Stadsenquête Leiden 2008
Colofon Serie Statistiek 2008 / 16 Uitgave Projectleiding
Onderzoeksuitvoering Druk
Strategie en Onderzoek, gemeente Leiden, oktober 2008 BOA (Beleidsonderzoek en Advies) mw. drs. A. van Soest tel: 071 - 516 5064 e-mail:
[email protected] WBK Marktonderzoek, Den Haag Stadsdrukkerij gemeente Leiden
2
Stadsenquête Leiden 2008
INHOUD Samenvatting
9
1 1.1 1.2
Inleiding Achtergrond Indeling rapport
23 23 23
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Profiel Leidenaar Aantal inwoners Leiden Districten Sekse en leeftijd Huishoudsamenstelling Etnische afkomst Opleiding Verdeling beroepsbevolking Huishoudinkomen
24 24 24 25 25 25 26 26 27
GEMEENTE 3 Algemene “overall” beoordeling
28
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Contact en beoordeling gemeentelijke diensten/afdelingen Contact gemeentelijke diensten Wijze contact Beoordeling contact Wachttijden bij bezoek Stadhuis voor producten van burgerzaken Meest belangrijk aan dienstverlening gemeente Tips voor betere dienstverlening gemeente
29 29 30 31 32 32 33
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Gemeentelijke website en elektronische dienstverlening Beschikking internet Gebruik internet en email Bekendheid en bezoek gemeentelijke website Beoordeling gemeentelijke website Elektronische dienstverlening via gemeentelijke website
34 34 35 35 36 37
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9
Gemeentelijke informatievoorziening en Stadskrant Beoordeling gemeentelijke informatievoorziening Bewonersbrief/folder/brochure Wegwijzer Website Stadskrant Nieuwe krant Algemene lokale media: gebruik lokale kranten en bladen Gebruik landelijke dagbladen Gebruik overige lokale/regionale media
38 38 38 39 39 40 41 42 42 43
7 7.1 7.2 7.3
Bekendheid en functioneren B&W en de gemeenteraad Bekendheid taken en beoordeling functioneren college van B en W Bekendheid taken en beoordeling functioneren gemeenteraad Informatie over de raad via website
44 44 45 45
8 8.1 8.2
Bekendheid Rekenkamercommissie Bekendheid Rekenkamercommissie Suggesties voor onderwerpen/problemen
46 46 47
9 9.1 9.2 9.3
Kwaliteit gebouwen voorzieningen Gebruik zes voorzieningen Beoordeling voorzieningen Verbeterpunten
48 48 48 49
10 10.1 10.2
Regionaal Archief Leiden Interesse in geschiedenis van Leiden en omgeving Bekendheid en contact Regionaal Archief Leiden
50 50 51
Stadsenquête Leiden 2008
3
11 11.1 11.2 11.3
Milieustraat Bekendheid en gebruik Milieustraat Gebruiksmotief Milieustraat Kosten en openingstijden
52 52 53 53
KWALITEIT VAN DE LEEFOMGEVING 12 Beoordeling netheid eigen wijk 12.1 Spontaan genoemde prettige onderwerpen aan inrichting buurt 12.2 Spontaan genoemde overlast 12.3 Mate van overlast van zeven voorvallen/activiteiten
54 54 55 56
13 13.1 13.2 13.3
Beoordeling onderhoud eigen wijk Beoordeling onderhoud openbare ruimte Beoordeling diensten Medeverantwoordelijkheid voor de leefbaarheid
57 57 58 59
14 14.1 14.2 14.3 14.4 14.5 14.6 14.7
Groen en Water Beoordeling groen en water in en om Leiden Bezoek groen- en watergebieden binnen en buiten Leiden Bezochte gebieden Belangrijkste reden keuze specifiek groengebied Meest ondernomen activiteit Verbetertips Informatievoorziening rondom groenvoorzieningen
60 60 60 61 62 62 64 64
15 15.1 15.2 15.3 15.4
Klimaatverandering Algemene opinie klimaatverandering Milieubeleid gemeente Milieubewustzijn Leidenaren Tot slot
66 66 67 68 70
16 16.1 16.2 16.3 16.4
Luchtkwaliteit Zorgen over Luchtkwaliteit Maatregelen gemeente Bereidheid Leidenaren tot nemen maatregelen Tips
71 71 72 73 73
17 17.1 17.2 17.3 17.4 17.5 17.6
Waterplan Wateroverlast in en rond het huis Maatregelen genomen om wateroverlast te voorkomen Milieubewust met water Beoordeling Leidse wateren Waterplan Leiden Verbeterpunten
74 74 75 76 77 78 78
18 18.1 18.2 18.3
Meeuwenoverlast Meeuwenoverlast Acties tegen meeuwenoverlast Acties gemeente
79 79 80 81
INKOMEN EN RONDKOMEN 19 Financiële situatie 19.1 Financiële situatie 19.2 Afsluiten van leningen en (wel eens) bezuinigen op primaire levensbehoeften 19.3 Schulden en betalingsachterstanden
82 82 83 84
20 20.1 20.2 203
85 85 86 87
4
Financiële dienstverlening Bekendheid regelingen Gebruik regelingen Bekendheid en gebruik Stadsbank
Stadsenquête Leiden 2008
TOERISME EN VRIJE TIJD 21 Stadsbezoek 21.1 Aantrekkelijke bezoekaspecten Leiden 21.2 Vergelijking historische kern Leiden met andere steden 21.3 Horecabezoek Leiden 21.4 Bezoek musea
89 89 90 90 91
22 22.1 22.2
Levendigheid Is er in Leiden voldoende te beleven? Beoordeling levendigheid Leiden
92 92 92
23 23.1 23.2 23.3
Scheltemacomplex Bekendheid Scheltemacomplex Bezoek Scheltemacomplex Slotopmerkingen
93 93 94 94
24 24.1 24.2 24.3 24.4 24.5 24.6
Bezoek en beoordeling Binnenstad en andere winkelcentra Leiden Dagelijkse boodschappen Bezoek supermarkt Niet-dagelijkse boodschappen Hoe reizen naar Leidse winkelcentra Beoordeling Binnenstad en andere winkelcentra Verbetertips voor de Binnenstad
95 95 95 96 98 99 99
25 25.1 25.2 25.3 25.4
Vakantiepas Doelgroep Ontvangst Vakantiepas Gebruik Vakantiepas Beoordeling en mogelijke uitbreidingen Vakantiepas
100 100 100 101 102
26 26.1 26.2 26.3
Vrijwilligerswerk Aantal vrijwilligers Beschrijving omvang en type vrijwilligerswerk Bekendheid en gebruik Steunpunt Vrijwilligerswerk
103 103 103 104
ZORG 27 Meldpunt Zorg en Overlast 27.1 Bekendheid Meldpunt Zorg en Overlast 27.2 Aanwezigheid zorgwekkende situaties
105 105 106
28 28.1 28.2
WMO/ Serviceloket Zorg Bekendheid en gebruik WMO Bekendheid en gebruik Servicepunt Zorg
107 107 108
VEELKLEURIG LEIDEN 29 Profiel Veelkleurig Leiden 29.1 Aantal inwoners en etniciteit 29.2 Sekse, leeftijd en huishoudsamenstelling 29.3 Opleiding 29.4 Betaald werk (12 uur of meer per week) 29.5 Huishoudinkomen
109 109 109 110 110 111
30 30.1 30.2 30.3 30.4
Multiculturele buurtcontacten Beoordeling eigen buurt en de manier van omgang Mix Leidenaren van Nederlandse en buitenlandse afkomst in de buurt Belang en hoeveelheid buurtcontacten Multiculturele contacten in de eigen buurt
112 112 114 115 116
31 31.1 31.2 31.3 31.4 31.5
Taal, religie en normen en waarden Taal die thuis en buitenshuis gesproken wordt en het zich Nederlander voelen Geloofsovertuiging Belangrijkste normen en waarden Respect voor geloof, aanpassen aan elkaar en behoud eigen cultuur Vijf stellingen over verschillen man/vrouw en homoseksualiteit
117 117 118 119 120 121
Stadsenquête Leiden 2008
5
32 32.1 32.2 32.3
Schoolkeuze en toekomstverwachting kinderen Keuze basisschool Ouderavonden en vrijwilligerswerk op school Stellingen over toekomst kinderen
122 122 123 123
33 33.1 33.2
De sterke punten van Leiden en de taak voor de toekomst Sterke punten Belangrijk in de komende 15 jaar voor Leiden
124 124 125
34 34.1 34.2 34.3 34.4 34.5 34.6
Onderzoekverantwoording Vaststellen vragenlijst Methodologie Steekproeftrekking Responseverantwoording Representativiteit Betrouwbaarheid en nauwkeurigheidsmarges
126 126 126 126 127 127 128
Bijlage A: Overzichtskaart Leiden Bijlage B: Vragenlijst
129 131
6
Stadsenquête Leiden 2008
Onderwerpen per portefeuille College B&W Elk onderwerp in de stadsenquête valt onder een portefeuillehouder. In onderstaand overzicht staan de Leidse wethouders met hun portefeuilles en de onderwerpen uit de Stadsenquête die hieronder vallen.
Gerda van den Berg
Jeugd, Welzijn en Financiën Kwaliteit gebouwen voorzieningen Meldpunt Zorg en Overlast Vakantiepas Veelkleurig Leiden WMO/Servicepunt Zorg
Pieter van Woensel
Ruimtelijke ordening, Binnenstad en Publiekszaken Bekendheid en functioneren B&W Binnenstad en winkelcentra Contact en beoordeling gemeente Elektronische dienstverlening Gemeentelijke informatievoorziening en Stadskrant Overall beoordeling Profielvragen
Jan Jaap de Haan
Cultuur, Werk en Inkomen Financiële dienstverlening Financiële situatie Levendigheid Regionaal Archief Leiden Scheltemacomplex Vrijwilligerswerk
John Steegh
Verkeer en Milieu Beoordeling netheid in eigen wijk Beoordeling onderhoud eigen wijk Groen en water Klimaatverandering Luchtkwaliteit Waterplan Meeuwenoverlast Milieustraat
Marc Witteman
Economie en Sport Stadsbezoek
Griffie
Bekendheid en functioneren raad BekendheidRekenkamercommissie
Stadsenquête Leiden 2008
7
8
Stadsenquête Leiden 2008
SAMENVATTING Het gemeentebestuur van Leiden heeft in de maanden mei-juli 2008 voor het achtste achtereenvolgende jaar de Stadsenquête laten uitvoeren. Het onderzoek heeft telefonisch plaatsgevonden. De animo van de diensten was (wederom) dusdanig groot dat de enquête is gesplitst in meerdere deelonderzoeken die elk aan circa 1200 mensen1 zijn voorgelegd. De lengte van de interviews varieerde tussen de tien en twintig minuten, mede afhankelijk van de spraakzaamheid van de burger. In totaal hebben dit jaar 3.549 inwoners van Leiden van 18 jaar en ouder aan de Stadsenquête meegewerkt. Hier volgt een samenvatting.
Hfst 2. Profiel Leidenaar Leiden heeft op 1 januari 2008 116.891 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit de Gemeentelijke Basis Administratie (aantal inwoners, sekse, leeftijd en etniciteit), als sociaal demografische vragen die gesteld zijn in de Stadsenquête (opleiding, werk en inkomen).
Hfst 3. Algemene beoordeling Sinds 2001 wordt de Leidenaren gevraagd of ze “overall” vinden dat de gemeente het beter, vergelijkbaar of minder heeft gedaan in vergelijking met vorig jaar. In de afgelopen acht jaar ziet de burger de gemeentelijke dienstverlening ieder jaar licht vooruitgaan. Dit jaar wordt dit beargumenteerd door de betere informatievoorziening, communicatie en de snellere dienstverlening. De mogelijkheden op internet spelen hierbij een rol.
Hfst 4. Contact en beoordeling gemeentelijke diensten/afdelingen Jaarlijks heeft meer dan de helft van alle Leidenaren contact met één of meer gemeentelijke diensten. Bijna zes op de tien contacten vindt plaats via een persoonlijk bezoek, een kwart verloopt telefonisch en één op de tien is schriftelijk. Email wordt relatief gezien nog beperkt gebruikt, al valt er de laatste drie jaar wel een toename te constateren. Gemiddeld beoordeelt ruim acht op de tien Leidenaren hun contacten met de gemeente met goed tot uitstekend. Een persoonlijk bezoek wordt het meest positief gewaardeerd, wat overigens mede kan worden beïnvloed door de bezoekreden. Tabel S4: Perc. tevreden over contact (beoordeling goed/uitstekend) Beoordeling contact 2007 86% Beoordeling contact 2008 82% Beeordeling persoonlijk contact/bezoek Beoordeling telefonisch contact Beoordeling schriftelijk contact Beoordeling email contact
87% 79% 66% 68%
De Leidenaren die het afgelopen jaar Burgerzaken hebben bezocht, geven aan bij hun laatste bezoek gemiddeld 18 minuten te hebben moeten wachten voordat ze werden geholpen. Dit is korter dan voorgaande jaren. Driekwart van de klanten vond de wachttijd in het afgelopen jaar acceptabel.
1
Voor enkele onderwerpen volstond het om de vragen voor te leggen aan circa 600 mensen, omdat een uitsplitsing op districtsniveau niet noodzakelijk/niet van toepassing was.
Stadsenquête Leiden 2008
9
Hfst 5. Gemeentelijke website en elektronische dienstverlening Negen op de tien Leidenaren heeft de beschikking over internet. De gestage groei van de laatste jaren van het aantal Leidenaren dat beschikt over internet, lijkt de laatste twee jaar gestabiliseerd. Ook het bezoek aan de gemeentelijke website lijkt de laatste jaren te stabiliseren op ruim de helft van de Leidenaren. De bezoekers bezoeken de website voor gerichte informatie, met name informatie over de openingstijden en procedures met betrekking tot gemeentelijke diensten en producten. Daarnaast wordt de website gebruikt om iets aan te vragen of door te geven en voor informatie over uitgaan/toerisme. Van alle bezoekers van de website kan 85% de gewenste informatie vinden. De website is beoordeeld op vindbaarheid, overzichtelijkheid en volledigheid van de informatie. Alle drie de aspecten worden door acht op de tien gebruikers redelijk tot goed gevonden. De bekendheid van het kunnen aanvragen van een aantal gemeentelijke producten via de gemeentelijke website stijgt en is nu bij zes op de tien Leidenaren bekend. Op dit moment heeft ongeveer een op de tien Leidenaren al eens gebruik gemaakt van het aanvragen van een gemeentelijk product op internet. Om gebruik te maken van deze gemeentelijke diensten, dienen burgers te beschikken over een digitaal identiteitsbewijs, de DigiD. Evenals vorig jaar geeft tweederde van de respondenten aan te weten wat een DigiD is en ruim de helft heeft er een.
Hfst 6. Gemeentelijke informatievoorziening en Stadskrant Vergelijkbaar met voorgaande jaren vindt ruim acht op de tien Leidenaren dat de gemeente hen voldoende op de hoogte houdt van het gemeentelijke nieuws. De gemeente heeft eigen informatiekanalen om haar inwoners te informeren, zoals de Stadskrant, bewonersbrieven, folders, de website en de Wegwijzer. Van deze kanalen hebben de Wegwijzer en de Stadskrant, met bijna 70% gebruikers, het grootste bereik. Naast eigen kanalen zijn er diverse andere lokale media met een groter bereik, waarvan de huis-aan-huisbladen het Leids Nieuwsblad, Witte Weekblad, Het op Zondag en TV-West de belangrijkste zijn. Ruim een kwart van de Leidenaren leest de betaalde krant Leidsch Dagblad dagelijks. De Stadskrant is ook dit jaar beoordeeld op drie aspecten. De beoordeling van leesbaarheid (7,0), interessantheid (6,8) en lay-out (6,8) is vergelijkbaar met vorige jaren. De gemeente denkt erover om samen met partners als de Universiteit, de Kamer van Koophandel, musea en het Leids Uitburo een gezamenlijke nieuwe krant uit te geven. Deze komt in plaats van de Stadskrant en wordt gratis huis aan huis verspreid. Het wordt een krant met zowel gemeentelijke als algemene stadsinformatie. Tweederde van de respondenten verwacht dat dit een verbetering zal zijn en een op de tien niet. Mensen die positief zijn, zijn positief over de toename van culturele informatie, vinden meer informatie prettig of vinden het fijn dat alles bij elkaar staat. Dit moet niet ten koste gaan van de leesbaarheid van de krant.
Hfst 7. Functioneren B&W en de Gemeenteraad Zes op de tien Leidenaren geeft aan bekend te zijn met de taken van het college van Burgemeester en Wethouders en 8% heeft hier het afgelopen jaar mee te maken gehad. De contacten met het college zijn met name beroepsmatige contacten, contacten vanwege een bestemmingsplan, een bouwvergunning, een vergadering of een bezwaarschrift. Van de mensen die bekend zijn met het college van B&W vindt zeven op de tien dat het college redelijk tot goed functioneert, drie op de tien beoordeelt het functioneren met matig tot slecht. Zes op de tien Leidenaren, iets meer dan in 2007, geeft aan bekend te zijn met de taken van de gemeenteraad en 10% hier het afgelopen jaar mee te maken gehad vanwege onderwerpen als het asielzoekercentrum, bestemmingsplan/ herinrichting in eigen wijk/Leiden Oost, beroepsmatige contacten, bouwplannen /vergunningen of voor informatieve bijeenkomsten. Van de mensen die bekend zijn met de taken van de gemeenteraad vindt ruim zes op de tien dat de raad redelijk tot goed
10
Stadsenquête Leiden 2008
functioneert, vier op de tien beoordeelt het functioneren met matig tot slecht. Dit is lager dan de afgelopen drie jaar. Van alle Leidenaren weet 12% een of meerdere raadsleden te noemen en 7% denkt iemand te kennen maar noemt een B&W lid of iemand anders. De meest genoemde raadsleden zijn vaak de fractievoorzitters van de politieke partijen. Een op de tien Leidenaren heeft op de website van de gemeente wel eens informatie over de raad en de genomen besluiten gezocht. Bijna iedereen kan de gewenste informatie vinden.
Hfst 8. Bekendheid Rekenkamercommissie Drie op de tien Leidenaren geeft aan wel eens van de Rekenkamercommissie te hebben gehoord, waarvan de helft alleen van naam en de andere helft ook (globaal) bekend is met wat ze doen. Van de Leidenaren die bekend zijn met de Rekenkamercommissie heeft bijna vier op de tien hier in het afgelopen jaar iets over gehoord of gelezen in bijvoorbeeld de Stadskrant, het Leidsch Dagblad of het Leids Nieuwsblad. Als de mensen gevraagd wordt een voorbeeld te noemen waarbij de Rekenkamercommissie een rol heeft gespeeld, noemt men het vaakst meer in het algemeen de financiële controle op inkomsten en uitgaven/controle boekjaar, op afstand gevolgd door meer specifieke onderwerpen als de RijnGouweLijn en (in mindere mate) het Aalmarktproject. Eenderde van de respondenten heeft wel een suggestie voor een onderwerp waarnaar de Rekenkamercommissie in de toekomst onderzoek zou moeten doen, zoals de RijnGouweLijn, de parkeerproblematiek, onderzoek naar bouwprojecten en de bereikbaarheid van de stad met de auto.
Hfst 9. Kwaliteit gebouwen voorzieningen De gebruikers van sportvoorzieningen, onderwijs, buurthuizen, kinderopvang, huisartsen/tandartsen en culturele voorzieningen hebben voor de vierde keer de gebouwen/accommodaties van deze voorzieningen beoordeeld op hoeveelheid en kwaliteit. De culturele voorzieningen scoren op beide punten het best (7,7 resp. 7,6). De beoordeling van de voorzieningen is grotendeels gelijk aan vorige jaren. Dit jaar scoort de kinderopvang/ peuterspeelzaal lager op hoeveelheid en hoger op kwaliteit. Daarnaast scoren de sportvoorzieningen en het onderwijs dit jaar hoger op kwaliteit. Tabel S9: Beoordeling hoeveelheid en kwaliteit gebouwen van de voorzieningen(gemiddeld cijfer) Hoeveelheid 2008 2004 2005 2006 2004 7,3 Huis-/ tandarts 6,8 7,1 7,2 7,3 7,7 Culturele voorzieningen 7,5 7,6 7,6 7,5 7,4 Sportvoorzieningen 7,1 7,3 7,3 6,9 7,5 Basis-/ speciaal- of voortgezet onderwijs 7,4 7,4 7,4 6,7 7,2 Buurthuizen 7,0 7,0 7,1 6,7 6,8 Kinderopvang/ peuterspeelzaal 6,7 6,9 7,1 7,2
Kwaliteit 2005 2006 7,3 7,4 7,6 7,6 7,0 6,9 6,9 6,5 6,8 6,8 7,3 7,3
2008 7,4 7,6 7,1 6,9 6,9 7,5
Hfst 10. Regionaal Archief Leiden Driekwart van de Leidenaren geeft aan geïnteresseerd te zijn in de geschiedenis van Leiden en omgeving. Drie op de tien Leidenaren heeft het afgelopen jaar historische informatie gezocht, waarvan vrijwel iedereen over de geschiedenis van Leiden en 5% van de zoekers over een stamboom. Zij doen dit met name via internet, de bibliotheek, of kopen een boek. De helft van de Leidenaren kent het Regionaal Archief Leiden van naam en 18% geeft aan hier wel eens contact mee te hebben gehad, waarvan 6% in het afgelopen jaar en 12% meer dan een jaar geleden. Van de mensen die contact hebben gehad met het RAL heeft driekwart de vestiging van het Regionaal Archief bezocht en de helft heeft wel eens op hun website gekeken. Dat het Regionaal Archief informatie over de geschiedenis van Leiden en omgeving biedt is het best bekend: van de
Stadsenquête Leiden 2008
11
mensen die het RAL kennen van naam weet driekwart dit. De website van het RAL is het minst goed bekend, dit is bij ruim vier op de tien bekend.
Hfst 11. Milieustraat Leiden heeft een Milieustraat aan de J.C. Rijpstraat. Vergeleken met de afgelopen jaren is de bekendheid en het gebruik toegenomen. In de Stadsenquête van dit jaar blijkt 85% van de Leidenaren de Milieustraat te kennen, en de helft heeft er in het afgelopen jaar gebruik van gemaakt. Bezoekers komen er jaarlijks meestal één of enkele keren, met name voor het inleveren van grof huishoudelijk afval en bouw- en sloopafval. Van de Leidenaren die bekend zijn met de Milieustraat weet bijna de helft dat het gebruik veelal gratis is en ruim vier op de tien zegt bekend te zijn met de openingstijden. Driekwart weet dat de Milieustraat op zaterdag open is.
Hfst 12. Beoordeling netheid eigen wijk Leidenaren vinden het groen in de buurt en de rustige woonomgeving de meest prettige punten aan de inrichting van de wijk. Als grootste bron van irritatie wordt, net als in eerdere jaren, zwerfvuil het vaakst genoemd. Als de Leidenaren zeven mogelijke vormen van overlast voorgelegd krijgen, blijkt men de meeste overlast te ondervinden van zwerfvuil en hondenpoep. Een kwart van de Leidenaren zegt hier behoorlijke overlast van te hebben. Het is positief dat de overlast van hondenpoep de laatste jaren is afgenomen en ook de overlast van zwerfvuil is dit jaar afgenomen. Aan de andere aspecten die gemeten zijn zoals onkruid, drijfvuil op water, graffiti, stankoverlast en wildplakken irriteren zich minder mensen en de gevoelde overlast is redelijk gelijk gebleven ten opzichte van voorgaande jaren.
Hfst 13. Beoordeling onderhoud in eigen wijk Het onderhoud van de openbare ruimte in de eigen wijk wordt gemiddeld genomen met een 6,7 gewaardeerd. Dit is vergelijkbaar met vorige jaren. Desgevraagd baseren evenals vorige jaren de meeste mensen hun oordeel op het onderhoud en vegen van straten en wegen en het onderhoud van het groen. Bij de beoordeling van een achttal specifieke onderhoudsaspecten is te zien dat het onderhoud van de verkeersvoorzieningen het hoogst wordt beoordeeld en het onderhoud en vegen van de straten en wegen het laagst. De resultaten zijn globaal vergelijkbaar met eerdere jaren. Tabel S13: Beoordeling “Overallcijfer” onderhoud openbare ruimte in eigen wijk en acht specifieke aspecten (berekend cijfer) 2001-2003 2004-2005 2006 2007 2008 6,7 Gem. “Overall” cijfer 6,7 6,6 7,1 Onderhoud verkeersvoorzieningen 7,1 7,0 Het ophalen van vuilnis 7.0 6,9 6,8 6,9 6,9 Onderhoud groen eigen wijk 6,5 6,6 6,9 7,0 6,9 Onderhoud speeltoestellen 6,9 7,0 6,9 Onderhoud watergangen 6,8 6,9 6,7 Onderhoud straatmeubilair 6,9 6,8 6,6 Vegen straten/wegen 6,4 6,5 6,7 6,6 Onderhoud straten/wegen 6,5 6,4 6,7 6,5 6,6
Een kwart van de Leidenaren geeft aan in de afgelopen 12 maanden actief te zijn geweest om de leefbaarheid te vergroten. Dit is lager dan in eerdere jaren. Zij doen dit voornamelijk door mee te helpen de straat schoon te houden en/of het verzorgen van het groen, of (in mindere mate) door sociale controle en betrokken te zijn bij de buurtcommissie/buurtactiviteiten.
12
Stadsenquête Leiden 2008
Hfst 14. Groen en water Ruim negen op de tien Leidenaren heeft in de afgelopen 12 maanden een groengebied binnen of buiten Leiden bezocht, bijna de helft doet dit zelfs wekelijks of vaker. Leidenaren waarderen de hoeveelheid en de kwaliteit van het groen en water in Leiden de afgelopen jaren steeds iets hoger en het groen en water in de regio meer constant. Tabel S14: Beoordeling hoeveelheid en kwaliteit groen en water (gemiddeld cijfer) 2004 Hoeveelheid en kwaliteit groen en water binnen Leiden 6,7 Hoeveelheid een kwaliteit groen en water buiten Leiden 7,3
2005 6,8 #
2006 6,9 7,4
2008 7,1 7,4
Binnen Leiden worden de grachten en singels, Leidse Hout en Cronesteyn het meest bezocht, gevolgd door de parken in de wijk. Buiten Leiden worden met name de duinen/strand en in mindere mate Vlietlanden het meest bezocht. De belangrijkste reden om een voor een bepaald groen-/ watergebied binnen Leiden te kiezen is de nabijheid en de goede bereikbaarheid. Als men een gebied buiten Leiden bezoekt zoekt men meer een gebied dat mooi is qua landschap, natuur of rust en ruimte. De gebieden worden vooral bezocht om te wandelen en in mindere mate om recreatief te fietsen, gewoon lekker niets te doen of om met de kinderen te spelen. In het rapport worden per groen-/watergebied de meest ondernomen activiteiten genoemd. Voor vier onderwerpen die betrekking hebben op het groen in de Leidse regio: wandel/fietsroutes, excursies/evenementen, planten/dieren en onderhoud groen vindt gemiddeld ongeveer de helft van de Leidenaren het belangrijk hiervan op de hoogte te worden gehouden. Tweederde van hen vindt dat ze hier voldoende informatie over kunnen krijgen, eenderde vindt van niet. De Leidenaren die op zoek gaan naar informatie hierover doen dit met name via internet (google). Huis-aan-huiskranten worden relatief vaak gebruikt voor informatie over excursies en evenementen, boeken relatief vaker voor informatie over planten en dieren en over wandel- en fietsroutes. Van alle mensen die informatie hebben gezocht, heeft acht op de tien de gewenste informatie gevonden.
Hfst 15. Klimaatverandering Acht op de tien Leidenaren is van mening dat het klimaat de laatste tien jaar aan het veranderen is. Qua belangrijkheid staat het onderwerp klimaatverandering bij de meeste Leidenaren op vergelijkbare hoogte met onderwerpen als zorg, financiën en vrede en veiligheid. Negen op de tien Leidenaren geeft aan het afgelopen jaar regelmatig iets over klimaatverandering te hebben gehoord of gelezen. Driekwart van de Leidenaren kan een voorbeeld noemen van hoe zij zelf merken dat het klimaat verandert. Zij noemen met name dat de zomers natter en warmer, en de winters zachter zijn en de hogere gemiddelde temperatuur. Van alle Leidenaren zegt 14% globaal te weten hoe de gemeente wil bijdragen aan deze problematiek, waarbij als voorbeelden afvalscheiding, minder auto’s (vooral in de binnenstad), beter OV in de stad en het propageren van spaarlampen en zonnepanelen worden genoemd. De Leidenaren zien hierbij voorlichting en informatie als belangrijkste taak van de gemeente, op afstand gevolgd door autoluw maken van de binnenstad, het stimuleren van afvalscheiding en het stimuleren van milieuvriendelijke keuzes. De acties die de gemeente heeft lopen, te weten Verlicht Wonen en Warm Wonen, met informatie over mogelijke elektriciteit- en energiebesparende maatregelen zijn slechts bij een klein deel van de Leidenaren bekend.
Stadsenquête Leiden 2008
13
Negen op de tien Leidenaren geeft aan in meer of mindere mate bewust milieuvriendelijk bezig te zijn bij het doen van aankopen of bij hun doen en laten. Van deze groep is tweederde een beetje bewust een eenderde erg. Zij noemen hierbij met name dat ze hun afval scheiden en zuinig omgaan met water en/of elektriciteit en in mindere mate de auto laten staan en gebruiken van de fiets, milieuvriendelijke of biologische producten kopen en/of het gebruiken spaarlampen. Van alle Leidenaren heeft ruim acht op de tien spaarlampen in huis, heeft zes op de tien een waterbesparende douchekop, maakt vier op de tien gebruik van groene stroom en heeft 12% een regenton. Van de Leidenaren met een koopwoning heeft negen op de tien dubbel glas, driekwart geeft aan dat hun dak is geïsoleerd en tweederde heeft een HR-ketel. Van zonnepanelen en/of zonneboilers wordt nauwelijks gebruik gemaakt. Komend jaar denkt eenderde van de Leidenaren meer milieubewust te gaan leven. Of ze dit daadwerkelijk zullen gaan doen, zal de toekomst uitwijzen. Ook als gevraagd wordt of ze bij aankoop van apparaten de voorkeur hebben voor energiezuinige apparaten blijkt dat de wil om energie zuinig te zijn er wel is.
Hfst 16. Luchtkwaliteit De laatste jaren komt steeds vaker de luchtkwaliteit in het nieuws, met name in stedelijk gebied. Bijna de helft van de Leidenaren maakt zich hier wel eens zorgen over. Deels is dit een algemene zorg, deels betreft het bepaalde delen van Leiden. Genoemd worden met name het Centrum, de Morsweg en de Willem de Zwijgerlaan en in mindere mate de Breestraat, Hooigracht, hoofdwegen en Churchillaan. De genoemde gebieden worden met name gekozen vanwege het verkeer (veel verkeer, bussen, files). De gemeente gaat maatregelen nemen om de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren. Over zes maatregelen is de Leidenaren gevraagd of ze hiervan wisten. Het gebruik van schonere auto’s in het gemeentelijk wagenpark en het verbeteren van de infrastructuur voor voetgangers en fietsers zijn het best bekend: drie op de tien Leidenaren weet hier van. Het minst bekend is de Campagne Leidse Luchtwerken. Vrijwel alle maartregelen die de gemeente in gedachten heeft, worden in principe door de Leidenaren ondersteund. Het meest positief is men over het verbeteren van wandel- en fietspaden en relatief het minst over het witte fietsenplan. Ook is de Leidenaren met een auto concreet gevraagd worden naar hun wil mee te helpen om de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren. Uit de antwoorden blijkt dat de wil er wel is.
Hfst 17. Waterplan Dit hoofdstuk behandelt water als bron van overlast, als schaarstegoed en als leefkwaliteit. Drie op de tien Leidenaren heeft in of rond het huis wel eens te maken met wateroverlast. Mensen met een koopwoning, met een woning op de begane grond en inwoners uit Binnenstad Zuid hebben hier vaker last van. Zij hebben dit globaal even vaak in de eigen woning, als in hun tuin/balkon of net buiten hun eigen terrein, meestal door binnenstromend regenwater en lekkages binnenhuis. Buiten de woning gaat het met name om water dat moeilijk weg kan bij hevige regenval. Een kwart van de Leidenaren geeft aan maatregelen genomen te hebben om wateroverlast te voorkomen. Zij hebben bijvoorbeeld hun tuin verhoogd, dakgoten verbeterd, de verhuurder laten komen of putjes schoongemaakt. Van alle Leidenaren geeft 13% aan net buiten het eigen terrein wateroverlast te ondervinden. Van hen vindt de helft de overlast zo dringend dat de gemeente hier maatregelen zou moeten nemen, echter van hen heeft slechts de helft hierover contact opgenomen met de gemeente.
14
Stadsenquête Leiden 2008
Milieubewust met water Van alle Leidenaren geeft negen op de tien aan in meer of mindere mate bewust te proberen het water niet te vervuilen. Zij spoelen geen verfresten of chemische middelen door het riool, gebruiken zoveel mogelijk milieuvriendelijke producten gebruiken, gebruiken geen chemische ontstopper en zijn zuinig met water. Beoordeling Leidse wateren Leiden kent diverse grachten, sloten, vijvers en andere wateren. Als gevraagd wordt naar de mooiste waterplekken in Leiden dan worden de singels en grachten veruit het meest genoemd en meer specifiek het Rapenburg en de Witte Singel. Het meest lelijk worden de sloten en vijvers in de wijken en parken gevonden. Van alle Leidenaren beoordeelt bijna acht op de tien de kwaliteit van de Leidse wateren als (zeer) goed en ruim twee op de tien is hier ontevreden over. De mensen die ontevreden zijn over de Leidse wateren geven als reden dat er afval in het water drijft, het er vies uit ziet en het niet helder is. Waterplan Leiden heeft een waterplan, om knelpunten en kansen op het gebied van water in Leiden te onderzoeken en aan te pakken. Van alle Leidenaren geeft 14% aan hiervan op de hoogte te zijn. Bijna de helft van de Leidenaren heeft vertrouwen in de aanpak van de gemeente, de helft kan geen oordeel geven en 8% is negatief. Deze laatste groep ziet teveel vuil in het water, vindt het water vies of stinken, denkt dat er niets aan wordt gedaan of ziet de gemeente nooit bezig. In het rapport staan door de Leidenaren genoemde verbetertips om kwaliteit van de Leidse wateren te verbeteren.
Hfst 18. Meeuwenoverlast Bijna de helft van de Leidenaren ondervindt overlast van meeuwen bij hen in de buurt. In de Binnenstad is de gevoelde overlast het grootst. De overlast bestaat met name uit geluidsoverlast, meeuwenpoep en kapotte vuilniszakken/rotzooi op straat. De overlast is vergelijkbaar met vorig jaar. Van de Leidenaren die overlast van meeuwen ondervinden heeft drie op de tien zelf pogingen gedaan om de overlast te verminderen, met name door vuilniszakken pas kort van tevoren buiten te zetten en etensresten niet buiten te laten slingeren. Van de mensen die pogingen hebben gedaan geeft tweederde aan dat dit (deels) effect heeft gehad. De gemeente probeert op verschillende manieren de overlast van meeuwen te verminderen. Acht op de tien Leidenaren weet dat de gemeente hier pogingen toe doet. Zij hebben hier vooral via de plaatselijke kranten van gehoord, op grote afstand gevolgd door een brief van de gemeente (ruim een jaar geleden verstuurd), via bekenden of via de regionale TV.
Hfst 19. Financiële situatie Ruim tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, bijna een kwart komt net rond en een op de tien kan moeilijk rondkomen. Bijna een kwart vindt zijn/haar eigen financiële situatie verbeterd, ruim zes op de tien ziet geen verandering en bijna twee op de tien vindt dat hun inkomenspositie is verslechterd. Dit geeft een positief saldo van + 5. Dit is minder goed dan vorig jaar, maar beter dan de jaren daarvoor.
Stadsenquête Leiden 2008
15
Het percentage Leidenaren dat zegt dat ze in het afgelopen jaar door een tekort aan financiële middelen wel eens te hebben moeten bezuinigen op primaire levensbehoeften neemt sinds 2005 af. Het percentage Leidenaren met schulden is dit jaar voor het eerst lager dan 10%. Grafiek S19: Ontwikkeling financiële situatie, % dat bezuinigt op levensbehoeften en % met schulden (‘01 – ’08) 29% 26% 24%23% 20% 19% 17% 17% 11%
13%
11%
12%12%11%11% 10%11%10% 9%
5% 1% saldo financiele situatie
bezuinigen levensbehoeften
schulden
-8% -11% -13%
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Van alle Leidenaren heeft 4% in het afgelopen jaar een betalingsachterstand (gehad) op hun vaste lasten of lening. Van hen geeft drie op de tien, dus 1% van alle Leidenaren, aan door de schulden in de problemen te zijn gekomen. Lagere inkomensgroepen en 50-plussers geven per saldo vaker aan dat hun inkomenspositie is verslechterd, de hogere inkomensgroepen en jongeren zien per saldo vaker een verbetering. Ook hebben lagere inkomensgroepen vaak meer moeite om rond te komen, ze moeten vaker bezuinigen op hun primaire levensbehoeften en ze hebben vaker schulden. Jongeren tot 34 jaar hebben vaker schulden.
Hfst 20. Financiële dienstverlening Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen lager dan 110% van het voor hen geldende sociaal minimum. De regeling Kwijtschelding Gemeentelijke Belastingen en de Bijzondere Bijstand zijn het bekendst, de Langdurigheidstoeslag is van de zeven het minst bekend. Ruim driekwart kent minimaal één of meerdere van de regelingen en ruim eenderde van de mensen met een lager inkomen maakt van minimaal één van de regelingen gebruik. De resultaten zijn globaal vergelijkbaar met eerdere jaren. Inwoners van Leiden kunnen bij de Stadsbank terecht voor financieel advies, leningen en voor hulp bij het oplossen van schulden en budgetbeheer. Vergelijkbaar met vorige jaren kent bijna zes op de tien Leidenaren de Stadsbank, waarvan ruim driekwart ook kan noemen waarvoor men er terecht kan. Van de Leidenaren heeft 3% (veelal mensen met een lager inkomen) er, bijna allemaal naar tevredenheid, gebruik van gemaakt. Van de Leidenaren die nog nooit gebruik hebben gemaakt van de Stadsbank kan 8% zich voorstellen dat ze dit in de toekomst misschien wel gaan doen. Een grote meerderheid denkt echter van niet, veelal vanwege hun huidige (hoge) inkomen.
16
Stadsenquête Leiden 2008
Hfst 21. Stadsbezoek De stad Leiden is onlosmakelijk verbonden met zijn historische kern. Ruim zeven op de tien Leidenaren wandelt wel eens rond om van hiervan te genieten. Zij vinden de historische kern met name aantrekkelijk vanwege het historische karakter van de (oude) binnenstad, de musea, de binnenstad, de gezelligheid/sfeer en de grachten/singels. De historische kern van Leiden wordt met een 7,7 beoordeeld. Vergeleken met drie andere historische steden: Delft, Haarlem en Dordrecht beoordelen Leidenaren hun eigen stad het hoogst. Leiden kent vele musea. Ruim de helft van de Leidenaren heeft in de afgelopen 12 maanden één of meer Leidse musea bezocht. Evenals in voorgaande jaren lijken Naturalis en het Rijksmuseum voor Volkenkunde weer de meest bezochte musea voor Leidenaren, gevolgd door het Rijksmuseum van Oudheden en Stedelijk museum De Lakenhal. Ook is in dit hoofdstuk naar het horecabezoek gekeken. Negen op de tien Leidenaren heeft in het afgelopen jaar wel eens een horecagelegenheid in Leiden bezocht om er iets te eten of te drinken. Het bezoek van de verschillende onderdelen is in grote lijnen vergelijkbaar met vorig jaar.
Hfst 22. Levendigheid Evenals in 2006 vindt bijna negen op de tien inwoners van Leiden dat er genoeg te beleven is of wordt georganiseerd in Leiden, een op de tien vindt dit niet. Gemiddeld wordt de levendigheid met een 7,1 beoordeeld. Dit is lager dan twee jaar geleden, toen het gemiddelde een 7,3 was.
Hfst 23. Scheltemacomplex Ruim de helft van de Leidenaren heeft wel eens van het Scheltemacomplex gehoord. Zij omschrijven het complex meestal in termen als een cultureel centrum, een multifunctioneel gebouw, een verzamelgebouw voor kunst en theater, een combinatie van theater en horeca of door sommige Leidenaren wat vrijer vertaald met "dineren & festiviteiten" of “een grand café met optredens". Stedelijk Museum De Lakenhal en Scheltema horeca zijn het best bekend, op afstand gevolgd door Theaterensemble De Veenfabriek en de Faculteit der Kunsten. Bijna een kwart van alle Leidenaren is wel eens in het Scheltemacomplex geweest, meestal een of twee keer per jaar. De Leidenaren die er wel eens zijn geweest komen er met name voor het restaurant of een tentoonstelling en in mindere mate voor een theatervoorstelling, het café of de Lakenhal. Veel bezoekers vinden het een bijzonder, mooi, sfeervol gebouw dat mooi gerenoveerd is en zijn blij met de mogelijkheden die geboden worden. Als verbetertip wordt genoemd dat er meer gedaan kan worden aan de promotie van het complex en de activiteiten en de zichtbaarheid van het complex van de buitenkant.
Hfst 24. Binnenstad en winkelcentra De meeste Leidse huishoudens doen 2 à 3 keer in de week hun dagelijkse boodschappen. Waar men de dagelijkse boodschappen doet is, logischerwijs, afhankelijk van waar men woont. Gemeten over de twee meest bezochte supermarkten per Leidenaar is de Albert Heijn favoriet, gevolgd door Digros, Hoogvliet en C1000. Vergeleken met eerdere metingen gaan mensen vaker naar Albert Heijn en minder vaak naar de Digros.
Stadsenquête Leiden 2008
17
Om meer inzicht te krijgen in de koopkrachtbinding van Leiden voor niet-dagelijkse boodschappen is, evenals in eerdere jaren, de Leidenaren gevraagd waar ze een aantal veel gekochte artikelsoorten kopen. Drogisterij- en parfumerie artikelen worden door ruim negen op de tien kopers meestal in Leiden gekocht, schoenen, lederwaren, kleine elektrische apparaten en kleding door acht op de tien. Alleen voor meubels en woninginterieur gaat men meestal ergens anders naar toe in of buiten de Leidse regio, met name naar Leiderdorp of Zoeterwoude. Driekwart van de Leidenaren winkelt wel eens gewoon voor de gezelligheid. Naast Leiden worden met name Den Haag en in mindere mate Amsterdam wel eens bezocht voor fun-shopping. Vrijwel alle Leidenaren bezoeken wel eens de binnenstad. Daarnaast bezoekt een deel van de Leidenaren ook wel eens een ander winkelcentrum in Leiden, waarbij de Luifelbaan/ Bevrijdingsplein en de Kopermolen het vaakst genoemd worden. Het meest gebruikte vervoermiddel naar de winkelcentra is de fiets. Beoordeling van de vijf meest bezochte winkelcentra op zeven aspecten geeft te zien dat de binnenstad op sfeer en horeca hoger wordt beoordeeld dan de overige winkelcentra in Leiden. Op bereikbaarheid en parkeren scoort de binnenstad aanzienlijk lager. De meest genoemde verbetertips voor de binnenstad hebben dan ook betrekking op deze twee aspecten.
Hfst 25. Vakantiepas Van alle kinderen die afgelopen jaar op de basisschool zaten heeft acht op de tien zeker de VakantiePas gehad, 14% heeft er zeker geen gehad en 6% weet dit niet meer. Vergeleken met twee jaar geleden kunnen meer mensen zich de VakantiePas herinneren. Van de kinderen die (zeker) een VakantiePas hebben gekregen, heeft ruim de helft deze ook gebruikt, vaak voor meerdere activiteiten. De kinderen die geen gebruik van de pas hebben gemaakt, gebruiken de pas vaak niet vanwege de (lange) vakantie en andere bezigheden/activiteiten. De ontvangers vinden de Vakantiepas over het algemeen een goed initiatief met leuke, diverse activiteiten, je wordt op ideeën gebracht en het is goed voor mensen met een lager inkomen. De mensen die verbetertips noemen, denken aan (nog) meer variatie, mogelijk iets dichterbij huis en misschien wat meer activiteiten voor jonge kinderen. De website van de Vakantiepas is nog niet zo bekend. Momenteel is de VakantiePas alleen geldig in de zomervakantie. Als er een pas zou komen voor andere vakanties, dan zou driekwart van de huidige ontvangers hier (mogelijk) gebruik van maken. Dit hangt af van of ze zelf op vakantie zijn, de interessantheid van de activiteiten, wat de kinderen zelf willen en het weer.
Hfst 26 Vrijwilligerswerk Bijna drie op de tien Leidenaren verricht op dit moment vrijwilligerswerk. Sinds 2001 is het percentage vrijwilligers dat in de Stadsenquête gemeten wordt ieder jaar licht gestegen. De meeste vrijwilligers zijn werkzaam binnen de gemeente Leiden en besteden enkele uren per week aan het vrijwilligerswerk. Vrijwilligers zijn relatief vaak werkzaam bij een sportvereniging, kerkelijke of levensbeschouwelijke organisaties, de zorg- en dienstverlening, onderwijs en kunst en cultuur. Het vrijwilligerswerk in Leiden wordt gecoördineerd door het Steunpunt Vrijwilligerswerk/WAVeS. Bijna vier op de tien Leidenaren is hiermee bekend en 4% maakt er gebruik van. De resultaten zijn vergelijkbaar met voorgaande jaren.
18
Stadsenquête Leiden 2008
Hfst 27. Meldpunt Zorg en Overlast Bij het Meldpunt Zorg en Overlast kunnen mensen situaties melden van mensen die niet goed voor zichzelf kunnen zorgen en waarover men zich ernstige zorgen maakt of waarvan men overlast ondervindt. Van alle Leidenaren kent vier op de tien dit Meldpunt van naam. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. Zij zijn hiervan met name op de hoogte gekomen via huis-aan-huiskranten, vrienden/ kennissen of via het werk. Van alle Leidenaren kent 8% één of meerdere personen in hun buurt die in een zorgwekkende situatie leven. 18-34 jarigen, bewoners van stadsdeel Midden en mensen met een lager inkomen kennen vaker mensen in dit soort situaties. Van degenen die op de hoogte zijn van zorgelijke situaties bij hen in de buurt geeft zes op de tien aan dat zij hierover, indien de situatie erom vraagt, mogelijk contact zouden opnemen met het Meldpunt. De resterende vier op de tien zou dit niet doen.
Hfst 28. WMO/Serviceloket Zorg Op 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) ingegaan. Vanaf deze datum zijn de gemeenten verantwoordelijk voor zaken als de voormalige WVG-voorzieningen, hulp bij het huishouden, verzorging en verpleging, mantelzorgondersteuning, maaltijdverzorging en klussendiensten. Ruim vier op de tien Leidenaren heeft van de WMO gehoord en 4% heeft hier gebruik van gemaakt. De bekendheid is vergelijkbaar met vorig jaar en het gebruik iets hoger. Om burgers hierover zo goed mogelijk te informeren heeft de gemeente een Servicepunt Zorg opgezet. Inmiddels heeft eenderde van de Leidenaren hiervan gehoord en 3% heeft hier gebruik van gemaakt. 50-64 jarigen zijn het best bekend met het Servicepunt en 50-plussers maken er vaker gebruik van. Bijna negen op de tien gebruikers is tevreden over dit Servicepunt.
Hfst 29. Profiel Veelkleurige Leidenaar Driekwart van de Leidenaren is van Nederlandse afkomst en een kwart van buitenlandse afkomst, waarvan: 4% Marokko, 2% Turkije, 2% Suriname, 1% Antillen/Aruba, 6% overige niet-westerse landen en 12% westerse landen. Om inzicht te krijgen in de overeenkomsten en verschillen in normen, waarden, integratie en contacten tussen de vijf grootste etnische groepen van Leiden is dit jaar voor de tweede keer (eerste keer in 2005) de monitor Veelkleurig Leiden gehouden. Qua demografisch profiel valt op dat de gemiddelde leeftijd van Leidenaren van Turkse, Marokkaanse en Antilliaanse afkomst aanzienlijk lager is dan van autochtone Leidenaren. Ook is te zien dat Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst gemiddeld minder hoog opgeleid zijn en hun gemiddelde huishoudinkomen aanzienlijk lager ligt vergeleken met het Leids gemiddelde.
Hfst 30. Multiculturele buurtcontacten Evenals in 2005 vindt negen op de tien Leidenaren hun eigen buurt prettig om in te wonen, vindt dat buurtgenoten prettig met elkaar omgaan en is redelijk tot goed tevreden over de mix van bewoners van Nederlandse en buitenlandse afkomst in hun buurt. Als gevraagd wordt wat Leidenaren positief aan hun buurt vinden, dan accentueren Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst wat vaker de prettige buurt en benoemen minder vaak het groen als positief punt. Daarnaast noemen Marokkanen relatief vaker de vriendelijke mensen. Als mindere punten van de buurt benadrukken Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst minder vaak de parkeerproblemen en het zwerfvuil, maar vaker de beperkte speelmogelijkheden voor kinderen.
Stadsenquête Leiden 2008
19
Acht op de tien Leidenaren vindt het belangrijk dat buurtgenoten praatjes met elkaar maken. Het belang dat gehecht wordt aan sociale contacten geldt voor alle bevolkingsgroepen. De meeste Leidenaren hebben ook daadwerkelijk regelmatig contact met buurtgenoten. Wel geldt dat Leidenaren van allochtone afkomst relatief iets minder buurtcontacten hebben. Van de contacten die Leidenaren hebben, blijken Leidenaren van allochtone afkomst relatief veel multiculturele contacten te hebben, terwijl zes op de tien autochtone Leidenaren aangeeft nagenoeg geen contacten te hebben met buurtbewoners van een andere etnische afkomst. Multiculturele contacten vinden plaats in de buurt, op het werk, in de winkel, binnen de eigen kennissenkring, tijdens het sporten en op school. Acht op de tien Leidenaren vindt dat ze voldoende contact hebben met mensen van een andere afkomst. Veel Leidenaren, in gelijke mate van alle afkomsten, denken mee over hoe het samenleven van burgers van meerdere culturen in hun buurt of stad (verder) verbeterd kan worden. Een bloemlezing van de ideeën is in het rapport opgenomen.
Hfst 31. Taal, religie en normen en waarden Van de Leidenaren van buitenlandse herkomst, geven Surinamers en Antillianen het vaakst aan dat ze zich meer Nederlander dan buitenlander voelen. Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst voelen zich daarentegen beduidend vaker buitenlander dan Nederlander. Dit gevoel is ook sterker geworden dan in 2005. Een groot deel van de Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst spreekt thuis hun moedertaal (eventueel afgewisseld met het Nederlands). Voor Leidenaren van Surinaamse afkomst geldt dit in veel mindere mate. De gesproken taal hangt deels samen met het feit of de hoofdbewoners in het huis eerste of tweede generatie buitenlander zijn (zelf wel of niet in Nederland geboren). Logischerwijs spreekt men buitenshuis vaker Nederlands dan thuis. Tabel S31a: Taal die meestal thuis en buitenshuis wordt gesproken Turkije Marokko Thuis Buiten Thuis Buiten Nederlands 22% 55% 18% 73% Moedertaal 42% 15% 32% 5% Beide talen evenveel 37% 30% 50% 23% Totaal 100% 100% 100% 100%
Suriname Thuis Buiten 84% 96% 5% 0% 11% 4% 100% 100%
Antillen en Aruba Thuis Buiten 73% 86% 8% 2% 19% 12% 100% 100%
Evenals in 2005 rekent eenderde van alle Leidenaren zich tot een geloofsovertuiging. Voor Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst ligt dit percentage met ongeveer negen op de tien het hoogst. Voor autochtonen en Leidenaren van Surinaamse en Antilliaanse afkomst is het Christendom het belangrijkste geloof, voor Leidenaren van Turkse en Marokkaanse is dit de Islam. Leidenaren van Surinaamse afkomst noemen in mindere mate ook het Hindoeïsme. Tabel S31b: % Leidenaren dat zich tot een geloofsovertuiging rekent Totaal 2005 33% Totaal 2008 32% Nederland 27% Turkije 86% Marokko 92% Suriname 55% Antillen/ Aruba 48%
20
Stadsenquête Leiden 2008
Van alle Leidenaren bezoekt een kwart wel eens een kerk, moskee of tempel om het geloof te belijden. Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst gaan beduidend vaker naar een gebedshuis dan de andere etnische groepen en ook vaker dan in 2005. Van alle mensen die wel eens naar een kerk, moskee of tempel gaan is drie op de tien daar vrijwilliger. Normen en waarden Als Leidenaren gevraagd wordt naar de belangrijkste normen en waarden, blijkt men respect het meest te noemen, gevolgd door vriendelijk zijn, tolerant, de buurt schoon houden, mensen in hun waarde laten, praten en aan de regels houden. Er zijn ook weinig verschillen tussen de verschillende etnische groepen. De Leidenaren zijn aansluitend een drietal normen en waarden voorgelegd. Respect voor ieders geloof wordt door vrijwel iedereen belangrijk gevonden. Zeven op de tien Leidenaren vindt het belangrijk dat buurtbewoners zich aanpassen aan medebewoners en bijna zeven op de tien vindt het belangrijk dat iedereen de vrijheid heeft om de eigen cultuur, opvoeding en geloof te behouden. Leidse Marokkanen en Turken vinden dit laatste relatief belangrijker dan de andere etnische groepen. Gemiddeld scoort Leiden een kleine 7 op deze drie waarden en normen. Het valt op dat Leidenaren met een Islam religie (met name Turkse en Marokkaanse Leidenaren) de huidige situatie van respect voor en behoud van het eigen geloof hoger beoordelen dan de overige Leidenaren. Normen en waarden worden deels gevormd door iemands culturele en religieuze achtergrond. Om dit meer te concretiseren zijn de respondenten vijf stellingen voorgelegd die ingaan op de rol van de vrouw en homoseksualiteit. Afhankelijk van het onderwerp bestaan er nog duidelijke verschillen in opvattingen tussen de verschillende etnische groepen. Vrijwel iedereen vindt dat jongens en meisjes dezelfde kansen moeten krijgen om door te leren en vindt het goed als getrouwde vrouwen werken in plaats van voor hun gezin zorgen. In 2005 vond twee op de tien Marokkaanse Leidenaren dit laatste nog een probleem, dit jaar beoordelen zij dit gelijk aan de andere etnische groepen. Leidenaren van Marokkaanse of Turkse afkomst geven vaker aan dat het ongewenst is dat ongehuwde meisjes zelfstandig wonen. Homoseksualiteit, met name binnen de eigen gemeenschap, ligt onder Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst gevoeliger. Tabel S31c: Vijf stellingen (% (helemaal) eens)
Jongens en meisjes moeten zelfde kansen krijgen om door te leren Zelfstandig wonen ongehuwde meisjes is ongewenst Getrouwde vrouwen moeten voor gezin zorgen ipv te werken Homoseksuele leraar maakt niet uit Maakt niet uit of kind homoseksueel is
Totaal 2005 100% 7% 6%
Totaal 2008 100% 8% 9%
Nederland 100% 5% 9%
Turkije
93% 86%
91% 87%
92% 91%
100% 30% 6%
Marokko 100% 36% 7%
Suriname 100% 10% 5%
Antillen/ Aruba 100% 4% 3%
72% 35%
79% 24%
92% 79%
97% 95%
Hfst 32. Schoolkeuze en toekomstverwachting kinderen Aan mensen met jonge kinderen is gevraagd wat voor hen belangrijke aspecten zijn bij de keuze voor een basisschool. Voor alle onderscheiden etnische groepen geldt dat de kwaliteit van het onderwijs voorop staat. Andere belangrijke aspecten zijn: hoe ver de school van huis is, de sfeer op school, de geloofsovertuiging van de school en het percentage allochtone leerlingen. Evenals in 2005 geeft tweederde van alle ouders met kinderen op de basisschool aan het afgelopen schooljaar actief te zijn geweest als vrijwilliger op school. Ouders van Nederlandse afkomst zijn relatief veel vaker actief als vrijwilliger in vergelijking met ouders van buitenlandse afkomst. Evenals in 2005
Stadsenquête Leiden 2008
21
heeft negen op de tien ouders wel eens een ouderbijeenkomst bezocht. Dit geldt voor alle onderscheiden etnische groepen in vergelijkbare mate. Ouders hebben veelal bepaalde wensen of verwachtingen voor hun kinderen. Deze verschillen per persoon, maar zijn deels cultuurafhankelijk. Zo vinden Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst het relatief aanzienlijk vaker belangrijk dat hun kinderen het in de maatschappij verder schoppen dan zij, maar ook het hebben van een eigen bedrijf en het stichten van een gezin wordt door hen belangrijker gevonden. Tabel S32: Drie stellingen, percentage (helemaal) eens
Mijn kinderen moeten het in de maatschappij verder schoppen dan ik Een eigen bedrijf beginnen zie ik als het ideaal voor mijn kinderen Mijn kinderen zijn voor mij pas geslaagd als ze een gezin stichten
Totaal 2005 32% 13% 8%
Totaal Neder- Turkije Marok2008 land ko 38% 34% 78% 88% 18% 16% 51% 58% 10% 7% 42% 47%
Suri- Antillen/ name Aruba 54% 52% 31% 26% 18% 8%
Hfst 33. Sterke punten van Leiden en taak voor de toekomst Als gevraagd wordt naar de sterke punten die Leiden in 2020 zeker moet hebben behouden, dan denken de Leidenaren hierbij met name aan de cultuurhistorie van Leiden, met z’n historische binnenstad en rijke geschiedenis, op afstand gevolgd door het de hoeveel groen/parken, de binnenstad, de sfeer van de stad, de cultuur en Leiden als Universiteitstad. Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst benadrukken minder vaak het historische aspect van Leiden en de musea en schouwburgen, daarentegen vaker de rust, veiligheid en netheid van de eigen buurt. Bij de belangrijkste taken voor de gemeente voor de komende 15 jaar, wordt dit jaar wat vaker de bereikbaarheid van de binnenstad en het behoud van de historische uitstraling genoemd. Tabel S33: Sterke punten Leiden en taak voor de toekomst Sterke punten die Leiden in 2020 zeker moet 2005 2008 behouden 1. Oude, hist. Gebouwen/ oude karakter 34% 40% 2. Binnenstad/ centrum 13% 16% 3. Cultuur (musea/ Schouwburg/ markt) 11% 12% 11% 4. Universiteit/ studentenstad 7% 5. Groen/ parken 17% 10% 9% 6. Sfeer/gezelligheid/omgang met elkaar 11% 7% 7. Multicultureel/vluchtelingenstad 5% 7% 8. Kleinschaligheid/ruimte 3%
22
Belangrijkste taak voor gemeente in de komende 15 jaar 1. bereikbaarheid (binnenstad) 2. Behoud binnenstad/ historische uitstraling 3. Groenvoorzieningen (behoud/ uitbreiden) 4. Sfeer/gezelligheid 5. Parkeren (beleid/ gelegenheid) 6. Verkeer 7. Openbaar vervoer 8. Schoonheid/netheid (hondenpoep)
2005
2008
7% 6% 9% 8% 6% 4% 2% 8%
14% 11% 7% 6% 5% 5% 5% 5%
Stadsenquête Leiden 2008
1.
INLEIDING
1.1 Achtergrond Voor gemeentelijke instellingen is het van belang om op de hoogte te zijn van wat er leeft onder de inwoners van hun gemeente. Dit is niet alleen belangrijk om het huidige beleid te toetsen, maar ook om informatie en ideeën te krijgen voor het verbeteren en ontwikkelen van het toekomstige beleid. Ook in Leiden heeft het College in 2001 besloten om middels een Stadsenquête (extra) te investeren in beleidsinformatie. In dit kader is dit jaar voor het achtste achtereenvolgende jaar een Stadsenquête gehouden. De Stadsenquête is gehouden in de maanden mei tot juli door middel van telefonisch onderzoek onder 3549 inwoners van Leiden. De onderwerpen die aan de orde zijn gekomen, kunnen worden onderverdeeld in: 1. Trend- en beoordelingsvragen: deze geven inzicht in de beoordeling van de gemeentelijke dienstverlening in de effecten van het gemeentelijke beleid. Hierbij is waar mogelijk een vergelijking gemaakt met voorgaande jaren. De trend- en beoordelingsvragen zijn aan circa 1.200 inwoners voorgelegd. 2. Beleidsvragen: deze vragen, gesteld door verschillende diensten, hebben veelal een eenmalig karakter. De beleidsvragen zijn aan 1.200 of 600 inwoners voorgelegd. De keuze van de steekproefgrootte is afhankelijk van de mate van belang die aan uitsplitsing van de resultaten naar de belangrijkste districten en andere doelgroepen gehecht wordt. Aan alle respondenten zijn de algemene persoonskenmerken gevraagd, zoals leeftijd en opleiding.
1.2 Indeling rapport In dit rapport worden de resultaten van de Stadsenquête gepresenteerd. De rapportage geeft in hoofdstuk twee een profiel van de inwoners van Leiden op basis van een verscheidenheid aan algemene gegevens, gebaseerd op kerncijfers van de afdeling BOA (Beleidsonderzoek en Advies) en de Stadsenquête 2008. Vervolgens worden in de hoofdstukken 3 tot en met 28 de trend-, beoordelings- en beleidsvragen behandeld. Deze hoofdstukken gaan in op de beoordeling van diverse vormen van dienstverlening en andere onderwerpen van gemeentelijk beleid. Elk hoofdstuk behandelt een specifiek onderwerp. Dit jaar is, net als in 2005, een apart onderzoek gehouden onder de grootste groepen Leidenaren van buitenlandse afkomst, genaamd Veelkleurig Leiden. De resultaten van dit onderzoek worden in hoofdstukken 29 t/m 33 behandeld. Het rapport wordt afgesloten met de responseverantwoording. In de bijlage is een overzichtskaart van Leiden en de vragenlijst opgenomen. Naast dit eindrapport is aan alle deelnemende afdelingen een tabellenboek geleverd met een complete uitdraai van alle tabellen inclusief een overzicht van de open antwoorden.
Stadsenquête Leiden 2008
23
2.
PROFIEL LEIDENAAR
In dit hoofdstuk wordt een profiel van de inwoners van Leiden gegeven, gebaseerd op kerncijfers van de afdeling BOA (Beleidsonderzoek en Advies) en de Stadsenquête 2008. Deze laatste cijfers zijn gebaseerd op 3.549 respondenten. Immers de algemene vragen zijn in alle deelenquêtes aan de respondenten gesteld. In dit hoofdstuk komt een grote verscheidenheid aan algemene onderwerpen aan de orde, te weten het aantal inwoners, de stadsdelen en districten, de bevolking naar sekse en leeftijd, de huishoudsamenstelling, etniciteit, opleidingsniveau, betaald werk en het huishoudinkomen.
2.1 Aantal inwoners Leiden Leiden heeft op 1 januari 2008 116.891 inwoners. Tabel 2.1: Aantal inwoners Leiden Inwoners 1981
103.246
2001
117.031
2002
117.183
2003
117.732
2004
118.745
2005
118.598
2005
118.598
2006
118.070
2007 2008 Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari
117.492 116.891
2.2 Districten Leiden bestaat uit vier stadsdelen (Midden, Noord, Zuid en West) en tien districten. In de bijlage van dit rapport is een kaart van Leiden opgenomen. Onderstaande figuur geeft de grootte van de districten naar het aantal inwoners. Het Bos- en Gasthuisdistrict en het Roodenburgerdistrict zijn veruit het grootst. Grafiek 2.2: Aantal inwoners per district (bron: GBA Leiden, stand 1-1-2008)
Binnenstad-Zuid
8093 14505
Binnenstad-Noord Stationsdist rict
1979
Leiden Noord
12508
Roodenburgerdist rict
18927
Bos- en Gasthuisdist rict
19414
M orsdist rict Boerhaave dist rict
10768 3830
M erenwijkdist rict Stevenshofdist rict
24
14622 12242
Stadsenquête Leiden 2008
2.3 Sekse en leeftijd Van alle inwoners van Leiden is 49% man en 51% vrouw. Onderstaande tabel geeft de leeftijdsverdeling van de bevolking en vergelijkt deze met vorige jaren. In de Stadsenquête zijn inwoners ondervraagd van 18 jaar en ouder. Tabel 2.3: Leeftijdverdeling in Leiden 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
0- 17 jaar
19%
19%
19%
19%
19%
18%
18%
18%
18-24 jaar
12%
12%
12%
12%
13%
13%
13%
13%
25-34 jaar
20%
20%
20%
19%
19%
18%
18%
17%
35-49 jaar
22%
23%
23%
23%
23%
23%
23%
23%
50-64 jaar
15%
15%
16%
16%
16%
16%
17%
17%
65-75 jaar
5%
6%
6%
6%
6%
6%
6%
7%
76 jaar en ouder Totaal Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari
6%
5%
5%
5%
5%
5%
5%
5%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
2.4 Huishoudensamenstelling Van de volwassen Leidenaren is bijna twee op de tien alleenstaand, bijna vier op de tien woont met z’n tweeën en ruim vier op de tien woont in een gezin met kinderen. Tabel 2.4: Huishoudensamenstelling inwoners 18-75 jaar 2001 2002 Alleenstaand (< 40 jaar) 13% 12% Twee volwassenen (< 40 jaar) 19% 18% Gezin met kinderen (incl. eenouder) 42% 43% Twee volwassenen (> = 40 jaar) 20% 20% Alleenstaand (> = 40 jaar) 7% 8% Totaal 100% 100% Bron: Stadsenquête Leiden
2003 12% 17% 41% 21% 9% 100%
2004 11% 15% 44% 21% 9% 100%
2005 10% 16% 45% 20% 9% 100%
2006 12% 14% 46% 19% 9% 100%
2007 11% 13% 44% 23% 9% 100%
2008 10% 13% 44% 24% 9% 100%
2.5 Etnische herkomst Ruim een kwart van de bevolking van Leiden is van allochtone afkomst. Dit betekent dat minstens één van hun ouders in het buitenland is geboren; als ze zelf ook in het buitenland zijn geboren is het een allochtoon van de 1e generatie anders van de 2e generatie. Tabel 2.5: Etnische herkomst van de inwoners Leiden 2001 Herkomst - geboorteland Nederland 77% Marokko 4% Turkije 2% Suriname 2% Aruba/Nederlandse Antillen 1% Overige niet-westerse landen 4% Westerse landen 11% 100% Herkomst - generatie Autochtoon 77% e Allochtoon 1 generatie 13% e Allochtoon 2 generatie 10% 100% Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari
Stadsenquête Leiden 2008
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
76% 4% 2% 2% 1% 4% 11% 100%
75% 4% 2% 2% 1% 5% 12% 100%
75% 4% 2% 2% 1% 5% 12% 100%
74% 4% 2% 2% 1% 5% 12% 100%
74% 4% 2% 2% 1% 5% 12% 100%
74% 4% 2% 2% 1% 5% 12% 100%
73% 4% 2% 2% 1% 6% 12% 100%
76% 14% 10% 100%
75% 14% 11% 100%
75% 15% 11% 100%
74% 15% 11% 100%
74% 15% 11% 100%
74% 15% 12% 100%
73% 15% 12% 100%
25
2.6 Opleiding Onderstaande tabel geeft het opleidingsniveau van de Leidenaren van 18 tot en met 75 jaar. In deze paragraaf is het opleidingsniveau ingedeeld in vier groepen: lager onderwijs I, lager onderwijs II, middelbaar onderwijs en hoger onderwijs. In de rapportage zijn de eerste twee groepen samengevoegd, zodat daar drie groepen worden onderscheiden. Relatief wonen de meeste volwassen Leidenaren met een hogere opleiding in de Binnenstad, Roodenburgerdistrict en Merenwijk terwijl in het Stevenshofdistrict en Leiden Noord relatief veel burgers met een lagere opleiding wonen. Tabel 2.6: Opleidingsniveau Leidenaren 1. Lager onderwijs I: 2. Lager onderwijs II: 3. Middelbaar onderwijs 4. Hoger onderwijs:
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Geen onderwijs
1%
1%
1%
1%
1%
1%
1%
2%
Basisonderwijs
5%
3%
4%
3%
4%
3%
3%
3%
Lager beroepsonderwijs
10%
12%
11%
11%
9%
9%
9%
10%
VMBO (MAVO, MULO-A)
9%
10%
9%
9%
9%
10%
9%
10%
MBO
15%
16%
17%
15%
17%
15%
15%
15%
HAVO/VWO
13%
17%
14%
13%
14%
17%
15%
14%
HBO
19%
20%
19%
22%
21%
20%
21%
21%
Wetenschappelijk onderwijs
26%
22%
25%
26%
25%
25%
28%
26%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Bron: Stadsenquête Leiden
2.7 Verdeling beroepsbevolking De bevolking van 15-64 jaar wordt ook wel de potentiële beroepsbevolking genoemd. De potentiële beroepsbevolking bestaat uit circa 85.500 Leidenaren. In de Stadsenquête worden alleen Leidenaren van 18 jaar en ouder ondervraagd, dus voor een vergelijking is een lichte correctie nodig. De netto participatiegraad geeft het percentage van de beroepsbevolking dat minimaal 12 uur per week betaald werk verricht. In onderstaande tabel is te zien dat deze voor de Leidse beroepsbevolking van 18-64 jaar op circa 72%-74% ligt. De participatiegraad verschilt per leeftijdscategorie. Bij jongeren tot 25 jaar en 55-plussers ligt de participatiegraad rond de 50%, bij mensen van middelbare leeftijd rond de 80-85%. Tabel 2.7: Netto participatiegraad Leidse beroepsbevolking 18-64 jaar (driejaarlijks resp. tweejaarlijks gemiddelde) CBS-Statline Leiden Stadsenquête Leiden (berekend) ’07-‘08 ‘00-‘02 ‘04-‘06 ’02-‘04 ’05-‘06 73% Betaald werk, minstens 12 uur per week 73% 68% 74% 72% 27% Geen betaald werk of minder dan 12 uur per week 27% 32% 26% 28% 100% Totaal 100% 100% 100% 100% Bron: CBS-statline en Stadsenquête, CBS-cijfers aangepast voor 18-64 jaar
26
Stadsenquête Leiden 2008
2.8 Huishoudinkomen Leidenaren is gevraagd naar het gezamenlijk netto (=schoon) maandinkomen van het huishouden. Hierbij worden uitkeringen, pensioengelden, alimentatie en dergelijke als inkomen gezien. Vakantiegeld, kinderbijslag en huursubsidie worden niet meegerekend. Bijna één op de tien huishoudens heeft een maandinkomen van 1.200 euro of minder, ruim de helft van 1.2001-3200 euro en ruim een derde een inkomen van meer dan 3.200 euro. Tabel 2.8a: Netto huishoudinkomen per maand (twee jaarlijks)* 2003-2004 ≤ 1.200 euro 10% 1.201 - 2.150 euro 27% 2.151 - 3.200 euro 30% 3.201 – 4.000 euro 33% > 4.000 euro Totaal 100% * t/m 2006: <1130, 1131-2000, 2001-3000, 3001-3750, >3750
2005-2006 11% 29% 27% 33% 100%
2007-2008 8% 28% 26% 16% 22% 100%
In het onderzoek is de respondent gevraagd in welke van 8 inkomensklassen hun netto huishoudinkomen valt. Als van deze inkomens de klassenmiddens worden genomen, kan een gemiddeld huishoudinkomen worden geschat. De afgelopen twee jaar wordt dit geschat op 2.610 euro netto per maand. Tabel 2.8b: Schatting gemiddeld netto huishoudinkomen 2004-2006
2007-2008
Gemiddeld Leiden
2.395
2.610
∆ ‘07/’08 vs ’04/‘06 + 9%
Stadsdeel Midden Noord Zuid West
2.250 2.475 2.425 2.410
2.510 2.670 2.700 2.550
+ 12% + 8% + 11% + 6%
Huishoudsamenstelling alleenstaand (< 40 jaar) twee personen (< 40 jaar) Gezin twee personen (> 40 jaar) alleenstaand (> 40 jaar)
1.625 2.660 2.630 2.425 1.730
1.810 2.950 2.910 2.625 1.750
+ 11% + 11% + 11% + 8% + 1%
Opleiding Lager Middelbaar Hoger
1.750 2.140 2.820
1.810 2.370 3.140
+ 3% + 11% + 11%
Stadsenquête Leiden 2008
27
3.
ALGEMENE “OVERALL” BEOORDELING
Voordat in de volgende hoofdstukken specifieke onderwerpen aan de orde komen, wordt in dit korte hoofdstuk het algemene oordeel van de burgers over de ontwikkeling van de gemeentelijke dienstverlening gepresenteerd. Vanaf 2001 is deze vraag in elke Stadsenquête gesteld. Het geeft een algemeen gevoel weer van de burger over de gemeentelijke dienstverlening. Evenals in voorgaande jaren vindt de Leidenaar per saldo dat de gemeentelijke dienstverlening is vooruitgegaan. Dit jaar vindt 14% dat de dienstverlening van de gemeente het afgelopen jaar is verbeterd, 4% vindt dat deze is verslechterd. Tabel 3a: Beoordeling dienstverlening gemeente, vgl. 2001-2008 (excl. geen antwoord) Kengetal Verbeterd Gelijk gebleven Verslechterd (kolom A-C) (A) (B) (C)
Totaal
2001
+6
11%
84%
5%
100%
2002
+ 10
19%
72%
9%
100%
2003
+9
17%
74%
8%
100%
2004
+8
16%
76%
8%
100%
2005
+4
13%
78%
9%
100%
2006
+7
14%
79%
7%
100%
2007
+9
15%
79%
6%
100%
2008
+10
14%
82%
4%
100%
Toelichting bij kengetal: hoe groter het positieve/negatieve saldo, des te beter/slechter de waardering
Vervolgens is gevraagd eventuele verbeteringen of verslechteringen toe te lichten. Als voornaamste verbeteringen noemt men het via internet kunnen verkrijgen van informatie en het kunnen aanvragen van producten en een verbeterde afhandeling. De top 5: 1. Website waar je informatie kunt vinden, dingen kunt aanvragen, elektronisch loket (21x) 2. Dienstverlening, afhandeling (serieuze behandeling, meer inwoner gericht, meer aandacht, beter geholpen, afspraken worden nagekomen, openingstijden verbeterd) (18x) 3. Betere informatievoorziening, voorlichting (17x) 4. Korter wachten, sneller geholpen (15x) 5. Onderhoud buurt/stad, schoner, opgeknapt (12x) Als gekeken wordt naar de redenen die mensen aangeven waardoor de dienstverlening minder is geworden, worden verschillende punten een paar keer genoemd, zoals de service, het oneens zijn met het gemeentebeleid, het verkeerd uitgeven van gemeentegeld en het onpersoonlijk contact tussen bestuur en burgers.
28
Stadsenquête Leiden 2008
4.
CONTACT EN BEOORDELING GEMEENTELIJKE DIENSTEN/ AFDELINGEN
Dit hoofdstuk geeft een beoordeling van de gemeentelijke dienstverlening. Allereerst wordt de mate en wijze van contact met de gemeente behandeld. Vervolgens worden de contacten beoordeeld op verschillende aspecten en naar de wijze waarop contact is opgenomen. Hierbij wordt meer specifiek ingegaan op de maximaal acceptabele wachttijd bij Burgerzaken. Afgesloten wordt met een rangorde van aspecten die mensen belangrijk vinden bij contact met de gemeente en verbetertips voor de dienstverlening.
4.1 Contact gemeentelijke diensten Ruim de helft van alle Leidenaren heeft in het afgelopen jaar contact gehad met de gemeente. De percentages lijken in de afgelopen jaren vrij stabiel. Grafiek 4.1a: Percentage heeft contact gehad met gemeentelijke diensten
55%
57%
2002
2003
53%
2004
58%
2005
56%
57%
2006
2007
52%
2008
Contact naar doelgroep 35-54 jarigen, hoger opgeleiden en respondenten uit de hogere inkomensklassen hebben relatief vaker contact met de gemeente. De hoeveelheid contacten met de gemeente wordt mede beïnvloed door de hoeveelheid activiteiten die je onderneemt, zoals het feit of je trouwt, kinderen krijgt, auto rijdt, of naar het buitenland reist, je je huis verbouwt, vaak verhuist, de hoeveelheid afval die je hebt en/of je contacten hebt via je werk. Tabel 4.1b: Percentage heeft contact gehad met één of meer gemeentelijke diensten 2002 2003 2004 2005 2006 60% 61% 60% 58% 56% Totaal Sekse Man 58% 59% 59% 57% 57% Vrouw 63% 63% 60% 59% 55% Leeftijd 18-34 jaar 65% 66% 62% 61% 58% 35-54 jaar 61% 60% 63% 60% 59% 55+ 48% 52% 49% 50% 49% Opleiding Lager 46% 47% 42% 47% 46% Middelbaar 63% 60% 61% 50% 55% Hoger 69% 69% 69% 68% 61% Netto huishoudinkomen* < 1750 59% 53% 57% 50% 54% 1751-3200 60% 64% 59% 58% 53% >3200 72% 68% 71% 68% 66% * Inkomenscategorieën in de loop der jaren geïndexeerd
Stadsenquête Leiden 2008
2007 57%
2008 52%
56% 57%
55% 50%
60% 63% 44%
51% 57% 48%
41% 54% 64%
37% 54% 59%
50% 58% 60%
45% 48% 61%
29
Onderwerpen De mensen die contact hebben gehad met de gemeente, noemen met name het aanvragen van het rijbewijs/paspoort of ander reisdocument als onderwerp, gevolgd door zaken die geregeld moeten worden bij Service en Informatie in het Stadhuis. Op de Admiraal Banckertweg betreft het met name woonomgevingsproducten zoals de afvalinzameling, grofvuil of buurtbeheer en in het Stadsbouwhuis met name verbouwingen, bouwplannen of (nieuw)bouwontwikkelingen. Andere contacten betreffen onderwerpen als parkeervergunningen, Werk, Inkomen en Zorg, onderwijs en sport en vele andere zaken.
4.2 Wijze contact De meeste contacten met de gemeente verlopen via een persoonlijk bezoek of per telefoon. Email wordt relatief gezien nog beperkt gebruikt, al valt er de laatste jaren wel een toename te constateren. Tabel 4.2a: Wijze contact gemeentelijke diensten/afdelingen (in % contacten) 2002 2003 2004 Bezoek 61% 57% 56% Telefonisch 29% 36% 35% Schriftelijk 10% 6% 7% Email 0% 1% 1% Totaal 100% 100% 100%
2005 58% 29% 12% 1% 100%
2006 58% 29% 11% 3% 100%
2007 60% 27% 9% 4% 100%
2008 58% 26% 9% 7% 100%
Contacten voor producten van burgerzaken en Bouwen en Wonen vinden met name plaats via een persoonlijk bezoek en contacten voor de woonomgeving verlopen veelal telefonisch. Voor de producten van burgerzaken zijn er weinig verschillen in de afgelopen jaren. Voor de producten van Bouwen en Wonen in het Stadsbouwhuis lijkt het gebruik van email structureel door te zetten als communicatiemiddel. Grafiek 4.2b: Wijze contact gemeentelijke diensten/afdelingen (in % contacten) Producten burgerzaken 82%
2002
9%
85%
2003
9% 9%
87%
2004
81%
2005
6%
9% 8%
4%
11%
2006
84%
8%
2007
84%
8%
2008
84%
8%
1%
7% 1% 7% 1% 5% 3%
Producten servicepunt woonomgeving 2002
10%
86%
2003
12%
2004
13%
2005
13%
2007 2008
4% 1%
82%
3% 2%
81%
18%
2006
4%
83%
4% 2%
73%
10%
5% 4%
80%
14%
3% 81%
7% 2%3%
Producten servicepunt bouwen en wonen 43%
2002 2003
2008
Bezoek
30
Telefonisch
2%
30%
28% 28%
3%
26%
25%
38% 32%
2%
20%
28%
41%
2006
4%
16%
36%
44%
2005
20%
46%
41%
2004
2007
38%
36%
4%
23%
11%
28% Schriftelijk
11% Email
Stadsenquête Leiden 2008
4.3 Beoordeling contact Om meer inzicht te krijgen in de tevredenheid van de Leidenaren over het contact, is hen gevraagd een aantal aspecten van hun contact met de gemeente te beoordelen. Allereerst is gevraagd of ze makkelijk het juiste contactpersoon kunnen vinden. Bij 95% gaat dit goed tot redelijk. Bij een bezoek vindt bijna iedereen het juiste contactpersoon, bij de andere contacten gaat dit iets moeilijker. Grafiek 4.3a: Vinden juiste contactpersoon, naar type contact Totaal
Bezoek
Telefonisch
Schriftelijk
Email
86% 9% 4% 1% 100%
90% 8% 1% 1% 100%
80% 11% 8% 1% 100%
82% 7% 9% 2% 100%
82% 6% 7% 5% 100%
ging goed/ snel/ gemakkelijk ging redelijk, even doorvragen, maar lukte wel moeilijk, van kastje naar muur gestuurd, wel gevonden niet gevonden/ lukte niet
Beoordeling vier aspecten contact Vervolgens zijn vier aspecten van het contact met de gemeente beoordeelt. Men is het meest tevreden over de juistheid van de afhandeling en het contact zelf en relatief minder over de snelheid van opnemen en de totale doorlooptijd bij een schriftelijke vraag. Vergeleken met vorig jaar zijn de verschillen marginaal. Grafiek 4.3b: Beoordeling vier aspecten van contact met gemeente (in % contact gehad) Snelheid opnemen 2006
11%
70%
2007
13%
66%
2008
14%
16% 4% 17%
66%
5%
16% 3%
Beoordeling contact zelf 15%
2007
71%
22%
2008
9% 5%
60%
10% 8%
Totale doorlooptijd schriftelijke vraag 8%
2008
59%
19%
15%
Juistheid afhandeling 13%
2006
16%
2007
20%
2008 0%
25% Uitstekend
71%
8% 7%
66%
9% 9%
67% 50% Goed
6% 6% 75% Matig
100% Slecht
De beoordeling van het contact zelf en de juistheid van de afhandeling verschilt per type contact. Het is een feit dat contacten van mens tot mens altijd hoger gewaardeerd worden dan telefonische en schriftelijke contacten, omdat het face-to-face contact vaak een positieve invloed heeft. Zo wordt een persoonlijk bezoek het meest positief gewaardeerd: hier is 87% tevreden over. Telefonisch, schriftelijk en emailcontact worden relatief minder positief beoordeeld. Tabel 4.3c: Percentage dat aspecten contact met uitstekend of goed beoordeeld, naar type contact Totaal
Bezoek
Telefonisch
Schriftelijk
Email
Beoordeling contact zelf
82%
87%
79%
66%
68%
Juistheid afhandeling
87%
95%
79%
69%
72%
Stadsenquête Leiden 2008
31
4.4 Wachttijden bij bezoek Stadhuis voor producten van burgerzaken De Leidenaren die het afgelopen jaar Burgerzaken hebben bezocht, geven aan bij hun laatste bezoek gemiddeld 18 minuten te hebben moeten wachten voordat ze werden geholpen. Dit is korter dan voorgaande jaren. Tabel 4.4a: Gemiddelde feitelijke en acceptabele wachttijd bij bezoek Burgerzaken Opgegeven wachttijd door klant % was het afgelopen keer acceptabel
2001
2003
2004
2005
2006
2007
2008
21 min.
26 min.
25 min.
21 min.
24 min.
23 min.
18 min.
75%
71%
67%
71%
69%
68%
74%*
* dit jaar opgesplitst in 43% sneller dan verwacht en 32% conform verwachting
Zoals de tabel aangeeft, vond 74% van de klanten de wachttijd in het afgelopen jaar acceptabel. Tabel 4.4b zet dit percentage af tegen de feitelijk (opgegeven) wachttijd. Binnen 10 minuten geholpen worden, vindt bijna iedereen acceptabel en tien minuten à een kwartier nog 87%. Bij meer dan twintig minuten wachten is duidelijke een omslag te zien. De bereidheid/acceptatie om nog te wachten, neemt na twintig minuten snel af. Onderzoek laat zien dat de (maximaal) acceptabele wachttijd dat mensen bereid zijn te wachten een dalende lijn laat zien. Blijkbaar wennen mensen aan het sneller geholpen worden en willen ze steeds sneller geholpen willen worden Tabel 4.4b: Is wachttijd acceptabel naar feitelijk (opgegeven) wachttijd Feitelijke Vond u het Wachttijd acceptabel (2008) (2008) Geen wachttijd/binnen 10 minuten 54% 98% 11-15 minuten 14% 87% 16-20 minuten 8% 56% 21-30 minuten 11% 32% 31 minuten op meer 12% 7% 100%
Vond u het acceptabel (2007) (99%) (81%) (58%) (52%) (10%)
4.5 Meest belangrijk aan dienstverlening gemeente Bij een goede dienstverlening moet alles in orde zijn. Echter het ene aspect is hierbij voor de burgers belangrijker dan het andere. Mensen vinden het met name belangrijk dat ze snel worden geholpen, dat de afhandeling juist is en de medewerkers vriendelijk. Tabel 4.5: Belangrijk aan dienstverlening gemeente (max 3 aspecten per respondent) 1. Snelheid geholpen, niet wachten
49%
2. Juistheid afhandeling
43%
3. Vriendelijkheid medewerkers
30%
4. Kennis medewerkers
22%
5. Dat ik antwoord op de vraag krijg
19%
6. Bereikbaarheid gemeentelijke dienstverlening
7%
7. Dat ik krijg waar ik om vraag
6%
8. Dat het probleem wordt opgelost
5%
9. Transparantie, duidelijkheid
4%
10. Dat er geluisterd wordt, serieus nemen
3%
11. Goede informatie leveren/krijgen
2%
12. Betrouwbaarheid, nakomen beloften
2%
13. Afspraken nakomen
2%
32
Stadsenquête Leiden 2008
4.6 Tips voor betere dienstverlening gemeente Tot slot is aan de respondenten gevraagd of ze tips hebben voor een (nog) betere dienstverlening. Ongeveer eenderde van de respondenten denkt mee. Men noemt met name tips om de wachttijden te verminderen, ideeën om de juiste persoon te bereiken, tips om de openingstijden te verruimen of duidelijker aan te geven en beter luisteren. In het tabellenboek wordt een uitgebreid overzicht gegeven met toelichtingen op de afzonderlijke tips. Tabel 4.6: Twaalf spontane tips voor een betere dienstverlening gemeente 1. Meer balies open bij drukke tijden, kortere wachttijden (23x) 2. Betere bereikbaarheid van juiste personen (18x) 3. Openingstijden (langer, beter bekendmaken) (15x) 4. Luisteren (15x) 5. Goede dienstverlening (11x) 6. Afspraken, beloften nakomen (11x) 7. Meer via internet kunnen regelen (11x) 8. Vriendelijk zijn, iets meer menselijkheid (10x) 9. Goede informatie en voorlichting geven (bijv over bouwplannen) (9x) 10. Website overzichtelijk houden/beter informatie kunnen vinden/bijhouden (7x) 11. Beter/kundiger/gekwalificeerd personeel (5x) 12. Meer mensen in dienst nemen (4x)
Stadsenquête Leiden 2008
33
5.
GEMEENTELIJKE WEBSITE EN ELEKTRONISCHE DIENSTVERLENING
De gemeentelijke website speelt een belangrijke rol in de communicatie en de dienstverlening van de gemeente naar de burgers toe. In dit hoofdstuk wordt eerst gekeken naar de beschikbaarheid en het gebruik van internet. Vervolgens wordt ingegaan op de bekendheid en het bezoek van de gemeentelijke website. Via de gemeentelijke website kunnen steeds meer zaken worden geregeld en aangevraagd. Gekeken wordt naar het huidige gebruik van de website om zaken te regelen en de beoordeling ervan.
5.1 Beschikking internet Van de Leidenaren geeft 91% aan over internet te beschikken. De gestage groei tussen 2002 en 2006 van het aantal Leidenaren dat over internet kan beschikken, is de laatste twee jaar gestabiliseerd. Tabel 5.1a: Beschikking over internet (thuis of elders) (in % alle Leidenaren) 81%
2002
84%
2003
87%
88%
90%
91%
91%
2004
2005
2006
2007
2008
De beschikbaarheid over internet is voor de meeste doelgroepen vergelijkbaar met de afgelopen jaren. Wel blijven er verschillen bestaan tussen groepen onderling. Ouderen, lager opgeleiden en de lagere inkomensgroepen beschikken nog steeds relatief minder vaak over internet. Hier staat tegenover dat van de 55-minners, hoger opgeleiden en mensen met een hoger inkomen (vrijwel) iedereen de beschikking over internet heeft. Tabel 5.1b: Beschikking over internet naar doelgroep (thuis of elders) 2002 2003 2004 2005 Totaal 81% 84% 87% 88%
*
2006 90%
2007 91%
2008 91%
Leeftijd 18-34 35-54 55+
91% 87% 53%
94% 87% 61%
96% 91% 66%
96% 94% 63%
97% 95% 69%
99% 97% 76%
97% 97% 76%
Sekse Man Vrouw
84% 79%
86% 81%
87% 87%
90% 86%
91% 89%
92% 91%
92% 90%
Opleiding Lager Middelbaar Hoger
56% 85% 95%
57% 86% 97%
71% 89% 96%
65% 91% 96%
70% 93% 97%
73% 92% 98%
72% 95% 98%
Huishoudinkomen < 1750* 1751 - 3200 > 3200
59% 84% 97%
67% 90% 97%
75% 93% 96%
66% 90% 99%
72% 94% 99%
75% 93% 99%
77% 95% 99%
in 2002: grens 1400 euro, in ’03-07: grenzen 1600 en 3000
34
Stadsenquête Leiden 2008
5.2 Gebruik internet en email Van de Leidenaren die over internet beschikken, maakt 80% hier ook dagelijks gebruik van en nog eens een op de tien doet dit meerdere malen per week. Mannen, 55-minners, hoger opgeleiden en Leidenaren uit de hoogste inkomensklassen maken frequenter gebruik van internet. Tabel 5.2: Frequentie internet- en emailgebruik (in % resp. die beschikken over internet) 2002 2003 2004 2005 (Vrijwel) dagelijks 62% 66% 71% 71% Enkele malen per week/wekelijks 29% 23% 18% 19% Enkele malen per maand of minder 3% 8% 7% 4% Nooit 6% 4% 5% 6% Totaal 100% 100% 100% 100%
2006 80% 14% 1% 5% 100%
2007 84% 10% 1% 5% 100%
2008 80% 11% 3% 6% 100%
5.3 Bekendheid en bezoek gemeentelijke website Zeven op de tien Leidse internetgebruikers is bekend met de gemeentelijke website, en ruim zes op de tien internetgebruikers heeft de website ook wel eens bezocht (=55% van alle Leidenaren). Onder ouderen, lager opgeleiden en Leidenaren uit de lagere inkomensklassen liggen de bekendheid en het bezoek lager. Sinds 2006 lijkt het website bezoek gestabiliseerd. Grafiek 5.3a: Bekendheid en bezoek gemeentelijke site (in % internetgebruikers) 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
40%
14%
51%
45% 15%
45%
35%
19%
51%
12%
62% 60% 63% Bekend & bezocht
37% 37% 12%
26%
16%
25%
8% Niet bezocht, wel bekend
29% Niet bekend
De meeste bezoekers van de website bezoeken deze enkele malen per jaar. Onderstaande tabel geeft een samenvattend overzicht van het website gebruik in de afgelopen jaren in procenten van alle Leidenaren. Tabel 5.3b: Frequentie website bezoek (in % alle Leidenaren) 2002 5 keer of vaker 8% 2-4 keer 12% 1 keer 12% Website wel bekend, nooit gekeken 11% Onbekend met de website 34% Maakt geen gebruik van internet/heeft geen internet 24% Totaal 100%
Stadsenquête Leiden 2008
2003
2004
2005
2006
2007
2008
8% 20% 12% 12% 28% 19% 100%
12% 18% 9% 16% 31% 17% 100%
11% 20% 11% 10% 31% 17% 100%
19% 25% 9% 10% 22% 15% 100%
20% 25% 6% 14% 22% 13% 100%
20% 26% 9% 7% 25% 13% 100%
35
Stadsportal versus gemeentelijke website Leiden heeft twee sites, te weten de stadsportal: www.leiden.nl en de gemeentelijke website: www.leiden.nl/gemeente. De portal heeft als kleuren blauw met wit en heeft een breed pakket van onderwerpen: wonen, werken, leren, bezoeken en ontdekken en de gemeente. De site van de gemeente is geel met wit en gaat met name over de gemeentelijke organisatie en haar producten en diensten. Beide sites linken naar elkaar. Van alle gebruikers van de gemeentelijke website weet eenderde dat er twee sites zijn en tweederde wist dit niet. Na omschrijving van beide sites blijkt dat de portal: www.leiden.nl iets vaker wordt bezocht dan de gemeentelijke website. Bijna een kwart heeft geen idee welke site ze hebben bekeken. Tabel 5.3c: Welke van de twee gemeentelijke websites wordt het meest bezocht (door gebruikers gemeentelijke website) www.leiden.nl (stadsportal) 38% www.leiden.nl/gemeente (gemeentelijke website) 27% beide 13% weet niet welke 22% 100%
Bezoekers van de gemeentelijke website zijn voornamelijk op zoek naar gerichte informatie over de gemeente Leiden, en dan met name informatie over de openingstijden en procedures met betrekking tot gemeentelijke diensten en producten. Daarnaast wordt de website gebruikt om iets aan te vragen of door te geven en voor informatie over uitgaan/toerisme. Eén op de tien bezoekt de site zonder specifieke reden. Tabel 5.3d: Waarvoor bezoekt u de gemeentelijke website? (meerdere antwoorden mogelijk) 2006 2007 2008 47% Gerichte info (openingstijden, wat meenemen, etc.) 32% 45% 27% Iets aanvragen of doorgeven 11% 15% 14% Info over uitgaan, toerisme, etc. 16% 20% 11% Zomaar 21% 11% 9% Vragen stellen aan gemeente 5% 4% 3% Formulieren downloaden en opsturen 3% 5% Anders 33% 32% 22%
5.4 Beoordeling gemeentelijke website Evenals afgelopen jaar kan van alle bezoekers van de website circa 85% de gewenste informatie vinden, 12% lukt dit niet of slechts deels, 3% weet het niet meer. Het tabellenboek geeft een overzicht van redenen, waarbij de meeste mensen specifieke informatie niet kunnen vinden. De website is beoordeeld op vindbaarheid, overzichtelijkheid en volledigheid van de informatie. Alle drie de aspecten worden door acht op de tien gebruikers van de site redelijk tot goed bevonden, twee op de tien is ontevreden. 2
Grafiek 5.4b: Beoordeling website (door gebruikers site) Vindbaarheid informatie
44%
Overzichtelijkheid informatie
49%
Volledigheid informatie
32%
79%
goed
2
34%
redelijk
18% 3%
16%2%
21%
matig
slecht
bij volledigheid van de informatie kon alleen gekozen worden tussen ‘ja’ en ‘nee’
36
Stadsenquête Leiden 2008
5.5 Elektronische dienstverlening via gemeentelijke website Sinds begin 2006 biedt de gemeente Leiden haar inwoners de mogelijkheid om een aantal producten via de website aan te vragen. Dit geldt onder andere voor het doorgeven van een verhuizing binnen de gemeente of het taxatieverslag van de woning voor de OZB inzien. Van de Leidse internetgebruikers is 68% op de hoogte van de digitale dienstverlening van de gemeente Leiden en heeft 9% hier al eens gebruik van gemaakt. Hiermee is de bekendheid fors hoger dan vorige jaren, in het gebruik is deze verhoging nog niet terug te zien. Bij Leidenaren uit de lagere inkomensklassen liggen de bekendheid en het gebruik lager. Tabel 5.5a: Bekendheid en gebruik digitale dienstverlening gemeente Leiden in % internetgebruikers Bekend en ook al gebruikt Bekend, niet gebruikt Gebruikt wel internet, maar onbekend met digitale dienstverlening Gebruikt geen internet/heeft geen internet
2006 7% 35% 58% 100%
2007 9% 34% 57% 100%
2008 10% 58% 32% 100%
in % alle Leidenaren 2006 6% 30% 50% 15% 100%
2007 2008 9% 8% 51% 29% 27% 50% 13% 13% 100% 100%
Mensen maken gebruik van de digitale dienstverlening voor zaken als het aanvragen van een uittreksel, het inkijken van een taxatieverslag, het doorgeven van een verhuizing, het regelen van trouwen/erkenning/aktes of het aanvragen van een paspoort/ID kaart. Mensen die wel bekend zijn met de digitale dienstverlening, maar er nog geen gebruik van hebben gemaakt, geven als reden op dat ze het nog niet nodig hebben gehad. Tabel 5.5b: Waarom nog geen gebruik digitale dienstverlening, terwijl wel bekend 2006 2007 Nog niet nodig gehad 79% 80% Kom liever zelf langs 3% 4% Wel geprobeerd, maar lukte niet 1% 2% Nog niet aan gedacht 7% 4% Anders 11% 9% 100% 100%
2008 84% 8% 3% 1% 4% 100%
DigiD Om gebruik te maken van deze gemeentelijke diensten, dienen burgers sinds begin 2006 te beschikken over een digitaal identiteitsbewijs, de DigiD. Van alle Leidenaren geeft tweederde aan te weten wat een DigiD is en heeft ruim de helft er een. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. Tabel 5.5c: Bekendheid en bezit DigiD (in % alle Leidenaren) Heeft DigiD Bekend, heeft er geen Onbekend Gebruikt geen internet
2006 14% 23% 49% 15% 100%
2007 53% 14% 20% 13% 100%
2008 55% 13% 19% 14% 100%
Aanvullende dienstverlening via gemeentelijke website Steeds meer gemeentelijke zaken zullen in de toekomst mogelijk via de website van de gemeente geregeld kunnen worden. Van alle Leidenaren die de gemeentelijke website kennen, noemt 17% spontaan nog specifieke producten/diensten die ze via de website zou willen regelen. Men noemt hier met name het aanvragen of verlengen van een paspoort of rijbewijs (wat overigens deels al kan), op afstand gevolgd door het aanvragen van grofvuil ophalen.
Stadsenquête Leiden 2008
37
6.
GEMEENTELIJKE INFORMATIEVOORZIENING EN DE STADSKRANT
In dit hoofdstuk staat de beoordeling van de gemeentelijke informatievoorziening centraal, waarbij wordt ingegaan op verschillende communicatie-instrumenten zoals de verspreiding van bewonersbrieven en folders, de Wegwijzer, de gemeentelijke website en de Stadskrant. In paragraaf 6.6 wordt specifiek ingegaan op de interesse in een mogelijk nieuwe Stadskrant. In de laatste paragrafen van dit hoofdstuk wordt het bereik van enkele lokale (en landelijke) media op een rij gezet.
6.1 Beoordeling gemeentelijke informatievoorziening Evenals in eerdere jaren is ook dit jaar de Leidenaren gevraagd naar een beoordeling van de gemeentelijke informatievoorziening. Van de Leidenaren vindt 84% dat de gemeente hen voldoende op de hoogte houdt van het gemeentelijke nieuws, 16% vindt van niet. De beoordeling fluctueert jaarlijks enigszins, maar laat in de loop de jaren een licht stijgende lijn zien. De mensen die vinden dat ze onvoldoende worden geïnformeerd over gemeentelijk nieuws, missen wijkgerichte informatie, krijgen het Leids Nieuwsblad niet of zijn ontevreden over de informatievoorziening over een specifiek onderwerp (RijnGouweLijn, Stadsontwikkeling/toekomst Leiden, ouderen, ruimtelijke ordening, etc). Tabel 6.1: Percentage bewoners voldoende op hoogte van gemeentelijk nieuws 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2008
73% 77% 82% 81% 78% 83% 84%
6.2 Bewonersbrief/folder/brochure Ruim zes op de tien Leidenaren geeft aan in het afgelopen jaar een bewonersbrief te hebben ontvangen en ruim de helft een gemeentelijke brochure of folder. Van de mensen die een brief of folder hebben ontvangen, geeft bijna driekwart aan zo’n mailing te bekijken. Ouderen bekijken folders en brieven vaker dan jongeren, bewoners uit het Stadsdeel Midden minder vaak in vergelijking met de rest van de stad. Over het algemeen beoordelen de mensen de brieven en folders als informatief en duidelijk en ze zijn blij dat ze op de hoogte worden gehouden. Van de mensen die een brief en/of folder hebben gekregen, zegt respectievelijk 97% en 95% dat deze de gewenste informatie bevatten. Tabel 6.2: Gebruik en ontvangst twee gemeentelijke informatiebronnen ontvangen, Niet bekeken niet bekeken ontvangen Bewonersbrief 46% 17% 37% Folder/brochure 39% 15% 46%
38
100% 100%
Stadsenquête Leiden 2008
6.3 Wegwijzer Een andere vorm van gemeentelijke informatie is de Wegwijzer voor Leiden, ook wel bekend als de gemeentegids. Van de Leidenaren heeft 83% in het afgelopen jaar de Wegwijzer ontvangen. De ontvangst ligt hiermee beduidend hoger in vergelijking met enkele jaren eerder. Tweederde van de Leidenaren bekijkt de Wegwijzer. Dit percentage is vergelijkbaar met 2006. Van de gebruikers van de Wegwijzer vindt 97% de informatie die ze zoeken. De mensen beschrijven de Wegwijzers als een compleet en goed boekje, met duidelijke en overzichtelijke informatie en handig voor telefoonnummers, adressen en openingstijden. Wel geven enkele mensen erbij aan dat ze het in praktijk weinig gebruiken, mede omdat ze de informatie via internet weten te vinden. Enkele Leidenaren geven aan dat ze vaak wel een tijdje moeten zoeken, maar ze het uiteindelijk altijd vinden. Grafiek 6.3: Ontvangst en bereik Wegwijzer (in % van alle Leidenaren) 2002
48%
13%
55%
2003
22%
47%
2004
19%
2006
69%
2008
67% 0%
16%
25%
50%
gebruik
75%
bekeken
100%
Ontvangen
6.4 Website3 Voor een bezoek aan de gemeentelijke website moet de burger zelf actie ondernemen, daar waar de brieven, folders, de Wegwijzer en de (hierna de behandelen) Stadskrant de Leidenaar per post wordt aangeboden. Onderstaande grafiek laat zien dat inmiddels 55% van de Leidenaren de website incidenteel of wat vaker hebben bezocht. Van de mensen die aangeven soms informatie te zoeken op de gemeentelijke website zegt 82% van de mensen de informatie te vinden die ze zoeken, 18% zegt van niet. Deze laatste groep vindt het zoeken nogal onoverzichtelijk en het zoeken moeilijk. Anderen vonden de hoeveelheid gevonden informatie te weinig en onvolledig. Grafiek 6.4: Bereik en bekendheid website 2002
8%
2003
8%
12%
32%
2004
12%
27%
16%
2005
11%
31%
10%
2006
19%
34%
10%
2007
20%
31%
14%
2008
20% 0%
7%
35% 25%
Vaker gebruik
3
11%
24%
50% Incidenteel gebruik
75%
100%
Bekend, niet gebruikt
Grafiek 6.4 is gemaakt mbv gegevens uit H5, waar de bekendheid en het gebruik van de website uitvoerig wordt besproken.
Stadsenquête Leiden 2008
39
6.5 Stadskrant De Stadskrant wordt wekelijks huis-aan-huis verspreid als onderdeel van het Leids Nieuwsblad. De bekendheid en ontvangst van de Stadskrant blijft al sinds 2002 op een vergelijkbaar niveau en schommelt jaarlijks binnen de betrouwbaarheidsmarges. Grafiek 6.5a: Bekendheid en ontvangst van de Stadskrant 51%
2001
4%9%
36%
62%
2002
9% 10%
73%
2003
6% 7%
19% 14%
2004
67%
9% 6%
18%
2005
69%
4%7%
20%
66%
2008 0% Ontvangt altijd
25% Ontvangt vaak
9% 8% 50%
75%
Ontvangt soms
17% 100%
Ontvangt nooit of onbekend
Ook het daadwerkelijke leesbereik is, met uitzondering van 2003, in de afgelopen jaren vergelijkbaar. Ruim tweederde van de Leidenaren kijkt de Stadskrant jaarlijks frequent of af en toe in. 55-plussers en vrouwen lezen de Stadskrant relatief vaker. Grafiek 6.5b: Perc. leest Stadskrant wel eens 2002
70% 79%
2003 2004
68%
2005
67%
2006
68%
2008
68%
Als de lezers specifiek gevraagd wordt of ze de informatie kunnen vinden die ze zoeken, vindt 87% van wel en 13% van niet. De lezers die aangeven de informatie niet te kunnen vinden, vinden de informatie soms/vaak te beperkt, de stukken juist te Informeel of te ambtelijk, de informatie niet onafhankelijk of ze zeggen informatie te missen over een specifiek onderwerp. Algemene beoordeling Stadskrant Om meer inzicht te krijgen in de tevredenheid van de lezers met de Stadskrant wordt hen sinds 2003 geregeld is gevraagd een drietal aspecten te beoordelen. Evenals in voorgaande jaren zijn de lezers het meest tevreden over de leesbaarheid van de artikelen. De inhoud en de vormgeving worden wat lager beoordeeld. Tabel 6.5c: Beoordeling drie aspecten Stadskrant (in % lezers Stadskrant) Gemiddelde rapportcijfers 2008 2003 2004 2005 2006 7,0 Leesbaarheid artikelen 7,0 7,0 7,1 7,0 6,8 Interessantheid inhoud 6,8 6,7 6,8 6,7 6,8 Lay-out / vormgeving 6,7 6,7 6,8 6,6
40
2008 <6 23% 31% 33%
7 51% 54% 50%
>8 26% 15% 17%
Totaal 100% 100% 100%
Stadsenquête Leiden 2008
Het doel van de Stadskrant is om de burger te informeren over gemeentelijke informatie. Ruim negen op de tien lezers (91%) vindt dat de gemeente hier met de Stadskrant redelijk tot goed in is geslaagd en 9% vindt van niet. Zij vinden de informatie in de Stadskrant te beknopt, te beperkt, niet interessant of vinden het taalgebruik te ambtelijk/ingewikkeld of het lettertype te klein.
6.6 Nieuwe krant De gemeente denkt erover om samen met partners` als de Universiteit, de Kamer van Koophandel, musea en het Leids Uitburo een krant uit te geven. Deze krant komt in plaats van de Stadskrant en wordt gratis huis-aan-huis verspreid. Het wordt een krant met zowel gemeentelijke informatie als informatie over wat er in de stad gebeurt. Tweederde lijkt dit een verbetering, voor een op de tien niet en de rest maakt het niet uit of heeft geen mening. Tabel 6.6a: Beoordeling idee nieuwe krant verbetering geen verbetering maakt niet uit kan ik niet beoordelen
66% 10% 12% 12% 100%
De mensen die positief zijn over de nieuwe krant zijn met name positief over meer culturele informatie, vinden meer informatie prettig of vinden het fijn dat alles bij elkaar staat. Wel hebben een aantal mensen hierbij mitsen en maren: zij willen dat de krant beter leesbaar wordt, willen een andere layout, geven aan dat de krant dan wel goed bezorgd moet worden of noemen specifieke onderwerpen die voor hen belangrijk zijn. Tabel 6.6b: Enkele tips of steunbetuigingen nieuw krant 1. Graag veel info cultuur/uitgaan/agenda/feesten 2. Extra info is wel gewenst/goed bruikbaar 3. Leesbaar houden, geen beleidstaal, leuke onderwerpen 4. Mooi informatie alles bij elkaar, overzichtelijker, efficiënter 5. Algemene info over stad en ontwikkelingen 6. Moet opvallen, goede lay out, flitsend, foto’s, voorblad 7. Wel goede bezorging 8. Kan meer richten op doelgroepen 9. Nu ook goed en informatief, moet dan wel zo blijven 10. Samenwerking goed idee 11. Meer wijkinfo gewenst 12. Meer over wat de gemeente precies doet 13. Moet actueler 14. Moet wel duidelijk gescheiden info zijn (met rubrieken)
31x 25x 19x 17x 10x 9x 8x 6x 6x 5x 5x 5x 3x 3x
Bijna acht op de tien is van plan de nieuwe krant te gaan lezen. Gegeven het feit dat momenteel 68% de Stadskrant leest, zou dit een flinke toename betekenen. De 78% gaat echter uit van maximale bezorging en daarbij komt dat niet iedereen altijd doet wat hij/zij zegt te gaan doen.
Stadsenquête Leiden 2008
41
6.7 Algemene lokale media: gebruik lokale kranten en bladen Evenals in 2006 hebben de Leidenaren naast de reeds behandelde Stadskrant van vier lokale kranten aangegeven of ze deze wel eens lezen. Onderstaande grafiek geeft de positie van de Stadskrant tussen deze andere lokale kranten. De resultaten zijn vergelijkbaar met twee jaar geleden. Het Leidsch Nieuwsblad wordt het meest gelezen: 75% leest dit wel eens, Het op Zondag relatief het minst: dit wordt door 60% wel eens gelezen. Van de mensen die een lokale krant lezen, kijkt tweederde de krant alle weken wel even in, de rest leest de lokale kranten meer af en toe. Grafiek 6.7: Gebruik lokale kranten
4
60%
Leids Nieuwsblad 2006
18%
56%
Leids Nieuwsblad 2008
11%
Stadskrant 2006
47%
14%
6%
Stadskrant 2008
47%
14%
6%
41%
Witte Weekblad 2006
14%
46%
Witte Weekblad 2008
14%
28%
Leidsch Dagblad 2008
13%
Het op zondag 2006
44%
Het op zondag 2008
44% 0%
8%
8% 9%
14%
15% 10%
25% dagelijks
12%
11%
26%
Leidsch Dagblad 2006
wekelijks
8%
7%
6% 6%
50% maandelijks
75%
100%
paar keer per jaar
6.8 Gebruik landelijke dagbladen Om een volledig beeld te krijgen van het mediagebruik, is aan de Leidenaren net als in 2006 ook een aantal landelijke dagbladen voorgelegd. Zeven op de tien Leidenaren leest een landelijke krant. Hierbij is het gebruik van het Leidsch Dagblad niet meegenomen. Van de landelijke dagbladen worden de Volkskrant en het NRC het meest gelezen. 5
Grafiek 6.8: Welke landelijke dagbladen worden regelmatig gelezen (in % alle Leidenaren ) 25% 26%
De Volkskrant
23% 23%
NRC Handelsblad
17% 16%
De Telegraaf Algemeen Dagblad Anders (Trouw, Parool, etc) Metro Spits
4 5
8% 10% 7% 6% 10%
2006 2008
8%
Bij resultaten Leidsch Dagblad: in 2006 is de optie ‘paar keer per jaar’ niet gevraagd. Deze groep valt dan bij de niet-lezers. Metro en Spits: 2006 niet opgenomen, vanwege andere vraagstelling waardoor de resultaten niet vergelijkbaar zijn
42
Stadsenquête Leiden 2008
6.9 Gebruik overige lokale/regionale media Tot slot is er gekeken naar het bereik van enkele overige lokale tv, radio en internetmedia. Van de vijf voorgelegde media wordt TV-West het meest gebruikt: zes op de tien Leidenaren kijkt hier wel eens naar, 13% zelfs dagelijks. Van de hier onderscheiden media wordt de website www.sleutelstad.nl het minst bekeken en ook minder frequent. De resultaten zijn vergelijkbaar met 2006. Grafiek 6.9: Gebruik overige regionale media 14%
TV West 2006 TV West 2008
23%
13%
23%
Radio West 2006
7%
8%
11%
Radio West 2008
7%
8%
11%
Kabelkrant Holland centraal 2006 2%
6%
Kabelkrant Holland centraal 2008 2%
Holland centraal (lokale radio) 2006 2%
8%
7%
5%
8%
9%
Holland centraal (lokale radio) 2008 1% 4%
www.sleutelstad.nl 2006 1% 2%
23% 24%
9%
8%
www.sleutelstad.nl 2008 1%2% 5% 0%
25%
dagelijks
Stadsenquête Leiden 2008
50%
wekelijks
75%
100%
maandelijks
43
7.
FUNCTIONEREN COLLEGE VAN B&W EN DE GEMEENTERAAD
De gemeente Leiden wordt bestuurd door het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad. In dit hoofdstuk wordt gekeken hoe de Leidenaren het functioneren van beide instanties beoordelen.
7.1 Bekendheid taken en beoordeling functioneren college van Burgemeester en Wethouders Zes op de tien Leidenaren geeft aan bekend te zijn met de taken van het college van Burgemeester en Wethouders (hierna college genoemd) en 8% heeft het afgelopen jaar op een of andere wijze contact gehad met het college. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. Mannen en hoger opgeleiden zijn beter bekend met de taken van het college en hebben hier ook vaker mee te maken gehad. De contacten met het college betreffen met name beroepsmatige contacten, contacten vanwege een bestemmingsplan, bouwvergunning, een vergadering over de verkeerscirculatie of een bezwaarschrift.
Tabel 7.1a: Bekendheid taken college B&W 2006 Bekend en mee te maken gehad Bekend, geen contact Onbekend
}
2007
2008
49%
7% 54% 39%
8% 51% 41%
100%
100%
100%
51%
Beoordeling functioneren college Van de mensen die bekend zijn met de taken van het college vindt zeven op de tien dat het college redelijk tot goed functioneert, drie op de tien beoordeelt het functioneren matig tot slecht. Sinds 2006 wordt het functioneren van het college ieder jaar iets lager beoordeeld. De mensen die ontevreden zijn over het functioneren van het college, noemen hiervoor als redenen de besluitvorming over de RijnGouweLijn, vinden dat het college slecht wordt bestuurd, dat het college veel belooft maar niets doet, dat het college niet genoeg luistert naar de burgers, dat het beleid niet stabiel genoeg is of dat ze het niet eens zijn met wat het college doet. Tabel 7.1b: Beoordeling functioneren college B&W volgens burgers (in % bekend met college B&W, excl. geen mening)
2006
2007
2008
35%
29%
24%
Goed
44
47%
45%
19%
46%
Redelijk
15% 3%
21%
Matig
8%
9%
Slecht
Stadsenquête Leiden 2008
7.2 Bekendheid taken en beoordeling functioneren gemeenteraad Zes op de tien Leidenaren geeft aan bekend te zijn met de taken van de gemeenteraad en een op de tien heeft hier het afgelopen jaar mee te maken gehad. De bekendheid lijkt wat hoger dan in eerdere jaren en is relatief beter bekend bij hoger opgeleiden. De mensen die aangeven te maken hebben gehad met de gemeenteraad noemen als onderwerp het asielzoekerscentrum, beroepsmatige contactne, bestemmingsplan/ herinrichting in eigen wijk/Leiden Oost, bouwplannen/vergunning voor bijvoorbeeld een school, informatief over o.a. Roomburg of via het bijwonen van een vergadering over de RijnGouweLijn. Tabel 7.2a: Bekendheid taken gemeenteraad 2002-2003 Bekend en mee te maken gehad } 52% Bekend, geen contact Onbekend 48%
2007
2008
50%
8% 49% 43%
10% 51% 39%
100%
100%
100%
2005-2006 50%
100%
Beoordeling functioneren gemeenteraad Van de mensen die bekend zijn met de taken van de gemeenteraad vindt ruim zes op de tien dat de raad redelijk tot goed functioneert, vier op de tien beoordeelt het functioneren met matig tot slecht. De beoordeling van het functioneren van de gemeenteraad is dit jaar lager dan de afgelopen drie jaar en vergelijkbaar met 2002 en 2003. De mensen die ontevreden zijn over het functioneren van de raad, noemen met name de besluitvorming rond de RijnGouweLijn, dat de raad niet luistert naar de burgers en over het algemeen dat er een onduidelijk en niet consistent beleid wordt gevoerd. Grafiek 7.2b: Beoordeling functioneren gemeenteraad volgens burgers (in % bekend met gemeenteraad, excl. geen mening) 2002 2003 2005
18% 27%
2008
29%
36%
22%
22%
50%
18%
19%
44% Goed
Redelijk
13% 17%
42%
24%
10%
24%
54%
31%
2006 2007
42%
29% Matig
7% 4% 7% 10%
Slecht
Van alle Leidenaren weet 12% een of meerdere raadsleden te noemen en 7% denkt iemand te kennen, maar noemt een B&W lid of iemand anders. De bekendheid van de raadsleden is toegenomen ten opzichte van 2007, toen 7% een of meer raadsdelen wist te noemen. De meest genoemde raadsleden zijn vaak de fractievoorzitters van de politieke partijen. 7.3 Informatie over de raad via website Op de website van de gemeente Leiden staat informatie over de raad en de besluiten die ze hebben genomen. Vergelijkbaar aan 2007 heeft 9% van alle Leidenaren hier de website wel eens voor bezocht. Ze hebben hierbij informatie gezocht over besluiten en regels met betrekking tot ruimtelijke ordening en in mindere mate over de RijnGouweLijn, algemene informatie, welke mensen bij welke partijen zitten of over het verkeerscirculatieplan. Van de mensen die hiervoor de website hebben bezocht, heeft negen op de tien de gewenste informatie gevonden.
Stadsenquête Leiden 2008
45
8.
REKENKAMERCOMMISSIE
De Rekenkamercommissie onderzoekt of de gemeente doet wat ze met de gemeenteraad heeft afgesproken, en of het beleid van de gemeente resultaat heeft. De Rekenkamercommissie is onafhankelijk en bepaalt zelf welke onderwerpen ze onderzoekt. Daarbij houdt ze rekening met wat de burgers belangrijk vinden. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de bekendheid met de Rekenkamercommissie en is gevraagd naar suggesties voor onderwerpen of problemen waar de Rekenkamercommissie onderzoek naar zou moeten doen.
8.1 Bekendheid Rekenkamercommissie Drie op de tien Leidenaren geeft aan wel eens van de Rekenkamercommissie te hebben gehoord, waarvan de helft alleen van naam en de andere helft ook (globaal) bekend is met wat ze doen. Grafiek 8.1a: Bekendheid Rekenkamercommissie Totaal
16%
13%
19%
17%
Man Vrouw
10%
14%
18-34
10%
14%
35-54
<1750
>3200
20%
17%
55+
1751-3200
15%
14%
13%
6% 14%
17%
16% 19%
(globaal) bekend met wat ze doen
alleen bekend van naam
Van de Leidenaren die bekend zijn met de Rekenkamercommissie heeft bijna vier op de tien hier in het afgelopen jaar iets over gehoord of gelezen. Dit is 11% van alle Leidenaren. Zij hebben met name in de Stadskrant, het Leidsch Dagblad of het Leids Nieuwsblad gelezen over de Rekenkamercommissie. Tabel 8.1b: Waar gehoord/gelezen over de Rekenkamercommissie Stadskrant Leidsch Dagblad Leids Nieuwsblad Via via Via werk Op website gemeente Leiden Ergens anders Nee, niets van gehoord/gelezen
46
17% 11% 6% 4% 4% 2% 2% 62%
Stadsenquête Leiden 2008
De mensen die de Rekenkamercommissie minimaal van naam kennen, is gevraagd een voorbeeld te noemen waarbij de Rekenkamercommissie een rol heeft gespeeld. Het meest genoemd wordt de financiële controle op inkomsten en uitgaven/boekjaar, op afstand gevolgd door de RijnGouweLijn en (in mindere mate) het Aalmarktproject.
8.2 Suggesties voor onderwerpen/problemen De Rekenkamercommissie wil graag onderzoek doen naar zaken die de burgers van Leiden belangrijk vinden. Daarom is aan de respondenten gevraagd om suggesties te doen voor onderwerpen of problemen in de gemeente waar de Rekenkamercommissie onderzoek naar zou moeten doen. Eenderde van de respondenten weet een onderwerp te noemen. De RijnGouweLijn en de parkeerproblematiek worden hierbij het meest genoemd, gevolgd door onderzoek naar bouwprojecten en de bereikbaarheid met de auto. Tabel 8.2: Meest genoemde onderwerpen/problemen waar Rekenkamercommissie onderzoek naar zou moeten doen 1. RijnGouweLijn (is RGL wenselijk en de vrees heerst dat het meer geld kost dan begroot) (26x) 2. Parkeerproblematiek (zowel in het centrum als in de wijken, de wachttijden, de kosten, etc) (21x) 3. Bouwprojecten (er wordt veel gebouwd zonder dat er gecommuniceerd wordt over de overlast en de kosten) (15x) 4. Bereikbaarheid met de auto (de stad wordt te druk, files en een slechte doorstroming) (13x) 5. Onderwijs (diverse onderwerpen: onderhoud scholen, kwaliteit onderwijs, pedagogische aanpak, speciaal onderwijs) (11x) 6. Hanjongerenvoorzieningen én aanpak om overlast tegen te gaan) (10x) 7. Algemene omgang van gemeente met belastinggeld ( toetsing op effectiviteit keuzes) (6x) Verkeersveiligheid (6x) Besluitvorming rond de bedrijventerreinen Oostvlietpolder (6x) Honden(poep)overlast (6x) WOZ-waarde (hoogte gemeentelijke belastingen, bepaling WOZ-waarde) (6x) Verbeteren speelplekken voor de jeugd (6x)
Stadsenquête Leiden 2008
47
9.
KWALITEIT GEBOUWEN VOORZIENINGEN
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het gebruik van zes voorzieningen en de beoordeling van de hoeveelheid en kwaliteit van de gebouwen/accommodaties van deze voorzieningen. De voorzieningen die in het onderzoek zijn voorgelegd, zijn: sportvoorzieningen, onderwijs, buurthuizen, kinderopvang, huisartsen/tandartsen en culturele voorzieningen.
9.1 Gebruik zes voorzieningen Aan de Leidenaar is een zestal voorzieningen voorgelegd met de vraag of iemand in het huishouden daar gebruik van maakt. Ruim negen op de tien huishoudens maakt gebruik van een woning of groepspraktijk huisartsen/tandartsen, ruim driekwart van culturele voorzieningen en ruim de helft van sportvoorzieningen. Voor vijf van de zes voorzieningen is het gebruik hoger dan in 2006 echter vaak is dit dan vergelijkbaar met 2005. Uitzondering hierop is het gebruik van culturele voorzieningen, wat een duidelijke toename laat zien. Grafiek 9.1: Gebruik zes voorzieningen in Leiden 90% 93% 91% 94%
Huis-/ tandarts 68% 71% 70% 77%
Culturele voorzieningen 50% 55% 50% 55%
Sportvoorzieningen 27% 26% 23% 26%
Basis-/ speciaal- of voortg. onderwijs Buurthuizen Kinderopvang/ peuterspeelzaal
12% 13% 16% 14% 11% 10% 11% 12%
2004 2005 2006 2008
9.2 Beoordeling voorzieningen Vervolgens is de respondenten die zelf of waarvan de huisgenoten gebruik maken van een of meerdere van de onderscheiden voorzieningen in Leiden, gevraagd deze te beoordelen op de hoeveelheid en de kwaliteit van de gebouwen/accommodaties van de voorzieningen. Op hoeveelheid gebouwen worden de culturele voorzieningen van de zes voorzieningen met een 7,7 het hoogst beoordeeld. De hoeveelheid kinderopvang/peuterspeelzalen scoren het laagst met een 6,8, waarmee de hogere beoordeling van 2006 weer teniet wordt gedaan. Tabel 9.2a: Beoordeling hoeveelheid gebouwen van de voorzieningen (gemiddeld cijfer) Huis-/ tandarts Culturele voorzieningen Sportvoorzieningen Basis-/ speciaal- of voortgezet onderwijs Buurthuizen Kinderopvang/ peuterspeelzaal
48
2004 6,8 7,5 7,1 7,4 7,0 6,7
2005 7,1 7,6 7,3 7,4 7,0 6,9
2006 7,2 7,6 7,3 7,4 7,1 7,1
2008 7,3 7,7 7,4 7,5 7,2 6,8
Stadsenquête Leiden 2008
Ook op kwaliteit scoren de culturele voorzieningen van de voorgelegde voorzieningen het hoogst met een 7,6. De kwaliteit van de onderwijsgebouwen scoort met een 6,9 hoger in vergelijking met 2006. Hiermee komt het cijfer weer uit op het niveau van 2005. Tabel 9.2b: Beoordeling kwaliteit gebouwen van de voorzieningen (gemiddeld cijfer) Huis-/ tandarts Culturele voorzieningen Sportvoorzieningen Basis-/ speciaal- of voortgezet onderwijs Buurthuizen Kinderopvang/ peuterspeelzaal
2004 7,3 7,5 6,9 6,7 6,7 7,2
2005 7,3 7,6 7,0 6,9 6,8 7,3
2006 7,4 7,6 6,9 6,5 6,8 7,3
2008 7,4 7,6 7,1 6,9 6,9 7,5
9.3 Verbeterpunten Tot slot hebben de gebruikers die een mindere beoordeling aan de gebruikte voorziening hebben gegeven, de mogelijkheid gekregen om verbetertips te geven. Er wordt een scala aan antwoorden genoemd. Onderstaand een overzicht van de meest genoemde verbeterpunten per voorziening. Basis-/ speciaal of voortgezet onderwijs 1. Onderhoud schoolgebouwen (7x) 2. Nieuwbouw nodig (5x) 3. Meer scholen, er is een tekort, locatie te klein (4x) 4. Hogere kwaliteit gebouwen, nu les in noodgebouw/containers (4x) 5. Speelruimte buiten: toestellen kapot, te weinig ruimte (3x) 6. Schoonmaken (2x) 7. Luchtkwaliteit is slecht, beter ventileren (2x) Sportvoorzieningen 1. Beter onderhoud (nu achterstand), algem. opknapbeurt nodig (8x) 2. Te weinig sportvoorzieningen (sporthallen, fitnesscentra) (6x) 3. Te ver weg/ ver fietsen (2x) 4, er zijn nu wachtlijsten bij bepaalde voorzieningen (2x) 5. afstand tussen bepaalde wijken en voorzieningen vrij groot (2x)
Kinderopvang/ peuterspeelzaal 1. Te weinig kinderopvang in de buurt, wachtlijst (10x) 2. Kwaliteit kinderopvang kan beter (3x) 3. voorkeursdagen zitten vaak te vol (2x)
Culturele voorzieningen 1. Concertzalen (meer, huidige te klein, zaal renoveren) (9x) 2. Meer culturele voorzieningen, activiteiten, variëteit (9x) 3. Meer theaters, meer aanbod (6x) 4. Bioscoop: meer, groter, renoveren, levendiger maken (6x) 5. Betere toegankelijkheid voor gehandicapten en ouderen (4x) 6. Popmuziek: meer concerthuizen, popevenementen (3x) 7. Meer voor bepaalde leeftijden (3x) Huisartsen/ tandartsen 1. Te weinig huisartsen (wachtlijsten, afspraak moeilijk) (18x) 2. Te weinig tandartsen (9x) 3. Te weinig (niet gespecificeerd) (4x) 4. Toegankelijkheid praktijk (niet op begane grond, trap) (4x) 5. Gebouw (benauwd, opknappen, te kleine wachtkamers) (3x) 6. Moeilijk avondarts te krijgen (3x) 7. Betere spreiding (2x) Buurthuizen 1. Moderniseren/weinig uitstraling (2x)
De genoemde verbeterpunten betreffen een wijds scala. Voor een aantal punten kan de gemeente als regelgever of subsidiegever direct invloed uitoefenen. Voor andere punten zijn de gebouweigenaren de partij die verbetering kunnen bewerkstelligen.
Stadsenquête Leiden 2008
49
10.
REGIONAAL ARCHIEF LEIDEN
Mensen die geïnteresseerd zijn in informatie over de geschiedenis van Leiden en omgeving of over hun stamboom kunnen hiervoor terecht bij het Regionaal Archief Leiden. Dit kan zowel in de vestiging van het Regionaal Archief aan de Boisotkade als via de website. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de interesse van mensen voor regionale geschiedenis en stamboomonderzoek, de bekendheid van een aantal producten van het Regionaal Archief en het gebruik van het Regionaal Archief.
10.1 Interesse in geschiedenis van Leiden en omgeving Driekwart van de Leidenaren geeft aan geïnteresseerd te zijn in de geschiedenis van Leiden en omgeving. Drie op de tien Leidenaren heeft het afgelopen jaar historische informatie gezocht, waarvan 30% over de geschiedenis van Leiden en 5% over een stamboom. Mannen, 18-34 jarigen, hoger opgeleiden en de hoger inkomens zoeken relatief vaker naar informatie. Bij de meeste groepen geldt dat een grotere interesse leidt tot vaker informatie zoeken. Bij jongeren en ouderen is dit juist omgekeerd: jongeren zijn relatief minder geïnteresseerd in de regionale geschiedenis, maar zoeken relatief vaker naar informatie hierover. Omgekeerd geldt dat ouderen relatief meer geïnteresseerd zijn in de regionale geschiedenis, maar hier relatief minder vaak informatie over zoeken. Grafiek 10.1a: % Leidenaren dat geïnteresseerd is in geschiedenis Leiden en % dat afg. jaar gezocht heeft, naar doelgroepen 30%
Totaal Leiden
46%
39%
Man 22%
Vrouw
41% 50%
35%
18-34 jaar
35%
30%
35-55 jaar
46%
26%
55+
55%
15%
lagere opleiding
54% 34%
middelbare opleiding
37%
37%
hogere opleiding 0%
46% 25%
informatie gezocht
50%
75%
100%
wel interesse, niet gezocht
De Leidenaren die informatie hebben gezocht, noemen een groot aantal onderwerpen. Onderstaande tabel geeft een ruwe top tien. Het separaat geleverde tabellenboek biedt een totaal overzicht. Tabel 10.1b Over welke onderwerpen informatie gezocht? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Historie Leiden in het algemeen, ontstaan, wat er door de eeuwen is gebeurd, etc Historie 3 oktober (en ontstaansgeschiedenis 3 oktober feesten) Opzoeken geschiedenis van het eigen huis, straat, wijk Leidse kerken (zoals Pietserkers, Hooglandse kerk en Hartebrug) Architectuur/gebouwen in Leiden Foto’s/prenten van eigen straat, oud Leiden Historie en ontstaansgeschiedenis Binnenstad Leids ontzet Historie van de hofjes Informatie door en over rondleidingen door het centrum, historische wandeling
16x 10x 9x 8x 8x 7x 7x 7x 6x 5x
En verder: Lakenhal, open monumentendag, scripties voor studie, Middeleeuwen, Rembrandt, anders schilders, taalgeschiedenis, geschiedenis Stadhuis/Universiteit, Leiden in WO II, 80-jarige oorlog, boekdrukkunst, historie slachthuis, Spanjaarden en nog veel meer
50
Stadsenquête Leiden 2008
De Leidenaren die informatie hebben gezocht doen dit met name via internet, de bibliotheek, of kopen een boek. Het Regionaal Archief wordt in mindere mate (spontaan) door de zoekers genoemd, waarbij opgemerkt moet worden dat mensen ook indirect (via google) op de site van het Regionaal Archief kunnen komen. Tabel 10.1c: Waar gezocht naar informatie (spontaan)? (door mensen die informatie zoeken) Via internet: Overig: 1. googlen op internet (34%) 1. naar de bibliotheek (20%) 2. www.leiden.nl (8%) 2. boek gekocht (14%) 3. bezoek vestiging Regionaal Archief Leiden (8%) 3. via www.leidenarchief.nl (5%) 4. Wikipedia (5%) 4. bezoek Lakenhal (6%) 5. www.stamboom.nl (1%) 5. via de universiteit (5%) 6. stichting gezondleiden.nl (1%)l 6. via VVV (4%) 7. internet anders (4%) 7. naar musea (3%) * in vet de informatiebronnen die min of meer direct naar het Regionaal Archief verwijzen
10.2 Bekendheid en contact Regionaal Archief Leiden De helft van de Leidenaren kent het Regionaal Archief Leiden van naam en 18% geeft aan hier wel eens contact mee te hebben gehad, waarvan 6% in het afgelopen jaar en 12% meer dan een jaar geleden. Van de mensen die contact hebben gehad met het Regionaal Archief heeft driekwart de vestiging van het RAL wel eens bezocht en de helft heeft wel eens op hun website gekeken. Hoger opgeleiden hebben vaker contact gehad met het RAL en zijn hier ook beter mee bekend. Tabel 10.2a: Bekendheid en contact met RAL Totaal Leiden
Man Vrouw
6%
30%
14%
7%
6% 10%
18-34 5% 35-54
7%
55+
8%
32%
12%
27% 32%
12%
33%
12%
lagere opleiding 2% 10% middelbare opleiding
31%
12%
25%
6% 10% 9%
hogere opleiding
35% 32%
15%
0%
25%
afg. jaar contact gehad
50% ooit contact, afg. jaar niet
75%
100%
wel bekend, nooit contact
Bekendheid producten onder mensen die bekend zijn met het RAL Aan de mensen die het Regionaal Archief Leiden kennen, is voor vier producten gevraagd of ze wisten dat het Regionaal Archief dit aanbiedt. Dat het Regionaal Archief informatie over de geschiedenis van Leiden en omgeving biedt is het best bekend: van de mensen die het RAL kennen van naam weet driekwart dit. De website van het RAL is het minst goed bekend, dit is bij ruim vier op de tien bekend. Tabel 10.2b: Bekendheid producten Regionaal Archief Leiden (in % Leidenaren die RAL kent) kent een of meerdere producten - Informatie over de geschiedenis van Leiden en omgeving - Beeldmateriaal over de geschiedenis van Leiden en omgeving - Informatie over stambomen - Informatie zoeken op eigen website RAL maar kent geen producten
Stadsenquête Leiden 2008
90% - 76% - 63% - 56% - 43% 10% 100%
51
11.
MILIEUSTRAAT
Om het scheiden en hergebruik van huishoudelijk restafval te stimuleren, wordt voortdurend onderzocht hoe de bewoners van Leiden met hun afval omgaan. Niet alleen hoe men over afval en afvalscheiding denkt is van belang, ook is interessant hoe bekend de verschillende voorzieningen zijn waar men afval kan inleveren. Dit jaar is in de Stadsenquête de bekendheid en gebruik van de Milieustraat aan de orde gekomen.
11.1 Bekendheid en gebruik Milieustraat De Milieustraat, aan de J.C. Rijpstraat, is een voorziening waar inwoners van Leiden op vertoon van een legitimatie hun grof huishoudelijk afval kunnen brengen. Daarnaast kan er ook bijna al het overige afval worden ingeleverd. Ruim acht op de tien Leidenaren is bekend met de Milieustraat en de helft heeft er in de afgelopen 12 maanden gebruik van gemaakt. Vergeleken met de afgelopen jaren is de bekendheid en het gebruik toegenomen. De lagere inkomensgroepen en lager opgeleiden maken relatief minder vaak gebruik van de Milieustraat. Naar stadsdeel is er nauwelijks verschil. Grafiek 11.1a: Bekendheid en (potentieel) gebruik Milieustraat, 2001-2008
34%
37%
35%
42%
43%
46%
51%
2004
2005
2006
2008
33% 34% 31%
32%
22%
25%
2001
2002
35%
2003
Bekend en gebruik
Bekend geen gebruik
Redenen geen gebruik Milieustraat Eenderde van de Leidenaren (34%) is wel bekend met de Milieustraat, maar heeft er het afgelopen jaar geen gebruik van gemaakt. De belangrijkste reden hiervoor is dat men geen afval had voor de Milieustraat. Tabel 11.1b: Waarom geen gebruik Milieustraat (in % bekend, maar geen gebruik, meerdere antw. mogelijk) Heb geen afval voor Milieustraat 68% Vindt de Milieustraat te ver weg 5% Wordt opgehaald 5% Geen auto 5% Een ander regelt dit 3% Weet niet precies wat wel/ niet kan 3% Niet nodig 3% Doe het in container (bij flat) 3% Regel het zelf 2% Kan op het werk inleveren 2% Weet niet waar Milieustraat is 1% Te oud 1% Te lui 1% Te lastig 1%
52
Stadsenquête Leiden 2008
11.2 Gebruiksmotief Milieustraat Leidenaren die in de afgelopen 12 maanden gebruik hebben gemaakt van de Milieustraat, zijn hier meestal één of enkele keren geweest. Ze komen met name voor het inleveren van grof huishoudelijk afval en bouw- en sloopafval. Tabel 11.2: Afval waarvoor men naar Milieustraat gaat (in % Milieustraat bezocht, meerdere antw. mogelijk) 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Grof huishoudelijk afval 36% 45% 40% 33% 50% 46% Bouw- en sloopafval 38% 33% 38% 40% 33% 34% Hout 9% 17% 18% 16% 20% 17% Klein gevaarlijk afval 22% 23% 19% 18% 15% 24% Kleine elektrische apparaten 16% 24% 14% 13% 14% 14% Grof groenafval 6% 8% 11% 15% 13% 17% Metalen/aluminium 8% 10% 9% 3% 6% 8% Papier, karton 8% 4% 4% 5% 4% 6% Vloerbedekking 5% 5% 7% 6% 3% 4% Glas 7% 1% 3% 4% 3% 3% Kleding 4% 2% 2% 1% 1% 2%
2008 47% 32% 20% 19% 18% 12% 8% 5% 4% 3% 0%
11.3 Kosten en openingstijden De Milieustraat is op geopend op maandag t/m zaterdag van 8.00-16.00 uur. Het gebruik van de Milieustraat is voor inwoners van Leiden gratis. Alleen voor bouw- en sloopafval geldt voor particulieren een limiet. Van de Leidenaren die bekend zijn met de Milieustraat, weet bijna de helft dat het gebruik veelal gratis is en ruim vier op de tien zegt bekend te zijn met de openingstijden. Driekwart weet dat de Milieustraat op zaterdag open is. De resultaten zijn globaal vergelijkbaar met eerdere jaren. Grafiek 11.3: Bekendheid kosten, openingstijden en zaterdagsopening Milieustraat (in % bekend met Milieustraat)
70%
74%74%73%
62% 52%
48% 48% 42% 39% 29%
32%
43%41%43%44% 39%
39%
29%
22% 12%
Kosten 2001
Openingstijden 2002
2003
Stadsenquête Leiden 2008
2004
2005
Zaterdagsopening 2006
2008
53
12.
BEOORDELING NETHEID EIGEN WIJK
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de prettige en de mindere prettige kanten van de openbare ruimte. In de eerste paragraaf wordt gekeken welke aspecten mensen specifiek prettig vinden aan de inrichting van hun buurt. In de tweede paragraaf hebben Leidenaren vormen genoemd waar ze zich in hun buurt aan ergeren. Vervolgens worden zeven mogelijke vormen van overlast besproken.
12.1 Spontaan genoemde prettige onderwerpen aan inrichting buurt De gemeente probeert de verschillende buurten in Leiden zo goed mogelijk in te richten, in de hoop dat de mensen er met plezier wonen. Dit jaar is voor de tweede keer aan de Leidenaren gevraagd spontaan aan te geven wat ze prettig vinden aan de inrichting van hun buurt, als ze door de buurt wandelen. Als prettig aan de inrichting wordt het groen in de buurt het vaakst genoemd, gevolgd door een rustige woonomgeving. Grafiek 12.1a: Prettig aan inrichting buurt, spontaan 42% 46%
Groen (parkjes, bomen) 28% 29%
Rustige omgeving, veilig, ruimte Inrichting openbare ruimte, goed wonen, fijne wijk, goed schoongehouden
21% 18%
Centrale ligging, voorzieningen dichtbij, goede bereikbaarheid
9% 15%
Goede en gezellige sfeer, leuke mensen, vertrouwd, kleinschalig
10% 13%
Uiterlijk en uitstraling van de buurt, mooie gebouwen, historie, grachten Kindvriendelijke wijk, leuke voorzieningen voor kinderen
10% 10% 4% 7%
Verkeersveiligheid, autoluwheid
2% 3%
Levendigheid(er wordt geleefd)
2% 3%
2007 2008
Wat betreft de onderwerpen die men prettig vindt aan de inrichting in de eigen buurt, noemen de inwoners van het Merenwijkdistrict en in mindere mate ook het Bos- en Gasthuisdistrict en het Roodenburgdistrict vaker het groen en in de Binnenstad minder vaak. In de Binnenstad noemt men relatief vaker de inrichting van de openbare ruimte en de centrale ligging met alle voorzieningen dichtbij. In het Roodenburgdistrict, Morsdistrict en Stevenshofdistrict wordt relatief vaker de rustige omgeving als prettig ervaren. Tabel 12.1b: Verschillen in districtsprofielen in vergelijking met gemiddeld Leiden Sterker profiel op:
Minder sterk profiel op:
Uitstraling van de buurt, de gebouwen, centrale ligging, sfeer, autoluw Inrichting openbare ruimte, sfeer, uitstraling van de buurt, gebouwen, levendigheid, grachten
Groen/parken, rustige omgeving, kind vriendelijkheid Groen/parken, rustige omgeving, kindvriendelijkheid
Leiden Noord
Goede en gezellige sfeer, vertrouwd
Groen/parken, inrichting, uitstraling
Roodenburgerdistrict
Groen, rustige omgeving
Centraal, uitstraling
Bos-en Gasthuisdistrict
Groen en parken, kindvriendelijk
Inrichting, rust, sfeer
Morsdistrict
Rustige omgeving
Uitstraling, inrichting, centraal
Merenwijkdistrict
Groen en parken
Uitstraling en onderlinge sfeer
Stevenshofdistrict
Rustige omgeving, inrichting, kindvriendelijk
Uitstraling, onderlinge sfeer
Binnenstad- Zuid Binnenstad- Noord
54
Stadsenquête Leiden 2008
12.2 Spontaan genoemde overlast Binnen een gemeente kunnen verschillende aspecten tot kleine of grote ergernissen leiden. Evenals voorgaande jaren is via een open vraag gevraagd aan welke zaken de Leidenaren zich wel eens ergeren in de eigen buurt. Driekwart van de Leidenaren noemt spontaan één of meerdere ergernissen. Zwerfvuil en geluidsoverlast worden hierbij net als in eerdere jaren het vaakst genoemd. Opvallend is de toename van het tekort aan parkeerplaatsen van 4% in 2007 naar 12% in 2008. Grafiek 12.2a: Overlast in eigen buurt, spontaan 17%
zwerfvuil, ro mmel o p straat
21% 23% 20%
13% 13% 11% 12% 12%
geluidso verlast 5% 5% 5% 4%
parkeergelegenheid
8% 9% 9%
(hang)jo ngeren 4%
verkeersveiligheid
3%
6%
4% 3% 3% 3% 5%
te weinig o f vo lle afvalco ntainers o nderho ud straten en wegen
3% 3% 4% 4%
fo ut parkeren 3%
bureno verlast
11%
9% 8% 8% 9% 7% 8%
meeuwen
gro envo o rzieningen
12% 11%
7% 6% 7%
ho ndenpo ep
verkeersdrukte
19%
1%
6% 5% 6% 5%
2004 2005
3%
4% 3% 4% 4% 2% 5% 3% 6% 2% 2%
2006 2007 2008
In onderstaande tabel worden de resultaten naar district weergegeven. Wat betreft de ergernissen in de buurt is onder andere te zien dat men in de Binnenstad en Leiden Noord relatief vaker overlast ondervindt van zwerfvuil/rommel op straat en geluidsoverlast, in het Stevenshofdistrict vaker van (hang)jongeren en vaker parkeerproblemen, in Binnenstad Zuid vaker van meeuwen. Tabel 12.2b: Ergernissen in de eigen buurt, spontaan (naar district) Totaal BinnenBinnenstad stad Zuid Noord 20% 26% 27% Zwerfvuil/ rommel op straat 12% 21% 16% Geluidsoverlast 12% 11% 11% Te weinig parkeerplaatsen 11% 11% 13% Hangjongeren 9% 9% 11% Verkeersveiligheid 8% 5% 10% Hondenpoep 6% 21% 6% Meeuwen 5% 2% 3% Overvolle afvalbakken/containers 4% 3% 0% Onderhoud straten/ wegen 3% 4% 6% Fout parkeren
Stadsenquête Leiden 2008
Leiden Noord 25% 16% 12% 13% 4% 8% 5% 6% 5% 1%
Rooden- Bos- en burg Gasthuis district district 14% 16% 10% 14% 13% 8% 7% 12% 9% 11% 6% 8% 5% 4% 6% 4% 6% 3% 4% 1%
Mors district 13% 10% 12% 10% 11% 10% 6% 7% 3% 4%
Merenwijk district 19% 9% 9% 12% 7% 8% 2% 4% 6% 2%
Stevenshof district 22% 9% 19% 17% 9% 13% 0% 6% 4% 5%
55
12.3 Mate van overlast van zeven voorvallen/activiteiten Vervolgens zijn de burgers zeven verschillende vormen van overlast voorgelegd met de vraag in hoeverre ze hier in de eigen wijk overlast van ondervinden. De meeste overlast ondervindt men van rommel op straat en hondenpoep. Van wildplakken, graffiti en stankoverlast van de watergangen wordt relatief de minste overlast ervaren. Door middel van een extra vraag geven de mensen, die overlast van hondenpoep, zwerfvuil of onkruid ervaren, aan hier vooral op straten en wegen last van te hebben. Overlast van hondenpoep wordt daarnaast ook in het groen ervaren en zwerfvuil bij containers. Grafiek 12.3a: Mate van overlast van zeven voorvallen in eigen wijk Zwerfvuil, rommel op straat Hondenpoep Onkruid
11%
17%
9% 6%
14% 8%
6
27% 32%
16%
Graffiti 2% 11% Wildplakken posters 3%
Drijfvuil op water 3% 8%
19%
Stankoverlast 1%5% watergangen (Zeer) ernstig
Behoorlijk wat
Een beetje
Een vergelijking met voorgaande jaren laat zien dat het percentage Leidenaren dat aangeeft (zeer) ernstige of behoorlijke overlast te ondervinden van hondenpoep sinds 2004 aan het afnemen is en de overlast van onkruid neemt de laatste twee jaar toe. De andere aspecten zijn redelijk gelijk gebleven. 7
Tabel: 12.3b: Perc. (zeer) ernstige/ behoorlijk wat overlast van zeven voorvallen in eigen wijk, naar district 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Zwerfvuil 29% 27% 28% 29% 31% 30% 32% Hondenpoep 28% 34% 34% 37% 31% 27% 24% Onkruid # # # # # 11% 13% Graffiti # 6% 8% 4% 2% 2% 5% Wildplakken van posters # 3% 2% 1% 0% 1% 1% Overlast drijfvuil op water # # 14% 9% 11% 8% 12% Stankoverlast van watergangen # # # 2% 1% 2% 2%
2008 28% 23% 14% 2% 0% 11% 1%
In onderstaande tabel worden de resultaten naar district gepresenteerd. Hier valt met name de bovengemiddelde overlast van hondenpoep in het Stevenshofdistrict op. Uit een eerdere Stadsenquête bleek het percentage honden in dit district ook het hoogst. Tabel: 12.3c: Perc. (zeer) ernstige/ behoorlijk wat overlast van zeven voorvallen in eigen wijk, naar district BinnenBinnenRoodenBos-en Totaal Leiden Mors stad stad burger Gasthuis 2008 Noord district Zuid Noord district district 28% Zwerfvuil 29% 38% 29% 24% 25% 28% 23% Hondenpoep 17% 25% 20% 20% 19% 19% 14% Onkruid 10% 8% 17% 13% 12% 10% 2% Graffiti 4% 5% 0% 4% 5% 3% 0% Wildplakken van posters 0% 1% 0% 1% 0% 0% 11% Overlast drijfvuil op water 6% 10% 13% 11% 13% 5% 1% Stankoverlast van watergangen 0% 0% 0% 2% 1% 2%
Merenwijk district 18% 27% 11% 4% 0% 14% 3%
Stevenshof district 38% 40% 28% 1% 0% 10% 1%
6
De overlast van drijfvuil op water en stankoverlast van de watergang is alleen beoordeeld door respondenten met watergangen in de eigen wijk (88%). Dit jaar is voor de tweede keer via een extra vraag een test gedaan over de perceptie van de toe- of afname van vijf vormen van overlast. Separaat in het tabellenboek zijn hiervan de cijfers opgenomen.
7
56
Stadsenquête Leiden 2008
13.
BEOORDELING ONDERHOUD IN EIGEN WIJK
Evenals in de voorgaande edities van de Stadsenquête is de Leidse burgers een aantal aspecten voorgelegd die betrekking hebben op het onderhoud van de eigen wijk, met de vraag deze te beoordelen. Alvorens hier op in te gaan is eerst gevraagd de openbare ruimte in de eigen wijk te beoordelen met een rapportcijfer.
13.1 Beoordeling onderhoud openbare ruimte Van alle Leidenaren beoordeelt tweederde het onderhoud van de openbare ruimte met een zeven of hoger. In vergelijking met vorige jaren scoren Binnenstad-Zuid en Roodenburgdistrict lager en Merenwijkdistrict hoger. Ondanks de vele fysieke ontwikkelingen in Leiden Noord, zoals sloop van woningen en bouw nieuwe woningen, wordt het onderhoud van de openbare ruimte hetzelfde beoordeeld als in de afgelopen twee jaar. Tabel 13.1a: Rapportcijfer onderhoud openbare ruimte 2006 2007 Gemiddeld rapportcijfer 6,7 6,6
2008 6,7
2008 2006 2007 Naar district* Binnenstad-Zuid 7,0 6,7 6,5 6,6 Verdeling cijfers Binnenstad-Noord 6,5 6,5 2% 6,4 9 of hoger 3% 2% Leiden-Noord 6,4 6,4 25% 6,7 8 22% 25% Roodenburgerdistrict 6,9 6,9 36% 6,8 7 41% 36% Bos- en Gashuisdistrict 6,7 6,6 24% 6,6 6 20% 20% Morsdistrict 6,4 6,7 12% 7,0 5 of lager 14% 17% Merenwijkdistrict 6,8 6,8 100% Stevenshofdistrict 6,5 100% 100% 6,4 6,3 * Boerhaavedistrict wordt in de Stadsenquête alleen indicatief gemeten, met als beoordelingen: ’06: 7,1; ’07: 7,1; ’08: 7,3.
De mensen is gevraagd waar ze hun oordeel op baseren. Evenals in eerdere jaren noemen de meeste mensen hierbij het onderhoud en vegen van straten en wegen en het onderhoud van het groen. Tabel 13.1b: Top 10 waarop burgers hun beoordeling onderhoud openbare ruimte baseren (maximaal 3 antwoorden mogelijk) 36%
Onderhoud straten en wegen Vegen straten en wegen Onderhoud groen
35%
Ophalen vuilnis Onderhoud straatmeubilair Zwerfvuil, hondenpoep Onderhoud speeltoestellen Onderhoud verkeersvoorzieningen Verzorgdheid Onderhoud vijvers, grachten, singels
41% 43%
36% 37% 36%
17% 6% 4% 6% 5% 3% 6% 7% 6% 5% 2% 4% 4% 7% 2% 4% 3% 3% 2%
Stadsenquête Leiden 2008
39%
42%
22% 20%
2006 2007 2008
57
13.2 Beoordeling diensten Vervolgens is gevraagd acht aspecten van onderhoud in de eigen wijk te beoordelen. Deze aspecten worden alle door 66% tot 84% positief beoordeeld. Het onderhoud van de verkeersvoorzieningen, zoals borden, lantaarnpalen en de belijning, scoort hierbij het hoogst en het vegen+onderhoud van de straten en wegen relatief het minst goed, terwijl daar wel in de meeste gevallen het oordeel van het onderhoud van de openbare ruimte op wordt gebaseerd (zie vorige paragraaf). Grafiek 13.2a: Beoordeling acht aspecten onderhoud in eigen wijk Onderhoud verkeersvoorzieningen 2% Het ophalen van vuilnis
82%
8%
11% 4%
70%
16%
5%
Onderhoud watergangen 2%
73%
19%
6%
Onderhoud speeltoestellen 4%
70%
19%
7%
21%
6%
24%
5%
Onderhoud groen
8%
64%
Onderhoud straatmeubilair 1%
70%
Vegen straten en wegen 3%
63%
26%
8%
Onderhoud straten en wegen 1%
65%
26%
8%
0%
25%
50%
Uitstekend
Goed
75% Matig
100%
Slecht
Vier van de acht aspecten met betrekking tot het onderhoud zijn ook in de afgelopen jaren gesteld, drie aspecten worden sinds 2006 gesteld en het onderhoud van de verkeersvoorzieningen sinds 2007. Onderstaande grafiek geeft een overzicht van het percentage Leidenaren dat de aspecten met uitstekend/goed beoordeelt. Met name het ophalen van vuilnis wordt dit jaar beduidend hoger gewaardeerd dan de afgelopen jaren. Grafiek 13.2b: Beoordeling acht aspecten onderhoud in eigen wijk: percentage uitstekend/goed ‘01-‘08 90% 85% 83%
82% 79% 75% 74% 73% 73%
78% 75% 72%
79% 76% 74% 73%
74% 74%
70%
77% 72% 71%
66% 67%
67% 67% 66% 66% 66% 65% 64% 64% 63% 64% 62%
62%
50%
2001
58
2003
2005
2006
2007
Onderhoud straten en wegen
Vegen straten en wegen
Onderhoud straatmeubulair
Onderhoud groen
Onderhoud speeltoestellen
Onderhoud watergangen
Ophalen vuilnis
Onderhoud verkeersvoorzieningen
30%
2008
Stadsenquête Leiden 2008
Jaarlijks worden de beoordelingen van de aspecten omgerekend tot een rapportcijfer. Tabel 13.2c geeft de verschillen naar district van de laatste jaren. Evenals eerdere jaren scoort het onderhoud van diverse aspecten in met name in Leiden-Noord, maar ook in Stevenshofdistrict wat lager dan de andere districten. Tabel 13.2c: Beoordeling onderhoudsaspecten naar district (berekend cijfer op basis van uitst.=9, goed=7,5, matig=5, slecht=3) Onderh verkeer svoorz.
Het ophalen van vuilnis in uw wijk*
Onderhoud watergang.
Onderhoud speeltoest.
Onderhoud straatmeub.
Onderhoud groen
Vegen straten en wegen
Onderhoud straten en wegen
‘07 ‘08 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘06 ‘07 ‘08 ‘06 ‘07 ‘08 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘06 ‘07 ‘08 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 Leiden totaal
7,1 7,1 7,0 6,9 6,8 6,9 7,0 6,8 6,9 6,9 6,9 7,0 6,9 6,5 6,6 6,9 7,0 6,9 6,9 6,8 6,7 6,4 6,5 6,7 6,6 6,6 6,5 6,4 6,7 6,5 6,6
Binnenstad-Zuid
-
Binnenstad-Noord Leiden-Noord
--
-
-
-
-
--
-
--
-
Roodenburgerdistrict
+
Bos- en Gashuisdistrict
++
+
-
+ --
+
+
-
+ +
-
-
--
-
-
+
+
+
+
+
-
-
Morsdistrict Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict
-
++
+
+ +
+ -
-
+
-
-
--
++
+
-
+
+ --
+
+
+
+
--
-
-
+ --
+ +
+ ++
-
+
+
--
--
+
+ +
-
++
-
-
--
-
-
--
-
-
+ -
-
-
+
-
* plussen en minnen: - - als verschil met gemiddeld Leiden < - 0,4, - bij verschil -0,2 en -0,3, + bij verschil 0,2 en 0,3, ++ bij verschil > 0,4)
13.3 Medeverantwoordelijkheid voor de leefbaarheid Negen op de tien Leidenaren geeft aan zich medeverantwoordelijk te voelen voor de leefbaarheid in hun eigen wijk. Een kwart van alle Leidenaren is in de afgelopen 12 maanden actief geweest om de leefbaarheid te vergroten. Dit is lager dan eerdere jaren toen eenderde actief was. Leidenaren van 3564 jaar en Leidenaren met een hogere opleiding zijn vaker actief. Van de mensen die actief zijn met het verbeteren van de buurt doet ruim de helft dit door te helpen met het schoonhouden van de straat en/of het verzorgen van het groen. Anderen geven aan in een buurtcommissie te zitten, buurtavonden te bezoeken, straatfeesten te helpen organiseren, de gemeente te bellen of door buurtbewoners aan te spreken op hun gedrag. Tabel 13.3a: % Leidenaren dat aangeeft in het afgelopen jaar actief te hebben meegeholpen de wijk te verbeteren 2006 2007 2008 26% Totaal Leiden 33% 32% Naar leeftijd 10% 18-24 13% 21% 18% 25-34 23% 23% 31% 35-49 43% 40% 30% 50-64 39% 35% 28% 65+ 36% 27% Naar sekse 27% Man 34% 32% 25% Vrouw 32% 32% Naar opleiding 17% Lager 29% 21% 25% Middelbaar 28% 28% 31% Hoger 38% 38%
Stadsenquête Leiden 2008
+
-
59
14.
GROEN EN WATER
In de gemeente Leiden en omgeving liggen diverse groen- en watergebieden. Onderscheiden worden het kleinere wijkgroen, het grotere stadsgroen en de groengebieden in de regio, zoals de duinen, de plassen en de landgoederen. Al deze gebieden zijn belangrijk voor ontspanning maar ook voor de natuur in en rond de stad. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de beoordeling, het gebruik en de waardering van het groen en water in en buiten Leiden met de intentie om het beheer beter af te stemmen op het gebruik. Verder wordt uitgebreid ingegaan op de informatievoorziening rondom groen- en watergebieden. Er wordt ingegaan op het belang, het gebruik en de vindbaarheid van informatie van verschillende soorten informatie over het groen in de Leidse regio, te weten: onderhoud van de groenvoorzieningen, excursies en evenementen, planten en dieren en wandel- en fietsroutes.
14.1 Beoordeling groen en water in en om Leiden Sinds 2004 vragen we de Leidenaren geregeld naar een rapportcijfer voor de hoeveelheid en kwaliteit van het groen en water in en buiten Leiden. Het groen en water binnen Leiden scoort dit jaar zowel op hoeveelheid als op kwaliteit een 7,1, het groen en water buiten Leiden een 7,3 à 7,4. Leidenaren waarderen de hoeveelheid en de kwaliteit van het groen en water in Leiden de afgelopen jaren steeds iets hoger en het groen en water in de regio meer constant. Tabel 14.1: Beoordeling gemiddelde cijfer op Kwaliteit en hoeveelheid groen/ water binnen en buiten Leiden
7,3 7,1 6,9 6,8 6,7
7,1 6,9 6,8 6,7
hoeveelheid in Leiden
kwaliteit in Leiden 2004
7,47,4 7,2
7,37,3
hoeveelheid kwaliteit buiten buiten Leiden Leiden 2005
2006
2008
14.2 Bezoek groen- en watergebieden binnen en buiten Leiden Acht op de tien Leidenaren geeft aan in de afgelopen 12 maanden minimaal maandelijks een groengebied binnen of buiten Leiden te hebben bezocht. Dit is iets hoger dan in 2006 toen driekwart dit deed. Leidenaren bezoeken iets vaker binnen Leiden een groengebied dan daarbuiten. Zes op de tien Leidenaren komt minimaal maandelijks in een groen- of watergebied in Leiden, de helft in de regio. Tabel: 14.2a: Bezoek aan groen- en watergebieden binnen en buiten Leiden Totaal wv Binnen Leiden 2008 2008 2006 2006 7% 16% 10% 22% Nooit 13% 24% 13% 19% Incidenteel (1-9x per jaar) 33% 25% 35% 29% 1-3x per maand (10-40x per jaar) 21% 18% 20% 18% Wekelijks (41-75x per jaar) 26% 17% 22% 11% Meerdere keren per week (> 75x per jaar) 100% 100% 100% 100% Totaal
60
wv Buiten Leiden 2008 2006 16% 20% 35% 22% 31% 40% 13% 12% 6% 5% 100% 100%
Stadsenquête Leiden 2008
Het bezoek van de groen en watergebieden verschilt slechts beperkt per doelgroep. Ouderen en lager opgeleiden bezoeken het groen iets minder vaak. Grafiek 14.2b Bezoekfrequentie groen- en watergebieden binnen en buiten Leiden (naar doelgroep) Sekse Man
26%
Vrouw
26%
22%
33%
20%
13%
33%
12%
6% 9%
Leeftijd 17%
18-24
19%
19%
25-34
42%
27%
35-49
43% 22%
31%
50-64
13%
30%
19%
6% 9% 4%
33%
20%
29%
65+
16%
25%
12%
21%
16%
6% 8%
16%
Opleiding 20%
lager
17%
24%
middelbaar
27% 21%
30%
hoger
Meerdere keren per week
19% 37%
23% Wekelijks
16% 12%
34% 1-3x per maand
6%
9% 4% Incidenteel
Niet
14.3 Bezochte gebieden Binnen Leiden worden de grachten en singels, Leidse Hout en Cronesteyn het meest bezocht, gevolgd door de parken in de wijk. Buiten Leiden zijn de Duinen/strand en de Vlietlanden de meest bezochte groen/watergebieden. In de afgelopen jaren zijn er geen verschillen opgetreden in de top drie van meest bezochte groen- en watergebieden binnen en buiten Leiden. Tabel 14.3a: Bezoek groen-/ watergebieden binnen en buiten Leiden in afgelopen jaar (meerdere antwoorden mogelijk) Binnen Leiden 2006 2008 Buiten Leiden 2006 2008 1. Grachten, de Rijn, singels
20%
27%
1. Duinen en strand
43%
42%
2. Leidse Hout
26%
26%
2. Vlietlanden
33%
33%
3. Cronesteyn
23%
26%
3. Kagerplassen
19%
19%
4. Parken in de wijk
20%
20%
4. Valkenburgse meer
11%
16%
5. V.d Werfpark
17%
20%
5. Joppe
11%
12%
6. Plantsoen
19%
19%
6. Polders (*)
12%
9%
7. Burcht
9%
10%
7. De Horsten
8%
8%
8. Hortus Botanicus
10%
9%
8. Panbos
10%
6%
9. Kinderboerderij Merenwijk
8%
9%
* + Warmond+ Zoeterwoude+ Groene Hart+Leiderdorp/Voorschoten
Stadsenquête Leiden 2008
61
14.4 Belangrijkste reden keuze specifiek groen gebied De belangrijkste reden om voor een bepaald groen-/ watergebied binnen Leiden te kiezen is de nabijheid en de goede bereikbaarheid. Als men een gebied buiten Leiden bezoekt zoekt men meer een gebied dat mooi is qua landschap, natuur of rust en ruimte. Tabel: 14.4: Belangrijkste reden voor keuze bezoek groen- en watergebieden binnen en buiten Leiden Dichtbij/goede bereikbaarheid
48% 17% 17%
Mooie natuur
40% 10%
Rust en ruimte Aantrekkelijk voor kinderen Sportvoorzieningen
17% 6% 4% 4% 9%
Hond uitlaten
2% 1%
Gezelligheid/ sfeervol
2% 1%
Bewegen
1% 3%
Activiteiten
3% 3%
Binnen Leiden Buiten Leiden
14.5 Meest ondernomen activiteit Wandelen is de belangrijkste activiteit waarvoor mensen groen-/ watergebieden bezoeken. Andere activiteiten die voor de Leidenaren belangrijk zijn om een groengebied te bezoeken zijn recreatief fietsen, zonnen en niets doen of spelen met de kinderen. In de gebieden buiten Leiden fietst men wat vaker, binnen Leiden wandelt men wat vaker. Grafiek 14.5a: Meest ondernomen activiteiten in meest bezochte groen-/ watergebieden (meerdere antwoorden mogelijk) 64%
Wandelen
57% 24%
Recreatief fietsen
33% 18%
Zitten, zonnen, niets doen Spelen met kinderen
25% 12% 7% 9%
Varen
13% 8% 9%
Sporten/ trimmen Hond uitlaten Genieten van rust en stilte
62
6% 4% 4% 3%
Binnen Leiden Buiten Leiden
Stadsenquête Leiden 2008
Binnen Leiden De activiteiten die worden ondernomen in de Leidse groengebieden veranderen door de jaren heen nauwelijks. Grafiek 14.5b geeft een overzicht van de metingen vanaf 2004. Grafiek 14.5b: Meest ondernomen activiteiten in bezochte groen-/ watergebieden in Leiden (meerdere antwoorden mogelijk) 74% 70% 66% 64%
2004
24% 19% 19% 16%
Wandelen
Recreatief fietsen
21% 21% 19% 18%
15% 15% 15% 12%
2005
2006
2008
11% 10% 9% 9% 7% 8% 6%7%7%6% 6% 6%6% 4%
Zitten, Spelen met zonnen, niets kinderen doen
Varen
Sporten/ trimmen
Hond uitlaten Genieten van rust en stilte
Binnen Leiden valt op dat mensen relatief vaker naar Cronesteyn gaan om er te fietsen of te trimmen, relatief vaker Leidse Hout om er te wandelen, en het van de Werfpark om er te zitten, zonnen of niets doen en de grachten en andere waterpartijen van Leiden worden relatief vaker bezocht om er te varen. Tabel 14.5c: Meest ondernomen activiteiten in meest bezochte groen-/ watergebieden (meerdere antwoorden mogelijk) Wandelen
Recreatief fietsen
Zitten, Zonnen
Spelen met kinderen
Varen
Sporten/ trimmen
Hond uitlaten
Genieten v. rust & stilte
64% 70% 77% 63% 70% 40% 63%
24% 21% 9% 51% 12% 24% 12%
18% 15% 16% 7% 27% 12% 40%
12% 21% 17% 7% 15% # 5%
9% # # # # 47% 6%
8% 7% 12% 21% 3% 4% #
6% 12% 6% 8% # # 3%
4% 3% # # 8% 3% 14%
Totaal Parken in de wijk Leidse Hout Cronesteyn Plantsoenen Grachten, Rijn, Singels V/d Werfpark # 2% of minder
Buiten Leiden In vergelijking met afgelopen jaren geven meer mensen aan dat ze de groengebieden buiten Leiden bezoeken om te fietsen of te wandelen. Grafiek 14.5d: Meest ondernomen activiteiten in bezochte groen-/ watergebieden buiten Leiden (meerdere antw. mogelijk)
57%
2004
2006
2008
51% 51%
33% 29% 23%
28% 27% 25%
11% 11%
13% 11% 10%
7%
Wandelen
Recreatief fietsen
Zitten, Spelen met zonnen, niets kinderen doen
Stadsenquête Leiden 2008
13% 11% 9%
11% 8% 4%5%4%
Varen
Sporten/ trimmen
3%
Hond uitlaten Genieten van rust en stilte
63
Buiten Leiden is in het Panbos en de Horsten wandelen de belangrijkste activiteit, in de duinen/strand en bij het Valkenburgse Meer is zitten/zonnen/nietsdoen relatief een belangrijke bezigheid, het Panbos wordt relatief vaak bezocht om er te spelen met de kinderen en de Kagerplassen worden logischerwijs meestal bezocht om er te varen. Tabel 14.5e: Meest ondernomen activiteiten in meest bezochte groen-/ watergebieden (meerdere antwoorden mogelijk)
2008 Duinen en strand Vlietlanden Kagerplassen Joppe Panbos Horsten Valkenburgse Meer
Wandelen
Recreatief fietsen
Zitten, Zonnen
Spelen met kinderen
Varen
Sporten/ trimmen
Hond uitlaten
Genieten v. rust & stilte
57% 74% 49% 29% 63% 88% 86% 48%
33% 30% 46% 24% 35% 5% 14% 34%
25% 39% 24% 6% 23% 11% 5% 33%
7% 8% 5% # 6% 51% 3% 7%
13% # 10% 67% 6% # 3% 3%
9% 7% 8% 10% 9% 21% 7% 8%
4% 3% 5% # 8% 0% 5% 3%
3% 3% 4% # # 3% # 4%
# 2% of minder
14.6 Verbetertips Aan de bezoekers is gevraagd of ze nog een verbetertip hebben voor het door hen meest bezochte groengebied. Veel van de tips hebben betrekking op het schoonhouden van de groen- en watergebieden, parkeergelegenheid, maar ook op het voorkomen van overlast van honden(poep), de hoeveelheid en diversiteit van het groen, onderhoud paden en het plaatsen van bankjes, prullenbakken en speelmogelijkheden. In het tabellenboek is een overzicht opgenomen van alle ideeën en suggesties.
14.7 Informatievoorziening rondom groenvoorzieningen In de Stadsenquête van dit jaar is specifiek gekeken naar het belang en gebruik van de informatievoorziening over vier onderwerpen die betrekking hebben op het groen in de Leidse regio, te weten: het onderhoud van de groenvoorzieningen, excursies en evenementen, planten en dieren en wandelen fietsroutes. Allereerst is gekeken of men het belangrijk vindt op de hoogte te worden gehouden van deze vier onderwerpen. Gemiddeld vindt 44-56% dit belangrijk. Relatief het minst belangrijk vindt men informatie over het onderhoud van de groenvoorzieningen en informatie over wandel- en fietsroutes het meest belangrijk. Vrouwen en 35-plussers geven net iets vaker aan het belangrijk te vinden om op de hoogte te worden gehouden van het onderhoud van de verschillende soorten groeninformatie. 55minners vinden informatie over excursies en evenementen relatief wat belangrijker.
Tabel 14.7a: % Leidenaren die het belangrijk vinden om op de hoogte te blijven per onderwerp Onderhoud groenvoorzieningen 44% Excursies en evenementen
53%
Planten en dieren
48%
Wandel- en fietsroutes
56%
Van de mensen die het belangrijk vinden om op de hoogte te blijven over deze onderwerpen, vindt gemiddeld tweederde dat ze hier voldoende informatie over kunnen krijgen, eenderde vindt van niet.
64
Stadsenquête Leiden 2008
Zelf informatie zoeken Van alle Leidenaren heeft 9-19% in het afgelopen jaar zelf informatie gezocht over betreffende onderwerpen, het vaakst over wandel- en fietsroutes en het minst over onderhoud groen. 15% geeft aan informatie te hebben gezocht over excursies en evenementen. Na doorvragen blijkt 6% een activiteit te noemen die niet direct met groen te maken heeft. Tabel 14.7b: % Leidenaren dat het afgelopen jaar zelf informatie heeft gezocht over … Onderhoud groenvoorzieningen(9%) 1. snoeien/onderhoud groen/onkruid/uitbaggeren (9x) 2. bomen kappen (6x) 3. herinrichting park of wijk (6x) 4. kwaliteit zwemwater (3x)
Excursies en evenementen (15%) 1. evenementen (9x) 2. wandeltochten/excursies (9x) 3. fietsroutes, tochten (5x) 4. activiteiten voor kinderen (3x) 5. watersport (3x) 6. recreatieactiviteit die niet direct met groen te maken hebben zoals markt, kunstroute, tentoonstelling (23x)
Planten en dieren (12%) 1. vogels: soorten in de buurt (13x) 2. activiteiten: voor kinderen, speurtocht, excursie, wandelroute (8x) 3. opzoeken specifieke dieren (7x) 4. mooie stukken groen in Leiden (7x) 5. planten: wilde planten, bloemen, bomen in de buurt (5x) 6. bouwprojecten/ bestemmingsplannen: effect op groen (5x) 7. flora/fauna van specifiek gebied (4x)
Wandel- en fietsroutes (19%) 1. fietsroutes/kaarten (58x) 2. wandelroutes/kaarten (32x) 3. routes in het algemeen (4x) 4. knooppuntenplan fiets (3x)
De mensen die zelf informatie over een van de vier onderwerpen hebben gezocht doen dit met name via internet en dan met name via de gemeentelijke website of via google. Andere informatiebronnen zijn met name de huis-aan-huiskranten en boeken. Huis-aan-huiskranten worden relatief vaak gebruikt voor informatie over excursies en evenementen, boeken relatief vaker voor informatie over planten en dieren en over wandel- en fietsroutes. Van alle mensen die informatie hebben gezocht, heeft acht op de tien de gewenste informatie gevonden. Tabel 14.7c: Waar informatie gezocht? (meerdere antwoorden mogelijk) onderhoud Totaal groenvoorz. 69% Internet totaal 66% - 32% - wv: www.leiden.nl - 41% - 14% - wv: google - 7% - 2% - wv: www.vogelbescherming.nl - 2% - 2% - wv: www.provZuidHolland.nl - 8% - 1% - wv: www.zuidhollandslandschap.nl - 18% - wv: andere website* - 8% Huis-aan-huisbladen Boeken (over groen in de regio) Bellen/bezoek gemeente(huis) VVV Bezoekerscentrum of kinderboerderij Kranten/tijdschriften Folder Buurtvereniging/districtsraad ANWB
18% 10% 5% 4% 3% 2% 2% 2% 1%
22% 2% 10% 6% 1% 5%
excursies en evenementen 79% - 38% - 18% - 1% - 22%
Planten en dieren 72% - 33% - 12% - 6% - 2% - 19%
wandel- en fietsroutes 59% - 17% - 19% - 2% - 21%
34% 6% 3% 2%
10% 18% 3%
6% 17% 2% 14% 3% 1% 4%
2%
4% 4% 4% 1%
5%
* de volgende sites worden genoemd: natuurmonumenten, wandelen, anwb, vvv, hollandRijnland, Leidennoord, sleutelstad, nieuwleiden, leiderdorp, leidennu, vogelplace, dekaag, startkabelsite, wandelen, anwb, vvv, fietsroutes, fietsbond, pvv, fietsmeldknooppunten
Over het algemeen geldt dat de meest gebruikte informatiebronnen voor informatie over het groen in de Leidse regio ook het meest geschikt worden gevonden. De mensen konden tot slot aangeven of ze verbetertips of suggesties hebben over de gemeentelijke informatievoorziening. Het tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de genoemde verbetertips naar onderwerp.
Stadsenquête Leiden 2008
65
15.
KLIMAATVERANDERING
De laatste jaren staat het onderwerp klimaatverandering breed op de agenda: zowel internationaal, nationaal als ook binnen de gemeente Leiden. In dit hoofdstuk wordt allereerst gekeken in hoeverre de Leidenaren iets merken van de klimaatveranderingen. Vervolgens wordt gekeken naar het milieubeleid van de gemeente en wat de bewoners er zelf aan doen.
15.1 Algemene opinie klimaatverandering Acht op de tien Leidenaren (82%) is van mening dat het klimaat de laatste tien jaar aan het veranderen is. Alle onderscheiden doelgroepen zien het klimaat in vergelijkbare mate veranderen. Qua belangrijkheid staat het onderwerp klimaatverandering bij de meeste Leidenaren op vergelijkbare hoogte met onderwerpen als zorg, financiën en vrede en veiligheid: acht op de tien vindt dit minstens even belangrijk, twee op de tien vindt dit een minder belangrijk onderwerp, 11% juist een belangrijker onderwerp. Het valt op dat Leidenaren tot 35 jaar klimaatverandering lager rangschikken dan 35plussers. Tabel 15.1a: Belang onderwerp klimaatverandering tov zorg/financiën/vrede en veiligheid belangrijker 11% even belangrijk 68% minder belangrijk 21% 100%
Negen op de tien Leidenaren geeft aan het afgelopen jaar regelmatig iets over klimaatverandering te hebben gehoord of gelezen. Driekwart van de Leidenaren kan een voorbeeld noemen van hoe zij zelf merken dat het klimaat verandert. Van alle Leidenaren noemt de helft dat de zomers natter en warmer, en de winters zachter zijn en vier op de tien noemt de hogere gemiddelde temperatuur. Tabel 15.1b: Voorbeelden effect klimaatverandering voor Leidenaar zelf hetere, nattere zomers en zachtere winters hogere temperaturen meer wind bomen en planten vroeger in bloei en vogels gaan eerder nestelen wateroverlast
48% 38% 6% 5% 5%
Anders: zachtere winter, verschuiving seizoenen, meer extremen, onvoorspelbaar weertype, meer stortregens, wisselvalliger weer, omdat iedereen erover praat , ophogen van duinen, stijgen van water, meer natuurrampen, meer hooikoorts/meer allergieën, minder warm in de zomer, andere dieren, bananenboom in de tuin, kortere zomers, uitsterven van dieren, droger, hogere energieprijzen, luchtverontreiniging en/of meer ongedierte
66
16%
Stadsenquête Leiden 2008
15.2 Milieubeleid gemeente Van alle Leidenaren zegt 14% globaal te weten hoe de gemeente wil bijdragen aan deze problematiek. Zij noemen hierbij met name via afvalscheiding, minder auto’s (vooral in de binnenstad), beter OV in de stad en het propageren van spaarlampen en zonnepanelen. Tabel 15.2a: Hoe draagt gemeente bij aan deze problematiek? (spontaan genoemd) 1. Stimuleren afvalscheiding, afval apart inzamelen, recycling 2. Beperken autoverkeer: binnenstad autovrij, bussen uit Breestraat, minder vrachtverkeer, terugdringen files 3. Verbeteren OV in de stad 4. Propageren spaarlampen/zonnepanelen En verder: Schoner wagenpark gemeente, schonere vuilnisauto’s, stimuleren fietsgebruik, voorlichting om energiezuiniger te werken, beleidsplan minder vervuiling/Milieuzone, besparen op straatverlichting/ spaarlampen in lantaarnpalen, groene stroom stimuleren, biobrandstof gebruiken, belastinggeld nuttiger/milieuvriendelijker aanwenden, duurzaam bouwen, etc
20x 13x 11x 6x alle 2-3x
Vervolgens is de Leidenaren gevraagd wat zij in dit kader (spontaan) de belangrijkste taak van de gemeente vinden. Onderstaande tabel geeft de top 10. Tabel 15.2b: Belangrijke taak voor gemeente Leiden in dit kader (n=540) 1. Meer voorlichting/informatie/aandacht voor de milieuproblematiek. Burgers enthousiasmeren 2. Autoluw maken van de binnenstad/auto’s weren in de binnenstad/files terugdringen 3. Afvalscheiding stimuleren/afval gescheiden ophalen/betere afvalverwerking/apart plastic ophalen 4. De gemeente kan er niets aan doen, het is een landelijk/wereld probleem. Het ligt aan de mensen zelf 5. Gebruik van zonnepanelen, isolatie en spaarlampen stimuleren en subsidiëren 6. OV gebruik stimuleren/OV verbeteren/goedkoper OV 7. Gemeente kan zelf het goede voorbeeld geven en milieuvriendelijk bezig zijn. Er prioriteit aan geven 8. Betere verkeerdoorstroming, goede regulering van het verkeer/het verkeer oplossen en beheersen 9. Energiebesparing aanmoedigen en huizen energieneutraal maken 10. Meer groenvoorzieningen, minder bomen omhakken
53x 29x 25x 21x 19x 17x 16x 15x 13x 11x
De gemeente Leiden probeert de eigen bewoners bewust te maken van de milieuproblematiek. Van de mensen die hier een mening over hebben (90%), vindt de helft dat de gemeente hier voldoende aan doet en de andere helft vindt van niet. De mensen die de inzet van de gemeente op dit punt met onvoldoende beoordelen, geven met name aan dat ze er weinig tot niets van merken en ze missen informatie over wat ze zelf kunnen doen. Tabel 15.2c: Waarom onvoldoende beoordeling gemeentelijke inzet bij bewustmaking problematiek 1. Merk er weinig van, lees en hoor er niks over, meer aandacht/informatie/reclame/werven/promotieteams 2. Meer informatie wat mensen zelf kunnen doen, heldere en duidelijke, praktische informatie 3. Meer afvalscheiding, vuilnisscheiding is teruggedraaid, gft bakken opgeheven, chemisch afval ophalen 4. Maar hoeft ook niet: want moeten mensen zelf doen of landelijke overheid, niet echt taak gemeente 5. Mis bepaalde specifieke beleidsmaatregelen (verkeersplan etc)
72x 53x 16x 9x 9x
Bekendheid twee acties De gemeente probeert haar inwoners te informeren over de mogelijke gevolgen van het milieu en wat mensen hier zelf aan kunnen doen. Momenteel lopen twee acties: Verlicht Wonen en Warm Wonen. Verlicht Wonen bevat mogelijke elektriciteitsbesparende maatregelen en Warm Wonen mogelijke energiebesparende maatregelen. Van alle Leidenaren is 6% bekend met de actie Verlicht Wonen en 3% met de actie Warm Wonen. Zij hebben hier meestal via de lokale krant of een folder van gehoord.
Stadsenquête Leiden 2008
67
15.3 Milieubewustzijn Leidenaren Negen op de tien Leidenaren geeft aan in meer of mindere mate bewust milieuvriendelijk bezig te zijn bij het doen van aankopen of bij hun doen en laten. Van deze groep is tweederde een beetje bewust een eenderde erg. Grafiek 15.3a: Beoordeling eigen milieubewustzijn Leidenaren Totaal
30%
man
28%
vrouw
12%
67%
lager
<1750
11%
59%
9%
58%
33%
11%
60%
29% 0%
6%
62%
29%
>3200
18%
54%
32%
1751-3200
11%
58%
31% 28%
hoger
9%
53%
38%
middelbaar
11%
57%
31%
55+
8%
60%
21%
35-54
13%
58%
32%
18-34
11%
59%
25% erg
50% een beetje
75% niet
100%
De mensen die aangeven een beetje of erg milieuvriendelijk bezig te zijn, noemen met name dat ze hun afval scheiden, zuinig omgaan met water en/of elektriciteit, vaak de auto laten staan of geen auto hebben, milieuvriendelijke of biologische producten kopen, spaarlampen gebruiken en veel gebruik maken van de fiets, het OV of veel lopen. Tabel 15.3b: Hoe bewust milieuvriendelijk? (spontane antwoorden, n=426) afval scheiden zuinig omgaan met water en/of elektriciteit vaak de auto laten staan/geen auto milieuvriendelijke/biologische producten kopen spaarlampen fiets/OV/lopen milieuvriendelijke apparaten kopen (A-label) letten op verpakking bij aanschaf producten zo min mogelijk plastic verpakkingen/tasje kopen, tasje hergebruiken zuinige auto/auto op gas
68
118x 84x 35x 33x 28x 27x 21x 17x 13x 9x
Stadsenquête Leiden 2008
Gebruik vier milieumaatregelen Van alle Leidenaren heeft ruim acht op de tien spaarlampen in huis, heeft zes op de tien een waterbesparende douchekop, maakt vier op de tien gebruik van groene stroom en heeft 12% een regenton. 18-34 jarigen en de lagere inkomensgroepen maken gemiddeld minder vaak gebruik van bovenstaande milieumaatregelen. Grafiek 15.3c: Gebruik vier milieumaatregelen spaarlampen
83%
waterbesp. douchekop
59%
groene stroom regenton
40%
12%
Aanwezigheid milieumaatregelen in koopwoningen Leidenaren met een koopwoning kunnen hun energieverbruik verminderen door hun huis te isoleren, een HR-ketel te installeren en zonnepanelen en/of een zonneboiler te plaatsen. Van alle Leidenaren met een koopwoning heeft negen op de tien dubbel glas, driekwart geeft aan dat hun dak is geïsoleerd en tweederde heeft een HR-ketel. Van zonnepanelen en/of zonneboilers wordt nauwelijks gebruik gemaakt. Het valt op dat koopwoningen uit het stadsdeel Midden minder goed geïsoleerd zijn, waarschijnlijk omdat hier meer oude huizen staan, die van oudsher minder geïsoleerd zijn. Grafiek 15.3d: Aanwezigheid milieumaatregelen in koopwoning 89%
dubbel glas 75%
geïsoleerd dak
63%
HR-ketel
58%
geïsoleerde gevel
57%
geïsoleerde vloer zonne-panelen zonneboiler
5% 3%
Milieubewustzijn volgend jaar Komend jaar denkt eenderde van de Leidenaren meer milieubewust te gaan leven. Niemand wil minder milieubewust leven. Of ze dit daadwerkelijk zullen gaan doen, zal de toekomst uitwijzen. Een kwart van de Leidenaren heeft daadwerkelijk plannen om volgend jaar een of meer milieumaatregelen te nemen. Vrijwel alle eerder genoemde milieumaatregelen worden hierbij genoemd, maar men denkt hierbij het vaakst aan het gebruik van (meer) spaarlampen. Tabel 15.3e: Verwachte maatregelen voor komend jaar verwacht maatregelen te nemen: - wv spaarlampen - wv groene stroom - wv waterbesparende douchekop - wv isolatieglas - wv HR-ketel - wv zonnepanelen - wv overig verwacht geen maatregelen te nemen
Stadsenquête Leiden 2008
24% - 8% - 3% - 3% - 3% - 3% - 3% - 7% 76% 100%
69
Aankoop energiezuinige apparatuur Bij de aankoop van een nieuwe wasmachine, afwasmachine, koelkast of droger wordt aangegeven hoe milieuvriendelijk deze zijn. Een A-label betekent hier dat het apparaat relatief energiezuinig is. Negen op de tien Leidenaren geeft aan bij de aankoop van witgoed op de aanwezigheid van een Alabel te letten. Als zo’n apparaat €200,- duurder is, maar ze zeggen dat dit in drie jaar kan worden terugverdiend, dan geeft bijna driekwart van alle Leidenaren aan te kiezen voor het energiezuinige apparaat, 17% kiest voor het goedkoopste apparaat en 10% weet het niet. Tabel 15.3f: Aankoop energiezuinige apparatuur let op A-label en kiest duurdere, zuiniger apparaat let op A-label en kiest goedkopere, maar minder zuinige apparaat let op A-label, weet niet welke te kiezen let niet op A-label en kiest goedkopere apparaat
73% 7% 10% 10% 100%
Stand-by knop Bij het uitschakelen van de TV, Video, DVD-speler en PC kan worden gekozen voor stand-by of helemaal uit. Bij de stand-by stand blijft een rood lichtje branden en verbruikt het apparaat nog energie. Als een apparaat helemaal wordt uitgezet, wordt er geen energie meer verbruikt. Van alle Leidenaren zegt driekwart dit soort apparaten altijd helemaal uit te zetten, 16% zet ze deels op stand-by en deels uit en 8% laat ze altijd allemaal op stand-by staan.8
15.4 Tot slot Dat de inwoners betrokken zijn, blijkt nogmaals als gevraagd wordt of ze tot slot nog suggesties voor de gemeente of opmerkingen over het onderwerp hebben. Onderstaande tabel geeft de meest genoemde slotopmerkingen. Tabel 15.4: Slotopmerkingen/suggesties over de milieuproblematiek 1. Meer aandacht voor afval scheiden (papier, glas, tuinafval, kleding, batterijen) 2. Zuinig omgaan met water en elektriciteit: niet onnodig de lichten laten branden; verwarming uit; ramen en deuren dicht; kinderen bewust maken van milieuproblemen; kleine afwasjes met de hand doen; niet te lang douchen; dubbel glas; vaatwasser ’s nachts draaien; batterijopladers gebruiken; kleren buiten drogen; stand-by killers; bio wasproducten gebruiken; tochtstrippen; zuinige koelkast; gieter gebruiken in plaats van een tuinslang; stekkers uit apparaten 3. Voorlichting en informatie geven; acties duidelijker onder de aandacht brengen van de burgers, bijvoorbeeld via de huis-aan-huisbladen; campagnes voeren; als gemeente zijnde zelf het goede voorbeeld geven 4. Subsidies verlenen voor isolatie, zonnepanelen, groene stroom, zonneboilers 5. Stimuleren gebruik fiets, OV of meer lopen 6. Stimuleren dat mensen auto vaker laten staan/geen auto rijden 7. Veel biologische/vegetarische/milieuvriendelijke producten kopen, gebruiken en eten. En het gebruik hiervan stimuleren door deze producten goedkoper te maken 8. Spaarlampen 9. De gemeente kan niets doen, het ligt aan de burgers zelf 10. Bewust omgaan met verpakkingsmateriaal; geen plastic tasjes vragen; tasjes hergebruiken
75x 61x
37x 30x 22x 18x 17x 11x 10x 10x
8
dit resultaat komt overeen met onderzoek van A. Kets, W.G. van Arkel, H. Jeeninga - Energiebesparing en huishoudens, ECNC--03-118, december 2003, waar 71% aangeeft stand-by te vermijden.
70
Stadsenquête Leiden 2008
16.
LUCHTKWALITEIT
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de luchtkwaliteit in Leiden. Allereerst wordt gekeken in hoeverre de Leidenaren zich hier zorgen over maken. Vervolgens worden voorgenomen maatregelen van de gemeente getoetst op hun bekendheid en mogelijke toekomstige maatregelen op hun geschiktheid. Tot slot is voor twee maatregelen gekeken of de Leidenaren zelf bereid zijn een bijdrage te leveren aan de luchtkwaliteit.
16.1 Zorgen over Luchtkwaliteit De laatste jaren komt steeds vaker de luchtkwaliteit in het nieuws, met name in stedelijk gebied. Van de Leidenaren maakt 46% zich hier wel eens zorgen over, waarvan 20% vaak en 26% soms. Bijna de helft van de mensen die zich zorgen maken, geeft aan dat het een algemene zorg is, ruim de helft maakt zich met name zorgen over bepaalde delen van Leiden. Grafiek 16.1a laat zien dat er relatief weinig verschil is tussen de inwoners van de verschillende districten. Grafiek 16.1a: % Leidenaren dat zich zorgen over luchtkwaliteit in het algemeen/in bepaalde delen naar district Totaal
21%
25%
Binnenstad Zuid
23%
20%
14%
Binnenstad Noord
27% 21%
21%
Leiden Noord Roodenburgerdistrict
26%
26%
Bos- en Gasthuisdistrict
23%
Morsdistrict
23%
Merenwijkdistrict
21%
Stevenshofdistrict
19% 0%
26% 30% 22% 19% 25%
in Leiden in het algemeen
50%
75%
100%
in bepaalde delen van Leiden
De mensen die aangeven zich zorgen te maken over de luchtkwaliteit in bepaalde delen van Leiden, noemen met name het centrum, de Morsweg en de Willem de Zwijgerlaan. Onderstaande tabel geeft de top 10 van genoemde antwoorden. In het tabellenboek staat een uitgebreid overzicht. De genoemde gebieden worden met name gekozen vanwege het verkeer (veel verkeer, bussen, files). Tabel 16.1b: Spontaan genoemde gebieden waarover inwoners zich meer zorgen maakt over luchtkwaliteit 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Binnenstad, centrum Morsweg Willem de Zwijgerlaan Breestraat Hooigracht Hoofdwegen, bij grote wegen Churchillaan Eigen woongebied Haagweg Snelwegen A4, A44
Stadsenquête Leiden 2008
54x 32x 32x 21x 21x 18x 17x 17x 13x 11x
71
16.2 Maatregelen gemeente De gemeente gaat maatregelen nemen om de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren. Over zes maatregelen9 is de Leidenaren gevraagd of ze hiervan wisten. Het gebruik van schonere auto’s in het gemeentelijk wagenpark en het verbeteren van de infrastructuur voor voetgangers en fietsers zijn het best bekend: drie op de tien Leidenaren weet hier van. Het minst bekend is de Campagne Leidse Luchtwerken. Tabel 16.2a: % Leidenaren dat bekend is met enkele gemeentelijke maatregelen om luchtkwaliteit te verbeteren Schonere auto’s in gemeentelijk wagenpark Verbeteren infrastructuur voetgangers en fietsers Weren vervuilende vrachtwagens Groene golf Stimuleren aardgas als autobrandstof Campagne Leidse Luchtwerken
31% 30% 26% 23% 20% 6%
Voor zeven mogelijke maatregelen is aan de respondenten gevraagd aan te geven het hen een goede of geen goede maatregel lijkt. Leidenaren zijn het meest positief over het verbeteren van wandel- en fietspaden en het witte fietsenplan krijgt wat minder instemming. Wel blijken Leidenaren van 18-34 jaar relatief wat vaker positief over het witte fietsenplan. Inwoners met een hoger inkomen (vaker met een auto) zijn minder positief over het laten staan van de auto, mensen met een lager inkomen zijn hier juist positiever over. Grafiek 16.2b: Beoordeling van zeven mogelijke maatregelen om luchtkwaliteit te verbeteren Stimuleren wandelen en fietsen door verbetering wandel- en fietspaden
23%
Gebruik parkeerterrein aan de rand van de stad ipv met de auto naar het centrum
27% 21%
Beter openbaar vervoer
Stimuleren dat mensen schonere auto’s aanschaffen als ze toe zijn aan een nieuwe
58%
12%3% 16%1% 16%2%
53%
25%
15% 3%
57%
Informatiecampagne om bewoners en 7% bedrijven voor te lichten
17% 3%
74%
Witte fietsenplan introduceren 13% 0%
9%1%
62%
29%
Stimuleren om vaker de auto te laten staan
68%
33%
46% 25%
erg goed
50% goed
75%
niet zo goed
9% 100% slecht
9
-
-
72
Schonere auto’s in gemeentelijk wagenpark: Gemeente wil het goede voorbeeld geven en al haar voertuigen, zoals vuilniswagens, veegen spoelmachines, busjes en personenauto’s, aanpassen aan strenge milieueisen. Ze wil daarmee uiterlijk in 2010 klaar zijn. Een voorbeeld is dat alle vuilniswagens een roetfilter krijgen. Verbeteren van de infrastructuur voor voetgangers en fietsers Weren vervuilende vrachtwagens: In de toekomst mogen in Leiden alleen nog schone vrachtwagens rijden. Vervuilend vrachtverkeer wordt geweerd. Er komt een milieuzone voor alleen vrachtauto’s die niet teveel schadelijke stoffen uitstoten. Groene golf: Er komen groene golven in vier straten. De stoplichten worden zo afgesteld dat automobilisten telkens groen licht krijgen wanneer ze een constante snelheid aanhouden. Auto’s hoeven hierdoor minder af te remmen en weer op te trekken. Stimuleren van aardgas als autobrandstof Campagne Leidse Luchtwerken: om het bewustzijn/ de betrokkenheid van bewoners bij de Leidse luchtkwaliteit te vergroten
Stadsenquête Leiden 2008
16.3 Bereidheid Leidenaren tot nemen maatregelen Leidenaren met een auto kunnen meehelpen om de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren. Hiertoe is eerst gekeken naar het autobezit onder Leidenaren. Evenals in eerdere jaren geeft bijna acht op de tien respondenten aan over een auto te beschikken. Huishoudens in de Binnenstad (jongeren, studenten, stapelbouw) en Leiden Noord hebben relatief minder vaak een auto. Ditzelfde geldt voor jongeren en de lagere inkomens. Zes op de tien autobezitters geeft aan (nu al) soms hun auto te laten staan vanwege de luchtkwaliteit en twee op de tien is hier (misschien) toe bereid. Voor de resterende twee op de tien is dit geen optie. Een andere manier om rekening te houden met de luchtkwaliteit is door op aardgas te rijden. Van alle Leidse autobezitters doet 2% dit al, is tweederde hier (misschien) toe bereid en eenderde niet. Of de mensen bereidheid om zullen willen zetten in daden, hangt van veel factoren af, zoals goede OV-alternatieven, goede fietsvoorzieningen, de betaalbaarheid, het gebruiksgemak en de zekerheid dat het daadwerkelijk goed voor het milieu is. Grafiek 16.3: Bereid tot maatregelen om luchtkwaliteit te verbeteren
bereid auto vaker te laten staan
61%
12% 9%
bereid op aardgas te 2% 23% gaan rijden
0%
doe ik al
42%
25%
zeker bereid
50%
misschien
19%
32%
75%
100%
nee, niet bereid
16.4 Tips Tot slot is aan de Leidenaren gevraagd of ze zelf ideeën hebben om de luchtkwaliteit te verbeteren. De respondenten denken onder andere aan beter/goedkoper openbaar vervoer, het beperken van het autoverkeer, een betere verkeersdoorstroming en meer parkeervoorzieningen. Het separaat geleverde tabellenboek geeft een overzicht van alle genoemde tips. Tabel 16.4: Tips Beter, goedkoper, gratis OV
39x
Autoverkeer trachten in te perken, autoloze zondag, autovrije/autoluwe binnenstad
36x
Betere doorstroming van het verkeer, stoplichten beter afstellen, meer rotondes
30x
Meer parkeervoorzieningen, bijv aan de rand van de stad
25x
Mensen informeren, voorlichting geven, bewust maken, stimuleren
11x
Beperking auto’s per huishouden
10x
Uitlaatgassen van het OV in de gaten houden, elektrische bussen
10x
Aanvliegroutes Schiphol veranderen
8x
Roetfilters, aardgas, Greenwheels
8x
Er ook écht wat aan gaan doen
7x
Stadsenquête Leiden 2008
73
17.
WATERPLAN: Leiden leeft met water
De gemeente Leiden en het Hoogheemraadschap van Rijnland willen er samen voor zorgen dat water in Leiden schoner wordt, minder overlast veroorzaakt en nog aantrekkelijker wordt om te gebruiken en van te genieten. Om dit te bereiken is het gezamenlijke Waterplan Leiden opgesteld. Aan de Leidse burgers zijn vragen gesteld over het voorkomen van wateroverlast in en rondom het huis, de soorten wateroverlast die mensen hebben en welke acties zij ondernemen om wateroverlast te voorkomen. Tevens zijn vragen gesteld over de milieubewustheid van burgers en de beoordeling van de Leidse wateren, bekendheid met het Waterplan Leiden en eventuele verbetermogelijkheden.
17.1 Wateroverlast in en rond het huis Drie op de tien Leidenaren heeft in of rond het huis wel eens te maken met wateroverlast. Mensen met een koopwoning, met een woning op de begane grond en inwoners uit Binnenstad Zuid hebben hier vaker last van. Tabel 17.1a: Wateroverlast in en rond het huis (% ja) Totaal
29%
koopwoning
31%
huurwoning
24%
begane grond
31%
bovenwoning
24%
Binnenstad Zuid
43% 31%
Binnenstad Noord
31%
Leiden Noord Roodenburgerdistrict
29% 18%
Bos- en Gasthuisdistrcit Morsdistrict
28% 21%
Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict
22%
De mensen met wateroverlast in of rond het huis, hebben ook aangegeven of ze de wateroverlast hebben binnen de eigen woning, buiten de woning op eigen terrein of net buiten het eigen terrein. De antwoorden zijn redelijk gelijkmatig verdeeld. Bij 16% betreft het in de eigen woning, bij 12% in de tuin of op het balkon en voor 13% hier net buiten. Gezamenlijk is dit meer dan 29%, maar mensen konden meerdere plekken aangeven. In de tabel is te zien dat in Binnenstad Zuid de overlast met name binnen de woning plaatsvindt. Tabel 17.1b: Wateroverlast in en rond het huis (% ja) totaal
eigen woning
op eigen terrein
Totaal
29%
16%
12%
buiten eigen terrein 13%
Koopwoning Huurwoning
31% 24%
18% 12%
12% 10%
16% 8%
Begane grond Bovenwoning
31% 24%
18% 12%
14% 7%
15% 10%
74
Binnenstad Zuid Binnenstad Noord Leiden Noord Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrcit Morsdistrict Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict
totaal
eigen woning
op eigen terrein
43% 31% 31% 29% 18% 28% 21% 22%
33% 17% 15% 15% 9% 16% 12% 8%
9% 13% 19% 11% 7% 8% 12% 9%
buiten eigen terrein 2% 12% 16% 11% 11% 18% 8% 14%
Stadsenquête Leiden 2008
Soort wateroverlast De wateroverlast in de eigen woning bestaat met name uit binnenstromend regenwater en lekkages binnenhuis. Veel mensen geven spontaan aan dat dit met name bij hevige regenval plaatsvindt. Tabel 17.1c: Soort overlast (iedereen met wateroverlast) In eigen woning 1. Binnenstromend regenwater in huis of schuur, via de voordeur, raam, keuken 2. Lekkages binnenhuis, vochtplekken in muur, vanaf de buren, via leidingen, via schoorsteen 3. Riolering, bij hevige regen kan het riool ‘t niet aan, raakt verstopt, komt binnenshuis omhoog 4. Lekkend dak, dakgoot, dakraam, balkon 5. Grondwater, optrekkend vocht 6. Water in de kelder, kruipruimte 7. Afvoer gootsteen, slechte/verstopte afvoer Buiten de woning Bij hevige regenval kan water moeilijk weg
42x 42x 21x 20x 19x 18x 10x
28x
De wateroverlast wordt voornamelijk veroorzaakt door regenval (in 80% van de gevallen). Andere oorzaken zijn: te hoog grondwater (15% van de gevallen) en redenen zoals: kranen, waterleidingen, lekkage (boven)buren en/of riolering (in 10% van de gevallen). Aan de mensen die aangeven dat regen (mede) een oorzaak is van de wateroverlast, is gevraagd of de overlast alleen bij zware regenval speelt. Hierop geeft 88% aan dat dit alleen bij zware regenval is en 12% dat dit ook bij gemiddelde regen voorkomt. 17.2 Maatregelen genomen om wateroverlast te voorkomen Een kwart van de Leidenaren heeft maatregelen genomen om wateroverlast te voorkomen. Logischerwijs hebben de mensen die eerder aan hebben gegeven wateroverlast te hebben vaker maatregelen genomen. Tabel 17.2a: Maatregelen genomen tegen wateroverlast (% ja) Totaal 24% Heeft wateroverlast in eigen woning 71% Heeft wateroverlast op eigen terrein 60% Heeft wateroverlast net buiten het terrein 46% Geen wateroverlast 12%
Als gevraagd wordt naar de genomen maatregelen dan volgt er een bloemlezing aan antwoorden. Het meest worden genoemd: de tuin verhoogd, dakgoten verbeterd, de verhuurder laten komen, putjes schoongemaakt, een specialist erbij gehaald, het dak gerepareerd, afvoerputten/pijpen schoongeveegd, aangelegd of verbeterd, enzovoort. Het tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van alle genomen maatregelen. Tabel 17.2b: Genomen maatregelen 1. Tuin/verharding opgehoogd, aflopend gemaakt 2. Dakgoten verbeterd, geplaatst, schoongehouden, bijgehouden 3. Woningcorporatie/verhuurder laten komen, heeft het opgelost 4. Putje schoonvegen/leegscheppen/schoonhouden 5. Specialist/loodgieter laten komen 6. Dak gerepareerd/vernieuwd/geïsoleerd/dakpannen goed gelegd 7. Schoonhouden afvoerputten, afvoerpijpen 8. Heb regenpijp afgekoppeld van riool, water stroomt nu in de tuin 9. Afvoer verbeterd, afvoer gemaakt/aangebracht op riolering 10. Drainage aangelegd, nieuwe afwatering, gaten geboord om het hele huis
Stadsenquête Leiden 2008
23x 18x 18x 14x 11x 11x 11x 10x 10x 9x
75
De mensen die wel overlast ondervinden maar geen maatregelen hebben genomen, vinden de overlast niet erg genoeg, weten niet hoe ze de overlast moeten verhelpen of vinden het een taak van de gemeente of de verhuurder. Tabel 17.2c: Waarom geen maatregelen genomen, terwijl wel overlast Niet erg genoeg Zou niet weten wat of hoe Is taak van de gemeente Kan ik niet doen Is taak woningbouwvereniging/huurbaas Wil ik nog gaan doen En verder (Laksheid, als man tijd heeft, etc)
29% 16% 14% 14% 11% 5% 12%
Van alle Leidenaren geeft 13% aan net buiten het eigen terrein wateroverlast te ondervinden. Van hen vindt de helft de overlast zo dringend dat de gemeente hier maatregelen zou moeten nemen, echter van hen heeft slechts de helft hierover contact opgenomen met de gemeente. Tabel 17.2d: Moet gemeente ingrijpen bij overlast buiten eigen terrein? (in % mensen met overlast net buiten eigen terrein) Ja, en ik heb contact opgenomen 21% Ja, maar ik heb geen contact opgenomen 25% Nee 54% 100%
17.3 Milieubewust met water Van alle Leidenaren geeft negen op de tien aan in meer of mindere mate bewust te proberen het water niet te vervuilen. Tabel 17.3a: Bewustzijn in proberen water niet te vervuilen Totaal
50%
42%
8%
Man
51%
42%
7%
Vrouw
50%
42%
8%
33%
18-34 jaar
50% 54%
35-54 jaar
17% 43%
62%
55+ 0%
25%
Erg bewust
4%
33% 50%
75%
Een beetje bewust
4% 100%
Niet bewust
De mensen die (enigszins) proberen het water niet te vervuilen noemen als voorbeelden dat ze geen verfresten of chemische middelen door het riool wegspoelen, zoveel mogelijk milieuvriendelijke producten gebruiken, geen chemische ontstopper gebruiken en zuinig met water zijn. Tabel 17.3b: Hoe proberen water niet te vervuilen? (door mensen die aangeven hier (een beetje) bewust in te zijn) 1. spoel geen verfresten/chemische middelen door het riool 38% 2. gebruik zoveel mogelijk milieuvriendelijke producten 21% 3. gebruik geen chemische WC-/rioolontstopper 15% 4. ben zuinig met water 14% 5. niets in het water gooien 8% 6. gebruik geen bestrijdingsmiddelen 7% 7. gebruik geen chloor 5% 8. voorzichtig met vet/olie bij afvoer 4%
76
Stadsenquête Leiden 2008
17.4 Beoordeling Leidse wateren Leiden kent diverse grachten, sloten, vijvers en andere wateren. Van alle Leidenaren beoordeelt bijna acht op de tien de kwaliteit van de Leidse wateren als (zeer) goed en ruim twee op de tien is hier ontevreden over. De mensen die ontevreden zijn over de Leidse wateren geven als redenen dat er afval in het water drijft, het er vies uit ziet en het niet helder is. Tabel 17.4a: Beoordeling Leidse wateren Zeer goed 7% Goed 71% Matig 17% Slecht 5% 100%
Tabel 17.4b: Waarom ontevreden over kwaliteit Leidse wateren Afval in het water, drijfvuil Het ziet er vies uit, het is vies Het is niet helder (troebel), groene kleur (algen, kroos), niet schoon Slecht onderhoud, frequenter baggeren, fietsen in het water Stankoverlast
52x 20x 15x 11x 8x
Aan de Leidenaren is gevraagd wat ze de mooiste en wat de lelijkste waterplek in Leiden vinden. Van de Leidenaren kan 92% een plek noemen die ze het mooist vinden. De singels en grachten worden het mooist gevonden, waaronder het Rapenburg en de Witte Singel. Grafiek 17.4c: Spontaan genoemde mooiste waterplek in Leiden (in % alle Leidenaren) Singels/grachten in 't algemeen
29%
Rapenburg
10%
De Witte Singel
8%
Het Plantsoen (singels er langs)
7%
Zoeterwoudse singel
6%
De Oude en Nieuwe Rijn
5%
De Vliet
5%
Galgewater
5%
De Zijl
3%
Water bij Hortus Botanicus
3%
Andere plekken
13%
Van de Leidenaren kan (maar) 30% een plek noemen die ze het lelijkst vinden. Naast locaties in de binnenstad worden ook de sloten en vijvers in de wijken en parken vaak genoemd.Opvallend is dat verschillende waterplekken zowel bij de mooiste als bij de lelijkste plekken worden genoemd. Grafiek 17.4d: Spontaan genoemde lelijkste waterplek in Leiden (in % alle Leidenaren) 5%
Sloten/vijvers in wijken/parken Grachten en singels in het algemeen Maresingel/bij oude Slachthuis In de buurt van de oude Meelfabriek
4% 3% 2%
Stukje van de Oude en Nieuwe Rijn
2%
De Oranjegracht
2%
Bij de haven
1%
De Zijl
1%
De Waardgracht
1%
Beestenmarkt
1%
Haarlemmertrekvaart (woonboten)
1%
Andere plekken
Stadsenquête Leiden 2008
7%
77
17.5 Waterplan Leiden Leiden heeft een waterplan, om knelpunten en kansen op het gebied van water in Leiden te onderzoeken en aan te pakken. Van alle Leidenaren geeft 14% aan hiervan op de hoogte te zijn. De helft van de Leidenaren kan geen oordeel geven op de vraag of de gemeente voldoende doet op het gebied van de waterkwaliteit. Van de overige Leidenaren denkt ruim acht op de tien dat de gemeente voldoende doet en bijna twee op de tien van de Leidenaren onvoldoende. Deze mensen zeggen te veel vuil in het water te zien, het water vies te vinden of te stinken, denken dat er niets aan wordt gedaan of zien de gemeente nooit bezig. Tabel 17.5: Beoordeling gemeente op gebied waterkwaliteit Gemeente doet voldoende Gemeente doet onvoldoende Weet niet
44% 8% 47% 100%
17.6 Verbeterpunten Tot slot is aan de Leidenaren gevraagd wat zij het belangrijkste vinden om te verbeteren aan de Leidse wateren. Het schoonhouden van het water wordt veruit het meest genoemd. Men denkt hier enerzijds aan geen afval er in gooien: geen visafval van de markt, geen fietsen /winkelwagentjes in het water gooien, niets lozen op water. Anderzijds denkt men aan afval er uit halen door te baggeren en aan het voorkomen: vuilnisbakken bij het water. Andere punten die worden genoemd zijn het zorgen voor goede doorstroming van het water, meten/op peil houden van de waterkwaliteit, verminderen van de stankoverlast en aandacht voor watersport/doorvaart. Tabel 17.6: Belangrijkste om te verbeteren aan het water in Leiden Wat verbeteren? Toelichting: Geen afval erin gooien: visafval markt, fietsen/winkelwagentjes, 1. Schoonhouden water 196x niets lozen in het water Afval eruit halen: baggeren/ vuil direct uit het water halen Water moet kunnen stromen, hierdoor wordt de kwaliteit van het 2. Zorgen voor goede doorstroming water 12x water beter en is er minder stank Meten van de kwaliteit, oppervlaktewater scheiden van riool, 3. Meten/op peil houden waterkwaliteit 12x beperken waterlozingen van woningen en bedrijven, zodat dieren en planten er kunnen leven, je moet het kunnen drinken 4. Zorgen voor zo min mogelijk stankoverlast 12x Beter doorvaarbaarheid, dat je weer kan rondvaren, meer 5. Meer aandacht voor pleziervaart 12x aanlegplaatsen, grachten openen (Lange Mare) 6. Leeftoestand planten en dieren verbeteren 9x Zorgen dat wateroverlast niet kan ontstaan door goede 7. Afwatering goed regelen 8x afwatering, voldoende opslagruimte voor water 8. Mentaliteitsverandering 6x Mensen erop aanspreken als ze iets in het water gooien 9. Hardheid water 4x Kalkgehalte te hoog oude boten verwijderen, minder boten, alleen ongemotoriseerd, 10. Minder boten 4x minder druk bevaren 11. Plantengroei/kroos in het water bijhouden 4x 12. Meer groen 3x 13. Uitdiepen/op diepte houden 3x
78
Stadsenquête Leiden 2008
18.
MEEUWENOVERLAST
In het broedseizoen zorgen de meeuwen in de stad voor overlast. Om hun kuikens te beschermen maken ze lawaai en voeren schijnaanvallen uit naar mensen en halen vuilniszakken open voor etensresten. De gemeente probeert deze overlast te helpen verminderen en burgers te informeren over de dingen die zij er aan kunnen doen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de mate waarin de Leidenaren overlast ondervinden van de meeuwen, wat ze er tegen proberen te doen en de bekendheid met de pogingen van de gemeente om hier iets aan te doen.
18.1 Meeuwenoverlast Bijna de helft van de Leidenaren ondervindt overlast van meeuwen bij hen in de buurt, waarbij een kwart aangeeft veel overlast te ondervinden. Als de Leidenaar gevraagd wordt om een vergelijking te maken met de meeuwenoverlast een jaar eerder zegt men gemiddeld genomen dat de overlast iets is afgenomen. Dit komt overeen met onderstaande tabel waarbij de overlast met 2% is gedaald. Tabel 18.1a: Overlast meeuwen in de buurt (in % alle Leidenaren) Veel overlast Beetje overlast Merk het wel, geen overlast Merk het niet Totaal
2007
2008
29% 17% 10% 44% 100%
26% 18% 10% 46% 100%
De overlast bestaat met name uit geluidsoverlast, overlast van meeuwenpoep en kapotte vuilniszakken/rotzooi op straat. Vergeleken met vorig jaar is de overlast van meeuwenpoep iets afgenomen. Grafiek 18.1b: Soorten overlast van meeuwen (in % alle Leidenaren) Geluidsoverlast meeuwen 2007
13%
17%
2008
13%
18%
Meeuwenpoep 2007
15%
2008
14%
15% 14%
Kapotte vuilniszakken, rotzooi op straat 16%
2007
10%
14%
2008
12%
Meeuwen op dak van huis 2007
10%
10%
2008
9%
13%
Meeuwennesten 2007
5%
4%
2008
4%
6%
Meeuwen die mensen aanvallen 2007 2% 4%
veel
een beetje
2008 2% 4%
`
Stadsenquête Leiden 2008
79
Evenals in 2007 hebben de bewoners uit de Binnenstad vaker veel overlast van de meeuwen, met name van door kapotte vuilniszakken en rotzooi op straat, meeuwengeluid en meeuwenpoep. De overlast is het minst in het Merenwijkdistrict. Grafiek 18.1c: Soorten overlast van meeuwen, % veel overlast (in % alle inwoners)
10
60%
40%
20%
0%
totaal 2007
totaal 2008
merenwijkd.
stevenshofd.
leiden noord
morsdistrict
bos- en rooden- binnengasth. burger stad N
binnenstad Z
rotzooi
16%
14%
3%
4%
10%
11%
9%
7%
36%
poep
15%
14%
6%
8%
10%
17%
18%
14%
22%
17%
geluid
13%
13%
3%
3%
9%
10%
15%
17%
25%
20%
op dak
10%
9%
2%
1%
7%
8%
11%
12%
17%
12%
nesten
5%
4%
1%
1%
1%
3%
5%
9%
6%
4%
aanval
2%
2%
0%
0%
1%
1%
3%
2%
7%
0%
54%
18.2 Acties tegen meeuwenoverlast Van de Leidenaren die overlast van meeuwen ondervinden heeft drie op de tien zelf pogingen gedaan om de overlast te verminderen. Dit is 14% van alle Leidenaren. Ze geven met name aan vaker vuilniszakken pas kort van tevoren buiten te zetten en etensresten niet buiten te laten slingeren. Vergeleken met vorig jaar hebben iets meer mensen pogingen gedaan om de overlast van meeuwen te verminderen. Tabel 18.2a: Pogingen om overlast te verminderen (door mensen die overlast ervaren) 2007 2008 27% 31% Ja, zelf pogingen gedaan - Vuilniszakken pas kort van tevoren buiten zetten - 10% - 10% - Etensresten niet buiten laten slingeren - 5% - 9% - Nesten weghalen - 2% - 3% - Buurtbewoners aanspreken op voederen - 2% - 2% - Beter afsluiten vuilnis/dubbele zakken/beter inpakken - 2% - 2% - Draden/netten op dak spannen - 1% - 0% - Wegjagen - 1% - 3% - Bij gemeente gemeld - 1% - 2% - Vogels/eendjes niet meer voeren - 0% - 2% - Andere pogingen - 6% - 2% 73% 69% Nee, zelf geen pogingen ondernemen 100% 100% Totaal
10
In Boerhaavedistrict is sprake van bovengemiddeld overlast van meeuwen, in Stationsdistrict is de overlast van meeuwen gemiddeld. Opvallend is dat de inwoners van Boerhaavedistrict nauwelijks overlast ondervinden van rotzooi op straat en relatief veel van geluidsoverlast en meeuwenpoep. Beide districten zijn niet in de grafiek opgenomen omdat de resultaten meer indicatief zijn.
80
Stadsenquête Leiden 2008
Van de mensen die pogingen hebben ondernomen om de overlast van meeuwen te verminderen, geeft, evenals in 2007, tweederde aan dat dit (deels) effect heeft gehad. Het meest effectief lijkt het weghalen van nesten en het pas kort van te voren buiten zetten van vuilniszakken. De mensen die aangeven dat hun aanpak gedeeltelijk werkt, geven met name aan dat meeuwen slechts tijdelijk weg zijn omdat veel buurtgenoten onvoldoende goed meewerken. Tabel 18.2b: Hebben de pogingen om overlast te verminderen effect (door mensen die zelf iets gedaan hebben aan overlast) ja deels nee Totaal Totaal 2007 51% 13% 36% 100% Totaal 2008 47% 17% 36% 100% Nesten weghalen 62% 19% 19% 100% Vuilniszakken pas kort van te voren buitenzetten 42% 23% 35% 100% Etensresten niet buiten laten slingeren 37% 12% 51% 100%
18.3 Acties gemeente De gemeente probeert op verschillende manieren de overlast van meeuwen in de stad te verminderen. De gemeente doet dit bijvoorbeeld door bij zoveel mogelijk nesten de eieren te vervangen door fopeieren. Acht op de tien Leidenaren is op de hoogte van de pogingen die de gemeente doet om iets aan de meeuwenoverlast te doen. Dit is iets lager dan vorig jaar toen 88% hier van wist. Zij hebben hier met name via de plaatselijke kranten, een brief van de gemeente, via bekenden of via de regionale TV van gehoord. Grafiek 18.3: % Leidenaren op de hoogte van gemeentelijke acties tegen meeuwen en spontaan gen. Informatiebron(nen) 88% 81%
% Leidenaren op hoogte van acties
Hoe (in % mensen bekend met acties) 59%
Plaatselijke kranten Brief gemeente Buren, familie, vrienden TV West/ Regionale TV Landelijke kranten Folder Internet/website Via het werk Landelijke TV Regionale radio
Stadsenquête Leiden 2008
16% 5% 9% 10% 7% 7% 4% 4% 4% 2% 2% 1% 2% 3% 1% 2% 1%
71%
30%
2007 2008
81
19.
FINANCIËLE SITUATIE (EN TRENDVRAGEN)
Dit hoofdstuk gaat in op de financiële positie van de Leidse burgers. Er wordt in de eerste paragraaf ingegaan op de mate waarin men kan rondkomen en de veranderingen in de financiële situatie in het afgelopen jaar. De tweede paragraaf behandelt de mate waarin Leidenaren leningen hebben afgesloten en de mate waarin men aangeeft (wel eens) te moeten bezuinigen op primaire levensbehoeften. De laatste paragraaf gaat in op het percentage Leidenaren met schulden en/of betalingsachterstanden.
19.1 Financiële situatie Van de Leidenaren geeft 68% aan gemakkelijk rond te komen met het totale huishoudinkomen, 23% komt net rond en 9% kan moeilijk rondkomen. Vergeleken met vorig jaar komt men gemiddeld moeilijker rond en zit men meer op het gemiddelde van de afgelopen jaren. Logischerwijs geven de lagere inkomensgroepen relatief vaker aan moeilijk te kunnen rondkomen. Grafiek 19.1a: Rondkomen met huishoudinkomen 2003 2% 8%
25%
2004 3% 7%
54%
22%
2005 2% 11%
53%
24%
2006 2% 8%
Moeilijk
19%
54%
25%
Zeer moeilijk
15%
54%
23%
0%
15%
51%
19%
2008 1% 8%
15%
47%
25%
2007 2%6%
12%
14%
50% Komt net rond
75% Gemakkelijk
100% Zeer gemakkelijk
Van alle respondenten vindt 22% dat hun financiële situatie is verbeterd en 17% dat deze is verslechterd, de rest vindt hun financiële situatie gelijk gebleven. Per saldo is een kleine verbetering te zien van de financiële situatie, echter deze is kleiner dan vorig jaar. Grafiek 19.1b: Verandering financiële situatie 37%
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
0%
55%
26% 19%
15%
54%
17%
27%
53%
19%
30%
51%
22%
30%
57%
26%
21%
59%
22%
15%
62% 25%
Verbeterd
82
8%
58%
50% Gelijk gebleven
17% 75%
100%
Verslechterd
Stadsenquête Leiden 2008
De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat er grote verschillen zijn naar inkomen en leeftijd. Met name de lagere inkomensgroepen en 50-plussers geven per saldo vaker aan dat hun inkomenspositie is verslechterd, de hogere inkomensgroepen en jongeren zien per saldo vaker een verbetering. Tabel 19.1c: Verandering financiële situatie Leidenaar naar inkomens- en leeftijdsgroep 2001 2002 2003 2004 2005 Indicator (% verbeterd - % verslechterd) +29 +11 -8 -13 -11 Netto huishoudinkomen < 1.450 +10 - 13 -20 -27 -35 1.451-3.200 +36 + 15 -13 -18 -15 > 3.200 +55 + 33 +13 +12 +8 Leeftijd 25-34 jaar 35-49 jaar 50+
+53 +30 +4
+ 29 + 13 -11
+14 -15 -23
+7 -18 -26
+10 -19 -29
2006 +1
2007 +11
2008 +5
-32 0 +21
-5 +5 +24
-13 +2 +21
+15 +6 -16
+37 +14 -6
+29 +9 -11
* Inkomensgroepen: 2001: <1400, 1400-3000, >3000; 2002 t/m 2007: <1350, 1351-3000, >3000; 2008: <1450, 1451-3200, >3200
19.2 Afsluiten van leningen en (wel eens) bezuinigingen op primaire levensbehoeften Bijna eenderde van de Leidenaren had in de afgelopen 12 maanden een lening (hypotheken buiten beschouwing gelaten). Dit geldt relatief vaker voor 50-minners (met name 18-24 jaar) en de lagere inkomensgroepen. De meest gebruikte vorm van geld lenen is rood staan bij de bank of giro, op afstand gevolgd door studiefinanciering en een persoonlijke lening of doorlopend krediet. Het aantal mensen met een lening is dit jaar iets lager dan in voorgaande jaren. Tabel 19.2a: Gebruik vormen van geld lenen (meerdere mogelijk) 2003 2004 Rood staan bij bank of giro 26% 28% Persoonlijke lening of doorlopend krediet 12% 13% Lening studiefinanciering 8% 8% Lening bij vrienden en familie 6% 6% Op afbetaling bij postorderbedrijf, winkel 4% 5% Andere lening (geen hypotheek) 2% 3% Geen lening
65%
62%
2005 31% 13% 7% 4% 5% 2%
2006 29% 10% 11% 8% 5% 3%
2007 25% 9% 8% 7% 3% 1%
2008 23% 9% 9% 5% 3% 2%
60%
57%
65%
68%
Van alle Leidenaren heeft bijna twee op de tien in het afgelopen jaar door een tekort aan financiële middelen wel eens moeten bezuinigen op primaire levensbehoeften, zoals eten en kleding of moeten wachten met het betalen van de vaste lasten en andere rekeningen. Evenals eerdere jaren geldt dit met name voor mensen met een lager inkomen. Sinds 2005 is het totaal aantal mensen dat heeft moeten bezuinigen op primaire levensbehoeften aan het afnemen. Grafiek 19.2b: Noodzaak tot bezuinigen per inkomens- en leeftijdsgroep 13%
Totaal
17%
20%
19% 17%
13% 14%
26% 24% 23% 31% 33%
=< 1.450
9%
11%
1.451 - 3.200 18% 4%
> 3.200
7% 8% 7%
5%
10% 9%
15% 14%
43% 46% 45% 46% 43% 44%
13%
15%
13%
Stadsenquête Leiden 2008
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
23% 23% 23%
19%
25%
35-49 jaar
21%
24% 27% 23% 23%
18%
25-34 jaar
22% 22%
16% 8%
14%
19%
50+ 14%
18% 18%
22%
24%
28% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
83
19.3 Schulden en betalingsachterstanden Van alle inwoners van Leiden zegt een op de tien schulden te hebben (exclusief hypotheek). Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Evenals in eerdere jaren geven Leidenaren tot 35 jaar en de lagere inkomensgroepen vaker aan schulden te hebben. 11
Grafiek 19.3a: Percentage mensen met schulden per inkomens- en leeftijdsgroep
Totaal 9%
10% 11% 10% 12% 12% 11% 11%
25-34 jaar
10% 10% 10%
12% 14% 11% 14% 10%
1.451 - 3.200
5%
9%
7% 4% 4%
8% 6%
11%
17% 16% 18% 16%
19% 16% 18% 21% 16% 23% 20% 23%
=< 1.450
> 3.200
12%
20% 23%
13% 8% 8%
35-49 jaar 8% 7%
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
5% 5% 5%
50+
5%
9% 9%
10% 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
9%
6% 6%
6% 6%
In de afgelopen 12 maanden heeft 4% van de Leidenaren te maken gekregen met een betalingsachterstand op hun vaste lasten en/of schuld. Daarnaast heeft 28% een lening. Het aandeel leningen/betalingsachterstanden is de laatste twee jaar aan het afnemen. Respondenten uit de lagere inkomensgroepen en 35-minners hebben relatief vaker te maken met een betalingsachterstand. Tabel 19.3b: Betalingsachterstand op schulden/ vaste lasten 2003 In dit jaar betalingsachterstand 5% Wel leningen, geen betalingsachterstand 30% Geen leningen 65% Totaal 100%
2004 6% 32% 62% 100%
2005 5% 36% 60% 100%
2006 7% 37% 56% 100%
2007 4% 32% 65% 100%
2008 4% 28% 68% 100%
De betalingsachterstanden bij de vaste lasten hebben vooral betrekking op de huur, de energie- en waterrekening en de ziektekostenverzekering. In mindere mate is sprake van betalingsachterstanden voor de mobiele telefoon en belastingen. De achterstanden bij leningen betreffen met name leningen bij vrienden of familie en rood staan. Voor ruim zes op de tien respondenten die in de afgelopen 12 maanden te maken hebben gehad met een betalingsachterstand, geldt dat deze ook in deze periode is begonnen. Bij vier op de tien is de achterstand al eerder ontstaan. Van de Leidenaren die in het afgelopen jaar te maken hebben gehad met een betalingsachterstand geeft drie op de tien aan door hun schulden in de problemen te zijn gekomen. Van hen hebben de meeste in verband met de betalingsachterstand ook hulp gezocht bij een hulpverlenende instantie. Dit is globaal vergelijkbaar met eerdere jaren
11
In 2007 is het percentage schulden onder 25-34 jarigen 23%, terwijl dit in de andere jaren veel lager is. Voor deze uitschieter hebben we geen verklaring.
84
Stadsenquête Leiden 2008
20.
FINANCIËLE DIENSTVERLENING
Het nu volgende hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van zeven inkomensondersteunende maatregelen onder huishoudens met een inkomen lager dan 110% sociaal minimum, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke belastingen, Bijzondere bijstand, AV-gemeente Standaard/ Top (=Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering), Declaratieregeling, de Langdurigheidstoeslag, Regeling Schoolbijdrage en Regeling Ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Daarnaast wordt ingegaan op de bekendheid en het gebruik van de Stadsbank.
20.1 Bekendheid regelingen12 Of mensen in aanmerking komen voor inkomensondersteunende maatregelen, hangt onder andere af van het inkomen, de huishoudsamenstelling, het eigen vermogen en of je een auto hebt. De gehanteerde inkomensgrens is 110% van het sociaal minimum. Het sociaal minimum verschilt per woonsituatie en leeftijd. Aan Leidse burgers met een netto huishoudinkomen lager dan 110% van het voor hen geldende sociaal minimum13, zijn zeven inkomensondersteunende regelingen voorgelegd. Ruim driekwart geeft aan bekend te zijn met één of meerdere van de onderscheiden regelingen, 22% kent geen enkele regeling. De regeling Kwijtschelding gemeentelijke belastingen is het best bekend, gevolgd door de Bijzondere bijstand. Tabel 20.1: Percentage bekend met regeling (in % doelgroep) 2003 < 1130 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 67% Bijzondere bijstand 58% Declaratieregeling 38% Collectieve aanvullende ziektekostenverz. 43% Langdurigheidstoeslag # Regeling ouderen, chronisch zieken en gehandicapten Regeling schoolbijdrage Geen van allen bekend
14
2004 < 1130 71% 55% 35% 43% 27%
2005 < 1130 73% 58% 42% 38% 18%
2006 < 1130 65% 57% 41% 39% 23%
2007 < 1130 70% 59% 45% 37% 24%
2008 <110% s.m. 74% 66% 56% 37% 24%
#
#
#
#
37%
55%
#
#
#
#
50%
49%
22%
17%
23%
22%
25%
22%
# niet gevraagd
12
De regeling schoolbijdrage is alleen gesteld aan ouders met kinderen in basis/voortgezet onderwijs (n=15, door dit beperkte aantal zijn de resultaten in de tabel van deze regeling niet naar inkomensgroep uitgesplitst) en de regeling ouderen, chronisch zieken en gehandicapten is alleen aan 65-plus en/of chronisch zieken/gehandicapten gesteld (n=73).
13
Inkomensgrenzen 110% sociaal minimum: Van 21 tot 65 jaar: netto inkomen, excl vakantietoeslag Alleenstaande € 925,alleenstaande ouder € 1.190,echtpaar/samenwonenden € 1.322,-
Voor 65 jaar of ouder: alleenstaand alleenstaande ouder echtpaar/samenwonenden
netto inkomen, excl vakantietoeslag € 1.011,€ 1.246,€ 1.386,-
14
In de afgelopen jaren zijn deze vragen gesteld aan alle huishoudens met een inkomen < van 1350 euro. Doordat dit jaar getracht is de vragen over de inkomensondersteunende maatregelen meer precies aan de juiste doelgroep te stellen zijn de resultaten minder goed vergelijkbaar met eerdere jaren. Om dit enigszins te ondervangen, is de bekendheid van de regelingen van de voorgaande jaren weergegeven van alle huishoudens met een inkomen <1130. Deze laatste groep is enigszins vergelijkbaar met de mensen met een inkomen lager dan 110% sociaal minimum.
Stadsenquête Leiden 2008
85
20.2 Gebruik regelingen Van de mensen met een inkomen lager dan 110% van het sociaal minimum, maakt een kwart gebruik van de kwijtschelding gemeentelijke belastingen. Onderstaande tabel geeft ook een gebruik van de overige regelingen. Tabel 20.2a: Percentage gebruik regeling (in % doelgroep) 2003 < 1130 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 23% Collectieve aanvullende ziektekostenverz. 28% Declaratieregeling 13% Bijzondere bijstand 11% Langdurigheidstoeslag # Regeling ouderen, chronisch zieken en gehandicapten Regeling schoolbijdrage
2004 < 1130 28% 22% 8% 13% 9%
2005 < 1130 27% 26% 15% 12% 1%
2006 < 1130 23% 21% 9% 10% 7%
2007 < 1130 24% 20% 15% 11% 6%
2008 <110% s.m. 25% 18% 17% 17% 7%
#
#
#
#
15%
23%
#
#
#
#
18%
17%
# niet gevraagd
Redenen geen gebruik regelingen Onderstaande tabel vat het gebruik samen en geeft aan wat de belangrijkste reden van nietgebruikers is om geen gebruik te maken van de regelingen. Vergeleken met eerdere jaren geven meer mensen aan gebruik te maken van de regelingen en geven minder mensen aan hier niet voor in aanmerking te komen of dit niet nodig te hebben. Dit geeft aan dat de nieuwe doelgroepbepaling met behulp van het sociaal minimum beter is dan de oude op basis van inkomen. Tabel 20.2b: Wel/geen gebruik maatregel, incl. motief (in % doelgroep) 2003 2004 2005 < 1350 < 1350 < 1350 Maakt van 1 of meerdere regelingen gebruik 37% 36% 31% Ken geen van de regelingen 23% 18% 23% Wel bekend, geen gebruik, omdat: Ik kom hier niet voor in aanmerking 24% 32% 33% Ik weet niet hoe ik dit moet aanvragen 4% 2% 2% Niet nodig 5% 6% 5% Teveel moeite om aan te vragen 4% 3% 1% Ik wil dit niet aanvragen Niet over nagedacht/anders 2% 3% 5% Totaal 100% 100% 100%
2006 < 1350 34% 22%
2007 < 1350 32% 24%
2007 < 1130 34% 25%
2008 <110% s.m. 43% 22%
30% 2% 5% 2% 3% 100%
22% 2% 12% 2% 2% 4% 100%
20% 2% 11% 3% 1% 4% 100%
16% 5% 3% 3% 2% 6% 100%
Tijdens het afnemen van de enquête zijn de inkomensondersteunende regelingen kort toegelicht. Na de zeven regelingen te hebben behandeld, geeft 22% aan dat hij/zij nieuwe informatie heeft gehoord waardoor men mogelijk bij de gemeente gaat informeren naar één of meerdere regelingen. Dit is hoger dan in de laatste twee jaar (12% in 2006 en 9-10% in 2007) en vergelijkbaar met de jaren daarvoor (23% in ‘04 en 20% in ‘05).
86
Stadsenquête Leiden 2008
20.3 Bekendheid en gebruik Stadsbank Bij de Stadsbank kunnen inwoners van Leiden terecht voor leningen, financieel advies en voor hulp bij het oplossen van schulden en budgetbeheer. Bijna zes op de tien Leidenaren kent de Stadsbank van naam en 3% heeft al eens van haar diensten gebruik gemaakt. Grafiek 20.3a: Bekendheid en gebruik Stadsbank 2003 5%
51%
44%
2004 6%
52%
42%
2005 6%
53%
41%
2006 5%
52%
43%
2007 4%
52%
44%
2008 3%
55%
42%
Gebruik
Bekend, maar geen gebruik
Onbekend
Lager opgeleiden en huishoudens met een netto inkomen tot € 1450,- per maand hebben relatief vaker wel eens van de Stadsbank gebruik gemaakt. De bekendheid en het gebruik liggen het laagst onder jongeren. Tabel 20.3b: Bekendheid en gebruik Stadsbank in 2008 naar doelgroep (in % ja) Bekend Gebruik Sekse Opleiding Man 60% 4% Lager Vrouw 57% 3% Middelbaar Hoger Leeftijd 18-24 jaar 19% 0% Netto huishoudinkomen 25-34 jaar 45% 2% < 1450 35-49 jaar 61% 4% 1451-2150 50-64 jaar 72% 6% 2151-3200 65+ 72% 3% >3200
Bekend
Gebruik
64% 56% 57%
6% 3% 2%
54% 54% 65% 60%
6% 3% 4% 2%
Van de Leidenaren die wel eens gebruik hebben gemaakt van de Stadsbank geeft veruit de grootste groep aan gebruik te hebben gemaakt van de Stadsbank om geld te lenen. De anderen noemen schuldsanering en advies bij financiële problemen. Van alle gebruikers is 82% tevreden over de dienstverlening van de Stadsbank.
Stadsenquête Leiden 2008
87
Informatiebron, bekendheid met diensten Stadsbank en voorwaarden om er terecht te kunnen15 De mensen die bekend zijn met de Stadsbank, hebben hier veelal in de krant over gelezen of via via van gehoord. Ze noemen met name het lenen van geld, schuldsanering en advies bij financiële problemen als diensten van de Stadsbank. Een kwart van de Leidenaren (die bekend zijn met de Stadsbank) weet geen dienst van de Stadsbank te noemen. De hogere inkomensgroepen zijn relatief minder goed bekend met de mogelijkheden van de Stadsbank. Het noemen van voorwaarden vinden de meeste Leidenaren lastig. Ruim zeven op de tien mensen die de Stadsbank wel kennen, kunnen geen voorwaarden noemen. De anderen denken dat de Stadsbank met name bedoeld is voor mensen die: schulden hebben, alleen als je een salaris/inkomen hebt, een laag inkomen hebben of alleen als je een uitkering hebt. Tabel 20.3c: Drie vragen over de Stadsbank (in % bekend met Stadsbank) Informatiebron hoe men bekend geworden is Bekendheid met diensten die de met de Stadsbank Stadsbank levert In krant over gelezen 43% Geld lenen Via via 25% Schuldsanering Van gehoord, weet niet meer hoe 14% Advies bij financiële problemen Folder gezien/gelezen 8% Leren omgaan met geld Via werk/beroepsmatig 6% Budgetbeheer Ooit gebruikt/advies gevraagd 3% Budgetcursus Langslopen/fietsen 2% Als je een erg laag inkomen hebt Website bekeken 2% Anders:, TV, stadsgids, 4% Kan niets noemen hulporganisaties,etc
39% 32% 22% 2% 2% 1% 1% 23%
Bekend met voorwaarden om bij de Stadsbank terecht te kunnen Als je schulden hebt Alleen als je salaris/inkomen hebt Als je een laag inkomen hebt Iedereen kan er terecht Alleen als je een uitkering hebt Elke inwoner van Leiden Je moet kunnen terugbetalen Je moet willen terugbetalen
9% 5% 5% 4% 3% 2% 1% 1%
Kan niets noemen
73%
Toekomstig gebruik Van de Leidenaren die nog nooit van de diensten van de Stadsbank gebruik hebben gemaakt, denkt 8% dit in de toekomst (misschien) wel te gaan doen. Dit is iets lager dan in eerdere jaren. Tabel 20.3d: Denkt in toekomst misschien gebruik te maken van Stadsbank (in % Stadsbank nooit gebruikt) 2008 2003 2004 2005 2006 2007 1% Ja, zeker 1% 2% 1% 1% 1% 7% Ja, misschien 12% 9% 8% 11% 10% 92% Nee 87% 89% 91% 88% 90% 100% Totaal 100% 100% 100% 100% 100%
15
Ook in de afgelopen jaren is de mensen die de Stadsbank kennen gevraagd of men bekend is met de diensten van de Stadsbank. De inhoudelijke bekendheid neemt iets toe: 2003: 66%, 2004: 68%, 2005: 73%, 2006: 71%, 2007: 74% en dit jaar 77%.
88
Stadsenquête Leiden 2008
21.
STADSBEZOEK
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op enkele aspecten die betrekking hebben op (de binnenstad van) Leiden. Als eerste wordt gekeken naar wat Leiden volgens de Leidenaren zelf aantrekkelijk maakt voor een bezoek. De historische kern van Leiden wordt vergeleken met andere steden en er wordt ingegaan op het gebruik van horecagelegenheden en musea en de levendigheid van Leiden volgens de eigen inwoners.
21.1 Aantrekkelijke bezoekaspecten Leiden De stad Leiden is onlosmakelijk verbonden met zijn historische kern. Dit blijkt ook wel als de Leidenaren wordt gevraagd om aan te geven welke aspecten Leiden aantrekkelijk maken voor een stadsbezoek. Het historische karakter en de (oude) binnenstad worden hierbij het vaakst genoemd, maar ook de verschillende musea, de binnenstad, de gezellige sfeer, de grachten, het culturele aanbod, de terrasjes en het dorpse karakter. Ruim zeven op de tien Leidenaren geeft aan zelf ook wel eens door de stad te wandelen om van de historische kern van Leiden te genieten. Tabel 21.1: Meest aantrekkelijke bezoekaspecten Leiden 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Historische/oude binnenstad (gebouwen)/ monumentale karakter Musea Binnenstad Gezelligheid en sfeer, inclusief 3 oktober/lakenfeesten Grachten/singels Cultureel aanbod en activiteiten Terrasjes, cafeetjes, restaurants, uitgaansmogelijkheden Kleinschalig, overzichtelijk, alles op loopafstand, voelt als een dorp waar alles is Hofjes, smalle straatjes De Burcht Winkels, winkelstad Centrale ligging, goede bereikbaarheid met OV Universiteitstad Kerken, met name Pieterskerk Rustige woonomgeving Rapenburg Markten Het groen
Stadsenquête Leiden 2008
2007 39% 17% 21% 13% 13% 5% 7% 4% 4% 2% 1% 4% 2% 2% 1% 1% 1% 0%
2008 35% 22% 15% 12% 11% 7% 6% 4% 3% 3% 3% 2% 2% 2% 2% 1% 1% 1%
89
21.2 Vergelijking historische kern Leiden met andere steden De historische kern van Leiden wordt wel eens vergeleken met andere historische steden zoals Haarlem, Delft en Dordrecht. Acht op de tien Leidenaren is wel eens in de binnenstad van Delft geweest, driekwart in Haarlem en ruim vier op de tien Leidenaren heeft Dordrecht ooit bezocht. De historische kern van Leiden wordt door de bezoekers van de verschillende steden over het algemeen mooier gevonden dan de kernen van de drie andere steden. Tabel 21.2a: Vergelijking historische kern Leiden met drie andere steden (in % van bezoekers betreffende stad) 36%
Delft
Haarlem
43%
44%
Dordrecht
37%
59%
0%
25% Leiden mooier
22%
19%
30%
50%
12%
75%
even mooi
100%
andere stad mooier
De bezoekers van de steden hebben de historische kernen van de vier steden beoordeeld met een rapportcijfer. Leiden wordt gemiddeld met een 7,7 het best beoordeeld, Dordrecht scoort met een 7,1 lager. Tabel 21.2b geeft door middel van een indicatiescore (% Leiden is mooier minus % andere stad is mooier) de vergelijkingen tussen de steden in de loop der jaren. Tabel 21.2b: Beoordeling historische kern van Leiden en drie andere steden (in % van bezoekers betreffende stad) Gemiddeld rapportcijfer
Indicatorscore Leiden t.o.v. …
2002
2004
2005
2006
2007
2008
Leiden
7,6
7,7
7,8
7,8
7,9
7,7
-
-
-
-
-
-
Delft
7,6
7,7
7,7
7,7
7,7
7,6
+2%
+1%
+12%
+15%
+18%
+14%
Haarlem
7,4
7,4
7,5
7,4
7,5
7,5
+20%
+22%
+28%
+28%
+34%
+25%
Dordrecht
6,9
7,0
7,0
7,2
7,1
7,1
+46%
+59%
+58%
+44%
+57%
+47%
2002
2004
2005
2006
2007
2008
21.3 Horecabezoek Leiden De binnenstad van Leiden kent veel horecagelegenheden. Negen op de tien Leidenaren heeft hier in het afgelopen jaar wel eens wat gegeten of gedronken. Het vaakst betreft het een warme maaltijd of een drankje op een terras. Het bezoek van de verschillende onderdelen is vergelijkbaar met vorig jaar. De hogere bezoekfrequentie van 2007 lijkt dit jaar door te zetten voor alle onderdelen, behalve voor warm eten in een restaurant. Ouderen en Leidenaren uit de lagere inkomensgroepen bezoeken relatief minder vaak een horecagelegenheid om er wat te eten of te drinken, 35-minners en Leidenaren uit de hogere inkomensgroepen doen dit daarentegen vaker. Tabel 21.3: Horecagebruik in Leiden naar type horeca Bezocht in afgelopen jaar (in % alle Leidenaren)
Jaarlijkse bezoekfrequentie (in % alle bezoekers)
2002
2004
2005
2006
2007
2008
2002
2004
2005
2006
2007
2008
Warm eten in een restaurant
84%
84%
80%
82%
85%
82%
11x
9x
10x
10x
11x
10x
Iets drinken op een terras
74%
80%
75%
77%
78%
79%
13x
14x
15x
16x
18x
19x
Lunchen/broodje eten
62%
73%
67%
68%
75%
74%
8x
11x
11x
11x
14x
15x
Iets drinken in een café
60%
66%
63%
62%
64%
66%
12x
15x
15x
14x
18x
19x
90
Stadsenquête Leiden 2008
21.4 Bezoek musea Leiden kent een grote verscheidenheid aan musea. De helft van de Leidenaren heeft in de afgelopen 12 maanden één of meerdere Leidse musea bezocht. Hoger opgeleiden en Leidenaren uit de hogere inkomensklasse bezoeken relatief het vaakst een museum. Tabel 21.4a: Museumbezoek per doelgroep ‘02-‘04 05’-‘06 Totaal 47% 47%
2008 52%
2007 50%
Leeftijd 18-34 35-54 55+
42% 53% 43%
40% 53% 43%
41% 54% 51%
48% 57% 49%
Man Vrouw
45% 48%
46% 47%
51% 49%
53% 51%
2007
2008
24% 44% 64%
26% 46% 63%
27% 46% 69%
33% 45% 61%
28% 49% 60%
32% 52% 67%
’02-’04 ’05-‘06 Opleiding Lager Middelbaar Hoger
25% 41% 64%
Netto huishoudinkomen < 1750 1751 – 3200 > 3200
34% 45% 66%
Evenals in voorgaande jaren lijken Naturalis en het Rijksmuseum voor Volkenkunde weer de meest bezochte musea door Leidenaren. Het Stedelijk Museum de Lakenhal wordt dit jaar beduidend minder genoemd dan in 2006 en 2007. Dit komt omdat hier in die periode activiteiten zijn georganiseerd in het kader van het Rembrandtjaar. Grafiek 21.4b: Bezoek Leidse musea door Leidenaren (spontaan genoemd, meerdere antwoorden mogelijk) 20% 22%
Naturalis
24% 23% 17%
Rijksmuseum voor Volkenkunde
23%
18% 20% 16%
Rijksmuseum van Oudheden
16% 17% 18% 17% 11%
Stedelijk museum De Lakenhal
10%
5% 6% 6%
Molenmuseum De Valk
21%
18% 18%
9% 8% 8%
5% 4% 4% 4% 4% 5%
Hortus
Sieboldhhuis Sibolthuis
22% 22%
14% 15%
Museum Boerhaave
27% 26%
1% 1% 1% 1% 1% 2% 1% 1% 1% 1%
Stadsenquête Leiden 2008
2002 2004 2005 2006 2007 2008
91
22.
LEVENDIGHEID
Evenals in 2006 zijn in 2008 twee vragen gesteld waarbij de burgers een oordeel kunnen geven over de levendigheid van hun stad.
22.1 Is er in Leiden voldoende te beleven? Evenals in 2006 vindt bijna negen op de tien inwoners van Leiden dat er genoeg te beleven is of georganiseerd wordt in Leiden. Leidenaren met een lagere opleiding en/of lager inkomen vinden vaker dat er te weinig te beleven is (resp. 26% en 23%) dan hoger opgeleide Leidenaren en/of mensen met een hoger inkomen (resp. 6% en 9%). Tabel 22.1: Beoordeling levendigheid Leiden 2008 86% 13% 1% 100%
2006 87% 10% 3% 100%
Voldoende Onvoldoende Geen idee Totaal
22.2 Beoordeling levendigheid Leiden Als vervolgens wordt gevraagd om de tevredenheid over de levendigheid van Leiden in een rapportcijfer uit te drukken, dan wordt gemiddeld een 7,1 gegeven. Dit is lager dan twee jaar geleden toen het gemiddelde een 7,3 was. Vier op de tien Leidenaren geeft een acht of hoger, eenderde een zeven en een kwart beoordeelt de levendigheid met een 6 of lager. In de grafiek is te zien dat Leidenaren met een lagere opleiding een lagere beoordeling geven. Grafiek 22.2: Beoordeling levendigheid Leiden Totaal 2006 (7,3)
Man (7.0)
18-34 (7.2)
22%
35-55 (7.1)
46%
32%
40%
35%
38%
35%
27%
Lagere opleiding (6.7)
44%
32%
25%
55+ (7.0)
39%
36%
25% 23%
41%
36%
23%
Vrouw (7.1)
43%
37%
20%
West (7.1)
49%
36%
15% 0%
39%
35%
26%
Hogere opleiding (7.3)
29%
31%
40%
Middelbare opl. (7.0)
39%
30%
31%
Zuid (7.2)
25% 6 of lager
92
45%
32%
23%
Noord (6.9)
41%
34%
25%
Midden (7.2)
43%
44%
13%
Totaal 2008 (7.1)
50%
75% 7
100%
8
Stadsenquête Leiden 2008
23.
SCHELTEMACOMPLEX
Het Scheltemacomplex huisvest verschillende vormen van actuele kunst, zoals het Stedelijk Museum de Lakenhal, theaterensemble De Veenfabriek en de Faculteit der Kunsten. Daarnaast is er een restaurant en een theatercafé. In dit hoofdstuk wordt nader in gegaan op de bekendheid en het gebruik van het Scheltemacomplex en de verschillende onderdelen die het herbergt.
23.1 Bekendheid Scheltemacomplex Ruim de helft van de Leidenaren (53%) heeft wel eens van het Scheltemacomplex gehoord en 23% heeft het complex al eens bezocht. De meeste bezoekers en bijna de helft van de mensen die het Scheltemacomplex van naam kennen, kunnen het complex (min of meer) beschrijven. Een deel van hen noemt de term “een complex voor actuele kunst”, maar de meeste mensen omschrijven het in termen als een cultureel centrum, een multifunctioneel gebouw, een verzamelgebouw voor kunst en theater, een combinatie van theater en horeca. Dit laatste wordt door sommige Leidenaren ook wel wat vrijer vertaald met “dineren & festiviteiten” of “een grand café met optredens”. Leidenaren uit stadsdeel Midden, 55-plussers, hoger opgeleiden en hogere inkomens zijn beter bekend met het Scheltemacomplex en er ook vaker geweest. Grafiek 23.1a: Bekendheid locatie Scheltemacomplex Totaal
13%
23%
Midden
17%
36%
13%
25%
Zuid
11%
10% 15%
19%
Noord
17%
West 11% 12%
19%
Totaal
23%
18-34 jaar
22%
9%
35-55 jaar
22%
12%
55+
24%
17%
Man
22%
14%
Vrouw
23%
11% 17%
0%
19%
17%
17% 15%
22% ≤1750
bezocht
17%
13%
25%
50%
inh. bekend, geen bezoek
12% 8% 15% 20%
1751-3200
36%
>3200
75%
100%
alleen van naam bekend
12%
0% bezocht
25%
23% 17%
13%
50%
inh. bekend, geen bezoek
75%
100%
alleen van naam bekend
Als aan de mensen die aangeven te weten wat het Scheltemacomplex inhoudt, wordt gevraagd spontaan aan te geven wat er te doen is, noemt de helft theatervoorstellingen, de helft het eten/restaurant en eenderde tentoonstellingen. In mindere mate worden de andere activiteiten genoemd: een plaats voor lezingen/debatten, seminars/workshops en colleges over kunst en een plaats voor concerten en festivals.
Stadsenquête Leiden 2008
93
Vervolgens zijn vier onderdelen van het Scheltemacomplex voorgelegd met de vraag of men wist dat die in het complex te vinden zijn. Het stedelijk museum De Lakenhal en Scheltema horeca zijn het best bekend, de Faculteit der Kunsten (Artscience) het minst goed. Zoals te verwachten valt zijn bezoekers beter bekend met de afzonderlijke onderdelen van het Scheltemacomplex. Tabel 23.1b: Geholpen bekendheid vier onderdelen Scheltemacomplex (in % mensen die het complex kennen van naam) Totaal wv wv wv Bezocht Weet wat het Kent gebouw is alleen van naam 72% Kent minimaal een onderdeel van het Scheltemacomplex 96% 70% 43% - wv. Stedelijk museum de Lakenhal - 58% - 75% - 52% - 40% - wv. Scheltema horeca - 52% - 86% - 45% - 14% - wv. Theaterensemble De Veenfabriek - 33% - 57% - 22% - 10% - wv. Faculteit der Kunsten (Artscience) - 20% - 33% - 15% - 8% 28% Kent de vier onderdelen niet 4% 30% 57% 100% 100% 100% 100%
23.2 Bezoek Scheltemacomplex Zoals in het begin van dit hoofdstuk te zien was, is 23% van alle Leidenaren wel eens in het Scheltemacomplex geweest. Van hen is bijna negen op de tien er ook in de afgelopen 12 maanden geweest. De bezoekers komen er meestal een of twee keer per jaar. De Leidenaren die er wel eens zijn geweest komen er met name voor het restaurant of een tentoonstelling en in mindere mate voor een theatervoorstelling of het café. Tabel 23.2: Bezoekfrequentie en bezoekreden Scheltemacomplex (in % iedereen die er ooit geweest is) Bezoekfrequentie afgelopen 12 maanden Bezoekreden 5 keer of vaker 10% 1. eten/restaurant 3-4 keer 14% 2. tentoonstelling 2 keer 22% 3. theatervoorstelling 1 keer 42% 4. café wel eens bezocht, maar laatste jaar niet 12% 5. de Lakenhal 100% 6. concert (o.a. Jazzweek) 7. festival 8. lezing, debat 9. feestje, bruiloft 10. college over kunst 11. presentatie boek/school
30% 28% 15% 13% 11% 9% 9% 8% 8% 5% 5%
23.3 Slotopmerkingen Aan het eind van dit onderwerp konden de mensen spontaan een compliment of verbetertip geven voor het Scheltemacomplex. De complimenten overheersen. Veel bezoekers vinden het een bijzonder, mooi, sfeervol gebouw dat mooi gerenoveerd is en zijn blij met de mogelijkheden die geboden worden. De verbetertips betreffen met name de promotie van het complex en de activiteiten en de zichtbaarheid van het complex van de buitenkant. Enkele mensen geven aan het complex juist niet zo sfeervol vinden. Anderen hebben nog een persoonlijke tip, deze staan in het separaat geleverde tabellenboek vermeld.
94
Stadsenquête Leiden 2008
24.
BEZOEK EN BEOORDELING BINNENSTAD EN ANDERE WINKELCENTRA LEIDEN
In dit hoofdstuk wordt gekeken naar het koopgedrag van de Leidenaar, zowel voor dagelijkse als voor niet-dagelijkse boodschappen. Ook wordt gekeken met welk vervoermiddel men de grote winkelcentra bezoekt. Op het eind van dit hoofdstuk worden de binnenstad en verschillende winkelcentra in Leiden beoordeeld op een aantal aspecten.
24.1 Dagelijkse boodschappen Dagelijkse boodschappen zijn boodschappen die aangekocht worden voor de dagelijkse levensbehoeften, zoals brood, zuivel, melk en andere etenswaren. Vier op de tien Leidenaren doet vrijwel iedere dag dagelijkse boodschappen, de helft 2-3 keer per week. Dagelijkse boodschappen kunnen bij verschillende soorten winkels worden gedaan. De supermarkt wordt door bijna iedereen bezocht. Speciaalwinkels, zoals de bakker, slager, groenteboer, kaasboer of notenbar worden door zeven op de tien Leidenaren wekelijks of vaker bezocht, de markt door vier op de tien en de buurtsuper door een kwart. Grafiek 24.1: Bezoek vier soorten winkels voor dagelijkse boodschappen 1% 2%
97%
supermarkt
10% 7%
69%
speciaalwinkels
24%
42%
de markt
25%
buurtsuper
wekelijks of vaker
13%
14%
21%
59%
9% 7%
maandelijks
paar keer per jaar
(vrijwel) nooit
24.2 Bezoek supermarkt In Leiden en de directe omgeving zijn circa tien supermarktketens actief met één of meerdere vestigingen. In dit onderzoek is gevraagd welke supermarkt de Leidenaren het meest bezoeken. Albert Heijn wordt veruit het meest bezocht, gevolgd door Digros, Hoogvliet en C1000. Vergeleken met eerdere jaren wordt de Albert Heijn vaker bezocht en Digros minder vaak. Hoogvliet, Lidl en Spar hebben de laatste jaren een extra vestiging gekregen en C1000 en Super de Boer een vestiging minder. Dit verklaart grotendeels de verschuivingen in bezoek bij deze supermarktketens. Grafiek 24.2a: Meest bezochte supermarkt (2 antwoorden mogelijk)
60% 55% 53%
2004
2006
2008
48% 43% 38%
25% 22% 22% 22% 20% 19%
Stadsenquête Leiden 2008
anders
Super de Boer
Aldimarkt
Dekamarkt
Spar
Lidl
C1000
Hoogvliet
Digros
Albert Heijn
10% 8% 7% 6% 5%5% 6%7% 5%4%6% 5% 3% 3%2% 3% 3%2%
95
Waar men de dagelijkse boodschappen doet is, logischerwijs, afhankelijk van waar men woont. Onderstaande tabel geeft per district de supermarkten die (het meest) worden bezocht. Tabel 24.2b: Welke supermarkten worden het meest bezocht per district (maximaal 2 supermarkten per respondent)
Albert Heijn
2004
2006
2008
Binnenstad Zuid
Binnenstad Noord
Leiden Noord
Rooden- Bos- en burger- Gasthuis district -district
Morsdistrict
Meren- Stevenswijk hof district district
53%
55%
60%
46%
54%
68%
54%
66%
32%
72%
72%
Digros
48%
43%
38%
10%
48%
62%
12%
23%
74%
15%
88%
Hoogvliet
22%
20%
25%
81%
25%
3%
44%
46%
8%
#
5%
C1000
22%
22%
19%
#
#
25%
9%
8%
57%
62%
8%
Lidl
3%
6%
7%
#
#
11%
5%
14%
4%
16%
#
Spar
3%
2%
7%
8%
12%
#
22%
5%
#
#
#
Dekamarkt
5%
4%
6%
18%
9%
#
18%
#
#
#
#
Aldimarkt
8%
10%
6%
15%
11%
5%
6%
3%
#
#
3%
Super de Boer
5%
5%
3%
#
5%
6%
#
#
6%
#
#
Anders*
5%
3%
2%
#
#
3%
#
3%
#
#
#
* anders= markt, buiten Leiden # = 2% of minder, in het tabellenboek staan de ketens ook onderverdeeld naar specifieke vestiging
Als gekeken wordt naar de circa veertig individuele supermarkten, dan blijken de vijf meest bezochte supermarkten: Hoogvliet Levendaal (19%), Digros Langegracht (18%), Albert Heijn Bevrijdingsplein (17%), Albert Heijn Hooigracht (13%) en Digros Stevensbloem (12%).
24.3 Niet-dagelijkse boodschappen Om meer inzicht te krijgen in de koopkrachtbinding van Leiden zijn, evenals in eerdere jaren, de Leidenaren enkele veelverkochte artikelsoorten voorgelegd. Leidenaren die deze artikelen wel eens kopen is gevraagd waar ze deze artikelen (meestal) kopen. Evenals in eerdere jaren worden drogisterij- en parfumerie artikelen het vaakst in Leiden zelf (de binnenstad of elders in Leiden) gekocht. Ruim negen op de tien respondenten koopt dit in Leiden. Andere artikelen die veelal in Leiden zelf worden gekocht zijn kleine elektrische apparaten, schoenen/lederwaren en kleding. Voor de aankoop van meubels en woninginterieur gaat men meestal ergens anders naar toe in of buiten Holland Rijnland, met name naar Leiderdorp of Zoeterwoude. Fun-shopping Driekwart van de Leidenaren winkelt wel eens gewoon voor de gezelligheid. Naast Leiden worden Den Haag en in mindere mate Amsterdam regelmatig bezocht voor fun-shopping. Rotterdam en Utrecht worden hiervoor veel minder bezocht.
96
Stadsenquête Leiden 2008
De resultaten zijn vergelijkbaar met eerdere jaren. Nieuw is dat dit jaar 2-3% van de Leidenaren spontaan aangeeft kleine en grote elektrische apparatuur via internet te kopen. 16
Grafiek 24.3a: Waar worden artikelsoorten meestal gekocht (in % koopt artikelsoort) Drogisterij, parfumerieartikelen
8% 2%
25%
2004
65%
2006
66%
26%
5% 3%
2008
66%
27%
5% 3%
Kleine electrische app. 2004
2008
7%
11%
13%
69%
5%
9%
9%
77%
4%
16%
7%
73%
2006
Schoenen en lederw aren 2004
75%
5% 4%
16%
2006
76%
5% 3%
16%
2008
75%
5% 3%
16%
Dames en herenkleding 2004
18%
5% 3%
74%
2008
20%
4% 4%
72%
2006
16%
4% 3%
76%
Grote electrische app. 2004
13%
23%
9%
55%
2008
12%
20%
9%
59%
7%
29%
3%
60%
2006
Meubels,gordijnen en w oninginterieur 2004
34%
4%
2006
33%
7%
2008
31%
9%
22%
40%
28%
33%
24%
35%
Fun shoppen 2004
25% binnenstad
50% elders in leiden
28%
4% 3%
65%
0%
28%
6% 3%
63%
2008
36%
3% 5%
57%
2006
75% Holland Rijnland
100%
Buiten de regio
Andere bezochte winkelcentra in Leiden om te winkelen Vrijwel alle Leidenaren bezoeken wel eens de binnenstad. Daarnaast bezoekt een deel van de Leidenaren voor de aankoop van niet-dagelijkse boodschappen ook wel eens een ander winkelcentrum in Leiden. De Luifelbaan/ Bevrijdingsplein en de Kopermolen worden hierbij het vaakst genoemd. Tabel 24.3b laat zien dat het bezoek aan de Luifelbaan/Bevrijdingsplein in de afgelopen jaar fors gestegen is. Tabel 24.3b: Meest bezochte winkelcentrum voor niet-dagelijkse boodschappen naast Binnenstad* 2008 2005 2006 Luifelbaan/ Bevrijdingsplein 27% 16% 17% Kopermolen 10% 14% 12% Stevensbloem 4% 7% 3% Diamantplein 4% 8% 5%
16
Tot Holland Rijnland worden gerekend: Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten, Zoeterwoude, Alkemade, Katwijk en Teijlingen
Stadsenquête Leiden 2008
97
24.4 Hoe reizen naar Leidse winkelcentra Vervolgens is de mensen gevraagd met welk vervoermiddel ze naar de door hen bezochte winkelcentra gaan. Onderstaande grafiek vergelijkt de wijze van reizen naar de vier meest bezochte centra met de wijze van reizen naar de binnenstad. Voor alle winkelcentra is de fiets het meest gebruikte vervoermiddel. Inwoners van de districten Binnenstad-Noord en Zuid bezoeken veelal lopend de binnenstad. De inwoners van het Stevenshofdistrict komen relatief wat vaker met de auto. De OV-gebruikers zijn meestal gepensioneerden. Bezoekers van de overige winkelcentra gebruiken relatief vaker de auto. De bezoekers van de kleinere (meer wijk) winkelcentra komen vaak uit de eigen wijk en dus relatief vaker lopend of met de fiets. Grafiek 24.4a: Hoe reizen naar binnenstad en vier meest bezochte Leidse winkelcentra (in % bezoekt winkelcentrum) 60%
Binnenstad
25%
Overige winkelcentra
48%
15%
Luifelbaan/ Bevrijdingsplein
51%
7%
Kopermolen Stevensbloem Diamantplein Per fiets
47% 36%
29%
Lopend
28% 29%
10% Auto
33%
40%
22%
59%
8% 7%
24%
3%
2% 3% 6% 7%
OV of anders
Uit het feit dat in tabel 24.4b te zien is dat er meer bezoekers met de auto naar de Luifelbaan/ Bevrijdingsplein komen, kan ook worden opgemaakt dat het winkelcentrum steeds meer bezoekers van “verder weg” aantrekt. Tabel 24.4b: Vervoermiddel naar Leidse winkelcentra, vergelijking ’04-‘08 Binnenstad Luifelbaan/ Bevr.plein Kopermolen Stevensbloem* Diamantplein* ‘04 ‘06 ‘08 ‘04 ‘06 ‘08 ‘04 ‘06 ‘08 ‘06 ‘08 ‘06 ‘08 65% Per fiets/lopend 83% 85% 85% 62% 63% 58% 63% 68% 69% 73% 74% 69% 8% 29% Auto 9% 9% 36% 35% 40% 34% 31% 28% 24% 21% 24% 7% 2% 3% 6% 7% OV of anders 8% 7% 3% 2% 3% 1% 4% 5% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% * vanwege te klein aantal waarnemingen wordt hier geen vergelijking met ‘04 gepresenteerd
98
Stadsenquête Leiden 2008
24.5 Beoordeling Binnenstad en andere winkelcentra Aan de Leidenaar is gevraagd de door hem/haar bezochte winkelcentra te beoordelen op zeven aspecten. Op het merendeel van de aspecten wordt de binnenstad hoger beoordeeld dan de overige winkelcentra in Leiden. Alleen op bereikbaarheid en parkeren scoort de binnenstad aanzienlijk lager. Daarnaast valt op dat de diversiteit aan winkels in winkelcentrum Luifelbaan hoger wordt gewaardeerd dan de Binnenstad. Vergeleken met eerdere jaren valt met name op dat Luifelbaan op alle aspecten hoger wordt beoordeeld en winkelcentra Stevensbloem en Diamantplein op hoeveelheid en diversiteit aan winkels hoger scoort. De andere winkelcentra cq aspecten scoren vergelijkbaar met 2006. Tabel 24.5: Beoordeling winkelcentra op 7 aspecten
‘04
‘06
‘08
‘04
‘06
‘08
‘04
‘06
‘08
Stevensbloem* ‘06 ‘08
7,1
7,3
7,3
5,8
6,6
6,9
6,4
6,7
6,8
5,7
5,8
6,4
6,3
Binnenstad Sfeer in winkelcentrum
Luifelbaan
Kopermolen
Diamantplein* ‘06 ‘08
Looproutes door winkelcentrum
7,2
7,3
7,3
6,5
6,8
7,2
7,0
7,3
7,2
6,3
6,5
7,1
7,3
Horeca in winkelcentrum
7,1
7,3
7,2
4,8
5,4
5,8
5,3
5,7
5,8
5,2
5,8
6,0
5,5
Hoeveelheid winkels in winkelcentrum
6,9
7,1
7,2
5,9
6,6
7,2
6,3
6,9
6,8
5,5
6,0
6,1
6,6
Diversiteit winkels in winkelcentrum
6,6
6,8
6,9
6,0
6,7
7,1
6,4
6,8
6,7
5,5
5,9
6,0
6,5
Bereikbaarheid winkelcentrum per auto
5,2
5,4
5,5
7,3
7,3
7,6
7,2
7,5
7,4
6,6
6,4
7,5
7,1
Parkeren in het winkelcentrum
5,1
5,4
5,4
7,2
7,2
7,6
7,0
7,3
7,2
6,4
6,2
7,1
7,0
Gemiddeld
6,5
6,7
6,7
6,2
6,7
7,1
6,5
6,9
6,8
5,9
6,1
6,6
6,6
* vanwege te klein aantal waarnemingen wordt hier geen vergelijking met ’04 gepresenteerd
24.6 Verbetertips voor de Binnenstad Tot slot is aan alle bezoekers van de binnenstad gevraagd of ze nog verbetertips hebben. Er volgt een groot scala aan antwoorden met betrekking tot parkeren, diversiteit winkels, horeca, etc. Onderstaand de top 10: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Meer parkeergelegenheid (dicht bij het centrum of aan de rand van de binnenstad) (101x) Bereikbaarheid binnenstad per auto moet beter, betere doorstroming (47x) Onderhoud Centrum kan schoner/netter (39x) Voorzieningen voor fietsers: fietspaden, meer fietsenstallingen (33x) Winkelaanbod binnenstad: meer diversiteit, meer speciaalwinkels (29x) Verkeersveiligheid (22x) Kosten parkeren in het centrum: te duur/overal betalen (16x) Meer sfeer in binnenstad (15x) Autovrije of autoluwe binnenstad (11x) Betere looproutes, meer voetgangersgebied (10x)
Stadsenquête Leiden 2008
99
25.
VAKANTIEPAS
De VakantiePas wordt sinds 2003 aan het einde van het schooljaar verspreid via het basisonderwijs onder basisschoolleerlingen in Leiden. Met deze pas krijgen zij onder andere korting op diverse culturele, sportieve, re(creatieve) en educatieve activiteiten. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de bekendheid, het gebruik en de beoordeling van de VakantiePas van 2007. Hiervoor zijn ouders geïnterviewd die vorig jaar één of meerdere kinderen op de basisschool hadden zitten.
25.1 Doelgroep Ouders met kinderen op de basisschool hebben gemiddeld 1,6 kind op de basisschool per gezin. Meestal heeft men 1 of 2 kinderen op de basisschool. Tabel 25.1: Aantal kinderen per gezin op de basisschool 2006 Gemiddeld aantal kinderen op basisschool 1,5 Verdeling basisschoolleerlingen per gezin 1 kind 2 kinderen >3 kinderen
2008 1,6
51% 42% 7% 100%
56% 39% 5% 100%
25.2 Ontvangst VakantiePas De Stadsenquête wordt circa 11 maanden nadat de VakantiePas is uitgedeeld gehouden. Dit betekent dat er een mogelijkheid is dat niet alle ouders zich de VakantiePas kunnen herinneren. Acht op de tien kinderen heeft zeker de VakantiePas gehad, 14% zeker niet en van 6% is het onbekend. Lager opgeleiden en mannen zijn hier relatief minder goed van op de hoogte. Vergeleken met twee jaar geleden kunnen meer mensen zich de VakantiePas herinneren. Grafiek 25.2: Ontvangst VakantiePas, 2006 vs 2008 en naar huishoudinkomen 2006
69%
2008
14%
80%
<1750
17% 14%
67%
24%
6%
9%
1751-3200
80%
13%
7%
>3200
79%
15%
6%
0%
25%
zeker vakantiepas
50%
75%
geen vakantiepas
100%
weet niet meer
Van de ouders die aangeven dat hun kind geen VakantiePas heeft gekregen, kan de meerderheid niet aangeven waarom ze geen pas hebben gekregen.
100
Stadsenquête Leiden 2008
25.3 Gebruik VakantiePas Van de kinderen die zeker een VakantiePas hebben gekregen, heeft ruim de helft (57%) deze ook gebruikt. Dit betekent per saldo dat minstens 46% van alle kinderen van de basisschool de pas hebben gebruikt (zie onderstaande tabel). Het gebruik van de pas onder de basisschoolkinderen uit de verschillende inkomensgroepen is vergelijkbaar. Weliswaar geven ouders met een lager inkomen vaker aan dat hun kind de pas niet heeft gekregen, echter als ze de pas krijgen dan maken ze er relatief vaker gebruik van, zodat over alle kinderen bezien het gebruik tussen de drie inkomensgroepen gelijk is. Tabel 25.3a: Gebruik VakantiePas, 2006 vs 2008 en naar huishoudinkomen
69% 80%
* *
54% 57%
= =
Gebruik pas onder alle basisschoolkinderen in Leiden 37% 46%
67% 80% 79%
* * *
67% 56% 52%
= = =
45% 45% 41%
% ontvangers dat pas gebruikt
Ontvangst pas Totaal 2006 Totaal 2008 Naar huishoudinkomen 2008 < 1750 1751-3200 > 3200
De kinderen die de VakantiePas hebben gebruikt, hebben de pas in tweederde van de gevallen voor meerdere activiteiten gebruikt en in eenderde van de gevallen voor één activiteit. Dit is minder frequent dan in 2006, toen driekwart aangaf de pas voor meerdere activiteiten te hebben gebruikt. De kinderen die de pas wel hebben ontvangen, maar hier geen gebruik van hebben gemaakt, gebruiken de pas vaak niet vanwege de (lange) vakantie en andere bezigheden/activiteiten. Tabel 25.3b Reden waarom VakantiePas niet gebruikt (in % wel ontvangen, niet gebruikt) 2008 2006 Op (lange) vakantie geweest 28% 29% Andere activiteiten gedaan 13% 18% Geen tijd (te druk) 11% 12% Geen interesse/behoefte 11% 8% Niet aan toegekomen 7% 7% 6% Vergeten, niet aan toegekomen # 5% Niet nodig gehad 6% 5% Zat niets leuks bij om te doen 5% Kind vermaakt zich zelf, had er geen zin in 4% 3% 4% Kind is er te jong voor 3% 5% Ouders te druk om het te regelen # 3% Anders 8% Totaal 100% 100%
Stadsenquête Leiden 2008
101
25.4 Beoordeling en mogelijke uitbreidingen VakantiePas De ouders van wie hun kinderen de VakantiePas hebben gekregen is gevraagd spontaan aan te geven wat ze goed vinden aan de pas en wat beter kan. Er worden beduidend meer positieve punten genoemd dan verbetertips. Over het algemeen vindt men het een goed initiatief, de activiteiten leuk en gevarieerd, je wordt op ideeën gebracht en het is goed voor mensen met een lager inkomen. De mensen die verbetertips noemen, denken aan (nog) meer variatie, mogelijk iets dichterbij huis en misschien wat meer activiteiten voor jongere kinderen. Tabel 25.4a: Spontaan genoemde positieve en verbeterpunten Vakantiepas (door ontvangers) Positief Verbetertips 1. Goed initiatief (59x) 1. Kan nog meer variatie, uitbreiding activiteiten (8x) 2. Leuke/diverse activiteiten (39x) 2. Activiteiten dichterbij/in de buurt/meer in Leiden (6x) 3. Je wordt op ideeën gebracht (21x) 3. Nu vooral voor oudere kinderen, leeftijdsgrens verlagen (6x) 4. Goed voor mensen met een lager inkomen (16x) 4. Inkomensafhankelijk, gratis maken voor lage inkomens (4x) 5. Korting/goedkoop (12x) 5. Nog meer kortingen (4x) 6. Stimuleert om wat te gaan doen (12x) 6. Onduidelijkheid over inschrijven/opgeven/data attractie (3x) 7. Je doet iets wat je normaal niet zou doen (4x) 7. Boekje/website overzichtelijker (2x) 8. Activiteiten kunnen aantrekkelijker, nu saai (2x) En 1 of 2x genoemd: je komt ’s buiten Leiden of je doet juist iets in Leiden, het is voor iedereen, contact tussen En 1 of 2 keer genoemd: meer gericht op ouders zodat die samen iets kunnen ondernemen, in alle vakanties laten uitkomen, 1 pas Leidenaren en de jeugd wordt gestimuleerd, even verlost per gezin van de zorgen
Bekendheid en gebruik extra activiteiten op website Op de website www.kindervakantiepas.nl staan extra activiteiten die niet in het boekje zijn opgenomen. Van de ontvangers van de VakantiePas weet 8% hiervan en heeft 4% de site bekeken. Van de 10 ouders die de site hebben bekeken hebben er drie gebruik van gemaakt. Uitbreiding activiteiten Op de vraag aan de ontvangers van de pas of er nog activiteiten zijn die ze graag aan de VakantiePas toegevoegd willen zien, heeft 13% van de ouders suggesties, zoals: sportactiviteiten, meer in Leiden, hutten bouwen, musea en pretparken. En verder losse ideeën zoals naar een grote dierentuin, bubblejungle, pirateneiland, iets samen doen in buurthuizen, iets origineels, wandeling, film, vlotten bouwen en mee op het water spelen, workshop over een boek, knutselen of korting zwembad. Uitbreiding naar andere vakanties Momenteel is de VakantiePas alleen geldig in de zomervakantie. Als er een pas zou komen voor andere vakanties, dan zou driekwart van de huidige ontvangers hier (mogelijk) gebruik van maken. De ouders met kinderen die nu al gebruik maken van de VakantiePas zijn hier positiever over dan de huidige niet-gebruikers. De ouders die aangeven de VakantiePas misschien in andere vakanties te gebruiken geven aan dat dit afhangt of ze zelf op vakantie zijn, de interessantheid van de activiteiten, wat de kinderen zelf willen en het weer. De ouders die aangeven in andere periodes geen gebruik te maken van zo’n pas geven aan dat andere vakanties hier te kort voor zij en ze vaak zelf weg zijn. Tabel 25.4b: Gebruik VakantiePas in andere vakanties (door ouders van ontvangers pas) huidige huidige nietTotaal gebruikers gebruikers 46% Ja, zeker 61% 29% 30% Ja, misschien 23% 39% 23% Nee 16% 32% 100% Totaal 100% 100%
102
Stadsenquête Leiden 2008
26.
VRIJWILLIGERSWERK
Dit jaar is voor de zevende keer een vragenblok over vrijwilligerswerk opgenomen in de Stadenquête van de gemeente Leiden. Vrijwilligerswerk gaat hierbij niet alleen om zorg of dienstverlening, maar ook om bijvoorbeeld bardiensten bij een vereniging, schrijven voor een clubkrantje, lid zijn van een bestuur, hulp op school of activiteiten voor een kerk. 26.1 Aantal vrijwilligers Bijna drie op de tien Leidenaren verricht op dit moment vrijwilligerswerk. Sinds 2001 is het percentage 17 vrijwilligers dat in de Stadsenquête gemeten wordt ieder jaar licht gestegen . Grafiek 26.1a: Percentage Leidenaren dat vrijwilligerswerk doet 40%
30% 26% 21%
22%
27%
28%
29%
23%
20%
10%
0% 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2008
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het percentage vrijwilligers in de jaren 2005-2008 naar enkele segmenten. Vrijwilligerswerk wordt wat vaker gedaan door 35-plussers en middelbaar en hoger opgeleiden. Tabel 26.1b: Verrichten van vrijwilligerswerk 2005, 2006,2008 naar doelgroepen 2008 2005 2006 Totaal 29% District 27% 28% Midden Sekse Noord 30% Zuid Man 27% 26% 29% West Vrouw 26% 29% Leeftijd 18-34 35-49 50+
22% 31% 26%
23% 32% 26%
25% 31% 32%
Opleiding Lager Middelbaar Hoger
2005
2006
2008
27% 32% 23% 24%
28% 27% 26% 29%
30% 31% 29% 27%
19% 24% 35%
20% 29% 30%
20% 28% 35%
26.2 Beschrijving omvang en type vrijwilligerswerk Zeven op de tien vrijwilligers besteden per week tot 5 uur aan vrijwilligerswerk. Vergeleken met voorgaande jaren zijn de verschillen marginaal. Tabel 26.2a: Aantal uur per week besteed aan vrijwilligerswerk (in % vrijwilligers) 2002 2003 2004 Minder dan 2 uur 29% 31% 27% 2-5 uur 47% 43% 45% 6-10 uur 14% 15% 18% 11-20 uur 7% 9% 7% 21 uur of meer 2% 2% 3% Totaal 100% 100% 100%
2005 37% 37% 16% 7% 2% 100%
2006 30% 44% 21% 4% 1% 100%
2008 36% 35% 17% 8% 3% 100%
17
Het is mogelijk dat door alle media-aandacht, aandacht op scholen, verkrijgen van pasjes/brieven, mensen zich meer bewust worden van het brede begrip vrijwilligerswerk. Er zijn veel activiteiten die onder vrijwilligerswerk vallen. Als dit zo zou zijn stijgt het percentage bewuste vrijwilligers in de loop der jaren.
Stadsenquête Leiden 2008
103
Waar vrijwilligerswerk Net zoals vorige jaren zijn de meeste vrijwilligers werkzaam binnen de gemeentegrenzen van Leiden. Eenderde van de vrijwilligers verricht (ook) vrijwilligerswerk buiten Leiden. Tabel 26.2b: Plaats vrijwilligerswerk (in % vrijwilligers) 2002 Binnen gemeente Leiden 75% Buiten de gemeente Leiden 17% Beide 9% Totaal 100%
2003 72% 18% 10% 100%
2004 69% 19% 12% 100%
2005 67% 20% 13% 100%
2006 67% 20% 13% 100%
2008 68% 20% 13% 100%
Soort organisatie De meeste vrijwilligers zijn actief bij een sportvereniging. Overige organisaties waarin men veelal actief is, zijn kerkelijke of levenbeschouwende organisaties, de zorg- en dienstverlening, het onderwijs en culturele organisaties. Over het algemeen zijn de resultaten vergelijkbaar met voorgaande jaren. Mannen zijn vaker actief bij een hobby/club en bij bewonerscommissies, vrouwen zijn vaker actief binnen het onderwijs, 55-plussers verrichten vaker vrijwilligerswerk bij ouderenorganisaties en via mantelzorg. Tabel 26.2c: Meest genoemde sectoren huidig vrijwilligerswerk door vrijwilligers (in % vrijwilligers, meerdere mogelijk) 2008 2002 2003 2004 2005 2006 23% Sportvereniging 25% 20% 29% 26% 27% 13% Kerkelijke, levenbeschouwelijke organisatie 14% 14% 12% 14% 12% 12% Zorg en dienstverlening 13% 10% 12% 14% 12% 11% School, onderwijs 15% 13% 13% 15% 17% 11% Kunst en cultuur 9% 11% 8% 6% 9% 9% Actiegroep/belangenorganisatie 6% 5% 4% 5% 5% 8% Bewonerscommissie, buurtvereniging 8% 7% 4% 6% 6% 6% Hobby/club 2% # 2% 5% 4% 6% Ouderenorganisatie 3% 7% 5% 3% 4% 5% Politieke en/of campagneorganisatie 3% 2% 3% 5% 5% Jongerenorganisatie 5% 4% 6% 4% 4% 5% 4% Mantelzorg 3% 4% 3% 3% 3% 3% Kinderopvang peuterwerk # # # 1% 4% 2% Club-en buurthuiswerk 4% 3% 4% 3% 4% 100% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% # niet gemeten
Ruim acht op de tien vrijwilligers verricht uitvoerende taken, drie op de tien doet bestuurlijke werkzaamheden en circa twee op de tien houdt zich bezig met coördinerende of leidinggevende activiteiten. Mannen en hoger opgeleiden nemen vaker plaats in het bestuur. Tabel 26.2d: Soort taken vrijwilligerswerk (meerdere taken mogelijk, in % vrijwilligers) 2002 2003 2004 2005 bestuurlijk 28% 33% 26% 35% coördinerend/leidinggevend 20% 19% 20% 23% uitvoerend 83% 73% 78% 83%
2006 30% 21% 76%
2008 31% 22% 84%
26.3 Bekendheid en gebruik Steunpunt vrijwilligerswerk Het vrijwilligerswerk in Leiden wordt gecoördineerd door het Steunpunt Vrijwilligerswerk/WAVeS. Bijna vier op de tien Leidenaren is hiermee bekend en 4% maakt er gebruik van. De resultaten zijn vergelijkbaar met die van vorige jaren. Vrouwen en 35-plussers zijn relatief vaker met het Steunpunt bekend. Tabel 26.3: Bekend/gebruik Steunpunt vrijwilligerswerk 2002 Steunpunt bekend en gebruik 4% Steunpunt bekend, geen gebruik 35% Steunpunt onbekend 61% Totaal 100%
104
2003 4% 33% 64% 100%
2005 4% 37% 59% 100%
2006 4% 39% 57% 100%
2008 4% 34% 62% 100%
Stadsenquête Leiden 2008
27.
MELDPUNT ZORG EN OVERLAST
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de bekendheid en het mogelijke gebruik van het Meldpunt Zorg en Overlast.
27.1 Meldpunt Zorg en Overlast Sommige mensen kunnen niet goed voor zichzelf zorgen. Dit geldt bijvoorbeeld voor mensen die hun woning ernstig vervuilen, een verwarde of verslaafde buurtbewoner of iemand die verkommert en verloedert zonder dat anderen er naar omkijken. Dit soort situaties kunnen gemeld worden bij het Meldpunt Zorg en Overlast. Van alle Leidenaren geeft 41% aan dit Meldpunt te kennen, de meeste onder de nieuwe naam Meldpunt Zorg en Overlast. Tabel 27.1a: Bekendheid Meldpunt
5%
8%
31%
36%
14% 2005
2007
Meldpunt Zorg en Overlast
2008
Meldpunt Vangnet en Advies
Om de nauwkeurigheid per doelgroep te optimaliseren wordt de bekendheid van het Meldpunt per doelgroep voor beide jaren gepresenteerd. De tabel 33.1b laat zien dat jongeren en mensen met een hoger inkomen wat minder op de hoogte lijken te zijn van dit Meldpunt. Voor het overige zijn de verschillen marginaal. Tabel 27.1b: Bekendheid Meldpunt Zorg en Overlast naar doelgroep Totaal 2007 39% Sekse ’07-‘08 Totaal 2008 41% Man Vrouw Stadsdeel ’07-‘08 Midden 39% Leeftijd ’07-‘08 Noord 39% 18-34 Zuid 42% 35-54 West 41% 55+
Stadsenquête Leiden 2008
39% 43%
36% 40% 45%
Huishoudinkomen ’07-‘08 ≤1750 1751-3200 >3200
42% 43% 36%
Opleiding ’07-‘08 Lager Middelbaar Hoger
44% 45% 42%
105
De mensen die het Meldpunt kennen, zijn hiervan met name op de hoogte gekomen via huis-aanhuisbladen, vrienden/kennissen of via het werk. Grafiek 27.1c: Hoe op de hoogte van Meldpunt? (% mensen die Meldpunt kennen van naam) 34% 36%
Kranten (Huis aan huisbladen/ Leids Dagblad) 26% 23%
Via vrienden/kennissen 13% 12%
Via werk (in gezondheidszorg) De wegwijzer voor Leiden (gemeentegids)
4% 9%
Folder/poster (bibliotheek, wachtkamer, zorgloket)
9% 8%
Internet (GGD of overig)
4% 3%
Buurtomgeving/in omgeving mee te maken
5% 2%
Overig: gemeente, politie, tv, radio, woninstichting, hulpverlener
6% 7%
2007 2008
27.2 Aanwezigheid zorgwekkende situaties Bij het Meldpunt Zorg en Overlast kunnen situaties worden gemeld waarover men zich ernstige zorgen maakt of waarvan men overlast ondervindt. Van alle Leidenaren kent 8% één of meerdere personen in hun buurt die hier mee te maken hebben. In de helft van de gevallen gaat het om 1 persoon, in de overige gevallen om meerdere personen of situaties. Jongeren, bewoners van stadsdeel Midden en mensen met een inkomen lager dan €3200 netto per maand lijken vaker van dit soort zorgelijke situaties te kennen. Tabel 27.2: % Leidenaren die in hun buurt te maken hebben met zorgwekkende situaties Totaal 2005 7% Sekse ’07-‘08 Huishoudinkomen ’07-‘08 Totaal 2007 11% Man 10% ≤1750 Totaal 2008 8% Vrouw 9% 1751-3200 >3200 Stadsdeel ’07-‘08 Leeftijd ’07-‘08 Midden 13% 18-34 15% Opleiding ’07-‘08 Noord 9% 35-54 8% Lager Zuid 7% 55+ 9% Middelbaar West 8% Hoger
12% 10% 7%
8% 10% 9%
Van degenen die op de hoogte zijn van zorgelijke situaties bij hen in de buurt, geeft evenals in de afgelopen jaren zes op tien aan dat zij hierover, indien de situatie erom vraagt, mogelijk contact zouden opnemen met het Meldpunt. Of ze dit daadwerkelijk zullen gaan doen hangt van verschillende zaken af (zoals bekendheid met en gemak van bereikbaarheid meldpunt, bekendheid met en situatie rond de persoon waar men zich zorgen om maakt). Tabel 27.2: (Indien nodig) Contact leggen met het Meldpunt (in % Leidenaren bekend met zorgwekkende situaties) 2008 2005 2007 59% 54% 51% Ja 41% 46% 49% Nee 100% 100% 100% TOTAAL
106
Stadsenquête Leiden 2008
28.
WMO/ SERVICELOKET ZORG
Op 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) ingegaan. Vanaf deze datum zijn de gemeenten verantwoordelijk voor zaken als de voormalige WVG-voorzieningen, hulp bij het huishouden, verzorging en verpleging, mantelzorgondersteuning, maaltijdverzorging en klussendiensten. Om burgers hierover zo goed mogelijk te informeren heeft de gemeente een Servicepunt Zorg opgezet. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de bekendheid en het gebruik van de WMO en het Servicepunt Zorg.
28.1 Bekendheid en gebruik WMO Ruim vier op de tien Leidenaren heeft van de WMO gehoord en 4% heeft hier ook al gebruik van gemaakt. De bekendheid is vergelijkbaar met vorig jaar en het gebruik iets hoger. Jongeren zijn hier minder goed mee bekend en 65-plussers en de lagere inkomens hebben hier vaker gebruik van gemaakt. Grafiek 28.1: Bekendheid en gebruik WMO naar doelgroepen 43%
Totaal 2007 2% Totaal 2008 Man
39%
4%
40%
3%
Vrouw
39%
5%
18-24 jaar 1%
20%
25-34 jaar 1%
36%
35-49 jaar 1% 50-64 jaar
41% 49%
4%
34%
16%
65+ jaar
39%
18-64 j 2%
<1450
11%
1450-2150 2151-3200
34%
16%
65+
24% 40%
6%
43%
3%
>3200 1%
48%
0%
25% gebruik
Stadsenquête Leiden 2008
50%
75%
bekend, geen gebruik
107
28.2 Bekendheid en gebruik Servicepunt Zorg Om burgers van Leiden goed te kunnen informeren over de WMO heeft de gemeente een Servicepunt Zorg opgezet. Dit kan zowel telefonisch, via internet als door langs te gaan bij het loket in het Stadsbouwhuis. Bij dit Servicepunt kunnen de Leidenaren terecht voor informatie en advies over alle zorgvragen die vallen onder de WMO. Eenderde van de Leidenaren heeft van dit Servicepunt gehoord en 3% heeft hier ook al gebruik van gemaakt. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. 50-64 jarigen zijn het best bekend met het Servicepunt en 50-plussers maken er vaker gebruik van. Als gekeken wordt naar het verschil tussen 65-minners en 65-plussers, dan zijn 65-plussers iets beter bekend en maken er ook iets meer gebruik van. Grafiek 28.2: Bekendheid en gebruik Servicepunt Zorg naar doelgroepen Totaal 2007 2% Totaal 2008 Man Vrouw
28%
3%
30% 32%
1% 4%
29% 10%
18-24 jaar
19%
25-34 jaar 1%
35%
35-49 jaar 1% 5%
50-64 jaar
18-64 j 2%
30% 30%
7%
65+ <1450
4%
1450-2150
4%
2151-3200
42%
7%
65+ jaar
30% 23% 30%
3%
33%
>3200 2%
33%
0%
25% gebruik
50%
75%
bekend, geen gebruik
Van de mensen die al gebruik hebben gemaakt van het Servicepunt Zorg is 86% hier tevreden over. Veel gebruikers becomplimenteren de goede dienstverlening. Een kleiner deel van de klanten denkt dat het sneller kan, er meer geluisterd kan worden naar de klanten en benadrukken dat het van belang is dat de hulp gegeven wordt door mensen met verstand van zaken. Immers er hangt voor klanten soms veel van af en het is vaak al een heel papierwerk om alles in orde te krijgen.
108
Stadsenquête Leiden 2008
29.
PROFIEL VEELKLEURIG LEIDEN
Om inzicht te krijgen in de overeenkomsten en verschillen in normen, waarden, integratie en contacten tussen de vijf grootste etniciteitsgroepen van Leiden is in deze Stadsenquête een extra deelonderzoek gehouden. De onderscheiden etniciteitsgroepen zijn Leidenaren van Nederlandse, Surinaamse, Turkse, Marokkaanse en Antilliaanse afkomst. De komende hoofdstukken geven de resultaten van dit onderzoek. In dit hoofdstuk wordt allereerst een profiel gegeven van deze vijf bevolkingsgroepen. De cijfers zijn gebaseerd op kerncijfers van de afdeling BOA (Beleidsonderzoek, en Advies) en zijn deels ook afkomstig uit hoofdstuk 2 van dit rapport. Gekeken wordt naar het aantal inwoners, sekse, leeftijd, opleidingsniveau, werk en huishoudinkomen.
29.1 Aantal inwoners en etniciteit Leiden heeft op 1 januari 2008 116.891 inwoners. Ruim een kwart van de bevolking van Leiden is van allochtone afkomst. Tabel 29.1: Aantal inwoners Leiden 2001 117.031
2002 117.183
2003 117.732
2004 118.745
2005 118.598
2006 118.070
2007 117.492
2008 116.891
Nederland Marokko Turkije Suriname Aruba/ Nederlandse Antillen Overige niet-westerse landen Westerse landen
77% 4% 2% 2% 1% 4% 11% 100%
76% 4% 2% 2% 1% 4% 11% 100%
75% 4% 2% 2% 1% 5% 12% 100%
75% 4% 2% 2% 1% 5% 12% 100%
74% 4% 2% 2% 1% 5% 12% 100%
74% 4% 2% 2% 1% 5% 12% 100%
74% 4% 2% 2% 1% 5% 12% 100%
73% 4% 2% 2% 1% 6% 12% 100%
Autochtoon e Allochtoon 1 generatie e Allochtoon 2 generatie
77% 13% 10% 100%
76% 14% 10% 100%
75% 14% 11% 100%
75% 15% 11% 100%
74% 15% 11% 100%
74% 15% 11% 100%
74% 15% 12% 100%
73% 15% 12% 100%
Totaal Leiden
Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari
29.2 Sekse, leeftijd en huishoudsamenstelling Van alle inwoners van Leiden is 49% man en 51% vrouw. Onder Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst ligt het percentage mannen wat hoger. Tabel 29.2a geeft de leeftijdverdeling van alle Leidenaren. Onder Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst ligt de gemiddelde leeftijd aanzienlijk lager. Tabel 29.2a: Leeftijdverdeling Totaal
Nederland
Turkije
Marokko
Suriname
Antillen/Aruba
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
0- 17 jaar
19%
18%
17%
17%
31%
29%
38%
37%
25%
23%
21%
20%
18-24 jaar
13%
13%
12%
13%
13%
14%
12%
11%
15%
16%
27%
23%
25-34 jaar
19%
17%
17%
15%
22%
19%
18%
16%
15%
15%
25%
27%
35-49 jaar
23%
23%
22%
22%
23%
25%
21%
23%
27%
25%
17%
18%
50-64 jaar
16%
17%
18%
19%
9%
9%
7%
8%
12%
15%
8%
10%
65-75 jaar
6%
7%
7%
8%
2%
3%
3%
4%
4%
5%
2%
2%
5%
5%
6%
7%
0%
0%
0%
1%
2%
2%
0%
0%
76 jaar en ouder
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari ’05 en ‘08
Stadsenquête Leiden 2008
109
Over het algemeen geldt dat Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst, in vergelijking met autochtone Leidenaren en Leidenaren van Surinaamse en Antilliaanse afkomst, wat vaker in huishoudens wonen met drie of meer personen. Hierbij speelt natuurlijk ook de leeftijdsverdeling (zie tabel 29.2a) van verschillende bevolkingsgroepen een rol. Tabel 29.2b: Huishoudsamenstelling Totaal Leiden
1 of 2 persoonshuishoudens 3 of meer persoonshuishouden
Nederland
Turkije/Marokko
Suriname/Antillen
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
54%
55%
55%
58%
29%
26%
54%
52%
46%
45%
45%
42%
71%
74%
46%
48%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Bron: Totaal Stadsenquête
29.3 Opleiding Leiden kent een gemiddeld hoog opleidingsniveau. Bijna de helft van de Leidenaren heeft een opleiding op HBO of universitair niveau afgerond. Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst zijn gemiddeld minder hoog opgeleid. Grafiek 29.3: Opleidingsniveau Leidenaren Totaal ‘08 ‘05
Nederland ‘08 ‘05
Turkije ‘08 ‘05
Marokko ‘08 ‘05
Suriname ‘08 ‘05
Lager onderwijs
23%
25%
23%
24%
46%
45%
46%
44%
20%
20%
Middelbaar onderwijs
31%
29%
31%
27%
36%
30%
36%
33%
32%
28%
Hoger onderwijs
46%
47%
46%
47%
18%
26%
18%
22%
48%
43%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100% 100%
Antillen/Aruba ‘08 ‘05 51%
16% 41%
49%
42%
100% 100%
100%
Bron: Totaal Stadsenquête Onzekerheidsmarges: Totaal en Nederlandse etniciteit: +/- 2-3%, overige etniciteitgroepen: +/- 5-7%
29.4 Betaald werk (12 uur of meer per week) Ruim zeven op de tien Leidenaren heeft betaald werk voor 12 uur of meer per week, Leidenaren van Nederlandse afkomst wat meer dan Leidenaren van buitenlandse afkomst. De verschillen worden deels veroorzaakt door verschillen in leeftijdsopbouw, rol van de vrouw en opleidingsniveau. Tabel 29.4: Netto participatiegraad Leidse beroepsbevolking 18-64 jaar Totaal Leiden
Betaald werk, > 12 uur pw Geen betaal werk of < 12 uur pw
Nederland
Turkije/Marokko
Suriname/Antillen
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
73%
72%
75%
73%
62%
58%
65%
68%
27%
28%
25%
27%
38%
42%
35%
32%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Bron: Totaal Stadsenquête
110
Stadsenquête Leiden 2008
29.5 Huishoudinkomen Leidenaren is gevraagd naar het gezamenlijk netto (=schoon) maandinkomen van het huishouden. Hierbij worden uitkeringen, pensioengelden, alimentatie en dergelijke als inkomen gezien. Vakantiegeld, kinderbijslag en huursubsidie worden niet meegerekend. Evenals bij het opleidingsniveau ligt ook het gemiddelde huishoudinkomen van Leidenaren van Marokkaanse en Turkse afkomst aanzienlijk lager. 18
Tabel 29.5: Netto huishoudinkomen per maand Totaal ‘08 ‘05
Nederland ‘08 ‘05
Turkije ‘08 ‘05
Marokko ‘08 ‘05
Suriname ‘08 ‘05
Antillen/Aruba ‘08 ‘05
10%
9%
8%
8%
15%
19%
21%
22%
11%
10%
1.201 – 2.150 euro
31%
29%
31%
29%
52%
35%
61%
46%
41%
31%
2.151 – 3.200 euro
27%
25%
24%
25%
26%
30%
8%
26%
22%
31%
14%
26%
32%
38%
37%
38%
7%
16%
10%
6%
26%
28%
33%
32%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
≤ 1.200 euro
> 3201 euro
26%
20%
27%
22%
Bron: Totaal Stadsenquête Onzekerheidsmarges: Totaal en Nederlandse etniciteit: +/- 2-3%, overige etniciteitgroepen: +/- 5-7%
18
De gebruikte inkomensgrenzen zijn dit jaar geïndexeerd, de afgelopen jaren waren de grenzen:
≤ 1.130 euro, 1.131 - 2.000 euro, 2.001 - 3.000 euro, > 3.000
Stadsenquête Leiden 2008
111
30. MULTICULTURELE BUURTCONTACTEN In dit hoofdstuk wordt bekeken of de behandelde groepen Leidenaren van buitenlandse afkomst een verschillend oordeel hebben over de eigen leefomgeving, de manier van samenleven van mensen van verschillende culturen en het contact dat zij met elkaar hebben.
30.1 Beoordeling eigen buurt en de manier van omgang Evenals in 2005 vindt ruim negen op de tien Leidenaren hun eigen buurt prettig om te wonen en te leven. De mensen die dit niet vinden, geven hiervoor met name als reden aan: problemen met buren, hangjongeren in de wijk en het achteruitgaan van de buurt. Op de volgende pagina wordt nader ingegaan op de tevredenheid met de leefomgeving. Tabel 30.1a: Tevredenheid met eigen buurt Ja Nee Totaal
2008 93% 7% 100%
2005 92% 8% 100%
Ruim negen op de tien Leidenaren vindt dat de mensen in de buurt op een prettige manier met elkaar omgaan. De mensen die dit niet vinden, geven als reden dat men weinig contact heeft met de buren en iedereen op zichzelf is. Tabel 30.1b: Gaan buurtbewoners op een prettige manier met elkaar om? 2008 2005 92% Ja 90% 8% Nee 10% 100% Totaal 100%
Er zijn nagenoeg geen verschillen in de beoordelingen van bovenstaande aspecten tussen de verschillende etniciteitsgroepen. In vergelijking met 2005 lijken de Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst iets positiever over de eigen buurt te denken. Tabel 30.1c: Beoordeling eigen buurt en de manier van omgang Totaal
Nederland
Turkije
Marokko
Suriname
Antillen/Aruba
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
Buurt prettig om te wonen en leven
92%
93%
91%
93%
91%
92%
86%
91%
94%
94%
96%
94%
Mensen in buurt gaan op prettige manier met elkaar om
90%
92%
90%
92%
87%
94%
88%
93%
89%
86%
93%
91%
Naast de beoordeling van de eigen buurt hebben alle bewoners dit jaar ook aangegeven wat ze positief en wat ze minder positief vinden aan de eigen leefomgeving in Leiden. Op de volgende pagina wordt gekeken of de argumenten per etniciteitsgroep verschillen.
112
Stadsenquête Leiden 2008
Positieve punten van het leven in de eigen leefomgeving Over het algemeen gebruiken Leidenaren van Nederlandse, Surinaamse en Antilliaanse afkomst vergelijkbare argumenten om hun buurt te waarderen: dat het een prettige buurt is om te wonen, het vele groen, de ligging en de sfeer in de buurt. Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst accentueren wat vaker de prettige buurt en benoemen minder vaak het groen als positief punt. Leidenaren van Marokkaanse afkomst benadrukken vaker de vriendelijkheid van de buurtbewoners. Tabel 30.1d: Positieve punten van de buurt (meerdere antw. mogelijk) Totaal 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
prettige buurt om te wonen groen (voorzieningen), parken, water ligging, centraal gelegen vriendelijke mensen/buren, sfeer, gezellig dichtbij winkels, winkelcentra mooie, nette, schone buurt/omgeving/wijk veiligheid, sociale controle, weinig overlast dichtbij voorzieningen (scholen, supermarkt, etc) ruimte/ lekker ruim in de buurt uitzicht/geen overburen/goed wonen weinig verkeer/rustig met verkeer, kan auto nog kwijt mooie woning/ruime woning, de huizen in de wijk goede bereikbaarheid/ uitvalswegen kinderrijke buurt, kindvriendelijk de buurt: alles in orde, prima, tevreden, prettig speelruimte voor kinderen, speelgelegenheden diversiteit van mensen/culturen openbaar vervoer
Nederland
33% 19% 16% 16% 8% 6% 6% 5% 5% 5% 4% 4% 3% 3% 3% 3% 2% 2%
Turkije
Marokko
++ --
++ --
Suriname
Antillen+ Aruba
++ + -
+
* plussen/minnen bij significante afwijking
Negatieve punten van het wonen in de eigen leefomgeving Weinig parkeergelegenheid, zwerfvuil en in mindere mate hangjongeren worden als mindere punten van de eigen leefomgeving het meest genoemd. Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst benadrukken minder vaak de parkeerproblemen en het zwerfvuil, maar vaker de beperkte speelmogelijkheden voor kinderen. Tabel 30.1e: Mindere punten van de buurt (meerdere antw. mogelijk) Totaal 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
weinig parkeergelegenheid (of betaald parkeren) zwerfvuil (rond afvalbakken,containers) overlast hangjongeren drukke straat, drukte geluidsoverlast (autos, vliegtuigen) asociale buren, weinig contact, samenstelling buurt beperkt winkelaanbod of andere voorz. hondenpoep, honden achterstallig onderhoud, schoonhouden wijk sociaal onveilig, vandalisme, diefstal, drugsgebruik onveilige verkeerssituaties (bijv. te hard rijden) weinig/slechte groenvoorziening, slecht onderhoud geen plek voor jongeren/kinderen/speelgelegenheid woningen/woningbouw overlast van meeuwen bestrating, bouwwerkzaamheden geen uitvalswegen, slechte bereikbaarheid geluidsoverlast (schoolgaande) kinderen
12% 11% 7% 6% 5% 4% 4% 3% 3% 3% 3% 3% 2% 2% 1% 1% 1% 1%
Nederland
Turkije
Marokko
+ -
-
Suriname
Antillen+ Aruba
-
-
-
+ +
+
++
+
+ +
+
* plussen/minnen bij significante afwijking
Stadsenquête Leiden 2008
113
30.2 Mix Leidenaren van Nederlandse en buitenlandse afkomst in de buurt Evenals in 2006 is negen op de tien Leidenaren redelijk tot goed tevreden over de mix van bewoners van Nederlandse en buitenlandse afkomst in hun buurt. De mensen die hier ontevreden over zijn, kunnen in twee groepen verdeeld worden: Zij die vinden dat er teveel buitenlanders in hun wijk wonen: te veel bij elkaar, “witte” bewoners trekken weg, we hebben er “overlast” van; Zij die vinden dat veel wijken in Leiden nog erg ‘wit’ zijn: zij ervaren geen ‘mix’ in hun buurt en zouden dit wel op prijs stellen, met name vanwege de positieve kanten van een meer multiculturele buurtgemeenschap. Zo’n buurt geeft afwisseling, contacten waar men van kan leren en kan de buurtsfeer bevorderen. Ook is gevraagd of de Leidenaren vinden dat de bewoners van verschillende afkomst goed met elkaar omgaan. Van alle Leidenaren vindt 5% dat dit in hun buurt niet zo is, 60% vindt van wel en 35% kan hierover geen mening omdat er nauwelijks bewoners van buitenlandse afkomst in hun buurt wonen. Tabel 30.2 laat zien dat er weinig verschillen zijn, zowel met 2005 als tussen de onderscheiden etniciteitsgroepen onderling. Tabel 30.2: Twee stellingen over mix Leidenaren van Nederlandse en buitenlandse afkomst in de buurt Totaal Perc. matig tot ontevreden over mix van bewoners Perc. dat vindt dat mensen van versch. afkomst niet goed met elkaar omgaan
114
Nederland
Turkije
Marokko
Suriname
Antillen/Aruba
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
10%
11%
11%
12%
14%
10%
10%
12%
12%
15%
10%
9%
9%
5%
9%
6%
11%
6%
10%
3%
13%
12%
10%
7%
Stadsenquête Leiden 2008
30.3 Belang en hoeveelheid buurtcontacten Acht op de tien Leidenaren vindt het belangrijk dat buurtgenoten praatjes met elkaar maken. Het belang dat gehecht wordt aan sociale contacten geldt voor alle bevolkingsgroepen. Van de Marokkanen geeft zelfs vrijwel iedereen aan dit belangrijk te vinden. De meeste Leidenaren hebben ook daadwerkelijk regelmatig contact met buurtgenoten: een kwart met 2-4 buurtgenoten en zeven op de tien met 5 of meer buurtgenoten. Tabel 30.3a laat zien dat alle bevolkingsgroepen vaker aangeven met vijf of meer mensen een praatje te maken. Tabel 30.3a: Hoeveelheid contacten met buurgenoten Totaal ‘08 ‘05 Niet of nauwelijks Met 2-4 buurtgenoten Met 5 of meer buurtgenoten
Nederland ‘08 ‘05
Turkije ‘08 ‘05
Marokko ‘08 ‘05
Suriname ‘08 ‘05
Antillen/Aruba ‘08 ‘05
7%
6%
7%
5%
12%
7%
7%
6%
9%
7%
13%
7%
33%
24%
32%
23%
43%
35%
35%
28%
37%
31%
44%
29%
61%
70%
62%
72%
46%
58%
58%
66%
54%
62%
46%
64%
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Het percentage Leidenaren dat vindt dat men onvoldoende contact heeft met de buurtgenoten is gedaald van 13% in 2005 tot 9% in 2008.Voor het onvoldoende contact met buurtgenoten liggen met name persoonlijke motieven ten grondslag, zoals tijdgebrek door te drukke werkzaamheden. Tabel 30.3b: Voldoende contact met buurtgenoten? 2005 Voldoende 87% Onvoldoende 13% Totaal 100%
2008 91% 9% 100%
Drie op de tien Leidenaren heeft ideeën om het buurtgevoel te versterken. Het vaakst denkt men hierbij aan het organiseren van buurtfeesten. Tabel 30.3c: Ideeën om buurtgevoel te versterken 1. buurtfeest
123x
2. elkaar gedag zeggen, praatje maken, elkaar aanspreken
34x
3. buurthuis/ontmoetingscentrum duidelijke functie geven/belangrijk maken/leuk aankleden
20x
4. Activiteiten organiseren, kinderspeeldag, iets met speeltuin
15x
5. uitje met buurgenoten En verder: helpen met de tuinen, schoonmaakactie, taalbeheersing, beter verkeer, ontmoetingsplekken, huiskamer voor ouderen, contactavond organiseren, buurtcafe, sociale controle, uitje met buurtgenoten
12x
Stadsenquête Leiden 2008
14x
115
30.4 Multiculturele contacten in de eigen buurt Omdat de verschillende etnische groepen duidelijk in de minderheid zijn, hebben deze groepen logischerwijs relatief meer contacten met buurtgenoten van andere afkomst dan de autochtone Leidenaren. Van alle autochtone Leidenaren zegt bijna zes op de tien nagenoeg geen contacten te hebben met buurtbewoners van een andere etnische afkomst. Tabel 30.4a: % Contacten met buurtgenoten van een andere afkomst Totaal
Nederland
Turkije/ Marokko ‘08 ‘05
Suriname/ Antillen ‘08 ‘05
‘05
‘08
‘05
‘08
Nagenoeg niet (< 10% vd contacten)
53%
59%
58%
66%
19%
19%
31%
32%
Geregeld (ca. 25% vd contacten)
27%
28%
25%
28%
39%
21%
41%
23%
Meer dan de helft
19%
13%
17%
7%
44%
60%
28%
45%
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Naast de buren zijn het werk, de winkel, school, sporten en de eigen vrienden-/ kennissenkring plaatsen waar men mensen met een andere etnische afkomst ontmoet. Tabel 30.4b: Andere plaatsen dan buren waar men mensen met andere etnische afkomst ontmoet 2008 2005 46% 1. Op werk 55% 18% 2. In de winkel 23% 16% 3. Vrienden-/kennissenkring 21% 13% 4. Tijdens sporten 17% 11% 5. Op school 14% 4% 6. Bij het uitgaan 3% 2% 7. In andere wijk 3% 2% 8. Bij vrijwilligerswerk 2% 9. Via kinderen 2% 2% Ontmoet verder geen mensen met andere etnische achtergrond
16%
22%
Acht op de tien Leidenaren vindt dat ze voldoende contact hebben met mensen van een andere afkomst. Veel Leidenaren, in gelijke mate van alle afkomsten, heeft ideeën over hoe het samenleven van burgers van meerdere culturen in hun buurt of stad (verder) verbeterd kan worden: Tabel 30.4c: Ideeën om samenleven van burgers uit meerdere culturen te verbeteren 1. Organiseren activiteiten (bv: evenement, festival, internat. vrouwendag, bazaar, open moskeedag sportfestijn)
48x
2. Stimuleren buurtfeesten, straatfeest
32x
3. Zorgen dat mensen meer contact met elkaar zoeken en praatje maken
24x
4. Culturele uitwisseling/culturele middag (multiculturele activiteiten, dansen, eten)
20x
5. Zorgen voor betere mix/spreiding (door goedkope en duurdere woningen te mixen)
17x
6. Campagne voor meer respect voor elkaar
14x
7. Meer aandacht voor taalcursus/inburgering
13x
8. Nadruk op buurtvereniging (bijeenkomst, ontmoetingsplaats, infoavond)
10x
9. Onderwijs/voorlichting
5x
10. Dingen doen rond samen eten (samen koken, maaltijd organiseren, kookles)
4x
116
Stadsenquête Leiden 2008
31. TAAL, RELIGIE EN NORMEN EN WAARDEN De mate waarin Leidenaren van buitenlandse afkomst zijn geïntegreerd in Nederland is mede afhankelijk van de mate waarin Nederlands wordt gesproken, het geloof en normen en waarden. De eerste paragraaf geeft een beeld van de taal die thuis en buitenshuis gesproken wordt en in hoeverre men zich Nederlander voelt. Paragraaf 31.2 geeft inzicht in het aandeel Leidenaren dat zichzelf rekent tot een geloofsovertuiging en in hoeverre het geloof actief of passief wordt beleden. In de derde en vierde paragraaf wordt ingegaan op wat mensen als belangrijkste normen en waarden zien. Voor drie normen en waarden wordt gekeken hoe belangrijk deze worden gevonden en hoe Leiden hierop wordt beoordeeld. Tot slot wordt in de laatste paragraaf voor een vijftal normen en waarden gekeken in hoeverre hier door mensen met verschillende achtergronden anders over wordt gedacht.
31.1 Taal die thuis en buitenshuis gesproken wordt en het zich Nederlander voelen Taal die wordt gesproken Aan de Leidenaren van buitenlandse afkomst is gevraagd welke taal ze meestal thuis en buitenshuis spreken. Logischerwijs spreekt men thuis relatief vaker (ook) de moedertaal dan buitenshuis. Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst spreken thuis het vaakst alleen de eigen moedertaal, Leidenaren van Surinaamse afkomst spreken thuis het vaakst alleen Nederlands. De gesproken taal hangt deels samen met het feit of de hoofdbewoners in het huis eerste of tweede generatie buitenlander zijn (zelf wel of niet in Nederland geboren). Leidenaren van buitenlandse afkomst die zelf in Nederland zijn geboren, spreken buitenshuis vrijwel alleen maar Nederlands. Wel spreken ze thuis (vaak nog inwonend bij hun ouders) nog (deels) de moedertaal van hun ouders. Tabel 31.1a: Taal die meestal thuis en buitenshuis wordt gesproken (in % van 4 etniciteitsgroepen) Turkije Marokko Suriname Antillen en Aruba ‘08 ‘08 ‘08 ‘08 ‘05 ‘05 ‘05 ‘05 Thuis 22% 18% 84% 73% Nederlands 22% 14% 88% 64% 42% 32% 5% 8% Moedertaal 39% 40% 5% 16% 37% 50% 11% 19% Beide talen evenveel 39% 46% 7% 20% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Buitenshuis Nederlands Moedertaal Beide talen evenveel Totaal
68% 13% 19% 100%
55% 15% 30% 100%
74% 6% 20% 100%
73% 5% 23% 100%
97% 0% 3% 100%
96% 0% 4% 100%
87% 5% 8% 100%
86% 2% 12% 100%
Aan de Leidenaren die thuis of buitenshuis (mede) een andere taal spreken is gevraagd welke taal dit is. Onderstaand een overzicht van de meest gesproken andere talen naar etniciteit: Turkije: Marokko: Suriname: Antillen en Aruba:
Veelal Turks Veelal Arabisch, in mindere mate Berbers Met name Hindoestaans, enkelen Surinaams, Chinees, Papiaments Met name Papiaments, ook Engels en beetje Frans en Spaans
Stadsenquête Leiden 2008
117
Zich Nederlander of buitenlander voelen Van de Leidenaren van buitenlandse afkomst, geven Surinamers en Antillianen het vaakst aan dat ze zich meer Nederlander dan buitenlander voelen. Hoe langer mensen in Nederland wonen, des te meer ze zich Nederlander voelen. Vergeleken met drie jaar geleden valt op dat Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst zich minder vaak Nederlander voelen. Tabel 31.1b: Voelt u zich Nederlander of Buitenlander (in % van 4 etniciteitsgroepen) Turkije Marokko Suriname Antillen en Aruba ‘08 ‘08 ‘08 ‘08 ‘05 ‘05 ‘05 ‘05 13% 8% 55% 49% Nederlander 24% 28% 56% 42% 29% 58% 35% 40% Beide evenveel 41% 45% 35% 34% 57% 34% 10% 11% Buitenlander 36% 27% 9% 24% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
31.2 Geloofsovertuiging Evenals in 2005 rekent ongeveer eenderde van alle Leidenaren zich tot een geloofsovertuiging. Voor Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst ligt dit percentage met ongeveer negen op de tien het hoogst. Voor Leidenaren van Nederlandse, Surinaamse en Antilliaanse afkomst is het Christendom het belangrijkste geloof, voor Leidenaren van Turkse en Marokkaanse is dit de Islam. Leidenaren van Surinaamse afkomst noemen in mindere mate ook het Hindoeïsme. Tabel 31.2a: Geloofsovertuiging (in % alle Leidenaren) Totaal
Nederland
Turkije
Marokko
Suriname
Antillen/Aruba
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
Rekent zich niet tot een geloofsovertuiging
67%
68%
72%
73%
11%
14%
9%
8%
48%
45%
48%
52%
Ja, Christendom
24%
25%
24%
25%
*
1%
1%
1%
33%
31%
49%
45%
Ja, Islam
6%
5%
1%
1%
89%
85%
90%
91%
3%
4%
1%
1%
Ja, Hindoeïsme
1%
0,5%
*
*
*
*
*
*
15%
18%
*
*
Ja, Anders (boedh., Joods, Jehova, etc)
3%
2%
2%
1%
*
*
*
*
1%
2%
1%
2%
Totaal
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
* <1%
Bezoek kerk, moskee of tempel Van alle Leidenaren bezoekt 14% regelmatig of frequent een kerk, moskee of tempel, nog eens 10% doet dit incidenteel. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met 2005. Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst gaan beduidend vaker naar een gebedshuis dan de andere etnische groepen. Tabel 31.2b: Bezoek kerk/moskee/tempel (in % alle Leidenaren) Totaal
Nederland
Turkije
‘08
Rekent zich niet tot een geloofsovertuiging
67%
68%
72%
73%
11%
14%
9%
8%
48%
45%
48%
52%
Ja, maar ga niet naar kerk/moskee/tempel
11%
7%
9%
6%
35%
20%
38%
29%
20%
21%
20%
10%
Ja, incidenteel (minder dan maandelijks)
8%
10%
7%
9%
23%
25%
14%
29%
16%
13%
14%
19%
Ja, regelmatig (1-3x per maand)
7%
6%
8%
6%
15%
16%
19%
10%
4%
10%
11%
9%
Ja, frequent (wekelijks of vaker)
6%
8%
5%
6%
16%
26%
21%
24%
13%
10%
7%
9%
Totaal
118
‘05
‘08
Antillen/Aruba
‘05
‘05
‘08
Suriname
‘08
‘05
‘08
Marokko
‘05
‘05
‘08
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Stadsenquête Leiden 2008
Van alle mensen die wel eens naar een kerk, moskee of tempel gaan is drie op de tien daar vrijwilliger. Dit percentage is vergelijkbaar met 2005. Van de autochtonen en Leidenaren van Surinaamse afkomst is circa eenderde vrijwilliger, van de Turkse en Marokkaanse Leidenaren gemiddeld 16% en van de Antillianen 10%. Het vrijwilligerswerk omvat een grote diversiteit aan taken, zoals: het zijn van imam, lid van kerkraad of een kerkcommissie, het helpen van leden van de gemeenschap (bv. ouderen), het zingen in een koor, het schoonhouden van zalen, het helpen bij activiteiten, het oppassen op kinderen en het koffiezetten na de dienst.
31.3 Belangrijkste normen en waarden Er wordt de laatste tijd veel gepraat over normen en waarden. Aan de Leidenaren is gevraagd wat zij nu de belangrijkste normen en waarden vinden. Er worden vele “vergelijkbare” termen genoemd die vaak eenzelfde gevoel aangeven. Iedereen zegt het echter op zijn eigen manier. Onderstaande tabel geeft de dit jaar meest genoemde antwoorden, die qua intentie weinig verschillen van 2005. Er zijn ook weinig verschillen tussen de verschillende etnische groepen. Tabel 31.3: Belangrijkste normen en waarden 1. Respect (hebben voor elkaar)/voor iedereen 2. Beleefd/vriendelijk/aardig 3. Tolerantie 4. Buurt schoon/netjes houden 5. Mensen in hun waarde laten (empathie) 6. Luisteren/praten/beter contact/omgang 7. Aan de regels houden 8. Verdraagzaamheid 9. Eerlijkheid 10. Elkaar helpen, behulpzaam 11. Begrip voor religies/culturen 12. Rekening houden met 13. (Sociaal) gedrag 14. Openstaan/openheid/interesse/oog hebben voor 15. Niet stelen van elkaar, respect voor elkaars bezittingen 16. Respect voor de omgeving 17. Goed met elkaar omgaan 18. Algemeen bekende normen en waarden 19. (Eigen) verantwoordelijkheid 20. Acceptatie van iedereen
48% 14% 7% 6% 6% 5% 5% 4% 4% 4% 4% 3% 3% 3% 3% 3% 3% 2% 2% 2%
En verder: elkaar de ruimte geven, geen agressie, respect voor ouderen, samengevoel, vertrouwen, in waarde laten, beheersen eigen taal, mensen behandelen zoals je zelf behandeld wil worden. leven en laten leven/ mensen eigen leven laten leiden, vrijheid van meningsuitingen, geen vooroordelen/discriminatie, veiligheid, (vrede) vrijheid, behoud eigen cultuur religie, conflicten op een nette manier uitpraten, goed burgerschap, gelijke behandeling voor iedereen
Stadsenquête Leiden 2008
119
31.4 Respect voor geloof, aanpassen aan elkaar en behoud eigen cultuur Vervolgens is gevraagd voor drie normen en waarden aan te geven of ze deze belangrijk vinden en hoe ze de huidige situatie in Leiden hierop beoordelen. Respect voor ieders geloof, levensstijl en overtuiging vindt vrijwel iedereen (heel) belangrijk. Zeven op de tien Leidenaren vindt het (heel) belangrijk dat buurtbewoners zich aanpassen aan medebewoners en tweederde van de Leidenaren vindt het (heel) belangrijk dat iedereen de vrijheid heeft om de eigen cultuur, opvoeding en geloof te behouden. Leidenaren met een religie en Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst vinden deze normen en waarden relatief (nog iets) belangrijker dan de overige etniciteitsgroepen. Tabel 31.4a: Perc. Leidenaren die normen en waarden (erg) belangrijk vinden naar bevolkingsgroep Totaal Respect voor ieders geloof, levensstijl en overtuiging Dat buurtbewoners zich aanpassen aan medebewoners Behoud van de eigen cultuur, opvoeding en geloof Gemiddeld
‘05 97% 75% 60% 77%
‘08 96% 71% 68% 78%
Nederland ‘05 97% 75% 59% 77%
‘08 96% 70% 67% 78%
Turkije ‘05 96% 74% 68% 79%
‘08 100% 74% 90% 88%
Marokko ‘05 100% 79% 88% 89%
‘08 99% 76% 96% 90%
Suriname ‘05 97% 74% 59% 77%
‘08 96% 75% 67% 79%
Antillen en Aruba ‘08 ‘05 96% 100% 74% 80% 58% 67% 76% 82%
Leidenaren die als religie de Islam hebben, vinden vrijwel allemaal dat het kunnen behouden van de eigen cultuur, opvoeding en geloof (erg belangrijk) is. Tabel 31.4b: Perc. Leidenaren die normen en waarden (erg) belangrijk vinden naar religie Totaal Christelijk Islam ‘08 ‘08 ‘08 ‘05 ‘05 ‘05 Respect voor ieders geloof, levensstijl en overtuiging 97% 96% 98% 98% 99% 99% Dat buurtbewoners zich aanpassen aan medebewoners 75% 71% 71% 77% 77% 78% Behoud van de eigen cultuur, opvoeding en geloof 60% 68% 63% 79% 80% 95% Gemiddeld 77% 78% 77% 85% 85% 91%
Geen religie ‘08 ‘05 96% 96% 74% 68% 57% 64% 76%
76%
Als vervolgens gevraagd wordt naar de beoordeling van deze normen en waarden in Leiden, dan scoren alle drie aspecten wat hoger in vergelijking met 2005, dit geldt voor alle vijf de onderscheiden bevolkingsgroepen. Tabel 31.4c: Beoordeling normen en waarden in huidige situatie naar bevolkingsgroep Totaal Respect voor ieders geloof, levensstijl en overtuiging Dat buurtbewoners zich aanpassen aan medebewoners Behoud van de eigen cultuur, opvoeding en geloof Gemiddeld
‘05 6,8 6,6 6,7 6,7
‘08 7,0 6,7 6,9 6,9
Nederland ‘05 6,7 6,6 6,6 6,6
‘08 6,9 6,7 6,8 6,8
Turkije ‘05 6,8 6,3 6,9 6,7
‘08 7,4 6,5 7,1 7,0
Marokko ‘05 7,4 6,8 7,3 7,2
‘08 7,4 6,9 7,4 7,2
Suriname ‘05 6,8 6,5 6,8 6,7
‘08 7,1 6,8 6,7 6,9
Antillen en Aruba ‘08 ‘05 6,9 7,1 6,7 6,7 6,9 7,2 6,8 7,0
Evenals in 2005 valt op dat Leidenaren met een Islam religie de huidige situatie van respect voor en behoud van het eigen geloof nog wat hoger beoordelen dan de overige Leidenaren. Tabel 31.4d: Beoordeling normen en waarden in huidige situatie naar religie Totaal Christelijk ‘08 ‘08 ‘05 ‘05 Respect voor ieders geloof, levensstijl en overtuiging 7,0 7,0 6,8 6,8 Dat buurtbewoners zich aanpassen aan medebewoners 6,6 6,7 6,8 6,6 Behoud van de eigen cultuur, opvoeding en geloof 6,7 6,9 6,7 6,9 Gemiddeld 6,9 6,9 6,7 6,7
120
Islam ‘08 ‘05 7,5 7,2 6,7 6,6 6,7 7,3 7,2 6,8
Geen religie ‘08 ‘05 7,0 6,7 6,7 6,6 6,6 6,9 6,9 6,6
Stadsenquête Leiden 2008
31.5 Vijf stellingen over verschillen man/vrouw en homoseksualiteit Normen en waarden worden deels gevormd door iemands culturele achtergrond. Om dit meer te concretiseren zijn de respondenten vijf stellingen voorgelegd. Nagenoeg alle Leidenaren vinden dat jongens en meisjes dezelfde kansen moeten krijgen om door te leren en geen van de bevolkingsgroepen lijkt er bezwaar tegen te hebben dat getrouwde vrouwen werken. Leidenaren van Nederlandse, Surinaamse en Antilliaanse afkomst hebben nauwelijks moeite met het zelfstandig wonen van ongehuwde meisjes of met homoseksuele leraren. Voor Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst ligt dit iets anders. Zo heeft ruim drie op de tien moeite met ongehuwde meisjes die zelfstandig wonen, heeft ruim een kwart moeite met homoseksuele leraren. Homoseksualiteit van het eigen kind is voor met name Marokkaanse maar ook Turkse ouders nog moeilijk te accepteren. Het lijkt erop dat Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst minder tolerant zijn geworden in vergelijking met 2005. Uitzondering hierop is het feit dat Leidenaren van Marokkaanse afkomst vergeleken met 2005 minder problemen hebben met getrouwde vrouwen die werken. Tabel 31.5a: Vijf stellingen (% (helemaal) eens) Totaal ‘05 -
‘08
Nederland ‘05
‘08
Turkije
Marokko
‘08
‘05
Suriname
‘08
‘05
‘05
‘08
Antillen en Aruba ‘05
‘08
Jongens en meisjes moeten zelfde kansen krijgen 100% 100% 100% 100% 98% 100% 99% 100% 100% 100% 100% 100% om door te leren Zelfstandig wonen ongehuwde meisjes is 7% 8% 5% 5% 27% 30% 25% 36% 7% 10% 3% 4% ongewenst Getrouwde vrouwen moeten voor gezin zorgen ipv 6% 9% 6% 9% 8% 6% 21% 7% 6% 5% 7% 3% te werken
-
Homoseksuele leraar maakt niet uit
93% 91% 94% 92% 82% 72% 86% 79% 90% 92% 93% 97%
-
Maakt niet uit of kind homoseksueel is
86% 87% 90% 91% 52% 35% 32% 24% 83% 79% 85% 95%
Tabel 31.5b laat zien dat bij de beoordeling van de vijf stellingen religie een belangrijke rol speelt. Moslims hebben relatief meer moeite met vrouwen die ongehuwd zelfstandig wonen en homoseksualiteit van leraren of hun eigen kind dan andere Leidenaren en de verschillen lijken in de afgelopen drie jaar iets vergroot. Tabel 31.5b: Vijf stellingen (% (helemaal) eens) Totaal ‘05 -
‘08
Christelijk ‘05
‘08
Islam ‘05
‘08
Geen religie ‘05
‘08
Jongens en meisjes moeten zelfde kansen krijgen 100% 100% 100% 100% 99% 100% 100% 100% om door te leren Zelfstandig wonen ongehuwde meisjes is 8% 12% 7% 25% 36% 4% 6% 7% ongewenst Getrouwde vrouwen moeten voor gezin zorgen 9% 8% 17% 6% 4% 6% 6% 9% ipv te werken
-
Homoseksuele leraar maakt niet uit
93%
91%
92%
92%
78%
70%
97%
94%
-
Maakt niet uit of kind homoseksueel is
86%
87%
85%
86%
35%
25%
91%
91%
Stadsenquête Leiden 2008
121
32. SCHOOLKEUZE EN TOEKOMSTVERWACHTING KINDEREN In dit hoofdstuk wordt gekeken naar het beslissingsproces dat vooraf gaat aan de keuze voor een basisschool. Deze vragen zijn daarom alleen gesteld aan Leidenaren met jonge kinderen (0-13 jaar). Leidenaren van buitenlandse afkomst hebben relatief vaker kinderen, mede doordat meer van hen in de leeftijd van 25 tot 40 jaar zijn. Vanwege het beperktere aantal respondenten zijn de resultaten naar bevolkingsgroep wat indicatiever. Onder ouders met kinderen op de basisschool is vervolgens gekeken in hoeverre de ouders zich zelf actief voor de school inzetten door vrijwilligerswerk te doen of ouderbijeenkomsten te bezoeken. Tot slot zijn aan alle respondenten drie stellingen voorgelegd die een beeld geven over de toekomstverwachtingen betreffende de volgende generatie.
32.1 Keuze basisschool Ouders wegen bij de schoolkeuze vaak diverse aspecten af. Aan mensen met jonge kinderen is gevraagd wat voor hen belangrijke aspecten zijn bij de keuze voor een basisschool. Voor alle onderscheiden etnische groepen geldt dat de kwaliteit van het onderwijs voorop staat. Andere belangrijke aspecten zijn: hoe ver de school van huis is, de sfeer op school, de geloofsovertuiging van de school en het percentage allochtone leerlingen. Evenals in 2005 blijkt er slechts beperkt onderscheid te zijn in de argumenten tussen de verschillende etnische groepen. Het separaat geleverde tabellenboek geeft een overzicht. Tabel 32.1: Belangrijke aspecten bij keuze basisschool (in % ouders met kinderen van 0-13 jaar) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
2005 59% 31% 14% 33% 31% * 13% * 7% * * *
kwaliteit v/h onderwijs school dichtbij huis sfeer op school/thuisvoelen geloofsovertuiging/ grondslag school % allochtone leerlingen/gemengde school uitslagen toetsen/goed aangeschreven individuele aandacht kinderen/ prettige docenten vriend(innet)jes naar zelfde school respect/normen en waarden veel aan beweging, ruimte rond school veilige school, geen geweld, geen pesten schoolmethode, bv. Jena, Montessori
2008 66% 49% 18% 16% 16% 10% 8% 5% 5% 3% 2% 2%
En verder: dat er aan kunst, cultuur en muziek wordt gedaan, grootte school/kleine klassen, prettige omgang met andere leerlingen, dat er naschoolse opvang is, veilige route/ veiligheid, rustige school/beschermd, tijden aansluiten op mijn werk,naar kind luisteren, wat kind wil, de buurt, dat kinderen kind kunnen zijn en medeparticipatie ouders * niet uitgesplitst in 2005
122
Stadsenquête Leiden 2008
32.2 Ouderavonden en vrijwilligerswerk op school Van alle ouders met kinderen op de basisschool geeft tweederde aan het afgelopen schooljaar actief te zijn geweest als vrijwilliger of hulpouder op school. Ouders van Nederlands afkomst zijn relatief veel vaker actief als vrijwilliger in vergelijking met ouders van buitenlandse bevolkingsgroepen. Evenals in 2005 heeft negen op de tien ouders wel eens een ouderbijeenkomst bezocht. Tabel 32.2: Perc. ouders dat actief is op school (in % ouders met kinderen op basisschool, uitsplitsing bev.groep indicatief) Totaal % ouders dat actief is op school als vrijwilliger % ouders dat wel eens ouderbijeenkomst heeft bezocht
Nederland
Turkije
Marokko
Suriname
Antillen/Aruba
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
64%
66%
68%
72%
33%
30%
50%
48%
53%
50%
52%
44%
89%
90%
89%
94%
74%
92%
87%
94%
92%
87%
90%
94%
32.3 Stellingen over toekomst kinderen De toekomst van Leiden wordt gemaakt door de kinderen van nu. Een andere manier om tegen de toekomst aan te kijken is dan ook door te kijken wat de mensen aan doelstellingen voor hun kinderen hebben. Ouders hebben hierbij bepaalde wensen of verwachtingen voor hun kinderen. Deze verschillen per persoon, maar zijn deels cultuurafhankelijk. Om de culturele verschillen tussen de onderscheiden etnische groepen te duiden zijn aan de Leidenaren drie stellingen voorgelegd over wat zij voor hun kinderen wensen of verwachten. Gemiddeld vindt bijna vier op de tien Leidenaren dat hun kinderen het verder moeten schoppen dan zijzelf, 18% vindt het hebben van een eigen bedrijf een ideale situatie voor hun kinderen en 10% vindt hun kinderen pas geslaagd als ze een gezin stichten. Alle drie stellingen worden iets meer ondersteund in vergelijking met drie jaar geleden. Voor alle drie de stellingen geldt dat Leidenaren van Marokkaanse en Turkse afkomst dit het meest belangrijk vinden. Daarnaast valt op dat de lager opgeleiden en lagere inkomensgroepen het vaker eens zijn met de stellingen en hoger opgeleiden/ hogere inkomensgroepen beduidend minder vaak. Tabel 32.3: Drie stellingen, percentage (helemaal) eens (in % alle Leidenaren) Totaal Mijn kinderen moeten het in de maatschappij verder schoppen dan ik Een eigen bedrijf beginnen zie ik als het ideaal voor mijn kinderen Mijn kinderen zijn voor mij pas geslaagd als ze een gezin stichten
Stadsenquête Leiden 2008
Nederland
Turkije
Marokko
Suriname
Antillen/Aruba
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
‘05
‘08
32%
38%
27%
34%
83%
78%
83%
88%
53%
54%
48%
52%
13%
18%
10%
16%
52%
51%
66%
58%
21%
31%
30%
26%
8%
10%
4%
7%
21%
42%
55%
47%
15%
18%
8%
8%
123
33.
DE STERKE PUNTEN VAN LEIDEN EN DE TAAK VOOR DE TOEKOMST
In dit hoofdstuk wordt gekeken wat de Leidenaren zelf als de sterke kanten van hun stad zien en wat, volgens hen, de belangrijkste taak is voor de gemeente voor de komende 15 jaar.
33.1 Sterke punten Leiden Als gevraagd wordt naar de sterke punten die Leiden in 2020 zeker moet hebben behouden, dan denken de Leidenaren hierbij met name aan de cultuurhistorie van Leiden, met z’n historische binnenstad en rijke geschiedenis, op afstand gevolgd door het de binnenstad, de musea/theaters, de universiteit en de hoeveelheid groen/parken. Er zijn geen opvallende verschillen met 2005. De universiteit wordt wat vaker benadrukt en het groen iets minder vaak. Er zijn enkele verschillen tussen de bevolkingsgroepen. Leidenaren van Turkse en Marokkaanse afkomst benadrukken minder vaak het historische aspect van Leiden en de musea en schouwburgen, daarentegen vaker de rust, veiligheid en netheid van de eigen buurt. Onderstaande tabel geeft een overzicht, met enige kenmerkende begrippen. Tabel 33.1: Top 24 van sterke punten die Leiden in 2020 zeker moet behouden 2008 2005 Nederland
Turkije
Marokko
1. oude, historische gebouwen/ oude karakter
34%
40%
2. binnenstad/ centrum
13%
16%
3. musea/ schouwburgen
11%
12%
4. universiteit/ studentenstad
6%
11%
5. groenvoorzieningen/ parken
17%
10%
6. sfeer/ gezelligheid/ omgang met elkaar
11%
9%
7. multicultureel/ vluchtelingenstad
5%
7%
8. kleinschaligheid/ ruimte
3%
7%
9. (culturele) activiteiten/ feesten
2%
4%
10. grachten
4%
4%
11. alles zo laten
2%
3%
+
12. 3-oktober feesten
2%
3%
+
*
2%
14. horeca
*
2%
15. openbaar vervoer
*
2%
16. Rustige en veilige wijken
*
2%
17. wijken/ buurten/ woningen
*
2%
18. bereikbaarheid/ toegankelijkheid
*
2%
19. schoonheid/ netheid
*
2%
20. veiligheid
*
1%
21. winkels
*
1%
22. (hoge) scholen
*
1%
23. autoloosheid
*
1%
24. diversiteit
*
1%
13. voorzieningen; sport/ buurth./ bibliotheek etc.
---
Suriname
--
-
--
-
Antillen+ Aruba -
--
+
++
++
+
+
+
* plussen/minnen bij significante afwijking
124
Stadsenquête Leiden 2008
33.2 Belangrijk in de komende 15 jaar voor Leiden Als gevraagd wordt wat Leidenaren zien als de belangrijkste taak voor de gemeente voor de komende 15 jaar, wordt dit jaar wat vaker de bereikbaarheid van de binnenstad en het behoud van de historische uitstraling genoemd. Overigens kunnen zulke spontane vragen ook een beetje beïnvloed worden door actueel nieuws in de lokale media. Tussen de bevolkingsgroepen zijn verschillende nuanceverschillen. Onderstaande tabel geeft een overzicht. Tabel 33.2: Belangrijkste taak voor gemeente in de komende 15 jaar voor Leiden 2008 2005
Nederland
Turkije
Marokko
Suriname
-
-
Antillen + Aruba
1. bereikbaarheid (binnenstad)
7%
14%
2. behoud binnenstad/ historisch uitstraling
6%
11%
-
3. groenvoorzieningen (behoud/ uitbreiden)
9%
7%
-
4. sfeer/ gezelligheid/ kleinschaligheid/ knusheid
4%
6%
5. parkeren (beleid/ gelegenheid)
6%
5%
6. verkeer (veiligheid/ drempels/ fietsers)
4%
5%
7. openbaar vervoer (in binnenstad)
2%
5%
8. schoonheid/ netheid (hondenpoep)
8%
5%
9. omgang met elkaar/ respect/ leefbaarheid
7%
4%
10. veiligheid/ toezicht/ criminaliteit
4%
4%
11. ruimte/ niet volbouwen/niet groter/ geen hoogbouw
6%
4%
*
4%
13. cultuur
*
3%
14. geen Rijn en Gouwe Lijn
*
3%
6%
3%
16. aandacht onderwijs/studentenstad/ universiteit
3%
3%
17. betaalbare woningen (studenten/ alleenst./ ouderen)
2%
3%
*
2%
19. horeca (uitgaansgelegenheden/ openingstijden)
2%
2%
20. multicultureel/ spreiding/ omgang met elkaar
2%
2%
21. luisteren naar de burger
2%
2%
22. werkgelegenheid
3%
1%
23. genoeg woningaanbod
3%
1%
24. rustig wonen en leven/ woonomgeving
*
1%
+
25. meer voor de jeugd/ kinderen
*
1%
+
12. voorzieningen/ faciliteiten
15. renovatie woningen/wijken opknappen stad
18. winkelaanbod (uitbreiden)
-
-
-
-
+
-
+
+
+ + + +
+
+
+
* plussen/minnen bij significante afwijking
Als Leidenaren gevraagd wordt wat ze als de belangrijkste taak zien voor de gemeente voor de komende 15 jaar, denkt men met name aan uitgaansgelegenheden, meer aandacht voor culturele activiteiten/evenementen/popmuziek/muziek, kunst en cultuur en sportmogelijkheden.
Stadsenquête Leiden 2008
125
34.
ONDERZOEKSVERANTWOORDING
In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksopzet en de verantwoording van de uitvoering besproken.
34.1 Vaststellen vragenlijst Nadat de deelnemende diensten/afdelingen onderwerpen hebben aangedragen, heeft het onderzoeksbureau WBK Marktonderzoek ruim 300 vragen samengesteld. De vragen zijn onderverdeeld in a) trend- en beoordelingsvragen, die inzicht geven in het effect van het gemeentelijke beleid en de beoordeling van de dienstverlening, b) beleidsvragen met veelal een eenmalig karakter en c) vragen waarbij inzicht wordt gewenst tussen verschillende bevolkingsgroepen. Bij het maken van de vragenlijsten is rekening gehouden met het feit dat deze zeker niet te lang mogen zijn, om irritatie bij de respondent te voorkomen. Daarom zijn de vragen gesplitst over zes vragenlijsten, die ter aanvulling en goedkeuring zijn voorgelegd aan de betreffende opdrachtgevers. Vervolgens is in samenspraak met de betrokkenen de definitieve vragenlijst vastgesteld.
34.2 Methodologie Voor de Stadsenquête is gekozen voor telefonisch onderzoek. De voordelen van telefonisch boven schriftelijk en internetonderzoek zijn een hogere en meer representatieve respons en lagere kosten. Nadeel is echter dat mensen met een geheim nummer op deze wijze niet worden benaderd. Bij de keuze voor telefonisch onderzoek hebben de volgende argumenten de doorslag gegeven: - De respons bij schriftelijk onderzoek is lager dan telefonisch onderzoek; - Schriftelijk onderzoek levert een scheve responsverdeling op omdat met name hoger opgeleiden meedoen. Bij telefonisch onderzoek speelt dit aanzienlijk minder; - Een deel van de vragen heeft betrekking op deelgroepen, die zorgen dat een schriftelijke vragenlijst in omvang veel pagina’s zou omvatten. Dit werkt veelal “drempelverhogend” en dus “responsverlagend”. Dit terwijl voor veel mensen een deel van de vragen niet van toepassing is en overgeslagen zou kunnen worden; - Internetonderzoek kent zowel een relatief lage respons als een meer selectieve respons van mensen die vaker gebruik maken van en handiger zijn met internet. Dit zijn veelal jongeren en hoger opgeleiden; - Bij telefonisch onderzoek kan uitleg worden gegeven bij vragen van de respondent.
34.3 Steekproeftrekking De doelstelling is per soort vraag verschillend. Er wordt onderscheid gemaakt tussen: - Trend- en beoordelingsvragen. Deze zijn aan circa 1.200 inwoners van Leiden van 18 jaar en ouder voorgelegd. Hiervoor is gekozen om resultaten uit te kunnen splitsen naar de belangrijkste districten en andere doelgroepen; - Beleidsvragen: hierbij konden de diensten kiezen tussen 1.200 of 600 inwoners, afhankelijk van of uitspraken op districtsniveau gewenst zijn of dat een betrouwbaar beeld voor geheel Leiden voldoende is (zie paragraaf 34.6 voor de betrouwbaarheidsmarges). Vanwege het grote aantal onderwerpen zijn de vragen verdeeld over meerdere deelenquêtes. Vooraf is gerekend met 3.600 vraaggesprekken om alle vragen te kunnen stellen, met als randvoorwaarde dat een gesprek zeker niet langer mag duren dan 15 minuten. Hiervoor is een steekproef getrokken op persoonsniveau uit het bevolkingsbestand van de gemeente Leiden. Dit bestand is door KPN verrijkt met telefoonnummers met vaste en (bekende) mobiele aansluitingen. Van 48% van alle geselecteerde Leidse adressen is het telefoonnummer bij de persoon gevonden. De mensen in de steekproef hebben allen voorafgaand aan de telefonische enquête een brief van de gemeente toegezonden gekregen. Deze brief geeft informatie over de Stadsenquête en kondigt aan dat men in de komende weken gebeld kan worden. Bij de brief is steeds een bijlage gevoegd met de onderwerpen die aan de orde zullen komen en eventueel extra informatie om het telefonische interview makkelijker te laten verlopen. Deze brieven zijn gefaseerd verstuurd om de tijd tussen het verkrijgen van de brief en de telefonische enquête zo kort mogelijk te houden. Het veldwerk van de Stadsenquête is in de periode van mei tot half juli 2008 uitgevoerd.
126
Stadsenquête Leiden 2008
34.4 Responsverantwoording Uiteindelijk zijn er voor de Stadsenquête 2008 3.549 volledige interviews afgenomen. De respons van het telefonisch onderzoek is iets lager dan voorgaande jaren. Van de mensen die telefonisch zijn bereikt, werkt 66% mee. Leidenaren van allochtone afkomst hebben de mogelijkheid gekregen het interview telefonisch te doen in het Turks, Arabisch/Berbers of Engels. Deze interviews zijn uitgevoerd door meertalige interviewers. Een deel van de mensen kon na minimaal drie keer bellen niet worden bereikt, omdat de betreffende persoon niet thuis was of omdat de telefoon niet werd opgenomen. De mensen die niet mee wilden doen gaven meestal aan geen zin of geen interesse te hebben in deelname of vonden zichzelf te oud. Tabel 34.4: Respons telefonisch onderzoek Absoluut
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
5.359
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
3.549 23
66,2% 0,4%
67,1% 0,5%
71,0% 0,6%
73,1% 0,6%
72,6% 0,9%
73,3% 0,7%
75,8% 0,6%
75,3% 0,8%
1.787
33,4%
32,4%
28,4%
26,3%
26,5%
26,0%
23,6%
23,9%
7.121
Totaal aantal nummers Juiste persoon niet bereikt Fout nummer/woont er niet meer
1.201 - 561
Netto bestand Doet mee - bruikbare enquête - niet bruikbare enquête Doet niet mee
Evaluatie na afloop leert dat zowel de respondenten als de interviewers in de meeste gevallen een prettig gevoel hebben overgehouden aan het gesprek. De belangrijkste redenen voor het goede verloop van het onderzoek zijn de niet al te lange vragenlijst (circa 15 minuten), de aankondigingsbrief en een vraagstelling die niet "bedreigend" overkomt. 34.5 Representativiteit Om uitspraken te doen over de gehele doelpopulatie dient de steekproef qua opbouw zo veel mogelijk gelijk te zijn aan de werkelijke doelpopulatie. Om dit te bereiken zijn de steekproeven van de verschillende deelenquêtes herwogen op een aantal ‘sleutel’-variabelen, te weten sekse, leeftijd en stadsdeel. Onderstaande tabel laat de steekproefaantallen naar leeftijd, sekse en stadsdeel zien. Tabel 34.5: De steekproefaantallen voor de variabelen waarop herweging heeft plaatsgevonden Totaal Sekse Man Vrouw
3549
1573 1976
Leeftijd 18-24 25-34 35-44 50-64 65-74
263 590 1145 1014 537
Stadsdelen Midden Noord Zuid West
627 1008 1175 739
In dit rapport zijn uitsluitend de resultaten na herweging opgenomen. Door de herweging zijn de resultaten representatief voor de betreffende variabelen. Hierbij moet worden opgemerkt dat een volledig representatieve steekproef een ‘illusie’ is, omdat een steekproef dan op alle denkbare variabelen gelijk moet zijn aan de populatie, en veel variabelen zijn moeilijk ‘beïnvloedbaar/ controleerbaar’. Onderstaand worden enkele voorbeelden gegeven van mensen die in een enquête ook na herweging onder- of oververtegenwoordigd zullen zijn: mensen die zich betrokken voelen bij de stad zullen eerder aan een stadsenquête deelnemen; mensen die geïnteresseerd zijn in informatie zullen eerder meedoen aan een stadsenquête, en dus in een steekproef oververtegenwoordigd zijn; er blijven altijd mensen - relatief vaak met een lagere opleiding - die moeilijk te benaderen zijn bij een enquête.
Stadsenquête Leiden 2008
127
19
34.6 Betrouwbaarheid en nauwkeurigheidsmarges Door middel van het enquêteren van een steekproef van de bevolking zijn niet alleen uitspraken te doen over degenen die geënquêteerd zijn maar ook over de hele populatie waaruit die steekproef is getrokken. In feite moeten de uitspraken van de respondenten (= de steekproef) gelden voor de totale bevolking. Geen enkele steekproef is in staat een exacte afspiegeling te geven van de totale bevolking. Op zich is dit geen bezwaar zolang de marge bekend is waarbinnen deze zogenaamde steekproeffout zit. Anders gezegd, het is mogelijk een marge te berekenen rondom de gevonden waarde in de steekproef. Binnen deze zogenaamde nauwkeurigheidsmarge valt de werkelijke waarde voor de totale bevolking. Doorgaans wordt bij het berekenen van deze marges uitgegaan van 95% betrouwbaarheid. Dit betekent dat als het onderzoek 100 maal herhaald wordt, 95 keer een waarde gevonden wordt die in het berekende interval valt. Een voorbeeld zal één en ander verduidelijken. Wanneer van de 250 respondenten de helft kiest voor een bepaald antwoord (50% antwoordt bevestigend op een bepaalde vraag), dan is het nauwkeurigheidsinterval in de populatie 6,2%. Dat wil zeggen dat in 95 van de 100 keer de werkelijke waarde in de populatie ligt tussen 43,8% en 56,2%. Antwoordt 90% bevestigend op een bepaalde vraag dan ligt de waarde in de populatie tussen 86,3% en 93,7%. Het nauwkeurigheidsinterval is dan + of - 3,7%. In dit rapport worden de gevonden percentages na weging weergegeven en niet de daarbij horende nauwkeurigheidsintervallen omdat dit het rapport onleesbaar zou maken. Wel is aangegeven op welk absoluut aantal respondenten de verdeling is gebaseerd. Met behulp van de navolgende tabel kunnen de bijbehorende marges worden afgelezen. In deze tabel wordt aangegeven in welke mate de werkelijke percentages in de populatie kunnen afwijken (plus of min het vermelde percentage) van die bij de respondenten van de enquête. Tabel 34.6: Nauwkeurigheidsmarges bij verschillende steekproefgrootte uitgaande van een betrouwbaarheidsmarge van 95% N= Aantal respondenten
gevonden percentage in de steekproef 5% of 95%
10% of 90%
20% of 80%
30% of 70%
40% of 60%
50%
50
6,0
8,3
11,1
12,7
13,6
13,9
100
4,3
5,9
7,8
9,0
9,6
9,8
200
3,0
4,2
5,5
6,3
6,8
6,9
300
2,5
3,4
4,5
5,2
5,5
5,6
500
1,9
2,6
3,5
4,0
4,3
4,4
600
1,7
2,4
3,2
3,7
3,9
4,0
1000
1,4
1,9
2,5
2,8
3,0
3,1
1200
1,3
1,7
2,3
2,6
2,8
2,9
1500
1,1
1,5
2,0
2,3
2,5
2,5
Voorbeeld: Uit de analyse blijkt dat 29% van alle Leidenaren (n=1105) wel eens te maken heeft met wateroverlast in of rondom het huis. Van de inwoners van Binnenstad-Zuid (n=153) heeft 43% wel eens te maken met wateroverlast in of om het huis. Dit betekent: Tussen de 26 en 32% van de inwoners van Leiden heeft hier wel eens mee te maken gehad. Tussen de 35 en 51% van de inwoners van Binnenstad-Zuid heeft hier wel eens mee te maken gehad.
De mate van nauwkeurigheid neemt af naarmate het aantal respondenten kleiner is. Een en ander is met name van belang wanneer de vraag slechts door een beperkt aantal respondenten is beantwoord of wanneer de resultaten worden uitgesplitst naar een aantal variabelen waardoor er per onderverdeling een gering aantal respondenten resteert. Wanneer het aantal respondenten gering is, zijn de antwoorden niet verder uitgesplitst naar de kenmerken.
19
Overgenomen uit: Burgerenquête Breda, daarna bewerkt en met voorbeelden uit Stadsenquête Leiden
128
Stadsenquête Leiden 2008
BIJLAGE A: OVERZICHTSKAART LEIDEN
85 84
72
62
14 01
51 90
32
20 60
18 10 00
15 11
54
56
53
1 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Binnenstad-Noord De Camp Marewijk Pancras-west Pancras-oost D’Oude Morsch Noordvest Havenwijk-noord Havenwijk-zuid Molenbuurt De Waard
2 Stationsdistrict 20 Stationskwartier 3 30 31 32
Leiden Noord Groenoord Noorderkwartier De Kooi Stadsenquête Leiden 2008
40
42 48
46 47
57 Binnenstad-Zuid Pieterswijk Academiewijk Levendaal-west Levendaal-oost
41
43
45
52
49
03
44
93
19
12 13
50
92
0 00 01 02 03
16 17
02
91
81
31
30
74 70
83
80
71
73
61
82
55
5 4 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
Roodenburgerdistrict Meerburg Rijndijkbuurt Professorenwijk-oost Burgemeesterswijk Professorenwijk-west Tuinstadwijk Cronestein Klein Cronestein Roomburg Waardeiland
50 51 52 53 54 55 56 57
Bos- en Gasthuis district Vreewijk Haagweg-noord Gasthuiswijk Fortuinwijk-noord Boshuizen Oostvliet Haagweg-zuid Fortuinwijk-zuid
6 60 61 62
Morsdistrict Transvaalbuurt Lage Mors Hoge Mors
7 70 71 72 73 74
Boerhaavedistrict Pesthuiswijk Houtkwartier Raadsherenbuurt Vogelwijk Leeuwenhoek
8 80 81 82 83 84 85
Merenwijkdistrict Slaaghwijk Zijlwijk-zuid Zijlwijk-noord Merenwijk-centrum Leedewijk-zuid Leedewijk-noord
9 90 91 92 93
Stevenshofdistrict Schenkwijk Kloosterhof Dobbewijk-noord Dobbewijk-zuid 129
130
Stadsenquête Leiden 2008
Wat is de hoogste schoolopleiding die u met een diploma heeft afgerond? Geen onderwijs Basisonderwijs (lagere school) Lager beroepsonderwijs (LBO, LTS, LEAO, VBO, IVBO, VMBO behalve theoretische leerweg, huishoudschool, ambachtsschool, praktijkonderwijs, etc.) VMBO theoretische leerweg (MAVO, MULO-A) MBO niveau 1 of 2 (voorheen KMBO, leerlingwezen, cursorisch beroepsonderwijs) MBO niveau 3 of 4 (Middelbaar beroeps onderwijs, voorheen: MBO, MEAO, MTS, verpleegster, etc.) HAVO/VWO (vroegere MULO-B, HBS, MMS, Gymnasium) HBO (HTS, HEAO, HLS, KMA, PABO, etc.) Wetenschappelijk onderwijs (Universiteit) Anders, nl.________________________________
Verricht u betaalde werkzaamheden? Nee, ik verricht geen betaalde werkzaamheden Ja, 1-12 uur per week Ja, 12 uur of meer per week
A4
A5
A6
A5A
Huishoudsamenstelling: Alleenstaand Twee personen Gezin met thuiswonende kinderen Alleenstaande ouder met thuiswonende kinderen tot 18 jaar Anders, nl ________________________________
A2
Stadsenquête Leiden 2008
In welke klasse valt het gezamenlijk netto (= schoon) inkomen van uw huishouden? Uitkeringen, pensioengelden, alimentatie en dergelijke zijn ook inkomen. Niet meegerekend worden: vakantiegeld, kinderbijslag en huurtoeslag. < Euro 850 851-1200 Euro 1.201-1.450 Euro 1.451- 1.750 Euro 1.751- 2.150 Euro 2.151- 2.650 Euro 2.651- 3.200 Euro 3.201- 4.000 Euro > 4000 Euro Geen antwoord
Voor jongeren tot 25 jaar Ben je nog voltijds schoolgaand/studerend? ja nee
Wat is uw leeftijd? _____ jaar
A1
HOOFDSTUK 2: PROFIELVRAGEN
BIJLAGE B: VRAGENLIJST STADSENQUÊTE LEIDEN 2008
[DEZE WORDT ALS LAATSTE VRAAG GESTELD] Voordat we u nog een aantal korte algemene vragen stellen wil ik u vragen of u de dienstverlening van de gemeente, alles overziend, in het afgelopen jaar beter vindt geworden, gelijk vindt gebleven of juist minder vindt geworden? Beter, omdat ___________________________________________________ Gelijk Minder, omdat __________________________________________________ Weet niet
Beoordeelde u dit contact als [enquêteur: het gaat om het gehele contact, inclusief afhandeling] Uitstekend Goed Matig Slecht Kon u bij het laatste contact gemakkelijk de juiste contactpersoon of afdeling vinden? Ging goed/snel/makkelijk Ging redelijk/even doorvragen, maar lukte wel Moeilijk, van kastje naar muur gestuurd, wel gevonden Niet gevonden/lukte niet
4.
5.
131
Was dit laatste contact Telefonisch Via de balie Schriftelijk Digitaal (digitale aanvraag via gemeentelijke website of per email)
3.
Over welk onderwerp heeft u het laatst contact gehad? nr: ____
Heeft u in de afgelopen 12 maanden persoonlijk, telefonisch, schriftelijk of per mail contact gehad met de gemeente, en zo ja over welke onderwerpen? Ja Nee, geen enkel contact Æ volgend blok
2.
1.
HOOFDSTUK 4: CONTACT EN BEOORDELING GEMEENTE
1.
HOOFDSTUK 3: ALGEMENE BEOORDELING
A11. Sekse: Man/ Vrouw
Bent u of is één van uw ouders buiten Nederland geboren? Nee JaÆ Wie (meerdere antwoorden mogelijk)? Uzelf, in _______________________ Vader, in _______________________ Moeder, in _______________________ Geen antwoord A10. Postcode: ____ __
A7
Kunt u aangeven of u de volgende aspecten van dit contact als uitstekend, goed, matig of slecht beoordeelt? uitstekend goed matig slecht a. snelheid opnemen (alleen indien telefonisch) b. totale doorlooptijd van uw schriftelijke vraag (alleen indien schriftelijk) c. juistheid afhandeling
Bij een goede dienstverlening moet alles in orde zijn. Kunt u toch twee of drie aspecten noemen die voor u extra belangrijk zijn? (niet helpen) 1e:______ 2e:______ 3e:______
10.
_____________________________________________________________
Heeft u suggesties om de dienstverlening van de gemeente te verbeteren?
132
A15. Heeft u de beschikking over internet? (toelichting: kan thuis, op het werk, op school of elders zijn) Ja Nee Æ volgend blok
HOOFDSTUK 5: ELEKTRONISCHE DIENSTVERLENING
11.
Wat vind u een acceptabele wachttijd? ___ minuten
9.
Voorbeeld antwoorden snelheid geholpen, niet wachten juistheid afhandeling antwoord op de vraag vriendelijkheid medewerkers kennis medewerkers probleem is opgelost ik heb gekregen wat ik wou anders: ________________
Vond u dit acceptabel? Zo ja: ging het sneller dan verwacht of duurde het zolang als u had verwacht? ja, het ging sneller dan verwacht ja, het duurde ongeveer zo lang als ik had verwacht nee, het duurde langer dan verwacht weet ik niet meer
8.
Indien een van de contacten aan de balie was: 7. Hoe lang heeft u de laatste keer gewacht voordat u werd geholpen aan de balie? ___ minuten
6.
Heeft u deze wel eens bezocht? Ja Æ Hoe vaak in de afgelopen 12 maanden? ___ keer Nee Æ vraag 10
Kent u de gemeentelijke website van Leiden? (www.leiden.nl of www.leiden.nl/gemeente) Ja Nee Æ vraag 10
Hoe vaak maakt u gebruik van internet en email? Meer keren per dag Dagelijks Wekelijks tot enkele malen per week Enkele malen per maand Maandelijks of minder Nooit Æ volgend blok
Wat kon u (gedeeltelijk) niet vinden? Gerichte informatie over bijv. openingstijden (wat ik mee moet noemen, welke regels gelden) Vragen stellen aan de gemeente Anders, nl: ___________________________________
6.
Stadsenquête Leiden 2008
Heeft u kunnen vinden wat u zocht? Ja Æ vraag 7 Nee Gedeeltelijk Weet niet meer Æ vraag 7
Waarvoor heeft u deze website(s) bezocht? (niet helpen, meerdere antwoorden mogelijk) Gerichte informatie over bijv. openingstijden, over wat ik mee moeten nemen of welke regels gelden Informatie over de stad, zoals uitgaan, toerisme e.d. (vragen die niet de gemeentelijke organisatie raken) Ik wil iets kunnen aanvragen of doorgeven, zoals een verhuizing, vergunning aanvragen of last van overhangend groen doorgeven Vragen stellen aan gemeente Anders, nl: _____________________________ Zomaar Æ vraag 7 5.
4.
3d. Welke site bezoekt u meestal? www.leiden.nl (portal) www.leiden.nl/gemeente (gemeentelijke website) beide weet niet
3c. Wist u dat er twee sites zijn? Ja Nee
Leiden heeft twee sites, te weten de stadsportal: www.leiden.nl en de gemeentelijke website: www.leiden.nl/gemeente. De portal heeft als kleuren rood met wit en heeft een breed pakket van onderwerpen, zoals toerisme, cultuur, verkeer, zorg en de gemeente. De site van de gemeente is geel met wit en gaat met name over de gemeentelijke organisatie en haar producten en diensten. (Beide sites linken naar elkaar.)
3.
2.
1.
Vindt u de overzichtelijkheid van informatie op de website goed, redelijk, matig of slecht? Goed Redelijk Matig Slecht
Vindt u de informatie op de website volledig? Ja Nee
8.
9.
Stadsenquête Leiden 2008
toelichting Bezoek Aalmarktproject: in november en december kon men zich opgeven voor een rondleiding over de archeologische vondsten en de bouwwerkzaamheden op het Aalmarktterrein.
Nee Æ Waarom niet? Nog niet nodig Niet aan gedacht Te ingewikkeld Ik kom liever zelf langs Heb geen DigiD Geprobeerd, maar het lukte niet Anders, nl :______________________________
Heeft u hier ook al gebruik van gemaakt? Ja Æ Waarvan heeft u gebruik gemaakt? (meer antwoorden mogelijk, niet helpen) Uittreksel aangevraagd Verhuizing doorgegeven Taxatieverslag OZB ingezien Bezwaar tegen WOZ-aanslag (incl. rioolheffing en afvalstoffenheffing) Melding schade/overlast in openbare ruimte Status bouwvergunning volgen Opvragen bestemmingsplan Inzien monumentenlijst Schrijfwijze straatnamen Welstandsinformatiesysteem (WIS) voor bekijken welstandscriteria Bezoek Aalmarktproject Anders, nl: ______________________________
11.
Weet u dat u dit kunt doen via de website? Ja Nee Æ vraag 13
10.
De gemeente biedt de mogelijkheid om een aantal producten via de website aan te vragen. U hoeft dan niet meer naar het gemeentehuis te komen. U kunt onder andere uw verhuizing binnen de gemeente regelen, of het taxatieverslag van uw woning voor de OZB (Onroerend Zaak Belasting) inzien.
Vindt u de vindbaarheid van informatie op de website goed, redelijk, matig of slecht? Goed Redelijk Matig Slecht
7. Heeft u een DigiD? (spreek uit: Digidee) Ja Nee Geen idee wat dat is
13.
Kunt u voor de volgende media aan geven of u hier dagelijks, wekelijks, een paar keer per maand of nooit gebruik van maakt? Dagelijks Wekelijks Paar keer Zelden of per maand nooit a. Radio West b. TV West c. Holland centraal (lokale radio) d. Kabelkrant Holland centraal e. www.sleutelstad.nl
4.
133
Leest u een of meer landelijke dagbladen? ja Æ Welke regelmatig? De Telegraaf nee Trouw Het Parool De Volkskrant NRC Handelsblad Algemeen Dagblad Metro Spits De Pers Dag anders, nl: _______
3.
Ik noem u een aantal van dit soort kranten en bladen. Kunt u aangeven of u deze wekelijks, maandelijks, een paar keer per jaar of nooit leest? Dagelijks Wekelijks Maande- Paar keer Zelden of Ken ik niet lijks per jaar nooit ontvang ik niet a. Leidsch Dagblad b. Witte Weekblad c. Leids Nieuwsblad d. Het op zondag e. Anders, nl: _______
2.
Om u zo goed mogelijk van informatie te voorzien, wil de gemeente weten welke informatiebronnen u ontvangt en leest. 1. Leest u wel eens een regionale krant of een huis-aan-huisblad, ook al is het maar af en toe? Ja Æ vraag 2 Nee Æ vraag 3
HOOFDSTUK 6: GEMEENTELIJKE INFORMATIEVOORZIENING EN STADSKRANT
Zijn er andere dingen die u via de website zou willen regelen? Ja Æ namelijk: ________________________________ Nee
12.
Stadskrant (ENQ: Stadskrant is de achterkant van het Leids Nieuwsblad, waarin de gemeente gemeentelijke informatie publiceert)
De Wegwijzer (=Gemeentegids)
c.
d.
ja –> nee
ja Æ nee
altijd vaak soms
Ik noem u nu enkele specifieke informatiebronnen voor gemeentelijk nieuws. Kunt u aangeven of u deze in het afgelopen jaar heeft ontvangen? ja –> a. Bewonersbrief van de gemeente (thuis in de brievenbus) nee ja –> b. Folder of brochure van de gemeente nee
Er zijn nu verschillende informatiebronnen gepasseerd. Vindt u concluderend dat u voldoende geïnformeerd wordt over gemeentelijke zaken? ja nee Æ Over welk onderwerp niet? ______________________________________
10.
134
Welke verbetertip heeft u dan om het gemeentelijke nieuws (nog) beter over het voetlicht te laten komen?_____________________________________________
Oplezen: alle informatie die men inkijkt/raadpleegt Ik noem u nu nogmaals de gemeentelijke informatiebronnen die u in het afgelopen jaar heeft ingekeken of geraadpleegd, vindt u dan over het algemeen de informatie die u zoekt? ja nee a. Bewonersbrief van de gemeente b. Folder of brochure van de gemeente c. Stadskrant d. De Wegwijzer (=Gemeentegids) e. Website van gemeente Leiden
Heeft u in het afgelopen jaar wel eens op de gemeentelijke website gekeken? (vervolgvragen website worden in blok XX (elektronische dienstverlening)gesteld) ja nee
9.
8.
7.
Oplezen: alle informatie die men ontvangt 6. Nu noem ik de informatiebronnen die u ontvangt nogmaals op. Kunt u aangeven of u deze wel eens inkijkt als u ze ontvangt of zou ontvangen? ja a. Bewonersbrief van de gemeente (thuis in de brievenbus) nee ja b. Folder of brochure van de gemeente nee c. Stadskrant (ENQ: Stadskrant is de achterkant van het ja Leids Nieuwsblad, waarin de gemeente gemeentelijke nee informatie publiceert) ja d. De Wegwijzer (=Gemeentegids) nee
5.
Het doel van de Stadskrant is om de burger te informeren over gemeentelijke informatie. Vindt u dat de gemeente met de Stadskrant hier goed, redelijk, matig of niet in slaagt? Goed Redelijk Matig Slecht Weet niet
13.
Denkt u zo’n krant te gaan lezen? Ja Nee Weet niet
16.
Stadsenquête Leiden 2008
Als deze nieuwe krant er inderdaad komt, heeft u dan nog tips voor zo’n krant om het een succes te maken? ___________________________________________________
15.
Iedereen 14. De gemeente denkt er over om samen met partners als de Universiteit, de Kamer van Koophandel, musea en het Leids Uitburo een krant uit te geven. Deze krant komt in plaats van de Stadskrant en zult u gratis ontvangen. Het wordt een krant met zowel gemeentelijke informatie als informatie over wat er in de stad gebeurt. Lijkt u dit wel of geen verbetering? Verbetering Geen verbetering Maakt niet uit Kan ik niet beantwoorden, weet te weinig van de Stadskrant
Indien matig/slecht: Wilt u dit toelichten? __________________________________________
Kunt u een rapportcijfer geven aan de Stadskrant over: - interessantheid van de inhoud Æ .......... .......... - lay-out/vormgeving/opmaak Æ .......... - leesbaarheid van de artikelen Æ
12.
Stadskrant Aan mensen die de Stadskrant wel eens inkijken (vraag 6c): U noemde eerder de Stadskrant als informatiebron. 11. Leest u de Stadskrant wekelijks, maandelijks of een paar keer per jaar? Ja, wekelijks Ja, maandelijks Ja, paar keer per jaar Nee, leest niet
Vindt u dat het college van B&W goed, redelijk, matig of slecht functioneert? goed redelijk matig Æ} Waarom? ______________________________________________ slecht Æ} weet niet
3.
Bent u bekend met de taken van de gemeenteraad? ja nee
Stadsenquête Leiden 2008
(Als vr4 of 5=ja) Op de website van de gemeente Leiden staat informatie over de raad en de besluiten die ze nemen. 8. Heeft u de website hier wel eens voor bezocht? Ja, namelijk over: _________________________ Nee Æ STOP, volgend blok
iedereen 7. Kunt u enkele namen noemen van Leidse raadsleden? Ja Æ nl: ___________________________________________ Nee
Als vr 4 of 5 = ja: 6. Vindt u dat de gemeenteraad goed, redelijk, matig of slecht functioneert? goed redelijk matig Æ} Waarom? ______________________________________________ slecht Æ} weet niet
5.
In vragenlijst B: De gemeente wordt bestuurd door het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad. De volgende vragen gaan over het functioneren van de gemeenteraad. 4. Heeft u in het afgelopen jaar met de gemeenteraad te maken gehad? ja, namelijk: ________________________________________________________________ nee
Heeft u in het afgelopen jaar met het college van B&W te maken gehad? ja, namelijk: ________________________________________________________________ nee
2.
In vragenlijst A: De gemeente wordt bestuurd door het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad. De volgende vragen gaan over het functioneren van het college van B&W. 1. Bent u bekend met de taken van het college van B&W (burgemeester en wethouders)? ja nee Æ Stop
HOOFDSTUK 7: FUNCTIONEREN B&W EN RAAD
Kon u de informatie vinden die u zocht? Ja Æ Wat vond u ervan? ______________________________________ Nee Æ Toelichting: __________________________________________
Kunt u een voorbeeld noemen waarbij de Rekenkamercommissie een rol heeft gespeeld? Ja, namelijk: ________________________________ Nee
3.
4b. Waarom dit onderwerp?________________________________________
Ja, namelijk: ________________________________-> vraag 4b Nee
135
Heeft u in het afgelopen jaar iets gehoord of gelezen over de Rekenkamercommissie? Zo ja, waar? (meerdere antwoorden mogelijk) Ja Æ Website Rekenkamercommissie: www.rekenkamerleiden.nl Website gemeente Leiden: www.leiden.nl/gemeente Stadskrant Leids Nieuwsblad Leidsch Dagblad Via via Anders, nl: __________________________________ Nee
2.
De Rekenkamercommissie wil graag onderzoek doen naar zaken die de burgers van Leiden belangrijk vinden. 4a. Heeft u suggesties voor de Rekenkamercommissie voor onderwerpen of problemen in de gemeente waar ze onderzoek naar zou moeten doen?
Wist u van het bestaan van deze commissie? Zo ja: alleen van naam of ook globaal wat ze doen? Ja, van naam en (globaal) wat ze doen Ja, alleen van naam Nee -> vraag 4
1.
De Rekenkamercommissie onderzoekt of de gemeente doet wat ze met de gemeenteraad heeft afgesproken, en of het beleid van de gemeente resultaat heeft. De Rekenkamercommissie is onafhankelijk en bepaalt zelf welke onderwerpen ze onderzoekt. Daarbij houdt ze rekening met wat de burgers belangrijk vinden.
HOOFDSTUK 8: REKENKAMERCOMMISSIE
9.
ja Æ nee ja Æ nee ja Æ nee ja Æ nee ja Æ nee ja Æ nee
Rapportcijfers voor hoeveelheid en kwaliteit voorzieningen/ gebouwen in Leiden Hoeveelheid: ___ Kwaliteit: ___ Hoeveelheid: ___ Kwaliteit: ___ Hoeveelheid: ___ Kwaliteit: ___ Hoeveelheid: ___ Kwaliteit: ___ Hoeveelheid: ___ Kwaliteit: ___ Hoeveelheid: ___ Kwaliteit: ___
Heeft u verbetermogelijkheden voor deze voorzieningen?
Hoe en/of bij welke organisaties heeft u deze informatie gezocht? (meer antw. mogelijk) Googlen op internet (of andere zoekmachine) website van gemeente Leiden: www.leiden.nl Internet anders: ________________________ Naar de bibliotheek website www.leidenarchief.nl (website van RAL)-> vraag 4a,b,c,d en v5b,c Bezoek aan vestiging Regionaal Archief Leiden -> vraag 4a,b,c,d en v5b,c Op een andere manier, nl _______________________________________
3.
136
Heeft u in de afgelopen 12 maanden informatie gezocht over de geschiedenis van Leiden en omgeving of voor uw stamboom? Ja, geschiedenis van Leiden en omgeving en stamboom Ja, alleen geschiedenis, bijv: ___________(aan bijv. 200 mensen) Ja, alleen stamboom Nee Æ vraag 4
2.
De volgende vragen gaan over uw interesse in de geschiedenis van Leiden en omgeving en de mogelijkheden om hier informatie over te verkrijgen. 1. Heeft u interesse in de geschiedenis van Leiden en omgeving? Ja Nee
HOOFDSTUK 10: REGIONAAL ARCHIEF LEIDEN
Kinderopvang/peuter speelzaal/ buitenschoolse opvang in Leiden Woning of groepspraktijk Huisartsen/tandartsen in Leiden Culturele voorzieningen, als musea/ theaters/concertzalen in Leiden
Buurthuizen in Leiden
Basis-/speciaal- of voortgezet onderwijs in Leiden
Sportvoorzieningen in Leiden
Maakt iemand in uw huishouden er gebruik van?
Nu noemen we een zestal voorzieningen in Leiden. Kunt u aangeven of u of iemand in uw huishouden van deze voorzieningen gebruik maakt en kunt u middels twee rapportcijfers de hoeveelheid en de kwaliteit van de voorzieningen in Leiden beoordelen. Als u uw antwoord wil toelichten is hier de mogelijkheid voor.
HOOFDSTUK 9: KWALITEIT GEBOUWEN VOORZIENINGEN
Nee
Was dit bezoek aan het RAL in de afgelopen 12 maanden of langer geleden? In afgelopen 12 maanden Langer geleden
Hebt u het Regionaal Archief Leiden wel eens bezocht, in haar vestiging of via internet? Ja Æ Waar? Zowel vestiging als op internet Ja, alleen in de vestiging Ja, alleen op de website
Een van de mogelijkheden om over deze onderwerpen informatie te vinden, is het Regionaal Archief Leiden (RAL). Kent u dit van naam? Ja Æ Ik noem u nu vier producten van het Regionaal Archief Leiden. Kunt u aangeven of u wist dat zij dit aanbieden? 1. Informatie over de geschiedenis van Leiden en omgeving ja/nee 2. Informatie over stambomen ja/nee 3. Beeldmateriaal over de geschiedenis van Leiden en omgeving ja/nee 4. Informatie zoeken op eigen website RAL ja/nee NeeÆ Volgend blok
Heeft u wel eens van de Milieustraat gehoord? Ja Æ vraag 2 Nee Æ De Milieustraat, aan de J.C. Rijpstraat, is een voorziening waar inwoners van Leiden op vertoon van een legitimatie hun grof huishoudelijk afval kunnen brengen. Daarnaast kan er ook bijna al het andere afval worden ingeleverd. Nu u dit weet, denkt u er in de toekomst gebruik van te gaan maken? Ja Æ volgend BLOK Nee Æ volgend BLOK
Stadsenquête Leiden 2008
1.
HOOFDSTUK 11: MILIEUSTRAAT
5.
4.
Denkt u dat u er ook op zaterdag terecht kunt? Nee Ja (controle)
1.
Stadsenquête Leiden 2008
3. ………………………………………………………
2. ………………………………………………………
1……………………………………………………….
De gemeente probeert uw buurt zo goed mogelijk in te richten, in de hoop dat u met plezier in uw buurt woont. Als u door uw buurt wandelt wat vindt u dan het meest prettig? We bedoelen hierbij geen winkels of scholen.
HOOFDSTUK 12: NETHEID EIGEN WIJK
5.
Waarom maakt u geen gebruik van de Milieustraat? (meerdere antw. mogelijk) Wist niet waar de Milieustraat was Vindt de Milieustraat te ver weg Heb geen afval voor de Milieustraat Anders, nl: ___________________________________
Bent u bekend met de openingstijden van de Milieustraat? Nee, weet ik niet Ja (controle)
Æ
4.
Nee
Weet u wat de kosten zijn van het gebruik maken van de diensten van de Milieustraat? Nee, weet ik niet Ja (controle) Er zijn geen kosten aan verbonden
Heeft u de afgelopen twaalf maanden wel eens een bezoek aan de Milieustraat gebracht? Ja, ___ keer Æ Kunt u de soorten afval noemen waarvoor u meestal naar de Milieustraat gaat? Grof Huishoudelijk afval Bouw- en sloopafval Vloerbedekking Grof groenafval Glas Papier, karton Hout Metalen/aluminium Kleding Klein Gevaarlijk afval Kleine elektrische apparaten Anders, nl: _____________
3.
2.
A. Graffiti in uw wijk B. Wildplakken van posters of pamfletten in uw wijk D. Hondenpoep in uw wijk E. Onkruid in uw wijk F. Zwerfvuil in uw wijk
Ik noem u nu de voorvallen nog eens. Kunt u aangeven of de genoemde overlast vergeleken met een jaar geleden is toe- of afgenomen of gelijk gebleven? ToeGelijk Afgenomen gebleven genomen
A. Graffiti in uw wijk B. Wildplakken van posters of pamfletten in uw wijk D. Hondenpoep in uw wijk E. Onkruid in uw wijk F. Zwerfvuil in uw wijk
De gemeente doet haar best de stad zo netjes mogelijk te houden. Maar dat kan zij niet alleen en soms lukt dat niet helemaal. In hoeverre heeft u in uw wijk overlast van de volgende voorvallen? U kunt antwoorden met helemaal niet, een beetje, behoorlijk wat, ernstig of zeer ernstig. Helemaal Een Behoorlijk Zeer Ernstig Ernstig niet beetje wat
3. ………………………………………………………
2. ………………………………………………………
1……………………………………………………….
Aan de andere kant kan het zijn dat u te maken heeft met bepaalde vormen van overlast in uw eigen buurt. Zijn er zaken waar u zich wel eens aan ergert in uw eigen buurt?
6.
137
Zijn er in uw wijk watergangen, zoals sloten, vijvers, grachten, singels of andere waterpartijen in de openbare ruimte? ja Æ vraag 7 nee Æ volgend blok
Als overlast van respectievelijk hondenpoep, onkruid en/of zwerfvuil in eigen wijk: per onderdeel waarvan men overlast heeft onderstaande vervolgvraag stellen. 5. U gaf eerder aan overlast te hebben van <… > in uw eigen wijk. Ondervindt u deze overlast met name in het groen, bij containers, op straten en wegen of ergens anders? (Hier steeds 1 antwoord kiezen. Hierbij ‘overal’ niet noemen, maar alleen invullen als mensen hier zelf mee komen.) Met name in … In het Op straten Bij Ergens Overal groen en wegen containers anders A. Hondenpoep B. Onkruid C. Zwerfvuil
4.
3.
2.
H. Drijfvuil op water in uw wijk
J. Stankoverlast van watergangen
In hoeverre heeft u in uw wijk overlast van … Helemaal Niet
Een beetje
Behoorlijk wat
Ernstig
Zeer ernstig
138
B. Vegen van straten en wegen in uw wijk
C. Onderhoud straten en wegen in uw wijk
D. Ophalen van vuilnis in uw wijk
E: Indien aanwezig: Onderhoud van watergangen, zoals vijvers, grachten en singels in uw wijk
F. Onderhoud speeltoestellen in uw wijk
G. Onderhoud straatmeubilair in uw wijk (banken, prullenbakken, bloembakken, enz)
H. Verkeersvoorzieningen in uw wijk, zoals: verkeersborden, lantaarns, straatnaamborden, belijning op straat, informatieborden en verkeerslichten.
Nu volgen enkele vragen over het onderhoud van de openbare ruimte in uw eigen wijk. Wilt u de inspanningen van de gemeente op de volgende onderdelen beoordelen met uitstekend, goed, matig of slecht? Uitste- Goed Matig Slecht Geen kend antw.
3.
A. Onderhoud groen in uw wijk
Waarop bepaalt u met name uw rapportcijfer? (waar denkt u aan; max 3 antwoorden) Onderhoud groen in uw wijk Vegen van straten en wegen in uw wijk Onderhoud straten en wegen in uw wijk Ophalen van vuilnis in uw wijk Onderhoud van watergangen, zoals vijvers, grachten en singels in uw wijk Onderhoud speeltoestellen in uw wijk Onderhoud straatmeubilair in uw wijk (banken, prullenbakken, bloembakken, enz) Onderhoud verkeersvoorzieningen in uw wijk, zoals: verkeersborden, lantaarns, straatnaamborden, belijning op straat, informatieborden en verkeerslichten. Anders, nl ______________________________________________
2.
De volgende vragen gaan over het onderhoud van de openbare ruimte. Het gaat hier om het schoon en heel houden van de openbare ruimte, zoals: straten, fietspaden, groen, speelplekken, straatmeubilair, sloten en het weghalen van bijvoorbeeld grof vuil. 1. Kunt u het onderhoud van de openbare ruimte in uw eigen wijk beoordelen met een rapportcijfer? ____
HOOFDSTUK 13: BEOORDELING ONDERHOUD EIGEN WIJK
7.
Voelt u zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in uw buurt? Ja Nee
Stadsenquête Leiden 2008
B. Hoe vaak bezoekt u jaarlijks deze groengebieden binnen Leiden __ keer
Groen binnen Leiden 2. A. Kunt u aangeven welke stukken groen- en/of water, binnen de stadsgrenzen van Leiden, u in de afgelopen 12 maanden heeft bezocht? (meerdere antwoorden mogelijk) (DOORVRAGEN] 1 Cronesteyn 2 Leidse Hout 3 Burcht 4 Kinderboerderij Merenwijk 5 Parken in de wijk 6 Waterspeelplaatsen 7 V.d. Werfpark 8 Plantsoen 10 Grachten, de Rijn 11 Wijksloten 12 Dierenweiden 13 Hortus Botanicus 14 Speeltuinen 15 Speelplekken 16 Anders, nl _____ Nooit/geen Æ Vraag 4
In de gemeente Leiden en de omgeving liggen diverse groen- en watergebieden. We onderscheiden het kleinere wijkgroen, het grotere stadsgroen en de groengebieden in de regio, zoals de duinen de plassen en de landgoederen. Al deze gebieden zijn belangrijk voor ontspanning maar ook voor de natuur in en rond de stad. De volgende vragen gaan over de Groen- en Watergebieden in en rondom Leiden. 1. Kunt u de volgende vier aspecten omtrent “Groen en Water” beoordelen met een rapportcijfer: - de hoeveelheid Groen en Water binnen de stadsgrenzen van Leiden … - de kwaliteit van het Groen en Water binnen de stadsgrenzen van Leiden … - de hoeveelheid Groen en Water buiten de stadsgrenzen van Leiden … - de kwaliteit van het Groen en Water buiten de stadsgrenzen van Leiden …
HOOFDSTUK 14: GROEN EN WATER
5.
Er zijn verschillende manieren om actief bij te dragen aan de leefbaarheid in uw eigen buurt. 4. Bent u zelf in de afgelopen 12 maanden op 1 of andere wijze actief geweest om de buurt te verbeteren? Ja Æ Hoe? (meerdere antwoorden mogelijk) Nee straat helpen schoonhouden buurt- of wijkvereniging districtsraad buurtwacht straatfeest of andere activiteit (mede) georganiseerd bloemen/planten op straat sociale controle/ mensen aanspreken op hun gedrag anders: _________________________________________
Wat is de belangrijkste reden om juist dit gebied te bezoeken? goede bereikbaarheid /dichtbij mooie landschap en natuur rust en ruimte sportvoorzieningen aantrekkelijk voor kinderen andere reden, nl _______________________
Welke activiteiten doet u u in dit wijk/stadsgroen? (meerdere antwoorden mogelijk) A Wandelen B recreatief fietsen C sporten (skeeleren, trimmen, D Varen E Zitten, zonnen, lekker niets doen F Genieten van rust en stilte G Activiteiten zoals picknicken/barbecuen H Spelen met kinderen I Observeren natuur en vogels J Hond uitlaten K Bezoek evenementen, nl _____ L Bezoeken attractie, zoals_____ M Anders, nl _____
Heeft u verbeterwensen voor dit (wijk/stads)groen? _________________________
a.
b.
c.
Welk stuk wijk- of stadsgroen binnen de stadsgrenzen van Leiden heeft u in het afgelopen jaar het meest bezocht? NR: ___ [zie schema, als nooit Æ vraag 4]
Stadsenquête Leiden 2008
B. Hoe vaak bezoekt u jaarlijks deze groengebieden buiten Leiden __ keer
Groen buiten Leiden 4. A. Kunt u aangeven welke stukken groen- en/of water buiten de stadsgrenzen van Leiden, u in de afgelopen 12 maanden heeft bezocht? (meerdere antwoorden mogelijk) (ENQ. DOORVRAGEN] 31 Duinen en strand 32 Valkenburgse meer 33 Joppe 34 Vlietlanden 35 Landgoederen 36 Land van Wijk en Wouden 37 Kagerplassen 38 De Horsten 39 Panbos 40 Anders, nl _____________________ Nooit/geen Æ Vraag 6
3.
Heeft u verbeterwensen voor dit groengebied? _____________________________
c.
Welke activiteiten doet u in dit gebied? (meerdere antwoorden mogelijk) A Wandelen B recreatief fietsen C sporten (skeeleren, trimmen, D Varen E Zitten, zonnen, lekker niets doen F Genieten van rust en stilte G Activiteiten zoals picknicken/barbecuen H Spelen met kinderen I Observeren natuur en vogels J Hond uitlaten K Bezoek evenementen, nl _____ L Bezoeken attractie, zoals_____ M Anders, nl _____
Wat is de belangrijkste reden om juist dit gebied te bezoeken? goede bereikbaarheid /dichtbij mooie landschap en natuur rust en ruimte sportvoorzieningen aantrekkelijk voor kinderen andere reden, nl _______________________
b.
a.
Welk stuk natuur, zoals duinen, parken, landgoederen, polders of plassen buiten de stadsgrenzen van Leiden heeft u in het afgelopen jaar het meest bezocht? NR: ___ [zie schema, als nooit Æ vraag 6]
Vindt u dat u hierover voldoende informatie kunt krijgen? Ja Nee
139
Ik noem u nu twee onderwerpen die betrekking hebben op informatie over het groen in de Leidse regio. De eerste is
in de Leidse regio. Vindt u het belangrijk dat u als burger hiervan op de hoogte wordt gehouden? Ja Nee Æ naar volgend onderwerp of naar volgend blok
Informatievoorziening Vragen 6,7,8,9: Informatie over groenvoorziening in Leidse regio Vragen over vier onderwerpen infovoorziening Leidse regio: v6. onderhoud groenvoorziening v7. excursies en evenementen in of over het groen v8. planten en dieren v9. wandel- en fietsroutes Vragen 6 en 7 aan de helft van de mensen, vragen 8 en 9 aan de helft van de mensen
5.
140
Heeft u in het afgelopen jaar regelmatig iets over klimaatverandering gehoord of gelezen? Ja nee
3.
Als u de aandacht van de klimaatverandering vergelijkt met onderwerpen als de zorg, financiën en vrede en veiligheid, vindt u de klimaatverandering dan belangrijker, even belangrijk of een minder belangrijk onderwerp? belangrijker even belangrijk minder belangrijk
2.
De laatste jaren staat het onderwerp klimaatverandering breed op de agenda. Zowel internationaal, nationaal als ook binnen de gemeente Leiden. 1. Bent u zelf van mening dat het klimaat de laatste 10 jaar aan het veranderen is? Ja nee
HOOFDSTUK 15: KLIMAATVERANDERING
Heeft u verbetertips of suggesties over de gemeentelijke informatievoorziening over dit onderwerp? ___________________________________________________________________________
Nee
Welke informatiebron vind u het meest geschikt voor dit onderwerp? huis-aan-huiskranten op Internet, nl __________________ folder op informatieborden in het gebied zelf in bezoekerscentrum of kinderboerderij boekjes over groen in de regio ergens anders, nl ______________________________
Heeft u de gewenste informatie gevonden? Ja Nee
Waar heeft u dit opgezocht? (meer antwoorden mogelijk) huis-aan-huiskranten op Internet, nl __________________ folder op informatieborden in het gebied zelf in bezoekerscentrum of kinderboerderij boekjes over groen in de regio ergens anders, nl ______________________________
Heeft u in het afgelopen jaar wel eens informatie gezocht over dit onderwerp? Ja Æ Kunt u aangeven waarnaar u specifiek zocht?_______________________
De gemeente Leiden probeert de eigen bevolking bewust te maken van de milieuproblematiek. Vindt u dat ze dat voldoende doen? Ja Nee Æ Wat mist u? __________________________________________ Kunt u via enkele voorbeelden aangeven wat u zelf merkt van de klimaatveranderingen? (spontaan, niet helpen, meerdere antwoorden mogelijk) wateroverlast hogere temperaturen bomen en planten zijn vroeger in bloei en vogels gaan eerder nestelen hetere, nattere zomers en zachtere winters anders, ___________________________ Vindt u zelf dat u bij uw aankopen of uw doen en laten erg bewust, een klein beetje of niet bewust milieuvriendelijk bezig bent? Erg bewust Een beetje bewust Niet bewust
6.
7.
8.
Stadsenquête Leiden 2008
Ja
Nee
Weet niet
Heeft u...
11.
isolatieglas (dubbel glas) een geïsoleerd dak een geïsoleerde vloer een geïsoleerde gevel een HR-ketel (hoog rendementsketel) zonnepanelen zonneboiler
Heeft u een koopwoning? Ja nee Æ vraag 12
10.
e. f. g. h. i. j. k.
Ik noem u nu een aantal mogelijke milieumaatregelen. Kunt u aangeven of u hier momenteel gebruik van maakt? Ja Nee Weet niet a. groene stroom b. waterbesparende douchekop c. Regenton d. Spaarlampen
9.
Kunt u een voorbeeld noemen? _______________________________________________
Wat vindt u in dit kader met name een belangrijke taak voor de gemeente Leiden? _________________________________________________________
Weet u globaal hoe de gemeente Leiden wil bijdragen aan deze milieuproblematiek? Ja Æ Kunt u een voorbeeld noemen? ____________________________________ nee
5.
4.
Let u er bij aanschaf van een nieuwe wasmachine, afwasmachine, koelkast en droger op of deze het zogenaamde A-label van energiezuinige apparatuur heeft? JaÆ Als zo’n apparaat 200 euro duurder is, maar ze zeggen dat dit in drie jaar wordt terugverdiend. Gaat u dan voor het goedkopere of het duurdere energiezuinige apparaat? goedkopere duurdere maar zuinige weet niet nee
Als u uw tv, video, dvd-speler of PC uitzet, laat u deze dan op stand by staan of zet u ze helemaal uit? (stand by = rood lichtje blijft branden) alles helemaal uit deel op stand by, deel helemaal uit alles op stand by
Zijn er verder nog dingen die u doet die goed zijn voor het milieu?
14.
15.
16.
17.
Denkt u komend jaar 1 of meerdere van de zojuist genoemde maatregelen te gaan aankopen of uitvoeren? (spontaan, meerdere antwoorden mogelijk)(het gaat hier om dingen die men nog niet heeft, maar komend jaar van plan is) Ja, groene stroom Ja, waterbesparende douchekop Ja, regenton Ja, spaarlampen Ja, isolatieglas Ja, geïsoleerd dak Ja, geïsoleerde vloer Ja, geïsoleerde gevel Ja, HR-ketel (hoog rendementsketel) Ja, zonnepanelen Ja, zonneboiler Nee, geen enkele
13.
Stadsenquête Leiden 2008
De gemeente probeert haar inwoners te informeren over de mogelijke gevolgen van het milieu en wat mensen hier zelf aan kunnen doen. Momenteel lopen twee acties. De eerste heet ‘verlicht wonen’, met mogelijk elektriciteitsbesparende maatregelen. Kent u deze van naam? bekend Æ Hoe heeft u hier van gehoord? website verlichtwonen.nl folder lokale krant anders, nl: __________ niet bekend
_______________________________________________________
Als u denkt aan het komend jaar, denkt u dan meer, evenveel of minder milieubewust te gaan leven? Meer Evenveel Minder Weet niet
12.
Zou de gemeente verder nog iets kunnen doen om energiebesparing bij burgers te stimuleren? ________________________________________________________________________
19.
2.
Nee
Geldt dit met name voor bepaalde delen van Leiden of in het algemeen? Bepaalde delen, zoals _________________________________________ In het algemeen
e. Verbeteren van de infrastructuur voor voetgangers en fietsers f. Stimuleren van aardgas als autobrandstof
d. Aanpassen van het gemeentelijke wagenpark naar schonere auto’s
bewustzijn en de betrokkenheid van de bewoners bij de Leidse luchtkwaliteit te vergroten b. Er komt een groene golf in het verkeer, dwz dat stoplichten zo worden afgesteld dat automobilisten telkens groen licht krijgen als ze een constante snelheid aanhouden c. In de toekomst mogen in Leiden alleen nog schone vrachtwagens rijden. Vervuilende vrachtwagens komen er niet meer in.
a. De gemeente start een campagne ‘Leidse Luchtwerken’ om het
Ja
141
Nee
De gemeente gaat maatregelen nemen om de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren. Ik noem u er een aantal. Kunt u aangeven of u hier van wist? (maatregelen worden per drie aan mensen voorgelegd)
Æ
De laatste jaren komt steeds vaker de luchtkwaliteit in het nieuws, met name in stedelijk gebied. 1. Maakt u zich ook wel eens zorgen om de luchtkwaliteit in Leiden? Ja Æ Maakt u zich vaak of soms zorgen? Vaak Soms
HOOFSTUK 16: LUCHTKWALITEIT
De tweede actie heet ‘warm wonen’, met mogelijke energiebesparende maatregelen. Kent u deze van naam? Zo ja: hoe heeft u hier van gehoord? bekend Æ Hoe heeft u hier van gehoord? website warmwonen.nl folder lokale krant anders, nl: __________ niet bekend
18.
Witte fietsenplan introduceren
c.
d.
Nee
___________________________________________________________________________
Heeft u zelf nog andere ideeën voor de gemeente over dit onderwerp?
b. Bent u bereid vanwege de luchtkwaliteit zelf op aardgas te gaan rijden? Doe ik al Ja, zeker Æ} Onder welke voorwaarden? __________ Ja, misschien Æ} Nee
Woont u op de begane grond of in een bovenwoning? Begane grond: eengezinswoning/benedenwoning Bovenwoning in portiek of flat Anders, nl . ___________________________
2.
Woont u in een koop- of huurwoning? Koopwoning Huurwoning
1.
142
.
.
.
.
.
.
Heeft u een auto? Ja Æ a. Bent u bereid vanwege de luchtkwaliteit zelf vaker de auto te laten staan? Doe ik al Ja, zeker Æ} Kunt u voorbeelden noemen in welke gevallen u dat Ja, misschien Æ} wilt gaan doen? ______________________ Nee
e. Stimuleren dat men vaker de auto moet laten staan f. Stimuleren dat mensen schonere auto’s aanschaffen als ze toe zijn aan een nieuwe g. Gebruik parkeerterrein aan de rand van de stad ipv met de auto naar het centrum
Stimuleren wandelen en fietsen door verbetering wandel- en fietspaden
Beter openbaar vervoer
b.
Op dit moment wordt nog erg breed gedacht. Ik noem u een aantal mogelijke maatregelen. Kunt u per maatregel aangeven of u het een erg goede, goede, niet zo’n goede of slechte maatregel vindt? 1= erg goed 2= goed 3= niet zo goed 4 =slecht a. Informatiecampagne om bewoners en bedrijven voor te lichten .
HOOFDSTUK 17: WATER
5.
4.
3.
Vindt u uzelf erg bewust, een beetje bewust of niet bewust in het proberen water niet te vervuilen? erg bewust een beetje bewust niet bewust Æ vraag 8
Indien overlast net buiten het eigen terrein U geeft aan wateroverlast te hebben net buiten uw eigen terrein. Vindt u deze overlast zo dringend dat de gemeente hier maatregelen zou moeten nemen? Ja Æ Heeft u hierover ooit contact opgenomen met de gemeente? Ja/nee Nee
Heeft u zelf maatregelen genomen om wateroverlast in of bij uw huis te voorkomen? ja Æ Welke? (niet helpen, meerdere antwoorden mogelijk) ik heb een regenton ik heb bewust niet heel mijn tuin verhard, maar meer gras en planten ik heb een grasdak ik heb de regenpijp afgekoppeld van het riool, water v. dak stroomt nu in de tuin anders: _____________________________________ nee Æ als wel wateroverlast (v3a,b=ja) Waarom niet? Niet erg genoeg Wil ik nog gaan doen, nl: ______________________ Is taak van woningbouwvereniging/huurbaas Is taak van gemeente Kan ik niet doen, omdat _________________________________ Anders: _____________________
Stadsenquête Leiden 2008
6.
5.
4.
f. Komt de overlast alleen voor bij zware regenval of ook als het gemiddeld regent? Alleen bij zware regenval Ook al bij gemiddelde regenval
e. Heeft de overlast te maken met regenval, grondwater of heeft het andere oorzaken? Regenval Æ vraag f Grondwater Regen en grondwater Æ f Andere oorzaken, nl. __________________________________________
Indien minimaal 1x ja d. Waar bestaat de overlast uit? _______________________________________
De volgende vragen gaan over wateroverlast, in en rond het huis. 3. Heeft u wel eens wateroverlast: a. in uw eigen woning Ja/nee b. buiten uw woning op eigen terrein (tuin/balkon) Ja/nee c. net buiten het eigen terrein van uw woning Ja/nee
Kunt u 1 of meerdere voorbeelden noemen van maatregelen die u zelf neemt, of waar u op let, omdat u het water niet wilt vervuilen? ja Æ (niet helpen, meerdere antwoorden mogelijk) ik gebruik geen bestrijdingsmiddelen hondenpoep van mijn hond ruim ik op ik gooi geen brood in het water als ik eendjes voer ik spoel geen verfresten en andere chemische middelen door het riool ik gebruik geen wc/rioolontstopper ik gebruik geen chloor ik gebruik zoveel mogelijk milieuvriendelijke producten anders, nl: __________________________________ nee
Heeft u het idee de gemeente voldoende doet om het water in Leiden te verbeteren? ja nee, omdat: __________________________________________________ weet niet/geen idee
Wat is het belangrijkste om te verbeteren aan het water in Leiden?
11.
12.
Stadsenquête Leiden 2008
De volgende vragen gaan over mogelijke overlast van meeuwen in uw stad. 1. Merkt u wel eens wat van meeuwen bij u in de buurt? Als nee: Vorig jaar wel? Ja Nee, vorig jaar wel Æ vraag 6 Nee, vorig jaar ook niet Æ vraag 6
HOOFDSTUK 18: MEEUWENOVERLAST
______________________________________________________
Leiden heeft een Waterplan, om knelpunten en kansen op het gebied van water in Leiden te onderzoeken en aan te pakken. Wist u dat Leiden zo’n plan heeft? ja nee
het lelijkst: ____________________________________
het mooist: ____________________________________
Wat vindt u de mooiste en wat de lelijkste waterplek van Leiden?
10.
9.
Dan nu een paar vragen over de grachten, sloten, vijvers en andere wateren in Leiden. 8. Als u een oordeel moet geven over de kwaliteit van de Leidse wateren in het algemeen. Beoordeelt u deze dan met zeer goed, goed, matig of slecht? zeer goed goed matig ) Æ Waarom? ________________________________ slecht ) Æ
7.
Kunt u aangeven of u zelf, bij u in de buurt, veel, een beetje of geen overlast ondervindt van …? Veel Beetje Geen last last last a. Geluidsoverlast van meeuwen b. Meeuwen op het dak van uw huis c. Meeuwennesten d. Meeuwenpoep e. Kapotte vuilniszakken, rotzooi op straat door meeuwen f. Meeuwen die mensen aanvallen g. Andere overlast van meeuwen, nl: _______
3.
143
iedereen 6. Omdat veel bewoners aangeven overlast van meeuwen te hebben, probeert de gemeente hier iets aan te doen. Wist u dit? Zo ja, hoe heeft u hier van gehoord? (meerdere antw mogelijk) Ja, via gemeentelijke website Ja, folder Ja, plaatselijke kranten Ja, landelijke kranten Ja, anders, nl: ________________ Nee
Als vraag 4 = ja 5. Heeft dit geholpen? Ja Gedeeltelijk Æ Toelichting: _______________________________________________ Nee
Als bij vraag 3 minimaal 1x ja 4. Heeft u zelf pogingen gedaan om deze overlast te verminderen? (meerdere antw. mogelijk) Ja, nesten weghalen Ja, draden/netten op het dak spannen Ja, vuilniszakken pas kort van te voren op straat zetten Ja, etensresten niet buiten laten slingeren Ja, anders, nl: ________________________ Nee
Merkt u hier dit jaar meer, evenveel of minder van dan vorig jaar? Meer dan vorig jaar Gelijk Minder dan vorig jaar
2.
Moet u door een tekort aan financiële middelen wel eens bezuinigen op eten, kleding en/of wachten met het betalen van de vaste lasten (zoals huur) en andere rekeningen? Ja Nee
Heeft u schulden? (Hiermee bedoelen we geen hypotheek) Ja Nee
2.
3.
Het komt vaak voor dat mensen geld lenen voor bepaalde uitgaven. Ik noem hierna een aantal vormen van geld lenen. Wilt u aangeven of u daar in de afgelopen 12 maanden gebruik van heeft gemaakt? (meerdere antwoorden mogelijk) op afbetaling gekocht bij postorderbedrijf of winkels rood staan bij bank of giro persoonlijke lening of doorlopend krediet lening bij vrienden of familie lening in het kader van de studiefinanciering andere lening (geen hypotheek voor huis)
5.
144
Hoe moeilijk of gemakkelijk kan uw huishouden rondkomen met het totale huishoudinkomen? zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk
4.
Financiële situatie De volgende vragen gaan over de financiële positie van de burgers van Leiden. De resultaten hiervan zijn van belang voor de gemeente om de juiste beleidsbeslissingen te kunnen nemen en daarmee de burgers die dat nodig hebben financieel te kunnen ondersteunen. We wijzen u er nogmaals op dat de door u gegeven antwoorden anoniem zijn.
Is de financiële situatie van het huishouden waarin u woont in de afgelopen twaalf maanden verbeterd, gelijk gebleven of verslechterd? Verbeterd Gelijk gebleven Verslechterd
1.
Trendvragen financiële situatie Nu volgen drie vragen over uw financiële situatie. Deze vragen worden elk jaar gesteld om te kijken of er verschuivingen optreden in de financiële situatie van de Leidenaars. Dit is van belang voor het bijstandsbeleid van de gemeente. We willen nogmaals benadrukken dat deze enquête anoniem is.
HOOFDSTUK 19: FINANCIELE SITUATIE (INCL. TRENDVRAGEN)
Wanneer heeft uw huishouden voor het eerst te maken gekregen met deze betalingsachterstanden? in de afgelopen 6 maanden 6-12 maanden geleden 1-2 jaar geleden 2-5 jaar geleden >=5 jaar geleden
Zijn uw schulden zodanig, dat u in de problemen bent gekomen of zult komen? ja nee
7.
8.
Stadsenquête Leiden 2008
Is bij de betaling van de aflossing van één of meer van deze schulden OF bij de betaling van uw vaste lasten in de laatste 12 maanden een achterstand ontstaan? Ja Æ Kunt u aangeven bij welke schulden of vaste lasten u een achterstand heeft? (meerdere antwoorden mogelijk) huur/hypotheek gas/water/elektriciteit (mobiele) telefoon belastingen ziektekostenverzekering overige verzekeringen aankoop (op afbetaling) bij postorderbedrijf of winkels rood staan bij bank of giro persoonlijke lening of doorlopend krediet lening bij vrienden of familie lening in het kader van de studiefinanciering andere leningen of betalingsachterstanden, nl: _______________________ nee Æ vraag 7
6.
nee Æ Denkt u dat wel te gaan doen? ja nee Æ Waarom niet? ik weet niet precies welke instantie mij kan helpen ik heb zelf al een oplossing gevonden anders, nl ________________________________
Bent u daar geholpen met uw financiële problemen? ja, goed ja, matig/gaat wel Æ Wat kon beter? ___________________________ nee Æ Waarom niet? _____________________________________
Heeft uw huishouden in verband met een betalingsachterstand hulp gezocht bij hulpverlenende instanties? ja Æ namelijk bij …. (meerdere antwoorden mogelijk) Sociale Zaken Maatschappelijk werk Raad en Daad winkel Stadsbank De Binnenvest GGD GGZ Anders, nl: ____________________
Stadsenquête Leiden 2008
Weet u waarvoor u bij de Stadsbank terecht kunt? (doorvragen, meerdere antwoorden mogelijk) Advies bij financiële problemen Leren omgaan met geld Schuldsanering Budgetcursus Budgetbeheer Geld lenen Anders, nl: ____________________________ Nee, weet het niet
Stadsbank De volgende vragen gaan over de Stadsbank Leiden, gevestigd aan de Langebrug in het gebouw van de Sociale Dienst. SB1. Heeft u wel eens van de Stadsbank gehoord of er iets over gelezen? ja Æ Was dit via de krant, een folder, internet of iets anders? (meerdere antw.) In krant over gelezen Folder gezien/gelezen Website bekeken Via via Anders, nl: ______________ Van gehoord, weet niet meer hoe
HOOFDSTUK 20: FINANCIELE DIENSTVERLENING
9.
nee
Was u tevreden met de dienstverlening? ja nee, omdat: ______________________________
145
Mensen die nog nooit gebruik hebben gemaakt van de Stadsbank: SB2. Bij de Stadsbank kunt u terecht voor advies bij financiële problemen, schuldhulpverlening, een persoonlijke lening, budgetbegeleiding, een budgetcursus en budgetbeheer. Nu u dit weet, denkt u hier in de toekomst gebruik van te gaan maken? ja, zeker ja, misschien nee
Heeft u er wel eens gebruik van gemaakt? Ja Æ Waarvan? (meerdere antwoorden mogelijk) Nee Advies bij financiële problemen Leren omgaan met geld Schuldsanering Budgetcursus Budgetbeheer Geld lenen Anders, nl: __________________
Weet u aan welke eisen je moet voldoen voor je bij de Stadsbank terecht kan? (doorvragen, meerdere antwoorden mogelijk) iedereen kan er terecht als je schulden hebt alleen jongeren alleen 18-plus alleen als je salaris/inkomen hebt alleen als je een uitkering hebt anders, nl: ___________________________ Weet niet
In welke klasse valt het gezamenlijk netto (= schoon) inkomen van uw huishouden? Uitkeringen, pensioengelden, alimentatie en dergelijke zijn ook inkomen. Niet meegerekend worden: vakantiegeld, kinderbijslag, zorg- en huurtoeslag. ≤ Euro 800 801-1130 Euro 1.131-1.350 Euro 1.351- 1.600 Euro Æ alleen vraag 5 en 6b 1.601- 2.000 Euro Æ alleen vraag 5 en 6b 2.001- 2.500 Euro Æ alleen vraag 5 en volgend blok 2.501- 3.000 Euro Æ alleen vraag 5 en volgend blok 3.001 - 3.750 Euro Æ alleen vraag 5 en volgend blok ≥ 3.751 Euro Æ alleen vraag 5 en volgend blok geen antwoord Æ volgend blok
146
Toelichting bij volgende vraag: aan wie worden de verschillende regelingen voorgelegd? A,B,C,D,E Æ iedereen met lager inkomen F Æ iedereen met lager inkomen en met kinderen in het basis- of voortgezet onderwijs G Æ iedereen met lager inkomen en 65-plus of chronisch ziek/gehandicapt
Doelgroepbepaling via selectie vragen: Bent u zelf, of (eventueel) uw partner 65 jaar of ouder? Bent u zelf, of (eventueel) uw partner chronisch ziek of gehandicapt? Heeft u kinderen in het basis- of voortgezet onderwijs? Bent u degene die de financiële zaken regelt in uw huishouden? Aan 40-minners (veronderstelling dat 99% v.d. studenten 40-min is) Ontvangt u studiefinanciering? (eventuele toelichting: als je studiefinanciering ontvangt, kom je niet in aanmerking voor de regelingen)
De volgende vragen alleen aan mensen met lager inkomen
Eventuele toelichting: Of mensen in aanmerking komen voor inkomensondersteunende maatregelen, hangt onder andere af van het inkomen, de huishoudsamenstelling, eigen vermogen en of je een auto hebt. De gehanteerde inkomensgrens is 110% van het sociaal minimum. De bijbehorende bedragen staan in onderstaande tabel. Te zien is dat het sociaal minimum verschilt per woonsituatie en leeftijd. Van 21 tot 65 jaar: netto inkomen, Voor 65 jaar of ouder: netto inkomen, excl excl vakantietoeslag vakantietoeslag Alleenstaande € 925,alleenstaand € 1.011,alleenstaande ouder € 1.190,alleenstaande ouder € 1.246,echtpaar/samenwonenden € 1.322,echtpaar/samenwonenden € 1.386,-
Is het netto maandinkomen van uw huishouden lager of hoger dan … (zie onderstaand schema)? Uitkeringen, pensioengelden, alimentatie en dergelijke zijn ook inkomen. Niet meegerekend worden: vakantiegeld, kinderbijslag, zorg- en huurtoeslag.
1.
Vragen naar: leeftijd, huishoudsamenstelling.
Inkomensondersteuning De gemeente Leiden voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen.
gebruik bekend, geen gebruik onbekend gebruik bekend, geen gebruik onbekend gebruik bekend, geen gebruik onbekend gebruik bekend, geen gebruik onbekend
Heeft u zojuist informatie gehoord over bovenstaande regelingen, waardoor u mogelijk bij de gemeente informatie gaat inwinnen over deze inkomensondersteunende regelingen? ja nee
Stadsenquête Leiden 2008
4.
Indien wel 1 of meer regelingen bekend, maar geen gebruik: 3. U geeft aan 1 of meer regelingen wel te kennen, maar hier geen gebruik van te maken. Waarom maakt u hier geen gebruik van? Ik kom hier niet voor in aanmerking Ik weet niet hoe ik dit moet aanvragen Te veel moeite om aan te vragen Ik wil dit niet aanvragen Niet nodig Niet over nagedacht Anders, namelijk: ______________
g. Regeling ouderen, chronisch zieken en gehandicapten: Een financiële tegemoetkoming voor mensen met een laag inkomen die ouder dan 65, chronisch ziek of gehandicapt zijn
f. Regeling Schoolbijdrage: Een financiële tegemoetkoming voor mensen met een laag inkomen en met kinderen in het basis- of voortgezet onderwijs
d. Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering: AV-gemeente Standaard of Top: Uitgebreide collectieve aanvullende ziektekostenverzekeringen voor minima waarbij de gemeente de premie geheel of gedeeltelijk vergoedt. e. De Langdurigheidstoeslag: Een financiële tegemoetkoming voor een huishouden dat langer dan 5 jaar een inkomen heeft gehad op bijstandsniveau en in die periode geen inkomsten heeft gehad in verband met arbeid.'
gebruik c. De Declaratieregeling/ Eenmalige uitkering: Declaratieregeling Is bedoeld voor minima, en geeft een vergoeding voor sport/cultuur/bibliotheek/NS, e.d.. Voor bekend, geen gebruik onbekend 65+ers met een minimuminkomen betreft het een eenmalige bijdrage.
b. Bijzondere Bijstand : Regeling voor mensen met een wat lager inkomen, om gebruik extra noodzakelijke uitgaven te bekostigen die niet van het maandelijkse inkomen bekend, geen gebruik kunnen worden betaald, zoals verhuis- en inrichtingskosten, koelkast, wasmachine, onbekend e.d. (NB: dit is niet gelijk aan de gewone bijstandsuitkering!!!)
Kunt u aangeven of u de volgende inkomensondersteunende regelingen kent en hier het afgelopen jaar een beroep op heeft gedaan? a. Kwijtschelding Gemeentelijke Belastingen: Huishoudens met een lager gebruik inkomen en weinig vermogen kunnen kwijtschelding aanvragen van gemeentelijke bekend, geen gebruik belastingen, zoals de onroerend zaakbelasting en de afvalstofheffing onbekend
2.
Kunt u Leiden hiervoor beoordelen met een rapportcijfer? ___
De historische kern van Leiden wordt wel eens vergeleken met Haarlem, Delft en Dordrecht. Bent u wel eens in de binnenstad van deze steden geweest? Zo ja, welk rapportcijfer geeft u aan de historische kernen van deze steden? En wat voor cijfer geeft u aan de historische kern van Leiden? Bekend met historische Rapportcijfer kern? historische kern …….. ja Æ a. Haarlem nee …….. b. Delft ja Æ nee c. Dordrecht ja Æ …….. nee d. Leiden Ja Æ ……..
De volgende vraag gaat over het bezoek van horecagelegenheden in Leiden. Heeft u in de afgelopen 12 maanden in Leiden wel eens …………? Zo ja, hoe vaak? Bezoek? Bezoekfrequentie p.j. …….. ja Æ a. wat gedronken op een terras nee …….. b. wat gedronken in een café (binnen) ja Æ nee …….. c. geluncht/ broodje gegeten ja Æ nee d. gegeten in restaurant ja Æ …….. nee
4.
5.
Stadsenquête Leiden 2008
Leiden is een historische stad. Loopt u wel eens rond in Leiden om van de historische kern te genieten? Ja Nee
3.
147
Het Scheltemacomplex huisvest verschillende vormen van actuele kunst. Daarnaast is er een restaurant en theatercafé. Ik noem u nu vier onderdelen van dit complex. Kunt u aangeven of u wist dat deze in het Scheltemacomplex zaten?
4.
ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Weet u wat er te doen is? (meerdere antwoorden mogelijk, NIET HELPEN) eten/restaurant café theatervoorstellingen opleiding/onderzoek concerten tentoonstellingen lezingen /debatten colleges over kunst festivals seminars/ workshops anders, _________________________ Nee
3.
Theaterensemble De Veenfabriek Stedelijk museum de Lakenhal Faculteit der Kunsten (ArtScience) Scheltema Horeca
Weet u wat het is? Ja, complex voor actuele kunst Ja, anders: ___________________________________ Nee Æ vraag 4
2.
a. b. c. d.
Kent u het Scheltemacomplex van naam? En zo ja, kunt u het vinden? Ja, kan het vinden Ja, wel van naam (maar weet niet waar het is) Nee Æ STOP
1.
HOOFDSTUK 23: SCHELTEMACOMPLEX
2.
_________________________________________________________________________
Vindt u dat er in Leiden voldoende te beleven is of wordt georganiseerd? Ja Nee
1.
HOOFSTUK 22: LEVENDIGHEID
Als u Leiden zou moeten aanprijzen aan een buitenstaander. Wat zou u dan met name onder de aandacht brengen? (steekwoorden)
De volgende vragen gaan over Leiden als historische stad. 2. Heeft u in de afgelopen 12 maanden een of meer Leidse musea bezocht? ja Æ Welke? Rijksmuseum van Oudheden nee Rijksmuseum voor Volkenkunde Naturalis Museum Boerhaave Het Koninklijk Penningkabinet Hortus Botanicus Stedelijk Museum De Lakenhal Molenmuseum De Valk anders, namelijk: ____________________________
1.
HOOFDSTUK 21: STADSBEZOEK
Nee
______________________________________________________________________________
Heeft u nog een compliment of een verbetertip voor het Scheltemacomplex?
Waarvoor? (meerdere antwoorden mogelijk) eten/restaurant café theatervoorstelling opleiding/onderzoek concert tentoonstelling lezing/debat college over kunst festival seminar/workshop anders, _________________________
Bent u wel eens in het Scheltemacomplex geweest? Ja Æ Hoe vaak in de afgelopen 12 maanden? _____
Hoe vaak worden er in uw huishouden dagelijkse boodschappen gedaan? Iedere dag 2 à 3 keer per week 1 keer per week 2 à 3 keer per maand 1 keer per maand minder dan 1 keer per maand nooit
148
b. De markt
c. Supermarkt: behorend tot grote keten
d. Buurtsuper, van zelfstandig ondernemer
1A-D. Dagelijkse boodschappen kunnen bij verschillende soorten winkels worden gedaan. Kunt u voor de volgende soorten winkels aangeven of u hier minimaal wekelijks, maandelijks, een paar keer per jaar of nooit komt? Wekelijks of Maandelijks Paar keer Nooit vaker per jaar a. Speciaalwinkels, zoals de bakker, slager, groenteboer, kaasboer, notenbar
1.
HOOFDSTUK 24: BINNENSTAD EN WINKELCENTRA
6.
5.
C 1000 Diamantplein C 1000 Kopermolen C 1000 Slingerland Voorschoten (Planciusplantsoen) C 1000 Oegstgeest Irislaan C 1000 Roemer Oegstgeest Boerhaaveplein C 1000 De Jong Leiderdorp Laan van Ouderzorg C 1000 Zoeterwoude Dorpsstraat Dekamarkt Levendaal Digros Diamantplein Digros Langegracht Digros Stevensbloem Digros Leiderdorp Winkelhof Hoogvliet Levendaal Hoogvliet Voorschoten Hoogvliet Leiderdorp Hoogvliet Kennedylaan Lidl Kopermolen Lidl Vijf Meiplein Spar Brahmslaan Spar Herenstraat Spar IJsselkade Spar Lange Mare Super de Boer Stationsweg Anders
Stadsenquête Leiden 2008
als men wel eens bij een supermarkt komt: e 2. Bij welke supermarkt doet u meestal uw boodschappen. En welke supermarkt is uw 2 keus? Albert Heijn Bevrijdingsplein Albert Heijn Hooigracht Albert Heijn Kooilaan Albert Heijn Kopermolen Albert Heijn in het station Albert Heijn Stevensbloem Albert Heijn Leiderdorp Winkelhof Albert Heijn Oegstgeest Irislaan Albert Heijn Oegstgeest Terweeplein Albert Heijn Voorschoten Schoolstraat Aldimarkt Langegracht Aldimarkt Garenmarkt/Raamsteeg Aldimarkt Voorschoten Schoolstraat Aldimarkt Stationsplein
5.
Steden buiten regio 31. Den Haag 32. Rotterdam 33. Amsterdam 34. Utrecht 35. Zoetermeer 36. Gouda 37. Leidschendam 38. Wassenaar 39. Noordwijk 40. Alphen a/d Rijn 48. elders
. . . .
4. grotere elektrische apparatuur, zoals tv, geluidsapparatuur
5. kleine elektrische huishoudelijke apparatuur (koffiezetapp., etc.)
6. drogisterij/parfumerie-artikelen
7. gezelligheidswinkelen, zonder koopdoel
. .
3. meubelen, gordijnen en woninginterieur
.
2. schoenen en lederwaren
1. dames- en herenkleding
Nu noem ik een aantal winkelartikelen. Kunt u aangeven in welke stad/winkelcentrum u deze artikelen meestal koopt en in welke steden/centra soms? Meestal
Steden in Holland Rijnland 21. Oegstgeest 22. Leiderdorp 23. Voorschoten 24. Alkemade (= o.a. Roelofarendsveen) 25. Zoeterwoude 26. Katwijk (Rijnsburg, Valkenburg) 27. Teijlingen (Sassenheim, Warmond, Voorhout)
Stadsenquête Leiden 2008
Wilt u nog iets toelichten wat u graag verbeterd wil zien? _________________________
Kunt u de volgende aspecten van de binnenstad van Leiden beoordelen met een rapportcijfer? Sfeer . Horeca . Hoeveelheid winkels . Diversiteit aan winkels . Looproutes door het Centrum . Bereikbaarheid per auto . Parkeren .
De volgende vragen gaan over de binnenstad van Leiden. 4. Hoe gaat u meestal naar de binnenstad van Leiden? Lopend Per fiets Per brommer Met openbaar vervoer Met de auto Kom er nooit Æ Naar 7
3.
Winkelcentra binnen Leiden 1. Binnenstad 2. Luifelbaan/Bevrijdingsplein 3. Diamantplein 4. Herenstraat 5. Kopermolen 6. Stevensbloem 7. Kooiplein 10. Wagnerplein/Kennedyln/ Brahmslaan 11. IJsselkade 18. overig Hoe gaat u meestal naar dit winkelcentrum?
Kunt u de volgende aspecten van dit winkelcentrum waar u ook wel eens boodschappen doet beoordelen met een rapportcijfer? Sfeer . Horeca . Hoeveelheid winkels . Diversiteit aan winkels . Looproutes door het winkelcentrum . Bereikbaarheid per auto . Parkeren .
7.
8.
20
2.
149
Achtergrondinformatie voor enquêteur: Vakantiepas: Klein boekje, groen/blauw, korting voor kinderen van 4 - 12 jaar op o.a. diverse musea, recreatie, sport, openluchttheater, activiteiten in bibliotheken en stads- en kinderboerderijen. Titel: NATUURlijk. Bevat tevens Goede Doelen actie. Het geld van het goede doel gaat dit jaar naar het Wereld Natuurfonds en de jaguar
Aantal wel gekregen: ___ kinderen Aantal niet gekregen: ___ kinderen Weet niet meer: ___ kinderen
De vakantiepas wordt in principe via de basisschool verspreid. Kunt u zich nog herinneren of uw kind(eren) de Vakantiepas heeft/hebben gekregen? (LET OP: gaat alleen om kinderen die vorig jaar op de basisschool zaten. Totaal aantal kinderen moet gelijk zijn aan aantal bij vraag 1)
Bekendheid en gebruik De volgende vragen gaan over de Vakantiepas van 200720. Deze pas is vorig jaar in de week voor de zomervakantie verspreid onder kinderen op de basisschool. Hiermee konden kinderen tijdens de zomervakantie gratis of met korting een groot aantal activiteiten ondernemen.
Selectievraag: 1. Heeft u kinderen die vorig schooljaar op de basisschool zaten? Ja Æ Hoeveel? __ kinderen op de basisschool Nee Æ stop, volgend blok
HOOFDSTUK 25: VAKANTIEPAS
Lopend Per fiets Per brommer Met openbaar vervoer Met de auto
Als u de binnenstad niet meerekent, welk (ander) winkelcentrum in Leiden bezoekt u dan het vaakst?
geen andere Æ volgend blok _____________________________
6.
Zijn er activiteiten die u graag toegevoegd zou zien aan de Vakantiepas? Zo ja, welke? Ja, _______________________________________________________________________ Nee
Momenteel is de VakantiePas alleen geldig in de zomervakantie. Stel, er komt ook een pas voor andere vakanties. Zou u hier gebruik van maken? Ja, zeker Ja, misschien Nee Æ Waarom niet? ____________________________________________ STOP
7.
8.
150
Wist u dat er op de website www.kindervakantiepas.nl extra activiteiten staan die niet in het boekje zijn opgenomen? Als hiermee bekend: heeft u op deze site gekeken? Als site bekeken: heeft u hier ook gebruik van gemaakt? ja, bekend en bekeken Æ Heeft u er ook gebruik van gemaakt? ja, bekend, niet bekeken Ja nee, onbekend nee
6.
Beter kan: ________________________________________________________________
Goed: ___________________________________________________________________
Gebruiksdoeleinden 5. Wat vindt u de goede punten van de vakantiepas en wat zijn punten die verbeterd kunnen worden:
_______________________________________________________________________
4. Waarom heeft/hebben uw kind(eren) geen gebruik van de pas gemaakt?
3. U geeft aan dat … kind(eren) de pas hebben gekregen. Hoeveel van hen hebben de vakantiepas gebruikt? Ja, ___ kinderen Æ Voor 1 of meerdere activiteiten? 1 activiteit Nee, geen een meerdere activiteiten
Als niemand de pas heeft gekregen Æ STOP, volgend blok
Als minimaal 1 kind geen pas heeft gekregen: Eventueel reden waarom geen pas gekregen noteren: _____________________
Bent u in deze organisatie(s) meer bestuurlijk, coördinerend of uitvoerend bezig? (meer antw.) bestuurlijke taken coördinerende/ leidinggevende taken uitvoerende taken
Hoeveel uur per week besteedt u hier in totaal gemiddeld aan? minder dan 2 uur 2-5 uur 6- 10 uur 10– 20 uur 21 uur en meer Verricht u het vrijwilligerswerk in of buiten de gemeente Leiden? in de gemeente buiten de gemeente in en buiten de gemeente Kent u het Steunpunt Vrijwilligerswerk/WAVeS en heeft u wel eens gebruik gemaakt van haar diensten? Bekend Gebruik ja Æ ja nee nee
2.
3.
4.
5.
Stadsenquête Leiden 2008
Vrijwilligerswerk gaat niet alleen om zorg of dienstverlening, maar ook om bijvoorbeeld bardiensten bij een vereniging, schrijven voor een clubkrantje, lid zijn van een bestuur, hulp op school of activiteiten voor een kerk. Doet u aan vrijwilligerswerk? ja Æ Bij wat voor type organisatie(s)? (Zie lijst) nr: ___ nr: ___ nr: ___ nee Æ vraag 5
10.culturele organisatie (incl. muziekverenigingen, koren e.d.) 11.politieke en/of campagneorganisatie 12.vakvereniging 13.bewonerscommissie/ buurtvereniging 14.club- en buurthuiswerk 15.kinderopvang/ peuterwerk 16.school/ onderwijs 17.actiegroep/ belangenorganisatie 18.hobbyclub 20.anders
1.
1.ouderenorganisatie 2.jongerenorganisatie 3.migrantenorganisatie 4. vrouwenorganisatie 5.sportvereniging 6.organisatie voor zorg en dienstverlening 7.mantelzorg 8.zelfhulporganisatie 9.kerkelijke of levenbeschouwelijke organisatie
BIJLAGE
De volgende vragen gaan over vrijwilligerswerk. U heeft hierover in de bijlage van de aankondigingsbrief kunnen lezen. Daarin staat o.a. een opsomming van organisaties waar mensen vrijwilligerswerk kunnen doen:
HOOFDSTUK 26: VRIJWILLIGERSWERK
Vindt u dat u in een buurt woont waar u prettig kan wonen en leven? Ja Nee
Met hoeveel verschillende buren of buurtgenoten maakt u geregeld een praatje? (ENQ: niet ____ personen eigen gezin)
Vindt u dat uzelf voldoende contact heeft met uw buurtgenoten? Ja Nee
Vindt u het belangrijk dat mensen uit de buurt geregeld met elkaar een praatje maken omdat ze samen een buurt vormen? Ja Æ Heeft u ideeën om het buurtgevoel te versterken? ______________________ Nee
3.
4.
5.
Vindt u dat de buurtbewoners van verschillende afkomst in uw buurt goed met elkaar omgaan? Ja Nee Niet van toepassing
U zei zonet dat u met < …..> buurtgenoten geregeld een praatje maakte. Hoeveel van hen hebben een andere etnische achtergrond dan u zelf heeft? ______ personen
8.
9.
Stadsenquête Leiden 2008
Vindt u deze mix van bewoners in uw wijk goed, redelijk, matig, niet goed? Goed Redelijk Matig Niet goed
7.
Leiden is een stad waar veel verschillende mensen van Nederlandse en buitenlandse afkomst samenwonen. 6. Kunt u een inschatting maken hoeveel Leidenaren van buitenlandse afkomst er in uw straat wonen. Dus als u 10 woningen in gedachten neemt, in hoeveel wonen er Leidenaren die in het buitenland geboren zijn? in _______ van de 10 woningen
Vindt u dat u de mensen in uw buurt op een prettige manier met elkaar omgaan? Ja Nee, waarom niet? ______________________________________
2.
Minst prettig _________________________________________________________
Meest prettig ________________________________________________________
1a. Kunt u aangeven wat u het meest prettig en wat u het minst prettig vindt aan de buurt waar u woont.
1.
HOOFDSTUK 30: MULTICULTURELE BUURTCONTACTEN
HOOFDSTUKKEN 29-33: VEELKLEURIG LEIDEN
Vindt u dat u voldoende contact heeft met mensen van een andere afkomst dan u zelf? Ja Nee
Heeft u ideeën om het samenleven van burgers van meerdere culturen in uw buurt of stad verder te verbeteren?
11.
12.
Voelt u zich meer Nederlander of ? (enquêteur: probeer mensen te laten kiezen) Nederlander Buitenlander beide evenveel
15.
151
En buitenshuis?
(meestal) Nederlands (meestal) andere taal )–>Welke? Turks/Arabisch/Berbers/Engels/Papiamento evenveel Nederlands als andere taal)
14.
Taal 13. Spreekt u zelf thuis binnen uw familie meestal Nederlands of een andere taal? (meestal) Nederlands (meestal) andere taal )–>Welke? Turks/Arabisch/Berbers/Engels/Papiamento evenveel Nederlands als andere taal)
HOOFDSTUK 31: TAAL, RELIGIE EN NORMEN EN WAARDEN
____________________________________________________________________
Zijn er nog andere plaatsen, buiten uw buurt waar u met mensen van andere afkomst dan uzelf in aanraking komt. Zo ja, kunt u er een paar noemen? Ja, op werk Ja, op school Ja, tijdens sporten Ja, bij het vrijwilligerswerk Ja in de winkel Ja, vriendenkring/kennissenkring Ja, bij het uitgaan Ja, in de stad Ja, via de kinderen Ja, op een andere plaats __________________________
10.
152
b. ____________________________________________________________________________
Stadsenquête Leiden 2008
24. Heeft u kinderen op de basisschool? ja nee Æ Vraag 29
23. Ouders wegen bij de schoolkeuze vaak diverse aspecten af. Stel u heeft jonge kinderen en u zou een basisschool voor hen moeten kiezen. Wat is voor u het meest belangrijke aspect en wat vindt u andere belangrijke aspecten die meewegen bij de keuze van een school? (SPONTAAN niet helpen, meerdere antwoorden mogelijk) geloofsovertuiging/ grondslag school school dichtbij huis kwaliteit van het onderwijs dat vriendjes of vriendinnetjes naar deze school gaan % allochtonen leerlingen anders, nl ____________________
Normen en waarden 18. Er wordt de laatste tijd veel gepraat over waarden en normen. Wat vindt uzelf belangrijke waarden en normen waaraan burgers van Leiden zouden moeten voldoen?
a. ____________________________________________________________________________
De volgende vraag gaat over de schoolkeuze van ouders voor hun kind. 22. Heeft u kinderen van 0-13 jaar? ja nee Æ Vraag 29
___
___
17a. Bent u naast het bezoeken van dienst en de gebedsruimten ook actief als vrijwilliger, hulp in uw geloofsgemeenschap? Ja Nee
Behoud van de eigen cultuur, opvoeding en geloof
-
___
Wilt u nog iets toelichten over dit onderwerp?________________________________________________________
Dat buurtbewoners zich aanpassen aan medebewoners
HOOFDSTUK 32: SCHOOLKEUZE EN TOEKOMSTVERWACHTING KINDEREN
21.
Respect voor ieders geloof, levensstijl en overtuiging
-
Nu noem ik dezelfde normen en waarden nogmaals op. Kunt u middels een rapportcijfer aangeven hoe u de huidige situatie in Leiden beoordeelt? Rapportcijfer
20.
-
Ik noem nu een aantal normen en waarden. Kunt u aangeven of u deze heel belangrijk (1), belangrijk (2), beetje belangrijk (3) of helemaal niet belangrijk (4) vindt? heel belang- beetje helemaal geen belangrijk belangniet antwoord rijk rijk belangr. a. Respect voor ieders geloof, levensstijl en overtuiging b. Dat buurtbewoners zich aanpassen aan medebewoners c. Behoud van de eigen cultuur, opvoeding en geloof
19.
17. Gaat u ook wel eens naar de kerk, moskee of tempel? Zo ja, hoe vaak? ja, wekelijks of vaker ja, 2 tot 3 keer per maand ja, maandelijks ja, minder dan 1 keer per maand ja, 1-3 keer per jaar nee
Religie Er zijn verschillende geloofsovertuigingen (bijv. het christendom, de islam enz). 16. Rekent u zichzelf tot een van deze geloofsovertuigingen? ja, christendom ja, islam ja, hindoeïsme ja, jodendom ja, boeddhisme ja, anders, nl ____________ nee Æ Ook niet passief, dus dat u een geloof aanhangt, maar zonder actief kerk of moskeebezoek)? Nee, ook niet passief ja, wel passief christendom ja, wel passief islam ja, wel passief hindoeïsme ja, wel passief jodendom ja, wel passief boeddhisme ja, wel passief iets anders, nl ____________ Æ naar vraag 20
Bent u het afgelopen jaar actief geweest als vrijwilliger of hulpouder op de basisschool van uw kind(eren)? Bijv. als voorlezer, overblijfhulp, begeleider van zwemlessen of bij een schoolreisje. ja nee
26.
Stadsenquête Leiden 2008
Mijn kinderen zijn voor mij pas geslaagd als ze een eigen gezin stichten
c.
Een eigen bedrijf beginnen zie ik als het ideaal voor mijn kinderen
b.
Mijn kinderen moeten het in de maatschappij verder schoppen dan ik
a.
De volgende stellingen gaan over de toekomst van uw eigen kinderen of hoe u die zou zien als u kinderen had. Kunt u aangeven of u het hier mee helemaal eens, eens, oneens of helemaal oneens bent? helemaal helemaal geen eens eens oneens oneens mening
e. Het maakt mij niet uit of mijn kind homoseksueel is
31.
d. Als ik schoolgaande kinderen zou hebben dan maakt het mij niet uit als ze les krijgen van een homoseksuele leraar
Homoseksualiteit
c. Getrouwde vrouwen moeten voor het gezin zorgen in plaats van werken
Positie vrouw a. Jongens en meisjes moeten dezelfde kansen krijgen om door te leren b. Het zelfstandig wonen van ongehuwde meisjes is ongewenst
Nu noem ik u een aantal stellingen. 27. Kunt u aangeven of u het helemaal eens, eens, oneens of helemaal oneens bent met de volgende stellingen? helemaal helemaal geen eens eens oneens oneens antwoord
Heeft u het afgelopen jaar wel eens een ouderavond, voorlichtingsavond of andere bijeenkomst bijgewoond die door de basisschool werd georganiseerd? ja nee
25.
30.
29.
153
______________________________________________________________________________
Zijn er activiteiten, evenementen of voorzieningen die u voor uzelf mist in Leiden of graag uitgebreid zou willen zien?
_____________________________________________________________________________
Als u denkt aan de komende 15 jaar, wat vindt u dan belangrijk als u denkt aan de stad Leiden.
______________________________________________________________________________
Het volgende twee vragen betreffen de toekomst van Leiden op de langere termijn. We willen graag uw mening horen hoe Leiden er over 15 jaar uit zou moeten zien. 28. Kunt u een sterk punt van Leiden noemen dat Leiden in 2020 zeker moet hebben behouden?
HOOFDSTUK 33: DE STERKE PUNTEN VAN LEIDEN EN DE TAAK VOOR DE TOEKOMST