trends in automation Festo juni.2013
Rendement als criterium voor platformkeuze
Handzame criteria om te kiezen voor een pneumatische of elektromechanische aandrijving
De techniek van het energiebesparen Duurzaamheid en efficiëntie – van ontwerp tot en met exploitatie van een installatie
Elektrische aandrijvingen selecteren en configureren
Tools en criteria om snel met elektrische assen aan de slag te kunnen
Value-engineering
Ontwikkel uw productiviteit
productiviteit verhogen – kosten verlagen
U wilt een hoger doel bereiken? U wilt veilige en betrouwbare processen? Wij reiken u nieuwe perspectieven aan. WE ARE THE ENGINEERS OF PRODUCTIVITY.
Meer dan een halve eeuw koploper op het gebied van industriële automatisering, 16.000 medewerkers die kijken door de bril van de klant, 1000 hooggeschoolde adviseurs wereldwijd die kennis hebben van de laatste technologische ontwikkelingen, 100 nieuwe patenten per jaar, éénduidige betrokkenheid bij het toepassen en het overdragen van kennis.
Festo BV 015 2518890 www.festo.nl
Ontwikkel uw productiviteit
komt er een moment dat het resultaat van onze samenwerking met een klant wel in de publiciteit mag. Dan zijn we trots als we - bijvoorbeeld in Trends in Automation - verslag mogen doen van de manier waarop we samen met onze klant weer een interessante toepassing van Motion in Control hebben kunnen realiseren. Zoals ook weer in deze uitgave, waarin ons nieuwe Optimised Motion-systeem voor elkaar kreeg wat pneumatisch niet lukte: het lekkagevrij maken van een verpakkingslijn voor vloeistoffen in pouches en daarmee het verhogen van de productiviteit voor onze klant!
Ir. Thomas Pehrson, Algemeen Directeur
I
n deze tijd van Social Media hoef je maar even op een muisknop te drukken en je hebt er een vriend bij. Volgelingen krijg je niet langer door vol overtuiging een vurig verhaal af te steken - een tweet van 140 tekens is genoeg. De vraag blijft wat zulke virtuele vrienden en volgelingen in het echte leven betekenen - het leven dat gekenmerkt wordt door intensieve gesprekken met klanten en collega's, zoeken naar en delen van oplossingen; kortom, datgene wat ons leven in de wereld van de technologie zo uitdagend en spannend maakt. Uiteraard spelen Social Media een rol in het contact met onze klanten, maar ze missen de diepgang van de gesprekken die technici, adviseurs en specialisten van Festo dagelijks voeren met ontwerpers en engineers. Daar gaat het om meer dan het al dan niet "liken" op Facebook, en bovendien wordt de inhoud bij voorkeur niet aan de grote klok gehangen. Natuurlijk
Dat betekent niet dat de toekomst dus aan de elektromechanische aandrijving is, zoals sommigen willen doen geloven. Het is veeleer zoals een oude reclamecampagne voor de spoorwegen ooit al stelde: soms de auto, soms de trein. In deze Trends in Automation besteden we ruime aandacht aan de redenen om voor pneumatisch – of juist voor elektromechanisch aandrijven te kiezen. Daarbij wordt ook melding gemaakt van het door Festo ontwikkelde L3C-tool, waarmee de totale kosten van een pneumatische en een elektromechanische oplossing met elkaar vergeleken kunnen worden. Een leerzaam instrument voor wie gelooft dat pneumatiek inherent minder energiezuinig is. Het L3C-tool is bovenal een onmisbaar hulpmiddel voor wie zijn aandrijvingen op basis van de laagste Total Cost of Ownership wil selecteren, zonder aan productiviteit in te boeten. Kortom, deze Trends in Automation bevat weer een gevarieerde selectie van artikelen over wat Festo voor zijn relaties kàn betekenen, maar daarnaast besteden we ook aandacht aan wat Festo voor zijn relaties wìl betekenen. Als technici pur sang hebben we ons altijd geconcentreerd op functionaliteit: op basis van jarenlange ervaring in de markt en intensief contact met klanten ontwikkelden en ontwikkelen wij producten en systemen met extra
functionaliteiten en mogelijkheden in vergelijking met eerdere of andere oplossingen. Maar innovatie houdt niet op bij de producten: ook bedrijfsprocessen worden op de schop genomen. Zo is ook Festo als organisatie constant in ontwikkeling om ervoor te zorgen dat klanten nog efficiënter kunnen werken, nog beter van onze adviezen en ondersteuning kunnen profiteren, zich volledig kunnen concentreren op hun kerntaken en zeker kunnen zijn van hun continuïteit en productiviteit. De doelstelling van alle innovaties die Festo doorvoert – zowel op product- als op organisatorisch gebied – is: klanten alle denkbare redenen geven om voor Festo te kiezen. We zullen – en kunnen – ze graag vertellen over wie Festo is en wat Festo kan. Maar we laten ze het nog liever ervaren: want wat verteld wordt kan je geloven, maar op je ervaring vertrouw je. En zoals marketing zijn P's heeft, zo heeft ook vertrouwen dat: de belangrijkste daarvan zijn prestaties, personen en partnership. Daarmee bewijzen we ons en laten we zien dat het gaat om de P van Productiviteit.
Ontwikkel uw productiviteit Ons denken over produceren en waarde toevoegen wordt geconfronteerd met nieuwe uitdagingen. Tijd om vertrouwde aannames eens kritisch onder de loep te nemen en open te staan voor nieuwe, duurzame alternatieven. Festo staat u daarbij terzijde.
trends in automation
1.2013 9
Pneumatisch of elektromechanisch? Handzame voorbeelden om richting te geven aan uw keuze.
Voorwoord Ontwikkel uw productiviteit 3 Festo Partnership Network
44
Toepassing Energie optimaal gebruiken met pneumatiek Een waterleidingcentrale renoveren, miljoenen besparen en de stroomkosten ook nog eens drastisch verlagen? In Sint Petersburg is het gelukt, dankzij pneumatische klepaandrijvingen. 11
Thema Rendement als criterium voor platformkeuze In de discussie over pneumatisch of elektromechanisch aandrijven gaat het soms meer om wat iemand gelooft dan om wat hij weet. Dennis van Beers leidt ons terug naar de basale argumenten van kosten en baten. 6 Bar en Volt naast elkaar Welke aandrijving voor welke toepassing? Pneumatisch en elektromechanisch aandrijven met elkaar vergeleken in voorbeelden. 9
Sterk met de steun van een wereldmerk Hoe afnemers zekerheid, efficiëntie, duidelijkheid en know-how vinden bij een wereldwijd opererend bedrijf – en wat zij daar aan voordeel van hebben. 25 De techniek van het energie besparen Energie besparen begint op de tekentafel en gaat door tijdens het engineeren en zolang een installatie in bedrijf is. Festo helpt over de hele linie kosten te verlagen. 27
Oplossingen die goud waard zijn Platina redt levens - nadat het door Heraeus tot geneesmiddel tegen kanker is verwerkt. Voor de automatisering van het proces tekende Festo. 32 Festo legt besparingspotentieel van terajoules bloot in fabriek Mars Mars, Twix, Nuts, Bounty, Milky Way – wereldwijd bekende lekkernijen, geproduceerd in het Nederlandse Veghel. Om de productie nog duurzamer te maken nam Festo Energy Saving Services een aantal machines onder de loep en bespaarde 0,5 terajoule per jaar. 34
1.2013 trends in automation 4 5 –
19 40
Hoe innovaties als het PPS-dempingsysteem van Festo de productiviteit in de houtbewerkingsindustrie verhogen en kosten verlagen.
Razendsnel aan kant In hoog tempo en met minimale verliezen bomen verwerken tot planken: Festo cilinders met PPS-demping zorgen voor een soepele loop en een lange levensduur. 40 Optimaliseren en integreren Lekkageproblemen bij een installatie in de zeepverwerkende industrie opgelost door robuuste pneumatiek te vervangen door een subtielere elektromechanische ‘Optimised Motion’-aandrijving. 42
Techniek Innovatiekatern De nieuwste ontwikkelingen op het gebied van Motion in Control. 21
Geen contact, geen energieverbruik en toch een perfecte grip: de laatste innovatie uit het Bionic Learning Network wijst de weg naar nieuwe grijpertechnologieen.
Competentieontwikkeling Kennis overdragen in en voor de praktijk Maatwerk in training en opleiding aan beide kanten van de evenaar: van procestechnologie in Zuid-Afrika tot pneumatiek en hydrauliek in ons eigen land. 15 De kennisfabriek Geavanceerde lesomgevingen maken cursisten vertrouwd met theorie en praktijk van pneumatiek, hydrauliek, elektrotechniek en elektronica. Met oog voor de markt - of het nu om procestechniek, robotica of windmolentechnologie gaat. 37
Innovatie Grijpen zonder energieverbruik Spiegelgladde vlakken contactloos oppakken zonder dat daar energie voor nodig is - wat de natuur al 50 miljoen jaar klaarspeelt kan de technologie nu ook! 19
Technologie Elektrische aandrijvingen selecteren en configureren Elektrische aandrijvingen hebben een stevige plek veroverd naast de pneumatische. Tijd voor een update over het kiezen en configureren van deze veelzijdige talenten in de industriële automatisering. 13 Tijd winnen met de juiste keuzes Van intelligente ventielterminal tot besturing voor complexe functie: het CPXplatform bewijst keer op keer zijn veelzijdigheid. Mogelijkheden en toepassingen in kort bestek. 17 Veiligheid: de stand van zaken Safety engineering anno 2013: na de intrekking van EN 954 en de inspanningen van ontwerpers en leveranciers neemt veiligheid de plaats in die zij verdient. 30
Kosten
Rendement Achtergrondinterview
Rendement als criterium voor platformkeuze Tussen prijskaartje en kostenplaatje gaapt nog altijd een forse kloof. Industriële afnemers realiseren zich in toenemende mate dat de scherpst geprijsde machine niet per definitie tot de laagste bedrijfskosten leidt. Dat betekent evenwel niet dat ontwerpers en constructeurs hun gang maar kunnen gaan bij het introduceren van innovaties die de exploitatiekosten verlagen of de opbrengsten verhogen. Integendeel: voor iedere euro die een machine meer kost moeten zij verantwoording afleggen. Sales Manager Dennis van Beers van Festo zet uiteen hoe de keuze voor een bepaald platform doorwerkt in de Total Cost of Ownership van een machine.
1.2013 trends in automation 6 7 –
Er is al een aantal jaren een discussie gaande over de vraag welk aandrijfplatform de voorkeur zou moeten verdienen vanuit het oogpunt van energieverbruik. Wat betekent dat voor pneumatische en elektrische aandrijvingen? Dennis van Beers: In grote lijnen is het een misvatting te stellen dat het ene aandrijfplatform per definitie energiezuiniger is dan het andere. Als wij klanten adviseren over hun machines dan is de eerste vraag die wij stellen altijd: "Wat voor soort beweging gaat het om, en welke parameters zijn belangrijk?" Want naast energiezuinigheid kunnen er nog tal van andere criteria gelden: nauwkeurigheid, kracht, snelheid enzovoorts. Op basis van al die parameters kunnen wij per toepassing adviseren wat de meest geschikte aandrijving is. Het grote voordeel is dat we daarbij niet van het ene of het andere platform afhankelijk zijn; Zowel voor elektrisch, pneumatisch aangedreven toepassingen alswel voor iedere mengvorm daartussen heeft Festo een breed scala aan oplossingen. Daarbij speelt ook de omgeving waarin die oplossing zijn werk moet doen een rol. Hebben we het bijvoorbeeld over een toepassing in de voedingsmiddelenindustrie dan moet je ook rekening houden met de eisen die omgeving stelt. Het gaat daarbij niet alleen om het vermijden van deze contaminatierisico's, maar ook om zaken die te maken hebben met het handhaven van een verantwoorde productieomgeving, zoals reiniging en dergelijke. Daarom houden we als Festo daar altijd rekening mee. Je kunt een toepassing in de procesindustrie nu eenmaal niet één op één vergelijken met een handlingvraagstuk voor bijvoorbeeld het LED-lamp fabricageproces. U zegt in feite dat er naast bedrijfs- en aanschafkosten nog heel wat andere kostenfactoren een rol spelen. In hoeverre leeft dat besef ook in de markt?
Technology Service & Maintenance Installation & Operation
Logistics
Concept & Design
Engineering
Assembly Machine Sales and Marketing Total Cost of Ownership: het gaat niet om het prijskaartje dat er aan een machine hangt, maar om de balans van opbrengsten en kosten gedurende de levensduur van die machine.
‘Technologie is niet het probleem, wel de bereidheid om die toe te passen!’ Dennis van Beers, Sales Manager van Festo
Dennis van Beers: Interessant is dat we juist de afgelopen jaren een toenemende mate van bewustwording hebben kunnen constateren op het gebied van de Total Cost of Ownership - de totale kosten die samenhangen met de aanschaf en exploitatie van een installatie. Dat geldt met name voor de eindgebruiker van de machine, want die is steeds meer naar andere aspecten dan alleen de kostprijs gaan kijken. Zaken als het reiningingsproces, omstelbaarheid en productiviteit van de machine hebben ook hun invloed op het rendement van de machine en dat geeft steeds meer de doorslag. Natuurlijk komen daarbij ook factoren als storings- en onderhoudsgevoeligheid naar voren. Het energieverbruik is de laatste jaren daarbij steeds belangrijker geworden. Kijken we naar de machinebouwer, dan zien we dat die zich van oudsher vooral concentreerde op de kostprijs: hoe kan ik een maximaal presterende machine tegen de scherpst mogelijke prijs aanbieden. De laatste jaren zien we daarin evenwel een kentering, doordat machinebouwers zich ook bewuster gaan worden van de rol die het aandrijfplatform speelt. Daardoor durft ook de machinebouwer andere keuzes te maken dan voorheen. Zeker als dat betekent dat: • de machine energiezuiniger is • beter beantwoord wordt aan wat de opdrachtgever wil de bedrijfskosten verlaagd worden In plaats van zonder meer te kiezen voor een pneumatisch aandrijfplatform met de laagste directe kosten kiest ook de machinebouwer dus voor een elektrisch of hybride aandrijfplatform, wanneer hij kan aantonen dat de meerkosten in relatief korte tijd worden terugverdiend.
De CPX-reeks: stuurt zowel pneumatische als elektrische aandrijvingen aan en verwerkt de I/O van beide platforms.
Welke factoren hebben zoal bijgedragen aan die veranderde attitude bij de machinebouwers? Dennis van Beers: Om te beginnen is daar het feit dat machinebouwers veel sterker zijn gaan beseffen dat zij deel uitmaken van een supply chain. Voor hun afnemers, de productiebedrijven, betekenen lagere exploitatiekosten een direct en duidelijk besparingspotentieel; daar kunnen zij, met de kennis die hen ten dienste staat, snel op inhaken. Daarmee volgen zij een trend die zowel aan de kant van afnemers als bij toeleveranciers sterk speelt. Zo heeft Festo in verschillende landen Energy Management Teams in het leven geroepen. Die kijken naar de meest energie-efficiënte oplossing voor allerlei toepassingen. En omdat energiekosten niet de enige factor in het spel zijn, heeft Festo ook de L3C-tool ontwikkeld. Aan de hand daarvan hebben ontwerpers in feite direct inzicht in alle kosten van een willekeurige aandrijving gedurende de hele levenscyclus. Als een ontwerper bijvoorbeeld een pneumatische aandrijving heeft geconfigureerd voor een bepaalde belasting en cyclustijd kan hij met de L3C-tool nagaan hoe zijn aandrijving zich qua energieverbruik verhoudt tot een elektrische bij dezelfde prestaties. Tevens ziet hij wat de onderhoudsintervallen en servicekosten zijn en overziet hij de kosten van aanschaf, afschrijving en vervanging van de beide alternatieven. Met dit soort instrumenten geven wij als Festo, machinebouwers de mogelijkheid voor elke toepassing de oplossing te kiezen die de laagste Total Cost of Ownership heeft. Bovendien kan hij dit alles bewijzen en documenteren. Dit sluit volledig aan bij de filosofie van Festo, dat niet het platform, maar de toepassing doorslaggevend moet zijn. Daarom hebben we voor veel toepassingen zowel elektrische als pneumatische oplossingen voorhanden. De uiterste consequentie van die denkwijze is in feite een terminalsysteem zoals de CPX-reeks, dat zowel pneumatische als elektrische aandrijvingen aanstuurt en de I/O van beide platforms verwerkt.
Hoe staat het met het draagvlak voor de mogelijkheden om door middel van andere innovatieve concepten de Total Cost of Ownership te verlagen? Immers; via remote diagnostics kunnen stilstandtijden in verband met onderhoud of reparatie nu al aanzienlijk worden verkort. Dennis van Beers: Dat is waar, maar we moeten ook kijken naar de adoptiecyclus van dit soort ontwikkelingen. Machinebouwers zijn afhankelijk van hun markt. En iedere extra feature moet altijd verdedigd worden. Waar het gaat om lager energieverbruik of hoger rendement van machines, daar is de acceptatie van de klant - vaak multinationals met een solide commitment richting duurzame productie - meestal al op voorhand aanwezig. Maar voor technologie met een minder rechtstreekse band met de prioriteiten van de klant ligt dat minder eenvoudig. Daarom blijven dit soort technieken veelal nog beperkt tot de echte innovators of early adopters. Met de technologie van vandaag kunnen we bijna elke stap in nagenoeg ieder productieproces monitoren op energieverbruik, rendement, machinestatus en dergelijke. Die informatie kun je nu al gebruiken om toekomstige productievertragingen en noodzakelijke machine-interventies te voorspellen en in te plannen. De mogelijkheden daartoe zijn grotendeels standaard aanwezig op onze componenten voor aandrijving en besturing. Maar het benutten van die mogelijkheden vraagt om een productiebedrijf dat bereid is om ze ook te gebruiken en in te passen in zijn bedrijfsproces. Onze machinebouwers kunnen morgen beginnen een machine te ontwerpen, voor een klant die zijn eigen productierendement en bedrijfs- en onderhoudsstatus van a tot z monitort. Maar deze klant moet eerst wel het potentieel zien van een dergelijke installatie. Zoals zo vaak geldt ook hier weer dat niet de technologie het probleem is, maar de bereidheid om er gebruik van te maken.
1.2013 trends in automation 8 9 –
Technologieplatforms onderling vergeleken
Bar en Volt naast elkaar gezet
In de discussie over duurzaamheid en energie-efficiëntie is de platformkeuze tussen pneumatische en elektrische actuators maar al te vaak nog steeds een geloofsartikel. Terwijl dat nergens voor nodig is; wie de feiten op een rij heeft kan voor elke toepassing het juiste aandrijfplatform kiezen. Gewoon een kwestie van vooroordelen inruilen tegen concrete kennis van de feiten, de kosten en de opbrengsten.
I
n elke praktijksituatie geldt, dat de meest energie-efficiënte oplossing afhangt van: “Je moet je toepassing eerst duidelijk definiëren voordat je als gebruiker een zinvolle beslissing kan nemen over de te gebruiken aandrijftechniek - elektrisch, pneumatisch of een mix van beide.”, zo stelt Roland Volk, adviseur energie-efficiëntie bij Festo Duitsland. Wat dat in de realiteit inhoudt? Een rechtstreekse vergelijking tussen twee identieke gedimensioneerde aandrijvingen laat zien waar elk van beide in het voordeel is in de verschillende toepassingsgebieden. Bij deze vergelijkingen worden bewegingen van A naar B als uitgangspunt genomen en dan kan er geconstateerd worden dat de energieverbruikscijfers aanzienlijk verschillen. Toepassing 1: bewegen en stoppen Bij een eenvoudige beweging zonder extra processtap verbruikt een elektrische aandrijving met 25Ws maar‚ één derde van de energie die een pneumatische aandrijving nodig heeft (78Ws). Bij de
toepassing “druk uitoefenen met procesenergie” gaan beide aandrijftechnieken met een energieverbruik van tussen de 20 en 30 Ws ongeveer gelijk op. Als de aandrijvingen daarentegen een bepaalde positie moeten blijven, dan schiet het energieverbruik van de elektrische aandrijving met 247Ws omhoog. Dat is meer dan tweeëntwintig maal het verbruik dat de pneumatische aandrijving op de kaart zet (11Ws). De pneumatische aandrijving profiteert van het feit dat dit proces zijn energie alleen nodig heeft gedurende de korte periode waarin de aandrijving op druk gebracht wordt. Het stoppen en in positie blijven vindt volledig zonder toevoer van additionele perslucht plaats. De elektrische aandrijving verbruikt daarentegen constant stroom om gefixeerd te blijven. Hoe langer deze positie vastgehouden moet worden, hoe hoger het energieverbruik van de elektrische aandrijving in vergelijking tot die van de pneumatische.
Roland Volk, lid van het Innovatie- en Technologiemanagement team bij Festo.
“Energie-efficiëntie is in de industriële automatisering altijd afhankelijk van de toepassing die geautomatiseerd wordt.”
Uitgerekend voordeliger Behalve de keus voor een bepaalde aandrijftechniek zijn er nog andere factoren bepalend voor het energieverbruik in een productieomgeving. Zo vindt u op www.festo.de/modellrechner een interactief rekenmodel over de kostenconsequenties van de verschillende parameters in uw productieomgeving. Voorbeeld: 16% besparing op energiekosten door het toepassen van vacuümgrijpers met Venturi-vacuümgeneratoren met geïntegreerde luchtspaarschakeling (Bedrijf in continudienst met compressorcapaciteit van 160kW). Slim samenspel: de meest energie-efficiënte oplossing bestaat steeds vaker uit een combinatie van elektrische en pneumatische aandrijvingen een principe dat Festo in vele kant-en-klare handling units in praktijk brengt.
www.festo.de/modellrechner
1
Toepassing 2: grijpen Overeenkomstige situaties doen zich voor wanneer we pneumatische en elektrische grijpers met elkaar vergelijken. Die vergelijking laat zien hoe belangrijk een duidelijke definitie van de toepassing is voor het komen tot een juiste oplossing. Bekijken we het energieverbruik gedurende het bewegingsverloop van een grijpertoepassing dan is een pneumatische grijper alleen dan in het voordeel, wanneer het in de toepassing gaat om lange cyclustijden en geringe aantallen grijpbewegingen. De pneumatische grijper heeft slechts eenmaal druk nodig voor een continue houdpositie: voor de duur daarvan is geen verdere energie nodig. De elektrische grijper, die voor de totale bewegingsafloop van de grijpertoepassing energie nodig heeft, kan alleen energie-efficiënter werken, als de toepassing bestaat uit korte cycli met veel grijpbewegingen. De toepassing bepaalt De voordelen van elektrische aandrijvingen komen met name tot hun recht bij zui-
Energie-efficiëntie in de praktijk 1 Persluchtdruk verlagen 2 Reduceren van drukval 3 Volumereductie bij be- en ontluchting 4 Overdimensionering vermijden 5 Stroomverbruik verlagen 6 Lekkages elimineren 7 Bewegende massa verlagen 8 Slangen inkorten 9 Terugwinnen van energie Toepassen van luchtspaarschakelingen Verminderen van wrijvingsweerstanden Energie afsluiten
vere aandrijftoepassingen met hoge snelheden en grote slaglengtes. Daarnaast is de elektrische aandrijving met name energie-efficiënter in te zetten wanneer het gaat om toepassingen die vragen om flexibele positionering of verschillende aanloopprofielen. Gaat het evenwel om een eenvoudige en robuuste handlingtoepassing of een toepassing met hoge krachtdichtheid, dan is de pneumatische oplossing in het voordeel. Bij de keuze voor een bepaald aandrijfsysteem mogen we ook de totale bedrijfskosten - de Total Cost of Ownership - niet uit het oog verliezen. Pneumatische aandrijvingen zijn in aanschaf een factor 8 tot 10 voordeliger dan elektrische. Al naar gelang slaglengte en cyclustijd een rol spelen worden de directe bedrijfskosten hoger. Daartegenover kan de afschrijvingsperiode moeiteloos tien jaar of langer zijn.
1.2013 trends in automation 10 11 –
Drinkwatervoorziening in Rusland
Energie optimaal gebruiken met pneumatiek Rusland is niet alleen één van de grootste landen ter wereld, maar ook één van de grootste exporteurs van energie. Dit betekent niet dat energiebesparing geen thema in Rusland is. De oude keizerstad geeft op het gebied van drinkwatervoorziening met de modernste technieken de toon aan. Pneumatische automatiseringsoplossingen van Festo dragen daarbij in aanzienlijke mate bij aan de energie-efficiëntie van de nieuwe installaties. De herrijzeniskerk (ook wel Bloedkerk) aan het Gribojedovkanaal in Sint Petersburg.
S
int Petersburg, vroeger bekend als Leningrad, is de meest noordelijk gelegen miljoenenstad ter wereld. Energie-efficiëntie en drinkwatervoorziening is een belangrijk thema van de zuidelijke stadsdelen. Daarom investeert de voormalige lievelingsstad van de Russische tsaren in drie jaar tijd 2,6 miljard roebel (circa 65 miljoen euro) in energie-efficiënte en drinkwatervoorzieningen. Daarmee stelt Vodokanal, het waterleidingbedrijf van Sint Petersburg, zich niet alleen de modernisering
van 34 pompstations ten doel, maar ook een vermindering van het stroomverbruik met meer dan één derde. Energie-efficiënte pneumatiek Tot nog toe genoten elektrische aandrijvingen bij de Russische waterleidingbedrijven de voorkeur; zowel voor het openen en sluiten van de toe- en afvoeren naar de zandbedfilters als voor die toepassing in de pompstations. In Sint Petersburg zou voor alle elektrische aandrijvingen een totaal geïnstalleerd
vermogen van 75kW nodig geweest zijn. Een dergelijk vermogen kon het waterleidingbedrijf zonder extra energievoorziening niet leveren. “Om de energiebesparing die we ons ten doel gesteld hadden te realiseren moesten we dus op zoek naar andere oplossingen.”, aldus Maxim Perschin, Hoofd van het waterleidingbedrijf Eenheid K-6 bij Vodokanal. “Tijdens het bezoek aan een vakbeurs werden de ingenieurs van Vodokanal geattendeerd op de energie-
Rivierkreeft-sensoren
Water in Sint Petersburg - tegenwoordig gecontroleerd met hulp van rivierkreeften.
Naast Moskou is de metropool aan de Newa voorloper bij het moderniseren van de Russische watervoorziening. Op dit moment wordt 92 procent van het door de stad aangeleverde rioolwater gezuiverd. Tegen 2020 moet dat percentage op 100 komen te liggen. Voor de desinfectie van het water gebruikt Vodokanal tegenwoordig geen chloor meer, maar ozon. Ook rivierkreeften worden ingezet bij het monitoren op toxische stoffen. De dieren reageren op giftige substanties met een verhoging van de hartfrequentie, deze wordt via sensoren gemeten. De hartslagdata komen met andere gegevens samen in de besturingscentrale van de drinkwatervoorziening.
“Met pneumatiek is het simpel om energie te besparen bij de drinkwatervoorziening” Dr. Ivan Zanamensky, Hoofd Verkoop bij Festo voor Europees Rusland.
Voorgemonteerde units: 120 pneumatische DAPS-aandrijvingen met sensorboxen zorgen voor het openen en sluiten van de afsluiters van de 20 zandbedfilters.
Kant-en-klare besturingskasten: de VTSA-ventieleilanden met een luchtverzorgingseenheid uit de MS-serie zorgen voor betrouwbare schakelcycli in het waterleidingbedrijf K-6 van Vodokanal.
Pneumatische aandrijvingen in diverse dimensies: gegarandeerd betrouwbaar openen en sluiten van de watertoevoer naar zandbedfilters en keerspoeling.
efficiënte oplossingen van Festo.”, zo vertelt Dr. Ivan Zanamensky, Hoofd Verkoop bij Festo voor Europees Rusland. Het pneumatische systeem met DAPSaandrijvingen heeft met inbegrip van de beide persluchtcompressoren slechts een geïnstalleerd vermogen van 10kW nodig. “Als gevolg van het vervangen van de elektrische aandrijvingen door 120 persluchtaandrijvingen, besparen we alleen al op de extra kosten voor stroomopwekking € 65.000,-.”, zo meldt watervoorzieningspecialist Perschin.
ventieleilanden, druk- en flowsensoren en verzorgingseenheden uit de MS-serie. “Als we de complete pneumatische automatiseringsoplossing bij één en dezelfde leverancier bestellen geeft dat simpelweg minder problemen in gebruik en onderhoud.”, aldus Perschin. “De experts van Festo staan altijd klaar als we ze nodig hebben.”
industriezones toegevoegd. Vodokanal levert dagelijks 1,9 miljoen kubieke meter water aan 4,8 miljoen mensen, en Eenheid K-6 van het waterleidingbedrijf neemt daarvan 350.000 m3 drinkwater voor zijn rekening. Dat beantwoordt aan de hoogste eisen wat betreft filtratietechniek en chemische zuivering met ozon. Met de pneumatische automatisering van Eenheid K-6 heeft het waterleidingbedrijf thans een grote stap voorwaarts gezet op het gebied van energie-efficiëntie.
Kant-en-klare oplossingen In de nieuwe Eenheid K-6 van de oppervlaktewatervoorziening Zuid van Sint Petersburg zijn 20 nieuwe zandbedfilters geïnstalleerd. Bij iedere filtreerbekken zijn telkens zes eenheden met aandrijvingen en afsluiters voor het open- en dichtzetten van de toe- en afvoerkanalen geïnstalleerd.
De nieuwe Eenheid K-6 van het waterleidingbedrijf wordt centraal aangestuurd op procesniveau, waardoor een uitgebreide monitoring van het zuiveringsproces van het drinkwater mogelijk is. De besturing verzamelt alle gegevens en vergelijkt ze constant met vooraf vastgelegde normwaarden. De automatiseringsoplossingen van Festo zijn volledig in dit proces geïntegreerd en leveren via de sensorsystemen constant actuele informatie over de status van de afzonderlijke onderdelen van de installatie.
Behalve de kant-en-klaar geleverde eenheden – bestaande uit aandrijving, afsluiter en sensorbox – zet Vodokanal ook de bijbehorende en eveneens gebouwd geleverde schakelkasten in met VTSA-
Water voor de boomtown Naast de hoofdstad Moskou is Sint Petersburg de tweede Russische boomtown. Het stadsareaal groeit gestaag, er worden voortdurend nieuwe wijken en
1.2013 trends in automation 12 13 –
Value-engineering
Elektrische aandrijvingen selecteren en configureren. Over de vraag wanneer je voor een pneumatische en wanneer je voor een elektrische aandrijving moet kiezen, zijn langdurige discussies te voeren en de nodige artikelen geschreven. Met name de kostenaspecten zijn onderwerp van grondig onderzoek geweest. Wie wil weten welk type aandrijving in zijn machine het meest economisch is hoeft eigenlijk alleen maar de Festo Engineer te raadplegen die door middel van de L3C-tool van Festo een eenduidig antwoord zal kunnen geven. Niettemin zijn er heel wat soorten bewegingen waarbij een elektrische of servopneumatische aandrijving onmiskenbaar in het voordeel is en ook over de vraag welke elektrische aandrijfoplossing dan de verstandigste keus is, valt nog wel het één en ander te zeggen. Elektromechanische aandrijvingen – een logische keuze als het gaat om toepassingen waarin massa's en snelheden sterk uiteenlopen.
D
e snelheid van machines moet steeds hoger komen te liggen om aan de eisen van hogere productiviteit tegen lagere kosten te beantwoorden. Daarnaast wordt er alsmaar meer flexibiliteit gevraagd van de machine. Machines die maar één product en één verpakking aankunnen, worden steeds zeldzamer, en de aandrijftechnologie moet daarin mee kunnen komen. Tenslotte zijn machinebouwers steeds meer modulair gaan werken. Basismachi-
nes worden met steeds andere front-ends en toevoegingen uitgerust.Natuurlijk moet ook de aandrijftechnologie daarin nog eens mee kunnen komen. Flexibiliteit en dynamiek "Als een mechaniek of as veel verschillende posities moet aanlopen en daarbij met verschillende massa's en snelheden te maken heeft, dan ga je al gauw in termen van elektrisch of servopneumatisch aandrijven denken.", zo vertelt Robin van
Tongeren, Product Marketing Manager Mechatronics bij Festo. "Dat geldt ook voor het synchroniseren van bewegingen. Daarbij voert een bewegend machineonderdeel bewerkingen uit op een eveneens bewegend product. Met dat soort oplossingen kun je de capaciteit van een machine fors opvoeren, maar ze stellen zulke hoge eisen aan de wendbaarheid van de aandrijving dat ze alleen servo-elektrisch te realiseren zijn. En dat is in nog sterkere mate het geval voor meerassige sys-
De Optimised Motion Series: een inbouwklaar elektromechanisch systeem dat via een webinterface geconfigureerd kan worden.
temen die met een bewegend product gesynchroniseerd moeten worden – zoals bij vliegende zaag-toepassingen (ook wel product tracking genoemd). Die zijn servo-pneumatisch niet te realiseren, maar maken inmiddels deel uit van het standaardprogramma voor elektrische systemen." Motorkeuze Op wat voor elektrische aandrijving de keuze vervolgens valt is vooral een kwestie van de eisen die de applicatie stelt. Robin van Tongeren: "Mechanisch is er de keuze uit bijvoorbeeld: een tandriem en een spindel als aandrijving, gekoppeld aan een glij-, rol-, kogel- of vloeistoflager. De keuze wordt gemaakt aan de hand van twee eenvoudige vragen: "Wat heeft de applicatie nodig en wat zijn de bedrijfseconomische kosten - de TCO?”. Motorisch kan men kiezen uit een prijstechnisch interessante laagdynamische steppermotor zonder terugkoppeling, een steppermotor met terugkoppeling (closed-loop) of een hoogdynamische servo, waarbij de servo ook nog opties biedt zoals absolute encoder en IP65bescherming (shaft seal). Tot slot kan het zijn dat mechaniek en motor gecombineerd worden in één unit, omwille van extreem hoge dynamica, in dit geval praat men over lineaire motoren." Wat de applicatie nodig heeft is snel en eenvoudig te bepalen aan de hand van de gratis Festo selectiesoftware. Deze software genereert tevens een initiële prijsindicatie waarmee de gebruiker, in combinatie met andere kengetallen, de Total Cost of Ownership van de oplossing kan bepalen.
Eenvoudig configureren De acceptatie van een technologie hangt van twee belangrijke factoren af: toepassing en toegankelijkheid. Naarmate elektrische aandrijvingen breder worden toegepast wordt de toegankelijkheid een belangrijker element. Volgens Robin van Tongeren onderkent Festo dat. "Voor de configuratie van alle servo-aandrijvingen heeft Festo de FCT-software ontwikkeld: Festo Configuration Tool. Deze beschikt over een gestandaardiseerde user interface. Daardoor verschillen de procedures voor het configureren van een servomotor of een stappenmotor met servocontroller nauwelijks van elkaar. Zelfs een servopneumatische-aandrijving kan met de FCT-software op dezelfde manier als een servomotor worden geconfigureerd. Als de gebruiker zich eenmaal vertrouwd heeft gemaakt met de procedure kan hij elke willekeurige servotoepassing configureren." Extra gemak met OMS Juist omdat er steeds meer behoefte bestaat aan flexibiliteit zonder extreem hoge dynamische prestaties heeft Festo de Optimised Motion Series ontwikkeld. Deze bestaat uit een reeks aandrijvingen van verschillende afmetingen met een geïntegreerde stappenmotor, een encoder en een aparte servocontroller. Het geheel is uitermate compact en licht van bouw, zodat het bijna overal in de machine een plaats kan vinden. De glad afgewerkte behuizingen hebben beschermingsklasse IP40, en het ontwerp van de Optimized Motion Series is in 2012 bekroond met de Red Dot Award voor industriële vormgeving - een teken dat vorm en functie in de Optimized Motion Series perfect op elkaar aansluiten.
De Optimised Motion Series biedt unieke logistieke en engineeringvoordelen: met één artikelnummer bestelt de gebruiker een compleet inbouwklaar systeem. Mechaniek, motor en controller zijn reeds correct verbonden, de gebruiker hoeft alleen een voeding van 24V en de juiste stuursignalen aan te sluiten. De Configuratie kan rechtstreeks via een webinterface worden uitgevoerd. Door via een webbrowser in te loggen op de Festo Cloud Server en de aandrijvingscode in te voeren wordt er direct een parameterfile voor 7 posities gedownload. Deze kunnen zo in de controller worden opgeslagen en gebruikt om de juiste configuratie te selecteren. Uitgebreide mogelijkheden tot 31 posities en extra faciliteiten voor de user interface - zijn programmeerbaar via de gratis FCT-software. Klantgerichte flexibiliteit Met een scala van elektrische aandrijvingen – van servomotoren voor hoogdynamische toepassingen tot de concurrerend geprijsde Optimised Motion Series – vinden machinebouwers bij Festo voor vrijwel elke toepassing de juiste aandrijving. "Wij kunnen onze klanten via het L3C-tool adviseren over de meest economische aandrijving. Én met onze know-how op mechatronisch gebied en onze range van servo-elektrische oplossingen kunnen we ook bij gecompliceerde positioneringsvraagstukken een oplossing voorstellen. Zulke vraagstukken zijn voor ons een uitdaging - en door onze klanten te helpen met het oplossen kunnen we bijdragen aan de productiviteit.", aldus Product Marketing Manager Mechatronics Robin van Tongeren.
1.2013 trends in automation 14 15 –
Training & opleiding
Kennis overdragen in en voor de praktijk Maatwerk in Training & Opleiding is meer dan het aanpassen van boeken of dictaten. Zeker als je, zoals Festo, ervan uitgaat dat de ene helft van een opleiding bestaat uit kennen en de andere helft uit kunnen. In dit geval moet je als trainingsaanbieder volledig thuis zijn in de wereld van je cursisten. Of het hier nu gaat om pneumatiek, hydrauliek, elektrotechniek en elektronica of om procesautomatisering – de vaardigheden uit de praktijk zijn minstens even belangrijk als de kennis van de theorie.
W
ater staat hoog op de prioriteitenlijst van de ZuidAfrikaanse overheid. Het land maakt een razendsnelle ontwikkeling door; daarom hebben zaken als watervoorziening en -zuivering een hoge prioriteit. Zonder de juiste mensen begin je niet veel; volgens schattingen van het Department of Water Affairs zijn er ruim 8.000 geschoolde technici nodig om de personeelstekorten bij watervoorziening en -zuivering in Zuid-Afrika op te heffen. Om daar iets aan te doen ontwikkelde Festo Didactic samen met enkele andere instanties Edukit leersystemen voor de procesautomatisering. Ook het Duitse ministerie voor handelsbevordering en ontwikkelingssamenwerking ondersteunt dit project.
Praktijkgerichte modulaire trainingen Doelstelling van het project is: door praktijkgerichte basis- en vervolgopleidingen op het gebied van waterbeheer er voor te zorgen dat in de toekomst water in voldoende mate en kwaliteit beschikbaar komt en blijft. Yvonne Salazar, betrokken bij Global Training Business Development van Festo Didactic, licht dat toe: "Efficiënt trainen en verder opleiden van medewerkers bij onderhoud, procescontrole en besturing van de installaties zorgt voor een betere energie-efficiëntie en lagere beheerskosten. Dat zijn belangrijke factoren in de richting van een groene ecologie."
Kwaliteitsborging van behaalde competenties De plaatselijke vestiging van Festo, de Universiteit van Pretoria en The Water Academy in Knysna waren betrokken bij het ontwikkelen en aanpassen van de Edukit leersystemen procesautomatisering voor engineers, technici en geschoolde medewerkers. Het simuleren van real-life processen op deze leersystemen zorgt ervoor dat nieuwe kennis en vaardigheden voor de dagelijkse praktijk eenvoudig en effectief worden overgedragen. Waar voorheen alleen het reageerbuismodel van toepassing was, kunnen nu echte invloeden en wisselwerkingen in beeld worden gebracht. Dat leidt tot een beter begrip van de processen. Na het project moeten minstens 450 functionarissen in de sector waterbeheer beschikken over de benodigde kwalificaties. Maatwerk trainingen van eigen bodem Ook in Nederland timmert Festo Didactic aan de weg met trainingen en cursussen die volledig op maat worden gemaakt voor de behoeften van individuele bedrijven. Vaak worden deze cursussen op locatie gegeven: de speciale leersystemen van Festo Didactic helpen de cursisten om inzicht te krijgen in pneumatiek, hydrauliek of elektrotechniek en om er ervaring mee op te doen. Daarnaast kan direct de vertaalslag worden gemaakt naar de praktijk van de eigen machines.
Training mechatronica voor operators Voor een Nederlandse fabrikant van farmaceutische producten werd onlangs een training georganiseerd, waarbij procesoperators en servicetechnici vertrouwd werden gemaakt met de principes van pneumatiek, elektrotechniek en elektro-pneumatische besturingen, zoals die op hun machines worden toegepast. Jeroen Mars, Product Marketing Manager Training & Consulting van Festo Didactic: "Met de opgedane kennis en praktijkervaring zijn zowel operators als servicetechnici beter op hun taak voorbereid. Operators kunnen zelf eerstelijnsonderhoud uitvoeren en dreigende storingen signaleren. Servicetechnici zijn minder tijd kwijt aan kleine storingen en concentreren zich op complexe systemen en/of nieuwe toegepaste technieken. Het netto-effect van een dergelijke maatwerkcursus is een hogere uptime van de machine en een hogere productiviteit. Daarnaast zorgt de opgedane kennis ook voor extra motivatie van medewerkers en een betere onderlinge technische communicatie". Training mobiele hydrauliek voor service technici Voor één van de grootste gemeentelijke reinigingsbedrijven in ons land heeft Festo Didactic eveneens een trainingstraject op maat ontwikkeld. Daarbij werden de onderhoudsmedewerkers in eerste instantie vertrouwd gemaakt met hydrauliek en pneumatiek - belangrijke functies in de speciale voertuigen waar de dienst mee werkt. In een vervolgcursus werden de schakelingen en schema's van een aantal speciale voertuigfuncties behandeld. De betreffende functies werden opgebouwd op de hydrauliektrainingsopstellingen die tot de unieke trainingtools van Festo Didactic behoren. Daarop werden vervolgens diverse praktijksituaties en -storingen gesimuleerd. "Op die manier zorgen we ervoor dat de leersituatie een afspiegeling is van de praktijk van alledag. Bovendien krijgen de deelnemers, door de theoretische onderbouwing en het werken met modellen van de voertuigtechniek, een helder inzicht in het functioneren van hun materieel.", aldus Jeroen Mars.
3 keer maatwerk Onder de noemer "3 x maatwerk" biedt Festo Didactic een cursus- en trainingsprogramma aan dat tot de meest flexibele in Nederland behoort. Alle cursussen en trainingen focussen op kennis en vaardigheden: theorie en praktijk zijn volledig geïntegreerd. 1. 2. 3.
Maatwerk in intake: door het huidige kennisniveau te inventariseren kunnen we de trainingen en cursussen afstemmen op de deelnemers. Maatwerk in samenstelling: geen standaardcursussen, maar individuele modulen, stuk voor stuk afgestemd op de productieomgeving van de opdrachtgever. Maatwerk in uitvoering: op praktijklocaties overal in Nederland of op locatie bij de opdrachtgever.
De praktijk in beeld: cursisten raken vertrouwd met de processen van waterbeheer in Zuid-Afrika.
1.2013 trends in automation 16 17 –
De CPX in optima forma – als interface tussen het menselijk brein en een elektromechanische uitvoereenheid.
Value-engineering
Tijd winnen met de juiste keuzes Wie kosten wil besparen kan beter niet te lang wachten met het nemen van beslissingen. In elke projectorganisatie is gebeleken dat: hoe later in het verloop van een project wijzigingen worden aangebracht, des te groter de consequenties voor de kosten, zowel het totale project als voor de Total Cost of Ownership. En datzelfde geldt voor de doorlooptijd van een project. Die wetmatigheid geldt niet alleen voor verbouwingen van musea, maar ook voor het ontwerpen en bouwen van machines en installaties. Een platform dat de machinebouwer een maximale vrijheid biedt bij het verantwoord implementeren van functies kan tijd en kosten besparen.
H
et CPX-platform van Festo is al een aantal jaren bezig aan een succesvolle opmars. En één van de belangrijkste redenen daarvoor is de flexibiliteit ervan. Een uitgangspunt van dit platform is dat ontwerpers in toenemende mate te maken krijgen met een mix van dynamiek en precisie, die niet langer met één aandrijftechnologie valt op te lossen. Een CPX-eiland biedt de mogelijkheid om er zowel ventielen voor het aansturen van cilinders als controllers voor stappen- en servomotoren op aan te sluiten. Via veldbus- en ethernetaansluitingen communiceert dit eiland met bovenliggende besturingen. In feite biedt het CPX-platform de machinebouwer maximale vrijheid in platformkeuze –
zowel waar het aandrijfplatforms, als besturingsplatforms betreft. Modulair en veelzijdig De flexibiliteit is te danken aan het modulaire concept van het CPX-eiland. Alle functies zijn ondergebracht in aparte modules: • Aansturing voor aandrijvingen inclusief communicatie met hoofdbesturingen • I/O voor sensoriek en andere bewa kingseenheden • Uitlezen van machineparameters • Programmeerbaarheid van de modules op zich waardoor het eiland functio neel een complete PLC wordt Een voorbeeld hiervan betreft een machine om draaistukken optisch te
controleren op bramen en andere defecten. Het hart van die machine is een CPX-CEC-eiland die alle pneumatische en elektrische assen aanstuurt voor het schoonborstelen en positioneren van de draaistukken, zodat ze door een SBOcamera geïnspecteerd kunnen worden. Het voordeel van een dergelijke totaaloplossing is dat alle elementen op dezelfde (universele) manier geprogrammeerd worden, ontwikkeling en inbedrijfstelling minder tijd vergen, en logistiek en service in één betrouwbare hand berusten. Praktische procesbesturing Voor een wereldwijd opererende fabrikant van machines ("keukens") voor de snoepgoedindustrie biedt de CPX een
Een toonbeeld van wendbaarheid: het CPX-platform integreert communicatie, I/O, en aansturing van (servo) pneumatiek en elektromechnica.
aanzienlijke besparing op installatiewerk en wereldwijde onderhoudszekerheid. De mogelijkheid om alle ventielen voor de vele kleppen en membraanpompen op één eiland te monteren (het maximum is 512) leverde al duidelijke voordelen bij de bouw op. Datzelfde gold voor de mogelijkheid om specifieke drukzones te definiëren, zodat membraanpompen op verschillende drukken aangestuurd kunnen worden. De "hot-swap"-functionaliteit; voor het snel uitwisselen van ventielen zonder de machine drukloos te maken, vereenvoudigt het onderhoud. De mogelijkheid om de machine af te stemmen op een willekeurig industriebusprotocol, door het simpelweg toepassen van een andere module, maakt de machine tenslotte zonder ingrijpende wijzigingen toepasbaar in iedere omgeving. Zelfstandige servopneumatiek Het CPX-platform is niet statisch, maar evolueert mee met de technologie. Regelmatig worden nieuwe functionaliteiten en modules toegevoegd. Soms niet zozeer om de meest recente state-of-theart technologie op het CPX-platform te implementeren, maar om machinebouwers de mogelijkheid te bieden voor elke toepassing de optimale architectuur te vinden. Met de CMAX-module kan een CPX-FEC-module proportionele ventielen voor een servopneumatische toepassing aansturen. Zo'n servopneumatische
functie dient bijvoorbeeld om planken met een variabele dikte en oppervlaktestructuur klemmend te geleiden langs een highspeed zaag om ze te verzagen tot latten. Al naar gelang de omstandigheden schakelt het systeem over van positienaar krachtbesturing en terug. Voor de aansturing is de CPX-FEC in combinatie met I/O van de toepassing verantwoordelijk, de koppeling met de bovenliggende besturing loopt over de veldbus.
CPX met breinsturing Dat het CPX-platform de stap naar nieuwe technologie moeiteloos zet is even speels als duidelijk aangetoond in een experimentele toepassing van Festo CogniGame. De fysieke vorm daarvan is een real-life versie van het uit de jaren '70 bekende videospelletje "Pong". Met een kastje elektronica, een paar joysticks en een TV konden de spelers een gestripte vorm van pingpong spelen. De door CogniGame uitgewerkte variant werkt met elektromechanische en servopneumatische actuators om twee pingpongbatjes aan het eind van een tafel te bewegen. Eén speler bestuurt zijn batje met de hand, de besturing van het andere batje vindt plaats via sensoren op hoofd van
de speler. Diens hersengolven worden via een speciaal computerprogramma in acties vertaald. De hele installatie wordt aangestuurd door een CPX met CoDeSys programmamodule, en is meer dan een speeltje; hij kan de weg wijzen naar nieuwe Mens-Machine-Interfaces. Van bouwen naar integreren Het CPX-platform biedt machinebouwers niet alleen de gelegenheid elektrische en pneumatische aandrijvingen, sensoriek, I/O en communicatie met bovenliggende besturingen te integreren. Het stelt hen ook in staat te kiezen voor een machine met decentrale intelligentie, en die keuze kan belangrijke gevolgen hebben voor de manier waarop zij hun bedrijfsprocessen inrichten. CPX is het platform bij uitstek voor modulair ontworpen machines, waaraan functies naar behoeven toegevoegd of aangepast worden. Ook leent dit platform zich uitstekend voor de System Integrators-benadering, waarbij outsourcing van de productie van modules en functies een reële optie is. Door een dergelijke benaderingswijze kan een heel, ontwikkeltraject, van ontwerp tot oplevering, er heel anders uitzien. En ook de Total Cost of Ownership van een machine kan aanzienlijk teruggebracht worden - bijvoorbeeld door toepassing van uitwisselbare modules die eenvoudig in de machine te integreren zijn.
1.2013 trends in automation 18 19 –
Research: onderzoek NanoForceGripper
Grijper zonder energieverbruik Duurzaamheid is niet alleen een leidend thema voor Festo - de natuur zelf geeft het voorbeeld. Het Bionic Learning Network van Festo heeft daar al tal van toepassingen aan ontleend, en nog is het arsenaal niet uitgeput. De Gekko, als steile-wand-acrobaat onder de reptielen, klimt moeiteloos tegen een glazen wand op. Onderzoekers van Festo hebben de voetzolen van deze dieren onder de loep genomen en kwamen met het grijperprincipe, waarmee kwetsbare oppervlakten zonder risico of energieverbruik gemanipuleerd kunnen worden: de NanoForceGripper.
Houdkracht in optima forma: de Gekko klimt moeiteloos tegen een gladde glaswand op.
Researchproject NanoForceGripper: de bionische grijper pakt de smartphone met behulp van “Van der Waalskrachten” op en laat deze weer los met behulp van het FinRay-effect.
A
l meer dan 50 miljoen jaar leven de Gekko’s op de aarde. Een deel van het geheim van hun succesvolle overleving schuilt onder hun tenen. Hier beschikken deze kleine klauteraars over een enorme houdkracht. Reden te over voor de bionicaspecialisten van Festo om een researchproject te starten om op gelijke voet met deze dieren te komen - althans met een NanoForceGripper, die dat in zich heeft. De bionische grijper is een succesvolle nabootsing van de voetzool van de Gekko. Hij kan zelfs de spiegelgladde oppervlaktes van een smartphone energie-efficiënt en zonder een spoor van beroering oppakken en weer los laten. Nanokrachten tonen grip De naam zegt het al: de NanoForceGripper, nog in het stadium van prototype, werkt met krachten op moleculair en atomair niveau. Van deze zogenaamde “Van der Waalskrachten” maakt ook de Gekko gebruik. Zonder enige kleverige hulpstof of zuignappen klimt deze kleine klauteraar verticaal omhoog langs een gladde glaswand.
Push-push mechanisme: het systeem wordt geactiveerd zonder dat daarvoor externe actuators en aansturing nodig zijn.
De grijper onder de microscoop: de nanostructuur van de folie in 400voudige vergroting.
Het geheim van zijn succes is te zien onder de elektronenmicroscoop; een waar tapijt van ultradunne haartjes. Tussen elk afzonderlijk haartje en de afzonderlijke moleculen van het gladde oppervlak vindt de hechting via de “Van der Waalskrachten” plaats. Bij een enkel haartje is die minimaal. Maar zowel bij de Gekko als bij de NanoForceGripper wordt zij door een factor van 29000 per cm2 versterkt. Op die manier kan een Gekko met slechts één pootje een gewicht van 10kg houden. Het vinprincipe zorgt voor gelijkmatig lossen Aan de onderkant van de NanoForceGripper vinden we een laagje zogeheten Gekko Nanoplast-folie. De grijper in zijn totaliteit werd in 2012 als studieproject in het kader van het Bionic Learning Network ontworpen. In een testopstelling pakt hij smartphones zonder enige mechanische aanraking rechtstreeks via het oppervlak van de displays op. Om de grijper weer te bevrijden van het gladde oppervlak hebben de onderzoekers de Gekko nogmaals op de vingers - of beter tenen - gekeken. De Gekko maakt de haartjes met hun “Van der Waalskrachten” los door zijn voetoppervlak simpelweg af te wikkelen. Via hetzelfde principe lost ook de NanoForceGripper zijn last. Hij bedient zich daarbij van een tweede bionisch principe: het FinRay effect, dat ontleend is aan de beweging van staartvinnen van de vissen. Als er een kracht op wordt uitgeoefend, wordt het vlakke oppervlak van de NanoForceGripper vervormd tot een gebogen vlak. Het werkzame, met Nanoplast-folie beklede hechtend oppervlak wordt daardoor geleidelijk kleiner en de grijperlast wordt zachtjes gelost. Vasthouden zonder energie Het werkingsprincipe van de NanoForceGripper bij het lossen van een voorwerp
berust op het zo geheten push-push effect. Energieloos vasthouden en energiezuinig pakken en loslaten op basis van een push-push mechanisme zijn in de wereld van de grijpers een unicum. De NanoForceGripper blijft een eenmaal opgepakt voorwerp duurzaam vasthouden, zonder dat daarvoor enige toevoer van energie van buitenaf nodig is. Alleen voor het lossen van de “Van de Waalsverbinding” is een overeenkomstig geringe tegenkracht nodig. Een push-push mechanisme in de constructie van de grijper zorgt ervoor dat de adaptieve vorm van het grijperlichaam bij het los laten van het voorwerp automatisch vervormd wordt. Dankzij deze innovatieve structuur heeft de NanoForceGripper geen enkele extra actuator of aansturing nodig. Persluchtverbruik verminderd Deze "proof of concept"-studie maakt duidelijk hoe energie-efficiënt automatiseren in de toekomst eruit kan zien. Het laat zien hoe met bestaande elementen uit de automatisering een aanzienlijke energiebesparing gerealiseerd kan worden. Door inzet van de NanoForceGripper kan het energieverbruik, in vergelijking met op vacuüm gebaseerde systemen, duurzaam gereduceerd worden. Zo opent de NanoForceGripper niet alleen nieuwe perspectieven voor een contactloos grijpersysteem, hij illustreert ook overtuigend, hoe innovatieve technologieën in staat zijn de industriële productie een duurzame impuls te geven. Een impuls uit de natuur; één die de omgeving ten goede komt! www.festo.com/de/nanoforcegripper
NanoForceGripper live: scan de QR-code en bekijk de video!
1.2013 trends in automation 20 21 –
De DSBC-cilinderserie:
Alle functionaliteiten die je van een ISO-cilinder kunt verwachten! Inclusief verschillende dempingsvormen en afdichtingsconcepten. De cilinderserie DSBC is uitgebreid met verschillende functies en eigenschappen en is hiermee geschikt voor het vervangen van de volledige DNC-serie. Kenmerkend is onder andere de beschikbare drooglooppakking die mogelijkheden biedt voor de meest uitdagende applicaties. Daarnaast voorzien de cilinders nog altijd in de tijdbesparende zelfinstellende demping PPS en bieden ze een besparing door een extreem korte cyclustijd.
De DSBC-serie omvat een uitgebreide hoeveelheid modulaire opties en is hiermee af te stemmen op het totale scala aan gebruiksmogelijkheden. Met de laatste aanvullingen ten aanzien van afmetingen en eigenschappen biedt Festo nu een volledige serie als vervanging voor de DNC-cilinderlijn. Drooglooppakking De DSBC-cilinders zijn door het relatief lage gewicht geschikt voor toepassing op bewegende componenten en machines. Door de vele combinatiemogelijkheden en de flexibel toe te passen eigenschappen biedt de standaardserie veel varianten qua gebruik. Bijvoorbeeld: u heeft de keuze voor cilinders die speciaal ontwor-
pen zijn voor dynamische bewegingen, maar u kunt ook kiezen voor cilinders die juist geschikt zijn voor een constante, langzame loop. De cilinder is het component die het werk moet verrichten onder alle omstandigheden. Om die reden is de DSBC-cilinder te combineren met vele afdichtingsmogelijkheden die de gewenste functie waarborgen. Eén hiervan is de drooglooppakking waarmee de ISOcilinders ook te gebruiken zijn in de meest uitdagende omgevingen. Behoud het goede Uiteraard is het goede in alle opzichten behouden gebleven. Hiertoe behoort in elk geval de zelfinstellende pneumatische demping PPS. Deze – in eigen huis
ontwikkelde – demping stelt zichzelf volledig automatisch in; afhankelijk van de belasting. Dit leidt tot belangrijke besparingen met betrekking tot de installatie- en montagetijd. Bovendien draagt de geoptimaliseerde demping gedurende het volledige productieproces bij aan een langere levensduur van het component. Door de verschillende eigenschappen, de vele mogelijkheden en de modulaire bouw verhogen de standaardcilinders de flexibiliteit en procesbetrouwbaarheid. Daarmee worden zowel tijd als kosten bespaard op het vlak van installatie en montage.
Technische specificaties DSBC
Zuiger diameter [mm]
32
40
50
63
80
100
Pneumatische aansluiting
G1/8
G1/4
G1/4
G3/8
G3/8
G1/2
Slag [mm]
1...2800
Montage
Via inwendige draad of accessoires
Dempingslengte [mm]
20
22
32
32
Positiedetectie
Met benaderingsschakelaar
20
22
Zuigerstangloze cilinder DGC-K Met verbeterde afdichting. De serie DGC zuigerstangloze cilinders is uitgebreid met de DGC-K. Het gaat hier om een zeer compacte cilinder zonder geleiding die 100% uitwisselbaar is met de DGP-cilinders en die vooral geschikt is voor het bewegen van massa’s in een compacte ruimte. Met deze aanvulling biedt Festo een compleet assortiment zuigerstangloze cilinders waarmee praktisch alle applicaties zijn te bedienen.
De aanvulling van de DGC-serie met de K-uitvoering betekent een uitbreiding aan de onderkant van de range. De K-serie is dan ook relatief laag te belasten in vergelijking met de uitvoering: G, GF of KF. Verder is hij speciaal geschikt voor een 1:1 uitwisseling met de DGP-cilinders. Zo hebben beide cilinders een identieke maatvoering, luchtaansluiting en klantinterface evenals identieke bevestigingsgaten en accessoires. De mogelijkheden tot uitwisseling bieden een waarborging voor de huidige machines. Lager luchtverbruik Daarnaast zijn bij de DGC-K-cilinders verschillende kenmerkende innovaties doorgevoerd. Zo is door toepassing van
een verbeterde afdichting een significante verbetering van het luchtverbruik tot stand gebracht. Verder zijn de afdicht- en beschermbanden gefixeerd met behulp van magnetisme en een bewezen clipsysteem. Hierdoor zijn lange slagen tot 8.500 mm mogelijk. Minimaal aantal onderdelen Andere innovaties zijn de minimale aantal onderdelen dat vereenvoudigt het onderhoud en de eindkappen die voorzien zijn van een nieuwe demping. In feite gaat het om twee soorten dempingen (P- en PPV-demping) gecombineerd met een afdichtende functie. Tot slot zijn de zuigerstangloze cilinders
Technische specificaties DGC-K Diameter [mm]
18 – 80
Slag [mm]
Tot max. 8.500
ATEX
Ex2 en Ex3
Bouwvorm
compact
Uitwisselbaar
1:1 met DGP
optioneel te verkrijgen met NSF-H1 vet dat onder meer geschikt is voor toepassing in de voedingsmiddelenindustrie. Het is een vet dat volgens de standaard NSF-H1 incidenteel in contact mag komen met voedingsmiddelen.
1.2013 trends in automation 22 23 –
Veiligheidsventielen MS6-SV-C en MS6SV-E-ASIS Met Performance Level e of c. In de eerste plaats zijn de ventielen uit de MS6-serie ontwikkeld voor het veilig ontluchten van machines en installaties in geval van calamiteiten. Daarbij profiteert de gebruiker van het feit dat verschillende varianten zijn gecertificeerd conform DIN ISO 13849-1, categorie 4, Performance Level e. Nieuw in de complete serie zijn de variant met Performance Level c en de uitvoering die te integreren is in het veiligheidsbussysteem ASIS.
Speciaal voor het betrouwbaar, snel en veilig ontluchten van kritische systemen biedt Festo de MS6-serie ontluchtingsventielen. Kenmerkend voor alle varianten is de geïntegreerde softstartfunctie en de extreem hoge ontluchtingscapaciteit die kan oplopen tot 9.000 l/min. Bovendien wordt de ontluchtingsfunctie voortdurend getest en gemonitord om de betrouwbaarheid te garanderen. Omdat de ontluchtingsventielen standaard zijn gecertificeerd conform DIN ISO 13849-1, categorie 4, Performance Level e, heeft de gebruiker te maken met een bewezen veilig product dat hij zonder meer kan toepassen in zijn kritische systemen.
MS6-SV-C De MS6-serie is uitgebreid met twee varianten waarmee Festo het pakket veiligheidsventielen completeert. De eerste betreft de MS6-SV-C; een uitvoering die gecertificeerd is conform de minder zware Performance Level c klasse. Hiermee overbrugt Festo de afstand tussen reguliere ontluchtingsventielen en de MS6-SV-E variant met een gecertificeerd ventiel dat ook kosten efficiënt is. Het belangrijkste verschil met de SV-E-variant is dat het hier gaat om een ‘enkel kanaals’-uitvoering in plaats van een ‘redundant uitgevoerd’ventiel.
MS6-SV-ASIS De tweede innovatie binnen de MS6-serie is een ontluchtingsventiel dat voorzien is van een geïntegreerde connectie naar AS-Interface Safety at Work (ASIS): de MS6-SV-E-ASIS. Door deze mogelijkheid elimineert het ventiel de noodzaak tot een extra veiligheidsrelais en vergroot het de diagnosemogelijkheden. De inen uitgaande drukken P1 en P2 worden intern gemonitord en zijn uit te lezen via de AS-Interfacebus.
Technische specificaties DGC-K MS6-SV-E
MS6-SV-C
MS6-SV-E-ASIS
Ontluchtingscapaciteit [l/min]
9.000
7.600
9.000
Performance Level
e
c
e
DIN EN ISO
13849-1
13849-1
13849-1
Overig
Continue diagnose van de veiligheidsfunctie
Met schakelstatus, drukmeting en diagnosefunctie
Met instelbare drukopvoer en dito schakelpunt
DRRD-draaicilinder Draaicilinder voor iedere toepassing! De serie DRRD-draaicilinders – of -aandrijvingen – kenmerkt zich onder andere door zijn volledigheid. Werkelijk voor iedere situatie is er een variant die aan de betreffende eisen voldoet. Of het nu gaat om het opvangen van hoge massatraagheidsmomenten, om de mogelijkheid tot het vergrendelen van een instelling of om een speciale variant met IP65-beschermingsklasse; de DRRDdraaicilinders of -aandrijvingen zijn er uitermate geschikt voor.
De DRRD-draaicilinders hebben een symmetrische opbouw en bieden met één behuizing alle mogelijkheden voor draaihoeken tussen de 0 en 200°C. Aan beide zijden van de behuizing zijn naar wens sensoren aan te brengen. De luchtaansluiting en demping zijn in alle gevallen aan twee overstaande kopse kanten aangebracht. Dit eenvoudige concept en dito opbouw ondersteunen een gemakkelijke bestelling; er is bijvoorbeeld geen speciale linker of rechter uitvoering. Robuuste uitvoering De DRRD-draaicilinders maken gebruik van een constructie waarbij de lager, het rondsel en de flens één geheel vormen. De lager – met een relatief grote diameter
– is in de behuizing gecentreerd en met bouten vastgezet. Deze robuuste constructie met een gering aantal onderdelen biedt de mogelijkheid tot een lagerbelasting die tot negen maal hoger ligt dan bij de voorganger DRQD. Tegelijkertijd biedt de constructie een extreem kleine axiale en radiale lagerspeling en bijbehorende hoge nauwkeurigheid. Demping De draai-aandrijvingen zijn beschikbaar in vier dempingsvarianten. De P-uitvoering betreft een geïntegreerde elastomeerdemping (P1) met een metalen eindaanslag die bijdraagt aan een hoge herhalingsnauwkeurigheid. De cilinders met een Y9 of Y10 demping zijn voorzien
Technische specificaties DRRD
Bouwgrootte
8 – 63
Hoek [°]
instelbaar van 0 - 200
Koppel [Nm]
0,2 – 110
Demping
elastomeerdemping of hydraulische stootdemper
van een geïntegreerde stootdemper voor respectievelijk hoge en zeer hoge massatraagheidsmomenten. Deze stootdempers werken direct op de zuiger. De Y12variant ten slotte is uitgevoerd met een externe stootdemper, waardoor de volle aandrijfkracht nog beschikbaar is in de eindpositie. Dit is onder meer gewenst bij buigprocessen. Deze variant is eveneens geschikt voor zeer hoge massatraagheidsmomenten en biedt een eenvoudige hoekinstelling. Tot slot zijn de draaicilinders beschikbaar in verschillende uitvoeringen: • het wel of niet vergrendelen van speci fieke instellingen • het extern uitlezen van een positie • een spatwaterdichte uitvoering
1.2013 trends in automation 24 25 –
Waardetoevoeging door strategisch kiezen
Sterk met de steun van een wereldmerk Wat is een merk? Je zou kunnen zeggen dat een merk het verschil uitmaakt tussen "iets nodig hebben en iets willen hebben." Voor de meeste doorsnee producten is dat verschil minimaal: niemand zal zweren bij een bepaald merk spijkers. Maar als het om complexe producten gaat, zoals componenten of hele systemen in de industriële automatisering, dan komen de zaken anders te liggen. Dan kan een merk het verschil maken tussen tijdig en te laat opleveren, of tussen rendabel en teleurstellend produceren. Al meer dan een halve eeuw zet Festo alles op alles om de processen van haar klanten efficiënter, productiever en rendabeler te laten verlopen. Misschien eens tijd om dat hardop te zeggen?
T
echnici zijn no-nonsense mensen. Als ze een persluchtaandrijving nodig hebben dan kijken ze naar de specificaties en baseren daarop hun keuzes. En datzelfde geldt voor een ventiel, een lineaire aandrijving of een vacuümgenerator. Ze hebben de keus uit een groot aantal producten die in grote lijnen hetzelfde doen - waaronder die van Festo. Alleen heeft Festo zich de afgelopen jaren ingespannen om elk van die producten extra waarde te geven. Zoals door het ontwikkelen van de lichtlopende K3-zuiger en kunststof cilinders, waardoor gewicht wordt bespaard. Het ventiel heeft Festo doorontwikkeld tot
een hele reeks van koppelbare, via veldbus aanstuurbare, onder "live" condities verwisselbare elementen waarmee ventielblokken en -eilanden kunnen worden opgebouwd. Lineaire aandrijvingen zijn onder de regie van Festo uitgegroeid tot strak gevormde componenten die in een paar stappen geïnstalleerd en geconfigureerd zijn. Dat heeft Festo nooit onder stoelen of banken gestoken, maar altijd wel verteld als technicus tegenover technicus. "Dit is het kenmerk van ons nieuwe product, dit is het voordeel daarvan." Het verhaal achter de producten Grote aantallen ontwerpers, engineers
en andere technici zijn met die informatie aan de slag gegaan en hebben met de bijbehorende producten innovatieve toepassingen ontworpen. Ze hebben regelmatig ondersteuning gekregen van Festo-engineers, soms hebben ze ook trainingen gevolgd van Festo Didactic. Dat alles heeft ervoor gezorgd dat het aantal obstakels en vertragingen op de route tussen ontwerp en kant-en-klare toepassing in verreweg de meeste gevallen minimaal kon blijven. Ook dat hebben we regelmatig verteld - in het kader van informatie over producten, trainingen en evenementen.
Weten onze klanten daarmee ook wie Festo is? Misschien wel niet goed genoeg. Natuurlijk hebben we het wel eens gehad over het Bionic Learning Network; waar allerlei baanbrekende ideeën voor de industriële automatisering van morgen vandaan komen. Of over de manier waarop we software inzetten om het selecteren, configureren en bestellen van componenten in één vloeiende beweging mogelijk te maken. Maar om te zeggen dat we veel en vaak gecommuniceerd hebben wie Festo is en waar het bedrijf voor staat... niet echt. De fascinatie van Festo Toch vinden we dat het best eens naar buiten gebracht mag worden. Het is per slot van rekening geen kleinigheid om uit te groeien van plaatselijke fabrikant van persluchtcilinders tot één van 's werelds best bekende leveranciers van componenten, systemen en oplossingen voor industriële automatisering. Zeker als je, zoals Festo, daarbij kunt vertellen dat het probleem van de klant altijd je grootste uitdaging is geweest. Want dat betekent dat techniek, industriële automatisering en innoveren nog altijd je grootste passies zijn. Festo kan dat documenteren - met meer dan 3000 patenten op zijn naam, een aantal dat jaarlijks met ruim 100 toeneemt. Of met een jaarlijkse investering in research en ontwikkeling van 7% van de brutowinst. Dat is niet alleen de fascinatie voor de techniek, maar bovenal het besef dat klanten die concurrerend willen blijven, steeds nieuwe oplossingen nodig hebben om sneller en zuiniger te produceren. Om dat mogelijk te maken. moet je als leverancier gewoonweg voortdurend met nieuwe ideeën en oplossingen komen. Mensen en mogelijkheden In datzelfde licht kunnen we ook andere kengetallen van Festo zetten. Want het is natuurlijk aardig om te vermelden dat er wereldwijd 16.000 mensen bij Festo aan de slag zijn. Maar wat voor de klant telt is het resultaat van het werk van die 16.000 mensen. En dat kunnen ze dagelijks ervaren. In de vorm van: • een robuuste kwaliteitsbeheersing, • een uitermate flexibel productie systeem dat meer dan 30.000 produc ten in talloze varianten zo goed als op afroep kan leveren, • een logistiek systeem waar de wensen van de klant centraal in staan. • automatisch leveren op basis van verbruik tot levering op afroep of just in time.
Het meest recente resarchresultaat van het Bionic Learning Network van Festo: de BionicOpter, een biomechatronische robot van nog geen 200 gram met een vleugelspanwijdte van ca. 65 cm. Vliegt als een libelle, en wordt bestuurd via een smartphone app.
Want waar machinebouwers flexibel moeten inspelen op de vraag van de markt, kan Festo niet anders dan nog flexibeler inspelen op de wensen van zijn klanten. Denken en doen We weten net zo goed als onze klanten dat het in de techniek om "doen" draait. Maar dat betekent niet dat uitleg, advies en overleg daar niets te zoeken hebben. Onze meer dan 1.000 adviseurs weten wel beter: zij zijn dagelijks bezig zijn om samen met hun klanten te zoeken naar nog economischer en/of efficiëntere manieren om functies op machines te implementeren, doorlooptijden van projecten te verkorten en productieprocessen rendabeler te maken. Hun klanten weten dat trouwens ook. Niet voor niets volgen jaarlijks vele duizenden medewerkers van klanten cursussen en trainingen van Festo Didactic. Dat heeft niet zozeer te maken met een dreigend tekort aan geschoolde
technici als wel met het besef dat een medewerker die vertrouwd is met de laatste stand van de techniek, meer bijdraagt aan het bedrijf waarvoor hij/zij werkt. Festo heeft dat al decennia geleden ingezien. Vele duizenden ex-cursisten van Festo Didactic bewijzen dat de formule "leren in en voor de praktijk" werkt - voor henzelf en voor hun werkgever. Terecht is elke machinebouwer trots als een project met succes is afgerond en een machine is geïnstalleerd en in bedrijf genomen. Het besef dat onze producten, ideeën en adviezen daaraan hun bijdrage hebben geleverd is voor ons net zo goed een reden om trots te zijn. Het betekent namelijk dat onze kennis, ons enthousiasme en onze inzet het beoogde resultaat hebben gebracht: de productiviteit van onze klanten verhogen! We zeggen daarom niet voor niets: “We are the engineers of productivity”.
Waar draait het om bij Festo? Security Iedereen wil zekerheid: machinebouwers willen de zekerheid dat doelstellingen en specificaties gehaald worden. Festo zet al zijn know-how en energie in om dat mogelijk te maken. Efficiency Duurzaamheid wordt steeds belangrijker. Festo wil er met alle mogelijke middelen aan bijdragen dat verspilling van energie, grondstoffen en kapitaal voorkomen wordt. Simplicity Technologie is een domein voor iedereen. Door duidelijke communicatie, inzichtelijke toepassingen en effectieve trainings- en adviespraktijken wil Festo dat domein zo toegankelijk mogelijk maken. Competence Kennis en vaardigheden stellen mensen in staat zich te ontplooien. Festo medewerkers stellen hun talenten in dienst van de klant en Festo draagt actief bij aan het ontwikkelen van kennis en vaardigheden bij klanten.
1.2013 trends in automation 26 27 –
Duurzame productietechnieken
De techniek van het energie besparen!
De "Energy Saving Services" van Festo zijn inmiddels een begrip in de markt geworden. Al heel wat industriële productiebedrijven zijn erin geslaagd om hun energiekosten tussen de 10 en de 20 procent te verlagen - simpelweg door een aantal specialisten naar de pneumatiek in hun installatie te laten kijken. Het elimineren van lekkages, maar ook het verbeteren van de opwekking en distributie van de perslucht en van de kwaliteit daarvan kan op jaarbasis tot een besparing van vele duizenden euro's leiden. Maar wie echt duurzaam wil werken begint bij het begin - het ontwerp van de machine. En blijft die machine dan gedurende de hele economische levensduur volgen, om overal waar het kan kosten te besparen.
Energie-efficiëntie begint bij het ontwerp van een machine: welke oplossing presteert het beste in welke omgeving.
Value-engineering
D
at is tenminste de filosofie die Festo uitdraagt en om dat in praktijk te brengen zijn in tal van landen Energy Efficiency Teams opgericht - onder andere in Nederland. De essentie van Energy Efficiency is dat er niet alleen gekeken wordt naar de kosten van energieverbruik, maar ook naar de investeringen die nodig zijn om dat verbruik zo laag mogelijk te houden. Dat kan alleen als we kijken naar de zogeheten "Total Cost of Ownership" van een installatie.
Een hoge productiesnelheid, lage energiekosten, geringe storingsgevoeligheid en lange service-intervallen helpen allemaal om Total Cost of Ownership laag te houden. Met behulp van rekenmodellen zijn de kosten en opbrengsten van een machine in kaart te brengen. Onderwerpen die hierop van toepassing zijn - terugdringen van het energiegebruik, verlengen van het service-interval, automatiseren van taken, etc.- kunnen op die manier rationeel en economisch onderbouwd, gewogen en wel-of-niet doorgevoerd worden.
Besparen over de hele linie De Energy Efficiency Teams van Festo helpen ontwerpers en bouwers van machines bij het vinden van het juiste evenwicht tussen besparen en verbeteren. Dat kan al beginnen bij het ontwerp van de machine. Maar ook tijdens de engineering en als de machine al enige tijd in bedrijf is, kan het Energy Efficiency Team van Festo helpen bij het besparen van kosten. Koen Leeflang, Automation Engineer en lid van het Energy Management Team van Festo, verwoordt dat aldus: "Wie serieus
Duurzaam produceren met Festo Energy Saving Services: een kwestie van consequent monitoren van luchtverbruik en -kwaliteit.
werk wil maken van het besparen op de kosten van productie, begint bij het ontwerp van een machine. De afgelopen jaren zijn er tal van energiebesparende innovaties gedaan, die een veel bredere toepassing verdienen. Ook bij de vertaling van machineontwerp naar de feitelijke machine is nog veel winst te behalen. En daarnaast is er de komende jaren nog steeds een enorme besparing te boeken door consequent onderhoud van bestaande installaties, het verhelpen van lekkages en het optimaliseren van de afstemming tussen luchtvoorziening en luchtverbruik." Economisch ontwerpen met L3C-tool Energiezuinig ontwerpen van machines is daadwerkelijk mogelijk dankzij de L3Ctool van Festo. Deze webtool is in feite een software-instrument dat speciaal is ontwikkeld om de Life Cycle Costs - de kosten berekend over de totale levensduur - van verschillende soorten aandrijvingen met elkaar te kunnen vergelijken. Om de kosten van een pneumatische – met een elektrische aandrijving te kunnen vergelijken is het niet genoeg om naar aanschaf- of verbruikscijfers te kijken.
Er zijn situaties waarin de keus voor een pneumatische aandrijving – die op zichzelf stukken goedkoper is dan een elektrische, uiteindelijk toch duurder uitpakt. Evenzo is het mogelijk om bovenstaande situatieschets andersom neer te zetten. Van energieverbruik tot onderhoudskosten Via de L3C-tool kan iedere ontwerper samen met de Festo specialisten de totale kosten van één type aandrijving vergelijken met een ander type. "Door op de webtool in te voeren wat voor functie wordt geautomatiseerd en daarbij alle parameters in te voeren kan het systeem direct uitrekenen wat de energiekosten van de gekozen oplossing zijn.", aldus Koen Leeflang. "Daarnaast kunnen ook de kosten van service, afschrijving en vervanging in één klap inzichtelijk worden gemaakt. Zo ontstaat een complete kostenvergelijking tussen pneumatisch en elektrisch aandrijven." Dat maakt het L3C-tool tot een waardevol instrument om voor allerlei toepassingen de meest energiezuinige en economisch rendabele aandrijving te kiezen.
Verantwoord selecteren en dimensioneren Ook in de engineeringfase is er veel winst te boeken door een verantwoorde keuze van componenten. De online selectie- en dimensioneringssoftware van Festo biedt de mogelijkheid om componenten nauwkeurig op hun dynamische eigenschappen te selecteren. Zo kunnen precies, op basis van de eisen die de applicatie stelt, de juiste en op elkaar afgestemde componenten worden geselecteerd. Op die manier wordt overdimensionering van componenten vermeden. Dat scheelt niet alleen in de directe kosten. Ook het energieverbruik wordt lager – zowel direct door de toepassing van lichtere componenten – als indirect; door het zo laag mogelijk houden van bewegende massa's. Training en begeleiding Een dergelijke aanpak bevat de nodige nieuwe elementen. Daarom heeft Festo ook een begeleidingsprogramma ontwikkeld om ontwerpers en engineers met deze werkwijze vertrouwd te maken. Koen Leeflang: "Het programma "Energie-efficiënt ontwerpen van pneumatische systemen", dat ons Energy Efficiency Team in samenwerking met Festo Didactic heeft
1.2013 trends in automation 28 29 –
Energie-efficiëntie van Festo voor de eerste keer door TÜV gecertificeerd! Reduceer uw bedrijfskosten tot 60% met de Energy Saving Service van Festo. Festo is het eerste bedrijf ter wereld dat gecertificeerd is door de Duitse certificeringsorganisatie TÜV voor een audit van de energie-efficiëntie perslucht! TÜV Süd heeft Festo gecertificeerd als een gekwalificeerde leverancier van uitstekende energie-efficiënte consulting diensten. Het doel van het Energy Saving Service van Festo is het optimaal benutten van potentiële energiebesparing in pneumatische systemen. Besparingen tot 60% op operationele kosten zijn mogelijk. De certificering betreft een evaluatie van de methoden die door het Festo Energy Saving Service wordt gebruikt als een modulair serviceprogramma. Het gaat hierbij om een energieefficiëntie en persluchtkwaliteitsaudit, overeenkomstig met ISO/DIS 11011. In de certificering zijn ook het ontwerp en de uitvoering van maatregelen die gericht zijn op het verminderen
van perslucht consumptie betrokken. Tevens zijn de maatregelen voor de bescherming van persluchtbesparingen op de lange termijn meegenomen in het certificaat. De energie-efficiëntie en persluchtkwaliteitsaudit omvat modules voor de analyse van het genereren van persluchtgebruik, perslucht consumptie, de kwaliteit van de gecomprimeerde lucht en machine energie-efficiëntie met betrekking tot het gebruik van perslucht, evenals lek detectie en eliminatie. Sven Lensdorf, Hoofd van Service Management bij Festo verklaart: "TÜV Certificering van energiediensten van Festo laat zien dat we in staat zijn om wereldwijd gestandaardiseerde diensten aan te bieden voor verhoogde perslucht energie-efficiëntie. Daarmee kunnen wij als Festo een hoge gegarandeerde kwaliteit Energy Consultancy aanbieden conform geldende en gestandaardiseerde normen."
"Door optimalisatie van het persluchtsysteem wordt ook slijtage en machinestilstand voorkomen en stijgt de productiviteit" Koen Leeflang, Automation Engineer en lid van het Energy Management Team van Festo.
ontwikkeld, richt zich in de eerste plaats op pneumatiek, maar houdt wel rekening met alle mogelijke alternatieven. Dit programma is zowel bedoeld voor machinebouwers als eindgebruikers, en helpt hen niet alleen de meest energie-efficiëntere oplossing voor hun toepassing te kiezen. Het draagt ook bij aan de bewustwording van de problematiek en aan het besef dat je bij het ontwerpen van een machine niet alleen naar de technische, maar ook naar de economische dimensie moet kijken." Energy Saving Services Eenzelfde effect hebben ook de cursussen en trainingen die operators en technici kunnen volgen nadat een bedrijf een traject met Festo Energy Saving Services heeft doorlopen. "In de meeste installaties zijn er talloze mogelijkheden om energie- en onderhoudskosten terug te dringen", zo vertelt Leeflang. "Daarom heeft Festo de Energy Saving Services in het leven geroepen. Daarbij controleren we de hele persluchtinstallatie, van opwekking tot en met eindverbruikers. Er wordt gekeken naar compressorrendement, leidingnetwerk, luchtverzorging en naar het energieverbruik van machines
en installaties. Persluchtlekkages worden geëlimineerd en er worden suggesties gedaan voor aanpassingen in de opbouw van de machine, waardoor de perslucht beter wordt benut." Kwaliteitsbewaking Een vaak onderbelicht aspect daarbij is de persluchtkwaliteit. Die wordt grotendeels bepaald door factoren aan de compressorkant van het leidingnetwerk. Dit heeft verregaande consequenties voor de verbruikskant. "Perslucht is energie en als zodanig te vergelijken met elektriciteit. Alleen heeft die laatste een constante kwaliteit, daarvoor zorgt de netbeheerder.", zo vervolgt Leeflang. "De persluchtkwaliteit hangt af van lokale factoren en heeft lokale gevolgen: onvoldoende droging van de perslucht kan leiden tot corrosie in de machines, verontreiniging ervan kan gevolgen hebben voor het product - en bijvoorbeeld in de voedingsmiddelenindustrie is dat absoluut onwenselijk. Door al die aspecten mee te nemen leveren we de klant een totaalbeeld hoe het staat met de energievoorziening van zijn installatie en wat hij er aan kan doen om die op peil te houden."
Integrale aanpak Met een Energy Saving Service-traject kunnen vaak vele duizenden euro's per jaar worden bespaard. In elke fase van het traject krijgt de klant een raming van de kosten en de terugverdientijd. In de meeste gevallen is die minder dan een jaar. Maar de inzet van Festo Energy Saving Services leidt niet alleen tot directe besparingen. Leeflang vervolgt:"Door optimalisatie van het persluchtsysteem wordt ook slijtage en machinestilstand voorkomen en stijgt de productiviteit. Trainingen voor operators en technici in het opsporen en elimineren van persluchtverliezen en het bewaken van de persluchtkwaliteit helpen de klant niet alleen zelf grip op energiekosten te houden en om problemen te voorkòmen. Ze maken de klant ook bewust van de mogelijkheden om kosten te besparen door consequente controles en onderhoud, en helpen hem op weg naar een duurzamere productie."
Safety engineering
Veiligheid: de stand van zaken "Safety engineering" is één van de pijlers onder de duurzame innovatiefilosofie van Festo. Al in 2007 bestempelde het bedrijf veiligheid tot één van de speerpunten in het ontwikkelingsbeleid. Sinds begin 2012 is het de internationale norm ISO13849-1 die de toon zet op het gebied van machineveiligheid en is veiligheid definitief op de kaart gezet. Niet alleen ontwerpers en bouwers van machines en installaties, maar ook de toeleverende industrie heeft het thema "veiligheid" serieus opgepakt. Het resultaat is een verscheidenheid van componenten en oplossingen die maar één doel hebben: minder risico's en meer zekerheid op de werkplek.
"
De invoering van de 13849-norm is niet echt van het spreekwoordelijke leien dakje gegaan.", zo vertelt Festo Product Marketing Manager Air Supply: Leon Haas. "In 2007 viel het besluit om de verouderde EN 954-1 norm te vervangen door de nieuwere ISO 13849-1, maar het heeft tot eind 2011 geduurd voordat EN 954 werd ingetrokken en ISO 13849 ook daadwerkelijk "de norm" werd. Dat hing ondermeer samen met het feit dat de nieuwe norm vroeg om MTTF-data (Mean Time To Failure) voor allerlei componenten en daarin konden veel leveranciers niet van de ene dag op de andere voorzien. Tevens heeft het de nodige voeten in de aarde gehad voordat
iedereen voldoende vertrouwd was met de nieuwe modellen en berekeningswijzen om de machinerichtlijn soepel in praktijk te brengen." Machineveiligheid en meer Festo heeft zich in die periode niet onbetuigd gelaten en heeft met een reeks cursussen en maatwerktrainingen ervoor gezorgd dat technici en engineers vertrouwd raakten met de nieuwe manier van kijken naar machineveiligheid. Ook vandaag de dag nog is er veel behoefte aan specifieke informatie op dit terrein. In die behoefte voorziet het bedrijf regelmatig met seminars en trainingen op maat. Daarnaast was Leon Haas één van de
sprekers op de recente "Food & Safety Events" - een reeks seminars waarin Festo, Rittal, Pilz en N&S gezamenlijk het thema van de voedsel- en machineveiligheid onder de aandacht brachten. "Wat voor mij centraal staat in het denken over veiligheid is de vraag wat wij als Festo kunnen toevoegen aan de veiligheid van een machine.", zo licht Leon Haas zijn aandeel in deze Events toe. "Daarbij gaat het er in de eerste plaats om dat je je als machinebouwer realiseert wat er nodig is om een toepassing veilig te maken. Vaak is de eerste reactie van een technicus dat het ontluchten van een machine resulteert in veiligheid. Maar als je dan denkt aan een verticale toepassing met
1.2013 trends in automation 30 31 –
Veiligheid in kort bestek: vier machinetoestanden en tien veiligheidsfuncties.
een massa die pneumatisch in positie gehouden wordt, dan bereik je met ontluchting dikwijls het tegengestelde van wat je wilt." Machinestoestanden en veiligheidsfuncties Daarom legt Haas de nadruk niet in de eerste plaats op de rekenmodellen en de calculaties, maar op de manier waarop de machinebouwer de veiligheidsproblematiek benadert. "Als we kijken naar een pneumatisch systeem, dan kent dat meestal 4 toestanden: een rusttoestand, de normale bedrijfstoestand, een servicetoestand en een noodtoestand. In elk van die vier toestanden kan je tien veiligheidsfuncties definiëren - ontluchten, stoppen van een beweging, beweging omkeren, enzovoorts. Waar het in de eerste plaats om gaat is dat je je als machinebouwer afvraagt wat de consequenties zijn van iedere veiligheidsfunctie bij elke machinetoestand. Want zo voorkom je veiligheidsmaatregelen met een averechts effect." Oplossingen op alle niveaus De tien verschillende veiligheidsfuncties waarover Haas het heeft zijn geen abstracte schema's, maar komen stuk voor stuk overeen met producten en oplossingen waarin Festo al de nodige research en ontwikkeling heeft gestoken. Festo denkt daarbij zowel aan specifieke veiligheidsfunctionaliteiten in standaardcomponen-
ten (slow-startventielen, drukzones in ventieleiland), als aan afzonderlijke veiligheidscomponenten (het multi-inzetbare MS6-SV-veiligheidsventiel). Tenslotte zijn er de kant-en-klare modulen om bijvoorbeeld druk te verminderen of een beweging om te keren - onmisbare elementen in situaties waarin snel een robuuste veiligheidsoplossing onmisbaar is. In Europa heeft dus een duidelijke aanscherping van de eisen op het gebied van machines en veiligheid plaatsgevonden. Festo heeft het veiligheidsproductenpakket navenant uitgebreid. Maar ook verbreed. Want naast oplossingen om te voorzien in de standaard pneumatische veiligheidsfuncties is ook gekeken naar andere gebieden van de industriële automatisering. Daardoor kon het bestaande assortiment worden aangevuld met nieuwe concepten, die ook unieke mogelijkheden kunnen bieden op het gebied van machineveiligheid. Integratie van pneumatiek en elektromechanica Deze oplossingen beperken zich niet tot de pneumatiek; ook op het gebied van elektromechanica is er inmiddels een respectabele collectie oplossingen ontstaan. Dat Festo daarbij bereid is om "out of the box" te denken bewijst de pneumatische rem voor elektromechanische toepassin-
gen. Te denken valt daarbij bijvoorbeeld aan een hoogdynamische toepassing met een elektromechanische aandrijving met een servomotor. Als de veiligheidscondities worden overschreden, kan het toerental teruggebracht worden naar een veilig niveau met een motorrem. Alleen is die niet impliciet redundant uitgevoerd: faalt de rem, dan is er geen back-up. Als de veiligheidsberekeningen een hoger Performance Level vereisen, dan kan de door een veiligheidsventiel aangestuurde pneumatische rem daarvoor zorgen. Door de combinatie van redundantie en onafhankelijkheid komt de pneumatische remtoepassing uit op het hoogste veiligheidsniveau: Performance Level e. Innovatieve concepten en oplossingen zijn onontbeerlijk om machineveiligheid daadwerkelijk inhoud te geven. Maar belangrijker dan welke veiligheidscomponent ook is de kennis en het inzicht van de machinebouwer. Festo werkt aan beide - met een reeks aan producten en oplossingen die in het teken staan van machineveiligheid, maar evenzeer met training en advies om productieprocessen voor mensen veiliger te maken.
Cytostatica-productie geoptimaliseerd met kant-en-klare toepassingen
Oplossingen die goud waard zijn
Platina is kostbaar, kostbaarder zelfs dan goud. Maar meer nog dan dat; het kan levens redden. In de farmaceutische industrie worden platinaverbindingen gebruikt om geneesmiddelen tegen kanker te vervaardigen. Edelmetaalbedrijf Heraeus is specialist op dat gebied en automatiseert zijn installaties met Festo systemen.
S
inds 1982 vervaardigt Heraeus het chemotherapeutische geneesmiddel cisplatine. Voorheen waren cytostatica alleen via de Verenigde Staten verkrijgbaar. De verkrijgbaarheid ervan bij de behandeling van kanker in Europa was beperkt. Vandaag de dag is Heraeus de grootste producent ter wereld van antitumormedicatie op basis van platina. De grote vraag naar cytostatica en de ontwikkeling van nieuwe medicijnen, zoals bijvoorbeeld carboplatine, gaven de aanzet tot de bouw van een nieuwe, geautomatiseerde multi-purpose installatie. Het automatiseringsproces resulteert niet alleen in een aanzien-
lijk grotere productiecapaciteit, maar vereenvoudigt ook de documentatie rond het productieproces. "De automatisering verlicht ons werk in grote mate, zowel bij het voorbereiden van de installaties als bij het gebruik ervan.", zo verklaart Raimund Seliger, Projectleider Engineering bij Heraeus. Systematische opzet Het productieproces in de vier reactoren met een inhoud van 200 tot 1000 liter is dankzij het automatiseringssysteem eenvoudig te beheren en te controleren. Functies zoals verhitten, koelen, neutraliseren of opbouwen van druk zijn geauto-
matiseerd, wat het bedieningspersoneel veel werk uit handen neemt. Alleen het eigenlijke doseringsproces is niet geautomatiseerd. Grondstoffen en toevoegingen worden van oudsher handmatig per batch afgewogen en bijgemengd. "De door het ontwerpbureau Chemgineering ontwikkelde installatie weerspiegelt de essentie van het productiesysteem volledig", aldus Bernd Becker, Sales Engineer Procesautomatisering bij Festo. Alle onderdelen komen van Festo vandaan: afsluiters met aandrijvingen en sensorboxen, kant-en-klare besturingskasten voor ATEX-zone 2 met CPX/MPA ventiel-
1.2013 trends in automation 32 33 –
Hitte-koeling-cyclus: ook in krappe ruimtes kunnen de pneumatische aandrijvingen gebruikt worden.
Het hart van de automatisering: CPX/MPA-ventieleiland met geïntegreerde remote I/O in de besturingskast.
Compacte constructie: ventielen met DAPS-aandrijvingen in de beluchtingsinstallatie.
"Als gebruiker profiteren wij van het feit dat wij voor een groot deel van onze automatisering maar één partner hoeven aan te spreken". Raimund Seliger, Projectleider Engineering bij Heraeus.
eiland, plus de implementatie van de veldbuscommunicatie. Doordat alles van één leverancier komt zijn de elementen consequent op elkaar afgestemd. Meer zekerheid met pneumatiek Voor het vullen van de reactoren worden RVS-kogelafsluiters uit de serie VZSB en kogelafsluiters met PTFE-bekleding toegepast. Zij worden aangestuurd door DAPS-aandrijvingen met standmelding. Deze betrouwbare enkelwerkende aandrijvingen houden in geval van storing de gesloten positie vast. "Daarmee zijn pneumatische aandrijvingen veiliger dan elektrische", aldus Seliger. Een extra bron van zekerheid vormt het eenvoudige mechanisme van de DAPS-aandrijvingen, dat gebaseerd is op het Scotch-Yoke principe. Hierdoor ontstaat een geringe slijtagegevoeligheid en een lange levensduur. Meer geautomatiseerde kogelafsluiters zijn te vinden bij de CIP-stations die
dienen om de multi-purpose installatie na iedere batch te reinigen. Afsluiters met PTFE-bekleding en DAPS-aandrijvingen regelen de drie ontluchtingskanalen voor zure, alkalische en oplosmiddelen bevattende afvoerlucht en voor het tempereren (verhitten en koelen) van de reactoren. Flexibele aansturing Het hart van de installatie wordt gevormd door een CPX/MPA-ventieleiland met geïntegreerde remote I/O in de besturingskast. Dankzij het flexibele besturingsconcept kunnen standmelders en sensoren rechtstreeks worden aangesloten op alle per veldbus aangestuurde ventieleiland. Pneumatisch aangestuurde afsluiters worden aangestuurd via, ter plaatse gemonteerde, MPA-ventieleiland.
diseerde besturingskasten met ventieleiland stellen installateurs, adviseurs en niet in de laatste plaats Heraeus zelf in staat om zich volledig op hun eigen kerncompetenties te concentreren. Festo ontwierp en bouwde alle inbouwklare besturingskasten met ventieleiland explosieveilig voor Ex-zone 2 en leverde ze rechtstreeks aan bij de installatie. Kant-en-klaar gemonteerd en getest zorgden deze totaaloplossingen voor een geringere belasting van het installatiepersoneel, een reductie van de hoeveelheid constructiewerk, vereenvoudiging van het aankoopproces en lagere projectkosten.
www.festo.com/catalog/daps www.festo.com/catalog/cpx
Het single sourcing principe waarvan hier gebruik is gemaakt zorgt voor kostenbesparing en een grotere efficiëntie bij het inkoopproces. Met name de gestandaar-
"Installeren zonder gedoe, dat is waar het onze klanten om te doen is". Bernd Becker, Sales Engineer Procesautomatisering, Festo.
Festo legt besparingspotentieel van terajoules bloot in fabriek Mars
Energiebesparing, duurzaamheid. Iedereen heeft het er over, maar de praktijk is weerbarstig. Gelukkig groeit het aantal bedrijven dat zich realiseert dat afwachten geen optie is en dat er daadwerkelijk een bijdrage moet worden geleverd aan een duurzamere wereld. Zo wordt in de fabriek van Mars Nederland in Veghel hard gewerkt aan het verduurzamen van de productie. Daarbij is de doelstelling om in 2040 CO2-neutraal te produceren. Dat betekent vanaf nu een reductie van de CO2 uitstoot met 3% per jaar. Energiebesparing speelt hierbij een belangrijke rol. Coördinator Duurzaamheid Joan Ummels is bij Mars in Veghel degene die zorgt voor het opstarten en coördineren van projecten op dit gebied. Eén van de projecten met veel besparingspotentie betreft het terugdringen van het persluchtverbruik bij verpakkingsmachines. Samen met energiespecialist Koen Leeflang van Festo ging Joan op zoek naar de mogelijkheden bij de dozenverpakkingsmachines. Uit dit speurwerk kwam een besparingspotentieel van 50% naar voren, wat in de praktijk neerkomt op 0,1 terajoule (oftewel 28.000 kWh) per jaar per machine!
1.2013 trends in automation 34 35 –
M
ars is vooral bekend als producent van de Mars en Snickers repen. Het is van oorsprong een Amerikaans bedrijf. De zoon van de oprichter maakte in 1963 de oversteek naar Europa en begon in het Brabantse Veghel met de productie van Mars repen. Inmiddels is deze vestiging uitgegroeid tot de grootste chocoladeproducerende fabriek van Mars; waar momenteel de chocoladerepen worden geproduceerd voor onder andere de merken Mars, Snickers, Twix, Bounty en Milky Way. Mars heeft overal ter wereld fabrieken die naast chocolade nog een reeks andere producten maken. Dit variërend van rijst van het merk Uncle Bens tot dierenvoeding van Pedigree, Whiskas en Royal Canin, tot thee en koffie. Inmiddels maakt het in 1911 door Frank C. Mars opgerichte familiebedrijf wereldwijd een omzet van meer dan $30 miljard per jaar. In Veghel zijn zo’n 1200 medewerkers werkzaam. Duurzaamheid centraal In de loop van de jaren groeide bij de familie Mars het besef dat zij het aan hun kinderen en kleinkinderen verplicht zijn om van het bedrijf niet alleen een winstgevend, maar ook een duurzaam bedrijf te maken In 2007 werd daarom onder de naam "Sustainable in a Generation" gestart met een programma dat duurzaamheid wereldwijd moet uitrollen in alle vestigingen van Mars. Inmiddels is het begrip duurzaamheid diep geworteld in de doelstellingen van het bedrijf en wordt veel geïnvesteerd in de verdere verduurzaming ervan. Zo ook in Veghel. Daar is sinds een klein jaar Joan Ummels aangesteld als Coördinator Duurzaamheid. Afgestudeerd als industrieel ontwerper aan de TU Delft, zorgt Joan niet alleen voor een stuk bewustmaking op het gebied van duurzaamheid c.q. energiebesparing bij de medewerkers, maar is zij tevens verantwoordelijk voor het opstarten en coördineren van projecten op het gebied van besparing en reductie van energie. Joan Ummels denkt daarbij niet zozeer in besparingen van euro’s, maar bij voorkeur in besparingen van het liefst terajoules (TJ). Dat zijn joules met 12 nullen, waarbij 1 TJ overeenkomt met ongeveer 280.000 kWh, met andere woorden: het jaarlijkse energieverbruik van zo’n 100 huishoudens. Verpakkingsmachines De opdracht aan Joan Ummels was van het begin af aan helder: ga op zoek naar mogelijkheden om in de Veghelse fabriek zoveel mogelijk terajoules aan energie te besparen, dan wel te reduceren. Inmiddels zijn er in Veghel in dit kader meer-
Mars, Snickers, Twix, Bounty en Milky Way: lekkernijen uit Veghel met een duurzame signatuur.
"Sustainable in a generation": Mars' wereldwijde programma stelt duurzaamheid op alle niveaus centraal.
dere projecten opgestart, variërend van waterbesparende urinoirs, het installeren van led-verlichting, de modernisering van koel- en ketelhuis tot het installeren van een energiemonitoringsysteem. Dit moet het energieverbruik per shift gaan meten en vertalen in energiebesparingsmogelijkheden. Een groot deel van het werk van Joan Ummels bestaat daarbij uit voorlichting en vooral bewustmaking van de medewerkers van het bedrijf, of zoals ze het formuleert: “Je moet de mensen op scherp zetten als het gaat om energiebesparing, ze leren na te denken bij elke routinehandeling en ze overtuigen van het belang voortdurend alert te zijn op energieverspilling. Er blijkt op deze wijze heel veel bespaard te kunnen worden.” Zo viel het één van de onderhoudstechnici op dat het persluchtverbruik van de
verpakkingsmachines nogal aan de hoge kant was. Nu is perslucht een energiemedium waar een luisterend oor al voldoende is om te bepalen dat er flink wat te besparen valt. Dit alleen al door lekkende leidingen aan te pakken. Maar er valt vast nog meer te besparen bij de Cermex verpakkingsmachines, dacht Joan Ummels. Deze machines handlen zogenaamde showdozen die zijn afgevuld met verpakte Mars en Snickers repen. De showdozen worden weer verpakt in grotere transportdozen die uiteindelijk hun weg vinden naar de supermarkt. Voor de aandrijving van de verpakkingslijn wordt de nodige perslucht toegepast. Het vermoeden was dat de machine voor hetzelfde resultaat ook met minder perslucht toe zou kunnen.
aanstuurt die de doos vasthoudt tijdens transport. Ook hier bleek winst te behalen door deze vacuümgenerator te vervangen door een type dat meer toegesneden is op de capaciteit. De persluchtbesparing kwam hier uit op 75%. Het volgende station in de lijn is de doosopzet, waarbij de doos wordt opengevouwen en tevens moet worden vastgehouden. Beide bewegingen hadden hun eigen generator die 400 l/min perslucht verbruikt. Koen adviseerde om deze te vervangen door twee kleinere separate generatoren die elk maar 100 l/min vragen. Daartoe werden deze generatoren zo dicht mogelijk bij de doosopzet geplaatst en werden vier zuignappen afgedopt om het vacuüm zo min mogelijk te onderbreken . Uiteindelijk kon hier worden volstaan met 3 zuignappen. 75% Besparing op perslucht: bijna uitsluitend een kwestie van vacuümvraag- en aanbod op elkaar afstemmen.
Coördinator Duurzaamheid Joan Ummels van Mars: een energiebesparing van 0,5 terajoule per jaar, en uitzicht op nog duurzamere resultaten.
Benchmark Om zich te verzekeren van een goed advies, nodigde Joan twee pneumatiekleveranciers uit om te komen met voorstellen voor het terugdringen van het persluchtverbruik bij de machines. Eén van de leveranciers was Festo. Automation Engineer Koen Leeflang van Festo kwam graag naar de Veghelse fabriek om een analyse te maken van het besparingspotentieel van één van de Cermex machines en advies uit te brengen over de mogelijkheden om de besparingen daadwerkelijk te realiseren. Tijdens het onderzoek aan de machine bleek al snel dat met name de vacuümgeneratoren de meeste perslucht verbruikten en dat hier al veel winst viel te behalen. Een vacuümgenerator werkt het meest efficiënt bij een voedingsdruk van 4,5 tot 5 bar. In de oude situatie was
de voedingsdruk direct gekoppeld aan de leidingnetdruk van 6,1 bar. Door hier een drukreduceertoestel te plaatsen kon de voedingsdruk worden teruggebracht tot de voor de generator meest efficiënte waarde, te weten 4,5 bar. Verder is het magazijn van de transportdozen voorzien van twee grijparmen met daarop 5 tot 6 zuignappen om de dozen te transporteren op de verpakkingslijn. Elke grijparm was daartoe voorzien van een eigen vacuümgenerator die elk 200 l/min aan perslucht verbruikte. Koen Leeflang sloeg aan het rekenen en kwam tot de conclusie dat de beide grijpers net zo goed konden werken op slechts één generator, waarmee een extra besparing van 200 l/min gerealiseerd kon worden. Eenmaal op de lijn wordt de doos verder getransporteerd, waarvoor één generator één zuignap
Flowmeting Nadat deze aanpassingen zijn doorgevoerd, is door Festo een flowmeting uitgevoerd op de verpakkingsmachine. Hieruit bleek dat in de nieuwe situatie een totale besparing op het persluchtverbruik kan worden gerealiseerd van 550 l/ min. Voor een enthousiaste Joan Ummels betekent dit een energiebesparing per machine van 0,1 TJ per jaar. Uiteindelijk gaat het om vijf van deze Cermex verpakkingsmachines die na aanpassing dus 0,5 TJ per jaar minder energie gebruiken. In de fabriek in Veghel zijn dit echter niet de enige verpakkingsmachines die voor aanpassing in aanmerking komen. Er valt dus nog heel wat perslucht en daarmee energie te besparen in Veghel.
1.2013 trends in automation 36 37 –
Een complete fabriek in mini-formaat: het hele proces van afvullen, verpakken, identificatie en controle, opslag, uitgifte en terugname in compact bestek.
Verwerven van kennis en vaardigheden
De kennisfabriek Het Techniekpact tussen regering en bedrijfsleven is maar één van de aanwijzingen: als we niet oppassen, dreigt de instroom van vers technisch geschoold personeel op te drogen. Subsidies en voldoende stageplaatsen helpen om zo'n dreigend tekort het hoofd te bieden. Volledig uitgeruste "leerscholen" dragen evenzeer hun steentje bij: zij vormen een uitstekende voorbereiding op een carrière in de techniek. Festo Didactic heeft uitgebreide kennis en ervaring op het gebied van zulke lesfaciliteiten, die niet alleen een unieke ondersteuning vormen van het technisch onderwijs, maar ook onmisbaar zijn om medewerkers in de technische industrie nieuwe kennis en vaardigheden bij te brengen.
A
thene was bij de oude Grieken de godin van de wijsheid, maar bij Siemens in Nürnberg staat zij model voor een hypermodern lesinstituut. Doel van het instituut is studenten en afgestudeerden in de techniek vertrouwd te maken met de praktijk van de productieomgeving. Daartoe is een model van een complete fabriek geïmplementeerd waarin het hele proces van productie op basis van grondstoffen tot en met aflevering in marktklare verpakkingen op verkleinde schaal wordt nagebootst. De fabriek bestaat uit twee gedeelten, die weliswaar in dezelfde ruimte zijn opgesteld, maar systeemtechnisch niet met elkaar verbonden. In het ene gedeelte ligt de nadruk op de procestechnologie. Het andere deel kopieert een discrete productieomgeving, compleet met doseer-, afvul-, en verpakkingseenheden.
Stortgoed exact gedoseerd en verpakt: handling via industriestandaard toepassingen als grijpers, draaischijven en transportbanden.
Flow control in de procestechniek: processtromen worden via MPA-ventielen en proceskleppen door de installatie geleid.
Mengen, filteren, tempereren In het procesgedeelte van Athene raken studenten vertrouwd met de principes en de praktijk van de procestechnologie.De installatie is op dezelfde wijze ingericht als een compleet productieproces in de farmaceutische- of voedingsmiddelenindustrie. Cursisten leren werken met programmatuur voor receptuurbeheer en -bewerking, documentatie van installaties en het lezen van schema's uit de meet- en regeltechniek. Alle processtappen zoals doseren, filtreren, mengen en tempereren worden in de installatie op micro-schaal uitgevoerd. Leerlingen, aspirant-technici en -engineers raken hier vertrouwd met de modernste technieken om temperaturen, vloeistofniveaus, drukken en flow rates te regelen en om op basis van productiegegevens pompen, kleppen, kranen en omzetters aan te sturen. Dit wordt gedaan met de Festo MPS PA modellen, de besturingslogica is van Siemens. Doseren, vullen testen Athene bestaat in feite uit twee op verkleinde schaal nagebootste eenheden: een proceseenheid waarin diverse grond- en hulpstoffen worden gebruikt om batches van een vloeibaar eindproduct te maken en een productie-eenheid waarin hoeveelheden vloeibare of poedervormige producten worden afgevuld en getransporteerd. Ook worden verpakkingen en producten gerecycled. De proceseenheid en de productie-eenheid opereren onafhankelijk van elkaar. Vloeibare producten kunnen afkomstig zijn uit de proceseenheid, maar er kunnen ook poedervormige producten van andere herkomst worden verwerkt en afgevuld. In het afvulproces controleren optische sensoren de positie en het vullingsniveau
van de flessen. Vervolgens worden deze afgesloten met eveneens in de installatie geproduceerde doppen. Hier raken de studenten niet alleen vertrouwd met I/O en besturing van sensoren, draaicilinders, lineaire- en zwenkaandrijvingen en grijpers, maar ook met de uitgangspunten van producttraceerbaarheid. De installatie brengt ook identificatiecodes - 2D-matrix of RFID - op de producten aan en beschikt over geavanceerde camerasystemen en RFID-lezers om op basis van productidentificatie specifieke opdrachten door de installatie te laten uitvoeren. Verpakking, opslag en uitlevering De laatste stap in de Athene-leerfabriek laat zien hoe geautomatiseerde logistiek werkt. Dit deel van de installatie omvat een miniatuur-pallettiseerinrichting met visionsysteem voor controle, een verdiepingsmagazijn en een 3-assig handlingsysteem voor opslag en uitgifte. De besturing van het systeem staat zowel chaotische als systematische opslag toe, en een tweede 3-assig systeem zorgt voor rechtstreekse uitvoer uit de productieeenheid - bijvoorbeeld voor just-in-time leveringen. Met de Athene-installatie raken aspiranttechnici van alle niveaus vertrouwd met productieomgevingen waar Siemens-besturings- en communicatieprotocollen de toon zetten. De Festo Didactic hardware, die in deze omgeving is geïnstalleerd, gaat uit van hetzelfde principe van platformonafhankelijkheid die alle Festo aandrijvingen en besturingen kenmerkt. Daarom kunnen ze evengoed ingepast worden in leersystemen die bedoeld zijn om kennis van andere omgevingen over te dragen - en dat gebeurt in veel gevallen ook. Hightech leren in Nederland Athene is in zijn compleetheid misschien een unicum, maar de formule "leren in en van de praktijk" wordt ook in Nederland veel gebruikt. Eén van de meest ambitieuze projecten is het TecLab (TU Eindhoven). Als gezamenlijk project van Brainport Industries en het Eindhovense Summa College biedt dit een educatief onderdak aan leerlingen van het Summa College, medewerkers van Brainport-bedrijven, en studenten van Fontys Hogescholen en TU Eindhoven. Bij de inrichting van het TecLab heeft Festo Didactic een belangrijke vinger in de pap gehad. Marcel Pleijsier, Industry Sales Manager Festo Didactic, over het TecLab: "In het TecLab vinden we leeropstellingen voor pneumatiek, hydrauliek,
1.2013 trends in automation 38 39 –
Een compleet arsenaal van parallel- en roterende grijpers, cilinders en lineaire aandrijvingen in actie bij het recyclingstation.
elektrotechniek, meet- en regeltechniek en elektronica. Afgezien daarvan zijn er ook aparte machines voor CNC, computergestuurd frezen en een aantal complete productielijnen waarin studenten in de praktijk vertrouwd kunnen raken met diverse productieprocessen". Universeel onderwijsconcept TecLab is niet de enige locatie in Nederland waar Festo Didactic met een verscheidenheid van leeropstellingen vertegenwoordigd is. Zo ongeveer in ieder technisch ROC in Nederland is lesmateriaal van Festo Didactic te vinden en dat heeft alles te maken met het leerconcept erachter. De kracht daarvan is niet alleen de modulaire techniek om principes uit pneumatiek, hydrauliek of elektrotechniek aanschouwelijk te maken, maar vooral de manier waarop theorie en praktijk in het onderwijs zijn geïntegreerd. Daarnaast speelt de flexibiliteit van het concept een belangrijke rol. "Behalve het TecLab beschikken verschillende onderwijslocaties in Nederland over complete productielijnen, waarop een heel productieproces live wordt gesimuleerd.", zo vervolgt Marcel Pleijsier. "Daarbij kunnen we heel ver gaan: desgewenst koppelen we dergelijke gesimuleerde productielijnen aan een ERP-programma zoals bijvoorbeeld SAP. Daardoor raken cursisten niet alleen vertrouwd met de
automatisering van de productie, maar ook met die van planning, logistiek en facturering." Marktgericht onderwijs Een locatie als het TecLab laat uitstekend zien hoe onderwijsaanbod afgestemd wordt op regionale behoeften. Eindhoven is zich in hoog tempo aan het ontwikkelen tot één van de high-tech locaties bij uitstek in Europa. Bedrijven zoals de deelnemers aan het Brainport netwerk, maar ook een onderwijsaanbod als dat van de Technische Universiteit, Fontys Hogescholen, Summa College en TecLab geven inhoud aan dat regionale profiel. Ook elders in Nederland worden dergelijke ontwikkelingen in gang gezet. Zo zijn er plannen voor opleidingen robotica aan het ROC Almere. En het Nova-college in Noord-Holland kent een aantal specifieke opleidingen voor de procesindustrie – en chemische industrie - gezien de locale belangen op deze terrreinen in met name de Zaanstreek, geen verrassende keuze. Bij het ontwikkelen van zulke specifieke, op regionale vraag of op regionale beleidsplannen gebaseerde opleidingen kan Festo Didactic een zinvolle inbreng leveren. Zo hebben geplande windmolenparken in zee in bij de kop van Noord-Holland een impuls gegeven voor MBO-opleidingen windmolentechniek in
die regio en Festo Didactic heeft daarvoor de leermiddelen ontwikkeld. FACT-certificatie Internationale normen kunnen niet zonder certificaat en validerende instantie. In de wereld van het onderwijs is het al niet anders. De didactische methodiek van Festo is daarom voorgelegd aan Worlddidac in Zwitserland. Deze internationale certificatie-organisatie houdt zich bezig met de toetsing van onderwijspraktijken aan vooraf vastgelegde criteria. En voor de uitgangspunten van het didactisch concept zijn deze vastgelegd in de FACT normen - de normen voor een Festo Authorised and Certified Training waaraan elke opleiding die dit predicaat mag voeren moet voldoen. Een groot aantal technische cursussen en trainingen van Festo Didactic voldoet aan deze criteria. Daarmee hebben de certificaten van deze cursussen en trainingen een internationale waarde. Ook de opleidingen aan het TecLab zullen, naar het zich laat aanzien, de status van FACT verwerven. Daarmee krijgen ze, net als de opleidingen aan het Athene-instituut en vele andere geavanceerde opleidingen in Europa en elders in de wereld, een duidelijke status: een brevet van kennis en vaardigheid op het gebied van industriële automatisering.
PPS-demping zorgt voor minder slijtage en onderhoud
Razendsnel aan kant Duurzaamheid telt ook in de wereld van de bosbouw. Bij het verwerken van bomen tot planken mag er zo min mogelijk van het waardevolle hout verloren gaan. Dat is de taak van de nieuwe high-speed afkantmachine van Söderhamn Eriksson. DSBC-normcilinders zorgen daarbij met hun zelfinstellende PPS-demping voor hoge productiviteit, soepele loop en een lange levensduur.
M
eer dan 50% van Zweden is met bos bedekt en daarmee is dit stukje Scandinavië het dichtst beboste land van Europa. Geen wonder dat de houtverwerkende industrie hier een belangrijke plaats inneemt. Ook de Zweedse machinebouwer Söderhamn Eriksson heeft zich op deze tak van nijverheid toegelegd en ontwikkelt machines voor de houtzaagindustrie; waaronder afkantsystemen. Bij het afkanten worden de afgeronde buitenkanten, die door de ronding van de boomstam ontstaan, verwijderd. Het is daarbij belangrijk om niet meer schors en bast weg te halen dan noodzakelijk is en tegelijkertijd zo min mogelijk resthout te laten ontstaan.
Twaalf keer sneller De high speed afkantmachine van Söderhamn Eriksson voert planken door met een snelheid van tot 450 meter per minuut en komt daarmee op een productie van maximaal 75 planken per minuut. Voor het snelle transport van de planken zijn acht bewegende armen verantwoordelijk. Ze bewegen de planken voort, stoppen ze voor bewerking en stoten ze
vervolgens uit. Snelheid is waardevol, maar betekent ook een hogere belasting voor alle bewegende machineonderdelen. De slijtage kan toenemen en door kortere onderhoudsintervallen kan de stilstandtijd van de machine uiteindelijk groter worden. Om te voorkomen dat het bij deze machine zover komt heeft de Zweedse bouwer zijn toevlucht genomen tot DSBC-Normcilinders van Festo met PPS-demping. Ontziet mens en machine Het is een stoffige omgeving waarin in totaal 30 DSBC-normcilinders werken. Hun grootste voordeel: dankzij het PPSdempingsysteem raken ze niet ontregeld en hebben ze geen nastelling nodig. Daarmee vervalt moeizaam en tijdrovend naregelwerk met instelschroeven. Alle cilinders in de machine zijn altijd precies gelijk ingeregeld. Bovendien vermindert de zelfinstellende pneumatische einddemping trillingen, zodat mens en machine worden ontzien en de levensduur van de installatie wordt verlengd. Ulf Bodare, bedrijfsleider bij Söderhamn Eriksson Catech AB, is meer dan tevreden
over de keus voor de DSBC-normcilinders van Festo. "De PPS-demping versnelt onze productie, omdat deze zichzelf altijd precies instelt. Het scheelt onze klanten tijd, omdat nastellingen van de vele cilinders niet meer nodig zijn. "Voor een lange levensduur in de houtverwerkende industrie zijn er voor de DSBC-normcilinders talloze afdichtingsmogelijkheden. Op een verscheidenheid van eisen afgestemde afdichtingen en schrapers bieden zelfs tegen het hardnekkigste vuil bescherming. Niet in de laatste plaats overtuigt de DSBC-normcilinder door de lichte en efficiënte bouwwijze van alle bewegende onderdelen. Dat alles stelt klanten van Söderhamn Eriksson in staat zich – ook als hun machines op volle toeren draaien – aan hun kerntaken te wijden zonder zich te hoeven bekommeren om de functionaliteit van hun pneumatiek.
1.2013 trends in automation 40 41 –
De toepassing bepaalt het formaat: met hun verscheidenheid aan afmetingen laten DSBC-normcilinders zich in allerlei omgevingen inpassen.
Snel en zonder nastellen: de zelfinstellende PPS-demping van de DSBC-normcilinders zorgt ervoor dat de armen van de plankenstoppers altijd in de juiste positie staan.
PPS-praktijk: scan de QR-code of ga naar www.festo.com/pps voor een blik op het PPS-systeem.
Value-engineering
Optimised Motion helpt NWL aan ongestoorde productiviteit Wie heeft er nu nog een los stuk zeep op de wastafel liggen? In een zakelijke omgeving zie je dat bijna nergens meer. En ook in de thuissituatie nemen zeepdispensers steeds meer de plaats in van dat stukje verleden. Het bedrijf NWL uit Hillegom produceert een diversiteit aan producten: vloeibare zeep, poeder, foam, spray soap enzovoorts. Daarnaast heeft dit bedrijf ook nog een productenlijn op het gebied van reinigings- en verzorgingsmiddelen. In de productiehal draaien 8 afvullijnen op volle toeren om ervoor te zorgen dat al die producten van NWL in plastic flessen, dispensers en prefab pouches bij de afnemers terecht kunnen komen. Juist in die laatste fase van de productie bleek het productieproces van NWL kwetsbaar. De OMS-serie van Festo lijkt daar nu een eind aan te hebben gemaakt.
Optimised Motion Series: eenvoudig te integreren in bestaande lijnen.
A
l heel wat jaren is NWL actief op het gebied van reiniging, hygiëne en verzorging. Het bedrijf maakt deel uit van het Amerikaanse Newell Rubbermaid, dat op tal van terreinen werkzaam is: huishoudelijke artikelen, schrijfgerij, kantoorproducten en reinigings-, hygiëne- en verzorgingsproducten. NWL houdt zich niet alleen bezig met persoonlijke verzorging, maar ook met industriële hygiëne. Een goed voorbeeld hiervan is "toiletbrilreiniging". Het betreft hierbij niet alleen producten in een flesje, maar gaat het ook om pouches – speciale navulzakken voor de hygiëneapparatuur – waardoor elke volgende toiletbezoeker op
een gegarandeerd schone toiletbril plaats kan nemen. Terugkerend probleem Reinier Mulder is Manager van de Technische Dienst bij NWL. Als zodanig is hij verantwoordelijk voor het onderhoud en de optimalisatie van de door de eigen technische dienst ontwikkelde installaties en voor het verhelpen van storingen. Met name dat laatste was op een gegeven moment de aanleiding om contact op te nemen met Festo. "Er was één lijn die met vrij grote regelmaat voor problemen zorgde.", zo vertelt Mulder. "Op die lijn worden afgevulde zeepzakken in dozen
gedaan. Bij het transport van de nog open dozen naar een volgend station ging het regelmatig mis. De kritische punten in dat proces waren: • het aantal zakken met vloeibare zeep per minuut dat getransporteerd moet worden (37 stuks) • de vervormbaarheid van de zakken • de geringe maattoleranties voor de zakken in relatie tot die van de dozen De combinatie van deze factoren zorgde regelmatig voor problemen op deze afvullijn".
1.2013 trends in automation 42 43 –
product design award
2012
Betaalbare oplossing voor een lekkageprobleem: de Optimised Motion Series van Festo.
Stilstand en schade Een zak die iets te ver uitsteekt kan, ondanks een stevige folie, in het transport-/inpakproces zomaar scheuren. De gevolgen zijn groot. • De productielijn moet gestopt worden. • De totale apparatuur moet grondig gereinigd worden, omdat zeep agres sief corrosief werkt op staal. • De doos en de andere zakken daarin zijn onbruikbaar geworden. Met andere woorden; er waren veel directe en indirecte kosten verbonden aan een ogenschijnlijk klein mankement. Hier moest een oplossing voor gevonden worden." Optimised Motion Series als oplossing Die oplossing werd gevonden toen Festo de technici van NWL kennis liet maken met de Optimised Motion Series. Dit is een reeks elektrische aandrijvingen die speciaal is ontwikkeld voor het uitvoeren van eenvoudige positioneertaken, waarbij de slag niet groter is dan 400 mm en de krachten de 650 Nm niet te boven gaan. Eenvoud en gebruiksgemak staan daarbij centraal. Elke eenheid van de Optimised Motion Series bestaat uit een elektrische cilinder (EPCQ), een daarin geïntegreerde stappenmotor met encoder voor servosturing (EMMS-ST) en een compacte motorcontroller (CMMO-ST). Het systeem
is dusdanig elegant en toegankelijk ontworpen dat het in 2012 een IF Product Design Award in de wacht sleepte. De daardoor gewekte verwachtingen worden in de praktijk waargemaakt. Flexibel en betaalbaar De Optimised Motion Series is ontworpen om eenvoudige positioneerfuncties zonder ingewikkelde configuratie- en programmeerproblemen te implementeren. De maatvoering van de componenten is zodanig, dat ze zich zonder moeite in vrijwel elk machineontwerp laat integreren. Voor de programmering volstaat een ethernetkabel en een terminal met webbrowser. Door in te loggen op de Festo Cloud Server en daar de specifieke configuratiecode in te geven kan de gebruiker rechtstreeks de parameterfile vanaf de Cloud Server downloaden en opslaan in de controller. Vervolgens kunnen tot zeven posities met de bijbehorende snelheden in de controller worden opgeslagen. Succesvolle proefopstelling De Optimised Motion Series bleek in staat te zijn om met relatief weinig inspanning en kosten voor een afdoende oplossing voor het kapotte zakkenprobleem te zorgen. Manager Technische Dienst Mulder." We hebben alle mogelijke oplossingen
onderzocht, tot en met de toepassing van een visionsysteem, maar dan heb je het met alle noodzakelijke aanpassingen over een substantiële investering. Toen Festo ons de mogelijkheden van de Optimised Motion Series had laten zien hebben we in eerste instantie een testopstelling gemaakt. Daarbij zorgden twee sensoren voor de controle of er zeeppouches uit de verpakking steken - was dit het geval dan werd de desbetreffende doos door de elektrische cilinder uit de toevoerlijn opzij geschoven. Zo'n oplossing vroeg geen ingrijpende aanpassingen in de productielijn en was in relatief korte tijd te realiseren." Al vrij snel werd duidelijk dat de testopstelling naar verwachting functioneerde, zodat niets de aanpassing van de productielijn meer in de weg stond. "Dankzij de ondersteuning van Festo zijn we erin geslaagd om tegen betrekkelijk lage kosten een oplossing te vinden voor een regelmatig terugkerend probleem. Dat is voor het hele team van NWL een opluchting. En we zijn blij dat we ons weer kunnen wijden aan onze core business - het bouwen en inbedrijf houden van slimme productielijnen voor nieuwe en bestaande producten.", zo besluit Mulder.
Festo Partnership Network Geautoriseerde dealers
System Integrators
Schipper Techn. Serv. & Handelsburo Bedrijvenpark Twente 290 7602 KK Almelo tel. (0546) 57 48 00 www.schipper-techniek.nl Duursma Industrietechn. BV Wilmersdorf 20 7327 AC Apeldoorn tel. (055) 538 47 47 www.duursma.nl Van der Peijl groep Livingstoneweg 1 4462 GL Goes tel. (0113) 27 92 79 www.techniek.nl Integron Aandrijftechniek Duinkerkenstraat 44 9723 BT Groningen tel. (050) 316 82 00 www.integrongroup.nl De Bruin Techniek Groep Jules Verneweg 14 5015 BL Tilburg tel. (013) 532 62 30 www.debruintechniek.com Zanten Groep Kennedylaan 24 5466 AA Veghel tel. (0413) 34 85 85 www.zanten.nl
Eriks Rotterdam Sevillaweg 75 3047 AL Rotterdam tel. (010) 245 50 00 www.eriks.nl Kramp Industry BV Breukelaarsweg 35 7051 DW Varsseveld tel. (0315) 25 44 44 www.kramp.com Biesheuvel Groep BV Marinus van Meelweg 17 5657 EN Eindhoven tel. (0800) 14 77 www.biesheuvelgroep.nl Technoparts Zaanstad BV Zuideinde 21A 1521 DA Wormerveer tel. (075) 621 85 86 www.technoparts.nl Op den Velde Industrie Kleine Tocht 1 1507 CB Zaandam tel. (075) 653 14 14 www.opdenvelde.nl Brammer Nederland B.V. A Hofmanweg 50 2031 BL Haarlem tel. (023) 516 41 64 www.brammer.nl
Handling Jentjens Machinetechniek BV Leeuwenhoeckweg 6 5466 AL Veghel tel. (0413) 34 32 55 www.jentjens.nl Integron Totaalconcept Duinkerkenstraat 44 9723 BT Groningen tel. (050) 316 82 00 www.integrongroup.nl Process Op den Velde Industrie BV Kleine Tocht 1 1507 CB Zaandam tel. (075) 653 14 14 www.opdenvelde.nl
COLOFON trends in automation juni 2013 Uitgever Festo BV Schieweg 62 Postbus 530 2600 AM Delft Tel +31 (0)15 251 88 99 Redactie Afdeling communicatie Tel. +31 (0)15 251 88 07 Fax +31 (0)15 251 87 51 E-mail:
[email protected] Fotografie Festo BV
System Partner ITSME/ES Elektro Afd. Automatiseringstechniek Steurweg 2 4949 AC Raamsdonkveer tel. (076) 578 28 00 www.eselektro.nl
Eindredacteur Festo BV Afdeling communicatie Vormgeving en druk Speer Reclame Communicatie Emmen Oplage 5700 exemplaren
Internet Festo Nederland: www.festo.nl Festo international: www.festo.com
Overname van artikelen is mogelijk, mits met schriftelijke toestemming van
TN 56329 – ISSN 1438-0560
de uitgever.