Goedgekeurd door Sectorcomité Noord Sibelgas op 28.02.2012
SOCIALE APPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN AARDGAS ARTIKEL 1 ALGEMEENHEDEN Onderhavig reglement legt de modaliteiten vast met betrekking tot de oprichting van installaties voor de distributie van aardgas naar/in sociale appartementsgebouwen en sociale wooncomplexen voor residentiële bewoning en centra voor kortverblijf. De initiatiefnemers worden hierna ‘sociale bouwmaatschappij’ genoemd. De sociale bouwmaatschappij en de distributienetbeheerder dienen onderhavig reglement na te leven. Bij verkavelingen waarin zowel individuele bewoning als een of meerdere appartementsgebouwen werden voorzien, zal op elk van deze onderdelen het overeenstemmende reglement worden toegepast. DEFINITIES Sociaal appartementsgebouw / Sociaal wooncomplex Een woongebouw waar meerdere eindafnemers aanwezig zijn in minstens twee verticaal of horizontaal aanpalende of aansluitende woongelegenheden en dat wordt opgericht door een sociale bouwmaatschappij. Sociale bouwmaatschappij -
De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (V.M.S.W.) en de door haar erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant (afgekort tot Vlabinvest) of een natuurlijke of rechtspersoon, voorzover zij optreden als erkende sociale huisvestingsmaatschappij in de zin van artikel 40 van het Vlaams Decreet houdende de Wooncode van 15 juli 1997, zoals diverse malen gewijzigd, en die onder zijn verantwoordelijkheid een bouwproject opmaakt of laat opmaken, de uitvoering ervan coördineert of laat coördineren, om uiteindelijk al dan niet de eigendom van of het gebruiksrecht op het gerealiseerde onroerende goed aan een derde over te dragen.
-
De rechtspersoon (onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, een provinciebestuur, een gemeentebestuur, een OCMW, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, een publiekrechtelijke vereniging, een vennootschap met sociaal oogmerk of een ziekenfonds) die een project realiseert dat kadert binnen de bepalingen van artikel 10 of artikel 12 van het Vlaams Decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg.
Centrum voor kortverblijf Een voorziening die als opdracht heeft de gebruiker, in daartoe bestemde lokalen, ’s nachts of gedurende een beperkte periode, verblijf, alsmede geheel of gedeeltelijk, de gebruikelijke gezinsverzorging en huishoudelijke verzorging te bieden, zoals bepaald in artikel 12 van het Vlaams Decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg. Gemeenten, autonome gemeentebedrijven, OCMW’s of verenigingen van gemeenten De gemeenten, autonome gemeentebedrijven, OCMW’s of verenigingen van gemeenten die over een reglement van sociale verkavelingen of over een toewijzingsreglement terzake beschikken en dit document kunnen voorleggen. Woongelegenheid Ruimte die door een gezin of een alleenstaande als woning gebruikt wordt (in de zin van artikel 2, §1,31° van het Vlaams Decreet houdende de Wooncode van 15 juli 1997, zoals diverse malen gewijzigd) en waarvan het energieverbruik afzonderlijk aangerekend wordt. Eindafnemer Elke natuurlijke of rechtspersoon die aardgas koopt voor eigen gebruik. ARTIKEL 2 De sociale bouwmaatschappij zal via de betrokken gemeente aan de distributienetbeheerder één kopie overhandigen van het bij de bevoegde overheid ter goedkeuring ingediende bouwplan met aanduiding van het aantal voorziene woongelegenheden. ARTIKEL 3 De distributienetbeheerder zal het ontwerp opmaken van de installaties, nl. van het lagedruknet, de eventueel aan te leggen middendrukvoeding en de eventueel op te richten distributiecabine, en deze situeren op het plan. De distributienetbeheerder zal eveneens de ontwerpplannen en de kostenraming opmaken voor voornoemd project. Deze plannen en de kostenraming zullen - onder voorbehoud van goedkeuring van de bouwaanvraag door de vergunningverlenende overheid – schriftelijk aan de sociale bouwmaatschappij worden meegedeeld.
DNB-2011-347* – Sociale appartementsgebouwen en wooncomplexen aardgas
ARTIKEL 4 Indien een gasdistributiecabine noodzakelijk wordt geacht door de distributienetbeheerder, zullen de inplanting en de bouwtechnische aspecten van het lokaal worden bepaald in samenspraak met de distributienetbeheerder overeenkomstig de desbetreffende normen. De plaats en de nodige ruimte voor de cabine en de voedingsleidingen alsook de toegang voor het personeel en het materieel van het personeel dat werkzaam is voor de distributienetbeheerder zullen door deze laatste in overleg met de sociale bouwmaatschappij worden bepaald. Deze afspraken zullen worden vastgelegd in de notariële basisakte voor het gebouw waarbij de distributienetbeheerder de nodige zakelijke rechten voor de terbeschikkingstelling van de nodige ruimte voor de gasdistributiecabine verwerft tegen de prijs van 650 EUR per m² nuttige oppervlakte, alsook de bijhorende erfdienstbaarheden voor de leidingen en de doorgang. De overeenkomst hierover wordt gesloten vóór de aanvang der werken, waarbij de distributienetbeheerder de kosten van de akte en de registratierechten draagt. Bij de overdracht van de eigendom of van het genot van (een gedeelte van) het gebouw zal de sociale bouwmaatschappij in de desbetreffende akte dezelfde verbintenissen aan de verkrijger opleggen. De meetgroepen worden in een afzonderlijk lokaal ondergebracht dat steeds toegankelijk is voor het personeel dat werkzaam is voor de distributienetbeheerder. De sociale bouwmaatschappij zal op haar kosten instaan voor de aanleg van de verbinding tussen de meetgroepen en de cabine, dit overeenkomstig de desbetreffende geldende technische voorschriften. ARTIKEL 5 De distributienetbeheerder zal van de sociale bouwmaatschappij een eensluidend verklaard afschrift ontvangen van de bouwvergunning en van het goedgekeurd plan, met vermelding van de lokalen voor het onderbrengen van de meetgroepen en het eventueel inrichten van een gasdistributiecabine, zodra deze zullen zijn afgeleverd door de bevoegde overheid. ARTIKEL 6 De distributienetbeheerder zal voor de uitvoering van het project, zoals bepaald in onderhavig artikel 3, instaan overeenkomstig de plannen en hij zal de kosten ervan dragen. Voor de eventueel noodzakelijke investeringen voor de verbinding van het sociaal appartementsgebouw/wooncomplex met het nabijgelegen distributienet, inclusief het (her)inrichten van een eventuele distributiecabine en voor de kosten stroomopwaarts, worden aan de sociale bouwmaatschappij geen kosten aangerekend voor zover de technische vereisten van het project bepaalde normen niet overschrijden. Indien het project de gestelde normen overschrijdt, is de sociale bouwmaatschappij een financiële tussenkomst per eindafnemer verschuldigd. De Raad van Bestuur van de distributienetbeheerder bepaalt jaarlijks deze normen en bedragen. De distributienetbeheerder zal er evenwel slechts toe gehouden zijn het project uit te voeren op voorwaarde dat voldaan werd aan de modaliteiten van de reglementering betreffende de elektriciteitsdistributie, voor zover het gebouw gelegen is op het grondgebied van een gemeente waar de distributienetbeheerder eveneens elektriciteitsdistributienetbeheerder is.
DNB-2011-347* – Sociale appartementsgebouwen en wooncomplexen aardgas
In de praktijk zullen deze werkzaamheden slechts worden uitgevoerd overeenkomstig de schriftelijk vastgelegde besluiten van de coördinatievergaderingen die vóór en tijdens de werken plaats grijpen. ARTIKEL 7 De distributienetbeheerder zal de installaties plaatsen overeenkomstig de uitvoeringsplannen en de sociale bouwmaatschappij zal alle kosten dragen veroorzaakt door de verplaatsing of de wijziging van deze installaties indien zij hierom verzoekt vóór de beëindiging van het oorspronkelijk geplande project. Indien de werken tijdelijk moeten worden stopgezet om redenen eigen aan de sociale bouwmaatschappij, zullen haar de eventuele meerkosten worden aangerekend. Na de voltooiing van het project zullen de kosten van verplaatsing of wijziging van hoger vermelde installaties volledig ten laste vallen van de aanvrager. ARTIKEL 8 De volle en uitsluitende eigendom van de installaties voor aardgasdistributie komt toe aan de distributienetbeheerder. ARTIKEL 9 Van zodra in het Vlaams Gewest een decretale bepaling in voege treedt die inhoudt dat openbare wegenis waarlangs biogasnetten of warmtenetten op basis van restwarmte, hernieuwbare energiebronnen of kwalitatieve warmtekrachtkoppeling worden aangelegd, als ontsloten beschouwd worden in het kader van de decretaal opgelegde aansluitbaarheidsgraad voor het aardgasnet (95% en 99% in respectievelijk het jaar 2015 en 2020), zal de verkavelaar niet langer verplicht zijn een aardgasdistributienet in de verkaveling te laten aanleggen, voor zover dit is opgenomen in de verkavelingsvergunning die door de bevoegde overheid aan de verkavelaar wordt afgeleverd. Dezelfde regeling geldt ten aanzien van gegroepeerde wooneenheden, wooncomplexen of (appartements)gebouwen met een energieprestatiepeil lager dan E20 of die voorzien in hun volledige verwarmingsbehoefte door middel van hernieuwbare energiebronnen, mits dit is opgenomen in de verkavelingsvergunning die door de bevoegde overheid aan de verkavelaar wordt afgeleverd. ARTIKEL 10 De modaliteiten en prijzen van de eigenlijke aansluiting van de appartementen en woongelegenheden zijn in dit reglement niet vervat. Wat betreft de kosten van de aansluitleiding en de opstelling van de meetmodules blijven de door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) goedgekeurde aansluitingstarieven van kracht. ARTIKEL 11 Indien het project van de sociale bouwmaatschappij deel uitmaakt van een groter project waarbij ook niet-sociale (private) woongelegenheden worden gecreëerd (“gemengde projecten”), zijn de voorwaarden van onderhavig reglement uitsluitend van toepassing op die woongelegenheden die volledig voldoen aan de gestelde criteria voor sociale appartementsgebouwen/wooncomplexen. ARTIKEL 12
DNB-2011-347* – Sociale appartementsgebouwen en wooncomplexen aardgas
Ingeval van onduidelijkheid over de interpretatie van hoger vermelde artikelen, zal de gepaste beslissing worden genomen door de Raad van Bestuur van de distributienetbeheerder. ARTIKEL 13 Onderhavige reglementering is van toepassing vanaf 1 januari 2012 en vervangt alle voorgaande.
*** * ***
DNB-2011-347* – Sociale appartementsgebouwen en wooncomplexen aardgas