SCHOOLGIDS HET MOZAIEK SO ENSCHEDE 2013 - 2014
SCHOOL VAN
WOORD VOORAF Voor u ligt de schoolgids van Het Mozaïek SO Enschede (6 – 12 jarigen). De schoolgids wordt ieder jaar opnieuw uitgebracht en is bestemd voor ouders, leerlingen en andere geïnteresseerden. De leerlingen van onze school zijn door hun problematiek aangewezen op het speciale onderwijs dat wij bieden. Wij hopen met deze gids duidelijk te maken hoe onze locatie van Het Mozaïek invulling geeft aan dat onderwijs. In de gids staan ook gegevens en informatie die gedurende het schooljaar van belang zijn. Wij adviseren u dan ook om de schoolgids het hele schooljaar te bewaren. Het Mozaïek heeft vestigingen in Almelo, Hengelo en Enschede voor zowel SO als VSO onderwijs. De schoolgids is vastgesteld door het bevoegd gezag, dd. 01-08-2012 en goedgekeurd door de MR van Het Mozaïek SO Enschede. Reacties op de schoolgids zijn van harte welkom!
1 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
INHOUD
1.
ALGEMEEN 1.1 Naam van de school 1.2 Schooladres 1.3 Attendiz 1.4 Typering van de school 1.5 Directie 1.6 Schoolgrootte 1.7 Schooltijden
4 4 4 5 6 6 6 7
2.
TOELATING EN VERWIJZING 2.1 Leerlingen afkomstig uit de regio 2.2 Leerlingen die zijn opgenomen bij Karakter 2.3 Commissie van Begeleiding – Commissie van Indicatiestelling 2.4 Verwijzing naar een andere school 2.5 Ambulante begeleiding
8 8 8 9 10 10
3.
VISIE EN DOELSTELLING VAN DE SCHOOL 3.1 Visie 3.2 Doelstelling 3.3 Uitwerking van de doelstelling 3.4 Kenmerken van onze werkwijze om de doelstelling te bereiken
11 11 11 11 12
4.
DE ORGANISATIE VAN DE SCHOOL 4.1 Basisonderwijs SO 4.2 Groepsgrootte 4.3 Personeel 4.4 Onderwijsprogramma 4.5 Schoolregels 4.6 Gele of rode kaart en time-out
14 14 14 14 14 16 16
5.
DE BEGELEIDING VAN DE LEERLING OP HET MOZAÏEK 5.1 Leerling-bespreking 5.2 Leerlingvolgsysteem 5.3 Handelingsplan 5.4 Zorgcoördinator 5.5 Gedragswetenschapper 5.6 Onderwijs assistent 5.7 Technisch assistent 5.8 Schoolarts 5.9 Stagiaires 5.10 Gedragswetenschapper steunpunt autisme 5.11 PGB op school 5.12 Schoolverzekering voor leerlingen
18 18 18 18 18 18 19 19 19 19 19 19 21
2 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
6.
RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS 6.1 Kwaliteitszorg 6.2 Resultaten ontwikkelingen vorig schooljaar 6.3 Ontwikkelingen komend jaar 6.4 Uitstroomgegevens
23 23 24 24 25
7.
INFORMATIESTROMEN 7.1 Gegevens van ouders en leerlingen 7.2 Brief om toestemming gegevens op te vragen en te versturen 7.3 Foto’s 7.4 Nieuwsbrief 7.5 Bereikbaarheid van de school 7.6 Oudercontacten 7.7 Ouderavonden 7.8 Rapporten 7.9 Website 7.10 Informatieplicht naar ouders
26 26 26 26 26 26 27 27 28 28 28
8.
VERVOER NAAR EN VAN SCHOOL 8.1 Vervoer van de leerlingen afkomstig uit de regio 8.2 Vervoer van de leerlingen die zijn opgenomen bij Karakter
30 30 31
9.
HUISHOUDELIJKE ZAKEN 9.1 Gebruik medicijnen op school 9.2 De lunch 9.3 Verjaardagen en trakteren 9.4 Gymnastiek 9.5 Hoofdluis 9.6 Speelgoed
32 32 32 32 32 32 32
10.
DE SCHOOL EN DE OUDERS 10.1 Medezeggenschapsraad MR 10.2 De Ouderraad OR 10.3 Inzagerecht en wet op de persoonsregistratie 10.4 Klachtenregeling
33 33 34 34 36
11.
GELDELIJKE BIJDRAGE 11.1 Ouderbijdrage 11.2 Schoolreis en schoolkamp 11.3 Sponsoring
40 40 41 42
12.
SCHOOLVAKANTIES EN VRIJE DAGEN 12.1 Vakantierooster schooljaar 2009-2010 12.2 Studiedagen 12.3 Personeelsdag 12.4 Leerplichtwet 12.5 Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim 12.6 Maatregelen ter voorkoming en bestrijding lesuitval
43 43 43 43 44 46 46
13.
HET TEAM VAN HET MOZAÏEK ENSCHEDE SO
47
3 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
1.
ALGEMEEN
1.1
Naam van de school
De naam van onze school is Het Mozaïek SO Enschede. Een mozaïek bestaat uit verschillende vormen en kleuren die samen weer één geheel vormen. Onze leerlingen zijn afkomstig uit allerlei verschillende vormen van onderwijs. Zij hebben vaak heel verschillende problemen waardoor zij zijn aangewezen op het onderwijs van onze school. Samen proberen we net als een mozaïek één geheel te vormen. Het Mozaïek kent meerdere locaties. Zowel in Almelo, Hengelo als in Enschede is een SO en een VSO gevestigd. Er bestaan richtlijnen voor de plaats waar de leerling aangemeld dient te worden, gebaseerd op woonplaats en postcode. 1.2
Schooladres
Mekkelholtspad 4 7523 DC Enschede 088-0203898
E-mail
[email protected] Website www.attendiz.nl Website www.mozaiektwente.nl
4 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
1.3
ATTENDIZ
Het Mozaïek SO Enschede is aangesloten bij de Stichting Attendiz. Deze stichting verzorgt speciaal onderwijs in Twente aan ruim 1200 leerlingen. De verschillende doelgroepen en scholen van deze organisatie zijn: jonge risico kinderen (De Zevensprong, Het Sloepje); leerlingen met gedragsstoornissen (School Onder de Kap, De Bouwsteen); leerlingen met psychiatrische stoornissen (Mozaïek scholen in Almelo, Hengelo en Enschede, Het Panta Rhei College); langdurig zieke kinderen (Schutte’s Bosschool); zeer moeilijk lerende kinderen (De Huifkar en ‘t Meerik); lichamelijk- en/of geestelijk gehandicapte kinderen (Onderwijscentrum Het Roessingh); kinderen met gehoor- en/of spraakstoornissen (De Huizingschool, Het Maatman); leerwerktrajecten (De Kapstok, Het Schip); Het Dienstencentrum (Ambulante begeleiding, Steunpunt Autisme). Het Dienstencentrum geeft ondersteuning aan een reguliere school die te maken heeft met een leerling die binnen één van de doelgroepen valt.
Bestuur en Management Stichting Attendiz heeft een College van Bestuur. Het management bestaat uit sectordirecteuren en directeuren. Sectordirecteuren zijn verantwoordelijk voor meerdere scholen, directeuren zijn verantwoordelijk voor één school. De sectordirecteur van Het Mozaïek SO Enschede is de heer R. Boers.
5 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
1.4. Regionaal Expertise Centrum
Attendiz is aangesloten bij het “REGIONAAL EXPERTISE CENTRUM OOST NEDERLAND VOOR LEERLINGEN MET GEDRAGSSTOORNISSEN EN/OF PSYCHIATRISCHE STOORNISSEN”. Dit REC is een samenwerkingsverband van scholen voor speciaal onderwijs. Naast de scholen van de Attendiz zijn ook onderstaande scholen aangesloten bij REC OostNederland: De Lakestenen te Almelo. De Wissel te Almelo. De Veenlanden te Almelo. Klein Borculo te Borculo. De W.H. Suringarschool te Eefde. De Elimschool te Hellendoorn. De Meester Gangelschool te Hoenderloo. De Dokter Verschoorschool te Nunspeet. De Bolster te Voorst. De Dreef te Wapenveld. De Ambelt te Zwolle.
1.5
Typering van de school
Het Mozaïek SO Enschede richt zich op leerlingen die een psychiatrische stoornis hebben. Deze psychiatrische stoornis is dusdanig ernstig, dat de leerlingen zijn aangewezen op het onderwijs zoals Het Mozaïek SO EnsEnschedechede dat biedt. De stoornis moet betrekking hebben op één van de volgende twee gebieden:
ontwikkelingsstoornissen (bijvoorbeeld stoornissen binnen het autistische spectrum); emotionele stoornissen (bijvoorbeeld angststoornissen).
Veel van de leerlingen hebben als diagnose een Autisme Spectrum Stoornis. Het Mozaïek SO Enschede probeert de leeromgeving af te stemmen op de hulpvraag van de leerling. Met betrekking tot de cognitieve ontwikkelingsmogelijkheden wordt de ondergrens gelegd bij een IQ van 70. Het Mozaïek SO Enschede is voor leerlingen van 6 tot 12 jaar. Bij het basisonderwijs spreken we van SO (Speciaal Onderwijs). Het Mozaïek SO Enschede is een neutraal-bijzondere school. Dit betekent dat de school zich niet verbonden weet met één richting of geloofsovertuiging. De school biedt plaats aan kinderen en jongeren van allerlei gezindten. 6 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
1.5
Directie
Het Mozaïek is onderdeel van de cluster 4 scholen van Attendiz. De verschillende doelgroepen van de cluster 4 scholen van Attendiz zijn onderverdeeld in drie divisies: - SO divisie - VSO divisie - Regionale divisie Iedere sector heeft een sectordirecteur en iedere sector heeft verschillende locaties of afdelingen. Hier zijn de directeuren verantwoordelijk. Het Mozaïek valt onder de sector SO divisie De sectordirecteur is de heer R. Boers. 1.6
Schoolgrootte
Dit schooljaar start Het Mozaïek SO Enschede met 116 leerlingen verdeeld over 8 groepen.
7 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
1.7
Schooltijden
Op alle SO locaties van Het Mozaïek is gekozen om in alle groepen even veel onderwijstijd te verzorgen. Dit betekent dat alle groepen 940 uren onderwijstijd per jaar krijgen. Leerlingen met een psychiatrische stoornis kunnen soms (nog) niet de hele dag naar school. In dit geval bouwen we in overleg met de ouders de schooltijd op en proberen zo snel mogelijk tot een volledige schooldag te komen. In een enkel geval gaan we hiertoe over gedurende het schooljaar.
MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG
Schooltijden van --- tot 8.30 – 14.30 8.30 – 14.30 8.30 – 12.30 8.30 – 14.30 8.30 – 14.30
Pauzetijden PAUZES: van --- tot 3/4/5 A en B en 4/5/6 10.00 – 10.15 11.45 – 12.15 5/6/7 en 6/7 en 7/8 10.30 – 10.45 12.15 – 12.45 7/8/8* en 8-8* A en B 11.00 – 11.15 12.45 – 13.15 Gymnastiek De gymtijden worden u aan het begin van het schooljaar meegedeeld.
8 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
2.
TOELATING EN VERWIJZING
2.1
Leerlingen afkomstig uit de regio
Leerlingen afkomstig uit de regio moeten voldoen aan de wettelijke toelatingscriteria. Daarnaast moet er een diagnose gesteld zijn van een psychiatrische stoornis. Het Mozaïek richt zich op psychiatrische stoornissen die betrekking hebben op één van de volgende twee gebieden: - emotionele stoornissen (bijvoorbeeld angststoornissen); - ontwikkelingsstoornissen (bijvoorbeeld stoornissen uit het autistische spectrum). Bij het eerste telefonische contact met de ouders of verzorgers wordt een afspraak gemaakt voor een kennismakings- en voorlichtingsbezoek, de intake. De ouders of verzorgers vertellen daarin hun verhaal met betrekking tot de aan te melden leerling, krijgen informatie over de school en de toelatingscriteria en worden rondgeleid door de school. Hierna besluiten de ouders of verzorgers in overleg met de directeur al dan niet tot aanmelding over te gaan. Ten behoeve van de aanmelding moet vervolgens het aanmeldingsformulier en de gedragsvragenlijst worden ingevuld. Als het aanmeldingsformulier en de gedragsvragenlijst binnen zijn zal de procedure van de aanmelding gaan lopen, waarin de Commissie van Begeleiding van Het Mozaïek een belangrijke rol inneemt.
2.2
Commissie voor de Begeleiding - Commissie van Indicatiestelling
Commissie voor de Begeleiding (CvB) De Commissie voor de Begeleiding bestaat uit de volgende functies: de schoolarts, de gedragswetenschapper, de schoolmaatschappelijk deskundige, de zorgcoördinator en de directeur. De Commissie voor de Begeleiding hoort bij Het Mozaïek en heeft twee taken:
1.Onderzoek -
Indien nodig zal er aanvullend onderzoek gedaan worden of aangevraagd worden. Indien nodig zal er een observatie in de klas uitgevoerd worden door één van de commissieleden. Indien nodig vindt er een huisbezoek plaats door de schoolmaatschappelijk deskundige. 9 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
2.Begeleiding -
De commissie draagt zorg voor het completeren van het dossier. De commissie geeft advies over de toelaatbaarheid. Indien nodig schrijven één of meerdere commissieleden een pré-advies. Voor een cluser 4 aanvraag stuurt de commissie het dossier toe naar het REC Oost Nederland. De commissie stelt het ontwikkelingsperspectief vast en het handelingsplan op. Een deel van de commissie neemt zitting in de groepsplanbesprekingen. De commissie ondersteunt leerkrachten in het zo optimaal mogelijk kunnen begeleiden van leerlingen. De commissie is betrokken bij beslissingen over vervolgplaatsing op een andere school of instelling.
Commissie van Indicatiestelling (CvI) De Commissie van Indicatiestelling hoort bij het Regionaal Expertise Centrum OostNederland en beslist of een leerling kan worden toegelaten tot cluster 4. De Commissie van Indicatiestelling neemt deze beslissing op basis van het dossier en het advies dat zij hebben ontvangen van de CvB van Het Mozaïek. Het aanmeldingsdossier moet de volgende gegevens bevatten: 1. Persoonsgegevens. 2. Reden van aanmelding. 3. Psychodiagnostisch onderzoek of orthopedagogisch onderzoek of psychiatrisch onderzoek. Uit het onderzoek moet blijken dat er sprake is van een stoornis op basis van DSM IV of op basis van ICD-10. 4. Gegevens uit de jeugdzorg en/of kinderpsychiatrie. Met deze gegevens moet bemoeienis van hulpverlening of van kinderpsychiatrie worden aangetoond. 5. Onderzoeksgegevens maatschappelijk werk. Uit de onderzoeksgegevens van het maatschappelijk werk moet blijken dat er sprake is van een integraal karakter van de problematiek. 6. Onderwijskundig rapport of gegevens uit de zorgsector. Uit het onderwijskundig rapport of uit de gegevens van de zorgsector moet blijken dat er sprake is van beperking van de onderwijsparticipatie en dat de mogelijkheden van de reguliere zorgstructuur niet voldoende zijn. De CvI dient de ouders binnen acht weken na ontvangst van de aanmelding over de beslissing met betrekking tot de toelaatbaarheid in kennis te stellen. Deze termijn kan eventueel met acht weken worden verlengd. De plaatsing op Het Mozaïek vindt indien mogelijk kort na deze beslissing plaats. Soms is het echter noodzakelijk te werken met een wachtlijst. Dat komt omdat we werken met een maximaal aantal leerlingen per groep waardoor we kwaliteit kunnen waarborgen. In de regel komt dit echter zelden voor. 2.4
Verwijzing naar een andere school
Leerlingen afkomstig uit de regio Wettelijk is het verplicht elke drie jaar te toetsen of de leerling nog altijd is aangewezen op het onderwijs van Het Mozaïek. Door middel van de leerling-bespreking wordt twee keer per jaar geëvalueerd of de plaatsing op onze school vervolgd moet worden. Indien overwogen wordt de leerling door te verwijzen naar een andere school, worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek. De schoolkeuze wordt in dit gesprek met de ouders besproken. 10 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Leerlingen die zijn opgenomen bij Karakter De Commissie voor de Begeleiding (CvB) adviseert over de schoolverwijzing. De leerkracht vermeldt vervolgens in het handelingsplan welke vorm van onderwijs na afloop van de opname door de school wordt nagestreefd. De schoolkeuze komt telkens tijdens de behandelplanbesprekingen bij Karakter aan de orde. Tijdens de laatste bespreking wordt het definitieve schooladvies in overleg met de behandelaars vastgesteld. Indien de leerling na de opname bij Karakter is aangewezen op het Speciaal Onderwijs, zoals Het Mozaïek, dan moet de procedure richting de Commissie van Indicatiestelling worden gevolgd (zie 2.3). Het Mozaïek maakt een onderwijskundig rapport met alle relevante (onderzoeks-) gegevens voor de nieuwe school. 2.5
Ambulante begeleiding
Leerlingen die worden doorverwezen naar het reguliere onderwijs komen in aanmerking voor ambulante begeleiding. Dit gebeurt in overleg met de Dienst Ambulante Begeleiding van Attendiz voor leerlingen uit de regio.
11 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
3.
VISIE EN DOELSTELLING VAN DE SCHOOL
3.1
Visie
Het Mozaïek creëert een gevoel van veiligheid in en om de school door voor de leerlingen structuur aan te brengen in tijd, ruimte, werkzaamheden en onderlinge relaties. Wij willen onze leerlingen tot verdere exploratie laten komen, door de methodiek 'van voorstructureren naar zelf reguleren' te hanteren. De vaststelling van het ontwikkelingsperspectief van de leerling vormt, naast de zorgvraag op basis van de stoornis, leidraad. Gezien vanuit het eigen perspectief van elke leerling werken we aan de maximaal haalbare toerusting binnen de verschillende ontwikkelingsgebieden. Zo gaat de leerling op weg naar relatie, competentie en autonomie. Partnership met ouders en hulpverlening bij dit alles vormt de onderlegger voor zo optimaal mogelijk onderwijs op onze school. Op deze wijze gebruikt Het Mozaïek de individuele mogelijkheden van de leerlingen om ze maximaal toegerust een plek binnen de maatschappij te laten vinden. 3.2
Doelstelling
Het Mozaïek heeft een drieledige gefaseerde doelstelling: 1. Het ontwikkelingsperspectief voor de leerling vaststellen. 2. Vanuit dit perspectief werken aan een maximaal haalbare toerusting op zowel didactisch gebied als op sociaal emotioneel gebied. 3. Het verder werken aan het ontwikkelingsperspectief of indien mogelijk de leerling schakelen naar een andere vorm van onderwijs binnen het samenwerkingsverband. 3.3
Uitwerking van de visie en doelstelling
ad 1. Bij iedere nieuwe leerling stelt de Commissie van Begeleiding op basis van de intakegegevens en indien nodig op basis van eigen onderzoek het verwachte ontwikkelingsperspectief en de daarbij behorende doelen op leergebied en op sociaal emotioneel gebied vast. Het ontwikkelingsperspectief en de doelen worden vastgelegd in het handelingsplan. Ouders / verzorgers ondertekenen het handelingsplan voor akkoord. ad 2. De school stelt de leerlingen vervolgens in staat onderwijs te volgen in de ruimste zin van het woord, maar uiteindelijk staat het leren voorop. De school besteedt naast het leren aandacht aan de persoonlijkheidsontwikkeling (individuatie) en de versterking en uitbouw van contactuele vaardigheden (socialisatie). Voor sommige leerlingen is het wegwerken van ontmoediging en het stimuleren van motivatie in het begin belangrijker dan het leggen van het accent op leerresultaten. Op het moment dat deze leerlingen zijn gewend, kan en zal het leren weer als doel worden gesteld. Voor andere leerlingen is zo’n gewenningsperiode niet nodig en kan direct het accent op het leren worden gelegd. De wijze van werken is voor iedere leerling vastgelegd in het handelingsplan.
12 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
ad 3. In de evaluatie kijkt de school of de gestelde doelen zijn behaald en wat de belemmerende of de bevorderende factoren daarbij waren. Vervolgens zijn er twee mogelijkheden: de leerling blijft op Het Mozaïek, waarbij op basis van de evaluatie nieuwe doelen en indien nodig een nieuw ontwikkelingsperspectief wordt geformuleerd; de leerling wordt op basis van een onderbouwd advies doorverwezen naar een andere school. In de schoolgids zal jaarlijks worden vermeld of de resultaten van het onderwijs overeenkomen met de verwachtingen. Dit gebeurt aan de hand van een inventarisatie bij uitstroom of doorstroom van leerlingen. 3.4
Kenmerken van onze werkwijze om de doelstelling te bereiken
Enkele kenmerken van de werkwijze van Het Mozaïek om deze doelstelling te verwezenlijken worden hierna genoemd. Het pedagogische klimaat in onze school De school is geen behandelinstituut. De school doet een beroep op de gezonde leermogelijkheden van de leerling, waarbij tegelijk rekening wordt gehouden met de beperkingen die er in samenhang met de psychiatrische problematiek zijn. Hierdoor ontstaat een klimaat van eisen stellen en tegelijkertijd een klimaat van accepteren van de problematiek. Daarnaast zijn al onze leerlingen gebaat bij structuur, duidelijkheid, veiligheid en voorspelbaarheid. Vanuit dit preventieve klimaat werken we per kind toe naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid, dus: van voorstructureren naar zelfreguleren. Daarom nemen wij structureren ook niet als doel op zich, maar als een middel om meerdere doelen te bereiken, zowel cognitief als sociaal emotioneel. Door deze structuur ontstaat een pedagogisch klimaat om maximaal te leren omgaan met zelfstandigheid. Sommige leerlingen begrijpen nog zo weinig van hun omgeving, dat de geringste afwijking van het vertrouwde tot gedragsproblemen leidt. Voor deze leerlingen is een zeer strakke structuur vereist. Het didactische klimaat in onze school Deze begint bij de inrichting van onze school. De basis moet goed gestructureerd en helder zijn, zodat er aan doelen gewerkt kan gaan worden. De inrichting van de klassen is in alle lokalen autisme vriendelijk, dat wil zeggen: geen overbodige prikkels in het lokaal, functioneel gebruik van kasten en vensterbanken, zo nodig individuele werkplekken, visuele ondersteuning door middel van o.a. picto’s. Er wordt altijd gekeken wat de individuele leerling nodig heeft voor zijn werkplek. Naast de individuele begeleiding wordt er ook gestreefd naar duo- en groepswerk. Het uitgangspunt van het onderwijs zijn de kerndoelen voor het basisonderwijs. Inzet van deskundigheid van externe hulpverleners De leerkrachten van de school hebben regelmatig overleg met de diverse behandelaars. Tijdens de verschillende besprekingen verduidelijken de behandelaars de problematiek van de leerlingen en verhogen daarmee de deskundigheid van de leerkrachten. Indien noodzakelijk en mogelijk worden tevens externe hulpverleners van bijvoorbeeld Adhesie, Mediant, logopedie of fysiotherapie ingeschakeld. Ook op deze wijze wordt extra deskundigheid in de school gehaald.
13 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Lestijdverkorting Het komt voor dat er voor een leerling lestijdverkorting aangevraagd wordt bij de inspectie. Deze leerling kan dan onvoldoende goed een dag op school volhouden vanwege zijn problematiek of hij vraagt één op één begeleiding. Deze begeleiding kunnen wij niet bieden. Er wordt een plan van aanpak opgesteld om te werken naar schooltijduitbreiding. Het blijkt echter soms dat deze uitbreiding niet haalbaar is. Leerlingen die zijn opgenomen bij Karakter kunnen vanwege hun behandeling niet volledig naar school. Voor die leerlingen wordt lestijdverkorting aangevraagd en in het handelingsplan worden hun lesuren aangegeven.
14 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
4.
DE ORGANISATIE VAN DE SCHOOL
4.1
Basisonderwijs SO
Onze SO locatie in Enschede bestaat uit acht groepen. Bij de indeling van de groepen kijken we naar de leeftijd van de leerlingen, naar het niveau en naar hun problematiek. In het reguliere basisonderwijs gaat een leerling van groep 1 naar groep 2 enzovoort. Doordat wij rekening houden met niveau, leeftijd en problematiek gaat dit op Het Mozaïek anders. Een leerling kan bij ons bijvoorbeeld meer dan een jaar bij dezelfde leerkracht blijven en met meerdere jaargroepen in één groep zitten. 4.2
Groepsgrootte
De groepsgrootte is in het SO gemiddeld 14 leerlingen. 4.3
Personeel
Personeelsleden met onderstaande functies zijn op Het Mozaïek SO Enschede: 4.4
directeur; zorgcoördinator; orthopedagoog; Psychologisch assistent; leerkrachten; onderwijsassistent; vakleerkracht lichamelijke opvoeding; secretaresse; conciërge; schoolmaatschappelijk deskundige; Psychologisch assistent; Stagiaires. De directeur
Als eindverantwoordelijke van het onderwijs komt de directeur altijd in beeld bij leerlingen wanneer er belangrijke beslissingen genomen worden of dito adviezen gegeven worden. 4.5
Zorgcoördinator
De zorgcoördinator ondersteunt de leerkrachten bij het uitvoeren van de individuele ontwikkelingsperspectieven. De zorgcoördinator is aanwezig bij de leerling-besprekingen en soms ook bij de contacten met ouders. Hij/zij coacht leerkrachten en assistenten, gaat op klassenbezoek en coördineert het onderwijsinhoudelijke programma. 4.6
Orthopedagoog
De orthopedagoog adviseert en begeleidt de leerkrachten in hun handelen met individuele leerlingen. De orthopedagoog is betrokken bij alles wat met de toelating van nieuwe leerlingen te maken heeft. Hij / zij is op aanvraag aanwezig bij gesprekken met ouders. Tot het takenpakket van de orthopedagoog behoort onder andere: 15 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
4.8
begeleiden van leerlingen met een ASS. Dit gebeurt door middel van het begeleiden en ondersteunen van leerkrachten in het omgaan met leerlingen met een ASS, deelname aan oudergesprekken, observaties en aanwezig zijn bij leerlingbesprekingen; het verzorgen van scholing en voorlichting. De psychologisch assistent
De psychologisch assistent ondersteunt de orthopedagoog bij haar werkzaamheden. 4.7
Schoolmaatschappelijk deskundige
De schoolmaatschappelijk deskundige heeft tot taak een goede relatie tussen school en thuis te onderhouden en is lid van de CvB. Hij / zij kan de leerkrachten begeleiden en adviseren in het omgaan met hun leerlingen; voor de ouders kan hij / zij als vraagbaak functioneren. 4.8
Leerkrachten
De leerkrachten hebben de taak om de leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden in het volgen van onderwijs. Ook het omgaan met hun stoornis staat voorop. Steeds wordt een afweging gemaakt van wat de (on)mogelijkheden zijn van de leerling. Hierop wordt het onderwijs afgestemd. 4.9
Onderwijsassistenten
In de afdeling SO is in iedere klas naast de leerkracht ook een onderwijsassistent aanwezig. De onderwijsassistent ondersteunt de leerkracht bij alle voorkomende taken. 4.10 Conciërge De conciërge regelt de huishoudelijke zaken in de school en verricht klein onderhoud aan het schoolgebouw. 4.11 Stagiaires Het Mozaïek SO Hengelo biedt stage mogelijkheden voor studenten van de opleiding Orthopedagogiek, SPH, SPW en PABO. 4.12 Jeugdarts De jeugdarts van Het Mozaïek SO Enschede is mevrouw Marie-José Sprakel. Zij is lid van de CvB. Daarnaast is ook de jeugdarts nauw betrokken bij de begeleiding van de kinderen op school. Zij doet (indien nodig) een medisch onderzoek. Hiervan wordt u altijd vooraf op de hoogte gesteld. Zij heeft ook contact met de leerkrachten. De jeugdarts is te bereiken op het volgende adres: GGD Regio Twente Bezoekadres: Nijverheidstraat 30, 7511 JM Enschede Postadres: Postbus 1400, 7500 BK Enschede Telefoon: 053 - 4876543 Fax: 053 - 4876500 E-mail:
[email protected] 16 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
4.13 Onderwijsprogramma Algemeen De leerlingen worden op Het Mozaïek uitgedaagd zich te ontwikkelen, waarbij er uitgegaan wordt van het werken in ‘de zone van naaste ontwikkeling’ van leerlingen; daar waar nodig zullen wij hen uitdagen en zorgzaam confronteren met hun mogelijkheden en onmogelijkheden, waardoor de leerling zichzelf in beeld krijgt en zich op deze manier zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen. Ook worden er activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd waardoor de leerlingen leren omgaan met elkaar in andere situaties, dan de dagelijkse schoolsituatie. Hierbij kunt u denken aan o.a. kamp, sportdag, sinterklaasfeest en kerstfeest. Methodes Op het SO krijgen de leerlingen in principe les in alle vakken die zijn voorgeschreven volgens de kerndoelen voor het basisonderwijs. Ook de methodes die wij gebruiken zijn dezelfde als die u kunt tegen komen in het regulier onderwijs. Daarnaast hebben wij methodes/middelen die wij inzetten voor extra ondersteuning of extra uitdaging. Daar waar nodig passen wij de methodes aan, aan de behoefte van de leerling. Inzet specifieke middelen Leerlingen met een autisme spectrum stoornis halen gewenst gedrag/handig gedrag/ benodigde informatie niet altijd vanzelf uit hun omgeving/leerboek. Zij hebben hiervoor specifieke leermiddelen nodig. Voor elke leerling kan dit weer iets anders zijn wat hij/zij nodig heeft. Wij proberen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de individuele behoefte van een leerling. Op Het Mozaïek zetten we o.a. de volgende specifieke hulpmiddelen in: * * * * * * * * * * * *
specifiek leerkracht gedrag specifieke methodes picto’s stappenplannen sociale vertelsels time timer beloningssystemen gespreksvormen spelvormen schotten time-out ruimte time-out begeleider
17 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Mogelijke uitstroom Op Het Mozaïek SO Enschede SO kunnen leerlingen heel divers uitstromen: Naar een reguliere school voor basisonderwijs (BAO) Naar het speciaal basisonderwijs (SBO) Naar een andere vorm/cluster van speciaal onderwijs Naar regulier voortgezet onderwijs (VMBO BB/KB/KGT/T HAVO/VWO) Naar speciaal voortgezet onderwijs (OPDC, zorgklas VO) Naar het VSO van Het Mozaïek (praktijkstroom, theoriestroom (VMBO BB/KB/KGT/T), A klas (= auti klas alleen in Almelo) Naar een andere vorm/cluster van voortgezet speciaal onderwijs Naar het Panta Rhei college (HAVO, VWO voor ASS leerlingen) 4.14 Schoolregels Voor de leerlingen zijn er schoolregels, klassenregels en pleinregels opgesteld. In het begin van het schooljaar worden deze regels met de leerlingen doorgenomen en na een vakantie worden deze regels en afspraken herhaald. Wanneer uw kind het nodig heeft om deze regels ook thuis door te nemen kunt u een kopie vragen aan de leerkracht of de onderwijsassistent van uw kind. 4.15 Gele of rode kaart en time-out Controle fysieke beheersing Soms kunnen leerlingen zo boos worden, dat zij een gevaar vormen voor zichzelf of voor hun omgeving. Als dit gebeurt dan moet de leerkracht of een ander personeelslid de leerling 18 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
vasthouden. Dit gebeurt met speciale technieken die ervoor zorgen dat zowel de leerling als het personeelslid zo min mogelijk schade oplopen. Het is altijd vervelend als er CFB moet worden toegepast. In de cursussen CFB staat daarom het leren voorkomen van agressie voorop. Gele of rode kaart In de doelstelling van Het Mozaïek staat dat wij de leerlingen leren omgaan met hun problematiek in de schoolsituatie. Dat houdt ook in dat wij hen leren een alternatief te vinden voor agressief gedrag. Wij kunnen dus niet zonder meer iedere vorm van agressie op dezelfde wijze bestraffen. Altijd zullen wij rekening moeten houden met de problematiek van de individuele leerling en de omstandigheden waarin hij of zij verkeert. Toch worden er ook bij ons soms grenzen overschreden. We bedoelen dan voornamelijk doelbewust gericht lichamelijk of verbaal geweld. Voor deze situaties werken wij met gele kaarten en met rode kaarten. Een gele kaart betekent een officiële waarschuwing. De leerkracht of mentor bepaalt of een leerling een gele kaart krijgt. Ouders krijgen altijd telefonisch en schriftelijk bericht als er een gele kaart is uitgedeeld. De gele kaart kan weer ingetrokken worden bij positief gedrag. De gele kaart is een bepaalde periode geldig, maximaal één maand. Een tweede gele kaart in zo’n periode kan een rode kaart betekenen. Als een leerling een rode kaart krijgt, dan krijgt de leerling een time-out van één dag of wordt de leerling (tijdelijk) geschorst. Bij terugkomst volgt er altijd een gesprek met de leerling voordat hij/zij terug kan keren in de klas. Ook hiervan krijgt u telefonisch en schriftelijk bericht. Het is ook mogelijk direct een rode kaart te verstrekken: bedreiging van medeleerlingen of leerkracht; bij lichamelijk letsel toebrengen; bij in het bezit hebben/gebruiken van drugs (zie ook schoolregels); bij in het bezit hebben/gebruiken van vuurwerk en wapens. In deze situaties dient de leerling direct te worden opgehaald door de ouders/verzorgers. Time-out Ook kent het SO een time-out mogelijkheid in de school. Deze wordt ingezet bij bovengenoemd gedrag passend bij een gele kaart. Door de functie van de time-out blijkt dat er minder frequent een gele kaart uitgedeeld wordt. De leerling wordt verwijderd uit de situatie en wordt naar de time-out ruimte gebracht. Een time-out wordt altijd afgesloten met een gesprek en het doel is dat de leerling zo snel mogelijk terug gaat naar zijn klas. Als er met regelmaat een gele kaart, rode kaart of time-out ingezet moet worden, dan wordt u uitgenodigd voor een gesprek. Hoogstwaarschijnlijk zal er dan naast school een vorm van begeleiding of behandeling ingezet moeten worden. Tijdelijke verwijdering Uitgangspunt: De wetgever gaat ervan uit dat schorsing een maatregel is voor het reguliere onderwijs en dat deze maatregel niet thuishoort in het speciale onderwijs. In zeer uitzonderlijke gevallen kan het speciaal onderwijs ook gebruik maken van deze maatregel. Een schorsing mag niet langer dan één week duren. Schorsing moet voor onze scholen opgevat worden als een tijdelijke verwijdering. 19 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Voor de tijdelijke verwijdering kunnen de volgende redenen worden aangevoerd: a. voortdurend, storend, agressief gedrag van de leerling; b. bedreigend of agressief gedrag van de ouders/verzorgers van de leerling. Het moet aannemelijk zijn dat herhaling niet is uitgesloten, waardoor gegronde vrees is ontstaan voor de veiligheid van het personeel of de andere leerlingen of voor de ongestoorde voortgang van het onderwijs. De directeur stelt het bevoegd gezag op de hoogte van de tijdelijke verwijdering. Bij schorsing – tijdelijke verwijdering langer dan één dag moet de inspectie op de hoogte worden gebracht van: 1. de redenen die tot schorsing of verwijdering hebben doen besluiten; 2. de maatregelen die zijn genomen om aan de onderwijsverplichting te voldoen. De directeur nodigt de ouders en de betrokken leerkracht uit voor een gesprek. Hierbij moeten oplossingsmogelijkheden worden verkend, waarbij de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen. De directeur maakt een verslag van de tijdelijke verwijdering en het gesprek met de ouders. Dit verslag wordt door de ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar: het bevoegd gezag; de leerplichtambtenaar; de inspectie. Ouders kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk binnen 14 dagen na ontvangst op het beroep. De tijdelijke verwijdering kan leiden tot een definitieve verwijdering. Interne overplaatsing Een besluit tot definitieve verwijdering is pas mogelijk nadat een andere school is gevonden om de leerling op te nemen of dat aantoonbaar is dat het bevoegd gezag, gedurende acht weken, er alles aan heeft gedaan om de leerling elders geplaatst te krijgen. Als de betrokken CvB aangeeft dat de betrokken leerling aangewezen is op het speciaal onderwijs dat Attendiz biedt, dan zal het bevoegd gezag in overleg met de betrokken directeur een andere school binnen Attendiz zoeken. Uitgangspunt hierbij is dat deze andere school een antwoord kan bieden op de hulpvraag van de leerling die overgeplaatst moet worden. Het bevoegd gezag neemt vervolgens het besluit tot verplichte interne overplaatsing. Definitieve verwijdering. Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag hoort de betrokken leerkracht en de directeur. Hiervan wordt een verslag gemaakt, wat aan de ouders ter kennis wordt gesteld en door de ouders voor gezien wordt getekend. Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar de leerplichtambtenaar; de inspectie.
20 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Het bevoegd gezag informeert de ouders schriftelijk en met redenen over het voornemen tot verwijdering, waarbij de ouders gewezen wordt op de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift. De ouders krijgen de mogelijkheid binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen. Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen over het bezwaarschrift. Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Agressie accepteren wij niet Het Mozaïek is een cluster 4 school psychiatrie, dit betekent dat er leerlingen op school zitten die vanuit hun problematiek soms agressief gedrag kunnen vertonen. Dit betekent echter niet dat wij agressief gedrag accepteren. Geen enkele problematiek/stoornis kan of mag een vrijbrief of excuus zijn voor het gebruiken van agressief gedrag. Door leerlingen toegebrachte schade Schade die door een leerling op school wordt toegebracht aan roerende of onroerende zaken, worden verhaald op de WA-verzekering van de ouders/verzorgers van de betreffende leerling. Aangifte School heeft en kent de mogelijkheid om aangifte te doen daar waar dit noodzakelijk is. Grenzen moeten goed bewaakt blijven en ook helder blijven voor iedereen die in de school participeert. Na fysiek geweld zal er aangifte gedaan worden bij de politie. School moet een veilige plek zijn voor leerlingen, ouders en team.
21 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
5.
DE BEGELEIDING VAN DE LEERLING OP HET MOZAÏEK
5.1
Inleiding
In onze visie zeggen we de volgende zaken die betrekking hebben op ons onderwijs: Dat het klimaat door de veiligheid via ordening in tijd, werkzaamheden, ruimte en relaties een basale voorwaarde vormt om tot leren te komen. Dat de leeromgeving inspeelt op de behoeften en mogelijkheden van onze leerlingen. Door een 'warme' sfeer en een heldere structuur waarbij duidelijke regels gelden en waarbij alle betrokkenen toezien op naleving daarvan, en door schone, ruime, functionele, uitdagende en overzichtelijk ingerichte lokalen die recht doen aan de behoefte van onze leerlingen om actief te leren, zullen onze leerlingen optimaal in staat zijn om krachtige leerervaringen op te doen. Dat we sterk rekening houden met verschillen die er tussen leerlingen bestaan in aanleg, tempo en interesse. De psychiatrische problematiek van onze leerlingen noopt ons om onderwijskundig maatwerk op een integrale manier vorm te geven. Dat we uitgaan van het principe: van voorstructurering naar zelfregulering. Dat we in het SO (streven te) werken met leerjaren en niveau groepen. De groepen zijn ingedeeld op didactisch/cognitief niveau waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met problematiek en leeftijd van de leerlingen. De groepsgrootte bedraagt in principe maximaal 15 leerlingen. Dat draagt bij aan de ambitie maatwerk te leveren. Dat de leerlingen het reguliere basisonderwijs programma volgen, met extra aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Dat we uitstroomprofielen hanteren op basis van het ontwikkelingsperspectief van de leerling, gericht op vervolgonderwijs, zowel regulier als speciaal. Dat we werken met arrangementen gericht op het uitstroomprofiel van de leerlingen. 5.2
Onderwijsconcept
Er wordt gebruik gemaakt van reguliere methodes en leermiddelen. In principe moet de leerstof van de basisschool geleerd kunnen worden. Om dat te kunnen bereiken, passen we ons onderwijsconcept aan, aan de hulpvraag van onze doelgroep en ieder kind afzonderlijk.
Leeromgeving: de inrichting van de klas is overzichtelijk en functioneel. Het leerstofaanbod sluit aan bij het uitstroomperspectief van de leerling. Er wordt gepland, geregistreerd, geëvalueerd en getoetst om steeds de koers passend te houden en er worden leerroutes ontwikkeld die passen bij verschillende uitstroomprofielen. De variatie in didactische aanpak wordt eveneens vergroot door de actieve inzet van ICT middelen in het onderwijs. Afwisseling van keuzemogelijkheid en sturing: het streven is erop gericht om (juist bij) onze leerlingen te zorgen voor een actieve betrokkenheid bij onderwijsactiviteiten. De relatie met het regulier onderwijs wordt op verschillende manieren en niveaus versterkt.
Het dagprogramma is vastgelegd in het rooster van de klas, dat vervolgens vertaald is in de groepsplanner van de leerkracht en dagritmekaarten in de klas voor de leerlingen. In voorkomende gevallen worden die individueel gespecificeerd. 22 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Het pedagogisch klimaat is belangrijk op Het Mozaïek SO Enschede. Als het pedagogische klimaat optimaal is zal de cognitieve ontwikkeling optimaal kunnen verlopen. Het leren omgaan met sociale vaardigheden, emoties en het trainen hiervan, wordt op verschillende wijzen vormgegeven. We gebruiken verschillende manieren om sociale vaardigheden gestructureerd aan te leren. Opbrengstgericht werken We richten ons onderwijs opbrengstgericht in. Opbrengstgericht werken betekent enerzijds dat we als school hele duidelijke doelen moeten stellen wat we onderwijskundig met uw zoon/dochter willen bereiken, maar ook dat we al vrij snel nadat uw kind op school geplaatst is een voorspelling moeten doen over de school waarnaar uw kind uitstroomt als hij/zij 12 jaar oud is. Dit noemen we het uitstroom-perspectief. Dit uitstroomperspectief wordt opgesteld op basis van gegevens van de vorige school en van de gegevens van de CvB. Op basis hiervan stellen we een ontwikkelingsperspectief op. Dit ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld op basis van het IQ, de leerprestaties, de communicatie, de werkhouding, het gedrag en de ernst van de stoornis. Dit is niet eenvoudig, vooral niet als uw zoon dochter nog maar kort op school is. Wij zijn verplicht u het ontwikkelingsperspectief mee te delen uiterlijk 6 weken na de start op school en uiterlijk 6 weken na het begin van het schooljaar. Dit ontwikkelingsperspectief is niet vaststaand in de eerste jaren op school. Wij hebben besloten dat vanaf groep 6 het ontwikkelingsperspectief een vaststaand gegeven is. Mocht uw zoon/ dochter daarna een positieve of negatieve ontwikkeling doormaken dan kan het alsnog worden aangepast. Het ontwikkelingsperspectief in de onderbouw zal dan ook zijn dat wij verwachten dat uw zoon/dochter de bovenbouw zal halen (groep 6 en hoger). Gekoppeld aan de uitstroommogelijkheid/ontwikkelingsperspectief zal uw kind een passende leerroute (leerarrangement)volgen. We kennen 4 leerarrangementen: Verdiept arrangement (leerlingen met uitstroomperspectief HAVO/VWO niveau). Basisarrangement (leerlingen met uitstroomperspectief Theoretische leerweg en Kaderberoeps). Intensief arrangement (basisberoeps en praktijkonderwijs). Zeer intensief (praktijkonderwijs en VSO Zeer Moeilijk Lerende Kinderen ZMLK). Alle leerlingen in de groepen 3 t/m 5 volgen in principe het basisarrangement. Mocht blijken dat dit niet voldoende is, dan kan er overgegaan worden naar verdiept, intensief of zeer intensief. Vanaf leerjaar 6 worden de leerlingen in een bij hen horend arrangement geplaatst. Er zal bij de kernvakken (rekenen en alle taalonderdelen) gewerkt gaan worden met leerlijnen. Deze leerlijnen zijn gekoppeld aan de leerarrangementen. Leerlingen met een verdiept arrangement zullen alle leerstof ontvangen. Bij de overige leerarrangementen zal er een verantwoorde keuze worden gemaakt in de leerstof. Deze leerlijnen zijn landelijk opgesteld. Meer dan 50% van de lestijd wordt besteed aan de kernvakken. Het ontwikkelingsperspectief bestaat uit de volgende delen: Deel 1: Samenvatting dossier: Vanuit het dossier worden de hoofdpunten samengevoegd dat als basisinformatie dient bij het handelen en nadenken over aanpak en mogelijkheden. Deel 2: Leerlingprofiel: 23 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Naast de feiten in de samenvatting dossier, worden ook naar de bevorderende en belemmerende factoren op het gebied van sociale, emotionele, cognitieve en fysieke ontwikkeling, de werkhouding, het schoolse leren op een schematische manier beschreven. Aan deze factoren worden handelingsgerichte adviezen voor de leerkrachten gekoppeld. Deel 3: Ontwikkelingsperspectief: Dit document zet de grote lijn richting toekomst uit, waarbij op basis van een aantal gegevens (leerontwikkeling, intelligentie, diagnose, ‘last’ van kenmerken van de stoornis) gekeken wordt wat de mogelijkheden kunnen zijn. Deel 4: Jaarplan: Hierin worden de doelen voor één schooljaar gesteld. Deze zullen twee maal per schooljaar worden geëvalueerd in de leerlingbespreking en eventueel bijgesteld worden. In de groep wordt gewerkt met een groepsplan per vak. Dit groepsplan heeft een directe relatie met het leerarrangement. Sociale Cognitie Training (SOCO) Vanaf de peuterleeftijd ontwikkelen kinderen een zogenaamde Theory of Mind. Dit betekent dat zij min of meer beginnen te beseffen dat anderen in hun omgeving iets anders kunnen denken en voelen dan zijzelf. Deze Theory of Mind is bij kinderen met autisme niet of slecht ontwikkeld. De moeite met afstemmen op de ander en het herkennen van de eigen gevoelens heeft grote gevolgen voor de manier waarop zij in het leven staan en omgaan met anderen. Aan de hand van de Theory Of Mind test (TOM – test) kan gekeken worden of de Theory of Mind zich voldoende ontwikkeld heeft. Er wordt dus gekeken of het kind over voldoende sociaal begrip, sociaal inzicht en sociale sensitiviteit beschikt. Deze training probeert een eerste aanzet te geven tot verdere ontwikkeling op het gebied van emotie herkenning. De emoties waar de training zich op richt zijn: bang, blij, boos en verdrietig. Om dit verder te stimuleren oefenen we dit ook in de klassensituatie. Dit kan bijvoorbeeld door het benoemen van wat je ziet aan emoties bij de kinderen. Bijvoorbeeld: “Ik zie dat je boos bent, omdat je ….. ”. Maar ook bijvoorbeeld tijdens het voorlezen van een verhaal door vragen te stellen over hoe iemand zich zou kunnen voelen. Sociale Cognitie wordt in groepjes van 4 kinderen gegeven. Hierbij zijn 1 of 2 trainers (onderwijsassistenten) aanwezig. De trainers worden begeleid door de orthopedagoog. In totaal bestaat de training uit tien bijeenkomsten van ongeveer driekwartier. Alle bijeenkomsten verlopen volgens een vaste structuur. Op Het Mozaïek SO Hengelo werken we met de SoVa-methode Goed Gedaan. Goed Gedaan is een praktische methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling in het basisonderwijs. Met Goed Gedaan wordt er op een positieve en concrete manier aandacht aan de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen besteed. Dit geeft de kinderen een goede basis mee voor later. Goed Gedaan houdt rekening met de wereld waarin kinderen vandaag de dag opgroeien. Dat is een wereld die o.a. door de media (tv, internet) erg groot en divers is en waarin kinderen zeer verschillend voorbeeldgedrag krijgen. Goed Gedaan geeft hen meer zicht en grip op hun eigen emoties en gedrag en maakt hun het "hoe en waarom" van sociale vaardigheden duidelijk. Goed Gedaan is nadrukkelijk gebaseerd op een praktische kijk op "leren" en "samenleven" en combineert theorieën en trainingen uit de hulpverlening met "gezond verstand" en praktische tips. Ingewikkelde sociaal-emotionele inzichten en vaardigheden worden vertaald in concrete termen en stapjes. De twaalf onderwerpen die bij Goed Gedaan aan de orde komen zijn: samen spelen en werken; weerbaarheid; 24 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
rekening houden met anderen; omgaan met verschillen; verplaatsen in een ander; bewuste keuzes maken; zelfbeheersing; zelfvertrouwen; relativeren; zelfkennis; omgaan met media-info; samen op internet.
Door het samen met de leerling maken van Sociale Vertelsels wordt de actieve rol van de leerling bij het aanleren van goed gedrag en het afleren van fout gedrag gestimuleerd. Dat gebeurt tevens via het (vaak tijdelijk) inzetten van beloningssystemen. Ook wordt er gewerkt aan groepsdoelen uit de methode Goed Gedaan. Daarnaast kan er tijdens de sociaal emotionele ontwikkelingsmomenten met of zonder veel stimulans invulling gegeven worden aan de behoefte van de leerlingen. Het geleerde wordt in praktijk gebracht op een actieve en zelfstandige manier. De leerkracht /assistent speelt op zulke momenten een voor de leerling onopvallende rol, namelijk die van observant, waarbij slechts indien nodig interventies door de leerkracht / assistent plaatsvinden. Rol van de volwassene Het orthopedagogisch handelen Bij onze doelgroep ( voornamelijk leerlingen met o.a. pdd-nos, autistische stoornis, syndroom van Asperger) moet je inzoomen op de problemen die de leerlingen hebben met: centrale coherentie; theory of Mind; executieve functies. Alle andere problematiek blijkt vrijwel altijd vanuit die drie genoemde theorieën te komen en is dus secundair. Veel typerend gedrag van onze leerlingen komt voort vanuit problemen met: De centrale coherentie: verbeelding; taal letterlijk nemen, geen samenhang zien. Theory of Mind: sociaal niet afstemmen op de ander, waardoor sociaal onhandig gedrag ontstaat. Executieve functies: de omgeving en werkzaamheden organiseren en plannen vormt het derde deel van deze triade: het is lastig om zich een idee te vormen hoe je met een taak aan de slag gaat. Het (ortho)pedagogisch handelen is belangrijk op Het Mozaïek SO Hengelo. Als het pedagogische klimaat optimaal is zal het kind beter tot leren komen. In een veilige situatie treedt immers gewenning op en ontstaat gevoel van competentie. Kinderen hebben vertrouwen in zichzelf en in hun omgeving. Dan kan een efficiënt leerproces plaatsvinden en kan het zelf reguleren steeds meer naar voren komen. De school is geen behandelinstituut. De school doet een beroep op de gezonde leermogelijkheden van de leerling, waarbij tegelijkertijd rekening wordt gehouden met de beperkingen die er in samenhang met de psychiatrische problematiek zijn. Hierdoor ontstaat een klimaat van eisen stellen en tegelijkertijd een klimaat van accepteren van de problematiek. De school toont altijd respect voor de eigenheid van het kind, ongeacht de ontwikkelings- of de gedragsproblemen van het kind, ondanks het feit dat dit soms behoorlijk overschaduwd kan worden door onwenselijk of moeilijk te begrijpen uitingen of gedragingen. Het (leer)gedrag van de leerling vormt de leidraad. 25 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Het is van groot belang dat de leerkracht kennis heeft van de problematiek en weet waar het soms zo moeilijk te begrijpen gedrag mee in verband kan staan. De leerkracht moet de betekenis van dat gedrag ontrafelen en interpreteren, met behulp van bovengenoemde theorieën. Het autistische denken biedt handvatten om te komen tot de duiding. Hierbij is het van belang steeds de afweging te maken of er sprake is van niet-stoornis gerelateerd gedrag of stoornis gerelateerd gedrag. De school vindt het belangrijk dat het vakmanschap van de leerkracht tot uiting komt in de pedagogische relatie met de leerling. Het behoort tot haar kerntaak ervoor te zorgen dat iedere leerling zich veilig voelt op school (relatie), zelfvertrouwen opbouwt (competentie), leert zelfstandig te functioneren en eigen verantwoordelijkheid te dragen (autonomie). De leerkracht kan op een aantal manieren tegemoetkomen aan deze basisbehoeften m.n. in de interactie met kinderen, in het klassenmanagement en in de instructie. Vaardigheden die de leerkracht in de interactie met de leerling gebruikt zijn bijvoorbeeld: voordoen-samendoen-nadoen, herhalen, het stellen van vragen, gewenst gedrag belonen, niet de persoon maar het gedrag afkeuren, hulpego zijn, luisteren, gedrag terugkoppelen, neutraal-vriendelijke opstelling, communicatie afstemmen op de mogelijkheden van de leerling. De leerlingen zijn gebaat bij structuur, duidelijkheid, veiligheid en voorspelbaarheid. Vanuit dit preventieve klimaat wordt er per kind naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid gewerkt, dus van voorstructureren naar zelf reguleren. Daarom is de structuur ook niet een doel op zich, maar als een middel om meerdere doelen te bereiken, zowel cognitief als sociaal emotioneel. Door deze structuur ontstaat een pedagogisch klimaat om maximaal om te leren gaan met zelfstandigheid. De vijftien leerlingen van de klas zou men derhalve kunnen plaatsen op een denkbeeldige lijn, van enerzijds extreem veel structuur en ordening naar anderzijds nauwelijks aanpassingen en veel zelfstandigheid. Het orthodidactische handelen Uitgangspunt is: van voorstructureren naar zelf reguleren. Er wordt de kinderen geleerd wat ze nodig hebben om zelf die structuur af te bouwen, om zelf de structuur en organisatie vorm te gaan geven en toe te werken naar zelfstandigheid. Steeds beschouwt de leerkracht dit op korte, middellange en lange termijn. Het Mozaïek SO Hengelo past uitgangspunten van het Handelingsgericht werken toe. De onderwijsbehoeften van de leerlingen staan centraal: Wat heeft een leerling nodig om een bepaald doel te behalen? Dit begint bij de inrichting van de school. De basis moet goed gestructureerd en helder zijn, zodat er aan doelen gewerkt kan gaan worden. De inrichting van de klassen is autisme vriendelijk. Dit betekent dat deze weinig irrelevante prikkels en frustratie hoeft op te leveren. Er wordt altijd gekeken wat de individuele leerling nodig heeft voor zijn werkplek. Er zijn kinderen die in een groepje kunnen zitten tijdens werken, maar er zijn ook kinderen die het beste werken als ze een meer afgeschermde werkplek hebben. De instructie wordt gegeven volgens het interactieve gedifferentieerde directe instructie model(IGDI model: dagelijkse terugblik, presentatie/interactieve groepsinstructie, begeleide inoefening, zelfstandige of in duo toepassen verlengde instructie, feedback zelfstandig werken en instructiegroep, evaluatie, terug en vooruitblik) in groepen, subgroepen en op individueel niveau. Bij de indeling van de groepen wordt gekeken naar het didactisch niveau. Naast de individuele begeleiding bij het leren wordt er gestreefd naar het werken in groepen en 26 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
subgroepen. We streven ernaar om de kinderen die in hetzelfde arrangementen werken zoveel mogelijk bij elkaar in een groep te plaatsen. Hierdoor worden groepslessen en subgroep lessen mogelijk. Toetsen zijn hiervoor een middel om het didactisch niveau te bepalen. Twee keer per jaar worden de CITO toetsen afgenomen, daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van de methode gebonden toetsen. Deze toetsen geven een duidelijk beeld van welke stof de leerling beheerst en welke nog niet. Als een kind een onderdeel van de stof niet beheerst is er remediërend materiaal van de methode aanwezig om verder te werken aan de beheersing van de stof in extra leertijd. Voor de leerlingen die de stof wel beheersen is verdiepend materiaal van de methode aanwezig. Door middel van de toetsen is het voor ons ook mogelijk om te controleren of de leerling nog wel in het juiste arrangement werkt. De groepslessen en het werken in subgroepen geven de leerlingen de kans om te leren omgaan met groepsinstructies. Daarnaast zorgen de groeps- en subgroepslessen ook voor meer oefen- en instructiemomenten. De leerlingen leren zelfstandig en samen aan opdrachten werken. Voor de kinderen waarvoor dit niet haalbaar is wordt een individueel programma opgesteld. Deze leerlingen werken op dezelfde momenten aan dezelfde vakken als de andere kinderen in de groep, maar krijgen individuele instructies. Ook werken er kinderen met een individueel rooster, omdat het volgen van het groepsrooster nog te moeilijk is. Afstemming en wisselwerking Op Het Mozaïek SO Hengelo gaat het niet alleen om het kind maar om het kind in wisselwerking met zijn omgeving. Het gaat om deze leerling in deze groep, bij deze leerkracht op deze school en van deze ouders. Hoe goed is de omgeving afgestemd op wat dit kind nodig heeft. De leerkrachten realiseren passend onderwijs. Positieve aspecten van kind, leerkracht, groep, school en ouders zijn van groot belang. Naast problematische aspecten zijn deze nodig om de situatie te begrijpen, ambitieuze doelen te stellen en om een succesvol plan van aanpak te maken. Samenwerking tussen leerkrachten, leerlingen, ouders en interne en externe begeleiders is noodzakelijk om een effectieve aanpak te realiseren. Samenwerking met ouders is de onderlegger voor succesvol onderwijs aan onze doelgroep. Middels huisbezoeken, telefonische of schriftelijke contacten, oudergesprekken, maar ook middels de Ouderraad en MR proberen we samen op te gaan met ouders, ieder vanuit de eigen deskundigheid, bij de ontwikkeling van de leerling. Actieve rol van de leerling Vanuit ieder Ontwikkelingsperspectief wordt uiteindelijk het maatwerk geleverd, zoals verwoord in onze visie. Omdat we reguliere methodes gebruiken bij alle schoolse vakken, wordt het aanbod rondom actieve betrokkenheid van de leerlingen bovendien primair conform de methode / de leerlijn gevolgd. Zo biedt onze nieuwe rekenmethode Alles Telt, maar ook bijv. de methode Veilig Leren Lezen, een rijk aanbod om de actieve en zelfstandige rol van de leerlingen binnen de onderwijsactiviteiten te stimuleren. 1. Op onze school spelen de leerlingen een actieve en zelfstandige rol binnen de onderwijsactiviteiten. In alle groepen wordt de dagindeling gevisualiseerd, op een uniforme wijze. Met andere woorden: de leerlingen weten hoe de dag verloopt en kunnen dat voortdurend controleren. Veel leerlingen ontlenen door deze ordening een groter gevoel van veiligheid. Soms hangt er bij de tafel van de leerling een verbijzondering van dat rooster, of een afstreeprooster. 27 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
In veel groepen worden leerlingen ingeschakeld bij het bespreken van het dagrooster, het verhangen van de pijl die het juiste moment aangeeft, enz. Veel leerlingen hebben juist moeite met het ontwikkelen van zelfstandigheid. We moeten soms verder terug in de structuur. Hierbij maken we veel gebruik van hulpmiddelen die bijv. de tijd verder structureren. Via de dagritmekaarten / het rooster in de klas, is de tijd reeds geordend. Extra hulpmiddelen als een timetimer en kleurenklok kunnen leerlingen nog meer structuur geven, net als een eigen rooster bij de tafel van de leerling. Bij het leren wordt eveneens gebruik gemaakt van hulpmiddelen, zoals opzoekboekjes en afsprakenmappen. In alle groepen wordt leerlingen geleerd zelfstandig een keuze te maken bij boosheid of drukte. Afhankelijk van het ontwikkelingsniveau kan dit door de leerling kenbaar gemaakt worden via een picto, afspraak, teken, enz. Hiermee samenhangend wordt vaak een emotiethermometer gebruikt. Dit soort hulpmiddelen zijn steeds van tijdelijke aard en slechts bedoeld om het gebruik ervan af te bouwen zodra dit mogelijk is. Er wordt gewerkt met de vraagtekenkaart. Bij de vraagtekenkaart hoort een stappenplan, waarin leerlingen, indien hun ontwikkelingsniveau dit toelaat, eerst proberen hulp te vragen binnen hun eigen groepje en daarna pas bij de leerkracht. In enkele groepen is slechts vier dagen per week een onderwijsassistent aanwezig. De vijfde dag is, hoewel zwaar voor de leerkracht, een prima kans om de zelfstandigheid van de leerlingen te vergroten. Het is ook een stimulerende mogelijkheid om leerlingen samen te laten werken. Steeds is er in elke groep duidelijkheid welk werk gedaan kan worden na beëindiging van de opdracht. In de oudste groep wordt er ook gewerkt met een dagtaak of weektaak. Leerlingen in de oudste groep krijgen huiswerkbegeleiding. Het doel van het geven van huiswerk is: Het leren omgaan met “iets gewoons” als huiswerk. Leren plannen, organiseren en uitvoeren van huiswerk. Om onze leerlingen huiswerk mee te kunnen geven dient er wel aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. De ouders zullen de bereidheid moeten hebben om mee te werken en te begeleiden. Het is belangrijk dat zowel bij de ouders als bij de leerling alles over het maken en leren van het huiswerk goed begrepen is. De ouders dienen er voor te zorgen dat het huiswerk op een afgesproken tijd wordt gemaakt, dat de ouder hun zoon/dochter stimuleert en motiveert om het huiswerk te maken en dat de ouders de bereidheid hebben om het geleerde werk te overhoren. Zodra er begonnen wordt met het meegeven van huiswerk ontvangen de ouders tips hoe ze dienen om te gaan met het huiswerk van hun zoon / dochter. Uw zoon / dochter krijgt op school uitleg hoe ze het huiswerk kunnen maken en leren. Daarnaast mag het huiswerk niet belastend zijn voor uw zoon / dochter. Voordat een leerling huiswerk mee krijgt maakt de leerkracht de afweging of aan bovenstaande voorwaarden voldaan kan worden. We beginnen met huiswerk vanaf groep 5. In groep 5 wordt maximaal 1 keer per week huiswerk gegeven, in groep 6 is dit maximaal 2 keer per week en in de groepen 7 en 8 maximaal 3 keer. Het gaat hierbij om huiswerk voor de vakken taal, rekenen, spelling, zaakvakken (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur) en topografie.
28 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Het huiswerk voor deze vakken is bedoeld om de behandelde stof op school thuis te leren voor een toets, om de behandelde stof op school thuis te oefenen en/of om op school behandelde stof te herhalen, remediëren. Nadat het eerste blok van de genoemde vakken af is wordt er begonnen met huiswerk. Na het 2e rapport wordt er geen huiswerk meer meegegeven. De leerlingen krijgen het huiswerk mee, individueel of klassikaal, in een mapje. Dit mapje dient weer meegenomen te worden naar school. 2. Onze leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. Door in te spelen op dat wat er leeft bij de leerling(en), ontstaat er grotere betrokkenheid bij het leerproces. We zijn ervan overtuigd dat leren op die wijze het best tot zijn recht komt. In elke klas en in de hal worden periodiek thematafels ingericht, de actualiteit wordt gevolgd en indien mogelijk geïntegreerd in het onderwijs, vanuit de seizoenen en jaarfeesten worden activiteiten ontplooid, enz. Vanaf de jongste groepen leren de leerlingen op bepaalde momenten zelfstandig kiezen d.m.v. een kiesbord. De picto’s die we gebruiken zijn van Sclera en maken met verloop van tijd plaats voor woorden. De zelfstandigheid wordt gestimuleerd door ADL-vaardigheden van jongs af aan te oefenen (zorg voor eigen jas,tas, eten en drinken, enz.). In de instructiewijze wordt gepoogd maximale betrokkenheid van de leerlingen te bereiken: aanhaken op voorkennis (bijv. woordweb), veel vragen stellen bij het bespreken van de lesstof, samenwerkingsvormen (bijv. denken-delen-uitwisselen). Bij het nakijken van de leerstof wordt de betrokkenheid vergroot door de leerlingen hierbij in te schakelen (of groepsgewijs na te kijken). Vanaf de middenbouw mogen leerlingen eigen werkstukken maken; gebonden aan regels en afspraken die afgestemd zijn op de leerling. Een heel andere wijze om de betrokkenheid van de leerlingen op de onderwijsactiviteiten te vergroten, is het verzamelen van informatie hierover door ons. De leerlingen-enquête van april 2010 heeft ons hierover informatie verschaft. 3. Onze leerlingen krijgen inzicht in hun leer- en ontwikkelingsproces. Reeds vanaf de jongste groepen wordt met de leerling besproken aan welke specifieke doelen gewerkt wordt. Dit gebeurt (meestal) niet “in het geheim”, doch juist zo veel mogelijk samen met andere leerlingen van de groep. Leerlingen leren zodoende dat voor het ene kind andere afspraken gelden dan voor het andere kind. Over het gedrag van de leerling wordt ook veel gesproken. Hoewel we geen behandeling geven, proberen we de leerling inzicht te geven in zijn eigen gedrag en hierin gedragsalternatieven te leren. De leerling wordt in zulke gesprekjes gestimuleerd actief mee te helpen om de betreffende doelen te realiseren. Door de leerling inzicht te geven in zijn soms verkeerde denkprocessen, maken we ruimte voor nieuwe oplossingsstrategieën. Sociale vertelsels of stappenplannen met thema’s als “ik ben boos” vormen een uitstekend hulpmiddel bij het aanleren van nieuw gedrag. Er wordt samen met het kind een gesprekje gevoerd, waarin het kind zelf het probleem benoemt of ontdekt. Samen wordt er dan een plan om eraan te werken gemaakt. De leerling is zelf verantwoordelijk. De leerling kan zelf aangeven of iets goed is gegaan en of de leerling bijv. de beloning wel of niet heeft verdiend. Dit vergroot het inzicht en de betrokkenheid in het probleem en het proces. 29 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Leerlingen hangen bij hun naam op het emotiebord een emotiekaartje. Dit biedt verschillende mogelijkheden: leren voelen, benoemen, differentiëren van emoties. De leerkracht kan hierover met de leerling een gesprek aangaan. Leerlingen weten dat het belangrijk is dat ze aan dingen werken die ze nog niet zo goed kunnen. Dat het nog niet altijd goed lukt is niet erg, als ze er maar aan werken; dat is het motto. In de Sociaal Emotionele Ontwikkelingstijd wordt gesproken over de stoornissen en moeilijkheden die het daaruit voortvloeiende gedrag met zich meebrengt. We gebruiken hiertoe boeken uit de orthotheek: Bloe-boeken, een reeks boeken voor kinderen over het hebben van een stoornis, enz. Door leerlingen aan te stellen als hulpje of zonnetje van de dag of de week, creëren we de mogelijkheid te praten over bijzondere en positieve eigenschappen van de individuele leerling. Door het voeren van reflectiegesprekken wordt het inzicht in het eigen leerproces van de leerling eveneens vergroot: bijvoorbeeld tijdens de aardrijkskundeles: bespreken hoe een toets nog beter gemaakt kan worden (goed opletten en meedoen tijdens de les, als het boek erbij mag worden gebruikt: hoe kunnen we de antwoorden dan vinden/waar kun je dan naar kijken: foto’s, plaatjes in het boek, kopjes boven een tekst, scannen, enz.). Ook: als er veel fouten zijn gemaakt in het werk: bespreken met de leerling, extra uitleg geven en opnieuw laten maken. Voor toetsen zijn leerlingen vaak minder gemotiveerd. Soms zelfs uitgesproken angstig of verward. Plaatsen in een context en uitleggen kan hierin motiverend zijn. Dat laatste geldt overigens ook bij de analyse van de toets resultaten. Twee keer per jaar krijgen alle leerlingen een kind-rapport mee naar huis. Dit rapport is gericht aan de leerling en er wordt in begrijpelijke taal geschetst hoe de leerling zich ontwikkeld heeft. Bij uitreiking wordt het besproken met de leerling, waarna het mee naar huis gaat. 4. Onze leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau. De organisatie van het eigen leerproces is gebonden aan het klassikaal volgen van het lesrooster: iedereen op dezelfde tijd taal, rekenen, enz. Binnen het klassikaal volgen van het lesrooster bestaan allerlei varianten in te dragen verantwoordelijkheid door de leerlingen, afhankelijk van het ontwikkelingsniveau van de betreffende leerling: sommige leerlingen mogen na de instructiefase zelfstandig door de stof werken, anderen hebben afspraken over de hoeveelheid, sommige leerlingen werken op antwoordenbladen en anderen werken in werkschriften, sommige leerlingen maken na de aangegeven hoeveelheid stof extra stof, anderen moeten verplicht stoppen, enz.. Hier is sprake van maatwerk: afspraken per leerling, vaak doorgenomen met de CvB en nauw samenhangend met het leerlingprofiel en ontwikkelingsperspectief. Bovendien is er sprake van een dynamisch gegeven: steeds is het streven erop gericht maximale zelfstandigheid / verantwoordelijkheid voor de organisatievan het eigen leerproces. Het loslaten van de subgroepinstructie en gebruik maken van weektaken bij leerlingen die dit aankunnen gebeurt incidenteel. Leerlingen hoeven niet te wachten met beginnen met hun werk. Indien (het voor de leerling) mogelijk is, is het aan te bevelen de leerlingen de kans te geven (na het maken van een keuze) zelfstandig aan het werk te gaan en dit voort te zetten na volbrengen van de taak. Op momenten dat niet afgemaakt werk afgemaakt kan worden, kunnen leerlingen zelf volgorde hierin aanbrengen. Leerlingen kunnen afspraken maken met de leerkracht over de plek waarop ze hun werk maken: aan hun tafel, de groepstafel of op de rustplek of een 30 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
andere ruimte in de school. Ook kunnen ze afspraken maken over het gebruik van een geluiddempende gehoorbeschermer of mp3 speler. De leerlingen worden geleerd verantwoordelijkheid te dragen voor de zorg over de netheid van de eigen plek, klas, hal, de laatjes en het eigen werk. Hulpmiddelen als een foto van een opgeruimd laatje of een plattegrond ervan vormen tussenstappen hierin. 5. Onze leerlingen leren aansluitend op hun mogelijkheden op een doelmatige wijze samen te werken. Hiervoor is niet alleen veel tijd in het rooster ingeruimd onder het vak Sociaal Emotionele Ontwikkeling (SEO). Vanaf de jongste groepen wordt er samengewerkt tussen leerlingen. Soms slechts naast elkaar, doch steeds is de aandacht van de leerkracht erop gericht leerlingen te leren samen werken. Er wordt zoveel mogelijk samengewerkt tussen de leerlingen. De zaakvakken worden groepsgewijs aangeboden, waarna de opgaven vaak in tweetallen gemaakt worden, waarna ze in de in de groep besproken kunnen worden. Daarnaast wordt er over de groepen heen gewerkt: in de klas. Zo wordt er in school gewerkt met leesmaatjes: zwakke lezers lezen samen met de betere lezers. Of een goede lezer leest bij rekenen de zwakke lezer de leessom voor, waarna de som door beiden wordt opgelost. Het gebruik van de vraagtekenkaart biedt de mogelijkheid de hulpvraag in eerste instantie aan een medeleerling te stellen. Werkvormen om het samenwerken te bevorderen zijn er legio en worden indien mogelijk ingezet. Samen sommen oefenen: de ene leerling geeft de antwoorden, de ander checkt of het de goede antwoorden zijn, daarna andersom. Leerlingen worden ook bij het leerproces van elkaar betrokken. Als een leerling vooruit is gegaan, dan wordt dit besproken tijdens bijv. de SEO tijd. Leerlingen zien vaak wel wat er niet goed gaat bij een ander. Op deze wijze merken ze ook de positieve kant en vooruitgang. Naast de doelen van de methode Goed Gedaan wordt er gewerkt aan groepsdoelen. Dit zijn doelen die de gehele klas betreffen, op zowel sociaal emotioneel als bijv. werkhoudingsvlak. Bijv. zithouding: daar wordt op terugkerende momenten met de hele klas over gesproken en dagelijks geëvalueerd. Voordeel ervan is dat dit het groepsgevoel vergroot. Ook leren de leerlingen elkaar aanspreken op gedrag: denk aan de regel van de maand. Leerlingen leren op deze wijze steeds meer van elkaar. Wanneer er een klassikaal probleem is, wordt het probleem nadrukkelijk ook neergelegd bij de groep en met de leerlingen besproken. Samen wordt er vervolgens gezocht naar oplossingen en worden er afspraken gemaakt. 5.3
Leerlingvolgsysteem
De leerprestaties van de leerlingen worden met behulp van methodegebonden en niet methodegebonden toetsen (o.a. CITO) gevolgd. Het leerlingvolgsysteem maakt het mogelijk de schoolontwikkeling van onze leerlingen te vergelijken met de gemiddelde schoolontwikkeling van leerlingen. In het handelingsplan leest u bij de evaluatie of de doelen bereikt zijn of niet. Dit schooljaar zullen wij een nieuw digitaal programma gaan gebruiken voor het leerlingvolgsysteem, namelijk NOVA. 5.4
Ontwikkelingsplan
Naar aanleiding van de gegevens van de vorige school en de gegevens van de Commissie voor de Begeleiding (CvB) wordt het eerste ontwikkelingsplan opgesteld en het ontwikkelingsperspectief bepaald. Een handelingsplan is één schooljaar geldig. In november/december is de eerste leerling-bespreking, tijdens deze bespreking vindt de tussen evaluatie van alle doelen plaats en wordt het eerste ontwikkelingsplan waar nodig bijgesteld. Het ontwikkelingsplan wordt jaarlijks 2 keer geëvalueerd/bijgesteld. 31 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Het ontwikkelingsplan wordt twee keer per jaar met de ouders besproken en één keer per jaar (aan het begin van het schooljaar) door hen ondertekend. 5.5
PGB op school
Vooraf De richtlijnen rond PGB zijn voortdurend aan verandering onderhevig. Het kan dus zijn dat het onderstaande niet meer actueel is. Aan het einde van deze paragraaf vindt u websites voor actuele informatie. AWBZ Veel kinderen met een beperking kunnen goed deelnemen aan het (reguliere of speciale) onderwijs, zonder dat zij op school extra zorg nodig hebben. Daarnaast zijn er kinderen die wel aanvullende zorg, hulp of begeleiding nodig hebben onder schooltijd. Zorg, hulp of begeleiding die de school niet kan bieden. Deze extra zorg kan worden gegeven vanuit de AWBZ. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is een volksverzekering waar iedere inwoner van Nederland die ziek wordt of gehandicapt is, een beroep op kan doen. Vanuit de AWBZ maakt u aanspraak op zeven zogenoemde ‘zorgfuncties’, namelijk: huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, behandeling en (tijdelijk of permanent) verblijf. Indicatie Bureau Jeugdzorg indiceert voor jongeren tot 18 jaar waarbij er sprake is van psychiatrische problematiek en waarbij de jongere verstandelijk op normaal (of hoog)begaafd niveau functioneert (IQ >85). Het CIZ (Centrum Indicatie Zorg) indiceert voor alle jongeren met een IQ lager dan 85 en voor jongeren met een lichamelijke of zintuiglijke handicap. Daarnaast indiceert het CIZ voor personen van 18 jaar en ouder. In beide gevallen komt er een indicatiesteller bij u langs om op een rijtje te zetten hoeveel zorg, hulp of begeleiding uw kind nodig heeft. Telkens wordt precies omschreven welke soort zorg (welke zorgfunctie) uw kind nodig heeft en hoe intensief die zorg moet zijn (welke zorgklasse). In het indicatiebesluit staat altijd: Voor welke functies van de AWBZ uw kind in aanmerking komt, bijvoorbeeld persoonlijke verzorging. Op welke hoeveelheid zorg uw kind recht heeft: dit wordt uitgedrukt in klassen (bijvoorbeeld 0-1,9 uur per week of 2,0-3,9 uur per week). Het maximum is 3,9 uur per week. Hoe lang uw kind recht heeft op die zorg, dus hoe lang het indicatiebesluit geldig is (bijvoorbeeld 1 jaar). Welke zorg, hulp of begeleiding is op school mogelijk De indicatie voor de AWBZ omvat het hele leven. De indicatiesteller bekijkt welke zorg, hulp of begeleiding uw kind nodig heeft: thuis, in zijn vrije tijd, op vakantie en dus ook op school. Niet alle zorgfuncties zijn op school van toepassing. Huishoudelijke verzorging is op school niet aan de orde. In feite gaat het dus om persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding voor uw kind op school. De indicatiesteller moet dus niet alleen bekijken welke hulp uw kind thuis nodig heeft, maar nadrukkelijk óók welke zorg, hulp of begeleiding er op school nodig is. Vervolgens bekijkt de indicatiesteller of de school geheel of gedeeltelijk in die zorg kan voorzien. Is dat het geval, dan is er sprake van een ‘ voorliggende voorziening’ en krijgt u minder AWBZ zorg. Het speciaal onderwijs geldt voor een deel als voorliggende voorziening. De zorg, hulp en 32 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
begeleiding die het speciaal onderwijs biedt, kunt u niet ook nog eens via de AWBZ vergoed krijgen. Hoeveel aftrek er plaatsvindt verschilt per schooltype. Het PGB (Persoons Gebonden Budget) Heeft u een indicatie voor een zorgfunctie van de AWBZ, dan kunt u in de meeste gevallen kiezen tussen zorg in natura of een persoonsgebonden budget. Een persoonsgebonden budget is een geldbedrag waarmee u zelf zorg, hulp en begeleiding kunt inkopen. U kiest zelf uw hulpverleners en begeleiders uit. Of u huurt een organisatie in die in opdracht van u gaat werken. U moet dus zelf op zoek naar hulpverleners en u bent ook verantwoordelijk voor de financiële administratie en de verantwoording van uw budget. De zorg, hulp en begeleiding die u met een persoonsgebonden budget inkoopt, kunt u overal inzetten: thuis, maar ook ergens anders. Dus ook op school. Het PGB kan niet ingezet worden voor materiële zaken. Het PGB is alleen te gebruiken voor ondersteuning. U kunt het PGB dus gebruiken voor de extra begeleiding die uw kind op school krijgt (op niet-onderwijskundig terrein) maar niet voor extra leermiddelen. Samenwerking met de school Het Mozaïek staat positief tegenover extra ondersteuning van buitenaf bij zeer complexe leerlingen. De directeur maakt daartoe met de ouders afspraken rond de inzet van hun PGB op school. U bent verantwoordelijk voor de inzet van uw PGB en de directeur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op school. Daarom willen wij samen met u nagaan of de geboden ondersteuning aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet. Bestaande taakomschrijvingen van de school kunnen hierbij het uitgangspunt vormen. Zo kan de taakomschrijving van de onderwijsassistent bijvoorbeeld een kader vormen voor de minimale kwaliteit van de ondersteuner. Informatie en advies over het persoonsgebonden budget Budgethoudersvereniging Per Saldo, Postbus 19161, 3501 DD Utrecht, telefoon 09007424857 (20 cpm), ledenservice (030) 2304066, e-mail
[email protected], internet www.pgb.nl. www.oudersenrugzak.nl 5.6
Schoolverzekering voor leerlingen
Volgens de regeling voor risicoaansprakelijkheid, zoals uitgewerkt in het Nieuwe Burgerlijk Wetboek, zijn ouders van leerlingen in het primair onderwijs wettelijk aansprakelijk voor schade die door hun kind aan andere kinderen, personeel of aan school wordt toegebracht. Voorbeeld: een leerling brengt op het schoolplein schade aan, aan de bril van een andere leerling of van een leerkracht. Dan is de school dus niet aansprakelijk. In deze situatie is de WA particulieren van toepassing. Een leerkracht kan alleen aansprakelijk worden gesteld indien er onvoldoende toezicht is uitgeoefend of wanneer er ongevallen gebeuren door nalatigheid van het personeel. Voorbeeld: een kind valt uit het wandrek, terwijl de leerkracht net even in de kleedkamer staat koffie te drinken. Om de aansprakelijkheidsrisico’s van leerkrachten en ander personeel onder werktijd te dekken, heeft de school een aansprakelijkheidsverzekering voor het personeel afgesloten. Wel is een extra clausule opgenomen voor stagiaires (leerlingen die buiten school stage lopen) en leerlingen die gastlessen volgen. Naast deze aansprakelijkheidsverzekering heeft de school ook een ongevallenverzekering voor leerlingen en personeelsleden. Deze ongevallenverzekering is een 24-uurs dekking met een SOS-nummer voor calamiteiten. De Ouderraad betaalt het deel van de leerlingen uit de ouderbijdrage. 33 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Deze verzekering kent een dekking voor schade en kosten die ontstaan op de weg van huis naar school en op de terugweg van school naar huis, gedurende het verblijf op school, alsmede tijdens activiteiten buiten de school, mits in schoolverband en onder toezicht van school of tijdens de door de school georganiseerde reizen en evenementen buiten de gebouwen en terreinen van de school. Hieronder vallen dan bijvoorbeeld sportdagen, kampen en schoolreizen. Ook stagiaires (leerlingen die buiten school stage lopen en leerlingen die gastlessen volgen) zijn hierin opgenomen. Wordt er gereden met eigen auto, dan raden wij de bestuurders aan in het bezit te zijn van een autoverzekering met dekking voor inzittenden. Bagage tijdens schoolreisjes / schoolkampen is niet verzekerd. Mocht er sprake zijn van verlies / diefstal van bagage, dan zijn de ouders of het personeellid zelf aansprakelijk via hun WA-verzekering. Bij verlies / diefstal uit de auto met braakschade moeten de goederen worden geclaimd op de eigen inboedelverzekering van de eigenaar van de goederen. De braakschade moet geclaimd worden bij de eigen autoverzekering (e.e.a. afhankelijk van de verzekeringsvorm). Ten behoeve van de door de leerlingen gebruikte gehoorapparaten dienen ouders zelf een verzekering af te sluiten.
34 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
6.
RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
6.1
Kwaliteitszorg
Iedere school moet er voor zorgen dat de kwaliteit van de school op peil blijft en verbetert. Hierbij neemt in onze school de PDSA - kwaliteitscirkel een centrale plaats in.
PDSA is een afkorting van vier Engelse woorden die staan voor: Plan: Beschrijf het verbeteronderwerp Meet de huidige situatie Onderzoek naar mogelijke oorzaken Do: Voer de verbeteractie uit Study: Bestudeer de resultaten Act: Borg de verbetering Continueer de verbetering Een korte toelichting bij deze vier punten. 1. Plan. Alle scholen hebben een schoolplan. Het schoolplan wordt voor vier jaar vastgesteld. In het schoolplan staan het schoolbeleid, de beleidsvoornemens en de streefdoelen van de school vermeld. De doelen uit het schoolplan komen terug in de managementovereenkomst die de directeur afsluit met (een vertegenwoordiger van) het bestuur. 2. Do De directeur vertaalt de streefdoelen uit de managementovereenkomst in actieplannen. In deze actieplannen geeft de directeur het tijdspad aan wanneer de plannen gerealiseerd moeten zijn en tevens wie er verantwoordelijk voor de plannen is. 3. Study Twee keer per jaar levert de directeur een managementrapportage aan. Via deze rapportages houdt de directeur het bestuur op de hoogte van de vorderingen van de actieplannen en tevens levert de directeur gegevens aan over de opbrengsten van het onderwijs, de kwaliteit van het onderwijs en diverse algemene schoolgegevens. Hierbij worden ook de gegevens betrokken van onderzoeken, zoals de ouderenquête, het leerlingentevredenheidsonderzoek en het medewerkerstevredenheids-onderzoek. 4. Act Borging van alle documenten gebeurt op iedere school in borgingsmappen. De directeur informeert de verschillende belanghebbenden (medewerkers, ouders, leerlingen, bevoegd gezag, inspectie) over de kwaliteit van haar onderwijs: - in de schoolgids neemt de directeur op welke verbeteractiviteiten gepland zijn en wat het resultaat is van de verbeteractiviteiten van het afgelopen jaar; - op basis van de tweede managementrapportage maakt de (sector)directeur jaarlijks een jaarverslag. 35 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
De evaluaties en de uitkomsten van de diverse onderzoeken vormen weer het vertrekpunt voor de Plan fase en daarmee is de kwaliteitscirkel weer rond. 6.2
Resultaten ontwikkelingen vorig schooljaar
Het afgelopen schooljaar hebben we aan de volgende verbeterdoelen gewerkt: 1. Invoeren opbrengstgericht werken en data gestuurde groepsbesprekingen 2. Invoeren leerlijnen nieuwe stijl 3. Invoeren Parnassys als nieuw digitaal leerlingvolgsysteem 4. Workshops voor nieuwe ouders geven over rol van ouders en verwachtingen school 5. 85% van de groep 8 schoolverlaters stroomt uit op het niveau dat op basis van de leerling kenmerken mag worden verwacht. 6. 75% van de uitgestroomde leerlingen volgen na 2 jaar nog steeds dat niveau onderwijs dat Het Mozaiek heeft geadviseerd. 7. Invoeren onderzoek naar kwaliteit medewerkers met behulp van het 360o feedback instrument. 8. Fase twee van de verbouwing uitvoeren: isolatie door middel van dubbelglas en zoldervloer isoleren. In het jaarplan van onze school zullen o.a. deze doelen worden opgenomen, SMART geformuleerd worden en er zal geëvalueerd worden. Middels de nieuwsbrieven zullen we u op de hoogte houden van de ontwikkelingen. 6.3
Ontwikkelingen komend schooljaar
6.4
Uitstroom gegevens
Uitstroomgegevens 2012-1013 Aantal lln
4 3 12 7 1 Totaal 27
uitstroom regulier VSO cluster 4 Cluster 3
Vastgestelde uitstroomniveau bij start op Het Mozaïek praktijk VMBO B/K VMBO G/T HAVO/VWO VMBO B/K
Aantal lln
4 6 8 8 1 Totaal 27
Werkelijke uitstroomniveau eind groep 8 Praktijk VMBO B/K VMBO G/T HAVO/VWO Cluster 3
2012-2013 3 23 1 36 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Totaal
27
2011-2012 Aantal lln
Uitstroom groep 8 2012 praktijk VMBO B VMBO K/G/T HAVO/VWO Rebound
Bestendiging 2013
2011-2012 8 25 33
2012-2013 8 25 33
Aantal lln 5 4 10 4 Totaal 23
Uitstroom groep 8 praktijk VMBO B VMBO K/G/T HAVO/VWO
Aantal lln 5 2 12 4 23
Niveau 2013 Praktijk VMBO B/K VMBO G/T HAVO/VWO
uitstroom regulier VSO Totaal
2010-2011
2011-2012 1 22 23
2012-2013
6 3 15 9 Totaal 33
uitstroom regulier VSO Totaal
6 2 15 9 1 Totaal 33
2010-2011
23 23
7.
INFORMATIESTROMEN
7.1
Gegevens van ouders en leerlingen
23 23
De leerlingenadministratie wordt bijgehouden op de computer. Het is noodzakelijk om de opgeslagen gegevens up-to-date te houden. Wij verzoeken u daarom veranderingen van 37 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
adres, telefoonnummer, huisarts, medisch specialist of ziektekostenverzekering door te geven aan de secretaresse van de school. Uiteraard wordt bij het opslaan en bewaren van deze informatie gehandeld volgens de regels van de wet op de privacy. 7.2
Brief om toestemming gegevens op te vragen en te versturen
Ouders moeten toestemming verlenen voor inzage in delen van het medisch dossier door de Commissie van Begeleiding van Het Mozaïek en de Commissie van Indicatiestelling van het REC en voor het opvragen of versturen van schoolinformatie van of naar andere scholen. Hiervoor gelden de volgende regels: - bij leerlingen tot 12 jaar: toestemming van de ouders noodzakelijk; - bij leerlingen van 12 tot 16 jaar: toestemming van ouders en leerling noodzakelijk. 7.3
Foto’s
Het komt voor dat er foto’s op school gemaakt worden. Deze kunnen op de website geplaatst worden of eventueel voor intern gebruik, bijvoorbeeld een diapresentatie tijdens een ouderavond worden gebruikt. Ouders krijgen jaarlijks een toestemmingsformulier waarop zij schriftelijk kenbaar kunnen maken of zij hier al dan niet toestemming voor geven. 7.4
Nieuwsbrief
Normaliter verschijnt elke laatste vrijdag van de maand de nieuwsbrief. In de nieuwsbrief wordt u op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen op school. Ook vindt u hier de vrije dagen voor de komende maand in terug, de NLU (= Niet Lesgebonden Uren) dagen van leerkrachten en schrijft de ouderraad soms een stukje om u op de hoogte te houden van allerlei relevantie informatie voor ouders. Naast de nieuwsbrief kent Het Mozaïek SO Enschede SO ook een weekbrief. Dit is een infobrief met nieuws uit de eigengroep van uw kind. 7.5
Bereikbaarheid van de school
De school is telefonisch bereikbaar tussen 8.00 uur en 16.30 uur. Ziekmelden graag tussen 8.15 uur en 8.30 uur. Leerkrachten kunt u na 15.00 uur telefonisch bereiken.
7.6
Oudercontacten
Bregina Evers secretaresse
De werkrelatie met de ouders en/of verzorgers is van essentieel belang voor een goede schoolgang. Het Mozaïek kent een aantal structurele oudercontacten: WAT
WANNEER
WIE 38
Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
intakegesprek kennismakingsgesprek bij externe leerlingen kennismakingsgesprek bij interne leerlingen huisbezoeken
voor de aanmelding als de datum van plaatsing bekend is tijdens de eerste vier weken van de opname Gedurende het schooljaar
schooladviesgesprek bij externe leerlingen bespreking handelingsplan 1
als de leerling naar een andere school gaat na de eerste leerlingenbespreking tijdens handelingsplan bespreking 1 na de tweede leerlingenbespreking Tijdens handelingsplan bespreking 2 ruim voor de ontslagdatum
bespreking rapport 1 bespreking handelingsplan 2 bespreking rapport 2 schooladviesgesprek bij interne leerlingen overdrachtsgesprek
als de leerling naar een andere klas gaat
(adj)directeur en ouders leerkracht, onderwijsassistent en ouders leerkracht, onderwijsassistent en ouders leerkracht, onderwijsassistent en ouders leerkracht, onderwijsassistent en ouders leerkracht , onderwijsassistent en ouders leerkracht , onderwijsassistent en ouders leerkracht , onderwijsassistent en ouders leerkracht , onderwijsassistent en ouders leerkracht , onderwijsassistent en ouders leerkracht , onderwijsassistent en ouders
Naast bovenstaande structurele contacten zijn er ook telefonische en/of schriftelijke contacten. De frequentie van deze contacten verschilt per leerling, maar is minimaal 1 keer per 6 weken. Voor veel jonge leerlingen wordt gewerkt met een contactschrift, in de middenbouw wordt het contactschrift zo mogelijk afgebouwd . Verslaglegging Van alle contacten maakt de leerkracht/onderwijsassistent een verslag, waarin de gemaakte afspraken staan genoteerd. Dit verslag wordt bewaard in het leerling-dossier. Van extra gesprekken op school wordt een gespreksverslag geschreven waarvan u een kopie krijgt en er een handtekening gevraagd wordt. 7.7
Ouderavonden
Informatieavond Deze avond bestaat uit een gezamenlijk algemeen gedeelte en een gedeelte per klas. Bij het algemeen gedeelte stelt de directeur het team voor en laat de voorzitter van de ouderraad diverse zaken aan de orde komen. Bij het gedeelte per klas vertelt de leerkracht over het inhoudelijke programma en de organisatie in de klas. Deze avond is in september. Voorlichtingsavond groep 8 In het najaar is er een voorlichtingsavond voor de ouders/verzorgers van de oudste leerlingen van het SO over het VO, het VSO van Het Mozaïek en het Panta Rhei college. 20 minuten avond Tijdens deze avond worden het rapport en het handelingsplan besproken. Deze vindt twee keer per jaar plaats. Kijkavond 39 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Op deze avond kunnen ouders en eventueel opa’s en oma’s in de klas kijken naar het werk van hun (klein)kind. Thema-avond Deze wordt in samenwerking met de ouderraad gepland en vormgegeven. Het thema komt meestal voort uit wat ouders hebben aangegeven en dus behoefte aan hebben. Suggesties zijn altijd van harte welkom. 7.8
Rapporten
Twee keer per jaar geven wij de leerlingen een rapport mee. Het rapport laat in een 5 puntsschaal de vorderingen van uw kind zien. Het rapport wordt twee keer per jaar gelijk met het handelingsplan van uw kind met u besproken. 7.9
Website
De website van Attendiz is vernieuwd u kunt ons vinden op www.attendiz.nl Van alle sectoren, dus ook van de sector psychiatrische stoornissen Het Mozaïek, vindt u hier informatie. Ook kunt u ons vinden rechtstreeks via onze eigen website www.mozaiektwente.nl Op deze pagina van Het Mozaïek vindt u ook een onderdeel “Informatie voor ouders en verzorgers”, met onder andere informatie van de ouderraad, data van ouderavonden en vakanties en de laatste nieuwsbrief. 7.10 Informatieplicht naar ouders Iedere ouder heeft in principe recht op informatie van de school over zijn of haar kind. Dat is ook het uitgangspunt van de school. Er zijn echter wel verschillen. De ene ouder heeft recht op meer informatie dan de andere. Voor ouders die met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen hebben is de situatie het gemakkelijkst. Zij krijgen steeds gezamenlijk alle informatie over hun kind. Voor ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en die wel het gezag hebben, ligt het niet anders. Zij hebben allebei recht op alle informatie over hun kind. In het geval dat een van de ouders niet belast is met het ouderlijk gezag geldt dat de ouder die belast is met het ouderlijk gezag de verplichting heeft om de andere ouder die niet belast is met het ouderlijk gezag op de hoogte te houden van gewichtige aangelegenheden die het kind betreffen. Het is dus de bedoeling dat de ouder die niet met het gezag belast is, de informatie krijgt van de andere ouder. Als echter in de communicatie tussen ouders storingen ontstaan dan kan dat voor de school problemen opleveren. Daarvoor geldt onderstaande. Ouders die geen gezag (meer) hebben over hun kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. De niet met het gezag belaste ouder zal daar wel zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te geven aan deze ouder. Op grond van artikel 1:377c van het Burgerlijk Wetboek is dit recht beperkt. De ouder die het gezag heeft kan geen invloed uitoefenen op de informatieplicht van school aan de ouder die niet met het gezag belast is. De ouder met het gezag kan dus niet voorkomen dat de ouder zonder gezag informatie krijgt. Ook al heeft de ouder met het 40 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
gezag nog zulke goede argumenten, de school heeft toch de informatieplicht. Behalve als het informatie betreft die het belang van het kind zou kunnen schaden. In dat geval heeft de school geen informatieplicht. Niet aan de ouder die met het gezag is belast en ook niet aan de ouder zonder gezag. Dit kan dus het geval zijn als de rechter of psycholoog heeft geoordeeld dat het geven van informatie aan een ouder het kind zal schaden. De niet met het gezag belaste ouder kan ook besluiten een klacht in te dienen bij de klachtencommissie, indien de school hem./haar geen of naar zijn/haar idee te weinig informatie verschaft. Positie van de school. De leerkrachten en directie van Het Mozaiek zullen zich te allen tijde afzijdig houden van een conflict tussen ouders en zich neutraal opstellen. Dit brengt met zich mee dat de school zelfstandig een informatieplicht heeft ten opzichte van beide ouders en dat de school niet afhankelijk kan zijn van de informatieverstrekking van de met het gezag belaste ouder ten opzichte van de niet met het gezag belaste ouder. Ook (en juist) wanneer een scheiding minder harmonieus verloopt, zullen leerkrachten en directie geen stelling nemen vóór of tegen één van de beide ouders en met beide ouders de relatie handhaven. Wanneer een vermoeden bestaat dat er situaties voorkomen die nadelig zijn voor het welbevinden van het kind dan zal de leerkracht de vertrouwenspersoon op school hierover informeren. Bij structurele gevallen kunnen in overleg met de vertrouwenspersoon nadere stappen ondernomen worden. Welke informatie gaat naar beide niet-samenwonende ouders? Er is sprake van algemene schoolinformatie en kind- gebonden informatie. Algemene schoolinformatie Algemene schoolinformatie is te vinden op onze website en is voor beide ouders beschikbaar. Kind- gebonden informatie Er wordt voor niet-samenwonende ouders onderscheid gemaakt tussen “recht op alle informatie” en een “beperkt recht op alle informatie”. Indien er sprake is van een zgn. beperkt recht op alle kindgebonden informatie, in het bijzonder voor de niet met het gezag belaste ouder dan dient de niet met het gezag belaste ouder er uitdrukkelijk om te vragen. De school/ leerkrachten hoeven de informatie niet uit zichzelf te verstrekken. Kindgebonden informatie betreft informatie over ouderavonden, contactavonden, uitnodigingen voor vieringen of afsluiting van de themaweek, rapporten, info aangaande schoolreizen, resultaten van onderzoek, verwijzingen/doorverwijzingen naar een andere vorm van onderwijs, aanmeldingen voor therapie en onderzoek en uitgaande brieven t.a.v. of als gevolg van gedrag. Gesprekken op verzoek van de niet met het gezag belaste ouder betreffende kindgebonden informatie vinden te allen tijde op school plaats. Dit geldt ook voor het onderwijs ondersteunend personeel meer in het bijzonder voor het schoolmaatschappelijk werk en de psycholoog.
8.
VERVOER NAAR EN VAN SCHOOL
8.1
Vervoer van de leerlingen afkomstig uit de regio 41 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Leerlingen die Het Mozaïek bezoeken kunnen, als zij niet in staat zijn zelfstandig te reizen, in aanmerking komen voor aangepast vervoer. Dit houdt in dat de gemeentes, waar de leerlingen vandaan komen, zorg dragen voor het vervoer per taxi(bus) naar Het Mozaïek. Voor de ouders zijn daaraan geen kosten verbonden. De ouders dienen jaarlijks een nieuwe aanvraag voor het aangepast vervoer bij de gemeente te doen. Tegelijkertijd gaat er, indien nodig, vanuit de school een brief naar de gemeente waarin verklaard wordt, dat aangepast vervoer noodzakelijk is. De aanvraag voor aangepast vervoer moet worden gedaan bij de afdeling Onderwijs van de woongemeente. De gemeente en niet de school, is verantwoordelijk voor het vervoer van de leerlingen. Bij problemen dient u daarom contact op te nemen met de verantwoordelijke ambtenaar in uw woongemeente of de vervoerscoördinator. De formele verantwoordelijkheid van de gemeente neemt overigens niet weg dat ook de school belang heeft bij goed vervoer van de leerlingen. Omwille van de coördinatie en eventuele bundeling van klachten verzoeken wij u om bij problemen met betrekking tot het vervoer ook contact op te nemen met de secretaresse van de school, mevrouw Bregina Evers. In overleg met u en de vervoerder zal getracht worden een oplossing te vinden. Tegenover het recht van een kind op aangepast vervoer, bekostigd door de gemeente, staan uiteraard ook plichten. Wat wordt verwacht van ouders/verzorgers? Dat uw kind klaar staat als de taxi(bus) arriveert. Het kind hoeft niet vanaf de deur opgehaald te worden, omdat de chauffeur bij de andere kinderen in de bus moet blijven. De ouders dienen ervoor te zorgen dat het kind veilig in de bus komt. Dat u uw kind zonodig helpt bij het in- en uitstappen. Dat u zorgt voor opvang van uw kind als het bij huis wordt afgezet. Dat u tijdig bij het vervoersbedrijf meldt dat uw kind niet meerijdt vanwege bijvoorbeeld bezoek aan een arts, in verband met ziekte of een vrije dag van school. Dat u na ziekte tijdig aan het vervoersbedrijf laat weten wanneer uw kind weer moet worden opgehaald. Dat u, als u geen telefoonnummer heeft, toch een telefoonnummer van bijvoorbeeld de buren, de oppas of het werk aan de vervoerder/gemeente doorgeeft, zodat er contact met u opgenomen kan worden. Dat u met uw kind bespreekt hoe hij/zij zich moet gedragen in de bus/taxi. Regels die hierbij gelden zijn: blijven zitten, fatsoenlijk taalgebruik, respect voor andermans eigendommen, nalaten van al datgene dat veilig rijden in gevaar brengt. Dat u klachten of problemen meldt bij de vervoerder. Wat wordt verwacht van het te vervoeren kind? Dat het zich fatsoenlijk gedraagt in de bus/taxi. Dat het luistert naar de chauffeur. Dat het op de door de chauffeur aangewezen plaats blijft zitten. Dat het niet snoept in de bus/taxi. Wat kunt u van de chauffeur/vervoerder verwachten? De chauffeur zorgt ervoor dat: Als hij/zij een nieuwe leerling gaat vervoeren hij/zij zich voorstelt aan desbetreffende ouders/verzorgers. Als hij/zij het busje/de taxi verlaat de sleutels uit het contact zijn. Een ritlijst in het busje/de taxi aanwezig is waarop vermeld staan: de namen, adressen en telefoonnummers van de te vervoeren leerlingen. Bij problemen met kinderen de ouders/verzorgers op de hoogte worden gesteld en bij 42 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
problemen tussen kinderen onderling de school en ouders. De leerlingen thuis worden opgehaald en afgezet. Hij/Zij de leerlingen aan de rechterkant van de weg laat uitstappen en niet alleen de straat laat oversteken. Er altijd via een vaste route wordt gereden, tenzij er wegomleggingen zijn en/of wanneer er andere instructies zijn door het vervoersbedrijf. De aanwezige veiligheidsgordels in het vervoermiddel gebruikt worden. Er niet meer personen vervoerd worden dan op de ritlijst staan aangegeven. Hij/Zij pas wegrijdt als alle leerlingen op hun vaste plaats zitten. Hij/Zij de bediening van ramen/deuren voor zijn/haar rekening neemt of daar iemand voor aanwijst. De leerlingen maximaal vijftien minuten voor aanvang van de school worden afgezet. Dat er in de bus niet wordt gerookt.
Er circuleert een aantal richtlijnen voor het vervoer van kinderen naar school. Meestal is er sprake van adviezen en uitgangspunten en niet van wettelijke bepalingen. Regeling zitplaatsverdeling bussen en auto's. Sinds 1 januari 2004 is deze regeling zo aangepast, dat kinderen in taxibussen recht hebben op een eigen zitplaats. Een eigen zitplaats betekent ook een gordel voor elk kind. De Wet Gemeentelijke Regelingen Leerlingenvervoer schrijft voor dat gestreefd moet worden naar een zo kort mogelijke reistijd. 8.2
Vervoer van de leerlingen die zijn opgenomen bij Karakter
Voor de leerlingen die zijn opgenomen in Karakter kunnen ouders voor het vervoer van school naar Karakter en andersom een taxivergoeding aanvragen bij hun zorgverzekeraar. Deze vergoeding is bedoeld voor die leerlingen die niet zelfstandig van Het Mozaïek naar Karakter kunnen reizen.
43 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
9.
HUISHOUDELIJKE ZAKEN
9.1
Gebruik medicijnen op school
Wanneer uw zoon of dochter medicijnen op school moet innemen, dan verzoeken wij u dit door te geven aan de leerkracht. Van de leerkracht krijgt u vervolgens de “Verklaring medicijnverstrekking” om in te vullen en te ondertekenen . In de “Verklaring medicijnverstrekking” staat dat ouders verantwoordelijk zijn en blijven voor de toediening van het medicijn en dat de school niet aansprakelijk gesteld kan worden voor de gevolgen van het door haar personeel toedienen van het medicijn. Voor eventuele (reserve)medicatie beschikken de leerkrachten over een afgesloten medicijnenkistje in de klas. 9.2
De lunch
Leerlingen nemen hun eigen brood en hun eigen drinken mee van huis. Dit wordt in de klassen opgegeten. We stellen het als school op prijs dat er een gezonde lunch genuttigd wordt op school. Het is niet toegestaan om energy-drankjes, flessen/blikjes frisdrank, pakken koeken en zakken chips/snoep mee te nemen. In de ochtendpauze kunnen leerlingen meegebracht fruit en of groente (stuk komkommer, tomaatjes, worteltjes e.d) eten. 9.3
Verjaardagen en trakteren
Leerlingen die jarig zijn mogen in hun eigen groep trakteren. Wie dat wil en kan mag ook andere personeelsleden trakteren. Wij laten de leerling vrij in het kiezen van een traktatie. 9.4
Gymnastiek
De leerlingen krijgen volgens het rooster gymnastiek. Tijdens de gym wordt er sportkleding en sportschoenen gedragen. De jongste leerlingen bewaren hun gymschoenen op school. 9.5
Hoofdluis
Op Het Mozaïek is er, om hoofdluis te voorkomen, een luizencommissie. Deze commissie bestaat uit een personeelslid en ouders. De commissie controleert regelmatig alle leerlingen op hoofdluis. Ouders worden op de hoogte gehouden van deze controles en de resultaten hiervan. Hoofdluis blijft een hardnekkige plaag. Het is daarom verstandig uw zoon of dochter regelmatig te controleren en zo nodig direct te behandelen. Indien u hoofdluis constateert, wilt u dat dan zo spoedig mogelijk doorgeven aan de school? 9.6
Speelgoed
De leerlingen nemen geen speelgoed mee naar school, tenzij dit is overlegd met de leerkracht. School stelt zich niet aansprakelijk voor schade aan meegebrachte eigendommen van leerlingen.
44 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
10. DE SCHOOL EN DE OUDERS 10.1 Medezeggenschapsraad MR Medezeggenschapsraad (MR) en Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) De (G) MR heeft als taak om de leerlingen, ouders en het personeel te vertegenwoordigen in de schoolorganisatie. Er zijn zaken waar de (G)MR haar instemming aan moet geven en daarnaast heeft de (G)MR het recht om bestuur en directie van advies te voorzien. Doel Het belangrijkste doel van medezeggenschap in school is de mogelijkheid voor ouders en personeel om mee te praten over beslissingen die henzelf en de kinderen aangaan. De (G)MR wil een actieve bijdrage leveren aan besluitvorming over schoolbeleid. Dat houdt in dat de (G)MR graag vroegtijdig kennis neemt van of deelneemt aan activiteiten die de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. Daarvoor is een optimale samenwerking met het bestuur, directie, personeel en ouders nodig. Samenstelling MR-en Met ingang van 1 augustus 2010 is onze school een school van Attendiz. Attendiz is ontstaan uit de stichtingen Scholengroep Twente Speciaal, Het Maatman en Edukint. De nieuwe MR-structuur van Attendiz bestaat uit een GMR en twaalf MR-en. Een (G)MR bestaat uit evenveel personeelsleden als ouders. De GMR bestaat uit 7 personeelsleden en 7 ouders. De GMR heeft overleg met Dhr. Gerard van der Borg namens het College van Bestuur. De MR-en bestaan uit ten minste 2 personeelsleden en 2 ouders. Ieder MR kiest uit zijn geleding een vertegenwoordiger die zitting in de GMR heeft. De MR-en hebben overleg met de desbetreffende (sector)directeur. Informatie en contact Meer informatie kunt u vinden op onze website. Contact met de (G)MR loopt via de secretarissen van de verschillende raden. De agenda / notulen van de (G)MR vergaderingen zijn op te vragen bij de secretaris van de desbetreffende raad (zie hieronder). Raden
Scholen/locaties Attendiz
MR ‘t Schip
De Mast, De Sluis, Educatie, ATC de Helling, Chez Nous in Enschede Het Mozaïek in Almelo, Enschede en Hengelo, Panta Rhei College SO Onder de Kap, VSO Onder de Kap, Perspectief, De Bouwsteen MOTA, De Passage & Passe-partout, De Opstap, De Stijgbeugel, B&B/Restaurant ’t Tuindorp, De Bakkerij, Kapstok Catering, Leerwerkboerderij Erve Olde Meule, Autoclean, De Bako, De Basis, De
GMR
MR Psychiatrische stoornissen MR Gedragsstoornissen MR Leerwerkrajecten
45 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Koppeling, Hout & Bouw De Zevensprong in Hengelo, Oldenzaal en Boekelo, ‘t Sloepje Onderwijscentrum Het Roessingh Schutte’s Bosschool De Huifkar Prof. Huizingschool Het Maatman Bestuursbureau, ICT Dienstencentrum
MR Het Jonge Kind MR OCR MR Schutte’s Bosschool MR De Huifkar MR Prof. Huizingschool MR Het Maatman MR Bestuursbureau MR Dienstencentrum
De contactpersoon van de MR voor onze school is: Joyce Molenkamp - Vorsteveld, te bereiken op: 088-0203898, e-mailadres:
[email protected] 10.2 De Ouderraad OR De ouderraad heeft een tweeledige functie: enerzijds ondersteunend en anderzijds heeft hij een adviserende functie. De ouderraad is een ‘denktank’ van de school. De ouderraad van het Mozaïek wil het contact tussen school en ouders, en ouders onderling bevorderen en heeft een huishoudelijk reglement. De ouderraad vergadert waarbij ook de directeur of adjunct directeur en een teamlid aanwezig is. Van elke vergadering wordt een verslag gemaakt dat op school ter inzage ligt. De penningmeester int en beheert de ouderbijdrage. Elk schooljaar organiseert de ouderraad een ouderavond met een thema. Afgelopen schooljaar was dat ‘communicatie en autisme’. De ouderraad vindt het belangrijk contact te hebben met u als ouder. U bent daarom van harte uitgenodigd met ideeën of tips te komen. Hun e-mailadres is:
[email protected] 10.3 Inzagerecht en wet op de persoonsregistratie Om goed onderwijs en goede zorg binnen Attendiz te kunnen geven moet er op meerdere terreinen aan professionele voorwaarden worden voldaan. Een van die terreinen is de dossiervorming. Bij Attendiz is een Protocol Dossiervorming ontwikkeld om op een professionele en zorgvuldige manier om te gaan met de persoonsgegevens en vertrouwelijke stukken van leerlingen. Dit protocol is een praktische uitwerking van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP), toegesneden op de scholen binnen Attendiz De inhoud van het protocol is bekend bij de personeelsleden van de Attendiz en ligt voor ouders/verzorgers en/of andere betrokkenen ter inzage. De belangrijkste punten uit dit protocol: 1.Geheimhoudingsplicht In de WBP staat dat een ieder die handelt onder het gezag van de verantwoordelijke, en op enigerlei wijze beschikking krijgt over persoonsgegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden verplicht is tot geheimhouding van deze gegevens (artikel 12 WBP). De directeur van de school is verantwoordelijk voor het feit dat deze geheimhoudingsplicht wordt nageleefd door de diverse personeelsleden. 46 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Dit betekent dat mensen die tijdelijk in dienst zijn en ook stagiaires zich dienen te conformeren aan deze geheimhoudingsplicht. 2.Doel van de verwerking van de persoonsgegevens Het doel van het verwerken van persoonsgegevens van de leerlingen is tweeledig: enerzijds verplicht de wetgever ons hiertoe, anderzijds acht het bevoegd gezag dit als noodzakelijke voorwaarde voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs aan onze doelgroep. 3.Toestemming voor het opvragen en doorsturen van gegevens Er wordt binnen Attendiz een uniform aanmeldingsformulier gehanteerd. Dit formulier is bestemd voor de CVI en is tevens de aanmelding voor het betreffende aanmeldpunt van Attendiz . Daarnaast wordt een uniform document gebruikt waarin toestemming wordt gevraagd voor overdracht van dossiergegevens naar scholen binnen Attendiz of naar extern. 4.Toegang tot dossiers. In principe hebben de professionals die met de leerling werken toegang tot de dossiers. Voor kortdurende vervangers en stagiaires gelden andere regels. 5.Inzage Ouders/verzorgers (en leerlingen ouder dan zestien jaar) hebben het recht kennis te nemen van iedere vorm van dossiervorming. Zij dienen hiertoe een afspraak te maken met de directeur. Is de leerling jonger dan 16 jaar, dan moet het verzoek om inzage door de wettelijk vertegenwoordiger worden gedaan. Het antwoord wordt dan ook aan de vertegenwoordiger gericht. Inzage kan worden geweigerd indien naar de mening van de directeur aannemelijk is dat rechtstreeks inzage in het dossier kan leiden tot schade aan de lichamelijke en/of geestelijke gezondheid van de betrokkene of anderen. Inzage wordt alleen verleend in aanwezigheid van een direct met het onderwijs en/of hulpverlening belaste beroepsoefenaar. 6.Correctie, verbetering, aanvulling, verwijdering en afscherming van persoonsgegevens De betrokkene (ouders/verzorgers indien de leerling jonger is dan zestien jaar) kan schriftelijk verzoeken de hem/haar betreffende persoonsgegevens te verbeteren, aan te vullen, of te verwijderen indien deze feitelijk onjuist, voor het doel van de registratie onvolledig zijn, dan wel in strijd met een wettelijk voorschrift als persoonsgegeven opgenomen zijn. In het verzoek wordt de aan te brengen wijziging omschreven. Binnen vier weken moet de verantwoordelijke gereageerd hebben. Een afwijzing of weigering dient onderbouwd te zijn met een reden. Een besluit tot wijziging etc. dient binnen acht weken te worden uitgevoerd. 7.Bewaartermijn Het dossier dient gedurende 5 jaar bewaard te worden na uitschrijving van de leerling. Na beëindiging van de bewaartermijn worden de dossiers binnen acht weken na het verstrijken van de bewaartermijn vernietigd. Vernietiging houdt in dat alle gegevens op geen enkele manier meer informatie kunnen opleveren. Vernietiging van de dossiers gebeurt door een erkend destructiebedrijf of dossiervernietigingsbedrijf.
47 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
10.4 Klachtenregeling Attendiz heeft een klachtenregeling vastgesteld. Op grond hiervan kunnen ouders/verzorgers en leerlingen klachten indienen over gedragingen en beslissingen (of het nalaten daarvan) van het bestuur, directie en personeel van de school. Als u een klacht heeft over het onderwijs kunt u terecht bij de leerkracht en de directeur. Heeft u klachten over ongewenste intimiteiten, pesten, discriminatie of bejegening, dan kunt u in eerste instantie terecht bij de schoolcontactpersoon of de directeur. Wanneer u vindt dat uw klacht onvoldoende behandeld is of u wilt een en ander buiten de school bespreken, dan kunt u contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon, die door het bestuur benoemd is: mevrouw Mona Stuivenberg, telefoon: 06-13697407, e-mail:
[email protected] . Veelal zal een klacht toch nog in onderling overleg kunnen worden opgelost. Lukt dit niet dan kunt u zich richten tot de klachtencommissie. Elk schoolbestuur is wettelijk verplicht ervoor te zorgen dat ouders / verzorgers (maar ook de personeelsleden) een klacht kunnen indienen bij een klachtencommissie. Een klachtencommissie bestaat uit tenminste drie leden waaronder de voorzitter die geen deel mag uitmaken van het schoolbestuur en ook niet bij dat bestuur werkzaam mag zijn. Een lid van het schoolbestuur of een personeelslid waarover wordt geklaagd, mag nooit deel uitmaken van de klachtencommissie die de klacht behandelt. Meestal is er sprake van een regionale of landelijke klachtencommissie maar het kan ook een commissie zijn die alleen voor dat schoolbestuur is ingesteld. Attendiz is aangesloten bij: Landelijke Klachtencommissie van de VBS. Postbus 95572, 2509 CN Den Haag. Telefoonnummer: 070-3315215 Het is niet verboden om direct naar de klachtencommissie te stappen, zonder dat de klacht eerst op school aan de orde is geweest. Als u dat doet, is het wel de bedoeling dat u het schoolbestuur daarover inlicht. Dat is niet alleen netjes, maar ook verstandig omdat u het schoolbestuur zo in staat stelt om uw klacht op te lossen. Bij de behandeling van een klacht kunt u zich door een persoon naar eigen keuze laten bijstaan. Zo kan de vertrouwenspersoon u bijstaan door voorlichting over de procedure of door u te helpen met het formuleren van uw klacht. Voor informatie over hoe u een klacht kunt indienen en over de gang van zaken daarna kunt u tevens bij (het secretariaat van) de klachtencommissie terecht of bij een van de landelijke ouderorganisaties. Bij het bericht van ontvangst van uw klacht door de klachtencommissie krijgt u deze informatie meestal al in de vorm van een reglement van deze commissie en een toelichting daarop. De meeste klachtencommissies hebben een website op het internet. Uw klacht wordt altijd vertrouwelijk behandeld, wel is het noodzakelijk dat ook degenen tot wie uw klacht zich richt, bijvoorbeeld de leerkracht of de schoolleiding, om een reactie wordt gevraagd en in de gelegenheid wordt gesteld om van zijn of haar kant te worden gehoord. U krijgt de gelegenheid om uw klacht voor de commissie toe te lichten. U wordt dan “gehoord”. Dat is voor ouders soms een (in)spannende zaak. U kunt zich daarbij echter ook laten bijstaan door iemand van uw keuze of bijvoorbeeld door de vertrouwenspersoon. De commissie zal na een bepaalde tijd aangeven of uw klacht (on)gegrond is. Binnen welke termijn dat moet gebeuren, staat in het reglement van de commissie. Als de klacht gegrond is, gaat de uitspraak meestal vergezeld van een advies aan het schoolbestuur hoe uw klacht opgelost kan worden en/of een herhaling in de toekomst kan worden voorkomen. Binnen vier weken na de datum van ontvangst van het advies moet het bestuur u melden of het zich kan vinden in de uitspraak en welke maatregelen het gaat nemen. 48 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Een uitspraak van een klachtencommissie is een advies aan het schoolbestuur. Dat heeft zijn voordelen en zijn nadelen. De adviesprocedure heeft het voordeel dat u als klager op een betrekkelijk snelle, gemakkelijke en goedkope wijze een uitspraak krijgt waarmee u en de school weer samen verder kunnen. Een nadeel is dat het om een eenmalige uitspraak gaat en dat deze niet wettelijk kan worden afgedwongen. Wilt u wel een bindende uitspraak, dan bent u op een procedure voor de rechter aangewezen. Seksuele intimidatie Behandeling van klachten over seksuele intimidatie kan ook een taak van de klachtencommissie zijn. Als het echter om (het vermoeden van) een zedenmisdrijf gaat begaan door een aan de school verbonden volwassene ten opzichte van een leerling, moet het schoolbestuur na overleg met de vertrouwensinspecteur aangifte doen bij de politie. In de wet staat: "Onder ongewenste intimiteiten wordt verstaan: ongewenste seksueel getinte aandacht, ontstaan door niet onbaatzuchtig gedrag van de aangeklaagde, binnen of in samenhang met de onderwijssituatie, tot uiting komend in zowel opzettelijk als onopzettelijk verbaal, fysiek of andere non-verbaal gedrag, dat tot gevolg heeft dat: • een onaangename, bedreigende of vijandige werk- of studieomgeving wordt gecreëerd en/of; • een verstoring van de arbeids- of studieprestatie optreedt voor degene die het gedrag ondergaat en/of; • degene die het gedrag ondergaat wordt gehinderd of benadeeld in het volledige en gelijke genot van arbeids- en onderwijsvoorzieningen en/of; • het volledige en gelijke genot van arbeids- of onderwijsvoorzieningen van voorwaarden afhankelijk worden gesteld." Het gaat om zowel heterofiel als homofiel geaarde ongewenste intimiteiten tussen leerkrachten en kinderen en tussen kinderen onderling. Rol van de inspectie Bij de Inspectie van het Onderwijs werkt een klein team van vertrouwensinspecteurs. Ouders, leerlingen, docenten, directies en besturen kunnen de vertrouwensinspecteur benaderen wanneer zich in of rond de school problemen voordoen op het gebied van: seksuele intimidatie en seksueel misbruik; lichamelijk geweld; grove pesterijen; extremisme en radicalisering. Wanneer legt u een klacht voor? Ernstige klachten die vallen onder één van de bovenstaande categorieën en die ondanks alle pogingen niet opgelost lijken te worden, kunnen voorgelegd worden aan een vertrouwensinspecteur. Uiteraard gaat de vertrouwensinspecteur ervan uit dat de klacht die gemeld wordt, in eerste instantie is voorgelegd aan de directie en eventueel het bestuur van de school. Als in dat traject geen oplossing gevonden is, komt de vertrouwensinspecteur in beeld. Deze zal adviseren en informeren. Zo nodig kan de vertrouwensinspecteur ook begeleiden in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte. Overlegplicht Als het vermoeden bestaat dat sprake is van seksueel misbruik, dan is het bestuur verplicht om in overleg te treden met de vertrouwensinspecteur. Deze overlegplicht ontstaat op het moment dat het bestuur op de hoogte is van het vermoeden dat een personeelslid zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit tegen de zeden. Dat betreft overigens niet alleen personeelsleden, maar ook personen die taken uitvoeren in of voor de school. In het 49 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
overleg tussen bestuur en vertrouwensinspecteur gaan de gesprekspartners na of het vermoeden redelijk is en als de vertrouwensinspecteur dat heeft vastgesteld, zal het bestuur het traject naar het doen van aangifte ingaan. Taken en bevoegdheden De taken en bevoegdheden van de vertrouwensinspecteurs zijn omschreven in de onderwijswetten. De gesprekken die gevoerd worden, zijn vertrouwelijk. Anonieme klachten worden niet behandeld. Voorbeeld Als illustratie van de werkwijze van de vertrouwensinspecteurs het volgende voorbeeld: Een ouder heeft talloze gesprekken op school gevoerd - met de groepsleraar, maar ook met de directie - omdat zijn kind in groep 6 het slachtoffer is van grove pesterijen. Al die gesprekken hebben niet geleid tot een structurele oplossing: het pestgedrag houdt aan. Na een akelig incident durft het kind niet meer naar school. De school lijkt ook nu geen antwoord te hebben op de problemen. Dat incident is voor de ouder de grens: hij benadert het meldpunt. De ouder legt de problematiek aan de vertrouwensinspecteur voor en geeft aan welke stappen hij tot nu toe gezet heeft. De vertrouwensinspecteur luistert, stelt vragen en adviseert vervolgens de ouder over mogelijke vervolgstappen. Het kan ook zijn, dat de vertrouwensinspecteur – in overleg met en na goedkeuring van de ouder – contact legt met de inspecteur die toezicht houdt op de betreffende school. Ze overleggen dan over de wijze waarop de inspectie de signalen betrekt bij het toezicht op de school. Dit is slechts een voorbeeld van de vele ernstige problemen die zich voor kunnen doen en waar op de gebruikelijke wijze (gesprekken op school) geen oplossing gerealiseerd wordt. Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-111 3 111 (lokaal tarief). Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051
50 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Schoolcontactpersoon De school heeft één schoolcontactpersoon aangewezen bij wie leerlingen, ouders/verzorgers en medewerkers terecht kunnen als het gaat om persoonlijke dingen en/of situaties waarin iemand zich op school niet veilig voelt. Niet-veilige situaties ontstaan bij pesten, agressie, discriminatie en ongewenste intimiteiten. (met ongewenste intimiteiten bedoelen we ongewenste seksueel getinte opmerkingen en/of aanrakingen, tijdens de les, in de school of op het schoolplein). Zowel medewerkers als leerlingen kunnen deze dingen doen bij anderen, soms expres en soms niet als zodanig bedoeld. Ook als het niet met opzet gebeurd is, mag men het toch vertellen. Leerlingen, ouders/verzorgers en medewerkers kunnen bij problemen met dit soort zaken terecht bij Ellen de Haan. Zij zorgt ervoor dat de klacht zorgvuldig en in vertrouwen behandeld wordt.
51 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
11. GELDELIJKE BIJDRAGE 11.1 Ouderbijdrage De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage. Met de ouderbijdrage koopt u als het ware diensten die uw kind op school worden aangeboden maar die niet wettelijk zijn vastgesteld en waarvoor de school dan ook geen vergoeding ontvangt van het Ministerie van Onderwijs ( excursies, vieringen, ouderavonden enzovoorts). U ontvangt voor het schooljaar een formulier ‘Overeenkomst Ouderbijdrage’. Als u dit tekent dan verplicht u zich tot het betalen van de bijdrage. De ouderbijdrage voor het schooljaar 2012 – 2013 is opnieuw vastgesteld op € 25,00. Niet alle activiteiten kunnen hiervan bekostigd worden. U wordt voor het schoolreisje, kamp en evt. overige extra activiteiten gevraagd de kosten te voldoen op dat moment. REGLEMENT OUDERBIJDRAGE Artikel 1 De ouderbijdrage wordt, in geval van ondertekening van de overeenkomst ouderbijdrage, betaald voor elke leerling die in het cursusjaar staat ingeschreven als leerling van Het Mozaïek door de ouder(s) of wettelijke verzorger van de leerling. Artikel 2 De ouderbijdrage wordt van jaar tot jaar door de directeur van Het Mozaïek vastgesteld op basis van het reglement Ouderbijdrage. De Ouderraad heeft instemming inzake de hoogte en de bestemming van de ouderbijdrage. De overeenkomst ouderbijdrage wordt aangegaan voor de duur van een schooljaar. Artikel 3 1. De ouderbijdrage heeft betrekking op het gehele schooljaar, lopende van 1 augustus tot en met 31 juli van het daaropvolgende jaar. 2. Voor de leerling die gedurende de loop van het schooljaar wordt toegelaten, wordt de ouderbijdrage vastgesteld op basis van de werkelijke kosten. 3. Voor de leerling die gedurende de loop van een schooljaar de school verlaat wordt de ouderbijdrage geheven tot het einde van het desbetreffende kwartaal. Geïnde gelden ten behoeve van schoolreis worden aan de ouders gerestitueerd voor zover het gelden betreffen inzake te maken kosten die vanwege het verlaten van Het Mozaïek van de desbetreffende leerling, niet meer ten laste van Het Mozaïek komen. Artikel 4 1. De ouderbijdrage wordt vastgesteld op basis van het Reglement Ouderbijdrage. 2. De overeenkomst ouderbijdrage dient uiterlijk binnen veertien dagen na aanbieding hiervan ondertekend te zijn ingeleverd bij de administratie van de school. Artikel 5 De ouderbijdrage en de eventuele bijkomende kosten dienen uiterlijk op de vervaldag vermeld in de toegezonden nota, te worden voldaan. Artikel 6 1. De sectordirecteur van Het Mozaïek kan ontheffing verlenen van het in dit reglement bepaalde en van de uit dit reglement voortvloeiende verplichtingen. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk aan de betreffende ouders kenbaar gemaakt. 2. Bezwaren tegen (hoogte van) de ouderbijdrage dienen te worden gezonden aan de directeur van Het Mozaïek. 3. De directeur beslist binnen zes weken na ontvangst van een bezwaarschrift en stelt de bezwaarde van haar besluit schriftelijk en gemotiveerd in kennis.
52 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Artikel 7 1. De ouderbijdrage is vrijwillig. 2. De toelating van de leerling tot de school wordt niet afhankelijk gesteld van betaling van de ouderbijdrage. Het reglement is slechts van toepassing in geval de in artikel 1 genoemde persoon de bijgevoegde overeenkomst ouderbijdragen heeft ondertekend. Deze verplichting tot betaling is van toepassing voor zover de ouders via de overeenkomst hebben te kennen gegeven aanspraak te willen maken op de in de overeenkomst nader opgenomen voorzieningen. 3. Indien is aangegeven dat slechts van een gedeelte van het voorzieningenpakket gebruik zal worden gemaakt, zal de vastgestelde ouderbijdrage gebaseerd zijn op de kosten van het gekozen voorzieningenpakket. 4. De directeur behoudt zich het recht voor om in geval van niet betaling van de ouderbijdrage, de leerling uit te sluiten van de extra voorzieningen die met de ouderbijdrage worden betaald. Artikel 8 1. De overeenkomst ouderbijdrage maakt deel uit van deze regeling. 2. De regeling is vastgesteld op 10 mei 2004 en treedt in werking op 1 augustus 2004. Artikel 9 De ouderbijdrage kan als volgt worden voldaan: Door middel van een door u zelf te verzorgen betalingsopdracht in oktober van het lopende schooljaar bij uw bank. De betaling dient te geschieden op Rabobankrekening 152551387 t.n.v. Ouderraad Het Mozaïek met vermelding van de naam van de leerling en de groep waarin de leerling het betreffende jaar zit. 11.2 Schoolreisje/ schoolkamp Schoolreisje In de maanden april en mei zijn de jaarlijkse schoolreisje. De bestemming wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. Voor deelname aan het schoolreisje vragen we de ouders een aparte financiële bijdrage. Leerlingen voor wie niet betaald is gaan niet mee met het schoolreisje, zij gaan die dag gewoon naar school. Schoolkamp In schooljaar 2008-2009 zijn we gestart met het opzetten van een schoolkamp voor de bovenbouw groepen. We vinden het zeer belangrijk te werken aan groepsactiviteiten en aan activiteiten buiten de school. Op deze wijze proberen we de leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op de maatschappij en dat zij zo goed mogelijk kunnen socialiseren in die maatschappij. Het schoolkamp is verplicht en een onderdeel van het totale programma. Er wordt tijdens het kamp goed geobserveerd hoe uw kind zich gedraagt tijdens de verschillende momenten en activiteiten. Dit geeft ons allerlei informatie over de zelfstandigheid, zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid van uw kind. Er wordt vanuit gegaan dat alle leerlingen meegaan. Indien nodig wordt er met u afgestemd om aanpassingen te doen, zodat uw kind toch deel kan nemen aan het kamp of een gedeelte daarvan. Deze aanpassingen gelden alleen wanneer het gaat om stoornisgerelateerde problematiek.
53 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Spaarsysteem De school stelt ouders in de gelegenheid om voor het schoolreisje of schoolkamp te sparen. Over dit spaarsysteem krijgt u aan het begin van dit schooljaar meer informatie. Als u niet in staat bent de gevraagde bijdrage te betalen, dan kunt u contact opnemen met de directeur. 11.3 Sponsoring De school doet regelmatig een beroep op financiële ondersteuning door diverse fondsen. Het geld wordt besteed aan een van tevoren vastgesteld doel. Sponsoring door bedrijven of instellingen is ook mogelijk. Sponsoring mag de inhoud van het onderwijs niet beïnvloeden. Aanvragen voor sponsoring worden getoetst door het managementteam en door de MR. Voor komend jaar is ons doel een klim/klautertoestel op het plein die ook geschikt is voor de bovenbouwleerlingen, herinrichting van het plein en ‘losse speelmaterialen’ voor op het plein.
De voetbalkooi van ons sponsorgeld.
54 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
12. SCHOOLVAKANTIES EN VRIJE DAGEN 12.1 Vakantierooster schooljaar 2012 – 2013 Schooljaar 2012 – 2013 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasweekend Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie
eerste dag 22 21 18 29 29 09 20 08
okt dec 12.30 uur feb mrt apr mei mei jul
laatste dag 26 07 22 01 08 10 20 16
okt jan feb apr mei mei mei aug
12.2 Studiedagen Gedurende het schooljaar zijn er meerdere studiedagen voor het personeel van de school. Het gaat om de volgende data: 15 okt, 14 dec, 6 feb en 5 jul. Deze zijn ook opgenomen in de jaarplanner die aan het begin van het schooljaar wordt uitgereikt. 12.3 Personeelsdag De personeelsdag voor het komende schooljaar is gepland op vrijdag 28 juni 2013, ook dan zijn de leerlingen vrij. 55 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
12.4 Leerplichtwet Leerplicht en kwalificatieplicht Een kind moet naar school uiterlijk op de eerste dag van de nieuwe maand na zijn of haar vijfde verjaardag. Vierjarigen mogen naar school, maar zijn dus niet leerplichtig. De volledige leerplicht duurt tot en met het schooljaar waarin de jongere zestien jaar wordt (een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli). Daarna geldt de kwalificatieplicht. De kwalificatieplicht geldt voor jongeren die nog geen 18 jaar zijn en nog geen startkwalificatie, een diploma van een havo-, vwo- of mbo2-opleiding, hebben behaald. Tijdens de kwalificatieplicht gaat uw kind elke dag naar school of kiest het voor de combinatie van leren en werken. Voor sommige jongeren van 16 en 17 jaar die liever met hun handen dan met hun hoofd werken, lijkt dat een zware opgave. Maar de kwalificatieplicht hoeft niet te betekenen dat ze vijf dagen per week in de schoolbanken zitten. Het is ook mogelijk om met combinaties van leren en werken aan de kwalificatieplicht te voldoen. Voor zeer moeilijk lerende kinderen is een startkwalificatie niet altijd haalbaar. Daarom worden zij vrijgesteld van de kwalificatieplicht. Ook jongeren in het praktijkonderwijs die in bezit zijn van een getuigschrift of schooldiploma zijn vrijgesteld van de kwalificatieplicht. Zij kunnen een programma volgen dat past bij hun niveau. Vakantieverlof Voor het geven van verlof buiten de schoolvakanties geldt als algemeen uitgangspunt dat dit niet mogelijk is, tenzij er sprake is van artikel 13A van de Leerplichtwet. Hierin staat aangegeven dat verlof gegeven kan worden indien de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het slechts mogelijk maakt om buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan. Een verzoek daartoe dient minimaal twee maanden tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Er moet een werkgeversverklaring worden overlegd waaruit blijkt dat geen verlof binnen de officiële vakantie mogelijk is, het verlof: - kan slechts eenmaal per schooljaar worden verleend; - mag niet langer duren dan tien schooldagen; - mag niet plaatsvinden in de eerste twee weken van het schooljaar. Tegen de beslissing van de directeur is bezwaar/beroep mogelijk op grond van de Algemene Wet bestuursrecht. Gewichtige omstandigheden De schoolleiding kan tevens verlof verlenen wegens gewichtige omstandigheden. Ook hiervoor geldt een maximum van tien dagen per schooljaar. Gewichtige omstandigheden kunnen plezierige, maar ook minder plezierige omstandigheden zijn. Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1, van de Leerplichtwet, dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd en door deze op basis van de wet worden afgehandeld. Het gaat om de volgende situaties: 1. Het voldoen aan een wettelijke verplichting voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; 2. Verhuizing voor ten hoogste één dag; 3. Het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad voor één of ten hoogste twee dagen afhankelijk van de vraag of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende; 4. Ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad. De duur van het verlof gaat in overleg met de leerplichtambtenaar van de woongemeente; 5. Overlijden; - van bloed- of aanverwanten in de eerste graad voor ten hoogste vier dagen; 56 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
- van bloed- of aanverwanten in de tweede graad voor ten hoogste twee dagen; - van bloed- of aanverwanten in de derde of vierde graad voor ten hoogste één dag; 6. 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12,5-, 25-, 40-, 50-, of 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor 1 dag; 7. Andere gewichtige omstandigheden, maar geen vakantieverlof. Eén en ander betekent dat geen verlof kan worden verleend voor een extra vakantie wegens wintersport, een tweede vakantie, een extra lang weekend, deelname van leerlingen aan evenementen, een langdurig bezoek aan de familie in het land van herkomst et cetera. Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet voor meer dan tien schooldagen per schooljaar dient minimaal één maand van tevoren via de directeur van de school bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. Dit verlof wordt door de leerplichtambtenaar alleen verleend indien de ouders bij het verzoek een verklaring van een arts of maatschappelijk werker kunnen overleggen waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden. De leerplichtwet impliceert aldus dat de schoolleider alleen verlofaanvragen behandelt, die een periode van maximaal tien schooldagen betreffen. Hij dient deze conform de bovenstaande afspraken te behandelen en is strafbaar indien hij dit niet doet. Bij ongeoorloofd schoolverzuim moet de directeur aangifte doen bij de leerplichtambtenaar en zijn de ouders/verzorgers strafbaar. Er wordt proces-verbaal opgemaakt, waarbij de ouders beboet kunnen worden. Ouders dienen het verlof aan te vragen bij de directeur van de school middels het verlofaanvraagformulier. Deze is te verkrijgen bij de leerkracht van uw kind. Verzoeken dienen 2 weken van te voren te worden ingediend. Voor bezoek aan tandarts en huisarts verwachten wij dat u deze buiten schooltijd plant.
12.5 Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim 57 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
Op Het Mozaïek wordt bij de administratie dagelijks een absentielijst bijgehouden. In geval van regelmatige afwezigheid neemt de groepsleerkracht of de mentor contact op met de ouders of verzorgers. Daarnaast kan ook overleg plaatsvinden met andere betrokken hulpverleners zoals Karakter, Mediant , Adhesie of Mee. Tijdens de eerstvolgende leerling-bespreking komt het schoolverzuim aan de orde. Indien nodig wordt een extra leerling-bespreking ingelast. In deze leerling-bespreking moet de aard en de achtergrond van het verzuim duidelijk worden. Tevens worden hier afspraken gemaakt die vervolgens besproken worden met de ouders/verzorgers. Eén van deze afspraken kan zijn het inschakelen van de leerplichtambtenaar. 12.6 Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van lesuitval Ziekte en afwezigheid van een leerkracht of assistent brengt op iedere school onrust. Echter bij leerlingen met een psychiatrische stoornis is structuur en voorspelbaarheid vaak een voorwaarde om te kunnen functioneren. Vervangen in één van onze klassen is niet eenvoudig en ook niet altijd raadzaam. Als een leerkracht of assistent zich ziek meldt doen we ons uiterste best vervanging te regelen. Bij kortdurende ziekte kan het ook gebeuren dat de onderwijsassistent de leerkracht vervangt. Mocht het echter niet mogelijk zijn vervanging te regelen op de hierboven genoemde wijze, dan rest niets anders dan leerlingen vrijaf te geven. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat de lesuitval zoveel mogelijk verdeeld wordt. Sommige van onze leerlingen hebben zoveel behoefte aan regelmaat en eenduidigheid dat zij niet kunnen functioneren als er een vreemde leerkracht in de klas komt. Komen zij in zo’n situatie wel op school dan vragen zij één op één begeleiding. Dit is echter niet te realiseren. Het gebeurt dan, in overleg met ouders/verzorgers, dat een leerling noodgedwongen meerdere dagen thuis moet blijven. Gelukkig zijn dit uitzonderingen en we proberen al het mogelijke om dit te voorkomen.
58 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014
13. HET SO TEAM VAN HET MOZAÏEK SO ENSCHEDE
Directeur Joke van Driel Adjunct directeur Ellen de Haan Leerkrachten Carlijn Westen Linda Kromhout Debbie de Vreede Marcel van Beem Joyce Molenkamp Marieke Egberink Chantal Kamphuis Rianne Huiskes Dagmar Oude Groote Beverborg Wendy Bootsveld Maureen Olde Heuvel Vakleerkracht gymnastiek Seb Brookhuis Onderwijs assistenten Nienke Kock Kim Meijran Melvin Slag Inge Lodeweges Ruth Bruggeman Annemiek Dijksen Mark Luttikhuis Peter Slootweg Akim Alferink Onderwijs ondersteunend personeel Arthur Postma – zorgcoördinator (voorlopig) Ellen de Haan – zorgcoördinator Chantal Strampel – gedragswetenschapper Bregina Evers – secretaresse Rienk de Vries – time-out begeleider / technisch assistent Kristel Lohuis – psychologisch assistent
59 Het Mozaïek Enschede SO Schoolgids 2013 – 2014