Periodiek branchemagazine van FHI, federatie van technologiebranches
SIGNALEMENT “ER IS HIER NIEMAND VOOR SPECIFIEK ÉÉN TAAK” ATAS GL, VAN STANDAARD ONDERDEEL NAAR KLANTSPECIFIEK INSTRUMENT
1 17e jaargang februari 2008
• KABINET STEUNT FHI’S NETWERKAANPAK • VENTURE CAPITAL TERUG IN DE MARKT • LIVELAB GAAT STRIJD AAN MET DOPING
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INHOUD
■ REDACTIONEEL
Rubrieken Interview Alkema ■
Algemeen management ■
8
54
Kort Nieuws
Regelgeving en arbeidsmarkt 10 ■
Nieuwe regeling WGA
Milieu en duurzaamheid ■
Is er leven na FHI?
Hans Lubbers, De bankier en de brancheoganisatie
47 49
54
Parallelimport
Informatie
62
En Ilhan en Konrad? Oké, ze spraken niet zo’n ad rem soort Nederlands. “Ilhan, wat wil je worden?” “Piloot.” “En als er geen plaats vrij is bij KLM, maar wel bij British Airways, wat doe je dan?” “Ga ik naar British Airways.” “Konrad, waarom kom je uit Polen speciaal naar Nederland voor jouw studie en promotie?” “Vanwege Amsterdam.” We zullen ons arbeidsmarktprobleem voor technologen niet kunnen oplossen met uitsluitend witte, jonge Nederlanders. Daar bestaan er eenvoudig te weinig van en de zorgsector, het onderwijs en de politie hebben ook mensen nodig. Drie richtingen hebben we geformuleerd en de overheid voorgelegd: door de inzet van meer technologie het aantal mensen dat nodig is in de techniek reduceren; Human Capital programma’s koppelen aan de lopende en de nieuwe innovatieprogramma’s en als derde, het inzetten van meer buitenlanders in de technologie. Op dat laatste zullen ook onze bedrijven zich moeten voorbereiden, instellen. Op de Hogeschool INHOLLAND, met 45.000 HBO-studenten, is al bijna vijftig procent van allochtone afkomst!
50
Bloedonderzoek overbodig
Medische Technologie ■
42
CECIP
Laboratorium Technologie ■
16
38
Leden bezoeken Tweede Kamer
VLW ■
36
PPA-dag
Profibus ■
34
MicroNano Conferentie
Industriële Automatisering ■
Nieuw Health Innovation Fund richt zich op starters in de zorgmarkt
Technologische samenwerking
MinacNed ■
26
Celebrate Sensors
Development Club ■
30
“Venture Capital terug in de markt”
Wie er bij was op 21 november tijdens het FHI-congres heeft het meebeleefd. Een jonge blom uit Noord-Holland stal de show. “Waarom ik naar de theaterschool ben gegaan? Ik sta graag in de belangstelling… Wat ik van techniek vind? Gepruts, ik lak liever mijn nagels.” Zij is één van de mensen die straks onze bedrijven gaan runnen.
Technologisch hoogtepunt
Industriële Elektronica ■
26
Venture Capital terug in de markt
HET Instrument ■
22
“De sleutel ligt bij de jeugd”
Nieuws van FHI partners ■
Ministers, Kamerleden, branchevoorzitters, grootindustriëlen, onderwijs- en wetenschapbobo’s, ze legden het af. Ze legden het af tegen de performance, de zeggingskracht van Ilhan Tomris, 13 jaar, van Konrad Iwanicki, 26 jaar, maar vooral van Lara de Koning, meisje van zestien.
Gevolgen voor de lange termijn worden onvoldoende onderkend
18
FHI-HRM Actualiteitenseminar
Federatiecongres ■
16
Parallelimport niet in belang van patiënt, arts en indutrie
Is er leven na FHI?
Federatienieuws ■
14
Rente fractie hoger
Hans Lubbers ■
12
administratieve lastenverlichting
Conjuctuur ■
De theaterschool om in te burgeren
4
Atlas GL
50
Het grote verschil tussen Lara, Ilhan en Konrad was eigenlijk alleen de theaterschool… Kees Groeneveld
SCS maakt bloedonderzoek overbodig LiveLAB gaat de strijd aan met de doping
2
signalement februari 2008
signalement februari 2008
3
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW GEERT ALKEMA
Atas GL: “Er is hier niemand voor specifiek één taak” Van standaard onderdeel naar klantspecifiek instrument Atas GL, opgericht in 1990 en sindsdien gevestigd in Veldhoven, levert een enkel, ogenschijnlijk obligaat onderdeel voor een enkel, ontegenzeggelijk complex laboratoriuminstrument. Dat het mogelijk is op basis van een zo smalle niche een organisatie te bouwen, bewijzen ze in Veldhoven elke dag. Hun gepatenteerde, puur Nederlandse product kent in de analytische wereld zijn gelijke niet en wordt gebruikt door alle grote namen.
“Shell, Unilever, Akzo Nobel, DSM, alle grote jongens draaien ermee, het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), universiteiten...”, onthult locatiemanager Geert Alkema. “We werken ook veel samen met universiteiten, in het bijzonder met de professoren Schoenmakers en Janssen van de UvA, de Polymer-Analysis Group. Heel belangrijk voor ons is bijvoorbeeld de markt voor milieumetingen: commerciële laboratoria die metingen doen aan het milieu, watermonsters, grondmonsters, luchtmonsters, noem maar op. Of laboratoria die de hoeveelheid pesticiden in groenten en fruit vaststellen...”
Door: André Weigand
Het onderdeel in kwestie is bedoeld voor gaschromatografen en vloeistofchromatografen. De Optic 3, bestaande uit een verdamperbody, een besturingseenheid en speciale software, verhoogt de monsterinjectiecapaciteit van een gaschromatograaf tot wel honderd maal. Daarnaast maakt de injector het gebruik van organische oplosmiddelen overbodig. En door de directe verhitting worden de componenten van een stof sneller doorgegeven aan de kolom, waarmee de scheidingscapaciteit toeneemt. “In feite is zo’n injector niet meer dan een interface naar de kolom. Waar wij ons mee bezig houden is: hoe krijg ik een monster zo optimaal mogelijk naar de kolom? Standaard bouwen alle GC-leveranciers al een eigen injector in. Maar die injector is continu heet en over het algemeen niet temperatuurprogrammeerbaar. De Optic beschikt over nog heel wat meer eigenschappen om een sample op de juiste manier naar de kolom te voeren.” “Even de theorie”, doceert Alkema. “Gaschromatografie is een scheidingstechniek waarbij een sample, een monster van de te onderzoeken stof, wordt geïnjecteerd in een lange, glazen spiraal – de kolom – die is aangesloten op een detector, tegenwoordig vaak een massaspectrometer. Vanuit de
4
signalement februari 2008
signalement februari 2008
injector loopt een helium gasstroom door de kolom naar de detector, en ín die heliumstroom injecteer je het monster, dat in de injector verdampt wordt. Je zou de injector dus ook verdamper kunnen noemen. Wat er vervolgens gebeurt: de lichte componenten in het te onderzoeken monster zijn eerder aan de uitgang van de kolom dan de zware. Daarmee zijn de componenten in het monster dus gescheiden. Daarvan krijg je op een scherm een karakteristiek te zien. Dat heet dan een chromatogram.” “Het unieke van de Optic zit ‘m hoofdzakelijk in de manier van verwarmen en in zijn lage thermische massa. Dat stukje is gepatenteerd, want daar draait het allemaal
“Het ziet er zo eenvoudig uit, maar bedenk het maar eens” om. Daarom werkt de Optic zo goed en daarom is hij beter dan elke andere injector. De Optic is universeel, uiteraard hebben we speciale montageplaten om hem in een specifieke GC te monteren, afhankelijk van merk en type.” “Bij traditionele injectietechnieken, de 1microliter injectietechnieken, wordt het koude sample in de hete injector gebracht en daar direct verdampt. Dat is de standaard GC-injectietechniek”, memoreert Alkema. “Maar wij doen het anders. Als je namelijk een koud sample direct in een hete omgeving brengt, ontstaat er in feite een explosie en dat is altijd een ongecontroleerd proces. Daarom injecteren wij koud, ongeveer twintig graden onder het kookpunt van het oplosmiddel, en dan gaan we verdampen. Om weer af te koelen, wordt gebruik gemaakt van perslucht, vloeibare stikstof of koolstofdioxide als koelmiddel. De techniek komt uit Cambridge, Engeland. Daar is de Optic 1 ontwikkeld. Toen daaruit de Optic 2
5
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW GEERT ALKEMA
voortkwam, kocht Atas het ontwerp en werd daarmee eigenaar. Ook de 2 werd nog in Engeland geproduceerd. In de loop der jaren is Atas de Optic 2 wereldwijd gaan verkopen. Toen de organisatie verder groeide, kwam er in eigen beheer een Optic 3. Bij de ontwikkeling ervan werden diverse partners ingeschakeld, bijvoorbeeld ten behoeve van de benodigde elektronica. En op het gebied van gas control bleek Bronkhorst High-Tech de juiste partner.”
kunnen we heel snel verwarmen, een ontwikkeling die mogelijk was met temperature modelling software van TU Delft”, legt Alkema uit. “De temperatuurgra-
In de testruimte van Atas treffen we een autosampler, een XYZ-robot van CTC Analytics, de Combi PAL. Atas GL ontwikkelde er eigen accessoires bij. Eén daarvan betreft het automatisch in de injector plaatsen van liners, glazen buisjes met een sample van de te onderzoeken monster, die
diënt is daardoor optimaal. Het ziet er zo eenvoudig uit, maar bedenk het maar eens.”
eerst nog even vernuftig van hun caps worden ontdaan. De elders geassembleerde Optics gaan naar een andere testruimte, om daar te worden beproefd. Door de opvallend zware verwarmingskabel vloeit max 100 A, uiteraard bij een lage spanning. “Daardoor
6
“Wij moeten op ons gebied slimmer zijn dan onze klanten, vandaar onze samenwerking met UvA”
“De benodigde software hebben wij initieel laten schrijven en is embedded in een NetARM processor. Via een webbrowser
kunnen we in de unit kijken en bijvoorbeeld een temperatuurkalibratie, firmware-update of een software-update uitvoeren. In het bestaan van de Optic 3 hebben we ook eenmalig een hardware-update uitgevoerd. Daarbij kon de verwarmingssnelheid van
zestien graden per seconde worden opgevoerd naar dertig.” Atas GL is honderd procent eigendom van GL Sciences, een grote leverancier van HPLC en GC consumables met twaalf vestigingen in Japan (vierhonderd werknemers) en één in de VS. GL Sciences, begonnen in 1968, heeft ook nog een glasfabriek in China, Technoquartz. “Maar daar hebben wij als Atas GL niets mee te maken, de consumables en liners in ons instrument komen daar niet vandaan”, aldus Alkema. “Technoquartz maakt specifiek glas voor de waferindustrie en is ook voor GL Sciences zelf een beetje een buitenbeentje. In 2001 werden wij overgenomen, dus sinds die tijd zijn wij Japans. GL Sciences was distributeur van onze producten voor de
Japanse markt. We hebben ook een Japanse directeur. Die zit hier om de communicatie naar Japan optimaal te houden en ook om de EU-markt te leren kennen. Hij vertaalt die kennis naar GL in Japan.”
signalement februari 2008
Drukt hij een Japans stempel? “Dat valt mee. Natuurlijk wel een beetje, daar ontkom je niet aan, maar dat zou ook gelden voor een Amerikaan of een Fransman. De heer Kurano heeft jarenlange ervaring met het ontwikkelen van apparatuur; in Japan ontwikkelde hij een GC. Deze ervaring is een welkome aanvulling op de kennis die we in de jaren al hebben opgedaan. En omgekeerd leert hij van onze marktbenadering.”
Is hij als enige met ontwikkeling bezig? “Er is hier niemand specifiek voor één taak, of dat nu administratie, de service, of de verkoop is. Weliswaar heeft iedereen zijn eigen specialisatie, maar met ontwikkeling zijn we allemáál bezig, al is er dan één die dat trekt. Als je ziet wat we hier allemaal doen, zou je zeggen dat ’t niet kan met vijf man.” “De Optic 3 verkopen we via een distributienetwerk en via OEM. Voor de Nederlandse markt zijn wij daarnaast een handelsfirma met diverse instrumenten en consumables in het programma. En wat de Optic betreft is GL Sciences in Japan een distributeur. Op de Nederlandse markt verkopen wij ons product direct aan de eindgebruiker, voor de rest van de wereld verloopt alles via een distributienetwerk, tenzij we in zo’n land geen distributeur hebben, dan gaat het weer rechtstreeks.”
van onze instrumenten is goed voor zeker negentig procent van onze omzet. Vandaar dat wij de Nederlandse markt nog als groeimarkt kunnen zien.”
meeprofiteren van FHI’s Haagse lobby, die er immers op is gericht om innovaties van Nederlandse technologiebedrijven op de (wereld)kaart te zetten.
Hoe komen jullie in contact met je distributeurs?
“Wij verkopen wel complete GC-systemen, maar alleen als er een Optic bij zit. We kopen dan een GC in bij Shimadzu of Agilent, en het geheel leveren we vervolgens door aan de klant. Maar omgekeerd komt vaker voor, dat de grote leveranciers onze Optic verkopen bij hun GC. Naast de Optic 3 leveren we nog consumables zoals kolommen voor GC en HPLC.”
Nog andere samenwerkingsverbanden?
“De plannen zijn verder om meer producten van GL Sciences, zowel consumables als instrumenten, op de Nederlandse en Europese markt te gaan brengen”, besluit Alkema. “In Japan is GL Sciences een grote speler, maar qua groei zit het bedrijf daar ongeveer tegen het plafond. Dat GL in Nederland Atas kocht, was dus ook zeker strategisch.”
“Wij zijn net als GL Sciences in Japan, een technisch gedreven organisatie. Vlak voor de lancering van de Optic 3, is Atas gesplitst in een Benelux-vestiging en een internationale vestiging. De internationale vestiging werd verkocht aan GL Sciences en ging verder als ATAS GL. De Benelux-vestiging bestaat niet meer sinds 2007. De Nederlandse markt is voor ons echt een groeimarkt. Van de Optic alleen kun je in Nederland trouwens niet leven. De export
signalement februari 2008
“Hoofdzakelijk op Pittcon, de internationale beurs in de VS. En verder heb je dan nog de Analytica in München. Daarnaast nemen ook distributeurs contact met ons op om de Optic te mogen verkopen.”
“Daar zijn we wel mee bezig, want wat je ziet is dat al die GC-firma’s zich de laatste jaren heel erg hebben gestort op de MS, op de detector dus en software. En daar is de laatste jaren dus al het ontwikkelgeld in gaan zitten. Als je kijkt naar de injector echter, dan is die is nog steeds hetzelfde als dertig jaar geleden. Het lijkt wel of alleen wij daar energie in hebben gestoken. En daar zit dan ook onze kracht. Wij hebben niet stilgestaan. Nu hebben we al een deal met Shimadzu en Smiths Detection, maar we willen graag met meer bedrijven in zee.” Het is duidelijk dat Atas in een situatie verkeert waarin het bedrijf optimaal kan
“Als je ziet wat we hier allemaal doen, zou je zeggen dat ’t niet kan met vijf man” “Wij moeten op ons gebied slimmer zijn dan onze klanten, vandaar onze samenwerking met UvA. Het moet zover komen dat een klant zegt: als ik een GC koop, moet daar altijd een Optic bij zitten. De Optic als dé interface van sample naar kolom, daar streven we naar.” <
7
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ ALGEMEEN MANAGEMENT
Kort Nieuws PRESTATIE— BELONING POPULAIRDER Bijna tweederde van de middelgrote en kleinere ondernemingen in Nederland kent tegenwoordig een bonusregeling, blijkt uit een recent onderzoek van adviesbureau Effectory. Dat is een verdubbeling ten opzichte van een jaar geleden. Van deze groep bedrijven denkt eenderde de bonusregeling dit jaar te moeten verhogen onder druk van een krappe arbeidsmarkt. Toch ziet maar een kwart van de werknemers een verband tussen prestatiebeloning en de beslissing om langer in dienst te blijven. Wat dat betreft weegt de bedrijfscultuur voor de helft van de ondervraagde medewerkers zwaarder. Andere belangrijke factoren zijn ontwikkelingsmogelijkheden en uitdagende werkzaamheden. Bron: Inzake uw zaken.
Maatregelen ter bevordering van energiezuinig autogebruik De bijtelling wegens privé-gebruik van de auto van de zaak in de loonheffing wordt met ingang van 1 januari 2008 verhoogd van 22 procent naar 25 procent. Voor auto’s met een geringe CO2-uitstoot wordt met ingang van 1 januari 2008 de bijtelling in de loonbelasting voor het privégebruik van een auto van de zaak verlaagd naar veertien procent. Ook de prijs van diesel en LPG stijgt met ingang van 1 januari 2008 door een verhoging van de accijnzen. Met ingang van 1 februari 2008 wordt de vanaf 1 juli 2006 in de Wet BPM bestaande tariefsdifferentiatie naar de mate van energiezuinigheid en CO2-uitstoot van auto’s op basis van het aan een autotype
toegekende energielabel verder uitgebreid. Het verschil tussen de maximale korting voor zuinige auto’s en de maximale toeslag voor niet-zuinige auto’s wordt verhoogd van € 1.540,- tot € 3.000,-. De bestaande extra BPM-korting voor de aanschaf van een hybride auto wordt enigszins verlaagd. Voor personenauto’s die veel brandstof verbruiken, wordt voorts nog een CO2-toeslag in de BPM ingevoerd. Tevens wordt voor zeer zuinige auto’s de motorrijtuigenbelasting gehalveerd. Ook voor deze maatregel wordt gestreefd naar een ingangsdatum van 1 februari 2008. Bron: Inzake uw zaken.
<
Vanaf 1 januari 2008 wordt aan ondernemers in de inkomstenbelasting meer ruimte geboden om zonder belastingheffing hun onderneming te staken en vervolgens een nieuwe onderneming te starten. Verder wordt de meewerkaftrek voor een in de onderneming meewerkende niet bezoldigde partner met ingang van 1 januari 2008 afgeschaft omdat deze faciliteit overbodig is gebleken vanwege de beschikbaarheid van fiscaal aantrekkelijke alternatieven.
8
Door fusies en overnames is het aantal bedrijven met honderd of meer werknemers in de periode 2003-2006 met zeventien procent gedaald. Eind vorig jaar waren er nog 6.600 ondernemingen van die omvang in Nederland actief. In de categorie twintig tot honderd medewerkers staan nu 24.850 ondernemingen
geregistreerd bij de diverse Kamers van Koophandel, en dan zijn er nog driehonderdduizend ondernemingen met minder dan twintig medewerkers. Ten slotte telt Nederland 413.765 eenmanszaken, zo meldt het CBS. Bron: Inzake uw zaken.
<
Tweeëneenhalf procent facturen wordt nooit betaald Stonden we ooit bekend als een natie van trouwe debiteuren, de afgelopen jaren is daar fors de klad in gekomen. Vorig jaar werd volgens een opgave van incassobureau Interim Justitia van alle uitstaande rekeningen tweeëneenhalf procent nooit voldaan, wat een totaal van 12,5 miljard euro aan gederfde inkomsten opleverde. Het Europese gemiddelde is 1,8 procent. Koploper op het gebied van wanbetalen is Tsjechië, waar drieëneenhalf procent van de debiteuren in gebreke bleef. Bron: Inzake uw zaken.
<
<
Verruiming stakingsfaciliteiten voor ondernemers
Bron: Inzake uw zaken.
Aantal grote en middelgrote bedrijven daalt
Spookfactuur TG Online
Management buy out ArboNed
Vanuit de FHI-ledenkring is melding gemaakt van weer een spookfactuur. Het gaat dit keer om TG Online die ondernemers een rekening stuurt voor de registratie van hun bedrijf op de internettelefoongids www. telefoongidsonline.net.
Het management van ArboNed heeft samen met Friesland Bank Investments alle aandelen van het bedrijf verworven. Met de management buy out krijgt ArboNed alle ruimte voor een actieve groeistrategie, zowel in de verzuimmarkt als in nieuwe markten.
In de brief die heel veel gelijkenis vertoont met de factuur die de officiële telefoongids ook stuurt, staat vermeldt dat binnen veertien dagen betaald moet worden.
ArboNed, waarmee FHI een samenwerkingsverband heeft, is één van de grootste spelers op de arbomarkt, die door de liberalisering van de wetgeving in 2005 danig in beweging is gekomen. Na een sanering en rationalisatie is ArboNed klaar voor verdere groei.
Het lijkt een nota, maar uit de kleine letters blijkt dat het om een aanbieding gaat. Waakzaamheid is dus geboden voor bedrijven die deze aanbieding ontvangen. FHI-leden die geconfronteerd worden met spookfacturen kunnen contact opnemen met Andreas Meijer,
[email protected] of (033) 465 75 07.<
<
signalement februari 2008
signalement februari 2008
De aandeelhouders hebben de onderneming daarvoor de ruimte geboden door hun aandelen over te dragen aan het management en aan Friesland Bank Investments. ArboNed gaat nu als onafhankelijke partij verder.<
VERLAGING VENNOOTSCHAPSBELASTING De vennootschapsbelasting in de eerste twee tariefschijven wordt verlaagd. De eerste schijf waarin het basistarief van twintig procent geldt, wordt verlengd van € 25.000,- tot € 40.000,-. Belangrijker is de aanzienlijke verlenging van de tweede schijf van € 60.000,- naar € 200.000,-. Bovendien wordt het tarief in deze schijf met een half procentpunt verlaagd tot 23 procent. Het tarief voor winsten die meer dan € 200.000,bedragen, blijft onveranderd 25,5 procent. De wijzigingen gaan in op 1 januari 2008. De nieuwe tariefsstructuur geldt naar evenredigheid van de in 2008 liggende maanden ook voor vennootschappen met een gebroken boekjaar 2007/2008. Bron: Inzake uw zaken.
<
9
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT
Nieuwe regeling WGA biedt mogelijkheden tot besparing
HBR Branche Verzekeringen adviseert marktomstandigheden zozeer veranderd dat er voor veel bedrijven voordeel valt te behalen. Neem alleen al de premiewinst. De gemiddelde gedifferentieerde WGA-premie bij het UWV bedraagt op het moment 0,75 procent van de SV-loonsom, het totaal waarover een onderneming jaarlijks sociale verzekeringspremies afdraagt. Tegelijkertijd zijn er verzekeraars actief die het WGA-risico afdekken voor minder dan een derde van dat premiepercentage en in sommige gevallen ook nog eens alleen over de loonsommen van de contracten voor onbepaalde tijd. En dan nemen ze soms ook nog eens na dertien weken de reïntegratiewerkzaamheden over. Weliswaar heeft het UWV aangekondigd dat de gemiddelde premie in 2008 wordt verlaagd naar 0,57 procent, maar dan nog loont het actief op zoek te gaan naar aantrekkelijker opties.
Verscholen in het soms ondoordringbare oerwoud van de uitvoeringspraktijk van de sociale verzekeringswetten, ligt een aantrekkelijke besparing te wachten. Een premievoordeel dat kan oplopen tot een half procent van de sociale verzekeringspremies die uw onderneming jaarlijks afdraagt. Als de werkgever de keuzemogelijkheden goed benut, kan gemiddeld tot honderd euro per medewerker aan premievoordeel worden binnengehaald. Zonder dat daar een hoger risicoprofiel tegenover staat en bovendien vaak tegen aanmerkelijk gunstiger verzekeringsvoorwaarden. Voor een bedrijf met honderd medewerkers levert dat dus een tienduizend euro aan besparing op. Elk jaar weer.
WIA plus WGA De oude WAO bestaat niet meer, daarvan zijn alle betrokkenen inmiddels wel op de hoogte. Na jarenlange discussies geldt sinds 1 januari 2006 de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De WIA omvat twee regelingen: de IVA (Inkomensvoorziening voor volledig arbeidsongeschikten) en de WGA (Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten). De uitvoering van de WIA ligt bij het UWV, dat de wettelijke uitkeringen aan arbeidsongeschikte medewerkers verstrekt. Voor de WGA kunt u als werkgever besluiten de (financiële) risico’s van de wettelijke uitkeringen voor eigen rekening te nemen. Wanneer u besluit de risico’s zelf te gaan dragen, wordt u eigenrisicodrager voor de WGA. Bron: Inzake uw zaken. <
10
De nieuwe wet, de WGA, zorgt voor de uitvoering van de wettelijke uitkeringen drie keuzes. Of alles blijft bij het oude, wat betekent dat alle dossiers bij het UWV blijven en daar de premies worden afgedragen, inclusief een gedifferentieerde premie voor het WGA-risico. Dan is er de mogelijkheid dat het eigenrisicodragerschap volledig in eigen beheer wordt genomen. Dat betekent dat de onderneming het risico loopt een WGAuitkering te moeten betalen voor een periode van maximaal tien jaar als één van de medewerkers arbeidsongeschikt raakt. Uiteraard is dan geen gedifferentieerde WGA-premie verschuldigd, maar moeten wel weer voorzieningen opgenomen worden voor het geval dat. De derde optie is dat het risico ondergebracht wordt bij een verzekeraar. Dit blijkt voor veel werkgevers een financieel aantrekkelijke, eenvoudig te realiseren optie.
Goed nieuws Het goede nieuws is dat dit vraagstuk aanzienlijke besparingsmogelijkheden kan opleveren. Het laatste halfjaar zijn de
signalement februari 2008
Gebaseerd op praktijkervaring kan de conclusie worden getrokken dat het ook voor middelgrote en kleinere ondernemingen vaak aantrekkelijk is om hun wettelijke WGArisico bij een verzekeringsbedrijf onder te brengen. Het eigenrisicodragerschap volledig in eigen beheer kan al snel terzijde gelegd worden vanwege het gebrek aan schaalgrootte en de financiële onzekerheid. Sinds er een harde concurrentiestrijd is losgebarsten onder verzekeraars om het WGAeigenrisicodragerschap zijn de verzekeringspremies de laatste maanden zo scherp gedaald dat ook het UWV in dat opzicht nauwelijks nog interessant is.
Onderhandelingspositie Wel is het zaak om de eigen onderhandelingspositie ten opzichte van de diverse verzekeraars zo stevig mogelijk te onderbouwen. Breng altijd eerst in kaart hoe groot de kans op gedeeltelijke of volledige arbeidsongeschiktheid is. Er bestaat een rekenmodel dat onder meer rekening houdt met de historische ontwikkeling van het bedrijf en met de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand. Op basis daarvan kan een redelijk accurate inschatting gemaakt worden. Overigens, de uitkomsten kunnen ook weer
signalement februari 2008
Inmiddels is er meer duidelijkheid ontstaan in het eigenrisicodrager kunnen worden voor de WGA voor een periode van tien jaar. Ook HBR Branche Verzekeringen is tot de conclusie gekomen dat het, zeker voor ‘schone’ bedrijven (bedrijven zonder langdurig zieken) verstandig is om eigenrisicodrager te worden bij een verzekeraar die naast een scherpe premie ook goede aanvullende voorwaarden heeft voor bijvoorbeeld het reïntegratieproces. Bedrijven die bij het UWV blijven, zullen de komende jaren steeds duurder af zijn dan bij particuliere verzekeraars. Schone bedrijven zullen uittreden zodat bedrijven met zieken zullen achterblijven en de premie opgevoerd zal worden. Daarnaast beoordeelt het UWV de bedrijven individueel, terwijl verzekeraars dit op portefeuilleniveau berekenen. HBR Branche Verzekeringen heeft een verzekeraar gevonden die alle reïntegratiewerkzaamheden uitvoert. De collectiviteitpremie over 2007 is 0,28 procent en de verwachting is dat de premie vanaf 2008 nog lager komt te liggen. Bedrijven moeten vóór 1 april 2008 bij het UWV aangeven dat ze eigenrisicodrager willen worden. Voor bedrijven die wel langdurig zieke werknemers hebben en waarvan verwacht wordt dat ze de komende weken niet beter zullen worden, is een overgang van het UWV naar een commerciële verzekeraar financieel nadelig en af te raden. Nadere informatie: HBR Branche Verzekeringen BV Eliab Salamony of Ruud Rooker, telefoonnummer (023) 526 07 68, e-mailadressen:
[email protected] of
[email protected]<
gebruikt worden om het verzuimbeleid meer focus te geven. De selectie van een verzekeraar is niet alleen een premiekwestie. Naast een premievergelijking moeten ondernemers ook scherp kijken naar de verzekeringsvoorwaarden. Daarin kunnen forse verschillen zitten. Zo zijn niet alle verzekeringscontracten even helder over het zogeheten in- en uitlooprisico. Tijdens het oversluiten of beëindigen van een contract kan het gebeuren dat er op dat moment medewerkers ziek zijn die later geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt worden verklaard. Als over de behandeling van zulke grensgevallen geen duidelijke afspraken zijn gemaakt, is de kans groot dat deze mensen tussen wal en schip terechtkomen. Een werkgever kan in dat geval voor onevenredig hoge kosten komen te staan.
Daarnaast is het aan te bevelen duidelijke afspraken te maken met de verzekeraar over de uitvoering van het contract. Dat geldt bijvoorbeeld voor de mate waarin de ondersteuning gewenst is bij reïntegratiewerkzaamheden. Stel bovendien een uitgebreide service level agreement op. Regel daarin zaken als: wie houdt de mutaties in het medewerkersbestand bij en wie is verantwoordelijk voor omissies, wie keert wat precies uit, en komt er een aparte behandeling voor oudere gedeeltelijk arbeidsongeschikten? Ook moet opgenomen worden hoe van verzekeraar veranderd kan worden. Want ook in dit dossier moet een ondernemer altijd zo flexibel mogelijk blijven. Bron: Inzake uw zaken.
<
11
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ MILIEU EN DUURZAAMHEID
Stichting RTA weet waar haar pijlen op te richten Bijna vijftig procent RTA-deelnemers niet op de hoogte van GRATIS pakketpost
Producenten of importeurs die jaarlijks minder dan vijftienduizend kilo verpakkingen op de Nederlandse markt brengen, worden vrijgesteld van de administratieve verplichtingen uit het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton.
< vijftienduizend kilogram: vrijstelling > vijftienduizend kilogram: aanmelden Belastingdienst en invulling Besluit verpakkingen
Enorme administratieve lastenverlichting in verpakkingendossier De Tweede Kamer nam op 28 november 2007 met overweldigende meerderheid (148 van de 150 stemmen) een motie aan van de leden Neppérus (VVD) en Spies (CDA) die minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer vraagt deze zeer forse lastenverlichting door te voeren voor het midden- en kleinbedrijf. Vrij vertaald betekent dit dat het mkb geen administratieve verplichtingen meer zal hebben wanneer een onderneming minder dan vijftienduizend kilo verpakkingen op de markt zet. MKB-Nederland en Koninklijke Metaalunie hebben gezamenlijk namens FHI gelobbyd voor deze motie bij de vier grootste partijen CDA, PvdA, SP en VVD. Alle partijen hebben duidelijk oog voor de administratieve lasten die het mkb teisteren en stemden dus ook massaal voor. Alleen de Partij voor de Dieren heeft tegengestemd, maar de gehele Kamer heeft laten zien het mkb op het netvlies te hebben. Onder het ‘oude’ Besluit verpakkingen krijgt iedere producent of importeur dezelfde
12
administratieve verplichtingen opgelegd, ook als zij maar heel weinig verpakkingen op de markt brengen. Hoewel het aangepaste besluit nog niet definitief is, gaat FHI er vanuit dat minister Cramer de motie, zoals verzocht door de Tweede Kamer, zal uitvoeren. Bedrijven die jaarlijks minder dan vijftienduizend kilogram op de markt brengen, worden volledig vrijgesteld van de administratieve verplichtingen uit het Besluit verpakkingen. Zij hoeven zich niet meer bij de Belastingdienst aan te melden en geen verpakkingsbelasting te betalen. Bedrijven moeten via hun administratie wel aan kunnen tonen of aannemelijk maken dat zij minder dan vijftienduizend kilo op de markt brengen. Voor deze categorie bedrijven betekent dat voor het vervolg op het Convenant Verpakkingen, waarbinnen FHI haar aangesloten bedrijven heeft vertegenwoordigd, geen rol meer is weggelegd voor FHI. Vanaf 1 januari 2008 is er voor leden van FHI die meer dan vijftienduizend kilo aan verpakkingen op de Nederlandse markt
brengen, naast het Besluit verpakkingen, de Verpakkingsbelasting van toepassing. De belasting is op dit moment een wetsvoorstel waarvan de uitvoering in handen komt van de fiscus. FHI adviseert bedrijven te inventariseren of zij belastingplichtig zijn. Bedrijven moeten zelfstandig of gezamenlijk als concern aangifte moeten doen. De verschuldigde belasting hangt af van het verpakkingsmateriaal waarmee bedrijven werken en de toepassing daarvan (primaire, secundaire of tertiaire verpakking). Elk soort materiaal en toepassing kent een apart tarief. Een bedrijf dat belastingplichtig is, moet ook voldoen aan de verplichtingen uit het Besluit verpakkingen. In bijna alle gevallen is aansluiting bij een uitvoeringscollectief de beste weg. FHI is continu in contact met de bestaande uitvoeringscollectieven en zal bedrijven die zich bij FHI hebben aangemeld, adviseren over de te nemen stappen. Voor meer informatie over het Besluit verpakkingen kunt u contact opnemen met Joas van Lent, telefoon (033) 465 75 07 of via
[email protected] <
signalement februari 2008
Sinds de zomer van 2005 verleent Stichting RTA (Recycling Technologische Apparatuur) diensten aan haar deelnemers. Na ruim twee jaar van hard labeur is het tijd om de boel te evalueren en van de direct betrokkenen te horen hoe de stichting er in hun ogen momenteel voor staat. De 279 deelnemers zijn in een klanttevredenheidsonderzoek gevraagd naar hun ervaringen om de dienstverlening verder te verbeteren. Gezien de resultaten ziet de toekomst er zonnig uit, maar Stichting RTA kan niet op haar lauweren rusten. Het kan altijd beter! Over het algemeen is de deelnemer tevreden: Stichting RTA is goed te bereiken, komt vriendelijk en betrouwbaar over en is inhoudelijk deskundig volgens haar deelnemers. Daarnaast behandelt RTA snel en efficiënt de aanvragen die bij haar binnen komen. Een enkele deelnemer is het hier niet mee eens en verwacht dat de stichting binnen 24 uur antwoord geeft op de gestelde vragen. Ook de kosten voor de verwijderingsbijdrage zijn volgens verreweg de meeste RTA-deelnemers naar behoren. Over het logistieke deel van het RTA’s takenpakket zijn de deelnemers zelfs zeer goed te spreken. Tachtig procent is tevreden met de huidige inzamelingsaanpak en eenzelfde percentage kijkt zeer positief aan tegen de vijfdaagse inzamelingstermijn. Een ander positief antwoord komt op de vraag ‘Is de door u ingediende klacht over ShanksRTA (www.shanks-rta.nl) webportal binnen twee werkdagen door Shanks Nederland BV naar tevredenheid opgelost?’. Ruim 85 procent van de deelnemers geeft aan nog nooit een klacht te hebben gehad en de deelnemers met klacht(en) zijn naar volle tevredenheid geholpen. De website van Shanks en RTA krijgt van negentig procent van de deelnemers het predicaat ‘goed’.
signalement februari 2008
Om het inzamelen van kleine lichte afgedankte apparaten te vergemakkelijken, kunnen deelnemers deze via GRATIS pakketpost naar een centraal inzamelpunt sturen. Door Stichting RTA is hier bewust voor gekozen in verband met de grote diversiteit aan apparaten en gebruikslocaties. Uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat bijna de helft van de deelnemers, die de enquête hebben ingevuld, niet op de hoogte is van deze (extra) dienstverlening. Aan RTA dus de taak om de bekendheid van deze mogelijkheid te vergroten zodat de deelnemers en hun klanten vaker van deze dienst gebruik zullen maken. Een tweede punt waar de stichting haar aandacht op moet richten, is haar bekendheid bij de klanten van de deelnemende bedrijven. Ongeveer veertig procent van de deelnemers geeft aan dat de bekendheid redelijk tot goed is; de overige deelnemers geven aan dat hun klanten onvoldoende op de hoogte zijn van RTA en haar diensten. Toch geven de deelnemers, die het nodig vinden dat hun klanten op de hoogte moeten zijn van Stichting RTA, aan dat bij hen de taak ligt de klanten te informeren, al dan niet met behulp van door RTA beschikbaar gesteld informatiemateriaal. Welke koers moet Stichting RTA in de (nabije) toekomst gaan varen? Op de vraag of RTA haar diensten uit moet breiden, geeft slechts elf procent aan het hiermee eens te zijn. Toch vindt ongeveer de helft van de deelnemers dat de stichting zich meer moet richten op de lobby voor en de belangenbehartiging van haar deelnemers en hun klanten. <
13
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ CONJUNCTUUR
Rente fractie hoger De langetermijnrente in ons land, afgemeten aan het rendement op tienjarige staatsleningen, bedroeg in december 2007 gemiddeld 4,3 procent. Dat is 0,1 procentpunt hoger dan in november. In juni vorig jaar bereikte de langetermijnrente met 4,6 procent de hoogste waarde in bijna vijf jaar. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft haar rentetarieven in een tijdsbestek van anderhalf jaar acht keer met 0,25 procentpunt verhoogd. De depositorente ligt vanaf 13 juni 2007 op drie procent. De depositorente wordt vaak beschouwd als de bodem op de rentemarkt. Het belangrijkste rentetarief van de ECB, de reporente, ligt vanaf 13 juni op vier procent. Een belangrijk richtsnoer voor de ECB bij het bepalen van het rentepeil is de hoogte van de
Ondernemers industrie blijven optimistisch
inflatie in het eurogebied. Volgens de ECB heerst er prijsstabiliteit als de inflatie in de eurozone in de buurt van de twee procent ligt. Voor november berekende Eurostat, het Europese statistische bureau, een gemiddelde inflatie van 3,1 procent. In maart 2007 lag de
inflatie in het eurogebied op twee procent en daalde tot 1,7 procent in augustus. In de daaropvolgende maanden steeg de inflatie gestaag. Bron: CBS.
<
Kapitaalmarktrente: (jongste tienjarige staatslening) % 5,0 4,5 4,0 3,5 3,0 2,5
2003
2004
2005
2006
2007
Conjunctuurbeeld blijft goed Het conjunctuurbeeld was eind december ongeveer hetzelfde als eind november. Het zwaartepunt van de indicatoren in de Conjunctuurklok ligt ongewijzigd in de fase van hoogconjunctuur. Alle indicatoren in de Conjunctuurklok presteren boven hun langjarige gemiddelde. De economische groei van 4,2 procent in het derde kwartaal was de hoogste in meer dan zeven jaar. De aardgasproductie zorgde voor een belangrijke impuls. Na correctie voor werkdag- en seizoeneffecten was het volume van het bbp 1,8 procent groter dan in het tweede kwartaal. De kwartaal-op-kwartaalgroei is al ruim tien jaar niet zo fors geweest. De consumptiegroei blijft hoog; in oktober is door huishoudens 2,8 procent meer besteed dan een jaar eerder. De groei van de industriële productie is sterk teruggevallen. Het uitvoervolume was werkdaggecorrigeerd ruim acht procent groter dan in oktober 2006. Het consumentenvertrouwen bleef in december ongewijzigd. De ondernemers in de industrie bleven goed gestemd. Het aantal ondernemers in de zakelijke dienstverlening dat denkt meer orders te ontvangen en een hogere omzet te boeken in het vierde kwartaal overtreft ruimschoots
14
De ondernemers in de industrie blijven optimistisch. Het producentenvertrouwen kwam in december uit op 8,0. Dat is weliswaar 0,7 punt lager dan in november, maar nog steeds hoog. De stemmingsindicator voor de industrie ligt al anderhalf jaar op een hoog niveau. Gemiddeld kwam het producentenvertrouwen in 2007 uit op 7,8. Een jaar eerder was dat 6,7, terwijl in 2005 het vertrouwen maar 0,6 bedroeg. Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie. Over de toekomstige productie waren de ondernemers in december minder positief dan in november. Toch overtreft het aantal ondernemers dat denkt de productie op te voeren het aantal dat denkt de productie in te krimpen. Het oordeel over de voorraad gereed product verbeterde iets. Het oordeel over de
������������������������������� ����������������
Producentenvertrouwen industrie: saldo % positieve en negatieve antwoorden 12 8 4 0 -4 -8 -12
2004
2005
2006
orderpositie bleef nagenoeg gelijk. Het aantal ondernemers dat aangaf dat de orderontvangsten zijn toegenomen, was vrijwel even groot als het aantal dat een vermindering zag. Dit geldt voor zowel de binnenlandse als de buitenlandse markt. De index orderpositie (orderportefeuille uitgedrukt in maanden werk) daalde licht en kwam uit op 112,5.
2007
van een stijging van de personeelsomvang was in december opnieuw groter dan het aantal dat een daling voorzag. Ook verwachtten de ondernemers de komende drie maanden hogere afzetprijzen. Bron: CBS.
<
De ondernemers in de industrie bleven positief ten aanzien van de werkgelegenheid. Het aantal ondernemers dat uitging
��� ��� ���
���
���
���
���
���
���
���
���
���
���
���
���
����
���
������
����
�
��
���
����
��
�
��
���
��
����
�
��
���
����
��
�
��
���
�����
����
�������������������������������������������� ����������������������������������������������������������� het aantal dat een afname verwacht. De kapitaalmarktrente is in december uitgekomen op 4,3 procent, dit is 0,1 procentpunt hoger dan in november. De inflatie is in november opgelopen tot 1,9 procent. De afzetprijzen van de industrie waren 8,7 procent hoger dan in november 2006. Dit is de grootste stijging in de afgelopen zeven jaar. Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden is de
werkloosheid in de periode september – november verder gedaald. Het aantal vacatures is in het derde kwartaal naar recordhoogte gestegen. Het aantal uitzenduren nam eveneens toe, zij het dat het groeitempo wat afnam. De banengroei zette in het tweede kwartaal van 2007 versterkt door. Bron: CBS. <
signalement februari 2008
Prijsstijging industrie grootste in zeven jaar De afzetprijzen van de Nederlandse industrie waren in november 8,7 procent hoger dan een jaar eerder. Dat is de grootste prijsstijging in de afgelopen zeven jaar. In januari 2007 lagen de prijzen nog maar 1,1 procent hoger dan een jaar eerder. Daarna zijn de prijsstijgingen vrijwel iedere maand opgelopen. De afzetprijzen van de aardolieverwerkende industrie waren bijna 36 procent hoger dan in november 2006. Vooral in de afgelopen drie maanden zijn deze prijzen sterk opgelopen. Dit hangt samen met de hogere olieprijs. Een vat olie kostte in dollars gemiddeld ruim vijftig procent meer dan een jaar eerder. Dit werd voor een deel geneutraliseerd doordat de waarde van de dollar met bijna dertien procent daalde ten opzichte van de euro. Exclusief de aardolieindustrie lagen de prijzen van de industrie vijf procent hoger. Ook zonder de aardolieindustrie zijn de prijsstijgingen sinds het
signalement februari 2008
begin van dit jaar geleidelijk opgelopen. Producten van de voedingsmiddelenindustrie waren in november aanzienlijk duurder dan een jaar eerder. De afzetprijzen waren bijna dertien procent hoger. Niet alle industriële producten werden duurder. In de basismetaalindustrie waren de afzetprijzen in november bijna vijf procent lager dan een jaar eerder. Een dergelijke prijsdaling is in de basismetaal in de afgelopen vijf jaar niet voorgekomen.
Ten opzichte van oktober stegen de afzetprijzen van de industrie gemiddeld met 1,3 procent. De prijsstijging van geëxporteerde producten was daarbij groter dan die van de op de Nederlandse markt afgezette goederen. Bron: CBS.
<
Afzetprijzen industrie: % mutatie t.o.v. jaar eerder 10 8 6 4 2 0 -2 -4
2003
2004
2005
2006
2007
15
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW HANS LUBBERS
Is er leven na FHI?
Binnen de brancheorganisatie viel Lubbers uiteraard op door zijn vermogen om cijfers snel te doorzien, maar bij zijn collegabestuurders en de bureaudirectie ook door soms formele rapportages even te herschikken tot presentaties die ook voor meer sales-georiënteerde of marketing mensen opeens duidelijkheid verschaffen. “Dank voor het compliment, maar ik moet zeggen
De bankier en de brancheorganisatie
mogen en kunnen bijdragen. Aan de andere kant vind ik het ook leuk om te zien dat FHI haar oud bestuursleden een beetje koestert door ze via toezending van Signalement en het uitnodigen voor evenementen in de gelegenheid te stellen om zich te blijven informeren over de laatste ontwikkelingen.” Of bankier Lubbers ooit nog eens terugkeert
om een actieve rol te gaan spelen in de branche is niet waarschijnlijk. Er bestaat nog wel een familieband en ook via die lijn houdt hij zicht op wat er in de labwereld gebeurt. Als de vaart der volkeren en het schuim van de negotie hem in het verlengde van zijn huidige job verder opstuwt, dan hebben de laboratoriumbranche en FHI aan Hans Lubbers in elk geval een krachtige ambassadeur. <
“Ik heb veel respect gekregen voor het echte ondernemen in sterk competitieve markten” dat ik dat ook kon omdat de zaken binnen het FHI bureau goed geregeld waren. Ik heb daar mijn waardering over uitgesproken en het belang van een goede analyse steeds voor ogen gehad, vooral wanneer er beslissingen genomen moesten worden over bijvoorbeeld de beurs HET Instrument”.
Door Kees Groeneveld “Al vele jaren heb ik mijn hart verpand aan de Amsterdamse grachtengordel. En dan bedoel ik natuurlijk niet de negatieve aspecten die daar soms aan worden verbonden. Het gaat mij om de unieke sfeer die de grachten, pakhuizen en koopmanswoningen uit de Gouden Eeuw oproepen”. Geen wonder dat Hans Lubbers zich als een vis in het water voelt in de schitterende kantoorlocatie van de Nederlandse vestiging van de Duitse zakenbank Dresdner Kleinwort aan de Keizersgracht. Signalement zocht hem op als oud-bestuurslid van de FHI-branche Laboratorium Technologie. Vanzelfsprekend was hij indertijd penningmeester van zijn branche en een stukje ‘geweten’ van de federatie in de financiële commissie. Hoe vergaat het hem nu en hoe kijkt hij terug op zijn FHI-periode?
16
Hij hoeft het eigenlijk niet eens te zeggen als je hem ziet zitten binnen de harmonie van een historische omgeving met moderne design accenten. “Ja, ik voel me zeer thuis, ik heb hier gestudeerd en er vele jaren gewerkt en ben nu weer terug na overigens een zeer interessante
moet weten en kunnen in een vakgebied dat continu in beweging is. Uitermate interessant als je weet dat de Dresdner Bank deel uitmaakt van de Allianz Groep met wereldwijd 160.000 medewerkers. Dan besef je dat dat veel internationale samenwerking met zich meebrengt”.
“Het is dan ook een goede zaak dat scholieren weer vaker kiezen voor exacte vakken”
Hoe kijkt Hans dan naar al die kleine lokaal opererende FHI bedrijfjes? “Daar kan ik heel duidelijk over zijn. In mijn periode als directeur van Salm & Kipp en als branchebestuurder heb ik veel respect gekregen voor het echte ondernemen in sterk competitieve markten. Vooral als je geheel zelfstandig voor eigen rekening en risico de verantwoordelijkheid voor een bedrijf hebt dan vraagt dat ontzettend veel van je. Ik heb dat zelf ook aan den lijve ondervonden en heb daar nog steeds profijt van. Die ervaring geeft mij een voorsprong op collega’s die dat niet hebben. Het zijn tenslotte de handels- en productiebedrijven die banken veel business geven”.
periode in de wereld van de technologie. Als directeur van een vestiging van een grote internationale bank zit je als een spin in het web van veel zaken en transacties. Tezamen met ons hoofdkantoor leveren we vele producten en diensten op het gebied van global finance en capital markets. Dat betekent dat je breed naar bedrijven opereert zodat je eigenlijk alles
signalement februari 2008
“Overigens heeft FHI in de afgelopen vier jaar een sterke ontwikkeling doorgemaakt. In deze periode is ook de branche Laboratorium Technologie zich in navolging van andere FHI-branches meer gaan oriënteren op de technologische innovaties achter de handel. Maar ik denk ook met veel genoegen terug aan de stappen die wij als labbranche hebben gezet in de richting van projecten met het onderwijs met het oog op de arbeidsmarktproblematiek. Het is dan ook een goede zaak te zien dat, mede door wereldwijde aandacht voor energie en milieu, de belangstelling voor techniek sterk is gegroeid waardoor scholieren, en met name ook de meisjes, weer vaker kiezen voor exacte vakkenpakketten. Van groot belang is ook de afronding van het strategieproject waardoor FHI als federatie een heldere toekomstvisie heeft gekregen. Nu kunnen belangrijke stappen voorwaarts gezet worden om de branche beter te positioneren naar alle richtingen, dus zowel naar het bedrijfsleven, universiteiten als de politiek. FHI kan als relatief kleine organisatie in een lean & mean benadering nog veel voor haar leden betekenen, ook in de Haagse circuits.” “De maatschappelijke betekenis en de verantwoordelijkheid die de bedrijven en hun brancheorganisatie nu krijgen maken mij best een beetje trots dat ik daaraan heb
signalement februari 2008
Bankier Hans Lubbers aan de Keizersgracht
17
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIENIEUWS
“Seminar uitstekend geschikt om in korte tijd actuele HRM-kennis te vergaren” Bedrijven én medewerkers samen verantwoordelijk voor de ontwikkeling van hun organisatie Personeel boeien en binden is het waar het vandaag de dag vaak om draait. Dit was ook het geval op 8 november 2007 tijdens het succesvolle FHI-HRM Actualiteitenseminar onder de bezielende leiding van dagvoorzitter Daan Fousert. Het onderwerp is zeker actueel in de technologiebranches waar een tekort aan personeel is terwijl de vraag naar gekwalificeerd personeel groot is en blijft stijgen. Bedrijven proberen op allerlei manieren waardevolle, maar schaarse medewerkers binnen te halen. Hoe kunnen bedrijven dit personeel vinden, boeien en binden? En wat vindt de individuele bezoeker van het FHI-HRM Actualiteitenseminar? Door Roy Vervoort “De vraag hoe een organisatie die wil boeien en binden ingericht moet worden, is niet eenduidig te beantwoorden”, begint Herman Timmermans van TASC Management. Timmermans was tijdens het FHI-HRM Actualiteitenseminar één van de sprekers. “Het is een illusie te veronderstellen dat een bedrijf medewerkers voor eeuwig boeit en bindt. Ondernemingen kunnen zich beter richten op een periode van vier tot acht jaar. Als het in die tijdspanne lukt ze geboeid te houden, dan bind je ze vanzelf.”
Transparant De vraag hoe te boeien en te binden heeft volgens Timmermans een zakelijke en emotionele kant. “Een organisatie moet
18
signalement februari 2008
gezond en levensvatbaar zijn, een aansprekend product of dienst leveren en oog hebben voor continuïteit. Bedrijven moeten transparant zijn voor haar medewerkers én de buitenwacht. Dit betekent dat een organisatie een heldere structuur moet hebben met duidelijke regels en procedures, korte lijnen en overzichtelijke verbanden. Kleine, overzichtelijke en redelijk autonome eenheden die een afgerond product leveren. De emotionele kant, die minstens zo belangrijk is, zit in de sfeer en de cultuur, de manier waarop leiding en medewerkers met elkaar omgaan en de rol die de organisatie in de samenleving vervult.” Maar niet alleen het bedrijf moet zich aanpassen en inrichten. Herman Timmermans vindt dat een organisatie hoge eisen mag en moet stellen aan haar medewerkers. “Dat is iets anders dan ze voorschrijven wat ze moeten doen. Afhankelijk van de ontwikkelfase waarin een medewerker zich
Sociaal beleid binnen de technologiebranches, CAO-vrijheid In 1991 is de Coöperatieve tentoonstellingsvereniging HET Instrument omgevormd naar FHI, federatie van technologiebranches. In die periode kregen veel lidbedrijven, vooral uit de elektronicabranche, te maken met dreiging van CAO’s. In de moderne kennisindustrie met veel hoger opgeleide werknemers is geen behoefte aan een algemeen verbindende CAO, maar juist aan keuzevrijheid en flexibiliteit. Mede dankzij de belangenbehartiging vanuit FHI zijn tientallen bedrijven gevrijwaard van CAO’s. Niet alleen begin jaren negentig, maar ook recent. Pogingen om de werkingssfeer dusdanig op te rekken dat FHI-leden alsnog bepalingen van ‘aanpalende’ branche-CAO’s zouden moeten volgen, zijn succesvol tegengehouden. Voor de (merendeels) niet-CAO gebonden FHI-lidbedrijven heeft FHI de Raam Arbeidsvoorwaarden Overeenkomst (RAO) opgezet die leden naar eigen inzicht kunnen gebruiken. In de RAO zijn minimum uitgangspunten opgenomen voor het formuleren van het arbeidsvoorwaardenbeleid voor bij FHI aangesloten ondernemingen. De FHI-HRM werkgroep, samengesteld uit ervaren HRM-professionals die FHI helpen haar leden handreikingen aan te bieden bij alle zaken die met personeelsmanagement te maken hebben, actualiseert periodiek de RAO. Een update van de RAO zal begin 2008 beschikbaar zijn. Meer informatie over de RAO is verkrijgbaar bij Andreas Meijer, telefoon (033) 465 75 07. <
bevindt, moet een onderneming meer of minder vrijheid toestaan, zolang maar duidelijk wordt wat van hen verwacht wordt. Niet tevreden zijn met een middelmatig resultaat en eisen dat de medewerkers zich vereenzelvigen met de doelstellingen. Leidinggevenden moeten voortdurend kunnen schakelen tussen sturen en ruimte geven. Maar het personeel moet ook kritisch zijn. Organisaties die rigide in elkaar steken en alles tot in detail voorschrijven, lopen steeds groter risico.”
Bedrijfstrots “Iedere organisatie is afhankelijk van haar medewerkers”, vervolgt Timmermans. “Dat geldt vooral voor de ontwikkeling van de organisatie. Wanneer medewerkers niet voortdurend bezig zijn hun eigen kennis, ervaring en competenties te ontwikkelen, dan vraag ik me af hoe de organisatie zich
signalement februari 2008
ontwikkelt. Bedrijven die te boek staan als vernieuwend investeren continu in hun mensen en dat werkt. Ik heb de indruk dat we in Nederland de goede kant uitgaan, maar de bedrijfstrots die je in sommige landen tegenkomt, mis ik hier toch.” Welke maatregelen om personeel te boeien en te binden werken juist wel en welke niet? “Alleen geld bindt medewerkers niet, maar is wel een steeds belangrijkere drijfveer”, zegt Timmermans. “ Mensen maken voortdurend een afweging van kosten en baten, ook in materiële zin. Daar kan een bedrijf niet omheen. Een volgend punt is de communicatie; slechte communicatie heeft een desastreus effect op de verhoudingen. Dat geldt overigens van twee kanten. Verder is van belang dat potentieel tijdig wordt herkend én erkend. De medewerker moet er moeite voor doen,
maar de organisatie wel die ruimte bieden.” Een aanpak die volgens Herman Timmermans niet werkt, is de one-size-fits-allaanpak. “Een organisatie moet op een slimme manier maatwerk leveren. Mensen zijn verschillend; de leiding moet zich dat realiseren. Goede prestaties moeten ze belonen, slechte corrigeren. Als ze dat consequent doen, blijft een organisatie werkbaar en aantrekkelijk.”
Professioneel “Het FHI-HRM Actualiteitenseminar is voor mij bij uitstek geschikt om in een kort tijdbestek actuele informatie te vergaren op het vlak van arbeidsrecht en HRM-thema’s.” Aan het woord is Dini Berkemeijer van Quality2Process en bezoeker van de HRM-dag op 8 november 2007. Berkemeijer is niet vervolg >>>
19
■ COLUMN
Innovatief personeelsbeleid Freek Rooze Goed personeel vinden en behouden zal er in de toekomst niet gemakkelijker op worden. De ‘grijze massa’ neemt toe. Nu werken er nog zes mensen per 65-plusser. Over één generatie zijn dat er vier. Zonder maatregelen is dat slecht voor onze organisaties. Daarom zijn innovaties hard nodig. Niet alleen op technisch gebied. Ook met personeel. Er zijn vier focuspunten: behouden van personeel, aantrekken van nieuwe krachten, verbeteren van ieders productiviteit en in de hand houden van de personeelskosten. Nog te veel organisaties reageren op ieder van deze punten weinig creatief. Verder dan een beter salaris, verruiming van de secundaire arbeidsvoorwaarden, het invoeren van performance management en re-integratiebeleid komt men niet. Jammer genoeg kosten deze oplossingen vrijwel altijd veel geld en echt innovatief is het niet. Dat het ook anders kan is met enig speurwerk te achterhalen. alleen bezoeker, maar maakt ook deel uit van de HRM-werkgroep die leden, door bundeling van kennis en uitwisseling van ervaring, handreikingen aanbiedt bij alle zaken die met personeelsmanagement te maken hebben. “Daarnaast is het seminar een goede mogelijkheid om te toetsen of de aanwezige kennis nog actueel is. De dag is ingevuld met professionele, ter zake kundige sprekers die steeds de link naar de praktijk van alle dag goed in het oog houden.” Naast de kennisvergaring ziet Berkemeijer nog een interessante bijkomstigheid. “De HRM-dag biedt uitstekende netwerkmogelijkheden. Voor de praktijk kan het heel nuttig zijn om met branchecollega’s ervaringen uit te wisselen over hoe zij met HRM-vraagstukken omgaan. Ook deze ervaringen kunnen wij direct toepassen in de dagelijkse praktijk.” Misschien dat het volgende FHI-HRM Actualiteitenseminar de focus niet alleen op de managers, maar ook op de directie legt. Berkemeijer ziet hier de voordelen zeker van in. “Actuele HRM-thema’s en organisatiebeleid zijn nauw met elkaar verweven. Deze onderwerpen hebben hun impact op het beleid in de brede zin van het woord. Voor het ontwikkelen en dragen van beleid is kennis van deze actuele thema’s van groot belang.” <
signalement februari 2008
Uit onderzoek van Watson Wyatt onder Europese bedrijven en werknemers zit er verschil tussen wat werkgevers als belangrijk zien voor hun werknemers en wat de werknemers zelf ervan vinden. Werkgevers zijn meer gericht op salaris, promotiekansen en doorgroeimogelijkheden, terwijl werknemers basale zaken als functie-inhoud, salaris, stress en reistijd belangrijk vinden. Hogerop komen komt pas daarna. Bovendien blijkt dat de betrokkenheid en dus de productiviteit verbetert als managers duidelijker communiceren over de strategie en visie van de onderneming én als ze écht aandacht hebben voor de manier waarop mensen het werk beleven. Aanvullende visies vond ik in het boekje ‘Innoveren met personeel’. Topcoach Henk Kraaijenhof (bekend van onder andere de successen van de atlete Nelli Coomen) zegt hierin dat managers hun mensen kunnen helpen beter met hun energie om te gaan. Vooral bij oudere (> 45) werknemers levert vitaliteitsmanagement betere prestaties en minder verzuim op. Stefan Morssink, innovatieadviseur bij Syntens, ziet heil in het ‘merkdenken’ voor mkbbedrijven. Hij laat zien hoe je innovatieve design & development engineers kunt aantrekken en personeel kunt behouden, ook als het gaat om een technisch bedrijf met een wat oubollig imago. Andries Bongers, specialist op het gebied van flexibel belonen en fiscale mogelijkheden toont aan hoe je kostenneutraal kunt stoeien met een groot aantal belonings- en vergoedingsvormen die passen bij veranderende persoonlijke situaties en interesses. Gerard Evers verkiest levensfasebewust personeelsbeleid. Een van de conclusies van deze hoogleraar Human Capital Valuation is dat scholing en training van de oudere werknemer loont én dat hun productiviteit wel degelijk beïnvloedbaar is. Ik wens u een goede jacht.
[email protected] <
21
FEDERATIECONGRES
“Meer handen maken meer werk”
“De sleutel ligt bij de jeugd”
MKB Nederland uit zorg om kabinetbeleid
Het Federatiecongres van FHI stond op 21 november van het vorige jaar in het teken van de vraag wie onze bedrijven straks draaiende houdt. De cijfers voorspellen een zorgwekkende toekomst en er worden in Nederland simpelweg te weinig kinderen geboren. Het gaat niet om het signaleren van een probleem, maar juist om de oplossingen. En die biedt FHI als brancheorganisatie aan: het aanpakken van het arbeidsmarktprobleem via netwerken. Een visie die het huidige kabinet omarmt en eigenlijk de enige weg naar een snelle, structurele oplossing. Bij monde van minister Van der Hoeven van Economische Zaken bleek tijdens de aftrap van het Federatiecongres dat het huidige kabinet de visie van FHI volledig steunt. De problemen zijn bekend in Den Haag, net als de drie oplossingsrichtingen die FHI via een netwerk-
we er ook iets aan moeten doen, vooral aan het nijpende tekort aan arbeidskrachten. De instroom van bètastudenten ligt te laag en het opleiden kost tijd, maar het is ook een kwestie van bureaucratie en stroperigheid. Wat ik vaak hoor, is dat bedrijven het gevoel
Kabinet spreekt steun uit voor FHI’s netwerkaanpak aanpak voorstaat: techniek vervangen door technologie, meer buitenlanders in de technologiemarkt en het uitlokken van investeringen. “We moeten doelen en dynamiek centraal stellen én we moeten nu echt iets gaan bereiken. Dit betekent dat we nieuwe allianties sluiten en samenwerkingsverbanden aangaan.” Minister Van der Hoeven constateert dat het goed gaat met de Nederlandse economie. “Maar dit heeft ook een keerzijde: er zijn meer vacatures dan werkzoekenden en de roep om gekwalificeerde werknemers wordt luider. Dit geldt zeker voor de technologiebranche waar kennis, innovatie en ondernemerschap, de drie sleutels voor maatschappelijke en economische vooruitgang, samen komen. Zonder technologie kunnen we het in Nederland wat innovatie én dus ook wat concurrentie en ondernemendheid van de economie betreft wel schudden.” Uit de woorden van de minister van Economische Zaken blijkt dat ook bij het huidige kabinet het besef aanwezig is dat het nu vijf voor twaalf is. “We moeten niet alleen een open oog hebben voor de knelpunten die de groei en vooruitgang belemmeren, maar dat
22
hebben dat ze vastlopen in de sompige klei van de Nederlandse polder. Te veel regels en instanties belemmeren het zicht op een duurzame ontwikkeling.” “Voor het tekort aan goed personeel ligt de sleutel bij de jeugd”, vervolgt de bewindsvrouw. “Meer jonge mensen moeten gaan kiezen voor een bètarichting. Er gebeurt al veel en vooral het Platform Bèta Techniek heeft haar nut bewezen. Helaas blijft de
Gerrit van der Kooy interviewt Lara de Koning van de generatie Einstein
instroom van hbo’ers achter bij de gewenste én benodigde instroompercentages. Ook moeten we proberen om in het bijzonder allochtone jongeren te enthousiasmeren en te behouden voor de techniek.” Voordat deze mensen hun eerste stappen op de arbeidsmarkt zetten, zijn we in Nederland weer een aantal jaren verder. Voor de korte termijn kunnen hoogopgeleide kennismigranten in de ogen van de minister soulaas bieden. “Dit betekent wel dat we de weg die de kennismigranten moeten bewandelen zo gemakkelijk mogelijk moeten maken.” <
v.l.n.r.: Sijbolt Noorda, Marcel van den Broek, Maria van der Hoeven, Doekle Terpstra
signalement februari 2008
“Ook in 2008 is economische groei te verwachten, maar die ligt met tweeëneenhalf procent wel een kwart procentpunt lager dan in 2007”, begint Joep Rats, manager MKB Nationaal & Europa. Tijdens zijn presentatie op het Federatiecongres maakt Rats duidelijk dat Nederland het moet hebben van de export en dan voornamelijk van de doorvoer en minder van het geproduceerd deel. Maar er is meer. De arbeidskosten stijgen harder dan de productiviteit, het aantal moeilijk vervulbare vacatures loopt steeds verder op en de schoolverlaters zijn net als de werklozen niet direct geschikt voor een baan en hebben extra opleiding nodig. Maar hoe pakt ons kabinet dit op? Hoofdlijnen vanuit Den Haag zijn meer participatie op de arbeidsmarkt, meer investeringen in het onderwijs, duurzaamheid en leefbaar-
heid vergroten, een efficiëntere gezondheidszorg, meer bereikbaarheid en meer ondernemerschap door vermindering van de administratieve lasten en een beter innovatie-instrumentarium. “Voor de realisatie van het kabinetsbeleid in 2008 trekt het kabinet 5,6 miljard euro uit, waarvan drie miljard bestemd is voor de zorg”, zegt Rats. “Maar de pijn zit vooral in de lastenverzwaring van vijf miljard euro in een tijd dat de economie groeit.” “De lastenontwikkeling is buitengewoon zorgelijk en de maatregelen van de overheid wat betreft de arbeidsmarkt zijn nogal mager”, vervolgt Rats. En wat ze doen lijkt op korte termijn niet tot resultaat te leiden. Dit betekent voor MKB Nederland, maar ook voor intermediaire organisaties, meer werk. Ons motto is ‘meer handen maken meer werk’; we zijn een partij voor de arbeid. We moeten met elkaar slimmer
gaan werken en alles handiger aanpakken. Het huidige politieke klimaat brengt niet veel en gaat niet veel brengen, dus zullen we samen een aanvalsplan moeten
Joep Rats, MKB Nederland
bedenken. Het is verstandig dat FHI toenadering zoekt tot verschillende stakeholders zoals de HBO-Raad en de universiteiten om samen te werken.” <
Taskforce Technologie Onderwijs en Arbeidsmarkt komt er aan Het is inmiddels een jaar geleden dat Balkenende, Bos en Rouvoet in Beetsterzwaag het FHI voorstel honoreerden en opnamen in hun coalitieakkoord. Om perspectief te krijgen op een oplossingsrichting voor het nijpende, structurele tekort aan adequate arbeidskrachten in de technologie vroeg FHI de coalitie initiatief te nemen om het bedrijfsleven te mobiliseren in een taskforce. Het zou een initiatief moeten worden dat naar het model van het InnovatiePlatform via een netwerkaanpak creativiteit en daadkracht mobiliseert. Even dreigde het idee te verzanden en FHI buitenspel te komen te staan. Na interventie van de Tweede Kamer beloofde minister Van der Hoeven, die zelf niet
signalement februari 2008
in Beetsterzwaag was, de technologiebranches volledig te betrekken bij de uitvoering van de ideeën. Inmiddels is de voorbereiding van de start van de taskforce en het bijbehorende actieplan vrijwel rond. Oud-politicus Jan Kamminga is in de afgelopen maanden opgetreden als voorzitter van een groep van kwartiermakers. Uit de kring van leden van FHI deed mevrouw Meiny Prins, directeur van tuinbouw- en gebouwautomatiseerder PRIVA mee. Om de richting te bepalen en het actieplan voor te bereiden, organiseerde FHI samen met de ministeries van Economische Zaken en Onderwijs Cultuur & Wetenschap één van een serie discussie bijeenkomsten in
de vorm van een boardroom-sessie, waarin alle input van de deelnemers meteen via computers werd vastgelegd. FHI heeft voor die sessie een select gezelschap bijeen geroepen van leden en klanten van leden: Ordina, IBanx, Heineken, Sanbio, Omnilabo, Fugro, OTB Engineering, VBL, NXP. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat er geen extra overheidsgeld nodig is, maar dat er heel veel mogelijk is via het beter inzetten van de bestaande middelen. Cruciaal is dat de bedrijven de lead krijgen en ook nemen. FHI zal de ontwikkelingen kritisch volgen en waar mogelijk en zinnig ook zelf trekken, in samenwerking met andere brancheorganisaties en onderwijsinstellingen. <
23
FEDERATIECONGRES
“Absolute omarming van de politiek” Levendig debat tussen politiek en bedrijfsleven tijdens jaarcongres
Complexe materie
“Wij willen een absolute omarming van de politiek als het gaat om de problematiek op de arbeidsmarkt”, pleit Gerard Jacobs van Philips én van Jet-Net. “Niet een ‘ja, maar …’, maar een oplossing. De politiek moet meebewegen met het dynamische bedrijfsleven. Los het op!” Het levendige en interactieve debat tijdens het Federatiecongres stond vooral in het teken van het grote tekort aan gekwalificeerde arbeidskrachten in Nederland. “Alleen redden we het niet meer en we hebben de buitenlandse kenniswerkers nodig”, aldus John Leerdam, Tweede Kamerlid voor de PvdA. “We moeten elkaar uitdagen, niet beperken.” Jan Jacob van Dijk, Kamerlid voor het CDA, sluit zich aan bij zijn collega. “Wij
hebben deze kennismigranten inderdaad hard nodig, maar we moeten duidelijke kaders creëren zodat we specifiek dié mensen binnenhalen die we nodig hebben. Daarnaast mag dit ons niet ontslaan van de verplichting om hier in Nederland mensen op te leiden.” De ruim 25.000 bezoekers op de beurs HET Instrument zijn niet alleen bijna alle mensen die er echt toe doen in Nederland, maar ze zijn ook nog eens allemaal wit. Kamerlid Leerdam vindt dat Nederland, ook de politiek, nog te weinig actie onderneemt in de richting van onze biculturele landgenoten. “We moeten een atmosfeer creëren dat ze het gevoel hebben dat we ze omarmen. Vaak vertrekken ze zelfs naar het buitenland omdat ze het gevoel hebben
Jan Jacob van Dijk (CDA), John Leerdam (PvdA), Gerard Jacobs (Philips/Jet-Net)
dat ze in Nederlandse bedrijven niet door kunnen stromen. Deze ontwikkeling moeten we met zijn allen tegengaan.” <
MUNTZ
Heldere boodschap
Federatiecongres ontwikkelt zich tot Haags netwerkevenement
Het jaarlijks FHI-Federatiecongres ontwikkelt zich langzaam maar zeker tot hét Haags netwerkevenement voor de technologiebranche. De bewuste keuze voor de locatie pal naast de Tweede Kamer was een succes en is voor het bestuur reden om serieus te overwegen de Haagse lijn
muntz.nl
signalement februari 2008
door te trekken in de toekomst. Tijdens de vorige federatiecongressen van FHI is gebleken dat het zeer lastig is om politici vanuit Den Haag hun opwachting te laten maken elders in den lande. De organisatie van een congres in de residentie maakt het zeker gemakkelijker om
Kamerleden en bewindvoerders aan te laten treden en misschien is het ook wel de enige manier om de nationale beleidsmakers deelgenoot te maken van het reilen en zeilen in de branche. Gelukkig blijken dat ook gewone mensen te zijn die het waarderen als je ze opzoekt en informeert. <
25
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ NIEUWS VAN FHI PARTNERS
Venture Capital terug in de markt
Bron: Avantium
Avantium is één van de jonge, veelbelovende en technologische bedrijven in Nederland
Nieuw Health Innovation Fund richt zich op starters in de zorgmarkt
Een jong, dynamisch Nederlands bedrijf ontwikkelt een nieuwe technologie dat een doorbraak in de markt betekent. De onderneming heeft geld nodig om de beslissende stap te maken, maar heeft nog geen klanten, draait verlies, heeft geen voorraden én geen debiteuren. Geen bank in Nederland is bereid te investeren en risico te lopen, omdat het bedrijf geen onderpand heeft. Betekent dit dat een nieuwbakken bedrijf haar deuren kan sluiten en dat de markt kan fluiten naar een revolutionaire doorbraak? Een oplossing voor dit probleem zijn venture capital fondsen die risicodragend vermogen beschikbaar stellen aan bedrijven om uiteenlopende activiteiten in diverse ondernemingsfases te financieren. Een tijd lang, vooral na afloop van de internethype na 2000, wilde niemand meer venture capital inzetten. Dat tij lijkt nu te keren. Door Roy Vervoort Een van de nieuwste venture capital fondsen in Nederland is het Health Innovation Fund, een gezamenlijk fonds van Achmea, ABN AMRO en OPG Groep. “De focus van dit fonds ligt op de zorgsector in de meest brede zin van het woord”, begint fondsmanager Dick Sietses. “We hebben bewust gekozen voor de zorg omdat nog weinig spelers zich op deze markt bewegen, terwijl er heel veel gebeurt. In het venture capital landschap richten veel fondsen zich op de biotechnologie en de life sciences, terwijl de zorgsector in onze ogen veelbelovend is. De zorg blijft verder groeien en privatiseren.” “Het fonds legt de focus op een bepaalde aplicatiemarkt, niet op één technologie”, verduidelijkt Sietses. “Dit kan dus medische
26
technologie zijn om operatiekamers efficiënter te maken, maar ook technologie voor laboratoria of juist gericht op het langer thuis verzorgen of monitoren van patiënten in plaats van in verpleegtehuis. We richten ons dan ook niet alleen op bedrijven in de medische sector, integendeel. Maar de link met de zorgsector moet wel aanwezig zijn.” Toch moet een onderneming, wil het in aanmerking komen voor een investering door het Health Innovation Fund, aan een aantal basisvoorwaarden voldoen. “Bedrijven mogen maximaal vijf jaar oud zijn, moeten in Nederland gevestigd zijn, een technologische basis hebben en hun focus moet liggen op de zorgsector. Bedrijven die niet aan deze voorwaarden voldoen, vallen in principe meteen af. Vervolgens bekijken we of de markt interessant genoeg is, wat de technologie precies is en of het management goed is. Want de ondernemers die de kar moeten trekken, zijn toch het meest cruciaal.” In het Health Innovation Fund hebben de drie partijen een bedrag van vier miljoen euro bij elkaar gebracht. Het programma TechnoPartner van het ministerie van Economische Zaken heeft ook nog eens vier miljoen euro bijgedragen. “Als we kijken naar de bedrijven die groeifinanciering nodig hebben, kunnen we die in drie categorieën indelen”, zegt Dick Sietses. De eerste groep zijn de kleine starters die in hun garage beginnen, een uitvinding doen, in leven moeten blijven en maximaal enkele tienduizenden euro’s nodig hebben. Deze groep krijgt in familie- en vriendenkring vaak heel wat voor elkaar. Bedrijven aan de bovenkant van de markt, die vijf miljoen euro nodig hebben, hebben meestal ook weinig moeite om investeerders te
vinden omdat er voldoende partijen zijn die daar naar willen kijken.” “Maar er zit heel duidelijk een gat in dat middensegment”, vervolgt Sietses. “Dat zijn bedragen die te groot zijn voor friends and family, maar waarvan grote partijen zeggen dat het hen net zoveel tijd kost om een investering van vijfhonderdduizend euro te managen als een van vijf miljoen, terwijl het rendement hetzelfde is. De overheid heeft gemerkt dat juist deze jonge starters heel belangrijk zijn voor de economie. De TomTom’s van deze wereld genereren heel veel werkgelegenheid, niet alleen in binnen hun bedrijf, maar ook wat betreft de toelevering, verzending, verkoop en inbouw van hun producten.” Investeringen in dit middensegment, dat de professionele partijen links laten liggen, probeert het ministerie van Economische Zaken te stimuleren door het programma TechnoPartner. “Het is de bedoeling om in de komende twee, drie jaren deze acht miljoen euro te investeren in tien tot twaalf startende bedrijven”, aldus Dick Sietses. Maar het blijft niet alleen bij de investering; ook na de investering speelt het fonds een grote rol. “Residex (de participatiemaatschappij van Achmea, red.) managet de investeringen van het Health Innovation Fund. Door onze investeringsgeschiedenis beschikken we over een enorm netwerk dat we aan deze bedrijven beschikbaar stellen. Daarnaast denken we mee in de strategie en de marketing van de onderneming, hebben we regelmatig overleg en moeten de bedrijven aan ons rapporteren. Zo houden wij de vinger aan de pols.” Voor meer informatie: www.residex.nl<
signalement februari 2008
signalement februari 2008
27
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
manier versterken we de innovatie-infrastructuur in Nederland en technologiebedrijven kunnen een ecosysteem om zich heen verzamelen van andere inspirerende technologiebedrijven. Innovatie vindt vaak plaats op het snijvlak van organisaties.”
■ INTERVIEW JULES KORTENHORST
“Innovatie vindt vaak plaats op snijvlak van organisaties”
Kortenhorst benadrukt dat de besluitvorming tegenwoordig niet alleen meer in Den Haag, maar ook voor een belangrijk deel in Brussel plaatsvindt. Over de rol die Den Haag in deze speelt, is het Kamerlid heel duidelijk. “De primaire rol voor de Nederlandse overheid is om ervoor te zorgen dat de kennisinfrastructuur op orde is. FHI zal namens de branche mee moeten blijven denken en kritisch zijn. Investeert de overheid voldoende in die kenniseconomie, kiest zij de juiste prioriteiten, stimuleert zij de instellingen steeds meer bij te dragen aan een innovatieve en dynamische economie?”
Tweede Kamerlid Kortenhorst onderstreept het belang van technologie Op 30 november 2006 zet Jules Kortenhorst (47) een nieuwe stap in zijn leven. Na twintig jaar actief te zijn geweest in het bedrijfsleven verruilt hij de board rooms voor een blauwe zetel in de Tweede Kamer. “Ik ben opgegroeid met de idee dat iedereen moet zoeken naar een manier om iets bij te dragen aan de samenleving. Ik had een schitterende tijd in het bedrijfsleven en heb mooie dingen kunnen doen, maar ik vond dat het tijd werd om iets terug te doen.” Deze bijdrage aan de samenleving hoopt Kortenhorst de komende jaren als Kamerlid namens het CDA leveren. Door Roy Vervoort Erasmus Universiteit in Rotterdam en Harvard Business School in de Verenigde Staten; monetaire economie en bedrijfskunde, niet meteen studies waarbij je aan technologie denkt. De praktijk laat echter iets anders zien. Na een dienstverband van ongeveer tien jaar bij Shell vervolgt CDAkamerlid Jules Kortenhorst zijn weg als zelfstandig ondernemer. “Ik heb ondernemingen gekocht, veranderd en weer verkocht, onder andere uit de industriële elektronica divisie bij Philips. Ik mag dan van huis uit econoom én bedrijfskundige zijn, ik heb zeer veel affiniteit met technologie en onderstreep het grote belang hiervan voor de hedendaagse samenleving. Ik ben nog altijd onder de indruk en soms zelfs verwonderd als het over technologie gaat.”
Structuur Na ruim een jaar Kamerlidmaatschap kan Kortenhorst duidelijk aangeven wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen het Haagse en het bedrijfsleven. “Een interessante overeenkomst is dat ik ook als lid van de Tweede Kamer de hele dag samenwerk met mensen en dat ik de in het bedrijfsleven opgedane vaardigheden en ideeën over samenwerken ook hier relevant en van toepassing zijn. Een groot verschil is de focus die Den Haag op het proces legt, terwijl in het bedrijfsleven de nadruk op het resultaat ligt.”
28
Generiek beleid “De primaire geldstroom moet gericht zijn op de kennisontwikkeling aan onderwijsinstellingen”, vervolgt Kortenhorst. “Dit betekent niet dat de overheid geen projecten in het bedrijfsleven moet stimuleren, maar we moeten niet teruggaan naar de industriële politiek in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw waarbij de Nederlandse overheid op de stoel gaat zitten van de ondernemer. De overheid moet minder specifieke subsidies voor bepaalde projecten verstrekken en meer zorgen voor generiek beleid om zowel de kennisinfrastructuur als het ondernemersklimaat te stimuleren. Het is niet aan de overheid om de volgende gadget uit te vinden, maar het is wel de rol van de overheid om ervoor te zorgen dat er heel veel slimme mensen opgeleid worden en dat er onderzoek plaatsvindt.” Toch geeft Kortenhorst eerlijk toe dat er binnen de Tweede Kamer geen
Een ander verschil, dat in de ogen van Kortenhorst misschien wel een probleem is, is het feit dat in de Tweede Kamer vaak de waan van de dag regeert. “Meestal opereren we hier gefragmenteerd, terwijl ik in het bedrijfsleven volgens een logische structuur van een visie werkte. Nederland heeft een duidelijke behoefte aan een visie en misschien moeten we meer ons best doen om die visie goed over een voetlicht te brengen. Zij is er wel, maar in de dagelijkse uitvoering komt dat niet altijd duidelijk naar voren. Als Kamerleden een instrument als het spoeddebat als speeltje blijven gebruiken om de waan van de dag aan de orde te stellen, dan drijven we volstrekt weg van de gestructureerde strategische discussie.”
“Nederlandse overheid moet zorgen dat de kennisinfrastructuur op orde is”
Snijvlak Voor de technologiebranche in het algemeen ziet Jules Kortenhorst een belangrijke rol weggelegd. “Als Kamerleden zijn we afhankelijk van signalen over wat er moet gebeuren om als Nederlandse technologiebranche concurrerend te blijven. De juiste informatie en goede belangenbehartiging zijn noodzakelijk. En het gaat de goede kant op omdat steeds meer mensen voor de bèta kiezen en steeds meer initiatieven zoals PointOne het levenslicht zien.” Kortenhorst deelt FHI een specifieke rol toe. “FHI moet bruggen slaan tussen bedrijven en kennisinstellingen, maar ook tussen bedrijven onderling. Op deze
In de week van het ter perse gaan van deze editie van Signalement werd bekent dat Jules Kortenhorst zijn zetel in de Tweede Kamer verruilt voor de directiestoel van de Europe Climate Foundation (zie pagina 61, Personalia).
signalement februari 2008
signalement februari 2008
langetermijnvisie bestaat voor de technologiebranche. “Maar wat er wel is, en dat is zeer positief, is een luisterend oor van een steeds bredere groep van Kamerleden voor de belangen van de industrie”, aldus Kortenhorst. “Een initiatief als de IndustriePoort van collega Roland Kortenhorst laat zien dat wij open staan voor de dialoog, maar er is geen sprake van een specifieke visie op één individuele branche zoals de technologie.”<
29
HÉT INSTRUMENT 2008
HET Instrument 2008: een technologisch hoogtepunt Catchy gadget met elektronica
Contouren beurs worden langzaamaan zichtbaar optimale aandacht. Exposanten zijn vaak te bescheiden in de presentatie van nieuwe producten of diensten en blijken bepaalde producten of diensten ten onrechte niet als noviteit te presenteren. Als dit product door een fabrikant elders in de wereld al gepresenteerd is dan kan dat voor de Nederlandse markt en de bezoekers van HET Instrument nog wel degelijk nieuw en vernieuwend zijn.
Het aftellen kan beginnen! We hebben 2007 achter ons gelaten, 2008 ligt nog grotendeels voor ons en het grootste technologie-evenement voor industrie en wetenschap in de Benelux, HET Instrument, wacht op ons. Nog ruim drie maanden en dan is het vier dagen kennismaken dat de klok slaat in de Jaarbeurs in Utrecht. Van 20 tot en met 23 mei zijn de hallen zeven, acht, negen, tien en elf in de ban van de technologie. Ongeveer veertigduizend vierkante meter pure technologie in al haar facetten, the place to be! Maar voordat het zover is, moet FHI als organisator nog veel werk verzetten.
In een speciaal in te richten galerij zullen twaalf genomineerde noviteiten, geselecteerd uit inzendingen van alle exposanten, opgenomen worden. Maar wie bepaalt welke noviteit in de Gallery ‘Novelties in Technology’ thuishoort? Zowel de bezoekers van HET Instrument als een uit vijf personen samengestelde jury zullen verantwoordelijk zijn voor de invulling van de galerij en voor eeuwige roem. Met grote regelmaat melden exposanten zich aan met hun nieuwe producten. Veel grote, internationale bedrijven zijn gebonden aan embargo’s zodat zij hun noviteiten pas kort voor de HET Instrument vrij mogen geven. Om toch zoveel mogelijk ‘nieuwe’ noviteiten te kunnen presenteren, blijft de inschrijving tot vlak voor de beurs geopend.
Conferentieprogramma Ook in 2008 maakt HET Instrument weer
serieus werk van een inhoudelijk hoogwaardig conferentieprogramma. Vier dagen lang zijn er dagelijks seminars op hoog niveau op gebieden als procesautomatisering, factory automation, micro- en nanotechnologie, elektronica en laboratorium technologie. Veel onderwerpen die het conferentieprogramma inhoud geven, zijn inmiddels gedefineerd. De invoering van REACH, bioinformatica, nanotechnologie voor niet-nanotechnologen, microsystemen in de procesindustrie, sensortechnologie in bedrijf; het is slechts een kleine greep uit het totale programma. Voor de exposant van HET Instrument 2008 dé uitdaging om in te spelen. De voorbereiding van de verschillende seminars is nu begonnen en de contouren worden steeds duidelijker. De gekozen thema’s sluiten ook deze editie weer perfect aan bij de actualiteit, the state of the art en the state of the future. De conclusie mag zijn dat de 27e editie van HET Instrument weer een technologisch hoogtepunt zal worden. De voorbereiding loopt op rolletjes, de beursvloer stroomt vol en de projecten zullen uitgroeien tot successtories. Maar voordat dit zover is, zullen we met elkaar de mouwen moeten opstropen, want succes komt niet zomaar aanwaaien. <
Door Roy Vervoort Het gaat nu hard met het vullen van de beursvloer. Ruim 17.500 vierkante meter is inmiddels vergeven en ingetekend op de plattegrond, en ruim vierhonderd bedrijven zijn net als FHI druk met de voorbereiding. Paviljoens verrijzen, demostands krijgen vorm en speciale projecten groeien langzaam uit tot succesformules. Kortom, de contouren van HET Instrument 2008 beginnen zichtbaar te worden met als resultaat een fantastische beurs in mei.
Noviteiten Veel bedrijven hebben noviteiten in huis en deze verdienen op de beurs HET Instrument
30
De exposanten van HET 2008 vormen één homogene groep ‘Einsteiners’
signalement februari 2008
“Bezoek van Scholen mag nooit meer ontbreken op HET Instrument” Succesformule uit 2006 krijgt in mei 2008 een vervolg Tijdens HET Instrument 2006 trapte FHI af met een nieuw, uniek project: ‘Bezoek van Scholen’. En met succes; veertig bedrijven en bijna duizend studenten namen deel aan het project en de kritieken waren lovend. Geen enkele reden dus om in 2008 af te zien van het initiatief en ook in mei zullen de studenten in groepen van tien studenten begeleid door een docent op gezette tijden een interessante route afleggen op de beursvloer. “Een evenement dat nooit meer mag ontbreken op HET Instrument.”
gelegenheid om studenten kennis te laten maken met moderne technieken waarmee zij in de toekomst gaan werken.” Sartorius was, net als Anton Paar, in 2006 één van de pioniers en zal ook in mei één van de deelnemers zijn van deze succesformule. “Naar aanleiding van onze zeer positieve ervaring tijdens HET 2006 hebben wij geen moment geaarzeld om wederom aan dit project deel te nemen”, aldus Wouwenberg. “Tijdens de editie van 2008 zullen we meer nadruk leggen op ‘techniek onder de motorkap’.
Door Roy Vervoort Aan het woord is Harold Wouwenberg, manager bij Sartorius. “Eindelijk een manier voor fabrikanten en leveranciers om het veelgehoorde motto voor aanvang van elke beurs ‘studenten zijn onze klanten van de toekomst’ concreet invulling te geven. We zijn hier als leveranciers allemaal van overtuigd, alleen blijkt tijdens een rondgang op de beursvloer dat dit vaak in de praktijk moeilijk toepasbaar is.” Marcel de Pender van Anton Paar, net als in 2006 ook in 2008 deelnemer, sluit zich hier volledig bij aan. “Het meedoen aan het scholenproject was voor ons bedrijf een succes. We hebben onze Beeranalyser gepresenteerd aan de studenten. Wellicht is het deze techniek die studenten nieuwsgierig heeft gemaakt en we hebben ze enthousiast gekregen. Het is een bijzondere
signalement februari 2008
In 2006 bleek dat niet alleen de studenten, maar ook veel van onze klanten zeer geïnteresseerd zijn om meer te weten te komen over de achterliggende techniek.” Ook de Pender geeft aan zeker mee te zullen doen tijdens deze editie. “Op deze manier kunnen wij een bijdrage leveren aan het promoten van het werken in onze sector.” Wat is de boodschap van Harold Wouwenberg voor bedrijven die nog twijfelen of ze deel moeten nemen aan het project ‘Bezoek van Scholen’? “Eigenlijk is maar een conclusie mogelijk. Doen! Zo’n kans krijgen bedrijven nooit meer. Alle clichés kunnen we uit de kasten halen. Bedrijven krijgen immers maar één keer de kans om een eerste indruk te maken en kunnen zich profileren bij de klant van de toekomst. En dit alles op een tijdstip dat het de bedrijven uitkomt.” <
Tijdens de beurs HET Instrument 2008 organiseert FHI een extra activiteit voor deelnemende bedrijven uit de branche Industriële Elektronica. Het doel van deze activiteit is intensieve betrokkenheid van gewenste bezoekers en/of doelgroepen bij de deelnemers. Het concept is eenvoudig: bezoekers halen bij zes stands de onderdelen op om een gadget samen te stellen. In de voorbereiding is gekozen voor een accelerometer als gadget. Dat is een instrument dat beweging en richting vaststelt, weergegeven door LED’s. Tussen haakjes: de Wii-console gebruikt ook een accelerometer. De voordelen voor de deelnemers aan deze activiteit zijn vierledig. De activiteit biedt een direct contactmoment met de bezoekers, de bezoekers komen gericht op deze activiteit af, de activiteit kan in eigen promotie en werving gebruikt worden en er wordt gezamenlijke promotie (in samenwerking met Elektor) mee gemaakt. Deelnemers aan deze activiteit staan op de beurs HET Instrument 2008 en leveren (bij voorkeur in natura) componenten of diensten, om tweeduizend gadgets te produceren. In januari wordt het duidelijk of voldoende bedrijven aan dit project willen deelnemen, aangezien tachtig procent van de kosten door de deelnemers gedekt moeten worden. Het revolutionaire van dit project voor de elektronicabedrijven is niet zozeer de directe mogelijkheid in de promotie naar de eigen doelgroepen. De exposanten en bezoekers die elkaar zoeken, worden met dit project beter zichtbaar voor elkaar. Zodoende wordt er vanuit elektronica perspectief invulling gegeven aan het centrale thema ‘mensen maken kennis’. Bedrijven die deel willen nemen aan het project ‘Gadget’ kunnen contact opnemen met Paul Petersen, telefoon (033) 465 75 07 of per e-mail:
[email protected] <
31
HET INSTRUMENT 2008
Een meesterlijk concept van FHI Albert Einstein is misschien wel de meest bekende geleerde uit onze moderne geschiedenis. Er is inmiddels een hele generatie naar hem genoemd. Zijn relativiteitstheorie inspireert nog steeds futurologen, professor Zonnebloem en Walt Disney’s Willie Wortel tot verhalen over tijdmachines. En deze beroemdheid komt ook naar de beurs HET Instrument, maar hij is zeker niet de enige. ‘Mensen maken kennis’ is het thema van HET Instrument 2008. Het refereert aan de uitstekende netwerkmogelijkheden, maar het verwijst ook naar de grote geesten die van eminent belang zijn geweest voor de technologie van nu. En FHI brengt juist deze grootheden weer tot leven. Niet alleen op de beursvloer
zullen de knappe koppen kennis maken, maar ook in de aanloop naar HET Instrument zullen zij veelvuldig van zich laten horen. Hoe ziet de agenda van deze kennismakers er de komende vier maanden uit? Allereerst zullen de collega’s van Einstein hun langverwachte filmdebuut maken. In een kort filmpje gaan ze aan de bak voor de exposant die hen tijdelijk in dienst heeft genomen. Hoe het moet, kunnen de debuterende acteurs vinden op www.hetinstrument.nl, waar Einstein het goede voorbeeld geeft. Maar dan zit hun werk er nog niet op. De knappe koppen zetten ook hun schrijftalenten in en de bezoekers van HET Instrument 2008 maken kans door hen uitgenodigd te worden. Niet alleen voor de beurs, maar ook voor een persoonlijke kennismaking op de stand van exposant. De laatste dagen van het dienstverband staat honderd procent in
het teken van de beurs. Op de beursvloer kunnen de grootmeesters laten zien hoe goed zij kunnen kennismaken. FHI maakt ze weer springlevend, niet alleen van 20 tot en met 23 mei maar ook in de aanloop naar HET Instrument 2008. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Niek van Twillert, (033) 450 20 20. <
LiveLAB 2008 krijgt vorm Schone Sport. Al is de sporter nog zo snel, het lab achterhaalt de doping wel Het LiveLAB is een demopaviljoen op HET Instrument waar binnen het thema ‘Gezond sporten en presteren’ diverse testen en analyses voor de bezoekers worden uitgevoerd. Exposanten kunnen een bijdrage aan het LiveLAB leveren met apparatuur die gebruikt wordt voor de ontwikkeling van voedingssupplementen, sportdrankjes en andere prestatieverhogende middelen of de opsporing van dopinggebruik. Maximaal dertig bedrijven uit de laboratoriumbranche kunnen meedoen met het LiveLAB met apparatuur, disposables en meubilair. Het LiveLAB wordt bemand door studenten van Saxion Hogeschool Deventer en niet door vertegenwoordigers van de bedrijven die de instrumenten leveren. Er is een beperkt aantal plaatsen nog beschikbaar om deel te nemen aan LiveLAB 2008. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Andreas Meijer, telefoon: (033) 465 75 07 of per e-mail
[email protected] <
signalement februari 2008
Artist impression van het LiveLAB
Exposanten die deelnemen aan het LiveLAB ABB
Da Vinci Europe Lab. Sol.
Micronic
Applikon
Dépex
Rossmark Waterbehandeling
Asecos
Fisher Scientific
Salm en Kipp
Beckman Coulter Nederland
Gilson International
SANYO E&E Europe
Beun- De Ronde
Goffin Meyvis anal.+ med.
Sartorius Technologies
Boom
syst.
Shimadzu Benelux
Büchi Labortechnik
Greiner Bio-One
Thermo Fisher Scientific
CALIPER LifeSciences
Lab Services
Zeiss Carl
33
INDUSTRIËLE ELEKTRONICA
■ COLUMN
‘Celebrate Sensors’, het tweede lustrum van The Sense of Contact In 2008 zal de tiende editie van The Sense of Contact op 9 april plaatsvinden. Al tien jaar een evenement over sensoren, dit vraagt om een feestelijke aanpak. De centrale titel luidt dan ook ‘Celebrate Sensors’. Er valt immers het een en ander te vieren. Terugblikkend op tien jaar The Sense of Contact zien we dat er vele presentaties over diverse soorten sensoren zijn gepasseerd. Sensoren in biochemische, agrarische, seismische, medische toepassingen maar ook voor het meten van de kwaliteit van olie, water en gassen. En welke daarnaast ook draadloos kunnen functioneren. De sensoren hebben een breed scala aan interessante toepassingsmogelijkheden en een onderzoeker van het eerste uur, Simon Middelhoek, in de sensortechnologie zal hier op 9 april 2008 eens lekker diep in duiken. Na de plenaire aftrap met een terugblik op de sensortechnologie en een spreekster van AMI Semiconductor over de automotive sensors zal het programma in parallelle sessies worden voortgezet. De thema’s voor deze sessies zijn Healthcare, Automotive, Safety & Security. Het bedrijfsleven, de overheid, verschillende
De beurs van 2008 onderzoeksinstellingen en studenten geven presentaties die de nieuwste ontwikkelingen binnen het thema toelichten. Tot op dit moment hebben sprekers van TU Delft, TNO, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), The Surgical Company, UvA en Kiwa toegezegd te zullen spreken. In de namiddag worden workshops georganiseerd waar onder andere UMC Utrecht een vragende partij is naar sensoroplossingen. De hele dag hebben de studenten de mogelijkheid om hun onderzoek te presenteren op de posterborden. Voor bedrijven is The Sense of Contact het uitgelezen moment om zich te presenteren via de welbekende table top. De vloer is nog niet helemaal gevuld, dus er zijn nog plekken vacant! De tiende The Sense of Contact-dag belooft met een muzikaal en technisch hoogstandje te worden afgesloten. Kortom een dag vol van sensoren, sensortoepassingen en sensoroplossingen met een vleugje feestelijkheid.
Geïnteresseerd? Kijk voor meer informatie over The Sense of Contact op www.fhi.nl/senseofcontact <
Het uur van de kwaliteit Voor de tweede editie van het Design Tools event stond kwaliteit in een hoog vaandel. De ontwikkelingen en mogelijkheden voor de ontwerparchitecturen om een FPGA of een PCB efficiënter en sneller te doen functioneren, werden op 22 november 2007 in Veldhoven diepgaand besproken. In presentaties van een uur lichtten diverse bedrijven de mogelijkheden en ontwikkelingen van hun toolingproduct toe. De presentaties waren helder en duidelijk, mede door de demonstraties die men
gaf. Hierdoor leefde het meer voor de bezoeker en kwam er interactie op gang, want de introverte bezoeker schroomde niet om vragen te stellen. Zowel de doorgewinterde gebruiker als de jonge student waren nieuwsgierig naar de werking van de tooling. Bij de start van het event ging de plenaire spreker niet zozeer in op de werking van de tooling, maar bood een overzicht van de huidige designproblematiek. Daaraan werd in parallelle presentaties gehoor gegeven, doordat tal van oplossingen werden geboden via de toepassingen van
Paul Petersen In 2001 daalde de AEX in tien maanden tijd van 630 naar 428 punten. In 2002 daalde de AEX, na een opleving, verder naar 298 punten. In 2003 kwam het dieptepunt op ergens rond de 236 punten te liggen. Vanaf 2003 bleef de grafiek maar stijgen en in oktober 2007 stond de graadmeter rond de 550 punten. Menigeen weet wat in januari 2008 met de aandelen gebeurt. De Nasdaq en de Dow Jones laten dezelfde effecten zien. Natuurlijk weten wij dat de Amerikaanse economie niet zo lekker lijkt te lopen, wat een effect op Europa en Nederland moet hebben. De rente in Amerika wordt sterk verminderd en presidentskandidaten roepen dat dat juist de kwaal van Amerika is: lage rente. Waar het mij vooral om gaat, is de grafiek. In de elektronicabranche was 2001 een rampzalig jaar. Toen was de beursbubbel in gang gezet door de New Economy van e-business. Je hoefde met een dotcom bedrijf geen winst in je bedrijfsplan te zetten, want de groei zou maar voortduren. De beurzen zetten vanaf 2000 een vrije val in en de omzet in de elektronica volgde in het voorjaar van 2001. Vanaf die tijd wordt weer gesproken over een zevenjarige cyclus, waarin recessies zich opvolgen. De negatieve invloeden komen nu van slechte financiering van de huizenmarkt in de Verenigde Staten. Het woord ‘recessie’ wordt niet serieus genomen door de heren Bos en Balkenende … en we staan er sterker voor dan ooit. En toch dan maar even terug naar de grafiek. In 2001 bleek de snelle beursdaling een voorspeller van de economische recessie te zijn, die binnen de branche Industriële Elektronica het eerst sterk voelbaar was. De daling in de omzet werd vooral veroorzaakt door een enorme teruggang van data/telecom en de out-sourcing van de industrie naar lagelonenlanden. Een cyclus van zeven jaar was voorbij en 2000 was een topjaar.
de diverse toolingsproducten. Vooral de demonstraties bij de presentaties gaven helder de werking en de mogelijkheden weer, precies dat wat de bezoeker wil weten.
Een cyclus van zeven jaar is voorbij en 2007 was een goed jaar. De branche Industriële Elektronica lijkt zich in die zeven jaar zo sterk te hebben ontwikkeld, dat de sterke diversiteit in de marktgebieden een veel stabieler beeld geeft. Een tegenvaller in een segment lijkt niet meer tot paniek te hoeven leiden. De drive van de ondernemers in de branche leidt tot allerlei technologie, toepassingen en samenwerkingsvormen. We staan sterker dan ooit en toch zegt de grafiek, dat 2008 een laagconjunctuur gaat brengen.
Uiteindelijk blijft het complexe technologie dat de elektronica met elkaar doet verbinden. Dit vraagt om gespecialiseerde engineers die vakbekwaam zijn en vaak ook solo opereren. Een mooi bijkomende effect is dat deze solisten elkaar treffen op het Design Tools event en zo kennis en ervaring uitwisselen. Kortom naast kwaliteit ook collegialiteit! <
Ik probeer geen slechte voorspeller te zijn en ook geen pessimist. Daarnaast lijkt het mij ook niet verstandig economische omstandigheden te ontkennen. Of er nou een recessie komt of niet … mijn inschatting is dat de aard van de elektronicus zich krachtig gaat tonen in 2008.
[email protected] <
34
signalement februari 2008
signalement februari 2008
35
Development Club is technologische samenwerking De leden van de Development Club werken samen voor organisaties, die zoeken naar technologische creativiteit met aanvullende competenties, om tot succesvolle oplossingen en producten te komen. Maar hoe functioneert dit principe? Tijdens een ledenbijeenkomst in maart 2007 stelden diverse bedrijven een technologisch probleem vast waarbij diverse competenties gewenst zijn om het probleem op te lossen. Er werd een turn-key oplossing gezocht bij een verzameling van technologische bedrijven. Met de probleemeigenaren zijn business cases opgesteld die aan alle leden van de Development Club zijn voorgelegd. Na twee workshops in mei en juni 2007 zijn uiteindelijk de groepen samengesteld die een oplossing voor de organisaties konden neerleggen. Deze bijeenkomsten hebben geresulteerd in concrete samenwerkingsverbanden.
‘Traceerbare stapelwagens voor bloemenveiling’, Peterson met ‘Lichtere meetinstrumentatie voor vochtmeting’, Rijkswaterstaat droeg de case ‘Energie-nul brug’ aan en Trigion sluit met ‘Proactieve beveiliging op bedrijfsterrein’ de rij.
Zowel in de technologie als op de markt is de Development Club technologische samenwerking
De aftrap is op 9 april 2008 met The Sense of Contact waar thema’s als ‘Healthcare’ en ‘Safety & Security’ centraal staan. Later in april staat een bijeenkomst rond het onderwerp ‘Duurzaamheid’ gepland, dat op 23 mei 2008 gevolgd wordt door een workshop voor hightech innovaties tijdens de beurs HET Instrument. Op 5 juni 2008 staat een nieuwe ledenbijeenkomst in Lemmer op de rol. Om de probleemstelling en de business case goed geformuleerd te krijgen en de leden van de Development Club uit te nodigen, vindt één maand voor deze bijeenkomsten een eerste overleg plaats. De betreffende organisatie zal dus actief betrokken moeten zijn bij twee bijeenkomsten. Daarbij is geleerd van de cases in 2007 door een zorgvuldige procedure te hanteren in dit soort projecten.
Planning voor 2008 De deelnemende organisaties in 2007 met technologische probleemstellingen (business cases) waren Flora Holland met de stelling
Voor 2008 zijn bijeenkomsten gepland waar technologische samenwerking met de leden van de Development Club kan plaatsvinden.
FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 465 75 07, e-mail:
[email protected] <
WIM HENDRIKSEN WINT VOOR DEVLAB PRIJS VOOR ONDERWIJSVERNIEUWING Doekle Terpstra was er trots op tijdens het FHI congres op dezelfde dag, 21 november 2007: “Mag ik degene zijn die het bekend maakt?”. Op het Nationaal Onderwijs Congres was het even daarvoor DevLab coördinator en Fontys lector embedded systems Wim Hendriksen die van de genomineerden de meeste indruk maakte met zijn presentatie en door de congresgangers uit de genomineerden werd gekozen als winnaar van de Onderwijsvernieuwing Award.
36
De prijs werd toegekend voor de vernieuwende wijze waarop DevLab als collectief van technologische mkb bedrijven een netwerk heeft gebouwd en operationeel houdt met zowel verschillende hogescholen als een aantal universiteiten. <
Technologietour rond DevLab voor hogescholen waardige afsluiting van XS2HiTek programma Vier hogescholen extra in R&D netwerk van technologiebedrijven Tijdens een ‘technologietour’ rond Development Laboratories in Eindhoven meldden de hogescholen van Amsterdam, Arnhem/ Nijmegen, Rotterdam en Utrecht zich aan als toekomstige nieuwe partners in dit R&D netwerk. De tweede editie van het RAAKprogramma XS2HiTek werd daarmee op waardige wijze afgesloten op 30 november 2007. Behalve de twaalf DevLab bedrijven en een aantal universiteiten draaien drie hogescholen al langer mee in de activiteiten: Fontys, Saxion en Windesheim. Het enthousiasme van de hogescholen werd gevoed door een boeiend programma tijdens de technologietour. Na de ontvangst ’s morgens vroeg verdeelde de groep lectoren en docenten zich over drie DevLab bedrijven in de directe omgeving voor een werkbezoek: Chess in Best, NBG Industrial Automation in Nederweert en Van Mierlo Ingenieursbureau in Eindhoven. Tweede verzamelpunt was vervolgens de High Tech Campus waar een bezoek werd gebracht aan het indrukwekkende micro/nano lab MiPlaza van Philips Research, nieuwe samenwerkingspartner van DevLab. Terug op de Universiteitscampus bij het DevLab maakten de gasten van
Eerder in het afgelopen najaar organiseerde FHI samen met Syntens, de Saxion Hogeschool en de Koninklijke Metaalunie zeer succesvolle XS2HiTek-workshops bij respectievelijk OTB in Eindhoven en NIDO in Holten. FHI heeft het voornemen om samen met de Saxion Hogeschool in de loop van 2008 een vervolgproject te starten onder de nieuwe RAAKPRO regeling van het ministerie van onderwijs.<
Overheid steunt miljoenenproject van DevLab via Point-One De coöperatie DevLab, Development Laboratories U.A., start een onderzoeksproject van viereneenhalf miljoen euro voor de ontwikkeling van draadloze sensornetwerken. Het project is ALwEN gedoopt, ‘Ambient Living with Embedded Networks’ en heeft een doorlooptijd van drie jaar. DevLab is in het project de penvoerder van een uniek consortium bestaande uit de twaalf MKB-bedrijven die DevLab vormen: Philips, het Embedded Software Instituut ESI, het Holst Centre, Roessingh Research & Development, de Vrije Universiteit Amsterdam en de drie Technische Universiteiten van Delft, Eindhoven en Twente. Via het Point-One programma steunt het ministerie van Economische Zaken het project met een substantiële subsidie.
signalement februari 2008
de hogescholen eerst een reguliere vergadering mee van de technische werkgroep van DevLab. De dag werd afgesloten met een speciaal ingericht DevLab Café met technologische updates, discussie en een borrel.
signalement februari 2008
Doel van het onderzoeksproject is te komen tot een lowcost integrated circuits (IC) waarin de kennis wordt vastgelegd in hardware waarvan een deel al binnen DevLab is ontwikkeld. Uiteindelijk moet deze chip een belangrijke bouwsteen worden voor commercieel vermarktbare toepassingen van draadloze sensornetwerken in de leefomgeving van mensen. De DevLab-bedrijven en hun industriële partners verwachten met deze ontwikkeling een internationale voorsprong te kunnen nemen in de veelbelovende markt voor draadloze sensornetwerken. In afwachting van een aan te stellen projectmanager is vanuit het bestuur van DevLab de heer Ad de Bruin aangesteld als ‘kwartiermaker’ voor het ALwEN project.
Development Laboratories werd begin februari 2005 gestart vanuit de FHI branchegroep ‘Development Club’. Met steun van FHI, federatie van technologiebranches, richtten twaalf lidbedrijven de coöperatie DevLab op: Almende, Betronic Design, Chess, Connect, Mediatronix, NBG Industrial Automation, Protonic, PTS Software, Salland Electronics, Technobis, Van Mierlo Ingenieursbureau en Vitelec. Doel van DevLab is gezamenlijke technologieontwikkeling voor de deelnemende bedrijven die moet zorgen voor versterking van de kennispositie va de betrokken bedrijven in de markt. Binnen DevLab wordt IP, Intellectual Property ontwikkeld dat gezamenlijk eigendom is van de deelnemende bedrijven.<
37
■ MINACNED
“I have to be here again next year” Veel aandacht voor microreactoren en microfluidics tijdens Nationale MicroNanoConferentie 2007 Door Henne van Heeren en Roy Vervoort
De Nationale MicroNanoConferentie 2007 was de derde en tot nu toe de meest succesvolle editie van dit jaarlijkse technologie-evenement. Het was de eerste keer dat deze conferentie twee dagen besloeg en dat is te danken aan de samenwerking van MinacNed en MicroNed. Het doel van de conferentie was dit jaar tweeledig. Het presenteren van datgene wat inmiddels op commerciële basis beschikbaar is aan micro- en nanoproducten, technologieën en diensten was het ene aspect.
& nut rition en als laatste equipment en tooling voor de semiconductor industrie. De conferentie werd vergezeld van een expositie en posterpresentaties, die zeker niet over een gebrek aan belangstelling mochten klagen.
Het tweede aspect betrof de voortgang van het researchwerk dat gedaan wordt door kennisinstellingen samen met bedrijven binnen het MicroNed-programma. Vandaar dat als thema voor de eerste dag was gekozen: ‘microsysteemen nanotechnologie in de industrie, hoe ver zijn we al?’. De onderwerpen van de afzonderlijke sessies waren zodanig gekozen dat ze aansloten op de hotspots van de Nederlandse micro- en nanotechnologie en de speerpunten van de Nederlandse “traditionele” industrie: microreactoren, microfluidics in de fijnchemie, micro en nano labequipement, medische diagnostiek, hightech equipement met en voor micronano, food
38
De conferentie had ook een gelukkige hand met het aantrekken van first class keynote speakers die de twee internationale hotspots bespraken: microfluidica in life sciences (micro analyse systemen) en MEMS producten voor de consumentenindustrie. Het eerste onderwerp werd behandeld door Klaus Drese van het internationaal vermaarde instituut IMM
(Institut für Mikrotechnik Mainz GmbH). Het tweede onderwerp werd besproken door Kurt Petersen, een van de goeroes van de MEMS industrie en door de wol geverfd op het gebied van commercialisatie van nieuwe technologieën. Hij is momenteel CEO van SiTimes. Hij liet onverbloemd zien hoe machtig leuk het is een nieuw bedrijf op te richten en groot te brengen, maar hij liet ook duidelijk zien dat de ontwikkeling van de technologie niet goedkoop is. Overigens bleek het enthousiasme van de aanwezigen uit het feit dat ondanks het late uur van zijn presentatie, vrijdagmiddag half vijf, de zaal nog steeds boordevol zat! De sessie microreactoren, microfluidics in de fijnchemie toonde aan dat in Nederland de hele keten geïnteresseerd is in microfluidica: grote chemische bedrijven, het midden- en kleinbedrijf, kennisleveranciers, installateurs en instrumentmakers. Kansen voor Nederland om een key role te gaan spelen?
Doelgroep In tegenstelling tot vele andere conferenties was deze bijeenkomst gericht op een brede doelgroep: researchers, procestechnologen, productontwikkelaars, engineers, business developers en studenten uit een breed veld van toepassingen: proces- en voedingsmiddelenindustrie, zorgsector,
signalement februari 2008
research en testlaboratoria, semiconductor industrie, hightech machinebouw en enabling technology leveranciers. De organisatie van de Nationale MicroNanoConferentie 2007 was in handen van het bureau van FHI, federatie van technologiebranches, in opdracht van en in samenwerking met MinacNed en MicroNed. De Nationale MicroNanoConferentie 2007 maakte als activiteit deel uit van de laatste fase van het SKB-project ‘kennispositiestudie’ (SKB is de Subsidieregeling kennisoverdracht brancheorganisaties MKB), dat via Senter Novem wordt gesubsidieerd door het ministerie van Economische Zaken. De eerste dag werd afgetrapt, als we voor micro- en nanotechniek zo’n grof woord mogen gebruiken, door de voorzitter van MinacNed, Wybren Jouwsma, bekend van het InnovatiePlatform en van zijn bedrijf dat groot is geworden met microsystemen. Vervolgens werd het gezelschap verbaasd door het feit dat er politici bestaan die begrijpen wat technologie en innovatie inhoudt. Kamerlid Jules Kortenhorst hield een verhaal waarin micro- en nanotechnologie geplaatst werden in het verband van duurzaamheid en andere hot items. Gelukkig ging het ministerie van Economische Zaken bij monde van Loek Teunissen niet mee in de suggestie om voortaan
signalement februari 2008
alleen nog geld te geven aan onderzoeksinstituten en te stoppen met het stimuleren van investeringen bij bedrijven. Zij zetten beiden in feite de toon voor het centrale thema voor de conferentie: samen aan de slag met hightech.
Kracht Diegenen die dachten tijdens de rest van de conferentie geconfronteerd te worden met abstracte modellen, esoterische technolo-
gieën en visionaire toekomstbeelden hadden zich vergist. Vrijwel alle presentaties bleken betrekking te hebben op praktische toepassingen van ‘kleine’ technologieën in de industrie: top technologie in de praktijk! De hele dag buitelden de verhalen over successen en ideeën van bedrijven over elkaar heen. In discussiesessies vonden bedrijven elkaar in ideeën voor business mogelijkheden waar je af en toe koud van werd. We gaan het maken in de fijnchemie
MICRONANOCONFERENTIE IN 2008 NOG STERKER MinacNed, MicroNed en NanoNed zijn overeengekomen dat zij in 2008 als drie partijen de MicroNanoConferentie gezamenlijk zullen organiseren. In 2005 startte MinacNed als marktgeorienteerde branchevereniging met de eerste editie. MicroNed en NanoNed, de beide wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s, organiseerden separaat een symposium.
Voor de editie van 2007 zocht MicroNed samenwerking met MinacNed. Die samenwerking verliep zo succesvol, vooral met betrekking tot het samenbrengen van academici en bedrijven, dat NanoNed aangaf zich ook te willen aansluiten. De MicroNanoConferentie 2008 staat gepland voor 15, 16 en 17 november in conferentiecentrum de Reehorst in Ede.<
39
Abonneer u nu op
■ MINACNED
Process Control Nationale MicroNanoConferentie 2007
Hét vakblad over procesbesturing en analysetechniek
Het onafhankelijke vakblad Process Control richt zich op professionele informatievoorziening rondom instrumentatie, analyse, regelen, besturen, gegevensacquisitie, -verwerking, technische automatisering en presentatie. Process Control bevat achtergrondartikelen, interviews, productsignaleringen, branchenieuws en beurs- en congresrapportages en kijkt ook naar wetgeving en trends. Het aandachtsgebied van het vakblad loopt van sensortechniek tot en met MES-systemen, gericht op analysetechniek en procesautomatisering.
met microreactoren. De voedingsmiddelenindustrie staat voor schitterende technologische uitdagingen. Labequipement en medische technologie beleven internationale doorbraken waarin Nederlandse bedrijven het voortouw nemen. In de hightech productiemiddelen voor het produceren van microsystemen blijken we onze eigen kracht nog nauwelijks te kennen.
stuff which you are doing. I enjoyed all the presentations. I would hope to go next year again if you are running it”. Hij is welkom, maar dan zijn we al weer een heel eind verder met de commercialisatie van wat we nu hebben laten zien. Misschien een idee om volgend jaar ook Engelstalige en Duitstalige relatiekaarten te maken en te versturen?
De tweede dag ging het gewoon verder, en zelfs nog een slagje dieper. Het centrale thema op de vrijdag was MicroSystem-
Ouders
Process Control heeft een uitgebreide website met onder andere: �� ��������������� �� ������������������ �� ���� online archief waaruit abonnees eerder verschenen artikelen gratis kunnen downloaden, �� ������������������������������������������������������ Ook kunt u zich kosteloos abonneren op de e-mail nieuwsbrief die eenmaal per 2 weken wordt verstuurd. Nog geen abonnee? Meld u online aan op www.processcontrol.nl of vraag eerst een gratis proefnummer aan. Het eerste jaar profiteert u van de korting voor nieuwe abonnees.
www.processcontrol.nl
Technology in scientific research: progress and company commitment. Er werden zo’n zestig research projecten gepresenteerd, en dat deed een buitenlandse gast verzuchten: “I have to be here again next year”. Een andere buitenlander was zo enthousiast dat hij speciaal een mailtje stuurde om te bedanken voor de uitnodiging: “I really enjoyed your conference. It was most stimulating for me to see the range of
Het gaat te ver om alle presentaties te noemen, maar wat met name opvalt, is het groot aantal verhalen gebaseerd op het gebruiken van microgaten om vloeistoffen te behandelen dan wel aan vloeistoffen te meten: een platform techniek van Nederlandse huize. Ook opvallend waren de voorbeelden van samenwerkingsverbanden tussen kleine start-up bedrijven en gevestigde mkb’ers en grote spelers, met op de achtergrond de trotste stimulerende ouders: de overheid en de universiteiten. Complimenten aan de visie van de bestuurders van MinacNed, de branchevereniging voor micro- en nanotechnologie en van MicroNed, het wetenschappelijke programma voor microsysteemtechnologie. Zij waren zo verstandig om de beide conferenties te koppelen en een ideale mix te creëren tussen het bedrijfsleven en academia. Als NanoNed nu volgend jaar ook aansluit, dan wordt het helemaal top of the bill!
Toekomst De rode draad door het programma van de conferentie was de samenwerking tussen bedrijven en onderzoekers, die nodig is om te komen tot commercieel interessante resultaten. In de verschillende presentaties en discussies kwamen ook de valkuilen aan de orde samen met de ervaringen die zijn opgedaan in het vermijden ervan plus de ideeën hoe weer uit dergelijke kuilen te klimmen. Leerzaam en stimulerend tegelijk! En de organisatoren? Die zijn al bezig met volgend jaar! Maar eerst komt in mei 2008 HET Instrument weer voorbij. Ook tijdens de grootste technologiebeurs in de Benelux zullen de micro- en nanotechnologie weer haar opwachting maken. Niet alleen krijgt het veel aandacht tijdens het conferentieprogramma waarin onderwerpen als ‘Nanotechnologie voor niet-nanotechnologen’ en ‘Microsystemen in de procesindustrie: Mircofluidics, Microreactors, Processinstensification & the Process Plant of the Future’ behandeld worden, ook zal een deel van de beursvloer opgevuld worden met een Nanopaviljoen. Zie voor de presentaties en posters van de Nationale MicroNanoConferentie 2007 www.minacned.nl/micronanoconferentie2007 Voor meer informatie over HET Instrument 2008: www.hetinstrument.nl Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Sander Knol van MinacNed, telefoon (033) 465 75 07 of via
[email protected]. <
processcontrol signalement februari 2008
41
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Gezamenlijk organiseren WIB (de internationale vereniging van instrumentatiegebruikers), USPI (vereniging voor standaardisatie in processplants) en FHI iedere twee jaar de Productie Proces Automatisering dag (PPA-dag). Tijdens deze dag komt alles tezamen, gaat de commercie wat naar de achtergrond en discussiëren automatiseerders, engineers en plantowners gezamenlijk over de toekomst van de procesindustrie in Nederland.
PPA-dag geeft richting aan de branche
Door Eelco van Harten
Procestechnologie krijgt steeds meer aandacht
De procestechnologie vraagt de komende jaren veel aandacht niet alleen van de chemische industrie, maar ook vanuit instrumentatie en automatiseringspecialisten. De doelstellingen die de industrietak zichzelf heeft gesteld vergroten de sense of urgency. De aankomende 25 jaar moet de industrietak zijn energiebehoefte halveren. Natuurlijk zal er veel van deze doelstelling gehaald moeten worden door synergie tussen de diverse plants onderling. Het restproduct van de één kan de grondstof voor de ander zijn. Maar er zal meer moeten gebeuren en één van de nieuwe technologiedrivers die daar voor moet zorgen is procesintensificatie. Technologie waarbij chemische reacties niet plaatsvinden in grote batchprocessen, maar in microplants die op een bureau passen. Door het grote ‘lego’-gehalte kan een microplant heel snel modulair worden opgezet en geregeld met eenvoudige software building blocks. Procesintensificatie is met name geschikt voor processen die heftig verlopen en voor dure exclusieve halffabrikaten. Een ander groot voordeel is dat de microplant relatief eenvoudig is op te schalen of zelfs te verplaatsen naar waar op dat moment het product nodig is. Nieuwe generaties instrumentatie en control systems zijn daarvoor onontbeerlijk en vaak zelfs leading.
Assetmanagement Daarnaast zal assetmanagement de aankomende jaren een vlucht nemen. Door de hoge druk op productiebeschikbaarheid en betrouwbaarheid is maar een beperkt aantal dagen per jaar beschikbaar voor onderhoud. Het domweg ieder jaar vervangen van de kritische delen is geen optie vanwege de hoge kosten. Dat betekent dat de industrie zoveel mogelijk wil weten over de conditie van haar instrumentatie terwijl deze normaal in bedrijf is om zo het optimale onderhoudsmoment te kiezen. Dit is inmiddels ook goed mogelijk door de steeds intelligentere instrumentatie en de acceptatie van veldbussen in de productieomgeving. Punt van aandacht is de implementatie van assetmanagement. Voor een nieuwe plant is de investering vrij eenvoudig te rechtvaardigen door de snellere commssioning en het altijd up-to-date hebben
42
signalement februari 2008
signalement februari 2008
van de instrumentatiegegevens. Het is anders wanneer een bedrijf assetmanagement in een bestaande plant wil toepassen. Er moet dan goed nagedacht worden wat gewenst is en welke R.O.I. (return on investement) daarbij gerealiseerd moet dan wel kan worden. Volgende punten van aandacht zijn de standaardisatie en communicatie in een productieomgeving. Verdergaande flexibiliteit, meer inzicht in het functioneren van het bedrijf en een verhoogde productiebeschikbaarheid zijn wensen die bij veel bedrijven spelen. Er zijn verschillende manieren om de realtime productieomgeving te koppelen aan de bureauomgevingen. Zo kan vanuit de ERPomgeving een koppeling worden gemaakt met de productieomgeving of kan er vanaf de productieomgeving juist een koppeling gemaakt worden met de ERP-omgeving. Beide hebben hun voor- en nadelen, maar feit is wel dat er nog grote efficiencyslagen te maken zijn met goede communicatie tussen productie en bedrijfsvoering.
Engineering De driehoek plantowner, EPC contractor en instrumentatieleverancier is meer dan ooit cruciaal voor succesvolle bedrijfsvoering. Er zijn weinig plantowners die een complete eigen engineeringafdeling hebben. Dit werd al eerder bevestigd tijdens de plantownerworkshop bij DOW Terneuzen die WIB en FHI organiseerden in het voorjaar van 2007. Dat betekent dat de EPC contractors en de instrumentatie & control leveranciers meer kennis moeten verwerven van de diverse productieprocessen. Mede door het gebrek aan goed gekwalificeerd personeel lekt op dit moment kennis weg uit de industrie. EPC contractors lossen dit probleem zoveel mogelijk op door multidisciplinaire teams samen te stellen van procestechnologen, E&I-mensen en instrumentatiespecialisten bij de ontwikkeling van nieuwe plants, maar ze blijven er mee worstelen dat de handboeken van bijvoorbeeld Dupont niet matchen met die van Exxon. Sommige instrumentatie en control leveranciers gaan allianties aan met leveranciers van engineeringsoftware om op die manier de selectie van het juiste instrument te vereenvoudigen. Toch is dit onvoldoende om de vaak specifieke kennis van het proces
te behouden en te vergroten. Er blijven mensen nodig bij de productieplants die een breed overzicht koppelen aan diep vaktechnische inzicht. Maar de vraag is dan: waar vind je die? Gezien de grote tekorten in de industrie zullen we meer moeten doen met minder mensen. We zullen slim gebruik moeten maken van technologieën om de vraag naar technici te reduceren en zo van de nood een deugd maken. Dat het kan, blijkt wel uit de presentatie van Wintershall over remote access dat werd gehouden tijdens de PPA-dag en wat zeer illustratief en spraakmakend was. Het is mogelijk om vanaf land een twintigtal gasboorplatformen te monitoren en te sturen. Hierdoor is het aantal medewerkers dat af en aangevlogen moet worden drastisch afgenomen, is de prestatie van de platformen omhoog gegaan en is de communicatie sterk verbeterd. Met remote access is het mogelijk om grote efficiencyslagen te maken en is dan ook één van de antwoorden op het huidige personeelsprobleem. Opvallend genoeg geeft de Nederlandse wetgeving hier meer ruimte voor dan die in de ons omringende landen en dat mag ook wel eens gezegd worden aldus Hans Reijn van Wintershall
Duurzaamheid en veiligheid Milieudoelstellingen zijn hot, ook in de industrie. Dat is op zich nog niet zo verwonderlijk, maar die milieudoelstellingen kunnen nog wel eens in tegenspraak zijn met procesveiligheidseisen. Als zich nu een gevaarlijke situatie voordoet, wordt al snel een veiligheidsklep geopend. De stoffen die daarbij vrijkomen, worden afgefakkeld of gedumpt wanneer ze niet meer bruikbaar blijken. De uitdaging is nu om te kijken waar milieudoelstellingen kunnen bijdragen aan een beter en efficiënter productieproces mét behoud van veiligheidsaspecten. Hoe gaan we om met een productieproces zodat het veilig is, de productie efficiënt is én het milieu minder belast? Zelfs de farmaceutische industrie pikt dit nu op daar waar de chemie al decennia lang haar best doet om betrouwbaarheid, proven technology te combineren met technologische innovatie die nodig is om echt vooruit te komen. <
43
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
INDUSTRIE EN EZ INFORMEREN Dit voorjaar komt minister van der Hoeven van Economische Zaken met een nieuwe Industriebrief. Waar in 2004 voornamelijk de focus lag op innovatie in sleutelgebieden, zal in 2008 waarschijnlijk de nadruk liggen op duurzaamheid, sectorbeleid en arbeidsmarktproblematiek. Eerste doel van het uitbrengen van de Industriebrief 2004 was om de industrie weer op de kaart zetten in politiek Den Haag na de jaren dat ‘industriebeleid’ taboe was als gevolg van affaires en enquêtes over misbruik van staatsteun. Met de oprichting van het InnovatiePlatform en de daaruit voortgekomen sleutelgebieden lag het voor de hand dat er behoefte ontstond aan een beleidskader. Met de Industriebrief 2008 wil EZ in samenwerking met de industriebranches, MKB en VNO-NCW niet alleen de politiek informeren, maar ook de richting en ruimte aangeven aan ontwikkelingen in en door de industrie zelf.
‘Hoe duurzaam is duurzaam’ speelt ook in bouw, tuinbouw en industrie FHI-leveranciers meetapparatuur en installateurs organiseren symposium met Elco Brinkman, Meiny Prins, Herman de Boon en Tineke Verburg Er is in Nederland veel aandacht voor duurzaamheid bij installaties in de bouw, tuinbouw en de industrie. Het is echter de vraag of die aandacht ook leidt tot duurzame duurzaamheid. Uit onderzoek blijkt dat vijfenveertig tot zestig procent van de stookinstallaties in ons land tekortkomingen heeft. Tien tot vijftien procent is zelfs gevaarlijk; bij tien procent zijn aanzienlijke besparingen mogelijk en bij zeven procent kan de uitstoot gereduceerd worden. Deze cijfers gaan al op zonder dat nieuwe technologie wordt toegepast. Samen met de BVS, de belangenvereniging van installatie- en inspectiebedrijven, organiseert FHI’s brancheplatform LMI, leveranciers van meetapparatuur voor de installatiewereld, een symposium over de problematiek rond inspectie en onderhoud van stookinstallaties op 13 februari in de Jaarbeurs Utrecht. Dat de problematiek breed leeft, bleek al tijdens de voorberei-
44
ding van het symposium en de bereidheid van een aantal prominente sprekers om medewerking te verlenen. In de tuinbouw is op dit terrein veel gaande. Men zoekt energie-efficiencyverbetering door de inzet van warmtekrachtinstallaties en automatisering. Tuinbouwvoorman Herman de Boon, die ook voorzitter is van het NVG, Nederlands
Verbond voor de Groothandel, kent daar alle (inter)nationale achtergronden van. Meiny Prins, directeur van het wereldwijd toonaangevende tuinbouw- en gebouwenautomatiseringsbedrijf Priva ziet enorme mogelijkheden die niet worden gerealiseerd door allerlei belemmeringen tussen partijen. Elco Brinkman, kort geleden aangeduid als ‘de machtigste man van Nederland’, is voorzitter van de bouwbranche. Hij zal schetsen hoe dat werkt tussen de verschillende partijen: bouwers, opdrachtgevers, investeerders, installateurs en energiebedrijven. Daarnaast zijn er de technische specialisten ‘uit het veld’. Gerard Rooyakkers van GTI, be-
signalement februari 2008
professor Pierre Leijendeckers, die als certificeringgoeroe een oproep doet aan politiek Den Haag om haar verantwoordelijkheid te nemen; Hans Overdiep van Gasterra die laat zien wat er nu al mogelijk is met warmtekrachtkoppeling (WKK) in woningen en Kees Kayser van Dow Chemical houdt de andere branches de spiegel voor van de grote procesindustrie en hoe die omgaat met veiligheid, rendement en uitstoot.
stuurslid van TVVL (Nederlandse technische vereniging voor installaties in gebouwen); inspectiespecialist Bertrand Stensdorff met anekdotische verhalen over misstanden;
signalement februari 2008
Aan het eind van de dag worden enkele Kamerleden uitgedaagd om onder leiding van Tineke Verburg als professionele dagvoorzitter de degens te kruisen met ‘het bedrijfsleven’. Voor meer informatie over het symposium: www.platformlmi.nl/sciossymposium. <
Een delegatie van FHI heeft in een gesprek met Economische Zaken vooral gewezen op de arbeidsmarktproblematiek en het gevaar van verdwijnen van kennis en ervaring uit de industrie. Het grote tekort aan technici en technologen is dé beperkende factor voor groei van industriële bedrijvigheid. Dit gecombineerd met de grote uitstroom van mensen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, komt de kenniseconomie in Nederland ernstig onder druk te staan. FHI pleit daarom naast het verbeteren van de instroom op en uitstroom uit scholen, in aantallen en in kwaliteit, ook om de grenzen voor de zogeheten kennismigranten open te zetten om op deze wijze de groei en het kennisniveau van de Nederlandse industrie te stimuleren. Met behulp van eerdere lobby, samen met VNCI, is het in elk geval gelukt de chemie een betere plaats in het beleid te geven via de sleutelgebieden. Op 17 maart organiseert het ministerie van Economische Zaken een grote bijeenkomst (waarschijnlijk in Rotterdam). Waar de industrie vanzelfsprekend welkom is.<
45
■ PROFIBUS
Leden PROFIBUS Nederland bezoeken Tweede Kamer De algemene ledenvergadering van PROFIBUS Nederland vond in oktober 2007 plaats nabij de Tweede Kamer in Den Haag. Een mooie aanleiding om vooraf een rondleiding te maken door de gebouwen van de Tweede Kamer. Onderdeel van dat bezoek was een boeiende voordracht door het Tweede Kamerlid ir. Roland Kortenhorst van het CDA. Kortenhorst betoogde dat de industrie beter
moet communiceren met politiek Den Haag en de samenleving in haar geheel wil zij gehoor vinden voor haar belangen. In haar boodschappen focust de industrie nog te vaak op de technische details, terwijl de samenleving geïnteresseerd is in het maatschappelijk nut, de gevolgen van techniek voor zaken als gezondheid, milieu en welvaart. De deelnemers aan deze algemene ledenvergadering waren zeer enthousiast over het geboden programma.<
PROFIBUS promoot techniek op havo-vwo PROFIBUS Nederland doet mee aan het werk van Jet-Net om scholieren in een vroeg stadium enthousiast te maken voor techniek. Een mooi initiatief is de Bètamarkt. Een informatiemarkt waar ouders van leerlingen die in de techniek hun dagelijks brood verdienen informatiestands bemannen en leerlingen informeren over hoe leuk en interessant het werken in de techniek is.
Ouders en leerlingen op de Bètamarkt
Leerlingen van havo-vwo die op het punt staan hun profiel te kiezen, worden op deze manier in de goede richting geholpen. Scholengemeenschap Spieringshoek in Schiedam houdt op 20 februari zo’n Bètamarkt. Ook PROFIBUS Nederland zal hier aan deelnemen. Toeval of niet, ook leden en relaties van PROFIBUS Nederland zijn hierbij vertegenwoordigd. Daartoe behoren bedrijven als ABB, Siemens, Fontijne-Grotnes, Eneco, Vlietland ziekenhuis.<
EERSTE ‘PROFIBUS DINER-EVENT – MEET THE EXPERTS’ IN MAART 2008 Op 12 maart 2008 organiseert PROFIBUS in nauwe samenwerking met PI International (de PROFIBUS- & PROFINET-organisatie) voor de eerste maal in haar geschiedenis het ‘PROFIBUS Diner-event – meet the experts’. In het Carlton President Hotel in Maarssen combineert het event het aangename van een diner met het nuttige van de PROFIBUS-technologie. Of is juist het diner het nuttige en de technologie het aangename? In een gezellige entourage zullen tussen de verschillende gangen verscheidene thema’s aan bod komen. Onderwerpen
signalement februari 2008
als de positieve invloed van PROFIBUS op Life-Cycle-Costs en Total-Costs-of-Ownership zullen, net als de gevulde borden, de revue passeren. Ook presentaties over PROFIBUS en SIL, PROFIBUS en Ex, en diagnose- en assetmanagement zullen die avond niet ontbreken. Het ‘PROFIBUS Diner-event – meet the experts’ richt zich op plantmanagers, procestechnologen, automatiseerders en maintenance managers en begint op 12 maart 2008 om 17.00 uur met een aperitief. Om 18.00 uur zal de eerste gang van het diner geserveerd worden. Voor én na het diner hebben de gasten
de mogelijkheid om de tabletops van de deelnemende PROFIBUS-leden te bezoeken. Deelname aan het ‘PROFIBUS Dinerevent – meet the experts’ is mogelijk op uitnodiging van de deelnemende leden of van de PROFIBUS-organisatie. De geplande afsluiting van de avond ligt rond 21.30 uur. Met een goed gevulde maag en een schat aan informatie zullen de deelnemers huiswaarts keren. Voor meer informatie over het ‘PROFIBUS Diner-event – meet the experts’ kunt u contact opnemen met Marjoleine Haisma, telefoon (033) 469 05 07.<
47
WEEGINSTRUMENTEN (VLW)
■ VERENIGING VOOR LEVERANCIERS VAN WEEGINSTRUMENTEN
CECIP: Europees samenwerkingsverband voor de weegindustrie VLW’s lidmaatschap CECIP is een open venster naar de wereld De geschiedenis van CECIP begint in de vijftiger jaren, ongeveer gelijktijdig met het verdrag van Rome. En jawel, Nederland behoort tot de oprichters. De Europese Unie moest nog uitgevonden worden, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) was redelijk actief en de fabrikanten van weegapparatuur hadden door dat het tij ging keren. Wie zwijgt stemt toe; dus wil je gehoord worden, dan moet je je mond open doen. Aanvankelijk met Frans als voertaal (Britten dachten nog niet zo Europees en deden ook niet mee), maar na de toetreding van het Verenigd Koninkrijk zo’n vijftien later, tweetalig, Frans en Engels. De eerlijkheid gebied te zeggen dat de praktijk de laatste tien jaar eentalig, Engels, is. Vanaf het begin is samenwerking hét sleutelbegrip in CECIP. De statuten leggen vast dat de sfeer vriendschappelijk moet zijn, stemmingen moeten voorkomen worden en conflicten in een zo vroeg mogelijk stadium opgelost. Verbazingwekkend genoeg werkt dit principe, in ieder geval binnen CECIP. Het is er altijd aangenaam vertoeven en ondanks dat het concurrenten onder elkaar zijn, wordt het gemeenschappelijk belang boven alles gesteld. CECIP kent, naast het bestuur, twee werkgroepen: een voor Legal Metrology en een Business & Trade-groep. De eerste werkgroep volgt de ontwikkelingen binnen OIML (Internationale Organisatie voor Wettelijke Metrologie), de Europese Unie, Welmec (Europese samenwerkingsorganisatie op het gebied van de wettelijke metrologie) en eventueel CEN/CENELEC. Op vrijwel alle betrokken vergaderingen is CECIP niet alleen vertegenwoordigd, maar wordt bovenal gewaardeerd om de betrokkenheid en kennis van zaken; de adviezen wegen mee. Omdat het veel verschillende onderwerpen en groepen betreft, voor één persoon niet te overzien, kent de werkgroep per onder-
signalement februari 2008
deel een rapporteur. Deze houdt bij wat er op zijn gebied speelt, maakt een samenvatting en verzorgt een advies. Dit geheel bespreekt de werkgroep. Ook krijgen alle leden, de nationale verenigingen dus, een volledig inzicht en mogelijkheid tot inspraak middels een overzicht der documenten. Een en ander is dank zij internet nu volledig gedigitaliseerd.
jaar op de schop. Vervolgens gaat WELMEC interpretaties verzorgen. Er blijft dus altijd iets te volgen. En CECIP kennende zal dat in de bekende, bijna familiale, sfeer doorgaan. Voor VLW vormt het lidmaatschap van CECIP een open venster naar Europa en de rest van de wereld. Een open raam werkt verfrissend, je hoort en ziet wat er buiten gebeurt en kunt nog meepraten ook. <
VLW speelt in deze werkgroep mee door deelname aan het werkgroepoverleg en twee rapporteurschappen. Bovendien organiseert VLW in voorkomende gevallen overleg met geïnteresseerde leden en maakt, via de rapporteur, het standpunt kenbaar. In de laatste revisie van de OIML-aanbeveling voor niet-automatische weeginstrumenten R76 is de Nederlandse inbreng terug te vinden. De Business & Trade-groep was lange tijd slapende. Dat gaat veranderen, er is werk aan de winkel. CECIP ziet het als taak bij de Europese Commissie twee zaken aan te kaarten. In de eerste plaats de ongebreidelde hoeveelheid documenten die over ons wordt uitgestort; ten tweede het gebrek aan toezicht op instrumenten die op de markt komen én in de handel functioneren in diverse lidstaten van de EU. Dit belemmert de vrije concurrentie en bedreigt, door het wegvallen van de binnengrenzen, de kwaliteit van de apparatuur. Hoe ziet CECIP’s toekomst eruit? Door het toetreden van nieuwe lidstaten bij de EU is er in ieder geval geen gebrek aan leden. Verder neemt OIML een aanbeveling om de tien
49
LABORATORIUM TECHNOLOGIE
LabAnalyse 2008
In de aanloop naar LabAnalyse 2007 is gebleken dat het enthousiasme onder exposanten en bezoekers groot was. Voor LabAnalyse 2007 stonden maar liefst zeven exposanten op de wachtlijst. Wegens de verplaatsing van HET Instrument naar het voorjaar en de gebleken belangstelling is dit reden geweest om eind 2008 LabAnalyse opnieuw te organiseren. De eerste voorbereidingen zijn inmiddels gestart en bedrijven zullen binnenkort geïnformeerd worden over de mogelijkheden tot deelname. LabAnalyse is gericht op diegenen die betrokken zijn bij de bemonstering en analyse, en meer specifiek op medewerkers en management van laboratoria van grote ondernemingen, contract- en testlaboratoria, milieulaboratoria en onderzoeksinstellingen.
“SCS maakt bloedonderzoek overbodig”
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Remco Siebols van FHI, telefoon (033) 465 75 07. <
LiveLAB gaat de strijd aan met de doping Wat een zomer hebben we voor de boeg; we beginnen met het Europees Kampioenschap voetbal in Oostenrijk en Zwitserland, gevolgd door de Tour de France en we sluiten de sportzomer af met de Olympische Spelen in Beijing. En dan noemen we nog niet eens de evenementen die net als La Grande Boucle jaarlijks terugkomen zoals de NK’s, WK’s, Grand Slams, Giro d’Italia en de Vuelta a España. Helaas horen bij deze sportevenementen ook de verhalen over wielrenners die een positieve plas inleveren, gewichtheffers die strak staan van de anabolen en de steeds sterker gonzende geruchten over doping in het voetbal. In de strijd tegen doping worden
50
meer en meer controles uitgevoerd en nieuwe technologieën ontwikkeld. Eén van deze nieuwe technologieën is het Saliva Collectin System (SCS), het enige speeksel afnamesysteem ter wereld waarbij speeksel onder gestandaardiseerde condities kan worden afgenomen.
hoeveelheid spoelvloeistof waarna we met een extractievloeistof de speekselproductie stimuleren. Vervolgens verzamelen we het speeksel in een beker met een geïntegreerde afnameopening en conserveren we het speeksel met twee vacuüm speeksel afnamebuizen met stabilisator.”
Door Roy Vervoort
“SCS is ook duidelijk innovatiever dan de ‘oudere’ methoden”, vervolgt Bakker. “SCS is een gestandaardiseerd systeem, dus alle parameters voor de verkrijging van het monster zijn altijd gelijk. Het verkrijgen van de samples is dus ook reproduceerbaar met dezelfde condities en de Saliva Quantification Kit bepaalt de hoeveelheid speeksel in het monster. Een bijkomend voordeel,
Maar wat doet SCS nu eigenlijk? “Met SCS verzamelen we op een zodanige wijze speeksel dat de condities altijd gelijk zijn”, begint Robert Bakker van Greiner Bio-One. “Zo kunnen geen verschillen ontstaan bij de verkregen monsters. We spoelen eerst de mond met een gestandaardiseerde
signalement februari 2008
zeker ten opzichte van urinemonsters, is de hogere kwaliteit van het monstermateriaal dat ook nog eens op een hygiënischere manier verkregen wordt.” “We gebruiken SCS voor geneesmiddelenbepaling, drugscreening, infectieziekten, hormoonbepaling en klinisch chemische parameters”, zegt Robert Bakker. “En het maakt bloedonderzoek zelfs overbodig. Het monster kan altijd, overal en meerdere keren per dag worden afgenomen dit in tegenstelling tot bloed- of urinemonsters en er is geen wachttijd nodig. Daarnaast is de monsterafname niet invasief en dus pijnloos in tegenstelling tot bloedafname.”
signalement februari 2008
“Verder is het voor de laborant hygiënisch vanwege het gesloten afnamesysteem.” Ook voor sporters kleven er voordelen aan dit systeem. “Er is geen probleem met afname van droog slijmvlies en de betreffende sporter kan het zelf doen zonder de stress van allerlei meekijkers of schending van de privacy. Een controle van een sporter in een rustige omgeving gaat veel sneller en er hoeven minder mensen aanwezig te zijn. Deze manier is voor een sporter dus veel minder stressvol.” Niet alleen de technologie levert een bijdrage in de strijd tegen doping, maar ook FHI draagt haar steentje bij met het LiveLAB 2008 tijdens de beurs HET Instrument. Op een interactief podium probeert
FHI sport en doping, die onlosmakelijk met elkaar verbonden lijken, van elkaar te scheiden. “Met het oog op de aankomende sportzomer is het een actueel thema dat de aandacht verdient. Wellicht kan het een bijdrage leveren om de sport weer in een positief daglicht te stellen. Verder ben ik van mening dat onderzoekers op de laboratoria ook (top)sport bedrijven. Ze plegen vaak intensief en langdurig onderzoek, met als climax het resultaat. Ook dat is schone topsport.” Bedrijven die ook met een nieuw of interessant product deel willen nemen aan het LiveLAB kunnen contact opnemen met Andreas Meijer, telefoon (033) 465 75 07 of per e-mail
[email protected]. <
51
LABORATORIUM TECHNOLOGIE
Helaas komt kanker nog maar al te vaak voor, maar gelukkig wordt de bestrijding steeds beter. Toch kunnen we niet verslappen; we moeten steeds op zoek blijven naar andere, betere alternatieven en misschien wel hét medicijn tegen deze ziekte. Een oplossing lijken we te kunnen vinden in radiotherapie. “Dit is een smartdrug die een oplossing biedt juist daar waar de tumor zich bevindt.” Door Roy Vervoort Even kort college van Jeroen Appeldoorn, sales leader Benelux van PerkinElmer. “Doelgerichte-radiotherapie betekent niets meer dan een behandeling met radioactiviteit op geselecteerd weefsel.” Maar als we wat meer inzoomen dan zien we wat het zo bijzonder maakt, maar eerst nog even heel kort ingaan op het fenomeen kanker. “Het is net een straatje: kanker maakt een antigen aan dat door een antilichaam opgespoord kan worden”, vervolgt Appeldoorn. “Bij doelgerichte-radiotherapie verbinden we radioactief materiaal aan moleculen (antilichaam, delen van een antilichaam of peptiden, red.) zodat het zijn vernietigend effect heeft op de tumor, maar gezond weefsel in tact zal laten.”
nut reeds bewezen en Lu-177 is nog niet zover in zijn ontwikkeling, maar is veelbelovend. Zonder deze medicijnen kunnen we geen stappen zetten.”
Het grootste voordeel van deze behandeling is de plaatselijke aanpak van de tumor, maar het werkt ook als er zich meerdere tumoren op verschillende plekken in het lichaam bevinden. “Met deze behandeling kunnen we de radioactiviteit brengen naar de plaats waar de tumor zit en ontzien we de rest van het lichaam. De nadelige effecten voor de patiënt zullen vele malen minder zijn. We lossen het probleem op en brengen het lichaam veel minder schade toe. Deze smartdrug lost het probleem op alleen daar waar het zich bevindt.”
“Doelgerichte-radiotherapie brengt het lichaam veel minder schade toe”
Het korte college is erg duidelijk en het klinkt allemaal heel simpel, maar het bevindt zich nog allemaal in de ontwikkelfase. “Welke kankervormen behandeld kunnen worden met doelgerichte-radiotherapie hangt af van de gebruikte moleculen die voor de verschillende vormen ontdekt zijn en waarvan gebleken is dat ze geschikt zijn. Naar veel vormen van kanker zijn studies verricht en de behandeling is onder andere toe te passen op prostaatkanker, borstkanker, leverkanker of lymfeklierkanker.”
Seminar ‘Wat doet Life Sciences Research voor u? Nu en in de toekomst’ unieke kans voor wetenschap én leveranciers
52
Maar hoe ziet de toekomst er nu uit? “Het aantal wetenschappelijke artikelen op dit gebied blijft ieder jaar weer flink groeien”, zegt Appeldoorn. “Het succes valt of staat met de ontwikkeling van de juiste medicatie. Medicijnen als Y-90-Zevalin hebben hun
signalement februari 2008
signalement februari 2008
“We moeten reëel zijn: dit probleem kunnen we helaas nooit honderd procent oplossen”, aldus Jeroen Appeldoorn. “De testen die op mensen uitgevoerd zijn, zijn heel positief. Maar er is nog heel veel onderzoek nodig. Dat gebeurt nu al, maar op kleine en specialistische schaal.” Toch ziet Appeldoorn de toekomst met vertrouwen tegemoet. “Er zijn volop mogelijkheden, die we moeten benutten. PerkinElmer investeert en blijft investeren in deze miniwereld, want er ligt een waanzinnige markt op ons te wachten als het allemaal gaat lukken. Maar we moeten goed beseffen dat we nog maar aan het begin staan.” Als de radiotherapie zich zo blijft ontwikkelen, zal de behandeling het dagelijkse leven van vele mensen verbeteren. Ook
tijdens de beurs HET Instrument 2008 zal de branche Laboratorium Technologie van FHI als organiserend bureau een seminar wijden aan het onderwerp ‘Life Sciences & Gezondheid’. “Een prachtig initiatief”, zegt Appeldoorn. “Het is een unieke kans voor wetenschappelijke instituten én de leveranciers om te laten zien waar ze zich bevinden en waar ze naartoe gaan.” “Gezien bovenstaande informatie lijkt het me duidelijk wat radiotherapie kan doen voor life sciences in combinatie met de gezondheid van de mensen zelf. Wanneer producten zijn uitontwikkeld en veel patiënten met succes zijn behandeld, betekent dit simpelweg dat het leven van deze mensen verlengd wordt. Seminars op een beurs als HET Instrument die de focus leggen op de link tussen het onderzoek en het einddoel, de verbetering van kwaliteit van leven, sluiten perfect aan bij wat PerkinElmer als bedrijf wil: onderzoekers in staat stellen sneller betere oplossingen voor levensbedreigende ziektes zoals kanker te vinden door state of the art laboratorium instrumenten en reagentia te ontwikkelen. Een seminar als ‘Wat doet Life Sciences Research voor u? Nu en in de toekomst’ geeft een breed publiek de kans te begrijpen waar grote onderzoeksinstellingen en academische centra’s zich mee bezig houden.” Bedrijven die hun bijdrage willen leveren aan het seminar ‘Wat doet Life Sciences Research voor u? Nu en in de toekomst’ kunnen contact opnemen met Andreas Meijer, telefoon (033) 465 75 07 of per e-mail
[email protected].<
53
MEDISCHE TECHNOLOGIE
Parallelimport niet in belang van patiënt, arts en industrie Gevolgen voor de lange termijn worden onvoldoende onderkend De signalen dat sommige ziekenhuizen gezamenlijk met externe inkoopconsultants via parallelimport pacemakers en ICD’s uit het buitenland proberen te aan te schaffen, worden steeds duidelijker. Bij deze gang van zaken zet de Nederlands Brancheorganisatie voor Medische Technologie grote vraagtekens. Ook de Nederlandse Vereniging Voor Cardiologie (NVVC) is geen voorstander van parallelimport en maant haar collega’s tot grote terughoudendheid.
buitenland aanwezige restpartijen. Externe inkoopconsultants die de parallelimport faciliteren stellen dat zowel de kwaliteit, het type product als de geleverde ondersteuning en technische service identiek is aan wat ziekenhuizen gewend zijn. FHI en de NVVC zetten hier grote vraagtekens bij omdat de partijen zich onvoldoende bewust zijn van de risico’s die deze inkooptrajecten met zich meebrengen.
Aansprakelijkheid
Door Luc Knaven en Roy Vervoort Onder de toenemende druk op de budgetten neemt de prijsparameter voor de inkoopafdelingen binnen veel ziekenhuizen in belang toe. Niet zelden schakelen ziekenhuizen externe partijen in met als doelstellingen extra besparingen te realiseren, helaas vaak vanuit een kortetermijnvisie. Om daadwerkelijk tot besparingen te komen, nemen inkoopafdelingen ook de mogelijkheden van buitenlandse inkoop in overweging. Ze vergelijken de Nederlandse prijs met de ‘kale prijs’ die een buitenlands ziekenhuis vaak via een zeer grote inkoopcombinatie (volumekorting) heeft weten te realiseren of met de prijzen van in het
54
Fabrikanten hebben in het kader van de Europese regelgeving de verplichting gecertificeerde systemen op te zetten waarin veiligheidsaspecten zijn gewaarborgd. Bij parallelimport is de originele fabrikant vaak niet op de hoogte dat de geleverde producten via verschillende schakels uiteindelijk in de Nederlandse markt worden toegepast, waardoor hiaten in de keten kunnen ontstaan. Het gevolg kan zijn dat cruciale informatie de ziekenhuizen of de fabrikant niet (tijdig) bereikt. Het toepassen van medische hulpmiddelen onder deze omstandigheden kan leiden tot aansprakelijkheid van het ziekenhuis bij incidenten. Voor de NVVC is het feit dat cardiologen en ziekenhuizen aanspreekbaar zijn voor het eindproduct een belangrijke reden om haar collega’s te manen tot grote terughoudendheid. Medische hulpmiddelen of actieve implantaten uit het buitenland moeten vaak nog aangepast worden voordat ze in de Nederlandse markt bruikbaar zijn. Wanneer ziekenhuizen of artsen een medisch hulpmiddel aanpassen zodat het geschikt is voor gebruik in de Nederlandse markt dan ziet de wet hen als fabrikant. Dat betekent dat de verplichtingen en risico’s van een fabrikant ook bij hen komen te liggen. Een gevolg kan
zijn dat het aangepaste medisch hulpmiddel opnieuw CE-gemarkeerd moet worden. Nederlandse bedrijven kunnen niet zonder meer hun expertise en ondersteuning inzetten op medische hulpmiddelen die via parallelimport op de Nederlandse markt zijn verschenen. De organisatie van de Nederlandse bedrijven is afgestemd op medische hulpmiddelen die bestemd zijn voor en afgestemd zijn op de Nederlandse markt. Zij kunnen niet zonder meer ondersteuning voor afwijkende medische hulpmiddelen uit het buitenland garanderen, een probleem dat de NVVC ook duidelijk signaleert.
Belemmering Vanuit een langetermijnvisie is structurele parallelimport buiten de fabrikant om onwenselijk. Een eenzijdige focus op prijs of kleinschalig succes op korte termijn heeft gevolgen voor het lokale service- en kennisniveau, maar ook voor de beschikbaarheid van nieuwe innovaties. Daarnaast draagt de Nederlandse industrie in belangrijke mate bij aan opleidingstrajecten van verpleegkundigen, technici en medisch specialisten; implantatenregistratie; sectorale wetenschappelijke studies en ondersteuning van wetenschappelijke congressen. Structurele parallelimport belemmert de voortzetting van deze zaken omdat fabrikanten geen belang meer hebben om lokaal te investeren in de relatie met ziekenhuizen. De inkoop van medische hulpmiddelen is een verantwoordelijkheid van de ziekenhuisorganisatie, net als de aansprakelijkheidrisico’s waaraan de ziekenhuisorganisatie zichzelf, artsen en personeel blootstelt. Vanuit veiligheidsoverwegingen zijn de ontwikkelingen echter niet in het belang van de patiënt, arts en industrie.<
signalement februari 2008
Voorbereidingen Zorgtotaal 2009 van start
MEDICA kleurt ook in 2008 oranje Van 14 tot en met 17 november 2007 kleurde een deel van de belangrijkste beurs voor medische technologie, MEDICA in Düsseldorf, oranje. Ruim 330 vierkante meter was speciaal ingericht voor het collectief van Nederlandse bedrijven en de 21 deelnemers kunnen terugkijken op een geslaagde beurs.
Zorgtotaal is een driedaags evenement waar in totaal ruim twintigduizend bezoekers uit de gezondheidszorg worden verwacht. Zorgtotaal brengt een aantal doelgroepgerichte vakbeurzen samen op het gebied van farmacie, technologie, revalidatie, verpleging, facilitair, dienstverlening en voeding. Uitgangspunt van deze unieke opzet is dat zowel de exposant als de bezoeker zich herkent en thuis voelt op een eigen, vakspecifieke beurs. Tegelijkertijd biedt de gezamenlijke opzet bezoekers uit de
diverse zorgsegmenten de mogelijkheid om ook een kijkje te nemen op de andere beurzen.
Een succesvol Nederlands collectief in 2007 verdient natuurlijk een vervolg in 2008. De Nederlandse brancheorganisatie voor Medische Technologie zal in samenwerking met Fairwise en in opdracht van de EVD, een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, ook in 2008 haar steentje bijdragen aan een nieuw
Binnenkort worden onze leden nader geinformeerd over de diverse mogelijkheden van deelname. Op www.zorgtotaal.nl treft u het afsluitbericht aan van Zorgtotaal 2007 en binnenkort wordt hier tevens informatie over de editie in 2009 gepubliceerd. Voor nadere informatie kunt u terecht bij Remco Siebols of Linda van Essen van FHI, telefoon (033) 465 10 63.<
Pakketadvies hulpmiddelenzorg 2008 FHI heeft het concept pakketadvies 2008 van het College van zorgverzekeringen (CVZ) ontvangen. Deze rapportage over de actuele knelpunten in de hulpmiddelenzorg, op basis van de Signaleringslijst hulpmiddelen, wordt jaarlijks door het CVZ uitgebracht. Op de lijst staan signalen die duiden op knelpunten en lacunes in wet- en regelgeving, waardoor de noodzakelijke zorg en toegankelijkheid van de zorg onvoldoende is gewaarborgd. Daarbij worden verzoeken van fabrikanten om een nieuw hulpmiddel toe te laten tot het te verzekeren pakket in de lijst opgenomen.
signalement februari 2008
In dit rapport is ook de richtlijn voor de uitvoering van het PGB hulpmiddelen voor visueel gehandicapten opgenomen samen met het verslag van een tweetal belangwekkende standpunten namelijk de verstrekking van robotmanipulatoren in AWBZ-instellingen en zuurstofleveranties in het buitenland. De vaststelling van het rapport door de raad van bestuur van CVZ staat gepland in februari 2008. Het concept rapport kan bij FHI worden opgevraagd. U kunt hiervoor terecht bij Linda van Essen, telefoon (033) 465 10 63.<
oranjegekleurd Holland Paviljoen. Het doel is om wederom ruim twintig bedrijven uit de medische sector bij elkaar te brengen om zich op MEDICA (van 19 tot en met 22 november 2008), onder één dak te presenteren. Voor meer informatie over MEDICA 2008 kunt u contact opnemen met Remco Siebols van FHI, telefoon (033) 465 10 63.<
55
Patroonstraat 13 - 3861 RN Nijkerk Postbus 1045 - 3860 BA Nijkerk T 033 245 73 24 - F 033 245 60 14 E
[email protected] - I www.vanderidder.nl
MEDISCHE TECHNOLOGIE
E-auction leent zich slecht voor inkoop van medische technologie PAPIER DOET WONDEREN, ALS JE MAAR WONDEREN DOET MET PAPIER… De afgelopen jaren is de branche medische technologie een aantal keren geconfronteerd met het fenomeen e-auction. E-auction is een manier om zo goedkoop mogelijk in te kopen waarbij een koper (ziekenhuis) een product of dienst zoekt en de beste aanbieding kiest. Hoewel veel inkopers en leveranciers inmiddels ervaren hebben dat het e-auction instrument zich slecht leent voor de inkoop van medische technologie blijven enkele ziekenhuizen toch van dit instrument gebruik maken.
Papier doet wonderen. Papier brengt mensen in beweging. Dat is het geheim van papier. Je bouwt er de mooiste luchtkastelen mee, je prikkelt, wordt onvergetelijk, kortom: je laat iets achter. Om dat te bereiken heb je een creatieve partner nodig die weet hoe de betoverende kracht van papier ontstaat. Een professional die weet hoe witte vellen veranderen in krachtige communicatiemiddelen. Het is Van de Ridder Druk & Print die deze kunst verstaat. Op papier zijn we de beste. Daarom is het goed dat je met ons kennis maakt.
Door Luc Knaven en Roy Vervoort
DRUK MET VARIATIE
We hebben een compleet arsenaal aan geavanceerde apparatuur ter beschikking. Zo hebben we twee-, vier- en vijfkleurenpersen. We drukken, vernissen, lakken, lamineren, pregen, perforeren, snijden, boren, rillen, vouwen, nieten, lijmen en brocheren. Voor specifieke afwerkingen doen we een beroep op gespecialiseerde partners. Kleine oplagen of gepersonaliseerd werk kunnen we digitaal drukken. Met plotters realiseren we grootformaat producties zoals bouwtekeningen, displays of posters. Onze vakmensen zijn altijd in voor creatieve hoogstandjes, die staan of vallen met perfectie in de uitvoering. We zijn er klaar voor!
In de praktijk wordt de e-auction ervaren als niet bevorderlijk voor de lange termijn relatie tussen aanbieder en leverancier. Vaak is het effect van een e-auction dat de marges van de leveranciers zeer sterk onder druk komen te staan. Het leent zich slecht voor producten waarbij het niet alleen gaat om de prijs, maar ook om technische specificaties, performance en ondersteuning.
Risico’s
WWW.VANDERIDDER.NL WWW. Onze laatste aanwinst, de Speedmaster CD102 De lengte van de pers is 13 meter en weegt bijna 40.000 kg. Z’n maximale snelheid is 15.000 druks per uur en heeft een maximale papierformaat van 72 x 102 cm. De pers heeft 5 druktorens (full color + steunkleur), een lakunit en een verlengde uitleg om de aangebrachte lak snel te laten drogen.
Deelnemen aan een e-auction brengt enkele risico’s met zich mee. Uit de praktijk is bekend dat in veel gevallen een onafhankelijke toezichthouder, zoals een notaris, het proces juist niet begeleidt. Alleen de aanbestedende dienst heeft inzage in de gegevens van aanbieders en de biedingen en het is niet altijd bekend wie de deelnemende aanbieders zijn. Hierdoor bestaat het risico dat de aanbestedende partij het
signalement februari 2008
proces manipuleert door bijvoorbeeld zelf een nepbod uit te brengen en krijgen de andere aanbieders ten onrechte het bericht dat het uitgebrachte bod te hoog is. Het proces van e-auction zet leveranciers vaak onder stevige (tijds)druk. Bedrijven krijgen hierdoor weinig tijd om een eventuele lagere aanbieding goed te overwegen of de consequenties door te rekenen. Het is een bekend verschijnsel dat bedrijven zich in de hitte van de strijd en onder druk van de klok laten verleiden om onder vooraf gestelde bodemgrenzen door te gaan. Soms is vooraf een tijdstip vastgesteld waarop de e-auction eindigt. Als de aanbieders pas op het laatste moment bieden, komt het voor dat de aanbestedende dienst eenzijdig de biedperiode verlengt om het proces van ‘opbieden’ extra te stimuleren.
Gunnen Het gebeurt nogal eens dat de e-auction vrijblijvend wordt ingezet. Als het prijsniveau of de overgebleven leverancier niet naar wens is van de aanbestedende dienst kan hij eenzijdig besluiten het niet te gunnen en een ander of nieuw inkoopproces in werking te zetten. Inmiddels heeft de aanbestedende dienst al wel behoorlijk wat transparantie verkregen. Deelnemen aan een e-auction blijft altijd een vrije keuze van de aanbieder. FHI raadt aan goed rekenschap te nemen van de mogelijke risico’s van e-auction en vooraf garanties te eisen van de aanbestedende dienst. Ten aanzien van technisch complexe medische apparatuur en producten waarbij patiëntveiligheid een belangrijke rol speelt, is FHI nadrukkelijk geen voorstander van het e-auction-model.<
57
MEDISCHE TECHNOLOGIE
In het ‘oude’ zorgstelsel was door het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) de afschrijvingstermijn voor medische apparatuur vastgesteld op tien jaar. Het beschikbare budget was afgestemd op deze tien jaar en het algemene afschrijvingsbeleid in ziekenhuizen was en is om de apparatuur in tien jaar economisch af te schrijven. Maar de feitelijke vervanging van medische apparatuur loopt niet per definitie parallel met de economische afschrijvingstermijn. In Nederlandse ziekenhuizen wordt regelmatig gebruik gemaakt van afgeschreven apparatuur om op die manier geld voor andere zaken te gebruiken. Dit zet een rem op het niveau van het medisch apparatenpark. Door de aanschaf van de meest geavanceerde apparatuur en tijdige vervanging kunnen vaak grote besparingen worden gerealiseerd en kan de zorg in Nederland op een hoger peil gebracht worden.
Door Luc Knaven en Roy Vervoort De afgelopen jaren is gesignaleerd dat het steeds vaker voorkomt dat een zorgaanbieder met verouderde apparatuur doorwerkt en dat technieken die een duidelijke kwaliteitsverbetering met zich meebrengen pas veel later geïntroduceerd worden. Reden hiervoor is het feit dat Nederland geen richtlijn kent voor de vervanging van medische apparatuur. Dit is momenteel volledig de verantwoordelijkheid van de medische professie en/of de ziekenhuisdirectie. In de praktijk leidt dit tot grote verschillen tussen ziekenhuizen en zelfs afdelingen binnen één en hetzelfde ziekenhuis. Vanwege het ontbreken van een richtlijn kan de Inspectie Gezondheidszorg slechts een aanbeveling tot vervanging doen als zij constateert dat een apparaat extreem oud is. De specialistische en technische kennis en mankracht ontbreken bij de Inspectie om individueel op apparaatniveau te controleren en te oordelen over de werking en specificaties.
Zorgaanbieders werken steeds vaker met verouderde apparatuur
Enorme stappen
Vervanging loopt achter bij economische én technische levensduur
Oudere apparatuur hoeft niet per definitie slecht te zijn. De basisfunctie kan soms nog prima werken, maar het is duidelijk dat voor een groot deel van de medische technologie op het gebied van prestaties, veiligheid, milieu en comfort enorme stappen zijn gemaakt. Veel apparatuur kan nu elektronisch data uitwisselen met andere apparaten of informatiesystemen, de alarmering en bewakingsfuncties zijn sterk verbeterd en er is steeds meer aandacht voor vereenvoudigde en intuïtieve bedieningsmogelijkheden. Het niet tijdig vervangen van medische apparatuur door oude apparaten te blijven inzetten, kan verschillende consequenties hebben. Patiënten worden niet conform de huidige standaard behandeld of gediagnosticeerd, bedieners en gebruikers zijn niet meegegaan in de ontwikkeling en moeten een grote technologiesprong maken met bijbehorende opleidingsproblematiek en risico’s, en de betrouwbaarheid en veiligheid neemt af.
58
signalement februari 2008
signalement februari 2008
Frankrijk In een land als Frankrijk is de maximale levensduur voor complexe medische apparatuur op zeven jaar gesteld; voor productgroepen met een snelle, klinisch relevante technologische vooruitgang geldt vijf jaar. In het bedrag dat een zorgaanbieder in Frankrijk aan het verzekeringssysteem in rekening mag brengen (de Nederlandse diagnosebehandelingcombinatie, DBC) is een technische vergoedingscomponent opgenomen die voornamelijk de gebruiks- en afschrijvingskosten dekt. De hoogte van deze vergoedingscomponent is afhankelijk van de leeftijd van het medisch apparaat. Wordt een patiënt behandeld met apparatuur die ouder is dan de landelijk vastgestelde afschrijvingstermijn dan ontvangt de zorgaanbieder een korting op de vergoeding. Met de komst van de DBC-structuur is het relatief eenvoudig om in het Nederlandse stelsel een gelijksoortige systematiek op te nemen voor klasse IIB- en III-apparatuur. De snelheid waarmee ziekenhuizen deze apparatuur vervangen, is zeer beperkt. De informatie van het apparaat is goed te koppelen aan de verrichtingen en er kan meteen geregistreerd worden welke patiënt met welk apparaat is behandeld. Voor incidentenregistratie en recall procedures kan dit zeer relevant zijn omdat tijdens recente incidenten bleek dat het ontbreken van deze registratie een belangrijk veiligheidshiaat vormde.
FHI pleit voor een wettelijke verplichting die bepaalt dat onderhoud aan medische apparatuur alleen door een daartoe gecertificeerde persoon of organisatie mag plaatsvinden. Het onderhoud moet plaatsvinden conform de voorgeschreven onderhoudsintervallen en -specificaties van de medische apparatuur. Via externe controle op de onderhoudsrapportages moet erop worden toegezien dat het onderhoud ook daadwerkelijk plaatsvindt. Om te voorkomen dat patiënten behandeld worden met sterk verouderde medische apparatuur, pleit FHI voor meer transparantie en een vervangingsrichtlijn per productcategorie. FHI is inmiddels in samenwerking met beroepsorganisaties uit de zorg gestart met de opzet van een vervangingsrichtlijn per productcategorie.
Technologie prestatie monitor Ziekenhuizen dienen in het kader van goed kwaliteitsbeheer inzicht te hebben in de opbouw en ouderdom van het medisch apparatenpark. Het is betrekkelijk eenvoudig een korte rapportage te maken waaruit de status van de medische apparaten blijkt. Ook een externe controle op de juistheid hiervan is eenvoudig realiseerbaar. Zorgverzekeraars moeten bij contractering van zorg inzicht krijgen hoe de ouderdom van de medische apparatuur zich verhoudt tot de vervangingsrichtlijn en deze informatie moet openbaar gemaakt worden.<
Inventarisatie Om inzicht te krijgen in de ouderdomsopbouw van medische apparatuur in Nederlandse ziekenhuizen heeft FHI verschillende productgroepen geïnventariseerd op basis van install base gegevens van fabrikanten. Het betreft apparatuur die bij de fabrikant nog bekend is en klinisch toegepast wordt. Het is aannemelijk dat de categorie van tien jaar en ouder in werkelijkheid nog hoger is omdat niet alle oude, in gebruik zijnde systemen bij fabrikanten bekend zijn of door verplaatsing naar privéklinieken uit het zicht verdwijnt.
59
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
Voor u gelezen:
Personalia
De Signalement-redactie binnen FHI komt regelmatig boeken tegen die interessant kunnen zijn voor leden/lezers. In deze rubriek worden deze uitgaven onder de aandacht van de lezer gebracht. Deze selectie biedt een aantal titels die voor de Signalement-lezer interessant is en nuttige en soms ook praktische informatie bevat. Is u onlangs nog een boek opgevallen waarvan u van mening bent dat het aandacht verdient in FHI’s branchemagazine Signalement? Stuur een e-mail naar
[email protected].
ECHO Ambassadeurs opgenomen in de Portrettengalerij “Studeren is vooral investeren in het vermogen om op een bepaald denkniveau mee te draaien. Kies een studie die je bevalt en waar je later iets mee kunt. Maar probeer vooral niet te lang te analyseren wat je naderhand denkt te gaan doen!” Dit zijn de woorden van Alexandre Oudalov, geboren in 1981 in Moskou die Technische Natuurkunde studeerde aan de Universiteit Twente, gevolgd door Technische Bedrijfskunde. Dit is slechts één van de vele ECHO Ambassadeurs die opgenomen zijn in de Portrettengalerij ECHO Ambassadeurs 2007. De ECHO Ambassadeurs in deze uitgave
zijn in de afgelopen zes jaar voorgedragen voor de ECHO Award. Dit is een landelijke stimuleringsprijs voor excellente allochtone studenten uit het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs. Het thema van deze publicatie is ‘studiekeuze’, waarmee vooral allochtone jongeren geïnspireerd moeten worden en het belang van doorstuderen naar het hoger onderwijs benadrukt moet worden. Voor meer verhalen van succesvolle en excellente allochtone studenten kunt u het boek voor € 5,- bestellen via www. echo-net.nl. <
Technologisch toptalent De tien beste STW-promovendi van 2006, waaronder de drie toptalenten die in oktober 2007 mochten strijden om de titel Simon Stevin Gezel 2007. Alle tien zijn toptalenten op hun vakgebied en staan met hun projecten beschreven in het boekje Simon Stevel Gezel 2007 – Technologisch Toptalent. Technologiestichting STW is in 1981 opgericht met als doel het financieren en stimuleren van technisch-wetenschappelijk onderzoek en de toepassing daarvan. STWprojectleiders dragen hun meest succesvolle promovendi voor waarvan uiteindelijk een
60
drietal strijdt voor de titel Simon Stevin Gezel 2007. Winnares Merle de Kreuk liet zien dat je voor goed onderzoek niet heel veel moet doen. Met de kunst van het weglaten kun je een project ontdoen van veel overbodige ballast. In haar geval levert het een reactor op die goedkoper en efficiënter water zuivert. Voor meer informatie over het project van winnares Merle de Kreuk en de andere negen toptalenten kunt u het boek kosteloos aanvragen via
[email protected]. <
ED NIJPELS
WILLEM DIKKER HUPKES
BOUDEWIJN JACOBS
Standanimatie, feest of waste? Een beurs staat voor de deur en de stand moet ingericht en bemand worden. Hoe pakken we dit aan is dan de vraag. Een mooi begin is Peppertalk en andere verhalen van de beursvloer van Han Leenhouts van Sales & Pepper. In deze bundeling columns schotelt Leenhouts de lezer herkenbare situaties voor. In vlot geschreven verhalen schudt Han Leenhouts de lezer wakker. Een kleine greep uit de verschillende columns. Is standanimatie nu feest of waste? In weinig gevallen is het feest; zulke voorbeelden zijn volgens Leenhouts schaars. Meestal gooit hij een pijltje tegen Raymond van Barneveld, als hij hem op de beurs tegenkomt. Maar bij welk bedrijf was dat ook alweer…? Typisch geval van waste! Stel: u staat op de beurs en wordt geconfronteerd met een boze bezoeker die een klacht onmiddellijk wenst te bespreken. Niet op zachte, zakelijke toon, nee, wat hem betreft mag iedereen in de stand meegenieten! Iedere exposant maakt dit een keer mee, maar wat moet u doen? Het antwoord volgens Leenhouts ligt in het uit balans brengen van de klager door te zeggen blij te zijn dat hij er is. Want als hij er niet was, hoe worden de klachten over het bedrijf dan bekend? Vertel hem dat hij bij de juiste persoon is gekomen en zet een eerste stap naar de oplossing. Nodig hem uit naar een rustige hoek in de stand om zijn verhaal te doen. Eerst moet de emotie eruit en daarna samen zoeken naar een oplossing. Voor meer handige tips en oplossingen voor herkenbare situaties kunt u het boek voor € 12,50 bestellen via www.salesandpepper.nl. <
signalement februari 2008
Tijdens de bestuursvergadering op 6 juni 2007 is Boudewijn Jacobs, Manager Quality Laboratory, FMB Technical Services van Philips Medical Systems in Best, voorgedragen als bestuurslid van PLOT. Jacobs is daarna ook gekozen als bestuurslid en zal de plaats van Dave Corben innemen.
NICO VAN BUREN
Vanaf 1 maart 2008 is Nico van Buren de nieuwe directeur van Kennisalliantie Z-H, dat participeert in het door FHI gestichte PPM-fonds. Van Buren neemt het stokje over van Peter Stulp die vanaf mei 2007 interim-directeur was van de stichting.
Commissaris van de Koningin in Friesland, Ed Nijpels, is vanaf 1 mei 2008 de nieuwe voorzitter van ONRI. Bij de branchevereniging van advies- en ingenieursbureaus volgt hij Jan Coppes op.
JULES KORTENHORST
Op 22 januari 2008 is CDA-kamerlid Jules Kortenhorst teruggetreden als volksvertegenwoordiger om CEO te worden van de European Climate Foundation (ECF). ECF is een nieuwe pan-Europese stichting die tot doel heeft klimaat- en energiebeleid te bevorderen.
NIEUW BIJ FHI
branche Laboratorium Technologie
Sander Knol is sinds 1 november 2007 binnen het FHI-bureau werkzaam als branchemedewerker. Sander houdt zich met name bezig met MinacNed, PLOT, STC en DevLAB.<
signalement februari 2008
AD DE BRUIN
Ad de Bruin, oprichter en commissaris van Protonic Holland, is toegetreden tot het bestuur van DevLAB. Daarnaast is de Bruin kwartiermaker van het DevLAB-project ALwEN dat haar Point-One subsidieaanvraag gehonoreerd heeft zien worden.
GER KABEL
NIEUW BIJ FHI
Mirjam Fiege is sinds 1 november 2007 binnen het FHI-bureau werkzaam bij de branche Laboratorium Technologie als brancheassistente.<
Tijdens de bestuursvergadering van Stichting RTA is Willem Dikker Hupkes, directeur Blanken Controls voorgedragen en gekozen als bestuurslid. Vanaf 20 februari 2008 zal hij de plaats innemen van Chris Taling die aftreedt.
Ger Kabel, algemeen directeur en medeoprichter van emv Benelux heeft per 30 november 2007 zijn functie neergelegd om van zijn pensioen te gaan genieten. Hij blijft gedeeltelijk nog actief, want hij gaat als freelancer consultancywerkzaamheden verrichten voor emv Benelux. Per 1 december 2007 voeren Hans van der Sluis en Onno de Meijer als respectievelijk algemeen directeur en commercieel directeur de directie.<
61
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INFORMATIE
Vanuit de ledenkring
Nieuwe leden
Overzicht internationale beurzen en congressen
Industriële Elektronica
Laboratorium Technologie
Branche Industriële Elektronica
Pittcon
Analytica
M+R 2008 Brussel
Met ingang van 3 november 2007 heeft de directie van Aegide BV de aandelen van moedermaatschappij Minkels International BV verworven. Minkels International is voor honderd procent eigenaar van Aegide BV, het voormalig Minkels Holding.
Per 30 november 2007 is VEM Metallurgie bv verhuisd naar: Kelvinstraat 45, 6716 BV EDE. Telefoonnummer: 0318-690217; faxnummer: 0318-668304. De overige gegevens blijven ongewijzigd.
Eldon N.V. Tussendiepen 64-66 9206 AE DRACHTEN Lidnummer: 1519
www.pittcon.org New Orleans (Verenigde Staten) 2 t/m 7 maart 2008
www.analytica.de München (Duitsland) 1 t/m 4 april 2008
www.m-r.be Brussel (België) 2 oktober 2008
M+R 2008 Gent
Hannover Messe
Biotechnica
www.m-r.be Gent (België) 6 maart 2008
www.hannovermesse.de Hannover (Duitsland) 21 t/m 25 april 2008
www.biotechnica.de Hannover (Duitsland) 7 t/m 9 oktober 2008
Laborama
TopClinica
IPA 2008
www.laborama.be Brussel (België) 13 & 14 maart 2008
www.topclinica.de Stuttgart (Duitsland) 11 t/m 13 juni 2008
(www.ipa-web.com) Paris-Nord Villepinte (Frankrijk) 17 t/m 20 november 2008
Tass B.V. is per 1 januari 2008 verhuisd naar Larixplein 6, 5616 VB EINDHOVEN. Telefoonnummer: (040) 250 32 00; faxnummer: (040) 250 32 01; e-mail:
[email protected]; internet: www.tass.nl. Het postadres blijft ongewijzigd.
Industriële Automatisering Per 19 november 2007 is Rietschle Thomas Neth. b.v. verhuisd naar Barwoutswaarder 3, 3449 HE WOERDEN. Postbus 299, 3440 AG WOERDEN. Telefoonnummer: (0348) 43 90 50 faxnummer: (0348) 48 47 99; mail algemeen:
[email protected] Blanken Controls heeft op 1 september 2007 branchegenoot MCI (Measure & Control Instruments) uit Zwijndrecht overgenomen. Met de overname van MCI breidt Blanken Controls haar kalibratie- en productiecapaciteiten fors uit.
LabExchange Benelux uit Rotterdam neemt per 1 januari 2008 de activiteiten over van Marema, het bedrijf van Femke Marvin-Sikkema, dat bemiddelt in de aan- en verkoop van gebruikte laboratoriumapparatuur. De naam LabExchange Benelux BV is gewijzigd in LabMakelaar Benelux BV. Adres- en contactgegevens blijven verder ongewijzigd.
Medische Technologie Per 1 November 2007 is de naam van Tyco Healthcare Nederland B.V. gewijzigd in Covidien Nederland B.V. Vandeputte Medical heeft haar naam veranderd in Acertys bv.<
PLATO is een succesvolle formule van een zelflerend netwerk voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (mkb). Hogeschool Utrecht organiseert in samenwerking met Fontys Hogescholen en Kamer van Koophandel Utrecht een speciaal PLATO-programma in Utrecht rond het thema van bedrijfsoverdracht. Voor PLATO bedrijfsoverdracht is een speciaal programma ontwikkeld voor ondernemers die te maken hebben (of krijgen) met bedrijfsoverdracht of bedrijfsopvolging. Geïnteresseerde ondernemers kunnen zich tot uiterlijk 15 februari inschrijven via
[email protected] of telefonisch via (0877) 87 76 55. Meer informatie is te vinden op www.plato-nl.com. <
Februari SCIOS Symposium 13 februari 2008
62
HIMA Paul Hildebrandt GmbH + Co. KG Takkebijsters 17/4 4817 BL BREDA Lidnummer: 1515 Marktechnical B.V. Lange Ham 172-178 5102 AE DONGEN Lidnummer: 1518
Medica Düsseldorf (www.medica.de) Düsseldorf (Duitsland) 19 t/m 22 november 2008 <
PIA-Service v.d. Havelaan 94a 2353 WS LEIDERDORP Lidnummer: 1520
Branche Laboratorium Technologie LA Biosystems B.V. Duikerweg 5a 5145 NV WAALWIJK Lidnummer: 1514 LabBio Technology B.V. Batuwseweg 23 3412 KX LOPIKERKAPEL Lidnummer: 1516
PLATO over bedrijfsoverdracht
AGENDA
Branche Industriële Automatisering
GC biotech B.V. Leidse Schouw 2 2408 AE ALPHEN A/D RIJN Lidnummer: 1517
Branche Medische Technologie Biotronik Nederland B.V. Scheidingsweg 111 6525 TD NIJMEGEN Lidnummer: 1521 <
Kijk voor de meest actuele stand van zaken op www.fhi.nl/fhi/evenementen April Sense of Contact 10 9 april 2008
Mei HET Instrument 2008 20 t/m 23 mei 2008
November High Tech Equipment 5 november 2008
HF Technology 24 april 2008
Oktober LabAnalyse 2008 Oktober 2008
Najaar 2008 Industrieel Ethernet <
signalement februari 2008
Aanvraag lidmaatschap Onderstaande bedrijven hebben onlangs het lidmaatschap aangevraagd van de branche, waaronder zij vermeld staan. Bezwaar tegen een bepaalde aanvrage kan schriftelijk worden ingediend bij het FHI-bureau. Behoudens eventueel bezwaar en goedkeuring door het betreffende branchebestuur zal de firma binnenkort ingeschreven worden in het ledenregister.
Concept to Volume BV (Enschede) De firma is leverancier van micro gaschromatografen. Velto B.V. (Zoeterwoude) Velto levert ergonomische industriestoelen voor laboratoria, productieruimtes, ESD en cleanrooms.
Branche Medische Technologie Branche Industriële Elektronica PIEK International Education Centre (I.E.C) B.V. (Heerlen) PIEK I.E.C. is internationaal actief als opleidings- en trainingsinstituut voor de elektronica producerende industrie en verzorgt werelwijd op maakt gemaakte trainingen voor onder andere OEM’s, contractors, reparatiebedrijven, PCB-fabrikanten en assemblagebedrijven.
Skills Meducation B.V. (Hilversum) Dit betreft een groothandel en im- en exporteur van medisch onderwijsmateriaal (onder andere medische simulatoren, hightech virtual reality trainers en reanimatieoefenpoppen). Otto Bock Benelux B.V. (Son) De firma levert elektrostimulatieproducten, implanteerbare elektrodes voor verbeterd gangbeeld na CVA.
Branche Laboratorium Technologie Bioké B.V. (Leiden) De firma houdt zich bezig met de distributie (groothandel) van laboratoriareagentia en -apparatuur.
signalement februari 2008
Sorgente B.V. (Houten) Het leveringsprogramma van Sorgente bestaat onder andere uit voedingszorg thuis, drinkvoeding, dieetzuigelingenvoeding, stofwisselingspreparaten, dieetproducten en ze levert de daarbij behorende diensten. <
COLOFON Redactie Bureau FHI André Weigand, Inkvisible Redactieadres Postbus 2099 3800 CB AMERSFOORT Telefoon: (033) 465 75 07 Fax: (033) 461 66 38 Internet: www.fhi.nl E-mail:
[email protected] Vormgeving MUNTZ Marketing Communication Group Druk Drukkerij Van De Ridder Advertentieverkoop Niek van Twillert, MUNTZ Telefoon: (033) 450 20 20 Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteurs, redactie en het bureau van FHI geen aansprakelijkheid. <
63
������������������������������������������������ �����������������������������������
������������������������������������� ���������������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������������������������������������� ���������������������������������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������������������������������������ ������������������������������������������������������������������������������������������������ �����������������������������������������������������
������������������������������������������������ ���������������� ���������������������������������������������������������������������