Herijking Haalbaarheidsplan Woonvoorzieningen in het kader van het Stedelijk Kompas.
1
Inhoudsopgave pagina 1. Inleiding
3
2. Ambulante woonbegeleiding
4
3. Zwerfjongeren
10
4. Woonvoorzieningen voor ex-gedetineerden, skaeve huze en time-outvoorziening
12
5. Samenvatting en conclusie
18
6. Bijlage 1
19
2
Hoofdstuk 1: Inleiding Om de doelstellingen van het stedelijk kompas te realiseren is bij de start van het project onderzoek gedaan naar de beschikbare woonvoorzieningen en de benodigde woonvoorzieningen (haalbaarheidsplan woonvoorzieningen in het kader van het stedelijk kompas). Hieruit is naar voren gekomen dat er een aantal nieuwe woonvoorzieningen gerealiseerd diende te worden. Met de realisatie van deze woonvoorzieningen is men inmiddels gestart. Daarnaast is ook in samenspraak met de partners gesteld dat er onderzoek gedaan moest worden naar de behoefte van een aantal andere (woon)voorzieningen. Het betreft hier: Ambulante woonbegeleiding Voorzieningen voor zwerfjongeren Skaeve Huze Woonvoorzieningen voor ex-gedetineerden Time-outvoorziening. Om inzicht te krijgen in de huidige stand van zaken is in maart 2013 is het haalbaarheidsplan woonvoorzieningen in het kader van het stedelijk kompas (2011) herijkt. In deze rapportage vindt u de herijking van het onderzoek. In hoofdstuk twee wordt ingegaan op de stand van zaken met betrekking tot de ambulante woonbegeleiding. Hoofdstuk drie geeft de stand van zaken over de sluitende keten omtrent de zwerfjongeren en hoofdstuk vier geeft een weergave van de woonvoorzieningen voor ex-gedetineerden, skaeve huze en timeoutvoorziening. Het rapport wordt afgesloten met een samenvatting en de belangrijkste conclusies. Naast de herijking van het haalbaarheidsplan woonvoorzieningen heeft er op 20 maart 2013 een werkconferentie over Housing First plaats gevonden in Breda. Housing First is een woonvorm in de maatschappelijke opvang die voor verschillende doelgroepen ingezet kan worden. Naar aanleiding van de werkconferentie heeft SMO Breda het voorstel gedaan om een pilot te starten met Housing First. Wethouder Meeuwis heeft dit voorstel aanvaard. In de taskforce woonvoorzieningen Stedelijk Kompas zal het uitvoeren van deze pilot op de agenda worden geplaatst.
3
Hoofdstuk 2: Ambulante woonbegeleiding In de beleidscyclus van de maatschappelijke opvang, OGGz en verslavingszorg werkt men met de OGGz trap. Deze trap kent 3 fasen: preventie, opvang en nazorg. In deze verschillende fasen wordt verschillende hulpverlening geboden. Preventie in deze cyclus staat voor het voorkomen van dakloosheid. Opvang voor opvang van daklozen en nazorg voor het verder bieden van hulpverlening op weg naar zelfredzaamheid. Nazorg kan men dus eveneens zien als preventie van nieuwe dakloosheid. De hulpverlening in de preventie en de nazorg is divers. Een van deze vormen van hulpverlening is ambulante woonbegeleiding en wordt geboden in de preventie en in de nazorg. In het haalbaarheidsonderzoek is onderzocht welke soorten ambulante woonbegeleiding geboden wordt, hoe deze vorm van hulpverlening gesubsidieerd wordt en wat de resultaten van deze hulpverlening zijn. Aanbieders van ambulante woonbegeleiding. Ambulante woonbegeleiding wordt geboden door SMO Breda, GGZ Breburg, NovadicKentron, hulpverlenende instanties in de VG (Verstandelijk Gehandicapten)sector en Juzt in de regio Breda. Juzt biedt ambulante woonbegeleiding aan jongeren. Deze hulpverleningsvorm kan op verschillende manieren geboden worden. Dat wil zeggen aan mensen die zelf een woning beschikken en daarvoor zelf de verantwoordelijkheid dragen cq de huur of de hypotheek betalen. Ambulante woonbegeleiding wordt ook geboden in woningen die niet betaald worden door de cliënt maar door de hulpverlenende instantie en in woonvoorzieningen die eigendom zijn van de hulpverlenende instantie. Ambulante woonbegeleiding dient onderscheiden te worden van bemoeizorg. Bemoeizorg wordt ingezet om zorgmijders te verleiden naar zorg. Ambulante woonbegeleiding wordt verleend aan mensen die al in een zorgtraject zitten. De Bredase woningcorporaties hebben 85 woningen per jaar gereserveerd voor bijzondere doelgroepen. Het betreft hier wonen met begeleiding. Jaarlijks evalueren de corporaties of het aantal gereserveerde woningen nog voldoende is. Op basis van deze evaluatie wordt het aantal woningen bijgesteld. Door de crisis van de laatste jaren en de door de Rijksoverheid verplichte ambulantisering is de vraag naar het aantal woningen voor speciale doelgroepen toegenomen. Voorlopig wordt het aantal woningen gehandhaafd. In het kader van het Plan van Aanpak regiogemeenten zullen de regiogemeenten gevraagd worden hun corporaties voor te stellen eveneens een aantal woningen voor speciale doelgroepen te realiseren. Op die manier kan de druk in Breda wat afnemen. SMO Breda e.o. SMO Breda biedt de volgende vormen van ambulante woonbegeleiding. Meer informatie over het aanbod vindt u terug in de bijlage. o
o
o o
Wonen onder voorwaarde; Het aanbieden van kamers, waar cliënten die niet in staat zijn op de reguliere woningmarkt een woning te huren, gebruik van kunnen maken. Bijvoorbeeld voor cliënten met schulden bij de woningcorporaties, energiebedrijven en mensen die uitgezet zijn vanwege de wietclausule. De cliënt ondersteunen met als doel zelfstandig wonen met gepaste woonbegeleiding. Preventieve woonbegeleiding; Het bieden van intensieve ambulante begeleiding voor cliënten van de woningcorporaties. Voorkoming van een uithuiszetting, op aanvraag van de woningcorporatie. Aandachtspunten bij de begeleiding zijn: sociaal netwerk, materiële zaken, dagbesteding en praktische woonvaardigheden. op het gebied van huurschuld of overlast, bieden van een snel en intensief voorwaardelijk traject. Zorg op maat; Het bieden van kort durende ambulante begeleiding voor de cliënten van de woningcorporatie die in een sloop- of herstructureringswijk wonen. Ambulante woonbegeleiding; Middels het bieden van (langdurige) woonbegeleiding cliënten in staat stellen zelfstandig te kunnen (blijven) wonen.
4
o
o
Korte ambulante woonbegeleiding; Door het bieden van kortdurende verplichte woonbegeleiding cliënten in staat stellen zelfstandig te kunnen wonen. Justitiële ambulante woonbegeleiding; ISD, terugdringen recidive bij veelplegers d.m.v. langdurige intensive begeleiding en samenwerking met ketenpartners. SDA, terugdringen recidive bij veelplegers d.m.v. langdurige intensive begeleiding en samenwerking met ketenpartners buiten het verplichtend kader van een justitieel traject.
SMO Breda biedt aan 300 cliënten per jaar ambulante begeleiding. Daarvan zijn er 200 constant in begeleiding. Het merendeel van deze hulpverlening wordt aangeboden in de stad Breda. In de regiogemeenten heeft SMO Breda geen contractafspraken met corporaties aldaar. In het kader van de nazorg is het van belang dat ook in de regiogemeenten woningen beschikbaar komen voor cliënten van SMO Breda. Met name voor die cliënten die op deze manier weer in hun eigen omgeving opgenomen kunnen worden. In de uitvoering van het Plan van Aanpak regiogemeenten zal hier aandacht voor gevraagd worden. GGZ Breburg GGzZ Breburg biedt de volgende vormen van ambulante woonbegeleiding: Meer informatie over de hulpverlening vindt u terug in de bijlage. GGzZ Breburg biedt hulpverlening aan mensen met een psychiatrisch ziektebeeld die zelfstandig wonen. Op deze manier kunnen mensen in hun eigen woonomgeving blijven wonen zonder dat zij hoeven opgenomen te worden in een psychiatrische intramurale voorziening. Deze hulpverlening wordt geboden door ambulante teams (Fact teams, ACT teams, VIP team, het Fast team vanuit de zorggroepen Jeugd en jongeren, volwassenenen psychose. Deze hulpverlening is niet gelijk aan ambulante woonbegeleiding maar maakt het voor de doelgroep wel mogelijk om op zichzelf te wonen. Er wordt de volgende hulpverlening geboden: o
o o
o
Zorggroep Psychose; deze biedt hulpverlening aan mensen in de gehele regio Breda die geïndiceerd zijn op basis van het ziektebeeld psychose. Vanuit deze zorggroep worden het Vroeg Interventie Psychose team en de FACT teams vormgegeven. Fact team; Factteams bieden ondersteuning aan mensen met psychiatrische problemen die zelfstandig wonen. De ondersteuning is met name gericht op zorg aan psychiatrische cliënten. Bij een aantal cliënten wordt ook ambulante woonbegeleiding geboden. Het betreft hier 50 cliënten in Breda Noord en 75 cliënten in Breda Zuid. Daarnaast wordt woonbegeleiding geboden aan cliënten in een beschermd wonen voorziening. Het betreft hier 16 cliënten in Breda Noord en 92 cliënten in Breda Zuid. Het Fact team Breda biedt eveneens ondersteuning aan cliënten in Alphen-Chaam en Baarle-Nassau. In Breda zijn drie FACT teams actief. In de regio Breda zijn twee additionele FACT teams actief. Alle gemeenten van de regio Breda worden hiermee bereikt. Het VIP team bedient ongeveer 60 clienten. Zorggroep volwassenen: deze biedt hulpverlening aan mensen in de gehele regio Breda die geïndiceerd zijn op basis van ziektebeeld depressie, angst, stemming en persoonlijkheidsproblematiek. Vanuit de zorggroep volwassenen is een team FAST gerealiseerd voor intensieve ambulante begeleiding van mensen met persoonlijkheidsproblematiek. Dit team is nog in opbouw. De zorggroep jeugd biedt ondersteuning en behandeling aan jeugd en jongeren die tot de doelgroep van het Stedelijk Kompas behoren of een risico lopen tot deze doelgroep te gaan behoren. Novadic-Kentron biedt de volgende vormen van ambulante begeleiding. o
individuele woonbegeleiding in een door NK gehuurde woning
5
Definitie: Woonbegeleiding is een behandelprogramma dat ingezet wordt bij cliënten die na een behandeling nog niet zelfstandig kunnen wonen zonder begeleiding, vanwege het ontbreken van een aantal woonvaardigheden en hun omgaan met abstinent zijn op de middelenverslaving. In deze vorm van woonbegeleiding komt de cliënt altijd in een woning die een jaar lang op naam staat van N-K.en zijn de afspraken hierover strikt gemeentelijk.
o
individuele woonbegeleiding in een door de cliënt zelf gehuurde woning. Definitie Begeleiding Zelfstandig wonen is een module die ingezet wordt bij cliënten die na een behandeling weer zelfstandig gaan wonen maar in het kader van zorg nog woonbegeleiding behoeven. Tevens kan deze vorm van woonbegeleiding preventief ingezet worden.
o
woonbegeleiding in een groepswoning van NK, met maximaal 4 cliënten woonachtig in de woning. Deze 3 woningen staan in Breda. Definitie: Woonbegeleiding in groepsverband is een module die ingezet wordt bij cliënten die, eventueel, na een intensieve behandeling nog niet zelfstandig kunnen wonen vanwege het ontbreken van een aantal woonvaardigheden in combinatie met hun verslavingsproblematiek. Meestal hebben zij nog nooit zelfstandig gewoond en draagt de groepsdynamica bij aan hun proces naar zelfstandig wonen.
o
casemanagement.
De woonbegeleiding richt zich op woonvaardigheden,begeleiding en ondersteuning op de levensgebieden Arbeid Wonen en Financiën, preventie, nazorg, toeleiden naar ondersteuning vanuit een andere instelling. Cliënt moet wel ingeschreven zijn bij NK. De woonbegeleiding is voor cliënten uit de gehele regio Breda. Regio Breda De aanbieders van ambulante woonbegeleiding bieden dit in principe aan in de gehele regio Breda. In werkelijkheid wordt de ambulante woonbegeleiding voornamelijk in de stad Breda geboden. De woningcorporaties in Breda hebben hierover afspraken met de zorgaanbieders evenals over het aantal woningen wat beschikbaar wordt gesteld voor mensen die uit de hulpverlening komen en in het kader van de nazorg in deze woningen gehuisvest worden. In het kader van het Plan van Aanpak regiogemeenten zijn de regiogemeenten gevraagd met hun corporaties in overleg te gaan om tot dezelfde afspraken te komen als in Breda. IMW Het IMW heeft geen product of dienst dat ‘ambulante woonbegeleiding’ heet. Desalniettemin passen de interventies van meerdere werksoorten van het IMW binnen een aanbod ambulante woonbegeleiding. Ten eerste de basisdienstverlening (AMW en raadsliedenwerk). De psychosociale-, sociaalmateriële- en schuldhulpverlening, maar ook alle kwesties rond sociale wet- en regelgeving. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het werken aan het herstel van de zelfredzaamheid op het gebied van sociale omgang, het leren van het bijhouden van een thuisadministratie, budgetbegeleiding, aanvragen van bepaalde toeslagen en alles rond de I.B. e.d.. Kortom alle interventies die bijdragen aan de verwezenlijking van het zelfstandig kunnen wonen en participeren in de samenleving. Het basisaanbod kan in deze waar nodig intern worden ondersteund door budgetcoaches en/of het team Psychosociale Hulp bij Schulden (als onderdeel van de Lokale Integrale Schuldhulpverlening) en natuurlijk het project preventieve huisbezoeken. Aansluiting op regulier welzijnswerk. Ambulante begeleiding heeft als doel mensen terug te brengen naar zelfredzaamheid en dakloosheid te voorkomen. De doelgroep is niet eenduidig aan te wijzen en wordt op verschillende manieren aangedragen bij de aanbieders van deze hulpverlening. Om het netwerk rondom deze doelgroep zo sluitend mogelijk te maken is het van belang dat het
6
aanbod bekend is of dat de aanbieders aansluiten bij bestaande welzijnsnetwerken in de regio Breda. In de gemeenten van de regio is hierin een redelijk sluitend netwerk gerealiseerd. Er zijn verbindingen gerealiseerd tussen Wmo loket en het meldpunt van de GGD, tussen het meldpunt van de GGD, de MASS overleggen en bemoeizorg, de meldingen bij de centra voor jeugd en gezin en MASS, de MASS overleggen, bemoeizorg en centraal onthaal, verbindingen tussen MASS, bemoeizorg en Veiligheidshuis. Deze verbindingen in combinatie met de bekendheid en bereikbaarheid van de MASS overleggen, het meldpunt GGD en de Wmo loketten zorgt er niet alleen voor dat meldingen gedaan worden maar dat dubbelingen efficiënt voorkomen worden. In de stad Breda heeft de gemeente Breda gebiedsmanagement georganiseerd. Binnen deze welzijnsaanpak vanuit de gemeente kent men geen structureel aanbod van een achter de voordeur aanpak. Men probeert op een zo’n laag mogelijk niveau de problemen in de wijk op te zoeken. Dat doen zij op verschillende manieren en binnen verschillende projecten. Voorbeelden hiervan zijn de afspraken met de corporaties, bij renovaties van wijken door middel van Zorg op Maat en bij uitvoering van het sociaal programma. Waar men op zoek gaat naar problemen in de wijk wordt bepaald door de wijkmonitor. Op basis van de gegevens van deze monitor wordt bepaald waar de grootste problemen liggen die men wil oplossen. Dit gebeurd altijd met een bepaald doel zoals bijvoorbeeld de gezondheidssituatie van kinderen, maar ook bijvoorbeeld ernstige overlast. Het is wel de bedoeling om integraal naar deze problematiek te kijken zodat kenmerken of indicatoren van dreigende dakloosheid daar gemeld wordt waar hulpverlening geboden kan worden. Dat kan zijn bij het meldpunt GGD of de MASSen en vanaf 1 september 2011 bij het loket Centraal Onthaal bij de gemeente. Om het een en ander sluitend te maken is het vooral van belang dat de verschillende werkers in de wijk en de aanbieders van de hulpverlening elkaar weten te vinden. Wanneer men in de wijk tot de conclusie komt dat de hulpverlening niet sluitend is, is het van belang dit op de juiste plaats te melden. In het kader van het Stedelijk Kompas zijn er op onderdelen wel relaties gelegd zoals in de hierboven genoemden MASSen en met het CJG. In 2012 is gestart met de sociale wijkteams. Via deze teams dient de aansluiting tussen zorg en hulpverlening verder sluitend gemaakt te worden. Vervolgens kan het registratiesysteem Stedelijk Kompas wanneer dit up to date gevuld is, meer inzicht verschaffen in mogelijke hiaten in de hulpverlening. Regio Breda In hoeverre de ambulante woonbegeleiding is aangesloten op het reguliere welzijnswerk in de regiogemeenten is niet onderzocht. Vanuit Breda worden wel de MASSen georganiseerd in alle regiogemeenten. De aansluiting van deze MASSen op het reguliere welzijnswerk is een opdracht voor iedere gemeente. In het kader van het Plan van Aanpak regiogemeenten zijn de regiogemeenten verzocht dit te realiseren. In het algemeen kan worden aangegeven dat in iedere regiogemeente de realisatie van optimale signalering en aansluiting bij bestaande netwerken wordt nagestreefd. Financiering De financiering van de ambulante begeleiding wordt door verschillende financiers geleverd. Hieronder volgt een overzicht van de financiering op basis van de beleidsonderdelen preventie en nazorg. o Preventie: Corporaties, gemeente op basis van grondslag psychosociaal., AWBZ, Justitie, Zorgverzekeringswet. o Nazorg: AWBZ, Justitie, Zorgverzekeringswet. Resultaten De resultaten van ambulante woonbegeleiding zijn op dit moment niet eenvoudig in beeld te brengen. Dat zou op dit moment te veel inzet vragen. Met de vulling van gegevens van de doelgroep Stedelijk Kompas in het registratiesysteem Stedelijk Kompas kan er meer inzicht verschaft worden in de resultaten van de ambulante woonbegeleiding.
7
Conclusie Alvorens tot de conclusie over te gaan worden hier de verwachtingen voor de toekomst aangegeven. o AWBZ. In deze landelijke regelingen staan veel veranderingen te wachten. Welke veranderingen is nog niet geheel bekend. Wel is duidelijk dat begeleiding in de extramurale zorg waartoe ook de ambulante begeleiding behoort voor extramurale cliënten, overgeheveld wordt naar de gemeente. De budgetten die hiermee gepaard gaan hebben een plafond in tegenstelling tot de budgetten voorheen in de AWBZ. Tevens vindt er een korting plaats van naar verluidt 25% op deze budgetten.Dat houdt een versobering van de hulpverlening in aan alle cliënten die hiervoor in aanmerking komen. De middelen AWBZ voor de doelgroep van het Stedelijk Kompas worden toegevoegd aan de Rijksmiddelen MO/OGGz/VZ (maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg). De middelen zijn dan ook voor de regio Breda bedoeld. De overheveling van de middelen betekent dat de gemeente beleidskaders hiervoor moet ontwikkelen evenals een uitvoeringsprogramma. o Een tweede ontwikkeling in de AWBZ is het overbrengen van 25% van de intramurale cliënten in de GGZ naar extramurale cliënten. Dat betekent een toename aan ambulante woonbegeleiding uitgevoerd door de GGZ. De ambulantisering vindt in de gehele regio Breda plaats. o De Rijksoverheid wil de bestuurlijke indeling van Nederland aanpassen. (Brief minister Plasterk, februari 2013) Vanuit het ministerie van VWS is aangegeven dat zij verwachten dat gemeenten hierbij een grote rol spelen. In verband met de ontwikkelingen op zorggebied en de transitie jeugd willen zij gemeenten de opdracht geven tot een eenduidige regio te komen, in eerste instantie op het gebied van maatschappelijke opvang, huiselijk geweld en vrouwenopvang, veiligheid en jeugd. Hier ligt een uitdaging voor met name de centrumgemeenten. o Een geheel sluitende hulpverlening in de regio Breda op het terrein van het Stedelijk Kompas is ook afhankelijk van de inzet van de regio. Middels een convenant hebben zij hun medewerking verleend. In december 2012 hebben de regiogemeenten een brief ontvangen van centrumgemeente Breda met de vraag om in het kader van het Plan van Aanpak regiogemeenten eveneens afspraken te maken met corporaties en zorgaanbieders voor een sluitende zorgketen. Omdat ook de cliënten in de regio geregistreerd worden in het registratiesysteem Stedelijk Kompas wordt er verwacht inzicht te krijgen in de sluitende hulpverlening in de regio. Mocht blijken dat dit niet het geval is dan zal dit gemeld worden bij de regiogemeenten en hen gevraagd worden de hulpverlening sluitend te maken. o Momenteel wordt er in het gehele land fors bezuinigd door de verschillende overheden. Dat betekent dat voorzieningen in de sociale sfeer teruglopen. Denk aan uitkeringen maar ook meer collectieve voorzieningen zoals maatschappelijk werk en dergelijke. Dat kan betekenen dat er meer vraag komt naar hulpverlening in de maatschappelijke opvang. Het is van belang om dergelijke signalen tijdig af te geven. Het registratiesysteem van het loket Centraal Onthaal biedt hiertoe de mogelijkheid. Conclusie De ambulante woonbegeleiding is een product wat in de stad Breda momenteel voldoende aanwezig lijkt te zijn. In de regio Breda zijn er nog niet overal afspraken met corporaties en zorgaanbieders over ambulante woonbegeleiding in de preventie en in de nazorg. In het kader van het Plan van Aanpak Regiogemeenten is een verzoek gedaan aan de regiogemeenten om dit eveneens te organiseren. Het is van groot belang om bij de grote transities waaronder de overheveling van de AWBZ betrokken te zijn. De overgang mag niet leiden tot het wegvallen van hulpverlening waardoor de dakloosheid in de regio Breda opnieuw toe zal nemen. Momenteel zijn er nog voldoende woningen om mensen te huisvesten met ambulante woonbegeleiding. De verwachting is wel dat er meer vraag naar ambulante woonbegeleiding
8
komt met name ook door de ambulantisering van GGZ cliënten. Deze toenemende vraag heeft tevens tot gevolg dat er meer vraag zal komen naar woningen voor de cliënten. De toenemende vraag naar ambulante woonbegeleiding zal door middel van het registratiesysteem van het Stedelijk Kompas gemonitord worden. De eventuele toenemende vraag dient op tijd gesignaleerd te worden zodat mogelijke aanpassingen in hulpverlening en beschikbare woningen negatieve effecten kan voorkomen of verminderen. Het huisvesten van de cliënten met ambulante woonbegeleiding over de gehele regio kan dan een oplossing bieden.
9
Hoofdstuk 3: Zwerfjongeren In het Stedelijk Kompas is aangegeven dat er speciale aandacht zou zijn voor zwerfjongeren. In de inventarisatie van woonvoorzieningen wordt er eveneens gesproken onder begeleid wonen en begeleid zelfstandig wonen van een extra aantal 16 plaatsen voor jongeren. In dit haalbaarheidsplan is onderzocht in hoeverre er voldoende voorzieningen zijn voor zwerfjongeren in het algemeen en of er extra plaatsen aan woonvoorzieningen dienen te komen voor jongeren. Nadat het Stedelijk Kompas was vastgesteld heeft het toenmalige college gesteld dat het niet geheel naar wens ging met het zwerfjongerenpension. De stuurgroep Ketenregie bestaande uit GGD, GGZ, IMW, Novadic-Kentron, SMO en Surplus Welzijn heeft destijds de opdracht gekregen om gezamenlijk met de Zuidwester, de toenmalige exploitant van het zwerfjongerenpension tot een verbeterde aanpak te komen. Dit heeft geleid tot een notitie waarin er gekozen wordt voor crisisopvang voor zwerfjongeren uitgevoerd door SMO Breda e.o. en een inzet van de overige partners voor een sluitende aanpak van deze jongeren. Doelgroepbepaling Alvorens over te kunnen gaan tot een inventarisatie van de voorzieningen voor jongeren dient de doelgroep bepaald te worden. Onder zwerfjongeren verstaan we jongeren van 1823 jaar die voldoen aan de definitie van de doelgroep zoals deze is opgenomen in het Stedelijk Kompas. De doelgroep van het Stedelijk Kompas is als volgt gedefinieerd: -dak- en thuislozen -residentiële dak- en thuislozen -potentiële dak- en thuislozen Het probleem met beleid voor jongeren is dat verschillende beleidmakers in Nederland andere leeftijdsgrenzen hanteren. Bureau Jeugdzorg houdt een grens aan van 18 jaar, het gemeentelijk welzijnsbeleid loopt tot 23 jaar en het beleid van Sociale Zaken gaat tot 28 jaar. We hebben gekozen voor een leeftijdsgrens van 23 jaar omdat deze aansluit bij het gemeentelijke welzijnsbeleid. Wanneer jongeren tot de doelgroep van het Stedelijk Kompas behoren zal er ongeacht zijn of haar leeftijd door middel van de trajectplanaanpak zorg op maat geleverd worden. Het beleid voor zwerfjongeren betekent in ieder geval dat zij naar de crisisopvang voor jongeren gaan en dat zij in principe niet in ’t IJ verblijven. Omdat het toch maatwerk blijft kan het voorkomen dat ook oudere jongeren in de jongerencrisisopvang opgenomen worden en dat een enkele jongere vanwege geen andere mogelijkheden af en toe in ’t IJ verblijft. De oudere jongere wordt dan opgevangen op de reguliere bedden van de Crisisopvang. Alleen voor jongeren met een zeer actuele harddrugsverslaving wordt in uitzonderingsgevallen ’t IJ als mogelijkheid aangeboden. Datzelfde geldt voor de opvolgende hulpverlening. Voor de jongere wordt gezocht naar een woonvoorziening die het beste bij hem of haar past. Dat kan ook betekenen dat sommige jongeren in een woonvoorziening van SMO Breda terecht komt. Inventarisatie voorzieningen zwerfjongeren Bij de inventarisatie van de voorzieningen voor de totstandkoming van het Stedelijk Kompas is gebruik gemaakt van de OGGz bouwstenen. Op basis daarvan kunnen we bepalen in hoeverre er voldoende voorzieningen er in de regio Breda aanwezig zijn voor jongeren. Hieronder volgt per bouwsteen een inventarisatie. o
Signalering en geïndiceerde preventie Voor alle doelgroepen waaronder ook specifiek voor jeugd bestaat er signalering en geïndiceerde preventie. Als het gaat om vroege interventie zijn er vooral ook lokale netwerken in de gehele regio die zich specifiek op jeugd richten o Integrale toegang en screening De integrale toegang en screening wordt voornamelijk verzorgd door bemoeizorg en SMO Breda. In het bemoeizorgteam zijn speciale bemoeizorgers opgenomen voor jeugd. SMO Breda bedient de doelgroep vanaf 18 jaar. Jonger dan 18 valt onder de verantwoordelijkheid van Bureau Jeugdzorg.
10
o o o
o o
o
o o o
Medische basiszorg Deze is voor iedereen algemeen bereikbaar. Integrale bemoeizorg en verslavingszorg In de bemoeizorg zijn er speciale jeugdbemoeizorgers aangesteld. De verslavingszorg is algemeen bereikbaar. Maatschappelijke opvang In de maatschappelijke opvang wordt crisisopvang voor jeugd gerealiseerd. De overige opvang, behalve de dag- en nachtopvang is eveneens toegankelijk voor jongeren. Beschermd wonen/langdurig wonen Er zijn bij de specifieke zorgverleners voor jongeren woonvoorzieningen aanwezig voor jongeren. Daarnaast kunnen zij zonodig terecht bij de algemene zorgverleners. Begeleid zelfstandig wonen Begeleid zelfstandig wonen is in de stad Breda specifiek aanwezig voor jongeren. In 2010 is dit uitgebreid met Kamers met Kansen en wordt dit mogelijkerwijs nog verder uitgebreid. Daarnaast kunnen jongeren zonodig terecht in de algemene vormen van begeleid zelfstandig wonen. Wat echter gemist wordt is een tussenvorm tussen kamers met kansen waarin nu geïndiceerde jongeren wonen en jongeren die geen indicatie hebben of kunnen verkrijgen. Er is dan geen financiering voor de hulpverlening die deze jongeren nodig hebben. Dat betekent dat de jongeren eerst verder moeten afglijden om voor hulpverlening in aanmerking te komen. Dit is niet wenselijk. Er zullen creatieve oplossingen gevonden moeten worden voor deze jongeren. De specifieke crisisopvang voor jongeren die door SMO Breda gerealiseerd wordt kan wellicht een oplossing zijn of zorgen voor een snelle indicatie voor de jongeren. Financiële hulpverlening Als het gaat om inkomen en arbeid voert de gemeenten de wet WIJ uit. Deze wet is speciaal gericht op jongeren. Schuldhulpverlening wordt eveneens algemeen verleend en dus ook aan jongeren. Dagbesteding Jongeren vallen tot 28 jaar onder de wet WIJ waarin zij toegeleid worden naar werk. Hieraan voorafgaand wordt voor dagbesteding gezorgd. Sociaal netwerk In het algemeen wordt er voor de doelgroep gewerkt aan een sociaal netwerk. Dit geldt ook voor jongeren in algemene en specifieke voorzieningen. Veiligheid Jongeren worden apart besproken in het Veiligheidshuis wanneer de veiligheid in het algemeen en specifiek van de jongere in gevaar komt. Hierop wordt dan vanuit het Veiligheidshuis actie op ondernomen.
Conclusie Op een beperkt aantal zaken na kan men stellen dat er voldoende voorzieningen zijn voor zwerfjongeren in de regio Breda. Men twijfelt of de sociale kaart bij ieder die met jeugd te maken heeft bekend is en daarmee de verbinding naar aanpalende velden voldoende is. Dit zal verder onderzocht moeten worden en zonodig dient er een Plan van Aanpak opgesteld te worden en uitgevoerd om de verbinding tussen de verschillende voorzieningen te optimaliseren en de hulpverlening sluitend te maken. De versterking van de keten rondom zwerfjongeren is inmiddels uitgevoerd. In de notitie “Realisatie Plan van Aanpak Zwerfjongeren” vindt u de resultaten terug. De notitie is bij deze notitie gevoegd.
11
Hoofdstuk 4: Woonvoorzieningen voor ex-gedetineerden, skaeve huze en timeoutvoorziening In het Stedelijk Kompas is onder benodigde woonvoorzieningen een voorziening voor ISD cliënten, skaeve huze voor anti-socialen en een onderzoek naar een time-outvoorziening. In het haalbaarheidsonderzoek zijn we uitgegaan van woonvoorzieningen voor exgedetineerden. Woonvoorzieningen voor ex-gedetineerden o Inleiding In Breda zijn in 2012, 359 personen ontslagen uit detentie. In de regiogemeenten zijn dat er 214 (totaal is 573). Volgens het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) heeft 30% van de gedetineerden geen woonruimte bij ontslag uit detentie indien er geen nazorg wordt ingezet. Voor Breda en de regiogemeenten zou het dan gaan om 173 personen. Naar verwachting is het aantal gedetineerden uit Breda en de regio dat bij ontslag uit detentie feitelijk niet over woonruimte beschikt lager dan 173. Ten eerste omdat in het gemiddelde dat is berekend door het WODC ook de cijfers van de 4 grote gemeenten (Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Amsterdam) zijn meegenomen. Ten tweede omdat er in Breda op het gebied van nazorg ook in de preventieve sfeer actie wordt ingezet. Zo kan bij een detentie van minder dan zes maanden bijzondere bijstand worden verstrekt voor de doorbetaling van vaste lasten om te voorkomen dat mensen hun woning kwijtraken. Dit is buitenwettelijk beleid dat niet in elke gemeente wordt uitgevoerd. In februari 2013 is door de gemeente Breda een registratiesysteem aangekocht waaruit (oa) kan worden afgeleid hoeveel personen zonder woonruimte zijn/waren bij ontslag uit detentie. Zowel de Bredanaars als de ex-gedetineerden uit de regiogemeenten worden in dit systeem geregistreerd. Momenteel wordt gewerkt aan de invoer van de administratie over 2010, 2011 en 2012. In de loop van 2013 worden de cijfers verwacht. Los van de exacte cijfers met betrekking tot personen die bij ontslag uit detentie niet over woonruimte beschikken kan wel al in beeld worden gebracht welke mogelijkheden/ voorzieningen er nu beschikbaar zijn en voor welke personen dit niet geschikt of niet voldoende is. o Bestaande mogelijkheden met betrekking tot onderdak/woonruimte * Terugkeer naar eigen woning Bij kortdurende detentie is er meestal sprake van terugkeer naar de eigen woning. Ofwel omdat er bijzondere bijstand wordt verstrekt voor de vaste lasten tijdens detentie, ofwel omdat de gedetineerde een korte periode zelf of met behulp van vrienden en familie financieel kan overbruggen. * Inwonen bij familie of vrienden Sommige personen kunnen na detentie (tijdelijk) bij familie of vrienden terecht. Met name jonge mensen keren terug naar hun ouders als ze daar voor detentie ook al woonden of mogen daar weer gaan wonen wanneer ze hun zelfstandige woning zijn kwijtgeraakt als gevolg van detentie. * Logeren op verschillende adressen (pseudo adreslozen) Een aantal personen heeft na detentie geen vaste woonruimte maar is wel welkom om op verschillende adressen bij vrienden en familie te logeren. Zij worden aangemerkt als pseudoadresloos en kunnen (in ieder geval in Breda) een briefadres bij de gemeente krijgen om aldus de verdere re-integratie op te starten.
12
* Klik voor wonen Sommige gedetineerden staan al langere tijd als woningzoekenden ingeschreven en kunnen tijdens hun detentie met behulp van de Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening of vrienden/familie via Klik voor Wonen proberen op grond van hun inschrijfduur een woning te vinden voor na hun ontslag uit detentie. Ook gedetineerden die nog niet lang staan ingeschreven als woningzoekenden kunnen meeloten voor een woning. * Particuliere verhuur Wanneer tijdens detentie blijkt dat iemand bij ontslag uit detentie niet over woonruimte beschikt en deze persoon kan en wil zelfstandig wonen dan is het zoeken van woonruimte op de particuliere markt een optie. De coördinator nazorg heeft contact met een particuliere verhuurder die bereid is om ook aan ex-gedetineerden een kamer te verhuren. Daarnaast zijn er nog een aantal commerciële verhuurbedrijven. Overigens blijkt huur via zo’n verhuurbedrijf in de praktijk vaak lastig omdat er bijvoorbeeld inkomenseisen worden gesteld waar de meeste ex-gedetineerden niet aan kunnen voldoen of omdat de huren hoog liggen (doorgaans boven de huurtoeslaggrens) * SMO Wanneer iemand dakloos is geraakt als gevolg van detentie (of dit al was voor detentie) biedt SMO een breed scala aan (woon)voorzieningen. Van dag- en nachtopvang, crisisopvang tot woonvoorzieningen met in een uiterste geval de mogelijkheid tot min of meer permanent verblijf. Waar iemand feitelijk wordt geplaatst is afhankelijk van de hulpvraag, de mogelijkheden van een persoon en eventuele contra-indicaties. Via SMO kan bij Klik voor Wonen een beroep gedaan worden op een (beperkt aantal) woningen die zijn gereserveerd voor ISD-ers en ex-gedetineerden. * Novadic Kentron Wanneer iemand dakloos is geraakt als gevolg van detentie (of dit al was voor detentie) en er is sprake van verslavingsproblematiek dan kan plaatsing bij Novadic Kentron plaatsvinden. Ook hier geldt dat de vraag waar iemand geplaatst wordt afhankelijk is van de hulpvraag en problematiek. Plaatsing kan in de kliniek, op een zorgboerderij, in een project voor begeleid wonen of in de Dubbele Diagnose kliniek. Novadic-Kentron biedt in de regio Breda reclassering voor ex-gedetineerden, zij hebben geen aparte woonvoorzieningen voor deze doelgroep maar wanneer daar een indicering voor is worden ex-gedetineerden binnen de reguliere zorg geplaatst. Plaatsing bij Novadic Kentron is in principe van tijdelijke aard. Van daaruit wordt doorgeleid naar bijvoorbeeld SMO of zelfstandig wonen. Novadic-Kentron beraadt zich met de Dienst gevangeniswezen of voor een deel van de doelgroep stelselmatige daders specifieke voorzieningen in de provincie moeten worden ingericht. Die voorzieningen moeten dan als doel hebben de kans op succesvolle terugkeer in (zo zelfstandig mogelijke) woonsituaties in de stad aanzienlijk te verbeteren. * GGZ Wanneer er sprake is van psychiatrische problematiek waardoor iemand (tijdelijk) niet zelfstandig kan wonen kan plaatsing in een voorziening van de GGZ plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld de Dubbele Diagnose kliniek zijn of beschermd wonen. Plaatsing bij de GGZ vindt alleen plaats op grond van een indicatie. * Grip Bureau Grip biedt re-integratietrajecten aan (oa) ex-gedetineerden die problemen ervaren op verschillende levensgebieden. Het is niet specifiek bedoeld voor ex-gedetineerden die geen woonruimte hebben. Zij kunnen daar echter wel terecht want gedurende het traject wonen en werken zij 9 maanden op een boerderij. Van daaruit worden zij doorgeleid naar bv SMO of
13
zelfstandig wonen. Grip kan een beroep doen op (een beperkt aantal) gereserveerde woningen bij Klik voor Wonen. * Jongeren Jeugdige ex-gedetineerden (tot 25 jaar) die ofwel in jeugddetentie ofwel in volwassendetentie hebben gezeten en die geen woonruimte hebben na detentie kunnen middels voornoemde mogelijkheden onderdak vinden. Daarnaast zijn er nog een aantal specifieke voorzieningen voor jongeren: - De Omloop (SMO Breda e.o.) Opvangvoorziening dak- en thuisloze jongeren van 16 tot 23 jaar. - Kamertraining (Juzt) Voor jongeren (16-18+) die nog begeleiding nodig hebben bij de laatste stappen naar zelfstandigheid - Kamers met kansen Voor jongeren tussen 16 en 24 jaar die begeleiding nodig hebben richting een zelfstandig bestaan. Zij delen een woning met jongeren die geen begeleiding nodig hebben. Studenten van de opleiding Social Studies worden ingezet als maatjes. o Probleemgroepen in beeld Hoewel er een breed scala aan mogelijkheden is voor het vinden van woonruimte/onderdak na detentie lukt het toch niet altijd om iedereen die dat nodig heeft direct na detentie ergens onder te brengen. Dit kan verschillende oorzaken hebben en kan nooit volledig worden dichtgetimmerd . In uitzonderingsgevallen zal maatwerk moeten worden geleverd. Er zijn echter wel een paar categorieën te onderscheiden waarvoor een verhoogd risico (op niet kunnen onderbrengen) bestaat: 1) ISD-ers die ‘kaal’ buiten komen. Bij een ISD maatregel (van 2 jaar) wordt een deel van de maatregel intramuraal in de PI uitgezeten. Het tweede deel van de maatregel vindt extramuraal plaats, afhankelijk van de hulpbehoefte. Dat kan bijvoorbeeld bij SMO, bij NK, of in een forensisch psychiatrische kliniek. Aan deze extramurale fase worden voorwaarden verbonden. Wanneer iemand zich niet houdt aan deze voorwaarden wordt hij/zij teruggeplaatst in de PI om daar de rest van de maatregel uit te zitten. Dit betekent dat iemand na twee jaar wordt ontslagen uit detentie en dat er geen/nauwelijks mogelijkheden meer zijn: het aangewezen hulptraject is namelijk al eerder tijdens de maatregel mislukt. Deze personen keren na afloop van de ISD maatregel doorgaans terug in het criminele circuit. 2) Gecriminaliseerde personen Er is in Breda een groep personen die duidelijk in beeld is bij Justitie en het Veiligheidshuis maar die niets met zorg of hulpverlening te maken willen hebben. Dit zijn niet de kleine winkeldieven maar meer de categorie dealers, overvallers, inbrekers etc. Deze personen gaan vaak van kamer naar kamer. Om te voorkomen dat zij volledig uit beeld raken of op straat belanden worden zij bij dakloosheid na detentie vaak op een kamer van eerdergenoemde particuliere verhuurder geplaatst. 3) Kortdurend gedetineerden met een woonprobleem voor detentie Een grote groep gedetineerden zit korter dan twee maanden vast. De meeste gedetineerden van deze groep keren na hun detentie terug naar hun woning. Er is echter ook een groep die voorafgaand aan de detentie al in een instabiele woonsituatie had. Zij waren bijvoorbeeld al (dreigend) pseudo-adresloos, dakloos of in een conflictueuze woonsituatie. Zij kunnen, willen of mogen na detentie niet terug naar de situatie waarin zij voorheen zaten. Voor deze
14
personen is het gelet op de verschillende procedures vaak moeilijk hen aansluitend op de detentie ergens te plaatsen. Wanneer het regelen van opvang niet lukt voor deze groep verdwijnen ze na detentie vaak uit beeld (tot de volgende detentie). 4) Gedetineerden die niet tijdig aangeven een probleem op woongebied te hebben Het komt regelmatig voor dat personen die langere tijd gedetineerd zijn gedurende hun detentie meer dan eens aangeven geen hulpvraag te hebben. ‘Ze hebben hun zaakjes buiten wel geregeld’. Ze geven bijvoorbeeld aan terug bij ouders te gaan wonen, bij een vriend terecht te kunnen etc. Daar nazorg door de gemeente in een vrijwillig kader plaatsvindt, is deze uitsluitend gebaseerd op de hulpvraag van de gedetineerde en kan er dus niet eerder actie worden ingezet dan wanneer daar om gevraagd wordt. Pas wanneer de einddatum detentie nadert komt er iets in beweging bij de gedetineerde. Als dan blijkt dat ze niet terecht kunnen waar ze dachten terecht te kunnen komt de vraag om hulp naar de gemeente. Dan is het vaak te laat om iets aansluitend op de detentie te regelen vanwege voornoemde procedures. 5) Woonproblemen als gevolg van vonnis Het komt voor dat een gedetineerde wel aangeeft een probleem te verwachten op woongebied bij ontslag uit detentie maar dat de einddatum detentie dan nog niet bekend is. Ofwel omdat de zitting nog plaats moet vinden, ofwel omdat er nog een hoger beroep loopt. Het is zowel voor de gedetineerde als voor de partners op het gebied van nazorg moeilijk onderdak te gaan zoeken als niet bekend is wanneer iemand buiten komt. Als deze persoon dan bij de zitting of het hoger beroep in onmiddellijke vrijheid wordt gesteld is het te laat om nog direct onderdak te regelen. Een soortgelijke situatie ontstaat wanneer iemand weliswaar niet in onmiddellijke vrijheid wordt gesteld maar wel een uitspraak krijgt die niet heel veel meer straf inhoudt dan de tijd die reeds is uitgezeten. Tot slot kan zo’n situatie ontstaan wanneer de verwachting is dat de rechtbank een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf oplegt met als voorwaarde bv behandeling in een kliniek en dit uiteindelijk niet gebeurt. Deze persoon kan dan na het vonnis op korte termijn worden ontslagen uit detentie zonder dat er opvang of woonruimte is geregeld. Mogelijke oplossingen 1) ISD-ers Deze groep is vanwege de problematiek te zwaar om binnen een laagdrempelige woonvoorziening op te nemen. Zij zullen waarschijnlijk aangewezen blijven op de dag- en nachtopvang tot de rechtbank beslist om behandeling in een gesloten setting op te leggen. 2) Gecriminaliseerde personen Deze personen zijn feitelijk niet dakloos maar omdat zij zich concentreren in enkele panden in de stad is dat ook niet echt een wenselijke situatie. De panden verloederen, het zorgt voor onrust in de wijk en trekt criminaliteit en andere bekenden van Justitie aan. Deze panden zijn vaak in het bezit van malafide verhuurders die veel te hoge huurprijzen vragen, de woningen slecht onderhouden en verantwoordelijk zijn voor overbewoning. In 2012 is door een stagiair van het kabinet in het algemeen in beeld gebracht welke woonvoorzieningen er zijn voor ex-gedetineerden. Daarbij is niet gesproken over specifieke panden en bewoners gesproken.
15
Om te voorkomen dat gemeente en ex-gedetineerden afhankelijk blijven van deze malafide verhuurders zou gezocht moeten worden naar alternatieven. Er zou bijvoorbeeld gedacht kunnen worden aan kamers met minimaal toezicht door een conciërge.
3,4,5) Kortdurend gedetineerden, late hulpvraag, vonnis Hoewel de oorzaak hier steeds een andere is, is het probleem steeds een gebrek aan tijd om opvang/woonruimte te regelen aansluitend op de detentie. Een oplossing zou kunnen zijn het creëren van een laagdrempelige tijdelijke woonvoorziening. Personen die nog een indicatie moeten krijgen, nog een intake moeten krijgen of op een wachtlijst staan zouden hier dan terecht kunnen tot ze doorgeplaatst kunnen worden. Het risico hiervan is wel dat mensen mogelijk niet doorgeplaatst kunnen worden omdat er bv een contra-indicatie is voor de gewenste opvang of een indicatie niet wordt afgegeven. Het gaat hier om een groep van 1015 mensen per jaar. Afgesproken wordt dat deze mensen in de reguliere voorzieningen worden opgenomen. Time-Outvoorziening Ten aanzien van een time-outvoorziening is al eerder gestart met een onderzoek provinciebreed. De vraag in dit onderzoek was of er wellicht een time-outvoorziening gerealiseerd kon worden in een centrale plaats in Noord-Brabant waar cliënten uit geheel Noord-Brabant zonodig een tijd konden verblijven als hun reguliere traject even te veel was voor deze mensen. De conclusie van dit onderzoek was dat er te weinig cliënten waren om dit exploitabel te realiseren. Daarnaast achtte men het niet gunstig mensen zo ver van hun reguliere omgeving te plaatsen. Aangezien het aantal mensen dermate klein is wat een time-out nodig heeft van hun hulpverleningstraject en dat de hulpverlening op indicatie gegeven wordt, wordt het niet wenselijk geacht hier een aparte voorziening voor te realiseren. De grootte van de groep maakt het mogelijk om binnen bestaande voorzieningen hiervoor een oplossing te zoeken. Daarnaast is de zorg geïndiceerd en dient altijd voortgezet te worden. Wanneer er geen oplossing binnen de zorgverlenende organisatie gevonden wordt biedt de procedure van het zorgkantoor een oplossing voor de cliënten. Skaeve Huze Skaeve Huze zijn een voorziening voor mensen die ook wel anti-socialen worden genoemd. Deze mensen zorgen in reguliere huisvesting voor een dergelijke overlast in hun omgeving dat zij op deze plaatsen niet te handhaven zijn. Zij zijn daarnaast niet ontvankelijk voor hulpverlening of het aanleren van sociaal gedrag. De doelgroep van anti-socialen is klein en bestaat door schatting uit een groep van 6-12. mensen. In Tilburg heeft men reeds een aantal skaeve huze voor deze doelgroep gerealiseerd. De uitgangspunten die daar genomen zijn, zijn ook van toepassing voor de gemeente Breda. Deze uitgangspunten zijn als volgt: Skaeve Huse is enkel bedoeld voor die uitzonderlijke gevallen waarbij sprake is van notoir overlastgevend woongedrag en een aantoonbare noodzaak om het huurcontract te beëindigen. Hierbij geldt dat alle mogelijke vormen van begeleiding en ondersteuning al uitgeput dan wel geweigerd zijn. Tevens dient opname in een bestaande voorziening in de stad (ondermeer voorzieningen van beschermd wonen GGZ, SMO ) niet tot de mogelijkheden te behoren. Het uitsluiten van mensen, met dakloosheid als gevolg wordt met deze woonvoorziening vermeden. Realisatie van Skaeve Huse moet een oplossing bieden voor overlastgevend woongedrag, en mag daarnaast geen structurele afbreuk doen aan het leefklimaat in de omgeving van het project. De doelstellingen en de doelgroep kan als volgt omschreven worden
16
Doelstellingen 1.
Het terugdringen van woonoverlast in woonbuurten;
2.
Het voorkomen van dakloosheid van de doelgroep.
Doelgroep
Het gaat om mensen die zelfstandig wonen en waarvoor door één van Bredase corporaties een ontruimingsprocedure is gestart of gestart kan worden, dan wel personen die korter dan 6 maanden geleden door één van de Bredase corporaties hun huis zijn uitgezet;
De redenen voor een (dreigende) huisuitzetting kennen een diverse woonproblematiek zoals: geluidsoverlast, bedreiging/intimidatie woonomgeving, lichte criminele activiteiten, vervuiling, maar kunnen worden samengevat in de term "bovenmatige woonoverlast";
Gedwongen opname (BOPZ) is niet afdwingbaar;
Uitsluitend één en/of tweepersoonshuishoudens (zonder minderjarige kinderen) komen in aanmerking.
Begeleidingsverleden
Als er sprake is van een crimineel verleden adviseert de teamchef van politie waar betrokkene onlangs heeft gewoond aan bv. toetsingscommissie of dit verleden een belemmering kan zijn voor het wonen in Skaeve Huse;
De toetsingscommissie, gehoord hebbende de laatste corporatie en laatste begeleidingsinstelling, beoordeelt of alle mogelijke begeleidingstrajecten zijn gevolgd om instromen in Skaeve Huse te voorkomen;
Eventueel nog bestaande begeleidingtrajecten worden alleen verder vervolgd indien dit noodzakelijk is om zelfstandig te kunnen functioneren (bijvoorbeeld medicatie, budgetbeheer) en worden alleen op verzoek van de cliënt geïntensiveerd;
Alle passend geachte hulp- en ondersteuningstrajecten zijn geprobeerd maar hebben geen effect gesorteerd of zijn geweigerd.
Huisvestingsverleden
Het gaat om burgers die een Bredase wooncarrière hebben: zij moeten minimaal twee jaar voorafgaand aan de (dreigende) huisuitzetting in Breda hebben gewoond. Aangezien het om een beperkte groep cliënten gaat worden voor cliënten vanuit de regio maatwerkoplossingen gezocht.
Als er sprake is van een huurschuld bepaalt de corporatie die bewoner het laatst gehuisvest heeft of en zo ja binnen welke voorwaarden inzake de huurschuld betrokkene kan worden gehuisvest. Hierbij zal aansluiting worden gezocht bij de afspraken die gelden voor cliënten van ACT/FACT GGZ Breda bij toepassing van het 2e kansbeleid.
Conclusie Er wordt vastgesteld dat een beperkt aantal skaeve huze noodzakelijk is voor de stad Breda. Ook Breda kent een beperkt aantal cliënten die op deze manier gehuisvest kunnen worden waarbij de overlast in buurten terug gedrongen kan worden.
17
Hoofdstuk 5: Samenvatting Uit het haalbaarheidsonderzoek komt het volgende naar voren. Ambulante woonbegeleiding: De ambulante woonbegeleiding is een product wat in Breda momenteel voldoende aanwezig lijkt. In de regio Breda zijn er nog niet overal afspraken met corporaties en zorgaanbieders over ambulante woonbegeleiding in de preventie en in de nazorg. In het kader van het Plan van Aanpak Regiogemeenten is een verzoek gedaan aan de regiogemeenten om dit eveneens te organiseren. Het is van groot belang om bij de grote transities waaronder de overheveling van de AWBZ betrokken te zijn. De overgang mag niet leiden tot het wegvallen van hulpverlening waardoor de dakloosheid in de regio Breda opnieuw zal toenemen. De eventuele toenemende vraag naar ambulante woonbegeleiding zal door middel van het registratiesysteem van het Stedelijk Kompas gemonitord worden. De toenemende druk op het aantal woningen voor doelgroepen kan opgelost worden door afspraken in de regio Breda over een aantal gereserveerde woningen voor de doelgroep. Zwerfjongeren: Op een beperkt aantal zaken na kan men stellen dat er voldoende voorzieningen zijn voor zwerfjongeren in de regio Breda. Men twijfelt of de sociale kaart bij ieder die met jeugd te maken heeft bekend is en daarmee de verbinding naar aanpalende velden voldoende is. Dit zal verder onderzocht moeten worden en zonodig dient er een Plan van Aanpak opgesteld te worden en uitgevoerd om de verbinding tussen de verschillende voorzieningen te optimaliseren en de hulpverlening sluitend te maken. De versterking van de keten rondom zwerfjongeren is inmiddels uitgevoerd. In de notitie “Realisatie Plan van Aanpak Zwerfjongeren” vindt u de resultaten terug. De notitie is bij deze notitie gevoegd. Woonvoorzieningen voor ex-gedetineerden: Er zijn geen extra woonvoorzieningen voor ex-gedetineerden gewenst. Binnen de bestaande woonvoorzieningen kan deze vraag opgelost worden. Wel dient met het kabinet naar oplossingen gezocht te worden voor panden waar gecriminaliseerde mensen verblijven. Time-outvoorziening Er is geen vraag naar een time-outvoorziening. Binnen de bestaande voorzieningen en regelgeving voor de hulpverlening kunnen oplossingen gevonden worden voor mensen die een time-out nodig hebben van hun hulpverleningstraject. Skaeve Huze Er wordt vastgesteld dat een beperkt aantal skaeve huze noodzakelijk is voor de stad Breda. Ook Breda kent een beperkt aantal cliënten die op deze manier gehuisvest kunnen worden waarbij de overlast in buurten terug gedrongen kan worden. Voorstel De versterking van de keten rondom zwerfjongeren is inmiddels uitgevoerd. Voorgesteld wordt om 6- 12 skaeve huze te realiseren. De opdracht voor de uitvoering hiervan wordt weggelegd bij Task Force Stedelijk Kompas.en de stuurgroep Stedelijk Kompas . Zij krijgen de opdracht een projectplan op te stellen waarin de wijze van het bepalen van mogelijke locaties en de rollen en taken van de betrokken partners wordt vastgesteld.
18
Bijlage 1 FACT Functie ACT (FACT) staat voor Functie Assertive Community Treatment. Het gaat hierbij om een behandeling van psychotische cliënten waarbij verschillende hulpverleners in FACT -wijkteams samenwerken. Een wijkteam bestaat uit de volgende disciplines: Psychiater Psycholoog Verslavingsdeskundigheid Trajectbegeleider Sociaal psychiatrisch verpleegkundigen (SPV) Casemanagers Ervaringsdeskundige Woonbegeleider Daarnaast wordt er door de wijkteams samengewerkt met instanties in de wijk zoals de gemeente, politie en woningbouwverenigingen. Indien nodig wordt door een FACT-wijkteam intensieve zorg geboden. Doordat op deze manier intensievere behandeling en begeleiding wordt geboden, kan men in de eigen omgeving blijven functioneren. Ook in periodes dat het minder goed gaat. Een psychiatrische opname kan hierdoor worden voorkomen. FACT is bedoeld voor mensen met psychiatrische problemen die zelfstandig wonen. De Functie ACT betekent onder meer het volgende:
Afhankelijk van de noodzaak, komen de hulpverleners van het wijkteam één keer tot meerdere keren per week bij u langs. Er wordt dagelijks door het multidisciplinaire wijkteam besproken of intensievere zorg voor u op dit moment noodzakelijk is. De medicatie wordt bekeken door de psychiater van het FACT team. Indien nodig krijgt cliënt een afspraak bij de psychiater of gaat de psychiater bij cliënt langs. Het streven is dat alle wijkteamleden voor cliënt bekend zijn.
Vanuit de GGZ Breburg is een zorggroep psychose georganiseerd en hebben we in de regio Breda 5 FACT teams namelijk in Oosterhout, Etten-Leur en 3 teams in Breda. Naast deze vijf teams heeft de psychosegroep 2 teams die regionaal werken en dat zijn het ACT team voor cliënten met een dubbeldiagnose en Vroeg Interventie Psychose team, beide teams hebben 60 cliënten in hun caseload. In Breda-Noord is een FACT team gestationeerd op de Loopschansstraat. Geografisch bedienen zij aan de noordkant van de spoorlijn de bovengenoemde doelgroep. Er wonen 68000 burgers. In Breda/centrum-zuid is een FACT team gestationeerd op de Baronielaan. Zij bedienen het gebied ten zuiden van de spoorlijn. Inwoneraantal 108.000. Binnen het FACT team Breda- noord zijn op dit moment 257 cliënten in behandeling/ begeleiding. Al deze clienten vallen in principe onder DBC financiering, zorgverzekeringswet. Bij een aantal cliënten van de 257 is daarnaast ook nog de AWBZ financiering: 50 cliënten maken gebruik van ambulante woonbegeleiding 16 cliënten wonen in een beschermd wonen voorziening ZZP Binnen het FACT team Breda/centrum-zuid zijn op dit moment 325 cliënten in behandeling/begeleiding. Al deze cliënten vallen in principe onder DBC financiering, zorgverzekeringswet. Bij een aantal cliënten van de 325 is daarnaast ook nog de AWBZ financiering: 75 cliënten maken gebruik van ambulante woonbegeleiding 92 cliënten wonen in een beschermd wonen voorziening ZZP
19
20