Patiënteninformatie
Standscorrectie van de versleten knie Informatie over de operatie, voorbereiding en nabehandeling
Standscorrectie van de versleten knie Informatie over de operatie, voorbereiding en nabehandeling. U heeft een afspraak in Tergooi voor een standscrorrectie van de versleten knie. Onze artsen en medewerkers doen er alles aan om u met de beste zorg te omringen en uw verblijf in het ziekenhuis zo aangenaam mogelijk te maken. Ter voorbereiding op uw behandeling informeren we u met deze folder over de gang van zaken rondom een standscorrectie van de versleten knie. Daarnaast zetten we een aantal praktische zaken en nuttige informatie voor u op een rij. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Achterin vindt u de contactgegevens van de betreffende afdeling. De medewerkers van de afdeling of uw behandelaar beantwoorden uw vragen graag.
Algemeen Uw orthopedisch chirurg heeft u voorgesteld de ongunstige stand van uw knie te verbeteren zodat het versleten deel van uw knie minder belast wordt en daardoor minder pijnlijk is. U kunt lezen hoe het kniegewricht werkt en wat de oorzaken zijn van slijtage (artrose). U krijgt informatie over de voorbereiding op de operatie, de operatie zelf en de nabehandeling.
Het kniegewricht Het kniegewricht is een scharniergewricht. Het bestaat uit het scheenbeen, het bovenbeen en aan de voorkant de knieschijf.
2
Bovenbeen Knieschijf
Kruisbanden Meniscus Scheenbeen
De uiteinden zijn bedekt met een laag kraakbeen, zodat de knie soepel beweegt. Deze kraakbeenlaag is elastisch en kan schokken en stoten opvangen.
Oorzaken Arthrose is een aandoening van het gewricht waarbij de kraakbeenlaag die de botdelen bedekt, aangetast wordt en het onderliggende bot gedeeltelijk bloot komt te liggen. De kraakbeenlaag kan op den duur geheel verdwijnen. In de knie bestaat de aandoening vaak aan één kant van het gewricht, de binnen- of buitenkant. Door verlies van bot en kraakbeen aan die kant gaat de knie naar de andere kant uitwijken, zodat op deze manier een O- of X-been ontstaat. Bij een beschadigde of versleten knie treedt de pijn meestal op bij (trap)lopen en lang staan. Ook startpijn komt voor en pijn in rust in bepaalde houdingen. Fietsen levert doorgaans de minste klachten op. Uit wetenschappelijk onderzoek en lange ervaring blijkt dat in die gevallen waarin de artrose min of meer beperkt is tot één zijde van het kniegewricht, een correctie van de stand goede resultaten oplevert. Het inbrengen van een kunstknie kan hierdoor worden uitgesteld of zelfs worden vermeden.
3
normaal
x-benen (valgusstand)
0-benen (varusstand)
Voorbereiding op de operatie Vóór de opname in het ziekenhuis wordt u, afhankelijk van uw leeftijd en eventuele andere aandoeningen, meestal poliklinisch onderzocht door de internist en soms door de longarts of de cardioloog. Verder wordt bloedonderzoek verricht en wordt een E.C.G.(hartfilmpje) en zo nodig een longfoto gemaakt. Dit is nodig om u lichamelijk zo goed mogelijk op de operatie voor te bereiden en zo de kans op problemen zo klein mogelijk te maken. Om de kans op een bloedtransfusie te verkleinen, adviseren wij u om vier weken vóór de operatie Gravitamon te gebruiken. Hiermee verhoogt u het eigen ijzergehalte in het bloed. Het is te verkrijgen bij de drogist.
Welke verdoving wordt toegepast? De operatie gebeurt onder algehele narcose of plaatselijke verdoving. Plaatselijke verdoving kan worden gecombineerd met een slaapmiddel, waardoor u weinig of niets van de operatie merkt. De anesthesioloog bepaalt, na overleg met u, de keuze.
4
De operatie Voor het uitvoeren van de operatie zijn meerdere mogelijkheden; meestal vindt er een correctie van een O-been plaats. • Bij O-benen met slijtage aan de binnenzijde wordt van het O-been een licht X-been gemaakt door een wig aan de binnenzijde van de knie erbij te plaatsen, of door een wig weg te nemen aan de buitenzijde van de knie. • Bij een X-been met slijtage zal de correctie aan de binnenkant van de knie worden uitgevoerd, meestal net boven de knie. Er wordt dan een wigje weggenomen. Het bot wordt vastgezet met plaat en schroeven. Soms plaatst de arts pennen die door de huid naar buiten steken (dit heet een externe fixatie). De ingreep duurt ongeveer anderhalf uur. De eerste dag na de ingreep begint de revalidatie.
Standscorrectie
Vóór de operatie
Na de operatie 5
Medicijnen Tijdens en na de operatie krijgt u medicijnen om bloedstolsels (trombose) te voorkomen via een prikje in de buikwand. Na ontslag uit het ziekenhuis is het belangrijk om gedurende zes weken dagelijks een spuitje tegen trombose te plaatsen. U krijgt informatie over hoe dat het beste gaat. Ook is het noodzakelijk rond de operatie antibiotica toe te dienen om het altijd aanwezige risico op een infectie (één tot twee procent) te verkleinen. De eerste dagen na de operatie wordt tevens gezorgd voor een goede pijnstilling.
Nabehandeling Na de operatie moet u enkele dagen in het ziekenhuis verblijven. De eerste zes weken moet u met twee krukken lopen, u mag maar weinig gewicht op het been zetten om het bot goed vast te laten groeien. Soms zal het been in het gips worden gezet. Dit hangt af van de stevigheid waarmee het been weer aan elkaar is gezet. De fysiotherapeut helpt u na de operatie bij het gaan lopen met de krukken. Na zes weken komt u op de poli terug voor het laten maken van een foto. U moet erop rekenen dat de botgenezing zeker acht weken in beslag neemt. De botgenezing zal dan op de polikliniek met hulp van een röntgenfoto worden beoordeeld. Daarna kost het nog zeker zo’n zes weken om weer volledig te kunnen functioneren.
Verwachtingen Het resultaat zal zijn dat uw knie weer recht komt te staan en dat de pijn voor het grootste deel of helemaal verdwenen is. Er is geen bezwaar tegen flinke belasting van de gecorrigeerde knie. Het inbrengen van een kunstknie is dan niet nodig of kan tenminste vele jaren worden uitgesteld.
© Tergooi 000578601 26022015
Complicaties Ondanks alle zorg die besteedt wordt aan de operatie kunnen er soms toch complicaties optreden: • i nfectie, hierbij bestaat de kans dat de genezing langer duurt en dat de wond moet worden gespoeld; 6
• d e stand van de benen kan onvoldoende gecorrigeerd blijven, waardoor u pijn kunt blijven houden; • enige overcorrectie is goed, maar dit kan ook teveel zijn; • de botdelen groeien niet aan elkaar, waardoor een tweede operatie nodig is; • ondanks antistollingsmiddelen kan toch trombose of verstopping van longvaten (longembolie) ontstaan; • logesyndroom: als de druk in de spierkoker te hoog wordt, kunnen de spieren waarmee de voet wordt geheven, dood gaan. Dit geeft blijvende uitval. Ter voorkoming van deze complicatie wordt de spierkoker al tijdens de operatie geopend; • zenuwuitval: zelden ontstaat er uitval van een zenuw waardoor een klapvoet ontstaat. Door deze uitval is een schoenaanpassing noodzakelijk. De uitval kan tijdelijk of blijvend zijn. In de volgende gevallen moet u contact opnemen met de behandelend arts: • als de wond gaat lekken; • als de wond dik wordt en/of meer pijn gaat doen; • als u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit tevoren goed mogelijk was; • bij een pijnlijke of dikke kuit.
Tot slot Deze folder is mede samengesteld door de Commissie Patiënten voorlichting van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging. Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u die stellen aan uw behandelend arts. U kunt daartoe contact opnemen met de polikliniek Orthopedie, T 088 753 12 70. Nadere informatie op orthopedisch gebied is te verkrijgen via internet op de website www.zorgvoorbeweging.nl
7
T 088 753 1 753 www.tergooi.nl Locatie Blaricum Rijksstraatweg 1 1261 AN Blaricum Locatie Hilversum Van Riebeeckweg 212 1213 XZ Hilversum Locatie Weesp C.J. van Houtenlaan 1b 1381 CN Weesp