Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten Analyses ten behoeve van niveau 5 van de CO2-Prestatieladder
Van Gelder mei 2012
Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten Analyses ten behoeve van niveau 5 van de CO2-Prestatieladder
dossier : BA7350 registratienummer : MD-AF20120805/v2 versie : definitief classificatie : Openbaar
Van Gelder mei 2012
© DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
DHV B.V.
INHOUD
BLAD
1
INLEIDING
2
2 2.1 2.2
ALGEMENE SCOPE 3 ANALYSE Vaststellen scope 3 en kwantificeren omvang Onderbouwing keuze twee GHG-genererende (keten)activiteiten.
3 3 5
3
WAARDEKETEN TWEE GEKOZEN GHG GENERERENDE (KETEN)ACTIVITEITEN
6
4 4.1 4.2 4.3
GHG GENERERENDE KETENACTIVITEIT 1: ASFALTPRODUCTIE Productie grondstoffen Asfaltproductie Resultaten CO2 ketenanalyse
8 9 10 11
5 5.1 5.2 5.3 5.4
GHG GENERERENDE KETENACTIVITEIT 2: ASFALTTRANSPORT Transport van grondstoffen Transport asfalt (heen) Transport asfalt (retour) Resultaten CO2 ketenanalyse asfalttransport
13 13 13 14 14
6 6.1 6.2
REDUCTIEMAATREGELEN CO2 reductiemogelijkheden asfaltproductie CO2 reductiemogelijkheden asfalttransport
15 16 17
7
COLOFON18
BIJLAGEN 1 2 3 4 5
Overzicht relevante categorieën in scope 3 van Van Gelder Top 35 toeleverende organisaties (op basis van inkoop) CO2 conversiefactoren Detailberekeningen asfaltproductie Detailberekeningen asfalttransport
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief -1-
DHV B.V.
1
INLEIDING
De Van Gelder Groep (vanaf nu Van Gelder) heeft zich gespecialiseerd in het initiëren, ontwerpen, realiseren en beheren van infrastructurele projecten, zowel boven- als ondergronds. Van Gelder is een landelijk opererend middelgroot aannemingsbedrijf met vestigingen verspreid over heel Nederland. Gezamenlijk hebben de werkmaatschappijen een omzet van ruim 210 miljoen euro en zijn er 725 werknemers werkzaam. De activiteiten van Van Gelder Groep zijn ondergebracht in diverse werkmaatschappijen te weten: Aannemingsmaatschappij Van Gelder B.V.: Uitvoeren van werken op het gebied van grond-, weg- en waterbouw, milieu- en cultuurtechniek. Van Gelder Kabel-, Leiding- en Montagewerken B.V.: Aanleggen en onderhouden van kabel- en leidingnetwerken t.b.v.verlichtings- en installatieprojecten. Van Gelder Rail B.V.: Aanleggen en onderhouden van kabels en leidingen op, boven en langs het spoor. Van Gelder Telecom B.V.: Ontwikkelen, bouwen en onderhouden van veelal op glasvezel gebaseerde data- en telecommunicatienetwerken. Van Gelder Verkeerstechniek B.V. (per 1-1-2012) Aanleggen en onderhouden van Dynamische Verkeersmanagement systemen (DVM). Van Gelder heeft een actief duurzaamheidprogramma dat is gericht op reductie van CO2 emissies, duurzame en innovatieve technologie, duurzaam materiaalgebruik en maatschappelijke betrokkenheid. Alle werkmaatschappijen zijn vanaf 1 september 2011 gecertificeerd voor niveau 3 op de CO2 Prestatieladder 2.0 (versie 23 juni 2011). De Van Gelder Groep streeft nu naar een certificering op niveau 5. De CO2-footprint van scope 1 en 2 activiteiten is reeds bepaald en nu wil Van Gelder ook zicht krijgen 1 op de scope 3 activiteiten en daarvoor ook twee nadere ketenanalyses doen. Om aan de eisen van niveau 4 en dus ook aan de eisen voor niveau 5 te kunnen voldoen heeft Van 2 Gelder DHV gevraagd om de scope 3 analyse te doen en twee ketenanalyses van GHG -genererende activiteiten uit te voeren conform de eisen die daaraan zijn gesteld. Tenminste één van de analyses dient daarbij professioneel ondersteund of becommentarieerd te worden door een ter zake bekwaam, erkend en onafhankelijk kennisinstituut. Van Gelder heeft besloten om de scope 3 analyses en de ketenanalyses door DHV – als onafhankelijk kennisinstituut – te laten uitvoeren. (Hiermee wordt invulling gegeven aan eis 4.A.3) In bijlage 1 t/m 5 vindt u de gebruikte kengetallen, waarden en conversiefactoren voor de berekeningen.
1
Scope 3: alle indirecte emissies als gevolg van de activiteiten van het bedrijf die voortkomen uit bronnen die geen eigendom zijn van het bedrijf maar wel bepaald worden door Van Gelder. 2 Green House Gas (GHG) is een verzamelterm van alle luchtemissies of gassen die het broeikas effect veroorzaken.
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief -2-
DHV B.V.
2
ALGEMENE SCOPE 3 ANALYSE 3
Conform de richtlijnen in het GHG protocol en de CO2-Prestatieladder 2.0 is de analyse van scope 3 uitgevoerd op basis van een analyse van 15 categorieën. Vervolgens dient de keuze van de ketens gebaseerd te zijn op een identificatie van de meest materiële scope 3 emissies. (Hiermee wordt invulling gegeven aan eis 4.A.1). Deze beide onderdelen worden in dit hoofdstuk beschreven.
2.1 Vaststellen scope 3 en kwantificeren omvang Voor bouwondernemingen vormt de inkoop van producten of materialen naast het eigen brandstofverbruik, vaak een groot aandeel van de totale CO2 emissies (Scope 1,2 en 3) van de organisatie. Ook uit onze analyse blijkt dit, in bijlage 1 is een tabel weergegeven met een overzicht van alle relevante categorieën in de scope 3 van Van Gelder. Hieruit blijkt dat de volgende categorieën relevant zijn: ingekochte goederen en diensten transport en distributie (upstream en downstream) Omdat eigen transport en distributie al is meegeteld in de scope 1&2 emissies en uitbesteed transport valt onder “ingekochte goederen en diensten” is besloten de scope 3 analyse uit te voeren op basis van de inkoopomzet omdat dit beide categorieën dekt. De scope 3 analyse is bepaald in onderstaande stappen die hieronder één voor één zijn toegelicht. 1) Vaststellen van meest gebruikte producten / diensten op basis van financiële cijfers (top 35), 2) Selectie van meest CO2 intensieve producten / diensten (top 6), 3) Berekenen van totale CO2 emissies scope 3 op basis van CO2 indicatoren en prijsindicaties Ad 1 Meest gebruikte producten / diensten (Top 35 toeleverende organisaties) Op basis van een analyse van de inkoopgegevens over het jaar 2010 is gebleken dat 26% van de inkoopgelden wordt besteed aan 35 toeleverende organisaties. Niet alle geleverde producten en diensten zijn vanuit het perspectief van CO2 relevant. Zo is het nemen van verkeersmaatregelen wel kostbaar, maar leidt dit nauwelijks tot hoge emissies van CO2 omdat er vooral manuren (rekenwerk) betaald worden. En zo zijn bijvoorbeeld leaseauto’s (voertuigen exclusief brandstof), wel erg kostbaar maar wordt de brandstof al binnen scope 1&2 meegenomen en deze zijn dus niet erg relevant. Ad 2 Selectie meest CO2 intensieve producten / diensten (Top 6) Binnen de top 35 zijn de volgende 6 product- of dienstcategorieën het meest bepalend voor de CO2 emissies in scope 3 van Van Gelder. Hieronder per categorie de inhoudelijke argumenten waarom deze relevant is: 1) Asfalt: kosten worden bijna geheel bepaald door de hoeveelheden afgenomen asfalt (ton). Daarbij vergt de productie van asfalt door hoge temperaturen veel energie en is dus CO2 intensief. 2) Asfalt transport: kosten worden voor een groot deel direct bepaald door de brandstofkosten (liters). Daarbij wordt vooral in opdracht van de Aannemingsmaatschappij Van Gelder veel asfalt getransporteerd. 3) Betonproducten: kosten zitten voor een aanzienlijk deel in de inkoop van bouwproducten. Daarbij is de productie van betonnen producten zeer CO2 intensief.
3 Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard Supplement to the GHG Protocol Corporate Accounting and Reporting Standard DRAFT FOR STAKEHOLDER REVIEW NOVEMBER 2010
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief -3-
DHV B.V.
4)
5)
6)
Grondverzetmaterieel: kosten voor grondverzet worden bepaald door manuren en ook brandstof. Van Gelder besteedt daarbij grote hoeveelheden grondverzet (klein en groot) uit aan diverse onderaannemers. Kabels: kosten worden bijna geheel bepaald door de hoeveelheid afgenomen kabels (meters). Vaak zijn kabels van glasvezel en of metalen (koper), beide productieprocessen zijn energie, en dus CO2 intensief. Leidingen: kosten worden bijna geheel bepaald door de hoeveelheid afgenomen leiding (meters). Vaak zijn leidingen van kunststof (PVC), dat een CO2 intensief productieproces kent.
Onderstaande tabel toont de zes categorieën, leveranciers uit de top 35 en de totale omzet op die categorie van de leverende bedrijven uit de top 35. De bestedingen buiten deze top 35 kennen een vergelijkbare verhouding. De top 35 is dus een goede afspiegeling van alle uitgaven / scope 3 activiteiten van Van Gelder, daardoor is deze verdeling representatief voor de volledige scope 3 van Van Gelder. Tabel 1 – Omzet per product- dienst categorie Product- / dienstcategorie
Ingekochte hoeveelheid
1) Asfalt 2) Asfalt transport 3) Betonproducten
In ton In draaiuren In ton
4) Grondverzetmaterieel
In draaiuren
5) Kabels
In meters
6) Leidingen
In meters
Ad 3: Berekenen totale CO2 emissie scope 3 Op basis van de omzet per categorie kunnen de bijbehorende CO2 emissies gekwantificeerd worden. Hiervoor zijn de specifieke CO2 indicatoren bepaald en zijn de prijsindicaties voor deze indicatoren verzameld. De prijsindicatoren zijn door Van Gelder herleid uit contracten die representatief zijn voor producten / diensten binnen de categorieën. Op basis van de hoeveelheden en CO2 indicatoren per categorie uit DuboCalc zijn de bijbehorende CO2 emissies berekend.
Tabel 2 – CO2 emissies verdeeld naar scope 3 categorieën Product- / dienstcategorie
kg CO2/ eenheid
Bron
38.4
kg/ton
DuboCalc - STAB recycling 50%
34%
2) Asfalt transport
106.3
kg/ton
24%
3) Betonproducten
147.0
kg/ton
DuboCalc - asfaltauto 34 ton; 270 kW DuboCalc / betondatabase Straattegel Specification sheet – Takeuchi (TB016) DuboCalc - Bulldozer 12-35 ton
1) Asfalt
CO2 indicator
4A) Grondverzetmaterieel (klein) 4B) Grondverzetmateriaal (groot) 5) Kabels
5.3
kg/draaiuur
65.7
kg/draaiuur
2.4
kg/meter
6) Leidingen
12.6
kg/meter
DuboCalc - Voedingkabel (PEkoper) DuboCalc - PE leiding
TOTAAL
CO2 emissies (%) – Totaal inkoopvolume
22,5% 4% 2,5% 1% 12% 100% = ±103.000 ton CO2
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief -4-
DHV B.V.
Deze onderdelen vormen de belangrijkste 6 bronnen van CO2 emissies in de materiele scope 3 van Van Gelder. De CO2 emissies als gevolg van gasolie gebruik in hun eigen machines zijn door Van Gelder al meegenomen in de Scope 1&2 emissie inventarisatie.
2.2
Onderbouwing keuze twee GHG-genererende (keten)activiteiten.
Op basis van deze top 6 van CO2 emissies in scope 3 kiest Van Gelder voor een nadere analyse van twee activiteiten die het dichtst bij de core business van Van Gelder staan, te weten: Asfalt Asfalt transport Deze twee onderwerpen staan in de top 6 op plek 1 en 2 en vormen samen meer dan 58% van de scope 3 emissies. Op deze onderwerpen zijn er op dit moment veel nieuwe ontwikkelingen waar Van Gelder mee bezig is, en men heeft lange termijn relaties met partners op dit gebied waardoor er ook invloed uitgeoefend kan worden. Voor beide ketenactiviteiten zijn al de nodige onderdelen van de keten nader beschouwd in het kader van de CO2 prestatieladder. Andere aannemers in de wegenbouw keken al eerder naar bitumen, transport en steenslag. Voor deze CO2 ketenanalyses is daarom dankbaar voortgebouwd op resultaten van diverse CO2 ketenanalyses van andere wegenbouwers of GWW-aannnemers in de jaren 2010 en 2011.
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief -5-
DHV B.V.
3 WAARDEKETEN TWEE GEKOZEN GHG GENERERENDE (KETEN)ACTIVITEITEN
In dit hoofdstuk worden de waardeketens beschreven van de twee GHG generende (keten)activiteiten asfalt en asfalttransport. Het aannemen van de aanleg van nieuwe of de reconstructie van bestaande asfaltconstructies is een belangrijk onderdeel van de activiteiten van Van Gelder. Waardeketen in het kort Het asfalt type (en dus hoeveelheid) wordt vaak voorgeschreven door de opdrachtgever in de uitvraag. Grofweg kan onderscheid worden gemaakt tussen deklagen (surf), tussenlagen (bind) en onderlagen (base) waarbij de korrelgrote van het steenslag kan variëren. Ook is het aandeel hergebruikt materiaal (freesasfalt) vaak een specificatie van de opdrachtgever. VB: AC16 base 50% PR, is een onderlaag met 50% Partiele Recycling (PR), met maximale korrelgrote van 16 mm en waarbij AC staat voor AsphaltConcrete of Asfaltbeton. Van Gelder koopt het asfalt in bij één van haar drie belangrijkste asfaltcentrales (leveranciers). Van Gelder participeert in de centrales Asfalt Centrale Nijkerk (ACN), Asfalt Centrale Rivierenland in Tiel (ACR) en Asfalt Productie Rotterdam Rijnmond (APRR). De keuze voor de centrale / leverancier is afhankelijk van het type asfalt (niet alle centrales maken alle typen), de locatie van waar het asfalt dient te worden toegepast en de prijs. De asfaltcentrales produceren vaak specifieke soorten asfalt, niet allemaal hetzelfde profiel. De centrales werken graag wel met vaste en lange termijn contracten voor grondstoffen. De belangrijkste grondstoffen voor asfaltproductie zijn: steenslag, zand, bitumen en een vulstof. Steenslag en zand worden meestal per schip (uit het buitenland) aangevoerd waarna het per binnenvaart bij de betreffende centrale wordt afgeleverd. Bitumen en vulstof komen in kleinere hoeveelheden hoofdzakelijk per vrachtwagen. Bij de centrale worden de grondstoffen tijdelijk opgeslagen. Afhankelijk van het benodigde type mengsel worden de verschillende grondstoffen voor gedoseerd, gedroogd en verwarmd, en tot slot gemengd tot het gewenste asfalt. Het asfalt wordt daarna opgeslagen in voorraadsilo's, waarvandaan het kan worden overgeladen in asfaltkippers. De asfaltkippers transporteren het asfalt naar de projectlocatie. Op de projectlocatie wordt het asfalt met een spreidmachine en/of voorlader (shuttle buggy) aangebracht, waarna het wordt gewalst. Afhankelijk van het soort gebruik, de intensiteit van het verkeer, weersinvloeden etc. kan het voorkomen dat de deklaag gebreken gaat vertonen. In de regel gaat de hele asfaltconstructie 20 jaar mee en gaat de deklaag 10 tot 12 jaar mee. Bepalende factoren voor de levensduur zijn: vermoeiing (bezwijken door langdurige en/of grote belasting), stroefheid (remweg), stijfheid in relatie tot de belasting en rafeling (materiaalverlies). Wanneer schade erg lokaal is maar wel dusdanig van invloed is op het verkeer kan er beslist worden om het wegdek lokaal te repareren. Dit gebeurt door de bovenste laag van de schadeplek weg te frezen en deze te voorzien van een nieuwe laag. Het vrijgekomen asfalt, bij reparatie of bij vervanging, wordt voor vrijwel honderd procent gerecycled door het bij de asfaltcentrale bij te mengen in nieuw asfalt.
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief -6-
DHV B.V.
Winning grondstoffen:
Productie asfalt:
- steenslag
- type laag (base, bind of surf)
- zand
- korrelgrote (5-22 mm)
- bitumen
- recycling (10-60% PR)
- vulstof
Einde levensduur:
Transport asfalt:
- freeswerkzaamheden
- wachttijd
- retourtransport
- transport
Aanleg, gebruik en onderhoud: - bouwactiviteiten - onderhoud
Figuur 1 – Waardeketen asfalt In onderstaand figuur (bron: Uitgebreide Energie Studie Asfaltbranche, Novem, 2004) is te zien wat de verdeling is van CO2 emissies over de hele asfaltketen. Daarin is duidelijk te zien dat – na productie grondstoffen – het productieproces van asfalt en het transport ervan significant bijdragen aan het totaal. In onderstaande paragrafen zijn vervolgens de stappen productie (inclusief productie grondstoffen) en alle transport apart kort toegelicht.
Figuur 2 – Verdeling van CO2 emissies in de hele asfaltketen (bron: Uitgebreide Energie Studie Asfaltbranche, Novem, 2004)
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief -7-
DHV B.V.
4
GHG GENERERENDE KETENACTIVITEIT 1: ASFALTPRODUCTIE
Van Gelder past jaarlijks meer dan 100 types asfaltmengsels toe. De top-10 mengsels van de centrales in Tiel (ACR) en in Nijkerk (ACN) zijn hieronder voor het jaar 2011 weergegeven.
Tabel 3 – Top 10 asfaltmengsels ACN en ACR (2011) ACN (Nijkerk) Type
ACR (Tiel) Ton / jaar
Type
Ton / jaar
AC 22 bind 50% PR
26,365
AC 16 base 10/20MG 30% PR
33,119
AC 22 base 50% PR
24,348
AC 16 surf 30% PR
11,315
AC 22 base 55% PR
11,781
AC 22 bind 40% PR
11,252
R-ZOAB 50% PR
10,979
AC 22 base 55% PR
11,210
AC 22 bind 50% PR
10,583
AC 22 base 50% PR
9,845
AC 16 bind 50% PR
9,414
AC 22 base 40% PR
7,066
AC 16 surf 30% PR
6,210
AC 22 bind 50% PR
5,178
AC 16 surf/bind 50% PR
6,002
Microtop
4,606
Topfalt
4,794
R-ZOAB 50% PR
3,352
AC 16 surf/bind 40% PR
4,610
PA 16 7+
2,934
Totaal (ACN)
115,087
Totaal (ACR)
99,877
Vier categorieën van type mengsels Hieruit is af te leiden dat er grofweg vier typen mengsels zijn: AC22 base, AC22 bind, AC16 surf/bind, en ZOAB. Alle 20 mengsels zijn ondergebracht in deze vier hoofdcategorieën. De tabel hieronder laat deze onderverdeling zien inclusief de relatieve productie van het type asfalt per gemiddelde ton afgenomen asfalt. (Dus van de gemiddelde ton afgenomen asfalt door Van Gelder, is 45% (0.45 ton) van het type AC base) Tabel 4 – Onderverdeling van de mengselcodes per categorie en relatieve afnamen Afgenomen asfalt, relatieve afname Type asfalt
per ton asfalt
AC16 base 30% PR
0.45
ton
AC22 bind 40-50% PR
0.25
ton
AC16 surf/bind 30-50% PR
0.17
ton
R-ZOAB 50% PR
0.12
ton
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief -8-
DHV B.V.
Productie van hoofdtype asfaltmengsels in ton/jaar (productie in 2011 door ACR en ACN) 26,666
37,551
97,369 AC22 base 40-55% PR AC22 bind 40-50% PR AC16 surf/bind 30-50% PR R-ZOAB 50% PR 53,378
Figuur 3 – Productie- / afnamehoeveelheden 4 typen asfaltmengsels
4.1
Productie grondstoffen
In alle type asfaltmengsels wordt steenslag, zand, vulstof en bitumen gebruikt. Vaak wordt daarbij ook geregenereerd asfalt ingezet dat als vervanger kan worden gezien voor primaire grondstoffen. Voor de 4 categorieën zijn van product informatie bladen de samenstellingen van het asfalt afgeleid.
Tabel 5 – Grondstoffen in asfaltsoorten Asfalttyp (categorie)
Ingredienten (ton / ton asfalt)
Bron
0.2 ton brekerzand, 0.4 ton Schots graniet, 0.3 AC16 base 40-55% PR
ton frees, 0.03 ton bitumen en 0.04 ton vulstof
productinformatieblad AC16 base
0.2 ton natuurlijk zand, 0.35 ton Schots graniet, 0.4 ton brekergranulaat, 0.02 ton bitumen en 0.03 AC22 bind 40-50% PR
ton vulstof (wigro)
productinformatieblad AC22 bind
0.2 ton brekerzand, 0.4 ton bestone, 0.3 ton AC16 surf/bind 30-50% PR
frees, 0.03 ton bitumen en 0.02 ton vulstof
productinformatieblad AC16 surf
0.01 ton zand, 0.45 ton bestone, 0.5 ton brekergranulaat, 0.02 ton bitumen en 0.01 ton R-ZOAB 50% PR
vulstof
productinformatieblad PA16
Steenslag De centrales van Van Gelder maken hoofdzakelijk gebruik van de steenslagsoorten Schotse Graniet en Bestone ® uit Noorwegen. Helaas bestaan voor deze typen steenslag nog geen specifieke ketenanalyses dus is gewerkt met het gemiddelden waarden van rhyoliet (ketenanalyse KWS) en moraine (ketenanalyse Heijmans). Winning gebeurt met dynamiet waarna de stenen zoveel mogelijk op vrij verval naar de brekers worden gebracht waar het tot een grove fractie wordt gebroken. De steenslag wordt in beide gevallen over zee naar de Amsterdamse haven gebracht waar de grove fractie in de gewenste fijne fractie wordt omgezet. Naast nieuw gedolven steenslag wordt veel gebruik gemaakt van RAP (reclaimed asphalt pavements) ofwel freesasfalt of asfaltgranulaat. Het effect van het gebruik hiervan is uitaard meegenomen in de ketenanalyse voor asfaltproductie.
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief -9-
DHV B.V.
Zand Het gebruikte zand in asfalt kan worden omschreven als een mineraal aggregaat met een korrelafmeting tussen de 2 mm en 0.063 mm (63 µm). In de centrales van Van Gelder wordt voor de gebruikte mengsels gebruik gemaakt van zowel natuurlijk zand (uit Nederland) als van brekerzand (Noorwegen en Schotland). Natuurlijk zand voor de Nederlandse asfaltindustrie wordt hoofdzakelijk gewonnen in Nederland in het IJsselmeer, de Zeeuwse wateren, de grote rivieren en op droge winplaatsen. Het zand wordt binnen Nederland per binnenvaart getransporteerd en vanuit Schotland en Noorwegen per zeescheepvaart. Vulstof Vulstof is mineraal aggregaat dat kleiner is dan 63 µm. In de centrales van Van Gelder wordt gebruik gemaakt van verschillende types Wigro (K40, K60, etc). Wigro (en ook andere vulstoffen) zijn gemaakt van kalksteenmeel (hydroxide). Bitumen Bitumen is het op aardolie gebaseerde bindmiddel in het asfalt. Het wordt verkregen door het verwijderen van de lichtere fracties uit ruwe aardolie (zoals vloeibaar petroleum gas, benzine en diesel) tijdens het raffinageproces. De centrales van Van Gelder gebruiken voor de verschillende mengsels verschillende type bitumen.
4.2
Asfaltproductie
Het productieproces vindt plaats in de asfaltmenginstallatie. De asfaltcentrales in Tiel en Rotterdam hebben een discontinue productiesysteem (type: chargemenger). De centrale in Nijkerk heeft een continue trommelmenger. Tussen verschillende productiesystemen zitten geen grote verschillen qua energieverbruik van de installatie. De (droog of soms nat) opgeslagen fracties zand, grind en gebroken steen worden met een laadschop in de doseertrechters gestort waarna ze in de droogtrommel worden gedroogd. Het energieverbruik van de gasbranders is afhankelijk van de vochtigheid van de grondstoffen. De eindtemperatuur in de trommel ligt tussen 160-180 °C. Een speciaal doseringssysteem sproeit de bitumen in de mengbak en ook de vulstof wordt toegevoegd. Na een mengtijd, afhankelijk van het soort asfaltmengsel, valt het mengsel in de ophaalbak. De ophaalbak stort het asfalt in de silo en vanuit de silo worden vrachtwagens beladen voor transport naar de locaties die geasfalteerd moeten worden. Het energieverbruik van asfaltcentrale ACN (Asfalt Centrale Nijkerk), ACR (Asfalt Centrale Rivierenland) en APRR (Asfalt Productie Rotterdam Rijnmond) is vergelijkbaar met die van APA (Asfalt Productie Amsterdam). Hieronder is de verdeling van het energieverbruik van een centrale weergegeven. De figuur maakt duidelijk dat het merendeel van de energie opgaat aan het droogproces (63%), het verwarmen van asfaltgranulaat / PR-gedeelte (21%) en de verwarmde opslag van bitumen (8%).
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief - 10 -
DHV B.V.
Figuur 4 – Indicatief energieverbruik asfaltcentrale (bron: Energie-efficiencyplan 2009-2012 Asfalt Productie Amsterdam)
4.3
Resultaten CO2 ketenanalyse
De CO2 conversiefactoren en specifieke aannames voor de resultaten zijn terug te vinden in bijlagen 3 en 4. Asfaltproductie Als de productie van grondstoffen, de productie van de verschillende mengsels én het aanleggen zelf worden beschouwd dan is in onderstaand figuur te zien dat meer dan de helft van de CO2 emissies het gevolg is van de productie van asfalt. Voor de grondstoffen is de bijdrage van de bitumen dominant. De bijdrage van de daadwerkelijke realisatie van de asfaltconstructie (spreiden en verdichten) is zeer klein (nagenoeg 0).
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief - 11 -
DHV B.V.
CO2 emissies asfaltproductie Van Gelder (2011) 13.9
14
[kg CO2/ton]
12 10 7.6
8
7.0
6
5.4 3.8
4 1.5
2 0.5
0.7
0.2
0.0
Grondstoffen
Productie asfalt (obv top 10 mengsels)
Asfaltmaterieel (totaal)
R-ZOAB 50% PR
AC16 surf/bind 30-50% PR
AC22 bind 4050% PR
AC16 base 30% PR
Granulaat / RAP
Vulstof
Bitumen
Steenslag
Zand
0
Realisatie asfalt
Figuur 5 – CO2 emissies asfaltproductie Tabel 6 – CO2 emissies door grondstofproductie per asfalttype (zie ook Tabel 5) Ton CO2/ ton asfalt (per ingredient) Asfalttype
AC16 base
AC22 bind
AC16 surf
R-ZOAB
Gemiddelde
Zand
0.28
0.14
0.12
0.00
0.55
Steenslag
0.70
0.31
0.27
0.20
1.48
Bitumen
3.68
1.43
1.42
0.48
7.01
Vulstof
0.11
0.04
0.02
0.01
0.18
Granulaat / RAP
0.26
0.20
0.10
0.12
0.69
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief - 12 -
DHV B.V.
5
GHG GENERERENDE KETENACTIVITEIT 2: ASFALTTRANSPORT
5.1
Transport van grondstoffen
Steenslag komt per zeescheepvaart uit Schotland of Noorwegen naar de Amsterdamse haven waar het wordt gebroken tot fijne steenslag en wordt overgeslagen op een binnenvaartschip. Per binnenvaartschip komt het vervolgens aan in Tiel, Nijkerk en Rotterdam. Voor brekerzand geldt dezelfde route als voor steenslag. Zand gewonnen in Nederland gaat direct per binnenvaart naar de centrales. Vulstof en bitumen worden in Rotterdam geproduceerd en worden per vrachtwagen getransporteerd. De aannames voor de gemiddelde afstanden zijn hieronder weergegeven inclusief het transportmiddel. Tabel 8 – Informatie transport grondstoffen Grondstof
Route
Steenslag – Schotse
Glensandra Amsterdam
Zeevaart (150 TEU)
graniet
Amsterdam Centrale
Binnenvaart (96 TEU)
Steenslag – Bestone ®
Bremanger Amsterdam
Zeevaart (150 TEU)
Amsterdam Centrale
Binnenvaart (96 TEU)
Brekerzand
Glensandra Amsterdam
Zeevaart (150 TEU)
Amsterdam Centrale
Binnenvaart (96 TEU)
150 km
Zeeland / IJsselmeer
Binnenvaart (96 TEU)
150 km
Natuurlijk zand
Transportmiddel
Afstand (gemiddeld) 1500 km 150 km 1500 km 150 km 1500 km
Centrale Bitumen en vulstof
Rotterdam Centrale
Vrachtwagen (>20 ton)
100 km
RAP / asfaltgranulaat
Projectlocatie Centrale
Vrachtwagen (>20 ton)
80 km
5.2
Transport asfalt (heen)
Voor de CO2 emissies ten gevolge van asfalttransport is aanvullend op de ketenanalyse van KWS gekeken naar het stationair draaien op het werk en bij centrale en de retourlogistiek. Daarbij zijn de specifieke transportafstanden voor de vijf belangrijkste asfaltmengsels ook gespecificeerd. Deze variëren voor Van Gelder van 15 tot 80 km, voor de afstand van de centrale naar het werk. Hieronder een overzicht van de ingezette transportvoertuigen door de transporteur, het specifieke brandstofverbruik en de gemiddelde beladingsgraad. Tabel 9 – Specifiek brandstofverbruik ingezette asfaltwagens voor Van Gelder (2011) Type vrachtwagen
inzetpercentage
gem
km/liter
liter/km
lit/tkm
kg CO2/tkm
belading Terberg FM 1850 T
25%
25.8
2.5
0.40
0.0126
0.039
GINAF 4241 S
25%
25.7
2.6
0.39
0.0155
0.049
VOLVO FH 12
25%
33.3
2.8
0.36
0.0151
0.047
VOL VO FH 440
25%
33.4
2.6
0.38
0.0146
0.046
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief - 13 -
DHV B.V.
5.3
Transport asfalt (retour)
Naast het ‘heentransport’ van het asfalt is in deze ketenanalyse ook gekeken naar het retourtransport. Belangrijkste parameter hier is de beladingsgraad.
5.4
Resultaten CO2 ketenanalyse asfalttransport
De CO2 conversiefactoren en specifieke aannames voor de resultaten zijn terug te vinden in bijlagen 3 en 5. Op basis van de 4 hoofdcategorieën mengsels (zie Tabel 4) en de hoeveelheid grondstoffen per ton asfalt kan de volgende verdeling gemaakt worden van transportactiviteiten in de asfaltketen. In totaal gaat het om 64.6 kg CO2 als gevolg van alle transportactiviteiten voor één ton asfalt (over zijn levensduur). De internationale transportbewegingen uit Schotland en Noorwegen (steenslag en brekerzand) zijn daarbij dominant.
CO2 emissies transportketen asfalt Van Gelder 10
6 4
3.4 2.2
2
Transport grondstof fen gew ogen gemiddelde asf altmengsel
Stationair
0.2
0.2 R-ZOAB 50% PR
Transport naar projectlocatie
Totaal
0.3
AC16 surf/bind 30-50% PR
0.6
AC22 bind 40-50% PR
0.3
AC16 base 30% PR
0.4
Op projectlocatie
RAP / asfaltgranulaat
0.1 Vulstof
0.7 0.1 Bitumen
Steenslag - Bestone ® Noorwegen - Binnenvaart
Steenslag - Bestone ® Noorwegen - Zeevaart
Steenslag - Schotse Graniet - Binnenvaart
Steenslag - Schotse Graniet - Zeevaart
Brekerzand (Schotland / Noorwegen) - Binnenvaart
Brekerzand (Schotland / Noorwegen) - Zeevaart
0
0.7 0.2
0.1
Bij asfaltcentrale
1.2 0.3
Natuurlijk zand
[kg CO2/ton asfalt]
8.4
8
Retourtransport
Figuur 6 – Verdeling CO2 emissies van alle transportactiviteiten in de asfaltketen Hieronder is in meer detail te zien hoe de emissies als gevolg van transport van grondstoffen zijn verdeeld.
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief - 14 -
DHV B.V.
CO2 emissies transport van grondstoffen (excl asfalt) 10
6 4
3.4 2.2 0.3
0.1 Natuurlijk zand
2 Brekerzand (Schotland / Noorwegen) - Binnenvaart
[kg CO2/ton asfalt]
8.4
8
0.7
0.2
0.1
0.1
0.7 RAP / asfaltgranulaat
Vulstof
Bitumen
Steenslag - Bestone ® Noorwegen Binnenvaart
Steenslag - Bestone ® Noorwegen Zeevaart
Steenslag - Schotse Graniet Binnenvaart
Steenslag - Schotse Graniet Zeevaart
Brekerzand (Schotland / Noorwegen) - Zeevaart
0
Figuur 7 – CO2 emissies van transport van grondstoffen
6
REDUCTIEMAATREGELEN
De uitgevoerde ketenanalyses zijn afgesloten met sessies om reductiemaatregelen te benoemen. Deze reductiemaatregelen zijn tevens verlengstuk van de uitgevoerde energie studies in het kader van de MJA’s (Meer Jaren Afspraken). Er zijn verschillende benaderingen gebruikt die hebben geleid tot verschillende typen reductiemaatregelen. Technisch: door installaties en vervoermiddelen technisch te modificeren of te vervangen worden de processen zuiniger in energiegebruik. Van Gelder is hierbij afhankelijk van de medewerking van directe partners zoals Jan Bakker (transporteur) en de asfaltcentrales (ACN, ACR en APRR). De invloed op de besluitvorming is afhankelijk van de relatie en mate van participatie (asfaltcentrales). Indirecte partijen in de keten, zoals (tussen)handelaren van grondstoffen, zijn door Van Gelder nauwelijks te beïnvloeden. Organisatorisch: door de asfaltketen anders te organiseren en nieuwe afspraken te maken met partners kunnen processen efficiënter verlopen. Bijvoorbeeld door binnen het netwerk van asfaltproducenten onderling asfalt aan elkaar te leveren, kunnen transportafstanden geminimaliseerd worden. Ontwerpkeuzes: door te kiezen voor een andere samenstelling van het asfalt, de toepassing van meer secundair materiaal of nieuwe, innovatieve mengsels of het geheel wijzigen van de opbouw van de wegconstructie, kunnen ook aanzienlijke besparingen worden behaald. Hierbij is de aannemer afhankelijk van de wensen van de opdrachtgever en de vrijheidsgraden binnen het contract. In ca. 15% van de uitvragen heeft Van Gelder te maken met een D&C contract waarin deze vrijheidsgraden wel aanwezig zijn.
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief - 15 -
DHV B.V.
6.1
CO2 reductiemogelijkheden asfaltproductie
Van Gelder zet in op een CO2 emissie reductie van 5% voor de GHG genererende ketenactiviteit “asfaltproductie” in de periode van 2012-2014. Deze reductie wordt gebaseerd op de volgende concrete maatregelen: 1.
Overkappen van de doseur en transportbanden. levert 1% reductie van het energiegebruik tijdens het droogproces is haalbaar. Het drogen behelst 63% van het totale energieverbruik van een centrale. Van Gelder is voornemens deze maatregel te nemen bij de centrale in Tiel waar ca. 30% van het asfalt wordt geproduceerd. Totaal effect: 0.2%
2.
Zonnecollectoren voor verwarmde opslag bitumen (Tiel). levert 100% reductie op energiegebruik van bitumenopslag/-verwarming. De verwarmde opslag van bitumen draagt voor ca. 8% bij aan het totale energieverbruik. Van Gelder zal deze maatregel nog in 2012 realiseren voor de asfaltcentrale in Tiel. Totaal effect: ca. 2%
3.
Nieuwe asfaltcentrale (Tiel). ca. 10% hogere energie efficiency als gevolg van het vervangen van de oude centrale in Tiel. Van Gelder verwacht dat deze centrale in 2013-2014 vervangen zal gaan worden. Totaal effect: ca. 2%.
4.
Toepassen van Lage Temperatuur asfalt (Rotterdam). levert ca. 20% reductie op het energieverbruik bij de centrale. De verwachting is dat de centrale in Rotterdam al in 2012 LT asfalt (type base) kan produceren. Totaal effect: ca. 1%.
Naast bovenstaande concrete voorgenomen maatregelen wijst de analyse uit dat er op meer punten reductie is te bereiken. Van Gelder ziet en kent deze punten van aandacht. Echter de maatregelen zijn niet altijd praktisch uitvoerbaar, of onzeker in planning en nog lastig te kwantificeren. ◊
◊
◊
◊
Langere natuurlijke droogtijd van de grondstoffen (zand, grind, secundair asfalt voor PR). Grondstoffen worden vaak relatief vochtig aangeleverd en gaan als gevolg van de korte droogtijd relatief vochtig de centrale in. Het vochtpercentage bepaalt in hoge mate het energiegebruik van de centrale. De korte droogtijd is het gevolg van de hoge omloopsnelheid van het materiaal in combinatie met het gebrek aan ruimte bij de centrale. Daarnaast dient het opgeslagen materiaal bij de centrale vaak ook vochtig te worden gehouden om verstuiving te voorkomen. Snellere droging van de grondstoffen (zand, grind, secundair asfalt voor PR). De opgeslagen grondstoffen worden door natuurlijke ventilatie gedroogd. Dit natuurlijke droog- of ventilatieproces van de opslag kan gestimuleerd worden door slimmer gebruik te maken van de wind (zonder dat dit tot verstuiving van materiaal leidt). Ook zou de restwarmte van de centrale nuttig kunnen worden ingezet. De doorlooptijd van de centrale verlagen. Met een langere doorlooptijd kan er meer water verdampen uit het proces. Daardoor is er minder energie nodig voor het verwarmen en verdampen van het water. Dit is echter lastig als gevolg van de gestelde eisen aan asfaltmengsels. Er wordt door o.a. BouwendNL wel initiatief genomen om deze eisen te wijzigen. Toepassen van een hoger aandeel freesasfalt in het asfaltmengsel. Het verhogen van de partiele recycling (PR) zorgt voor een besparing op bitumen. Het toepassen van 40-50% PR kan een factor twee besparing betekenen in het gebruik van nieuw bitumen. Het leidt niet tot energiebesparing in de asfaltcentrale, omdat het relatief vochtig materiaal is (asfaltfrezen is een nat proces, omdat de frees moet worden gekoeld)
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief - 16 -
DHV B.V.
◊
Andere ontwerpkeuzes maken. Door bijvoorbeeld te kiezen voor dunnere lagen door de toevoeging van een nieuw asfalttype (AC16 base MG) kan de laagdikte met 25% verminderen. Hiervoor is Van Gelder echter wel afhankelijk van de medewerking van de opdrachtgever. Er liggen vooral kansen bij contracten waarbij de aannemer zowel het ontwerp maakt als de aanleg kan uitvoeren (D&C), en er dus geen specifieke materialen voorgeschreven worden. Ca. 15% van de contracten is momenteel D&C.
6.2
CO2 reductiemogelijkheden asfalttransport
Van Gelder zet in op een CO2 emissie reductie van 1,5% voor de GHG generende ketenactiviteit “asfalttransport” in de periode van 2012-2014. Deze reductie wordt gebaseerd op de volgende concrete en integrale maatregel: 1.
Track en trace systeem in asfaltwagens. 10% reductie op transportbrandstof voor asfalttransport door registratie en optimalisatie van brandstofverbruik is haalbaar. Met te installeren track en trace software kunnen transportafstanden worden geminimaliseerd, vrachten op elkaar afgestemd en de beladingsgraad geoptimaliseerd. Ook worden chauffeurs geadviseerd over de meest energiezuinige manier van rijden (Het Nieuwe Rijden). Van Gelder is over deze punten in overleg met haar transporteur(s) en wil track en trace komende tijd stapsgewijs gaan invoeren. Totaal effect: ca. 1,5%.
Naast bovenstaande uit te voeren maatregel wijst de analyse uit dat er op meer punten reductie is te bereiken. Van Gelder ziet en kent deze punten van aandacht. Echter de maatregelen zijn niet altijd praktisch uitvoerbaar, of onzeker in planning en nog lastig te kwantificeren. ◊
Asfalt uit de dichtst bijzijnde centrale halen, is in de huidige situatie nog een belemmering omdat elke aannemer zijn eigen centrale heeft. Van Gelder participeert in een werkgroep “AsfaltNet” om onderlinge uitwisseling van asfaltproductie mogelijk te maken over de 30 centrales verspreid over Nederland.
◊
Reductie op internationaal transport. Voor de aanvoer van grondstoffen werkt Van Gelder met (tussen)handelaren en transporteurs. Hierdoor heeft Van Gelder maar zeer beperkte invloed op deze activiteiten maar is wel voornemens het gesprek hierover aan te gaan.
◊
Gebruik van andere grondstoffen. Door steenslag uit Duitsland te gebruiken in plaats van uit Noord Schotland of Noorwegen kan een significante reductie op de (internationale) transportemissies worden gerealiseerd. Van Gelder heeft echter geen volledige zeggenschap over deze keuzes en de centrales werken vaak met lange termijn contracten. Of deze maatregel ook een netto besparing zal opleveren is ook afhankelijk van de wijze van winning.
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief - 17 -
DHV B.V.
7
COLOFON
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Bijdrage Interne controle Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf
: : : : : : : : : : :
Van Gelder Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten BA7350 18 pagina's Henriëtte Former Douwe van den Wall Bake Renilde Spriensma Henriëtte Former Jan Bart Jutte 15 mei 2012
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
15 mei 2012, versie definitief - 18 -
DHV B.V. Environment and Sustainability Laan 1914 nr. 35 3818 EX Amersfoort Postbus 1132 3800 BC Amersfoort T (033) 468 20 00 F (033) 468 28 01 E
[email protected] www.dhv.nl
DHV B.V.
BIJLAGE 1
Overzicht relevante categorieën in scope 3 van Van Gelder
Wel of niet van toepassing binnen Van Gelder
Is afgedekt in scope 1 en/of 2
Omvang
Beïnvloedbaarheid Ja/nee
Ranking (voor scope 3)
1. Ingekochte goederen en diensten 2. Kapitaal goederen
ja ja
nee nee
groot gering
ja nee
1 -
3. Brandstof en energie gerelateerde activiteiten (niet in Scope 1 of 2) 4. Transport en distributie (upstream) *1
Ja zie (4) ja
nee
middel
ja
2
5. Afval tijdens productie 6. Zakelijk vervoer
ja ja
nee ja, scope 1
gering gering
ja ja
-
7. Woon-werk vervoer 8. Geleasde goederen of bezittingen (upstream) 9. Investeringen
ja nee nee
ja, scope 1 -
gering -
ja -
-
10. Transport en distributie (downstream) *2 11. Bewerking van ingekochte goederen
ja nee
nee -
middel -
ja -
2 -
12. Gebruik van verkochte ‘producten’ 13. Verwerking producten (einde levensduur)
ja ja
nee nee
groot gering
nee nee
nvt -
14. Geleasde goederen of bezittingen (downstream) 15. Franchises
nee nee
-
-
-
-
Categorieën
*1 Door de wijze van werken is de uitsplitsing van upstream en downstream voor Van Gelder niet de onderscheiden. Sommige diensten en of goederen worden rechtstreeks geleverd op het werk. Transport en distributie upstream en downstream zijn dan ook lastig te onderscheiden. *2 Zie 1.
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
bijlage 1 -1-
BIJLAGE 2
Top 35 toeleverende organisaties (op basis van inkoop)
Niet openbaar
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
bijlage 2 -1-
BIJLAGE 3
CO2 conversiefactoren
Conversiefactoren Materiaal
eenheid
kg CO2
Zand/brekerzand
ton
3,01
Steenslag - Morane
ton
2,91
Steenslag - Rhyoliet
ton
4,23
Steenslag - Bestone ®
ton
3,57
Steenslag - Schotse graniet
ton
3,57
Bitumen Vulstof RAP
ton ton ton
254 6,00 2,00
Asfalt type: AC22 base
ton
30,7
Asfalt type: AC22 bind
ton
30,7
Asfalt type: AC16 surf
ton
30,7
Afalt type: AC16 base
ton
30,7
Asfalt type: ZOAB
ton
30,7
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
Bronnen CO2 ketenanalyse scope 3; prefab betonproducten, GMB, 2010 (Dubocalc) CO2 ketenanalyse scope 3: morane, Heijmans, 2010 CO2 ketenanalyse scope 3: ryholiet, KWS, 2009 Gemiddelde van studies ryholiet (KWS) en morane (Heijmans) Gemiddelde van studies ryholiet (KWS) en morane (Heijmans) CO2 ketenanalyse scope 3 Ooms Avenhoorn, 2011 Simapro Simapro LCA tbv prestatieladder audit 2011, BallastNedam LCA tbv prestatieladder audit 2011, BallastNedam LCA tbv prestatieladder audit 2011, BallastNedam LCA tbv prestatieladder audit 2011, BallastNedam LCA tbv prestatieladder audit 2011, BallastNedam
bijlage 3 -1-
Opmerkingen
Gebaseerd op 6.4 kWh/ton (winning/ productie en op schip ingeladen) Gebaseerd op 4.14 kWh/ton (winning-elekt), 0.40 lit/ton (winning-diesel) en 0.35 lit/ton (overslag-diesel) Zandsteen, gewonnen in Noorwegen Graniet, gewonnen in Schotland Gebaseerd op totaalwaarde van 270 kg CO2/ton verminderd met emissies ten behoeve van verwarmd transport van bitumen Op basis van kalksteenmeel (hydroxide)
Activiteiten
eenheid
kg CO2
Asfaltmaterieel (totaal)
ton
Transport vrachtwagen (>20 ton) asfaltwagen (~28 ton)
eenheid tkm tkm
asfaltwagen (gewogen gemiddelde)
tkm
0,000
verwarmde vrachtwagen (bitumen)
tkm
0,160
binnenvaart morane (1200 ton)
tkm
0,015
zandtransport vrachtauto (>20 ton) binnenvaart (96 TEU) binnenvaart (200 TEU) zeevaart (150 TEU)
tkm tkm tkm tkm
0,110 0,075 0,060 0,085
Energiedragers electra (nationaal) aardgas aardgascondensaat diesel
eenheid kWh m3 kg liter
0,0007
kg CO2 0,130 0,165
kg CO2 0,455 1,825 3,400 3,135
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
Bronnen
Opmerkingen
CO2 ketenanalyse scope 3: asfaltproductie, Structon, 2010
Bronnen ProRail conversiefactoren DuboCalc CO2 ketenanalyse scope 3; asfalttransport, KWS, 2010 CO2 ketenanalyse scope 3; bitumen, Ooms Avenhoorn, 2011 CO2 ketenanalyse scope 3; morane, Heijmans, 2010 CO2 ketenanalyse scope 3: asfaltproductie, Structon, 2010 ProRail conversiefactoren ProRail conversiefactoren ProRail conversiefactoren Bronnen ProRail conversiefactoren ProRail conversiefactoren ProRail conversiefactoren ProRail conversiefactoren
Opmerkingen
Retourvracht buiten beschouwing gelaten Retourvracht buiten beschouwing gelaten Retourvracht buiten beschouwing gelaten
Opmerkingen
bijlage 3 -2-
BIJLAGE 4
Detailberekeningen asfaltproductie
FUNCTIONELE EENHEID: productie van 1 ton asfalt Materiaal / activiteit Onderdelen GRONDSTOFFEN
toelichting
Zand Winning grondstoffen: Steenslag AC16 base Bitumen Vulstof Granulaat / RAP
Brekerzand Bestone 2/16 Bitumen Q8 Wigro Deklaag frees
0,09 0,20 0,01 0,02 0,13
ton ton ton ton ton
obv productinformatieblad AC16 base / mengselcode: 51831 obv productinformatieblad AC16 base / mengselcode: 51831 obv productinformatieblad AC16 base / mengselcode: 51831 obv productinformatieblad AC16 base / mengselcode: 51831 obv productinformatieblad AC16 base / mengselcode: 51831
3,0 3,6 254,0 6,00 2,00
kg CO2/ ton kg CO2/ton kg CO2/ton kg CO2/ton kg CO2/ton
0,28 0,70 3,68 0,11 0,26
Zand Winning grondstoffen: Steenslag AC22 bind Bitumen Vulstof Granulaat / RAP
Natuurlijk zand Schots graniet 8/22 Bitumen 70/100 Wigro 40k Brekergranulaat
0,05 0,09 0,01 0,01 0,10
ton ton ton ton ton
obv productinformatieblad AC22 bind / mengselcode: 52641 obv productinformatieblad AC22 bind / mengselcode: 52641 obv productinformatieblad AC22 bind / mengselcode: 52641 obv productinformatieblad AC22 bind / mengselcode: 52641 obv productinformatieblad AC22 bind / mengselcode: 52641
3,01 3,57 254,00 6,00 2,00
kg CO2/ ton kg CO2/ton kg CO2/ton kg CO2/ton kg CO2/ton
0,14 0,31 1,43 0,04 0,20
Zand Winning grondstoffen: Steenslag AC16 surf Bitumen Vulstof Granulaat / RAP
Brekerzand Bestone 2/16 Bitumen 70/100 Wigro 50k Asfaltgranulaat 0/20
0,04 0,08 0,01 0,00 0,05
ton ton ton ton ton
obv productinformatieblad AC16 surf / mengselcode: 67030 obv productinformatieblad AC16 surf / mengselcode: 67030 obv productinformatieblad AC16 surf / mengselcode: 67030 obv productinformatieblad AC16 surf / mengselcode: 67030 obv productinformatieblad AC16 surf / mengselcode: 67030
3,01 3,57 254,00 6,00 2,00
kg CO2/ ton kg CO2/ton kg CO2/ton kg CO2/ton kg CO2/ton
0,12 0,27 1,42 0,02 0,10
Zand Winning grondstoffen: Steenslag R-ZOAB Bitumen Vulstof Granulaat / RAP
Brekerzand Bestone 4/16 Periphalt HZ90 Wigro 60K Brekergranulaat 0/20
0,00 0,06 0,00 0,00 0,06
ton ton ton ton ton
obv productinformatieblad PA16 / mengselcode: 951 obv productinformatieblad PA16 / mengselcode: 951 obv productinformatieblad PA16 / mengselcode: 951 obv productinformatieblad PA16 / mengselcode: 951 obv productinformatieblad PA16 / mengselcode: 951
3,01 3,57 254,00 6,00 2,00
kg CO2/ ton kg CO2/ton kg CO2/ton kg CO2/ton kg CO2/ton
0,00 0,20 0,48 0,01 0,12
30,7 30,7 30,7 30,7
kg CO2/ ton kg CO2/ ton kg CO2/ ton kg CO2/ ton
13,92 7,63 5,37 3,81
30,7
0,00066 kg CO2/ ton
0,001
0,00
hoeveelheideenheid
opmerkingen
emissiefactor
eenheid
kg CO2/ton 1,98
PRODUCTIE Productie asfalt (obv AC16 topbase 10 mengsels) 30% PR AC22 bind 40-50% PR AC16 surf/bind 30-50% PR R-ZOAB 50% PR
mengselcodes: 16505,16552, 52655, 0,4552650, ton 52640, 51831 mengselcodes: 16501, 16521, 52641, 0,25 52651 ton mengselcodes: 15501, 25303, 15502, 0,17 15404, ton 67030 mengselcodes: 55032, 951, 89610, 0,12 55400, ton 72016
REALISATIE Realisatie asfalt
Asfaltmaterieel (totaal)
1,0 ton
TOTALE CO2 IMPACT Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
32,72 bijlage 4 -1-
Re du ctiem a a tr eg elen
R ed u c tie ( kg CO 2 /to n )
N ieuw e asfalt instal latie (Tiel)
-10%
o bv 100% besp ar ing o p b itu m en v erw a rm i ng pr oces (7.8 % ) en 30% v a n a sfa l tpr odu cti e in T iel o bv 1% red uct ie o p ener g iev erbr uik v a n d ro gen (63% ) en 3 0% v a n asfal tpr odu cti e in T iel. o bv 10% red uct ie o p en erg iev erbr ui k v a n d ro gen (63% ) en 30% van asfal tpr odu cti e in T iel.
P ro duct ie L T a sfa lt (Ro tt erda m )
-20%
o bv 20% red uct ie o p en erg iev erbr ui k v oo r pro duc tie ond erlag en ( 20% ) en 30% v an a sfa ltp ro duc tie in R ot ter da m
Z o nneco llec to ren vo or bit um en ver w a r m ing (T i el) O v erk appen va n de d oseur en tr anspor tb an den (Tiel)
Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
-100% -1%
bijlage 4 -2-
0,7 2 0,0 6 0,5 8
0,3 7
BIJLAGE 5
Detailberekeningen asfalttransport
FUNCTIONELE EENHEID: transport van 1 ton asfalt Materiaal Onderdelen PRODUCTIE
toelichting
Brekerzand (Schotland / - Zeevaart asfaltmengsel Transport grondstoffenNoorwegen) gewogen gemiddelde Zeevaart (internationaal) Brekerzand (Schotland / Noorwegen) - Binnenvaart Binnenvaart (nationaal) Natuurlijk zand Steenslag - Schotse Graniet Zeevaart Steenslag - Schotse Graniet Binnenvaart Steenslag - Bestone ® Noorwegen - Zeevaart Steenslag - Bestone ® Noorwegen - Binnenvaart
hoeveelheideenheid
200 tkm 20 tkm
Binnenvaart (nationaal)
7 tkm
Zeevaart (internationaal)
130 tkm
Binnenvaart (nationaal)
13 tkm
Zeevaart (internationaal)
492 tkm
Binnenvaart (nationaal)
49 tkm
Bitumen
Vrachtwagen (>20 ton)
3 tkm
Vulstof
Vrachtwagen (>20 ton)
3 tkm
RAP / asfaltgranulaat
Vrachtwagen (>20 ton)
28 tkm
opmerkingen obv transport over zee (150 TEU) over gem 1500 km (uit Schotland / Noorwegen) obv transport per binnenvaart (96 TEU) over gem 150 km obv transport per binnenvaart (96 TEU) over gem 150 km (Zeeland / Ijsselmeer --> Centrales) obv transport over zee (150 TEU) over gem 1500 km (Schotland --> Amsterdam) obv transport per binnenvaart (96 TEU) over gem 150 km (Amsterdam --> Centrales) obv transport over zee (150 TEU) over gem 1500 km (Noorwegen --> Amsterdam) obv transport per binnenvaart (96 TEU) over gem 150 km (Amsterdam --> Centrales) obv transport per verwarmde vrachtwagen (>20 ton) over gem 100 km (leverancier Rotterdam --> Centrales) obv transport per verwarmde vrachtwagen (>20 ton) over gem 100 km (leverancier Rotterdam --> Centrales) obv transport per vrachtwagen (>20 ton) over gem 80 km (projectlocatie --> centrale)
emissiefactoreenheid
kg CO2/ton
0,085 kg CO2/tkm
3,40
0,075 kg CO2/tkm
0,30
0,075 kg CO2/tkm
0,11
0,085 kg CO2/tkm
2,21
0,075 kg CO2/tkm
0,19
0,085 kg CO2/tkm
8,37
0,075 kg CO2/tkm
0,74
0,130 kg CO2/tkm
0,07
0,130 kg CO2/tkm
0,08
0,130 kg CO2/tkm
0,72
3,14 kg CO2/lit
0,40
3,14 kg CO2/lit
0,26
16,19
REALISATIE
Stationair
Bij asfaltcentrale
Op projectlocatie Transport naar projectlocatie
AC16 base 30% PR
Wachttijd / stationair draaien op projectlocatie mengselcodes: 16505,16552, 52655, 52650, 52640, 51831
0,13 lit
0,08 lit
13,59 tkm
obv gem transportafstand 30 km
0,041 kg CO2/ tkm
0,56
7,45 tkm
obv gem transportafstand 30 km
0,041 kg CO2/ tkm
0,31
AC16 surf/bind 30-50% PR
mengselcodes: 16501, 16521, 52641, 52651 mengselcodes: 15501, 25303, 15502, 15404, 67030
5,24 tkm
obv gem transportafstand 30 km
0,041 kg CO2/ tkm
0,22
R-ZOAB 50% PR
mengselcodes: 55032, 951, 89610, 55400, 72016
3,72 tkm
obv gem transportafstand 30 km obv gem transportafstand 30 km en gem belading van 25 ton per vracht
0,041 kg CO2/ tkm
0,15
AC22 bind 40-50% PR
Retourtransport
Wachttijd / stationair draaien bij centrale
obv gemiddeld verbruik bij stationair draaien van 2.1 liter diesel/uur, 1.5 uur wachttijd per wagen en 25 ton/wagen (bron: Van Gelder) obv gemiddeld verbruik bij stationair draaien van 2.1 liter diesel/uur, 1 uur wachttijd per wagen en 25 ton/wagen (bron: Van Gelder)
Totaal
30,00 km
TOTALE CO2 IMPACT Reductiemaatregelen Track en Trace systeem Van Gelder/Scope 3 analyse en detailanalyses van GHG genererende activiteiten MD-AF20120805/v2 (openbaar) Openbaar
-10% bijlage 5 -1-
obv 10% reductie van brandstofgebruik tbv asfalttransport (incl. stationair, heen- en retourvracht)
0,041 kg CO2/km
0,66
1,24
1,22 19,31
1,22 19,31 Reductie tov totaal (19 CO2/ton) Reductie (kgkg CO2/ton) -0,31
-1,6%