Setnummer: 142262802
Montagevoorschrift
GC30
1
Inhoudsopgave Hoofdstuk: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Pagina:
inhoudsopgave veiligheidsaanwijzingen servo-en vacuumaansluiting gasaanhechting monteren electronica aansluitingen bedradingschema inleerprocedure zelfdiagnose proefrijden veel gestelde vragen
2 3 4 5, 6, 7 8 8, 9 10 11, 12, 13 14, 15 16 17
Dit symbool wordt gebruikt voor een mogelijk gevaarlijke situatie. Bij een gevaarlijke situatie is er kans op dood, zware en lichte verwondingen, materiële schade aan product en auto of milieuschade. Dit symbool wordt gebruikt bij een gebruiksadvies. Het niet naleven van dit advies kan materiële schade veroorzaken aan de motor of het product zelf.
Tel Fax Tel Fax
Gold Automotive b.v. Kweekgrasstraat 40 1313 BT Almere Nederland
: Verkoop : Verkoop : Technisch support : Technisch support
036 036 036 036
-
5300886 5300884 5300881 5300898
www.goldautomotive.nl
[email protected] [email protected] c
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 2-17
2
veiligheidsaanwijzingen
De GC30 Goldcruise van Gold Automotive b.v. is een hoogwaardig kwaliteitsproduct dat met grote zorg ontworpen en gefabriceerd is. Bij het maken van deze handleiding is ervan uit gegaan dat de inbouwer op de hoogte is van de hedendaagse autotechniek en ervaring heeft met het werken aan moderne automobielen. Voorwaarden voor de inbouw: - Boordspanning is 12V met minpool aan carrosserie. - Gebruik geen testlamp of spanningszoeker, maar altijd een ledtester, Voltmeter of Ohmmeter. - Neem altijd de accupool los. Let op: Verlies van gegevens mogelijk van radio, boordcomputer en andere vluchtige elektronische gegevens. Werkingsprincipe cruisecontrol: De elektronica ontvangt en verwerkt de signalen die komen van de bediening en het snelheidsignaal. Met deze signalen stuurt de elektronica vervolgens het servo aan. Het servo trekt m.b.v. een kabel de gasinrichting aan, die de benodigde gasklepstand regelt om de ingestelde snelheid te behouden. Bedieningsfuncties: Laat de hanger met gebruiksaanwijzing altijd zichtbaar achter in de auto voor de gebruiker, teneinde misverstanden over de werking te voorkomen. Als de cruisecontrol wordt ingebouwd en/of aangesloten door niet vak bekwamen personen kan dit (zwaar) persoonlijk letsel, materiële schade of milieuschade tot gevolg hebben. Veranderingen en/of technische manipulaties aan de cruisecontrol kunnen de veiligheid ervan ernstig beïnvloeden. Een Goldcruise mag daarom nooit veranderd of gemanipuleerd worden. De klant dient erop gewezen te worden dat de cruisecontrol niet zal uitschakelen bij het intrappen van de koppeling. Indien de klant dit wel wenst, kan er een optionele koppelingsschakelaar gemonteerd worden. Dit regelen kan uiteraard uitsluitend geschieden binnen de grenzen van het beschikbare motorvermogen.
Bij afdalingen zal de cruisecontrol uitsluitend gas terugnemen, een cruisecontrol remt dus niet af.
c
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 3-17
3
Servo en vacuumaansluiting
- Het servo dient in de motorruimte aan de carrosserie gemonteerd te worden. Nooit aan de motor monteren! - De vacuumaansluiting dient altijd afwaterend gemonteerd te worden (dus nooit naar boven gericht). - Controleer of alle losgenomen slangen weer goed vastgezet zijn. - Plaats het servo minimaal 30 cm vanaf elektrische stoorbronnen en hitte afgevende delen.
Voor een juiste montage van het servo, kan de bevestigingsbeugel op verschillende manieren aan het servo gemonteerd worden. Zie onderstaande afbeelding.
De vacuumaansluiting dient te worden gemaakt m.b.v. de bijgeleverde T-stukjes. De vacuumaansluiting dient aan de volgende voorwaarden te voldoen: - Goede constante vacuumbron. - Gebruik nooit het vacuum van motormanagement zoals ontstekingvervroeging en map-sensor. - Houd de vacuumslang vrij van scherpe en/of hete onderdelen.
c
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
Gebruiksadvies: In de meeste gevallen wordt het vacuum aangesloten op de slang van de rembekrachtiger. Indien in deze slang een terugslagklep aanwezig is, dan vacuum aansluiten tussen de terugslagklep en de rembekrachtiger.
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 4-17
4
Gasaanhechting
Bij het bevestigen van de servokabel, dient op de volgende punten gelet te worden: - De bocht die de servokabel maakt, moet minimaal een diameter hebben van 40 cm. - De servokabel moet een minimale afstand hebben ten opzichte van bewegende delen en het uitlaatsysteem van 30 cm. - De servobinnenkabel moet recht uit de verstelling steken en mag niet scheef aantrekken. - De slag die de servokabel maakt, moet bij benzinemotoren tussen de 38 mm en 50 mm zijn en bij dieselmotoren tussen de 38 mm en 42 mm (zie hiervoor pagina 7). - Het afstellen van de servokabel moet met warme motor gebeuren i.v.m. eventueel aanwezige koudestart inrichting. Controleer altijd door met de voet en met de hand het gas-mechanisme te bedienen, of de gasklep, gaskabel en de servokabel soepel werken en niet geblokkeerd kunnen raken.
De gasaanhechting kan met behulp van de volgende onderdelen gemaakt worden:
8g
3b
8e 1d
III
c
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 5-17
4
Gasaanhechting
Hier volgen enkele voorbeelden van gasaanhechtingconstructies. Indien er een stationair contact of kick-down schakelaar achter het gaspedaal is gemonteerd, dient de servokabel direct aan het gaspedaal gemonteerd te worden volgens afbeelding C.
c
A
B
C
D
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 6-17
4
Gasaanhechting
Afstellen van de servokabelslag. De servokabel kan een slag maken van 38mm. De aanhechting hiervan moet zodanig zijn dat de slag X van de servokabel ligt tussen de 38 en 50mm (bij dieselmotoren 38 en 42mm).
Indien afstand A tussen de 38 en 50mm ligt (bij dieselmotoren 38 en 42mm) dient de servokabel aangehecht worden zoals in afbeelding 1.
Indien afstand A groter is dan 50mm (bij dieselmotoren groter dan 42mm) dient de servokabel bevestigd te worden volgens afbeelding 2 (gashevel verkleinen).
Indien afstand A kleiner is dan 38 mm, dient de servokabel volgens afbeelding 3 gemonteerd te worden (gashevel vergroten).
1
2
3
zorg dat de slag van de servokabel bij benzinemotoren tussen de 38 en 50 mm valt en bij dieselmotoren tussen de 38 en 42 mm (zie hiervoor pagina 6).
c
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 7-17
5
Monteren module
Monteer de elektronica module onder het dashboard op een droge koele plek. Zet de elektronica module vast met ty-rips, dubbelzijdig tape of parkers.
Monteer de elektronica module nooit onder de motorkap of een andere plaats waar hitte, trillingen of vocht voor kunnen komen.
6
Aansluitingen
Draden
Aansluitpunt
Oranje
Op +12V na contact (+15), direct achter het contactslot aansluiten.
Groen
Op origineel massapunt aansluiten.
Bruin
Op de draad aansluiten waar in ruststand massa op staat via de remlichten en waar 12V op komt te staan als het rempedaal in gedrukt is.
Bruin/wit
Op de draad aansluiten waar 12V op staat via de remlichten.
Paars
Aansluiten op de draad van de koppelingschakelaar die massa wordt of van massa wegvalt bij het intrappen van het koppelingpedaal of aansluiten op een van de twee draden van de optionele koppelingschakelaar en de tweede draad van de optionele koppelingschakelaar op massa aansluiten.
Geel
Niet gebruiken, afknippen en isoleren!
Indien bij het remlichtsysteem gebruik wordt gemaakt van een relais, dient de bruine draad aangesloten te worden op de draad die direct naar de remlichten gaat.
c
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 8-17
6
Aansluitingen
Blauwe en zwarte draad voor het snelheidsignaal. U dient één van onderstaande mogelijkheden te kiezen! Keuze van snelheid/toerental signaal in volgorde van belangrijkheid. 1e keuze
Origineel snelheidssignaal van auto hierbij wordt de blauwe draad van de cruisecontrol aangesloten op de signaaldraad van de snelheidspulsgever.
2e keuze
Optionele pulsgever op aandrijfas of tussen tellerkabel. Hierbij worden de blauwe en zwarte draad aangesloten op de pulsgever.
4-aderig draadlint (Roze, blauw, zwart en groene draad)
Aansluiten voor het servo, bevestig de waterdichte stekker aan het servo en voer de kabelboom door het schutbord. Steek vervolgens de 4 pinnetje op kleur in de bijgeleverde stekker en bevestig deze aan de kabelboom naar de module.
8-aderig stekker
Aansluiten op de bediening.
3-aderig stekker
Aansluiten op eventueel aanwezige geheugenpaneel.
Knip indien mogelijk de draden op lengte af, of wikkel ze als een harmonica op om spoelvorming te voorkomen.
c
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 9-17
7
Bedradingschema Voeding Oranje Groen
+ 12V geschakelde voeding (+15) Massa (-31)
remschakelaar Bruin/wit Bruin
olig p 8 koppelingschakelaar
Bediening Paars
Optioneel snelheidsignaal
Blauw
Zwart
Geel
Niet gebruiken!
1 2 3 4
servo
c
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 10-17
8
Inleerprocedure Snelheidssignaal
Onderwerp
Uitleg
Snelheidsignaal Gevoeligheidinstellingen Reactietijd van overname
aantal pulsen per kilometer. als tijdens gebruik van de cruisecontrol te gevoelig/traag wordt bijgeregeld. als bij het inschakelen de cruisecontrol eerst te traag of te agresief reageert.
Let op!
SET/ACC
RES/DEC
stap
Actie
1
Zet het contact uit en weer aan, start de motor en zet de cruisecontrol aan.
2
Bevestiging
Houd het rempedaal ingedrukt en bedien 4 maal de SET/ACC functie en 1 maal de RES/DEC functie.
4x pieptoon 1x pieptoon
Laat het rempedaal los.
1x pieptoon
Ga 70 km/u rijden bedien 1 maal de SET/ACC functie.
cruisecontrol neemt over.
Druk 1 maal op het rempedaal.
2x pieptoon
3
4
5
Ga op een veilige plek stil staan. Houd het rempedaal ingedrukt en bedien 4 maal de SET/ACC functie.
1x lange pieptoon
Laat het rempedaal los.
6 c
Indien de cruisecontrol niet overneemt, de zelfdiagnose doen, (hoofdstuk 9).
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 11-17
8
Inleerprocedure reactietijd De reactietijd dient alleen aangepast te worden indien de cruisecontrol tijdens het inschakelen te aggresief overneemt of eerst terugvalt.
stap
Bevestiging
Actie Doe stap 1 en 2 binnen 1 minuut.
1
2
3
4
5
Zet het contact uit en weer aan, start de motor en zet de cruisecontrol aan.
Houd het rempedaal ingedrukt en bedien 4 maal de SET/ACC functie en 3 maal de RES/DEC functie.
4x pieptoon 3x pieptoon
Laat het rempedaal los.
3x pieptoon
Ga min. 40 km/u rijden en bedien 1 maal de SET/ACC functie.
cruisecontrol neemt over.
Als dit te traag of te agressief gebeurt, kan dit aangepast worden door tijdens het cruisen de SET/ACC functie (verhogen) of de RES/DEC (verlagen) vast te houden. Elke pieptoon is 1 stap hoger of 1 stap lager.
1x pieptoon
Druk 1 maal op de rem en bedien vervolgens weer de SET/ACC functie om het resultaat te bepalen. Stel eventueel weer bij.
2x pieptoon
Houd het rempedaal ingedrukt en bedien 4 maal de SET/ACC functie.
1x lange pieptoon
Laat het rempedaal los.
6 c
Ga proefrijden om de reactietijd te controleren.
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 12-17
8
Inleerprocedure gevoeligheid De gevoeligheid dient alleen aangepast te worden indien de cruisecontrol tijdens het cruisen nerveus reageert of enigzins fluctueert in snelheid
stap
Bevestiging
Actie Doe stap 1 en 2 binnen 1 minuut.
1
2
3
4
5
Zet het contact uit en weer aan, start de motor en zet de cruisecontrol aan.
Houd het rempedaal ingedrukt en bedien 4 maal de SET/ACC functie en 4 maal de RES/DEC functie.
4x pieptoon 4x pieptoon
Laat het rempedaal los.
4x pieptoon
Ga min 40 km/u rijden en bedien 1 maal de SET/ACC functie.
cruisecontrol neemt over.
Nu kan de gevoeligheid worden aangepast door tijdens het cruisen de SET/ACC functie (verhogen) of de RES/DEC (verlagen) vast te houden. Elke pieptoon is 1 stap hoger of 1 stap lager.
1x pieptoon
Druk 1 maal op de rem en bedien vervolgens weer de SET/ACC functie om het resultaat te bepalen. Stel eventueel weer bij.
2x pieptoon
Houd het rempedaal ingedrukt en bedien 4 maal de SET/ACC functie.
1x lange pieptoon
Laat het rempedaal los.
6 c
Ga proefrijden om de gevoeligheid te controleren.
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 13-17
9
Zelfdiagnose
Activeer de zelfdiagnose als volgt:
1 - Zet het contact helemaal uit. 2 - bedien de SET/ACC functie en houd deze vast terwijl u 3 - het contact aan zet en wacht op het piepsignaal. 4 - Laat de SET/ACC functie los. 5 - Zet de aan/uit schakelaar op aan zodat het ledje groen oplicht. 6 - Ga naar test 1. Activeer de zelfdiagnose.
JA
Bedien de SET/ACC functie, een pieptoon is hoorbaar en de led van de bediening wordt oranje.
JA
NEE
Maakt het servo een tikkend geluid?
zie tabel 1.
Bedien de RES/DEC functie een pieptoon is hoorbaar en de led blijft oranje?
zie tabel 1.
JA
NEE
JA
NEE
Maakt het servo een tikkend geluid?
zie tabel 1.
Wordt de led weer groen als u de rem indrukt?
zie tabel 1.
JA
NEE
JA
NEE
Ga naar Test 2
c
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
zie tabel 3.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 14-17
9
Zelfdiagnose Tabel 1.
Controleer of de led op de module gaat branden en de pieptoon hoorbaar wordt zodra de Fix/km+ functie wordt bediend. Controleer dit ook bij de Mem/km- functie. Werkt wel Controleer of voeding van cruise control (oranje draad) aangesloten is op 12V na contact. (+15)
Tabel 2.
Neem de servokabel los en start de motor.
Werkt niet.
Controleer of de draden van de stekker naar de bediening kleur bij kleur zitten en goed vast in de stekker zitten.
Controleer of de bediening op On staat. Controleer de voeding en massa aansluiting.
Werkt wel Controleer of bij de 4-polige stekker van het servo de pennetjes er goed inzitten en de draden kleur bij kleur zitten. Werkt wel
Neem de stekker van het servo los en verbind de gele, groene en bruine draad uit het servo met de massa. Verbind de rode draad met +12V, nu moet de servokabel in ± 2 sec geheel ingetrokken worden.
Werkt niet.
Controleer of er voor een goede vacuumbron gekozen is. Werkt wel
Werkt wel Ga naar tabel 3
Servo defect.
Trap op het rempedaal. Controleer of led op brein gaat branden en de pieptoon hoorbaar wordt. Indien niet, ga naar tabel 3. Anders bediening defect.
Ga naar tabel 2
Tabel 3.
Tabel 4.
Controleer of de bruine draden parallel over de remlichtschakelaar zitten.
Controleer of op 1 draad +12 V staat en op de andere massa via de remlampen. (bij rempedaal in rust !) Is goed, elektronica module defect.
c
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
Controleer de signaaldraadaansluiting, en de juistheid van de signaaldraad.
Is niet goed. Controleer remlicht zekering, remlampen en aansluiting bruine draden.
142262802
S.E. & O.
Leer de cruise control opnieuw in.
versie 260511
Pagina 15-17
10
Proefrijden
stap
Actie
1
Ga met de auto in de hoogste versnelling, circa 90 km/u rijden.
2
Bedien de SET/ACC functie en laat het gaspedaal los. De cruisecontrol moet deze snelheid nu (constant) vasthouden.
3
Raak het rempedaal aan (zodat de remlichten gaan branden). De cruisecontrol moet nu direct uitschakelen.
4
Ga met de auto circa 75 km/u rijden, bedien de RES/DEC functie en laat het gaspedaal los. De cruisecontrol moet de snelheid terugbrengen op de laatst ingestelde cruisesnelheid.
5
Bedien tijdens het cruisen de SET/ACC functie en houd deze vast. De auto moet sneller gaan rijden. Laat deze los zodra de auto circa 100 km/u rijdt.
6
Bedien vervolgens (tijdens het cruisen) de RES/DEC functie en houd deze vast. De auto moet langzamer gaan rijden. Laat deze los, nadat de snelheid circa 5 km/u is afgenomen.
Gold Automotive b.v. accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor schades ontstaan door een
van de volgende oorzaken: 1) 2) 3) 4) 5)
Onjuiste of onkundige installatie van de GoldCruise. Schades ontstaan door overvoltages of mechanische slijtages. Gebruik voor enig ander doel dan in deze handleiding beschreven. Montage in een model, anders dan op het voorblad van de betreffende specifieke set genoemd. Elke verandering, modificatie of manipulatie aan de GoldCruise.
Laat na het inbouwen altijd de gebruiksaanwijzing achter in de auto! c
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 16-17
1
11
Veel gestelde vragen
De inleerprocedure werkt niet. - Voer de zelfdiagnose uit - Zit de blauwe draad aangesloten op een snelheidsignaal - Zijn alle bevestigingspieptonen hoorbaar
2
De cruisecontrol doet niets. - Zit de steekzekering in de oranje draad - Zitten alle pennetjes op de juiste manier in de stekkertjes gestoken
3
De cruisecontrol is erg instabiel. - De slag van de gasaanhechting is te kort geconstrueerd (pagina 7) - Er zitten teveel of te scherpe bochten in de servokabel - De servobinnenkabel trekt scheef aan vanuit de kabelverstelling - De gevoeligheidsinstelling moet omhoog worden bijgesteld - De buitenkabelsteun kan bewegen.
4
De cruisecontrol wil niet in de zelfdiagnose of inleerprocedure. - De oranje draad zit aan een constante 12V (+30) i.p.v. een geschakelde 12V (+15)
5
De cruisecontrol is ingeleerd en werkt, maar zodra het contact uit is geweest werkt de cruisecontrol niet meer. - Na het inleren wordt vergeten de cruisecontrol eerst stand-by te zetten met de aan/uit schakelaar
6
De cruisecontrol reageert traag, valt terug. - Er is onvoldoende vacuum aanwezig - Er zitten scherpe bochten in de servokabel - instellingen staan te laag (reactietijd, gevoeligheid)
7
De cruisecontrol valt uit wanneer er een gebruiker wordt aangezet. - De oranje draad zit niet direct achter het contactslot aangesloten - De massa-aansluiting is slecht - Er komt storing op de snelheidsignaaldraad, sluit deze op een ander punt aan
8
De cruisecontrol werkt niet boven een bepaalde snelheid. - De Cruisecontrol werkt al bij een zeer lage snelheid en dient bij een hogere snelheid te worden ingeleerd - De slag van de gasaanhechting is te lang (pagina 7)
9
De cruisecontrol werkt niet onder een bepaalde snelheid. - De cruisecontrol dient bij een lagere snelheid te worden ingeleerd
c
Copyright 2011 Gold Automotive b.v.
142262802
S.E. & O.
versie 260511
Pagina 17-17