SEO Onderzoek Studie en werk 2000 Hbo’er en academici van studiejaar 1997/1998 op de arbeidsmarkt
Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam
SEO
Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam
STUDIE EN WERK 2000 HBO-ers en academici van studiejaar 1997/1998 op de arbeidsmarkt
drs. P.H.G. Berkhout drs. J.M. de Winter drs. M. Zijl
Onderzoek in opdracht van Elsevier Amsterdam, mei 2000
"Het doel der Stichting is het verrichten van economische onderzoekingen, zowel op het terrein der sociale economie als op dat der bedrijfseconomie, ten dienste van wetenschap en onderwijs, mede ten nutte van overheid en bedrijfsleven" (art. 2 der stichtingsakte)
De afbeelding op de omslag is een weergave van de Elsevier-special waarin de bevindingen van dit onderzoek in mei 2000 reeds zijn verschenen.
SEO-rapport nr. 547
ISBN 90-6733-177-5 Copyright © 2000 SEO Amsterdam. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting voor Economisch Onderzoek te Amsterdam.
Voorwoord In 1996 gaf Elsevier de Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO) voor de eerste keer opdracht de arbeidsmarktpositie van pas afgestudeerde academici in kaart te brengen. Dat onderzoek kreeg de titel 'Goede Studies, de Beste Banen'. En als er één ding door dat onderzoek werd aangetoond was het misschien wel dat er grote behoefte bestond en nog steeds bestaat aan arbeidsmarktinformatie over academische studies. Welke studies bieden – om met The Beatles te spreken - nu de beste ‘tickets to ride’? Nu zijn we vier jaar verder en terugkijkend mag worden vastgesteld dat Elsevier een heuse jaarlijks terugkerende arbeidsmarktmonitor voor universitaire studies heeft opgezet. Intussen is er wel het een en ander veranderd. Zo werden de eerste twee edities van het onderzoek nog gepubliceerd als cover-artikel in de wekelijkse Elsevier. Nu worden de uitkomsten uitgebreid beschreven in één van 10 ‘specials’ die Elsevier elk jaar op de markt brengt. Ook werd de scope van het onderzoek verbreed door – geheel in lijn met de gedachte dat de verschillen tussen HBO en universiteit misschien toch niet zo groot zijn - de grootste 50 HBO-opleidingen in het onderzoek te betrekken. Daarmee beslaat het onderzoek thans zo goed als het gehele domein van het Nederlandse hoger onderwijs. Tevens kreeg de monitor met ingang van dit jaar een nieuwe, korte en krachtige naam mee: 'Studie en Werk 2000'. Het voorliggende rapport is dus de eerste editie van het onderzoek onder deze nieuwe naam, maar eigenlijk de vierde in de reeks van Elsevier’s monitor. Het rapport beschrijft uitgebreid de bevindingen. Voor lezers die van alle bijna 100 onderscheiden studierichtingen het naadje van de kous willen weten, is achter in dit rapport een statistische bijlage met een groot aantal tabellen opgenomen. Wij hopen dat 'Studie en Werk 2000' zal bijdragen aan de kennis over de overgang van hoger onderwijs naar arbeidsmarkt.
Peter Berkhout Jasper de Winter Marloes Zijl
Inhoud Inleiding ..........................................................................................................................1 1.
Studeren ................................................................................................................3 1.1. Deelname en uitstroom.................................................................................3 1.2. Sociaal-economische kenmerken .................................................................6 1.3. Leerwegen naar HBO en WO .......................................................................9 1.4. Studiekeuzemotivatie..................................................................................11 1.5. Activiteiten tijdens de studie........................................................................12 1.6. Studieduur en studieschuld.........................................................................14 1.7. Oordeel over de opleiding ...........................................................................15
2.
Zoeken.................................................................................................................17 2.1. Wanneer start men met zoeken?................................................................17 2.2. Hoe zoekt men?..........................................................................................19 2.3. Wat zoekt men?..........................................................................................27 2.4. Zoekduur ....................................................................................................30
3.
Werken ................................................................................................................35 3.1. De eerste baan ...........................................................................................35 3.2. Baanmobiliteit .............................................................................................46 3.3. De huidige baan..........................................................................................50 3.4. De beroepreikwijdte van opleidingen ..........................................................61 3.5. Privé ...........................................................................................................66
4.
De ‘beste’ studies.................................................................................................69
Bijlage ...........................................................................................................................75 1.
Steekproefopzet en respons .......................................................................75
2.
Indicator van de beroepreikwijdte van opleidingen......................................79
3.
Categorieën van functies ............................................................................80
Statistische Bijlage........................................................................................................81
HBO-tabellen ....................................................................................................... 85 Sociaal economische kenmerken Tabel 1 geslacht, in- en uitstroomleeftijd, etniciteit ............................................... 86 Tabel 2 woonsituatie en huishoud inkomen.......................................................... 87 Tabel 3 opleidingsniveau en huishoudinkomen van de ouders ............................ 88 Opleiding Tabel 4 Tabel 5 Tabel 6 Tabel 7 Tabel 8
gemiddelde eindexamencijfer en samenstelling vakkenpakket HBO’ers met hoogste vooropleiding HAVO of VWO ............................... 89 leerwegen naar het HBO ......................................................................... 90 studiekeuzemotivatie en gemiddeld tentamencijfers voor vooropleiding HAVO/VWO ............................................................................................. 91 Werkervaring, onbetaald werk, studentenvereniging en bestuurlijke ervaring .................................................................................................... 92 Studieduur, verkort programma, studieschuld, oordeel over de studie ... 93
Arbeidsmarktpositie Tabel 9 situatie na gemiddeld 1½ jaar en het aantal banen ................................. 94 Tabel 10a dienstverband eerste baan na afstuderen ............................................... 95 Tabel 10b dienstverband huidige baan ..................................................................... 96 Tabel 11a salaris en uren/week eerste baan (contract; praktijk) .............................. 97 Tabel 11b salaris en uren/week huidige baan (contract; praktijk)............................. 98 Tabel 12 bedrijfstak huidige baan ........................................................................... 99 Tabel 12 bedrijfstak huidige baan (vervolg) .......................................................... 100 Tabel 13 bedrijfsafdeling huidige baan ................................................................. 101 Tabel 13 bedrijfsafdeling huidige baan (vervolg) .................................................. 102 Tabel 14a arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten eerste baan ............... 103 Tabel 14a arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten eerste baan (vervolg) ................................................................................................. 104 Tabel 14b arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten huidige baan.............. 105 Tabel 14b arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten huidige baan (vervolg) ................................................................................................. 106 Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude Tabel 15 zoeken voor afstuderen; sollicitatiebrieven en -gesprekken .................... 107 Tabel 16 ondernomen zoekactiviteiten ................................................................. 108 Tabel 16 ondernomen zoekactiviteiten (vervolg) .................................................. 109 Tabel 17 succesverwachting zoekactiviteiten ....................................................... 110 Tabel 17 succesverwachting zoekactiviteiten (vervolg) ....................................... 111 Tabel 18 belangrijkste argument bij het accepteren van een baan ...................... 112 Tabel 18 belangrijkste argument bij het accepteren van een baan (vervolg) ....... 113 Tabel 19a hoe aan de eerste baan gekomen ......................................................... 114 Tabel 19b hoe aan de huidige baan gekomen........................................................ 115 Tabel 20 motivatie baanwisseling ......................................................................... 116 Tabel 20 motivatie baanwisseling (vervolg) .......................................................... 117 Tabel 21 % (ander) werkzoekend; % gesetteld op de arbeidsmarkt, gewenste arbeidsduur en verhuisbereidheid.......................................................... 118 Tabel 22 belangrijkste argument minder dan 32 uur werken................................ 119 Aansluiting studie en baan Tabel 23 (verticaal): overscholing (in onderwijsniveaus) ...................................... 120 Tabel 24 (verticaal): overscholing (in onderwijsniveaus) ...................................... 121 Tabel 25a (horizontaal): inhoudelijk ........................................................................ 122 Tabel 25b (horizontaal): inhoudelijk ........................................................................ 123
WO-Tabellen .....................................................................................................125 Sociaal economische kenmerken Tabel 1 geslacht, in- en uitstroomleeftijd, etniciteit ............................................. 126 Tabel 2 woonsituatie en huishoud inkomen........................................................ 127 Tabel 3 opleidingsniveau en huishoudinkomen van de ouders .......................... 128 Opleiding Tabel 4 Tabel 5 Tabel 6 Tabel 7 Tabel 8
gemiddelde eindexamencijfer en samenstelling vakkenpakket WO-ers met hoogste vooropleiding HAVO of VWO............................................ 129 leerwegen naar het WO......................................................................... 130 studiekeuzemotivatie en gemiddeld tentamencijfers voor vooropleiding HAVO/VWO ........................................................................................... 131 Werkervaring, onbetaald werk, studentenvereniging en bestuurlijke ervaring .................................................................................................. 132 Studieduur, verkort programma, studieschuld, oordeel over de studie . 133
Arbeidsmarktpositie Tabel 10a dienstverband eerste baan na afstuderen ............................................. 135 Tabel 10b dienstverband huidige baan................................................................... 136 Tabel 11a salaris en uren/week eerste baan (contract; praktijk) ............................ 137 Tabel 11b salaris en uren/week huidige baan (contract; praktijk)........................... 138 Tabel 12 bedrijfstak huidige baan ......................................................................... 139 Tabel 12 bedrijfstak huidige baan (vervolg) .......................................................... 140 Tabel 13 bedrijfsafdeling huidige baan ................................................................. 141 Tabel 13 bedrijfsafdeling huidige baan (vervolg) .................................................. 142 Tabel 14a arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten eerste baan ............... 143 Tabel 14a arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten eerste baan (vervolg) ................................................................................................. 144 Tabel 14b arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten huidige baan.............. 145 Tabel 14b arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten huidige baan (vervolg) ................................................................................................. 146 Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude Tabel 15 zoeken voor afstuderen; sollicitatiebrieven en -gesprekken .................... 147 Tabel 16 ondernomen zoekactiviteiten ................................................................. 148 Tabel 16 ondernomen zoekactiviteiten (vervolg) .................................................. 149 Tabel 17 succesverwachting zoekactiviteiten ....................................................... 150 Tabel 17 succesverwachting zoekactiviteiten (vervolg) ....................................... 151 Tabel 18 belangrijkste argument bij het accepteren van een baan ...................... 152 Tabel 18 belangrijkste argument bij het accepteren van een baan (vervolg) ....... 153 Tabel 19a hoe aan de eerste baan gekomen ......................................................... 154 Tabel 19b hoe aan de huidige baan gekomen........................................................ 155 Tabel 20 motivatie baanwisseling ......................................................................... 156 Tabel 20 motivatie baanwisseling (vervolg) .......................................................... 157 Tabel 21 % (ander) werkzoekend; % gesetteld op de arbeidsmarkt, gewenste arbeidsduur en verhuisbereidheid.......................................................... 158 Tabel 22 belangrijkste argument minder dan 32 uur werken ............................... 159 Aansluiting studie en baan Tabel 23 (verticaal): overscholing (in onderwijsniveaus) ...................................... 160 Tabel 24 (verticaal): overscholing (in onderwijsniveaus) ...................................... 161 Tabel 25a (horizontaal): inhoudelijk ........................................................................ 162 Tabel 25b (horizontaal): inhoudelijk ........................................................................ 163
1
Inleiding De Nederlandse arbeidsmarkt voor hoger opgeleiden wordt aan het einde van de 20e eeuw als gevolg van enerzijds een aanhoudende economische rugwind en anderzijds demografische ontwikkelingen gekenmerkt door grote schaarste. Het doet er nauwelijks toe welke studie de hoger opgeleide heeft gevolgd, de banen lijken voor het oprapen te liggen. Bedrijven in een groeisector als de ICT-branche kunnen vacatures voor IT-specialisten nauwelijks vervullen met mensen die informatica hebben gestudeerd en zijn al blij met mensen die tijdens hun studie een beetje kennis hebben gemaakt met een computer en het programmeren ervan. In dat licht bezien is het niet verwonderlijk dat zelfs de afgestudeerden van traditioneel wat minder arbeidsmarktgerichte opleidingen tegenwoordig vrij gemakkelijk aan het werk komen. Tegen deze achtergrond werd in februari 2000 voor de vierde achtereenvolgende keer een cohort van pas afgestudeerde hoger opgeleiden op de arbeidsmarkt aan een onderzoek onderworpen. Aan circa 19 duizend hoger opgeleiden die in het studiejaar 1997/1998 de hogeschool of de universiteit verlieten, werd een schriftelijke enquête toegestuurd. De steekproef omvat de 95 grootste studierichtingen, gelijkelijk verdeeld over het HBO en het WO. De trekking van de steekproef werd verzorgd door de Informatie Beheergroep in Groningen. De respondenten bleven vanzelfsprekend anoniem voor de onderzoekers. Het onderzoek beschrijft de overgang van hoger onderwijs naar arbeidsmarkt. Hoe lang die overgang gemiddeld duurt, is moeilijk te zeggen. De respondenten in dit onderzoek waren op het moment van enquêteren tenminste 1½ jaar en ten hoogste 2½ afgestudeerd. Sommigen van hen zullen al helemaal gesetteld zijn op de arbeidsmarkt, anderen zijn nog steeds op zoek naar een geschikte baan. De reden om voor de termijn van 1½-2½ jaar te kiezen is vooral een praktische. De vragen zijn veelal retrospectief van aard en het is bekend dat de feilbaarheid van het menselijk geheugen een steeds grotere rol gaat spelen naarmate de periode waarover de respondent geacht wordt terug te kijken langer wordt. De opzet van dit rapport is als volgt. Het bestaat uit twee hoofdbestanddelen: het eerste deel is een thematische weergave van de bevindingen, het tweede deel is een statistische bijlage. De statistische bijlage bevat voor zowel het HBO als het WO een 25-tal tabellen waarin voor alle onderscheiden studierichtingen steekproefgemiddelden worden weergegeven. De thematische weergave – zeg maar het eerste deel van het rapport – beschrijft de bevindingen van het onderzoek in vier hoofdstukken. Daarbij heeft de chronologische volgorde model gestaan voor de structuur: eerst studeren – dan zoeken – en vervolgens werken. Met deze drie simpele werkwoorden
2
Inleiding
kan de overgang van hoger onderwijs naar arbeidsmarkt naar onze overtuiging kort worden samengevat. In Hoofdstuk 1 kijken we onder de titel studeren onder andere naar de signatuur van deelname en uitstroom uit het hoger onderwijs, leerwegen, studiekeuzemotivatie, en studieduur. Hoofdstuk 2, genaamd zoeken, gaat in op het moment waarop hoger opgeleiden beginnen met actief zoeken naar een baan, hoe ze zoeken en hoe lang ze zoeken. In Hoofdstuk 3 nemen we het werken onder de loep. Zo passeren onder andere de revue: de eerste baan na afstuderen, de zgn. mobiliteit van jonge hoger opgeleiden in de eerste jaren op de arbeidsmarkt, de huidige baan, en de ‘beroepreikwijdte’ van de verschillenden studies. Ten slotte worden – gemeten aan arbeidsmarktmaatstaven (van 1998 en 1999) - in een afsluitend hoofdstuk de ‘beste’ en ‘slechtste’ studies op een rij gezet.
3
1.
Studeren
1.1. Deelname en uitstroom Deelname en uitstroom Hoger beroepsonderwijs De belangstelling voor het Hoger beroepsonderwijs (HBO) stijgt gestaag. Het totaal aantal ingeschrevenen is vanaf schooljaar 1992/’93 tot 1998/’99 gestegen van 264 duizend tot 291 duizend. In het begin van de jaren negentig steeg het aantal geslaagden, halverwege de jaren negentig volgde een stabilisatie, en in het door ons onderzochte studiejaar 1997/’98 registreert het CBS een licht afname van 1.000 afgestudeerden. In Figuur 1.1 is het aantal ingeschrevenen en geslaagden in de studiejaren 1992/’93 tot en met 1998/’99 weergegeven. Figuur 1.1
Aantal ingeschrevenen en geslaagden in het hoger beroepsonderwijs
studiejaar
ingeschrevenen
geslaagden
1998/'99 291 52 1997/'98 282
53 1996/'97 276 53 1995/'96 272
50 1994/'95 272 49 1993/'94 270 46 1992/'93 264 0
50
100
150
200
250
300
Aantal (x 1000)
Bron: CBS (2000) In Figuur 1.2. zijn de afgestudeerde HBO-ers in het studiejaar 1997/’98 naar opleidingscluster weergegeven. Het grootste opleidingscluster binnen het HBO was economie, gevolgd door de clusters pedagogisch onderwijs en techniek. Het landbouwcluster leverde in het studiejaar 1997/’98 het minste aantal afgestudeerden af op de arbeidsmarkt: 1.700 afgestudeerden.
4
Hoofdstuk 1
Figuur 1.2
Afgestudeerde HBO-ers in het studiejaar 1997/’98 naar opleidingscluster
Onderwijssector
Landbouw
1.7
3.0
Kunst
Gezondheidszorg
5.0
7.4
Sociaal-agogisch onderwijs
10.3
Techniek
11.4
Pedagogisch Onderwijs
Economie
13.5 0
2
4
6
8
10
12
14
Aantal (x 1000)
Bron: CBS (2000)
Figuur 1.3
Aantal ingeschrevenen en geslaagden in het universitair onderwijs
studiejaar
ingeschrevenen
geslaagden
1998/'99 160 23 1997/'98 161
26 1996/'97 166 29 1995/'96 177
26 1994/'95 185 25 1993/'94 188 24 1992/'93 187 0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Aantal (x 1000)
Bron: CBS (20000)
200
Studeren
5
Deelname en afgestudeerden universitair onderwijs Het aantal ingeschreven studenten aan de Nederlandse universiteiten is sinds schooljaar 1992/’93 gestaag gedaald. Bedroeg het aantal ingeschrevenen in 1992’/93 nog 187 duizend, in het studiejaar 1998/’99 bedroeg het 160 duizend. Vanaf het begin tot halverwege de jaren negentig stijgt het aantal doctorandi jaarlijks. In het studiejaar 1996/’97 daalt het aantal afgestudeerde academici echter met 3 duizend ten opzichte van het voorgaande studiejaar. Deze daling zet door in het studiejaar 1997/’98: het aantal afgestudeerden neemt verder af tot 23 duizend. In Figuur 1.4. zijn de afgestudeerde academici in het studiejaar 1997/’98 naar opleidingscluster weergegeven. Het grootste opleidingscluster binnen het WO was het cluster gedrag en maatschappij, gevolgd door de clusters economie en taal en cultuur. Het landbouwcluster leverde in het studiejaar 1997/’98 het kleinste aantal afgestudeerden af op de arbeidsmarkt, namelijk 700.
Figuur 1.4
Afgestudeerde academici in het studiejaar 1997/’98 naar opleidingscluster
Onderwijssector Landbouw
0.7
1.8
Natuur
2.4
Gezondheid
Techniek
3.1
3.3
Recht
3.3
Taal en Cultuur
3.7
Economie
Gedrag en maatschappij
4.5 0
1
1
2
2
3
3
4
4
5 5 Aantal (x 1000)
Bron: CBS (2000)
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
6
Hoofdstuk 1
1.2. Sociaal-economische kenmerken Instroom- en uitstroomleeftijd De instroomleeftijd van studenten die een HBO-opleiding gaan volgen is gemiddeld 19,3 jaar. De leeftijd op het moment van de diploma-uitreiking (uitstroomleeftijd) bedraagt gemiddeld 23,3 jaar. Studenten die een opleiding tot uitvoerend- of docerend musicus volgden zijn bij afstuderen relatief het oudst, respectievelijk 25,2 en 26,2 jaar oud. De leeftijden bij het universitair onderwijs liggen hoger. De gemiddelde instroomleeftijd bedraagt hier 19,7 jaar en de gemiddelde uitstroomleeftijd ligt op 24,9 jaar. De jongste eerstejaars studenten op de universiteit registreren we bij de studies econometrie en biomedische wetenschappen. De studenten biomedische wetenschappen studeren gemiddeld ook als jongste af, op een leeftijd van 23,2 jaar. Studenten filosofie en godgeleerdheid zijn gemiddeld het oudst bij het behalen van het diploma, maar liefst 30,2 jaar. Geslacht en etniciteit Een aspect dat altijd de moeite van het bekijken waard is, betreft het geslacht van de studenten van de verschillende opleidingsrichtingen. Zowel op HBO als op universitair niveau is er onder de respondenten een lichte oververtegenwoordiging van het vrouwelijk geslacht, respectievelijk 59% en 54% is vrouw. Tussen de studies zijn de verschillen veel duidelijker. Op het HBO varieert het percentage vrouwelijke afgestudeerden tussen de 100% (logopedie) en 2% (elektrotechniek). De verdeling voldoet aan het vertrouwde beeld: vrouwen blijken zich met name te bevinden in de zorg- en alfa-hoek, terwijl ze in de bèta richtingen ondervertegenwoordigd zijn. Op het wetenschappelijk niveau ontwaren we hetzelfde beeld: 91% van de afgestudeerden in de studierichting gezondheidswetenschappen is van het vrouwelijke geslacht, terwijl we slechts 2% vrouwelijke afgestudeerden registreren in de studierichting (technische) informatica. Naast het geslacht is het eveneens interessant te kijken naar de etniciteit van de afgestudeerden. In het onderzoek hebben we twee definities van 'allochtoon' gehanteerd. In de enquête is gevraagd of de respondent zichzelf tot een allochtone bevolkingsgroep rekent. Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord rekenen we de respondent tot de allochtone bevolking. Daarnaast werd de definitie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) opgenomen. Deze definitie luidt: iemand is allochtoon indien het geboorteland een ander is dan Nederland is en/of één dan wel allebei de ouders niet in Nederland zijn geboren. Het percentage 'subjectieve' allochtonen is zowel op HBO als WO-niveau lager dan volgens de BZK definitie.
Studeren
7
Zowel onder de afgestudeerde HBO-ers als academici rekent gemiddeld 3% zichzelf tot de allochtonen. Het aantal allochtonen volgens de BZK definitie is op HBO-niveau 8% en op WOniveau 12%. Het percentage allochtonen onder de afgestudeerden varieert volgens de subjectieve definitie al naar gelang de studierichting tussen de nul en tien procent. Het hoogste percentage afgestudeerde allochtonen registreren we onder de afgestudeerden in de sociaal juridische dienstverlening. Opleidingsniveau van de ouders Een belangrijk kenmerk van de sociaal-economische achtergrond van studenten betreft de gezinssituatie waaruit ze voortkomen. Uit onderzoek blijkt dat de opleiding van de ouders bepalend kan zijn voor de studieloopbaan van de kinderen. We onderscheiden vijf onderwijsniveaus: 1.
lagere school;
2.
MAVO/lager beroepsonderwijs;
3.
HAVO/VWO/middelbaar beroepsonderwijs;
4.
hoger beroepsonderwijs;
5.
universitair onderwijs.
In Figuur 1.5 is het opleidingsniveau van de in 1997/1998 afgestudeerde HBO-ers en academici weergegeven. Hierbij is gekeken naar het hoogste opleidingsniveau van één van beide ouders / verzorgers. Figuur 1.5
Hoogst behaalde opleidingsniveau van één van beide ouders/verzorgers
Onderwijsniveau
HBO
WO 26%
Universitair 10%
28% HBO 26%
24% HAVO/VWO/MBO 31%
20% LBO/MAVO 30%
2% Basisonderwijs 2%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000)
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
8
Hoofdstuk 1
Deze cijfers kunnen vergeleken worden met opleidingsgegevens van de Nederlandse bevolking. Laten we ervan uitgaan dat van de ouders de man doorgaans het hoogste opleidingsniveau heeft en dat deze vaders zich in de leeftijdscategorie 45-65 jaar bevinden. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat in Nederland gemiddeld 18,5% alleen het basisonderwijs heeft doorlopen, 21,5% een MAVO- of LBO-diploma heeft, 38,2% een HAVO/VWO of MBOopleiding heeft afgerond, en respectievelijk 14,5% en 7,3% een HBO- of universitaire opleiding hebben genoten. In Figuur 1.5 is te zien dat de academicus gemiddeld hoger opgeleide ouders heeft. Dit verschil is het meest geprononceerd voor het percentage ouders met een universitaire opleiding, dat voor academici ruim twee keer zo hoog is als bij HBO-ers. Het opleidingsniveau van de ouders is dus mede bepalend voor de niveau-keuze van studenten in het hoger onderwijs. Heeft dit gegeven ook invloed op de studiekeuze? Dit lijkt inderdaad het geval te zijn. Het percentage afgestudeerden met een of meer academisch geschoolde ouders varieert per studierichting behoorlijk: op HBO-niveau van 4% tot 20%, op WO-niveau van 12% tot 48%. Op HBO-niveau registreren we het hoogste percentage universitair geschoolde ouders in de kunsten: de docerend musici (26%) en de studenten beeldende kunst en vormgeving (22%). Op WOniveau vinden we de hoogste percentages hoog opgeleide ouders onder de afgestudeerde studenten in de studierichtingen (technische) wiskunde (48%) en tandheelkunde (48%). Bruto-inkomen van de ouders Het inkomen van de ouders is een andere indicator voor de sociale komaf van de student. We onderscheiden een vijftal inkomensklassen. In Figuur 1.6 wordt de procentuele verdeling over deze vijf klassen weergegeven voor zowel de HBO-ers als de academici. Het blijkt dat 30% van de HBO-ers het inkomen van de ouders inschat tussen de ƒ50 en ƒ75 duizend per jaar. Circa een kwart van de HBO-ers denkt dat het ouderlijk inkomen lager is, en bijna de helft (47%) schat het inkomen van de ouders hoger inde dan ƒ75 duizend per jaar. Het lijkt er op dat de helft van de HBO-ers ouders heeft met een bovenmodaal inkomen. Academici schatten het inkomen van de ouders gemiddeld hoger in dan de HBO-ers. Een kwart van de respondenten schat het inkomen tussen de ƒ50- en ƒ75 duizend, wat weinig verschilt met de HBO-ers. Een aanzienlijk kleiner deel (15%) schat het inkomen lager in dan ƒ50 duizend, terwijl 38% van de respondenten het inkomen van de ouders op meer dan ƒ100 duizend per jaar inschat. De fiscaal-juristen hebben de rijkste ouders: 58% geeft aan in te schatten dat de ouders beschikken over een gezamenlijk brutohuishoudinkomen van meer dan ƒ100 duizend.
Studeren
Figuur 1.6
9
Bruto-huishoudinkomen per jaar van de ouders/verzorgers in vijf klassen HBO
WO
Bruto-inkomen 38% meer dan ƒ100 duizend 23%
23% tussen ƒ75 en ƒ100 duizend 24%
25% tussen ƒ50 en ƒ75 duizend 30%
11% tussen ƒ25 en ƒ50 duizend 20%
3% minder dan ƒ25 duizend 3% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000)
1.3. Leerwegen naar HBO en WO Het HBO staat open voor studenten met een MBO, HAVO of VWO diploma. Deze diversiteit aan toegangswegen- die ook alle op uiteenlopende manieren kunnen worden bereikt- brengt met zich mee dat een grote variëteit aan leerwegen kan worden aangetroffen onder studenten van het HBO. Onder de afgestudeerde HBO-ers vinden we mensen die hun onderwijsloopbaan begonnen met LBO of MAVO, maar ook mensen die na de lagere school meteen doorstroomden naar het VWO. Degenen die hun onderwijsloopbaan op laag niveau beginnen en zich vervolgens opwerken tot het HBO duiden we aan met de term ‘stapelaars’: zij stapelen verschillende opleidingen op en verliezen in dat proces door de onvermijdelijke overlap tussen de opleidingen één of meer jaren. Het traject dat zij doorlopen zou bezien vanuit het oogpunt van de overheid als inefficiënt kunnen worden aangemerkt, maar met evenveel kracht zou men kunnen beargumenteren dat de mogelijkheid tot stapelen een sterk punt is van het Nederlandse onderwijssysteem. Via deze weg wordt immers de kans vergroot dat het beschikbare menselijk kapitaal zo hoog mogelijk geschoold is. Tegenover de stapelaar staat de student die de kortst mogelijke leerweg aflegde: (basisschool-) HAVO HBO.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
10
Hoofdstuk 1
In Figuur 1.7 zijn de meest voorkomende leerwegen op HBO-niveau weergegeven. Van de voltijd HBO-ers heeft 32% de kortst mogelijke leerweg afgelegd, en 24% komt van het VWO. De overige 44% bestaat uit ‘stapelaars’. Ruim een kwart van de afgestudeerden is via het MBO het HBO binnengestroomd, waarvan het merendeel na de basisschool MAVO heeft gevolgd. Figuur 1.7
Leerwegen naar het HBO
Leerweg
6%
Overig
LBO => MBO => HBO
4%
HAVO => MBO => HBO
7%
10%
MAVO => HAVO => HBO
16%
MAVO => MBO => HBO
VWO => HBO
24%
HAVO => HBO
0%
32%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) De universiteit staat in principe alleen open voor studenten met een VWO-diploma. Er zijn echter enkele andere toegangsmogelijkheden. Zo is het mogelijk met een HBO-propedeuse in te stromen in het WO, mits men slaagt voor een toelatingstest. Het is ook mogelijk als extraneus deel te nemen aan het universitair onderwijs. De toelating is dan niet gebonden aan het behalen van een diploma of propedeuse. In Figuur 1.8 zijn de meest voorkomende leerwegen op WO-niveau weergegeven. Van de voltijd academici is 75% ingestroomd via de snelste leerweg: van basisschool naar VWO en dan direct naar de universiteit. Daarnaast is nog 2% van de afgestudeerden indirect afkomstig van het VWO. Zij waagden niet direct de stap van het VWO naar de universiteit, maar volgden eerst een HBO opleiding. Eén op de acht afgestudeerden heeft direct na de lagere school de HAVO gevolgd, en is vervolgens hetzij via het VWO, hetzij via het HBO ingestroomd in het universitair onderwijs. Daarbij komt het tweemaal zo vaak voor dat de Havist een VWO opleiding heeft gevolgd. Slechts 2% van de afgestudeerden heeft een van de langste leerwegen in het Nederlandse onderwijssysteem gevolgd, en zich via MAVO, HAVO en VWO opgewerkt tot de universiteit.
Studeren
11
Nog eens 7% heeft een andere leerweg gevolgd. Binnen deze groep bevindt zich waarschijnlijk een grote aandeel extraneï. Figuur 1.8
Leerwegen naar het WO
Leerweg
7%
Overig
MAVO => HAVO => VWO => WO
2%
VWO => HBO => WO
4%
HAVO => HBO => WO
4%
HAVO => VWO => WO
8%
VWO => WO
0%
75%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000)
1.4. Studiekeuzemotivatie Waarom kiezen mensen voor een bepaalde opleiding? Hebben ze altijd al geweten dat ze deze studie zouden gaan doen, vanwege het beroep dat erop aansluit? Kiezen ze voor een studie omdat ze verwachten daarmee een grote kans te hebben op een goede baan? Wisten ze niet precies wat ze wilden gaan doen en kozen ze voor een studie die aansluit bij hun talenten, gezien de ervaringen op de middelbare school? Of is interesse in het vakgebeid de reden waarom men kiest voor een zekere opleiding. Het merendeel blijkt uit interesse voor de studie gekozen te hebben. Bij HBO-ers ligt dit percentage op 57%, bij academici zelfs op 68%. Onder HBO-ers bevinden zich relatief meer mensen die een studie kiezen omdat ze dat al wilden zolang ze zich kunnen herinneren. Van de gehele populatie betrof dit 17%, terwijl dit percentage bij academici op 11% ligt. Wat de overige argumenten betreft, is er weinig verschil waarneembaar tussen HBO-ers en academici.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
12
Hoofdstuk 1
Figuur 1.9
Studiekeuzemotivatie HBO-ers en academici
Studiekeuzemotivatie
WO
HBO 57%
interessant gebied 68% 17% altijd al willen doen 11% 9% arbeidsmarktperspectieven 7% 2% aansluiting bij beste cijfers v.o. 2% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Grote verschillen op dit gebied zijn waarneembaar wanneer we studies met elkaar vergelijken. Binnen het HBO vinden we een hoog percentage mensen die al vanaf hun jongste jeugd een bepaalde opleiding ambieerden bij de musici, leraren basisonderwijs, veehouders en beeldend kunstenaars. Hoge percentages studenten die bij de keuze van de opleiding rekening hielden met de goede arbeidsmarktperspectieven, vinden we met name bij de economische studies, informatica en hotelonderwijs. Van de universitaire opleidingen blijken geneeskunde, kunstgeschiedenis en archeologie, filosofie en godgeleerdheid, Nederlands recht en elektrotechniek studies te zijn die een relatief groot deel van de studenten al wil volgen zolang ze zich kunnen herinneren. De fiscaal juridische opleiding, economie, tandheelkunde en bedrijfskunde zijn juist studies waarbij een relatief groot deel van de studenten bij de studiekeuze vooral lette op de baankansen.
1.5. Activiteiten tijdens de studie Naast studeren omvat het leven van een student ook andere activiteiten. Wat hebben de afgestudeerden uit het studiejaar 1997/1998 zoal uitgevoerd tijdens hun studententijd? Van de HBO-ers is 23% lid geweest van een studie- of studentenvereniging en 32% heeft bestuurservaring opgedaan. Klaarblijkelijk doen veel HBO-studenten bestuurlijke ervaring op buiten een studie- of studentenvereniging. Daarnaast heeft ruim de helft van de HBO-ers betaald werk uitgevoerd naast de studie, terwijl nog eens 20% onbetaald werk verricht heeft.
Studeren
13
Grote verschillen tussen studies op dit gebied worden op voorhand niet verwacht. Toch blijkt hiervan wel degelijk sprake te zijn. Zo vinden we een verrassend hoog percentage leden van studie- of studentenverenigingen in het hogere hotelonderwijs en bij de studies small business en retail management en levensmiddelentechnologie. Erg laag ligt dit percentage juist bij culturele en maatschappelijke vorming, de opleiding tot docerend musicus, beeldende kunst en vormgeving, verpleegkunde, leraar basis onderwijs, en de opleiding voor uitvoerend musici. Verder constateren we relatief hoge percentages bestuurservaring bij agrarische bedrijfskunde en wederom small business en retail management. Relatief laag scoren op dit punt de studies maatschappelijk werk en dienstverlening, sociaal pedagogische hulpverlening en beeldende kunst en vormgeving. Veel betaald werk tijdens de studie wordt verricht door aankomend musici, verpleegkundigen, journalisten en leraren lichamelijke oefening en relatief weinig door aankomend leraren basisonderwijs en medisch laboranten. Kijken we naar het onbetaalde werk, dan blijkt dat HBO-studenten in een economische richting dat weinig doen, en studenten culturele en maatschappelijke relatief vaak. Figuur 1.10
Activiteiten tijdens de studietijd van HBO-ers en academici WO
Activiteiten tijdens studie
HBO
32% bestuur 55% 23% lid studie-/studentenvereniging 60% 20% onbetaald werk 24% 54% betaald werk 50% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Onder academici blijkt het lidmaatschap van een studie- of studentenvereniging veel gebruikelijker dan onder HBO-ers. Meer dan de helft, 60%, heeft op deze manier zijn studentenleven ingevuld. Ook bestuurswerk wordt door academici meer verricht dan door HBO-ers: 55% heeft tijdens de studententijd bestuurservaring opgedaan. Betaalde werkzaamheden naast de studie zijn door precies de helft van de afgestudeerde academici verricht, waarmee zij weinig afwijken van de HBO-ers. Hetzelfde geldt voor onbetaald werk: bijna een kwart van de academici heeft tijdens de studie vrijwilligerswerk uitgevoerd.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
14
Hoofdstuk 1
Ook onder academici constateren we, hoewel we dat op voorhand niet direct verwachtten, verschillen tussen studies wat betreft de invulling van het leven als student. Zo zijn studenten engels, psychologie en culturele antropologie relatief weinig actief in studie- of studentenverenigingen (≤40%), terwijl studenten scheikundige technologie, fiscaal juristen en werktuigbouwkundigen op dit gebied juist erg actief zijn. Uitzonderlijk veel bestuurlijke ervaring treffen we aan bij wiskundigen. Meer dan 90% van hen heeft bestuurservaring opgedaan. Informatica en Europese studies blijken relatief weinig bestuurders te leveren. Verder is opvallend dat bètastudenten relatief weinig werken naast hun studie, terwijl zij ook relatief weinig onbetaald werk verrichten. Dit hangt mogelijkerwijs samen met het feit dat bètastudenten meer tijd besteden aan de studie zelf. Het aantal college-uren is bij deze studies in ieder geval relatief hoog. Studenten taal en cultuur of gedrag en maatschappij hebben juist relatief veel vrijwilligerswerk gedaan.
1.6. Studieduur en studieschuld Hoe lang hebben studenten over hun opleiding gedaan en hoeveel studieschuld hebben ze opgebouwd? Deze onderwerpen hangen gedeeltelijk met elkaar samen. Wie lang studeert verliest op een gegeven moment het recht op studiefinanciering en zal een groter deel van het collegegeld moeten lenen. Bovendien stijgt het collegegeld wanneer men langer dan zes jaar studeert. In het HBO ligt de gemiddelde studieduur voor een onverkorte opleiding op vier jaar en ruim drie maanden. Nominaal duren deze opleidingen vier jaar, dus de feitelijke studieduur ligt daar niet veel boven. Musici vormen uitschieters: zij studeren ruim vijf en een half jaar. Oefentherapeuten doen minder dan drie en een half jaar over hun opleiding, maar die hebben dan ook een nominale duur van drie jaar. Onder academici is de gemiddelde studieduur van een onverkorte opleiding langer, namelijk vijf jaar en ruim zeven maanden. Hier is het verschil tussen studies nog groter dan onder HBOopleidingen. Studenten farmacie, geneeskunde en filosofie en godgeleerdheid doen zo’n zeven jaar over hun opleiding. De nominale studieduur van farmacie en geneeskunde is dan ook zes jaar en die van godgeleerdheid varieert van vier tot zes jaar afhankelijk van de universiteit. Gezien de langere feitelijke studieduur van academici is het niet verwonderlijk dat zij ook een hogere studieschuld hebben aan het eind van hun studie. Waar ruim driekwart van de afgestudeerde HBO-ers geen studieschuld heeft, is dit bij academici slechts de helft. De verdeling van de studieschuld kent bij zowel HBO-ers als academici een grote spreiding.
Studeren
Figuur 1.11
15
Studieschuld van afgestudeerde HBO-ers en academici
Studieschuld
WO
HBO
2% meer dan ƒ30.000 5% 4% ƒ20.000 - ƒ30.000 6% 7% ƒ10.000 - ƒ20.000 13% 15% minder dan ƒ10.000 23% 70% geen studieschuld 52% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Wanneer we de samenhang van de studieschuld met enkele persoonskenmerken multivariaat bekijken, blijken de studieduur en het inkomen van de ouders zoals verwacht de meest bepalende factoren. Mensen die werken tijdens de studie hebben tevens een lagere studieschuld, wat ook geldt voor vrouwen ten opzichte van mannen. Het niveau van de opleiding, HBO of universiteit, heeft geen afzonderlijke invloed.
1.7. Oordeel over de opleiding Achteraf beoordelen studenten hun opleiding veelal als voldoende, maar niet bijzonder goed. HBO-ers geven gemiddeld een 6,8 aan de opleiding, variërend van 6,2 tot 7,4. Opvallend laag scoren de lerarenopleidingen, die we allemaal bij de tien laagst scorende studies vinden. Het hogere hotelonderwijs scoort daarentegen juist hoog. Bij de universitaire opleidingen ligt de gemiddelde score op 7,2, variërend van 6,4 tot 7,6. Terwijl nagenoeg de gehele top tien uit bètaopleidingen bestaat, vinden we bij de tien laagst scorende studies alleen taal, cultuur, gedrag en maatschappij.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
17
2.
Zoeken
2.1. Wanneer start men met zoeken? Aan de studie komt op een gegeven moment een einde. Men is officieel afgestudeerd, en dan? Gaat men op zoek naar een baan, gaat men er liever eerst even tussenuit, of is men wellicht al tijdens de laatste fase van de studie begonnen met zoeken en heeft men al een baan? Het moment waarop afgestudeerden starten met zoeken naar een baan blijkt een vrij grote spreiding te vertonen rond het moment van afstuderen. Sommigen beginnen reeds een jaar voor het afstuderen met zoeken, anderen pas een jaar erna. HBO-ers starten gemiddeld zo’n anderhalve maand voor het afstuderen met het zoeken naar hun eerste baan. Ruim 65% begint met zoeken voordat ze officieel afgestudeerd zijn. Figuur 2.1
Moment waarop afgestudeerde HBO-ers gestart zijn met zoeken naar een baan en het moment waarop ze beschikbaar kwamen voor de arbeidsmarkt
Procent
Start zoeken
Beschikbaar voor arbeidsmarkt
60%
50%
40%
30%
20%
10%
Bron: SEO/Elsevier (2000)
12 mnd na
11 mnd na
10 mnd na
9 mnd na
8 mnd na
7 mnd na
6 mnd na
5 mnd na
4 mnd na
3 mnd na
2 mnd na
1 mnd na
afstuderen
1 mnd voor
2 mnd voor
3 mnd voor
4 mnd voor
5 mnd voor
6 mnd voor
7 mnd voor
8 mnd voor
9 mnd voor
10 mnd voor
11 mnd voor
12 mnd voor
0%
18
Hoofdstuk 2
De procentuele verdeling van het moment waarop HBO-ers aanvangen met zoeken is weergegeven in Figuur 2.1. Tevens zien we daarin wanneer deze mensen feitelijk beschikbaar komen voor de arbeidsmarkt. Gemiddeld ligt dit ruim twee maanden na het moment waarop men start met zoeken, ruim een halve maand na afstuderen. De spreiding hiervan is minder groot dan van het zoekstartmoment, geconcentreerd vlak na het afstuderen. In Figuur 2.2 zijn dezelfde grootheden weergegeven voor de afgestudeerde academici. Gemiddeld starten zij bijna twee maanden voor het afstuderen met het zoeken naar een baan. Ruim 64% begint hiermee voor de buluitreiking. Ook hier zien we dat het moment van de eerste zoekactiviteit meer gespreid is rond het moment van afstuderen dan het moment waarop men beschikbaar kwam voor de arbeidsmarkt. Dit laatste moment ligt gemiddeld iets minder dan een halve maand na het afstuderen. Figuur 2.2
Moment waarop afgestudeerde academici gestart zijn met zoeken naar een baan en het moment waarop ze beschikbaar kwamen voor de arbeidsmarkt
Procent
Start zoeken
Beschikbaar voor arbeidsmarkt
40%
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
12 mnd na
11 mnd na
9 mnd na
10 mnd na
8 mnd na
7 mnd na
6 mnd na
5 mnd na
4 mnd na
3 mnd na
2 mnd na
1 mnd na
afstuderen
1 mnd voor
2 mnd voor
3 mnd voor
4 mnd voor
5 mnd voor
6 mnd voor
7 mnd voor
8 mnd voor
9 mnd voor
10 mnd voor
11 mnd voor
12 mnd voor
0%
Bron: SEO/Elsevier (2000) Op dit vlak is er sprake van weinig verschil tussen HBO-ers en academici. Wanneer we kijken naar verschillen tussen studies zien we een groter verschil. Beschouwen we bijvoorbeeld het aan-
Zoeken
19
deel afgestudeerden dat voor het beëindigen van de studie gestart is met het zoeken naar een baan, dan zien we in Tabel 15 in de Statistische Bijlage dat dit binnen het HBO varieert van 32% bij beeldende kunst en vormgeving tot 95% bij accountancy. We constateren dat accountancy en hogere informatica wederom tot de hoogste regionen behoren, terwijl de studies beeldende kunst en vormgeving en hoger toeristisch en recreatief onderwijs notoire laag-scoorders blijken. Onder academici blijkt dit percentage uiteen te lopen van 24% bij industrieel ontwerpen tot 89% bij farmacie. Vergeleken met vorig jaar blijken maar liefst vier van de vijf studies met het laagste aandeel zoekers voor afstuderen hetzelfde. Studenten engels, industrieel ontwerpen, europese studies en culturele antropologie blijken zich wederom tijdens de studie relatief weinig bezig te houden met de baan die ze na het afronden ervan zullen vervullen. Bouwkunde, een studie die de afgelopen twee jaar in de onderste vijf te vinden was, blijkt hieruit verdwenen te zijn. In tegenstelling tot vorige jaren begint ruim de helft van de afgestudeerden van deze studie met zoeken voor het afstuderen. Bij de snelste starters vinden we twee studies die vorig jaar ook in de top vijf te vinden waren. Dit betreft de fiscaal-juridische opleiding en geneeskunde, die zich twee jaar geleden ook al in de hoogste regionen bevonden. Farmacie stond twee jaar geleden ook al bovenaan, net als nu, maar was vorig jaar niet in de top vijf te vinden.
2.2. Hoe zoekt men? Ondernomen zoekactiviteiten Klaarblijkelijk onderscheiden studenten van verschillende studies zich van elkaar wat betreft het moment waarop ze starten met het zoeken naar een baan. Hanteren ze ook verschillende zoekmethoden? Er bestaat inderdaad een grote variëteit in zoekmethoden. Waar de ene persoon zich vooral beroept op een netwerk, reageert een ander met name op advertenties en weer een ander beproeft zijn geluk via een arbeids- of uitzendbureau. In de figuren 2.3 en 2.4 zien we welke zoekactiviteiten zoal zijn ondernomen door HBO-ers en academici die zo’n twee jaar geleden zijn afgestudeerd. Advertenties blijken bij beide groepen nog steeds een middel dat het merendeel aangrijpt in de zoektocht naar de eerste baan. Open sollicitaties vormen voor beide groepen de tweede gebruikelijke optie. Bekijken we de zoekactiviteiten van HBO-ers afzonderlijk, dan kunnen we constateren dat zij minder dan voorheen gebruik lijken te maken van het uitzendbureau. Waar vorig jaar 40% zich inschreef bij een uitzendbureau en 25% bij een uitzendbureau voor hoger opgeleiden, liggen deze percentages nu op 35% respectievelijk 22%. Ook inschrijven bij het arbeidsbureau gebeurt min-
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
20
Hoofdstuk 2
der: tegenover 36% toen, staat 27% nu. Tevens kunnen we een verschil waarnemen bij het netwerken: waar vorig jaar slechts 17% gebruik probeerde te maken van zijn netwerk, is dit nu 28%. Verder valt op dat ruim 20% geen enkele zoekactiviteit heeft ondernomen. Zij zijn gevraagd voor een baan. Figuur 2.3
Zoekactiviteiten ondernomen door afgestudeerde HBO-ers Zoekmethode 67%
advertentie 41%
open sollicitatie 35%
uitzendbureau
32%
stage
28%
netwerken
27%
arbeidsbureau 22%
uitzendbureau(ho)
22%
geen, gevraagd carrièredag
13%
mondeling benaderen werkgevers
13% 12%
wervings- en selectiebureau
11%
via Internet 7%
open dag bedrijf
4%
anders
3%
loopbaanadviescentrum
2%
sollicitatiecursus
1%
bedrijfscursus 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Interessant is wederom de verschillen tussen de studies in dit opzicht te bezien. We vinden ook hier interessante verschillen. Het percentage afgestudeerde HBO’ers die niet gezocht heeft, omdat ze gevraagd zijn, beslaat een range van 7% tot 47%. Opvallend is hier vooral dat muziekstudenten vaak gevraagd worden. Verder is er weinig patroon te ontdekken in de aard van de studie in combinatie met de mate waarin studenten gevraagd worden. Zo worden ergotherapeuten bijvoorbeeld weinig gevraagd, terwijl fysio- en oefentherapeuten veel gevraagd worden. En elektrotechnici worden vaak gevraagd, terwijl studenten van andere technische studies weinig gevraagd worden. Het percentage dat gebruik maakt van advertenties loopt uiteen van 33% tot 92%. Ook hierin is niet echt een duidelijk patroon te herkennen wat opleidingsclusters betreft. Dit in tegenstelling tot het beeld dat we zien bij het percentage dat zich inschrijft bij een arbeidsbureau. Dit percentage varieert van 0% tot 60%, waarbij met name afgestudeerden in een gedrags- en maatschappijstudie, maar ook kunst- en lerarenopleidingen dit veel doen en economie- en techniekstudenten
Zoeken
21
weinig. Ook ergo-, fysio- en oefentherapeuten schrijven zich relatief vaak in bij een arbeidsbureau. Dit beeld is ongeveer hetzelfde bij uitzendbureau, welk percentage uiteenloopt van 7% tot 69%. Als we naar de academici kijken, zien we een gelijksoortig beeld als bij de HBO-ers. Ook hier is, vergeleken met de uitkomsten van het onderzoek van vorig jaar minder gebruik gemaakt van uitzendbureaus, al dan niet voor hoger opgeleiden, en arbeidsbureaus en meer van een netwerk. Verder is ook hier opvallend dat bijna eenvijfde geen enkele zoekactiviteit heeft ondernomen, daar ze reeds voor de eerste zoekactiviteit gevraagd zijn voor een baan. Figuur 2.4
Zoekactiviteiten ondernomen door afgestudeerde academici Zoekmethode 72%
advertentie 50%
open sollicitatie 36%
netwerken 27%
uitzendbureau uitzendbureau(ho)
25%
arbeidsbureau
25%
stage
25% 21%
carrièredag
18%
geen, gevraagd via Internet
16%
wervings- en selectiebureau
16% 15%
mondeling benaderen werkgevers
14%
open dag bedrijf 10%
sollicitatiecursus 7%
loopbaanadviescentrum 4%
anders 1%
bedrijfscursus 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Wanneer we de universitaire studies onderling vergelijken, zien we dat ook hier een grote spreiding bestaat. Het aandeel dat gevraagd is, loopt uiteen van 5% tot 33%, waarbij met name technische studies en tandheelkunde hoog scoren. Het gebruik maken van advertenties varieert van 32% tot 94%, waarin geen duidelijk patroon van studieclusters te herkennen is. Het inschrijven bij arbeids- en uitzendbureaus loopt ook flink uiteen: van 0% tot respectievelijk 54% en 63%. Hierbij geldt dat met name afgestudeerden in een sociale richting en taal en cultuur studies gebruik maken van deze route. Fiscaal juristen, genees- en tandheelkundigen en bèta-afgestudeerden bewandelen deze weg zelden. Tenslotte is nog opvallend dat tandheelkundigen zich relatief veel mondeling wenden tot potentiële werkgevers, een activiteit die door afgestudeerden van andere
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
22
Hoofdstuk 2
studies nauwelijks wordt ondernomen. Deze laatste conclusie werd in de vorige jaren overigens ook al getrokken. Als we HBO-ers en academici met elkaar vergelijken, dan zien we dat academici relatief vaker het middel van de open sollicitatie of het netwerk aanspreken, terwijl ze minder dan HBO-ers gebruik maken van uitzend- en arbeidsbureaus. Succesverwachting zoekactiviteiten We hebben nu gezien welke zoekactiviteiten afgestudeerden ondernemen. Dit kunnen er meerdere per persoon zijn. Van welke activiteit verwachten ze het meeste succes? Logisch gezien zouden de activiteiten die het meest ondernomen worden ook de grootste succesverwachting moeten hebben. Aangezien in de enquête expliciet gevraagd wordt naar de zoekactiviteit waarvan men het meeste succes verwacht, kan deze hypothese worden getoetst. Uit de vergelijking van Figuur 2.5 met Figuur 2.3 blijkt dat de bovengenoemde hypothese voor HBO-ers inderdaad opgaat. De meest ondernomen activiteit was het reageren op advertenties en dat is inderdaad de activiteit waarvan men aangeeft het meeste succes te verwachten. Van alle andere activiteiten wordt beduidend minder succes verwacht. Open sollicitaties, netwerk, stage en uitzendbureau, al dan niet voor hoger opgeleiden, worden ieder ook nog met enige regelmaat genoemd, maar de succesverwachting van de overige activiteiten is marginaal.
Zoeken
23
Figuur 2.5
Zoekactiviteiten waarvan afgestudeerde HBO-ers het meeste succes verwachten
Meeste succes verwacht van... 37%
reactie op advertentie 12%
open sollicitatie stage
8%
netwerken
8%
uitzendbureau
6%
mondelinge benadering
6% 6%
uitzendbureao ho 4%
wervings- en selectiebureau
3%
arbeidsbureau
3%
Internet open dag bedrijf
2%
carrièredag
2%
anders
2%
loopbaanadviescentrum
0%
bedrijfscursus
0%
sollicitatiecursus
0% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Uiteraard is ook hier een verschil tussen studies niet uit te sluiten. Het is zeer wel mogelijk werkgevers die veel studenten uit een bepaalde richting aantrekken afwijkende sollicitatiemogelijkheden bieden dan andere. Zeer opvallend is in dit opzicht de uitzonderingspositie van afgestudeerden in de hogere informatica. Zij blijken met name veel succes te verwachten van carrièredagen en open dagen van bedrijven en mondelinge benadering van werkgevers, activiteiten waarvan anderen nauwelijks succes verwachten, terwijl ze nauwelijks vertrouwen hebben in het reageren op advertenties (slechts 4% noemt deze activiteit als de meest succesvolle). Uitvoerend musici blijken veel te verwachten van het aanwenden van het door hen opgebouwde netwerk. Ook merkwaardig kan de categorie oefentherapeuten genoemd worden. Zij verwachten relatief weinig succes van het reageren op advertenties, iets meer van open sollicitaties en juist relatief erg veel van mondelinge benadering, netwerken en stage. Als we kijken naar de academici, dan zien we dat ook hier het meeste succes verwacht wordt van het reageren op advertenties. Ook van open sollicitaties, netwerken en stages wordt enig succes verwacht. De succesverwachting van de overige zoekactiviteiten is zeer gering.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
24
Hoofdstuk 2
Figuur 2.6
Zoekactiviteiten waarvan afgestudeerde academici het meeste succes verwachten
Meeste succes verwacht van… 39%
reactie op advertentie open sollicitatie
17%
netwerken
11% 10%
stage mondelinge benadering
5%
wervings- en selectiebureau
4%
uitzendbureao ho
3%
uitzendbureau
3%
anders
2%
carrièredag
2%
Internet
2%
open dag bedrijf
2%
arbeidsbureau
0%
bedrijfscursus
0%
loopbaanadviescentrum
0%
sollicitatiecursus
0%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Ook onder academici bestaan aanzienlijke verschillen in dit opzicht tussen studies. Zoals reeds eerder is geconstateerd, nemen tandheelkundigen een bijzondere positie in. Zij verwachten vooral veel van mondelinge benadering van werkgevers en het aanwenden van een netwerk en geven ook regelmatig aan dat ze veel succes verwachten van een hier niet genoemde activiteit, iets wat bij andere studies nauwelijks voorkomt. Blijkbaar hebben tandheelkundigen ook nog een geheel eigen manier om een baan te zoeken. Planologen, sociologen, afgestudeerden Engels en Europese studies en sociaal-culturele wetenschappen nemen een uitzonderingspositie in doordat zij de enigen zijn die het succes het inschrijven bij uitzendbureaus, eventueel voor hoger opgeleiden, vrij hoog inschatten, terwijl dit bij andere studies nauwelijks wordt genoemd. Wanneer we tenslotte HBO vergelijken met WO, dan merken we op dat er nauwelijks verschil bestaat qua succesverwachting van zoekactiviteiten tussen deze beide onderdelen van het Hoger Onderwijs. Feitelijk succes van zoekactiviteiten Nu weten we welke zoekactiviteiten afgestudeerden ondernemen en van welke activiteiten ze het meeste succes verwachten. Maar welke activiteiten leiden nu daadwerkelijk tot een baan? Uit de enquête weten we hoe mensen aan hun eerste respectievelijk hun huidige baan zijn gekomen.
Zoeken
25
Figuur 2.7
Manier waarop HBO-afgestudeerden aan hun eerste respectievelijk huidige baan zijn gekomen Eerste baan
Huidige baan
Baan gekregen via… 28%
gevraagd 21% uitzendbureau (evt ho)
24% 23%
15%
advertentie
14% stage
0% 13% 13%
open sollicitatie 10% 6%
netwerk
6% 5%
anders
arbeidsbureau
5% 0% 3% 6%
wervingsbureau 2% 4%
via Internet
1% 3%
interne sollicitatie 0% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Wanneer we kijken naar de HBO-ers, dan valt direct op dat het aandeel mensen dat een baan krijgt door middel van het reageren op een advertentie verrassend laag is gezien hetgeen eerder in deze paragraaf is gepresenteerd. Terwijl dit toch de activiteit is die het meest wordt ondernomen en waarvan men in het algemeen het meeste succes verwacht, vindt minder dan 15% zijn eerste baan via deze weg. Verrassend hoog, met het oog op vooral de succesverwachting, is het aandeel van de eerste banen die via het uitzendbureau wordt gevonden. Overigens bestaat er weinig verschil met het beeld van vorig jaar. Ook toen werden de meeste eerste banen verkregen via het uitzendbureau en doordat mensen gevraagd werden, gevolgd door advertenties en open sollicitaties. Nu is alleen de categorie ‘stage’ toegevoegd, die vorig jaar nog in de categorie ‘overig’ viel. Ook hier kunnen we een vergelijking maken tussen studies. Een in het oog springende uitzonderingspositie wordt ingenomen door de informatici. Zij komen vrijwel nooit aan een eerste baan via een advertentie of een uitzendbureau. Eenderde van hen is gevraagd voor zijn eerste baan, terwijl bijna tweederde op een andere manier zijn eerste baan heeft gevonden dan op de hier aangegeven manieren. Wat open sollicitaties betreft springen de verpleegkundigen eruit. Zijn
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
26
Hoofdstuk 2
komen opvallend vaak via deze methode aan hun eerste baan. Verder blijkt net als eerder het percentage dat gevraagd is voor de eerste baan nogal uiteen te lopen. Musici, oefentherapeuten en wis- en natuurkundeleraren worden vaak gevraagd voor hun eerste baan, terwijl dit nauwelijks voorkomt bij bijvoorbeeld civiele techniek en bouwkunde. Civieltechnici hebben hun eerste baan relatief vaak te danken aan een wervingsbureau. Chemisch technologen springen eruit doordat zij als enigen relatief vaak een baan vinden via het arbeidsbureau. Opvallend hoge scores worden voor de huidige baan behaald via het netwerk door fysiotherapeuten en afgestudeerden van het hogere hotelonderwijs. Kijken we naar de academici, dan zien we een opvallend verschil met vorig jaar. Waar vorig jaar slechts 16% van de afgestudeerde academici een eerste baan vond via een uitzendbureau, ligt dit percentage nu een stuk hoger. Zij vormen zelfs de grootste categorie en zijn ‘gevraagd’ en ‘via advertentie’ voorbij gestreefd. Het aandeel afgestudeerden dat is gevraagd voor de eerste baan ligt 4 procentpunt hoger dan vorig jaar, terwijl de aandelen via de advertentie en open sollicitatie licht zijn afgenomen. Uiteraard bestaat ook hier een verschil tussen studies. Zo blijken farmaceuten relatief veel succes te hebben via wervingsbureaus. Net als bij het HBO geldt dat het aandeel afgestudeerden dat een eerste baan vindt via het uitzendbureau flink uiteen loopt. Bij bepaalde studies, zoals econometrie, de fiscaal-juridische opleiding, farmacie en tandheelkunde, wordt via deze weg nauwelijks gestart in een eerste baan. Bij andere studies, zoals Europese studies, bedrijfscommunicatie, biologie, geschiedenis en een aantal sociale studies, ligt dit percentage rond de 40 à 50%. Verder springt in het oog dat geneeskundigen relatief erg vaak succes hebben met een open sollicitatie. Blijkbaar is deze sollicitatieroute in de zorgsector gebruikelijker dan elders, mede gezien het feit dat verpleegkundigen dezelfde uitzondering vormden onder de HBO-opleidingen.
Zoeken
27
Figuur 2.8
Manier waarop afgestudeerde academici aan hun eerste respectievelijk hun huidige baan zijn gekomen Eerste baan
Baan gekregen via...
Huidige baan
8%
uitzendbureau (evt ho)
24% 21%
gevraagd
24% 27%
advertentie
18% 19%
open sollicitatie 13% 0%
stage
7% 7%
netwerk
6% 7%
anders 4% 3%
wervingsbureau
2% 1% 1%
arbeidsbureau
2%
via Internet
1% 3%
interne sollicitatie 0% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000)
2.3. Wat zoekt men? Uit het voorgaande hebben we inzicht gekregen in het moment waarop mensen zoeken en hoe ze zoeken. Een andere vraag is wat ze precies zoeken. Zoekt men een baan die het goed aansluit bij de gevolgde opleiding, zoeken ze het hoogste salaris of de beste carrièreperspectieven? Figuur 2.9 laat zien welke argumenten door HBO-ers en academici genoemd worden als belangrijkste kenmerken van een baan die invloed hebben op de beslissing om een baan te accepteren. De affiniteit met het product of de dienst en de gevarieerdheid van het werk blijken voor beide groepen verreweg het belangrijkste argument. Verder blijkt men inderdaad te letten op het carrièreperspectief dat een baan biedt en het salaris. Academici blijken iets meer waarde te hechten aan het carrièreperspectief, terwijl HBO-ers iets vaker naar salaris en baanzekerheid kijken. Het zelfstandig kunnen indelen van de taken blijkt voor zo’n 10% erg belangrijk, wat tevens geldt voor de bedrijfscultuur. In hoeverre een organisatie dynamisch is, er permanente training plaats-
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
28
Hoofdstuk 2
vindt en er de mogelijkheid bestaat om in het buitenland te werken blijkt voor de meerderheid een ondergeschikte rol te spelen. Figuur 2.9
Kans dat argumenten behoren tot de twee belangrijkste kenmerken van een baan als het gaat om de redenen om een baan te accepteren, voor zowel HBO-ers als academici HBO
WO 24% 24%
affiniteit met product/dienst 21% 20%
gevarieerd werk 15%
carrièreperspectief
12% 7%
salaris
11% 4%
baanzekerheid
9% 9% 8%
zelfstandige indeling taken
9%
bedrijfscultuur
8% 4% 4%
dynamische organisatie
4%
permanente training
2% 2% 2%
werken in buitenland 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Op grond hiervan kan gesteld worden dat recentelijk afgestudeerde hoger opgeleiden met name zoeken naar een gevarieerde baan waarin ze werken aan een dienst of product waarmee ze affiniteit hebben. Dit zijn de belangrijkste kenmerken van een baan voor hen. Een kenmerk van een baan die in het bovenstaande niet is meegenomen is de omvang van het dienstverband. In de enquête is expliciet gevraagd naar het aantal uur dat mensen per week willen werken. De Figuren 2.10 en 2.11 laten zien dat de voorkeur van het merendeel van de afgestudeerde hoger opgeleiden gaat naar een baan van 40, 36 of 32 uur.
Zoeken
29
Figuur 2.10
Aantal uren dat recentelijk afgestudeerde HBO-ers willen werken
30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% <=12 14
16
18
20
22
24
26
28
30
32
34
36
38
40
42
44 >=46
42
44 >=46
Bron: SEO/Elsevier (2000) Figuur 2.11
Aantal uren dat recentelijk afgestudeerde academici willen werken
35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% <=12 14
16
18
20
22
24
26
28
30
32
34
36
38
40
Bron: SEO/Elsevier (2000) De verschillen tussen HBO-ers en academici zijn gering. Academici kiezen iets vaker voor de standaard werkweek van 40 uur, terwijl HBO-ers liever iets minder uren maken. Gemiddeld
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
30
Hoofdstuk 2
wensen HBO-ers 35,1 uur te werken en academici 36,3 uur. De verschillen tussen de studies zijn te zien in Tabel 21 in de Bijlage. Onder de HBO-ers zijn het met name de musici en leraren die relatief weinig willen werken, tegenover economen, bedrijfskundigen en veehouders die voor een relatief lange werkweek kiezen. Bij de academici zien we de bedrijfskundigen en economen ook terug bij de lange werkweek, evenals de technici. Hier zijn het met name de sociale studies en talen die leiden tot een relatief korte gewenste werkweek. Zijn pas afgestudeerden bereid te verhuizen voor een baan die voldoet aan hun wensen? Deze bereidheid blijkt onder academici groter dan onder HBO-ers. Ruim de helft van de academici, 57%, geeft aan meer dan 100 kilometer te willen verhuizen voor een aantrekkelijke baan. Bij de HBO-ers is dit 41%. Deze percentages verschillen nauwelijks met die van vorig jaar. Ook het beeld over de studies is weinig veranderd. Nog steeds zijn het de sociale wetenschappen en de lerarenopleidingen waarvan afgestudeerden relatief weinig bereid zijn te verhuizen, terwijl economen en technici juist veel verhuisbereidheid tonen.
2.4. Zoekduur In de vorige paragrafen van dit hoofdstuk is aan de orde geweest wanneer afgestudeerden starten met zoeken, wat ze zoeken en hoe ze zoeken. In deze paragraaf bespreken we de vraag hoe lang afgestudeerde hoger opgeleiden zoeken naar een baan: de zoekduur. Hierbij gebruiken we de volgende definitie: Baanzoekduur =
tijdspanne tot de eerste baan van een zeker niveau, of een lager niveau waarmee men tevreden is, gemeten vanaf de maand dat de universiteit werd verlaten dan wel vanaf de maand dat met actief zoeken werd begonnen indien daarmee na het verlaten van de universiteit aanvang werd gemaakt
De zoekduur begint dus op het moment dat men zich beschikbaar stelt voor de arbeidsmarkt en eindigt als men een baan heeft gevonden van een niveau dat aansluit bij de opleiding. De zoekduur kan ook eindigen als een baan van lager niveau wordt geaccepteerd en de hoger opgeleide in kwestie zich daarmee tevreden stelt en niet actief verder zoekt. Het baanniveau is in de definitie niet gespecificeerd, omdat we op deze manier een strenge en een minder strenge berekening uit kunnen voeren. In de strenge versie is het baanniveau gelijk aan het niveau van de opleiding. In de minder strenge versie mag de baan één niveau lager zijn, dus in geval van HBO een baan van minimaal MBO-niveau en voor academici een baan van minimaal HBO-niveau. In de enquête bevinden zich zowel mensen die al een baan hebben gevonden die aan de door ons gestelde eisen voldoet, als mensen die daarnaar nog op zoek zijn. De eerste groep heeft een vol-
Zoeken
31
tooide zoekduur, de tweede een onvoltooide. Daarnaast zijn er nog afgestudeerden die niet werken en dat ook niet willen. Deze laatste groep wordt in dit deel van het onderzoek buiten beschouwing gelaten. In deze paragraaf gaan we op zoek naar de determinanten van de baanzoekduur. De individuele zoekduur wordt gedeeltelijk bepaald door kenmerken van een individu, gedeeltelijk door de vraag op de arbeidsmarkt naar afgestudeerden van de gevolgde opleiding en voor een deel door toeval. Het toevallige (stochastische) deel is onvoorspelbaar, het andere (deterministische) deel niet. Dit doen we met behulp van een multivariaat duurmodel, waarin de baanzoekduur verklaard wordt uit persoonskarakteristieken en opleiding. Opleidingen De voorspelde zoekduur van een opleiding geeft aan hoe krap de arbeidsmarkt voor een opleiding is. Hoe krapper de arbeidsmarkt, dwz hoe groter de vraag ten opzicht van het aanbod, hoe korter de baanzoekduur zal zijn. In Figuur 2.12 en 2.13 zien we de gemiddelde baanzoekduur van verschillende HBO-opleidingen weergegeven, zowel volgens de strenge als de minder strenge definitie. De lichte balk betreft de minder strenge variant, dwz minimaal MBO-niveau voor HBO-afgestudeerden en minimaal HBO-niveau voor academici. De totale staaf geeft de baanzoekduur volgens de strenge definitie weer, dwz HBO-niveau voor HBO-afgestudeerden en WO-niveau voor academici. Het donkere gedeelte geeft derhalve aan hoeveel langer mensen moeten zoeken naar een baan van aansluitend niveau dan naar een baan van een iets lager niveau. We zien dat er wat dit betreft een verschil bestaat tussen de studies. Bij de ene studie is de zoekduur naar een baan op aansluitend niveau net zo lang is als die naar een baan op het iets lager niveau, terwijl er voor andere studies een groot verschil tussen beide bestaat. Voor de laatste groep bestaan kennelijk voldoende uitwijkmogelijkheden bij een tekort aan banen op het eigen niveau. De opleidingen zijn gerangschikt naar volgorde volgens de strenge definitie. We kunnen enkele zeer arbeidsmarktrelevante opleidingen aanwijzen aan de hand van deze uitkomsten. Bij het HBO betreft dit de beide informatica-opleidingen, accountancy, bedrijfkunde en ook ergotherapie. Opvallend hierbij is dat de afgestudeerden van de informaticastudies even kort zoeken naar een baan op HBO-niveau als naar een baan op MBO-niveau. Zij werken dus zelden onder hun niveau. De kunststudies, sociaal pedagogische hulpverlening, culturele en maatschappelijke vorming en toerisme&recreatie scoren het slechtst.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
32
Hoofdstuk 2
Figuur 2.12
De voorspelde zoekduur in maanden van verschillende HBO-opleidingen volgens de strenge en niet-strenge definitie bedrijfskundige informatica accountancy hogere informatica opleiding voor ergotherapie bedrijfseconomie leraar wis/natuurkunde civiele techniek
opleiding oefentherapie cesar/mensendieck opleiding tot fysiotherapeut international business and languages levensmiddelentechnologie medische laboratoriumopleiding hoger hotelonderwijs opleiding tot verpleegkundige informatiedienstverlening en - management opleiding voor logopedie leraar basisonderwijs bouwkunde agrarische bedrijfskunde logistiek en economie technische bedrijfskunde elektrotechniek chemische laboratoriumopleiding opleiding voor management, economie en recht sociaal-juridische dienstverlening leraar economie small business en retail management leraar engels journalistiek en voorlichting communicatie leraar geschiedenis leraar nederlands personeel en arbeid commerciële economie chemische technologie maatschappelijk werk en dienstverlening leraar maatschappijleer voeding en dietetiek veehouderij leraar aardrijkskunde leraar frans/duits facilitaire dienstverlening leraar gymnastiek land-, water- en milieubeheer/milieukunde hoger toeristisch en recreatief onderwijs beeldende kunst en vormgeving culturele en maatschappelijke vorming sociaal pedagogische hulpverlening docerend musicus muziek/uitvoerend musicus 0
Bron: SEO/Elsevier (2000)
3
6
9
12
15
18
Zoeken
33
Figuur 2.13
De voorspelde zoekduur in maanden van verschillende universitaire opleidingen volgens de strenge en niet-strenge definitie tandheelkunde econometrie farmacie geneeskunde
fiscaal-juridische opleiding civiele techniek biomedische wetenschappen bouwkunde technische bedrijfskunde natuurkunde elektrotechniek scheikunde biologie scheikundige technologie notarieel recht industrieel ontwerpen werktuigbouwkunde nederlands recht chemisch/technologisch (technische) informatica (technische) wiskunde gezondheidswetenschappen economie bedrijfskunde bestuurskunde psychologie sociologie planologie sociaal-culturele wetenschappen communicatiewetenschap sociale geografie nederlands (toegepaste) onderwijskunde filosofie/godgeleerdheid landgebruik overige talen algemene letteren politicologie engels pedagogische wetenschappen geschiedenis europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren culturele antropologie 0
3
6
9
12
15
18
21
Bron: SEO/Elsevier (2000)
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
34
Hoofdstuk 2
Het beeld is nauwelijks veranderd ten opzicht van vorig jaar en klopt met het idee dat thans van de arbeidsmarkt bestaat: er is veel behoefte aan informatici, technici, accountants en gezondheids-zorgmedewerkers en weinig aan kunstenaars, taal en cultuur en sociaal opgeleiden. Dit beeld klopt ook met het plaatje dat we bij de universitaire studies zien. Afgestudeerde tandheelkundigen, econometristen, farmaceuten, artsen, en juristen hebben een korte verwachte baanzoekduur. Cultureel antropologen, afgestudeerden bedrijfscommunicatie letteren, kunstgeschiedenis en archeologie, Europese studies, geschiedenis en pedagogiek zoeken juist lang naar een geschikte baan. Opvallend is dat informatica op universitair niveau niet tot de top behoort. We vinden deze studie terug in de middenmoot, als we kijken naar de voorspelde zoekduur volgens de strenge definitie. De zoekduur naar een baan op HBO-niveau is echter wel erg kort. Blijkbaar zijn er in de automatisering weinig banen op universitair niveau en veel op HBOniveau.
35
3.
Werken
In dit hoofdstuk gaan we in op de verschillende aspecten van het werken. Daarbij komen onder meer het salaris, de secundaire arbeidsvoorwaarden en de aansluiting tussen studie en baan aan de orde. Eerst zullen we in Paragraaf 3.1 aspecten van de eerste baan na afstuderen belichten. Is de eerste baan direct al een serieuze baan die goed aansluit bij de opleiding, of is het meer een opstapje? Wanneer de eerste baan vooral als opstapje is bedoeld, dan zullen mensen snel daarna wisselen van baan. In Paragraaf 3.2 staat de baanmobiliteit centraal. We kijken dan hoeveel banen men binnen twee jaar na afstuderen heeft gehad en naar de reden voor het wisselen van baan. In Paragraaf 3.3 komen vervolgens aspecten van de huidige baan1 aan de orde. We trekken een vergelijking tussen kenmerken van de eerste baan en de latere banen, zodat we een antwoord kunnen geven op de vraag of men erop vooruit gaat als men van baan wisselt. In Paragraaf 3.5 belichten we een specifiek onderdeel van de huidige functie nog eens extra. Dit betreft de functie. Daarbij besteden we met name aandacht aan de vraag welke studies specifiek opleiden voor een bepaald beroep en welke leiden tot een grotere diversiteit aan functies na het afstuderen. In Paragraaf 3.5 ten slotte, wordt de privé-situatie van de afgestudeerde HBO-ers en academici onder het voetlicht gebracht.
3.1. De eerste baan Wat zijn de kenmerken van de eerste baan die pas afgestudeerden accepteren? Komen ze eerste terecht in tijdelijke functies, of hebben ze direct een vaste baan? Sluit de eerste baan direct goed aan bij de studie, of accepteert men eerst een baan op lager niveau om van daaruit verder te zoeken naar een beter aansluitende? In welke bedrijfstak komt men terecht? En hoe zit het met de arbeidsvoorwaarden? De nadruk zal steeds liggen op het verschil tussen studies in al deze opzichten. Aard van het dienstverband In Figuur 3.1 wordt de aard van het dienstverband voor de eerste baan van HBO-ers en academici weergegeven. De grootste groep afgestudeerden heeft in zijn eerste baan een tijdelijk contract (al dan niet met uitzicht op vast). Een vast dienstverband is weggelegd voor 29% van de HBO-ers en 24% van de academici. Ruim één op de zes hoger opgeleiden had in eerste instantie een uitzendcontract via een uitzendbureau. Slechts één op de honderd HBO-ers geeft aan via een detacheringsbureau aan de slag te zijn gekomen, terwijl 3%van de academici dit aangeeft.
36
Hoofdstuk 3
Zelfstandigen en freelancers zijn eveneens zeer dun gezaaid. We registreren op HBO-niveau voornamelijk zelfstandigen en freelancers onder de afgestudeerde kunstenaars. Onder de academici zijn het de tandheelkundigen die vaak zelfstandig opereren: 44% van de tandheelkundigen geeft aan in de eerste baan als zelfstandige te werken. Freelancers vinden we met name onder de afgestudeerden in de kunstgeschiedenis/archeologie en industrieel ontwerpen. Figuur 3.1
Aard van het dienstverband van de eerste baan HBO
WO
Aard van het dienstverband 1% zelfstandig
1% 2%
freelance 2% 1% via detacheringsbureau 3% 18%
via uitzendbureau
17% 20%
tijdelijk contract met uitzicht vast
22% 32%
tijdelijk contract 26% 24% vast contract 29% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Aansluiting studie en baan Op basis van Figuur 3.1 kunnen we concluderen dat de eerste baan vaak een tijdelijke is. Uitzendbanen komen echter ook relatief vaak voor. Een vraag die hierbij speelt, betreft het niveau van deze banen. Moet men alleen wachten op een vaste baan, of heeft men ook geduld nodig voordat men een baan vindt op een niveau dat aansluit bij de studie? Als voor een baan een lager opleidingsniveau wordt vereist dan het feitelijke opleidingsniveau van degene die de baan vervult, dan spreken we van overscholing. Wanneer we kijken naar de kans om een eerste baan van een bepaald niveau te hebben, dan zien we het beeld zoals dat naar voren komt in Figuur 3.2 en 3.3. Gemiddeld komt 87% van de HBOers direct terecht in een baan van HBO-niveau. Zo’n 12% werkt (eerst) op een lager niveau, en is dus overschoold, en een heel klein deel werkt zelfs in de eerste baan al op universitair niveau. Bij
1
Indien de huidige baan de eerste baan is, wordt de baan aangemerkt als de huidige baan.
Werken
37
de academici is het startniveau hoger. Bijna driekwart werkt direct op universitair niveau; bijna een kwart begint op HBO-niveau, terwijl 3% op een lager niveau start.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
38
Hoofdstuk 3
Figuur 3.2
Kans op eerste baan van een academisch, HBO of lager niveau na het volgen van een HBO-studie
Studie
Kans baanniveau <= MBO
Kans baanniveau = HBO
Kans baanniveau = WO
sociaal pedagogische hulpver lening hoger toeristisch en r ecreatief onderwijs culturele en maatschappelijke vor ming facilitaire dienstver lening per soneel en arbeid leraar gymnastiek leraar maatschappijleer docerend musicus leraar frans/duits levensmiddelentechnologie leraar aardrijkskunde beeldende kunst en vor mgeving journalistiek en voor lichting muziek/uitvoerend musicus voeding en dietetiek maatschappelijk werk en dienstver lening leraar geschiedenis bouwkunde small business en retail management ler aar neder lands international business and languages leraar economie veehouderij civiele techniek commer ciële economie sociaal-juridische dienstver lening agrarische bedrijfskunde land-, water- en milieubeheer/milieukunde leraar engels opleiding voor management, economie en recht hoger hotelonderwijs opleiding tot ver pleegkundige elektrotechniek bedr ijfseconomie communicatie opleiding voor logopedie opleiding oefentherapie cesar/mensendieck leraar wis/natuur kunde chemische laboratoriumopleiding logistiek en economie bedrijfskundige informatica medische laboratoriumopleiding informatiedienstverlening en - management accountancy opleiding tot fysiotherapeut hogere informatica leraar basisonderwijs opleiding voor ergotherapie technische bedrijfskunde chemische technologie
0%
Bron: SEO/Elsevier (2000)
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Werken
39
Figuur 3.3
Kans op eerste baan van een academisch, HBO of lager niveau na het volgen van een universitaire studie Kans baanniveau <= MBO
Studie
Kans baanniveau = HBO
Kans baanniveau = WO
culturele antropologie kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren europese studies pedagogische wetenschappen engels geschiedenis algemene letteren overige talen nederlands communicatiewetenschap planologie politicologie sociaal-culturele wetenschappen sociologie sociale geografie landgebruik werktuigbouwkunde filosofie/godgeleerdheid industrieel ontwerpen economie psychologie elektrotechniek bestuurskunde bedrijfskunde (technische) informatica scheikundige technologie gezondheidswetenschappen chemisch/technologisch (technische) wiskunde (toegepaste) onderwijskunde scheikunde technische bedrijfskunde bouwkunde biomedische wetenschappen biologie civiele techniek Nederlands recht natuurkunde econometrie notarieel recht Fiscaal-juridische opleiding farmacie tandheelkunde geneeskunde
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Bron: SEO/Elsevier (2000)
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
40
Hoofdstuk 3
De gegevens in Figuur 3.2 en 3.3 zijn gebaseerd op multivariate analyse. Dat houdt in dat de weergegeven effecten gecorrigeerd zijn voor overige kenmerken van personen, te weten geslacht, etniciteit, leeftijd, inkomen van de ouders, gemiddeld tentamencijfer, studieduur, deeltijdwens, vooropleiding, seksualiteit, lichaamsbouw, extravertheid, en of men voor het afstuderen is begonnen met zoeken. De gecorrigeerde verschillen tussen de studies op dit gebied zijn groot. Op zowel HBO-niveau als WO-niveau constateren we dat afgestudeerden van sociaal culturele en maatschappelijke studies relatief vaak overschoold zijn in hun eerste baan. Op WO-niveau geldt dit ook voor talenstudies. Lage overscholingskansen vinden we bij technische studies, therapeuten en geneeskundigen, leraren basisonderwijs en juristen. De maatstaf voor overscholing die in bovenstaande analyse is gebruikt, is de objectieve overscholing. Daarbij gaat het om het verschil tussen het opleidingsniveau dat door de werkgever werd gevraagd voor de functie en het feitelijke opleidingsniveau van degene die de functie vervult. Hiernaast onderscheiden we ook de zogenaamde subjectieve overscholing. Daarbij gaat het om het verschil tussen het opleidingsniveau dat volgens de werknemer vereist is om de functie te vervullen en het feitelijke opleidingsniveau. In Tabel 24 in de Bijlage zijn deze grootheden te zien. Additionele informatie inzake de aansluiting tussen studie en baan wordt verkregen via een vraag in de enquête, waarin mensen hun baan konden categoriseren in een van de volgende drie klassen: 1.
de baan is met elke andere hogere opleiding goed te vervullen;
2.
de baan is zonder mijn opleiding niet te vervullen;
3.
de baan is zonder mijn opleiding en specialisatie niet te vervullen;
Deze inhoudelijke aansluiting is een verdieping van de begrippen objectieve en subjectieve overscholing. De maat geeft namelijk informatie over aansluiting tussen een specifieke studie en de arbeidsmarkt in plaats van een onderwijsniveau en de arbeidsmarkt. In Figuur 3.4 is de inhoudelijke aansluiting in drie categorieën van zowel HBO-ers als academici weergegeven. Ongeveer de helft van de beide groepen geeft aan dat de eerste baan die zij na de studie vervulden met elke andere hogere opleiding ook vervuld had kunnen worden. De overige 50% geeft aan dat de eerste baan zonder de gevolgde opleiding niet te vervullen was. 16% van de academici en 9% van de HBO-ers geeft daarbij zelfs aan dat de specialisatie van essentieel belang was voor het vervullen van de baan. Het gaat daarbij met name om opleidingen die mensen vrij specifiek opleiden voor een bepaalde functie, zoals: accountancy, hogere informatica, farmacie en werktuigbouwkunde.
Werken
Figuur 3.4
41
Inhoudelijke aansluiting studie en eerste baan HBO
WO
De functie is ………….. 15% zonder mijn opleiding en specialisatie niet te vervullen 9%
33% zonder mijn opleiding niet te vervullen 41%
52% met elke andere hogere opleiding goed te vervullen 50%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Een andere maat voor het meten van de inhoudelijke aansluiting is het rapportcijfer dat wordt gegeven op de vraag 'wat is de mate waarin uw opleiding u heeft voorbereid op uw eerste werkkring?'. De gemiddelde HBO-er geeft een 6,6 voor de aansluiting tussen studie en eerste baan. De gemiddelde academicus waardeert de aansluiting nagenoeg gelijk (6,7). In onderstaande tabel zijn de studies weergegeven die op HBO- en WO-niveau gemiddelde de hoogste waardering kregen voor de mate waarin de opleiding voorbereidde op de eerste werkkring. Hoogste rapportcijfers voorbereiding studie voor eerste baan HBO-niveau
WO-niveau
caesar/mensendieck
7,4
biomedische wetenschappen
7,7
chemische technologie
7,4
tandheelkunde
7,6
wis- of natuurkunde
7,3
scheikunde
7,6
lichamelijke oefening 1 graad
7,3
elektrotechniek
7,5
fysiotherapie
7,2
natuurkunde
7,3
e
Salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden Tot nu toe hebben we geconcludeerd dat er flinke verschillen bestaan qua aard van het dienstverband en de aansluiting tussen studie en baan voor verschillende opleidingen. Ook interessant in dit opzicht zijn de arbeidsvoorwaarden die verbonden zijn aan de baan. Wat voor salaris ontvangt de hoger opgeleide in zijn eerste baan? In Figuur 3.5 is de verdeling van de salarissen van
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
42
Hoofdstuk 3
de eerste baan, van zowel HBO-ers als academici, weergegeven. Daarbij zijn de verdiende salarissen in een aantal schalen ingedeeld. De schalen zijn elk ƒ250 groot. Het gemiddelde startsalaris van een HBO-er is ƒ2.200 en van een kersverse doctorandus ƒ2.500. De spreiding rond het gemiddelde is bij beide groepen groot. Op HBO-niveau zijn de grootverdieners met name te vinden binnen enkele technische en economische studies. Binnen de technische studies vinden we relatief hoge salarissen onder de studenten bedrijfskundige- en hogere informatica (gemiddelde ƒ2.700) en elektrotechniek. Binnen de economische studierichting zijn de hoge salarissen voor de studenten bedrijfseconomie en logistiek en economie (ƒ2.600). Op universitair niveau zijn er twee uitschieters: tandheelkunde (ƒ4.400) en geneeskunde (ƒ3.500). Zoals in Figuur 3.5 is te zien, is het percentage academici dat meer dan ƒ2.500 aan salaris ontvangt aanzienlijk hoger is dan het percentage HBO-ers dat meer dan ƒ2.500 verdient. Het percentage HBO-ers dat ƒ2.500 of minder verdient is logischerwijs aanzienlijk groter dan het percentage academici; met name in de categorie ƒ2.250 ≤ ƒ2.500 is het percentage HBO-ers groter. Figuur 3.5
Netto salaris eerste baan hoger opgeleiden. HBO
Procent
WO
25
20
15
10
5
0 250
500
750
1000
1250
1500
1750
2000
2250
2500
2750
3000
3250
3500
3750
4000
4250
4500
4750 5000 Salaris in guldens
Bron: SEO/Elsevier (2000) Naast de primaire arbeidsvoorwaarde, het loon, kijken we naar de secundaire arbeidsvoorwaarden. Deze zijn weergegeven in Figuur 3.6. Zoals in de figuur is te zien, zijn de arbeidsvoorwaarden voor HBO-ers en academici ongeveer gelijk. Iets meer dan de helft geeft aan in de eerste baan reeds een spaarloonregeling te hebben gehad en/of mee te doen aan een bedrijfsspaarregeling. Een evenzo groot deel geeft aan dat men de mogelijkheid had om in deeltijd te werken. De winst-
Werken
43
en/of eindejaarsuitkering was voor iets meer dan een kwart een (vaste) beloningscomponent. De onregelmatigheidstoeslag komt echter vaker voor bij HBO-ers dan bij academici (respectievelijk 22% en 13%). Een auto van de zaak is voor circa één op de tien hoger opgeleiden weggelegd, wat ook geldt voor kinderopvang. Figuur 3.6
Arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten eerste baan
Arbeidsvoorwaarde 7% aandelen/opties in bedrijf
HBO
WO
8% 11%
kinderopvang
10% 10%
auto v/d zaak
11% 21%
13de maand
21% 13%
onregelmatigheidstoeslag
22% 27%
winst/eindejaarsuitkering
29% 46%
flexibele werktijden
46% 52%
deeltijd
49% 52%
spaarloon/bedrijfssparen
53% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Bedrijfstak In Figuur 3.7 wordt weergegeven in welke bedrijfstakken de afgestudeerde HBO-ers van 1997/1998 in hun eerste baan terecht zijn gekomen. We onderscheiden negentien bedrijfstakken, gebaseerd op de SBI (Standaard Bedrijfsindeling) van het CBS. De gehanteerde indeling is niet geheel evenwichtig. Getracht is een evenwicht te vinden tussen praktisch hanteerbaar aantal categorieën en zinvolle differentiatie in sectoren waar veel HBO-ers terechtkomen. Desondanks ontbreekt de bedrijfstak van 7% van de respondenten (in Figuur 3.7 de categorie ‘overig’). De meeste net afgestudeerde HBO-ers van de onderscheiden opleidingsrichtingen komen terecht in de gezondheids- en welzijnszorg, de zakelijke dienstverlening en het onderwijs. Binnen de industrie zijn de grafische industrie en uitgeverijen de grootste afnemers van pas afgestudeerde HBO-ers. In Figuur 3.7 vinden we ook bedrijfstakken die niet of nauwelijks HBO-ers aantrekken.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
44
Hoofdstuk 3
Met name in de nutsbedrijven, landbouw en visserij en het grootste deel van de industrie is, zo lijkt het, weinig behoefte aan deze mensen. Figuur 3.7
In welke bedrijfstak komt de HBO-er terecht (eerste baan)?
Bedrijfstak nutsbedrijven 0% landbouw/visserij
1%
groothandel
1%
chemische industrie
1%
voed.- en genotmiddelenindustrie
2%
transport, opslag en infrastructuur
2%
metaalindustrie
2%
horeca
2%
cultuur, sport en recreatie
2%
grafische industrie/uitgeverijen
3%
detailhandel
3%
bouwnijverheid
3%
overige industrie
4%
overheid
4% 7%
overig
8%
financiële instellingen
12%
onderwijs
20%
zakelijke dienstverlening
21%
gezondheid- welzijnszorg 0%
5%
10%
15%
20%
25% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) De meeste net afgestudeerde academici komen terecht in de zakelijke dienstverlening. Andere grote bedrijfstakken die veel doctorandi opnemen zijn de gezondheids- en welzijnszorg en onderwijs. Daarmee is afgezien van de volgorde de top-3 dezelfde als die van HBO-ers. Binnen de industrie is de chemische industrie de grootste afnemer van pas afgestudeerde academici. In Figuur 3.8 vinden we ook bedrijfstakken die niet of nauwelijks academici aantrekken. Met name bij de nutsbedrijven, horeca, (groot)handel, landbouw en visserij en het grootste gedeelte van de industrie is, zo lijkt het, weinig behoefte aan academici.
Werken
45
Figuur 3.8
In welke bedrijfstak komt de academici terecht (eerste baan)?
Bedrijfstak nutsbedrijven 0% metaalindustrie
1%
landbouw/visserij
1%
horeca
1%
groothandel
1%
cultuur, sport en recreatie
1%
voed.- en genotmiddelenindustrie
2%
transport, opslag en infrastructuur
2%
grafische industrie/uitgeverijen
2%
detailhandel
2%
chemische industrie
2%
bouwnijverheid
2% 3%
overige industrie
8%
financiële instellingen
9%
overheid
10%
overig
12%
onderwijs
19%
gezondheid- welzijnszorg
24%
zakelijke dienstverlening 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Functietypering Wat voor baan vinden de HBO-ers en academici na het verlaten van de opleiding? We onderscheiden dertien categorieën. We vinden de meeste HBO-ers in de medische/verzorgende functies en financieel/administratieve functies. Slechts weinig HBO-ers vervullen in hun eerste baan een juridisch/bestuurlijke of onderzoeksfunctie. Universitair afgestudeerden laten een ander beeld zien. Eén op de tien komt terecht in het speur & ontwikkelingswerk, wat ook geldt voor de juridisch/bestuurlijke functies. Opvallend is het relatief grote aandeel dat na het afronden van de universitaire opleiding terechtkomt op een secretarieel of administratieve functie. Het aantal hoger opgeleiden dat direct na het verlaten van de studie instroomt in de directie of management van een onderneming is zeer klein; één procent van de HBO-ers en twee procent van de academici.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
46
Hoofdstuk 3
Figuur 3.9
Functietypering eerste baan van hoger opgeleiden HBO
WO
Functietypering
15%
administartief/secretarieel
12% 13%
anders
18% 5% 5%
automatisering directie/management
2% 1% 7%
financieel/economisch inkoop/logistiek juridisch/bestuurlijk
6% 2% 2% 8% 1% 13% 15%
medisch/verzorgend 9%
onderwijs/opleidingen onderzoek/r&d
11% 11% 2% 4%
personeel en organisatie
6% 3%
reclame/communicatie
3% 4%
techniek/productie
7% 5%
verkoop/marketing 0%
10% 2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
16%
18%
20% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000)
3.2. Baanmobiliteit Het aantal banen dat een afgestudeerde in de eerste twee jaar na afstuderen heeft gehad, geeft een indicatie van zijn positie op de arbeidsmarkt. Wanneer hoger opgeleiden na twee jaar nog steeds geen baan hebben gehad, dan duidt dit mogelijk op een zwakke arbeidsmarktpositie. Aan de andere kant kan een relatief groot aantal verschillende banen in de eerste periode op de arbeidsmarkt ook wijzen op een zwakke positie. De ‘matching’ tussen kennis en vaardigheden van enerzijds persoon en anderzijds functievereisten komt moeizaam tot stand.
Werken
47
Hierbij dient opgemerkt te worden dat we hier geen eisen stellen aan het niveau van de banen: elke baan telt. Een laag percentage dat nog nooit een baan heeft gehad, betekent nog niet dat alle afgestudeerden een baan aansluitend op hun studie hebben gevonden, maar kan ook komen doordat afgestudeerden een baan op een lager niveau accepteren. In Figuur 3.10 is het aantal banen na afstuderen van HBO-ers en academici weergegeven. Zowel op HBO- als WO-niveau geeft 47% aan één baan gehad te hebben. Het aantal gediplomeerden dat twee banen heeft gehad is onder academici 4% groter dan onder de HBO-ers (respectievelijk 34 en 30%). Het percentage dat 1½ jaar na afstuderen nog geen baan heeft gehad, is op WOniveau iets lager dan op het HBO (respectievelijk 2 en 6%). Dit wordt mogelijk veroorzaakt doordat HBO-ers na het afronden van hun opleiding relatief vaker aan een andere studie beginnen. Figuur 3.10
Aantal banen 1½ jaar na afstuderen
Aantal banen 1½ jaar na afstuderen HBO
WO
16% 3 banen of meer 17%
34% 2 banen 30%
47% 1 baan 47%
2% geen baan 6%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50% Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) In onderstaande tabellen worden de HBO- en WO opleidingen met de hoogste en laagste baanmobiliteit weergegeven. Over het algemeen zien we rechts in de tabel voornamelijk opleidingen met een relatief sterke arbeidsmarktpositie. Aan de linkerzijde staan doorgaans studies die een matig tot slechte arbeidsmarktrelevantie hebben.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
48
Hoofdstuk 3
Baanmobiliteit (HBO-ers) hoogste percentage met 3 banen na verlaten hogeschool
hoogste percentage met 1 baan na verlaten hogeschool
caesar/ mensendieck
55%
hogere informatica
73%
fysiotherapie
51%
accountancy
72%
logopedie
42%
leraar wis of natuurkunde
71%
ergotherapie
35%
bedrijfskundige informatica
71%
voeding en diëtiek
27%
logistiek en economie
69%
Bron: SEO/Elsevier (2000) Baanmobiliteit (Academici) hoogste percentage met 3 banen na verlaten universiteit
hoogste percentage met 1 baan na verlaten universiteit
tandheelkunde
47%
elektrotechniek
78%
engels
46%
econometrie
73%
culturele antropologie
34%
scheikundige technologie
71%
overige talen
32%
(technische) informatica
65%
algemene letteren
29%
natuurkunde
65%
Bron: SEO/Elsevier (2000) Bij welke studies vinden we afgestudeerden die 1½ jaar na afstuderen nog geen baan hebben gehad? Om deze vraag te beantwoorden is in de onderstaande tabellen het percentage afgestudeerde HBO-ers en academici dat 1½ jaar na afstuderen nog geen baan had gevonden weergegeven. Op HBO-niveau spant de studie chemische technologie de kroon: één op de vijf afgestudeerden heeft nog geen baan gevonden. Op WO-niveau zijn het de afgestudeerde biomedici. Eén op de vier biomedici heeft 1½ jaar na afstuderen nog geen baan gehad. HBO-ers met een afgeronde opleiding bedrijfskundig informatici en academici met een diploma technische informatica hebben allen minstens één baan gehad. Daarnaast vinden we op HBO-niveau weinig gediplomeerde fysiotherapeuten en leraren in het basisonderwijs die in de eerste 1½ jaar na afstuderen geen enkele baan hebben gehad. Op WO-niveau zijn het onder meer de afgestudeerde bouw- en bedrijfskundigen die na 1½ jaar bijna allemaal een baan hebben. 1½ jaar na afstuderen nog geen baan gehad (HBO-ers) hoogste percentage chemische technologie
laagste percentage 20%
bedrijfskundige informatica
0%
nederlands
14%
fysiotherapie
0%
communicatie
13%
leraar basis onderwijs
1%
levensmiddelentechnologie
12%
facilitaire dienstverlening
1%
chemisch laborant
12%
accountancy
2%
Bron: SEO/Elsevier (2000)
Werken
49
1½ jaar na afstuderen nog geen baan gehad (academici) hoogste percentage
laagste percentage
biomedische wetenschappen
25%
bedrijfskunde
0%
filosofie/godgeleerdheid
11%
bouwkunde
0%
pedagogische wetenschappen
7%
(technische) informatica
0%
kunstgeschiedenis en archeologie
6%
(technische) wiskunde
0%
psychologie
6%
civiele techniek
0%
Bron: SEO/Elsevier (2000) Waarom van baan veranderd? Welke motieven gaan zoal schuil achter baanwisselingen? Er zijn, zowel op HBO- als op WOniveau, in hoofdzaak vier redenen te onderscheiden: 1.
de baan sloot inhoudelijk of qua niveau niet aan op de studie;
2.
aflopend contract;
3.
slechte carrièreperspectieven;
4.
slechte sfeer.
Figuur 3.11
Motivatie baanwisseling hoger opgeleiden
Motivatie baanwisseling….
HBO
WO
1%
faillissement 0% ontslagen
0% 1% 4%
salaris
5% 10%
niet aansluitend op studie
9% 13%
perspectieven
11% 14%
aflopend contract
13% 10%
sfeer
13% 19%
onder opleidingsniveau
14% 30%
andere reden
33% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Procent
Bron: SEO/Elsevier (2000) Salaris, ontslag en faillissement worden zeer zelden genoemd. Naast de genoemde redenen zijn er kennelijk nog andere redenen om van baan te veranderen denkbaar. Eén op de drie baanwis-
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
50
Hoofdstuk 3
selaars op zowel HBO- als WO-niveau gaf een andere motivatie dan de reeds genoemde. In Figuur 3.8 zijn die vergaard in de categorie 'andere reden'. De verschillen in dit opzicht tussen de opleidingsrichtingen geven een aanvulling op het inzicht in de baanmobiliteit. Zo zien we bijvoorbeeld dat afgestudeerden caesar of mensendieck die drie keer of meer van baan verwisseld zijn, bijna nooit de aansluiting tussen studie en baan als reden aangeven. In 27% van de gevallen betreft het een aflopend contract, 12% noemt de slechte sfeer. Het lage salaris en werk onder het opleidingsniveau worden elk door 9% van de baanwisselaars genoemd. Slechts 6% noemt de carrièreperspectieven en 36% geeft een andere reden. Bij de studie tandheelkunde zien we hetzelfde beeld: het aflopende contract is de voornaamste reden voor een kwart van de baanwisselingen, de slechte sfeer wordt door 9% genoemd en het salaris, de perspectieven en ontslagen worden elk door 3% van de respondenten genoemd. De aansluiting tussen studie en baan wordt door geen van de respondenten genoemd die drie keer of meer van baan zijn verwisseld.
3.3. De huidige baan In deze paragraaf analyseren we de kenmerken van de huidige baan van de afgestudeerde HBOer en academicus. Daarbij zullen we ons voornamelijk concentreren op een vergelijking tussen de eerste baan en de huidige baan. Daarbij zullen onder meer de volgende vragen worden beantwoord: is er verbetering opgetreden ten opzichte van de eerste baan, en zo ja, in welke opzichten? Wat is de gemiddelde salarisstijging tussen de eerste en huidige baan? Is er een verandering te registreren in de secundaire arbeidsvoorwaarden? Zien we een verbetering in de aansluiting tussen studie een baan? Aard van het dienstverband In Figuur 3.12 is weergegeven welke mutaties zich qua dienstverband voordoen tussen de eerste en de huidige baan van de hoger opgeleide. Het aantal HBO-ers met een vast contract neemt met 33 procentpunten toe tot 65%. Het aantal HBO-ers dat met een uitzendcontract of tijdelijk contract met uitzicht vast werkt, nemen ieder af met 16 procentpunten. Daarnaast neemt het percentage HBO-ers dat via een tijdelijk contract werkt af met 6 procentpunt en via een detacheringsbureau met 2 procentpunt. Er is geen toename waar te nemen in het percentage dat na de eerste baan als zelfstandige gaat werken. Wel is een lichte toename in het percentage freelancers waar te nemen (1 procentpunt). Op WO-niveau is nagenoeg dezelfde ontwikkeling zichtbaar.
Werken
51
Figuur 3.12
Mutaties in de aard van het dienstverband van de huidige baan t.o.v. de eerste baan HBO
Aard van het dienstverband zelfstandig
1%
freelance
1%
via detacheringsbureau
WO
-2%
-15%
-16%
via uitzendbureau
tijdelijk contract met uitzicht vast
-1%
-9%
tijdelijk contract
-15%
-5%
28%
36%
vast contract
-40%
-20%
0%
20%
40%
60% 80% Mutatie (in procenten)
Bron: SEO/Elsevier (2000) Aansluiting Zoals in Paragraaf 3.2 is aangegeven, onderscheiden we twee niveaus van aansluiting: overscholing en de inhoudelijke aansluiting. De subjectieve en objectieve overscholing nemen voor alle studies op zowel HBO als WO-niveau af. De objectieve overscholing neemt op HBO-niveau met 60% af tot 0,3 onderwijsniveau’s. De subjectieve overscholing neemt af met 100% en is in de huidige baan gemiddeld gelijk aan 0. Dit betekent dat de gediplomeerde HBO-er zijn functie op HBOniveau inschat, terwijl de werkgever een iets lager opleidingsniveau vraagt dan HBO. De mate van overscholing is echter zeer laag. Een soortgelijke afname van de objectieve en subjectieve overscholing zien we op WO-niveau: de objectieve overscholing neemt af met 55% tot 0,4 onderwijsniveaus. De subjectieve overscholing neemt af met 78% tot 0,3 onderwijsniveau’s. Dit betekent dat de WO-er naar eigen inzicht, maar ook volgens de werkgever voor de functie die hij of zij vervult in lichte mate overschoold is. In Figuur 3.13 is de verandering in de inhoudelijke overscholing van de HBO-ers en academici weergegeven. In de figuur is te zien dat de inhoudelijke aansluiting ook verbetert. Het aandeel hoger opgeleiden dat aangeeft dat de functie die zij op het moment van enquêteren vervullen met elke andere studie ook vervuld had kunnen worden neemt op zowel HBO als WO-niveau sterk af.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
52
Hoofdstuk 3
Figuur 3.13
Mutatie inhoudelijke aansluiting studie en huidige baan Eerste baan
Mutatie huidige baan
zonder mijn opleiding en specialisatie niet te vervullen
15%
8%
zonder mijn opleiding niet te vervullen
33%
HBO
met elke andere hogere opleiding goed te vervullen
9%
52%
-17%
WO zonder mijn opleiding en specialisatie niet te vervullen
9%
zonder mijn opleiding niet te vervullen
41%
met elke andere hogere opleiding goed te vervullen -30%
-19% -20%
9%
10%
50% -10%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Bron: SEO/Elsevier (2000) Salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden huidige baan Wat betekenen de gepresenteerde mutaties in de aard van het dienstverband en het niveau van de baan voor het netto salaris? In Figuur 3.14 en 3.15 zijn de salarissen van de eerste baan en de mutaties in het salaris van de huidige baan ten opzichte van de eerste baan weergegeven. In de figuren is tevens het gemiddelde netto salaris in de eerste baan en de huidige baan opgenomen. Uit de figuren blijkt dat het ‘salarisklassement’ van de huidige baan ten opzichte van de eerste baan op zowel HBO-niveau als Wo-niveau vrijwel ongewijzigd is Bij bijna alle opleidingen is er een verbetering van het salaris in de huidige baan ten opzichte van de eerste baan waarneembaar. Daarbij doen zich op Wo-niveau twee uitzonderingen voor: de afgestudeerde biomedicus en de afgestudeerde geneeskundige. Het gemiddelde salaris in de huidige baan ligt voor de afgestudeerde HBO-er op ƒ2.700 en voor de academicus op ƒ3.100. De gemiddelde mutatie op zowel HBO- als WO-niveau is ƒ600. Het salarisverschil tussen HBO-ers en academici blijft daarmee gemiddeld constant. Op HBO-niveau registreren we de grootste mutatie in netto salaris, opvallend genoeg, voor de HBO-er met een diploma van de lerarenopleiding, specialisatie Engels op zak (ƒ800). Gediplomeerde chemisch technologen, acoounstant en small businees en retail management laten eveneens een zeer bovengemiddelde mutatie zien (ƒ700).
Werken
53
Figuur 3.14
Salaris eerste baan en mutatie huidige baan HBO-ers Salaris (netto p. mnd eerste baan)
Mutatie huidige baan
Opleiding docerend musicus 1900
100 400
soc. pedagogische hulpverlening 1700 beeldende kunst en vormgeving 1900
300
logopedie 1700
500
cult. en maatsch. vorming 2100
200 300
voeding en diëtiek 2000 geschiedenis 2100
300
ergotherapie 1800
600
maatsch. werk en dienstverlening 2000 nederlands 2100
400 300
verpleegkunde 2100
300
medische laboratoriumopleiding 2100
400
lichamelijke oefening 1e graad 1900 caesar/ mensendieck 1800
600 700
uitvoerend musicus 2000
500
frans/duits 2100
400 300
aardrijkskunde 2200 wis of natuurkunde 2000
600
fysiotherapie 2400 chemisch laborant 2200
200 400
veehouderij 2100
500
2100
500
soc. juridische dienstverlening 2200
400
personeel en arbeid 2200
400 500
hoger toeristisch en recreatief onderwijs
maatschappijleer 2100 GEMIDDELDE 2100
600
engels 1900
800 600
leraar basis onderwijs 2100 bouwkunde 2200
500 500
facilitaire dienstverlening 2200 civiele techniek 2300
600 400
communicatie 2200
500
journalistiek en voorlichting 2100
management, economie en recht 2300
500
informatiedienstverlening en- management 2200
600 400
levensmiddelentechnologie 2400
400 600
international business and languages 2400 economie (algemeen en bedrijfs-) 2200 commerciële economie 2300
600
2200 land, water en milieubeheer/ kunde 2500
400
700
chemische technologie
bedrijfseconomie 2600
300 600 400
hoger hotel onderwijs 2300 agrarische bedrijfskunde 2500
700 400
accountancy 2300 logistiek en economie 2600 small business en retail management 2400
700
hogere informatica 2700
400 500 600 600
bedrijfskundige informatica 2700 elektrotechniek 2600 technische bedrijfskunde 2700
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
Guldens
Bron: SEO/Elsevier (2000)
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
54
Hoofdstuk 3
Figuur 3.15
Salaris eerste baan en mutatie huidige baan academici Salaris (netto p. mnd eerste baan)
Opleiding biomedische wetenschappen
2300
pedagogische wetenschappen 1900
500
biologie 2100
300 400
culturele antropologie
2000
nederlands 2000
600
engels 1900
700 500
geschiedenis 2100
700
scheikunde 2000 overige talen 2200
500
psychologie 2300
400
filosofie/godgeleerdheid 2000
700 400 400
gezondheidswetenschappen 2300 chemisch/technologisch 2400 sociale geografie 2200
600
landgebruik 2200
600
algemene letteren 2200
600 200
natuurkunde 2600
2300
600
bedrijfscommunicatie letteren 2300
600
2300
600
europese studies
planologie
(toegepaste) onderwijskunde 2200
800
bouwkunde 2500 notarieel recht 2200
500 800
sociologie 2400
600
sociaal-culturele wetenschappen 2200
800
GEMIDDELDE
Mutatie huidige baan
2500
600 400
(technische) wiskunde 2700
politicologie 2100
600 1000
scheikundige technologie 2500
700
nederlands recht 2400
800
(technische) informatica 2700
500 700
industrieel ontwerpen
2500
communicatiewetenschap 2500 bestuurskunde 2500 civiele techniek
800 500 700
2800
werktuigbouwkunde 2600 econometrie 2700
700
elektrotechniek 2800
600 900
economie 2500
500 900
farmacie 2900 bedrijfskunde 2600 geneeskunde 3500 fiscaal-juridische opleiding 2500
1000
technische bedrijfskunde 2900
700 1600
tandheelkunde 4400
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000 Guldens
Bron: SEO/Elsevier (2000)
Werken
55
Op WO-niveau registreren we de grootste mutatie voor de afgestudeerde tandheelkundigen, maar liefst ƒ1.600. Met deze mutatie blijft de gemiddelde tandheelkundige met afstand de meest verdienende academicus. Politicologen en afgestudeerden aan een financieel-juridische opleiding laten eveneens een grote vooruitgang zien (ƒ1.000). Voor de geneeskundigen registreren we een te verwaarlozen mutatie. Daarmee zakken de geneeskundigen twee plaatsen in het salarisklassement. Dat neemt niet weg dat geneeskundigen een zeer bovengemiddeld inkomen behouden. De mutatie in het salaris tussen de eerste en huidige baan geeft slechts een partieel beeld van de arbeidsvoorwaarden. De secundaire arbeidsvoorwaarden worden steeds belangrijker in de langzaam in opkomst zijnde tweeverdieners-maatschappij. Kinderopvang en de extra ADV dag zijn niet te verwaarlozen aspecten voor de aantrekkelijkheid van een baan. In Figuur 3.16 en 3.17 wordt de gemiddelde verandering in de secundaire arbeidsvoorwaarden voor HBO-ers en academici tussen de eerste en de huidige baan weergegeven. We verwachten dat de secundaire arbeidsvoorwaarden, net als de primaire arbeidsvoorwaarden, in de huidige baan verbeterd zijn. In Figuur 3.16 en 3.17 is te zien dat dit voor de meeste voorwaarden inderdaad het geval is. Op HBO-niveau is een duidelijke toename in het aandeel met een spaarloon/bedrijfssparen regeling waarneembaar. Eveneens zien we een toename van het aandeel dat flexibele werktijden heeft, onregelmatigheidstoeslagen ontvangt, een auto van de zaak rijdt, gebruik kan maken van door het bedrijf gesponserde kinderopvang en/of een aandelen of optieregeling heeft. Het is zeer opmerkelijk dat het aandeel HBO-ers dat een 13e maand of winstuitkering ontvangt licht afneemt. Op WO-niveau is eveneens een afgetekende toename te zien in het aandeel HBO-ers dat een spaarloon/bedrijfssparen regeling als secundaire arbeidsvoorwaarde heeft opgenomen in het contract. Er is eveneens een toename geregistreerd voor het aandeel academici dat flexibele werktijden heeft, een winst/eindejaarsuitkering en/of 13e maand ontvangt, een auto van de zaak rijdt, gebruik kan maken van door het bedrijf gesponsorde kinderopvang en/of een aandelen of optieregeling heeft. In tegenstelling tot de afgestudeerde HBO-ers hebben academici in de huidige baan, minder dan in de eerste baan de mogelijkheid om in deeltijd te werken. Wellicht heeft deze afname te maken met het geringe aantal deeltijdfuncties op WO-niveau. Bovendien is het zeer opmerkelijk dat academici minder vaak een onregelmatigheidstoeslag ontvangen.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
56
Hoofdstuk 3
Figuur 3.16
Mutatie secundaire arbeidsvoorwaarden HBO-ers Eerste baan
Arbeidsvoorwaarde 8%
aandelen/opties in bedrijf
10%
kinderopvang 13de maand
-4%
11%
auto v/d zaak
21% -2%
29%
deeltijd
49%
spaarloon/bedrijfssparen
53% -5%
5%
7% 5%
46%
flexibele werktijden
-15%
4%
22%
onregelmatigheidstoeslag
winst/eindejaarsuitkering
Mutatie huidige baan
5%
16% 2% 22% 15%
25%
35%
45%
55%
65%
75% 85% Procentpunt
Bron: SEO/Elsevier (2000) Figuur 3.17
Mutatie secundaire arbeidsvoorwaarden academici
Arbeidsvoorwaarde
Eerste baan -2%
onregelmatigheidstoeslag
13% 7%
aandelen/opties in bedrijf
5%
kinderopvang
11%
7%
auto v/d zaak
10%
8%
13de maand
21%
winst/eindejaarsuitkering
27%
deeltijd
-4%
46%
spaarloon/bedrijfssparen
52% -5%
8% 19%
52%
flexibele werktijden
-15%
Mutatie huidige baan
5%
7% 28% 15%
25%
35%
45%
55%
65%
75%
85%
Procentpunt
Bron: SEO/Elsevier (2000) Bedrijfstak huidige baan In de voorgaande paragraaf hebben we stilgestaan bij de bedrijfstak waarin de afgestudeerde hoger opgeleiden hun eerste baan vervulden. In het onderstaande belichten we de verandering die optreedt in de bedrijfstakken als werkgevers van de hoog opgeleiden. De figuren geven naast het percentage dat in de eerste baan in een bepaalde bedrijfstak werkzaam was ('eerste baan') een mutatie te zien ('mutatie huidige baan'). Indien het percentage van de eerste baan en de mutatie worden gesommeerd, wordt het percentage in die bedrijfstak in de huidige baan verkregen. Uit
Werken
57
Figuur 3.18 komt naar voren dat het percentage werkzame HBO-ers in het onderwijs het meest toeneemt (4 procentpunt). De zakelijke dienstverlening neemt als werkgever een nog prominentere plaats in dan hij in de eerste baan al deed en wordt de grootste werkgever voor de afgestudeerde HBO-er. Op het moment van enquêteren is bijna een kwart van de werkende HBO-ers werkzaam in deze sector. We meten voorts kleine toenames van het percentage HBO-ers dat werkzaam is bij de overheid en in de bouwnijverheid. Alhoewel de afname klein is, registreren we de grootste afname in het percentage werkzame HBO-ers bij de financiële instellingen. Zes procent van de werkzame HBO-ers was op het moment van enquêteren werkzaam bij een financiële instelling. Figuur 3.18
In welke bedrijfstak komt de HBO-er terecht? (huidige baan) Bedrijfstak nutsbedrijven
Eerste baan
0%
transport, opslag en infrastructuur
-1%
2%
horeca
-1%
2%
landbouw/visserij
1%
groothandel
1%
chemische industrie
1%
grafische industrie/uitgeverijen
-1%
3%
detailhandel
-1%
3%
voedings- en genotmiddelenindustrie
2%
metaalindustrie
2%
cultuur, sport en recreatie
2%
overige industrie
-1%
4%
bouwnijverheid
3%
overheid
4%
financiële instellingen
-2%
overig
Mutatie huidige baan
1% 1%
8% 7%
1%
12%
onderwijs -1%
gezondheid- welzijnszorg zakelijke dienstverlening
4%
21%
3%
20%
-5%
0%
5%
10%
15%
20% 25% Procentpunt
Bron: SEO/Elsevier (2000) Het grootste deel van de academici is net als in de eerste baan werkzaam in de zakelijke dienstverlening. De sector neemt echter zo’n vijf procent meer van de werkzame academici op dan in de eerste baan. Dit gaat met name ten koste van het percentage academici in de gezondheids- en
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
58
Hoofdstuk 3
welzijnszorg. Op het moment van enquêteren is bijna één op de drie academici werkzaam in de zakelijke dienstverlening. Figuur 3.19
In welke bedrijfstak komt de academicus terecht? (huidige baan) Bedrijfstak
Eerste baan
horeca
-1%
1%
transport, opslag en infrastructuur
-1%
2%
landbouw/visserij
1%
groothandel
1%
detailhandel
-1%
2% 1%
cultuur, sport en recreatie -1%
chemische industrie
2% 2%
voedings- en genotmiddelenindustrie
1% 1%
metaalindustrie grafische industrie/uitgeverijen
2%
bouwnijverheid
2% 3%
overige industrie -1%
financiële instellingen
9%
overheid -1%
onderwijs -4%
2%
12% 19% 5%
24%
zakelijke dienstverlening -10%
8% 10%
overig
gezondheid- welzijnszorg
Mutatie huidige baan
0%
nutsbedrijven
-5%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30% 35% Procentpunt
Bron: SEO/Elsevier (2000) Functietypering huidige baan Naast de verandering in het aandeel werkzame hoger opgeleiden in de verschillende bedrijfstakken is het ook interessant te kijken naar wat deze verandering inhoudt op het gebied van de functietypering. In Figuur 3.20 en 3.21 is de mutatie in de functietypering van de HBO-ers en academici weergegeven. Zowel de HBO-ers als de academici geven in hun huidige baan ten opzichte van de eerste een sterke afname van het percentage werkenden in de administratief / secretariële functies te zien. Bovendien wordt op beide niveaus een afname in het percentage met een baan in de medische en verzorgende beroepen waargenomen, terwijl een groter deel in de huidige baan werkzaam is
Werken
59
binnen de directie, als manager of binnen de automatisering. Onder HBO-ers merken we de grootste toename op in de financieel/economische of onderwijs/opleidingen beroepen. Onder afgestudeerde academici registreren we de grootste toename in de functies met een juridisch/bestuurlijke of onderzoek/r&d signatuur. Figuur 3.20
Functietypering huidige baan HBO-ers
Functietypering administratief/secretarieel
Eerste baan -7%
12%
anders
-2% -2%
medisch/verzorgend techniek/productie
-1%
verkoop/marketing
-1%
18% 15% 7% 10%
inkoop/logistiek
2%
juridisch/bestuurlijk
1%
onderzoek/r&d
2%
automatisering
5%
personeel en organisatie
6%
reclame/communicatie
3%
directie/management
1%
financieel/economisch
6%
onderwijs/opleidingen
11%
-10%
Mutatie huidige baan
-5%
0%
1% 1% 1% 2% 4% 4% 5%
10%
15% 20% Procentpunt
Bron: SEO/Elsevier (2000)
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
60
Hoofdstuk 3
Figuur 3.21
Functietypering huidige baan academici
Fucntietypering
Eerste baan
inkoop/logistiek administratief/secretarieel
Mutatie huidige baan 2%
-12%
15%
reclame/communicatie
3%
directie/management
2%
personeel en organisatie
4%
techniek/productie
4%
automatisering
5%
verkoop/marketing
5%
-1%
onderwijs/opleidingen financieel/economisch
1% 2%
9%
1%
7%
medisch/verzorgend
-3%
13% 13%
anders juridisch/bestuurlijk onderzoek/r&d -15%
2%
-10%
-5%
8%
6%
11%
3%
0%
5%
10%
15%
20%
Procentpunt
Bron: SEO/Elsevier (2000) Op basis van de mutaties in de functietypering kunnen we concluderen dat er na de eerste baan een verbetering optreedt in de match tussen opleiding en baan. We constateren immers een verschuiving van het aandeel administratief/secretariële banen naar functietyperingen die meer overeenkomen met het profiel van de hoger opgeleide. Gecombineerd met hetgeen we eerder in deze paragraaf vonden met betrekking tot het niveau van de baan, de aanstellingsvorm en de arbeidsvoorwaarden, kunnen we concluderen dat recentelijk afgestudeerde hoger opgeleiden er in de eerste jaren na het verlaten van de studie flink op vooruit gaan.
Werken
61
3.4. De beroepreikwijdte van opleidingen Inleiding Sommige opleidingen leiden op tot praktisch één soort beroep of functie. Goede voorbeelden daarvan zijn de opleidingen tot tandarts en fysiotherapeut. De tijdens de opleiding opgedane kennis en vaardigheden zijn één-op-één gerelateerd aan de benodigde kennis en vaardigheden in het beroep. Andere opleidingen daarentegen zijn meer algemeen van karakter. De afgestudeerden kunnen na de opleiding in een veelheid van functies en beroepen terecht. Men kan in dit verband denken aan de studie economie. Afgestudeerden kunnen er beleidsmedewerker mee worden, accountmanager, onderzoeker, controller, financieel medewerker en ga zo door. We noemen dit in het vervolg de beroepreikwijdte van de opleiding. De hierboven aangehaalde voorbeelden volgend zeggen we nu dat de beroepreikwijdte van tandheelkunde klein is, en die van economie groot. Wanneer echter de vraag naar tandheelkunde kleiner is dan het aanbod ervan, zullen we ook hier een grote beroepreikwijdte constateren, ondanks dat deze opleiding in principe specifiek opleidt. Definitie Om opleidingen te kunnen rangschikken op beroepreikwijdte is een indicator ontwikkeld. Daarin komt enerzijds het aantal verschillende functies dat door de respondenten van een opleiding werd gerapporteerd tot uitdrukking, en anderzijds de mate van spreiding van de respondenten over de gerapporteerde functies. Dat het opnemen van de spreiding in de indicator van wezenlijk belang is, wordt duidelijk aan de hand van het volgende voorbeeld. Stel, van studie A komen 91 van de 100 respondenten terecht in functie X en de overige 9 bekleden allen een andere (verschillende) functie. Van studie B blijken de 100 respondenten exact gelijk verdeeld te zijn over 10 functies. Beide studies, geven toegang tot 10 functies of beroepen, en men zou (ten onrechte) kunnen concluderen dat beide studies dezelfde beroepreikwijdte hebben. Nadere bestudering leert evenwel dat meer dan 90% van studie A terechtkomt in functie X. De beroepreikwijdte van studie A is dus wezenlijk anders dan die van studie B. In onze indicator is de beroepreikwijdte van A kleiner dan van B. Zie ook Bijlage 2 voor een technische uiteenzetting van de reikwijdteindicator. Functies In de enquête werden respondenten in de gelegenheid gesteld de gangbare benaming van hun functie aan te geven. Dat leverde een zeer groot aantal gerapporteerde functies op, die vervolgens zijn geclusterd tot 158 functies, inclusief de categorieën ‘overige functies’, ‘student’ en ‘werkzoekend’. In Bijlage 3 worden ze alle alfabetisch weergegeven.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
62
Hoofdstuk 3
Figuur 3.22
De beroepreikwijdte van voltijd HBO-opleidingen veehouderij
hoger toeristisch en recreatief onderwijs leraar economie facilitaire dienstverlening sociaal-juridische dienstverlening opleiding voor management, economie en recht hoger hotelonderwijs land-, water- en milieubeheer/milieukunde agrarische bedrijfskunde technische bedrijfskunde informatiedienstverlening en - management international business and languages commerciële economie chemische technologie civiele techniek bedrijfskundige informatica maatschappelijk werk en dienstverlening culturele en maatschappelijke vorming personeel en arbeid communicatie leraar maatschappijleer journalistiek en voorlichting elektrotechniek bedrijfseconomie levensmiddelentechnologie voeding en dietetiek small business en retail management logistiek en economie bouwkunde leraar aardrijkskunde sociaal pedagogische hulpverlening beeldende kunst en vormgeving leraar nederlands chemische laboratoriumopleiding leraar geschiedenis opleiding voor ergotherapie leraar gymnastiek leraar frans/duits docerend musicus muziek/uitvoerend musicus opleiding tot verpleegkundige hogere informatica medische laboratoriumopleiding accountancy leraar engels opleiding tot fysiotherapeut leraar wis/natuurkunde opleiding voor logopedie opleiding oefentherapie cesar/mensendieck leraar basisonderwijs
kleine 0%reikwijdte 10%
Bron: SEO/Elsevier (2000)
20%
30%
40%
50%
grote reikwijdte 60% 70%
Werken
63
Het HBO Het gemiddeld aantal verschillende functies per opleiding bedraagt voor het HBO negentien. Dat wil zeggen dat de afgestudeerden van een gemiddelde HBO-opleiding in negentien verschillende (clusters van) functies terechtkomen. De spreiding rond dat gemiddelde is groot: voor sommige opleidingen registreren we slechts enkele functies, voor andere maar liefst tegen de dertig verschillende functies. De opleiding tot leraar basisonderwijs scoort het laagst met drie verschillende functies: docent (86%), bibliothecaris (1%) en secretaresse (1%). Afgestudeerden van HBOopleiding Veehouderij geven met 30 het grootste aantal verschillende functies aan, waaronder consulent (9%), pr-medewerker (5%) en accountmanager (4%). In de Statistische Bijlage (HBOtabellen) worden van alle HBO-opleidingen die in het onderzoek zijn betrokken de drie grootste (clusters van) functies vermeld. In de indicator voor de beroepreikwijdte komt naast het aantal verschillende gerapporteerde functies ook de spreiding over die functies tot uitdrukking. De reikwijdte-indicator is berekend voor alle HBO-opleidingen in het onderzoek. De uitkomsten worden grafisch weergegeven in Figuur 3.22. Uit de figuur blijkt dat vier HBO-opleidingen er uitspringen:
veehouderij
hoger toeristisch en recreatief onderwijs
leraar economie
facilitaire dienstverlening
De opleidingen met een relatief kleine reikwijdte beginnen in de figuur bij leraar Nederlands. We tellen 18 HBO-opleidingen met relatief kleine reikwijdte, waaronder maarliefst 8 opleidingen tot docent en 4 (para-)medische opleidingen. HBO-opleidingen met een kleine reikwijdte zijn dus:
opleidingen tot leraar, uitgezonderd lerarenopleiding economie
opleidingen tot (para-)medische beroepen
opleiding tot musicus
accountancy
hogere informatica
Het WO Het gemiddeld aantal verschillende functies per WO-opleiding bedraagt 23. Dat is aanzienlijk hoger dan het gemiddelde voor HBO-opleidingen. Dat duidt erop dat academische studies meer algemeen van aard zijn dan HBO-opleidingen, die juist wat meer gericht zijn op het uitoefenen van een zekere functie of beroep. Het grootste aantal verschillende functies wordt gerapporteerd door respondenten van de studie economie; zij bekleden maar liefst 49 van 158 onderscheiden
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
64
Hoofdstuk 3
categorieën van functies. De grootste drie zijn: 1) het cluster van accountant, controller, treasurer, fiscalist (12%), 2) consulent (8%), en 3) accountmanager (8%). Studenten tandheelkunde komen terecht in slechts drie verschillende functies: tandarts (80%), docent (2%) of medisch assistent (2%). In de Statistische Bijlage (WO-tabellen) worden van alle overige WO-opleidingen in het onderzoek de drie grootste (clusters van) functies vermeld. In Figuur 3.23 wordt de reikwijdte-indicator voor de WO-opleidingen in het onderzoek grafisch weergegeven. De figuur laat zien dat een zestal studies er bovenuit springen:
economie
bestuurskunde
geschiedenis
sociale geografie
bedrijfskunde
sociologie
De opleidingen die relatief een kleine reikwijdte hebben beginnen onderaan in de figuur met (technische) informatica. Helemaal onderaan vinden we drie medische studies. Resumerend bieden de volgende universitaire opleidingen toegang tot relatief weinig verschillende functies:
tandheelkunde
geneeskunde
farmacie
scheikunde
notarieel recht
fiscaal-juridische opleiding
(technische) wiskunde
(technische) informatica
natuurkunde
Werken
65
Figuur 3.23
De beroepreikwijdte van WO-opleidingen economie bestuurskunde geschiedenis sociale geografie bedrijfskunde sociologie
chemisch/technologisch politicologie culturele antropologie psychologie gezondheidswetenschappen technische bedrijfskunde pedagogische wetenschappen europese studies landgebruik algemene letteren communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen civiele techniek werktuigbouwkunde filosofie/godgeleerdheid bouwkunde scheikundige technologie (toegepaste) onderwijskunde econometrie nederlands recht industrieel ontwerpen kunstgeschiedenis en archeologie planologie elektrotechniek bedrijfscommunicatie letteren overige talen biologie engels nederlands biomedische wetenschappen (technische) informatica natuurkunde (technische) wiskunde Fiscaal-juridische opleiding notarieel recht scheikunde farmacie geneeskunde tandheelkunde
kleine 0% reikwijdte 10%
20%
30%
40%
50% grote reikwijdte 60%
Bron: SEO/Elsevier (2000)
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
66
Hoofdstuk 3
3.5. Privé Het huishouden waarvan men deel uitmaakt is een belangrijke variabele voor empirische studies over arbeidsmarktgedrag. De omvang van het huishouden, het al dan niet hebben van kinderen of een (bij) verdienende partner zijn omstandigheden die het arbeidsaanbod en het zoekgedrag van een individu sterk beïnvloeden. In het onderzoek hebben we gevraagd naar de omvang van het huishouden, het huishoudinkomen, de arbeidsmarktpositie van de partner en het aantal kinderen dat deel uitmaakt van het huishouden. Thuis- en uitwonend Gemiddeld 19% van de HBO-ers en 7% van de academici is op het moment van enquêteren (nog) thuiswonend. De rest van de HBO-ers en academici heeft het ouderlijk huis reeds verlaten en vormt al dan niet met partner en eventueel kinderen een eigen huishouden. Het percentage thuiswonende afgestudeerde academici is aanzienlijk kleiner dan het percentage thuiswonende afgestudeerde HBO-ers. Een verklaring hiervoor kan gezocht worden in het hogere percentage universitaire studenten dat uitwonend is. De woonsituatie uit de studententijd zet zich in het werkzame leven voort. Gezinssituatie uitwonenden Het huishouden van de gemiddelde uitwonende HBO-er heeft een gemiddelde omvang van 2,0 personen. Alleenwonend is 35% van de ondervraagde HBO-ers. Meer dan de helft van de afgestudeerden aan de studies journalistiek en voorlichting en conservatoria zijn alleenwonend. Van de uitwonende HBO-ers behoort 36% tot een tweeverdienend huishouden. De meeste tweeverdieners registreren we onder de afgestudeerde verpleegkundigen en leraren wis- of natuurkunde (respectievelijk 65% en 63%). Van de ondervraagde HBO-ers geeft 4% aan één of meer kinderen te hebben. Het huishouden van academici is met 1,7 persoon gemiddeld iets kleiner dan dat van HBO-ers. Het percentage alleenwonenden is logischerwijs dan ook hoger onder academici dan onder HBOers. Het percentage academici met een kind verschilt nauwelijks van dat bij HBO-ers (5%). Huishoudinkomen We beschouwen het huishoudinkomen van uitwonende hoger opgeleiden. Het huishoudinkomen is niet gelijk aan het salaris van de afgestudeerde omdat er, zoals in deze paragraaf reeds beschreven, sprake kan zijn van een meeverdienende of kostwinnende partner. Het huishoudinkomen is derhalve geen goede indicator van de waarde die een opleiding in financiële termen op de
Werken
67
arbeidsmarkt kan hebben. Het gemiddelde (aanvang)salaris is daarvoor een betere maatstaf (zie Paragraaf 3.1). Het gemiddelde huishoudinkomen op het moment van enquêteren bedraagt voor de uitwonende HBO-ers gemiddeld ƒ4.100 en voor academici ƒ4.500 netto per maand. Het is interessant om naast het gemiddelde huishoudinkomen per studie te analyseren hoe het huishoudinkomen wordt beïnvloedt door een partner. Van de afgestudeerde HBO-ers met een partner is 37% tweeverdiener; 41% van de afgestudeerde academici met een partner is tweeverdiener. Het huishoudinkomen van de tweeverdienende HBO-ers is ƒ1.200 hoger dan het huishoudinkomen van de gemiddelde HBO-er. Van de tweeverdienende WO-er is het huishoudinkomen ƒ1.500 hoger dan gemiddeld.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
69
4.
De ‘beste’ studies
Welke studies bieden de afgestudeerde goede vooruitzichten op de huidige arbeidsmarkt, en welke niet? Een eenduidig antwoord op deze vraag is moeilijk te geven, omdat een veelheid aan aspecten een rol speelt. In dit hoofdstuk beschouwen we het arbeidsmarktperspectief - ofwel de zgn. arbeidsmarktrelevantie - van studies aan de hand van een zestal indicatoren. Het onderwijssysteem produceert mensen met zekere kennis en vaardigheden. De behoefte van de samenleving aan producten en diensten die met deze kennis en vaardigheden geproduceerd worden, komt (soms indirect) op de arbeidsmarkt tot uitdrukking in de vraag naar werknemers met die bewuste kennis en vaardigheden. Een duidelijk voorbeeld daarvan is de vraag naar diensten van een tandarts. De kiespijn van Nederlanders wordt vrijwel direct vertaald naar vraag naar tandartsdiensten. Voor bijvoorbeeld procestechnologen is de relatie tussen maatschappelijke behoefte en de vraag naar zijn arbeid minder duidelijk. Toch is het intuïtief aan te voelen dat de vraag naar zeg cocktailprikkers ergens uitmondt in een zeker aantal banen voor technici die het productieproces van cocktailprikkers ontwerpen en beheren. Derhalve mogen we ervan uit gaan dat de signatuur van de vraagzijde van de arbeidsmarkt – dus de behoefte aan verschillende kennis en vaardigheden van hoger opgeleiden - uiteindelijk wordt bepaald door consumptie. Het aanbod van arbeiders met zekere kennis en vaardigheden wordt verzorgd door het onderwijssysteem. De signatuur van de uitstroom uit het onderwijs wordt bepaald door de beroepsen/of studiekeuze van individuen; het is de (toevallige) resultante ervan. De intrigerende vraag die sommige economen bezig houdt is nu in hoeverre vraag en aanbod op elkaar aansluiten. Met andere woorden: in hoeverre leidt het onderwijssysteem mensen op waaraan op de arbeidsmarkt behoefte is? Wanneer de vraag het aanbod overtreft, zal er bij bepaalde opleidingen sprake zijn van schaarste aan uitstroom, waardoor de afgestudeerden in deze richtingen een sterke arbeidsmarktpositie hebben; hun kennis en vaardigheden zijn immers relatief schaars. Wij spreken dan van opleidingen met hoge arbeidsmarktrelevantie. Analoog daaraan zijn opleidingen met lage arbeidsmarktrelevantie de opleidingen die mensen afleveren met kennis en vaardigheden waarvan het aanbod op de arbeidsmarkt groter is dan de vraag. Definitie Hoe beoordelen wij de arbeidsmarktrelevantie van de verschillende opleidingen? Het ligt voor de hand om die vast te stellen aan de hand van indicatoren die duiden op spanning tussen vraag en aanbod, zoals de prijs (het salaris), eventuele overschotten (aantal werklozen) en de snelheid
70
Hoofdstuk 4
waarmee afgestudeerden een passende baan vinden (zoekduur). We gaan in dit onderzoek uit van de volgende 6 indicatoren: 1.
het percentage werkzoekenden zonder baan, gemiddeld anderhalf na afstuderen;
2.
percentage dat een vaste werkkring heeft en geen ander werk zoekt (‘gesetteld’);
3.
de gemiddelde zoekduur: de tijd die gemiddeld verstrijkt voordat een baan van niveau is gevonden
4.
het salaris in de huidige baan;
5.
het verschil tussen het aantal uren per week dat men werkt en dat men zou willen werken;
6.
de kwalitatieve aansluiting tussen opleiding en werk gemeten aan de hand van het percentage van de respondenten dat aangeeft de huidige baan waarin zij werkzaam zijn ook met iedere willekeurige andere opleiding te kunnen vervullen.
Alle opleidingen worden – voor HBO- en WO-niveau apart - gerangschikt volgens deze 6 indicatoren. Opleidingen die op een bepaalde indicator tot de top 10 behoren krijgen een ++ teken, opleidingen die tot de laagste 10 opleidingen behoren krijgen een -- teken. Opleidingen daar tussenin zitten in de middenmoot en blijven blanco. Opleidingen die op de zes indicatoren drie of meer ‘plussen’ scoren kennen we hoge arbeidsmarktrelevantie toe. Analoog komen drie of meer ‘minnen’ overeen lage arbeidsmarktrelevantie. Scoort een opleiding volgens een indicator een -teken en volgens een andere een ++ teken, dan vallen die tegen elkaar weg. De resultaten van deze rangordening worden weergegeven in Tabel 4.1 (HBO) en 4.2(WO). In de tabellen wordt de arbeidsmarktrelevantie aangeduid met:
voor opleidingen met lage arbeidsmarktrelevantie; en
voor opleidingen met hoge arbeidsmarktrelevantie.
Het HBO Uit Tabel 4.1 blijkt dat 5 HBO-opleidingen het predikaat ‘hoge arbeidsmarktrelevantie’ toegekend krijgen:
hogere informatica
bedrijfskundige informatica
accountancy
bedrijfseconomie
verpleegkunde.
Deze vijf HBO-opleidingen hadden dus in de jaren 1998 en 1999 een relatief sterke arbeidsmarktpositie in vergelijking met de andere in het onderzoek beschouwde HBO-opleidingen.
De 'beste' studies
Tabel 4.1
71
De arbeidsmarktrelevantie van voltijd HBO-opleidingen
HBO-opleidingen bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid cult. en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverl. en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/-kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad leraar aardrijkskunde leraar geschiedenis leraar nederlands leraar engels leraar frans/duits leraar economie (algemeen en bedrijfs-) leraar wis-/ natuurkunde leraar maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde
1 ++ ++
2 ++
3 ++
4 ++
++
++
++
++
++ ++ --
++
5
6
++
--
++ ++ -++ ++ -++ -++ ++ --
++ ++ ++ ++
++
++ --
---
--
++
---------
---
----
++ --
--++ ++
-++
++ ++ ---
---
-++
++ ++
--
--
-----
--
++ ++ ++ ++ ++ ++
++ ++ ++ -++
++ --
--
----
--
-++
----
--
++
++
----
----
---++ ++
++
++ ++
++
++
++ ++
++
Bron: SEO/Elsevier (2000)
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
72
Hoofdstuk 4
Het predikaat ‘lage arbeidsmarktrelevantie’ is, zo blijkt uit de tabel, voor de opleidingen:
beeldende kunst en vormgeving,
docerend musicus,
culturele en maatschappelijk vorming,
sociaal pedagogische hulpverlening,
leraar geschiedenis, voeding en diëtiek.
Deze vijf HBO-opleidingen hadden in de jaren 1998 en 1999 een relatief zwakke arbeidsmarktpositie. Vergelijken we deze resultaten met eerdere jaargangen van het onderzoek, dan blijken de hoog relevante HBO-opleidingen nauwelijks veranderd. Ook de laag relevante opleidingen zijn ‘oude bekenden’. Wel dient te worden aangetekend dat de verschillende lerarenopleidingen in tegenstelling tot vorige edities van het onderzoek nauwelijks nog tot laag relevante opleidingen behoren. Dat komt goed overeen met de schaarste aan leraren die de laatste jaren is ontstaan. Het WO Uit Tabel 4.2 leiden we af dat 8 WO-opleidingen voor het predikaat ‘hoge arbeidsmarktrelevantie’ in aanmerking komen:
farmacie,
(technische) informatica,
elektrotechniek,
fiscaal juridische opleiding,
elektrotechniek,
bouwkunde,
werktuigbouwkunde, econometrie.
Deze WO-opleidingen bezaten in de jaren 1998 en 1999 een relatief sterke arbeidsmarktpositie in vergelijking met de andere in het onderzoek beschouwde studies. Studies met een ‘lage arbeidsmarktrelevantie’ zijn:
culturele antropologie,
kunstgeschiedenis en archeologie,
pedagogische wetenschappen,
geschiedenis,
politicologie,
algemene letteren, landgebruik opleidingen.
Deze zeven WO-opleidingen hadden in de jaren 1998 en 1999 een relatief zwakke arbeidsmarktpositie.
De 'beste' studies
Tabel 4.2
73
De arbeidsmarktrelevantie van voltijd WO-opleidingen
WO-opleidingen nederlands engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie
1
2
3 --
++ ++ ----++ ++ ++ -++ -++ -++ ++
--
------
4 ------
--
--
++ --
-++
++ -++
++ ++
----
++
++ ++ ++
++
++
++ ++ ++
6
---
--
++ ---
5
++
++
++ ++
++
++ ++
++
--
++ ++ ++
--
++
++ ++ ++
++
++
++
----
++ ++ ++
++ ++ --
++ --
--
++ ++ ++ --
++ ++
++ --
---
---
--
--
--
--
-++
--++ -++ ++
-++ ------
Bron: SEO/Elsevier (2000)
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
75
Bijlage 1. Steekproefopzet en respons Voor het onderzoek is een steekproef getrokken van HBO’ers en academici afgestudeerd in het studiejaar 1997/1998. Zij werden ondervraagd door middel van een schriftelijke enquête. De steekproeftrekking en verzending van de vragenlijsten is verzorgd door de Informatie Beheer Groep (IBG) in Groningen. Aan de hand van de totale populaties van afgestudeerden zijn op HBO-niveau de 50 grootste opleidingen of clusters van opleidingen geselecteerd. Op WO-niveau zijn de 45 grootste opleidingen geselecteerd. Daarbij is als vuistregel een ondergrens aangehouden van 200 gediplomeerden in het betreffende cursusjaar. Getracht is om gegeven deze richtlijn een zo breed mogelijk spectrum van opleidingen te analyseren. De steekproef van HBO-ers In totaal is een steekproef getrokken van circa 9,9 duizend afgestudeerden, gestratificeerd naar 50 (clusters van) opleidingen. Voor sommige opleidingen werden alle afgestudeerden aangeschreven, in de grote opleidingen slechts een deel. De onderzoekspopulatie bestaat uit HBO-ers die zijn afgestudeerd in het studiejaar 1997/1998 en op dat moment in principe beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Met ‘afstuderen’ bedoelen we het moment waarop het diploma wordt uitgereikt. In Tabel B1 wordt per opleiding weergegeven: -
de omvang van de onderzoekspopulatie,
-
de bruto steekproefomvang,
-
de respons (absoluut en percentueel), en
-
een weegfactor.
In de tabel zien we dat de totale onderzoekspopulatie 37,8 duizend afgestudeerde HBO-ers telt. De totale uitstroom per jaar uit het HBO is hoger. Dit verschil ontstaat doordat enerzijds een aanzienlijk aantal hele kleine opleidingen niet in het onderzoek zijn betrokken, en anderzijds ongeveer 5% geen ongevraagde post wenst te ontvangen en derhalve buiten de telling van de onderzoekspopulatie zijn gehouden. In totaal hebben ruim 3,5 duizend mensen gerespondeerd, dat komt overeen met een responspercentage van 37 procent. De respons per opleiding varieert behoorlijk: van 17% tot 88%.
76
Tabel B1
Bijlage
De steekproef onder HBO-ers: populatieaantallen, bruto steekproef, respons en weging
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
populatie 2.522 2.710 368 359 932 639 246 698 227 1.494 202 709 502 1.982 856 1.530 2.346 314 291 253 1.856 945 239 257 96 120 174 293 187 199 4.275 451 140 228 260 260 220 389 184 156 1.373 510 378 373 971 1.297 542 340 646 1.244 37.783
bruto 250 250 200 200 200 200 200 200 200 220 181 200 200 250 200 220 250 200 200 200 220 200 200 200 96 120 173 200 185 183 238 200 132 200 200 200 180 250 139 142 210 200 200 200 200 220 200 200 200 220 9.929
respons 81 75 60 79 65 69 77 71 47 72 64 86 79 92 63 95 112 72 76 74 98 78 88 98 43 106 62 78 67 57 91 90 60 63 81 60 67 80 51 65 65 45 55 85 65 45 66 59 33 60 3.570
% 32% 30% 30% 40% 33% 35% 39% 36% 24% 33% 35% 43% 40% 37% 32% 43% 45% 36% 38% 37% 45% 39% 44% 49% 45% 88% 36% 39% 36% 31% 38% 45% 45% 32% 41% 30% 37% 32% 37% 46% 31% 23% 28% 43% 33% 20% 33% 30% 17% 27% 37%
weging 31,1 36,1 6,1 4,5 14,3 9,3 3,2 9,8 4,8 20,8 3,2 8,2 6,4 21,5 13,6 16,1 20,9 4,4 3,8 3,4 18,9 12,1 2,7 2,6 2,2 1,1 2,8 3,8 2,8 3,5 47,0 5,0 2,3 3,6 3,2 4,3 3,3 4,9 3,6 2,4 21,1 11,3 6,9 4,4 14,9 28,8 8,2 5,8 19,6 20,7 .
77
De steekproef van WO-ers In totaal is een steekproef getrokken van circa 9,3 duizend afgestudeerden, gestratificeerd naar 45 (clusters van) opleidingen. Voor sommige opleidingen werden alle afgestudeerden aangeschreven, in de grote opleidingen slechts een deel. De onderzoekspopulatie bestaat uit WO-ers die zijn afgestudeerd in het studiejaar 1997/1998 en op dat moment in principe beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Met ‘afstuderen’ bedoelen we het moment waarop het diploma wordt uitgereikt. In Tabel B2 wordt per opleiding weergegeven: -
de omvang van de onderzoekspopulatie,
-
de bruto steekproefomvang,
-
de respons (absoluut en percentueel), en
-
een weegfactor.
In de tabel zien we dat de totale onderzoekspopulatie 18,9 duizend afgestudeerde WO-ers telt. De totale uitstroom per jaar uit het WO is hoger. Dit verschil ontstaat doordat enerzijds een aanzienlijk aantal hele kleine opleidingen niet in het onderzoek zijn betrokken, en anderzijds ongeveer 5% geen ongevraagde post wenst te ontvangen en derhalve buiten de telling van de onderzoekspopulatie zijn gehouden. In totaal hebben ruim 3,5 duizend mensen gerespondeerd, dat komt overeen met een responspercentage van 39 procent. De respons per opleiding varieert ook hier behoorlijk: van 15% tot 58%. Het onderzoek beoogt in beginsel een vergelijkbare groep pas afgestudeerde academici met elkaar te vergelijken op performance op de arbeidsmarkt. Van belang is dan dat zij in een vergelijkbare periode die arbeidsmarkt betraden. Wij gebruiken de datum van afstuderen- de datum waarop het doctoraal diploma werd behaald- om dat moment te markeren. Voor de opleidingen geneeskunde, tandheelkunde en farmacie wordt echter als moment van afstuderen het artsexamen aangehouden, omdat deze academici na het doctoraal examen meestal nog niet beschikbaar komen voor de arbeidsmarkt. Daar over het artsexamen geen informatie bij de IB-Groep bekend is, wordt voor deze drie studierichtingen dat moment van beschikbaar komen geschat door aan de hand van de tijd die normaal voor het artsexamen staat terug te rekenen. De respondenten in deze studies hebben het doctoraal examen niet in 1997/1998 afgelegd, maar enkele jaren eerder: in 1995/1996 of 1996/1997. Dit brengt met zich mee dat het moment waarop artsen en tandartsen tot de arbeidsmarkt toetreden minder nauwkeurig is te voorspellen.
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
78
Tabel B2
Bijlage
De steekproef onder WO-ers: populatieaantallen, bruto steekproef, respons en weging
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
populatie 315 338 381 206 511 185 129 222 148 210 161 315 249 405 212 156 231 429 334 239 294 222 377 150 2.037 994 175 2.296 347 414 304 1.332 180 224 252 1.319 291 563 213 196 381 262 246 343 112 18.900
bruto 154 150 213 168 211 182 119 200 147 165 146 134 200 211 200 148 200 229 200 231 223 205 250 146 1.003 200 173 250 200 200 200 220 172 200 200 220 200 200 200 186 200 186 200 200 106 9.348
respons 59 51 63 69 85 76 42 58 71 24 53 52 57 81 81 58 85 69 70 64 92 81 108 47 336 80 63 78 68 49 105 94 60 84 90 107 74 97 88 74 81 84 116 84 59 3.567
% 38% 34% 30% 41% 40% 42% 35% 29% 48% 15% 36% 39% 29% 38% 41% 39% 43% 30% 35% 28% 41% 40% 43% 32% 33% 40% 36% 31% 34% 25% 53% 43% 35% 42% 45% 49% 37% 49% 44% 40% 41% 45% 58% 42% 56% 39%
weging 5,3 6,6 6,0 3,0 6,0 2,4 3,1 3,8 2,1 8,8 3,0 6,1 4,4 5,0 2,6 2,7 2,7 6,2 4,8 3,7 3,2 2,7 3,5 3,2 6,1 12,4 2,8 29,4 5,1 8,4 2,9 14,2 3,0 2,7 2,8 12,3 3,9 5,8 2,4 2,6 4,7 3,1 2,1 4,1 1,9 .
79
2. Indicator van de beroepreikwijdte van opleidingen We beschouwen N opleidingen. Stel {X1 ,…, XN(y)} is de verzameling van N(y) gerapporteerde functies of beroepen door respondenten van opleiding y. Laat fy(x) het percentage weergeven van de respondenten van opleiding y die in functie x terecht komen. Rangschik {X1,…,XN(y)} zodanig dat fy(X1 )> fy(X2 )>…> fy(XN(y) ). De reikwijdte-indicator Ry van opleiding y wordt nu gedefinieerd als:
R y = FN , D ( N ( y )) ⋅ N
~ N ( y) N ( y)
waarbij
N=
1 N
N
N (i ) en i =1
DN =
1 N −1
N i =1
(N (i ) − N )
2
FN ,D ( ⋅ ) de verdelingsfunctie van de normaalverdeling N
~ N (⋅)
N (i )
fy(Xi ) <
de grootste N(i) waarvoor geldt i =1
N (i ) N ( y)
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
80
Bijlage
3. Categorieën van functies Tabel B3
Categorieën van functies van hoger opgeleiden
(adjunct) directeur acceptant account manager accountant.,controler,treasurer,fiscalist actuaris administratie advocaat afdelingshoofd afwikkelaar agogisch medewerker agrarisch medewerker aio analist apotheker applicatie-,systeemontwklr./beheerder archeoloog architect archivaris art director arts artsenbezoeker assistant audicien auditor baliemedewerker bedrijfsadviseur bedrijfsleider belastingadviseur beleggingsspecialist beleidsmedewerker beoordelaar, beslismedewerker bibliothecaris bijstandsconsulent binnendienst bioloog bouwinspecteur bouwkundig medewerker bouwkundig tekenaar bouwplaatsmanager brandmanager calculator civieltechnicus conservator constructeur consulent contracteur controleur coördinator copywriter datamanager diëtist docent documentalist
Bron: SEO/Elsevier (2000)
ergotherapeut facility medewerker financieel adviseur,-analist,medewrkr fotograaf fysiotherapeut gedragsdeskundige geograaf griffier groepsleider helpdesk medewerker horecamedewerker hulpverlener hydroloog hygiënist illustrator ingenieur inkoop-,logistiek medewerker intercedent it consultant it specialist journalist jurist kok kunstenaar kwaliteitsfunctionaris laborant landmeter logopedist maatschappelijk werker makelaar manager market maker medewerker mediathecaris medisch assistent milieu medewerker musicus netwerkbeheerder notaris oefentherapeut ondernemer onderwijskundige onderzoeker ontwerper ontwikkelaar orthopedagoog overig pastoraal medewerker pedagogisch medewerker personeel en organisatie planner, werkvoorbereider planologisch medewerker pr medewerker
predikant procestechnoloog productieleider productmanager productontwikkelaar programmamaker projectleider projectmedewerker projectontwikkelaar psycholoog rayon manager reclasseringsmedewerker recruiter redacteur reisleider schade expert schoolbegeleider secretaresse seminar manager service medewerker staffunctionaris stedenbouwkundige stewardess student studiebegeleider tandarts taxateur teamleider technicus tekenaar tekstschrijver tester traffic manager trainee trainer uitkeringsdeskundige uitvoerder unit manager vastgoed acquisiteur vastgoedbeheerder verkeersdeskundige verkoopmedewerker verpleegkundige verslaggever vertaler/tolk vertegenwoordiger verzekeringsadviseur verzekeringsarts vestigingsmanager visualisator werkzoekend zorgcoördinator
81
Statistische Bijlage
83
Leeswijzer voor de tabellenbijlage De tabellenbijlage bestaat uit twee delen: één met tabellen van HBO-opleidingen en één met tabellen van WO-opleidingen. In elk deel bevat 25 tabellen waarin de volgende vijf hoofdthema’s worden behandeld:
-
sociaal economische kenmerken
-
opleiding
-
arbeidsmarktpositie
-
zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
-
aansluiting studie en baan
In beide delen zijn de tabellen synchroon genummerd. Dat wil zeggen dat elke tabel in het HBOdeel dezelfde onderwerpen behandelt als die in het WO-deel.
HBO-tabellen
86
Tabel 1
HBO-tabellen: sociaal economische kenmerken
Sociaal economische kenmerken: geslacht, in- en uitstroomleeftijd, etniciteit
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
% vrouw 33% 51% 17% 84% 40% 72% 78% 66% 31% 51% 19% 73% 68% 75% 79% 90% 94% 82% 76% 77% 81% 68% 100% 98% 95% 90% 54% 33% 23% 39% 84% 39% 47% 59% 85% 86% 78% 42% 45% 86% 61% 49% 56% 39% 25% 2% 8% 20% 15% 12% 59%
uitstroomleeftijd inuitstroom stroom 19,2 23,5 19,2 23,5 19,0 23,2 18,9 23,1 19,2 23,7 19,1 23,1 19,1 23,2 19,1 23,2 19,9 24,1 19,0 23,2 19,3 23,6 19,5 23,6 19,5 23,7 19,6 23,5 19,8 23,8 19,2 23,2 18,9 22,7 19,5 23,3 19,3 23,3 18,8 22,6 19,1 22,7 19,1 23,3 19,4 23,3 19,2 23,3 19,1 22,2 19,3 23,2 19,4 23,3 19,3 23,6 19,7 23,7 19,0 23,1 18,8 22,4 18,9 22,9 19,6 23,9 19,8 24,3 19,7 24,2 19,5 23,7 19,3 23,5 19,7 23,9 19,6 23,8 20,1 24,1 20,2 24,5 19,8 25,2 21,1 26,2 19,0 22,9 19,4 23,3 19,6 23,5 19,3 23,2 19,5 23,4 19,6 23,8 20,3 24,2 19,3 23,3
etniciteit %allochtonen %allochtonen (subjectief) (biza) 1% 8% 5% 12% 3% 10% 3% 8% 3% 6% 1% 4% 3% 13% 1% 14% 2% 9% 3% 4% 0% 8% 3% 3% 1% 8% 5% 7% 6% 19% 3% 8% 4% 11% 10% 18% 3% 9% 7% 12% 0% 4% 5% 17% 3% 9% 1% 12% 2% 5% 2% 6% 2% 5% 0% 5% 2% 2% 0% 4% 1% 3% 1% 7% 2% 7% 10% 10% 2% 11% 5% 17% 9% 12% 1% 3% 6% 8% 0% 8% 3% 14% 9% 9% 2% 13% 6% 8% 3% 8% 5% 12% 0% 9% 5% 7% 9% 6% 3% 5% 3% 8%
HBO-tabellen: sociaal economische kenmerken
Tabel 2
87
Sociaal economische kenmerken: woonsituatie en huishoud inkomen
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
thuis wonend 29% 29% 22% 8% 18% 22% 12% 6% 2% 26% 21% 9% 8% 8% 16% 13% 14% 13% 8% 19% 15% 15% 17% 7% 14% 11% 15% 13% 42% 45% 20% 24% 12% 8% 6% 19% 12% 18% 12% 8% 6% 7% 7% 29% 26% 26% 38% 19% 22% 26% 19%
% alleen wonend 48% 39% 40% 42% 42% 30% 48% 43% 42% 44% 39% 36% 56% 42% 50% 38% 36% 35% 41% 47% 19% 44% 35% 36% 43% 38% 40% 27% 18% 27% 39% 31% 42% 49% 36% 44% 47% 44% 21% 43% 47% 55% 38% 34% 33% 34% 35% 34% 40% 47% 35%
uitwonend % gem. met hhoud kind omvang 2% 1,6 4% 1,7 0% 1,6 0% 1,7 6% 1,6 0% 1,8 4% 1,5 5% 1,7 2% 1,6 6% 1,6 4% 1,7 3% 1,7 1% 1,5 6% 1,7 2% 1,6 6% 1,7 5% 1,7 3% 1,8 3% 1,7 2% 1,6 6% 1,9 6% 1,7 6% 1,7 8% 1,7 6% 1,7 5% 1,7 2% 1,6 3% 2,2 3% 1,8 0% 1,8 3% 1,6 6% 1,8 2% 1,6 2% 1,5 4% 1,7 4% 1,6 2% 1,6 0% 1,6 14% 1,9 7% 1,7 3% 1,6 13% 1,7 8% 1,7 3% 1,7 6% 1,8 16% 2,0 3% 1,8 4% 1,9 8% 1,6 7% 1,7 4% 2,0
% 2 verdieners 36% 52% 44% 44% 43% 54% 40% 48% 41% 43% 49% 46% 33% 40% 38% 41% 48% 51% 45% 41% 65% 42% 44% 50% 44% 46% 40% 48% 50% 53% 46% 43% 38% 33% 47% 39% 40% 44% 63% 42% 34% 33% 50% 48% 42% 45% 35% 30% 48% 33% 36%
huishoudinkomen (x ƒ1.000, netto p.m.) 4,1 4,5 4,4 4,5 4,3 4,5 4,0 4,5 4,4 4,1 4,6 4,3 3,7 3,9 3,7 3,6 3,6 4,1 4,1 3,7 4,3 3,9 3,7 4,3 4,5 4,0 4,2 4,3 4,3 4,1 4,1 3,8 3,9 3,9 4,1 3,9 3,7 4,3 4,2 4,4 3,2 3,2 3,5 3,6 4,0 4,5 3,8 4,2 4,2 4,4 4,1
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
88
Tabel 3
HBO-tabellen: sociaal economische kenmerken
Sociaal economische achtergrond: opleidingsniveau en huishoudinkomen van de ouders
opleidingsniveau van de ouders % middel% % baar of lager HBO universiteit bedrijfseconomie 75% 19% 6% commerciële economie 51% 38% 11% bedrijfskundige informatica 60% 33% 7% communicatie 64% 27% 9% 72% 15% 12% accountancy 75% 15% 10% international business and languages 56% 33% 11% hoger toeristisch en recreatief onderwijs 46% 36% 19% hoger hotel onderwijs 64% 24% 11% small business en retail management 64% 25% 11% management, economie en recht 76% 13% 11% logistiek en economie 60% 28% 12% facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting 66% 24% 11% personeel en arbeid 57% 35% 8% culturele en maatsch. vorming 70% 22% 8% 65% 25% 10% maatsch. werk en dienstverlening 58% 33% 8% soc. pedagogische hulpverlening 68% 26% 6% soc. juridische dienstverlening 57% 31% 12% informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding 75% 18% 7% verpleegkunde 56% 28% 16% 55% 25% 20% fysiotherapie 59% 35% 6% logopedie 61% 24% 15% voeding en diëtiek 57% 26% 17% caesar/ mensendieck 60% 27% 13% ergotherapie levensmiddelentechnologie 75% 15% 10% land, water en milieubeheer/ kunde 62% 34% 4% 80% 14% 6% agrarische bedrijfskunde 75% 18% 7% veehouderij leraar basis onderwijs 64% 27% 8% lichamelijke oefening 1e graad 62% 28% 10% 59% 27% 14% aardrijkskunde geschiedenis 53% 41% 7% Nederlands 59% 28% 12% 67% 26% 7% Engels Frans / Duits 70% 24% 6% 66% 22% 12% economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde 67% 24% 8% 67% 27% 6% maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving 52% 25% 22% uitvoerend musicus 56% 26% 19% docerend musicus 48% 26% 26% 63% 28% 9% chemisch laborant bouwkunde 65% 31% 5% 81% 14% 5% elektrotechniek 65% 30% 5% civiele techniek 74% 19% 7% chemische technologie 61% 33% 6% hogere informatica 75% 14% 11% technische bedrijfskunde TOTAAL 63% 27% 10%
huishoudinkomen van de ouders gem. % (x ƒ1.000) >ƒ100.000 82,9 29% 89,1 38% 78,6 24% 84,5 33% 81,7 27% 81,0 31% 76,8 25% 93,2 45% 90,1 44% 84,3 34% 78,3 23% 83,1 26% 74,3 25% 81,0 32% 68,4 14% 66,7 8% 67,8 15% 68,8 16% 83,5 29% 62,1 9% 69,4 16% 76,1 21% 72,8 16% 77,7 22% 70,4 17% 71,4 13% 81,8 25% 71,5 12% 73,3 20% 62,0 14% 69,8 10% 72,0 14% 74,5 25% 71,1 22% 80,2 27% 66,6 18% 70,4 18% 87,0 37% 64,8 12% 85,1 35% 75,7 18% 73,4 24% 61,4 9% 68,3 16% 79,7 29% 71,6 12% 80,2 24% 74,0 19% 73,3 23% 82,7 27% 76,5 23%
HBO-tabellen: opleiding
Tabel 4
89
Opleiding: gemiddelde eindexamencijfer en samenstelling vakkenpakket HBO’ers met hoogste vooropleiding HAVO of VWO
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
vakkenpakket % % % alpha bèta gamma 42% 22% 35% 46% 17% 37% 38% 34% 28% 47% 18% 35% 40% 26% 34% 55% 16% 30% 51% 14% 35% 51% 18% 31% 44% 15% 41% 42% 22% 36% 43% 23% 33% 46% 26% 28% 53% 10% 37% 48% 20% 32% 52% 14% 34% 49% 22% 29% 48% 27% 26% 50% 18% 32% 49% 21% 30% 36% 59% 5% 44% 42% 14% 40% 44% 16% 46% 35% 19% 41% 44% 16% 42% 47% 11% 40% 45% 16% 34% 54% 12% 35% 55% 10% 42% 33% 25% 35% 57% 8% 47% 24% 29% 41% 42% 17% 44% 19% 37% 47% 16% 37% 53% 14% 32% 55% 16% 29% 58% 15% 27% 44% 22% 34% 36% 48% 15% 53% 13% 35% 50% 24% 25% 51% 31% 18% 54% 22% 24% 35% 55% 9% 38% 47% 15% 35% 52% 13% 34% 48% 18% 33% 53% 15% 35% 49% 16% 37% 42% 21% 45% 28% 27%
eindexamencijfers alfa 6,8 6,9 6,7 6,9 6,7 7,1 7,0 6,8 6,7 6,8 6,8 6,8 7,3 6,9 6,9 7,1 6,8 6,8 7,0 6,9 6,9 6,7 7,0 6,7 6,8 6,8 6,8 6,8 6,9 6,6 6,9 6,6 6,9 7,0 6,9 7,3 7,2 6,8 6,7 6,9 7,1 7,3 7,3 6,7 6,7 6,7 6,6 6,8 7,1 6,7 6,9
bèta gamma totaal 7,2 7,2 6,8 6,9 6,8 6,8 7,0 7,0 6,7 6,5 6,7 6,7 7,0 7,3 6,8 6,7 6,9 7,0 6,7 6,9 6,8 6,5 6,8 6,7 6,8 6,6 6,6 6,8 6,7 6,7 6,9 7,0 6,9 6,7 6,9 6,7 6,7 6,9 7,0 6,7 6,8 6,7 6,7 6,7 6,7 6,7 6,7 6,8 6,6 6,6 6,6 6,5 6,7 6,6 6,8 6,8 6,8 6,9 6,9 6,7 6,8 6,9 6,8 6,7 6,8 6,7 6,6 6,7 6,7 6,6 6,6 6,7 6,6 6,8 6,6 6,8 6,6 6,6 6,9 7,1 6,8 6,9 6,9 6,8 6,8 7,1 6,8 6,8 6,9 6,7 6,8 6,9 6,8 6,7 6,7 6,6 6,6 7,1 6,8 6,6 6,9 6,7 6,6 6,6 6,7 6,6 6,8 6,9 6,6 6,5 6,7 6,9 7,0 6,8 7,3 7,0 6,8 6,5 6,6 6,7 6,3 6,7 6,7 6,8 6,9 6,9 6,8 6,9 7,0 7,0 7,1 6,9 6,8 7,0 6,7 7,2 7,2 7,0 7,1 7,2 6,9 7,2 7,0 6,9 7,4 7,5 7,0 6,9 7,1 6,8 6,8 6,9 6,8
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
90
Tabel 5
HBO-tabellen: opleiding
Opleiding: leerwegen naar het HBO
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
1=LBO MBO HBO 2=MAVO MBO HBO 3=MAVO HAVO HBO 4=HAVO HBO
1 3% 1% 0% 0% 2% 0% 0% 2% 2% 0% 3% 2% 1% 2% 0% 11% 6% 3% 3% 0% 5% 1% 2% 0% 0% 1% 4% 3% 13% 7% 2% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 4% 4% 2% 4% 3% 4% 2% 7% 20% 2% 2% 6% 13% 4%
2 23% 19% 16% 16% 12% 7% 7% 3% 51% 15% 10% 16% 5% 14% 21% 18% 20% 29% 13% 12% 18% 3% 6% 9% 10% 7% 17% 15% 23% 13% 3% 15% 3% 10% 7% 3% 10% 21% 2% 25% 19% 2% 2% 21% 23% 37% 11% 22% 18% 19% 16%
3 5% 5% 7% 3% 6% 7% 0% 6% 7% 8% 3% 8% 12% 15% 14% 24% 9% 11% 14% 7% 15% 11% 14% 14% 26% 17% 5% 19% 9% 4% 13% 12% 19% 25% 17% 34% 13% 5% 10% 9% 5% 12% 9% 11% 3% 0% 6% 8% 3% 5% 10%
leerwegen 4 21% 19% 26% 13% 18% 16% 20% 17% 18% 19% 23% 31% 42% 34% 29% 28% 45% 25% 34% 40% 35% 36% 27% 32% 26% 44% 22% 36% 21% 36% 60% 36% 47% 44% 43% 34% 42% 19% 33% 31% 14% 28% 20% 31% 26% 14% 23% 17% 24% 21% 32%
5=HAVOMBOHBO 6=VWOHBO 7=Overige
5 14% 19% 16% 12% 9% 19% 7% 4% 7% 13% 19% 6% 5% 10% 6% 6% 2% 8% 7% 5% 0% 1% 0% 1% 5% 0% 7% 4% 0% 4% 0% 0% 5% 5% 4% 7% 4% 15% 0% 8% 9% 0% 0% 2% 3% 5% 6% 5% 12% 7% 7%
6 21% 21% 28% 43% 35% 36% 49% 49% 9% 29% 27% 28% 17% 12% 14% 8% 15% 8% 20% 26% 19% 37% 40% 27% 21% 27% 34% 15% 18% 27% 14% 28% 10% 7% 19% 10% 16% 22% 29% 18% 31% 40% 44% 24% 20% 19% 36% 22% 30% 21% 24%
7 14% 16% 9% 14% 17% 14% 18% 20% 7% 15% 15% 8% 17% 12% 16% 7% 3% 15% 9% 10% 8% 11% 12% 17% 12% 5% 12% 8% 17% 11% 7% 8% 15% 8% 10% 10% 13% 14% 22% 8% 19% 16% 22% 8% 18% 7% 17% 24% 6% 16% 6%
HBO-tabellen: opleiding
Tabel 6
91
Opleiding: studiekeuzemotivatie en gemiddeld tentamencijfers voor vooropleiding HAVO/VWO
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
studiekeuzemotivatie altijd interesarbeidsal willen sant vak- marktpers- ander doen gebied pectieven motief 7% 52% 25% 15% 5% 66% 19% 10% 7% 60% 22% 10% 6% 83% 4% 8% 16% 47% 18% 19% 3% 56% 15% 27% 17% 73% 3% 8% 22% 41% 26% 11% 11% 71% 11% 7% 5% 63% 13% 18% 0% 76% 14% 11% 2% 56% 9% 33% 27% 56% 0% 18% 2% 70% 7% 20% 5% 62% 0% 33% 9% 77% 1% 13% 19% 70% 1% 10% 3% 82% 8% 8% 6% 68% 10% 15% 9% 78% 1% 12% 25% 41% 7% 27% 17% 58% 1% 24% 3% 83% 0% 14% 6% 83% 2% 9% 7% 74% 5% 14% 9% 74% 4% 13% 3% 82% 3% 11% 12% 69% 5% 14% 14% 50% 16% 20% 38% 47% 2% 14% 44% 34% 8% 14% 33% 40% 0% 27% 3% 66% 2% 29% 11% 60% 3% 25% 7% 51% 5% 37% 20% 48% 2% 31% 11% 36% 13% 40% 6% 69% 11% 14% 17% 38% 8% 37% 6% 74% 3% 17% 34% 49% 0% 16% 50% 28% 0% 22% 51% 19% 0% 30% 9% 71% 7% 13% 14% 59% 7% 20% 27% 41% 14% 18% 9% 64% 12% 15% 3% 70% 5% 22% 16% 66% 6% 13% 3% 61% 13% 23% 17% 57% 9% 18%
tentamencijfers
HAVO 6,7 6,7 6,7 6,9 6,6 6,8 6,9 7,0 6,6 6,9 6,7 6,8 7,0 7,2 7,2 7,2 7,2 7,2 6,9 6,9 7,1 6,7 7,3 6,8 6,9 7,0 6,6 6,8 6,7 6,8 7,2 7,0 6,8 7,0 7,2 7,3 7,2 7,0 6,9 7,1 7,2 7,8 7,4 6,9 7,0 7,1 6,9 7,1 6,8 7,0 7,0
VWO 7,0 6,9 7,0 7,2 7,0 7,0 7,1 6,9 7,8 6,9 6,9 7,2 7,2 7,2 7,3 7,6 7,5 7,3 7,2 7,2 7,4 7,3 7,5 7,3 7,3 7,4 7,1 7,1 7,0 7,0 7,7 7,1 6,9 7,9 7,3 7,5 7,3 7,2 7,4 7,0 7,6 7,8 7,6 7,2 7,0 7,2 7,2 7,5 7,4 7,1 7,2
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
92
Tabel 7
HBO-tabellen: opleiding
Opleiding: Werkervaring, onbetaald werk, studentenvereniging en bestuurlijke ervaring
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlandse Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
voor studie 19% 27% 19% 20% 20% 23% 25% 42% 41% 36% 34% 31% 33% 34% 32% 40% 46% 28% 26% 18% 58% 31% 30% 31% 31% 25% 20% 42% 35% 55% 28% 46% 42% 31% 37% 40% 27% 37% 29% 34% 52% 49% 55% 27% 47% 37% 44% 24% 36% 39% 35%
werkervaring tijduaal dens leerstudie traject 50% 0% 50% 3% 47% 0% 46% 1% 65% 3% 35% 0% 47% 3% 57% 4% 57% 2% 56% 0% 48% 0% 43% 2% 74% 1% 60% 3% 51% 2% 44% 3% 68% 2% 63% 3% 57% 0% 30% 1% 85% 0% 45% 0% 36% 0% 53% 0% 36% 2% 33% 9% 37% 0% 47% 0% 50% 2% 68% 0% 26% 6% 78% 2% 42% 0% 58% 2% 58% 3% 47% 0% 61% 6% 59% 0% 60% 6% 45% 2% 65% 0% 93% 0% 87% 2% 38% 0% 63% 0% 59% 2% 55% 0% 34% 0% 61% 3% 47% 5% 54% 2%
andere activiteiten onlid bestuurbetaald studentenlijke werk vereniging ervaring 6% 19% 30% 12% 36% 37% 14% 32% 45% 14% 53% 38% 13% 28% 38% 10% 28% 21% 17% 46% 38% 13% 81% 44% 32% 72% 55% 8% 35% 43% 3% 27% 38% 12% 24% 40% 34% 15% 38% 25% 22% 31% 42% 2% 35% 32% 13% 17% 33% 10% 17% 27% 25% 24% 25% 45% 49% 11% 19% 21% 14% 9% 20% 31% 32% 27% 13% 15% 38% 25% 23% 24% 12% 12% 24% 39% 16% 25% 10% 63% 47% 29% 49% 41% 15% 52% 56% 30% 50% 48% 23% 9% 29% 21% 23% 45% 17% 19% 41% 35% 15% 29% 26% 11% 31% 29% 14% 28% 18% 19% 36% 21% 23% 45% 18% 21% 47% 25% 15% 34% 23% 6% 19% 21% 9% 28% 25% 5% 29% 15% 23% 37% 17% 15% 31% 14% 23% 37% 12% 26% 24% 7% 36% 44% 15% 24% 36% 26% 44% 43% 20% 23% 32%
HBO-tabellen: opleiding
Tabel 8
93
Opleiding: Studieduur, verkort programma, studieschuld, oordeel over de studie
studieduur
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
gem. 4,5 4,4 4,4 4,3 4,8 4,3 4,3 4,3 4,5 4,4 4,5 4,3 4,3 4,1 4,2 4,1 4,0 3,9 4,2 4,1 4,2 4,5 4,0 4,2 3,3 4,2 4,1 4,5 4,3 4,2 4,0 4,2 4,5 4,8 4,5 4,4 4,6 4,5 4,4 4,1 4,5 5,6 5,5 4,2 4,2 4,1 4,0 4,2 4,3 4,2 4,3
% studieschuld verkort %geen gem st. dev. programma schuld (x ƒ1.000) 0,7 1% 74% 11.762 0,6 5% 85% 13.091 0,9 0% 64% 15.048 0,6 4% 70% 12.286 1,0 0% 82% 11.917 0,5 6% 70% 7.905 0,7 1% 74% 15.737 0,9 6% 57% 12.379 1,1 0% 58% 7.053 0,8 1% 69% 14.091 0,9 3% 66% 11.571 0,5 1% 70% 14.760 0,5 3% 66% 18.308 0,7 6% 65% 10.172 0,6 2% 67% 17.000 0,5 2% 57% 13.158 0,7 5% 69% 16.226 0,6 6% 63% 10.962 0,4 1% 67% 15.120 0,8 7% 79% 14.000 0,4 20% 81% 11.438 0,7 0% 65% 13.115 0,6 1% 72% 8.875 0,5 4% 80% 13.722 0,5 2% 83% 10.857 0,3 4% 77% 10.043 0,8 0% 71% 14.813 0,9 3% 60% 9.833 0,9 2% 70% 10.950 0,6 0% 84% 20.556 0,5 1% 72% 11.667 0,7 3% 73% 12.522 0,7 3% 59% 10.083 1,0 2% 47% 15.484 1,1 1% 62% 18.933 0,7 2% 66% 14.737 0,7 4% 63% 9.167 0,9 0% 72% 11.818 1,0 2% 71% 8.929 0,4 0% 60% 10.192 0,8 5% 52% 14.967 1,7 2% 51% 13.190 0,9 2% 55% 19.840 0,8 11% 82% 9.385 0,7 5% 78% 9.538 0,8 2% 81% 17.500 0,7 8% 73% 14.611 0,6 14% 71% 19.800 0,6 6% 67% 12.700 0,8 21% 62% 16.133 2,5 5% 70% 13.264
oordeel kwal. studie 6,9 6,9 7,0 7,1 6,9 7,0 6,9 7,4 6,8 7,1 6,9 7,0 6,3 6,8 6,7 6,5 6,8 6,8 6,7 6,8 6,6 7,0 7,1 6,6 6,7 6,7 6,9 6,9 7,2 7,1 6,6 6,8 6,5 6,5 6,4 6,5 6,2 6,6 6,7 6,5 6,7 6,9 7,1 7,0 6,7 7,2 6,6 6,7 7,0 7,0 6,8
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
94
Tabel 9
HBO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Arbeidsmarktpositie: situatie na gemiddeld 1½ jaar en het aantal banen
huidige situatie eig/fam. loon- aio/ stude- werkbdr dienst oio rend zknd 1% 76% 0% 10% 1% bedrijfseconomie 1% 81% 0% 12% 0% commerciële economie 3% 91% 0% 0% 0% bedrijfskundige informatica 0% 75% 0% 18% 1% communicatie 2% 82% 2% 2% 0% accountancy 0% 87% 0% 9% 3% international business and languages 1% 75% 0% 19% 1% hoger toeristisch en recreatief onderwijs 3% 90% 0% 7% 0% hoger hotel onderwijs 4% 78% 0% 11% 0% small business en retail management 1% 71% 0% 18% 3% management, economie en recht 2% 90% 0% 8% 0% logistiek en economie 3% 85% 0% 5% 3% facilitaire dienstverlening 1% 71% 0% 7% 0% journalistiek en voorlichting 0% 77% 0% 14% 0% personeel en arbeid 3% 66% 0% 11% 5% culturele en maatsch. vorming 0% 79% 0% 8% 1% maatsch. werk en dienstverlening 1% 85% 0% 7% 2% soc. pedagogische hulpverlening 1% 78% 0% 14% 1% soc. juridische dienstverlening 82% 0% 8% 3% informatiedienstverlening en- management 0% 0% 82% 3% 12% 0% medische laboratoriumopleiding 0% 88% 0% 3% 0% verpleegkunde 3% 79% 0% 0% 1% fysiotherapie 1% 81% 0% 4% 0% logopedie 0% 76% 0% 8% 4% voeding en diëtiek 19% 33% 0% 14% 2% caesar/ mensendieck 0% 87% 0% 6% 3% ergotherapie 0% 83% 0% 12% 2% levensmiddelentechnologie 0% 76% 1% 13% 3% land, water en milieubeheer/ kunde 5% 79% 0% 8% 0% agrarische bedrijfskunde 13% 70% 0% 7% 0% veehouderij 0% 88% 0% 1% 0% leraar basis onderwijs 2% 68% 0% 13% 0% lichamelijke oefening 1e graad 0% 76% 0% 15% 2% aardrijkskunde 0% 69% 0% 10% 3% geschiedenis 1% 74% 0% 15% 0% Nederlands 2% 71% 0% 9% 3% Engels 0% 79% 0% 12% 0% Frans / Duits 3% 83% 1% 9% 0% economie (algemeen en bedrijfs-) 0% 69% 0% 10% 0% wis of natuurkunde 0% 77% 0% 13% 2% maatschappijleer 25% 33% 0% 2% 3% beeldende kunst en vormgeving 9% 23% 0% 9% 2% uitvoerend musicus 9% 13% 0% 7% 2% docerend musicus 1% 76% 2% 12% 2% chemisch laborant 3% 83% 0% 3% 2% bouwkunde 0% 91% 2% 7% 0% elektrotechniek 2% 85% 0% 11% 0% civiele techniek 0% 76% 2% 20% 2% chemische technologie 6% 70% 0% 3% 0% hogere informatica 0% 88% 0% 3% 2% technische bedrijfskunde 2% 78% 0% 8% 1% TOTAAL
aantal banen anders 11% 5% 5% 5% 14% 1% 3% 0% 7% 7% 0% 3% 21% 9% 15% 12% 5% 6% 8% 3% 9% 17% 14% 12% 31% 5% 3% 8% 9% 9% 10% 17% 7% 17% 10% 16% 9% 4% 20% 9% 38% 56% 69% 6% 9% 0% 3% 0% 21% 7% 11%
0
1
2
3>
9% 8% 0% 13% 2% 10% 11% 4% 5% 11% 5% 1% 5% 9% 8% 4% 6% 10% 8% 10% 2% 0% 4% 5% 7% 4% 12% 10% 8% 6% 1% 7% 8% 10% 14% 9% 10% 5% 6% 6% 3% 12% 7% 12% 3% 7% 6% 20% 3% 5% 6%
58% 53% 71% 26% 72% 38% 27% 30% 41% 36% 69% 34% 39% 36% 38% 30% 36% 47% 37% 55% 45% 26% 26% 31% 17% 24% 32% 49% 52% 48% 60% 40% 54% 53% 41% 52% 45% 34% 71% 23% 59% 53% 61% 43% 61% 44% 56% 42% 73% 55% 47%
22% 31% 24% 34% 18% 36% 44% 46% 43% 35% 15% 45% 31% 37% 29% 41% 33% 31% 39% 25% 38% 23% 29% 37% 21% 37% 31% 26% 38% 35% 20% 34% 22% 22% 26% 22% 21% 46% 18% 53% 27% 16% 17% 23% 28% 37% 27% 20% 18% 29% 30%
11% 8% 5% 27% 8% 16% 18% 19% 11% 18% 11% 20% 25% 18% 25% 24% 25% 13% 16% 11% 16% 51% 42% 27% 55% 35% 25% 15% 3% 11% 19% 19% 15% 15% 20% 17% 24% 14% 4% 17% 11% 19% 15% 22% 8% 12% 11% 17% 6% 10% 17%
HBO-tabellen: arbeidsmarktpositie
95
Tabel 10a Arbeidsmarktpositie: dienstverband eerste baan na afstuderen
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
vast 53% 33% 42% 24% 54% 33% 33% 57% 46% 29% 48% 19% 20% 16% 17% 12% 25% 21% 25% 6% 50% 18% 23% 16% 18% 19% 21% 18% 31% 36% 17% 23% 20% 20% 17% 20% 24% 18% 28% 28% 22% 29% 33% 9% 37% 45% 20% 4% 60% 35% 29%
dienstverband eerste baan tijdelijk zelfuitmet uittijstanfreezendzicht vast delijk dig lance kracht 29% 5% 0% 0% 11% 26% 21% 0% 0% 18% 25% 17% 0% 4% 4% 26% 29% 0% 2% 19% 25% 13% 0% 0% 8% 27% 9% 0% 0% 27% 27% 29% 0% 0% 11% 24% 11% 0% 2% 7% 31% 8% 0% 0% 12% 21% 14% 0% 2% 29% 28% 0% 4% 0% 20% 26% 21% 2% 0% 30% 16% 29% 4% 11% 20% 29% 20% 0% 2% 33% 31% 20% 0% 0% 29% 29% 41% 0% 0% 19% 27% 33% 0% 5% 11% 32% 15% 0% 0% 26% 34% 11% 0% 0% 27% 21% 50% 0% 0% 21% 8% 25% 0% 3% 13% 9% 47% 0% 2% 25% 15% 41% 2% 2% 18% 28% 32% 0% 2% 23% 14% 32% 14% 14% 7% 11% 64% 1% 0% 4% 41% 12% 0% 0% 24% 16% 24% 3% 8% 26% 41% 22% 0% 3% 3% 14% 25% 4% 0% 21% 7% 64% 2% 0% 10% 17% 50% 0% 0% 8% 32% 24% 0% 0% 16% 23% 33% 0% 10% 13% 31% 26% 2% 0% 19% 23% 40% 0% 0% 17% 27% 21% 0% 0% 21% 38% 14% 0% 2% 28% 33% 22% 0% 0% 17% 15% 30% 0% 0% 26% 22% 26% 0% 11% 15% 0% 36% 7% 29% 0% 6% 17% 11% 17% 17% 18% 27% 0% 2% 39% 19% 11% 0% 0% 15% 27% 5% 0% 0% 9% 37% 13% 0% 0% 3% 13% 29% 0% 0% 54% 30% 0% 0% 0% 0% 35% 3% 0% 0% 19% 22% 26% 1% 2% 17%
detachbureau 3% 3% 8% 0% 0% 4% 0% 0% 4% 5% 0% 2% 0% 0% 3% 0% 0% 6% 2% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 5% 0% 0% 0% 2% 8% 0% 5% 0% 6% 0% 0% 0% 4% 0% 0% 5% 19% 14% 27% 0% 10% 6% 3%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
96
HBO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Tabel 10b Arbeidsmarktpositie: dienstverband huidige baan
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
vast 78% 65% 75% 52% 84% 72% 58% 75% 69% 67% 70% 61% 55% 53% 48% 49% 72% 50% 71% 39% 84% 57% 60% 45% 28% 68% 50% 37% 67% 50% 68% 52% 63% 60% 57% 65% 55% 63% 70% 57% 35% 38% 35% 45% 70% 86% 58% 61% 80% 74% 65%
dienstverband huidige baan tijdelijk zelfuitmet uittijstan- freezendzicht vast delijk dig lance kracht 15% 3% 3% 0% 1% 27% 5% 0% 0% 3% 14% 2% 5% 0% 0% 24% 13% 0% 1% 7% 16% 0% 0% 0% 0% 19% 2% 0% 0% 5% 26% 14% 0% 0% 2% 20% 3% 0% 0% 0% 18% 0% 5% 0% 5% 20% 3% 2% 0% 5% 24% 2% 0% 0% 4% 26% 5% 1% 0% 4% 19% 12% 0% 4% 7% 36% 5% 0% 0% 6% 21% 9% 4% 4% 9% 33% 11% 0% 0% 5% 17% 7% 2% 1% 1% 35% 5% 2% 2% 3% 16% 10% 0% 1% 1% 27% 31% 2% 0% 0% 12% 3% 0% 0% 1% 23% 11% 3% 3% 3% 18% 16% 1% 2% 2% 32% 14% 2% 0% 6% 10% 21% 38% 3% 0% 17% 13% 0% 0% 2% 40% 2% 0% 0% 6% 34% 13% 0% 1% 6% 25% 5% 2% 0% 0% 35% 2% 8% 0% 2% 19% 13% 0% 0% 0% 30% 12% 3% 0% 3% 25% 4% 0% 0% 4% 22% 10% 0% 2% 4% 25% 9% 1% 1% 6% 24% 4% 0% 0% 7% 27% 11% 0% 0% 5% 27% 7% 1% 1% 0% 20% 9% 0% 0% 0% 28% 8% 0% 2% 5% 23% 6% 23% 6% 6% 14% 17% 14% 17% 0% 3% 10% 29% 23% 0% 31% 14% 0% 0% 6% 18% 5% 4% 0% 2% 8% 3% 0% 0% 0% 25% 2% 0% 0% 3% 28% 7% 0% 0% 2% 13% 0% 3% 0% 0% 17% 4% 0% 0% 0% 21% 7% 2% 1% 3%
detachbureau 0% 0% 4% 1% 0% 2% 2% 2% 3% 3% 0% 3% 1% 0% 5% 2% 0% 3% 0% 2% 0% 1% 0% 1% 0% 0% 2% 7% 0% 2% 0% 1% 4% 2% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 4% 2% 3% 12% 2% 3% 6% 1%
HBO-tabellen: arbeidsmarktpositie
97
Tabel 11a Arbeidsmarktpositie: salaris en uren/week eerste baan (contract; praktijk)
salaris eerste baan uren volgens con(xƒ1.000 netto p.m) tract eerste baan bedrijfseconomie 2,6 38 commerciële economie 2,3 37 bedrijfskundige informatica 2,7 38 communicatie 2,2 36 2,3 36 accountancy 2,4 39 international business and languages 2,1 37 hoger toeristisch en recreatief onderwijs 2,3 38 hoger hotel onderwijs 2,4 38 small business en retail management 2,3 37 management, economie en recht 2,6 37 logistiek en economie 2,2 37 facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting 2,1 36 personeel en arbeid 2,2 34 culturele en maatsch. vorming 2,1 34 2,0 30 maatsch. werk en dienstverlening 1,7 29 soc. pedagogische hulpverlening 2,2 33 soc. juridische dienstverlening 2,2 34 informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding 2,1 36 verpleegkunde 2,1 33 2,4 33 fysiotherapie 1,7 25 logopedie 2,0 29 voeding en diëtiek 1,8 27 caesar/ mensendieck 1,8 27 ergotherapie levensmiddelentechnologie 2,4 38 land, water en milieubeheer/ kunde 2,5 37 2,5 36 agrarische bedrijfskunde 2,1 38 veehouderij leraar basis onderwijs 2,1 31 lichamelijke oefening 1e graad 1,9 24 2,2 31 aardrijkskunde geschiedenis 2,1 31 Nederlands 2,1 31 1,9 31 Engels Frans / Duits 2,1 32 2,2 34 economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde 2,0 29 2,1 35 maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving 1,9 31 uitvoerend musicus 2,0 29 docerend musicus 1,9 29 2,2 37 chemisch laborant bouwkunde 2,2 37 2,6 39 elektrotechniek 2,3 36 civiele techniek 2,2 39 chemische technologie 2,7 40 hogere informatica 2,7 39 technische bedrijfskunde 34 TOTAAL 2,2
uren in praktijk eerste baan 41 38 41 39 38 40 40 44 40 40 41 40 39 36 37 30 31 34 36 36 33 33 27 31 24 28 40 38 39 41 34 29 36 35 36 33 35 37 29 36 34 32 33 36 37 42 39 38 43 43 36
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
98
HBO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Tabel 11b Arbeidsmarktpositie: salaris en uren/week huidige baan (contract; praktijk)
salaris huidige baan uren volgens contract (xƒ1.000 netto p.m.) huidige baan bedrijfseconomie 2,9 38 commerciële economie 2,9 38 bedrijfskundige informatica 3,2 39 communicatie 2,7 37 3,0 39 accountancy 2,8 38 international business and languages 2,6 38 hoger toeristisch en recreatief onderwijs 2,9 38 hoger hotel onderwijs 3,1 37 small business en retail management 2,8 38 management, economie en recht 3,0 39 logistiek en economie 2,7 37 facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting 2,7 36 personeel en arbeid 2,6 36 culturele en maatsch. vorming 2,3 36 2,4 31 maatsch. werk en dienstverlening 2,1 31 soc. pedagogische hulpverlening 2,6 34 soc. juridische dienstverlening 2,8 36 informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding 2,5 37 verpleegkunde 2,4 33 2,6 29 fysiotherapie 2,2 29 logopedie 2,3 32 voeding en diëtiek 2,5 26 caesar/ mensendieck 2,4 31 ergotherapie levensmiddelentechnologie 2,8 39 land, water en milieubeheer/ kunde 2,9 38 2,9 38 agrarische bedrijfskunde 2,6 39 veehouderij leraar basis onderwijs 2,7 35 lichamelijke oefening 1e graad 2,5 29 2,5 33 aardrijkskunde geschiedenis 2,4 30 Nederlands 2,4 33 2,7 32 Engels Frans / Duits 2,5 31 2,8 37 economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde 2,6 31 2,6 36 maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving 2,2 34 uitvoerend musicus 2,5 30 docerend musicus 2,0 30 2,6 38 chemisch laborant bouwkunde 2,7 38 3,2 39 elektrotechniek 2,7 38 civiele techniek 2,9 39 chemische technologie 3,1 39 hogere informatica 3,3 39 technische bedrijfskunde 36 TOTAAL 2,7
uren in praktijk huidige baan 41 42 43 41 42 42 42 44 44 41 44 41 40 39 37 33 33 36 39 38 34 32 32 34 27 32 42 41 41 43 41 31 39 34 36 36 38 41 38 39 36 32 30 39 41 44 42 42 41 43 39
HBO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Tabel 12
99
Arbeidsmarktpositie: bedrijfstak huidige baan
1 bedrijfseconomie 3% commerciële economie 0% bedrijfskundige informatica 0% communicatie 0% 0% accountancy 2% international business and languages 2% hoger toeristisch en recreatief onderwijs 0% hoger hotel onderwijs 3% small business en retail management 0% management, economie en recht 0% logistiek en economie 0% facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting 1% personeel en arbeid 0% culturele en maatsch. vorming 2% 0% maatsch. werk en dienstverlening 0% soc. pedagogische hulpverlening 0% soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management 0% medische laboratoriumopleiding 5% verpleegkunde 0% 0% fysiotherapie 0% logopedie 1% voeding en diëtiek 0% caesar/ mensendieck 0% ergotherapie levensmiddelentechnologie 2% land, water en milieubeheer/ kunde 19% 33% agrarische bedrijfskunde 71% veehouderij leraar basis onderwijs 0% lichamelijke oefening 1e graad 0% 0% aardrijkskunde geschiedenis 0% Nederlands 0% 0% Engels Frans / Duits 0% 0% economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde 0% 0% maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving 0% uitvoerend musicus 0% docerend musicus 0% 0% chemisch laborant bouwkunde 0% 0% elektrotechniek 0% civiele techniek 0% chemische technologie 0% hogere informatica 0% technische bedrijfskunde TOTAAL 1% 1= landbouw/visserij 2= voedings- en genotmiddelenindustrie 3= grafische industrie/uitgeverijen 4= chemische industrie 5= metaalindustrie
2 0% 6% 0% 0% 0% 3% 3% 2% 3% 0% 4% 4% 1% 1% 2% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 13% 0% 0% 73% 1% 4% 2% 0% 0% 2% 2% 1% 0% 0% 1% 2% 2% 0% 0% 0% 7% 0% 6% 0% 0% 0% 4% 2%
3 3% 3% 0% 6% 0% 5% 2% 0% 0% 0% 0% 1% 13% 0% 2% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 2% 0% 6% 0% 3% 15% 0% 3% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 4% 2%
4 0% 0% 0% 1% 2% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 31% 0% 0% 0% 41% 0% 0% 1%
bedrijfstakken 5 6 7 4% 4% 1% 6% 3% 0% 0% 4% 0% 0% 3% 4% 0% 0% 0% 7% 12% 2% 2% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 5% 3% 2% 2% 0% 8% 11% 0% 1% 0% 0% 0% 1% 0% 3% 3% 1% 0% 2% 4% 0% 2% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 2% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 6% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 1% 3% 4% 2% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 3% 1% 0% 4% 0% 0% 0% 4% 0% 1% 1% 1% 0% 2% 0% 2% 5% 3% 0% 13% 4% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 6% 0% 2% 0% 79% 8% 6% 3% 0% 2% 60% 2% 20% 2% 3% 0% 0% 13% 8% 8% 2% 3% 4%
8 9 10 0% 3% 1% 0% 2% 2% 0% 0% 2% 0% 1% 1% 0% 0% 0% 2% 14% 3% 0% 0% 3% 0% 3% 3% 3% 5% 28% 0% 2% 3% 0% 8% 4% 0% 1% 5% 0% 0% 4% 0% 3% 4% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 2% 0% 2% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 7% 0% 0% 2% 0% 0% 3% 0% 0% 1% 0% 4% 0% 0% 0% 1% 0% 5% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 4% 0% 0% 1% 0% 4% 2% 0% 2% 2% 0% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 6% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 3% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 0% 2% 2% 0% 1% 2%
6= overige industrie 7= bouwnijverheid 8= nutsbedrijven 9= groothandel 10= detailhandel
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
100
Tabel 12
HBO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Arbeidsmarktpositie: bedrijfstak huidige baan (vervolg)
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL 11= horeca 12= transport, opslag en infrastructuur 13= financiële instellingen 14= zakelijke dienstverlening 15= overheid
11 12 0% 3% 2% 6% 0% 0% 1% 3% 0% 0% 2% 3% 11% 5% 33% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 32% 6% 0% 0% 0% 0% 5% 5% 0% 2% 0% 0% 0% 2% 0% 1% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 1% 0% 4% 0% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 1% 0% 0% 2% 4% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 3% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 0% 3% 0% 0% 3% 0% 0% 2% 1% 1%
13 24% 21% 7% 9% 13% 14% 9% 16% 5% 21% 0% 5% 3% 3% 7% 0% 1% 5% 1% 0% 2% 0% 0% 6% 0% 0% 0% 0% 24% 6% 0% 0% 2% 2% 1% 0% 4% 14% 5% 14% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 2% 6%
bedrijfstakken 14 15 16 35% 4% 0% 35% 5% 2% 79% 4% 0% 30% 15% 1% 76% 6% 0% 16% 2% 3% 24% 3% 2% 39% 3% 0% 33% 3% 0% 49% 11% 0% 23% 0% 0% 45% 9% 0% 19% 6% 0% 43% 10% 5% 20% 5% 2% 10% 5% 2% 4% 1% 1% 26% 45% 2% 44% 16% 10% 2% 6% 3% 1% 3% 1% 0% 3% 1% 1% 4% 34% 13% 2% 2% 0% 0% 0% 6% 5% 2% 12% 0% 0% 19% 34% 0% 29% 2% 0% 10% 2% 0% 0% 0% 97% 3% 1% 62% 21% 10% 46% 22% 2% 50% 18% 9% 46% 17% 4% 59% 13% 0% 62% 35% 1% 15% 14% 2% 73% 34% 2% 10% 9% 2% 6% 10% 10% 24% 6% 3% 26% 14% 11% 3% 2% 11% 0% 47% 3% 3% 13% 17% 0% 20% 2% 2% 60% 3% 0% 36% 6% 0% 23% 5% 16%
16= onderwijs 17= gezondheid- en welzijnszorg 18= cultuur, sport, recreatie 19= overig
17 3% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 8% 6% 9% 20% 73% 86% 10% 3% 61% 91% 93% 50% 51% 97% 81% 0% 0% 2% 0% 1% 6% 4% 6% 1% 0% 2% 1% 0% 2% 0% 0% 0% 10% 0% 0% 0% 0% 7% 2% 20%
18 0% 2% 0% 6% 0% 0% 18% 0% 0% 0% 0% 3% 6% 0% 20% 0% 1% 2% 4% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 17% 6% 0% 3% 0% 0% 8% 0% 5% 11% 41% 48% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2%
19 10% 5% 4% 16% 3% 7% 17% 0% 8% 10% 11% 11% 37% 11% 9% 6% 2% 6% 12% 18% 1% 1% 2% 2% 0% 4% 2% 12% 0% 4% 1% 5% 6% 6% 12% 7% 11% 7% 2% 15% 32% 14% 13% 14% 5% 14% 5% 9% 20% 13% 8%
HBO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Tabel 13
101
Arbeidsmarktpositie: bedrijfsafdeling huidige baan
bedrijfsafdeling directie/ jurdisch/ mana- bestuurlijk gement
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
3% 2% 4% 3% 2% 5% 3% 16% 16% 3% 6% 11% 5% 5% 4% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 8% 6% 9% 6% 0% 4% 0% 0% 2% 2% 0% 3% 2% 0% 13% 0% 3% 1% 7% 0% 8% 0% 7% 8% 3%
3% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 8% 0% 0% 0% 0% 2% 1% 0% 47% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 2% 2% 0% 0% 6% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 2% 0% 0% 1%
financieel, econ.
adm./ secretarieel
60% 7% 2% 0% 78% 12% 3% 19% 11% 31% 0% 4% 2% 4% 0% 0% 0% 5% 1% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 2% 1% 38% 19% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 4% 22% 2% 5% 2% 7% 0% 0% 0% 3% 0% 0% 3% 4% 10%
16% 8% 2% 7% 8% 9% 14% 5% 3% 7% 4% 13% 5% 6% 11% 4% 4% 2% 7% 2% 1% 1% 1% 9% 0% 1% 6% 4% 4% 6% 1% 0% 10% 10% 9% 22% 6% 4% 5% 15% 0% 7% 7% 1% 0% 0% 3% 0% 0% 0% 5%
inperso- verkoop/ koop, marneel en keting logistiek org.
4% 8% 2% 6% 0% 0% 11% 19% 0% 13% 0% 10% 3% 67% 9% 5% 3% 6% 7% 0% 1% 0% 0% 8% 0% 0% 0% 0% 4% 0% 0% 8% 4% 6% 6% 2% 4% 10% 0% 7% 0% 3% 3% 1% 2% 0% 2% 0% 3% 6% 7%
1% 52% 0% 12% 0% 44% 27% 29% 47% 16% 9% 10% 6% 1% 11% 5% 3% 2% 4% 0% 0% 1% 6% 15% 0% 3% 8% 0% 16% 15% 0% 3% 0% 4% 17% 2% 9% 20% 0% 10% 9% 0% 0% 4% 4% 6% 0% 4% 3% 12% 9%
4% 3% 0% 3% 0% 5% 12% 2% 11% 2% 59% 9% 2% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 1% 2% 0% 0% 3% 2% 6% 0% 0% 4% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 4% 0% 2% 0% 3% 12% 2%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
102
Tabel 13
HBO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Arbeidsmarktpositie: bedrijfsafdeling huidige baan (vervolg)
bedrijfsafdeling recl./ techniek, automacommu- productisering tie nicatie
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
0% 7% 0% 54% 0% 5% 5% 0% 0% 0% 0% 3% 45% 0% 24% 0% 1% 0% 26% 2% 0% 0% 0% 5% 0% 1% 0% 0% 2% 0% 0% 1% 2% 2% 15% 0% 0% 13% 0% 44% 26% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 4%
0% 2% 2% 0% 0% 5% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 6% 0% 0% 0% 3% 5% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 18% 21% 0% 9% 0% 0% 2% 0% 0% 4% 0% 1% 0% 0% 0% 3% 3% 14% 59% 44% 75% 22% 7% 15% 6%
6% 3% 86% 0% 2% 4% 3% 2% 8% 5% 7% 6% 2% 0% 0% 0% 0% 2% 10% 2% 1% 0% 1% 1% 3% 0% 6% 3% 7% 13% 0% 1% 8% 6% 2% 0% 2% 4% 14% 3% 6% 3% 0% 7% 2% 28% 0% 7% 67% 25% 6%
ond./ opleidingen
onder- medisch, verzorzoek gend anders r&d
0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 3% 0% 3% 2% 4% 0% 2% 6% 3% 1% 3% 28% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 4% 97% 64% 39% 49% 44% 60% 63% 13% 71% 8% 2% 21% 37% 0% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 15%
0% 2% 2% 1% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 1% 2% 1% 0% 0% 1% 0% 6% 40% 0% 0% 1% 5% 0% 1% 29% 12% 2% 11% 0% 0% 4% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 52% 2% 11% 0% 53% 7% 0% 3%
0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 2% 1% 2% 16% 43% 0% 0% 42% 91% 92% 49% 43% 92% 68% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 2% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 6% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 12%
1% 3% 2% 13% 8% 11% 23% 8% 5% 15% 11% 29% 29% 12% 28% 66% 45% 35% 25% 5% 4% 1% 12% 10% 5% 26% 22% 49% 15% 15% 1% 14% 20% 16% 6% 7% 9% 6% 5% 7% 43% 52% 47% 13% 21% 6% 8% 11% 0% 19% 16%
HBO-tabellen: arbeidsmarktpositie
103
Tabel 14a Arbeidsmarktpositie: arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten eerste baan
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
Arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten eerste baan flexibele kinder onregelmatig13de deeltijd werktijden opvang heidstoeslag maand 26% 39% 10% 3% 35% 29% 49% 11% 14% 43% 16% 42% 11% 11% 21% 33% 47% 7% 13% 23% 35% 35% 9% 4% 52% 30% 30% 7% 10% 30% 39% 39% 18% 27% 12% 23% 52% 6% 19% 13% 9% 52% 0% 13% 22% 33% 45% 15% 6% 30% 19% 57% 10% 10% 29% 22% 37% 9% 15% 15% 39% 45% 11% 13% 16% 56% 39% 22% 5% 12% 52% 56% 12% 24% 12% 63% 63% 8% 31% 16% 78% 50% 16% 60% 7% 71% 64% 36% 4% 14% 46% 62% 10% 15% 18% 43% 32% 11% 18% 18% 84% 47% 19% 88% 3% 60% 70% 3% 15% 13% 84% 37% 2% 6% 8% 64% 50% 7% 29% 19% 69% 63% 6% 0% 0% 78% 25% 16% 8% 16% 17% 38% 0% 21% 21% 40% 67% 10% 10% 17% 41% 55% 21% 17% 34% 57% 57% 9% 13% 22% 72% 21% 0% 7% 10% 70% 27% 0% 13% 20% 78% 17% 6% 17% 11% 78% 52% 26% 17% 22% 73% 33% 0% 3% 17% 68% 32% 4% 8% 16% 68% 36% 0% 11% 21% 58% 61% 11% 19% 22% 86% 29% 7% 0% 7% 43% 53% 7% 7% 20% 67% 33% 0% 14% 19% 40% 70% 0% 20% 20% 50% 57% 7% 14% 7% 31% 66% 7% 14% 17% 42% 32% 0% 16% 37% 17% 56% 6% 28% 39% 50% 63% 13% 17% 21% 25% 63% 0% 19% 13% 10% 60% 10% 10% 30% 9% 57% 13% 9% 30% 49% 46% 10% 22% 21%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
104
HBO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Tabel 14a Arbeidsmarktpositie: arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten eerste baan (vervolg)
Arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten eerste baan winst/eindespaarln./ auto van aandelen/opties jaarsuitkering bedrijfsspr. de zaak in bedrijf bedrijfseconomie 55% 87% 23% 26% commerciële economie 31% 60% 20% 23% bedrijfskundige informatica 26% 74% 47% 21% communicatie 30% 50% 10% 13% 39% 70% 30% 0% accountancy 27% 63% 10% 3% international business and languages 36% 64% 18% 12% hoger toeristisch en recreatief onderwijs 35% 52% 10% 3% hoger hotel onderwijs 22% 39% 26% 4% small business en retail management 30% 61% 24% 12% management, economie en recht 38% 67% 24% 10% logistiek en economie 30% 52% 11% 4% facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting 21% 37% 11% 8% personeel en arbeid 41% 54% 2% 5% culturele en maatsch. vorming 24% 40% 0% 0% 14% 43% 4% 2% maatsch. werk en dienstverlening 22% 48% 2% 3% soc. pedagogische hulpverlening 32% 46% 7% 7% soc. juridische dienstverlening 31% 33% 13% 5% informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding 11% 61% 0% 4% verpleegkunde 17% 53% 0% 2% 10% 23% 0% 0% fysiotherapie 18% 29% 2% 0% logopedie 17% 33% 7% 0% voeding en diëtiek 6% 0% 13% 0% caesar/ mensendieck 16% 45% 0% 0% ergotherapie levensmiddelentechnologie 29% 46% 8% 4% land, water en milieubeheer/ kunde 27% 47% 13% 7% 55% 79% 34% 14% agrarische bedrijfskunde 13% 39% 22% 9% veehouderij leraar basis onderwijs 38% 38% 0% 3% lichamelijke oefening 1e graad 37% 50% 3% 3% 17% 50% 6% 0% aardrijkskunde geschiedenis 48% 43% 4% 4% Nederlands 20% 47% 0% 3% 28% 56% 0% 8% Engels Frans / Duits 43% 68% 0% 7% 31% 53% 28% 8% economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde 36% 57% 0% 0% 27% 37% 13% 7% maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving 14% 29% 5% 5% uitvoerend musicus 0% 10% 0% 0% docerend musicus 0% 21% 0% 0% 21% 48% 7% 3% chemisch laborant bouwkunde 37% 53% 16% 5% 39% 89% 22% 17% elektrotechniek 29% 75% 21% 17% civiele techniek 13% 44% 6% 0% chemische technologie 30% 70% 60% 30% hogere informatica 30% 61% 17% 4% technische bedrijfskunde TOTAAL 29% 53% 11% 8%
HBO-tabellen: arbeidsmarktpositie
105
Tabel 14b Arbeidsmarktpositie: arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten huidige baan
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
Arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten huidige baan deelflexibele kinder onregelmatig13de tijd werktijden opvang heidstoeslag maand 30% 43% 19% 6% 49% 34% 39% 13% 13% 50% 40% 65% 23% 11% 39% 39% 53% 14% 6% 23% 50% 48% 26% 3% 47% 21% 34% 14% 14% 50% 40% 50% 18% 22% 20% 26% 35% 15% 18% 26% 8% 39% 8% 13% 26% 39% 42% 24% 7% 44% 20% 33% 14% 14% 39% 38% 41% 16% 16% 22% 41% 52% 15% 32% 39% 49% 42% 24% 8% 22% 55% 76% 16% 16% 18% 63% 53% 19% 25% 14% 79% 55% 23% 60% 10% 77% 52% 37% 13% 21% 51% 62% 17% 10% 22% 57% 46% 21% 31% 5% 77% 47% 31% 87% 10% 66% 69% 7% 9% 10% 86% 43% 3% 3% 9% 60% 58% 24% 22% 24% 68% 81% 3% 6% 3% 74% 40% 24% 7% 15% 26% 44% 2% 16% 24% 55% 73% 27% 9% 16% 32% 51% 17% 13% 42% 44% 54% 23% 6% 29% 77% 4% 0% 1% 4% 72% 30% 4% 17% 14% 66% 30% 18% 8% 12% 75% 31% 13% 8% 21% 65% 40% 12% 9% 14% 70% 38% 4% 6% 9% 65% 40% 6% 12% 23% 48% 55% 8% 8% 28% 79% 37% 9% 2% 14% 41% 43% 13% 4% 33% 50% 50% 2% 7% 15% 54% 65% 12% 19% 15% 54% 57% 14% 25% 11% 39% 57% 15% 13% 33% 24% 43% 6% 6% 43% 25% 64% 17% 19% 42% 28% 57% 13% 8% 23% 30% 72% 7% 13% 54% 30% 63% 27% 13% 37% 30% 51% 13% 9% 30% 51% 44% 15% 18% 26%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
106
HBO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Tabel 14b Arbeidsmarktpositie: arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten huidige baan (vervolg)
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
Arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten huidige baan winst/eindespaarln./ auto van aandelen/opties jaarsuitkering bedrijfsspr. de zaak in bedrijf 58% 91% 25% 16% 53% 82% 29% 26% 51% 86% 65% 46% 42% 76% 14% 8% 71% 95% 56% 5% 59% 93% 13% 16% 48% 75% 23% 12% 58% 68% 27% 23% 45% 82% 42% 29% 56% 90% 36% 12% 47% 82% 25% 16% 49% 78% 24% 18% 53% 77% 9% 8% 49% 86% 15% 10% 27% 61% 4% 8% 25% 64% 4% 2% 39% 71% 3% 3% 60% 87% 6% 3% 42% 75% 16% 16% 25% 82% 3% 2% 26% 81% 1% 1% 15% 37% 1% 1% 32% 53% 5% 3% 36% 67% 15% 8% 10% 10% 3% 0% 41% 78% 6% 0% 48% 84% 12% 8% 44% 73% 23% 13% 58% 92% 28% 11% 44% 73% 33% 17% 46% 66% 0% 0% 41% 65% 6% 4% 36% 64% 10% 2% 48% 69% 2% 10% 49% 60% 5% 8% 43% 66% 2% 2% 56% 69% 2% 8% 51% 83% 31% 18% 44% 79% 14% 14% 50% 72% 17% 11% 22% 41% 11% 11% 19% 35% 8% 8% 25% 39% 4% 4% 49% 87% 13% 15% 46% 78% 28% 7% 50% 86% 47% 31% 47% 83% 40% 17% 52% 93% 22% 22% 47% 80% 53% 40% 55% 87% 32% 25% 45% 75% 18% 12%
HBO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 15
107
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: zoeken voor afstuderen; sollicitatiebrieven en -gesprekken
% zoeken aantal sollicitatievoor brieven tot op heden afstuderen gem. st. dev. bedrijfseconomie 83% 8,0 9,5 commerciële economie 65% 8,5 8,9 bedrijfskundige informatica 78% 4,9 5,0 communicatie 59% 12,2 13,5 95% 4,3 2,9 accountancy 60% 8,3 8,6 international business and languages 44% 9,3 9,9 hoger toeristisch en recreatief onderwijs 69% 8,9 9,2 hoger hotel onderwijs 69% 8,3 6,7 small business en retail management 66% 5,5 4,5 management, economie en recht 72% 6,1 7,0 logistiek en economie 56% 8,0 8,1 facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting 59% 9,9 8,8 personeel en arbeid 59% 8,8 6,7 culturele en maatsch. vorming 49% 12,4 11,7 46% 11,3 11,2 maatsch. werk en dienstverlening 74% 8,3 9,9 soc. pedagogische hulpverlening 51% 7,6 7,4 soc. juridische dienstverlening 71% 7,9 9,7 informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding 79% 8,3 7,8 verpleegkunde 72% 4,4 4,6 55% 13,0 12,2 fysiotherapie 63% 8,3 9,7 logopedie 63% 14,2 14,1 voeding en diëtiek 50% 8,9 9,0 caesar/ mensendieck 62% 10,8 9,2 ergotherapie levensmiddelentechnologie 65% 8,9 8,5 land, water en milieubeheer/ kunde 57% 11,6 11,6 80% 8,2 10,5 agrarische bedrijfskunde 77% 8,7 10,4 veehouderij leraar basis onderwijs 62% 5,0 6,5 lichamelijke oefening 1e graad 39% 9,3 10,6 57% 9,4 9,6 aardrijkskunde geschiedenis 59% 12,5 13,6 Nederlands 62% 9,5 12,2 55% 10,4 11,3 Engels Frans / Duits 57% 9,4 10,5 67% 8,5 7,1 economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde 78% 6,0 6,6 58% 8,2 8,9 maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving 32% 9,7 9,0 uitvoerend musicus 84% 10,7 8,5 docerend musicus 66% 8,4 9,0 65% 12,8 11,2 chemisch laborant bouwkunde 54% 4,2 8,2 76% 5,7 5,8 elektrotechniek 63% 3,3 2,5 civiele techniek 57% 11,2 11,5 chemische technologie 86% 5,4 8,2 hogere informatica 68% 5,7 4,8 technische bedrijfskunde 28,4 TOTAAL 65% 7,7
aantal sollicitatiegesprekken tot op heden gem. st. dev. 4,2 3,7 4,8 3,0 3,3 2,9 5,0 5,2 3,3 2,3 5,4 4,0 4,3 3,2 4,7 3,7 4,5 2,2 4,6 3,1 3,8 2,7 4,3 2,7 3,4 2,2 4,3 3,2 4,9 3,6 3,9 3,3 3,6 3,5 3,1 1,9 4,1 3,5 3,3 2,9 2,9 1,8 3,6 2,8 3,8 2,6 4,6 3,2 3,3 3,0 4,9 3,8 4,9 4,8 3,3 2,8 3,8 3,4 4,4 2,7 2,7 3,2 3,5 2,8 3,5 2,6 3,7 3,5 3,0 2,0 4,1 4,5 4,0 3,0 4,5 3,4 3,2 4,0 4,1 3,3 3,8 3,0 5,6 5,1 4,2 4,2 4,2 3,9 3,0 2,1 3,9 2,6 3,4 2,3 4,2 3,1 4,3 3,4 4,5 3,8 3,9 10,7
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
108
Tabel 16
HBO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: ondernomen zoekactiviteiten
zoekactiviteiten geen: gem. aangevraagd tal
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
10% 18% 24% 9% 25% 9% 16% 25% 10% 29% 23% 16% 22% 25% 18% 17% 17% 12% 16% 14% 15% 36% 29% 13% 37% 7% 15% 7% 17% 22% 30% 35% 17% 18% 18% 20% 20% 20% 16% 19% 20% 43% 44% 7% 33% 47% 18% 9% 28% 22% 22%
advertentie
2,8 63% 3,9 79% 2,7 46% 4,0 83% 2,2 40% 3,8 79% 3,4 67% 3,4 60% 3,2 71% 3,2 63% 3,1 57% 3,3 68% 3,5 80% 3,7 70% 3,9 82% 3,9 89% 3,3 72% 3,6 73% 3,9 76% 2,9 85% 2,5 57% 3,9 65% 3,4 76% 4,5 77% 3,3 46% 3,7 92% 4,0 87% 4,5 81% 3,1 73% 3,6 83% 2,3 74% 3,3 83% 3,3 81% 3,3 75% 3,0 70% 3,8 73% 3,0 67% 3,8 78% 2,6 88% 3,9 76% 3,7 51% 3,1 60% 3,4 62% 4,6 92% 2,4 33% 2,7 34% 2,8 35% 4,5 79% 4,0 36% 3,2 60% 3,2 67%
aruit- uitz.- werv. loopbn open beids- zend- bureau &sel. adviessolli. bureau bureau (ho) bureau centr.
33% 35% 30% 48% 49% 42% 53% 40% 23% 33% 26% 31% 32% 30% 37% 55% 47% 38% 33% 41% 61% 53% 47% 67% 63% 60% 36% 69% 38% 56% 34% 42% 52% 45% 42% 49% 36% 48% 38% 40% 54% 47% 50% 66% 27% 41% 35% 51% 44% 32% 41%
8% 30% 0% 30% 5% 25% 25% 13% 26% 16% 15% 24% 24% 39% 43% 60% 46% 46% 26% 22% 11% 45% 33% 53% 20% 43% 15% 39% 13% 17% 24% 43% 38% 50% 37% 46% 40% 40% 34% 43% 51% 27% 35% 42% 9% 13% 8% 28% 8% 16% 27%
28% 47% 7% 61% 7% 54% 40% 28% 39% 45% 28% 54% 44% 57% 61% 59% 48% 56% 43% 24% 29% 61% 44% 54% 26% 36% 43% 41% 23% 24% 7% 35% 36% 50% 39% 44% 33% 50% 13% 69% 56% 33% 26% 54% 11% 16% 14% 37% 8% 24% 35%
23% 35% 7% 50% 7% 44% 36% 17% 45% 33% 32% 21% 24% 43% 18% 20% 9% 42% 29% 19% 3% 29% 31% 37% 6% 19% 53% 54% 17% 29% 0% 12% 24% 11% 19% 32% 18% 27% 6% 48% 17% 3% 12% 42% 49% 25% 43% 51% 8% 44% 22%
22% 26% 4% 26% 11% 21% 15% 19% 13% 25% 26% 13% 8% 21% 8% 7% 3% 13% 17% 5% 1% 2% 1% 34% 3% 5% 45% 28% 13% 7% 0% 8% 7% 5% 11% 17% 11% 23% 6% 17% 10% 7% 12% 17% 16% 13% 29% 35% 16% 10% 12%
3% 4% 4% 4% 2% 0% 11% 6% 0% 2% 4% 4% 4% 7% 2% 0% 2% 6% 10% 5% 1% 3% 4% 11% 3% 3% 15% 7% 8% 5% 0% 3% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 1% 0% 0% 2% 2% 8% 4% 3%
HBO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 16
109
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: ondernomen zoekactiviteiten (vervolg)
zoekactiviteiten netmond. sollici- open banen- bedag markt. drijfs- werbena- tatie dering cursus bedrijf carr.dg cursus ken
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
3% 2% 11% 2% 15% 0% 7% 2% 7% 2% 11% 2% 13% 0% 21% 0% 13% 0% 6% 0% 11% 2% 10% 0% 10% 2% 3% 0% 12% 4% 8% 3% 12% 3% 13% 2% 7% 12% 8% 2% 21% 7% 18% 6% 12% 1% 18% 3% 49% 0% 13% 7% 9% 4% 19% 4% 17% 0% 7% 0% 20% 0% 15% 2% 7% 2% 9% 2% 7% 5% 12% 0% 16% 0% 2% 2% 6% 0% 10% 0% 37% 2% 27% 0% 29% 6% 11% 7% 13% 5% 6% 3% 18% 2% 19% 5% 36% 4% 10% 6% 13% 2%
17% 11% 26% 4% 25% 9% 5% 13% 0% 6% 11% 7% 2% 3% 2% 0% 1% 4% 9% 0% 1% 0% 0% 3% 0% 1% 0% 7% 4% 2% 0% 2% 2% 0% 5% 5% 2% 8% 3% 0% 0% 0% 6% 14% 4% 19% 6% 9% 44% 12% 7%
15% 33% 46% 9% 11% 25% 5% 25% 0% 16% 17% 15% 8% 10% 12% 8% 8% 6% 17% 2% 5% 3% 1% 9% 0% 4% 9% 13% 10% 10% 3% 3% 7% 7% 4% 2% 0% 15% 9% 7% 2% 7% 3% 10% 13% 22% 31% 30% 60% 32% 13%
3% 0% 2% 0% 2% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 4% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 2% 0% 1% 2% 0% 1% 3% 0% 0% 0% 0% 7% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 2% 3% 3% 1% 2% 13% 0% 2% 8% 0% 1%
via stage- interplaats net
17% 30% 26% 23% 15% 43% 33% 22% 15% 35% 30% 5% 27% 18% 34% 43% 29% 26% 22% 31% 30% 34% 31% 25% 40% 40% 42% 31% 47% 27% 56% 23% 22% 42% 23% 25% 48% 31% 14% 46% 14% 36% 52% 47% 43% 41% 39% 28% 34% 60% 36% 21% 26% 28% 31% 26% 35% 35% 29% 49% 28% 38% 42% 25% 19% 24% 27% 25% 26% 23% 49% 22% 36% 24% 38% 25% 19% 19% 38% 26% 49% 17% 43% 20% 50% 18% 27% 38% 16% 31% 13% 31% 14% 35% 28% 33% 16% 48% 12% 28% 28% 32%
12% 16% 20% 17% 4% 16% 15% 11% 19% 18% 13% 10% 18% 9% 29% 5% 7% 12% 21% 15% 2% 2% 4% 14% 0% 15% 26% 20% 19% 17% 1% 5% 14% 11% 11% 22% 9% 18% 13% 14% 15% 7% 6% 31% 4% 16% 6% 30% 40% 16% 11%
anders
0% 2% 2% 0% 0% 2% 5% 0% 6% 4% 2% 3% 6% 0% 4% 1% 7% 0% 3% 2% 3% 3% 5% 3% 14% 15% 4% 6% 6% 5% 7% 12% 5% 5% 0% 2% 4% 0% 6% 0% 2% 23% 24% 1% 4% 6% 2% 2% 0% 6% 4%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
110
Tabel 17
HBO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: succesverwachting zoekactiviteiten
zoekactiviteiten waarvan meeste succes wordt verwacht advertentie
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
34% 39% 36% 42% 27% 49% 35% 31% 33% 27% 28% 31% 40% 38% 40% 54% 45% 51% 41% 64% 42% 25% 43% 46% 15% 66% 48% 35% 38% 50% 48% 46% 43% 45% 39% 44% 46% 40% 54% 20% 35% 43% 43% 38% 29% 13% 14% 41% 4% 12% 37%
open solli.
arbeids- uitzendbureau bureau
uitzend- werving loobaan& sel. adviesbureau bureau centrum (ho)
11% 9% 15% 4% 20% 5% 11% 11% 11% 11% 6% 14% 12% 4% 10% 13% 13% 4% 10% 4% 26% 17% 8% 23% 18% 9% 7% 13% 9% 8% 10% 16% 10% 15% 13% 9% 9% 11% 11% 11% 18% 11% 17% 14% 12% 9% 12% 13% 13% 14% 12%
0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 7% 3% 2% 0% 0% 0% 1% 2% 6% 5% 2% 2% 0% 1% 3% 3% 3% 0% 2% 0% 2% 0% 0% 12% 6% 2% 10% 3% 11% 2% 2% 3% 4% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 4% 4% 0% 0% 3%
3% 9% 2% 9% 4% 10% 11% 2% 6% 9% 16% 4% 3% 7% 2% 1% 3% 4% 3% 2% 0% 5% 5% 0% 0% 1% 15% 5% 8% 8% 1% 0% 2% 3% 5% 2% 4% 7% 0% 13% 3% 0% 0% 5% 20% 13% 22% 13% 0% 22% 6%
6% 9% 0% 5% 2% 10% 13% 2% 6% 7% 6% 18% 7% 15% 14% 5% 10% 15% 6% 2% 6% 8% 5% 5% 0% 1% 2% 4% 4% 3% 1% 0% 5% 0% 5% 9% 7% 5% 0% 22% 8% 0% 7% 12% 4% 6% 0% 2% 0% 4% 6%
13% 5% 0% 7% 9% 7% 6% 9% 6% 9% 10% 8% 3% 6% 2% 1% 1% 4% 6% 0% 0% 0% 1% 9% 0% 1% 11% 4% 0% 0% 1% 5% 5% 3% 8% 4% 5% 7% 0% 2% 3% 0% 0% 3% 4% 6% 6% 9% 4% 8% 4%
0% 0% 0% 0% 0% 0% 4% 2% 0% 0% 0% 1% 0% 1% 0% 1% 1% 0% 2% 2% 1% 0% 1% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 2% 0% 0% 0% 0%
HBO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 17
111
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: succesverwachting zoekactiviteiten (vervolg)
zoekactiviteiten waarvan meeste succes wordt verwacht via stage
via internet
anders
8% 8% 5% 11% 6% 6% 13% 9% 5% 13% 7% 0% 9% 2% 13% 9% 11% 6% 9% 11% 12% 18% 6% 6% 15% 12% 15% 4% 16% 4% 6% 5% 1% 13% 5% 9% 11% 6% 0% 18% 1% 10% 20% 8% 19% 3% 4% 3% 21% 21% 4% 6% 7% 4% 7% 15% 8% 19% 5% 15% 5% 9% 16% 3% 5% 14% 8% 10% 9% 9% 4% 2% 7% 7% 15% 2% 6% 9% 17% 2% 15% 3% 32% 0% 13% 3% 7% 7% 8% 10% 3% 9% 4% 20% 4% 0% 8% 4% 8% 6% 8% 8%
3% 2% 11% 2% 2% 5% 0% 2% 11% 2% 0% 0% 3% 1% 6% 1% 0% 0% 5% 2% 1% 0% 3% 1% 3% 1% 0% 4% 2% 5% 0% 0% 2% 3% 3% 7% 0% 4% 0% 2% 0% 0% 3% 4% 2% 19% 0% 0% 17% 10% 3%
2% 0% 0% 4% 2% 0% 4% 0% 3% 2% 2% 1% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 3% 4% 2% 8% 3% 0% 9% 7% 0% 0% 2% 3% 0% 5% 5% 3% 2% 2% 2% 5% 6% 2% 5% 7% 7% 3% 2% 0% 6% 4% 0% 2% 2%
netmond. sollici- open banen- bedag markt. drijfs- werbena- tatie dering cursus bedrijf carr.dg cursus ken
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
3% 5% 4% 5% 4% 2% 2% 6% 3% 5% 0% 4% 5% 1% 2% 5% 6% 5% 0% 4% 10% 6% 3% 3% 15% 0% 2% 11% 8% 0% 12% 2% 5% 3% 5% 2% 7% 2% 3% 4% 10% 7% 7% 5% 4% 3% 10% 7% 17% 8% 6%
0% 3% 3% 0% 4% 4% 0% 9% 9% 0% 0% 0% 0% 11% 2% 0% 2% 3% 0% 2% 2% 0% 4% 2% 0% 3% 0% 0% 4% 4% 0% 2% 0% 1% 3% 1% 0% 0% 0% 0% 1% 1% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 3% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 1% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 2% 0% 0% 2% 2% 0% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 6% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 9% 9% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 13% 21% 0% 2% 4% 0% 2% 2%
2% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 3% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
112
Tabel 18
HBO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: belangrijkste argument bij het accepteren van een baan
Belangrijkste argumenten bij het accepteren van een baan baanzekeraff. product/ werken in carrière heid salaris dienst buitenland perspectief bedrijfseconomie 13% 34% 21% 7% 51% commerciële economie 3% 32% 37% 6% 37% bedrijfskundige informatica 2% 21% 26% 5% 51% communicatie 9% 15% 45% 3% 18% 6% 26% 29% 0% 43% accountancy 2% 23% 24% 9% 42% international business and languages 5% 15% 52% 14% 20% hoger toeristisch en recreatief onderwijs 4% 16% 40% 7% 41% hoger hotel onderwijs 5% 23% 33% 0% 51% small business en retail management 12% 23% 35% 2% 35% management, economie en recht 9% 28% 30% 2% 49% logistiek en economie 12% 12% 34% 2% 29% facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting 6% 7% 67% 4% 15% personeel en arbeid 6% 18% 38% 1% 21% culturele en maatsch. vorming 9% 12% 56% 3% 5% 20% 17% 77% 1% 5% maatsch. werk en dienstverlening 27% 27% 76% 3% 5% soc. pedagogische hulpverlening 17% 25% 64% 0% 16% soc. juridische dienstverlening 13% 14% 39% 1% 19% informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding 21% 18% 53% 0% 17% verpleegkunde 25% 20% 67% 3% 20% 33% 21% 55% 3% 12% fysiotherapie 35% 19% 65% 1% 3% logopedie 25% 13% 68% 3% 11% voeding en diëtiek 35% 25% 48% 0% 0% caesar/ mensendieck 19% 11% 67% 0% 7% ergotherapie levensmiddelentechnologie 18% 14% 53% 4% 22% land, water en milieubeheer/ kunde 9% 17% 43% 6% 19% 5% 33% 35% 0% 49% agrarische bedrijfskunde 8% 24% 49% 2% 20% veehouderij leraar basis onderwijs 47% 13% 67% 0% 12% lichamelijke oefening 1e graad 39% 28% 39% 0% 17% 16% 22% 57% 0% 6% aardrijkskunde geschiedenis 29% 29% 48% 6% 13% Nederlands 16% 30% 58% 4% 16% 27% 29% 53% 4% 9% Engels Frans / Duits 27% 24% 51% 5% 19% 11% 21% 45% 0% 32% economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde 42% 21% 53% 0% 19% 12% 14% 46% 3% 29% maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving 9% 20% 53% 6% 11% uitvoerend musicus 32% 28% 67% 0% 18% docerend musicus 16% 25% 67% 3% 22% 27% 22% 32% 3% 21% chemisch laborant bouwkunde 16% 16% 23% 0% 46% 16% 19% 29% 3% 32% elektrotechniek 5% 18% 43% 5% 40% civiele techniek 12% 14% 23% 12% 25% chemische technologie 6% 12% 28% 6% 34% hogere informatica 4% 29% 37% 4% 40% technische bedrijfskunde TOTAAL 18% 21% 48% 3% 25%
HBO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 18
113
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: belangrijkste argument bij het accepteren van een baan (vervolg)
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
Belangrijkste argumenten bij het accepteren van een baan gevarieerd permanente bedrijfs- dynamische zelfst. indewerk training cultuur organisatie ling taken 38% 4% 7% 10% 13% 34% 5% 14% 18% 14% 30% 16% 21% 23% 5% 51% 7% 22% 12% 18% 46% 11% 13% 11% 14% 54% 0% 5% 17% 24% 48% 5% 17% 9% 17% 34% 6% 21% 21% 9% 28% 3% 20% 10% 28% 35% 6% 12% 17% 23% 41% 6% 11% 13% 11% 42% 1% 25% 21% 21% 51% 1% 21% 7% 19% 52% 3% 16% 9% 35% 46% 0% 34% 10% 24% 47% 5% 10% 5% 14% 35% 4% 13% 3% 8% 44% 0% 9% 3% 22% 39% 4% 28% 12% 30% 73% 3% 0% 3% 11% 46% 5% 5% 3% 6% 41% 5% 13% 8% 10% 43% 2% 9% 1% 19% 46% 2% 8% 10% 14% 30% 3% 13% 8% 40% 52% 5% 11% 9% 20% 51% 2% 12% 6% 18% 51% 4% 19% 7% 25% 35% 4% 11% 12% 16% 47% 4% 10% 4% 31% 34% 1% 16% 0% 9% 56% 0% 8% 5% 8% 49% 8% 18% 4% 18% 33% 4% 19% 6% 13% 37% 1% 19% 6% 13% 38% 0% 18% 9% 13% 37% 2% 8% 13% 14% 42% 1% 21% 15% 11% 35% 2% 9% 7% 12% 42% 5% 25% 15% 8% 26% 2% 37% 6% 31% 21% 0% 14% 0% 21% 10% 3% 22% 0% 32% 53% 6% 9% 6% 19% 50% 5% 16% 7% 20% 32% 8% 35% 8% 19% 48% 5% 10% 3% 23% 49% 8% 23% 17% 17% 40% 15% 22% 9% 28% 38% 4% 12% 13% 19% 40% 4% 16% 9% 17%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
114
HBO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 19a Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: hoe aan de eerste baan gekomen
Hoe aan eerste baan gekomen open uitvia adver- inter- solli- zend tentie net citatie (ho)
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
16% 15% 4% 23% 13% 14% 17% 17% 27% 5% 17% 9% 2% 14% 11% 25% 14% 21% 7% 13% 16% 9% 13% 22% 18% 28% 11% 5% 37% 11% 17% 20% 29% 14% 19% 22% 18% 8% 24% 7% 25% 14% 21% 18% 4% 5% 7% 8% 0% 16% 14%
3% 0% 0% 2% 0% 2% 2% 0% 4% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 5% 0% 2% 4% 0% 0% 0% 4% 0% 0% 0% 4% 0% 0% 0% 3% 0% 0% 3% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 5% 0% 0% 0% 3% 1%
8% 5% 9% 5% 17% 2% 7% 2% 4% 10% 4% 12% 4% 4% 11% 13% 17% 0% 11% 3% 31% 5% 8% 15% 11% 17% 0% 5% 3% 7% 10% 8% 5% 3% 12% 3% 9% 2% 0% 0% 13% 7% 5% 4% 12% 5% 17% 0% 10% 10% 10%
29% 28% 4% 30% 13% 50% 33% 13% 19% 27% 22% 39% 27% 18% 29% 18% 14% 41% 36% 25% 13% 28% 13% 18% 11% 10% 34% 38% 13% 22% 10% 12% 24% 24% 19% 31% 33% 32% 24% 37% 21% 7% 21% 36% 50% 18% 38% 28% 0% 29% 23%
arb. bur.
wervings- netgeanbur. werk vraagd ders
5% 0% 3% 3% 0% 4% 0% 0% 4% 4% 2% 2% 2% 2% 2% 0% 0% 4% 2% 2% 4% 0% 0% 0% 0% 0% 4% 2% 0% 3% 3% 5% 5% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 2% 2% 0% 13% 0% 2% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 9% 3% 3% 0% 3% 0% 0% 2% 0% 2% 4% 0% 0% 10% 0% 0% 0% 0% 3% 0% 0% 8% 2% 0% 0% 4% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 4% 2% 4% 4% 0% 5% 0% 10% 20% 0% 0% 0% 0% 3% 3% 2%
3% 5% 4% 7% 17% 5% 9% 9% 12% 7% 0% 7% 7% 4% 11% 7% 5% 3% 2% 3% 0% 11% 10% 8% 7% 8% 6% 0% 7% 4% 7% 6% 0% 7% 10% 9% 6% 6% 12% 4% 8% 7% 5% 4% 12% 9% 0% 4% 0% 3% 6%
26% 21% 13% 16% 13% 20% 15% 24% 23% 27% 30% 19% 33% 35% 20% 22% 25% 21% 18% 13% 16% 35% 28% 18% 39% 18% 31% 19% 30% 22% 24% 33% 29% 24% 24% 25% 18% 26% 41% 28% 21% 57% 26% 13% 12% 32% 10% 24% 30% 26% 24%
11% 21% 61% 16% 21% 2% 13% 33% 8% 20% 22% 14% 27% 20% 14% 7% 20% 12% 20% 44% 18% 7% 13% 15% 14% 15% 9% 27% 7% 30% 29% 14% 14% 14% 17% 6% 12% 14% 0% 17% 13% 7% 21% 16% 4% 23% 17% 16% 60% 10% 18%
HBO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
115
Tabel 19b Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: hoe aan de huidige baan gekomen
Hoe aan huidige baan gekomen
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
wervings- netgeanbur. werk vraagd ders
open uitvia adver- inter- solli- zend tentie net citatie (ho)
arb. bur.
25% 1% 13% 16% 2% 15% 11% 14% 18% 22% 1% 3% 18% 3% 27% 31% 0% 10% 20% 2% 18% 11% 0% 22% 13% 10% 10% 15% 2% 3% 13% 2% 6% 34% 0% 10% 24% 3% 3% 18% 1% 1% 21% 4% 9% 35% 0% 20% 31% 0% 19% 23% 2% 10% 20% 1% 10% 49% 2% 5% 36% 2% 22% 14% 0% 16% 30% 0% 6% 11% 1% 24% 5% 0% 13% 28% 4% 18% 22% 2% 4% 18% 0% 16% 33% 4% 11% 29% 0% 10% 29% 1% 18% 14% 0% 13% 31% 0% 10% 30% 4% 10% 28% 1% 7% 38% 2% 4% 27% 2% 9% 20% 4% 6% 30% 2% 9% 14% 2% 7% 13% 0% 22% 21% 3% 21% 13% 0% 13% 24% 1% 17% 13% 0% 14% 6% 3% 8% 7% 2% 15% 28% 4% 15% 3% 3% 27% 15% 4% 13% 22% 2% 14%
0% 3% 5% 5% 0% 0% 1% 6% 0% 5% 3% 7% 0% 9% 2% 6% 0% 8% 2% 5% 0% 6% 3% 5% 1% 0% 5% 3% 0% 2% 7% 0% 4% 1% 5% 0% 1% 1% 2% 0% 0% 1% 1% 0% 5% 1% 6% 6% 0% 0% 2% 4% 0% 10% 1% 6% 2% 0% 0% 8% 1% 0% 0% 5% 6% 4% 6% 2% 3% 1% 0% 9% 4% 0% 1% 1% 5% 0% 0% 2% 2% 2% 0% 0% 0% 0% 3% 6% 2% 2% 0% 11% 0% 7% 0% 4% 0% 3% 0% 6% 2% 3%
22% 23% 4% 21% 3% 24% 20% 9% 10% 23% 19% 14% 12% 30% 21% 10% 7% 24% 16% 5% 8% 11% 4% 13% 0% 5% 31% 9% 7% 8% 1% 9% 4% 6% 16% 11% 13% 16% 2% 20% 13% 3% 6% 15% 27% 8% 18% 15% 0% 21% 14%
6% 2% 5% 9% 5% 3% 8% 19% 10% 3% 8% 4% 6% 9% 4% 8% 3% 5% 7% 2% 3% 22% 10% 3% 0% 8% 4% 9% 5% 15% 8% 5% 6% 2% 4% 4% 13% 12% 5% 15% 7% 10% 10% 7% 7% 3% 2% 7% 7% 6% 6%
12% 18% 24% 10% 28% 21% 16% 19% 23% 16% 16% 5% 20% 5% 22% 9% 31% 8% 26% 21% 26% 21% 19% 13% 36% 15% 24% 10% 21% 18% 15% 5% 21% 14% 13% 19% 29% 13% 18% 18% 16% 12% 27% 9% 32% 12% 22% 15% 59% 23% 21% 10% 18% 10% 21% 19% 24% 15% 17% 13% 29% 12% 45% 8% 22% 18% 24% 16% 33% 4% 22% 9% 18% 15% 28% 12% 25% 23% 31% 10% 15% 26% 31% 10% 35% 23% 14% 14% 21% 14% 25% 36% 23% 27% 15% 11% 37% 20% 28% 8% 22% 23%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
116
Tabel 20
HBO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: motivatie baanwisseling
waarom van baan verwisseld ? onder opleidingsniveau
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
22% 19% 0% 21% 6% 26% 18% 30% 27% 17% 17% 16% 15% 13% 23% 17% 14% 22% 23% 9% 0% 1% 1% 24% 9% 5% 14% 20% 23% 18% 0% 10% 4% 14% 18% 13% 10% 17% 13% 19% 11% 6% 6% 25% 20% 29% 13% 35% 0% 14% 14%
niet aansl. op studie
9% 10% 5% 15% 0% 11% 6% 2% 3% 0% 21% 7% 15% 15% 14% 18% 4% 17% 10% 6% 3% 4% 8% 8% 2% 6% 5% 14% 3% 12% 11% 5% 13% 10% 6% 17% 13% 10% 20% 11% 26% 0% 22% 13% 3% 10% 6% 8% 0% 11% 9%
salaris te laag
geen sfeer
9% 7% 5% 4% 6% 4% 4% 4% 3% 10% 0% 7% 6% 5% 7% 3% 5% 0% 4% 0% 0% 6% 3% 1% 11% 1% 0% 7% 0% 12% 3% 5% 0% 3% 4% 3% 5% 5% 0% 6% 6% 12% 6% 6% 10% 0% 0% 4% 11% 4% 5%
16% 17% 19% 10% 24% 15% 14% 6% 21% 12% 13% 15% 11% 13% 16% 7% 16% 19% 12% 12% 8% 9% 15% 13% 11% 6% 27% 5% 14% 12% 16% 2% 8% 17% 6% 20% 13% 14% 0% 7% 14% 12% 6% 8% 7% 14% 16% 4% 11% 4% 13%
geen perspectief
6% 7% 24% 8% 24% 11% 12% 23% 9% 15% 25% 15% 11% 11% 9% 6% 13% 8% 12% 15% 17% 7% 6% 7% 7% 7% 8% 9% 20% 9% 3% 12% 8% 7% 12% 13% 15% 12% 7% 17% 9% 6% 6% 8% 17% 14% 16% 15% 22% 29% 11%
HBO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 20
117
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: motivatie baanwisseling (vervolg)
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
waarom van baan verwisseld ? aflopend contract ontslagen faillissement 13% 3% 0% 10% 0% 0% 5% 0% 0% 10% 2% 0% 0% 0% 0% 7% 2% 2% 14% 2% 0% 2% 0% 0% 6% 0% 0% 12% 0% 2% 8% 0% 0% 9% 0% 0% 15% 0% 0% 11% 0% 0% 7% 0% 0% 24% 0% 0% 8% 1% 1% 6% 0% 0% 8% 2% 0% 35% 0% 0% 8% 0% 0% 34% 1% 0% 29% 0% 0% 20% 1% 0% 24% 0% 0% 37% 0% 1% 19% 0% 3% 14% 0% 5% 6% 0% 0% 3% 0% 0% 21% 3% 0% 25% 0% 0% 33% 0% 0% 24% 0% 0% 18% 2% 2% 3% 0% 3% 15% 0% 0% 3% 0% 0% 7% 7% 0% 9% 2% 2% 9% 3% 0% 29% 0% 0% 22% 0% 0% 25% 0% 0% 13% 0% 0% 5% 0% 0% 6% 3% 0% 19% 0% 0% 11% 0% 0% 4% 4% 0% 13% 1% 0%
andere reden 22% 31% 43% 29% 41% 22% 29% 34% 30% 32% 17% 31% 28% 32% 25% 26% 37% 28% 27% 24% 63% 36% 37% 25% 37% 37% 24% 27% 34% 33% 45% 42% 33% 24% 31% 27% 28% 38% 47% 28% 23% 35% 33% 15% 30% 29% 39% 15% 44% 32% 33%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
118
Tabel 21
HBO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: % (ander) werkzoekend; % gesetteld op de arbeidsmarkt, gewenste arbeidsduur en verhuisbereidheid % zoekt (andere) baan
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
14% 25% 12% 20% 9% 28% 25% 32% 30% 27% 20% 29% 29% 29% 49% 24% 28% 25% 30% 13% 18% 30% 26% 23% 17% 23% 20% 26% 30% 25% 13% 16% 33% 28% 25% 19% 25% 19% 21% 25% 36% 45% 44% 33% 17% 17% 18% 23% 18% 24% 23%
% gesetteld in huidig werk
59% 39% 67% 36% 74% 43% 43% 42% 43% 47% 54% 40% 33% 30% 27% 36% 46% 32% 43% 31% 62% 44% 45% 33% 24% 55% 36% 29% 42% 35% 59% 38% 36% 40% 33% 47% 39% 46% 53% 39% 18% 24% 17% 34% 51% 60% 42% 38% 61% 48% 46%
gewenste arbeidsduur gem. gem. werkweek aantal (uren) dagen
38,5 36,3 37,3 35,2 37,2 36,5 35,7 38,3 38,9 36,7 38,3 35,7 34,4 33,9 33,8 31,7 32,9 33,8 34,6 35,8 33,2 34,6 31,3 33,9 32,1 32,0 36,8 35,9 38,0 40,4 33,5 32,8 33,2 32,8 31,1 31,8 30,6 36,2 32,4 34,7 34,6 29,8 30,8 35,9 36,7 37,8 37,7 36,9 34,9 37,8 35,1
4,5 4,4 4,5 4,2 4,5 4,4 4,4 4,3 4,5 4,4 4,5 4,3 4,3 4,2 4,3 4,1 4,5 4,2 4,4 4,5 4,4 4,3 4,1 4,3 4,0 4,1 4,4 4,5 4,4 4,9 4,3 4,3 4,2 4,3 4,1 4,3 4,3 4,3 4,4 4,1 4,4 4,5 4,3 4,4 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 4,4 4,4
bereid >100 km te verhuizen (%)
51% 47% 45% 38% 31% 42% 53% 59% 67% 42% 52% 41% 64% 34% 35% 26% 25% 33% 49% 47% 33% 51% 29% 43% 29% 42% 59% 59% 37% 38% 29% 47% 40% 40% 29% 39% 42% 50% 39% 25% 62% 48% 58% 48% 40% 40% 48% 69% 45% 41% 41%
HBO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 22
119
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: belangrijkste argument minder dan 32 uur werken
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
% Belangrijkste argument minder dan 32 uur werken <32 meer zorg vrijw./ verhobanuur privé voor fa- liefdader by’s en dere werken tijd milielid digheid studie sport reden 0% 0% 0% 50% 0% 50% 0% 7% 29% 0% 0% 29% 43% 0% 4% 0% 0% 0% 100% 0% 0% 8% 14% 0% 0% 29% 43% 14% 2% 50% 0% 0% 0% 50% 0% 5% 33% 0% 0% 33% 0% 33% 8% 14% 0% 0% 14% 29% 43% 2% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 7% 33% 0% 0% 0% 33% 33% 2% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 5% 25% 0% 0% 25% 0% 50% 6% 0% 0% 14% 29% 43% 14% 15% 33% 0% 13% 13% 20% 20% 12% 36% 0% 0% 27% 18% 18% 19% 8% 0% 0% 25% 17% 50% 24% 29% 4% 0% 25% 17% 25% 19% 50% 0% 0% 5% 15% 30% 11% 0% 0% 11% 44% 22% 22% 12% 22% 11% 0% 11% 56% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 100% 0% 12% 42% 0% 0% 50% 8% 0% 21% 15% 0% 0% 30% 35% 20% 34% 19% 3% 6% 23% 32% 16% 11% 58% 0% 0% 8% 17% 17% 28% 23% 0% 0% 31% 23% 23% 19% 22% 4% 4% 30% 35% 4% 4% 0% 0% 67% 0% 33% 0% 11% 30% 0% 10% 10% 30% 20% 6% 20% 0% 0% 0% 20% 60% 8% 0% 0% 0% 0% 0% 100% 25% 35% 0% 0% 30% 17% 17% 34% 19% 0% 0% 22% 34% 25% 21% 18% 0% 0% 29% 35% 18% 25% 6% 0% 6% 35% 24% 29% 36% 31% 0% 3% 24% 21% 21% 38% 23% 0% 0% 27% 18% 32% 46% 23% 0% 3% 30% 20% 23% 11% 25% 0% 13% 50% 13% 0% 34% 40% 0% 0% 27% 7% 27% 21% 27% 0% 0% 13% 47% 13% 32% 5% 0% 0% 15% 10% 70% 58% 33% 0% 0% 37% 7% 23% 47% 25% 3% 3% 41% 9% 19% 8% 25% 0% 0% 13% 50% 13% 12% 30% 0% 0% 10% 10% 50% 0% 0% 0% 0% 0% 100% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 100% 0% 2% 50% 0% 0% 0% 0% 50% 16% 0% 0% 0% 100% 0% 0% 4% 0% 0% 0% 43% 0% 57% 14% 28% 1% 2% 25% 20% 25%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
120
Tabel 23
HBO-tabellen: aansluiting studie en baan
Aansluiting studie en baan (verticaal): overscholing (in onderwijsniveaus)
rapportcijfer aansluiting studie en eerste baan gemiddelde standaard dev. bedrijfseconomie 6,0 1,3 commerciële economie 6,5 1,3 bedrijfskundige informatica 6,7 1,3 communicatie 6,2 1,1 6,4 1,4 accountancy 6,7 1,4 international business and languages 6,1 1,6 hoger toeristisch en recreatief onderwijs 6,9 1,3 hoger hotel onderwijs 7,0 1,2 small business en retail management 6,5 1,5 management, economie en recht 6,2 1,7 logistiek en economie 6,4 1,8 facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting 6,7 1,7 personeel en arbeid 6,5 1,6 culturele en maatsch. vorming 6,6 1,6 6,5 1,7 maatsch. werk en dienstverlening 6,8 1,2 soc. pedagogische hulpverlening 6,9 1,4 soc. juridische dienstverlening 6,7 1,6 informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding 6,8 1,5 verpleegkunde 6,8 1,2 7,2 1,3 fysiotherapie 6,9 1,1 logopedie 6,9 1,7 voeding en diëtiek 7,4 1,1 caesar/ mensendieck 6,7 0,9 ergotherapie levensmiddelentechnologie 6,9 1,5 land, water en milieubeheer/ kunde 6,4 1,6 6,4 1,3 agrarische bedrijfskunde 6,2 1,6 veehouderij leraar basis onderwijs 6,6 1,1 lichamelijke oefening 1e graad 7,3 1,4 7,0 1,6 aardrijkskunde geschiedenis 6,6 1,7 Nederlands 6,1 1,1 6,7 1,9 Engels Frans / Duits 6,4 1,9 6,3 1,8 economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde 7,3 1,4 6,4 1,6 maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving 7,0 2,1 uitvoerend musicus 7,2 1,2 docerend musicus 6,3 2,0 6,7 1,6 chemisch laborant bouwkunde 7,1 1,4 6,8 1,5 elektrotechniek 6,4 1,2 civiele techniek 7,4 1,6 chemische technologie 6,8 1,5 hogere informatica 6,6 1,2 technische bedrijfskunde 4,7 TOTAAL 6,6
rapportcijfer aansluiting studie en huidige baan gemiddelde standaard dev. 6,6 1,2 7,0 1,2 6,8 1,1 6,9 1,2 6,7 1,1 6,8 1,2 6,7 1,2 7,3 1,1 7,4 1,1 6,8 1,0 6,8 1,0 6,7 1,2 6,4 1,5 6,7 1,3 7,1 1,2 6,6 1,1 7,0 1,1 7,1 1,0 6,8 1,0 6,9 1,2 6,5 1,1 7,0 1,1 6,8 0,8 6,8 1,5 7,5 0,8 6,7 1,0 7,1 1,3 7,1 1,2 7,1 1,1 6,8 1,1 6,9 1,1 7,2 1,4 6,7 1,6 6,4 1,3 6,1 1,4 6,7 1,6 6,6 1,6 6,8 1,2 6,8 1,3 6,8 1,2 6,8 1,9 6,9 1,7 6,6 1,5 6,7 1,4 6,7 1,1 7,0 0,9 6,6 1,2 6,8 1,1 7,0 1,6 7,1 1,2 6,8 3,9
HBO-tabellen: aansluiting studie en baan
Tabel 24
121
Aansluiting studie en baan (verticaal): overscholing (in onderwijsniveaus)
objectieve overscholing subjectieve overscholing 1ste baan huidige baan 1ste baan huidige baan bedrijfseconomie 0,3 0,1 0,6 0,0 commerciële economie 0,6 0,3 0,8 0,2 bedrijfskundige informatica 0,0 0,0 0,6 0,2 communicatie 0,8 0,2 0,7 0,2 0,3 0,0 0,2 0,0 accountancy 0,7 0,3 0,8 0,2 international business and languages 1,3 0,6 0,4 0,0 hoger toeristisch en recreatief onderwijs 0,6 0,2 0,6 0,1 hoger hotel onderwijs 0,7 0,2 0,6 0,3 small business en retail management 0,7 0,2 0,5 0,2 management, economie en recht 0,6 0,1 0,3 0,3 logistiek en economie 0,8 0,6 0,6 0,1 facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting 0,6 0,4 0,2 0,0 personeel en arbeid 0,7 0,5 0,6 -0,1 culturele en maatsch. vorming 1,5 0,7 0,4 0,2 1,1 0,5 0,1 0,0 maatsch. werk en dienstverlening 1,6 1,0 -0,3 -0,4 soc. pedagogische hulpverlening 0,9 0,4 0,4 0,0 soc. juridische dienstverlening 0,6 0,1 0,4 0,1 informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding 0,6 0,1 0,5 0,2 verpleegkunde 0,7 0,2 0,0 0,0 0,4 0,1 0,0 0,0 fysiotherapie 0,3 0,2 0,0 -0,1 logopedie 1,0 0,5 0,3 0,0 voeding en diëtiek 0,6 0,2 -0,1 -0,2 caesar/ mensendieck 0,2 0,0 0,0 0,0 ergotherapie levensmiddelentechnologie 0,6 0,3 0,4 0,0 land, water en milieubeheer/ kunde 1,2 0,3 0,3 0,0 0,6 0,2 0,2 -0,1 agrarische bedrijfskunde 1,3 0,3 0,3 0,0 veehouderij leraar basis onderwijs 0,6 0,1 0,0 0,0 lichamelijke oefening 1e graad 0,7 0,5 0,1 -0,1 0,7 0,4 0,0 -0,2 aardrijkskunde geschiedenis 0,9 0,5 0,1 0,1 Nederlands 0,8 0,4 0,4 0,0 0,9 0,3 0,5 0,1 Engels Frans / Duits 0,8 0,5 0,4 0,0 0,7 0,2 0,3 0,2 economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde 0,7 0,2 0,1 -0,1 0,8 0,5 0,7 0,0 maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving 1,2 0,5 0,2 0,1 uitvoerend musicus 0,9 0,4 0,1 -0,4 docerend musicus 1,1 0,5 -0,1 -0,3 1,0 0,1 0,4 0,2 chemisch laborant bouwkunde 0,6 0,3 0,8 0,1 0,7 0,2 0,5 0,2 elektrotechniek 0,4 0,2 0,7 0,2 civiele techniek 0,9 0,0 0,4 0,0 chemische technologie 0,0 0,0 0,1 0,0 hogere informatica 0,6 0,0 0,5 0,0 technische bedrijfskunde 0,3 0,3 0,0 TOTAAL 0,7 onderwijsniveauschaal: 6=universitair; 5=HBO; 4=VWO; 3=MBO; 2=HAVO; 1=LBO (VBO)/MAVO
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
122
HBO-tabellen: aansluiting studie en baan
Tabel 25a Aansluiting studie en eerste baan (horizontaal): inhoudelijk
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
Aansluiting studie en eerste baan met zonder mijn zonder mijn opleiandere studie opleiding niet dingsspecialisatie te vervullen te vervullen niet te vervullen 58% 36% 6% 89% 11% 0% 39% 57% 4% 81% 19% 0% 29% 46% 25% 72% 28% 0% 82% 14% 5% 76% 13% 11% 82% 9% 9% 76% 15% 10% 77% 14% 9% 82% 18% 0% 48% 39% 14% 76% 18% 6% 73% 18% 9% 47% 53% 0% 40% 56% 5% 71% 26% 3% 56% 37% 7% 32% 52% 16% 10% 83% 7% 11% 84% 5% 7% 80% 14% 49% 44% 7% 21% 75% 4% 13% 79% 9% 47% 38% 15% 43% 40% 17% 61% 23% 16% 63% 19% 19% 18% 63% 20% 17% 70% 13% 44% 44% 12% 52% 30% 19% 48% 40% 13% 56% 26% 19% 59% 34% 6% 68% 26% 6% 27% 73% 0% 67% 31% 2% 50% 33% 17% 36% 29% 36% 38% 38% 25% 28% 56% 15% 27% 69% 4% 64% 18% 18% 31% 69% 0% 50% 46% 4% 30% 30% 40% 64% 29% 7% 50% 41% 9%
HBO-tabellen: aansluiting studie en baan
123
Tabel 25b Aansluiting studie en huidige baan (horizontaal): inhoudelijk
bedrijfseconomie commerciële economie bedrijfskundige informatica communicatie accountancy international business and languages hoger toeristisch en recreatief onderwijs hoger hotel onderwijs small business en retail management management, economie en recht logistiek en economie facilitaire dienstverlening journalistiek en voorlichting personeel en arbeid culturele en maatsch. vorming maatsch. werk en dienstverlening soc. pedagogische hulpverlening soc. juridische dienstverlening informatiedienstverlening en- management medische laboratoriumopleiding verpleegkunde fysiotherapie logopedie voeding en diëtiek caesar/ mensendieck ergotherapie levensmiddelentechnologie land, water en milieubeheer/ kunde agrarische bedrijfskunde veehouderij leraar basis onderwijs lichamelijke oefening 1e graad aardrijkskunde geschiedenis Nederlands Engels Frans / Duits economie (algemeen en bedrijfs-) wis of natuurkunde maatschappijleer beeldende kunst en vormgeving uitvoerend musicus docerend musicus chemisch laborant bouwkunde elektrotechniek civiele techniek chemische technologie hogere informatica technische bedrijfskunde TOTAAL
Aansluiting studie en huidige baan met zonder mijn zonder mijn opleiandere studie opleiding niet dingsspecialisatie te vervullen te vervullen niet te vervullen 31% 48% 21% 57% 33% 10% 37% 33% 30% 47% 47% 6% 16% 58% 26% 64% 29% 7% 80% 11% 9% 59% 29% 13% 68% 16% 16% 63% 25% 12% 57% 32% 11% 68% 26% 6% 38% 41% 21% 58% 34% 8% 53% 34% 13% 27% 65% 9% 19% 65% 16% 46% 33% 21% 39% 45% 16% 13% 65% 22% 9% 69% 22% 4% 78% 18% 6% 74% 20% 41% 51% 8% 0% 79% 21% 7% 78% 15% 25% 51% 24% 15% 63% 22% 35% 38% 27% 33% 44% 23% 4% 76% 21% 18% 64% 18% 49% 37% 14% 46% 42% 12% 45% 42% 12% 37% 41% 22% 35% 52% 13% 65% 28% 7% 20% 66% 14% 41% 48% 11% 22% 47% 31% 21% 43% 36% 20% 57% 23% 30% 47% 23% 5% 77% 18% 28% 36% 36% 13% 72% 15% 27% 59% 14% 17% 52% 31% 45% 34% 21% 31% 51% 18%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
WO-Tabellen
126
Tabel 1
WO-tabellen: sociaal economische kenmerken
Sociaal economische kenmerken: geslacht, in- en uitstroomleeftijd, etniciteit
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
% vrouw 86% 82% 80% 46% 54% 82% 90% 83% 85% 13% 13% 38% 2% 57% 73% 48% 45% 48% 6% 5% 23% 26% 21% 44% 26% 29% 26% 62% 64% 40% 91% 66% 58% 67% 69% 85% 42% 92% 76% 80% 68% 81% 60% 51% 41% 54%
uitstroomleeftijd inuitstroom stroom 19,5 24,6 20,3 25,4 19,5 24,5 23,2 30,2 19,9 25,0 19,8 24,9 19,4 25,4 20,5 25,8 19,5 23,9 18,7 23,8 18,9 23,9 19,1 24,0 19,0 24,4 19,6 24,3 18,8 25,5 19,5 24,8 19,5 24,1 19,4 25,2 19,2 25,1 19,8 25,1 19,2 24,2 19,4 25,0 19,5 24,7 18,8 24,8 19,6 24,8 20,1 24,6 18,6 24,0 19,5 24,9 19,2 24,6 20,1 25,3 19,8 24,1 19,6 26,3 19,9 25,1 18,6 23,2 20,8 25,4 19,9 24,8 20,6 25,4 20,2 24,6 21,2 25,4 20,5 25,5 20,3 24,9 21,3 25,0 19,5 24,5 20,4 25,0 19,7 24,7 19,7 24,9
etniciteit %allochtonen %allochtonen (subjectief) (biza) 2% 5% 6% 18% 5% 22% 4% 14% 0% 11% 1% 9% 0% 24% 6% 19% 6% 13% 9% 22% 0% 6% 4% 6% 7% 20% 4% 12% 9% 10% 2% 7% 1% 7% 1% 3% 1% 9% 3% 14% 2% 7% 2% 14% 4% 8% 7% 11% 2% 8% 3% 9% 0% 5% 4% 12% 3% 6% 4% 15% 1% 6% 7% 22% 5% 12% 2% 14% 5% 12% 2% 15% 5% 15% 3% 12% 1% 5% 0% 19% 8% 14% 3% 12% 4% 8% 1% 12% 2% 3% 3% 12%
WO-tabellen: sociaal economische kenmerken
Tabel 2
127
Sociaal economische kenmerken: woonsituatie en huishoud inkomen
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
thuis% wo alleennend wonend 2% 46% 10% 36% 5% 36% 4% 41% 10% 53% 4% 42% 13% 37% 2% 53% 7% 57% 13% 65% 6% 53% 10% 39% 27% 67% 5% 46% 1% 32% 4% 48% 5% 51% 13% 45% 10% 36% 11% 54% 20% 51% 6% 43% 5% 44% 0% 38% 11% 42% 5% 41% 18% 44% 11% 47% 9% 34% 4% 47% 5% 39% 0% 34% 2% 27% 6% 57% 4% 45% 5% 47% 9% 50% 5% 36% 3% 36% 8% 40% 9% 44% 3% 42% 4% 53% 6% 21% 2% 49% 7% 41%
% met kind 0% 4% 11% 26% 10% 6% 6% 6% 2% 15% 0% 6% 10% 4% 10% 4% 1% 7% 3% 4% 3% 4% 1% 4% 4% 4% 8% 0% 3% 4% 0% 11% 5% 5% 4% 5% 3% 10% 8% 7% 1% 7% 5% 4% 5% 5%
uitwonend gem. hhoudomvang 1,5 1,8 1,7 2,0 1,6 1,6 1,7 1,5 1,4 1,7 1,6 1,7 1,4 1,6 1,8 1,7 1,6 1,7 1,7 1,5 1,5 1,7 1,6 1,7 1,6 1,7 1,7 1,6 1,8 1,6 1,6 1,8 1,8 1,5 1,6 1,6 1,6 1,8 1,9 1,7 1,6 1,6 1,5 1,9 1,6 1,7
% 2 verdieners 38% 53% 51% 33% 32% 47% 49% 32% 38% 20% 31% 43% 20% 36% 58% 40% 36% 38% 52% 30% 29% 41% 40% 47% 46% 49% 39% 49% 48% 42% 48% 47% 51% 28% 49% 42% 39% 50% 53% 46% 37% 46% 40% 71% 49% 41%
huishoud inkomen (x ƒ1.000, netto p.m.) 3,7 4,3 4,2 4,5 3,6 4,3 4,7 3,5 4,1 3,7 4,2 3,9 3,7 3,5 5,6 4,0 3,9 4,3 4,7 4,2 4,3 4,6 4,9 4,8 5,0 4,9 4,6 4,6 4,6 5,1 4,2 5,5 6,7 3,3 4,4 3,9 4,4 4,0 4,5 3,9 4,6 4,5 4,0 5,4 4,1 4,5
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
128
Tabel 3
WO-tabellen: sociaal economische kenmerken
Sociaal economische achtergrond: opleidingsniveau en huishoudinkomen van de ouders
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
opleidingsniveau van de ouders %middelbaar % % of lager HBO universiteit 33% 33% 33% 58% 18% 24% 38% 32% 30% 39% 30% 30% 47% 27% 27% 35% 40% 25% 60% 23% 18% 46% 29% 25% 55% 31% 14% 39% 13% 48% 35% 31% 33% 42% 29% 29% 53% 27% 20% 40% 23% 38% 45% 23% 32% 46% 32% 23% 55% 32% 13% 41% 34% 25% 62% 12% 26% 59% 24% 17% 40% 35% 25% 40% 26% 34% 53% 24% 23% 24% 29% 47% 51% 25% 24% 66% 21% 13% 48% 28% 25% 39% 29% 32% 40% 25% 34% 47% 23% 30% 50% 24% 26% 40% 26% 34% 38% 13% 48% 46% 26% 27% 42% 29% 28% 39% 36% 25% 49% 28% 23% 42% 30% 28% 45% 41% 15% 47% 27% 26% 50% 33% 18% 44% 39% 17% 44% 30% 26% 64% 25% 12% 59% 20% 21% 46% 28% 27%
huishoudinkomen van de ouders gem. % (x ƒ1.000) >ƒ100.000 81,4 30% 75,6 30% 83,8 30% 77,1 27% 81,5 34% 96,3 46% 78,8 24% 75,9 26% 86,9 31% 81,5 26% 91,0 36% 85,6 28% 81,0 30% 79,2 25% 88,2 37% 77,3 20% 80,5 23% 85,8 29% 94,8 43% 81,9 28% 91,5 41% 97,7 46% 98,2 48% 95,6 42% 93,9 45% 89,0 40% 93,0 44% 88,2 42% 95,4 50% 99,2 58% 83,4 25% 93,7 46% 95,8 49% 82,7 32% 92,7 47% 88,3 39% 88,1 44% 81,7 28% 73,3 16% 79,1 29% 88,2 35% 89,2 35% 79,6 24% 82,6 25% 80,5 25% 88,1 38%
WO-tabellen: opleiding
Tabel 4
129
Opleiding: gemiddelde eindexamencijfer en samenstelling vakkenpakket WO-ers met hoogste vooropleiding HAVO of VWO
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
% alpha 50% 55% 53% 50% 49% 53% 54% 51% 54% 35% 40% 39% 38% 37% 37% 34% 34% 40% 33% 37% 37% 39% 38% 40% 41% 43% 37% 52% 48% 43% 43% 38% 38% 39% 45% 47% 48% 46% 45% 49% 47% 46% 44% 46% 41% 44%
vakkenpakket % bèta % gamma 18% 32% 13% 33% 20% 26% 27% 24% 16% 34% 16% 31% 13% 33% 20% 29% 15% 31% 51% 14% 50% 10% 52% 9% 50% 12% 58% 5% 57% 7% 54% 12% 56% 9% 46% 14% 53% 14% 50% 14% 50% 13% 48% 13% 44% 19% 47% 12% 29% 30% 24% 33% 40% 23% 18% 30% 23% 30% 24% 34% 39% 18% 53% 9% 53% 9% 55% 6% 26% 29% 29% 24% 21% 31% 29% 25% 29% 26% 21% 30% 21% 32% 25% 29% 21% 34% 18% 36% 26% 33% 32% 24%
alfa 7,3 7,6 7,4 7,4 7,2 7,3 7,2 7,1 7,2 7,4 7,7 7,3 7,2 7,2 7,1 7,1 7,1 7,1 7,1 7,1 7,3 7,1 7,1 7,1 7,0 7,1 7,0 7,0 6,9 7,0 7,0 7,4 6,9 7,2 7,0 7,1 7,4 7,0 6,9 7,3 7,0 7,1 7,0 6,9 7,0 7,1
eindexamencijfers bèta gamma totaal 6,7 6,9 6,9 6,4 6,9 7,1 6,8 6,8 7,0 7,4 7,2 7,2 6,6 7,3 7,1 6,5 6,8 6,9 6,3 6,7 6,8 6,7 7,2 6,9 6,5 6,6 6,8 8,3 8,0 7,8 8,5 8,0 8,1 7,7 7,8 7,6 7,7 7,5 7,5 6,9 7,0 7,0 7,2 7,2 7,1 7,0 7,3 7,0 7,1 7,2 7,1 6,9 7,1 6,9 7,6 7,4 7,3 8,1 7,6 7,6 7,6 7,4 7,4 7,4 7,5 7,3 7,2 7,6 7,2 7,1 7,2 7,1 6,9 7,3 7,0 7,0 7,3 7,0 8,0 7,7 7,5 6,6 6,8 6,8 6,5 6,9 6,8 6,8 7,2 6,9 6,7 6,9 6,8 7,1 7,2 7,2 6,7 7,1 6,8 7,0 7,1 7,0 6,8 7,0 6,9 6,6 6,8 6,7 6,7 7,3 7,0 6,5 6,8 6,7 6,7 7,0 6,8 6,5 7,1 7,0 6,6 6,6 6,6 6,4 6,9 6,8 6,5 7,0 6,9 6,8 6,9 6,8 7,0 7,3 7,0 7,0 7,1 7,0
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
130
Tabel 5
WO-tabellen: opleiding
Opleiding: leerwegen naar het WO
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL 1=HAVOHBOWO 2=VWOHBOWO 3=VWOWO 4=HAVOVWOWO
1 3% 5% 0% 4% 4% 1% 0% 4% 1% 0% 0% 4% 2% 3% 0% 5% 6% 1% 0% 10% 4% 3% 7% 0% 3% 11% 0% 0% 0% 2% 11% 0% 0% 0% 16% 6% 7% 16% 21% 5% 1% 14% 3% 13% 3% 4%
leerwegen 2 3 4 5 6 2% 86% 7% 2% 0% 0% 82% 5% 5% 5% 4% 80% 5% 2% 7% 6% 55% 8% 0% 12% 5% 58% 16% 3% 12% 6% 74% 10% 4% 4% 0% 83% 15% 0% 0% 2% 70% 9% 2% 6% 6% 75% 12% 3% 0% 4% 91% 0% 0% 0% 0% 88% 6% 2% 2% 2% 82% 6% 0% 4% 0% 85% 6% 2% 2% 5% 80% 9% 4% 0% 1% 84% 9% 4% 1% 0% 79% 4% 2% 5% 7% 78% 6% 0% 0% 12% 69% 7% 0% 4% 4% 84% 7% 1% 1% 3% 66% 2% 0% 5% 4% 76% 9% 2% 1% 0% 87% 6% 0% 4% 5% 75% 7% 1% 0% 0% 90% 5% 5% 0% 5% 72% 8% 3% 2% 9% 58% 4% 0% 4% 0% 90% 3% 7% 0% 0% 83% 9% 3% 1% 0% 80% 11% 2% 3% 4% 70% 15% 4% 0% 6% 68% 7% 0% 2% 0% 87% 8% 3% 0% 0% 93% 7% 0% 0% 0% 92% 5% 3% 0% 7% 51% 5% 0% 8% 3% 80% 8% 1% 2% 12% 49% 15% 4% 1% 10% 57% 6% 0% 3% 10% 40% 4% 0% 7% 3% 85% 3% 2% 0% 9% 57% 13% 1% 4% 11% 47% 7% 0% 6% 2% 81% 11% 1% 1% 5% 59% 9% 0% 3% 7% 66% 10% 3% 5% 4% 75% 8% 2% 2% 5=MAVOHAVOVWOWO 6=HAVOWO 7=Overige
7 0% 0% 2% 16% 3% 0% 2% 6% 3% 4% 2% 2% 4% 0% 0% 5% 2% 6% 1% 14% 2% 0% 6% 0% 7% 14% 0% 4% 5% 4% 7% 1% 0% 0% 12% 0% 12% 9% 18% 2% 15% 15% 2% 11% 5% 5%
WO-tabellen: opleiding
Tabel 6
131
Opleiding: studiekeuzemotivatie en gemiddeld tentamencijfers voor vooropleiding HAVO/VWO
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
studiekeuzemotivatie altijd al interes- arbeidswillen sant vak- marktpers- ander doen gebied pectieven motief 8% 69% 3% 19% 11% 56% 0% 33% 10% 63% 0% 27% 22% 56% 5% 17% 18% 74% 0% 7% 3% 86% 0% 12% 5% 62% 0% 33% 22% 65% 0% 12% 1% 75% 8% 15% 8% 68% 8% 16% 9% 82% 4% 5% 7% 74% 4% 15% 15% 66% 8% 10% 16% 78% 1% 5% 5% 71% 5% 19% 7% 86% 0% 7% 0% 87% 1% 12% 16% 75% 3% 6% 12% 73% 7% 8% 20% 64% 6% 11% 3% 79% 5% 12% 5% 76% 10% 9% 0% 75% 11% 14% 15% 75% 2% 8% 9% 59% 19% 13% 5% 69% 16% 10% 1% 64% 13% 21% 22% 47% 13% 18% 18% 50% 11% 21% 4% 65% 22% 8% 1% 84% 0% 15% 28% 58% 0% 14% 11% 51% 18% 20% 4% 68% 1% 27% 1% 77% 3% 19% 6% 80% 2% 12% 1% 84% 3% 12% 5% 84% 1% 10% 1% 78% 6% 14% 6% 88% 2% 5% 2% 80% 6% 12% 3% 82% 3% 13% 5% 88% 0% 7% 1% 70% 6% 23% 3% 90% 2% 5% 11% 68% 7% 14%
tentamencijfers
HAVO 7,8 7,2 7,3 7,5 7,2 7,1 7,0 7,2 7,4 . 7,0 7,2 7,0 6,9 6,5 7,1 6,8 7,2 . 7,2 7,1 7,1 7,2 . 6,8 6,8 . . . 7,3 7,0 7,5 7,5 7,0 7,1 7,3 6,9 7,1 6,9 6,9 7,0 6,9 6,9 6,8 7,1 7,0
VWO 7,3 7,2 7,3 7,6 7,3 7,1 6,9 7,4 6,9 7,4 7,5 7,4 7,4 7,3 7,3 7,2 7,2 7,2 7,3 7,3 7,3 7,1 7,1 7,0 7,0 6,9 7,2 7,2 7,2 7,1 7,3 7,2 7,1 7,2 7,2 7,2 7,3 7,1 7,2 7,1 7,0 7,1 7,1 7,0 7,1 7,2
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
132
Tabel 7
WO-tabellen: opleiding
Opleiding: Werkervaring, onbetaald werk, studentenvereniging en bestuurlijke ervaring
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
voor studie 14% 22% 27% 34% 21% 24% 24% 40% 18% 22% 8% 12% 18% 23% 17% 17% 16% 16% 13% 27% 16% 19% 18% 14% 18% 32% 13% 21% 18% 32% 19% 25% 23% 7% 24% 19% 29% 33% 38% 28% 29% 29% 21% 22% 22% 22%
werkervaring tijduaal dens leerstudie traject 60% . 48% . 53% . 53% . 49% . 53% . 44% . 60% . 37% . 35% . 29% . 35% . 59% . 40% . 51% . 38% . 29% . 65% . 36% . 44% . 45% . 51% . 44% . 47% . 50% . 52% . 53% . 51% . 48% . 60% . 70% . 54% . 37% . 35% . 56% . 41% . 51% . 62% . 61% . 50% . 56% . 53% . 46% . 51% . 53% . 50% .
andere activiteiten onlid stubestuurbetaald dentenlijke werk vereniging ervaring 34% 61% 48% 30% 38% 36% 42% 47% 50% 35% 52% 70% 30% 51% 64% 29% 43% 53% 20% 45% 34% 40% 58% 54% 14% 63% 41% 17% 74% 91% 8% 63% 56% 10% 67% 56% 9% 43% 34% 25% 55% 43% 14% 74% 54% 26% 72% 74% 23% 76% 65% 10% 62% 56% 11% 78% 74% 15% 65% 60% 13% 81% 69% 10% 75% 69% 12% 66% 64% 18% 73% 67% 13% 63% 60% 16% 64% 57% 11% 61% 54% 31% 66% 58% 22% 75% 55% 28% 78% 64% 36% 71% 62% 24% 61% 55% 15% 58% 35% 19% 51% 44% 28% 50% 51% 28% 40% 39% 39% 54% 64% 47% 43% 41% 27% 58% 61% 49% 42% 39% 23% 56% 51% 34% 48% 53% 29% 61% 49% 20% 66% 70% 25% 56% 47% 24% 60% 55%
WO-tabellen: opleiding
Tabel 8
133
Opleiding: Studieduur, verkort programma, studieschuld, oordeel over de studie
studieduur
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
gem. 5,2 5,3 5,2 6,8 5,4 5,5 6,1 5,5 4,8 5,6 5,2 5,3 5,6 5,0 7,1 5,6 5,2 6,4 6,2 5,6 5,7 6,1 5,7 6,4 5,7 5,8 5,3 5,7 5,5 5,4 4,8 7,0 5,7 4,7 5,3 5,2 5,6 4,7 4,4 5,3 5,3 5,2 5,3 5,4 5,7 5,6
% studieschuld verkort pro- % geen gem st. dev. gramma schuld (x ƒ1.000) 0,9 5% 71% 15,3 1,0 6% 40% 16,3 1,0 3% 73% 13,1 1,9 5% 57% 20,8 1,2 8% 39% 13,4 1,0 4% 51% 13,5 1,5 0% 63% 12,5 1,3 6% 46% 11,9 0,5 8% 69% 10,4 0,7 9% 61% 11,4 1,1 0% 65% 13,0 0,9 10% 75% 11,8 1,1 2% 48% 14,6 0,7 6% 65% 16,7 0,9 0% 50% 14,0 1,1 12% 69% 9,7 1,1 16% 59% 16,5 1,4 12% 38% 15,4 1,1 4% 54% 12,3 2,1 20% 52% 15,2 0,9 13% 60% 14,3 0,9 4% 40% 14,3 1,3 13% 54% 12,5 0,9 0% 36% 13,4 1,3 12% 49% 12,3 1,2 38% 49% 13,1 1,2 2% 61% 11,4 1,0 3% 49% 13,3 1,2 0% 57% 10,2 1,3 4% 49% 13,4 0,7 17% 72% 12,5 1,2 1% 42% 19,8 0,7 0% 52% 16,5 1,0 0% 63% 11,4 1,1 31% 49% 15,6 0,9 1% 54% 13,7 1,6 26% 38% 15,8 1,0 18% 58% 14,0 1,8 20% 49% 17,0 1,3 6% 55% 14,5 1,5 23% 51% 13,9 0,6 52% 52% 9,3 1,0 3% 61% 12,7 1,2 25% 53% 15,3 1,5 10% 49% 15,9 3,0 10% 52% 14,2
oordeel kwaliteit studie 7,3 7,1 6,9 7,3 7,2 6,9 6,4 7,0 6,7 7,5 7,6 7,5 7,5 7,3 7,1 7,0 7,5 7,1 7,4 7,6 7,6 7,3 7,5 7,3 7,2 7,2 7,5 7,1 7,1 7,2 7,5 7,2 7,2 7,6 7,1 7,0 7,0 6,9 7,2 6,9 6,7 7,0 6,9 7,1 7,0 7,2
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
134
Tabel 9
WO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Arbeidsmarktpositie: situatie na gemiddeld 1½ jaar en het aantal banen
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
eig/fam bdr 0% 0% 0% 5% 0% 0% 0% 2% 3% 0% 0% 0% 2% 0% 4% 2% 0% 3% 1% 0% 0% 3% 3% 2% 1% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 25% 0% 1% 0% 1% 1% 0% 2% 1% 1% 1% 0% 2% 1%
loondienst 72% 74% 80% 54% 69% 80% 85% 58% 86% 78% 35% 45% 75% 41% 68% 84% 71% 94% 83% 84% 79% 94% 90% 84% 93% 94% 81% 93% 85% 93% 57% 39% 15% 30% 86% 70% 78% 78% 88% 73% 89% 88% 84% 94% 88% 77%
huidige situatie aio/ stude- werkoio rend zknd 4% 4% 2% 4% 2% 2% 2% 2% 0% 4% 0% 0% 4% 1% 4% 0% 3% 4% 0% 0% 5% 4% 4% 4% 0% 3% 0% 22% 0% 0% 52% 4% 0% 41% 4% 4% 13% 0% 0% 47% 2% 5% 17% 0% 0% 5% 0% 5% 20% 2% 1% 0% 0% 0% 9% 0% 0% 10% 2% 2% 17% 0% 3% 1% 0% 1% 2% 0% 1% 5% 0% 0% 1% 1% 1% 0% 0% 0% 10% 0% 2% 0% 0% 3% 12% 6% 4% 0% 2% 0% 27% 4% 2% 36% 0% 1% 13% 0% 0% 38% 25% 1% 9% 0% 0% 12% 3% 4% 7% 1% 0% 1% 4% 3% 7% 1% 1% 2% 2% 0% 1% 1% 1% 3% 1% 0% 2% 2% 4% 1% 1% 1% 5% 0% 2% 9% 2% 2%
aantal banen anders 19% 18% 17% 38% 23% 13% 10% 27% 8% 0% 10% 6% 11% 5% 12% 4% 6% 3% 7% 3% 1% 1% 4% 9% 4% 5% 8% 4% 3% 4% 10% 24% 47% 6% 4% 12% 13% 12% 3% 22% 6% 6% 7% 3% 3% 9%
0 2% 4% 0% 11% 4% 5% 0% 6% 1% 0% 4% 4% 0% 3% 0% 0% 1% 0% 0% 2% 1% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 1% 3% 2% 2% 0% 0% 25% 0% 6% 0% 7% 1% 2% 1% 1% 1% 3% 3% 2%
1 42% 28% 28% 59% 44% 24% 41% 35% 39% 43% 65% 63% 65% 49% 47% 44% 46% 59% 60% 78% 71% 62% 62% 47% 60% 49% 73% 45% 61% 62% 43% 37% 25% 50% 44% 35% 45% 28% 47% 19% 37% 29% 31% 44% 46% 47%
2 33% 22% 40% 22% 33% 42% 39% 33% 35% 48% 25% 20% 27% 30% 39% 33% 32% 29% 31% 14% 22% 29% 31% 28% 30% 34% 23% 44% 26% 27% 41% 45% 28% 17% 36% 31% 34% 44% 26% 45% 42% 42% 40% 42% 37% 34%
3> 23% 46% 32% 7% 19% 29% 20% 25% 24% 9% 6% 14% 7% 19% 13% 23% 21% 12% 9% 6% 5% 9% 7% 26% 9% 16% 5% 9% 11% 9% 15% 18% 47% 8% 21% 28% 21% 21% 26% 34% 20% 29% 28% 12% 14% 16%
WO-tabellen: arbeidsmarktpositie
135
Tabel 10a Arbeidsmarktpositie: dienstverband eerste baan na afstuderen
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
vast 14% 19% 9% 6% 19% 20% 26% 18% 20% 23% 29% 5% 43% 10% 30% 6% 13% 19% 21% 35% 7% 17% 47% 26% 47% 39% 28% 31% 25% 53% 15% 8% 12% 0% 28% 11% 21% 20% 16% 19% 30% 20% 14% 32% 16% 24%
tijdelijk met uitzicht vast 32% 17% 35% 25% 21% 22% 33% 21% 23% 23% 18% 10% 17% 7% 25% 21% 13% 32% 21% 39% 21% 40% 24% 30% 21% 33% 39% 19% 25% 37% 20% 5% 8% 19% 24% 14% 13% 16% 24% 13% 23% 24% 18% 13% 26% 20%
dienstverband eerste baan tijzelffreedelijk standig lance 27% 3% 5% 33% 0% 8% 33% 2% 4% 31% 6% 0% 38% 0% 2% 25% 2% 4% 15% 0% 0% 12% 0% 12% 33% 0% 0% 54% 0% 0% 35% 0% 6% 57% 0% 5% 22% 4% 0% 52% 0% 0% 41% 0% 2% 32% 0% 0% 30% 0% 0% 23% 0% 6% 41% 0% 0% 22% 0% 0% 38% 3% 7% 17% 3% 3% 13% 2% 4% 13% 0% 17% 16% 1% 1% 18% 0% 0% 28% 0% 6% 24% 0% 0% 18% 0% 0% 11% 0% 0% 47% 0% 3% 71% 0% 2% 30% 44% 6% 52% 5% 0% 26% 0% 2% 40% 3% 5% 21% 0% 8% 52% 0% 2% 42% 0% 5% 38% 0% 2% 25% 2% 4% 24% 2% 6% 31% 3% 3% 34% 0% 0% 26% 0% 3% 32% 1% 2%
uitzend- detachkracht bureau 19% 0% 22% 0% 17% 0% 25% 6% 17% 2% 25% 2% 22% 4% 36% 0% 25% 0% 0% 0% 6% 6% 24% 0% 9% 4% 31% 0% 2% 0% 29% 12% 41% 2% 13% 6% 12% 6% 0% 4% 24% 0% 9% 11% 4% 7% 13% 0% 13% 1% 8% 2% 0% 0% 26% 0% 29% 4% 0% 0% 15% 0% 15% 0% 0% 0% 24% 0% 16% 4% 27% 0% 33% 5% 10% 0% 13% 0% 25% 4% 18% 0% 22% 2% 29% 3% 17% 4% 24% 5% 18% 1%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
136
WO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Tabel 10b Arbeidsmarktpositie: dienstverband huidige baan
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
vast 40% 43% 47% 38% 51% 51% 62% 43% 58% 57% 22% 35% 68% 23% 51% 21% 32% 57% 74% 69% 55% 74% 74% 56% 74% 74% 80% 58% 43% 70% 36% 21% 15% 17% 48% 36% 49% 41% 46% 32% 55% 51% 40% 66% 54% 52%
tijdelijk met uitzicht vast 35% 30% 29% 13% 30% 32% 28% 7% 28% 29% 16% 12% 14% 16% 25% 42% 27% 26% 10% 12% 20% 19% 11% 29% 20% 19% 5% 26% 49% 23% 22% 9% 9% 10% 24% 25% 17% 34% 32% 33% 27% 27% 33% 24% 29% 23%
dienstverband huidige baan tijdezelffreelijk standig lance 12% 4% 5% 21% 0% 2% 10% 3% 3% 19% 19% 2% 9% 0% 1% 10% 0% 1% 5% 0% 0% 20% 0% 7% 9% 0% 2% 14% 0% 0% 59% 2% 0% 47% 0% 0% 14% 4% 0% 60% 0% 0% 20% 4% 0% 21% 2% 0% 38% 0% 0% 9% 3% 0% 11% 0% 2% 10% 2% 0% 21% 0% 0% 0% 3% 1% 7% 4% 1% 7% 2% 0% 4% 0% 1% 4% 3% 0% 13% 0% 0% 11% 0% 1% 2% 0% 0% 7% 0% 0% 38% 0% 1% 67% 0% 0% 5% 60% 9% 64% 2% 0% 23% 1% 0% 29% 1% 3% 23% 0% 1% 22% 0% 0% 14% 0% 1% 27% 2% 0% 9% 4% 0% 14% 3% 0% 19% 1% 2% 8% 0% 0% 11% 0% 2% 19% 2% 1%
uitzend- detachkracht bureau 4% 0% 4% 0% 7% 0% 10% 0% 7% 1% 4% 1% 5% 0% 20% 2% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 2% 4% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 9% 5% 3% 0% 0% 6% 2% 2% 0% 7% 1% 2% 0% 4% 1% 2% 4% 2% 2% 0% 0% 0% 0% 2% 1% 3% 3% 3% 0% 0% 3% 0% 1% 1% 2% 0% 5% 2% 1% 3% 3% 2% 3% 6% 2% 0% 3% 3% 5% 2% 1% 4% 3% 3% 5% 1% 1% 0% 0% 5% 2% 2%
WO-tabellen: arbeidsmarktpositie
137
Tabel 11a Arbeidsmarktpositie: salaris en uren/week eerste baan (contract; praktijk)
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
salaris eerste baan (xƒ1.000 n.p.m.) 2,0 1,9 2,2 2,0 2,1 2,2 2,3 1,9 2,3 2,7 2,6 2,0 2,7 2,1 2,9 2,2 2,4 2,5 2,6 2,8 2,5 2,8 2,9 2,5 2,5 2,6 2,7 2,4 2,2 2,5 2,3 3,5 4,4 2,3 2,4 2,3 2,1 1,9 2,2 2,0 2,5 2,2 2,2 2,5 2,3 2,5
uren volgens contract eerste baan 27 29 30 32 32 34 37 32 37 37 37 32 37 34 39 35 34 35 39 34 36 37 39 38 37 39 35 37 36 39 33 39 28 36 36 30 33 26 32 29 35 34 35 34 35 35
uren in praktijk eerste baan 31 32 34 32 36 35 41 35 39 40 39 35 39 38 41 37 36 39 41 37 36 40 44 41 41 41 39 40 39 45 35 45 28 38 38 31 34 29 33 31 38 35 38 37 36 38
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
138
WO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Tabel 11b Arbeidsmarktpositie: salaris en uren/week huidige baan (contract; praktijk)
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
salaris huidige baan (xƒ1.000 netto p.m.) 2,6 2,6 2,7 2,7 2,6 2,8 2,9 2,3 2,9 3,1 2,8 2,7 3,2 2,4 3,4 2,8 2,8 3,0 3,3 3,4 3,2 3,3 3,6 3,1 3,4 3,5 3,4 3,2 3,0 3,5 2,7 3,5 6,0 2,3 3,0 2,7 3,1 2,4 3,0 2,4 3,2 3,0 2,8 3,3 2,9 3,1
uren volgens contract huidige baan 33 33 34 31 32 35 37 32 38 38 37 37 39 37 38 37 38 38 40 39 39 39 39 38 39 38 39 39 38 40 35 41 33 37 37 34 37 30 36 33 38 37 37 38 37 37
uren in praktijk huidige baan 39 38 38 37 37 38 42 35 42 39 42 43 42 41 42 39 42 43 43 43 43 44 47 42 45 45 43 42 43 48 38 47 33 42 39 38 42 33 38 34 42 41 40 42 39 42
WO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Tabel 12
139
Arbeidsmarktpositie: bedrijfstak huidige baan
1 0% 0% 0% 0% 1% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 8% 0% 23% 16% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 1% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 1%
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL 1= landbouw/visserij 2= voedings- en genotmiddelenindustrie 3= grafische industrie/uitgeverijen 4= chemische industrie 5= metaalindustrie
2 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 5% 0% 0% 17% 0% 5% 0% 6% 0% 5% 2% 5% 1% 0% 1% 0% 0% 1% 0% 0% 2% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 3% 0% 2%
3 11% 13% 10% 4% 4% 6% 5% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 4% 1% 3% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 0% 0% 1% 0% 5% 1% 1% 0% 0% 2%
bedrijfstakken 4 5 6 0% 0% 0% 0% 2% 2% 2% 2% 0% 0% 0% 2% 1% 0% 3% 0% 0% 1% 0% 0% 3% 0% 0% 2% 2% 2% 3% 0% 0% 14% 0% 0% 0% 10% 4% 4% 0% 2% 6% 1% 1% 4% 4% 0% 13% 0% 2% 0% 4% 0% 1% 0% 1% 0% 3% 25% 16% 0% 9% 21% 39% 1% 7% 1% 0% 4% 5% 10% 12% 0% 11% 22% 1% 2% 2% 3% 1% 4% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 7% 1% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 1% 1% 2% 0% 2% 0% 4% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 1% 1% 0% 1% 0% 0% 0% 1% 2% 3% 6= overige industrie 7= bouwnijverheid 8= nutsbedrijven 9= groothandel 10= detailhandel
7 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 52% 2% 0% 1% 35% 2% 0% 0% 1% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 0% 0% 4% 0% 4% 2%
8 0% 0% 2% 0% 1% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 5% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 1% 0% 0% 3% 0% 0% 0% 0%
9 0% 2% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 2% 1% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 1%
10 2% 2% 0% 0% 1% 1% 3% 2% 0% 5% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 3% 6% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 1% 1% 4% 1% 0% 4% 3% 1% 0% 0% 1%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
140
Tabel 12
WO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Arbeidsmarktpositie: bedrijfstak huidige baan (vervolg)
11 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0%
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL 11= horeca 12= transport, opslag en infrastructuur 13= financiële instellingen 14= zakelijke dienstverlening 15= overheid
12 0% 2% 2% 2% 0% 0% 3% 2% 0% 5% 0% 2% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 2% 2% 0% 5% 6% 2% 4% 1% 5% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 2% 1%
bedrijfstakken 13 14 15 16 17 5% 18% 5% 46% 0% 0% 15% 4% 40% 0% 2% 15% 7% 41% 0% 2% 15% 4% 17% 15% 9% 10% 10% 33% 3% 3% 42% 11% 7% 4% 10% 51% 5% 5% 3% 5% 9% 11% 14% 7% 12% 46% 8% 5% 5% 5% 23% 0% 36% 0% 2% 12% 16% 47% 2% 0% 10% 12% 43% 0% 6% 59% 2% 20% 0% 3% 8% 17% 19% 11% 0% 0% 5% 5% 68% 2% 29% 18% 2% 4% 0% 17% 9% 19% 6% 0% 24% 10% 1% 0% 0% 25% 7% 8% 0% 0% 38% 3% 3% 2% 1% 16% 4% 14% 0% 0% 33% 13% 3% 0% 4% 41% 1% 4% 0% 4% 29% 0% 4% 0% 21% 44% 5% 2% 2% 23% 40% 4% 3% 1% 48% 21% 4% 13% 0% 4% 42% 29% 1% 0% 3% 56% 10% 2% 2% 14% 80% 5% 0% 0% 3% 11% 14% 10% 45% 0% 0% 1% 2% 97% 0% 0% 2% 2% 96% 3% 9% 17% 14% 29% 3% 42% 22% 14% 8% 1% 16% 10% 16% 41% 10% 34% 30% 7% 0% 0% 4% 5% 42% 36% 6% 24% 17% 38% 0% 0% 20% 18% 18% 21% 8% 50% 8% 6% 1% 5% 42% 19% 4% 8% 2% 33% 32% 13% 3% 3% 45% 30% 5% 5% 2% 27% 50% 4% 0% 7% 29% 11% 11% 15% 16= onderwijs 17= gezondheid- en welzijnszorg 18= cultuur, sport, recreatie 19= overig
18 4% 2% 7% 0% 4% 11% 0% 32% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 2% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 3% 1% 0% 5% 1% 1% 1% 0% 2% 1%
19 11% 13% 10% 35% 19% 13% 10% 16% 12% 14% 18% 12% 6% 23% 4% 20% 9% 10% 8% 17% 8% 6% 6% 20% 6% 6% 5% 14% 25% 2% 11% 0% 0% 17% 8% 7% 10% 6% 8% 11% 9% 11% 9% 7% 9% 10%
WO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Tabel 13
141
Arbeidsmarktpositie: bedrijfsafdeling huidige baan
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
bedrijfsafdeling directie/ jurifinanadm./ personeel verkoop/ inkoop, manage- disch/be- ceel, eco- secreta- en orgamarkelogisment stuurlijk nomisch rieel nisatie ting tiek 4% 2% 2% 5% 2% 4% 0% 2% 0% 0% 7% 7% 11% 2% 5% 2% 2% 17% 9% 7% 0% 4% 7% 0% 11% 7% 2% 2% 5% 3% 8% 8% 3% 3% 2% 4% 1% 1% 8% 4% 4% 0% 3% 0% 5% 13% 21% 10% 5% 5% 0% 5% 28% 0% 5% 0% 3% 2% 6% 11% 6% 15% 0% 5% 0% 5% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 3% 7% 1% 3% 0% 11% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 5% 4% 2% 4% 0% 4% 2% 1% 1% 0% 3% 1% 5% 0% 4% 1% 0% 0% 0% 1% 0% 3% 0% 2% 0% 0% 3% 2% 3% 0% 0% 0% 0% 7% 2% 0% 1% 1% 1% 2% 5% 0% 5% 1% 3% 0% 0% 3% 0% 12% 0% 7% 0% 0% 10% 20% 2% 0% 0% 0% 2% 16% 0% 5% 3% 41% 2% 4% 19% 3% 12% 3% 26% 1% 5% 12% 5% 2% 0% 46% 0% 0% 7% 0% 1% 76% 1% 0% 0% 10% 0% 2% 84% 3% 0% 3% 0% 0% 2% 49% 37% 0% 0% 0% 0% 5% 3% 2% 3% 0% 3% 1% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 5% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 4% 0% 0% 5% 2% 4% 0% 4% 4% 3% 4% 19% 4% 1% 0% 1% 0% 4% 16% 2% 0% 10% 19% 7% 7% 6% 9% 3% 5% 0% 1% 4% 5% 2% 1% 0% 4% 0% 0% 4% 0% 0% 7% 5% 0% 20% 5% 0% 0% 5% 0% 5% 7% 8% 16% 0% 10% 3% 4% 8% 14% 3% 1% 5% 7% 7% 8% 2% 8% 2% 12% 16% 8% 4% 16% 4% 0% 7% 27% 2% 2% 2% 2% 0% 4% 14% 9% 3% 4% 7% 1%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
142
Tabel 13
WO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Arbeidsmarktpositie: bedrijfsafdeling huidige baan (vervolg)
bedrijfsafdeling reclame/ techniek, commupronicatie ductie
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
20% 2% 5% 4% 11% 37% 8% 5% 37% 0% 2% 0% 0% 1% 0% 0% 1% 0% 0% 0% 1% 1% 0% 11% 1% 1% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 3% 5% 4% 0% 3% 5% 32% 7% 3% 0% 2% 3%
4% 2% 2% 2% 0% 3% 3% 2% 0% 10% 2% 6% 4% 1% 3% 5% 8% 40% 40% 26% 40% 50% 7% 18% 1% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 0% 0% 1% 0% 4%
automatisering
ond./ opleidingen
onderzoek r&d
2% 4% 2% 4% 3% 1% 0% 2% 3% 14% 10% 11% 55% 5% 0% 11% 7% 1% 8% 28% 2% 4% 29% 7% 6% 16% 11% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 4% 1% 4% 4% 1% 1% 2% 7% 7% 4% 14% 2% 6%
39% 41% 38% 9% 27% 4% 5% 5% 2% 29% 10% 32% 0% 4% 6% 2% 7% 0% 5% 0% 1% 0% 0% 4% 1% 3% 0% 0% 0% 0% 4% 1% 5% 2% 4% 8% 3% 33% 69% 11% 4% 8% 7% 5% 4% 8%
9% 0% 3% 7% 12% 4% 5% 26% 3% 29% 69% 47% 33% 65% 14% 32% 49% 10% 31% 33% 34% 13% 5% 22% 4% 0% 23% 1% 0% 0% 39% 11% 0% 75% 30% 18% 9% 10% 8% 15% 9% 7% 23% 4% 23% 14%
medisch, verzorgend
0% 0% 0% 7% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 54% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 12% 86% 85% 2% 0% 23% 0% 13% 0% 10% 0% 0% 1% 0% 0% 10%
anders
9% 22% 9% 35% 17% 25% 23% 19% 12% 10% 6% 2% 8% 5% 10% 32% 14% 41% 6% 2% 11% 21% 11% 18% 10% 17% 9% 10% 8% 12% 23% 0% 4% 4% 23% 17% 19% 25% 10% 21% 7% 29% 24% 14% 29% 13%
WO-tabellen: arbeidsmarktpositie
143
Tabel 14a Arbeidsmarktpositie: arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten eerste baan
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
Arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten eerste baan deelflexibele kinderonregelma13de tijd werktijden opvang tigheidstoeslag maand 81% 42% 19% 16% 13% 85% 30% 4% 4% 7% 66% 39% 8% 11% 16% 71% 50% 14% 29% 0% 67% 58% 12% 12% 21% 60% 51% 7% 7% 16% 50% 23% 18% 5% 27% 74% 47% 0% 16% 11% 44% 33% 7% 15% 26% 55% 45% 0% 0% 18% 50% 50% 6% 17% 11% 56% 81% 0% 13% 6% 35% 70% 10% 10% 20% 53% 74% 6% 18% 9% 33% 15% 6% 3% 15% 54% 61% 14% 21% 0% 68% 62% 3% 9% 6% 57% 57% 9% 4% 26% 14% 61% 11% 11% 21% 33% 44% 11% 6% 17% 48% 64% 4% 12% 12% 52% 56% 11% 11% 22% 33% 47% 6% 6% 39% 33% 44% 11% 0% 22% 30% 50% 14% 8% 33% 26% 24% 11% 7% 43% 39% 50% 17% 0% 22% 55% 58% 15% 3% 24% 32% 36% 5% 0% 18% 39% 17% 17% 0% 78% 69% 51% 27% 22% 8% 31% 10% 2% 62% 7% 90% 48% 0% 0% 0% 63% 68% 16% 5% 21% 60% 53% 30% 15% 15% 67% 51% 12% 14% 8% 58% 55% 9% 12% 21% 81% 58% 13% 21% 8% 79% 55% 9% 0% 12% 81% 56% 5% 2% 12% 52% 48% 21% 7% 31% 58% 42% 7% 9% 20% 63% 53% 13% 12% 17% 61% 50% 37% 18% 21% 66% 69% 7% 7% 10% 52% 46% 11% 13% 21%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
144
WO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Tabel 14a Arbeidsmarktpositie: arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten eerste baan (vervolg)
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
Arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten eerste baan winst/eindespaarln./ auto van aandelen/opties jaarsuitkering bedrijfsspr. de zaak in bedrijf 29% 52% 0% 10% 7% 44% 0% 0% 16% 42% 3% 0% 14% 14% 7% 0% 39% 36% 6% 3% 26% 30% 9% 5% 36% 45% 5% 5% 16% 26% 5% 5% 26% 63% 7% 22% 45% 64% 9% 0% 33% 67% 11% 11% 13% 38% 6% 6% 50% 55% 25% 20% 26% 35% 0% 0% 15% 88% 12% 3% 11% 25% 7% 0% 21% 47% 3% 0% 39% 61% 17% 9% 29% 54% 11% 0% 33% 61% 11% 17% 24% 28% 8% 0% 37% 67% 11% 7% 31% 65% 24% 10% 22% 39% 11% 0% 40% 65% 22% 11% 37% 65% 22% 17% 22% 78% 6% 17% 24% 55% 15% 12% 45% 59% 5% 5% 50% 83% 22% 6% 20% 53% 8% 2% 12% 50% 5% 0% 8% 15% 0% 3% 32% 58% 16% 5% 38% 40% 5% 10% 16% 39% 2% 2% 24% 33% 6% 12% 17% 51% 2% 2% 15% 55% 3% 0% 16% 28% 0% 0% 29% 62% 14% 5% 24% 51% 11% 4% 25% 47% 5% 5% 32% 53% 8% 8% 28% 52% 3% 0% 27% 52% 10% 7%
WO-tabellen: arbeidsmarktpositie
145
Tabel 14b Arbeidsmarktpositie: arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten huidige baan
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
Arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten huidige baan deelflexibele kinder- onregelmatig13de tijd werktijden opvang heidstoeslag maand 78% 65% 13% 13% 18% 65% 49% 19% 2% 28% 67% 47% 18% 4% 23% 67% 70% 14% 7% 14% 78% 58% 18% 10% 24% 55% 52% 13% 7% 20% 46% 49% 19% 11% 27% 65% 53% 8% 15% 15% 47% 58% 16% 13% 30% 43% 62% 5% 0% 24% 38% 75% 13% 4% 15% 46% 60% 15% 4% 15% 51% 73% 16% 8% 35% 51% 70% 21% 8% 18% 50% 43% 18% 11% 19% 57% 63% 21% 9% 21% 52% 73% 10% 4% 27% 42% 42% 6% 0% 24% 23% 61% 19% 8% 34% 30% 67% 18% 7% 35% 29% 59% 23% 7% 47% 46% 58% 16% 3% 32% 30% 52% 14% 5% 32% 38% 53% 4% 4% 29% 31% 45% 20% 6% 48% 29% 49% 25% 9% 52% 41% 73% 25% 5% 52% 54% 55% 18% 11% 35% 33% 21% 15% 3% 34% 43% 30% 25% 5% 57% 48% 67% 25% 6% 16% 22% 23% 9% 41% 8% 86% 62% 0% 4% 2% 46% 72% 12% 2% 14% 62% 64% 40% 11% 29% 65% 57% 19% 12% 17% 58% 72% 24% 16% 28% 79% 60% 16% 21% 12% 80% 62% 25% 7% 23% 72% 63% 13% 10% 7% 40% 51% 17% 9% 29% 59% 68% 22% 10% 25% 58% 62% 21% 6% 18% 54% 65% 36% 16% 27% 58% 76% 24% 5% 22% 48% 53% 18% 11% 29%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
146
WO-tabellen: arbeidsmarktpositie
Tabel 14b Arbeidsmarktpositie: arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten huidige baan (vervolg)
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
Arbeidsvoorwaarden en beloningscomponenten huidige baan winst/eindespaarln./ auto van aandelen/opties jaarsuitkering bedrijfsspr. de zaak in bedrijf 40% 65% 7% 9% 42% 58% 5% 9% 39% 65% 11% 7% 35% 35% 5% 7% 31% 64% 3% 7% 46% 75% 10% 12% 43% 81% 22% 22% 23% 48% 8% 0% 48% 86% 19% 22% 57% 81% 0% 14% 31% 77% 8% 2% 35% 77% 8% 2% 55% 84% 49% 41% 34% 73% 10% 8% 21% 90% 10% 11% 32% 77% 9% 13% 53% 79% 10% 12% 58% 77% 20% 3% 60% 94% 19% 19% 65% 86% 28% 33% 65% 89% 14% 12% 67% 92% 16% 13% 64% 90% 38% 28% 53% 67% 13% 24% 62% 86% 35% 23% 65% 88% 39% 23% 54% 91% 13% 34% 45% 87% 14% 7% 46% 79% 10% 5% 70% 100% 59% 11% 31% 86% 13% 5% 17% 76% 1% 0% 14% 14% 4% 6% 37% 75% 11% 7% 41% 81% 15% 11% 37% 68% 14% 7% 48% 84% 21% 15% 40% 73% 4% 2% 37% 83% 13% 8% 32% 52% 5% 2% 52% 83% 23% 15% 48% 85% 22% 15% 48% 81% 15% 6% 62% 92% 32% 14% 44% 84% 16% 7% 46% 80% 18% 12%
WO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 15
147
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: zoeken voor afstuderen; sollicitatiebrieven en -gesprekken
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
% zoeken voor afstuderen 51% 36% 49% 48% 48% 47% 38% 41% 48% 53% 76% 73% 67% 77% 89% 73% 75% 54% 70% 61% 54% 57% 68% 24% 70% 74% 69% 59% 62% 85% 80% 76% 52% 68% 57% 60% 67% 60% 74% 44% 67% 63% 49% 68% 71% 64%
aantal. sollicitatiebrieven tot op heden gem. st. dev. 8,2 8,5 13,5 11,6 11,0 9,6 6,1 6,9 11,9 12,2 12,1 9,9 8,2 8,0 8,6 6,4 14,9 12,2 9,9 12,8 5,9 8,6 8,3 10,0 4,1 3,3 7,8 9,4 5,7 6,6 10,6 11,6 9,6 9,8 6,4 6,5 7,0 7,8 4,1 4,6 10,0 10,0 4,6 4,0 6,0 6,0 8,9 10,0 8,5 9,1 9,6 9,8 4,8 7,4 9,9 9,0 9,4 10,7 4,7 3,5 11,4 10,3 10,4 11,1 3,1 5,4 7,4 7,8 8,9 8,6 10,6 10,5 10,6 10,0 13,6 10,6 8,9 9,6 10,0 9,0 12,8 12,9 12,0 12,4 10,4 9,4 10,9 9,9 10,9 10,1 22,7 9,4
aantal sollicitatiegesprekken tot op heden gem. st. dev. 3,1 2,0 4,5 2,6 4,4 3,0 2,8 2,0 3,9 3,3 4,5 3,7 4,8 4,8 4,0 2,8 4,8 3,1 6,5 6,6 3,3 2,7 3,4 2,7 4,5 4,4 3,8 3,1 4,1 3,1 3,7 2,5 3,9 2,4 3,4 1,9 5,2 4,2 4,7 3,9 6,9 6,2 3,3 2,1 4,4 3,3 4,7 3,7 5,4 4,0 6,2 4,9 3,9 3,6 5,1 4,0 4,4 3,4 3,7 2,4 4,4 3,3 3,9 3,2 4,5 3,8 3,9 4,7 3,9 3,1 3,9 2,7 4,1 2,6 4,0 3,6 3,9 3,3 3,4 2,0 5,2 4,0 5,4 4,8 3,7 2,1 4,9 3,9 4,0 4,0 4,5 8,6
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
148
Tabel 16
WO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: ondernomen zoekactiviteiten
zoekactiviteiten geen: gevraagd
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
7% 10% 24% 17% 13% 19% 19% 11% 11% 24% 7% 26% 27% 23% 24% 6% 14% 19% 21% 28% 14% 33% 27% 30% 19% 23% 24% 15% 5% 27% 26% 11% 29% 18% 15% 20% 10% 14% 20% 10% 24% 20% 7% 13% 16% 18%
gem. aantal
3,3 3,8 4,2 3,3 4,0 4,2 4,0 4,1 5,2 3,7 3,3 3,6 2,9 3,7 2,1 5,0 4,4 3,1 3,9 3,3 4,8 2,9 3,6 4,5 3,7 3,7 3,2 4,1 3,4 2,5 3,8 2,3 2,0 3,2 4,3 4,3 4,2 4,3 3,0 4,1 3,8 4,4 4,3 3,8 4,2 3,7
advertentie
open solli.
87% 80% 82% 80% 79% 84% 70% 81% 82% 71% 63% 81% 44% 84% 55% 88% 92% 57% 68% 42% 62% 39% 60% 59% 62% 72% 55% 88% 69% 32% 89% 46% 40% 90% 87% 84% 79% 94% 75% 90% 68% 75% 84% 79% 82% 72%
40% 27% 53% 20% 46% 38% 41% 38% 61% 41% 42% 42% 46% 20% 21% 51% 46% 53% 53% 49% 69% 62% 50% 59% 52% 57% 51% 52% 58% 34% 47% 71% 18% 27% 43% 54% 58% 63% 35% 36% 44% 52% 40% 38% 48% 50%
loopbn. uitzendarbeids- uitzend- bureau werv.- advies bureau bureau (ho) bureau cntrum
36% 54% 47% 26% 48% 35% 24% 49% 53% 29% 19% 35% 2% 27% 3% 49% 36% 29% 13% 5% 33% 3% 14% 27% 13% 16% 6% 25% 12% 0% 28% 8% 4% 33% 42% 41% 32% 51% 18% 50% 29% 38% 40% 21% 30% 25%
36% 54% 53% 26% 49% 57% 57% 46% 63% 6% 7% 23% 6% 31% 1% 41% 36% 16% 10% 4% 21% 11% 10% 24% 19% 14% 4% 32% 17% 2% 30% 13% 0% 24% 49% 42% 40% 46% 23% 50% 41% 46% 47% 32% 32% 27%
16% 34% 24% 23% 31% 29% 24% 24% 50% 6% 9% 16% 0% 21% 4% 37% 32% 34% 39% 19% 42% 20% 26% 24% 23% 26% 6% 31% 20% 7% 18% 18% 2% 14% 40% 27% 34% 29% 18% 26% 29% 38% 38% 35% 50% 25%
4% 2% 4% 14% 8% 13% 14% 5% 31% 12% 16% 7% 6% 11% 25% 45% 26% 17% 26% 14% 32% 12% 28% 16% 22% 26% 10% 22% 15% 7% 6% 2% 0% 8% 21% 13% 19% 6% 12% 7% 19% 29% 26% 22% 32% 16%
4% 10% 8% 20% 11% 3% 24% 3% 0% 6% 5% 7% 2% 13% 3% 18% 16% 0% 6% 9% 10% 2% 2% 8% 9% 4% 10% 6% 3% 0% 16% 2% 0% 6% 16% 4% 13% 6% 3% 9% 2% 6% 20% 8% 12% 7%
WO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 16
149
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: ondernomen zoekactiviteiten (vervolg)
mond. benadering Nederlands 13% Engels 7% 16% overige talen 11% filosofie/godgeleerdheid geschiedenis 13% 16% algemene letteren 5% Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie 32% bedrijfscommunicatie letteren 5% (technische) wiskunde 18% natuurkunde 26% scheikunde 19% (technische) informatica 21% biologie 20% farmacie 12% 16% landgebruik chemisch/technologisch 12% bouwkunde 17% werktuigbouwkunde 15% 19% elektrotechniek 18% scheikundige technologie 17% civiele techniek 10% technische bedrijfskunde 22% industrieel ontwerpen economie 11% bedrijfskunde 13% econometrie 16% Nederlands recht 8% notarieel recht 12% 17% fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen 21% geneeskunde 31% tandheelkunde 47% biomedische wetenschappen 12% sociologie 12% psychologie 15% politicologie 13% pedagogische wetenschappen 23% (toegepaste) onderwijskunde 12% 19% culturele antropologie 10% communicatiewetenschap 17% sociaal-culturele wetenschappen 11% sociale geografie bestuurskunde 14% planologie 12% TOTAAL 15%
sollicitatie cursus 4% 5% 14% 11% 8% 8% 19% 16% 5% 18% 9% 14% 2% 20% 1% 16% 19% 9% 16% 7% 25% 12% 6% 14% 10% 6% 10% 9% 12% 5% 18% 6% 0% 12% 15% 12% 10% 9% 11% 19% 2% 8% 23% 10% 18% 10%
open dag bedrijf 4% 2% 6% 9% 4% 10% 5% 3% 11% 29% 28% 16% 35% 5% 1% 4% 11% 3% 26% 33% 40% 23% 32% 19% 32% 28% 24% 12% 27% 41% 3% 0% 0% 8% 1% 2% 11% 1% 2% 3% 10% 6% 7% 11% 0% 14%
zoekactiviteiten banenbenetmarkt. drijfs- wercarr.dg cursus ken 2% 0% 40% 5% 2% 46% 12% 0% 43% 11% 6% 34% 8% 0% 51% 14% 3% 44% 8% 0% 54% 8% 0% 46% 23% 2% 52% 47% 0% 29% 42% 0% 19% 28% 0% 19% 42% 0% 27% 21% 3% 33% 1% 1% 18% 20% 4% 49% 26% 0% 39% 17% 0% 22% 42% 0% 27% 53% 0% 21% 44% 0% 21% 21% 0% 29% 33% 1% 25% 35% 3% 46% 37% 1% 32% 23% 0% 33% 37% 0% 31% 28% 2% 43% 29% 0% 25% 39% 2% 17% 4% 0% 41% 0% 0% 15% 0% 0% 42% 10% 0% 31% 6% 1% 45% 15% 0% 52% 19% 0% 45% 4% 1% 48% 5% 0% 40% 9% 2% 52% 14% 0% 40% 17% 0% 49% 11% 0% 37% 24% 3% 35% 4% 0% 44% 21% 1% 36%
stavia ge- interplaats net 22% 11% 12% 22% 16% 24% 9% 14% 28% 10% 33% 22% 16% 22% 35% 8% 18% 44% 18% 24% 16% 16% 21% 26% 10% 35% 36% 17% 22% 3% 24% 31% 20% 20% 19% 12% 19% 16% 19% 28% 17% 32% 18% 17% 25% 20% 27% 46% 21% 21% 29% 13% 45% 14% 32% 12% 25% 12% 39% 5% 43% 12% 13% 1% 0% 7% 33% 10% 21% 27% 36% 18% 23% 13% 30% 13% 32% 12% 9% 14% 27% 29% 22% 22% 20% 19% 26% 22% 40% 8% 25% 16%
anders 4% 7% 14% 17% 4% 6% 3% 11% 0% 6% 7% 5% 2% 1% 31% 2% 0% 2% 8% 5% 4% 0% 6% 5% 2% 3% 2% 2% 0% 0% 6% 1% 36% 0% 3% 7% 6% 4% 2% 12% 2% 2% 2% 1% 4% 4%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
150
Tabel 17
WO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: succesverwachting zoekactiviteiten
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
zoekactiviteiten waarvan meeste succes wordt verwacht uitzendloobaanadveropen arbeids- uitzend- bureau werv.- adviestentie solli. bureau bureau (ho) bureau centrum 47% 11% 0% 2% 0% 2% 0% 58% 5% 2% 16% 2% 0% 0% 50% 6% 2% 8% 2% 6% 0% 34% 2% 0% 5% 5% 5% 2% 46% 8% 3% 3% 1% 0% 0% 35% 6% 2% 2% 6% 6% 0% 39% 6% 0% 14% 6% 8% 0% 25% 20% 0% 5% 0% 0% 0% 56% 5% 2% 6% 3% 10% 0% 29% 18% 0% 0% 6% 0% 0% 41% 21% 0% 0% 0% 3% 0% 51% 8% 0% 5% 3% 3% 0% 26% 28% 0% 0% 0% 2% 0% 58% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 39% 8% 0% 0% 2% 19% 2% 26% 18% 0% 0% 2% 8% 0% 43% 11% 0% 1% 7% 4% 0% 33% 24% 0% 2% 9% 3% 0% 27% 22% 0% 0% 5% 5% 2% 25% 19% 0% 0% 8% 0% 0% 33% 40% 0% 0% 1% 2% 0% 26% 32% 0% 0% 6% 3% 0% 38% 18% 0% 0% 3% 6% 0% 22% 25% 0% 0% 3% 3% 3% 33% 19% 0% 3% 4% 5% 0% 27% 18% 0% 1% 4% 10% 0% 32% 34% 0% 0% 0% 2% 2% 53% 14% 0% 2% 2% 6% 0% 52% 14% 0% 2% 0% 2% 0% 26% 13% 0% 0% 0% 0% 0% 52% 9% 0% 1% 1% 2% 1% 26% 41% 0% 0% 1% 1% 0% 21% 2% 2% 2% 0% 0% 0% 52% 10% 2% 0% 0% 2% 2% 38% 12% 0% 8% 5% 8% 0% 34% 20% 0% 3% 1% 3% 0% 42% 11% 3% 6% 2% 5% 0% 52% 11% 3% 4% 1% 1% 1% 45% 10% 0% 1% 0% 3% 0% 56% 6% 0% 0% 2% 0% 0% 37% 15% 1% 4% 0% 9% 0% 25% 14% 0% 6% 7% 1% 0% 48% 9% 0% 7% 4% 9% 1% 41% 13% 0% 4% 0% 7% 0% 43% 11% 4% 0% 13% 4% 2% 39% 17% 0% 3% 3% 4% 0%
WO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 17
151
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: succesverwachting zoekactiviteiten (vervolg)
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
zoekactiviteiten waarvan meeste succes wordt verwacht mond. sollici- open banen- benetvia bena- tatie dag markt. drijfs- wervia interdering cursus bedrijf carr.dg cursus ken stage net 7% 0% 2% 0% 20% 7% 0% 0% 0% 2% 2% 0% 2% 5% 5% 2% 0% 2% 0% 0% 13% 4% 4% 7% 0% 5% 0% 2% 20% 2% 0% 4% 0% 0% 0% 0% 18% 11% 0% 5% 0% 0% 2% 2% 15% 14% 2% 6% 3% 0% 0% 0% 11% 6% 3% 15% 0% 0% 0% 0% 25% 5% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 10% 3% 6% 6% 0% 12% 0% 0% 6% 18% 0% 10% 0% 0% 5% 3% 3% 5% 8% 5% 3% 3% 3% 0% 5% 8% 0% 7% 0% 0% 5% 0% 9% 5% 19% 9% 0% 0% 0% 0% 8% 19% 1% 6% 0% 0% 2% 0% 6% 9% 0% 10% 0% 0% 0% 2% 20% 10% 2% 8% 0% 3% 0% 0% 14% 4% 3% 9% 0% 2% 7% 0% 5% 3% 2% 3% 0% 0% 3% 0% 8% 13% 7% 4% 2% 6% 13% 2% 6% 4% 8% 2% 0% 8% 1% 0% 2% 4% 2% 6% 0% 3% 3% 0% 4% 12% 1% 6% 0% 6% 2% 0% 5% 13% 2% 8% 0% 3% 3% 0% 22% 0% 8% 3% 0% 9% 4% 0% 6% 9% 2% 4% 0% 3% 3% 0% 10% 12% 1% 6% 0% 4% 4% 0% 8% 8% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 11% 11% 2% 3% 0% 3% 2% 0% 2% 17% 0% 5% 0% 10% 5% 0% 5% 31% 3% 7% 1% 1% 0% 0% 7% 16% 0% 13% 0% 0% 0% 0% 8% 9% 0% 31% 0% 0% 0% 0% 21% 2% 0% 2% 0% 2% 2% 0% 10% 12% 2% 2% 0% 0% 0% 0% 20% 6% 0% 6% 0% 0% 0% 1% 16% 10% 2% 5% 0% 0% 0% 0% 18% 3% 3% 4% 0% 0% 0% 0% 11% 10% 0% 7% 0% 0% 0% 0% 22% 7% 1% 9% 0% 0% 0% 0% 19% 7% 0% 1% 0% 0% 1% 0% 16% 9% 4% 9% 0% 3% 0% 0% 26% 3% 3% 4% 0% 1% 2% 0% 12% 0% 2% 3% 0% 3% 1% 1% 13% 10% 3% 2% 0% 0% 0% 0% 11% 6% 4% 5% 0% 2% 2% 0% 11% 10% 2%
anders 0% 0% 0% 10% 4% 6% 0% 5% 0% 6% 3% 5% 0% 3% 8% 2% 1% 2% 5% 6% 2% 3% 1% 0% 3% 4% 2% 0% 3% 3% 0% 1% 17% 4% 2% 2% 2% 1% 1% 2% 1% 3% 1% 0% 0% 2%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
152
Tabel 18
WO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: belangrijkste argument bij het accepteren van een baan
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
Belangrijkste argumenten bij het accepteren van een baan baansaaffiniteit werken in carrière zekerheid laris product/dienst buitenland perspectief 12% 16% 65% 2% 12% 12% 15% 52% 8% 12% 25% 8% 53% 7% 10% 8% 14% 66% 0% 4% 11% 14% 62% 3% 18% 3% 7% 52% 1% 21% 5% 18% 31% 13% 21% 9% 14% 79% 0% 16% 3% 16% 44% 9% 24% 15% 10% 44% 10% 20% 6% 6% 56% 6% 10% 19% 14% 64% 4% 17% 6% 20% 14% 4% 22% 9% 4% 70% 4% 24% 15% 18% 42% 0% 24% 4% 2% 55% 14% 20% 5% 6% 56% 1% 29% 3% 9% 59% 3% 26% 7% 5% 49% 13% 29% 6% 19% 37% 3% 22% 8% 12% 43% 8% 27% 7% 20% 50% 7% 21% 2% 14% 27% 6% 52% 0% 14% 64% 2% 18% 3% 18% 33% 5% 39% 3% 15% 27% 7% 50% 11% 18% 46% 2% 36% 12% 20% 42% 4% 31% 8% 26% 35% 0% 35% 9% 18% 16% 11% 34% 9% 7% 68% 1% 31% 7% 13% 51% 3% 60% 7% 21% 32% 0% 7% 3% 5% 54% 2% 21% 3% 11% 48% 5% 24% 6% 11% 70% 1% 19% 6% 17% 53% 11% 21% 15% 11% 75% 1% 20% 10% 7% 60% 0% 14% 7% 10% 74% 16% 16% 5% 12% 46% 1% 31% 1% 8% 50% 3% 28% 5% 9% 66% 5% 19% 10% 7% 36% 8% 29% 9% 12% 52% 0% 23% 8% 14% 48% 5% 30%
WO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 18
153
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: belangrijkste argument bij het accepteren van een baan (vervolg)
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
Belangrijkste argumenten bij het accepteren van een baan gepermabedynazelfst. varieerd nente traidrijfsmische indeling werk ning cultuur organisatie taken 44% 0% 19% 4% 26% 54% 4% 15% 6% 21% 44% 7% 20% 3% 22% 37% 10% 25% 2% 33% 44% 7% 19% 7% 15% 38% 4% 42% 6% 25% 41% 8% 10% 18% 36% 33% 2% 19% 5% 23% 41% 6% 17% 13% 28% 49% 5% 15% 10% 24% 35% 2% 31% 2% 45% 41% 6% 16% 0% 19% 40% 16% 44% 12% 24% 37% 8% 16% 4% 25% 39% 9% 15% 3% 35% 36% 2% 36% 2% 30% 43% 8% 18% 10% 23% 36% 0% 38% 8% 20% 36% 3% 28% 11% 20% 43% 10% 27% 14% 18% 42% 7% 19% 12% 20% 44% 7% 18% 1% 23% 38% 9% 15% 18% 19% 30% 5% 32% 18% 16% 36% 11% 19% 20% 17% 44% 5% 12% 22% 15% 32% 13% 21% 5% 16% 47% 16% 13% 4% 11% 51% 5% 24% 10% 6% 40% 16% 29% 13% 13% 43% 4% 10% 5% 21% 39% 13% 6% 1% 8% 47% 7% 19% 6% 54% 56% 5% 16% 3% 35% 44% 9% 26% 4% 26% 42% 3% 24% 3% 20% 33% 5% 15% 9% 30% 44% 3% 10% 3% 17% 44% 3% 25% 6% 32% 34% 2% 25% 3% 13% 32% 9% 27% 18% 19% 40% 8% 27% 7% 28% 49% 12% 14% 7% 14% 45% 8% 15% 8% 32% 43% 9% 19% 5% 28% 41% 8% 19% 9% 19%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
154
WO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 19a Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: hoe aan de eerste baan gekomen
via adver- intertentie net Nederlands 25% 3% Engels 31% 0% 13% 0% overige talen 12% 0% filosofie/godgeleerdheid geschiedenis 17% 0% 15% 2% algemene letteren 15% 0% Europese studies 3% kunstgeschiedenis en archeologie 19% bedrijfscommunicatie letteren 12% 2% (technische) wiskunde 15% 0% natuurkunde 47% 0% scheikunde 29% 0% (technische) informatica 9% 14% biologie 12% 0% farmacie 28% 5% 3% 0% landgebruik chemisch/technologisch 16% 0% bouwkunde 21% 0% werktuigbouwkunde 6% 3% 23% 0% elektrotechniek 3% 0% scheikundige technologie 9% 3% civiele techniek 12% 4% technische bedrijfskunde 16% 8% industrieel ontwerpen economie 19% 1% bedrijfskunde 23% 0% econometrie 28% 6% Nederlands recht 19% 2% notarieel recht 29% 0% 32% 0% fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen 25% 3% geneeskunde 9% 0% tandheelkunde 28% 0% biomedische wetenschappen 18% 0% sociologie 17% 0% psychologie 18% 2% politicologie 13% 0% pedagogische wetenschappen 19% 0% (toegepaste) onderwijskunde 34% 0% 8% 0% culturele antropologie 12% 2% communicatiewetenschap 0% sociaal-culturele wetenschappen 9% 10% 0% sociale geografie bestuurskunde 15% 0% planologie 16% 0% TOTAAL 18% 1%
Hoe aan eerste baan gekomen open wersolli- uitzend arb. vings- netgeancitatie (ho) bur bur. werk vraagd ders 11% 19% 0% 0% 6% 25% 11% 6% 31% 0% 3% 8% 11% 11% 11% 33% 2% 0% 7% 35% 0% 12% 29% 6% 0% 0% 35% 6% 6% 38% 0% 0% 6% 23% 9% 2% 33% 5% 0% 4% 25% 15% 4% 48% 0% 0% 7% 26% 0% 3% 25% 0% 0% 9% 38% 3% 7% 44% 2% 0% 12% 10% 10% 8% 23% 0% 0% 8% 38% 8% 12% 6% 0% 0% 0% 24% 12% 5% 33% 5% 0% 0% 24% 5% 9% 9% 0% 0% 5% 32% 23% 2% 39% 0% 0% 2% 32% 12% 12% 2% 0% 16% 2% 23% 12% 9% 35% 0% 9% 12% 24% 9% 4% 33% 2% 2% 9% 27% 7% 10% 17% 0% 3% 7% 38% 3% 11% 20% 0% 3% 0% 37% 20% 18% 14% 0% 9% 0% 27% 9% 13% 29% 6% 0% 6% 39% 3% 12% 18% 3% 3% 3% 35% 15% 11% 14% 2% 5% 0% 33% 19% 20% 16% 0% 0% 8% 20% 12% 12% 17% 2% 4% 4% 24% 16% 15% 19% 2% 4% 4% 23% 11% 6% 0% 0% 6% 11% 22% 22% 16% 35% 0% 0% 2% 16% 9% 18% 29% 4% 4% 11% 4% 4% 21% 0% 0% 0% 16% 26% 5% 3% 22% 0% 0% 7% 27% 13% 45% 17% 0% 2% 8% 13% 6% 8% 2% 0% 0% 14% 30% 18% 9% 23% 0% 0% 14% 36% 0% 10% 29% 0% 0% 8% 25% 10% 8% 31% 0% 0% 3% 25% 13% 5% 35% 3% 3% 8% 28% 8% 5% 10% 5% 0% 8% 32% 21% 3% 5% 0% 0% 11% 34% 13% 10% 35% 4% 0% 13% 27% 2% 5% 23% 2% 0% 14% 28% 14% 4% 36% 2% 0% 15% 22% 13% 15% 36% 4% 1% 5% 22% 6% 7% 28% 0% 4% 11% 17% 17% 8% 27% 0% 5% 8% 27% 8% 13% 24% 1% 2% 6% 24% 11%
WO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
155
Tabel 19b Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: hoe aan de huidige baan gekomen
via adver- intertentie net Nederlands 40% 2% Engels 28% 0% 29% 0% overige talen 21% 2% filosofie/godgeleerdheid geschiedenis 29% 1% 21% 8% algemene letteren 21% 3% Europese studies 0% kunstgeschiedenis en archeologie 18% bedrijfscommunicatie letteren 28% 6% (technische) wiskunde 23% 5% natuurkunde 29% 4% scheikunde 35% 0% (technische) informatica 6% 14% biologie 51% 3% farmacie 32% 0% 23% 5% landgebruik chemisch/technologisch 44% 5% bouwkunde 14% 5% werktuigbouwkunde 11% 7% 14% 9% elektrotechniek 21% 1% scheikundige technologie 11% 0% civiele techniek 24% 3% technische bedrijfskunde 24% 7% industrieel ontwerpen economie 20% 2% bedrijfskunde 24% 4% econometrie 29% 0% Nederlands recht 38% 0% notarieel recht 39% 2% 12% 5% fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen 38% 2% geneeskunde 25% 0% tandheelkunde 23% 0% biomedische wetenschappen 40% 2% sociologie 29% 1% psychologie 23% 2% politicologie 25% 4% pedagogische wetenschappen 33% 0% (toegepaste) onderwijskunde 43% 1% 28% 3% culturele antropologie 16% 3% communicatiewetenschap 0% sociaal-culturele wetenschappen 27% 42% 4% sociale geografie bestuurskunde 43% 7% planologie 29% 2% TOTAAL 27% 2%
Hoe aan huidige baan gekomen open wersolli- uitzend arb. vings- netgeancitatie (ho) bur bur. werk vraagd ders 9% 11% 0% 0% 12% 18% 9% 0% 17% 9% 9% 9% 26% 4% 12% 15% 5% 0% 10% 25% 3% 6% 13% 0% 6% 4% 38% 9% 9% 11% 1% 0% 10% 16% 23% 8% 14% 0% 3% 8% 22% 15% 13% 15% 0% 10% 18% 15% 5% 14% 23% 0% 0% 14% 25% 7% 8% 14% 3% 6% 6% 17% 12% 18% 5% 0% 0% 14% 32% 5% 16% 2% 0% 6% 4% 20% 18% 10% 6% 2% 0% 6% 29% 12% 25% 4% 0% 2% 6% 27% 16% 4% 5% 0% 0% 1% 24% 12% 12% 3% 0% 12% 3% 23% 16% 16% 12% 0% 4% 12% 14% 14% 12% 8% 0% 5% 4% 19% 3% 23% 14% 2% 3% 6% 23% 12% 21% 13% 0% 5% 7% 23% 13% 23% 4% 0% 5% 2% 25% 19% 35% 11% 1% 4% 6% 14% 7% 43% 8% 0% 6% 3% 25% 5% 17% 5% 0% 8% 2% 26% 16% 20% 2% 0% 4% 4% 24% 13% 22% 10% 0% 6% 4% 24% 12% 14% 1% 0% 6% 8% 23% 19% 16% 2% 0% 0% 2% 29% 23% 22% 10% 0% 0% 14% 11% 5% 28% 5% 0% 3% 5% 13% 5% 23% 2% 2% 5% 5% 19% 28% 13% 4% 2% 2% 4% 23% 13% 46% 2% 0% 1% 3% 13% 9% 11% 4% 0% 2% 7% 32% 21% 3% 9% 0% 3% 3% 22% 17% 16% 4% 3% 5% 11% 16% 15% 16% 12% 1% 2% 6% 26% 11% 10% 18% 0% 3% 4% 28% 7% 15% 6% 1% 0% 7% 22% 15% 6% 6% 0% 1% 7% 21% 14% 11% 13% 2% 0% 11% 23% 8% 11% 9% 3% 8% 12% 26% 13% 16% 14% 1% 1% 7% 25% 8% 6% 10% 1% 3% 4% 20% 11% 5% 7% 4% 5% 8% 14% 7% 14% 13% 0% 14% 5% 18% 5% 19% 8% 1% 3% 7% 21% 11%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
156
Tabel 20
WO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: motivatie baanwisseling
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
onder opleidingsniveau 18% 24% 16% 10% 29% 27% 32% 12% 31% 15% 33% 15% 15% 17% 7% 14% 9% 16% 16% 17% 22% 18% 17% 17% 21% 16% 11% 22% 15% 14% 25% 0% 0% 30% 17% 25% 45% 23% 18% 27% 23% 29% 21% 22% 24% 19%
waarom van baan verwisseld ? niet aansluitend salaris geen geen op studie te laag sfeer perspectief 3% 3% 18% 6% 6% 6% 6% 0% 10% 2% 12% 6% 19% 5% 10% 10% 12% 5% 3% 10% 8% 0% 8% 16% 5% 5% 13% 21% 12% 9% 12% 5% 8% 8% 10% 8% 0% 8% 23% 31% 11% 6% 0% 11% 20% 5% 10% 0% 5% 0% 15% 20% 13% 2% 6% 2% 2% 2% 18% 16% 14% 8% 8% 17% 23% 2% 6% 6% 10% 0% 6% 16% 3% 3% 0% 22% 11% 11% 0% 17% 8% 3% 6% 22% 24% 3% 6% 18% 2% 0% 10% 23% 17% 0% 0% 14% 8% 4% 14% 13% 11% 0% 14% 16% 5% 0% 0% 21% 16% 8% 8% 16% 11% 0% 26% 4% 5% 0% 14% 14% 7% 1% 7% 13% 0% 0% 7% 24% 0% 2% 14% 4% 0% 9% 4% 0% 8% 2% 8% 17% 8% 5% 10% 12% 8% 3% 10% 5% 14% 3% 10% 9% 3% 3% 10% 13% 15% 3% 13% 7% 16% 4% 7% 9% 19% 3% 14% 10% 10% 4% 5% 11% 20% 4% 7% 17% 9% 0% 6% 12% 10% 4% 10% 13%
WO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 20
157
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: motivatie baanwisseling (vervolg)
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
aflopend contract 21% 15% 20% 14% 19% 11% 8% 33% 15% 8% 17% 25% 0% 26% 16% 25% 28% 29% 28% 11% 17% 12% 6% 21% 5% 2% 16% 8% 7% 5% 22% 15% 16% 17% 12% 17% 8% 14% 33% 12% 9% 5% 22% 15% 21% 14%
waarom van baan verwisseld ? ontfaillisseslagen ment 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 5% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 3% 1% 2% 0% 5% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 5% 0% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 4% 2% 0% 0% 0% 3% 0% 0% 0% 5% 0% 2% 2% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 2% 0% 0% 0% 1%
andere reden 32% 42% 32% 33% 21% 26% 16% 19% 17% 15% 22% 25% 40% 34% 39% 14% 26% 23% 28% 33% 22% 21% 42% 28% 31% 36% 47% 22% 37% 43% 24% 54% 63% 39% 29% 23% 20% 26% 15% 22% 32% 19% 28% 13% 27% 30%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
158
Tabel 21
WO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: % (ander) werkzoekend; % gesetteld op de arbeidsmarkt, gewenste arbeidsduur en verhuisbereidheid
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
% zoekt % gesetteld gewenste arbeidsduur bereid (andere) in huidig gem. werk- gem.aant. > 100km te baan werk week (uren) dagen verhuizen(%) 29% 25% 32,6 4,3 41% 40% 28% 32,5 4,2 42% 28% 35% 32,8 4,2 51% 27% 27% 32,3 4,2 61% 34% 33% 32,6 4,2 51% 27% 36% 32,9 4,1 49% 23% 41% 34,6 4,3 51% 45% 21% 32,9 4,2 71% 36% 36% 35,7 4,4 53% 9% 43% 35,8 4,6 70% 10% 20% 37,8 4,7 67% 15% 25% 36,8 4,5 69% 14% 52% 36,8 4,5 50% 15% 16% 35,6 4,4 79% 8% 49% 35,5 4,1 73% 35% 12% 34,9 4,3 74% 18% 25% 36,2 4,4 79% 17% 46% 37,3 4,5 67% 21% 54% 39,4 4,6 84% 14% 54% 37,1 4,5 70% 23% 41% 38,4 4,5 81% 23% 58% 38,4 4,6 60% 13% 67% 39,9 4,5 76% 18% 49% 37,5 4,4 76% 22% 57% 38,6 4,4 56% 16% 61% 38,2 4,4 59% 8% 69% 37,1 4,5 66% 24% 40% 38,1 4,5 38% 21% 34% 37,4 4,4 63% 13% 59% 37,7 4,4 61% 19% 28% 34,7 4,3 68% 24% 18% 38,0 4,4 76% 22% 12% 33,5 4,2 58% 11% 11% 35,6 4,3 70% 23% 40% 34,4 4,3 45% 32% 22% 33,1 4,1 50% 35% 35% 36,9 4,4 63% 35% 18% 31,7 4,1 41% 23% 36% 33,3 4,2 49% 33% 22% 32,8 4,2 56% 30% 43% 35,5 4,3 42% 22% 40% 34,2 4,2 38% 34% 27% 35,5 4,4 58% 25% 51% 37,9 4,5 59% 26% 37% 34,9 4,5 41% 4,4 57% 24% 38% 36,3
WO-tabellen: zoekgedrag en arbeidsmarktattitude
Tabel 22
159
Zoekgedrag en arbeidsmarktattitude: belangrijkste argument minder dan 32 uur werken
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
% <32 uur werken 24% 23% 28% 39% 32% 19% 10% 27% 6% 17% 10% 4% 5% 14% 13% 11% 8% 3% 0% 8% 1% 4% 1% 5% 1% 3% 7% 1% 3% 11% 11% 10% 24% 9% 9% 20% 6% 26% 16% 23% 5% 11% 9% 3% 11% 10%
Belangrijkste argument minder dan 32 uur werken meer zorg vrijw./ verhobanprivévoor liefda der by’s en dere tijd familielid digheid studie sport reden 0% 0% 0% 15% 31% 54% 27% 0% 0% 18% 27% 27% 48% 5% 0% 24% 19% 5% 19% 0% 19% 19% 23% 19% 29% 0% 4% 25% 21% 21% 29% 0% 10% 24% 19% 19% 67% 0% 0% 0% 33% 0% 13% 7% 7% 27% 7% 40% 0% 40% 0% 20% 20% 20% 33% 0% 0% 0% 67% 0% 0% 0% 0% 20% 80% 0% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 100% 0% 9% 0% 9% 18% 45% 18% 50% 0% 0% 0% 33% 17% 29% 0% 14% 14% 14% 29% 13% 0% 25% 25% 25% 13% 0% 0% 0% 50% 50% 0% . . . . . . 11% 0% 11% 33% 22% 22% 0% 0% 0% 0% 0% 100% 0% 0% 0% 50% 50% 0% 0% 0% 0% 50% 50% 0% 50% 0% 25% 0% 25% 0% 0% 0% 0% 33% 33% 33% 50% 0% 0% 50% 0% 0% 0% 25% 0% 0% 75% 0% 50% 0% 0% 50% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 50% 50% 40% 0% 20% 10% 30% 0% 19% 6% 6% 25% 25% 19% 89% 0% 0% 0% 11% 0% 19% 0% 0% 25% 38% 19% 17% 0% 0% 50% 17% 17% 29% 0% 14% 14% 29% 14% 26% 4% 4% 19% 41% 7% 0% 0% 0% 33% 67% 0% 44% 0% 4% 11% 22% 19% 36% 0% 7% 14% 29% 14% 33% 0% 11% 17% 22% 17% 50% 0% 0% 0% 50% 0% 43% 0% 0% 14% 29% 14% 27% 0% 9% 27% 0% 36% 50% 0% 0% 50% 0% 0% 11% 0% 11% 11% 56% 11% 32% 2% 5% 19% 28% 15%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
160
Tabel 23
WO-tabellen: aansluiting studie en baan
Aansluiting studie en baan (verticaal): overscholing (in onderwijsniveaus)
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
rapportcijfer aansluiting studie en eerste baan gemiddelde standaard dev. 6,8 1,6 6,4 2,1 6,5 2,2 7,2 2,0 6,7 2,1 6,6 1,9 5,7 2,2 7,2 1,9 6,6 1,5 6,9 1,4 7,3 1,5 7,6 1,6 6,4 1,4 6,9 2,4 6,7 1,4 6,6 2,1 6,3 2,2 6,2 1,9 7,3 1,5 7,5 1,4 7,1 1,9 7,0 1,7 7,1 1,3 7,0 1,6 6,4 1,5 6,3 1,9 7,3 0,9 7,1 1,9 6,3 1,8 6,2 1,6 7,2 1,6 7,3 1,2 7,6 1,0 7,7 1,8 6,3 1,6 6,6 2,2 6,2 2,5 6,6 1,7 7,1 1,4 6,2 2,4 6,4 1,7 6,3 1,8 6,5 1,9 6,8 1,9 7,0 1,5 6,7 4,2
rapportcijfer aansluiting studie en huidige baan gemiddelde standaard dev. 6,4 1,7 6,9 1,6 6,8 1,7 6,6 2,0 7,0 1,3 6,5 1,3 5,7 1,2 7,5 1,6 6,9 1,0 7,0 1,3 7,5 1,4 7,2 1,5 7,0 1,1 7,1 1,5 6,8 1,3 6,8 1,5 7,1 1,6 6,9 1,3 7,2 1,1 7,2 0,9 7,3 1,3 6,9 1,0 7,4 1,0 7,4 0,8 6,9 1,1 7,1 1,4 7,3 1,2 6,7 1,3 6,5 1,4 6,8 1,2 7,2 1,2 7,2 1,2 7,5 1,1 7,3 1,8 7,0 1,1 6,7 1,5 6,6 1,7 6,7 1,1 7,1 1,1 6,4 1,8 6,6 1,2 7,1 1,2 6,6 1,4 6,9 1,1 7,0 1,1 6,9 3,1
WO-tabellen: aansluiting studie en baan
Tabel 24
161
Aansluiting studie en baan (verticaal): overscholing (in onderwijsniveaus)
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
objectieve overscholing 1ste baan huidige baan 1,3 0,9 1,7 1,0 1,2 0,8 1,8 0,8 1,5 0,7 1,7 0,8 1,9 1,1 1,3 1,1 1,9 0,9 0,5 0,2 0,4 0,1 1,3 0,4 0,5 0,4 1,5 0,3 0,1 0,0 1,2 0,6 0,9 0,4 0,8 0,3 0,7 0,4 0,6 0,4 1,3 0,4 0,7 0,3 0,6 0,3 0,7 0,5 0,9 0,4 1,0 0,5 0,2 0,2 1,0 0,2 1,4 0,2 0,4 0,1 1,0 0,5 0,1 0,0 0,1 0,0 0,9 0,3 1,1 0,6 1,1 0,6 1,5 0,6 1,2 0,9 0,7 0,4 1,9 1,1 1,1 0,7 1,3 0,7 1,4 0,6 1,0 0,4 1,0 0,6 0,4 1,0
subjectieve overscholing 1ste baan huidige baan 0,3 0,0 0,2 0,1 0,4 0,0 0,2 0,0 0,4 0,2 0,4 0,1 0,7 0,4 0,4 0,0 0,3 0,1 0,5 0,0 0,3 0,0 0,2 0,0 0,4 0,1 0,3 0,1 0,1 0,0 0,5 0,0 0,3 0,2 0,2 0,0 0,3 0,1 0,4 0,0 0,1 0,0 0,1 0,1 0,3 0,1 0,2 -0,1 0,3 0,2 0,3 0,1 0,3 0,0 0,8 0,1 0,2 0,0 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3 0,1 0,2 0,0 0,2 0,1 0,5 0,2 0,2 0,0 0,2 0,0 0,3 -0,1 0,4 0,1 0,6 0,0 0,3 0,2 0,4 0,1 0,4 0,0 0,3 0,1
onderwijsniveauschaal: 6=universitair; 5=HBO; 4=VWO; 3=MBO; 2=HAVO; 1=LBO (VBO)/MAVO
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
162
WO-tabellen: aansluiting studie en baan
Tabel 25a Aansluiting studie en eerste baan (horizontaal): inhoudelijk
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
met andere studie te vervullen 52% 54% 58% 60% 72% 81% 93% 68% 85% 38% 53% 42% 32% 57% 12% 50% 53% 21% 26% 32% 41% 26% 53% 64% 62% 77% 44% 61% 46% 17% 53% 0% 0% 33% 72% 52% 92% 41% 29% 80% 69% 79% 74% 87% 56% 52%
Aansluiting studie en eerste baan zonder mijn zonder mijn opleiopleiding niet dingsspecialisatie niet te vervullen te vervullen 21% 27% 31% 14% 18% 24% 33% 7% 11% 17% 8% 12% 7% 0% 16% 16% 10% 5% 23% 38% 29% 18% 16% 42% 64% 5% 17% 26% 40% 48% 38% 12% 27% 20% 59% 21% 32% 41% 36% 32% 24% 34% 32% 41% 31% 16% 18% 18% 27% 11% 23% 0% 39% 17% 32% 7% 35% 19% 72% 11% 28% 18% 87% 13% 73% 27% 52% 14% 23% 4% 30% 18% 5% 3% 39% 20% 53% 18% 13% 7% 22% 9% 19% 2% 20% 7% 4% 9% 25% 19% 33% 15%
WO-tabellen: aansluiting studie en baan
163
Tabel 25b Aansluiting studie en huidige baan (horizontaal): inhoudelijk
Nederlands Engels overige talen filosofie/godgeleerdheid geschiedenis algemene letteren Europese studies kunstgeschiedenis en archeologie bedrijfscommunicatie letteren (technische) wiskunde natuurkunde scheikunde (technische) informatica biologie farmacie landgebruik chemisch/technologisch bouwkunde werktuigbouwkunde elektrotechniek scheikundige technologie civiele techniek technische bedrijfskunde industrieel ontwerpen economie bedrijfskunde econometrie Nederlands recht notarieel recht fiscaal-juridische opleiding gezondheidswetenschappen geneeskunde tandheelkunde biomedische wetenschappen sociologie psychologie politicologie pedagogische wetenschappen (toegepaste) onderwijskunde culturele antropologie communicatiewetenschap sociaal-culturele wetenschappen sociale geografie bestuurskunde planologie TOTAAL
met andere studie te vervullen 42% 40% 49% 43% 52% 56% 87% 55% 72% 25% 16% 17% 20% 24% 7% 32% 26% 7% 30% 26% 29% 23% 47% 37% 40% 55% 23% 29% 10% 9% 32% 1% 2% 26% 50% 39% 75% 35% 20% 68% 58% 60% 59% 73% 31% 35%
Aansluiting studie en huidige baan zonder mijn zonder mijn opleiopleiding niet dingsspecialisatie niet te vervullen te vervullen 29% 29% 30% 30% 19% 32% 35% 22% 19% 29% 25% 19% 10% 3% 30% 16% 17% 11% 35% 40% 53% 31% 30% 53% 55% 25% 31% 45% 47% 47% 39% 30% 39% 35% 61% 31% 52% 18% 61% 12% 51% 20% 53% 24% 35% 18% 49% 14% 41% 19% 35% 10% 48% 29% 49% 22% 49% 41% 66% 25% 40% 28% 77% 22% 68% 30% 36% 38% 32% 18% 41% 21% 13% 12% 33% 32% 54% 27% 20% 12% 29% 13% 25% 15% 28% 14% 17% 10% 41% 28% 42% 23%
© SEO/Elsevier onderzoek 2000
Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam Roetersstraat 11, 1018 WB Amsterdam telefoon 020-624 24 12, telefax 020- 625 89 93