Stadsportret – Amsterdam Amsterdam is de grootste stad van Nederland en telt ongeveer 750.000 inwoners in de stad zelf. De Randstad als geheel, waartoe tevens Rotterdam, Den Haag en Utrecht behoren, is echter een van de grootste agglomeraties van Europa. Amsterdam ligt zo’n 20 kilometer van de Noordzee, waarmee de stad via het Noordzeekanaal is verbonden. De stad wordt doorsneden door talloze kanalen. Het klimaat is gematigd. Amsterdam is het zakelijke en financiële centrum van Nederland en biedt onderdak aan diverse ondersteunende zakelijke diensten, onder meer in de juridische sector en in de IT-sector. De stad is tevens een belangrijke toeristenbestemming in Europa waar creatieve beroepen goed zijn vertegenwoordigd. Gezien de indeling van de stad vindt er weinig productie plaats in Amsterdam zelf. Buiten de stadsgrenzen is echter veel industrie te vinden. Amsterdam behaalt de vijfde plaats op de European Green City Index met een totaalscore van 83,03 op een schaal van 100. De stad heeft de hoogste score van alle deelnemers in de categorieën Waterverbruik, Afvalverwerking en Landgebruik. Ook op het gebied van verkeer en vervoer scoort Amsterdam uitstekend. Ten aanzien van luchtkwaliteit en de uitstoot van kooldioxide (CO2) presteert de stad minder goed, maar zelfs in deze categorieën zijn de scores van Amsterdam goed te noemen in vergelijking met de overige deelnemende steden. Evenals veel andere steden die zeer hoog scoren op de Index, heeft Amsterdam een relatief klein inwoneraantal, waardoor de stad milieukwesties gerichter kan aanpakken. Kerngegevens Aantal inwoners: 743.000 BBP per hoofd van de bevolking (koopkrachtpariteit): 41.443 euro Jaarlijkse CO2-uitstoot per hoofd van de bevolking: 6,66 ton Jaarlijks energieverbruik per hoofd van de bevolking: 74,51 gigajoule Aandeel duurzame energie in energieverbruik van de stad: 5,8% Totaal percentage inwoners dat lopend, fietsend of met het openbaar vervoer naar het werk gaat: 62% Jaarlijks waterverbruik per hoofd van de bevolking: 53,47 kubieke meter Deel van totale hoeveelheid afval dat hergebruikt wordt: 43% CO2-uitstoot Amsterdam behaalt zijn slechtste score in de categorie CO2-uitstoot, waar de stad de twaalfde plaats bezet op een totaal van 30 steden. De belangrijkste zwakke plek van Amsterdam betreft de CO2-uitstoot per hoofd van de bevolking. Met 6,7 ton per persoon per jaar behoort die tot de hoogste waarden van alle deelnemende steden en ligt die boven het gemiddelde van 5 ton voor alle 30 deelnemende steden. De stad heeft echter een ambitieuze doelstelling voor terugdringing van de CO2-uitstoot vastgesteld, wat een positief effect heeft op de totaalscore. Het leeuwendeel van de uitstoot is afkomstig van verkeer en vervoer, maar de industrie en de bouwsector dragen eveneens bij. Initiatieven • De stad heeft een ambitieuze doelstelling voor terugdringing van de CO2-uitstoot gedefinieerd, waarbij de totale uitstoot in 2025 met 40% moet zijn gedaald ten opzichte van 1990. Dit komt overeen met een daling van 34% in de periode tot 2020, veel meer dan de EU-doelstelling, die streeft naar een daling van 20% in dezelfde periode. Om deze doelstelling te behalen, is de voortdurende medewerking van inwoners en bedrijven vereist. • Het stadsbestuur heeft toegezegd dat alle gemeentelijke gebouwen in 2015 CO2-neutraal moeten zijn. De gemeente wil hiermee zowel de stedelijke CO2-uitstoot verminderen als het goede voorbeeld geven bij de algemene inspanningen tot terugdringing van de uitstoot. Op dit gebied wordt veel vooruitgang geboekt door gebruik te maken van duurzame energie die wordt opgewekt in de gemeentelijke afvalverbrandingsinstallaties.
Energieverbruik Amsterdam bezet de vijfde plaats in de categorie Energieverbruik. Op nationaal niveau bestaan de belangrijkste energiebronnen van Nederland uit aardgas, kolen en olie, hoewel het land ook over een aanzienlijk opgesteld windvermogen beschikt. Het energieverbruik per hoofd van de bevolking (74,5 gigajoule per inwoner) ligt in Amsterdam iets onder het gemiddelde van 81 gigajoule. De stad presteert nog beter als we kijken naar het energieverbruik per eenheid BBP, dat uitkomt op 1,7 megajoule per euro (vergeleken met een gemiddelde van ongeveer 5 megajoule per euro). Amsterdam behoort tevens tot de best scorende steden op het gebied van beleid voor schone en efficiënte energie. Bijna 6% van de verbruikte energie is afkomstig van duurzame bronnen, een waarde die vlak onder het gemiddelde van 7,3% voor alle 30 deelnemende steden ligt. Het verbruik van duurzame energie is dus voor verbetering vatbaar. Het stadsbestuur subsidieert duurzame-energieprojecten en de gemeenteraad is van plan om meer energie van lokale bronnen te betrekken. Initiatieven Het Nederlandse energiebedrijf Nuon gebruikt koud water (opgepompt vanaf de bodem van een kunstmatig meer ten zuidwesten van Amsterdam) om bedrijven in het zuidelijk deel van Amsterdam van koeling te voorzien. Het gebruik van deze natuurlijke hulpbron bespaart energie (en vermindert de CO2-uitstoot) en levert 60 MW aan koelenergie die bedrijven kunnen gebruiken in hun klimaatregelingsinstallaties. • Als onderdeel van het ‘Amsterdam Smart City’-initiatief (zie projectkader) worden ca. 700 woningen in het stadsdeel Geuzenveld uitgerust met slimme energiemeters die de bewoners voorzien van uitgebreide feedback en analyses van het huishoudelijke energieverbruik, zodat dit kan worden verminderd. Het betreft een proefproject dat mogelijk naar andere locaties zal worden uitgebreid. • Opwekking van duurzame energie uit biomassa en afval. Amsterdam heeft een van de meest energiezuinige stadsverwarmingssystemen in Europa. Het grootste deel van de warmte wordt opgewekt door het Afval Energie Bedrijf (AEB), dat uit afval en rioolwater afkomstige biomassa en biogas omzet in warmte en elektriciteit.
•
Gebouwen Amsterdam behaalt de zesde plaats in de categorie Gebouwen. De woningvoorraad van de stad is oud, vooral in het historische stadscentrum. Amsterdam stimuleert eigenaars echter om hun panden te renoveren zodat deze minder energie verbruiken. Sommige van deze regelingen worden op landelijk niveau gefinancierd. Daarnaast worden er eisen gesteld aan de energiezuinigheid van nieuwbouw. Deze maatregelen dragen bij aan een lagere CO2-uitstoot door de behoefte aan verwarming te verminderen. Amsterdam behaalt de twaalfde plaats in de Index als het gaat om het energieverbruik van woningen, met een verbruik van 720 megajoule per vierkante meter (deze waarde ligt al onder het gemiddelde van 909 megajoule). Het stadsbestuur probeert het energieverbruik verder terug te dringen. Initiatieven De gemeente Amsterdam heeft samen met plaatselijke woningcorporaties de zogeheten ‘Koplopersalliantie’ opgericht. De corporaties worden verplicht om energiebesparende en energiezuinige maatregelen toe te passen in hun gehele woningportefeuille, vooral in nieuwbouwwoningen. • Het stadsbestuur heeft toegezegd dat alle gemeentelijke gebouwen in 2015 CO2-neutraal zullen zijn, voornamelijk door het gebruik van duurzame energie. • Het stadsdeel Centrum heeft een aantal conferenties en evenementen georganiseerd over het vergroten van de energiezuinigheid van beschermde gebouwen zonder het karakter van de desbetreffende panden aan te tasten.
•
Verkeer en Vervoer Amsterdam scoort goed in de categorie Verkeer en Vervoer, waar de stad de tweede plaats behaalt. Gezien de indeling van de stad, die doorsneden wordt door talloze kanalen, is er weinig zwaar verkeer in het centrum. Het centrum beschikt daarentegen over een groot aantal voetgangersgebieden, en door de hele stad zijn fietspaden te vinden, aangezien de fiets het meest gebruikte vervoermiddel is. Het openbaar vervoer wordt verzorgd door bussen, trams, veerponten en enkele stadsspoorlijnen. Amsterdam beschikt over 3,2 kilometer openbaarvervoersnet en 2,8 kilometer fietspad per vierkante kilometer. Van alle verplaatsingen wordt 38% lopend of fietsend afgelegd, 24% met het openbaar vervoer en de rest met de auto. Initiatieven • Met meer dan 500.000 fietsen in de stad zijn veilige fietsvoorzieningen van groot belang. Dankzij een uitgebreid netwerk van fietspaden kunnen fietsers elk deel van de stad gemakkelijk bereiken. De gemeente heeft diverse technische voorzieningen aangebracht om veilig fietsen te bevorderen, waaronder displays die aangeven hoe lang het duurt totdat stoplichten op groen springen, onderling afgestemde verkeerslichten die zorgen voor een ‘groene golf’ op belangrijke doorgaande routes en zogenaamde dynamische informatieborden op de terminals voor de veerponten naar AmsterdamNoord. • Fietsen kunnen gemakkelijk gestolen worden. Om desondanks het fietsgebruik te bevorderen, moeten er voorzieningen zijn waar fietsers hun rijwiel veilig kunnen achterlaten. De gemeente voorziet in een netwerk van beveiligde en bewaakte fietsenstallingen die de eerste 24 uur gratis zijn en daarna slechts 50 eurocent per dag kosten. Op veel van deze locaties kunnen fietsers hun rijwiel tevens laten repareren of onderhouden. Waterverbruik Amsterdam bezet de eerste plaats in de categorie Waterverbruik. Amsterdam is nauw verbonden met het water, aangezien de stad doorsneden wordt door talloze kanalen en slechts door een stelsel van polders en dijken tegen de zee wordt beschermd. Ondanks deze overvloed aan water bedraagt het waterverbruik slechts ca. 53 kubieke meter per inwoner per jaar, de helft van het gemiddelde van 105 kubieke meter voor alle 30 deelnemende steden. Op het gebied van waterlekkages presteert Amsterdam het best van alle onderzochte steden. De stad verliest slechts 3,5% van zijn totale hoeveelheid water per jaar, vergeleken met een gemiddelde van 22,6% voor alle deelnemende steden. Het grootste deel van het Amsterdamse drinkwater is afkomstig uit de Rijn en wordt gefilterd in duingebieden ten westen van de stad. Kwelwater uit de omringende polders is eveneens een belangrijke bron van drinkwater. Initiatieven • De gemeente streeft ernaar elke woning in de stad te voorzien van een watermeter om het waterverbruik efficiënter te maken en eerlijker te verdelen. Het oorspronkelijke besluit hiertoe werd in 1998 genomen en sindsdien zijn er elk jaar duizenden woningen van een watermeter voorzien. Het doel is om 300.000 woningen uit te rusten in de periode tot en met 2010. Dan blijven er nog 100.000 woningen over die ongeschikt zijn voor watermeters. Hiervoor wordt nog naar alternatieve oplossingen gezocht. • In 2009 werd een gedifferentieerd tariefsysteem voor waterverbruik ingevoerd (gekoppeld aan een belasting op geproduceerd rioolwater). Het systeem is erop gericht om intelligenter waterverbruik aan te moedigen. Afvalverwerking en Grondgebruik Amsterdam bezet de eerste plaats in de categorie Afvalverwerking en Grondgebruik. De stad hergebruikt ongeveer 43% van zijn afval en moet daarmee alleen Helsinki voor zich dulden. Bovendien produceert Amsterdam ook relatief weinig afval. Ten aanzien van grondgebruik moet worden opgemerkt dat Amsterdam een compacte stad is. Nederland is dichtbevolkt en groengebieden worden in hoge mate beschermd; in Amsterdam wordt dit geregeld door de Groene Hoofdstructuur, een structuurplan dat parken en andere groengebieden omvat. Een zogeheten ‘wigstructuur’ zorgt ervoor dat de groene ruimte diep doordringt in de stad vanuit de omliggende groenstrook. De waterwegen rondom de stad maken eveneens deel uit van de groene ruimte.
Initiatieven • Een groot deel van de stadsbussen gebruikt brandstof van het AEB die uit afval is geproduceerd. • Het Platform Voorlichting Afvalstoffen voert sinds jaar en dag voorlichtingscampagnes om de hoeveelheid gemeentelijk afval terug te dringen. • Een fonds voor groene subsidies (Groeifonds Groen) financiert investeringen in groengebieden, waaronder stadsparken, begraafplaatsen en recreatiegebieden. De gemeente stelde in 20007-2008 20 miljoen euro ter beschikking van dit fonds. Luchtkwaliteit Amsterdam presteert relatief slecht op het gebied van luchtkwaliteit en behaalt in deze categorie de elfde plaats. Het gehalte aan schadelijke stoffen in de lucht is behoorlijk hoog voor een stad die zo’n groot belang hecht aan schone lucht, waarbij fijnstof en stikstofoxiden de voornaamste boosdoeners zijn. In reactie hierop voert de stad een ambitieus beleid gericht op een structurele verbetering van de luchtkwaliteit. Amsterdam heeft vooral te lijden onder de nabijheid van zware industrie in Nederland, Duitsland en België en verkeersopstoppingen in de Randstad. Initiatieven • Het Actieplan Luchtkwaliteit 2009 is het integrale plan dat de stad heeft opgesteld voor schonere lucht. Het plan richt zich onder meer op een vermindering van het aantal verkeersknelpunten, de uitbreiding van parkeer-en-reis-voorzieningen en het stimuleren van het gebruik van elektrische voertuigen. Met deze maatregelen zou Amsterdam in 2010 moeten voldoen aan de wettelijke normen voor fijnstof en in 2015 aan de normen voor stikstofoxiden. Om het goede voorbeeld te geven is de gemeentelijke organisatie bezig om op veel van de genoemde terreinen de voorgestelde maatregelen in te voeren voor haar eigen gebouwen en voertuigen. Milieuvriendelijk Bestuur Amsterdam behaalt de tiende plaats in de categorie Milieuvriendelijk Bestuur, maar loopt niet ver achter op de best presterende steden in deze categorie. De gemeente zet zich sterk in om haar milieuprestaties te verbeteren, hoewel de stad op sommige gebieden al voorop loopt. Amsterdam beschikt over een gedetailleerd Milieubeleidsplan dat door de stadsdelen wordt ondersteund. Het plan bevat meetbare milieudoelstellingen en voorziet in regelmatige evaluatie van de voortgang. De score van Amsterdam in deze categorie heeft enigszins te lijden onder de beperkte publieke inspraak bij de opstelling en invoering van deze doelstellingen, hoewel die verzekerd zijn van de ondersteuning en goedkeuring van de politieke leiders van de stad. Amsterdam heeft het Convenant van Burgemeesters ondertekend, een overeenkomst inzake milieubeleid op stadsniveau.
Amsterdam Smart City Medio 2009 lanceerde het stadsbestuur ‘Amsterdam Smart City’, een samenwerkingsproject tussen de gemeente, inwoners en lokale bedrijven. Het programma voorziet in de lancering van een reeks proefprojecten op milieugebied in Amsterdam. Als deze projecten succesvol blijken, kunnen ze worden vertaald naar nationaal en Europees niveau. De verschillende plannen zijn bedoeld om het energieverbruik en de CO2-uitstoot terug te dringen in overeenstemming met de gemeentelijke milieudoelstellingen. De projecten worden uitgevoerd in samenwerking met partners uit de particuliere sector (zowel bedrijven als niet-gouvernementele organisaties) en men hoopt dat andere partijen zich na verloop van tijd eveneens zullen aansluiten. De volgende drie initiatieven behoren tot de eerste proefprojecten: o Installatie van slimme energiemeters in het stadsdeel Geuzenveld die naar verwachting een betere analyse van het huishoudelijke energieverbruik zullen geven en zo een lager energieverbruik zullen stimuleren. o Inrichting van een ‘klimaatstraat’ in de Utrechtsestraat in het centrum van de stad. Hier worden slimme energiemeters, energiescans en ‘slimme stekkers’ gecombineerd met displays die feedback geven over het energieverbruik, wat tot een lager energieverbruik zou moeten leiden.
Vrachtschepen en riviercruiseschepen kunnen in de haven via zogeheten ‘walstroompunten’ worden aangesloten op het elektriciteitsnet, zodat zij niet meer afhankelijk zijn van (vervuilende) dieselgeneratoren aan boord. Mettertijd kunnen er nog meer projecten worden uitgevoerd, met name wanneer nieuwe partners uit de particuliere sector zich bij het project aansluiten. Amsterdam Smart City heeft een geplande looptijd van twee jaar. o
Warmte- en koudeopslag Op het Oosterdokseiland, in het oostelijk havengebied van Amsterdam, wordt een installatie voor langetermijn-energieopslag (LTEO) gerealiseerd. Het LTEO-systeem levert warmte en koude aan plaatselijke bedrijfspanden (voor verwarming of koeling) door gebruik te maken van de energie die in het grondwater is opgeslagen. Een reeks omkeerbare warmtepompen onttrekt de warmte of koude uit twee ‘bronnen’ (een koude en een warme) en brengt de warmte of koude over naar twee ondergrondse distributieleidingen (energieringen), waarop alle aangesloten gebouwen via een doseersysteem toegang hebben. De gebouwen kunnen al naar gelang hun behoeften van warmte of koude gebruikmaken. Bovendien is het ook mogelijk om warmte of koude uit te wisselen tussen twee gebouwen. Een op bio-olie gestookte cv-ketel helpt om de pieklast op te vangen. Het systeem heeft slechts een verwaarloosbaar effect op het milieu en zou jaarlijks 3.200 ton CO2-uitstoot moeten besparen ten opzichte van een traditionele verwarmings- en koelingsinstallatie. Het LTEO-systeem is al toegepast op enkele afzonderlijke locaties, onder meer in bekende gebouwen als het Rijksmuseum.