Stedelijk Kompas Westfriesland 2015-2016
Gemeente Hoorn December 2014
INHOUDSOPGAVE
1.
Inleiding 1.1 Wat is een Stedelijk Kompas 1.2 Nieuw Stedelijk Kompas 1.3 1.4 1.5 1.6
Landelijke ontwikkelingen Lokale ontwikkelingen Doelen en uitgangspunten Leeswijzer
2. Vroegsignalering (terugval)preventie en nazorg 2.1 Wat willen we bereiken? 2.2 Hoe willen we dit bereiken? 2.3 Wat gaan we hiervoor doen? 3. Brede Centrale Toegang 3.1 3.2 3.3
Wat willen we bereiken? Hoe willen we dit bereiken? Wat gaan we hiervoor doen?
4. Terugdringen van overlast op straat 4.1 Wat willen we bereiken? 4.2 4.3
Hoe willen we dit bereiken? Wat gaan we hiervoor doen?
5. Beschermd Wonen 5.1 Wat willen we bereiken? 5.2 5.3
Hoe willen we dit bereiken? Wat gaan we hiervoor doen?
6. Samenwerking en regie 6.1 6.2 6.3
Wat willen we bereiken? Hoe willen we dit bereiken? Wat gaan we hiervoor doen?
7. Financiën 7.1 Decentralisatie - uitkering MO/Vb/OGGz 7.2 Decentralisatie - uitkering Beschermd Wonen 7.3 Decentralisatie - uitkering AWBZ - begeleiding MO Bijlagen Bijlage I: Bijlage II: Bijlage III: Bijlage IV:
3 3 3 3 4 5 5
6 7 8 8 8 8 9 9 9 10 11 11 11 13 14 14 14 14 15 15 15 15
16 Afkortingenlijst Evaluatie Stedelijk Kompas 2009 - 2014 Startpunt, Hervorming MO/Vb/OGGz Westfriesland Aantallen en achtergrondinformatie over Beschermd Wonen
1.
Inleiding
1.1
Wat is een Stedelijk Kompas
Het Stedelijk Kompas is een plan van aanpak voor de Maatschappelijke Opvang (MO), het Verslavingsbeleid (Vb) en de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz). De taak van de MO is het bieden van een tijdelijk verblijf aan mensen zonder dak boven hun hoofd, gekoppeld aan zorg en begeleiding. De cliënten in de MO kampen vaak met meerdere, elkaar beïnvloedende, problemen tegelijkertijd. De meeste cliënten in de MO hebben daarom te maken met instanties uit verschillende maatschappelijke sectoren, zoals de jeugdzorg, de OGGz en de verslavingszorg. Ook hebben cliënten te maken met instanties die zich bezighouden met inkomen, huisvesting en maatschappelijke ondersteuning. De multiproblematiek van de doelgroep en de betrokkenheid van veel (zorg)partijen bij de doelgroep, maakt het Stedelijk Kompas meer dan alleen MO en de verantwoordelijkheid voor de doelgroep breder, dan alleen de verantwoordelijkheid van de centrumgemeente. 1.2
Stedelijk Kompas 2015 - 2016
Stedelijk Kompas
2009-2014
Het formuleren van beleid op het gebied van MO, Vb en OGGz is niet nieuw. Het hoort bij de taken die centrumgemeenten MO/Vb/OGGz al uitvoeren sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2007. Dit jaar loopt het Stedelijk Kompas Westfriesland 2009-2014 af. Dit Stedelijk Kompas 2015-2016 bouwt voort op het vorige Stedelijk Kompas én op de tussentijdse ontwikkelingen in de beleidsperiode 2009 - 2014 (zie bijlage II voor de evaluatie) Startpunt Hervorming MO/Vb/OGGz
West fries land
In 2013 is ervoor gekozen om de MO/Vb/OGGz Westfriesland te hervormen. De kaders voor deze hervorming liggen vastgelegd in het beleidsdocument: Startpunt, hervorming MO/Vb/OGGz Westfriesland (zie bijlage III). Dit Stedelijk Kompas vormt een aanvulling op het reeds vastgestelde beleid. Geldigheidsduur Stedelijk Kompas
2015-2016
Er is gekozen voor een korte geldigheidsduur voor het nieuwe Stedelijk Kompas, omdat het sociaal domein flink in beweging is. Per 2015 gaan de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de nieuwe Jeugdwet van kracht. Hoe al deze ontwikkelingen gaan uitpakken is beperkt te voorspellen. Met een korte geldigheidsduur kan het Stedelijk Kompas tijdig worden bijgesteld. 1.3
Landelijke ontwikkelingen
Transitie: Extramurale begeleiding en Beschermd
Wonen
Gemeenten worden per 2015 verantwoordelijk voor de extramurale begeleiding (individuele begeleiding en begeleiding groep) en centrumgemeenten MO/Vb/OGGz voor Beschermd Wonen (BW). Hiermee krijgen centrumgemeenten MO/Vb/OGGz de verantwoordelijkheid voor een nieuwe groep cliënten. BW is in de nieuwe Wmo als een maatwerkvoorziening opgenomen naast de voorzieningen voor MO en vrouwenopvang. In dit Stedelijk Kompas wordt BW geïntegreerd als onderdeel van de MO/Vb/OGGz-keten. Het budget voor BW wordt, in tegenstelling tot het budget voor de extramurale begeleiding, zonder korting overgeheveld naar centrumgemeente Hoorn. Enige nuance hierbij is noodzakelijk. Het budget dat overgeheveld wordt, is gebaseerd op het budget van 2013. Op macroniveau vindt er geen korting plaats. Vervolgens wordt het budget verdeeld over 43 centrumgemeenten. Het ziet er nu naar uit dat de herverdeling in 2015 nadelig werkt voor Westfriesland.
In 2016 wordt een objectief verdeelmodel ingevoerd. De verwachting is dat de regio Westfriesland per 2016 meer middelen krijgt voor de uitvoering van BW - taken. Uitvoeringskosten en de organisatie van de toegang/indicatiestelling moeten uit het beschikbaar gestelde budget worden gefinancierd. Hier stelt het Rijk geen extra middelen voor beschikbaar. Transformatie: Gebiedsteams, de kanteling en passende ondersteuning De decentralisatie van taken moet de versnippering van het ondersteuningsaanbod tegengaan; de omvang en kosten van de verzorgingsstaat verminderen én een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de participatiesamenleving. Om dit te kunnen realiseren moeten professionals 'gekanteld' werken. Dit betekent dat professionals zich vooral moeten richten op het versterken van de eigen kracht en zelfredzaamheid van de inwoner. Sociale wijkteams vormen een belangrijk instrument in het transformatieproces. Sociale wijkteams zijn multidisciplinaire teams en werken gebiedsgericht. De naam van het sociale wijkteam kan per gemeente verschillen net als de samenstelling van het team. Sociaal wijkteam is de meest gehanteerde term, maar in het Stedelijk Kompas is gekozen voor de term gebiedsteam, omdat deze term beter bij Westfriesland past. De meeste gebiedsteams richten zich op de nulde/eerste lijn, maar dit is niet overal zo.' 1.4
Lokale ontwikkelingen
Evaluatie Stedelijk Kompas 2009-2014 Uit de evaluatie van het Stedelijk Kompas 2 0 0 9 - 2 0 1 4 (zie bijlage II) komen een vijftal knelpunten naar voren: 1. Er is geen goed MO - aanbod voor mensen met een dubbele diagnose. Dit zijn mensen met psychosociale en/of psychiatrische problematiek en een alcohol en/of drugsverslaving. 2. 3. 4. 5.
Een groot deel van de groep met een dubbele diagnose maakt structureel gebruik van de nachtopvang en zorgt overdag (vaak) voor overlast op straat. Er is geen goed beeld van de MO/Vb/OGGz-doelgroepen, omdat ketenpartners geen gedeeld registratiesysteem hebben. De wachtlijst voor MO is vervuild. Het is onduidelijk waarom mensen op de wachtlijst voor MO staan én of deze mensen MO nog nodig hebben. De afgelopen jaren is de bekendheid met de OGGz - ketenregisseur bij de ketenpartners weggeëbd.
Startpunt: Hervorming MO/Vb/OGGz De afgelopen beleidsperiode heeft het realiseren van een goede woonvoorziening voor mensen met een dubbele diagnose prioriteit gehad. In december 2013 is de Hoornse gemeenteraad akkoord gegaan met het plan: Startpunt, Hervorming MO/Vb/OGGz. Dit plan biedt een oplossing voor dakloze inwoners met een dubbele diagnose. Onderdeel van het plan is de realisatie van een sociaal pension op Dampten 18 in de gemeente Hoorn. Het sociaal pension gaat Startpunt heten. Ook de nachtopvang aan de Scheerder in de gemeente Hoorn verhuist naar Dampten 18. Per 1 januari 2015 worden het sociaal pension en nachtopvang uitgevoerd door het Leger des Heils (LdH). De nieuwe MO - voorziening gaat Startpunt heten. De MO/Vb/OGGz - uitkering wordt herverdeeld voor de financiering van Startpunt. Brede Centrale Toegang Onderdeel van de hervorming van de MO/Vb/OGGz is de ontwikkeling van een Brede Centrale Toegang (BCT) voor Westfriesland. Per 1 januari 2015 wordt de toegang tot de MO centraal belegd bij de GGD Hollands Noorden (GGD HN). Een BCT houdt zich niet alleen bezig met de toegang, maar ook met het toezicht op de door- en uitstroom. De aanleiding voor de realisatie van een BCT is dat er geen 2
In Enkhuizen (Stadsteam) en Drechterland (team InZet) richten de gebiedsteam zich juist op de zwaardere problematiek (tweede lijn). Op dlt moment voert dnoDoen de eigen toegang uit. 1
2
4
geen goed zicht is op de in-, door- en uitstroom binnen de MO en op de omvang van de doelgroep. De GGD HN kan, samen met de ketenpartners MO/Vb/OGGz, vanuit een breder perspectief kijken naar de ondersteuningsvragen van de cliënt en beoordelen of MO de meest optimale oplossing is. Het doel is dat ketenpartners door de BCT efficiënter en effectiever gaan werken. 1.5
Doelen en uitgangspunten
Op basis van de evaluatie van het Stedelijk Kompas 2009 - 2014 en de landelijke ontwikkelingen zijn de onderstaande doelen en uitgangspunten geformuleerd voor het Stedelijk Kompas 2015 - 2016. Doelen: 1. 2.
Voorkomen van uitval door vroegtijdige signalering en preventie. Terugdringen van overlast op straat.
3. 4. 5.
Verbetering van de in-, door- en uitstroom binnen de MO en BW. BW integreren in de MO/Vb/OGGz keten. Goede regionale samenwerking.
Uitgangspunten: 1. Preventie, vroegsignalering en nazorg lokaal beleggen. 2. 3. 4. 1.6
Ambulante ondersteuning van professionals, vrijwilligers en het sociaal netwerk van de cliënt gaan vóór MO of BW. Medewerkers van Meldpunt V&A van GGD HN en Brijder zitten niet in de gebiedsteams, maar in de schil daarom heen. Toezicht op door- en uitstroom in de MO en BW wordt belegd bij de BCT. Leeswijzer
In de volgende hoofdstukken worden de doelen uitgewerkt en wordt aangegeven waar de komende jaren op wordt ingezet om de doelen te realiseren. Hoofdstuk 2 gaat in op het beleid op het gebied van vroegsignalering, (terugval)preventie en nazorg. Alle gemeenten hebben op dit gebied een grote rol. Hoofdstuk 3 geeft uitleg over de functie en rol van de BCT. Hoofdstuk 4 beschrijft wat we willen doen om overlast op straat terug te dringen. In hoofdstuk 5 wordt omschreven op welke wijze de gemeente de nieuwe taken rond BW wil vormgeven. Hoofdstuk 6 beschrijft hoe de samenwerking en de regieverdeling tussen de verschillende betrokken partijen eruit gaat zien. En hoofdstuk 7 gaat in op de financiën. Verder staat in de bijlage een afkortingenlijst; de evaluatie van het Stedelijk Kompas 2009 2014; de notitie: Startpunt, Hervoming MO/Vb/OGGz Westfriesland en aantallen en achtergrondinformatie over BW.
2.
Vroegsignalering, (terugval)preventie en nazorg
Alle Westfriese gemeenten hebben op basis van de Wmo een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de MO/Vb/OGGz - doelgroepen op het gebied van vroegsignalering, (terugval)preventie en nazorg. 2.1
Wat willen we bereiken?
Op lokaal niveau moet een goede preventieve aanpak komen op het gebied van huisvesting, werk en inkomen, dagbesteding en openbare orde en veiligheid. Dit zien wij als verantwoordelijkheid van alle Westfriese gemeenten. De komst van de gebiedsteams biedt kansen om eerder (beginnende) OGGzproblematiek te kunnen her- en erkennen en tijdig actie te ondernemen. Zo wordt, zo veel als mogelijk, voorkomen dat mensen in de MO terechtkomen. Op het moment dat iemand uitstroomt uit de MO of BW, verleent het gebiedsteam de nodige nazorg en houdt het gebiedsteam een vinger aan de pols , zodat de cliënt niet vervalt in oude gedragspatronen. 3
2.2
Hoe willen we dit bereiken?
Inzetten op het her- en erkennen van OGGz -
problematiek
Afhankelijk van de lokale zorgstructuur moeten gebiedsteams of instellingen in de nulde- en eerstelijns toegerust zijn om (beginnende) OGGz - problematiek te her- en erkennen en tijdig actie te ondernemen. Vroegsignalering door
woningcorporaties
Woningcorporaties spelen een belangrijke rol in vroegsignalering. Op het moment dat bij een woningcorporatie signalen binnenkomen dat een bewoner zich niet kan houden aan gedragsregels of de huur niet betaalt, moet de woningcorporatie contact opnemen met het gebiedsteam. Met een gezamenlijke aanpak kan huisuitzetting en gebruik van MO - voorzieningen worden vermeden. Van deze samenwerking tussen gebiedsteams en woningcorporaties gaat een belangrijke preventieve werking uit. Afspraken over uitstroomwoningen
met Westfriese
woningcorporaties
Uit heel Westfriesland komen aanvragen voor MO binnen. Na afronding van een traject stromen (ex-) cliënten meestal uit in de gemeente Hoorn. Alle Westfriese gemeenten moeten in gesprek met de lokale woningcorporatie(s) over meer uitstroomwoningen in de individuele gemeenten. Zo wordt de clustering van een veelal sociaaleconomisch zwakke doelgroep tegenaan; wordt (ex -)cliënten de gelegenheid geboden om te re - integreren in de eigen woon- en leefomgeving én wordt de doorstroming in de MO verbeterd. Nazorg bieden vanuit het gebiedsteam Bij uitstroom uit een MO- of BW - voorziening vindt er een goede overdracht plaats naar de gebiedsteams. Zo wordt een duurzame re - integratie bevorderd. Samenwerking
tussen Meldpunt V&A en de gebiedsteams
Meldpunt V&A is een regionale voorziening voor alle gemeenten in Westfriesland. Medewerkers van het Meldpunt V&A zitten niet in de gebiedsteams, maar in de schil daarom heen. De samenstelling van de gebiedsteams verschilt per gemeente. Het is daarom niet mogelijk om op regionaal niveau afspraken te maken over een goede aansluiting tussen het Meldpunt V&A en de gebiedsteams. Iedere gemeente neemt zelf het initiatief om zelf samenwerkingsafspraken te maken met het Meldpunt V&A over op- en afschaling en regieverdeling. Het uitgangspunt daarbij is dat Meldpunt V&A aansluit bij de lokale ontwikkelingen.
1
Lees meer over de relatie gebiedsteam en MO in hoofdstuk 4.
Samenwerking
tussen Brijder en de gebiedsteams
De gemeente Hoorn subsidieert Brijder voor de regio Westfriesland vanuit de decentralisatie - uitkering MO/Vb/OGGz. Brijder biedt voor de regio Westfriesland diverse producten en diensten aan. Brijder biedt onder meer preventieve activiteiten, maatschappelijk herstel en advies en bemiddeling aan, maar ook een inloophuis én outreachende begeleiding/bemoeizorg voor de OGGz-doelgroep. Voor Westfriesland is afgesproken dat Brijder, net als Meldpunt V&A, niet gaat participeren in het gebiedsteam, maar in de schil daaromheen. Brijder gaat zich vooral richten op activiteiten die gericht zijn op de OGGz-doelgroep. Het gaat dan om de outreachende begeleiding en bemoeizorg. Overlast op straat wordt zo beperkt. Voor de producten maatschappelijk herstel en advies en bemiddeling stemt Brijder af met de gebiedsteams. Het gaat dan om de vraag of het gebiedsteam zelf deze zorg kan bieden of, als de problematiek van de cliënt te gecompliceerd is, dat Brijder deze zorg moet bieden. Het gebiedsteam moet tijdig de expertise van Brijder weten in te schakelen als dat nodig is. Preventieve activiteiten worden in samenspraak met het gebiedsteam geboden. Gebiedsteams hebben een goed zicht op welke preventieve activiteiten in een wijk nodig zijn. Voor de precieze afspraken geldt hetzelfde als voor Meldpunt V&A. Deze worden niet voor de hele regio Westfriesland gemaakt, maar per gemeente. Iedere gemeente neemt zelf het initiatief om afspraken te maken met Brijder over op- en afschaling en regieverdeling. Samenwerking tussen de FACT-wijkteams en de gebiedsteams De behandeling van BW-cliënten wordt door het FACT wijkteam van de GGZ NHN geboden. Niet alle cliënten van FACT wonen in een BW-omgeving. De meeste cliënten wonen zelfstandig en krijgen via het FACT-wijkteam hun behandeling. Het aantal behandelingsuren van de cliënten van de FACTwijkteams is wisselend. Gaat het niet goed dan wordt het aantal behandelingsuren opgeschaald en gaat het beter dan wordt het aantal behandelingsuren weer afgeschaald. De FACT-wijkteams en de gebiedsteams gaan nauw samenwerken. Vooral bij op- en afschaling wordt afgestemd met het gebiedsteams.
2.3
Wat gaan we hiervoor doen? • • •
Realiseren kennisoverdracht van Meldpunt V&A naar de gebiedsteams over het her- en erkennen van (beginnende) OGGz problematiek; Lokaal afspraken maken met woningcorporaties over vroegsignalering en doorstroming; Lokaal afspraken maken over de samenwerking en afstemming tussen de gebiedsteams en de MO-voorziening, Regionaal Instituut Beschermd Wonen Zaanstreek, Waterland en Westfriesland (RIBW ZWWF), Meldpunt V&A, Brijder en de FACT - wijkteams.
3.
Brede Centrale Toegang (BCT)
Tot 1 januari 2015 is dnoDoen de enige MO - aanbieder in Westfriesland. Per 1 januari 2015 komt in Westfriesland het Leger des Heils als tweede aanbieder erbij. Per 1 januari 2015 wordt de toegang tot MO uitgevoerd via een toetsing en beoordeling vanuit de BCT. In december 2013 is besloten dat de uitvoering van de BCT wordt belegd bij GGD HN. Onderzocht wordt of naast de toegang tot MO ook de toegang tot BW via de BCT kan gaan lopen. 3.1
Wat willen we bereiken?
De BCT is een samenwerkingsverband tussen ketenpartners die vanuit zorg betrokken zijn bij de opvang en doorgeleiding van daklozen. Het samenwerkingsverband is niet vrijblijvend en wordt vormgegeven in een expertteam waar naast de MO - instellingen en RIBW ZWWF ook de GGZ en Brijder onderdeel van uit maken. Expertise op het gebied van Licht Verstandelijk Gehandicapten (LVG) is op afroep beschikbaar. Door het delen van expertise worden cliënten snel door de juiste zorgverlener opgepakt. Met de realisatie van de BCT moet er meer duidelijkheid komen over: •
De omvang en problematiek van de MO - doelgroepen.
• • •
De indusie- en exclusiecriteria voor toegang tot MO. De verblijfsduur in de verschillende MO - voorzieningen. Uitstroom en stagnatie van uitstroom uit de MO. 4
Het uiteindelijke doel van de BCT is dat cliënten sneller op de juiste plek terechtkomen en de juiste hulp krijgen, zodat het verblijf in de MO van tijdelijke aard is. Als in het expertteam bij de BCT blijkt dat de cliënt geen MO nodig heeft, dan wordt de cliënt warm overgedragen aan het gebiedsteams. 3.2
Hoe willen we dat bereiken?
De BCT is een set met afspraken tussen deelnemende instellingen over aanmelding, intake, zorgtoewijzing en trajectuitvoering onder coördinatie van de GGD HN. Onderdelen van de BCT zijn: •
Centraal registratiesysteem/uniform aanmeldformulier.
• •
(Een) aanmeldpunt(en) bij de MO waar de aanmeldformulieren volledig worden ingevuld. Projectorganisatie met projectleider/ondersteuning en expertteam.
•
Evaluatiemomenten om de resultaten van de BCT te bespreken en knelpunten in in-, door-en uitstroom te benoemen.
3.3
Wat gaan we hiervoor doen? •
• •
Op 1 januari 2015 is een centraal aanmeldpunt gerealiseerd voor de MO. Het expertteam is operationeel en werkt volgens vaste afspraken. In het expertteam wordt de voortgang van cliënten in de MO gevolgd. Het registratiesysteem bij de GGD is operationeel. De werkwijze van de BCT wordt per kwartaal geëvalueerd door de projectgroep BCT. Op basis van de uitkomst van de evaluatie wordt de werkwijze bijgesteld. Er wordt toegewerkt naar het integreren van de indicatiestelling voor BW en het toezicht houden op de door- en uitstroom uit BW bij de BCT.
Voor BW wordt op termijn dezelfde doelen gesteld.
4. Terugdringen van overlast op straat/ veiligheid Uit de beleidsevaluatie van het Stedelijk Kompas 2009 - 2014 blijkt dat voor mensen in Westfriesland met psychosociale en/of psychiatrische problematiek en een alcohol en/of drugsverslaving momenteel geen goed MO - aanbod is. Het huidige aanbod past niet goed bij de hulpvragen van de doelgroep. Deze groep maakt binnen het MO - aanbod voornamelijk gebruik van de nachtopvang en zorgt overdag vaak voor overlast op straat. Eind 2012 is de nachtopvangcapaciteit tijdelijk uitgebreid, omdat de vraag naar nachtopvang groter was dan het reguliere aanbod. 4.1
Wat willen we bereiken?
Wij willen dat de overlast op straat van de MO/OGGz-doelgroep in Westfriesland vermindert. Onder meer door een betere spreiding van begeleidwoonplekken in Westfriesland, zodat de clustering van de doelgroep in bepaalde, veelal sociaaleconomisch zwakkere wijken, in de gemeente Hoorn wordt verminderd. Maar ook willen wij de overlast van de doelgroep verminderen door een verbetering in de spreiding van uitstroomwoningen voor ex-cliënten uit de MO. Als laatste willen wij ons inzetten voor een complementaire aanpak op het gebied van zorg en veiligheid. 6
4.2
Hoe willen we dat bereiken?
Startpunt Het streven is dat met de opening van Startpunt op Dampten 18 de overlast in Westfriesland (en vooral in de wijk Risdam in de gemeente Hoorn) nó 1 januari 2015 afneemt. Met Startpunt verdwijnt de extra nachtopvang in de wijk Risdam in de gemeente Hoorn en komt er een structurele opvangplek voor de doelgroep met psychosociale en/of psychiatrische problemen en een alcohol en/of drugsverslaving. Op Dampten 18 gaat Leger des Heils ook de nachtopvang uitvoeren. De aansluiting van dag- op nachtopvang wordt verbeterd. Betere spreiding
begeleidwoonplekken
Wij willen aankomende beleidsperiode onderzoeken of de huidige begeleidwoonplekken beter gespreid kunnen worden over heel Westfriesland. Centrumgemeente Hoorn onderzoekt samen met de regiogemeenten wat het effect is van spreiding op begeleiding; welke kosten aan de verhuizing van de begeleidwoonplekken verbonden zijn en wie verantwoordelijkheid wil dragen voor welke kosten. Als alles in kaart is gebracht, kan een voorstel ter besluitvorming worden voorgelegd. Afstemming
met
gebiedsteam
Nu is het van belang dat de gebiedsteams goed op de hoogte zijn van waar de begeleidwoonplekken zich bevinden in de gemeente Hoorn. De woonbegeleiding van dnoDoen komt vaak maar een paar uur per week langs. Op het moment dat dnoDoen geen woonbegeleiding biedt, kan het gebiedsteam een vinger aan de pols houden. Het gebiedsteam kan samen met dnoDoen beoordelen of het aantal begeleidingsuren opgeschaald moet worden. Voor BW-plekken geldt hetzelfde. De gebiedsteams kennen de adressen van de BW-plekken in de wijk. Er moet een goede overdracht plaatsvinden tussen dnoDoen en RIBW ZWWF naar het gebiedsteam. Bijvoorbeeld als een cliënt op een begeleidwoonplek of beschermde woonplek wordt geplaatst. Informatie over de identiteit van de cliënt wordt gedeeld tussen dnoDoen en het gebiedsteam. Inloop GGZ Op 1 januari 2015 wordt het budget voor de inloopfunctie GGZ zonder korting overgeheveld naar alle gemeenten. Een inloopvoorziening is zeer laagdrempelig en biedt de doelgroep structuur én de gelegenheid om een sociaal netwerk (opnieuw) op te bouwen. Daarnaast blijven zorgmijders bij een inloop nog enigszins in beeld. Overlast elders kan zo worden tegengegaan. Bezoekers van de inloop De begeleidwoonplekken van dnoDoen bevinden zich nu alleen in de gemeente Hoorn en niet op andere plaatsen in Westfriesland. 5
9
hebben geen indicatie nodig en hebben ook geen verplichting om te komen Inloop GGZ is geen centrumgemeente taak, maar is een taak voor alle Westfriese gemeenten. Iedere gemeente in Westfriesland ontvangt in de decentralisatie-uitkering Wmo een bedrag voor de inloop GGZ. Regionaal worden voor 2016 afspraken gemaakt over het aanbod in Westfriesland. In 2015 wordt de huidige inloop gecontinueerd. Aansluiten bij veiligheidsambitie 2015 - 2018 Eind 2013 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de veiligheidssituatie in Westfriesland. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek hebben de Westfriese gemeenten gezamenlijk vijf thema's bepaald voor de nieuwe Veiligheidsambitie. Eén van deze thema's richt zich op het verbeteren van de veiligheid in de buurt. Dit thema richt zich dan vooral op risico - inwoners en de negatieve effecten van hun gedrag op de omgeving. Onder risico - inwoners valt ook de OGGz-doelgroep. Op dit thema willen gemeenten. Politie en het Openbaar Ministerie gezamenlijk inzetten en meetbaar vooruitgang boeken. In de nieuwe, nog vast te stellen, veiligheidsambitie wordt de focus verschoven: van zichtbaar, enkelvoudige problematiek (symptomen) naar onzichtbare, complexe problematiek (oorzaken). Dit betekent onder meer dat vanuit Veiligheid de aansluiting wordt gezocht bij de gebiedsteams en het MO/Vb/OGGz-beleid en vice versa. Samenwerking Veiligheidshuis en Meldpunt V&A Het Veiligheidshuis is een netwerkorganisatie. Het Veiligheidshuis verbindt zorginstellingen, justitiële instellingen en de gemeente. Het Veiligheidshuis richt zich op de complexe casuïstiek. Casuïstiek kan door elke organisatie worden ingebracht. Voor wat betreft de OGGz-doelgroep wordt na inbreng van een casus bij Meldpunt V&A geverifieerd of iemand in zorg is. Is dit het geval en verloopt het zorgtraject (redelijk) goed, dan wordt dit aan de inbrenger teruggekoppeld. Als het zorgtraject niet goed verloopt, dan kan met inbreng van aanvullende partijen worden gezocht naar een oplossing. 4.3
Wat gaan we hiervoor doen? • • •
Onderzoek naar betere spreiding van begeleidwoonplekken dnoDoen. Afstemming MO/Vb/OGGz - beleid en veiligheidsambitie inclusief Veiligheidshuis. Regionale afspraken over het aanbod inloop GGZ Westfriesland 201 6 en de bekostiging.
10
5. Beschermd Wonen Per 1 januari 2015 wordt centrumgemeente Hoorn verantwoordelijk voor BW. Een belangrijk beleidsterrein, het gaat namelijk om: • •
circa 267 geïndiceerde cliënten; circa 220 cliënten in zorg;
• •
een budget van € 8 . 4 0 4 . 6 5 5 , - ; en de werkgelegenheid van meer dan 140 medewerkers. 6
BW is voor cliënten met psychosociale en/of psychiatrische problemen, die niet in staat zijn om zich op eigen kracht in de samenleving te handhaven. Bij BW gaat het om het bieden van onderdak en begeleiding aan personen waarbij participatiegerichte ondersteuning vanuit een beschermende woonomgeving centraal staat. De vraag en de problematiek van BW - cliënten zijn vaak gelijkluidend met de cliënten in de MO. Een klein deel van de MO - doelgroep stroomt door vanuit een MO - voorziening naar BW. Ook is er een instroom van mensen die zijn uitbehandeld in de GGZ. Het ziektebeeld van deze cliënten en de fluctuaties in het herstelproces hebben een dermate grote invloed op dagelijks leven van de cliënten dat zij, in ieder geval voor een bepaalde periode, doorlopend ondersteuning en begeleiding nodig hebben. BW is voor een deel van de doelgroep een goede tussenstap (ongeacht instroom vanuit Zorgverkeringswet (Zvw), Wet langdurige zorg (Wlz), Wmo (MO) of anderszins) richting een meer zelfstandige vorm van wonen. Het opdrachtgeverschap voor (centrum)gemeenten is niet eenvoudig. Op tal van punten zal samen met instellingen en regiogemeenten worden onderzocht op welke wijze tot een eigen regionaal beleid kan worden gekomen. Hieronder zijn de onderwerpen opgenomen waar we de komende jaren aan willen werken. In bijlage IV vindt u meer praktische informatie over het aantal cliënten, geleverde zorg en de huidige zorgaanbieders in de regio Westfriesland. 5.1
Wat willen we bereiken?
Het belangrijkste uitgangspunt in de decentralisatie van BW is de verschuiving in focus op wat mensen wél kunnen om op eigen kracht te kunnen participeren in de samenleving. Bij BW gaat het om een groep inwoners met ernstige en vaak langdurige problematiek. Begrippen als 'herstel' en 'participatie' zijn op hen in de meeste gevallen van toepassing, maar vragen vaak om een andere invulling dan bij andere cliënten die een beroep doen op de Wmo. De zorg en ondersteuning voor deze groep is soms langdurig nodig. Ondanks dat blijft het doel om uit te stromen uit een 24-uurs setting. In Westfriesland staan circa 51 cliënten op de wachtlijst. Zij moeten vaak meerdere jaren wachten voor een plaats in een voorziening voor BW. De komende jaren willen we de uitstroom vergroten en hiermee de wachtlijsten terugdringen met de inzet van de BCT. 7
5.2
Hoe willen we dit bereiken?
Realiseren samenhangende zorgstructuur met aandacht voor de overgang naar andere domeinen. Bij de decentralisatie van de taken rond BW ziet het Rijk de indicatie (ZZP GGZ C) voor BW als leidend. De verzilvering van de indicatie vindt op dit moment op verschillende manieren plaats. Iemand kan intramurale zorg ontvangen, extramurale begeleiding, sectorvreemde zorg of zelf zorg inkopen via een
6
Budget op basis van de meicirculaire 2014.
7
De wachtlijst van het RIBW ZWWF bestond In augustus 2014 uit 47 cliënten, waarvan 32 op de wachtllist staan voor
de Paardeweide; 8 voor Andijk; 7 overige voorziening. Bij Wilgaerden staat op dit moment 4 mensen op de wachtlijst. 11
persoonsgebonden budget (pgb). In bijlage IV vindt u hierover meer informatie. Door de keuze van het Rijk om de indicatie leidend te laten zijn, ontstaat er een onduidelijke situatie ten aanzien van taken en verantwoordelijkheden. Met de regiogemeenten, de zorgverzekeraar en het zorgkantoor maken we afspraken over op welke wijze we ervoor zorgen dat deze ruis in verantwoordelijkheden wordt opgeheven. Hierbij wordt rekening gehouden met het overgangsrecht en is zorgcontinuïteit het uitgangspunt. Overgang 18-naar 18 + Westfriesland beschikt over een aantal BW - voorzieningen voor kinderen met een stoornis in het autistisch spectrum. Ook deze zorg gaat over naar gemeenten, maar dan in het kader van de nieuwe Jeugdwet. Op het moment dat deze kinderen 18 jaar worden vallen zij onder de Wmo. De uitstroom uit deze residentiële Jeugd - GGZ voorzieningen verdient aandacht. De uitstroom lijkt te stagneren vanwege het ontbreken van een goede vervolgvoorziening en door de wachtlijsten die er momenteel zijn voor een beschermde woonplek. Afhankelijk van de zorg die nodig is, stromen deze jongeren uit naar begeleid zelfstandig wonen (taak van ólle gemeenten) of naar een andere plek voor BW (taak centrumgemeente). Samen met de regiogemeenten werken we uit op welke wijze uitstroom verder kan worden bevorderd en hoe zorgcontinuïteit wordt geregeld bij de overgang van 18- naar 18 + . Wonen en dagbesteding zoveel mogelijk als product van elkaar scheiden Een zinvolle dagbesteding is voor cliënten die BW een voorwaarde om te werken aan herstel. Een aantal BW - cliënten krijgt op dit moment activiteitenbegeleiding, woonbegeleiding en wonen in één pakket. Belangrijk is om de eigen mogelijkheden en de keuzevrijheid voor BW - cliënten te bevorderen en maatwerk te leveren. Daarbij wordt in de eerste plaats gekeken naar eigen initiatieven van de cliënt en bestaande algemene voorzieningen in de wijk en in de tweede plaats naar locatie - gebonden en regio - gebonden maatwerkvoorzieningen. Toegang tot BW BW is net als de MO een regionale voorziening en het is daarom logisch dat de toegang regionaal wordt belegd en niet via de gebiedsteams in de diverse gemeenten loopt. Het stellen van een indicatie voor BW vraagt om specialistische kennis. Onderzocht wordt of de toegang tot BW via de BCT kan lopen. Realiseren grotere uitstroom en terugbrengen van de
wachtlijsten
De komende jaren willen wij werken aan het realiseren van een grotere uitstroom en het terugbrengen van de wachtlijsten voor BW. Dit willen wij doen door toezicht te houden op de door- en uitstroom. Verder is het van belang dat er meer betaalbare huisvestingsmogelijkheden voor begeleid zelfstandig wonen beschikbaar worden gesteld. Samenwerking met woningcorporaties in Westfriesland is hierbij essentieel. Met regiogemeenten maken we afspraken over de overgang van BW (taak centrumgemeente) naar een begeleid zelfstandige woonplek (taak van alle gemeenten). Door de extramuralisering die de afgelopen jaren is ingezet, verschuift de intramurale zorg voor BW naar een zwaardere en complexe doelgroep. Inwoners met een zwaardere zorgvraag stromen minder snel door of uit. Om de wachtlijst te kunnen wegwerken dient de gemeente inzicht te hebben in de zwaarte van de zorgvraag. Verkenning van de ondersteuningsvraag en mogelijkheden tot innovatie In 201 5 is de insteek dat de zorg met de huidige aanbieders wordt gecontinueerd. Kwaliteit en zorgcontinuïteit zijn het uitgangspunt. Wel willen we in 2015 samen met de uitvoerende instellingen en zorgverzekeraar nagaan welke trends en knelpunten er zijn in ondersteuningsvragen en ondersteuningsaanbod. We zetten een stuurgroep op met vertegenwoordigers van alle partners om dit verder uit te kunnen werken. Zo wordt gekomen tot een samenhangend regionaal beleid BW afgestemd met de instellingen, het lokale Wmo-aanbod én de zorg die via de Zorgverzekeringswet wordt geboden. 12
5.3
Wat gaan we hiervoor doen? Met regiogemeenten, zorgverzekeraar en zorgkantoor maken we afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is. Dagbesteding binnen BW verder uitwerken met instellingen. Onderzoek naar hoe de BCT de in-, door- en uitstroom in/uit BW kan invullen. Opzetten stuurgroep met vertegenwoordigers van alle BW - partners om te komen tot een samenhangend regionaal beleid BW afgestemd op het lokale Wmo-aanbod én de zorg die via de Zorgverzekeringswet wordt geboden.
13
6.
Samenwerking en regie
In samenwerking en regie zijn diverse niveaus in de MO/Vb/OGGz-aanpak te onderscheiden. Het huidige hoogste niveau in samenwerking is Noord-Holland Noord (NHN). In NHN zijn naast Hoorn nog twee centrumgemeenten MO/Vb/OGGz, namelijk de gemeenten Alkmaar en Den Helder. Voor een efficiënte aanpak heeft het voor sommige onderdelen de voorkeur om afspraken te maken op het niveau van NHN, zoals voor bovenregionaal opererende organisaties als de Politie NHN. Naast de bovenregionale aanpak is er de regionale aanpak. Hoorn is als centrumgemeente, zoals in hoofdstuk twee omschreven staat, niet alleen verantwoordelijk voor de aanpak van de MO//Vb/OGGzdoelgroepen. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid met de andere Westfriese gemeenten. Op het laagste niveau is er de lokale aanpak. Met de komst van de gebiedsteams worden de lokale verschillen steeds groter. De regionaal opererende instellingen maken weer aparte afspraken met de verschillende gemeenten, vanwege de onderlinge lokale verschillen. 6.1
Wat willen we bereiken?
Om duurzame oplossing(en) te kunnen bieden aan de MO /Vb/OGGz- doelgroepen is een goede ketenaanpak noodzakelijk en moeten goede afspraken worden gemaakt tussen de regionaal opererende instellingen en de lokale instellingen, maar ook tussen centrum- en regiogemeenten. 6.2
Hoe willen we dat bereiken?
Vastleggen taakverdeling tussen centrum- en regiogemeenten De Wmo legt taken neer bij alle individuele gemeenten én bij de centrumgemeenten in Nederland. Met alle ontwikkelingen rond de AWBZ en Wmo wordt de noodzaak om af te spreken over wie welke verantwoordelijkheid heeft groter dan voorheen. Uitgangspunt daarbij is dat wordt voorkomen dat mensen buiten de boot vallen. In een samenwerkingsconvenant willen we de taakverdeling en verantwoordelijkheden tussen regiogemeenten en centrumgemeente Hoorn vastleggen. Hierbinnen maken we ook afspraken over de financiering van de taken en de wijze van overleg met elkaar. Dit zijn bindende afspraken waar aan iedere gemeenten zich moet houden. Ketenregisseur - zorg (voormalig OGGz - ketenregisseur) De OGGz - ketenregisseur neemt een bindende beslissing over wie de verantwoordelijkheid moet nemen voor een cliënt wanneer zorgpartijen er zelf niet uit komen. De laatste jaren is de bekendheid met de OGGz - ketenregisseur weggeëbd. Het is van belang dat deze functie, zeker met de komst van de BCT en de nieuwe taken rond BW, opnieuw wordt vormgegeven. De naam ketenregisseur - zorg geeft een beter beeld van de breedte van de functie, dan de naam OGGz - ketenregisseur. De ketenregisseur - zorg spreekt organisaties aan op hun verantwoordelijkheid en voorkomt hiermee dat mensen tussen wal en schip vallen. Daarnaast moet de inzet van de ketenregisseur - zorg ervoor zorgen dat de doorzettijd van de meldingen bij het Meldpunt V&A versnelt. 6.3
Wat gaan we hiervoor doen? • Opstellen samenwerkingsconvenant centrum- en regiogemeenten. • Opstellen profiel ketenregisseur - zorg en bespreken in Madivosa.
14
7.
Financiën
Decentralisatie-uitkering MO/Vb/OGGz De gemeente Hoorn krijgt jaarlijks € 1.934.276,- van het Rijk voor de invulling van de MO/Vb/OGGz. December 2013 is de raad akkoord gegaan met het de nota Startpunt: Hervorming MO/Vb/OGGz Westfriesland. Daarmee is besloten om vanaf 2015 € 144.724,- structureel meer uit te geven dan de decentralisatie-uitkering MO/Vb/OGGz bedraagt. In het voorstel staat dat het college in de jaren na 2015 wil toewerken naar het scenario waarbij het MO/Vb/OGGz-budget niet wordt overschreden. Dit moet samen met de regiogemeenten verder worden uitgewerkt. Gedacht kan worden aan het terugbrengen van het regionale voorzieningenniveau door € 144.724 minder uit te geven aan de huidige MO/VB/OGGz-subsidies of de Westfriese gemeenten te vragen om de overschrijding te delen onder alle gemeenten in Westfriesland. 8
Besteding van het MO/Vb/OGGz-budget 201 5: ActiefTalent € 44.000,Brijder Meldpunt V&A Brede Centrale Toegang Leger des Heils dnoDoen Totaal
€ 354.000,€ 300.000,€ 50.000,€611.000,€ 720.000,- (inclusief Kamers met Kansen) € 2.079.000,-
Decentralisatie-uitkering Beschermd Wonen Het budget dat de gemeente Hoorn van het Rijk krijgt voor het uitvoeren van de taak Beschermd Wonen in 2015 bedraagt € 8.404.655,- Dit bedrag is op grond van historische uitgaven. Dit betekent dat de budgetten worden gerelateerd aan een reconstructie van feitelijke uitgaven op gemeentelijk niveau. In 2016 wordt een objectief verdeelmodel ingevoerd. Het nieuwe verdeelmodel kan financiële gevolgen voor de gemeente Hoorn tot gevolg hebben vanaf 2016. Het uitgangspunt is dat alle kosten voor de uitvoering ten laste komen van het beschikbaar gestelde budget. Hierbij gaat het om de volgende onderdelen: 9
- Zorgcontinuïteit voor de huidige cliënten - Zorg aan nieuwe cliënten - Toegang/ indicatiestelling - Uitvoeringskosten gemeente Decentralisatie-uitkering AWBZ begeleiding MO instelling Voor de MO (definitie: aangesloten bij de Federatie Opvang) geldt dat de inkoop en regie voor de begeleiding individueel (BGI) naar de centrumgemeenten gaat. Omdat het voor het Ministerie van VWS niet mogelijk was om de budgetten in mindering te brengen op alle gemeenten waar de ondersteuning wordt geleverd, is er gekort op het beschikbare budget voor begeleiding individueel van de centrumgemeente. De € 71.148,- die de gemeente Hoorn ontvangt voor deze taak is gekort op de middelen die Hoorn ontvangt voor extramurale begeleiding. Nader onderzocht moet worden welk deel van de € 71.148,- ingezet moet worden voor begeleiding in de MO voorziening ter compensatie van de AWBZ financiering begeleiding die er op dit moment is.
8
9
Septembercirculaire 2013 Melclrculalre 2014 15
Bijlagen I. II. III. VI.
Afkortingenlijst Evaluatie Stedelijk Kompas 2009 - 2014 Startpunt, Hervorming MO/Vb/OGGz Westfriesland Aantallen en achtergrondinformatie Beschermd Wonen
16
Bijlage I: Afkortingenlijst
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BCT
Brede Centrale Toegang
BW
Beschermd Wonen
GGD HN
GGD Hollands Noorden
LdH
Leger des Heils
LVG
Licht Verstandelijk Gehandicapten
MO
Maatschappelijke Opvang
Meldpunt V&A
Meldpunt Vangnet & Advies
NHN
Noord - Holland Noord
OGGz
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
pgb
persoonsgebonden budget
Vb
Verslavingsbeleid
Wlz
Wet langdurige zorg
Wmo
Wet maatschappelijke ondersteuning
Zvw
Zorgverzekeringswet
Bijlage II: Evaluatie Stedelijk Kompas 2 0 0 9 - 2 0 1 4 Inleiding Het Stedelijk Kompas 2009 - 2 0 1 4 is het eerste Kompas voor de regio Westfriesland. In dit Stedelijk Kompas zijn onderstaande doelen voor de periode van 2009 tot en met 2014 geformuleerd: 1.
Het streven naar het opvullen van de belangrijkste hiaten in de MO en hiervoor zo nodig bovenregionale samenwerking zoeken.
2.
Een (beleids)regisserende rol in dit veld vervullen en voorwaarden scheppen voor een betere samenwerking en afstemming.
3.
Zorgen voor een effectieve signalering en toeleiding tot zorg.
In het Stedelijk Kompas worden de volgende acties benoemd om de doelen te behalen: 1. 2. 3. 4.
Uitwerken en evalueren van de ingezette ontwikkeling met betrekking tot uitbreiding maatschappelijke opvang (projectplan De Scheerder). Ontwikkelen van een visie op woonvormen. Inzetten van een OGGz-ketenregisseur en reorganisatie van het OGGz-team. Een verkenning van de ketenaanpak zwerfjongeren.
Uitbreiding maatschappelijke opvang In 2010 is in de gemeente Hoorn besloten om projectplan De Scheerder tot uitvoering te brengen. Met de uitvoering van het plan heeft dnoDoen haar voorzieningenaanbod uitgebreid en omgevormd. Door de uitvoering van het plan ziet het aanbod van dnoDoen er als volgt uit: 1.
de winteropvang aan Dampten 12 is gesloten en aan de Scheerder 4 is een permanente nachtopvang gerealiseerd;
2.
de crisisopvang is getransformeerd van een intramurale opvangvoorziening naar een extramurale opvangvoorziening; de oude intramurale crisisopvang op Scheerder 4 is omgevormd tot een 24uurs opvangfaciliteit genaamd: Het Trainingshuis; dnoDoen biedt elke cliënt trajectbegeleiding aan (voorheen was de begeleiding meer ad hoe) (geldt niet voor nachtopvang);
3. 4. 5.
en voor zwerfjongeren is een intensief begeleidingsaanbod gekomen.
Aanbod dnoDoen voor en na uitvoering projectplan De Scheerder onderdeel
capaciteitsplaatsen oud
crisisopvang/ begeleidwoonplekken
capaciteitsplaatsen opgenomen in plan
gerealiseerde capaciteitsplaatsen nieuw
minimaal 16 extramurale plaatsen
12 extramurale plaatsen + 24 plaatsen Kamers met Kansen (resultaat van verkenning ketenaanpak zwerfjongeren)
begeleid wonen
51 plaatsen
45 plaatsen
45 plaatsen
intensieve begeleiding
geen
6 plaatsen
6 plaatsen
zwerfjongeren winteropvang
8 plaatsen
n.v.t.
n.v.t.
Nachtopvang
0
8
8 (plus 8 plaatsen noodnachtopvang)
trainingshuis/24-uurs opvang
geen
1 5 plaatsen
15 plaatsen
totaal
74 plaatsen
90 plaatsen
118 plaatsen (waarvan 8 plaatsen noodnachtopvang)
Daling wachtlijst De aanleiding voor uitbreiding van het MO- voorzieningenaanbod was (onder meer) vanwege de groeiende wachtlijst voor opvang. In 2011 stonden bij dnoDoen gemiddeld 55 personen op de wachtlijst. In 2012 is het aantal personen op de wachtlijst gedaald naar gemiddeld 38 personen en in 2013 is dit aantal weer verder gedaald naar 33 personen . 1
Gebrek aan uitstroomwoningen De door-/uitstroom binnen de MO in West-Friesland wordt geremd door een gebrek aan uitstroomwoningen. Hierdoor blijven wachtlijsten voor MO voortbestaan. Volgens dnoDoen zijn gemiddeld tien personen bij dnoDoen klaar met hun traject, die niet kunnen uitstromen, omdat er geen woonruimte beschikbaar is. Momenteel stromen cliënten vooral uit binnen de gemeente Hoorn. Voor een succesvolle re-integratie is het voor cliënten, met een positief sociaal netwerk, beter om te reintegreren in de oude woon- en leefomgeving. Bij uitstroom uit de MO moet gekeken gaan worden naar waar de kans op een succesvolle re-integratie het grootst is. Daarnaast is de verwachting dat met verbeterde uitstroom van cliënten in Westfriesland (en niet alleen in de gemeente Hoorn) overlast in de gemeente Hoorn wordt beperkt. Verstopping nachtopvang / MO - voorzieningenaanbod te hoogdrempelig Met de uitvoering van projectplan De Scheerder is er een permanente nachtopvang gekomen. In totaal zijn er acht reguliere slaapplaatsen gerealiseerd. In tijden van nood kan de opvangcapaciteit worden opgeschaald met acht extra (nood)slaapplaatsen. In het najaar van 2012 bleek dat de reguliere nachtopvang van dnoDoen ontoereikend was. In projectplan De Scheerder is geen rekening gehouden met een sterke stijging in de vraag naar nachtopvang. In november 2012 is een tijdelijke extra nachtopvang geopend. De sluiting van een particuliere opvangvoorziening in de zomer van 2011 was de aanleiding voor het tekort aan nachtopvang. De huidige MO - voorzieningen in Westfriesland zijn te hoogdrempelig voor de oudbewoners van de particuliere opvangvoorziening. Conclusie Uitbreiding Scheerder heeft een positief effect gehad op de lengte van de wachtlijst. De wachtlijst is de afgelopen jaren gedaald. De wachtlijst kan verder dalen als er meer uitstroomwoningen beschikbaar worden gesteld in Westfriesland. Het MO - aanbod in Westfriesland is te hoogdrempelig voor een deel van de (structurele) gebruikers van de nachtopvang. In het najaar van 2012 is de nachtopvang ontoereikend geworden. Bij de uitvoering van projectplan De Scheerder is geen rekening gehouden met een sterke stijging in de vraag naar nachtopvang. Startpunt Hervorming MO/Vb/OGGz In 2012 onderzocht de werkgroep Sociale Woonproblematiek voor welke dak- en thuislozen in West1
Het cijfer van 2013 Is gebaseerd op een steekproef.
Friesland binnen de huidige voorzieningen geen goed hulpverleningsaanbod is. Uit de inventarisatie van de werkgroep Sociale Woonproblematiek bleek dat voor een groep van circa tweeënveertig personen de huidige voorzieningen niet goed aansluiten op de zorgvragen. Deze groep van circa tweeënveertig personen is grofweg te verdelen in twee groepen. De ene groep bestaat uit circa zeven personen met ernstig zorgmijdend gedrag (de gebruikers van de nachtopvang). En de andere groep bestaat uit circa vijfendertig personen die binnen het huidige zorgaanbod niet in staat is om een (semi)zelfredzaam leven op te bouwen. 2
Het Leger des Heils heeft een plan ontwikkeld voor een sociaal pension voor deze kwetsbare doelgroepen. Eind 2013 is het Hoornse college van Burgemeester en Wethouders en de gemeenteraad akkoord gegaan met de uitvoering van het plan. Het sociaal pension gaat Startpunt heten en wordt gerealiseerd op Dampten 18 in Hoorn. Voor de financiering van Startpunt wordt de huidige subsidieverdeling voor de MO/Vb/OGGz-voorzieningen hervormd. Zie bijlage III voor het plan Startpunt, Hervorming MO/Vb/OGGz West-Friesland Verbetering samenwerking, afstemming en toeleiding in het kader van de OGGz Van 2008 tot 2010 is het project OGGz West-Friesland in de keten uitgevoerd. Doelstelling van dit project was te komen tot: 1.
Een heldere en geaccepteerde regie over de OGGz door het opdrachtgeverschap van OGGZ neer te leggen bij de centrumgemeente.
2.
Ketenregie ter verbetering van de afstemming en samenwerking tussen de OGGz-partijen in Westfriesland. Het onderbrengen van het Meldpunt V&A bij de GGD HN.
3.
Het project heeft geleid tot een heldere positionering van de OGGz in West-Friesland op drie niveaus: bestuurlijk, in de keten en uitvoerend. Op bestuurlijk niveau is vastgesteld dat de eindverantwoordelijkheid voor de regie bij de wethouder van de centrumgemeente ligt. Op het niveau van de keten is een OGGz-ketenregisseur aangesteld bij de centrumgemeente. Deze functionaris is verantwoordelijk voor de communicatie tussen de gemeenten en de regionaal werkende organisaties. Op uitvoerend niveau is de front office en het Meldpunt V&A ondergebracht bij de GGD Hollands Noorden. De medewerker van Meldpunt V&A zal regie houden over de gezamenlijke afspraken in het kader van het integrale individuele zorgplan. Inzet
OGGz-ketenregisseur
De OGGZ-ketenregisseur neemt een bindende beslissing over wie de verantwoordelijkheid moet nemen voor een cliënt als zorgpartijen er zelf niet uit komen. De ketenregisseur richt zich op de volwassenenzorg (achttien plus). De ketenpartners zijn zeer positief over de rol van de ketenregisseur. Zij vinden het prettig dat bij moeilijke klanten iemand van buitenaf de knoop doorhakt. Verder worden cliënten bij één (of meerdere) zorgverlener(s) geplaatst en hoeven cliënten minder van zorgverlener te wisselen. Uit een rondvraag onder de ketenpartners blijkt dat het inschakelen van de OGGZ-ketenregisseur de laatste jaren is afgenomen. Dit heeft te maken met personeelswisselingen bij de gemeente Hoorn en daardoor onduidelijkheid over bij wie de ketenpartners terecht kunnen. De rol van de OGGzketenregisseur wordt door de ketenpartners gewaardeerd, alleen de zichtbaarheid/de bekendheid met de OGGz-ketenregisseur is de afgelopen jaren afgenomen.
Uit een recente Inventarisatie van het Leger des Hells blijkt dat de groep feitelijk daklozen in Westfriesland aanzienlijk groter Is dan uit eerdere inventarisaties is gebleken. 2
Samenvoeging van de functie van Brandpuntfunctionaris en OGGz-ketenregisseur Naast de OGGz-ketenregisseur is er de Brandpuntfunctionaris. De Brandpuntfunctionaris voert in principe dezelfde taak uit als de OGGz-ketenregisseur alleen richt de Brandpuntfunctionaris zich op jeugd (achttienmin) en de OGGz-ketenregisseur richt zich op volwassenen (achttienplus). De Brandpuntfunctionaris is ook werkzaam bij de centrumgemeente. Deze twee functies zijn samengevoegd tot een nieuwe functie genaamd: Ketenregisseur - Zorg. Deze ontwikkeling is al in 2013 in gang gezet, maar moet nog verder worden doorontwikkeld. Reorganisatie
OGGz-team
Het Meldpunt V&A was ondergebracht bij dnoDoen. Het team werkte door heel Westfriesland. In het team participeerden medewerkers van Brijder, GGZ NHN, RIBW ZWWF en dnoDoen. De medewerkers in het team werden voor een beperkt aantal uren gedetacheerd naar het regionale OGGZ-team (dat organisatorisch onder dnoDoen viel). Een hecht professioneel OGGZ-team kon door het beperkte aantal uren niet worden opgebouwd. De praktijk was dat cliënten door versnipperde hulpverlening buiten beeld raakten. De ketenpartners vonden het team ook te smal opereren. Het team richtte zich vooral op personen met verslavingsproblematiek, terwijl OGGz-problematiek veel breder ligt. De OGGZuitvoeringstaken zijn per 1 april 2010 overgeheveld naar de GGD HN. Uitgangspunt is dat centralisatie van de OGGZ bij de GGD HN tot meer afstemming en eenduidigheid leidt. Het team Vangnet & Advies werkt nu in zijn geheel vanuit de GGD Hollands Noorden. De ketenpartners zijn over het algemeen tevreden over het functioneren van het Meldpunt V&A. Men vindt dat het Meldpunt V&A een goede outreachende werkwijze heeft. Wel is een veel gehoorde klacht van de ketenpartners dat de medewerkers van het Meldpunt V&A meer begeleiders of hulpverleners zijn dan toeleiders naar zorg. Het Meldpunt V&A wordt alleen voor toeleiding naar zorg gesubsidieerd. Het Meldpunt V&A geeft aan dat zij sommige cliënten niet kan plaatsen bij ketenpartners en daarom zelf hulp verleent. Het Meldpunt V&A wil OGGz-cliënten niet uit het oog verliezen. Verder is de bekendheid met het Meldpunt V&A bij politie en professionals goed. De afgelopen jaren zijn de meldingen bij het Meldpunt V&A relatief stabiel gebleven. Hoewel het niet uit de cijfers blijkt, heeft het Meldpunt V&A het gevoel dat de OGGz-problematiek toeneemt. Het Meldpunt V&A geeft daarom aan dat zij met de huidige subsidiehoogte moeite heeft met het aantal melding te behandelen. Vaak is het lastig om een cliënt in een traject onder te brengen. Ontwikkeling van het aantal meldingen bij Meldpunt V&A tussen 2010 en 2013 Jaar
Aantal meldingen
2010 (op basis van extrapoleren vanaf 1 april (390))
520
2011
487
2012
532
2013
534
Conclusie De bekendheid met het Meldpunt V&A is goed. Meer aandacht moet komen voor een snelle plaatsing van cliënten. Voorkomen moet worden dat Meldpunt V&A zelf hulp gaat verlenen. Daarnaast meer aandacht voor lokale preventie/vroegsignalering in gebiedsteams, vanwege daling subsidiebudget Meldpunt V&A per 201 5. Verkenning van de ketenaanpak zwerfjongeren In 2011 en 2012 heeft dnoDoen met behulp van een provinciale subsidie een onderzoek gedaan naar
de ketenaanpak zwerfjongeren. dnoDoen heeft aan de hand van de verkenning een aantal aanbevelingen gedaan om de aanpak te verbeteren. Niet alle aanbevelingen zijn in de praktijk tot uitvoering gekomen onder meer door verandering in inzichten. Inzet Eigen Kracht-conferenties Een belangrijke aanbeveling was de inzet van Eigen Kracht-conferenties om te voorkomen dat jongeren in de MO terechtkomen. Het blijkt uit de praktijk dat de relatie tussen zwerfjongeren en familie vaak te zwak is om goede gezamenlijke afspraken te kunnen maken. Deze methodiek werkt in dit stadium niet goed bij zwerfjongeren. dnoDoen zet wel Eigen Kracht-conferenties in na afloop van een traject. In dit stadium is de methodiek wel succesvol, omdat de relatie tussen jongere en ouder(s) dan vaak hersteld is. Crisisplek Een andere aanbeveling was het realiseren van een crisisplek voor zwerfjongeren (gescheiden van de volwassenen). Deze plek zou dan door ketenpartners ingezet kunnen worden, wanneer sprake is van een crisis. dnoDoen is tot de conclusie gekomen dat het reserveren van crisisplekken voor jongeren een negatief effect heeft op de lengte van de reguliere wachtlijst. Kamers-met- Kansen Uit de verkenning van dnoDoen bleek dat voor jongeren tussen de achttien en vijfentwintig jaar geen goede voorziening is in de MO. Voor de ontwikkeling van jongeren is het beter als zij niet in de MO terechtkomen. Naar aanleiding van het project is een soort van tussenvoorziening gerealiseerd genaamd: Kamers-met-Kansen. Kamers-met-Kansen biedt vierentwintig opvangplekken aan voor gemotiveerde jongeren tussen de achttien en vijfentwintig jaar die dak- of thuisloos dreigen te raken. Kamers-met-Kansen is gevestigd aan de Nachtegaal in Hoorn. dnoDoen heeft verschillende bezuinigingsmaatregelen getroffen om de begeleiding van dit project mogelijk te maken. Met individuele coaching werken de jongeren aan hun toekomst. Na anderhalf tot twee jaar zijn de jongeren klaar om zelfstandig verder te gaan en stromen ze uit. Met dit project wordt voorkomen dat jongeren in de maatschappelijke opvang terechtkomen. 3
Conclusie De verkenning ketenaanpak zwerfjongeren heeft deels positieve resultaten opgeleverd, zoals Kamersmet-Kansen en inzicht in de werking van Eigen Kracht-methodieken in diverse stadia van opvang.
Per 2015 biedt dnoDoen geen begeleiding meer binnen de prestatieafspraken. Per 2015 wordt de subsidie aan dnoDoen omgebogen. dnoDoen heeft aangegeven niet meer begeleiding te kunnen bieden binnen de prestatieafspraken, ln 2015 Is € 90.000,- voor de begeleiding voor Kamers met Kansen opgenomen in de begroting. 3
Bijlage III
Startpunt Hervorming
MO/VB/OGGz
West-Friesland
Samenvatting Na de raadsvergadering van 2 juli 2013 is het college met de ketenpartners in gesprek gegaan over een nieuwe oplossing voor de sociale woonproblematiek.' Op 30 augustus 2013 hebben de ketenpartners gezamenlijk een plan ingediend (bestaande uit drie elkaar aanvullende plannen). Het plan van de ketenpartners levert goede ideeën en inzichten op, alleen voldoet het plan niet volledig aan de opdracht van de raad. In het plan staat geen financiële uitwerking en staat niet hoe de ketenpartners een oplossing willen realiseren binnen het budget voor Maatschappelijke Opvang, Verslavingsbeleid en Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (MO/VB/OGGz). Het college heeft aan de raad de toezegging gedaan om twee scenario's uit te werken: één scenario binnen het MO/VB/OGGz-budget en één scenario buiten het MO/VB/OGGz-budget. Het college heeft daarom dit plan uitgewerkt, waarin beide scenario's zijn opgenomen. 2
Startpunt Het college wil uitvoering geven aan het deelplan van het Leger des Heils (LdH). Het LdH heeft een projectplan opgesteld voor een sociaal pension op Dampten 18 voor de meest kwetsbare groepen. De voorkeur van het college gaat uit naar het plan van LdH, omdat het LdH veel ervaring heeft met de begeleiding van de meest complexe doelgroepen elders in het land. Daarnaast kan het LdH in deze voorziening ook opvang en begeleiding bieden aan de zorgmijders. 3
Het college wil Dampten 18 kopen voor een voorziening voor de meest kwetsbare doelgroep, de nachtopvang en voor Meldpunt Vangnet en Advies (Meldpunt V&A) van GGD Hollands Noorden. Het college wil dat het LdH de toekomstige uitvoerder wordt van de nachtopvang. Daarnaast wil het college dat het Meldpunt V&A op Dampten 18 de centrale voordeur gaat uitvoeren. Het Leger des Heils en het Meldpunt V&A zullen deze taken, nachtopvang en centrale voordeur, overnemen van dnoDoen. Voor deze nieuwe voorziening hanteert het college de werknaam: Startpunt. Doelstelling is om het sociaal pension te realiseren vóór 1 mei 2014. Hervorming De gemeente Hoorn ontvangt als centrumgemeente voor de MO/VB/OGGz een decentralisatie-uitkering vanuit het Rijk. Momenteel wordt dit budget structureel overschreden. Voor beide scenario's stelt het college voor om het MO/VB/OGGz-veld te hervormen. Het tekort op de begroting wordt groot als de subsidie voor het sociaal pension bovenop de huidige MO/VB/OGGz-subsidies komt. De afgelopen periode heeft het college kritisch gekeken naar de subsidies die uit het MO/VB/OGGzbudget worden betaald en stelt hierbij een nieuwe subsidie- en taakverdeling voor. Hierin hanteerde het college een aantal afwegingscriteria: 1. 2. 3.
De instellingen moeten zich specifiek richten op de MO/VB/OGGz-doelgroepen. Overlap in het aanbod moet te allen tijde voorkomen worden. Instellingen moeten zich richten op hun kernactiviteiten waar hun kernkwaliteiten liggen.
Deze hervorming is van invloed op de subsidies van het Regionaal Instituut Begeleid Wonen Zaanstreek, Waterland en West-Friesland (RIBW ZWWF), dnoDoen, Brijder, ActiefTalent, Meldpunt Ketenpartners op het gebied van de maatschappelijke opvang, verslavingszorg en openbare geestelijke gezondheidszorg. In het plan van het Leger des Heils staat wel een financiële uitwerking. Zie bijlage voor plan. Het LdH wil ook een bij Bosshardt met kledingwinkel realiseren in de gemeente Hoorn. Het college onderzoekt de mogelijkheden. 1
2
3
V&A en Parian Jeugd OGGz. Hieronder staat uitgewerkt welke taken het college wil dat de instellingen gaan uitvoeren. Op pagina 4 en 5 staan de twee scenario's schematisch weergegeven. In het eerste schema staat een financiële uitwerking van hoe de langetermijnoplossing gerealiseerd kan worden binnen budget en in het tweede schema staat hoe de langetermijnoplossing gerealiseerd kan worden buiten budget. Het college wil per 2015 de veranderingen doorvoeren. Vanwege de algemene beginselen van behoorlijk bestuur kunnen de subsidies niet eerder worden stopgezet. Het college ziet 2014 als overgangsjaar. In 2014 worden nieuwe prestatieafspraken gemaakt met de ketenpartners, die na 2015 subsidie blijven ontvangen uit het MO/VB/OGGz-budget. Vóór 1 mei 2014 wil het college het sociaal pension realiseren. Nieuwe taakverdeling RIBW ZWWF RIBW ZWWF ontvangt een structurele subsidie van € 3 1 . 4 4 0 , -. Deze middelen zet RIBW ZWWF in voor de toeleiding naar zorg voor mensen met een psychiatrische problematiek. Het college is voornemens om de subsidie aan RIBW ZWWF vanaf 201 5 niet meer te verstrekken vanuit het MO/VB/OGGz-budget. Het college vindt dat de taak voor de toeleiding naar zorg van de OGGzdoelgroep bij het Meldpunt V&A ligt. dnoDoen dnoDoen ontvangt een structurele subsidie van € 1.084.573,- voor de uitvoering van de centrale voordeur, het trainingshuis, de ambulante woonbegeleiding en de nachtopvang. De nachtopvang zal uitgevoerd gaan worden door het LdH en de centrale toegang door het Meldpunt V&A. dnoDoen blijft de specialist voor de ambulante kortdurende opvang/begeleiding, omdat op dit gebied hun kwaliteit ligt. Het subsidiebudget zal neer komen op een bedrag van 630.000, - voor de uitvoering van deze taken. dnoDoen heeft Kamers met Kansen gerealiseerd binnen de prestatieafspraken. Met dit budget kan dnoDoen Kamers met Kansen niet meer binnen de prestatieafspraken voortzetten. dnoDoen vraagt aan de gemeente Hoorn een subsidiebudget van € 90.000,- voor Kamers met Kansen. Meldpunt V&A Het Meldpunt V&A ontvangt een structurele subsidie van € 353.474, - voor de toeleiding naar zorg van de OGGz-doelgroep. De subsidie van het Meldpunt V&A wordt omgebogen. Per 2015 komt de subsidie voor het Meldpunt V&A in scenario I neer op € 280.000,- en in scenario II neer op € 300.000,-. Om de korting op het budget op te vangen moet het Meldpunt V&A zich onder andere in de toekomst alleen richten op de toeleiding naar zorg en geen zorg meer zelf verlenen. Samenvoeging met Meldpunt Zorg voor Jeugd Het Meldpunt Zorg voor Jeugd wordt net als Meldpunt V&A uitgevoerd door de GGD Hollands Noorden. Bij het Meldpunt Zorg voor Jeugd kunnen leerkrachten en andere professionals hun zorgen melden over jongeren met ernstige problemen. Het college vindt het niet wenselijk dat het Meldpunt Zorg voor Jeugd bestaat naast het Meldpunt V&A terwijl er sprake is van een overlappende doelgroep. Om deze reden wil het college de meldpunten samenvoegen. De Hoornse middelen voor het Meldpunt Zorg voor Jeugd kunnen ingezet worden voor het gemeenschappelijke meldpunt. Brede Centrale Toegang Extra subsidie zal het Meldpunt V&A ontvangen voor de uitvoering van de centrale toegang. Het college wil de centrale voordeur verbreden naar een Brede Centrale Toegang (BCT). Zo wordt de
ketenaanpak efficiënter. Hoe de BCT precies vorm en inhoud krijgt is een onderzoeksvraag voor het jaar 2014. In scenario I krijgt het Meldpunt V&A per 2015 voor de BCT een subsidie van € 47.000,en in scenario II een subsidie van € 50.000, -. Brijder en ActiefTalent Brijder ontvangt een subsidie van € 4 4 2 . 7 5 0 , -. Deze subsidie zal per 2015 omgebogen worden. In scenario I daalt de subsidie naar € 330.000,- en in scenario II daalt de subsidie naar € 354.000,-. Brijder verwacht dat met een BCT OGGz-trajecten korter worden en de ketenaanpak verbeterd. In het jaar 2014 zal samen met Brijder verder uitgewerkt worden waarop bezuinigd wordt en welke consequenties dit heeft voor de dienstverlening. De prestatieafspraken zullen worden aangepast. ActiefTalent zal per 2015 structureel meer subsidie. Het subsidiebudget neemt in scenario I met € 15.856,- en in scenario II met € 19.856,- toe. Zo kan ActiefTalent vijf dagen per week dagloonprojecten blijven bieden en daarnaast, afhankelijk van het aandeel eigen inkomsten, de gezamenlijke inloop met de Brijder voor zorgmijders behouden. 4
Parian Jeugd OGGz Parian Jeugd OGGz krijgt € 3 1 . 1 5 8 , - uit het MO/VB/OGGz-budget. Deze subsidie krijgt Parian voor de toeleiding van jeugdige OGGZ-cliënten en hun ouders naar reguliere hulpverlening. Hier is sprake van overlap in het aanbod. Het Meldpunt V&A leidt tevens jeugd en gezinnen toe naar de reguliere hulpverlening. Het college wil om deze reden de subsidie stopzetten vanuit het MO/VB/OGGz-budget. Nieuwe verdeling MO/VB/OGGz-budget Hieronder staat schematisch weergegeven hoe de nieuwe subsidieverdeling er per 1 januari 2015 uit kan zien. In schema I staat de uitwerking waarin de decentralisatie-uitkering niet wordt overschreden. In schema II staat de uitwerking waarin de decentralisatie-uitkering wél wordt overschreden. De decentralisatie-uitkering bedraagt in 2014 € 1.934.276,-. Schema scenario I: geen overschrijding van MO/VB/OGGz-budget Naam organisatie
Uitgaven structureel 2013
Uitgaven per 2015 (afgerond)
ActiefTalent
€
24.144,-
€
Brijder
€
442.750,-
€ 330.000,-
353.474,-
€ 280.000,Subsidie BCT:
40.000,-
Min 25 % Meldpunt V&A Min 20 % Parian Jeugd OGGZ
€
31.158,-
€ -
RIBW ZWWF
€
31.440,-
€
600.000,-
dnoDoen
€ 1.084.573,-
€
630.000,-
Totaal
€ 1.967.539,-
€ 1.927.000,-
Leger des Heils
4
47.000
Sinds de uitbreiding van de dagopvang is er een gezamenlijke inloop.
Schema scenario II: Overschrijding van het MO/VB/OGGz-budget Naam organisatie
Uitgaven structureel 2013
Uitgaven per 2015 (afgeronde bedragen)
ActiefTalent
€
24.144,-
€
Brijder
€
442.750,-
€ 354.000,-
Meldpunt V&A
€
353.474,-
€ 300.000,Subsidie BCT: € 50.000,-
Parian Jeugd OGGZ
€
31.158,-
-
RIBW ZWWF
€
31.440,-
-
Leger des Heils
44.000,-
€ 611.000,-
dnoDoen
€ 1.084.573,-
€ 720.000,- (inclusief Kamers met Kansen)
Totaal
€ 1.967.539,-
€ 2.079.000,-
Advies college Met dit plan komt er in West-Friesland een voorziening voor de meest kwetsbare burgers, kan de extra nachtopvang sluiten en komt er een BCT. Het college adviseert om uitvoering te geven aan het tweede scenario. In dit scenario wordt de decentralisatie-uitkering met € 144.724 structureel overschreden. Met dit plan verdwijnen de kosten voor extra dag- en nachtopvang. De voorkeur van het college gaat uit naar scenario twee, omdat: 1. 2.
De korting op de subsidies van de Brijder en Meldpunt V&A minder groot zijn. Kamers met Kansen kan worden voortgezet.
Brijder en Meldpunt V&A waarschuwen dat kortingen op het budget kunnen leiden tot een versobering van hun activiteiten. Een negatieve consequentie hiervan kan zijn dat mensen meer aanspraak gaan maken op duurdere vormen van zorg. Het college acht het daarom niet wenselijk om een hogere korting toe te passen op deze subsidies. Het college wil Kamers met Kansen voortzetten. Kamers met Kansen is een goede preventieve voorziening. Door Kamers met Kansen wordt voorkomen dat jongeren aanspraak moeten maken op maatschappelijke opvang. De maatschappelijke opvang, zoals de nachtopvang, is een omgeving waarin jongeren beter niet kunnen verblijven. Vaak heeft deze omgeving een negatieve invloed op het gedrag van jongeren, waardoor zij in een negatieve spiraal terecht komen. Na 2015 In de jaren na 2015 blijft het college streven naar uitvoering van de MO/VB/OGGz-taken binnen het budget dat de gemeente Hoorn voor deze taken krijgt.
Inhoudsopgave
Pagina
I
Inleiding
7
II
Startpunt
8
III
Hervormingen
11
IV Financiële consequenties
17
V
18
Risico's
VI Planning 2 0 1 4
20
I
Inleiding
In 2011 zijn in West-Friesland twee particuliere opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen gesloten. Voor de oud-bewoners van deze voorzieningen is in 2011 een alternatief binnen het reguliere aanbod gezocht. Uit de praktijk blijkt dat het reguliere aanbod niet goed aansluit op de latente of manifeste zorgvragen van de doelgroep. Momenteel maakt de groep vooral gebruik van de nachtopvang. In 2012 is de vraag naar nachtopvang zo gestegen dat op 27 november 2012 een extra nachtopvang is geopend. De buurtbewoners van de extra nachtopvang ervaren veel overlast. In West-Friesland is de groep in de nachtopvang niet de enige groep die niet goed binnen het reguliere aanbod terecht kan. In het najaar van 2012 bleek uit een inventarisatie van de werkgroep Sociale Woonproblematiek dat voor een groep van circa 42 personen de huidige voorzieningen niet goed aansluiten op de zorgvraag. De huidige voorzieningen zijn te hoogdrempelig. Deze mensen hebben eerst een laagdrempeliger aanbod nodig. 6
De groep van circa 42 personen is grofweg te verdelen in twee groepen. De ene groep bestaat uit circa 7 personen met ernstig zorgmijdend gedrag (de gebruikers van de nachtopvang). En de andere groep bestaat uit circa 35 personen die binnen het huidige zorgaanbod niet in staat zijn om een zelfredzaam leven op te bouwen. Het college wil zo spoedig mogelijk een oplossing realiseren voor de mensen die niet goed in het huidige aanbod terecht kunnen én de extra nachtopvang sluiten. In dit plan is de langetermijnoplossing voor de sociale woonproblematiek uitgewerkt in twee scenario's. Eén scenario waarin het budget voor Maatschappelijke Opvang Verslavingsbeleid en Openbare Geestelijke Gezondheidsorg (MO/VB/OGGz) niet wordt overschreden én één scenario waarin het budget wel wordt overschreden.
De werkgroep Sociale Woonproblematiek bestond onder andere uit de ketenpartners die zich inzetten op het vlak van maatschappelijke opvang, verslavingsbeleid en openbare geestelijke gezondheidszorg. 5
II
Startpunt
Na de raadsvergadering van 2 juli 2013 is het college met de ketenpartners in gesprek gegaan over een nieuwe oplossing voor de sociale woonproblematiek. Op 30 augustus 2013 hebben de ketenpartners een gezamenlijk plan ingediend met daarin een advies over hoe de problematiek op de korte én op de lange termijn is op te lossen. Het plan van de ketenpartners bestaat uit drie aanvullende plannen, namelijk een basisplan, een aanvullend plan en een plan van het Leger des Heils (LdH). Het plan van de ketenpartners levert goede ideeën en inzichten. Nadeel is dat in het plan van de ketenpartners geen financiële uitwerking staat. Ook is in het plan niet meegenomen hoe een nieuwe voorziening bekostigd kan worden uit het MO/VB/OGGz-budget. Het college heeft aan de raad de toezegging gedaan om de langetermijnoplossing uit te werken in twee scenario's. Eén scenario waarin alle MO/VB/OGGz-voorzieningen worden gefinancierd vanuit de decentralisatie-uitkering en één scenario waarin dit financiële kader niet hoeft meegenomen te worden. Het college heeft daarom, op basis van de gesprekken met en de plannen van de ketenpartners, een eigen plan gemaakt waarin deze twee scenario's zijn opgenomen. Plannen van de ketenpartners In de plannen van de ketenpartners worden drie verschillende woonvormen omschreven als oplossing voor de sociale woonproblematiek: 1.
Sociaal logement-units in de wijk (in samenwerking met de woningbouwvereniging) voor mensen met meervoudige problematiek, die niet in het huidige aanbod terecht kunnen (niet voor de zorgmijders).
2. 3.
Containerwoningen (voor de zorgmijders). Sociaal pension (voor beide doelgroepen).
Voor het college vallen de eerst twee woonvormen af. De sociaal logement-units in de wijk zijn niet geschikt voor zorgmijders, omdat deze groep niet goed functioneert in de woonwijk. Containerwoningen vallen ook af, omdat het college en de raad een oplossing willen realiseren vóór een bepaalde einddatum. Uit de praktijk blijkt dat het vinden van een geschikte locatie voor containerwoningen niet eenvoudig is en dat de aanlegkosten voor containerwoningen hoog zijn. De voorkeur van het college gaat uit naar optie drie, zoals beschreven in het deelplan van het LdH. Projectplan LdH Het LdH heeft een projectplan gemaakt voor een voorziening voor de meest kwetsbare doelgroep op Dampten 18 (voormalige Penitentiaire Open Inrichting (POI) (zie bijlage)). Het Leger des Heils wil opvang en begeleiding bieden voor de twee doelgroepen: 1. 2.
De zorgmijders (de cliënten van de nachtopvang) met ernstige meervoudige problematiek. De doelgroep die niet in staat is om binnen het huidige aanbod een zelfredzaam leven op te bouwen. Veelal speelt hierin verslaving, psychiatrie of een combinatie van beiden een rol.
Het LdH heeft er vertrouwen in dat zij, na een ontmoeting met de doelgroep, de zorgmijders ook opvang en begeleiding kan bieden. Het LdH weet dat ook deze doelgroep is te motiveren voor een hulpverleningstraject door hun ervaringen met deze doelgroep elders in het land. Het Ldh heeft veel kennis van en ervaring met langdurige begeleiding van complexe doelgroepen.
Naast het sociaal pension heeft het LdH in haar plan ook een aantal opties meegenomen voor de uitvoering van de nachtopvang. Het college wil dat het LdH in de toekomst ook de uitvoerder wordt van de nachtopvang, vanwege hun expertise op het gebied van de begeleiding van de complexe doelgroepen. Het college wil de nachtopvang van de Scheerder 4 verplaatsen naar Dampten 18. Startpunt Het college ziet Dampten 18 als de toekomstige locatie voor de meest kwetsbare mensen. Het gaat hier om mensen die veelal kampen met ernstige verslavingsproblematiek en/of psychiatrische problemen. Dampten 18 was een POI. Om negatieve associaties tegen te gaan, hanteert het college voor Dampten 18 de werknaam: "Startpunt". Naast het sociaal pension en nachtopvang wil het college ook Meldpunt Vangnet en Advies (Meldpunt V&A) van GGD Hollands Noorden bij het Startpunt huisvesten. Het college wil dat het Meldpunt V&A op deze locatie de centrale voordeur gaat uitvoeren. Het Meldpunt V&A zal deze taak overnemen van dnoDoen. Het college wil de centrale toegang breder organiseren, dan nu bij dnoDoen het geval is. In 2 0 1 4 zal het college samen met het Meldpunt V&A en de andere ketenpartners ideeën uitwerken om in West-Friesland een Brede Centrale Toegang (BCT) te realiseren. Hieronder staat uiteengezet hoe het college Dampten 18 wil inrichten. Sociaal pension Het sociaal pension wordt een 24uursopvang voor vijfentwintig personen. Het college wil tien plekken inkopen voor de regio West-Friesland. Vier plekken worden ingevuld door mensen uit West-Friesland met een AWBZ-indicatie en elf plekken worden ingevuld door mensen met een forensische indicatie. De forensische plekken zullen regionaal en/of bovenregionaal worden ingevuld. Het sociaal pension wordt aangevuld met forensische plekken, omdat deze plekken de exploitatiekosten laag houden In het sociaal pension krijgen cliënten de gelegenheid om te stabiliseren en tot rust te komen. Samen met de cliënt wordt een trajectplan opgesteld waarin de zorgbehoefte naar leefgebieden wordt vertaald. De cliënt krijgt een basiszorgprogramma met dagbesteding. Voor de dagbesteding zoekt het LdH aansluiting bij het lokale aanbod, zoals van ActiefTalent. Het sociaal pension wordt voor de doelgroep het startpunt naar een (semi)zelfstandig leven. Nachtopvang Het college wil de reguliere nachtopvang ook verplaatsen naar deze locatie en uit laten voeren door het LdH. Het plan is om acht bedden te plaatsen voor nachtopvang. Als blijkt dat meer bedden nodig zijn, dan kunnen bedden worden bijgeplaatst. Geschikte deelnemers van de nachtopvang kunnen direct worden doorgeleid naar het sociaal pension. Een groot deel van de deelnemers van de nachtopvang heeft zijn woonbehoefte liggen bij een sociaal pension. Brede centrale toegang en Meldpunt V&A Het Meldpunt V&A verhuist ook naar het Startpunt en krijgt daar een inloopfunctie voor de uitvoering van de BCT. Het college stelt dit voor, omdat nu sprake is van twee voordeuren naar de maatschappelijke opvang. Er is de centrale voordeur van dnoDoen en daarnaast is er het Meldpunt V&A. Het MVA zet zich in om de OGGz-doelgroep in zorg te brengen. Een deel van de OGGzdoelgroep moet zich vervolgens weer aanmelden bij de centrale voordeur van dnoDoen. Door de centrale voordeur per 201 5 onder te brengen bij het Meldpunt V&A (en te verbreden naar een BCT) wordt een schakel weggehaald uit de keten, waardoor efficiënter gewerkt wordt. Ook ontstaat er een beter totaalbeeld van de MO/VB/OGGz-doelgroep. In de toekomst kan met een BCT voldaan worden aan de verplichtingen vanuit het Stedelijk Kompas. Nu is het beeld van doelgroep nog te gefragmenteerd om goed cijfermateriaal aan te leveren. Het college vindt het daarnaast een beter
uitgangspunt als de maatschappelijke opvang niet zelf zijn eigen voordeur regelt. Realisatietijd en sluiting extra nachtopvang Het Leger des Heils kan na een raadsakkoord vóór 1 mei 2014 Startpunt gebruiksklaar maken. Hiervoor moet Dampten 18 worden aangekocht. Per 1 mei 2014 kan de extra nachtopvang, de kortetermijnoplossing, sluiten, omdat dan een langetermijnoplossing is gerealiseerd. Per wanneer het Meldpunt V&A advies haar intrek kan nemen op Dampten 18 is nog niet duidelijk. Dit moet in het jaar 2014 verder worden uitgewerkt.
10
Ill
Hervorming
De gemeente Hoorn ontvangt als centrumgemeente voor de MO/VB/OGGz een decentralisatie-uitkering vanuit het Rijk. Momenteel wordt dit budget structureel overschreden. Om een sociaal pension binnen of buiten het budget te kunnen realiseren, moeten hervormingen plaatsvinden. Het tekort op de begroting wordt groot als de subsidie voor het sociaal pension bovenop de huidige MO/VB/OGGzsubsidies komt. Voor beide scenario's stelt het college voor om het MO/VB/OGGz-veld te hervormen. De betekent dat de subsidie- en taakverdeling veranderen. De afgelopen periode heeft het college kritisch gekeken naar de subsidies die uit het MO/VB/OGGzbudget betaald worden en stelt hierbij een nieuwe subsidie- en taakverdeling voor. Hierin hanteerde het college een aantal afwegingscriteria: 1. 2.
Instellingen moeten zich specifiek richten op de MO/VB/OGGz-doelgroepen; Overlap in het aanbod moet te allen tijde voorkomen worden;
3.
Instellingen moeten zich richten op hun kernactiviteiten waar hun kernkwaliteiten liggen.
Deze hervorming is van invloed op de subsidies van het Regionaal Instituut Begeleid Wonen Zaanstreek, Waterland en West-Friesland (RIBW ZWWF), dnoDoen, Brijder, ActiefTalent, Meldpunt V&A en Parian Jeugd OGGz. Hieronder staat uitgewerkt welke taken het college wil dat de instellingen gaan uitvoeren. Op het einde van dit hoofdstuk staat hoe het college de nieuwe subsidieverdeling ziet. Op pagina 14 staan de twee scenario's schematisch uitgewerkt. In het eerste schema staat de subsidieverdeling binnen budget en in het tweede schema staat de subsidieverdeling buiten budget. Het college wil per 2015 de subsidieveranderingen doorvoeren. Vanwege het algemene beginsel van behoorlijk bestuur kunnen subsidies niet eerder worden stopgezet. Het college ziet 2014 als overgangsjaar. In 2014 worden nieuwe prestatieafspraken gemaakt met de ketenpartners die na 2015 subsidie blijven ontvangen uit het MO/VB/OGGz-budget. Vóór 1 mei 2014 wil het college het sociaal pension realiseren. RIBW ZWWF RIBW ZWWF ontvangt een structurele subsidie van € 31.440,-. Deze middelen zet RIBW ZWWF in voor de toeleiding naar zorg voor mensen met een psychiatrische problematiek. RIBW ZWWF probeert deze mensen in AWBZ-zorg te krijgen en als zij daarvoor niet in aanmerking komen, begeleidt RIBW ZWWF de doelgroep zelf. Het college is voornemens om de subsidie aan RIBW ZWWF vanaf 2015 niet meer te verstrekken. Het college vindt dat de taak voor de toeleiding naar zorg van de OGGzdoelgroep bij het Meldpunt V&A ligt. Voor wat betreft de doelgroep die niet in aanmerking komt voor een AWBZ-indicatie geldt dat de doelgroep gebruik moet maken van het collectieve Wmo-aanbod. In 2012 heeft RIBW ZWWF aan acht personen individuele begeleiding gegeven. dnoDoen dnoDoen ontvangt een structurele subsidie van € 1.084.573,- voor de uitvoering van de centrale voordeur, het trainingshuis, de ambulante woonbegeleiding en de nachtopvang. De nachtopvang zal uitgevoerd gaan worden door het LdH en de centrale voordeur (wordt BCT) uitgevoerd worden door het Meldpunt V&A. Waar het Leger des Heils de specialist is in de langdurige complexe begeleiding, is dnoDoen de specialist in de ambulante kortdurende begeleiding. Dit is waar de kernkwaliteit van dnoDoen ligt. Het college wil het reguliere aanbod van dnoDoen behouden. Hier gaat het om 72 begeleidwoonplekken (57 plekken in de wijk en 1 5 in het trainingshuis).
11
dnoDoen wordt gekort op het budget en daarom moet het trainingshuis omgevormd worden van een 24uursvoorziening tot een voorziening met ambulante woonbegeleiding. De veiligheid in het trainingshuis zal gewaarborgd worden door middel van de inzet van cameratoezicht. Het subsidiebudget zal verlaagd worden naar een bedrag van € 630.000,-. In 2014 zullen nieuwe prestatieafspraken met dnoDoen worden gemaakt. dnoDoen heeft Kamers met Kansen gerealiseerd binnen de prestatieafspraken. Met dit budget kan dnoDoen Kamers met Kansen niet meer binnen de prestatieafspraken voortzetten. dnoDoen vraagt aan de gemeente Hoorn een subsidiebudget van € 90.000,- voor Kamers met Kansen. Meldpunt V&A Het Meldpunt V&A ontvangt een structurele subsidie van € 353.474,- voor de toeleiding naar zorg van de OGGz-doelgroep. De subsidie van het Meldpunt V&A wordt omgebogen. Per 2015 komt de subsidie voor het Meldpunt V&A in scenario I neer op € 280.000,- en in scenario II neer op € 300.000,-. In 2014 zullen met het Meldpunt V&A nieuwe prestatieafspraken worden gemaakt aangepast aan de nieuwe subsidiehoogte. In 2014 moet goed onderzocht worden hoe het Meldpunt V&A meldingen kan blijven behandelen met minder budget. Hiervoor wordt in 2014 onder meer aandacht besteed aan de rol van het Meldpunt V&A in de keten. Meldpunt V&A wordt gesubsidieerd voor de toeleiding naar zorg. Het Meldpunt V&A verleent nu zelf ook zorg. Het college wil dit in de toekomst anders. In 2014 worden heldere afspraken gemaakt met het Meldpunt V&A over welke taken het college onder toeleiding rekent en welke taken niet. Ook wil het college dat in 2014 duidelijk wordt wanneer welke ketenpartner verantwoordelijkheid moet nemen keten. Het Meldpunt V&A verleent vaak zelf zorg, omdat andere ketenpartners geen verantwoordelijkheid nemen. Ook zal het college in 2 0 1 4 samen met het Meldpunt V&A kritisch kijken naar de diverse overleggen waarin het Meldpunt V&A is vertegenwoordigd. Mogelijk moeten overlegstructuren worden hervormd, zodat het Meldpunt V&A minder uren besteedt aan overleg en meer tijd besteedt aan toeleiding naar zorg. Extra subsidie zal het Meldpunt V&A ontvangen voor de uitvoering van de BCT. In scenario I krijgt het Meldpunt V&A per 201 5 voor de BCT een subsidie van € 4 7 . 0 0 0 , - en in scenario II een subsidie van € 50.000, -. In 2014 worden met de ketenpartners ideeën uitgewerkt over hoe de BCT invulling moet krijgen. Samenvoeging met Meldpunt Zorg voor Jeugd Het Meldpunt Zorg voor Jeugd wordt net als het Meldpunt V&A uitgevoerd door GGD Hollands Noorden. Bij het Meldpunt Zorg voor Jeugd kunnen leerkrachten en andere professionals hun zorgen melden over jongeren met ernstige problemen. Het aantal meldingen is niet groot (in 2012 14 meldingen). Het college vindt het niet wenselijk dat het Meldpunt Zorg voor Jeugd bestaat naast het Meldpunt V&A terwijl er sprake is van een overlappende doelgroep. Om deze reden wil het college deze meldpunten samenvoegen. De middelen van het Meldpunt Zorg voor Jeugd kunnen ingezet worden voor het gemeenschappelijke meldpunt bij het Startpunt. De GGD Hollands Noorden ontvangt jaarlijks voor de uitvoering van het Meldpunt Zorg voor Jeugd een subsidiebedrag van circa € 25.000, -. Per 2014 gaat dit veranderen. Steunpunt Zorg voor Jeugd zal per 2014 circa € 10.000, - subsidie van de gemeente Hoorn ontvangen (niet vanuit MO/VB/OGGzbudget) en daarnaast moet de GGD Hollands Noorden zelf actie ondernemen om subsidie aan te vragen bij de regiogemeenten. Uitgegaan wordt van een bijdrage van circa € 20.000, - van de regiogemeenten.
12
Brijder en ActiefTalent Brijder ontvangt een subsidie van € 4 4 2 . 7 5 0 , -. Deze subsidie zal per 201 5 worden omgebogen. In scenario I daalt de subsidie naar € 330.000,- en in scenario II daalt de subsidie naar € 354.000,-. Brijder verwacht dat door een BCT de ketenaanpak verbetert en er minder lange OGGz-trajecten nodig zijn. Brijder verwacht hiermee een bezuiniging te realiseren van circa € 37.000, -. In het jaar 2014 zal samen met Brijder verder worden uitgewerkt waarop bezuinigd wordt en welke consequenties dit heeft voor de dienstverlening. ActiefTalent krijgt in 2015 meer subsidie. Het subsidiebudget neemt in scenario I met € 1 5.856,- en in scenario II met € 19.856, - toe. Een gedeelte van de korting op het budget van Brijder zal overgeheveld worden naar ActiefTalent. Op deze manier kan ActiefTalent vijf dagen per week open blijven. De gezamenlijke inloop met de Brijder voor de zorgmijders kan, afhankelijk van het aandeel eigen inkomsten van ActiefTalent, worden voortgezet. 6
Parian Jeugd OGGz Parian Jeugd OGGz krijgt € 3 1 . 1 5 8 , - uit het MO/VB/OGGz-budget. Deze subsidie krijgt Parian voor de toeleiding van jeugdige OGGZ-cliënten en hun ouders naar reguliere hulpverlening. Hier is sprake van overlap in het aanbod. Het Meldpunt V&A leidt tevens jeugd en gezinnen toe naar de reguliere hulpverlening. Het college wil om deze reden de subsidie stopzetten vanuit het MO/VB/OGGz-budget. Gevolgen taak- en budgetverdeling Op basis van dit plan heeft het college twee scenario's uitgewerkt, namelijk één scenario waarin het MO/VB/OGGz-budget niet wordt overschreden (schema I) en een tweede scenario waarin het MO/VB/OGGz-budget wel wordt overschreden (schema II).
ActiefTalent en Brijder hebben sinds de uitbreiding van de dagopvang een gezamenlijke inloop. 13
Schema scenario I: Geen overschrijding van het MO/VB/OGGz-budget Naam organisatie
Uitgaven structureel 2013
ActiefTalent
€
24.144,-
Brijder
€
442.750,-
€ 330.000,-
€
353.474,-
Parian Jeugd OGGZ
€
31.158,-
€ 280.000,Subsidie BCT: € 47.000,-
RIBW ZWWF
€
31.440,-
-
Uitgaven per 2015 (afgerond) €
40.000,-
Min 2 5 % Meldpunt V&A Min 2 0 %
Leger des Heils
€
600.000,-
dnoDoen
€ 1.084.573,-
€
630.000,-
Totaal
€ 1.967.539,-
€ 1.927.000,-
Schema scenario II: Overschrijdin g van het MO/VB/OGGz-budget Naam organisatie
Uitgaven structureel 2013
ActiefTalent
€
24.144,-
Brijder
€
442.750,-
€ 354.000,-
€
353.474,-
Parian Jeugd OGGZ
€
31.158,-
€ 300.000,Subsidie BCT: € 50.000,-
RIBW ZWWF
€
31.440,-
-
Ultgaven per 2015 (afgerond) €
44.000,-
Min 2 0 % Meldpunt V&A Min 15%
Leger des Heils
€611.000,-
dnoDoen
€ 1.084.573,-
€ 720.000,- (inclusief Kamers met Kansen)
Totaal
€ 1.967.539,-
€ 2.079.000,-
Advies college Met dit plan komt er in West-Friesland een voorziening voor de meest kwetsbare burger, komt er een BCT en kan de extra nachtopvang sluiten. Het college adviseert om uitvoering te geven aan het tweede scenario. In dit scenario wordt de decentralisatie-uitkering met € 129.000,- overschreden. Dit is circa € 111.000,- meer voor structurele subsidies dan in 2013. Dit is een minder grote overschrijding van het budget, dan in de periode van 27 november 2012 tot 1 mei 2014 voor incidentele subsidies. In deze periode is circa € 370.000,- meer uitgegeven aan incidentele subsidies voor extra nacht- en dagopvang. Met dit plan verdwijnen de kosten voor extra dag- en nachtopvang. De voorkeur van het college gaat uit naar scenario II, omdat: 1. De korting op de subsidies van de Brijder en Meldpunt V&A minder groot zijn. 2. Kamers met Kansen kan worden voortgezet. Brijder en Meldpunt V&A waarschuwen dat kortingen op het budget kunnen leiden tot een versobering van hun activiteiten. Een negatieve consequentie hiervan kan zijn dat mensen meer aanspraak gaan maken op duurdere vormen van zorg. Het college acht het voor nu niet wenselijk om een hogere korting toe te passen op deze subsidies. Het college wil Kamers met Kansen voortzetten. Kamers met Kansen is een goede preventieve voorziening. Door Kamers met Kansen wordt voorkomen dat jongeren aanspraak moeten maken op maatschappelijke opvang. De maatschappelijke opvang, zoals de nachtopvang, is een omgeving waarin jongeren beter niet kunnen verblijven. Vaak heeft deze omgeving een negatieve invloed op het 14
gedrag van jongeren, waardoor zij in een negatieve spiraal terecht komen. In de jaren na 2015 blijft het college wel streven naar uitvoering van de MO/VB/OGGz-taken binnen het budget dat centrumgemeente Hoorn voor deze taken krijgt. Op pagina 16 staat schematisch weergegeven welke voorzieningen West-Friesland biedt met een budget van € 2.079.000,-.
15
Uitvoerders, subsidies, taken en functies gebaseerd op scenario II MO/VB/OGGz
Budget
Taken/functies
Waar
Voor wie
Hoeveel plaatsen
€611.000,-
Sociaal pension
Startpunt
Voor de meest
Sociaal pension
(Dampten
kwetsbare
10 plaatsen West-
18)
groepen
Friesland
-instellingen Leger des Heils Reguliere nachtopvang
(waaronder de zorgmijders) die
4 plaatsen AWBZ West-
langdurige
Friesland
begeleiding nodig hebben
11 plaatsen forensisch WestFriesland en bovenregionaal
GGD Hollands
€ 300.000,-
Toeleldlng naar zorg
Inloop bij
Alle kwetsbare
Noorden:
BCT:
voor mensen in
Startpunt
doelgroepen
Meldpunt
€ 50.000,-
zorgwekkende situaties
(Dampten
V&A samen
n.v.t.
18)
met Meldpunt
Brede centrale toegang
Zorg voor Jeugd dnoDoen
€ 720.000,-
Begeleiding, opvang en
Scheerder 4
Voor mensen
woonondersteunlng
In de wijk
die tijdelijk een
1 5 plekken tralningshuis
steuntje In de
57 begeleidwoonplekken
rug nodig
in de wijk
hebben 24 plekken Kamers met Kansen ActiefTalent
€ 44.000,-
Dagloonprojecten
Dampten 12
Voor verslaafde
Dampten 12 en In de
mensen (meest
wijk
NB: op zoek
kwetsbare
naar nieuwe
doelgroepen)
locatie met
en mensen in
Brijder en
herstel van
REAKT
alcohol en/of drugs
Brijder
€ 354.000,-
Inloopvoorzienlng
Keern 33
Verslaafde
Outreachende
NB: op zoek
kwetsbare
begeleiding/bemoeizorg
naar nieuwe
doelgroepen).
locatie met
mensen in
ActiefTalent
herstel en
en REAKT
risicogroepen
mensen (meest
Preventie Maatschappelijk herstel Individuele begeleiding/behandeling
16
n.v.t
IV
Financiële consequenties
Voor de uitvoering van dit plan (voor beide scenario's) zullen in 2 0 1 4 incidentele kosten moeten worden gemaakt. Deze kosten worden gemaakt ten behoeve van de aanschaf van Dampten 18 en de verbouwing en inrichting van Dampten 18. Ook moeten in 2014 extra kosten worden gemaakt voor de bestaande subsidieverplichtingen. Op basis van het voorkeursscenario van het college verhogen de structurele kosten met € 111.461,-. De totale MO/VB/OGGz-kosten komen dan neer op een bedrag van € 2.079.000,2014 Aankoop Dampten 18 Bij brief van 19 september 2013 heeft het college van het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het bericht ontvangen dat op verzoek van de Rijksgebouwendienst het pand aan de Dampten 18 te Hoorn overtollig is gesteld. Tot eind 2012 werd het pand gebruikt als POI. Het perceel , kadastraal bekend gemeente Hoorn, sectie C, nummer 2912, groot ca 0.18.52 ha.is op 5 november 1992 door de gemeente als bouwterrein aan het Rijk in eigendom overgedragen. Alvorens tot verkoop van het pand zal worden overgegaan legt het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf de vraag aan het college voor of er van de kant van de gemeente belangstelling bestaat voor overname. Het college vindt, gelet op de toekomstige ontwikkelingen in het gebied, een aankoop vanuit strategische overwegingen gewenst is. Het college is ook tot de conclusie gekomen dat het pand zich uitstekend leent voor de genoemde functies. Het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf heeft de koopsom bepaald op € 675.000,- kosten koper. Uit een in onze opdracht uitgevoerde taxatie blijkt dat de waarde van het object wordt getaxeerd op € 685.000,-. Met het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf, behoudens instemming van de raad, overeenstemming bereikt over een koopsom van € 675.000,- kosten koper en een levering onder de gebruikelijke voorwaarden. De overeengekomen koopsom achten wij redelijk en aanvaardbaar. Na aankoop zal het pand worden verhuurd aan het LdH en het Meldpunt V&A. Op grond van het totaal bedrag van aankoop van € 675.000,- (koopsom en bijkomende kosten), bedragen de daaraan verbonden kapitaallasten circa € 39.000,-. De kosten van het jaarlijks onderhoud worden geraamd op € 20.000,- terwijl de kosten van de jaarlijkse lasten, belastingen en verzekeringen worden geraamd op € 2.300,- zodat de totale jaarlast uitkomt op circa € 61.300,-. De door het LdH en het Meldpunt V&A verschuldigde huur wordt in een subsidie verdisconteerd. De huurwaarde wordt getaxeerd op € 61.300,- per jaar. Na aankoop van het pand Dampten 18 is het nog niet geschikt voor de functies die het college er wil onderbrengen. Na een raadsakkoord zal met een binnenhuisarchitect gekeken worden hoe deze functies goed ondergebracht kunnen worden in het pand. De geschatte verbouwings- en inrichtingskosten komen neer op een bedrag van € 250.000,-. Dit wordt door de huurder opgepakt. ActiefTalent ActiefTalent (in samenwerking met Brijder) heeft € 75.000,- extra subsidie gekregen voor de vrijdagopening én voor uitbreiding van de openingstijden in de periode van 1 november 2013 tot 1 mei 2014. Het college wil graag dat ActiefTalent ook nó 1 mei 2014 open blijft op vrijdag. Het college wil daarom in 2014 € 10.000,- extra subsidie voor ActiefTalent beschikbaar stellen.
17
Financiële consequenties 2014 Voor de uitvoering van scenario II zullen in 2014 extra kosten worden gemaakt. Het pand aan het Dampten 18 moet worden aangekocht. De verkoopprijs is € 675.000,-. Deze wordt onderverdeeld in grond (€ 300.000, geen afschrijving, alleen 3% rentelasten/ kapitaallasten € 9.000,-) en aankoop pand € 375.000 (afschrijving 20 jaar, rente 3%/ kapitaallasten € 30.000,-). Bij dit pand horen ook beheerskosten en verzekeringen en belastingen van in totaal € 22.300,-. De kapitaallasten en de overige kosten worden gedekt uit de huurprijs. Het Leger des Heils kan per 1 mei 2014 het sociaal pension én extra nachtopvang gaan uitvoeren hiervoor is in 2014 een extra subsidiebudget nodig van € 408.000,-. Deze lasten worden in 2014 gedekt uit het begrotingsresultaat. Vanaf 201 5 wordt deze subsidie meegenomen in de MO/VB/OGGzgelden. In 2014 wordt geadviseerd om voor de periode van 1 mei 2014 tot 1 januari 2015 een extra budget beschikbaar te stellen van € 10.000 aan Actief Talent om ook op vrijdag open te kunnen gaan. Deze lasten worden gedekt uit het begrotingsresutaat. Financiële consequenties 2015 De subsidies uit het MO/VB/OGGz-budget kunnen niet worden stopgezet per 1 januari 2014, omdat dit in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De instellingen hebben dan geen tijd om te anticiperen op de ontwikkelingen. De subsidies worden vanaf 201 5 herverdeeld. Zie bijlage II voor een schematische weergave van de verschuivingen in de subsidieverdeling vanaf 2015. Concreet betekent deze verschuiving van subsidies dat dit niet allemaal uit de MO/VB/OGGzgelden gedekt kan worden. Vanaf 2015 is structureel € 111.461,- extra subsidie nodig. Voorgesteld wordt deze extra lasten te dekken uit het begrotingsresultaat.
18
V
Risico's
Hieronder staat uiteengezet met welke risico's dienen rekening te worden gehouden Frictiekosten De ombuigingen hebben personele gevolgen voor een aantal instellingen en dit kan mogelijk frictiekosten opleveren. Of en in hoeverre de gemeente Hoorn moet compenseren voor frictiekosten is nu nog niet duidelijk. In 2014 zal het college in overleg gaan met de partijen over de personele gevolgen. Het college moedigt daarnaast de partijen vooral aan om ook met elkaar in overleg te treden over overname van personeel. Voor nu kan nog geen inzicht worden geven in frictiekosten. Omvorming trainingshuis dnoDoen Het trainingshuis van dnoDoen is een 24uursvoorziening en de personeelskosten zijn hierdoor hoog. Als het trainingshuis wordt omgevormd naar een voorziening met ambulante woonbegeleiding dan nemen de personeelskosten af. Deze omvorming stelt andere eisen aan brandveiligheid. De aankomende periode zal onderzocht worden of het trainingshuis voldoet aan de veiligheidsvoorschriften voor een ambulante woonvoorziening. Mogelijk zijn extra investeringen nodig om de veiligheid te kunnen waarborgen en aan de wettelijke eisen te voldoen. Meldpunt V&A, Brijder Meldpunt V&A en Brijder waarschuwen dat een verlaging van hun subsidiebudgetten ten koste gaat van de continuïteit van dienstverlening. Volgens Brijder gaat het dan vooral om het 'vinden en binden' in de keten. Te denken valt hier aan afstemmingsoverleggen en het overdragen van cliënten. Hier wordt volgens Brijder een groot gedeelte van het subsidiebudget aan besteed. Het Meldpunt V&A waarschuwt dat zij met minder budget in de toekomst misschien niet meer alle aanmeldingen kan behandelen. Het Meldpunt V&A ziet dat de afgelopen jaren dat het aantal meldingen stijgt. In 2009 was sprake van 298 meldingen en in 2012 was sprake van 532 meldingen. Meldpunt V&A, Brijder en ook dnoDoen zien wel een BCT als een positieve ontwikkeling. Door de inzet van een BCT en ook door goede afspraken in de keten kunnen volgens deze partijen efficiëntieslagen worden gemaakt. Meldpunt V&A denkt vooral efficiënter te kunnen werken als er duidelijke afspraken zijn over wie wanneer verantwoordelijkheid moet nemen in de keten. Zo kan het Meldpunt V&A gemakkelijker cliënten overdragen aan een andere ketenpartner. Maelsonstraat 11 Het college wil Meldpunt V&A huisvesten bij het Startpunt. Nu huurt de GGD voor het Meldpunt V&A een aantal kantoorruimten op een bovenverdieping op de Maelsonstraat 11 bij het Centrum voor Jeugd en Gezin van het Westfriesgasthuis. De huurverplichtingen lopen tot 2018. Begin 2014 zal actie worden ondernomen om het contract te doorbreken of een andere functie te plaatsen in de kantoorruimten van Meldpunt V&A op de Maelsonstraat 1 1 . De huur van de kantoorruimten is relatief hoog. De huisvestingskosten worden hoogstwaarschijnlijk lager als Meldpunt Vangnet en Advies wordt gehuisvest bij het Startpunt. De huur bij het Startpunt is afhankelijk van het aantal vierkante meters dat Meldpunt Vangnet en Advies met de BCT in beslag neemt. De gevolgen van de ombuiging voor de dienstverlening van Meldpunt V&A zijn minder groot als een minder groot aandeel van het budget wordt besteed aan huur.
19
VI
Planning
2014 als overgangsjaar Het college ziet het jaar 2014 als overgangsjaar. In 2014 kan het plan verder uitgewerkt worden met de ketenpartner, zodat per 2015 de instellingen goed voorbereid zijn op hun nieuwe taken en budget. In 2014 worden nieuwe prestatieafspraken gemaakt. Het college wil dit oppakken samen met het nieuwe Stedelijk Kompas. Het huidige Stedelijk Kompas loopt tot 2015. Stedelijk Kompas Het Stedelijk Kompas is een plan van aanpak voor de maatschappelijke opvang voor de aankomende vier jaar. Het nieuwe Stedelijke Kompas zal niet alleen gericht zijn op de maatschappelijke opvang, maar ook op de verslavingszorg en de openbare geestelijk gezondheidszorg, vanwege de grote overlap in doelgroepen. In het Stedelijk Kompas zal staan welke taken en resultaten de gemeente Hoorn van de ketenpartners verwacht voor het nieuwe subsidiebudget. Overlap in activiteiten wordt tegengaan. Aandacht zal besteed worden aan verbetering in preventie en signalering, ketenaanpak en doorstroming. Hierbij zal ook aansluiting worden gezocht bij de ontwikkelingen in het sociaal domein. Ook zal in het Stedelijk Kompas vorm en inhoud worden gegeven aan de BCT op basis van de beschikbare financiële middelen. Startpunt Het college wil gezien de urgentie van de problematiek niet wachten tot 201 5 met het realiseren van het Startpunt. Per 1 mei 2 0 1 4 moet het sociaal pension operationeel zijn. Doelstelling is dat de nachtopvang op dit tijdstip ook operationeel is, maar dit is minder urgent. Het Meldpunt V&A zal in ieder geval per 1 januari 2015 werken vanuit het Startpunt. Als het Meldpunt V&A eerder gehuisvest kan worden bij het Startpunt dan zal dat worden gedaan. Samen met het Leger des Heils zal in januari begonnen worden met een plan om de doelgroep (in ieder geval de overlastgevende zorgmijders) per 1 mei 2014 onder te brengen in het Startpunt. Planning Na een raadsakkoord voor de uitvoering van het plan zal de planning in grote lijnen er als volgt uit komen te zien. 2013 December Versturen brieven naar ketenpartners over raadsbesluit 2014 Januari Aanschaf Dampten 18 Met binnenhuisarchitect kijken naar onderbrengen functie POI Samen met Leger des Heils opstellen uitvoeringsplan (waarin aandacht is voor de motivering van de doelgroep) In kaart brengen personele gevolgen Onderzoek brandveiligheid trainingshuis In gesprek met regiogemeenten over eventuele extra bijdrage MO/VB/OGGz en over samenvoeging Meldpunt V&A met Steunpunt Zorg voor Jeugd Samen met ketenpartners evaluatie Stedelijk Kompas 2009-2014
20
Februari - april Verbouwing POI Stedelijk Kompas Samen met ketenpartners: Uitwerken beleidsprioriteiten Invulling geven aan het concept BCT In kaart brengen overlegstructuren en herontwerpen In kaart brengen taken en verantwoordelijkheden ketenpartners/formuleren nieuwe prestatieafspraken 2015 In kaart brengen gevolgen transitie AWBZ Afspraken maken met het LdH over instroom en uitstroom criteria sociaal pension Mei Sociaal pension en nachtopvang operationeel Kwartaal 2 Afronding Stedelijk Kompas Kwartaal 3 Stedelijk Kompas 2015-2019 wordt voorgelegd aan gemeenteraad Uitvoering Stedelijk Kompas Na 2015 Toewerken naar scenario I.
21
Bijlage IV: Aantallen en achtergrondinformatie Beschermd Wonen Wat is beschermd wonen? Vanaf 1 januari 2015 worden de centrumgemeenten verantwoordelijk voor beschermd wonen. Bij beschermd wonen gaat het om het bieden van onderdak en begeleiding aan personen met een psychische aandoening. Het gaat om personen bij wie op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermende woonomgeving centraal staat. Voor het bieden van beschermd wonen kan aanleiding bestaan indien iemand er vanwege psychische problematiek niet in slaagt om zelfstandig te worden zonder de beschikbaarheid van, nabijheid van, dan wel directe aanwezigheid van 24-uurs toezicht of ondersteuning. Onder beschermd wonen wordt in de Wmo 2015 verstaan: •
wonen in een accommodatie van een instelling;
• • • •
met het daarbij behorende toezicht en begeleiding; gericht op het bevorderen en herstel van zelfredzaamheid en participatie; gericht op het bevorderen van het psychisch en psychosociaal functioneren; gericht op stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld;
• •
gericht op het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast; gericht op het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen;
•
bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Voor welke zorg wordt de gemeente verantwoordelijk? Bij de decentralisatie van de taken rond beschermd wonen heeft het rijk ervoor gekozen om de indicatie (ZZP GGZ C) voor beschermd wonen leidend te laten zijn. De verzilvering van de indicatie vindt op dit moment echter op verschillende manieren plaats: 1. Intramurale zorg: bijvoorbeeld cliënten woonachtig bij het RIBW; 2. 3. 4.
Extramurale zorg: bijvoorbeeld begeleiding thuis voor cliënten die op de wachtlijst staan; Sectorvreemde zorg: dit zijn cliënten die een indicatie voor beschermd wonen hebben, maar hun zorg ontvangen in een verpleeginstelling of instelling voor verstandelijk gehandicapten. Persoons Gebonden Budget (PGB): hiermee koopt de cliënt zijn eigen zorg in bij een zorgaanbieder.
Door de keuze van het Rijk om de indicatie leidend te laten zijn ontstaat er een onduidelijke situatie ten aanzien van taken en verantwoordelijkheden: • • • •
De 43 centrumgemeenten maatschappelijke opvang worden verantwoordelijk voor beschermd wonen. De verantwoordelijkheid en de kosten voor overige extramurale (AWBZ-) begeleiding aan mensen met psychiatrische problematiek gaan naar alle gemeenten. Bij sectorvreemde zorg valt 'verzorging en verpleging' onder de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar en 'verstandelijk gehandicapten zorg' onder de Wet langdurige zorg. Met een PGB kunnen diverse vormen van zorg worden ingekocht door de cliënt zelf.
Duidelijk is in ieder geval dat iedereen in West-Friesland die vóór 1 januari 2015 beschikt over een indicatie ZZP GGZ C onder de verantwoordelijkheid van de centrumgemeente Hoorn valt. Dit betekent dat Hoorn gedurende het overgangsrecht ook verantwoordelijk wordt voor de zorgcontinuïteit van cliënten die nu extramurale zorg, sectorvreemde zorg of een PGB ontvangen op basis van een indicatie beschermd wonen. De Wet Langdurige Zorg (Wlz) wordt ook toegankelijk voor de meest kwetsbare ggz-patiënten. Waarschijnlijk komt een deel van de mensen die nu een ZZP C indicatie heeft, op grond van de nog te ontwikkelen objectieve inhoudelijke criteria in aanmerking voor toegang tot de Wlz. Voor hen zal toegang tot de Wlz mogelijk zijn zodra inhoudelijke criteria zijn ontwikkeld en geoperationaliseerd. Tot die tijd is de gemeente verantwoordelijk voor deze groep.
Overgangsrecht huidige cliënten Voor de mensen met een ZZP GGZ C indicatie biedt de Wmo een ruimer overgangsrecht. Zij behouden hun recht op beschermd wonen gedurende ten minste vijf jaar of, indien de lopende indicatie voor een kortere periode geldt, voor de nog resterende duur van die indicatie. De indicatie voor beschermd wonen kent 6 verschillende zorgzwaartes welke aangegeven worden met het cijfer 1 tot en met 6. Hierbij is 1 de lichtste vorm van ondersteuning en 6 de zwaarste. Vanaf 1 januari 2013 wordt er in het kader van de ontwikkeling scheiden van wonen en zorg geen indicatie afgegeven voor ZZP 1 en 2. Nieuwe cliënten na 1 januari 2013 ontvangen extramurale begeleiding. Cliënten die voor 2013 een indicatie hebben gekregen voor een ZZP 1 en 2 en waarvan de indicatie nu nog doorloopt vallen wel onder het overgangsrecht en hiermee onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Aantal cliënten De gemeente Hoorn heeft verschillende bestanden ontvangen met gegevens over cliënten en zorg uitgave. Geconstateerd is dat bij alle bestanden de gegevens niet 100% kloppen. Desondanks geeft het wel een aardig beeld over de omvang. Onderstaande aantallen zijn gebaseerd op de cliëntgegevens die de gemeenten in juli 2014 van het Rijk ontvangen hebben.
Aantal cliënten aantal c l i ë n t e n met indicatie
aantal cliënten Zorg in n a t u r a (ZIN)
Aantal cliënten P G B
Wel indicatie, geen zorg
122
91
8
23
Stede Broec
15
5
3
7
Enkhuizen
48
38
5
5
9
3
4
2
52
36
10
6
Drechterland
9
7
1
1
Koggenland
12
8
1
3
267
188
32
47
Gemeente
Hoorn
Opmeer Medemblik
TOTAAL WESTFRIESLAND