Managen
HANDLEIDING MANAGEN Taak 1 (is voor de één na laatste pvb) Taak 2 (is voor de laatste pvb) Handleiding opstellen bedrijfsontwikkelplan......................................................................... 2 Schriftelijke rapportage .......................................................................................................... 4 TAAK 1 ...................................................................................................................................... 5 A Productieplan, doelstellingen en ondernemingsvorm ........................................... 5 af okt B Beoordelen bedrijfssituatie .....................................7 af t/m B2 per nov t/m B9 af juni C Arbeid ................................................................................................................. 11 af jan D Bewerkingskosten ............................................................................................... 12 af feb E Privé en fiscus .................................................................................................... 13 af mrt F Duurzame bedrijfsvoering ................................................................................. 14 af april G Financiering ....................................................................................................... 14 af mei H Risicobeheer ....................................................................................................... 15 af juni I Kostprijs; Voorbereiding van optimaliseren ....................................................... 16 af juli TAAK 2 .................................................................................................................................... 20 J Investeringsplan / maatschapsplan ................................................................................ 20 K Samenvatting met belangrijkste conclusies en aanbevelingen ...................................... 22 L Eindpresentatie van het rapport ..................................................................................... 23 Taak 1 A t/m I inleveren op genoemde data in moodle
Edudelta college Goes
Pagina 1
Managen Handleiding opstellen bedrijfsontwikkelplan Dit is de handleiding voor het opstellen en vervaardigen van een verslag over het Bpv-bedrijf met daarin opgenomen het bedrijfsplan voor de korte- en langere termijn. De opdracht tot het maken van dit verslag vindt plaats in het kader van de stage en diverse werkprocessen. In het digitale portfolio van de deelnemer worden de tussentijdse resultaten van het verslag opgenomen. Het eindproduct is een compleet verslag met samenvatting. Van de samenvatting wordt een presentatie in “PowerPoint” gemaakt. De hand-outs van deze presentatie zijn ook een onderdeel van het verslag. Doelstelling Het bedrijfsontwikkelplan van het Bpv-bedrijf heeft als doel, dat de maker vaardigheid krijgt in het analyseren, beoordelen en managen van een agrarisch bedrijf in al zijn facetten. Kortweg, het verwerven van algemene ondernemersvaardigheden. Een belangrijk accent ligt hier op bedrijfseconomische en financiële aspecten. Steeds opnieuw gaat het om efficiënt verzamelen van gegevens, gegevens ordenen, gegevens interpreteren en analyseren en conclusies trekken. Goede bedrijfsvergelijkingen en benchmarking zijn de basis van waaruit de analyse plaatsvindt. Taak 1 is managen en Taak 2 is ondernemen. Samenvatting van het doel van de opdracht De opdrachten moet de deelnemer in staat stellen tot vier hoofdzaken: a het maken van een analyse van sterke en zwakke kanten van een agrarisch bedrijf en het analyseren van kansen en bedreigingen in de actuele markt situatie. b het maken, opstellen, analyseren en vergelijken van investeringsplannen. c managen van een bedrijf op de economische aspecten. d de belangrijkste aspecten van geleidelijke bedrijfsovername kennen. Samenvatting van de opdracht De opdracht omvat het maken en schrijven van een technisch- en economischrapport over het Bpv-bedrijf. De belangrijkste daarin opgenomen onderdelen zijn een bedrijfsvergelijking op basis waarvan een nieuw investeringsplan gemaakt wordt. De conclusies uit het rapport worden samengevat in een “PowerPoint” presentatie. Instructie De instructie, randvoorwaarden en toelichting op de opdracht wordt verstrekt tijdens de lessen die georganiseerd worden in het kader van de betrokken werkprocessen. Afspraken worden wekelijks gemaakt. Elke week zijn er ook één of meerdere lessen over de verschillende onderwerpen. Er wordt dan uitleg en instructie gegeven over de uitvoering en het tijdpad. Begeleiding Individuele begeleiding en ondersteuning wordt gegeven in het openleercentrum. Verzoeken en afspraken over begeleiding kunnen zowel mondeling als schriftelijk gedaan worden. Als coach kan elke deskundige docent optreden. Beoordeling van resultaten valt uitsluitend onder de bevoegdheid van de docenten die als zodanig genoemd zijn in deze handleiding. Edudelta college Goes
Pagina 2
Managen Zelfstandig werken en eigen verantwoordelijkheid vereisen dat het initiatief uitgaat van de leerling/deelnemer zelf. Informatie en bronnen De informatie over de noodzakelijke kennis en de gegevens bronnen staan op moodle. Hoe de kennisbronnen te ontsluiten zijn, komt aan de orde in de lessen. Om plaats- en tijdonafhankelijk te kunnen werken is er een FAQ lijst (Frequent Asked Questions). De vragen met de antwoorden in deze lijst zijn in dezelfde volgorde gegroepeerd als de onderstaande opdrachten. Op die manier is gemakkelijk en snel te zoeken. Deelwerkstukken Voor begeleiding en controle moeten deelwerkstukken via moodle ingeleverd worden. Op het werk wordt feedback via moodle gegeven. Het werk wordt beoordeeld met een cijfer. Zelf houdt de deelnemer een logboek bij en maakt een planning van het uit te voeren werk. Het logboek wordt elke dag bijgewerkt. De planning wordt regelmatig zodanig herzien dat er geen achterstanden ontstaan.
Edudelta college Goes
Pagina 3
Managen Schriftelijke rapportage Het schrijven van een wat groter verslag, een rapport of een werkstuk gebeurt volgens een vaste, algemeen gangbare indeling. Voor het verslag van taak 1 en taak 2 staat bij deze indeling, wat hierin opgenomen moet worden. Voorblad; dit is de buitenkant, het kaft, van het werkstuk. Hoe het uiterlijk is vorm gegeven is niet voorgeschreven, wel wat er op moet. In dit geval is dat het volgende: * naam van het werkstuk * bedrijfstak/productierichting * naam van de maker(s) van het werkstuk + klas * naam van de stagebedrijven/stagebieders * naam van de onderwijsinstelling * plaats en datum Voorwoord; hierin komt een kort overzicht van de “voorgeschiedenis” van het werk en een blijk van erkentelijkheid aan degenen die geholpen hebben bij het werk. Denk hierbij vooral aan de stagebieders en overige informatie-verstrekkers. Inleiding; hier komt te staan wie, waarom en waarvan of waarover dit verslag geschreven is. De maker van het verslag brengt hier met name het Bpv-bedrijf kort in beeld zodat de lezer daar een indruk van krijgt. Inhoudsopgave met bladzijde aanduiding. De eigenlijke inhoud, verdeeld over meerdere hoofdstukken. Het laatste hoofdstuk is de plaats voor de eindpresentatie met de hand-outs. Samenvatting waarin de belangrijkste conclusies worden getrokken, aanbevelingen kunnen worden gedaan en een korte vooruitblik kan plaatsvinden. Lijst van gebruikte afkortingen met uitleg en toelichting van het begrip. Literatuuropgave / bronvermelding en bijlagen (handouts presentatie). Planning en tijdverantwoording. Dit kan het beste in de vorm van een logboek en een planningsschema. Dit houdt in: een korte aanduiding van de planning en vervolgens wat er gedaan en gemaakt is per dag. Dus eerst een planning maken van taak 1. Deze planning elke week controleren en bijhouden, dus opschrijven of de planning gehaald is. De planning publiceer je elke week in je eigen map in moodle (digitaal port folio) zodat elke coach dit kan lezen en daar begeleiding op kan geven. Het logboek werk je elke dag bij. < De handouts van de presentatie die gemaakt is. Edudelta College Goes Stationspark 39 4462 DZ GOES Tel. ECG Edudelta college Goes
Postbus 95 4460 AB GOES 0113-272250 Pagina 4
Managen TAAK 1 A
Productieplan, doelstellingen en ondernemingsvorm
A 1 Op welk Bpv-bedrijf worden de opdrachten gemaakt? Stel de onderneming voor aan de lezer van je verslag. Introduceer zowel de onderneming als de ondernemer c.q. het bedrijfshoofd. Toelichting: Dit is de eerste bladzijde van de opdrachten. Introduceren betekend voorstellen. Zorg er dus voor dat je het bedrijf en bedrijfshoofd voorstelt aan de lezer van jouw verslag. Je moet ook jezelf voorstellen en vertellen wat je gaat doen. In je eigen woorden moet je dus duidelijk maken wat je aan de lezer, in je verslag of rapport gaat uitleggen. NB dit laatste zul je dus telkens voor elk onderdeel opnieuw moeten herhalen. Bij elke paragraaf of onderdeel leg je uit wat het vraagstuk of probleem is dat je gaat behandelen, vervolgens welke gegevens je daarbij gebruikt, en dan hoe je tot een oplossing komt en welke resultaten je verkregen hebt. Op het eind trek je de conclusies uit wat je behandelt hebt en je geeft een oordeel over de gevonden resultaten. Deze stappen doorloop je telkens opnieuw. Probleem omschrijven, gegevens verzamelen, interpreteren en analyseren, oplossing uitwerken, resultaten toelichten en conclusies trekken. Bedenk dat als je zelf niet onder woorden kunt brengen wat je gaat doen of wat de bedoeling is, hoe zal de lezer dat dan duidelijk moeten worden? De eerste stap bij het uitwerken van een opdracht of een vraagstuk, is duidelijke formuleren wat je gaat doen. De tweede stap is dan, vaststellen hoe je dat gaat doen. Als duidelijk vast staat wat en hoe je iets doet, dan kun je zelf ook controleren of je bezig bent met dat wat je opgeschreven hebt. Op deze manier kun je voorkomen dat je tijdens het werk zijwegen in slaat die niets met het vraagstuk of de opdracht te maken hebben. Belangrijk advies: - Vul een rekenblad in (dat is een hulpmiddel) print 1 pagina uit en bespreek die met je stagebieder. Vraag of het klopt wat je uitgewerkt hebt. Werk zo stap voor stap elke week één rekenblad door. Dit kost verhoudingsgewijs weinig tijd en je hebt direct feedback op de gegevens. - Schrijf je verslag in stappen. Doe elke dag iets. Zo maak je elke week vorderingen. Het voorkomt dat je het overzicht verliest door stress. Werk nooit langer dan een uur achter elkaar aan je verslag. Door telkens korte stukken uit te werken ontstaan nooit grote problemen. Bij deze kleine problemen kun je ook snel geholpen worden.
Edudelta college Goes
Pagina 5
Managen A 2 Om welk type onderneming gaat het? Beschrijf de ondernemingsvorm. Ga na welke gevolgen de huidige ondernemingsvorm met zich meebrengt voor de toekomstige ontwikkeling of ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf. Toelichting: Er zijn veel verschillende ondernemingsvormen. In de landbouw is het vaak een eenmanszaak of gezinsbedrijf. Maar het kan ook een maatschap zijn of een vennootschap. Het is de bedoeling dat je duidelijk maakt van wie het bedrijf is en wie de beslissingen neemt kortom wie waarvoor verantwoordelijk is en wie de leiding heeft. Bedenk dat er verschil is tussen de bedrijfsvoering en de bedrijfsorganisatie. Welke rechtsvorm heeft de onderneming, een éénmanszaak, maatschap, man/vrouw-maatschap, VOF, CV of een BV? Wat is de belangrijkste reden hiervan? Wie draagt de financiële risico’s van het bedrijf? Wie is juridisch aansprakelijk? Wat gebeurt er bij ziekte, wie verzorgt dan het bedrijf? Als de ondernemer stopt kan het bedrijf dan blijven voortbestaan? enz. Waarom is de actuele ondernemingsvorm een voordeel of een nadeel. Waarom bevordert of belemmert de ondernemingsvorm de groei of continuïteit van het bedrijf. A 3 Formuleer de doelstellingen van het bedrijf en de visie die de ondernemer daarop heeft. Geef ook je eigen visie hierover. Toelichting: Geef hier antwoord op de vraag of het alleen gaat om winst en continuïteit of dat er ook nog andere zaken belangrijk zijn. Leeft de ondernemer om te werken of werkt de ondernemer om te leven? Wat is zijn visie en die van zijn gezin daarop? Is winst het belangrijkste? Is continuïteit het belangrijkst, of geen van beide? Is er kans op overname van het bedrijf als de ondernemer stopt met werken? Welke rol speelt dit bij het nemen van beslissingen? Heeft dit alles een bevorderende invloed of een belemmerende invloed op het “bij de tijd blijven” van zowel de ondernemer als zijn bedrijf? A 4 Hoe is het bedrijf ontstaan en hoe zal het blijven voorbestaan? Schets een beeld van de bedrijfsontwikkeling vanuit het verleden en bespreek de beperkingen of mogelijkheden die de voortzetting van het bedrijf met zich meebrengt. Toelichting: Hier begin je met een stukje geschiedenis. Vanuit het verleden en de ontwikkelingen die het bedrijf de afgelopen jaren doorgemaakt heeft probeer je samen met de ondernemer vooruit te kijken en vast te stellen welke nieuwe ontwikkelingen het bedrijf de komende jaren waarschijnlijk te wachten staan. Elke ondernemer heeft toekomstverwachtingen en plannen voor de toekomst anders was het geen ondernemer. Probeer die plannen en ideeën zo duidelijk mogelijk onder woorden te brengen. Gaat het bedrijf verbreden, specialiseren, samenwerken, vergroten, verplaatsen, of een andere vorm kiezen in de toekomst? Edudelta college Goes
Pagina 6
Managen A 5 Beschrijving productieplan. Maak een zakelijke en technische beschrijving van de verschillende bedrijfsonderdelen en / of productietakken van het bedrijf. Toelichting: Omschrijf in je eigen woorden het productieplan van het bedrijf. Dus waarmee verschaft het bedrijf een boterham voor de ondernemer. Doe dit voor alle onderdelen of takken van het bedrijf. Zorg dat duidelijke naar voren komt hoe de productie georganiseerd is hoe de teelt, fokkerij etc. uitgevoerd wordt.
B
Beoordelen bedrijfssituatie
Toelichting: Bij dit onderdeel moet je rekenbladen gaan gebruiken. Voordat je dit onderdeel van het verslag maakt reken je eerst alles van je Bpv-bedrijf uit tot en met de financieringsbegroting in rekenbladen. De rekenbladen maak jezelf of je gebruikt beschikbaar gestelde formats. Aan de hand van het voorbeeldbedrijf weet je hoe je alles moet uitrekenen en noteren. Hoe je rekenbladen gebruikt wordt voorgedaan tijdens de les. De rekenregels en formules komen ook allemaal aan de orde tijdens de instructie lessen. Je kunt ze ook vinden in de FAQ lijst. B 1 Waar ligt het bedrijf en hoe ziet alles eruit? Breng het gehele bedrijf in kaart. Doe dat voor zowel de grond als het erf, de gebouwen en de inrichting van de gebouwen. Toelichting: In kaart brengen is hier letterlijk bedoeld. Maak gebruik van bestaand materiaal of stel zelf tekeningen, schetsen enz. samen. Zorg ervoor dat je alles zo ordent dat een volslagen vreemde snel overzicht krijgt met wat voor bedrijf hij te maken heeft en hoe het er uitziet. Of je hier tekeningen, kaarten, plattegronden of foto’s gebruikt maakt niet uit. Voorwaarde is dat het geheel goed visualiseert (laat zien) met welk bedrijf we te maken hebben. NB. een beeld zegt soms meer dan duizend woorden. Zorg dat je begint met een kaart van het gebied of de streek waar het bedrijf ligt vervolgens een goed overzicht van de kavels, percelen en erf. Als laatste een plattegrond van het erf met de gebouwen en van de belangrijke gebouwen een aparte plattegrond waarop de indeling en inrichting staat. Vergeet de legenda’s niet. Maak wel alles op A4 formaat. Gebruik dus geen uitvouwbladen. In een net verslag is altijd alles op A4 formaat geprint en afgebeeld. Zorg dat je dat ook doet. B 2 Welke bedrijfsinventaris is er op het bedrijf aanwezig? Maak een complete bedrijfsinventarisatie van de huidige situatie. Beschrijf dit met behulp van de balans die gemaakt is. Om de balans te maken reken je eerst alles uit over grond, drainage, gebouwen en machines. Ook de voorraden en vorderingen, debiteuren en crediteuren ga je eerst na voordat je de balans maakt. Op de balans vul je alles in behalve het vreemd vermogen en het eigenvermogen. Hoe je dat berekend bespreek je met de docent. Daarna laat je jouw balans van het bedrijf zien aan de ondernemer. Je kunt dan nog gegevens wijzigen op zijn aanwijzingen. Bedenk Edudelta college Goes
Pagina 7
Managen dat je een bedrijfseconomische balans maakt! De gegevens van de fiscale balans kunnen sterk afwijken. Zorg dat je weet waarom dat zo is. Toelichting: Zeer belangrijk is dat je aan je stagebieder nooit naar fiscale gegevens vraagt of naar schulden en / of bank- en kassaldo’s. Een complete inventarisatie maken is geen sinecure. Zorg dat je goed voorbereid bent voordat je gegevens gaat verzamelen. Je zult niet alles in één keer kunnen opnemen. Maak vooraf alle benodigde invulformulieren klaar waarop je aangegeven hebt wat je vragen moet, weten wil of gaat bekijken en noteren. NB. je moet zelf naderhand een heleboel uitrekenen, dat doe je dus thuis of op school. Als je niet weet waarom je iets weten moet kun je ook niet beoordelen of je het juiste gegeven krijgt gepresenteerd. Het is daarom zeer zinvol van te voren goed te vast te stellen welke gegevens nodig zijn en welke gegevens berekend moeten worden. Gegevens die je gaat berekenen hoef je niet te verzamelen. Je moet ze dus ook niet aan je stagebieder vragen. Zorg er voor dat je alleen die gegevens vraagt die je niet zelf kunt bedenken, zien, meten of bepalen. Dat scheelt veel onnodig gezoek van de ondernemer en daarmee ergernis (ook voor jezelf!). Er zijn ook gegevens die je niet aan je stagebieder mag vragen omdat je daar niets mee te maken hebt en omdat ze te vertrouwelijk zijn. Tijdens de instructie lessen wordt duidelijk aangegeven hoe deze gegevens geschat of aangenomen worden. Daar worden dus aanwijzingen voor gegeven. In de rekenbladen staat dit ook duidelijk vermeld. Zorg dat wanneer je een gedeelte hebt uitgewerkt je de resultaten ook met de ondernemer bespreekt om fouten of vergissingen te voorkomen en ter verifiëring van de juistheid van de berekeningen. Bedenk dat een fout in het begin alles wat daarna komt zal beïnvloeden. Zorg er dus voor dat de rekenbladen in de juiste volgorde blad voor blad ingevuld worden. Heb je een blad ingevuld, print het uit en bespreek het met je stagebieder. Dit is de enige methode om zonder stress snel goed overzicht te krijgen dat klopt. Om de gegevens te kunnen invullen en berekenen zul je ook moeten weten hoe je bepaalde berekeningen moet maken. Als naslagwerk kun je voor de berekening van b.v. kosten het boek “Bedrijfsadministratie en bedrijfseconomie voor het middelbaar agrarischonderwijs” gebruiken. Dit is aanwezig in de mediatheek. De FAQ lijst is ook heel geschikt om antwoorden te vinden op jouw vragen. B 3 Maakt het bedrijf winst of verlies? Maak een bedrijfsbegroting en een financieringsbegroting van de huidige situatie . Voordat je de bedrijfsbegroting invult moeten alle saldo berekeningen gemaakt zijn. Toelichting: Voor het maken van de bedrijfsbegroting heb je maar enkele gegevens meer nodig die je nog niet weet. De ontbrekende gegevens kun je eigenlijk altijd uit de KWIN halen. Later kun je dan met de stagebieder overleggen of de zelf bepaalde getallen overeen komen met de echte situatie. Voor de financieringsbegroting heb je vooral gegevens over de privé uitgaven nodig en de te betalen belastingen. Het zal duidelijk zijn dat die altijd aan de hand van Edudelta college Goes
Pagina 8
Managen berekeningen zelf gemaakt moeten worden. Naar privé gegevens vraag je niet ook al zou je ze mogen weten. Het voegt niets toe aan je kennis en kunde. Het gaat hier om het inzicht en begrip, niet zozeer om de feiten. B 4 Controleer alle berekeningen en resultaten van de uitgangssituatie. Zorg dat de bedrijfsen financieringsbegroting klopt. De begin en eindbalans moeten in evenwicht zijn. De berekening van ontvangsten en uitgaven moet kloppen met de toename van liquide middelen. Toelichting: Als B2 klaar is moet je dat laten controleren door de docent. Kloppen al je rekenbladen dan kun je beginnen met het maken van dit onderdeel van je verslag. Daarin ga je niet alle berekeningen zomaar opnemen. Van elke rekenblad leg je uit wat er berekend is, hoe dat gedaan is, wat de resultaten of uitkomsten zijn en welke conclusies je daar aan verbindt. Dat doe je zo kort mogelijk zonder belangrijke zaken over te slaan. Het rekenblad zelf hoeft niet in de tekst van je verslag opgenomen te worden. Het is beter in de tekst van het verslag een goede samenvatting en een goed overzicht te geven van de belangrijke zaken, dan veel getallen bij elkaar te zetten die niets zeggen. Een complete afdruk van de rekenbladen neem je op als bijlage achter in je verslag. Voor gedetailleerde informatie kun je daar naar verwijzen. Maak niet de fout zomaar naar de bijlagen te verwijzen. In het verslag moet je beschrijven wat je gevonden en berekend hebt en hoe je daar over denkt. Je mag wel naar de rekenbladen verwijzen voor details die van minder belang zijn. Om zelf te controleren of jouw berekeningen kloppen ga je in de bedrijfsbegroting en de financieringsbegroting na welke uitgaven en ontvangsten er zijn. Alle ontvangsten min alle uitgaven moet gelijk zijn aan de toename liquide middelen. Dat moet kloppen. Reken dit eerst na op papier en controleer het daarna met behulp van het rekenblad. B 5 Wat zijn nu de kenmerken waarmee je het bedrijf kunt typeren. Vat alle gegevens van B3 en B4 samen tot een overzicht van kengetallen. Maak daarvoor een juiste indeling en samenvatting van alle gegevens die meerdere malen te gebruiken is. Maak zelf een apart blad in de rekenbladen. Toelichting: Het doel van kengetallen is het systematisch kunnen uitvoeren van zowel een interne- als een externe bedrijfsvergelijking. Breng duidelijk verschil aan tussen technische- en financiële kengetallen. Maak daarnaast onderscheid tussen kengetallen aangaande de bedrijfsvoering en kengetallen aangaande de bedrijfsorganisatie. Zorg ervoor dat de berekening en de brongegevens van de kengetallen bekend is en daarmee ook herleidbaar. Kengetallen die niet controleerbaar zijn, zijn waardeloos. Een kengetal moet altijd reproduceerbaar zijn. Bij deze opdracht moet je beginnen een goed schema te maken waarin alle kerngegevens van het bedrijf zijn samengevat en waarin de juiste kengetallen netjes op volgorde staan. Edudelta college Goes
Pagina 9
Managen De grootste fout die je kunt maken is door de hele indeling van het LEI over te nemen en met de gegevens van het bedrijf in te vullen. Je krijgt dan een onoverzichtelijke rij cijfers die je zelf niet meer kunt lezen en die ook niet meer bruikbaar zijn voor volgende opdrachten. Tijdens de instructie lessen zal naar voorbeelden van een overzicht van kengetallen verwezen worden. Je kunt zelf naar het Binternet surfen op de site van het Lei. Daar staan de gegevens per sector en per jaar zoals het Lei die verzameld heeft. B 6 Hoe kun je het bedrijf beoordelen als je niet weet wat veel of weinig, goed of slecht, gunstig of ongunstig is? Maak een gedetailleerde bedrijfsvergelijking. Maak vooraf in de rekenbladen een vergelijking met normen vanuit de Kwin een vergelijking met Lei getallen van het Binternet en een benchmarking met Face-IT. Zorg dat je weet hoe je dit efficiënt doet zodat het geen tijd vretend puzzelwerk wordt dat je niet meerdere malen kan gebruiken. Toelichting: Op basis van de gevonden kengetallen kun je systematisch het bedrijf vergelijken met andere bedrijven. Of met zichzelf als het om interne vergelijking gaat. Als vergelijking materiaal voor externe vergelijking kun je het beste LEI gegevens gebruiken. Overweeg van te voren goed welke LEI gegevens je moet gebruiken. Noteer exact welke LEI gegevens je gebruikt zodat later je werk te verifiëren is. Bij het gebruik van Face-It moet je zorgen dat de ingevoerde gegevens correct zijn en dat je die ook zelf bewaart. De database van Face-It bewaart jouw gegevens ook maar geen 2 jaar. Maak met Face-It een aparte vergelijking die je ook apart bespreekt in je verslag zodat duidelijk is wat je met die database gedaan hebt. Bedenk dat bij deze vorm van analyseren geen enkel gegeven als van zelfsprekende aangenomen mag worden. Alleen een kritische (niet in de zin van kritiek geven maar in de zin van een nauwkeurige diepgaande vergelijking) analyse kan goede resultaten opleveren. NB. het is beslist niet onwaarschijnlijk dat je een aantal fouten in berekeningen op het spoor komt. Het vinden van dergelijke fouten is evengoed een gevolg van een kritische vergelijking. Het ontdekken van je eigen goede of foute gegevens is dus leerwerk van het hoogste niveau. B 7 Waar heeft het bedrijf een voorsprong? Op welke punten bestaat het gevaar van achterstand? Maak een overzicht van de sterke en zwakke kanten van het bedrijf uit B1 t/m B5. Toelichting: Een goede bedrijfsvergelijking is de bron voor het vinden van de sterke en zwakke kanten in de bedrijfssituatie. Maak bij het opsommen verschil tussen, de bedrijfsvoering, de bedrijfsorganisatie en de technische en financiële kant van het bedrijf. Opsommen op zich is onvoldoende alleen goed onderbouwde of beargumenteerde sterke en zwakke kanten geven blijk van inzicht in het bedrijf. Je moet bewijslast aandragen. B 8 Is het bedrijf wel rendabel? Beoordeel de huidige bedrijfseconomische situatie. Edudelta college Goes
Pagina 10
Managen Toelichting: Op basis van zowel de technische als de financiële gevonden en berekende gegevens en de uitgevoerde bedrijfsvergelijking moet nu een uitspraak te doen zijn over wat goed en wat minder goed is en waarom dat zo is. Ook afwijkingen zullen van een kritisch commentaar voorzien moeten worden. In deze opdracht geef je dus blijk van het feit dat je weet welke bedrijfseconomische gegevens belangrijk zijn en wat die vertellen over het bedrijf. Kijk ook of de resultaten die je gevonden hebt overeenkomen met de doelstellingen die de ondernemer heeft. Bij de beoordeling van de bedrijfseconomische situatie let je minstens op de winst, de solvabiliteit en de liquiditeit. Het gaat altijd om de vraag is er groei te zien bij deze aspecten. Kijk ook naar het inkomen van de ondernemer(s) en de vermogensgroei. B 9 Zit er toekomst in het bedrijf? Geef een korte visie op de ontwikkelingsmogelijkheden en voortbestaan van het bedrijf. Toelichting: Hoe zit het met de continuïteit of het voortbestaan van het bedrijf. Zit er toekomst in het bedrijf? Welke ontwikkelingen zijn te verwachten? Welke kansen zijn er om het bedrijf beter te maken? Bedenk dat een uitstekend bedrijf met veel winst etc. dat bedreigd wordt in het voortbestaan een slechte toekomst verwachting heeft. Dan kun je je dus afvragen wat je liever wil een zeer matige winst met goede toekomst perspectieven of een super winst zonder toekomst.
C
Arbeid
C 1 Hoeveel werk moet er op het bedrijf verzet worden? Zijn er wel altijd genoeg arbeidskrachten beschikbaar? Maak een arbeidsbegroting van het bedrijf. Maak daarbij gebruik van taaktijden. Gebruik hiervoor het rekenblad van de bedrijfseconomische berekeningen. Toelichting: Efficiënt een arbeidsfilm maken kan heel goed met een rekenblad. De tabel van de arbeidsbehoefte en het arbeidsaanbod zijn dan zonder problemen in een grafiek te zetten wat vanzelfsprekend een heleboel tekenwerk scheelt. Maak een tabel met daarin horizontaal per twee weken de arbeidsbehoefte in uren. Verticaal komen de werkzaamheden. Maak de tabel en de rekenregels (formules) en ga vervolgens met eenvoudige getallen testen. Ga als dat goed is de grafiek van staafdiagrammen maken met de simpele getallen. Als alles werkt ga dan pas de gegevens invullen aan de hand van het bouwplan, de fruitopstand of de vee bezetting. Heb je problemen met de grafiek, maak dan eerst een kleine tabel om te oefenen. Een gedetailleerde tabel die systematisch is opgezet is later gemakkelijk te controleren en wijzigen bij fouten. Een te grove tabel met veel samengevoegde werkzaamheden is niet te lezen en ook niet te corrigeren. Met een lijn is later gemakkelijk het arbeidsaanbod in de tabel te tekenen. Het verschil tussen vraag en aanbod toont de probleem perioden van de arbeidsfilm. Edudelta college Goes
Pagina 11
Managen Maak gebruik van taaktijden zoals die in KWIN gegeven zijn. Vergeet de algemene werkzaamheden niet. Denk er aan dat je goed duidelijk maakt waar de knelpunten zitten en hoe die opgelost worden. C 2 Met welke kosten voor vreemde arbeid moet het bedrijf rekening houden? Bereken het netto loon, het bruto loon en de kosten van een volwaardige arbeidskracht volgens de geldige CAO. Maak deze berekening voor jezelf, doe alsof jezelf werknemer op jouw Bpv-bedrijf bent. Toelichting: Het beste is een berekening van je eigen te verwachten loon te maken. Maak de berekening in een rekenblad met zelf ontworpen rekenregels aan de hand van gegevens uit de CAO. Er is ook een voorbeeldberekening. Het kost eerst even wat meer werk maar later is dan van verschillende brutolonen snel het nettoloon en de kosten voor de werkgever vast te stellen. Controleer met behulp van websites waar ook voorbeeld berekeningen gemaakt worden of jouw uitkomst afwijkt. Verklaar mogelijke verschillen. C 3 Is het werk op het bedrijf wel gezond en veilig? Met andere woorden voldoet het bedrijf aan goede arbeidsomstandigheden? Beoordeel het bedrijf kritisch op arbeidsomstandigheden. Gebruik hierbij de voorschriften van de Arbo wetgeving. Toelichting: Bij deze opdracht speelt de ARBO wet een belangrijke rol. Dit is dus in feite de leidraad. Bedenk wel dat daar buitenom ook vaak een heleboel is waar te nemen over werkomstandigheden, veiligheid, persoonlijke bescherming enz. Als het goed is heb je eerder al een risico-inventarisatie gemaakt. Maak die dus opnieuw van je huidige Bpvbedrijf. C 4 Hoe steekt de organisatie van het werk in elkaar? Beoordeel het bedrijf kritisch op werkmethoden, de doelmatigheid en efficiëntie van de bedrijfsuitrusting. Toelichting: Alleen goed onderbouwde kritiek waarbij ook mogelijke manieren van verbetering worden beschreven wordt hier gevraagd. Kritiek leveren om kritiek te geven is zinloos. Laat dus zien dat je begrijpt hoe iets beter of efficiënter kan. Beperk je tot de belangrijkste werkzaamheden. Welke dat zijn moet je kunnen zien in de arbeidsbegroting. Zoek naar kengetallen die iets zeggen over de doelmatigheid en efficiëntie van de productie. Maak duidelijk wat je daaruit concludeert als je deze vergelijkt met jouw gegevens.
D
Bewerkingskosten
D 1 Worden al de te verrichten werkzaamheden wel kostenbewust uitgevoerd? Bereken de bewerkingskosten, bereken ook het kengetal bewerkingskosten per ha. Vergelijk dit kengetal met die van het LEI of andere bronnen. Maak duidelijk of de vergelijking relevant is. Edudelta college Goes
Pagina 12
Managen Toelichting: Bewerkingskosten bestaan uit berekend en betaald loon, de werktuigkosten en het werk door derden. Bereken deze kosten in een rekenblad. Maak de opzet zodanig dat de volgende opdracht daar goed aan vast te koppelen is. D 2 Wat is goedkoper zelfdoen of laten doen? Maak een vergelijking tussen kosten van eigenmechanisatie, loonwerk en/of samenwerking voor de belangrijkste bewerkingen. Bereken in ieder geval het omslagpunt tussen eigenmechanisatie en loonwerk voor werktuigen waarbij dit interessant is. Toelichting: Het is maar bij een beperkt aantal werktuigen of bewerkingen interessant na te gaan of het niet met minder kosten kan. Kies daarom die werktuigen of bewerkingen waarvan op voorhand verwacht mag worden dat daar besparingen mogelijk zijn. Maak de berekeningen in een rekenblad en zorg ervoor dat de uitkomsten in een overzichtelijke tabel staan. Let bij eigenmechanisatie goed op dat het veel uitmaakt of er wel of geen tweedehands werktuigen gebruikt worden. Denk er aan dat de gebruiksintensiteit van de werktuigen een grote invloed hebben op de jaarlijkse kosten. Gebruik de voorbeeldberekeningen. D 3 Voor welk uurloon is de ondernemer eigenlijk bezig? Stel het ondernemersoverschot vast bij de laagst mogelijke bewerkingskosten. Hoeveel daalt of stijgt het uurloon van de ondernemer, als voor de methode met de laagste kosten gekozen wordt (D2)? Toelichting: Het gaat er hier om of er verbeteringen mogelijk zijn en wat dat kan opleveren. Hier laat je zien dat je inzicht hebt in de inkomensbegrippen en die kunt gebruiken. Bij de volgende opdracht moeten de voor en nadelen aan de orde komen. D 4 Wat zijn de conclusies uit de analyse van de bewerkingskosten? Beoordeel het bedrijf kritisch op de bewerkingskosten.
E
Privé en fiscus
E 1 Hoeveel geld moet er aan het bedrijf onttrokken worden voor het gezin? Maak een gezinsbudget. Toelichting: Maak hier een overzicht van de noodzakelijke gezinsuitgaven. Het gaat er niet om wat de stagebieder uitgeeft of verbruikt. Het doel is inzicht te krijgen in de uitgaven waarmee een ondernemer rekening moet houden ten behoeve van zijn gezin. Ga dus van een gezin uit met b.v. twee kinderen in de leeftijd van 5 tot 10 jaar. Of de samenstelling van het gezin van de stagebieder. Gebruik bij het begroten de gegevens van de SEV, het Nibud of KWIN. Vergeet niet je bron of referentie te vermelden.
Edudelta college Goes
Pagina 13
Managen E 2 Hoeveel belasting zal er betaald moeten worden? Maak een berekening van de te verwachten aanslag inkomsten belasting en de sociale lasten. Gebruik de voorbeeld berekeningen. E 3 Is het wel verstandig van de ondernemer om geen BTW boekhouding te voeren? Reken voor of het bedrijf wel of geen voordeel heeft bij een BTW boekhouding. Gebruik de kennis en informatie van bedrijfsadministratie of boekhouden.
F
Duurzame bedrijfsvoering
F1
Hoe zit het met de aan- en afvoer van mineralen is dat in evenwicht? Maak de meststoffen balans voor het bedrijf en geef aan welke verbeteringen of besparingen mogelijk zijn. Hanteer huidige normen en ga uit van huidige regels en wetten of op korte termijn te verwachten wetgeving die bekend is.
F2
Kan de ondernemer aantonen dat er zo milieuvriendelijk mogelijk gewerkt wordt? Inventariseer de aanvoer van gewas beschermingsmiddelen en reken voor wat de aanwending van minder milieu belastende middelen kost. Gebruik milieubelasting punten.
F3
Is het een rommeltje op het bedrijf of gaat alles geordend en systematisch? Beoordeel kritisch het bedrijf op milieubelasting. Wat kan er op het gebied van de milieuzorg verbeteren. Gebruik bij deze beoordeling ook de voorschriften en wetgeving op het gebied van milieuzorg.
F4
Welke aandacht is er op het bedrijf voor duurzaam ondernemen? Maak een inventarisatie, of voer een scan uit. Beschrijf de belangrijke aandachtsgebieden die voor het bedrijf relevant zijn en waar ook actief beleid op gevoerd wordt.
G
Financiering
G 1 Is er altijd geld genoeg om alles te kunnen betalen? Maak een overzicht van de liquiditeitspositie per maand of per 2 weken. Toelichting: Gebruik een rekenblad en zorg dat je resultaat in een grafiek komt te staan zodat je visueel kunt maken waar problemen zitten. Zorg dat je later goed kunt aangeven waar je getallen vandaan komen. Dit vereist een deugdelijke opzet van het rekenblad met nauwkeurige verwijzingen. Zomaar samenvoegen van een reeks getallen en cijfers is volstrekt onvoldoende omdat die later niet meer te analyseren zijn. Zorg dat de ontvangsten en uitgaven kloppen met de toe- of afname van liquide middelen in de financieringsbegroting.
Edudelta college Goes
Pagina 14
Managen G 2 Zit er verschil tussen de waarde in de boekhouding en de werkelijke waarde van het bedrijf? Stel de stillereserves vast. Gebruik hierbij de aanwijzingen uit de instructieles. Toelichting: Het begrip stillereserve kun je vinden in het boek “Bedrijfsadministratie en bedrijfseconomie voor het middelbaar agrarischonderwijs” blz. 282 en verder. Maak de benodigde balansen en berekeningen in een rekenblad. Stel zo nodig zelf de fiscale balans samen op basis van de bedrijfseconomische gegevens. Overleg met de stagebieder of de gekozen waarden reëel zijn. Beantwoord duidelijk de vraag wat je met een stillereserve doet of wat het belang daarvan is. G 3 Hoe staat het met de financiering van het bedrijf? Bepaal de solvabiliteit, werkkapitaal, current ratio, quick ratio en liquiditeit. Toelichting: Koppel de berekeningen aan de gemaakte bedrijfsbalans, dat scheelt werk. Beantwoord duidelijk de vraag waarom door het gehanteerde principe van het ijzeren voorraad systeem het quick ratio en het current ratio minder bruikbaar zijn. Maak ook duidelijk waarom je vooral naar de ontwikkeling van deze kengetallen moet kijken en minder naar de absolute waarde. G 4 Bereken de rentabiliteit van het totale vermogen en van het eigenvermogen. Is de ondernemer niet beter af als hij zijn bedrijf verkoopt en al zijn geld op de bank zet? Dan kan hij waarschijnlijk van de rente leven. Toelichting: Lees in de FAQ lijst hoe je de RTV en de REV berekend. Het is niet de bedoeling dat je ongevraagd advies uitbrengt over het voortzetten van het bedrijf. Het gaat erom dat je laat zien dat je op basis van de gegevens die je hebt afwegingen kunt maken en dat je inkomensbegrippen daarbij op de juiste wijze kunt gebruiken. Bedenk dat je nooit goed kunt voorrekenen wat de verkoop van een bedrijf zal opleveren omdat je geen inzicht hebt in de werkelijke bezittingen en schulden van de ondernemer. Dat laatste hoeft ook niet want dat maakt voor de opdracht niets uit. Het probleem blijft hetzelfde ook al zijn de getallen iets anders dan de werkelijkheid. G 5 Staat het bedrijf er financieel wel goed voor? Beoordeel kritisch de financiële positie en de rentabiliteit. Welke motieven zijn er om het bedrijf toch voort te zetten indien de rentabiliteit van het eigenvermogen laag is in vergelijking met de rente die je bij een bank kunt krijgen? Toelichting: Ga niet zomaar aangeven wat niet optimaal is of wat problemen geeft maar draag ook oplossingen voor verbetering aan. Voor dat laatste heb je inzicht nodig en de vraag is te laten zien dat je dat hebt.
H
Risicobeheer
Edudelta college Goes
Pagina 15
Managen H 1 Stel dat de ondernemer ziek wordt of dat er op het bedrijf een ernstig ongeluk gebeurt of dat er ziekte onder het vee ontstaat. Kan de ondernemer dat dan opvangen? Op welke manier zijn de risico’s van goederen, personen en vermogens te verminderen door verzekeringen. Dus wat kan je wel verzekeren en wat kun je niet verzekeren en wat is er verzekerd. Je hoeft niet naar de verzekeringspolissen te vragen maar je kunt wel met de stagebieder of ondernemer overleggen hoe hij zich ingedekt heeft tegen verschillende risico’s die het voortbestaan van zijn bedrijf kunnen bedriegen. H 2 Zijn er voldoende maatregelen getroffen om risico’s van goederen, personen en vermogens te beperken of op te heffen? Beoordeel de toestand van gebouwen, werktuigen, installaties en machines en beschrijf door welke maatregelen aanwezige risico’s of gevaren te verkleinen zijn. Toelichting: Gebruik de checklist van de “Federatie van Onderlinge Verzekeringsmaatschappijen in Nederland” om het bedrijf te controleren op veiligheidsaspecten. Voer de controle op het bedrijf uit en vat samen welke zaken mogelijk voor verbetering vatbaar zijn.
I
Kostprijs; Voorbereiding van optimaliseren Optimaliseren is veranderingen doorvoeren in het productieproces zodat het eindresultaat beter wordt. Het verschil tussen een nieuwplan en optimaliseren is tijdsduur en de mate van verandering waar het om gaat. Bij een nieuwplan gaat het om ingrijpende veranderingen die niet zomaar ongedaan gemaakt kunnen worden. Aankopen van grond of machines doe je voor een reeks van jaren en kun je niet zomaar ongedaan maken. Optimaliseren kun je praktisch altijd binnen een jaar realiseren en je kunt de maatregelen bijna altijd weer gemakkelijk terug draaien. Bij optimaliseren gaat het om veranderingen in de bedrijfsvoering (de dagelijkse gang van zaken). Bij een nieuwplan gaat het om veranderingen in de bedrijfsorganisatie (de lange termijn). Bij optimaliseren doe je haast nooit forse investeringen. Een nieuwplan draait bijna altijd om investeringen. Voordat je een nieuwplan maakt ga je altijd eerst na wat je door optimaliseren kunt verbeteren. Met optimaliseren is een ondernemer altijd bezig. Bijvoorbeeld de juiste rassenkeuze of de gezondheid van het vee verbeteren. Door het bouwplan te wijzigen of de stalruimte van een melkveebedrijf beter te benutten door het aanhouden van mestvee moet je wel van tevoren berekenen of dat zinvol is. Daarvoor maak je een calculatie. Daarbij moet je uitgaan van reële getallen en aannames anders reken je jezelf rijk (of arm). In deze opdracht bestudeer je zoveel mogelijk aspecten van het bedrijf die met optimaliseren en de voorbereiding van een nieuwplan te maken hebben. [in taak 2 ga je optimaliseren daadwerkelijk uitvoeren, hier ga je alleen voorbereiden]
Edudelta college Goes
Pagina 16
Managen Voordat je met taak 1 i begint ga je normaliseren. Dat doe je door het rekenblad van de uitgangssituatie op te slaan vervolgens opnieuw op te slaan met de naam normaliseren. Nu ga je de gegevens aanpassen naar wat normaal is. De opbrengsten pas je aan door te kijken wat de laatste jaren gemiddeld gepresteerd is. Zowel kilogrammen als prijzen. Het kan nodig zijn de prijzen naar boven of naar beneden aan te passen. Als dat nodig is, dan moet dat goed te verdedigen zijn. De toegerekende kosten pas je aan door te kijken wat de laatste vijf jaar gemiddeld aangewend is. De vaste kosten zijn al berekend op basis van bedrijfseconomisch vooruitzicht. Kijk ook of de omvang van het grondoppervlak of het aantal dieren aangepast moet worden doordat er land toevallig geruild of gehuurd is of dat het bouwplan toevallig wat afweek. Doe dit werk zorgvuldig en controleer of alles klopt. Vanuit de genormaliseerde situatie ga je later optimaliseren. Vanuit de geoptimaliseerde situatie ga je nieuwe plannen maken in taak 2. De volgende opdrachten maak je vanuit de genormaliseerde situatie. I1
Is de grond wel in optimale toestand om zoveel mogelijk te produceren? Spoor productie beperkende factoren van het teeltmedium op en geef mogelijke wegen voor verbetering aan. Beoordeel niet alleen de vruchtbaarheid maar ook de verkaveling, ontsluiting, ontwatering, afwatering enz.
I2
Is er een plan dat er in voorziet het onderhoud en de toestand van de gebouwen optimaal te houden? Beoordeel het renovatie beleid van erf en gebouwen. Hoe kan het onderhoud geoptimaliseerd worden? Vat de consequenties overzichtelijk samen.
Toelichting: Sommige gebouwen gaan schijnbaar onwaarschijnlijk lang mee. Schijnbaar want renoveren is net zo iets als reviseren, beide zijn investeringen. Hier gaat het er om wat nodig gerenoveerd moet worden en in welke volgorde en wanneer. Daarbij is het vooral belangrijk ook de eisen te formuleren van de noodzakelijke verbeteringen nadat alle facetten van de inrichting, uitrusting en onderhoudstoestand grondig geobserveerd en beoordeeld zijn. I3
Zijn de milieuvergunningen voldoende up to date? Stel vast of verplichte vergunningen zoals milieuvergunningen ook toereikend zijn.
Toelichting: Hiervoor zul je dus behalve bij de ondernemer ook je licht op moeten steken bij andere deskundigen. Denk erom dat als je informatie gaat vragen bij gemeentelijke instanties je de ondernemer niet in moeilijkheden brengt door ongewenste vertrouwelijke informatie door te spelen.
Edudelta college Goes
Pagina 17
Managen Overleg dus zeker van te voren met de ondernemer waar en bij wie je terecht kunt en welke voetangels en klemmen je moet omzeilen! Misschien heb je voldoende aan de informatie van jouw stagebieder en hoef je geen derden te raadplegen. I4
Heeft de ondernemer wel voldoende vrijheid van handelen om te produceren wat hij wil? Inventariseer mogelijke beperkingen voor de bedrijfsontwikkeling vanuit streekplannen bestemmingsplannen etc.
Toelichting: Kernwoord bij deze opdracht is bestemmingsplannen. Zorg dat je die aspecten opspoort die belangrijk zijn voor het voortbestaan of de continuïteit van het bedrijf. I5
Wat brengt het meeste op? Wat doet het niet zo goed? Maak een gespecificeerd overzicht van de opbrengsten en stel vast welke opbrengsten lager zijn dan normaal gesproken mogelijk is. Geef aan waarom die opbrengsten achterblijven en hoe dat eventueel te verbeteren is.
Toelichting: Hier moet je naar de saldi kijken. Bij opbrengsten gaat het om de prijs en de kilogrammen of liters etc. Er zijn dus drie gegevens die je moet vergelijken en beoordelen. Gebruik voor het vergelijken LEI gegevens van een groep van bedrijven waartoe ook het Bpv-bedrijf zou kunnen behoren. I6
Waar zitten de kosten? Welke zijn te hoog? Welke zijn laag? Maak een overzicht van de toegerekende kosten die hoger zijn dan normaal gesproken nodig is. Geef aan waarom die kosten hoger zijn en hoe dat eventueel te verbeteren is.
Toelichting: Het gaat hier om de verhoudingsgewijs belangrijke toegerekende kosten. De kunst is om daar groepen in te onderscheiden die goed vergelijkbaar zijn en dus als kengetal kunnen functioneren. Bijvoorbeeld bemesting, zaaizaad en/of plantgoed of gewasbescherming. Doe alles op dezelfde manier als bij i5. Het is goed mogelijk dat bij vergelijken van producten of grondstoffen blijkt dat er aanzienlijke prijsverschillen bestaan. Neem die vergelijking dus ook mee in je beschrijving. I7
Wat verdien je aan de productie van een kilogram aardappelen of een liter melk? Maak een gedetailleerde bedrijfseconomische kostprijsberekening van de belangrijkste eindproducten.
Toelichting: De helft van de kostprijs berekening is door opdracht I5 en I6 al klaar je hoeft alleen de niet toegerekende kosten nog te verdelen. Die verdeling moet je wel met argumenten kunnen onderbouwen. Bedenk vooraf eerst hoe je alle niet toegerekende kosten gaat verdelen. Maak daar een schema van dat helder en overzichtelijk laat zien hoe het een en ander berekend wordt. Beargumenteer waarom je voor een bepaalde verdeling gekozen hebt.
Edudelta college Goes
Pagina 18
Managen Als de kostprijs bekend is vergeet dan niet te controleren of alles klopt door met behulp van de kostprijs de winst uit te rekenen. Deze winst moet dus overeenkomen met het ondernemersoverschot. Maak gebruik van een rekenblad. Doe je dat niet dan heb je onvoldoende tijd om deze opdracht uit te werken. Trek ook de nodige conclusies uit de gevonden resultaten. I8
Kun je visueel (in een plaatje of grafiek weergeven) maken waar het meeste verdiend wordt en waar het minder? Maak grafisch een vergelijking van de kostprijs en de opbrengsten per gewas of bedrijfstak. Maak wel een toelichting bij deze grafiek(en).
I9
Maak een gevoeligheidsanalyse voor de belangrijkste eindproducten. Geef duidelijke aan wat de invloed is van de daling van opbrengst prijzen op de saldi, de arbeidsopbrengst en de toe- of afname van liquide middelen. Neem deze gegevens ook op in de bedrijfsvergelijking.
Toelichting: Het gaat erom dat je kunt voorspellen wanneer er betalingsproblemen zullen ontstaan indien één of meerdere producten een slechte prijs opleveren. Stel dat de prijs van consumptie aardappelen 25% daalt ontstaat er dan een tekort aan liquidemiddelen? Je kunt deze vraag ook omdraaien en uitrekenen hoeveel de opbrengstprijs in een ongunstige marktsituatie mag dalen voordat er betalingsproblemen ontstaan. Dit bereken je dus voor de belangrijkste eindproducten van het bedrijf.
Edudelta college Goes
Pagina 19
Managen TAAK 2 J J1
Investeringsplan / maatschapsplan Maak in overleg met de ondernemer de opzet voor het begin van een bedrijfsovername via een maatschap constructie. Zelf ben je de tweede maat. Het einddoel is bedrijfsovername. Daarvoor is er meestal een redelijk lange periode waarin samengewerkt wordt in een maatschap of andere vorm tussen de ondernemer en diens opvolger. De start van deze mogelijke samenwerking moet je gaan uitwerken.
Toelichting: Werk dit plan na overleg met en goedkeuring van zowel de ondernemer als de begeleidende docenten uit volgens de beschreven deelopdrachten. N.B. zet het plan eerst concreet in enkele zinnen op schrift en zorg voor ondertekening door je stagebieder en de betrokken docent(en) om te laten zien dat iedereen daarmee akkoord is. Uitwerken van een niet goedgekeurd plan is zinloos en tijdverspilling! J2
Beschrijf helder de hoofdlijnen van de nieuwe bedrijfsopzet.
Toelichting: Vooral de aanwending van het extra arbeidsaanbod in het bedrijf moet duidelijk beschreven worden. Stelregel is dat er een maatschap gevormd wordt die voor alle partijen voordeel oplevert en bedrijfsovername na verloop van jaren mogelijk maakt. J3
Beperkingen opsporen en randvoorwaarden formuleren en omschrijven.
Toelichting: Hier worden niet alleen bedoeld de beperkingen die bijvoorbeeld in een bouwplan kunnen ontstaan maar ook de grenzen tot waaraan uitbreiding van een bedrijf mogelijk is. Ook grenzen die ontstaan door eisen of wetgeving van de overheid vallen hieronder. Randvoorwaarden zijn bijvoorbeeld de keuzes die een ondernemer beslist niet of wel wil maken. Zo kan een akkerbouwer beslist geen dierlijke productie willen of bijvoorbeeld niet meer dan 1 werknemer in dienst willen hebben. Het gaat er dus om dat duidelijk wordt welke grenzen, van wat wel en niet mogelijk is voor zowel de bedrijfsvoering en bedrijfsorganisatie, er zijn. Daarnaast mag niet vergeten worden te omschrijven wat wenselijk of niet wenselijk is in de nieuw voorgestelde bedrijfssituatie. J4
Deze stap kun je overslaan als opdracht i uit taak 1 goed uitgevoerd is. Normaliseren. Ga de bestaande situatie normaliseren, uitgaande van gemiddeld te behalen resultaten die in het verleden gerealiseerd zijn (opbrengsten en prijzen). Vul de gegevens in de bedrijfsvergelijking aan met een kolom normalisatie.
Toelichting: Om een deugdelijk nieuw bedrijfsplan te kunnen maken heb je allereerst alle gegevens van de huidige situatie nodig. Dit noemen we de uitgangssituatie. Vanuit die uitgangssituatie ga je proberen te kijken naar de toekomst. De bedoeling is dat je op goede gronden een redelijke voorspelling maakt van te verwachten resultaten voor Edudelta college Goes
Pagina 20
Managen komende jaren. Om dat goed te doen moet je de uitgangssituatie eerst normaliseren. Normaliseren is alle gegevens van de uitgangssituatie corrigeren op niet normale afwijkingen. De gegevens in de rekenbladen moet je dus aanpassen naar een normale situatie. Dat betreft allereerst de opbrengsten. Alle extreem hoge of lage opbrengsten moet je wijzigen naar wat normaal gesproken het bedrijf kan realiseren. Dat doe je door te kijken naar de productie van de afgelopen jaren en de verwachtingen voor de toekomst. Vervolgens ga je alle kosten normaliseren. Dus alle extreem hoge of lage kosten of kosten die normaal gesproken niet voorkomen wijzigen naar wat reëel en gangbaar is voor het bedrijf. Alle overige gegevens ga je ook corrigeren naar wat normaal en gangbaar, gebruikelijk of te verwachten is voor het bedrijf. De genormaliseerde situatie van de rekenbladen bewaar je ook als de genormaliseerde situatie. Zorg ervoor dat je eerst een kolom normalisatie in de bedrijfsvergelijking maakt voordat je verder gaat met optimaliseren. J5
Optimaliseren. Ga de genormaliseerde situatie optimaliseren. Beschrijf goed hoe je denkt de resultaten te kunnen verbeteren. Maak hiervoor ook een nieuw rekenblad optimaliseren.
Toelichting: Gebruik bij het uitwerken de al gevonden mogelijkheden, gemaakte berekeningen en analyses uit de voorgaande opdrachten NB. zorg ervoor dat je niet zomaar klakkeloos allerlei zaken gaat wijzigen die de winst omhoog brengt. Elke wijziging voor optimaliseren moet goed gedocumenteerd zijn en degelijk beargumenteerd worden met een juiste onderbouwing van gegevens. Optimaliseren is het opsporen van mogelijke verbeteringen in de bestaande situatie zonder dat hiervoor omvangrijke investeringen nodig zijn dus proberen opbrengsten te verhogen en kosten te reduceren. Het kan heel goed zijn dat er weinig te optimaliseren valt, of dat het alleen kleine veranderingen zijn. Denk erom dat het de lezer van je verslag duidelijk moet zijn wat er bij het optimaliseren gebeurt. Als er slechts marginaal zaken veranderen moet je ook duidelijk maken waarom dat zo is. J6
Werk het nieuwe plan uit. Beschrijf duidelijk welke veranderingen er gepland zijn. Hier maak je dus duidelijk hoe alles er uit ziet in de toekomstige situatie. Bereken ook de gevolgen daarvan. Maak daarvoor een nieuwe rekenblad. Maak ook een goed alternatief. Dit is nodig omdat je anders niet kunt beoordelen waarom een plan goed is of nog beter kan. Het alternatief kan iets heel anders zijn maar ook een goed uitgewerkte variatie op het eerste plan. Maak een duidelijke keuze op basis van jouw berekeningen voor het definitieve plan.
Toelichting: Zorg dat je de tabel van de bedrijfsvergelijking aanvult met de nieuwe gegevens die de plannen opleveren. Deze tabel laat dus alle situaties vanaf de uitgangssituatie zien. J7
Beschrijf de financiering, dus hoe je aan het geld komt dat nodig is en waar geld in geïnvesteerd wordt voor het plan dat je gekozen hebt. Maak duidelijk in welke stappen
Edudelta college Goes
Pagina 21
Managen het plan gerealiseerd gaat worden. Grote veranderingen kun je meestal niet zomaar in één jaar realiseren. Toelichting: Twee weten meer dan een. Probeer de kennis van jouw stagebieder aan te wenden voor je eigen werkstuk. Dat doe je door vragen, overleg, informeren, nieuwsgierig zijn, belangstelling tonen, belangstelling opwekken enz. Dit doe je dus niet even op het laatst. Goed overleg krijg je alleen als je daar voldoende tijd in stopt. Dat kan dus niet zomaar even. Alleen door regelmatig op geschikte momenten een gesprek aan te gaan kun je een relatie opbouwen waar je wat aan hebt voor de uitwerking van jouw opdrachten. J8
Maak duidelijk wat de consequenties zijn voor de ondernemer en jezelf zijn bij de uitvoering van dit plan. Bespreek of het inkomen voldoende zal zijn. Leg uit of de risico’s die genomen worden aanvaardbaar zijn. Toon aan dat er normaal gesproken voldoende geld beschikbaar is om alle noodzakelijke uitgaven te dekken. Geef aan hoe je zelf over de haalbaarheid van jouw plan denkt.
Toelichting: Je moet dus hier niet alleen de gevolgen op het gebied van arbeid en organisatie kunnen beoordelen maar ook de sociale en financiële gevolgen. Bedrijfsovername is altijd maatwerk en nooit van de ene situatie naar de andere te kopiëren. Lang niet alle mogelijke varianten zijn tot in detail door te rekenen en te vergelijken. Omdat bedrijfsovername zich vaak over een periode van verschillende jaren uitstrekt kan het oorspronkelijke plan in de loop van de tijd behoorlijk wijzigen. Juist deze aspecten maken het des temeer noodzakelijk bedrijfsovername zo goed mogelijk vooraf te plannen om enigszins de consequenties van diverse keuzes te kunnen leren kennen. De enige mogelijkheid om dit te oefenen en leren ervaren is een concreet plan uitwerken. Met voldoende kennis en beheersing van relevante bedrijfseconomische principes moet dat lukken. Als er eenmaal een plan is dan kan er ook iets bijgesteld worden naar aanleiding van het verschil tussen de verwachte resultaten en de werkelijke resultaten. Geen plan of plannen betekent geen zicht op de mate van succes en geen of te weinig visie op noodzakelijke correcties.
K
Samenvatting met belangrijkste conclusies en aanbevelingen
Toelichting: Maak een samenvatting van het bedrijfsontwikkelplan. Deze samenvatting van taak 1 en taak 2 is de basis voor je eindpresentatie. In jouw eindpresentatie kun je het beste er van uit gaan dat je het benodigde geld voor de investeringen bij een bankdirecteur moet zien los te krijgen. Zorg dat je bij deze samenvatting duidelijk maakt wat de sterke punten van jouw plan zijn waardoor deskundigen overtuigd raken van de succeskansen.
Edudelta college Goes
Pagina 22
Managen L
Eindpresentatie van het rapport
Toelichting: Een bedrijfsontwikkelplan is goed als externe deskundigen het als goed beoordelen. Zo kan een bank besluiten om op basis van het plan een lening te verstrekken. Andere deskundigen kunnen zijn, de stagebieder, iemand van een boekhoudbureau of een accountant kantoor, voorlichters van b.v. de ZLTO. Voor deze deskundigen moet een presentatie gemaakt worden. De presentatie moet ondersteund worden m.b.v. “PowerPoint”. Het is het beste om de mondelinge toelichting dus het verhaal helemaal uit te werken. Voor de toehoorders moet ook de afdruk (hand-outs) van de presentatie gemaakt worden. Voor de presentatie moet met een beschikbare tijd van 20 minuten rekening worden gehouden. Ter voorbereiding op eventueel door de toehoorders te stellen vragen moeten minimaal 10 vragen die je kunt verwachten vooraf opgeschreven zijn met het antwoord daarop. Na het inleveren van het eindrapport voor of op de afgesproken datum kan de laatste pvb aangevraagd worden. Tijdens de laatste pvb krijg je de opdracht een nieuw ondernemersplan te maken. Dit is nooit een maatschapsplan. Je maakt een nieuw plan dat anders is dan het maatschapsplan.
Edudelta college Goes
Pagina 23