SNEL, EFFICIËNT, INNOVATIEF
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Optimaliseer uw workflow, verhoog uw productiviteit
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Inhoud 1 Programmeerrichtlijnen......................................................................................................................................... 2 2 Naída CI Q70-spraakprocessor........................................................................................................................ 9 3 HiRes Optima™-geluidsverwerking..............................................................................................................20 4 Neptune™-programmeerrichtlijnen.............................................................................................................23 5 Beheer van een bilaterale gebruiker............................................................................................................28 6 Klinische programmeerhulpmiddelen........................................................................................................33 7 CPI-3 programmeerinterface..........................................................................................................................38 8 NRI-stappen en -procedures............................................................................................................................40 9 NRI problemen oplossen....................................................................................................................................44 10 OK-metingen uitvoeren......................................................................................................................................46 11 Remote fitting............................................................................................................................................................50
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
1
Programmeerrichtlijnen Nieuwe patiënten en terugkerende patiënten
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Aan de slag Wanneer u SoundWave™ Professional Suite versie 2.2 (SoundWave 2.2) start, zal het patiëntenbeheervenster verschijnen. Hier vindt u de lijst van gebruikers (patiënten) en de taakgroep(en) van de aanpashardware. Aanpashardware Softwareopties
Actiescherm Voorbeeldscherm
Managementraster
Sluit de spraakprocessor aan op de aanpashardware en plaats de zendspoel op ter hoogte van het implant van de patiënt. Controleer de taakgroep Fitting Hardware (Aanpashardware) in de Ribbonbar.
•
• De
taakgroep moet aangeven dat het implantaat klaar is.
TIP: klik op een pictogram in de taakgroep Fitting Hardware (Aanpashardware) voor toegang tot hardwareopties. Klik bijvoorbeeld op de spraakprocessor voor het initialiseren of het maken van een back-up van de spraakprocessor.
3 Programmeerrichtlijnen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Programmeerstappen: Nieuwe patiënt Stap 1: Maak het patiëntbestand aan
• Selecteer
• Het
New (Nieuw) in het actiescherm, voer de vereiste informatie in en selecteer OK.
venster New Implant (Nieuw implantaat) opent. Voer de vereiste informatie in en selecteer OK.
Merk op dat het venster New Implant ook zal verschijnen wanneer de zendspoel op de gebruiker geplaatst wordt. Stap 2: Conditioning elektroden
• Selecteer het tabblad Impedances en klik dan op Condition Right of Condition Left in het actiescherm. Of selecteer
Run Conditioning van het implantaatpictogram in de taakgroep Fitting Hardware. Impedanties worden standaard gemeten als het gebruikerbestand en het implantaat verbonden zijn en na conditioning Stap 3: Maak programma's
• Ga
naar het tabblad Programs en selecteer New Right (Nieuw rechts), New Left (Nieuw links) of New Bilateral
(Nieuw bilateraal) in het actiescherm. Voorbeeld: Programmavenster
• Nieuw
in SoundWave 2.2 is de mogelijkheid om de aanpasvensters weer te gevem als tabbladen. Programma parametergroepen
Shapinghulpmiddelen
Algemeen shapingtool
Auto T
4 Programmeerrichtlijnen
Center frequenties
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
• Selecteer
een strategie (HiRes – P is standaard).
• Controleer • Voor
Audio Mixing in Settings (Instellingen). de Harmony™ spraakprocessor houdt u rekening met het volgende en raadpleegt u zo nodig de
SoundWave-handleiding voor gedetailleerde informatie over Audio Mixing:
• Enkel
T-Mic™ programma: Selecteer Aux Only.
• Programma
• Voor
voor invoer FM of Externe aux input: Selecteer 50/50 of 30/70 Mic/Aux.
de Neptune™ spraakprocessor houdt u rekening met het volgende en raadpleegt u zo nodig de
SoundWave-handleiding voor gedetailleerde informatie over Audio Mixing: T-Mic programma (vereist T-Comm™ accessoire): Selecteer Mic Only.
• Enkel
• Programma • Voor
voor invoer FM of Externe aux input: Selecteer 50/50 of 30/70 Mic/Aux.
de Naída CI Q70 (Naída CI) spraakprocessor dient u er rekening mee te houden dat Aux verwijst
naar de luisterspoel en niet naar de T-Mic of Externe aux input. Houd dus rekening met het volgende:
• Programma
• Raadpleeg
luisterspoel: 50/50 of 30/70 Mic/Aux.
het gedeelte Naída CI van dit document voor informatie over audio mixing en microfoonbronnen. Als de spraakprocessor een volume- of sensitiviteitsknop heeft, zullen deze waarden tijdens het programmeren invloed hebben op de instelling van de knop.
• Neptune
spraakprocessor De volume- en sensitiviteitsknoppen van Neptune bevinden zich op de Neptune Connect, die weggenomen wordt tijdens het programmeren. Daarom worden de instellingen van deze knoppen beheerd op de ribbon bar.
In alle gevallen is de uitlezing op de ribbon bar een absolute waarde tussen -100 en +100% onafhankelijk van de volume- en sensitiviteitsinstellingen van het programma. M-niveaus instellen met Speech Burst™ of Live Speech-stimulatie (Speech Burst is standaard).
•
• De
instellingen fijnafstellen, bijvoorbeeld: verhoog het input dynamisch bereik van 60 dB naar 80 dB voor
een verbeterde toegang tot zachtere geluiden of beheer Gain vanuit het tabblad Input.
• Sla
het programma op
• Selecteer
Save and Close uit de programmataakgroep. Het programma krijgt een ID toegewezen in het
patiëntenbeheervenster.
• Maak
extra programma's. Markeer een programma en selecteer Copy in het actiescherm of
volg de vorige stappen voor een nieuw programma. 5 Programmeerrichtlijnen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Onthoud: een programma blijft bewerkbaar tot het opgeslagen is in een spraakprocessor, een rapport wordt gegenereerd, gestimuleerd wordt in het patiëntenrecordvenster of het patiëntbestand wordt gesloten. Stap 4: Initialiseer de processor • Initialiseer
om de spraakprocessor voor te bereiden op het programmeren of het downloaden van programma's.
• Selecteer Initialise in het processorscherm of de taakgroep Fitting Hardware.
• Voer
• Selecteer de kant in het vervolgkeuzemenu om de processor toe te wijzen voor gebruik Left, Right of Bilateral.
het serienummer in als dit nog niet is ingevuld (optioneel).
Merk op dat bij het initialiseren als een bilaterale processor deze gebruikt kan worden voor gebruik links of rechts.
• Selecteer Yes.
Stap 5: Programma's downloaden
• Initialiseer
• Klik
• Beheer
de spraakprocessor zoals vereist.
en sleep of voer het programma-ID in in de gewenste programmaslot in het processorscherm. LED's en/of alarmen per programma of per processor waar beschikbaar voor de aangesloten
spraakprocessor. Klik gewoon op de pictogrammen voor status-LED, hoorbaar alarm of intern alarm in het processorscherm om ze uit te zetten.
• Klik
op Download in het processorscherm.
Programma's kunnen gedownload worden naar een back-up spraakprocessor vanuit het tabblad Visit History (Bezoekgeschiedenis): klik en sleep een bezoekgeschiedenisbestand naar het processorscherm. Klik op Download.
6 Programmeerrichtlijnen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Programmeerstappen: Terugkerende patiënt Stap 1: Open het patiëntbestand
• Selecteer
de gebruikersnaam in het patiëntmanagementraster.
Als dit een overdrachtsgebruiker is, kan de gebruikersnaam in het actiescherm staan indien de zendspoel verbinding heeft met het implantaat van de gebruiker.. • Dubbelklik op de naam of kies Open in het actiescherm. Stap 2: Impedanties herzien
• Impedanties lopen standaard automatisch als het patiëntbestand wordt geopend en er verbinding (vergrendeling)
is met het implantaat. Stap 3: Programma's beheren
• Selecteer een programma in het patiëntenrecordvenster en vervolgens Copy of Open. Of selecteer New en maak
een nieuw programma.
• Instellingen
beheren. Houd rekening met het volgende en raadpleeg de SoundWave™-handleiding voor
gedetailleerde informatie over strategie, instellingen en programmabeheer:
• Audio
Mixing
Zie Verify Audio Mixing in Settings in de programmeerstappen.
• Volume
Range (Volumebereik)
Schakel de volumeregeling uit door het volumebereik op +/-0% te zetten.
• Sensitivity
(Sensitiviteit)
Maak omgevingsspecifieke programma's door dit te wijzigen met maximaal -/+ 10 dB.
• Internal
Telecoil (Interne luisterspoel) (Harmony™ en Naída CI-spraakprocessoren)
Inschakelen met geschikte Audio Mixing om toegang te verschaffen tot extra input die compatibel is met de luisterspoel.
• Input
Dynamic Range (Input dynamisch bereik)
Uitbreiden voor toegang tot zachtere geluiden en verbeterd luisteren naar muziek.
• Sla
het programma op • Selecteer
Save and Close uit de programmataakgroep. Het programma krijgt een ID toegewezen in het
patiëntenbeheervenster.
• Maak
extra programma's. Markeer een programma en selecteer Copy (Kopiëren) in het actiescherm of
volg de vorige stappen voor een nieuw programma.
7 Programmeerrichtlijnen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Onthoud: een programma blijft bewerkbaar tot het opgeslagen is in een spraakprocessor, een rapport wordt gegenereerd, gestimuleerd in het patiëntenrecordvenster of het gebruikerbestand wordt gesloten. Stap 4: Programma's downloaden
• Initialiseer
• Klik
• Beheer
de spraakprocessor zoals vereist.
en sleep of voer het programma-ID in in de gewenste programmaslot in het processorscherm. LED's en/of alarmen per programma of per processor waar beschikbaar voor de aangesloten
spraakprocessor. Klik gewoon op de pictogrammen voor status-LED, hoorbaar alarm of intern alarm in het processorscherm om ze uit te zetten.
• Klik
op Download in het processorscherm.
Programma's kunnen gedownload worden naar een back-up spraakprocessor vanuit het tabblad Visit History (Bezoekgeschiedenis): klik en sleep een bezoekgeschiedenisbestand naar het processorscherm. Klik op Download.
Merk op dat wanneer u een Harmony-, Neptune- of PSP processor aansluit, u een knop Upgrade zult zien in het processorscherm. Deze optie zal een upgrade uitvoeren van nieuwe firmware naar deze processoren. De programma's en kenmerken ervan worden er niet door gewijzigd. Na voltooiing van de upgrade wordt aanbevolen om geen eerdere versie van SoundWave te gebruiken; om ze te doen werken, moeten ze immers geïnitialiseerd worden.
8 Programmeerrichtlijnen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
2
Naída CI-spraakprocessor
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
De nieuwe Naída CI Q70 (Naída CI) spraakprocessor bevat geavanceerde Phonak-technologie voor gebruikers van cochleaire implantaten, waaronder de exclusieve Binaurale VoiceStream Technology™ van Phonak die vooraanstaand in de branche is voor draadloze verbindingen. De Naída CI is tevens de allereerste CI-spraakprocessor die draadloos streamen van muziek, telefoontjes, tv-programma's en talloze andere media aanbiedt. Tussen de Naída CI en andere spraakprocessoren zijn er een aantal overeenkomsten wat het programmeren en aanpassen betreft, maar ook veel belangrijke verschillen die hier beschreven worden. Aanpashardware De Naída CI-spraakprocessor maakt verbinding met de CPI-3 (niet compatibel met CPI-2) met behulp van de nieuwe Naída CI-programmeerkabel.
De Naída CI-spraakprocessor programmeren Dit is hoe het aanpasvenster van de Naída CI-spraakprocessor eruitziet:
UltraZoom
10 Naída CI-spraakprocessor
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Er is een nieuw dropdown menu bij de instellingen die Mic Mode (Microfoonmodus) genoemd wordt. De opties zijn Omni Directional (omni directioneel) en UltraZoom. Omni Directional is de standaard Mic Mode en is vooral handig voor alledaagse situaties. UltraZoom maakt gebruik dubbele microfoon technologie en bevat een algoritme voor ruimtelijke ruisonderdrukking dat specifiek ontworpen is voor directionele toepassingen, zoals in rumoerige situaties. Daarnaast zijn er nieuwe functies toegevoegd aan het drop down menu van de Naída CI-spraakprocessor op de ribbon bar.
Door de Mic Source (Microfoonbron) te selecteren op de ribbon bar kunnen de microfoonopties beluisterd worden gedurende de fitting.
Merk echter op dat de Mic Source opnieuw geselecteerd moet worden wanneer programma's gedownload worden naar de processor. Raadpleeg het volgende Naída CI-processorvenster. 11 Naída CI-spraakprocessor
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Tijdens de fitting kunnen de opties voor ComPilot (On/Off), DuoPhone (Off, Left to right (Links naar rechts) of Right to left (Rechts naar links)), ZoomControl (Off, Left to right of Right to left) ingesteld worden. In het onderstaande voorbeeld wordt de ComPilot geactiveerd (On).
Wanneer ingeschakeld kan de ComPilot getest worden. De mengverhoudingen van de ComPilot kunnen geselecteerd worden (25%, 50%, 75% en 100%). Merk opnieuw op dat de instellingen voor ComPilot, DuoPhone en ZoomControl niet overgedragen worden bij het downloaden. Deze functies moeten opnieuw geselecteerd worden in het processorscherm voordat programma's worden gedownload. 12 Naída CI-spraakprocessor
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Relatie tussen Audio Mixing en Mic Source
Indien Aux Only geselecteerd is, zal enkel de luisterspoel actief zijn. Indien 50/50 Mic/Aux geselecteerd is, zullen gelijke niveaus ontvangen worden van zowel de Mic- als de Aux-inputbronnen; indien 30/70 Mic/Aux geselecteerd is, zal het Mic-ingangsniveau ~10 dB gedempt worden ten opzichte van de Aux-input. Schatting batterij SoundWave 2.2 maakt het mogelijk om de gebruiksduur van de batterij van de Naída CI-spraakprocessor te schatten. Om de schatting uit te voeren, plaatst u de gewenste programma's van de gebruiker in de programmaslots selecteert u de Mic Source. Merk op dat de zendspoel verbonden moet zijn met het implantaat om de schatting te kunnen maken. Selecteer de pijl omlaag van de processor en dan Estimate Battery Capability (Batterijvermogen schatten).
13 Naída CI-spraakprocessor
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
SoundWave zal dan berekeningen uitvoeren om de gebruiksduur van de batterij te schatten voor alle batterijtypen. Intussen zal het volgende verschijnen in de taakgroep Fitting Hardware :
Na enkele seconden verschijnt het volgende pop-upvenster:
Opmerking: het gaat om een schatting die mogelijk het actuele gebruik niet weerspiegelt. Accessoires De Naída CI-spraakprocessor heeft twee nieuwe accessoires, de ComPilot en de AB myPilot. De AB myPilot is een afstandsbediening waarmee gebruikers o.a. het volume, de sensitiviteit en programma's kunnen wijzigen. Met de ComPilot kunnen inputs van Bluetooth, FM en aux audio gestreamd worden naar de Naída CI-spraakprocessor. Dit systeem streamt ook naar bimodale gebruikers met een compatibel Phonak-hoortoestel aan het andere oor. 14 Naída CI-spraakprocessor
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
AB myPilot De eerste stap in het programmeren van de AB myPilot van een gebruiker bestaat uit het koppelen van de AB myPilot aan zijn/haar Naída CI-spraakprocessor(en). Dit gebeurt door middel van de AB myPilot (geen SoundWave-functie). Na de koppeling zal het verbinden van de AB myPilot op de computer via een Mini USB-aansluitkabel toegang bieden tot de volgende taakgroep Accessory (Accessoire):
Het selecteren van de pijl omlaag zal het volgende doen verschijnen. Klik op Configure (Configureren). Door op Configure te klikken, wordt het volgende pop-upvenster opgeroepen, waar de User Interface Language (Taal gebruikersinterface) geselecteerd wordt.
Selecteer de taal door te klikken op de pijl omlaag. Na afloop selecteert u Yes. ComPilot De ComPilot maakt het streamen van Bluetooth-, FM- en Aux-inputbronnen naar een unilaterale of bilaterale gebruiker van een Naída CI-spraakprocessor mogelijk. Wanneer de ComPilot niet gekoppeld is met de Naída CI, kan de ComPilot ook gebruikt worden voor het streamen naar een gebruiker die uitgerust is met een Naída CIspraakprocessor aan het ene oor en een compatibel Phonak-hoortoestel aan het andere oor (bimodale streaming). 15 Naída CI-spraakprocessor
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Om de ComPilot in te stellen, sluit u deze aan op de computer met een USB-naar-Mini-USB-kabel. Na aansluiting zal het pictogram ComPilot verschijnen op de ribbon bar. Selecteer het vervolgkeuzemenu van de taakgroep Accessories en selecteer Configure.
Door Configure te selecteren wordt het venster Configure Accessory geopend.
Bij selectie van Yes verschijnt het volgende venster:
In dit venster kunnen het gebruik en de werking van de ComPilot geconfigureerd worden. Naast het streamen kan de ComPilot ook geconfigureerd worden om te functioneren als basisafstandsbediening voor het veranderen van programma en het regelen van het volume. Als de gebruiker de ComPilot tegelijk wenst te gebruiken als afstandsbediening en als streamingapparaat, selecteert u Streaming & Remote (Streaming en afstandsbediening). Wil de gebruiker de ComPilot alleen als streamer gebruiken, dan selecteert u Streaming Only). In geval van een bimodale gebruiker die zowel wenst te kunnen streamen naar zijn/haar hoortoestel als naar zijn/haar Naída CI-spraakprocessor, selecteert u ook Streaming Only. De ComPilot zal niet werken met het compatibele Phonak-hoortoestel indien Streaming & Remote (Streaming en afstandsbediening) geselecteerd is. 16 Naída CI-spraakprocessor
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
De ComPilot kan ook ingesteld worden om Voice Alerts (Gesproken waarschuwingen) of Beeps te leveren. Indien Voice Alerts geselecteerd zijn, moet een taal gekozen worden. Voor bijkomende instellingen voor de telefoon selecteert u Phone Settings.
In dit venster kunt u de geavanceerde telefooninstellingen in- en uitschakelen. Na afloop selecteert u Yes. Unilaterale processorvenster Hieronder vindt u een voorbeeld van een Naída CI-processorvenster. In dit venster kunt u slot per slot LED- en 17 Naída CI-spraakprocessor
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
ComPilot-functies toevoegen. Het venster bevat ook het pictogram van Internal Alarm
.
Daarnaast heeft de Naída CI-spraakprocessor ook instellingen die op de volledige processor van toepassing zijn, zoals interne alarmen die aangeven wanneer het volume of een programma veranderd wordt en wanneer de batterij bijna leeg is. De intensiteit (door de gebruiker waargenomen luidheid) en frequentie (door de gebruiker waargenomen toonhoogte) van de alarmen kunnen aangepast worden.
Het is mogelijk om een demo van de alarmen uit te voeren tijdens de aanpassessie. Hiervoor is stimulatie vereist. Die kan ingeschakeld worden vanaf het actiescherm van Programs of het processorscherm wanneer het vervolgkeuzemenu geselecteerd wordt in het gewenste programma. Bilaterale programmering Hieronder vindt u een voorbeeld van een bilaterale processorvenster van de Naída CI-spraakprocessor. In dit processorvenster kunt u programma's en instellingen tegelijk downloaden naar een rechter en linker processor. Naast de LED- en ComPilot-functionaliteit is ook toegang mogelijk tot DuoPhone- en ZoomControl-functies.
18 Naída CI-spraakprocessor
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Met DuoPhone kunnen gebruikers een telefoontje horen in beide oren door streaming van het signaal van het ene oor naar het andere. Indien de gebruiker bijvoorbeeld normaal gesproken het telefoongesprek voert met het linkeroor, selecteert u het pictogram
. Hierdoor hoort de gebruiker het telefoontje niet alleen aan de linkerzijde, maar wordt het ook gestreamd
naar de rechterzijde. Door opnieuw dit pictogram
te selecteren, zal DuoPhone streamen van rechts naar links. Wanneer
dit pictogram nogmaals gekozen wordt, zal DuoPhone uitgeschakeld worden in desbetreffende programmaslot. ZoomControl werkt grotendeels op dezelfde manier. Wanneer het pictogram verschijnt als
, zullen de geluiden
die komen van de linkerzijde van de gebruiker gestreamd worden naar rechts. Verschijnt het pictogram als
, dan
worden de geluiden aan de rechterzijde van de gebruiker gestreamd naar links. Naast de interne alarmen is er een andere functie in de processorinstellingen van het bilaterale processorscherm. Die functie is QuickSync
. Wanneer QuickSync ingeschakeld is en de gebruiker het volume of programma verandert
op de ene processor, zullen het programma en volume ook automatisch veranderd worden op de andere processor. Bovendien kan QuickSync zo ingesteld worden dat enkel Programs (Programma's), Volume of Both (Beide) veranderd worden door de pijl omlaag van de processor te selecteren en dan de pijl omlaag van QuickSync. Opmerking: wanneer ZoomControl of DuoPhone ingeschakeld is, zal ook het pictogram ComPilot ingeschakeld zijn.
Bilaterale processor Net zoals bij andere processoren kan ook de Naída CI-spraakprocessor geïnitialiseerd worden als een bilaterale processor. De Naída CI-spraakprocessor heeft de mogelijkheid om 5 programma's op te slaan aan elke zijde, voor een totaal van 10 programma's.
Zoals gezien kan worden in de bovenstaande schermafdruk, kan een bilaterale processor onderscheiden worden van twee unilateraal geïnitialiseerde processoren die bilateraal (rechts en links) gedragen worden door de rode en blauwe B in de linkerbovenhoek van het processorvenster. 19 Naída CI-spraakprocessor
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
3
HiRes Optima™-geluidsverwerking
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
HiRes Optima™-geluidsverwerking HiRes Optima is een nieuwe technologie voor geluidscodering, gebaseerd op de current steering technologie, die is ontworpen om de levensduur van de batterij te verlengen zonder dat dit invloed heeft op de prestaties. Deze nieuwe strategie werkt met Naída CI Q70, Neptune™ en Harmony™ spraakprocessoren.
Het selecteren van HiRes Optima kan drie bijkomende instellingen veranderen:
• Pulse
Width
• RF
• Check
Lock Interval
Pulsbreedte met HiRes Optima Indien APW I geselecteerd is, zal SoundWave automatisch de instelling wijzigen naar APW II. Merk op dat dit kan leiden tot een verandering van de pulsbreedte.
Wanneer teruggekeerd wordt naar HiRes™ of HiRes Fidelity 120™, zal de instelling van de pulsbreedte APW II blijven. Indien een handmatige instelling van de pulsbreedte geselecteerd is, zal SoundWave bepalen of die instelling geschikt is in HiRes Optima. Bij een te smalle instelling zal er een waarschuwing verschijnen. De pulsbreedte dient dan handmatig verhoogd te worden tot de waarschuwing verdwijnt.
21 HiRes Optima™-geluidsverwerking
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
RF-lock met HiRes Optima™ Indien PoEM geselecteerd is, zal die automatisch veranderd worden naar AutoVoltage. Bij terugkeer naar HiRes of HiRes 120 zal de instelling voor RF Lock terug op PoEM gezet worden. Indien Manual RF Lock geselecteerd is, zal die geselecteerd blijven samen met de huidige RF-instelling. Merk op dat bij selectie van handmatige instelling RF Lock kan worden gewijzigd.
Er is geen PoEM-optie met HiRes Optima
Check-interval met HiRes Optima Deze optie wordt ontoegankelijk ongeacht de instelling van RF Lock en het check-interval zal 20 ms blijven. Bij terugkeer naar HiRes of HiRes 120 zal de oorspronkelijke waarde hersteld worden.
22 HiRes Optima™-geluidsverwerking
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
4
Neptune™-programmeerrichtlijnen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Neptune™ spraakprocessor Flexibele draagopties, geavanceerde signaalverwerking en een waterdicht ontwerp maken van de Neptune spraakprocessor een uitstekende keuze voor zowel kinderen als volwassenen die een implantaat dragen. De programmeerstappen voor de Neptune spraakprocessor zijn vergelijkbaar met die van de eerder aangeboden spraakprocessoren van Advanced Bionics, met enkele verschillen die hierna besproken zullen worden. De Neptune spraakprocessor is compatibel met de interne systemen HiRes 90K™ Advantage, HiRes 90K™ en CII Bionic Ear™.
Configuratie van aanpashardware De Neptune spraakprocessor wordt direct aangesloten op de CPI-2 of CPI-3 met behulp van de Neptuneprogrammeerkabel.
• Verwijder
• Druk
de Neptune Connect of het kleurdekseltje van de Neptune spraakprocessor.
de programmeerkop stevig vast op de Neptune spraakprocessor. Het bolletje op de onderkant van
de Connect moet samenvallen met de cirkelvormige indruk bovenop de Neptune spraakprocessor.
Cirkelvormige indruk op de Neptune spraakprocessor
Opmerking: voor het verwijderen van de programmeerkop drukt u op de vergrendelingsknop tot de kop loskomt van de Neptune spraakprocessor.
• Controleer of de Neptune spraakprocessor verschijnt in de SoundWave-taakgroep Fitting Hardware.
24 Neptune™-programmeerrichtlijnen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Neptune spraakprocessor programmeren De Neptune spraakprocessor ondersteunt programmeerparameters en geluidsverwerkingsstrategieën die beschikbaar zijn bij, en goedgekeurd voor gebruik met de Neptune™ spraakprocessor, inclusief HiRes Optima, ClearVoice™, HiRes Fidelity 120™, HiRes-S, HiRes-P, MPS en CIS. Hieronder volgen de overwegingen voor het programmeren van de Neptune spraakprocessor. Volume en sensitiviteit
• In
de fittingmodus heeft de Neptune spraakprocessor geen beschikbare volume- of sensitiviteitsknop; daarom
worden aanpassingen gemaakt via de ribbon bar. De sensitiviteitsinformatie in de ribbon bar verandert de sensitiviteitsinstelling in het programmavenster. Voer een waarde in het veld in of gebruik de omhoog-/omlaagpijl om aan te passen
• Net
zoals bij andere Advanced Bionics-spraakprocessoren kunnen volumebereik en sensitiviteit per
programma worden ingesteld. Bijvoorbeeld: • De volumeknop uitschakelen voor een bepaald programma: stel het Volume (Min/Max) in de programmavensterinstellingen in op -/+ 0.
• De
sensitiviteitsknop beheren voor een bepaald programma:
– De
Neptune Connect-sensitiviteitsknop is standaard ingeschakeld. De sensitiviteitsknop verandert de
programmaspecifieke sensitiviteitsinstelling.
– Om
het mogelijk te maken dat de gebruiker een programmaspecifieke sensitiviteitsinstelling (-/+ 10 dB)
gebruikt, schakelt u de Neptune Connect-sensitiviteitsknop uit in het processorvenster voordat de download plaatsvindt. Selecteer de pijl naast het programmasslotnummer en klik om de sensitiviteit te beheren. ✓ = Neptune Connect-sensitiviteitsknop is actief en verandert de sensitiviteitsinstellingen van het programma. Niet aangevinkt = Neptune Connect-sensitiviteits knop is niet actief en de sensitivitetinstelling van het programma is actief.
25 Neptune™-programmeerrichtlijnen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Input van Phonak Dynamic FM (MLxi) en externe audioapparatuur op batterijen Tijdens het programmeren van een Neptune spraakprocessor is Live Speech-stimulatie met onvertraagde parameteraanpassingen mogelijk voor een extra audioinput. Volg deze stappen:
• Met
de Neptune spraakprocessor aangesloten op de Neptune-programmeerkabel en zichtbaar in de
taakgroep Fitting Hardware, de Phonak MLxi-ontvanger of het externe audioapparaat aansluiten via de stappen uit de gebruiksaanwijzing van de Neptune-programmeerkabel. het programmavenster onder Settings selecteert u Audio Mixing:
• In
• Aux Only =
• 50/50
= gelijk niveau van mic-input en aux-input
• 30/70
= mic-input is ongeveer 10 dB zachter dan aux-input
• Aux Only (Atten.) =
• Zet
100% aux-input; mic-input uit
aux-input wordt met 20 dB gedempt; mic-input uit
de regelaar op de programmeerkop op FM voor de Phonak MLxi-ontvanger of op EXT voor een extern
audioapparaat op batterijen.
FM-/EXTprogrammeerregelaar
• Selecteer
Live Speech -stimulatie in de taakgroep Stimulation en selecteer Start. Houd er rekening mee dat de
instellingen op de FM of het externe audioapparaat invloed kunnen hebben op het geluid dat de gebruiker ontvangt. Als de gebruiker geen FM-input hoort, controleren of:
• Er
GEEN instelling van alleen microfoon wordt gebruikt als de instelling voor Audio Mixing in het actieve
programma in SoundWave.
• De
programmeerkopregelaar in de FM-positie staat.
• De
FM-zender is gesynchroniseerd met de FM-ontvanger.*
* Belangrijk: de Phonak MLxi moet geprogrammeerd zijn voor een spraakprocessor van Advanced Bionics via de Phonak SuccessWare.
26 Neptune™-programmeerrichtlijnen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Als de gebruiker geen input van het externe audioapparaat hoort, controleren of: • Er GEEN instelling van alleen microfoon wordt gebruikt als de instelling voor Audio Mixing in het actieve programma in SoundWave. • De programmeerkopregelaar in de positie EXT staat. • Het externe apparaat aan staat en is ingesteld op een geschikt volumeniveau. Opties van het Neptune-processorscherm Processorschermopties omvatten status-LED, hoorbare alarmen en vergrendelen. Daarnaast zijn er opties die alleen beschikbaar zijn voor de Neptune spraakprocessor.
• Status-LED
en hoorbare alarmen Standaard instellingen: - Alarmen uitgeschakeld - LED ingeschakeld Klik op de symbolen om in te schakelen
Programmaslotopties • Clear Slot (Slot wissen): biedt de mogelijkheid om een al gedownload programma van een bepaalde programmaslot te verwijderen. • Stimulate (Stimuleren): biedt de mogelijkheid om een specifiek programma te stimuleren vanuit het processorscherm.
• Aux
Source (Aux-bron) heeft drie opties: Auto-Detect, EXT en FM.
(Automatisch detecteren): dit is de standaardinstelling en de Neptune spraakprocessor kan er automatisch FM-input* of Aux-input mee accepteren van een apparaat dat is aangesloten op de extra aansluiting van 3,5 mm. FM-input heeft de voorkeur op Aux-input indien beide aangesloten zijn op Neptune Connect. *FM-ontvanger en -zender moeten gesynchroniseerd zijn. • EXT: verzendt alleen input van een apparaat dat is aangesloten op de extra aansluiting van 3,5 mm als de Aux-input. (Geen input van FM). • FM: verzendt alleen FM-input naar de gebruiker als de Aux-input. (Geen input van een apparaat dat is aangesloten op de extra aansluiting van 3,5 mm.) • Enable/Disable Sensitivity (Sensitiviteit inschakelen/uitschakelen) (beschreven onder volume en sensitiviteit beheren) per programma. • Enable/Disable IntelliLink™ (IntelliLink™ inschakelen/uitschakelen): beschikbaar per programma. Aangezien dit een belangrijke veiligheidsfunctie is voor AB-gebruikers, wordt het aanbevolen om Intellink in te schakelen.
• Auto-Detect
27 Neptune™-programmeerrichtlijnen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
5
Beheer van een bilaterale gebruiker
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Het beheren en programmeren van bilaterale gebruikers is naar een hoger niveau gebracht in SoundWave. Met SoundWave kunnen beide oren gelijktijdig en onvertraagd geprogrammeerd worden, programma's en hardware worden beheerd binnen hetzelfde patiëntenrecord en eenvoudig gebruikersgegevens bekeken en bijgewerkt worden. Het patiëntenrecordvenster voor een bilaterale gebruiker
Klik om patiëntinformatie te bekijken/bewerken
Bekijk, beheer en creëer nieuwe programma's voor rechter- en linkeroren
29 Beheer van een bilaterale ontvanger
Controleer de hardwareverbindingen snel voor beide oren
Initialiseer, download en stel LED's, alarmen en functiereeksen in voor beide processoren.
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Bilateraal programmeervenster In het venster voor bilaterale aanpassing kunnen beide zijden tegelijkertijd afgesteld en in balans gebracht worden met toegang tot alle functionaliteiten. Rechteroor Aanpashardware
Linkeroor Aanpashardware
Stimuleren, opslaan en kopiëren van programma's
Programma's stimuleren, opslaan en kopiëren: Paars geeft aan dat de optie bilateraal geselecteerd is. Klik om een stimulatiemodus te kiezen Klik op Start Bilateral om een vervolgkeuzemenu van stimulatieopties te bekijken
*Deze functie is enkel beschikbaar voor HiRes 90K™ Advantage, HiRes 90K™ en CII-implantaten. 30 Beheer van een bilaterale ontvanger
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Focus: Focus kan veranderd worden voor bilaterale, alleen rechteroor of alleen linkeroor stimulatie. Programmawijzigingen kunnen onvertraagd worden uitgevoerd met live stimulatie en worden geïmplementeerd op het oor of de markering met focus:
• Selecteer
zijde voor stimulatie in de Global Tools (Algemene hulpmiddelen).
Bilaterale focus: kies B
• Na
Focus rechterkant: Kies R
Focus linkerkant: Kies L
het selecteren van het focusgebied voor stimulatie, verfijnt u de selectie voor aanpassing door te klikken
op een niveaumarkering.
Verfijn de focus voor niveaustimulatie Bilaterale focus voor stimulatie
31 Beheer van een bilaterale ontvanger
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Synchroon takenbeheer voor bilaterale gebruikers
Conditioning uitvoeren (enkel gebruikers van HiRes 90K- en CII-implantaten)
Impedanties meten
Spraakprocessor initialiseren
Downloaden naar de spraakprocessor
32 Beheer van een bilaterale ontvanger
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
6
Klinische programmeerhulpmiddelen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Sweep en Balance Sweep en Balance kunnen gebruikt worden tijdens de stimulatiemodi Tone Burst of Speech Burst™ (Spraaksalvo).
Sweep
Balance
34 Klinische programmeerhulpmiddelen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
• Sweep: levert stimulatie over drie of meer geselecteerde elektroden of speech burst banden (gaande van apicaal naar basaal).
• Balance: levert
wisselende stimulatie tussen twee geselecteerde elektroden of speech burst banden.
Opmerking: het stimuleren van naast elkaar liggende elektroden is niet vereist voor sweep of balance.
Stappen voor Sweep en Balance Stap 1: open een nieuw of opgeslagen programma. Stap 2: Selecteer Speech Burst of Tone Burst in de stimulatietaakgroep. Stap 3: selecteer de elektroden of sspeech burst banden voor stimulatie door te klikken op het elektrodecontactnummer bovenaan elk kanaal in het programmavenster. Opmerking: de eerste geselecteerde elektrode of Speech Burst behoudt focus. Stap 4: open het vervolgkeuzemenu onder de Startknop om het stimulatieniveau te verfijnen:
Stel het stimulatieniveau in op basis van % M-niveau
Stel het aantal presentaties in per elektrode of speech burst band
Stap 5: selecteer Start
Tips voor Sweep en Balance
• Verhoog
het aantal presentaties om zo meer tijd te hebben om de reactie van de gebruiker op elke elektrode of
speech burst band te observeren.
• De
elektrode of speech burst band met focus reageert op toetsenbordcommando's zoals “s” om stimulatie
te starten,
• Focus
pijl om de stimulatie te verhogen en
pijl om de stimulatie te verlagen.
op een nieuwe elektrode of speech burst band door te klikken op een kanaalmarker of met de pijltjes
voor links en rechts.
• Aanpassingen
• De
van het stimulatieniveau kunnen onvertraagd tijdens de stimulatie worden gedaan.
Global Tool past gelijktijdig alle ingeschakelde elektrode M- of T-niveaus aan.
35 Klinische programmeerhulpmiddelen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Elektroden die zijn geselecteerd voor balanceren
Global Tool
M-niveaus waarop gefocust wordt
Opties voor elektrodebeheer Klik in het programmavenster met de rechtermuisknop op het elektrodecontact of de speech burst band die beheerd moet worden. SoundWave geeft het volgende menu weer:
Menu elektrodecontact
36 Klinische programmeerhulpmiddelen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
• Electrode:
• Clipping:
• Interpolation
schakel geselecteerde elektroden in of uit.
schakel clipping in om te voorkomen dat stimulatie een gespecificeerd niveau overschrijdt. (Interpolatie): schakel interpolatie in voor een of meerdere elektroden om M-niveaus vast te stellen
op basis van gemeten waarden in het programmavenster. Deze optie is alleen beschikbaar in Live Speech- of Tone Burst-stimulatie.
• tNRI:
tNRI-markeringen weergeven of verbergen.
Tabellen voor frequentietoewijzing HiRes Fidelity 120™-strategieën Elektrode Filter (Hz)
1
2
3
Filter extended low (standaardinstellingen) 4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Hoog
416
494
587
697
828
983
1168
1387
1648
1958
2326
2762
3281
3898
4630
8700
Centrum
333
455
540
642
762
906
1076
1278
1518
1803
2142
2544
3022
3590
4264
6665
Laag
250
416
494
587
697
828
983
1168
1387
1648
1958
2326
2762
3281
3898
4630
9
10
11
12
13
14
15
16
Standaard filter Elektrode Filter (Hz)
1
2
3
4
5
6
7
8
Hoog
416
494
587
697
828
983
1168
1387
1648
1958
2326
2762
3281
3898
4630
8700
Centrum
383
455
540
642
762
906
1076
1278
1518
1803
2142
2544
3022
3590
4264
6665
Laag
350
416
494
587
697
828
983
1168
1387
1648
1958
2326
2762
3281
3898
4630
11
12
13
14
15
16
HiRes-strategieën Elektrode Filter (Hz)
Filter extended low (standaardinstellingen) 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Hoog
416
494
587
697
828
983
1168
1387
1648
1958
2326
2762
3281
3898
4630
8700
Centrum
333
455
540
642
762
906
1076
1278
1518
1803
2142
2544
3022
3590
4264
6665
Laag
250
416
494
587
697
828
983
1168
1387
1648
1958
2326
2762
3281
3898
4630
9
10
11
12
13
14
15
16
Standaard filter Elektrode Filter (Hz)
1
2
3
4
5
6
7
8
Hoog
416
494
587
697
828
983
1168
1387
1648
1958
2326
2762
3281
3898
4630
8700
Centrum
383
455
540
642
762
906
1076
1278
1518
1803
2142
2544
3022
3590
4264
6665
Laag
350
416
494
587
697
828
983
1168
1387
1648
1958
2326
2762
3281
3898
4630
Centerfrequentie-informatie is beschikbaar in de tabbladen Output/Input van het programmavenster en volledige frequentie-informatie is te vinden in het programmarapport. 37 Klinische programmeerhulpmiddelen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
7
CPI-3 programmeerinterface
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
De nieuwe interface van AB wordt geleverd in een draagbaar, compact pakket met minder kabels. Daardoor is het eenvoudiger dan ooit om te testen, op te bergen en instellingen te regelen voor het programmeren. De interface biedt de mogelijkheid om twee processoren met één interface te verbinden voor een snellere, efficiëntere en meer gestroomlijnde fitting, met name voor bilaterale patiënten.
De CPI-3 aansluiten Stap 1: start de SoundWave-software (versie 2.2 of hoger) op de computer. Stap 2: sluit de CPI-3 met de meegeleverde USB-kabel aan op een USB-poort van de pc. Stap 3: sluit de spraakprocessor(en) met behulp van de programmeerkabel(s) voor de desbetreffende spraakprocessor(en) aan op de CPI-3. Stap 4: kies de plaats van de CPI-3 voor de programmeersessie: op tafel, vastgeklipt op de kleding van de gebruiker of met een koord (lanyard) om de nek van de gebruiker.
Aanpashardware Wanneer alles is aangesloten, zal (zullen) de taakgroep(en) voor de aanpashardware als volgt verschijnen:
LED-gedrag Wanneer de CPI-3 is aangesloten op de USB-poort van de computer, moet het indicatielampje van de CPI-3 blauw branden; dit geeft aan dat de CPI-3 juist van stroom voorzien wordt. Wanneer de CPI-3 is aangesloten op de processor(en), zullen groene lampjes gaan branden.
39 CPI-3 programmeertoestel
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
8
NRI-stappen en -procedures
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Flexibele NRI-stappen en -procedures SoundWave 2.2 heeft nieuwe NRI-flexibiliteit toegevoegd, waardoor metingen uitgevoerd kunnen worden op een veel efficiëntere en meer gestroomlijnde manier. NRI-metingen kunnen nu op meerdere elektroden tegelijk plaatsvinden, niet gewoon één voor één. Daarnaast kunnen parameters gewijzigd worden (zoals hoge en lage stimulatieniveaus, aantal datapunten en samples per datapunt) terwijl NRI wordt uitgevoerd of zelfs nadat metingen zijn voltooid. Op die manier kunnen wijzigingen plaatsvinden zonder de oorspronkelijke metingen te annuleren.
Stap 1: kies de zijde waar de NRI-metingen zullen uitgevoerd worden door New Left of New Right te selecteren. Merk op dat het mogelijk is om een kopie van een vorige NRI-meting te openen, de vereiste wijzigingen aan te brengen en een andere meting uit te voeren.
41 NRI-stappen en -procedures
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Stap 2: bepaal de elektroden om te meten (stimulerende elektrode). Dit kan verwezenlijkt worden door het elektrodenummer te selecteren aan de bovenzijde van het NRI-display. De standaard instelling voor de recording elektrode is 2 apex-zijde tenzij de stimulerende elektrode zich aan de apex-zijde van de reeks bevindt. Selecteer de elektroden voor meting
Stap 3: selecteer een van de niveaumarkeringen voor de bovenste stimulering (bijvoorbeeld door de Control-toets ingedrukt te houden op het toetsenbord) en breng ze op het gewenste stimulatieniveau met de muis. Merk op dat de waarde ook ingetypt kan worden in de rij High Level in het managementraster.
42 NRI-stappen en -procedures
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Stap 4: selecteer de geassocieerde niveaumarkeringen voor lagere stimulering en breng ze op het gewenste niveau. Dan kunnen wijzigingen uitgevoerd worden aan andere parameters in het venster Settings of More Settings in het NRI-venster.
Stap 5: selecteer Start. De NRI-metingen zullen beginnen. Aanpassingen kunnen uitgevoerd worden aan de meting terwijl NRI loopt. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de stimulatieniveaus te verhogen door gewoon de stimuleringsmarkering te selecteren en overeenkomstig te bewegen. Merk op dat NRI-metingen met SoundWave ook kunnen worden ingesteld op bijkomende elektroden, zelfs wanneer NRI reeds loopt op een andere elektrode. NRI zal niet stoppen tot eventuele wijzigingen gemeten zijn. Tevens kunnen bijkomende metingen uitgevoerd worden nadat NRI is gestopt; breng gewoon de gewenste wijzigingen aan en klik dan op Start. NRI zal enkel de betreffende elektroden meten en automatisch de metingen toevoegen aan de bestaande meetwaarden.
43 NRI-stappen en -procedures
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
9
NRI problemen oplossen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
NRI problemen oplossen Als er GEEN NRI-reactie wordt verkregen, het volgende proberen: 1. Sluit een Platinum Series™ spraakprocessor aan en voer de meting uit. 2. Verander de opname-elektrode. Start met de dichtstbijzijnde elektrode ernaast (+1 apex-zijde, dan basiszijde).
Opname-elektrode
3. Verhoog het aantal averages. 4. Verhoog het maximale stimulatieniveau. 5. Wissel de stimulerende elektrode en voer de NRI-meting uit op een andere elektrode. Voor een klinische programmeersessie kunnen deze extra stappen voor het oplossen van problemen van toepassing zijn: 6. Verhoog het stimulatiebereik met 25 CU. 7. Ga zo nodig verder met verhogen in stappen van 25 CU. Overschrijd 600 CU niet (gebaseerd op gemiddelde compliancelimieten) of compliancelimieten niet voor stimulatie van de geselecteerde elektrode. Het overschrijden van de compliancelimieten wordt aangegeven door een waarschuwingsbericht rechts van het stimulatiebereik. Wees voorzichtig. Let op gedragsreacties van de patiënt die erop zouden kunnen wijzen dat de stimulatie onaangenaam of luid is. 45 NRI problemen oplossen
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
10
OK-metingen uitvoeren
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Aan de slag Verbind de CPI-3 met een USB-aansluiting op de computer en sluit de spraakprocessor erop aan via de programmeerkabel. Stap 1: open SoundWave en selecteer New in het actiescherm.
Selecteer Nieuw
Stap 2: voer de patiëntinformatie en implantaatinformatie in en selecteer OK.
Stap 3: “droge” impedantiemetingen Plaats de zendspoel op de ICS-box. Bevestig dat de aanpashardware (CPI, processor en implantaat) wordt herkend, zoals hieronder getoond.
47 OK-metingen uitvoeren
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Stap 4: voor het inbrengen van de elektrode voert u impedantiemetingen uit om de waarden van de “droge” impedanties te verifiëren. Stap 5: na het inbrengen van de elektrode voert u Conditioning uit en evalueert u de impedantiewaarden voor elke elektrode. Plaats de zendspoel (in een steriele huls gestoken) op het hoofd van de gebruiker/ICS-plek. Bevestig dat de aanpashardware (CPI, processor en implantaat) wordt herkend, zoals hieronder getoond.
Vergewis u ervan dat de referentie-elektrode van de ICS bedekt is door weefsel. Voer Conditioning uit en kijk de impedantiewaarden na voor elke elektrode.
Belangrijk: het wordt aangeraden om NRI alleen uit te voeren op geldige elektroden (groen). Stap 5: ga naar het tabblad NRI Measurements en selecteer New Left of New Right in het actiescherm.
48 OK-metingen uitvoeren
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Stap 6: selecteer de elektroden die gemeten moeten worden. Beweeg de bovenste en onderste stimulatieniveaus naar de gewenste CU-instellingen en klik op Start in de taakgroep Recording (Opname) in de ribbon bar. Opmerking: de volgorde van uitvoering van High naar Low zal de beste reacties eerst opleveren. Indien/wanneer de gewenste reacties bereikt worden, kan door selectie van Skip to Next Data Point (Naar volgende gegevenspunt springen) of Skip to Next Electrode (Naar volgende elektrode springen) de meting sneller uitgevoerd worden.
De aanwezigheid van een NRI-reactie bevestigt dat een gehoorzenuw heeft gereageerd op stimulatie van de geselecteerde stimulerende elektrode. Stap 7: selecteer Save and Close als de NRI-metingen voltooid zijn.
49 OK-metingen uitvoeren
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
11
Remote fitting
SOUNDWAVE™ 2.2 Snelle referentiegids
Remote fitting SoundWave 2.2 biedt de mogelijkheid van remote fitting aan. Dit kan onder andere gebruikt worden, wanneer er ondersteuning nodig is van een clinical specialist bij een fitting, wanneer de clinical specialist zelf niet fysiek aanwezig kan zijn. Verder kan deze functie overwogen worden in gevallen van NRI-metingen in de OK op afstand. Een getrainde OK-professional zal dan in staat zijn om het meetsysteem aan te sluiten op het implantaatgebied, waardoor de audioloog metingen op afstand kan uitvoeren. U kunt elke commerciële video-webinartoepassing van derden gebruiken om remote fitting te verrichten (bijvoorbeeld; GoTo meeting). Zodra de audioloog gebruikt maakt van het webinar en de controle van de computer op afstand over heeft genomen, zal volledige toegang tot SoundWave beschikbaar zijn telkens wanneer een toepassing of functie uitgevoerd kan worden voor het aanpassen, bijvoorbeeld NRI, impedanties, downloaden van programma's naar processoren enz. Het gebruik van een breedbandverbinding wordt aanbevolen voor de commerciële video-webinartoepassing van derden om de remote fitting uit te voeren. Dit verzekert dat de kwaliteit van de video geschikt is om feedback te krijgen van de gebruikers.
51 Remote fitting
AdvancedBionics.com
Advanced Bionics AG Laubisrütistrasse 28 8712 Stäfa, Zwitserland +41.58.928.78.00 Geproduceerd door: Advanced Bionics, LLC Californië, VS +1.661.362.1400 029-M343-07 ©2013 Advanced Bionics AG en aangesloten bedrijven. Alle rechten voorbehouden.