘afrekenen op prestaties’ is de Stemmentracker ontwikkeld een ‘Stemwijzer met terugwerkende kracht’, waarmee de gebruiker zich ten aanzien van dertig onderwerpen die de afgelopen regeerperiode in de Tweede Kamer in stemming kwamen kan oriënteren op de partij met wie hij de meeste overeenstemming heeft. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 werd de Stemmentracker tezamen met de StemWijzer aangeboden en maakten enige honderd duizenden kiezers daar gebruik van. En in het kader van ‘strategisch stemmen’ werd in 2011 voor het eerst, in samenwerking met het online nieuwsmedium NU.nl, een StemWijzer Eerste Kamer online gebracht. Dit vanuit de gedachte dat kiezers bij Provinciale Statenverkiezingen in feite een dubbele stem hebben en met hun keuze voor een partij op provinciaal niveau ook de landelijke politieke verhoudingen beïnvloeden. Kortom, is de StemWijzer uit ontwikkeld en zal tot in lengte van verkiezingsdagen de tool zoals die er nu uitziet worden gepubliceerd? Nee, door serieuze, al dan niet wetenschappelijke kritiek, door gebruik in andere politieke culturen als Groot-Brittannië, de VS of voormalige communistische landen blijft het denken over een goed interactief hulpmiddel bij democratische verkiezingen gaande. Zo is voorstelbaar dat vanuit de educatieve doelstelling aan de stellingen nog een soort dossier over het betreffende onderwerp wordt aangeboden, zodat de gebruiker zich een beeld kan vormen van de actuele politieke discussie over het onderwerp. Een andere belangrijke denkrichting voor het verbeteren van de tool is een user-driven content methode, die de samenstelling van een VAA tot een meer deliberatief democractisch proces zou kunnen maken. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 is daar op bescheiden schaal al mee geëxperimenteerd, StemWijzergebruikers konden stellingen indienen en waarderen. Al leidt dat niet direct tot bruikbare nieuwe stellingen, het dwingt ons als makers wel tot nadenken over aannames van wenselijke vormen van stemgedrag, stemkeusbepaling en -beïnvloeding, democratisch burgerschap en wisselwerking van politiek en media. Belangrijkste conclusie voor wetenschappers en concurrenten die te hoop lopen tegen de StemWijzer is dat ons uitgangspunt is en zal blijven: de StemWijzer is er niet om het besluitvormingsproces van de burger te kunnen begrijpen en modelleren, de StemWijzer is er om kiezers de inhoudelijke politieke standpunten te leren kennen en daar uit te kunnen kiezen. Want de StemWijzer is er niet zozeer voor de wetenschap, maar eerst en vooral voor de kiezer.
Literatuurlijst Aarts, Kees (2006). Eenvoudige werking is sterkste punt StemWijzer, in NRC Handelsblad 1-11-2006. Boogers, Marcel (2006). StemWijzer lokaal. Gebruikers, motieven, effecten. Tilburg: Tilburgse school voor Politiek en Bestuur, PowerPoint presentatie van onderzoek ter gelegenheid van gemeenteraadsverkiezingen 2006. Boogers, M.J.G.J.A. (2006). Enquête bezoekers StemWijzer. Tilburg: Universiteit van Tilburg, onderzoeksnotitie Tilburgse school voor Politiek en Bestuur. Boogers, M. (2007). StemWijzer in de provincie. Verslag van een enquête onder gebruikers van de provinciale StemWijzers bij de Provinciale Statenverkiezingen van 7 maart 2007. Tilburg: Universiteit van Tilburg, onderzoek Tilburgse school voor Politiek en Bestuur. Cedroni L. en D. Garzia (2010). Voting Advice Applications in Europe. The State of the Art. Scripta Web Italië. Groot, L.F.M. (2003). Criteria to Evaluate Voting Indicators and a Recipe for a New One. Amsterdam: SISWO. Groot. L.F.M. (2003) ‘Een kritische evaluatie van de StemWijzer 2002.’ In: Beleid en Maatschappij, jaargang 30, 1: 20-30. Marschall, Der Wahl-O-Mat als Instrument der Gesellschaftsberatung - Potenziale und Grenzen, in: Zeitschrift für Politikberatung 2 Berlin (2009). Motivaction, Jorrit Hoekstra, Peter Jobsen. (maart 2010) Website evaluatie StemWijzer. Verslag onderzoek onder gebruikers van StemWijzer en Kieskompas, campagne gemeenteraadsverkiezingen 2010. Krouwel, André and Fiers, Stefaan (2008) From text to position, paper prepared for the conference ‘Voting Advice Application (VAAs): between charlatanism and political science. Antwerpen 2008. Praag, P. van (2007). De stemwijzer: hulpmiddel voor de kiezers of instrument van manipulatie?’ Amsterdam: Lezing Amsterdamse Academische Club 24-05-2007 Projectgroep 7, Afdeling Politicologie, Universiteit van Amsterdam (2010). “Wetenschappelijke betrouwbaarheid is niet aan de orde” Over de macht van kieshulpen. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. Onderzoek onder begeleiding van Laurens Buijs. SBK, Docentenhandleiding StemWijzer 1989, Leiden (SBK), 1989. Schuszler, P., J. de Graaf en P. Lucardie (2003). “Zin en Onzin over de StemWijzer 2002: een reactie.’” In: Beleid en Maatschappij, Vol 30, 3: 194-200 Walgrave, S., & van Aelst, P (2005). Much ado about (almost) nothing: over de electorale effecten van Doe de Stemtest 2004. Samenleving en Politiek, Vol. 12: 61-72.