Schoolgids Schooljaar 2015-2016
Hoofdgebouw: Aarweg 26 6417 XH Heerlen 045 – 5714263 http://www.bs-tarcisius.nl e-mail :
[email protected]
Dependance: Celsusstraat 99 6417VB Heerlen 045-5790301 Schoolbestuur Stichting INNOVO www.innovo.nl
1
Inhoudsopgave 1.
Voorwoord
pag 4
2.
Basisschool Tarcisius 2.1. Beknopte visie en de doelen van onze school A. Monitoring College van Bestuur B. Opbrengsten effecten van de verbetertrajecten van afgelopen jaar 2.2. De organisatie 2.3. De vak- en vormingsgebieden 2.4. Zorgverbreding, ontwikkelingsperspectief en verwijsindex 2.5. Doubleren 2.6. Rapportage 2.7. Resultaten van onderwijs 2.8. Katholiciteit 2.9. ICT 2.10. Actief Burgerschap en bevorderen van de sociale competenties.
pag. 5 pag. 5 pag. 5 pag. 5 pag. 5 pag. 7 pag. 10 pag. 10 pag. 11 pag. 12 pag. 12 pag. 13
De organisatie binnen basisschool Tarcisius 3.1. Groepsindeling, samenstelling personeel en taken 3.2. Procedure groepsindeling 3.3. Schooltijden 3.4. Vakanties en vrije dagen 3.5. Bestrijden verzuim en vroegtijdig schoolverlaten 3.6. Aanmelding 3.7. Leerlinggebonden financiering 3.8. Kijkochtenden voor ouders 3.9. Schoolverlaters 3.10. Veiligheid en Schoolregels 3.11. Verwijsindex, RAK, ZAT, jeugdwet en sociaal buurtteam 3.12. Schorsing en verwijdering 3.13. Lichamelijke oefening
pag. 14 pag. 15 pag. 15 pag. 16 pag. 16 pag. 16 pag. 16 pag. 17 pag. 17 pag. 17 pag. 20 pag. 22 pag. 23
Mededelingen 4.1. Wet bescherming persoonsgegevens 4.2. Ongewenst agressief gedrag van ouders 4.3. Huiswerk 4.4. Adressenlijst 4.5. Schoolbibliotheek 4.6. Tijdschriften 4.7. Schoolfotograaf 4.8. Nieuwsbrief 4.9. Oorlogsmonument 4.10. Goede doelen acties 4.11. Snoepen op school 4.12. Verzekering 4.13. Hoofdluisbeleid 4.14. Informatie voorziening 4.15. Gronden voor vrijstelling onderwijs 4.16. Regels voor toelating
pag. 23 pag. 24 pag. 25 pag. 25 pag. 25 pag. 25 pag. 25 pag. 25 pag. 25 pag. 25 pag. 25 pag. 25 pag. 26 pag. 26 pag. 26 pag. 26
3.
4.
5.
Schoolbestuur
pag. 27
6.
Medezeggenschapsraad en GMR
pag. 27
2
7.
Oudervereniging, ouderhulp, overeenkomst ouderbijdrage
pag. 28
8.
Sponsorregeling
pag. 29
9.
Externe instanties 9.1. Buitenschoolse opvang BSO 9.2. Jeugdgezondheidszorg 9.3. Openbare bibliotheek 9.4. Politie 9.5. St. Anna parochie
pag. 29 pag. 29 pag. 29 pag. 30 pag. 30 pag. 30
10. Klachtenregeling
pag. 30
11. Rookverbod
pag. 32
12. Adressenlijst
pag. 32
13. Bijlage: Activiteitenplan
pag. 35
3
1.
VOORWOORD
In de schoolgids geven wij u inzicht in onze visie, werkwijze en organisatie. De schoolgids is immers een kwaliteitsinstrument. Het omvat een openbare verantwoording van de doelen die de school nastreeft, de activiteiten die ze daartoe onderneemt en de resultaten die ze ermee bereikt. Daarnaast is er ook ruimte voor meer praktische zaken als lestijden, vakantieroosters en belangrijke instanties en adressen. De schoolgids is via internet, via onze website, te downloaden. Willen ouders de gids echter ontvangen, dan kunnen zij zich bij de directeur melden. Zij krijgen dan de gids in boekvorm. Ouders krijgen de schoolgids als zij hun kind bij ons op school aanmelden. Wij hopen dat u alles wat u van de Tarcisiusschool wil weten in deze gids vindt. Wij hebben de gids immers voor u, als ouder, gemaakt. De verwijzingen naar de uitgebreidere informatie rondom een bepaald onderwerp kunt u via de website van onze school vinden, of rechtstreeks via www.innovo.nl (ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids 2015-2016). Natuurlijk kunt u alle, in de schoolgids benoemde onderwerpen, rechtstreeks met de schooldirecteur bespreken. Deze schoolgids heeft de instemming van de medezeggenschapsraad van onze school en is door het College van Bestuur vastgesteld in juli 2015.
4
2. Basisschool TARCISIUS 2.1 Beknopte visie op de doelen van onze school. De onderwijsvisie van basisschool Tarcisius sluit aan op de nieuwste pedagogische ontwikkelingen en is tevens gebaseerd op een ruime ervaring in het lesgeven aan kinderen. Samen vertaald in een zin: Tarcisius, gedegen en vernieuwend leren van, door en met elkaar. Wij willen onze kinderen zo begeleiden, dat zij het maximale uit hun mogelijkheden halen. In ons leer- en ontwikkelingprogramma leggen wij een basis voor voldoende parate kennis en gangbare sociale vaardigheden, opdat het kind zich kan handhaven in een zich steeds veranderende samenleving. Wij geven het kind de gelegenheid zich zodanig te ontwikkelen, dat het leert om zich in denken en handelen vrij en zelfstandig tussen zijn medemensen te bewegen. Wij willen, dat een kind zich veilig en prettig voelt, dat het gerespecteerd en geaccepteerd wordt. Daarom proberen wij een klimaat te scheppen, waarin de leerlingen en alle andere betrokkenen prettig kunnen samenwerken. Kinderen leren door, van en met elkaar. Wij vinden, dat de leerkracht in het leer- en ontwikkelingsproces, naast het leiding geven, ook en vooral een stimulerende en begeleidende rol heeft. Op onze school wordt de totale ontwikkeling van het kind, door observatie en toetsing regelmatig gecontroleerd, zodat er een betrouwbaar beeld van elke leerling verkregen wordt. Bij de ontwikkeling van onze kinderen vinden wij de samenwerking met de ouders heel belangrijk. A. Monitoring College van Bestuur. Ons College van Bestuur neemt twee keer per jaar de school onder de loep. Via die monitorgesprekken worden de onderwijskundige ontwikkeling, de opbrengsten, de financiën, de schoolorganisatie bekeken en geanalyseerd. Het College van Bestuur is tevreden over de ontwikkelingen, inzet en prestaties. B. Opbrengsten van ons onderwijs en effecten van verbeterpunten afgelopen schooljaar. In deze schoolgids kunt u de resultaten van ons onderwijs en de bevindingen van de zorggroep lezen. Wat wij ons hadden voorgenomen in het schooljaar 2014-2015 hebben we gerealiseerd. In kleuterplein is gekeken naar de dekkingsgraad van rekenen in relatie tot de kerndoelen en aangepast. Ook heeft er een teambrede nascholing met betrekking tot dyscalculie plaatsgevonden. Het beleidsplan rekenen is in de maak. In de onderbouw is de voorschotbenadering beginnende gecijferdheid nu een feit. Op sociaal emotioneel gebied is er een keuze gemaakt voor een methode op zorgniveau 1,2, de soemo kaarten. De rots en watertraining werd verzorgd in de groepen 3, 5 en 7. In de logboeken is de dagplanning aangepast zodat deze unaniem is voor de groepen 3 tm 8. Ook heeft het team een scholing gevolgd over meer en hoogbegaafdheid. De diepte-analyse is in maart uitgewerkt ook is er een teambijeenkomst geweest over passend onderwijs en van daar uit heeft het team zich gebogen over de arrangementen. Vanuit al deze ontwikkelingen, analyses en scholingen is de schoolontwikkeling vastgesteld 2015-2016. 2.2. De organisatie. Bij de groepsindeling van onze school is gekozen voor het systeem van de zogenaamde ‘leerstofjaarklassen’. Dit wil zeggen, dat kinderen in vaste groepen zitten waarin een vooraf bepaalde hoeveelheid leerstof aangeboden wordt. Leerstof gericht op het vergroten van kennis, op het aanleren van vaardigheden, het samenwerken met anderen, het ontplooien van mogelijkheden. Het “nieuwe leren” kent meer samenhang: rekenactiviteiten en taalactiviteiten worden op een vergelijkbare manier gegeven, met banden naar de alledaagse werkelijkheid waarin kinderen leven en met grote nadruk op inzicht en begrip. Daarom werkt de school in de eerste twee groepen met thema’s. In bepaalde periodes komen specifieke onderwerpen aan de orde waaromheen het onderwijs gegeven wordt. Dit kunnen bijvoorbeeld de jaargetijden zijn, seizoensgebonden feesten of onderwerpen die de kinderen herkennen. Veel belang hecht de school aan de samenhang van de leerstof binnen de opeenvolgende leerjaren. Al vanaf de eerste groep werken de kinderen aan doelen die in de laatste groep behaald moeten worden. Op een wijze die past bij hun ontwikkelingsfase: aanvankelijk speels, later meer systematisch en uitdagender. 2.3. De vak- en vormingsgebieden. Als ondersteuning van de vak- en vormingsgebieden hangt er in elk leerjaar een digi-bord of touch-screenbord. Het digitale onderwijzen en leren is niet meer weg te denken in ons aanbod. Onze methodes zijn eigentijds en voldoen aan de kerndoelen die het ministerie stelt. De nieuwe methodes zijn evidence based. Wij zijn als team tevreden met de inhoud en de aanpak van deze nieuwe lesmethodes. Ze voldoen aan onze verwachtingen van “het nieuwe leren”. Het activerende directe instructiemodel zit verwerkt in de nieuwe methodes.
Expressie. Expressie is een wezenlijk onderdeel van de vormingsgebieden, waarbij creativiteit centraal staat. Handenarbeid, tekenen, muzikale vorming en dramatische expressie, spel en beweging en lichamelijke oefening zijn vakken waarbij expressief handelen een belangrijk aspect is. Op onze school maken wij gebruik van verschillende methodieken:
5
‘Handvaardigheid’,’Tekenvaardigheid’, ‘Ideeënboeken’, maar ook van de eigen creativiteit van de leerkrachten. De muzikale vorming wordt verzorgd door een vakdocente en zij gebruikt de methode ‘Muziek in de basisschool’.
Lichamelijke oefening. In de onderbouw (groep 1 en 2) wordt dagelijks aandacht besteed aan spel en beweging. Dat gebeurt op velerlei manieren. Er wordt onderscheid gemaakt in binnen- en buitenspel, vrij spel en geleid spel en spellessen met en zonder materiaal. Daarnaast nemen zang-, tik- en wedstrijdspelen ook een belangrijke plaats in. Het geheel wordt verder gevarieerd met bewegingsverhalen (dansante vorming) met en zonder muziek. Vanaf groep 3 wordt tweemaal per week gymnastiek gegeven. Men wisselt toestellessen af met spellessen. De lessen zijn goed opgebouwd per leerjaar over de gehele basisschoolperiode. In alle groepen wordt gebruikt gemaakt van de methode ‘Basislessen bewegingsonderwijs deel 1 en 2’. Bij goed weer worden ook buiten lessen gegeven. CIOS, sportverenigingen en andere organisaties die sportbeoefening dan wel een bepaalde sport in het bijzonder willen promoten, vinden op onze school een gewillig oor.
Engels. In groep 7 en 8 wordt Engels gegeven. We voeren dit schooljaar een nieuwe methode “The Team” in. Deze methode is erop gericht kinderen te laten spreken en luisteren in alledaagse situaties. Het speelse en uitnodigende karakter, de variatie en de humor van deze gebruikte methode bevordert de creativiteit en draagt bij aan het ontdekkend bezig zijn met de Engelse taal. De kinderen worden zich bewust van de rol, die de Engelse taal speelt in onze samenleving.
Nederlandse taal en lezen. Wij schenken in onze school veel aandacht aan de vakken taal en lezen. Al in groep 1 en 2 worden er taal/leesactiviteiten gedaan, vanuit de methode kleuterplein . Spreekbeeld is ondersteunend bij het aanleren van de letters. Voor de leerlingen die moeite hebben met de kleutertaken vanuit het dyslexieprotocol bieden wij de “Voorschotbenadering”aan. In de groepen 3 wordt gewerkt met de nieuwste versie van Veilig leren Lezen. Vanaf groep 4 wordt gewerkt met de methode ‘Taalactief’. De methode bestaat uit een leergang taal en een leergang spelling en woordenschat. Domeinen van taal in Taalctief leergang taal : • Luisteren,spreken, gesprek • Stellen • Taalbeschouwing: vormaspecten en functieaspecten • Informatiebronnen hanteren Leergang spelling: • Spelling geeft de kinderen inzicht in het spellingsysteem door hen op een systematische wijze deze leergang aan te bieden. • Ze worden stapsgewijs voorbereid op verschillende spellingsproblemen via de strategieën van de hoorwoorden, weetwoorden, regelwoorden en analogie • Groepen 4 t/m 8 werken met Taal Actief spelling opgebouwd rondom de thema's van taal met overlappingen in de woorden van de thema's en de woorden van spelling. • Steeds gericht is op het kunnen toepassen van de juiste spelling Leergang woordenschat met als doelen: • betekenis leren van woorden via Verhallen. Methode is interactiever gemaakt door coaching • strategieën leren om zelf woordbetekenissen te achterhalen
Bij taal hoort ook technisch lezen. Technisch lezen is belangrijk voor alle schoolvakken. Het leesonderwijs start in groep 1 en 2 met beginnende geletterdheid vanuit Kleuterplein en wordt in groep 3 voortgezet met de methode ’Veilig leren lezen’ de nieuwe versie. Deze methode besteedt niet alleen aandacht aan het technische lezen, maar ook aan spreken, luisteren, creatief schrijven, begrijpend lezen, spellen en taalbeschouwing. Vanaf groep 4 t/m groep 8 wordt er sinds schooljaar 2013-2014 gewerkt met de technische leesmethode Estafette. In deze methode zit het ADI model geheel verweven en is er steeds aparte leerstof in de vorm van estafettelopers voor de leerlingen die al verder zijn. Voor begrijpend, studerend, waarderend lezen gaan we komend schooljaar werken met de nieuwe methode Nieuwsbegrip XL.
6
Wij willen graag dat kinderen plezier in het lezen hebben. Dat proberen we te bereiken met voorlezen, recreatief lezen, boekpromotie, aandacht voor de boekenweek, meedoen aan de kinderjury, boekbespreking en promotie van de schoolbibliotheek en de openbare bibliotheek. Stillezen is een vorm van lezen die schoolbreed ingevoerd is. Dit stillezen bevordert het technisch lezen maar ook de woordenschat en visa versa.
Rekenen en wiskunde. In de groepen 1 en 2 wordt vanuit de methode Kleuterplein gewerkt aan beginnende gecijferdheid. In de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt met de rekenmethode “Wereld in getallen.” Deze methode is in alle groepen geïmplementeerd. Ook hier zien we dat het ADI model er volledig in verwerkt is. Iedere les zijn er kinderen die verlengde instructie krijgen via een bijwerkboek en kinderen die extra werk krijgen via het plusboek. Ook de verwerking in het taakboek is ingedeeld in 1,2 of 3 *. Er wordt tot groep 7 gestreefd naar het streefniveau. Vanaf groep 7 is er een verdeling in kinderen die het streefniveau en kinderen die het functieniveau gaan halen eind groep 8
Wereldoriënterende vakken. Hiermee bedoelen we de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde. Kennis overbrengen over de wereld om ons heen gebeurt via methodes en aan de hand van de school tv-programma’s en –projecten. In groep 3 komen vanuit de thema’s uit de methode ‘Veilig leren lezen’ wereldoriënterende onderwerpen geïntegreerd aan de orde. In groep 4 gebeurt dit door de methode ‘De wereld rond’. Vanaf groep 5 wordt wereldoriëntatie bij ons in afzonderlijke vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkennis gegeven. Voor geschiedenis gebruiken we de methode ‘Wijzer door de tijd’, voor aardrijkskunde is de methode ‘Wijzer door de wereld’ en voor natuurkennis is de methode ‘Wijzer door de natuur en techniek’ ingevoerd. Verkeer: Basisschoolleerlingen staan nog open voor het aanleren en ontwikkelen van verkeersveilig gedrag. Wij proberen in onze verkeerslessen bij de kinderen de kennis over verkeer te bevorderen en hun praktische vaardigheden in het verkeer te verbeteren. Onze school participeert in een verkeerseducatief scholennetwerk van het ROVL (Regionaal Overlegorgaan Verkeersveiligheid Limburg – een onderdeel van het provinciebestuur). Onze school is door het extra aandacht geven aan actieve verkeerseducatie, aandacht voor de dagelijkse school-thuisroute van de kinderen en aandacht voor een veilige schoolomgeving in het bezit van het LVL. ( Het Limburgs VerkeersveiligheidsLabel: een kwaliteitskeurmerk) Het is een uiterlijke waardering door het ROVL voor een geleverde kwaliteitsverbetering op het gebied van verkeersveiligheid. Voor verkeer gebruiken we de methode “Klaar Over”.
Schrijven. In de groepen 1 en 2 worden er voorbereidende schrijfoefeningen gegeven en oefeningen voor het bevorderen van de fijne motoriek. In groep 3 t/m 7 gebruiken we de methode ‘Pennenstreken’, die aansluit bij onze taal/leesmethode. In de schriften wordt geschreven met een vulpen. Vanaf groep 3 kunnen de kinderen een schrijfvulpen aanschaffen via de school, kosten € 8,00 . De school verzorgt de vullingen. Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Het schoolondersteuningsprofiel van mei 2015 kunt u vinden in de bijlage. De uitgebreidere versie staat op de website. Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft realistisch en objectief de mogelijkheden van onze school voor het bieden van passend onderwijs aan alle leerlingen en expliciet de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften die extra ondersteuning nodig hebben. Het geeft een helder beeld van zowel de onderwijsinhoudelijke als de procesmatige en structurele kenmerken van de school op het niveau van basis- en extra ondersteuning. 2.4 Zorgverbreding Het ene kind heeft meer zorg nodig dan het andere. Wij vinden het dan ook van het grootste belang dat kinderen zoveel mogelijk op hun eigen niveau kunnen werken en zien dit als een teamverantwoordelijkheid. We proberen zoveel mogelijk oog te hebben voor de individuele vorderingen van onze kinderen op cognitief, sociaal-emotioneel en motorisch gebied. Uitgaande van 3 niveaus in de groep bij de cognitieve vakken zijn er toch nog kinderen die extra zorg nodig hebben zowel naar beneden als naar boven. Deze kinderen krijgen dan ook zorg op Zorgniveau 3 en 4 onder begeleiding van de Intern Begeleider Om goed zicht te hebben op het niveau van het kind volgen wij de kinderen van groep 1-2 middels de observatielijsten van Kleuterplein, de CITO toetsen en het protocol dyslexie, vanaf groep 3 middels CITO en de methodegebonden toetsen en op sociaal-emotioneel gebied middels SCOL (Sociale Competentie Observatielijst).
7
Leerlingvolgsysteem CITO Met het CITO LOVS wordt in kaart gebracht hoe de leerlingen zich op het gebied van technisch lezen, begrijpend lezen, woordenschat, rekenen en spelling ontwikkelen. De CITO eindtoets (groep 8) wordt afgenomen en geanalyseerd. Daarnaast wordt er 1 keer per jaar een zelfevaluatie ( diepte-analyse) gemaakt m.b.v. CITO waaruit adviezen komen op individueel, groeps- en schoolniveau In de kleutergroepen hanteren we Cito Taal voor Kleuters en Rekenen voor Kleuters . Alle kleuters in groep 2 worden verder via het protocol dyslexie gevolgd. Zo worden bij alle kleuters in groep 2 in januari de kleutertaken afgenomen en de kinderen die daarbij uitvallen krijgen na overleg met de interne begeleider een voorschotbenadering in een klein groepje gedurende de rest van het schooljaar. Aan het einde van dat jaar worden de kleutertaken bij deze leerlingen nog eens afgenomen en dan wordt gekeken of de kinderen vooruit gegaan zijn . Kleuters die in groep 2 in januari uitvallen op de Cito Rekenen voor Kleuters met een V of V- worden nader geanalyseerd m.b.v. Rekenuitkomst en de observatieregistratie vanuit Kleuterplein. Daarnaast nemen we bij deze kinderen een diagnostische toets af m.b.t. getalbegrip. Deze kinderen krijgen tot het einde van het schooljaar een voorschotbenadering m.b.v. de methode “Op weg naar rekenen”. Daarnaast gebruiken we een instrument om de leerlingen ook op sociaal-emotioneel gebied beter te kunnen volgen: de SCOL. Hiermee kunnen we sociaal-emotionele problemen (faalangst, contactproblemen met medeleerlingen of de leerkracht etc) bij kinderen signaleren en krijgen wij ook handelingsadviezen, waarmee wij aan de slag kunnen om het kind te helpen. Bijna alle verplichte toetsen uit het LOVS worden 2 keer per jaar afgenomen. Dit geeft een goed overzicht van de vorderingen van de individuele leerling en de totale groep. De resultaten worden uitgedrukt in de scores I t/m V volgens de nieuwe normering. De kinderen die een V of een V- score behalen krijgen een handelingsplan op zorgniveau 3 . Kinderen die een te grote achterstand hebben en houden krijgen vanaf eind groep 6 een ontwikkelingsperspectief Uiteraard is het ook mogelijk dat leerlingen heel hoog scoren, een I of I+ score. Er zal bekeken worden welke verrijkingsprogramma’s de leerling kan doorlopen en/of dat het beter is dat de leerling zijn loopbaan versnelt. Natuurlijk is het noodzaak te bekijken of er balans is tussen cognitief niveau en sociaal-emotioneel niveau.. Gesprekken die met ouders, leerkrachten, ib-ers (interne begeleiders), en externe instanties worden gevoerd worden vastgelegd in ons digitaal leerlingvolgsysteem Eduscope. Leerlingvolgsysteem Kleuterplein Met Kleuterplein volgen wij de kinderen van groep 1 en 2 op het gebied van taal, rekenen, motoriek,wereldoriëntatie, muziek, voorbereidend schrijven en sociaal-emotioneel. Kleuterplein biedt een doorgaande lijn naar alle vakken en methodes in groep 3. Consultatie en diagnostiek Wij maken gebruik van de expertise van het SBO (Speciaal Basis Onderwijs) en van de Cluster IV scholen vanuit de expertisepool bij de consultaties. Ook wordt er expertise ingekocht bij het CAD ( Centrale ambulante dienst Hoensbroek: Cluster II) ) als het taalgerelateerd is. De inzet is gericht op ondersteuning van de leerling/leerkracht en/of team én op de versterking van het systeem door: hands-on, (beeld)-begeleiding, co-teaching, coaching, training-on-the-job en advisering. Door deze manier van werken verbetert de kwaliteit van de basisondersteuning en de extra ondersteuning op onze school. Passend primair onderwijs in Zuid Limburg Schoolbesturen voor primair onderwijs hebben met ingang van schooljaar 2014-2015 de opdracht om voor alle leerlingen passend onderwijs te organiseren. De schoolbesturen werken samen om invulling te geven aan de zorgplicht. Elk kind heeft recht op passend onderwijs, ongeacht niveau van leren en ontwikkeling. Schoolbesturen en scholen geven vorm aan passend onderwijs in het ondersteuningscontinuüm: hoogwaardige basisondersteuning en extra ondersteuning. Uitvoering vindt plaats in afstemming met ketenpartners, zoveel mogelijk regulier en thuisnabij in één integraal plan binnen de beschikbare middelen. Hiertoe werken schoolbesturen samen in het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is faciliterend bij het vormgeven van deze collectieve verantwoordelijkheid.
8
In Zuid Limburg zijn drie samenwerkingsverbanden primair onderwijs: Regio Westelijke Mijnstreek: Beek, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein. Regio Maastricht-Heuvelland: Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul Regio Heerlen eo: Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. Deze drie samenwerkingsverbanden in Zuid Limburg werken nauw samen op zowel beleidsmatig als uitvoeringsvlak. Informatie over de samenwerkingsverbanden kunt u terugvinden op de website: www.passendonderwijszuid.nl Dekkend aanbod Het samenwerkingsverband organiseert een dekkend aanbod, waarin alle leerlingen een passende plek vinden. Voor alle leerlingen met een ondersteuningsbehoefte wordt zo passend mogelijk onderwijs gerealiseerd. Daartoe werken de scholen in het samenwerkingsverband samen. Op Zuid Limburgs-niveau ontstaat een ondersteuningscontinuüm van reguliere tot zware ondersteuning binnen de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Ondersteuningscontinuüm Het ondersteuningscontinuüm bestaat uit 5 niveau ’s: • Ondersteuningsniveau 1: Onderwijs in de groep • Ondersteuningsniveau 2: Ondersteuning in de groep • Ondersteuningsniveau 3: Ondersteuning op school met interne deskundigen • Ondersteuningsniveau 4: Ondersteuning op school met externe specialisten • Ondersteuningsniveau 5: Extra ondersteuning speciaal (basis)onderwijs In het samenwerkingsverband wordt een onderscheid gemaakt tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Alle basisscholen bieden de basisondersteuning (ondersteuningsniveau 1 tot en met 4). Dit doen zij autonoom of met behulp van netwerkpartners. Ondersteuningsniveau 5 is extra ondersteuning op het speciaal (basis)onderwijs. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel: dit is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben. Het schoolondersteuningsprofiel geeft een beeld van de wijze waarop scholen het ondersteuningscontinuüm vorm geven. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u terugvinden op de website van de school. Aanmelding, zorgplicht en toelaatbaarheid tot speciaal (basis) onderwijs Ouders melden hun kind schriftelijk, minimaal 10 weken voorafgaand aan de gewenste plaatsing, aan bij de school van voorkeur. De verantwoordelijkheid voor tijdig plaatsen begint dus op het moment dat de leerling schriftelijk wordt aangemeld bij een school in het samenwerkingsverband. Aanmelding betekent niet automatisch plaatsen. Ouders stellen de school op de hoogte als zij vermoeden dat hun kind ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste aanmelding in het primair onderwijs is die informatie, eventueel aangevuld met informatie van een voorschoolse voorziening, de belangrijkste basis voor de school van voorkeur om vast te stellen wat (welke ondersteuning) het kind nodig heeft. Er is geen voorgeschreven of uniform aanmeld-/inschrijfformulier vanuit het samenwerkingsverband. Besturen en scholen gebruiken hun eigen formulieren voor aanmelding. Deze aanmeldformulieren staan altijd op de website van de school. Aan een verzoek tot aanmelding geeft een school gehoor, waarbij de afspraak geldt dat niet mondeling wordt doorverwezen. De school beslist, binnen zes weken na aanmelding, of de leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd. Als een school de leerling niet kan plaatsen binnen de basisondersteuning, zoekt de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op een andere school. Dat kan een reguliere school zijn of een school voor speciaal (basis)onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen. Als extra ondersteuning in het speciaal (basis)onderwijs nodig is, dan wordt een toelaatbaarheidstraject gestart. Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal (basis)onderwijs. Ook stelt het samenwerkingsverband het beleid en de procedure vast met betrekking tot de terugplaatsing of overplaatsing van leerlingen voor wie de periode waarop de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft, is verstreken. Meer informatie over de toelaatbaarheid tot speciaal (basis)onderwijs kunt u terug vinden op de website www.passendonderwijszuid.nl
9
Contactinformatie Samenwerkingsverband Heerlen en omstreken Adres: Nieuw Eyckholt 290E 6419 DJ Heerlen Directeur: Doreen Kersemakers Telefoon: 085 - 488 12 80 E-mail:
[email protected] Passend Onderwijs: ontwikkelingsperspectief (OPP) Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van start gegaan. Het OPP wordt geplaatst binnen het kader van Passend Onderwijs, dat erop gericht is om het leerrendement van alle leerlingen zo hoog mogelijk te laten zijn, rekening houdend met de individuele mogelijkheden van ieder kind. In het OPP beschrijft de school de doelen die een leerling kan halen. Het biedt handvaten waarmee de leerkracht het onderwijs kan afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerling. En het laat zien naar welk vervolgonderwijs de school, samen met de leerling en ouders, toewerkt. Wet- en regelgeving In het kader van passend onderwijs is een aantal wijzigingen in de Wet op het primair onderwijs opgenomen die betrekking hebben op het werken met een OPP. Op basis daarvan is het opstellen van OPP verplicht voor alle leerlingen die extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband krijgen. Voor ondersteuning die binnen de basisondersteuning van de school valt, is het opstellen van een OPP niet verplicht. 2.5 Doubleren Wij delen onze kinderen in leeftijdsgroepen (ze doorlopen in totaal 8 groepen). Binnen de leeftijdsgroepen houden we rekening met verschillen tussen kinderen. Wanneer de leerresultaten en/of de ontwikkeling van een kind achterblijven dan wordt hier actie op gezet. Natuurlijk gebeurt dit altijd in samenspraak, en zonodig met hulp van ouders. Indien blijkt dat ondanks de extra inzet niet voldoende effecten zijn bereikt, kan de groepsleerkracht tot de conclusie komen dat de leerling er bij gebaat is nog een jaar in dezelfde groep te blijven. In overleg met de Intern begeleider, leerkrachten, eventueel een extern deskundige en de ouders wordt dan besloten om het kind te laten doubleren. Bij dat besluit is het oordeel van de school doorslaggevend. 2.6 Rapportage. Wij vinden het heel belangrijk ouders te informeren over het onderwijs en de vorderingen van hun kinderen. Wij doen dit mondeling en schriftelijk. Per schooljaar geven we 2 rapporten uit. Wij streven naar 2 gelijke perioden. De planning en de manier van de oudergesprekken voeren zijn als volgt: • Iedere groepsleerkracht houdt binnen de eerste 10 weken een oudergesprek of een informatieavond. In dit gesprek wordt kennis gemaakt en geeft de leerkracht informatie over het leerjaar. • Rondom het eerste rapport kan op verzoek van de leerkracht of van de ouder een gesprek gevoerd worden. • Verder kan op verzoek van de leerkracht of van de ouder een gesprek gevoerd worden, waarbij explicieter wordt ingegaan op het kind en zijn/haar leer- of gedragsvorderingen (zorgleerlingen). • Aan het einde van het schooljaar volgt een afsluitend gesprek. Binnen de groepen 1-2 vinden er twee keer per jaar oudergesprekken plaats, in jan en in mei/juni waarin de leerkracht vertelt over het kringgedrag-werkgedrag-spelgedrag en sociaal emotioneel gedrag naast de resultaten vanuit Cito- en kleutertaken dyslexieprotocol én de registratie- observatiegebieden vanuit onze methode Kleuterplein m.b.t. taal/lezenrekenen-motoriek-sociaal emotioneel- en muziek. Uiteraard kunnen er altijd, indien wenselijk, tussentijdse gesprekken plaatsvinden. Dat kan gebeuren op initiatief van de leerkracht en/of ouders. In de groepen 1 en 2 ontvangen de kinderen geen rapport. Bij de uitgave van het eerste rapport houden de groepen 3 t/m 8 oudergesprekken over de rapporten op verzoek van de leerkrachten en/of op verzoek van de ouders. De groepen 8 hebben in januari een adviesgesprek over het vervolgonderwijs. Voor het einde van het schooljaar houden de groepen 1 t/m 7 een afrondend gesprek met alle ouders. De kinderen van groep 3 t/m 8 ontvangen 2 maal per jaar een rapport. Uiteraard kunnen er altijd, indien wenselijk, tussentijdse gesprekken plaatsvinden. Dat kan gebeuren op initiatief van de leerkracht en/of ouders. Als leerlingen onze school verlaten, bijvoorbeeld na groep 8 of bij een verhuizing, zorgt de school voor een ‘onderwijskundig rapport’.
10
2.7. De resultaten van ons onderwijs In groep 8 maken de leerlingen de Cito Eindtoets. De toets meet de prestaties van ieder kind in taal, rekenen, studievaardigheden en wereldoriëntatie. De prestaties van alle kinderen in groep 8 bij elkaar zeggen iets over het resultaat dat onze school haalt. Het eindresultaat van elk kind (en ook van elke school) ligt tussen de 500 en 550 (de z.g. standaardscore). Om te kijken of basisschool Tarcisius het goed doet, moeten we onze Eindtoets-scores vergelijken met die van andere scholen. Uit die vergelijking blijkt dat wij tevreden kunnen zijn met de behaalde resultaten. In onderstaande tabel staan de cijfers van de laatste vijf schooljaren op een rij.
Eindtoets-scores (in percentages) standaardscores
2011
2012
2013
2014
2015
0 0 1 21 78
0 1 9 40 50
0 3 10 30 57
0 1 7 41 51
1 1 13 31 54
501-510 511-520 521-530 531-540 541-550
gemiddelde score landelijk 535,1 535,1 534,7 534,4 534,8 gemiddelde score Tarcisius 543,1 540,1 539,8 539,6 539,7 Sinds 2015 is het onderdeel studievaardigheden verdeeld over de vakgebieden taal en rekenen. Vandaar dat dit onderdeel vanaf 2015 niet meer apart gemeten wordt. Een uitsplitsing naar de verschillende onderdelen van de Eindtoets levert het volgende beeld op van de laatste vier schooljaren:
Goed beantwoorde vragen (in gemiddeld aantal goed, vanaf uitgaande van de ongecorrigeerde scores) 2012
2013
2014
2015
taal
landelijk Tarcisius
70,3 74
70,3 78,9
71,4 78,2
97,0 105,8
rekenen
landelijk Tarcisius
43,2 46,2
40,8 45,1
40,3 44,2
60,6 67
studievaardigheden
landelijk Tarcisius
30,1 30,9
28,1 29,9
29,2 32,2
xxx xxx
wereldoriëntatie
totaal
landelijk
66,3
60,5
60,6
61,4
Tarcisius
69,3
65,3
65,5
65,9 219,4
landelijk
212
201,1
202,4
Tarcisius
220,5
219,3
220,4 239,4
De makers van de Eindtoets zeggen aan de hand van de score van een leerling te kunnen voorspellen welk type vervolgonderwijs de meeste kans op succes biedt. Echter, het advies van onze school laten we niet enkel afhangen van de uitkomsten van de Eindtoets. Al ruim voor afname van de Eindtoets heeft de leerkracht van groep 8 overleg met de ouders van elke leerling om het advies van de school te bespreken. Daarbij baseren wij ons niet alleen op de scores van de toetsen die wij door de jaren heen hebben afgenomen, maar vooral ook op minder "harde" gegevens als motivatie, werkhouding, geheugen, instelling, tempo, taakgerichtheid, discipline etc. Zaken die volgens ons van doorslaggevend belang zijn voor succes op de brugklas en daarna. De volgende tabel geeft informatie over de brugklas die wij adviseerden voor onze leerlingen van de laatste vijf jaren:
brugklasadvies (in percentages)
vmbo-g/k/b/ivbo vmbo-t vmbo-t/havo havo/atheneum vwo
2011
2012
2013
2014
2015
1 10 13 45 31
6 19 20 31 24
18 20 9 27 26
3 19 27 32 19
12 23 12 36 17
11
Ook als de leerlingen van school zijn gegaan, blijven we ze volgen. We ontvangen de rapportcijfers van onze oudleerlingen vanaf de brugklas tot en met het eindexamenjaar. Bovendien hebben we jaarlijks regelmatig contact met de scholen voor voortgezet onderwijs waarbij we ook bespreken of de leerlingen zich ontwikkelen volgens onze verwachting en inschatting. Natuurlijk zijn we er dan trots op te horen dat de scholen graag leerlingen van Tarcisius ontvangen als brugklasser! We volgen de schoolloopbaan van onze oud-leerlingen ook om te kijken hoe goed onze brugklas-adviezen zijn. Daarvoor kijken we naar waar onze leerlingen terecht zijn gekomen in het tweede en derde jaar in het voortgezet onderwijs. 2.8 Katholiciteit Basisschool Tarcisius is een school op katholieke grondslag. De school staat echter open voor alle leerlingen, daar we immers leven in een multiculturele samenleving. De grondslag van de school bepaalt de invulling van de educatieve taak. Wij vinden hierin de eerbied voor elke mens en schepsel belangrijk. Vanuit een christelijke visie worden waarden ingevuld. Een waarde is datgene, wat iemand van belang acht voor zijn/haar leven. Elke betekenis die een persoon aan een waarde geeft is het gevolg van een innerlijk proces. In ons onderwijs laten we ons leiden door de uitgangspunten van de katholieke kerk en de kerndoelen godsdienst/ levensbeschouwelijke vorming. Die kerndoelen zijn: filosoferen met kinderen, oog hebben voor verhalen van de traditie en de interreligieuze dialoog oftewel aandacht voor andere godsdiensten. Wij vinden het belangrijk dat: * mensen op school met elkaar omgaan in een sfeer van gastvrijheid en zorg * waarden en normen hun uitstraling hebben in lessen en acties * we omgaan met het spanningsveld van gastvrijheid-identiteit bij de aanname van niet-katholieke kinderen en eventueel aandacht schenken aan hun geloofscultuur * we vieringen organiseren en aandacht schenken aan religieuze vieringen * we bepaalde acties houden voor mensen of volkeren in nood * zorg besteden aan omgaan met verlies, verwijdering, rouw en ziektes We maken gebruik van de methode ‘Trefwoord’ Wij zijn genoemd naar Tarcisius, een jonge Christen, die rond het jaar 250 in Rome woonde. In die tijd moesten de Christenen oppassen, dat ze niet ontdekt werden om vervolgens in de arena met de leeuwen terecht te komen. Tarcisius hoorde op een dag, dat er Christenen in de gevangenis zaten en dat zij de Heilige Communie wilden ontvangen voordat ze moesten sterven. Hij bood aan om de hosties in een doosje om zijn nek in het geheim naar de gevangenis te brengen. Onderweg werd hij echter overvallen door mannen, maar weigerde de hosties af te geven. Hij werd zo hard geslagen, dat hij stervend in elkaar zakte. Een Romeinse soldaat, ook een Christen, vond hem en bracht alsnog de hosties naar de gevangenis. Tarcisius werd begraven in de catacomben bij de graven van de pausen, omdat hij zijn leven voor Christus had gegeven. Eerste Communie Basisschool Tarcisius behoort tot de parochie H. Moeder Anna. Aan de leerlingen van groep vier wordt door de parochie en de school de mogelijkheid geboden hun eerste communie te doen. De communieviering is in de Moeder Annakerk, waarbij de reguliere datum voor onze basisschool de tweede zondag voor Hemelvaart is. In verband met schoolvakanties kan hiervan worden afgeweken. In 2016 is de communie op zondag 24 april. Viering en voorbereiding vallen onder de verantwoordelijkheid van de parochie. Als katholieke basisschool faciliteren we deze belangrijke stap in het geloofsleven van de kinderen. De voorbereiding vindt plaats buiten schooltijd, op woensdagmiddag van 13.00u tot 14.30u op school en begint in januari. Van u als ouder verwachten we dat u zeker één keer bij een voorbereiding helpt. In het najaar is er op school een informatieavond waarop het communieproject wordt toegelicht. Hierbij komen naast inhoudelijke aspecten ook de werkgroepen van ouders ter sprake zoals de werkgroep liturgie, de werkgroep kerkversiering, contactpersoon harmonie, enz. Er wordt voor de viering een financiële bijdrage gevraagd om een mooie communieviering mogelijk te maken. Bij het communietraject hoort ook een presentatiemis. Deze viering is, anders dan de communieviering zelf, ook bedoeld voor de communicanten van basisschool Windekind. 2.9. ICT De school is aangesloten op een intern schoolnetwerk en heeft de beschikking over ruim 90 computers, waarvan een aantal gegroepeerd staat in computereilanden.
12
Alle groepen maken gebruik van de computer. In alle klaslokalen heeft men de beschikking over een digitaal schoolbord. We gebruiken de computers ondermeer als ondersteunend middel in het onderwijsleerproces. We willen ICT integreren als onderdeel van taal/lezen, rekenen, leren werken met Internet, omgaan met verschillen. In het kader van de zorg aan kinderen wordt van leerkrachten in toenemende mate verwacht, dat zij de niveauverschillen binnen de groep kunnen opvangen. Alle groepen werken met de computerprogramma’s aangepast aan betreffend leerjaar. De ICT coördinator is Danny van Gelder. De school heeft een eigen website. We proberen deze site steeds actueel te houden. Als u beschikt over een internetverbinding adviseren wij u geregeld eens te kijken naar onze website voor de laatste nieuwtjes van de school. Het adres van de site is: www.bs-tarcisius.nl Verantwoord internetgebruik Op onze school wordt de computer gebruikt als ondersteunend leermiddel. Voor groep 1 t/m 8 zijn educatieve programma's beschikbaar waardoor klein en groot niet alleen kan kennismaken met de computer, maar deze zo ook kan worden ingezet bij het inoefenen, herhalen en remediëren van de leerstof. Er is naast ontwikkelingsmateriaal voor de kleuters ook oefen- en verrijkingsmateriaal voor de kinderen in de midden- en bovenbouw. Programma's worden ingezet bij het ondersteunen van de leervoorwaarden en bij onder meer de vakken rekenen, taal, en aardrijkskunde. In een maatschappij waarin het raadplegen van tekst, plaatsjes, beeld en geluid via beeldschermpagina’s (het world wide web) steeds populairder wordt en berichten steeds meer langs digitale weg worden verzonden (e-mail), is het noodzakelijk om onze leerlingen ook daarop voor te bereiden. We leren de kinderen hoe zij Internet als informatiebron op een zinvolle manier kunnen gebruiken. Met een z.g. gefilterde internettoegang waarbij onze provider de “bewaking” voor zijn rekening neemt, proberen we ongewenste inhoud zoals seks, geweld en racisme, tegen te houden. Maar de methode biedt geen garantie op het uitblijven van onaangename verrassingen. Uitsluiten dat de leerlingen op ondeugende of gevaarlijke plekken komen lukt niet. Wij vinden dat de beste manier om ongelukken te voorkomen is: het maken van afspraken en het erop toezien dat die afspraken ook worden nagekomen. Wij vinden dat kinderen opvoeden tot weerbaarheid in de internet-wereld, tot verantwoord internetgebruik, samen met daadwerkelijk toezicht tijdens en na het internetten, de beste tactiek is. We zetten de computers op een zichtbare plaats. Daarom ook staan de computers bij en in de lokalen en zijn er computereilanden op de gang; de leerkrachten kunnen toezicht houden, ze zijn permanent aanwezig of lopen regelmatig langs. We spreken regels af over het gebruik en de computertijd en controleren die ook. De leerlingen weten dat de leerkrachten achteraf de bezochte sites zullen bekijken. Chatten, sms’en etc. zijn niet toegestaan dus ook niet het maken van afspraken met iemand die ze alleen van internet kennen, en de leerlingen mogen geen bestanden openen die ze zomaar toegestuurd krijgen. We beheren zelf de wachtwoorden voor de computer, en de internetverbinding. In het schooljaar 2014-2015 is er op de beide locaties een draadloos netwerk aangelegd. Dientengevolge is het plan, in het kader van meer flexibiliteit van werkplekken, in het komende schooljaar met een aantal groepen te gaan werken met ipads om hier ervaringen mee op te doen. Als het een positief resultaat heeft zullen we meer ipads gaan aanschaffen. 2.10. Actief burgerschap en sociale integratie. Wat is actief burgerschap en sociale integratie? Het Ministerie OCW formuleert actief burgerschap als: de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. In de toelichting op de WPO (Wet Primair Onderwijs) over de verplichting voor scholen om bij te dragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving, wordt onder sociale integratie verstaan: een deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur.
13
Waarom vinden we actief burgerschap en sociale integratie belangrijk? Alleen al door onze leerlingen staat de school midden in de samenleving. Deze is steeds meer gericht op individualisering. Daarmee neemt de sociale binding (ook sociale cohesie genoemd) af. Plichten en rechten die horen bij burgerschap zijn hierdoor op de achtergrond geraakt. Ook zijn veel ouders en kinderen door een allochtone herkomst niet gewend aan de burgerschapstradities en –gebruiken van onze samenleving. Wij hebben de overtuiging dat meer menselijke solidariteit, goede manieren, sociale controle, kortom burgerschapsgedrag, bijdraagt aan de sociale cohesie. Op school verkeren alle kinderen in grote groepen leeftijdgenoten, die allemaal van elkaar verschillen. De kinderen leren met de verschillen om te gaan en leren tevens met anderen op basis van gelijkwaardigheid samen te werken. Op deze wijze worden ze voorbereid om in de maatschappij goed te kunnen functioneren. Leerlingen nemen zelf ook deel aan het maatschappelijk leven in uiteenlopende situaties: op straat, bij sport, in clubjes, bij familie, onder vrienden. Wij benutten die ervaringen en stimuleren kinderen in hun maatschappelijke participatie. Voor meer informatie verwijzen wij u naar onze website of naar www.innovo.nl We passen actief burgerschap toe door samen met de leerlingen de school en schoolomgeving te verzorgen, door veel samenwerken te bevorderen, waardoor leerlingen te maken krijgen met allerlei aspecten van sociale competentie. Wij werken vaak met tutoren/maatjes waarbij kinderen elkaar helpen. Iets over hebben voor een ander is een belangrijke sociale competentie. Zo leren kinderen dat iedereen anders is en leren ze ook dat deze verschillen normaal zijn. Elkaar accepteren, niet op wat je kunt maar wie je bent. Bij de keuzes van methodes is de afgelopen jaren hier al rekening mee gehouden en voldoen we aan de kerndoelen van burgerschap en integratie. Daarnaast doet de school ook mee aan verschillende acties voor goede doelen. In de bovenbouw wordt uitgebreid aandacht gegeven aan de bezetting en bevrijding tijdens de Tweede Wereldoorlog. De school heeft zelfs een oorlogsmonument ter herdenking van de slachtoffers geadopteerd. We willen hiermee ook aangeven hoe belangrijk het is om in vrede en vrijheid te kunnen en mogen leven. 3. DE ORGANISATIE BINNEN DE TARCISIUSSCHOOL. 3.1. Groepsindeling, samenstelling personeel en taken maandag dinsdag Groep 1a Lilian Lilian Groep 1b Wilma Maril Groep 1c Ellen D Ellen D Groep 1-2 Loes Loes Groep 2a Ellen H Jolenta Groep 2b Sandra Sandra
woensdag Lilian Maril Ellen D/Jolanda Wilma Jolenta Sandra
donderdag Lilian Maril Jolanda Wilma Jolenta Sonja
vrijdag Vervanger Wilma Jolanda Loes Jolenta Sonja
Groep 3a Groep 3b Groep 3c Groep 4a Groep 4b Groep 4c Groep 5a Groep 5b Groep 6a Groep 6b Groep 7a Groep 7b Groep 8a Groep 8b
Susan Natascha Veerle Ien John Patrick Edith Evelyn Danny Yvonne Marian Vacature Carla Tom
Nathascha Monique Veerle Ien Ellen S Patrick Edith Evelyn John Yvonne Marian Melanie Georgette Tom
Susan Natascha Veerle Ien Ellen S patrick Edith Evelyn Danny Yvonne Marian/John Melanie Georgette Tom
Directeur Adjunct-directeur Zorggroep
ICT coördinator Muziekdocente
Natascha Monique Veerle John Ellen S Patrick Edith Evelyn Danny Yvonne Marian Melanie Carla Georgette
Susan Monique Veerle John/Ien Ellen S Patrick Edith Evelyn Danny/John Yvonne/Ellen H Marian Melanie Carla Tom
Maud Deckers Anne Klinckenberg Kim Halmans, intern begeleider Ellen Hendrix, intern begeleider Spreekuurhouder Debbie Alzer (SBO) of Paola Eijkenboom (Cl. 4) Masha Reintjens, schoolmaatschappelijk werk Danny van Gelder Yvette Richardson
14
Conciërge Interieur verzorging
Paula van Roon Balanz
Dependance: De groepen 6 en 7 zitten op de dependance van onze school. Adres: Celsusstraat 99 6417 VB Heerlen Telefoonnummer: 045-5790301 Contactpersonen: Medezeggenschapsraad
Oudervereniging
Yvonne Driessen, Marian Ritzen, Edith Scheeren, Anne Klinckenberg Adviseur Maud Deckers Maud Deckers
3.2. Hoe is de procedure voor de groepsindeling elk schooljaar? De verantwoordelijkheid voor en de beslissing over de groepsindeling ligt bij het team. Ook voor eventueel doubleren/verlengen of een groep/leerjaar overslaan van een leerling is het oordeel van de school doorslaggevend. Bij elk nieuw schooljaar wordt aan de hand van de volgende criteria een groepsindeling en samenstelling gemaakt: • De groepen dienen zoveel mogelijk in balans te zijn, waarbij wordt gekeken naar didactische kunnen en pedagogisch klimaat (zorgleerlingen) • Er wordt gekeken naar de gedragsmatige aspecten van de leerlingen. • Er wordt gekeken naar de sociale aspecten van de groep en de individuele leerlingen, zo mag er geen ongezonde rivaliteit tussen groepen ontstaan. • Er wordt gekeken naar de aantallen jongens en meisjes. Het team zal aan de hand van deze criteria elk jaar opnieuw de groepssamenstelling bekijken. Het is dus niet zo, dat eenmaal gevormde groepen hun hele basisschoolperiode bij elkaar blijven. Ouders worden tijdig geïnformeerd over de groepsindeling. 3.3 Schooltijden. Onze school werkt met een continurooster. De schooldag begint voor alle groepen om 08.30 uur (de bel gaat om 8.25 uur) en eindigt om 14.30 uur. De kinderen hebben op woensdagmiddag school tot 12.15 uur. ’s Ochtends hebben de kinderen 15 minuten pauze, ze kunnen dan ook hun tussendoortje gebruiken. Gedurende de middagpauze eten de kinderen hun lunch in de klas. Na het eten is er gelegenheid om buiten te spelen of om binnen spelletjes te doen bij slecht weer. Aan het overblijven zijn geen kosten verbonden, daar het overblijven onder toezicht van de leerkrachten gebeurt. De school is ook tijdens die overblijfperiode wettelijk aansprakelijk. Het aantal uren onderwijs die de kinderen in groep 1 t/m 4 krijgen is 3580 (moet wettelijk 3520 zijn) en in de groepen 5 t/m 8 is dit aantal uren 4000 (moet wettelijk 4000 zijn). Elke groep hanteert een lesrooster, waarin vermeld staat hoeveel uren per leergebied gegeven worden. De verdeling van de leertijd over de verschillende vak- en vormingsgebieden is natuurlijk per leerjaar anders. Om een overzicht te geven is achter in de gids een bijlage opgenomen met de verdeling van lestijden. Als er leerkrachten ziek of om een andere reden afwezig zijn, regelt de directie een vervanging voor betreffende groep. Mocht geen vervanging gevonden worden, dan wordt intern een oplossing gezocht. Lukt dit ook niet, dan zullen de kinderen naar huis gestuurd worden, echter alleen in uiterste nood. Ouders worden hiervan de dag van tevoren schriftelijk op de hoogte gebracht. We zullen dan deze uren wel moeten inhalen op een andere wijze. Vrijstelling van onderwijs geven we alleen op medische of andere zwaarwegende gronden. Als een kind b.v. door een blessure of ongeluk geen lessen lichamelijke opvoeding kan volgen of beperkt is in het volgen van andere lessen, dan regelt de groepsleerkracht een vervangende activiteit. Dat kind kan die vervangende activiteit van een andere leerkracht krijgen.
15
3.4. Vakanties voor 2015-2016. Herfstvakantie 26 oktober t/m 30 oktober 2015 Kerstvakantie 21 december 2015 t/m 1 januari 2016 Carnavalsvakantie 8 februari t/m 12 februari 2016 Pasen 25 maart t/m 29 maart 2016 Meivakantie 25 april t/m 6 mei 2016 Hemelvaart 5 + 6 mei 2016 (in meivakantie!) Pinksteren 16 + 17 mei 2016 Zomervakantie 25 juli t/m 2 september 2016 3.5 Bestrijden verzuim en vroegtijdig schoolverlaten. Per 1 januari 2012 is een wijziging van onder meer de Leerplichtwet 1969 (Lpw) in werking getreden. Doel van de wetswijziging is de verbetering van het bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten. Er komt een knip in het toezicht. Het toezicht op naleving van de Leerplichtwet door scholen – een goede administratie van het verzuim – wordt belegd bij de Inspectie van het Onderwijs . Deze kan een bestuurlijke boete opleggen. Het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet door ouders en leerlingen blijft bij de gemeenten liggen. Voor gemeenten leidt de wetswijziging niet tot minder middelen in het Gemeentefonds. De Inspectie van het Onderwijs hanteert een risicogericht toezichtkader. Leerplichtambtenaren kunnen signalen doorgeven aan de Inspectie. Vanuit het toezicht op ouders en leerlingen mogen zij de verzuimadministratie van scholen blijven inzien. Gemeenten worden verantwoordelijk voor het brede jeugddomein en de Wet werken naar vermogen. Uitval van leerlingen zorgt voor problemen op deze terreinen. De verzuimregistratie op onze school voldoet aan de wet- en regelgeving. Uitgebreide informatie hierover, treft u aan via de website van onze school, of rechtstreeks via www.innovo.nl. Op de website van INNOVO vindt u tevens informatie omtrent de richtlijnen rondom buitengewoon schoolverlof, incl. brochures Luxe verzuim ( voor scholen en voor ouders) van Bureau Voortijdig Schoolverlaten Parkstad Limburg Uitgebreide informatie hierover, treft u aan via de website van uw school, of rechtstreeks via www.innovo.nl. Op de website van INNOVO vindt u tevens informatie omtrent de richtlijnen rondom buitengewoon schoolverlof. 3.6. Leerplicht en verzuimregeling. Zodra een kind is ingeschreven, is het schoolplichtig en zal verlof of verzuim altijd besproken moeten worden met de directeur. De leerkracht is verplicht dagelijks de absentielijst in te vullen. Het is mogelijk dat een kind om een bepaalde reden niet naar school kan komen. Als een kind ziek is dienen de ouders/verzorgers de school te bellen tussen 08.15 en 08.30 uur, doch uiterlijk voor 10.00 uur. De ziekmelding wordt aan de leerkracht doorgegeven en dit wordt genoteerd op de absentielijst. Ook als een kind naar de dokter moet dient men het de leerkracht te melden. Hebben wij voor 10.00 uur geen bericht over de afwezigheid van een kind vernomen, dan zal de leerkracht contact met de ouders/verzorgers opnemen. Willen ouders/verzorgers verlof aanvragen voor andere omstandigheden, zoals huwelijk, overlijden, verhuizing, dan kan dat bij de directeur. Luxeverzuim kan en mag niet worden goedgekeurd. Te denken valt o.a. aan activiteiten van verenigingen, vakanties buiten de vastgestelde schoolvakanties, eerder vertrekken ivm de verkeersdrukte, familiebezoek in het buitenland. De school is dan verplicht om melding te maken bij de leerplichtambtenaar. 3.7. Aanmelding. Als een kind 3 jaar wordt gaan ouders zich oriënteren op de keuze van een basisschool. Op onze school wordt de volgende procedure gehanteerd: op afspraak wordt er met de ouders een intakegesprek gehouden. De ouders krijgen informatie over de school en de gelegenheid om vragen te stellen. Zij krijgen ook de schoolgids. Na dat gesprek wordt een rondgang door de school gemaakt. De kinderen mogen naar school komen op de eerste maandag van de maand dat ze 4 jaar worden.
16
In de maand voorafgaand aan hun vierde verjaardag krijgen de kinderen een zg. introductiemiddag. Ook kunnen kinderen tussentijds instromen wegens verhuizing. Wij nemen voor een besluit tot toelating altijd contact op met de vorige basisschool. We streven naar een redelijke groepsgrootte. Echter we kunnen niet beloven dit steeds te handhaven, mede afhankelijk van de financiële situatie. Hoewel onze school een katholieke signatuur heeft, worden in principe leerlingen van elke geloofsovertuiging bij ons toegelaten. Ouders die hun kind bij ons aanmelden dienen de identiteit en de traditie van de school te onderschrijven c.q. te respecteren. Wij nemen geen kind aan van een andere school als uit informatie van die school en/of testgegevens een verwijzing naar een school voor speciaal onderwijs blijkt of een verwijzing naar het speciaal basisonderwijs. De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust volgens de wet bij het bevoegde gezag (het bestuur van de school). In de dagelijkse praktijk ligt deze beslissingsbevoegdheid bij de directeur. 3.8. Kijkochtenden voor ouders. Ouders van kinderen in groep 1 t/m 4 worden in de gelegenheid gesteld een kijkje te komen nemen tijdens de schooluren. Deze meeloopochtend is afhankelijk van de groepssituatie en u kunt hiervoor een afspraak maken met de groepsleerkracht van uw kind. 3.9. Schoolverlaters. De kinderen van groep 8 gaan naar het vervolgonderwijs. Wij voeren met de ouders een adviesgesprek over welk type onderwijs het beste is voor het kind. De gekozen school ontvangt van ons de leerlinggegevens. Als een kind tussentijds onze school verlaat, bv. in verband met verhuizing, dan maken wij een kort verslag en geven onze schoolgegevens door aan de nieuwe basisschool. 3.10. Veiligheid en schoolregels Voor het basisonderwijs, en speciaal (voortgezet) onderwijs geldt dat de school een veiligheidsplan moet hebben. In dit plan staat wat de school doet aan fysieke veiligheid (inrichting van het schoolgebouw) en sociale veiligheid (omgaan met bijvoorbeeld agressie en geweld). Hieronder kan ook een pestprotocol vallen. In een veiligheidsplan staat beschreven wat een school onderneemt om o.a.pesten en andere ongewenste incidenten te voorkomen. Ook staat erin hoe scholen dit controleren . In een pestprotocol staat wat de school onder pesten verstaat. En hoe zij pesten probeert te voorkomen en hiertegen optreedt. Op 1 augustus 2015 is de anti-pestwet in werking getreden. Dat betekent dat alle scholen in het funderend onderwijs vanaf dat moment een anti-pestmethode moeten gebruiken waarvan bewezen is dat deze werkt in de praktijk. Ook moeten scholen de sociale veiligheid monitoren en een vertrouwenspersoon annex pestcoördinator hebben. De Inspectie van het Onderwijs gaat erop toezien dat scholen de wet naleven. Officieel begint de verantwoordelijkheid van de school voor het kind op het tijdstip dat de school opengaat en eindigt als de school dichtgaat. De school begint wanneer de kinderen naar binnen kunnen. De school gaat dicht aan het eind van de lessen of als de deuren echt worden gesloten. Als de school activiteiten organiseert die behoren bij het schoolplan, zoals voetballen, zwemmen en excursies, is de school verantwoordelijk voor het kind. Wij willen dat alle kinderen door ons onderwijs kansen krijgen en hen aansporen het beste uit zichzelf te halen. Hiervoor is een veilig schoolklimaat een noodzakelijke voorwaarde. Veiligheid krijgt dan structureel aandacht op onze school. Fysieke veiligheid. Het schoolgebouw voldoet aan de huisvestingseisen volgens de Arbo-wet en het landelijk bouwbesluit van het Ministerie van VROM. In de Arbo-wet zijn onder andere eisen gericht op een verantwoorde inrichting van het gebouw, omgang met gevaarlijke stoffen, brandveiligheid en algemene veiligheid. Op onze school hebben mevr. Linssen en dhr. Erens de rol van veiligheidscoördinator. Zij worden daarin ondersteund door een preventiemedewerker op bovenschools niveau. Tot de taken van de veiligheidscoördinator behoren onder andere: • Introductie van huisregels, zodat kinderen, personeel, ouders en bezoekers zich veilig gedragen. • Registratie van ongevallen en risico’s, zodat er inzicht is waar en hoe ongelukken (kunnen) gebeuren en er gericht maatregelen worden genomen ter voorkoming • (zie ook* sociale veiligheid in het onderwijs) • Organisatie van minimaal een maal per jaar een ontruimingsoefening. Een goed ontruimingsplan is noodzakelijk voor als er toch iets misgaat. Alle aanwezigen op school moeten weten hoe ze moeten handelen bij brand of een andere calamiteit.
17
Onze speeltoestellen voldoen aan de wettelijke regeling ‘Besluit veiligheid van attractie- en speeltoestellen’. Dat besluit stelt onder andere eisen aan het ontwerp, het fabricageproces en aan onderhoudswerkzaamheden. Op grond van de Arbo-wet • voeren wij verzuimbeleid, inclusief verzuimbegeleiding; • bieden we werknemers een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek aan • stellen we voldoende bedrijfshulpverleners aan • zijn we in het bezit van een goedgekeurde risico-inventarisatie en evaluatie • leven we de brandveiligheidsvoorschriften na • melden we ongevallen met ernstig letsel direct aan de arbeidsinspectie. Calamiteitenplan Op verzoek van het College van Bestuur is een INNOVO-calamiteitenplan opgesteld (def. versie mei 2011). Directeuren dragen zorg voor de schoolspecifieke invulling, vermelden het calamiteitenplan in het school(jaar) plan, communiceren hierover naar ouders o.a. door vermelding in de schoolgids en nemen het calamiteitenplan op in het vademecum onder het werkproces “Veilige en sociale omgeving”. Opbouw van het document In hoofdstuk 2 wordt een definitie geven van de termen “ramp” en “calamiteit”. Daarnaast worden de opeenvolgende fasen bij een ramp c.q. calamiteit beschreven. Hoofdstuk 3 gaat in op de noodzaak van de aanwezigheid van een draaiboek en het belang van een goed werkend crisisteam. Hoofdstuk 4 beschrijft het handelen direct na de gebeurtenis waarna in hoofdstuk 5 ingegaan wordt op de overgang naar herstel en nazorg. In hoofdstuk 6 wordt een draaiboek calamiteiten beschreven dat de school kan “invullen” om tot een schoolspecifiek draaiboek te komen. Meer informatie treft u op onze website aan of via www.innovo.nl. Op de INNOVO-website is bovenstaande tekst volledig opgenomen incl. het volledige calamiteitenplan en link naar brief ministerie inzake registratieverplichting “Veiligheid in en rond het onderwijs”. Sociale veiligheid Wij willen een sociaal veilige school zijn, waar leerlingen, personeel en ouders zich thuis voelen. Daarom willen wij geen pestgedrag, agressie, geweld, discriminatie of seksuele intimidatie op onze school. Om een veilig klimaat te waarborgen hebben we een contactpersoon en is er een klachtenregeling. Alle scholieren hebben recht op een onbezorgde schooltijd. Deze tijd staat in het teken van ontwikkelen, ontdekken en leren. Leerlingen moeten veilig zijn, zodat ze in staat zijn om te leren en zich te ontwikkelen. Een veilige omgeving voor scholieren en onderwijspersoneel houdt in dat er een prettige sfeer op school is. En het voorkomen van incidenten zoals ongepast gedrag, intimidatie, diefstal, agressie en geweld. Dat kan door op tijd te signaleren en hier gericht tegen op te treden. Dit geldt ook voor het bestrijden van pestgedrag. Acties op school die bijdragen aan het verhogen van de sociale veiligheid kunnen zijn: • leerlingen actief betrekken bij het maken van school- en gedragsregels; SWPBS (Scool Wide Positive Behavior System) • projecten sociale competenties voor leerlingen; • training ‘Omgaan met agressief gedrag’ voor personeel; • vertrouwensleerlingen aanstellen voor het oplossen van pesten en roddelen; • weerbaarheidtrainingen; Rots en Water • goede contacten van de kinderen, het personeel en de ouders met de wijkagent; • lesmateriaal voor sociaal-emotionele vaardigheden; Soemo kaarten • het volgen van de ontwikkeling die onder andere het Ministerie van Economische Zaken en de Stichting Kennisnet nemen op het gebied van veilig internet en minderjarigen. • ‘lik-op-stuk’ beleid voeren: aangifte doen van mishandeling/bedreiging/vernieling; • bij geweld en agressief gedrag de ouders informeren over het gedrag van hun kind en betrekken bij te treffen sanctiemaatregelen; • begeleiding organiseren via bijvoorbeeld Sociaal Buurtteam, schoolmaatschappelijk werk, Bureau Halt.
18
Schoolregels: Wij willen dat elk kind zich prettig en veilig voelt bij ons op school. Daarom hanteren wij een aantal regels om ervoor te zorgen dat: • er een goed werkklimaat heerst • leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen • ouders zich op hun gemak voelen • personeelsleden prettig kunnen werken. Daarom • • •
verwachten wij: dat alle kinderen zich aan de regels houden en de aanwijzingen van de leerkrachten opvolgen dat de ouders het goede voorbeeld geven en de leerkrachten ondersteunen bij het handhaven van de regels dat de leerkrachten de schoolregels handhaven en ingrijpen als daarvan wordt afgeweken
Wij denken aan regels als: • rustig het gebouw binnenkomen en verlaten • niet rennen en luidruchtig zijn in het gebouw • de kinderen na het belsignaal rustig naar binnen komen via de afgesproken ingangen • de kinderen ervoor zorgen om op tijd te zijn, zodat de lessen tijdig kunnen beginnen; de bel gaat om 08.25 uur • jassen aan de kapstok hangen, tassen op de daarvoor aangegeven plek • niet aan de materialen in de gangen en hallen van de school komen • mobiele telefoons staan uit tijdens de schooldag • leerlingen op de speelplaats mogen spelen met een tennisbal en de bal van de school • in de klas mogen geen petjes en/of hoofddeksels gedragen worden Ook vragen we van de ouders medewerking. De school is groot en om de rust goed te kunnen handhaven, cq. rustiger de lesdag te kunnen beginnen zijn de volgende regels voor de ouders van toepassing: • ouders van instroomkinderen mogen bij het begin van de dag even mee naar binnen om in de wenfase (een maand) afscheid te nemen • de ouders van de andere kinderen nemen afscheid op de speelplaats en komen niet mee naar binnen • op het einde van de dag worden de kinderen van groep 1 en 2 naar buiten begeleid door de leerkrachten en zij zien erop toe dat de kinderen worden afgehaald • ouders kunnen niet in de hal wachten, de hal wordt betrokken bij het klasgebeuren Regels op school vormen in samenhang met die van thuis de bodem voor het morele besef van het kind. Daarmee ontstaat een belangrijk fundament voor de normen en waarden die het later als volwassene in de maatschappij zal hanteren. Daarom is een goede samenwerking tussen ouders en leerkrachten zo belangrijk. Ouders en leerkrachten trekken na overleg één lijn met betrekking tot de aanpak van de kinderen en ondersteunen elkaar. Als kinderen met verhalen of opmerkingen thuiskomen die u als ouder verbazen, vraag dit dan na bij de leerkracht en oordeel pas daarna. Bij meningsverschillen tussen ouders en school is het belangrijk, dat het kind geen partij wordt. Een gesprek tussen ouders en leerkracht is dan vereist. Pesten Pesten is een probleem waar alle scholen mee te maken krijgen. Wij schenken hier binnen ons onderwijs regelmatig aandacht aan, o.a. in klassengesprekken, lessen over waarden en normen en door middel van projecten. Wij proberen pesten te voorkomen en proberen een veilige sfeer te scheppen. Wanneer pesten, ondanks onze inspanningen toch de kop opsteekt, hanteren wij een directe aanpak. Met pester en slachtoffer wordt het probleem besproken door de groepsleerkracht en naar een oplossing gezocht. Mocht dit niet lukken dan wordt de directeur ingeschakeld. Deze maakt afspraken met de pester. Mocht het dan nog niet verbeteren, dan worden de ouders ingelicht en wordt het pestprotocol gebruikt. Veiligheid op school Wij beschrijven in het schoolplan en de schoolgids de wijze waarop wij (mede) zorg draagt voor veiligheid in en om de school. Wij borgen een veilige en uitdagende schoolomgeving met behulp van: • Preventiemedewerker en bedrijfshulpverlener in het kader van de veiligheid • Contactpersonen in het kader van de klachtenregeling • Rooster van toezicht • Schoolspecifieke verkeersveiligheidsmaatregelen Wij registreren meldingen en incidenten (Eduscope) en nemen weloverwogen maatregelen.
19
Wij hebben een calamiteiten-, een ontruimings- en een brandveiligheidsplan. De leerlingen Wij betrekken leerlingen bij de inrichting en handhaving van een veilige en uitdagende school via de schoolregels en de enquête. Wij hebben een dekkend geheel van gedragsregels vastgelegd, hebben een pestprotocol en zorgen er voor dat deze bij leerlingen en medewerkers bekend zijn. Wij vinden persoonlijke aandacht en ondersteuning voor onze leerlingen heel belangrijk. Overige zaken mbt sociale veiligheid • Regionale aanpak kindermishandeling (per 01.08.2011 protocol zie volgende alinea). In het kader van deze aanpak is op school een beleidsplan opgesteld • Stichting INNOVO is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van de Bond KBO (Bond Katholiek primair Onderwijs).Verder verwijzen we naar de klachtenregeling en de Klachtencommissie voor het katholiek onderwijs, Postbus 82324, 2508 EH Den Haag, Telefoon: 070 – 392 55 08. 3.11.VerwijsIndex, Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAK), Jeugd en Gezin Parkstad Limburg, Zorgadviesteam (ZAT) ,Jeugdwet en sociaal buurtteam Uw kind in de VerwijsIndex? Verwijsindex Waarom is er een Verwijsindex? De Verwijsindex valt binnen de Wet op de Jeugdzorg en is daarom wettelijk bepaald door de overheid. De overheid heeft deze bepaling ingesteld naar aanleiding van voorvallen met kinderen en jongeren waarbij professionals van verschillende organisaties niet van elkaar wisten dat ze in hetzelfde gezin werkzaam waren. De Verwijsindex is onderdeel van het gemeentelijk jeugdbeleid. Uw kind in de Verwijsindex? De Verwijsindex is een systeem waarin leerkrachten, hulpverleners en begeleiders die met kinderen en jongeren werken, registreren wanneer zij zich zorgen maken over een kind of jongere. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn, er kunnen bijvoorbeeld problemen op school zijn of zorgen over de gezondheid of persoonlijke ontwikkeling van het kind. Het kan zijn dat meerdere organisaties tegelijkertijd hun hulp aanbieden. Het is belangrijk dat deze organisaties dit van elkaar weten, want dan kan de geboden hulp op elkaar afgestemd worden. Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAK) Volgend uit de Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan zijn wij wettelijk verplicht om te handelen conform de vastgelegde Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze code is te vinden op de website van het bestuur of van de school. Voor meer informatie verwijzen wij u naar: de website van het schoolbestuur en naar de website van de school. Bijbehorende documenten voor het team en voor ouders zijn: • Handleiding Meldcode P.O. • Meldcode P.O. Scholen vertalen bovenstaande documenten naar hun eigen situatie. Jeugd en Gezin Parkstad Limburg Jeugd en Gezin Parkstad Limburg is dé vraagbaak voor ouders, opvoeders en kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar. Samen zoeken ze naar oplossingen die voor u én in uw situatie werken. Deskundigen luisteren goed naar wat er precies speelt en vanuit hun kennis en ervaring kunnen ze u daarna persoonlijk en op maat adviseren en begeleiden. Jeugd en Gezin Parkstad Limburg bundelt de krachten van deskundigen op het gebied van opvoeden en opgroeien. Consultatiebureau, GGD, maatschappelijk werk en anderen... alle professionals werken nauw samen om ouders én kinderen verder te helpen. Zorgadviesteam (ZAT) De school neemt deel in het zorgadviesteam, ook wel ZAT genoemd. Het ZAT is een team van professionals die zorgen over de ontwikkeling van een kind met elkaar bespreken met als doel de hulp en ondersteuning te bieden die nodig is. De ondersteuning wordt zo vroeg en zo snel mogelijk geboden. De hulp moet goed aansluiten bij de behoefte van de ouders en wordt afgestemd met andere hulpverleners. De deelnemers aan het ZAT helpen elkaar om te komen tot de best passende aanpak en die ook daadwerkelijk in gang te zetten.
20
Als de school de ontwikkeling van een leerling wil bespreken in het ZAT, worden de ouders vooraf geïnformeerd en wordt met de ouders nagegaan hoe zij denken over de ontwikkeling van hun kind en welke extra ondersteuning daarbij zou kunnen helpen. De uitkomsten van de bespreking in het ZAT worden weer besproken met de ouders. Het ZAT bestaat uit een aantal vaste partners zoals de interne begeleider van de school, de jeugdarts, de jeugdgezondheidsdienst, schoolmaatschappelijk werk. Waar nodig worden anderen zoals het peuterspeelzaalwerk, maatschappelijk werk, leerplichtambtenaar e.a. gevraagd om deel te nemen. Jeugdwet en Sociaal buurtteam De Jeugdwet vervangt niet alleen de Wet op de jeugdzorg, die tot 2015 geldig was, maar ook de verschillende andere onderdelen van de jeugdzorg die onder de Zorgverzekeringswet (geestelijke gezondheidszorg voor jongeren) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (zorg voor licht verstandelijk beperkte jeugd) vielen. Ook de jeugdbescherming en jeugdreclassering maken onderdeel uit van de wet. • De jeugdzorg is overgeheveld naar de gemeenten die zich in hun beleid moeten richten op:het inschakelen, herstellen en versterken van het probleemoplossend vermogen van kinderen en jongeren, hun ouders en sociale omgeving; • het bevorderen van de opvoedcapaciteiten van de ouders en de sociale omgeving; • preventie en vroegsignalering; • het tijdig bieden van de juiste hulp op maat; • effectieve en efficiënte samenwerking rond gezinnen. In de Jeugdwet is de verantwoordelijkheid van de gemeenten uitgebreid met de provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg, de gesloten jeugdzorg, geestelijke gezondheidzorg voor kinderen en jongeren (jeugd-ggz), zorg voor jeugd met een licht verstandelijk beperking (jeugd-lvb), ggz in het kader van het jeugdstrafrecht (forensische zorg), jeugdbescherming en jeugdreclassering. De verantwoordelijkheid van de gemeenten bestaat onder meer uit: • •
het versterken van het opvoedkundig klimaat in gezinnen, wijken, buurten, scholen en kinderopvang; het voorzien in een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van jeugdhulp;
• •
het adviseren over en het bepalen en inzetten van de aangewezen vorm van jeugdhulp; het adviseren van professionals met zorgen over een kind;
• •
het adviseren van kinderen en jongeren met vragen en problemen; het doen van een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming als een kinderbeschermingsregel
•
nodig is; het compenseren van beperkingen in de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van kinderen;
• •
het voorzien in een toereikend aanbod van gecertificeerde instellingen; het voorzien in maatregelen om kindermishandeling te voorkomen.
De gemeente Heerlen heeft hiervoor buurtteams opgericht. Voor wie is het sociaal buurtteam? Dit team is er voor jong en oud, voor iedereen die in Heerlen ondersteuning of advies nodig heeft op het gebied van zorg, welzijn, opvoeden, opgroeien of meedoen aan de maatschappij. Wanneer klopt u bij het Sociaal Buurtteam aan? Bij het Sociaal Buurtteam kunt u terecht voor kleine en grote vragen. Bijvoorbeeld vragen over: • de opvoeding van uw kind; • problemen met uw kind op school; • problemen in uw relatie; • inkomen, werk of schulden; • vrijwilligerswerk in de buurt, contact met anderen; • zelfstandig (blijven) wonen, eenzaamheid, zorg of welzijn. U kunt niet alleen bij ons aankloppen als u zelf vragen heeft, maar ook als u zich zorgen maakt over iemand uit uw omgeving. Een kind, familielid of buurman bijvoorbeeld.
21
Een goed idee voor uw buurt? Het Sociaal Buurtteam is onderdeel van de buurt en wil samen met buurtbewoners werken aan een prettige buurt. U kunt daarom ook bij het Buurtteam terecht met tips en goede ideeën die het wonen in uw buurt plezieriger maken. Uw Sociaal Buurtteam in Bekkerveld-Caumerveld-Welten Neem contact met ons op! Jeremy Pollaert T 06 14859239 E
[email protected] Jolanda Souren T 045 5602525 E
[email protected] Jacky de Vos T 06 29050749 E
[email protected]
School Maatschappelijk Werk Wij werken als school samen met Maatschappelijk Werk vanuit Alcander. Onze contactpersoon is Masja Reintjens Wanneer en waarvoor kan een school een beroep doen op preventieve taken van School Maatschappelijk Werk? De IB-er van de school kan een beroep doen op Maatschappelijk Werk voor de volgende redenen: Generieke inzet: - geven van informatie en advies - consultatie van leerkracht, ouders of leerling - doorverwijzen van leerlingen Welke hulpvragen kunnen gesteld worden: - vragen m.b.t. inzet hulp aangaande gedrag / opvoedingssituaties (school, gezin en omgeving)/ financiën - deze hulpvragen komen vanuit thuissituatie en /of schoolsituatie en/ of leerling Ondersteuning door SMW: - Begeleiding van ouders binnen de thuissituatie - Begeleiding van leerlingen binnen de schoolsituatie - Begeleiding van leerkrachten binnen de schoolsituatie gerelateerd aan hulpvragen van een leerling - Hulp, informatie en advies. - SMW denkt mee over oplossingen en richtlijnen. Alle hulp en advies die door SMW geboden wordt is gratis. SMW wordt gefinancierd door de Provincie Limburg en het Ministerie van Justitie. SMW heeft een consultatieve functie voor het voorliggende veld, ook met betrekking tot (het voornemen tot) doorverwijzen naar BJZ. 3.12. Schorsing en verwijdering Schorsing Vanaf 1 augustus 2014 is artikel 40c opgenomen in de WPO. Hierin staat beschreven dat het bevoegd gezag, ten opzichte van het verleden, bevoegd is om een leerling te schorsen. Daarbij zijn scholen verplicht om schorsingen van langer dan een dag bij de Inspectie van het Onderwijs te melden. Ook is opgenomen dat leerlingen voor ten hoogste één week geschorst kunnen worden. Schorsing melden via het Internetschooldossier (ISD) Scholen of bevoegde gezagen dienen de schorsing te melden via een formulier dat in het internet schooldossier (ISD) is opgenomen. De inspectie gaat er van uit dat een schorsing zo kort mogelijk duurt en dat scholen zich rekenschap geven van de gevolgen voor het kind. Van scholen mag verwacht worden dat zij in geval van schorsing zorgvuldig te werk gaan en vaste procedures volgen. De rechter toetst zo nodig of deze gevolgd zijn.
22
Hierbij vermelden wij dat een schorsing een ingrijpende maatregel is en alleen in uitzonderlijke gevallen gebruikt zal worden. In artikel 40c van de WPO zijn de volgende punten opgenomen: 1. Het bevoegd gezag kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. 2. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt. 3. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. Ouders kunnen bij het schoolbestuur en/of bestuursrechter schriftelijk bezwaar maken tegen de schorsing. Indien het een bijzondere school betreft kunnen de ouders de stap maken naar de civiele rechter. Uitgebreide informatie hierover treft u aan via de website van uw school, of rechtstreeks via www.innovo.nl. Verwijdering Verwijdering van een leerling is een ordemaatregel die slechts in het uiterste geval en dan ook nog uiterst zorgvuldig moet worden genomen. Volgens vaste jurisprudentie kunnen voor verwijdering onder andere de volgende redenen worden aangevoerd: voortdurend, storend, agressief gedrag van de leerling; bedreigend of agressief gedrag van ouders/verzorgers van de leerling. Voor deze beide verwijderingsgronden moet aannemelijk zijn dat herhaling niet is uitgesloten, waardoor gegronde vrees is ontstaan voor de veiligheid van het personeel of de andere leerlingen of voor de ongestoorde voortgang van het onderwijs. De verwijdering van een leerling is in het primair onderwijs geregeld in artikel 40 van de WPO en in het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs in artikel 40 van de WEC. 3.13. Lichamelijke oefening. Voor de gymnastieklessen hebben de kinderen gymkleren en gymschoenen nodig. De kinderen van groep 1 en 2 hoeven alleen gymschoenen mee te nemen. Instappers of gymschoenen met klittenband voorkomen bij de kleuters veel aan- en uitkleedproblemen. Kleed uw kind zodanig aan, dat het zich bij gymlessen gemakkelijk zelf kan helpen; goed voor uw kind en prettig voor de leerkracht. Het voorkomt veel zoeken als gymkleren en –schoenen en bv. ook mutsen, dassen e.d., voorzien zijn van namen. Gymrooster. Groep 3a – maandag en vrijdag Groep 3b – maanddag en vrijdag Groep 3c – dinsdag en vrijdag Groep 4a - maandag en woensdag Groep 4b – maandag en woensdag Groep 4c – dinsdag en vrijdag Groep 5a – dinsdag en vrijdag Groep 5b – dinsdag en vrijdag Groep 6a – maandag en woensdag Groep 6b – maandag en woensdag Groep 7a – dinsdag en vrijdag Groep 7b – dinsdag en vrijdag Groep 8a – maandag en woensdag Groep 8b – maandag en woensdag 4. Mededelingen. 4.1. Wet Bescherming Persoonsgegevens De Wbp beschermt uw privacy. In de Wbp staat wat er allemaal wel en niet mag met uw persoonsgegevens en wat uw rechten zijn als uw gegevens gebruikt worden. Als school moeten wij voldoen aan de eisen die de Wbp stelt. Alle persoonsgegevens worden op school geregistreerd in het leerlingdossier. Hierin wordt de informatie bewaard voor de onderwijskundige en algemene begeleiding van de leerling. De gegevens van leerlingen worden voor derden ontoegankelijk bewaard. Wij voldoen ook aan de eisen van de WBP inzake het doorcommuniceren gegevens naar vervolgonderwijs bij de overgang van risicoleerlingen (school, zorgteam en privacy). Alle scholen hebben in hun aanmeldingsformulier de clausule opgenomen waarbij ouders/verzorgers kunnen verklaren “geen bezwaar te hebben tegen het overleggen van de benodigde gegevens door de school van herkomst aan de VO-school en omgekeerd.”
23
Binnen passend onderwijs hebben scholen zorgplicht: de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit heeft ook consequenties voor het verstrekken van persoonsgegevens van leerlingen. Als school gaan wij hier zorgvuldig mee om. •
Adresgegevens College bescherming persoonsgegevens (CBP) Juliana van Stolberglaan 4-10 2595 CL Den Haag Postbus 93374 2509 AJ Den Haag
•
Internet: www.cbpweb.nl
•
Telefonisch spreekuur voor privacyvragen Het telefonisch spreekuur is het CBP bereikbaar via 0900-2001201 (5 cent per minuut, plus de kosten voor het gebruik van mobiele of vaste telefoon). Dit spreekuur is bereikbaar op werkdagen van 09.30 tot 12.30 uur. Het telefonisch spreekuur is alleen voor algemene informatie over de normen en regels voor de bescherming van persoonsgegevens. Zo nodig verwijst het CBP u door naar de juiste organisatie voor meer informatie.
Via de website van de school of via www.innovo.nl treft u meer informatie aan m.b.t. de Wet bescherming persoonsgegevens. 4.2. Ongewenst (agressief) gedrag van ouders Het omgaan met ongewenst of agressief gedrag behoort tot de verantwoordelijkheid van de directie. Het gedrag van de ouders kan een reactie zijn op de aanpak van het gedrag van hun kind, omdat de vertrouwensrelatie tussen ouder en school is verstoord, omdat de ouders niet akkoord gaan met een maatregel van de school of als reactie op het gedrag van andere kinderen naar hun eigen kind. In het omgaan met ernstig ongewenst of agressief gedrag van ouders is het noodzakelijk om de grenzen van wat acceptabel is duidelijk te trekken. Voorbeelden van duidelijk ongewenst gedrag: • Handtastelijkheden jegens leerlingen en leerkrachten; • Dreigen met fysiek geweld; • Verbaal geweld; • Ongepast aanspreken van andere kinderen waarbij de relatie “groot tegenover klein” is ingezet; • Schelden/vloeken • Zonder afspraak aanspreken van leerkrachten in het bijzijn van andere ouders of leerlingen en waar sprake is van een bijzonder negatieve gesprekslading. Is deze grens overschreden, dan kan (binnen de kader van het vastgestelde beleid ten aanzien van de schorsing en verwijdering van leerlingen) worden besloten tot: • Het geven van een waarschuwing aan de ouders – leerlingen; • Het schorsen van de leerling; • De ouders verzoeken een andere school voor hun kind te zoeken; • De leerling te verwijderen; • De ouders een “schoolverbod” te geven. Een schoolverbod houdt in dat de ouders niet zonder toestemming van de directie op het terrein van de school komen. Noodzakelijk bij het handhaven van gedragsregels is: • Een goede registratie van de voorvallen; • De rijksinspectie informeren; • Zo nodig de wijkagent informeren; • Zo nodig melding te doen bij de leerplichtambtenaar; • Zo nodig aangifte doen. Bij ernstig ongewenst gedrag van leerlingen en of ouders, is het van groot belang om te registreren wat er is gebeurd, welke afspraken zijn gemaakt en welke besluiten zijn genomen. De rapportage wordt opgeslagen in het leerlingendossier. Ouders hebben het recht van inzage in het leerlingendossier van hun kind.
24
4.3. Huiswerk. Wij geven huiswerk op maat. Dat wil zeggen kinderen werk meegeven als ondersteuning, als hulp om beter te kunnen functioneren in de groep. Kinderen zijn thuis ook bezig met schoolse zaken zoals boekbesprekingen en spreekbeurten. Ook proberen we door regelmatige overhoringen kinderen op weg te helpen met het leren leren. In groep 7 en 8 wordt huiswerk gegeven als voorbereiding op het vervolgonderwijs en krijgt daar een structurele aanpak. 4.4. Adressenlijst van de groep. In het begin van het schooljaar krijgen de kinderen een lijst met namen en adressen van hun groepsgenoten. U kunt met behulp hiervan afspraken maken voor buitenschoolse activiteiten en contacten. Als u de kinderen uitnodigt voor verjaardagsfeestjes, bezorg dan de uitnodiging aan het huisadres van het kind, niet op het schoolplein. (Dit voorkomt teleurstellingen) 4.5. Schoolbibliotheek. Kinderen vanaf groep 3 kunnen gratis boeken lenen uit de schoolbibliotheek. Wij vragen uw medewerking door erop toe te zien, dat de kinderen zorgvuldig met de boeken omgaan. Als een boek in een zodanige toestand terugkomt, dat het niet meer in circulatie kan worden gebracht, zal de school u de kosten van het boek laten vergoeden. De kinderen van de groepen 3 en 4 kunnen dagelijks van de bibliotheek gebruik maken. Vanaf groep 5 kan dat per week. De uitleendagen worden in de klas bekend gemaakt. De boeken zijn met kleuren gecodeerd, waardoor u de technische leesmoeilijkheidsgraad herkent. De leerkracht geeft met behulp van deze kleuren aan uit welke boeken de kinderen kunnen kiezen. Voor een meer uitgebreide keuze is er de openbare bibliotheek, waar de kinderen gratis terecht kunnen. 4.6. Tijdschriften. De volgende tijdschriften worden via de school besteld: Bobo, Okki en Taptoe een keer per 14 dagen, aangepast aan de leeftijd van de verschillende groepen. Hello You. Dit Engelstalige blad verschijnt 10 x per jaar en is voor kinderen die net met Engels begonnen zijn. De woordkeus is eenvoudig en een vertaling van moeilijke woorden staat op de flap. De kinderen kunnen zich abonneren op Leesleeuwboeken, die in de loop van het jaar worden uitgegeven. 4.7. Schoolfotograaf. Ieder jaar komt er een schoolfotograaf. Van elke kind wordt dan een foto gemaakt. Ook wordt er dan een foto van de groep gemaakt. 4.8. Nieuwsbrief De nieuwsbrief en andere informatie wordt via ons schoolinformatiesysteem ISY met u gedeeld. De leerlingen ontvangen daarvoor een inlogcode, zodat men van thuis kan inloggen op de ISY site. Mocht u de inlogcode kwijt zijn, dan kunt u deze opnieuw aanvagen bij de leerkracht. 4.9. Oorlogsmonument De school heeft de kapel aan de Akerstraat als ‘oorlogsmonument’ geadopteerd. Op de vrijdag voor de meivakantie leggen leerlingen van onze school uit groep 8 bloemen neer bij het monument. 4.10. Goede doelen acties Onze school doet jaarlijks een activiteit om goede doelen te steunen. Dat kan zijn middels een sponsoractie of het doen van klusjes door de kinderen in de omgeving van huis. Het hiermee verdiende geld gaat naar een goed doel. 4.11. Snoepen op school. Wij zouden het zeer op prijs stellen als u kinderen geen snoepgoed meegeeft naar school. Laten we proberen om in het kader van gezond eten/drinken hieraan op een creatieve wijze mee te werken. 4.12. Schoolverzekering INNOVO heeft voor alle scholen en de daaraan verbonden leerkrachten, vrijwilligers en leerlingen de volgende collectieve verzekeringen afgesloten: • Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering • Ongevallenverzekering • Reisverzekering • Werkgeversaansprakelijkheid motorvoertuigen Uitgebreide informatie over de schoolverzekering kunt u via de website van onze school vinden of via www.innovo.nl
25
4.13. Hoofdluisbeleid. De school heeft sinds enkele jaren een gestructureerde aanpak ter bestrijding van hoofdluis. En deze aanpak werkt succesvol. Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen kan deze besmetting gemakkelijk van de een naar de ander overgebracht worden. De school is ongewild zo’n plaats. We zijn van mening dat zowel de school als de ouders een stuk verantwoordelijkheid dragen met betrekking tot de bestrijding van hoofdluis. Het is de verantwoordelijkheid van de school een aantal voorzorgsmaatregelen te nemen, waardoor de verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk wordt beperkt. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om de kinderen te controleren op hoofdluis en zonodig te behandelen. Om het hoofdluisprobleem onder controle te houden is op school gekozen voor een systematische aanpak. Dit houdt in dat de school op het moment, dat er weer hoofdluis gesignaleerd wordt, een aantal voorzorgsmaatregelen neemt die verdere verspreiding van hoofdluis beperkt. Daarnaast bestaat er een ouderwerkgroep, die een aantal keer per jaar, na elke vakantie, alle kinderen op school controleren op hoofdluis. Dit staat op de kalender. Tevens kan de werkgroep extra ingeschakeld worden in periodes waarin hoofdluis weer zeer actief is. Wanneer er hoofdluis bij een kind wordt geconstateerd, zal dit niet aan het kind zelf worden meegedeeld, maar zal de coördinator van de werkgroep telefonisch contact met de ouders van het kind opnemen. Een ouder is coördinator van deze werkgroep. Juffrouw V. Dremmen is de contactpersoon namens de school. Deze werkwijze is zeer effectief bij de aanpak van hoofdluisproblemen. 4.14. Informatievoorziening gescheiden ouders Indien de ouders van een leerling gescheiden zijn,is het belangrijk dat er duidelijkheid is over de manier waarop de communicatie en consultatie over de vorderingen van de leerling verloopt. De school heeft daarom een protocol ontwikkeld hoe zij met deze regels omgaat. De school volgt de wettelijke regels met betrekking tot de informatieplicht jegens gescheiden ouders, Dat betekent dat de school ervan uitgaat dat ouders die beiden het ouderlijk gezag verkregen hebben elkaar informeren met betrekking tot zaken rondom hun zoon of dochter. Beide ouders zijn dan ook gezamenlijk welkom bij de ouderavonden. Via de website van de school of via www.innovo.nl treft u meer informatie aan m.b.t. informatievoorziening gescheiden ouders. 4.15. Gronden voor vrijstelling van het onderwijs De leerlingen van onze school nemen in principe deel aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Op verzoek van de ouders kan een leerling worden vrijgesteld van de volgende onderwijsactiviteiten: deelname aan godsdienstlessen. Voor leerlingen die niet gelovig zijn of waarvan bij de aanmelding blijkt dat zij tot een andere geloofsrichting behoren dan de R.K. én waarvan de ouders aangeven dat zij er moeite mee hebben dat hun kind de godsdienstlessen volgt, wordt tijdens de godsdienstlessen een alternatieve lesstof aangeboden. Bij vieringen in de kerk wordt voor deze groep kinderen een passend aanbod bedacht. deelname aan gymnastieklessen op basis van medische indicatie. In een dergelijk geval geldt eveneens dat de school in plaats van de gymnastiekles een alternatief lesprogramma aanbiedt. 4.16. Regels voor toelating De Wet primair onderwijs (Wpo) en Wet op de expertisecentra (WEC) vermelden dat de beslissing over toelating van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. In de praktijk ligt deze beslissingsbevoegdheid bij de directie van onze school. De aannamecriteria van onze school zien er als volgt uit: alhoewel onze school een katholieke school is, worden in principe leerlingen van elke geloofsovertuiging tot onze school toegelaten, mits de katholieke grondslag van onze school gerespecteerd wordt; onze school staat in beginsel open voor alle kinderen, ook voor kinderen met een beperking. Indien er beslist moet worden over de toelating, houden we er uiteraard rekening mee of we de juiste ondersteuning en specifieke begeleiding kunnen bieden die voor de ontwikkeling van het kind noodzakelijk is. Indien er besloten wordt tot toelating zal er op basis van een plan van aanpak, dat met de ouders is samengesteld, gehandeld worden. De evaluatie en de voortgangsprocedure worden van jaar tot jaar bekeken. Informatie over de ondersteuning die onze school kan bieden, is opgenomen in het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) dat op de website van onze school te vinden is. Voor uitgebreide informatie, incl. de wettekst (passage met betrekking tot aanmelding en toelating), verwijzen wij u naar de site van INNOVO.
26
5. Schoolbestuur Bestuurlijke zaken Onze school valt onder de juridische verantwoordelijkheid van de Stichting INNOVO, een stichting voor katholiek onderwijs. In totaal zorgen ongeveer 1.200 INNOVO-medewerkers dagelijks voor onderwijs aan ongeveer 11.000 leerlingen, verdeeld over 54 scholen, waaronder 49 scholen voor basisonderwijs, twee scholen voor speciaal basisonderwijs en drie scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Het verzorgingsgebied van INNOVO strekt zich uit over Zuid- en MiddenLimburg en is verdeeld over 16 verschillende gemeenten. Het bevoegd gezag van de stichting wordt gevormd door het College van Bestuur, dhr. Bert Nelissen, voorzitter en mw. Joan van Zomeren, lid. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht, die een controlerende taak heeft ten aanzien van de vastgestelde doelen. Het College van Bestuur is gevestigd aan de Ruys de Beerenbroucklaan 29A te Heerlen. Hier is ook het stafbureau gevestigd dat ondersteuning biedt aan de scholen en het college. Op het stafbureau zijn deskundigen werkzaam in de disciplines financiën, huisvesting, ICT, administratie, personele, juridische en onderwijskundige zaken. Adresgegevens: Ruys de Beerenbroucklaan 29A 6417 CC Heerlen Postbus 2602 6401 DC Heerlen Telefoonnummer: 045 - 5447144 6. Medezeggenschapsraad. Medezeggenschapsraad (MR) Medezeggenschap in het onderwijs is wettelijk geregeld in de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). Hierin is bepaald dat elke school dient te beschikken over een medezeggenschapsraad waarin ouders en leerkrachten in gelijke aantallen vertegenwoordigd zijn. De bevoegdheden (instemmings- of adviesrecht) procedures en taken zijn vastgelegd in het medezeggenschapsreglement dat door het bestuur na overleg met de MR is vastgesteld. Elke school beschikt over een MR; deze heeft vergelijkbare rechten als de GMR maar dan enkel ten aanzien van zaken die de eigen school betreffen. De MR bestaat uit twee geledingen: vertegenwoordigers van de ouders en vertegenwoordigers van het personeel. Onze MR bestaat uit 8 personen, 4 ouders en 4 leerkrachten, die elk vanuit hun eigen invalshoek zorg dragen voor alle zaken, die de school aangaan. De MR heeft als enig orgaan het recht om met het schoolbestuur over onderwijszaken te overleggen. Bovendien kan de MR instemmen met, dan wel adviseren over een voorstel van het bestuur. Ieder jaar wordt een derde deel van het aantal leden, zowel ouders als personeel, nieuw gekozen/herkozen. Aan het begin van het schooljaar worden daarvoor zonodig verkiezingen gehouden (voor de samenstelling van onze MR zie adressenlijst). Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) INNOVO heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Deze raad vertegenwoordigt alle scholen, maar niet via een rechtstreeks GMR-lid. In totaal heeft de GMR 12 zetels, gelijk verdeeld tussen de oudergeleding en de personeelsgeleding. Omdat de scholen niet rechtstreeks via een MR-lid vertegenwoordigd zijn, werkt de GMR met een regiostructuur en zijn er regiofunctionarissen. De medezeggenschapsorganen hebben wettelijke bevoegdheden om invloed te kunnen uitoefenen op besluiten die de directie (ook genoemd: het bevoegd gezag) van plan is te nemen. Voor de MR is dat de directeur, voor de GMR is dat de voorzitter van het College van Bestuur. De Ondernemingsraden en de medezeggenschapsraden hebben een onafhankelijke positie in de organisatie. De wettelijke bevoegdheden zijn een kader waar binnen gewerkt kan worden. Wil je als medezeggenschap daadwerkelijk “mee kunnen zeggen” is de relatie tussen “bevoegd gezag” en medezeggenschap van immens belang. Samen iets bereiken, samen staan voor de organisatie kan alleen op basis van een goede verhouding. Meer informatie? Neem dan contact op met Ton Verhiel, secretariaat. email:
[email protected] Bezoekadres Ruys de Beerenbroucklaan 29a 6417 CC, Heerlen 045 5447144 Dinsdag 9.00u – 14.00u
27
7. Oudervereniging, ouderhulp, overeenkomst ouderbijdrage. Iedere school mag een ouderbijdrage vragen voor extra activiteiten en andere, niet tot het onderwijs behorende zaken. De wettelijke bepalingen rond de vrijwillige ouderbijdrage zijn vereenvoudigd. Het is niet meer verplicht een overeenkomst met ouders over deze ouderbijdrage te sluiten en een model van een dergelijke overeenkomst op te nemen in de schoolgids. De toelating van leerlingen: deze mag niet afhankelijk worden gesteld van het betalen van de ouderbijdrage. De bijdragen voor de voor-, tussen- en naschoolse opvang vallen niet onder ‘vrijwillige ouderbijdragen’. Uitgebreide informatie over de vrijwillige ouderbijdrage in het primair onderwijs vindt u via de website van onze school of via www.innovo.nl. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS Basisonderwijs De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage. De ouderbijdrage bedraagt €27,50 per kind. Basisschool Tarcisius heeft een zeer actieve oudervereniging. U bent automatisch lid van de oudervereniging zodra u uw kind aanmeldt bij ons op school. Tijdens de algemene ledenvergadering, die in de maand oktober of november wordt gehouden en die door iedereen bezocht kan worden, kunnen ouders zich verkiesbaar stellen om zitting te nemen in de oudervereniging als bestuurslid. De oudervereniging is verantwoordelijk voor diverse activiteiten voor onze kinderen, zowel binnen als buiten school. Enkele voorbeelden: de halloweenwandeling, sinterklaas-, kerst- en paasviering, eindejaarsfeest, carnavalsviering en deelname aan de carnavalsoptocht in Heerlen. De oudervereniging tracht ook steeds een ondersteuning te zijn voor de teamleden bij de verschillende activiteiten. Onder de verantwoording van de oudervereniging vallen ook de werkgroep oversteekbegeleiding, luizencontrole, activiteitencoördinatoren en de uitgave van de schoolkalender. Naast het organiseren van activiteiten onderhoudt de oudervereniging ook goede contacten met de directie en het team, als ook met de MR van onze school (voor de samenstelling van de oudervereniging en werkgroepen zie adressenlijst). Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage. Iedere school mag een ouderbijdrage vragen voor extra activiteiten en andere, niet tot het onderwijs behorende zaken. Er bestaat geen verplichting tot het betalen van ouderbijdrages. Onze school heeft in de overeenkomst opgenomen: de vermelding dat het om een vrijwillige ouderbijdrage gaat; de hoogte van de ouderbijdrage; een specificatie van de ouderbijdrage, zodat eenieder kan zien welk gedeelte van de ouderbijdrage aan welke activiteit besteed wordt; de vermelding dat er een kwijtscheldingsregeling is en wat deze inhoudt. Uitgebreide informatie over de vrijwillige ouderbijdrage in het primair onderwijs vindt u via de website van onze school of via www.innovo.nl De school organiseert naast het verzorgen van het reguliere onderwijs tevens schoolse en buitenschoolse activiteiten, welke ten doel hebben de maatschappelijke en persoonlijke ontwikkeling van de leerling(en) te helpen bevorderen. De ouder staat vrij de leerling(en) al dan niet deel te laten nemen aan de activiteiten die buitenschooltijd worden aangeboden. Voor de bekostiging van de activiteiten wordt een ouderbijdrage gevraagd, de ouderbijdrage wordt door de oudervereniging van de Tarcisiusschool geïnd en beheerd nadat het ouderdeel van de medezeggenschapsraad Tarcisiusschool heeft ingestemd met de hoogte en de besteding van de ouderbijdrage. Wij vragen u de ouderbijdrage aan de school volledig en tijdig te voldoen; geen of niet tijdige betaling kan uitsluiting van deelname aan de activiteiten betekenen; De school hanteert ten aanzien van de ouderbijdrage een kwijtscheldingsregeling. Gehele dan wel gedeeltelijke kwijtschelding van de verschuldigde ouderbijdrage kan de school onder omstandigheden verlenen op verzoek van de ouder(s). Activiteiten die vallen onder de vrijwillige ouderbijdrage: Schoolse activiteiten zoals sinterklaasviering, kerstviering, paasviering, carnavalsviering, sport/speldag, culturele activiteiten, schoolreisje, alsmede aan de buitenschoolse activiteiten: schoolkalender, speur/wandeltocht en de kienavond; De kosten genoemde activiteiten bedragen € 27,50 per kind. Voor de kinderen die instromen na 1 februari bedraagt de ouderbijdrage €20,-. Stroomt een kind in na de schoolreis, in juni, dan hoeft er geen ouderbijdrage meer betaald te worden. Het totaalbedrag dient uiterlijk 1 november 2015 betaald te zijn na schriftelijk bericht van de oudervereniging.
28
8. Sponsorregeling Sponsoring is in het maatschappelijk verkeer een bekend verschijnsel. Ook op onze school komt sponsoring voor. Er is uitsluitend sprake van sponsoring als de sponsor een tegenprestatie verlangt van de school, het personeel of de leerlingen waarmee de leerlingen in schoolverband worden geconfronteerd of als het bestuur, het personeel of leerlingen uit eigen beweging overgaan tot het leveren van een tegenprestatie. Schenkingen, ouderbijdragen en gelden van het ministerie en de gemeente vallen niet het begrip sponsoring. Voor meer informatie kunt u terecht op onze website of via www.innovo.nl 9. Externe instanties 9.1. Buitenschoolse opvang. (BSO) Buitenschoolse opvang bestaat uit voorschoolse opvang, naschoolse opvang, opvang op vrije school(mid)dagen, dan wel opvang tijdens schoolvakanties of een combinatie hiervan. Op 5 oktober 2006 is de Wet Primair Onderwijs aangepast in die zin dat alle basisscholen, dus niet alleen brede scholen, mogelijkheden tot buitenschoolse opvang moeten bieden, waardoor kinderen van half 8 ’s ochtends tot half 7 ’s avonds een zinvolle en plezierige dagbesteding hebben. Het voorzien in BSO sluit nauw aan bij de reeds door INNOVO ingezette koers van “educatief partnerschap”. Als school zijn we op zoek gegaan naar een aanbod dat past bij de wensen van kinderen, ouders, scholen en INNOVO. Dit alles binnen de financiële middelen die de overheid ter beschikking stelt. Wij voeren regelmatig overleg met onze BSO-instelling, te weten Humanitas. Hierbij komen verbeterpunten naar voren die aangepakt worden. Ook wordt onderzoek verricht naar de tevredenheid onder ouders over de BSO-instelling en de organisatie. Speciale aandacht wordt besteed aan de BSO-kinderen die extra zorg nodig hebben. Verder denken wij na met ons BSO-instelling over de vervolgontwikkeling richting de dagarrangementen en over combinaties die mogelijk zijn met bijvoorbeeld sportorganisaties of instellingen die muzikale vorming aanbieden. Waar kunnen ouders terecht voor aanvullende informatie? De directeur en/of de BSO-coördinator van de school, Maud Deckers, kan verdere informatie verstrekken. Zij kan ook de weg wijzen naar de BSO-instellingen waarmee de school samenwerkt. Onderzoeken in het funderend onderwijs: KAANS Sinds enkele jaren voert de Universiteit Maastricht (i.c. de onderzoeksgroep KAANS) regionale onderzoeken uit in peuterspeelzalen, bij kinderdagverblijven, basisscholen en in het voortgezet onderwijs. Ook onze school werkt mee aan deze onderzoeken. Voor meer informatie: ga naar www.innovo.nl 9.2. Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg. De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg volgt de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van alle kinderen van 4 tot 18 jaar. Wij nodigen uw kind regelmatig uit voor een gezondheidsonderzoek of een inenting. Ook met vragen over opgroeien en opvoeden of zorgen om uw kind kunt u altijd bij ons terecht. Het team JGZ werkt nauw samen school en met andere organisaties in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).
Gezondheidsonderzoek Uw kind wordt uitgenodigd voor een onderzoek rond de leeftijd van 5 en 10 jaar. Tijdens het onderzoek kijken we bijvoorbeeld naar groei, motoriek, spraak en sociaal-emotionele ontwikkeling. Door uw kind goed te volgen probeert de GGD eventuele problemen op tijd op te sporen en te helpen voorkomen. Als blijkt dat uw kind extra hulp of zorg nodig heeft, kijken we samen wat daarvoor nodig is. We werken hierin nauw samen met andere organisaties binnen het CJG. De onderzoeken vinden plaats in het CJG, op school of bij de GGD Zuid Limburg.
Uw informatie is erg belangrijk U als ouder/verzorger kent uw kind vaak het beste. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we u om van tevoren een vragenlijst in te vullen. Hierin komen allerlei gezondheidsaspecten aan bod. Uiteraard gaan we zorgvuldig om met alle persoonsgegevens van u en uw kind.
29
Inentingen In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen, rodehond). Meisjes krijgen in het jaar dat ze 13 jaar worden bovendien de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. U ontvangt een oproep voor de gratis prikken. Deelname is niet verplicht.
Vragen of zorgen? Heeft u vragen over de ontwikkeling of het gedrag van uw kind. Is er sprake van leerproblemen of andere problemen. Maakt u zich zorgen? Neem dan contact op met het Team JGZ. Wij helpen u graag!
Contact Jacky de Vos, jeugdverpleegkundige Betsie Spierings, doktersassistente Jano Havas, jeugdarts, Team JGZ Parkstad-West E:
[email protected] T: 045-8506691 www.ggdzl.nl/burgers/jeugd-en-gezin/jeugdgezondheidszorg 9.3. Openbare bibliotheek. Onze school heeft ook contacten met de openbare bibliotheek (voor adres zie adressenlijst). 9.4. Politie. De school staat in nauw contact met de politie d.m.v. de wijkagent. De wijkagent is het aanspreekpunt voor de bewoners van de wijken Aarveld, Bekkerveld, Douve Weien, Caumerveld en De Erk. Zijn taak bestaat in hoofdzaak uit het bemiddelen in problemen en hulp bieden daar waar nodig. De wijkagent is tevens schooladoptant. Dit houdt in, dat hij minimaal een keer per maand de scholen in zijn wijk bezoekt. Zo kunnen we goed contacten onderhouden en problemen snel bespreekbaar maken. (zie adressenlijst). 9.5. St. Anna Parochie. Voor een katholieke basisschool is het vanzelfsprekend, dat er contacten zijn met de parochie, waarin de school gelegen is. Onze school hoort bij de St. Anna Parochie, waarvan het kerkgebouw ligt op het Bekkerveld. 10. Klachtenregeling. In de Wet op het primair onderwijs is bepaald dat elk schoolbestuur een klachtenregeling moet hebben. Dit is bepaald in de zogenaamde 'Kwaliteitswet'. Deze klachtenregeling is bedoeld voor ouders, leerlingen, personeel en andere belanghebbenden, die een klacht hebben “over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen” van het bestuur of een persoon, die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap. Waarom een klachtregeling? De onderwijswetgeving is met ingang van 1 augustus 1998 gewijzigd in verband met de invoering van het schoolplan, de schoolgids en het klachtrecht, ook wel de Kwaliteitswet genoemd. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Door de klachtenregeling ontvangen het bestuur en de school op eenvoudige wijze signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Met de regeling wordt beoogd een zorgvuldige behandeling van klachten, waarmee het belang van de betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat). De contactpersoon De contactpersoon is de ‘wegwijzer’ binnen school bij een klacht. De contactpersoon zal samen met u bekijken waar u uw klacht het beste kunt neerleggen. De contactpersoon is er niet om uw klacht inhoudelijk op te lossen. Op elke school binnen onze stichting zijn twee contactpersonen aangesteld, een ouder en een leerkracht, bij voorkeur een man en een vrouw. Dit betekent niet dat indien de klager een ouder is naar de oudercontactpersoon moet en de leerkracht naar de leerkrachtcontactpersoon. De klager is hier vrij in. De leerkrachtcontactpersoon voor onze school is: mevrouw Carla Snoeren E-mail:
[email protected]
30
De oudercontactpersoon voor onze school is: Nog niet ingevuld. Het klachtmeldingsformulier, de volledige tekst van de klachtenregeling en een notitie met veel gestelde vragen en antwoorden over de klachtenregeling is te vinden op de website van INNOVO. De vertrouwenspersoon Aan INNOVO zijn twee onafhankelijke vertrouwenspersonen verbonden. De vertrouwenspersoon gaat eerst na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Mocht de vertrouwenspersoon tot de conclusie komen dat dit niet wenselijk is, dan gaat deze na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht bij de klachtencommissie. Verder begeleidt de vertrouwenspersoon de klager. De klager zelf bepaalt uiteindelijk of deze een klacht al dan niet indient bij de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding. De vertrouwenspersonen, zijn niet verbonden aan één van onze scholen. Naam en adresgegevens: Drs. Paul Nijpels Telefoon: 043 - 407 82 82 / 06 – 463 459 16 Email:
[email protected] Bert van Oosterbosch Telefoon: 045 – 531 29 81 / 06 – 119 270 04 Email:
[email protected] De landelijke klachtencommissie Stichting INNOVO is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie voor het katholiek onderwijs van de Bond KBO (Bond Katholiek primair Onderwijs). Adresgegevens: In de Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (GCBO) werken 4 klachtencommissies voor het bijzonder onderwijs samen. Bureau van de geschillen-, bezwaren- en klachtencommissies voor het katholiek onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Geschillen- en bezwarencommissies: 070 – 3457097 Klachtencommissie : 070 – 3925508 (van 9.00 tot 12.30 uur) e-mailadres :
[email protected] website : www.geschillencies-klachtencies.nl De vertrouwensinspecteur Bij de Inspectie van het Onderwijs werkt een klein team van vertrouwensinspecteurs. Ouders, leerlingen, leerkrachten, directies en besturen kunnen de vertrouwensinspecteur raadplegen wanneer zich in of rond de school problemen voor doen op het gebied van: • Seksuele intimidatie en seksueel misbruik • Psychisch en fysiek geweld • Extremisme en radicalisering Ernstige klachten die vallen binnen deze categorieën kunnen voorgelegd worden aan de vertrouwensinspecteur. Deze zal luisteren, informeren en zo nodig adviseren. Zo nodig kan de vertrouwensinspecteur ook begeleiden in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte. De vertrouwensinspecteur is alle werkdagen tijdens kantooruren bereikbaar op 0900-1113111 (lokaal tarief). Overige informatie over de klachtenregeling vindt u via de website van onze school of via www.innovo.nl.
31
11. Rookverbod Op school geldt een algemeen rookverbod, dat betekent: • dat er nergens in het schoolgebouw gerookt mag worden; • dat roken op het schoolplein, tijdens de lesuren en in het zicht van de kinderen, ook niet toegestaan is. Dit geldt dus ook voor ouders die op school helpen. 12.Adressenlijst. School Aarweg 26, 6417 XH Heerlen, tel. 045 – 5714263. Dependance: groepen 6 en 7 Celsusstraat 99, 6417 VB Heerlen, tel. 045-5790301 Directeur:
Maud Deckers Caumerbeeklaan 23 6417 BE Heerlen 06-27277082
Adjunct directeur:
Anne Klinckenberg Vlaanderenstraat 6 6137LM Sittard 06-52046416
Personeel: Lilian van den Berg-van de Klashorst Diepdal 78 6121 JX Born
Jolenta Bruinsma-Mathissen Pastoor Mainsstraat 19 6461SB Kerkrade
Marie-Louise Boer–Reumkens Dr. C. Meulemanstraat 82 6418 PE Heerlen
Natascha Voncken Benzenraderweg 58 6417 ST Heerlen
Ien Boss-Velraeds Taelmanshof 1 6443 BD Brunssum
Marian Ritzen Pliniusstraat 18 6417TR Heerlen
Yvonne Driessen Rue Evenbaeg 25 4851 Sippenaeken (B)
Edith Scheeren St. Hubertuslaan 54, 6467CK Kerkrade
Ellen Drittij-Schiffers Borstelkrans 47 6294 BD Vijlen
Ellen Seijen Opbraakstraat 4 6163 LB Geleen
John Erens Einderstraat 112 6461 ES Kerkrade
Monique Slenders H. Freezerstraat 13 6416 HW Heerlen
Danny van Gelder Heiweg 62 6351 HW Bocholtz
Carla Snoeren-Willems Gewanhof 1 6418 KE Heerlen
Ellen Hendrix-Albrecht Aan de Maas 26 6243 NB Geulle aan de Maas
Wilma van Soest Tummerstraat 21 6412 ZV Heerlen
Sonja Leinders-Peulen Bachstraat 3 6444 BA Brunssum
Jolanda Vanhommerig Verzetstraat 34 6369 CW Simpelveld
Melanie Lutgens Withofstraat 14 3740 Eigenbilzen (B)
Susan Hensgens Mr. A. Stassenstraat 3 6417 XK Heerlen
32
Veerle Dremmen Van Weerden Poelmanstraat 30 6417 EN Heerlen
Patrick Goblet Kasteelstraat 5 6436EC Amstenrade
Sandra Linssen St. Gertrudisstraat 18 6436 BL Amstenrade
Evelyn Moonen Dillegaard 224 6417HM Heerlen
Tom Koekelkoren Gadiotstraat 22 6471KN Eygelshoven
Georgette Poell Benzenraderweg 262 6417SZ Heerlen
Loes Maes Harriet Freezerstraat 40 6416HW Heerlen
Muziek: Yvette Richardson M.Kempstraat 6 6367 ST Voerendaal Ondersteunend personeel Paula van Roon Dr. Plesmanstraat 33 6417 EB Heerlen Schoolbestuur: INNOVO Ruys de Beerenbroucklaan 29a 6417 CC Heerlen Postbus 2602 6401 DC Heerlen Tel. 045 – 5447144 Medezeggenschapsraad Namens ouders: Marc Römkens, Berlagestraat 56, 6412 ZX Heerlen Eva Katrien Schröder, Oliemolenstraat 1, 6411 GJ Heerlen Mireille Caubo, Akerstraat 86, 6411 HC Heerlen Brahim Ait Mellouk, Sint Barbarastraat 20, 6415RV Heerlen Namens personeel: Yvonne Driessen Marian Ritzen Edith Scheeren Anne Klinckenberg 13 Oudervereniging: Voorzitter: Nathalie Dhondt, Vrusschemigerweg 7, 6417 PB, Heerlen Penningmeester: Anja Brandsma, Molenberglaan 77, 6416 EL, Heerlen Secretaris: Nicole Thomas, Burg. V. Rooystraat 41, 6417XJ Heerlen Jeugdgezondheidszorg: Het Overloon 2, 6411 TE Heerlen. Centraal telefoonnummer 046 - 8506644 Telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 9.00 en 12.30 uur
33
Openbare Bibliotheek Bongerd 18 , 6411 JM Heerlen , tel. 045 – 045 - 577 22 20 maandag 09.00-17.00 uur dinsdag 09.00-17.00 uur woensdag 09.00-17.00 uur donderdag 09.00-20.00 uur vrijdag 09.00-17.00 uur zaterdag 10.00-17.00 uur zondag 12.00-17.00 uur Wijkagent: Dhr. Fred Jansen tel 0900-8844 Postbus 4488 6401 CZ Heerlen Iedere even week op donderdag van 17.00 tot 18.30 uur politiespreekuur in de wijk. In het kantoortje op de van Weerden Poelmanstraat 41. Vertrouwenspersoon: Carla Snoeren-Willems Gewanhof 1 6418 KE Heerlen
[email protected] Vertrouwenspersonen: Drs. P.M.H. Nijpels Telefoon 043 - 407 82 82 / 06 – 46345916
[email protected] Drs. L.J.J. van Oosterbosch Telefoon 045-5312981 /06 – 119 270 04
[email protected] De vertrouwensinspecteur voor INNOVO is mevrouw drs. E. Klaver, telefoon 040 – 219 70 00 Bureau van de geschillen-, bezwaren- en klachtencommissies voor het katholiek onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Geschillen- en bezwarencommissies: 070 – 3457097 Klachtencommissie : 070 – 3925508 (van 9.00 tot 12.30 uur) e-mailadres :
[email protected] website : www.geschillencies-klachtencies.nl Permanente commissie leerlingenzorg Samenwerkingsverband Heerlen Voerendaal Nuth Postbus 196 6400 AD Heerlen.
34
35
Het schoolOndersteuningsProfiel In het schoolondersteuningsprofiel beschrijven we welke ondersteuning en begeleiding de school momenteel kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. De medezeggenschapsraad heeft in haar vergadering d.d. 18 juni 2015 een positief advies gegeven over ons schoolondersteuningsprofiel. Het uitgangspunt voor onze school is dat we voor al onze leerlingen een passend onderwijsaanbod realiseren. Daarom stellen we ons steeds met u als ouder de vraag: “Wat heeft het kind, van u als ouder en van ons als school, nodig om zich optimaal, naar eigen vermogen te kunnen ontwikkelen?”. In de meeste situaties kunnen we dat met ons eigen team, soms zullen we daarbij gebruik maken van externe expertise en in uitzonderlijke situaties constateren we dat een leerling meer ondersteuning nodig heeft dan we op onze school nu kunnen realiseren. In dat laatste geval gaan we, in overleg met u en met hulp van andere deskundigen, op zoek naar een school die wel de ondersteuning kan bieden die de uw kind nu nodig heeft. De belangrijkste functie van het schoolondersteuningsprofiel is gericht op het realiseren van Passend Onderwijs conform de Wet Passend Onderwijs en binnen de financiële mogelijkheden van Innovo en het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 3106 Het schoolondersteuningsprofiel is het sturingsinstrument om leerlingen op basis van hun ondersteuningsbehoefte op de juiste school te plaatsen. De juiste school is de school die voor de betreffende leerlingen Passend Onderwijs kan en gaat verzorgen. Het schoolondersteuningsprofiel is voor de school de basis voor de communicatie met ouders en anderen. Het document beschrijft de onderwijskwaliteit die de school realiseert en de maatregelen die de school neemt om deze kwaliteit te kunnen inzetten. Voor ouders geeft dit een duidelijk beeld van wat de school te bieden heeft. Ouders hebben een beeld van de ontwikkelingsbehoeften van hun kind en de ondersteuning die daarbij nodig is. Op basis van het profiel van de school, hun eigen verwachtingen en mogelijkheden, kunnen ze hun keuze bepalen en hun kind aanmelden. Het schoolondersteuningsprofiel helpt het team om beredeneerde keuzes te maken ten aanzien van de verdere ontwikkeling van de school. Het schoolondersteuningsprofiel geeft het schoolbestuur inzicht in de mate waarin voldaan wordt aan de zorgplicht en geeft het bestuur van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs informatie over hun opdracht te zorgen voor een dekkend onderwijsaanbod in de regio. Het schoolondersteuningsprofiel is integraal onderdeel van het schoolplan. Het schoolondersteuningsprofiel is voor de school de basis voor communicatie met ouders en anderen. Voor het schoolondersteuningsprofiel: ga naar www.bs-tarcisius.nl
36