Schoolgids SO Herderschêeschool
2013-2014 0
1
Welkom! Samen met uw kind bent u van harte welkom op de Herderschêeschool. De Herderschêeschool biedt goed onderwijs voor alle leerlingen. De kwaliteit van het onderwijs staat dan ook centraal in onze visie en er wordt gewerkt vanuit de volgende uitgangspunten:
Onze openbare school biedt kwalitatief goed onderwijs. Kinderen voelen zich welkom en gewaardeerd op onze school. Er werkt professioneel personeel dat hoge verwachtingen heeft van de ontwikkeling van de kinderen. Er is passende aandacht voor kinderen die meer of minder kunnen. Onze school biedt een uitdagend en voor kinderen inzichtelijk leerklimaat. Kinderen en ouders weten wat er van hen verwacht wordt en wat zij van de school mogen verwachten. Onze school is actief op het gebied van onderwijsontwikkeling. Vernieuwingen en projecten passen in onze onderwijskundige visie. Er is aandacht voor de kwaliteit van onze school. Dit komt tot uiting in de wijze waarop op onze school schoolontwikkeling wordt opgepakt en kwaliteit systematisch wordt bewaakt. Onze school staat midden in de samenleving en heeft oog voor de verschillende achtergronden van mensen. Wij werken actief aan democratisch burgerschap. Onze school biedt veiligheid en geborgenheid voor elke leerling. Ieder kind is welkom: dat schept rechten en verplichtingen voor leerlingen, ouders en personeel. Onze school is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs (SPO) Utrecht en wordt controleerbaar democratisch bestuurd. Onze school hecht waarde aan een goede betrokkenheid van de ouders/verzorgers bij het onderwijs en zij zijn dan ook welkom om op actieve wijze mee te denken en mee te doen. De medezeggenschapsraad (MR) is nauw betrokken bij de totstandkoming van ons schoolbeleid.
In deze schoolgids leest u alles over ons onderwijs, de aanpak en de organisatie op onze school. Wilt u meer weten, neem dan contact op met de directeur of de locatieleider. Mede namens het schoolbestuur wens ik u en uw kind een goede tijd op de Herderschêeschool. Pim Spijker Directeur
2
3
Inhoudsopgave Pagina 1. De school
6
2. Waar de school voor staat
8
3. De organisatie van het onderwijs
12
4. De zorg voor de kinderen
18
5. Het schoolteam
22
6. De ouders
24
7. Kwaliteitszorg
32
8. De resultaten van het onderwijs
36
9. Regeling school- en vakantietijden
38
10. Namen en adressen
42
4
5
1. De school 1.1.
Schoolgegevens
Postadres Postbus 10121 3505 AB Utrecht Bezoekersadres Stauntonstraat 9, 3554 EZ Utrecht Tel. 030 – 2230113 Het managementteam van de Herderschêeschool SO bestaat uit Pim Spijker, directeur Harry Van de Berg, adjunct directeur SO We zijn bereikbaar via: Telefoon 030-2230112 E-mail:
[email protected] Website : www.herderscheeschool.nl Schooltijden Maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag: Woensdag
08.30 -15.00 uur 08.30 -12.15 uur
Afwezigheid door ziekte / andere reden Bij ziekte of een andere reden tot verzuim dient u de school tijdig te informeren. Dit kan telefonisch, graag vóór schooltijd: 030-2148014. Onze school is één van de scholen van de Stichting Primair Openbaar Onderwijs (SPO) te Utrecht. Zie voor meer informatie www.spoutrecht.nl 1.2. Situering van de school De Herderschêeschool is de enige openbare school voor speciaal onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden in de stad Utrecht en heeft dan ook een regiofunctie. De kinderen die de school bezoeken komen uit de hele stad en directe omgeving, bijvoorbeeld uit Maarssen, Houten en Nieuwegein. Aan de Stauntonstraat in Zuilen is de SO afdeling voor leerlingen tot ongeveer 14 jaar gehuisvest. In de winter van 2007 hebben we dit gebouw betrokken. Het is een prettig gebouw met veel licht en ruimte in en om de school. Het gebouw voldoet ruimschoots aan de eisen die het geven van speciaal onderwijs stelt: er is een aangenaam binnenklimaat, dubbele beglazing, nieuwe verlichting en duurzame dakbedekking. In het gebouw bevinden zich naast de groepslokalen een gymzaal, een speellokaal (ook in gebruik voor fysiotherapie), een grote keuken waar leerlingen allerlei praktische
6
vaardigheden kunnen oefenen en een ruimte voor spelbegeleiding en logopedie. Er zijn 2 speelpleinen en naast het schoolgebouw liggen een speelterrein en een basisschool. Met deze basisschool zijn goede contacten opgebouwd en er vinden regelmatig uitwisselingen plaats. Op loopafstand van de school is het winkelcentrum ‘Rocade’; dit betrekken we regelmatig in ons onderwijsaanbod. Veel van onze leerlingen komen met busjes naar school; voor de school is een ruime parkeergelegenheid waar de kinderen veilig in- en uit kunnen stappen. 1.3. Een indicatie van de schoolgrootte De afdeling SO heeft in het schooljaar 2013-2014 6 groepen voor 72 leerlingen een instroom- observatiegroep voor het jonge kind drie reguliere ZML groepen twee zorgonderwijs groepen voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Deze leerlingen hebben een MG indicatie. In de reguliere groepen zitten 12 tot 14 leerlingen, in de instroom 10 tot 12 en in de zorgonderwijsgroepen 8 tot 9 leerlingen in klas. 1.4. De naam van de school De school is vernoemd naar Dirk Herderschêe (1877-1969), een Nederlandse arts. Als schoolarts zag en onderzocht hij veel kinderen met een verstandelijke beperking. Hij ontwikkelde zich tot een pionier op het gebied van intelligentieonderzoek bij kinderen. Dit leidde uiteindelijk tot een intelligentietest die bekend is geworden als de BinetHerderschêetest.
7
2.
Waar de school voor staat
2.1.
De missie van onze school
Samen leren jezelf te zijn, kansrijk en uniek Wij maken werk van talent !
2.2.
Onze visie en uitgangspunten
A: Goed onderwijs, opbrengstgericht Door middel van een gevarieerd lesaanbod streven we naar optimale ontwikkeling voor elke leerling op sociaal, emotioneel, communicatief, praktisch, cognitief, motorisch en creatief gebied. Deze ontwikkeling is beschreven in de leerlijnen voor het Speciaal Onderwijs. Door middel van het ontwikkelingsperspectief geven we aan wat we verwachten dat een leerling gaat leren bij ons op school. B: Passend aanbod Leerlingen krijgen onderwijs op een bij hun niveau passende (ortho)pedagogische en didactische wijze. Dit is terug te zien in de werkwijze binnen de groepen. Ons aanbod is groepsgericht waar het kan en individueel waar nodig, afgestemd op de doelen die passen bij het ontwikkelingsperspectief van de leerlingen. C: Democratisch burgerschap Op de Herderschêeschool wordt planmatig gewerkt aan democratisch burgerschap door middel van het programma “Beste Vrienden / Beste Burgers”, De Vreedzame School voor Speciaal Onderwijs. De Vreedzame School beschouwt de klas en de school als een leefgemeenschap, waarin leerlingen zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen, en waarin leerlingen leren wat het betekent om een ‘democratisch burger’ te zijn: open staan voor en kunnen overbruggen van verschillen tussen mensen, een bijdrage leveren aan het algemeen belang, en actief verantwoordelijk willen zijn voor de gemeenschap. Daarmee ervaren leerlingen dat het uitmaakt dat ze er zijn, dat ze ‘er toe doen’. Medewerkers creëren een veilig en positief groepsklimaat waarin leerlingen zichzelf kunnen zijn en het gevoel krijgen dat ze gehoord en gezien worden, waardering krijgen en respect ervaren. D: Samen werken aan zorg De school beschikt over een zorgstructuur waarmee interne en externe expertise ingezet wordt voor de specifieke begeleiding van een leerling, gericht op zo hoog mogelijke opbrengsten voor elke leerling. Samenwerking en delen van expertise tussen alle geledingen is hiervoor de sleutel.
8
Het leerlingvolgsysteem zorgt ervoor dat alle informatie die van belang is wordt opgeslagen en bewaard, waardoor deze voor alle betrokkenen toegankelijk is. E: Professionele en verantwoordelijke attitude De Herderschêeschool is een professionele organisatie waar in alle openheid samengewerkt wordt, met respect voor en vertrouwen in elkaars kwaliteiten en mogelijkheden. Er is ruimte en waardering voor feedback en een kritische houding. Medewerkers krijgen kansen zich professioneel te ontwikkelen op een plek die zo goed mogelijk aansluit bij hun expertise, interesse en wensen. De organisatie is flexibel en lerend en vraagt van alle medewerkers een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid, gewaarborgd door de directie.
Medewerkers worden professioneel (bij)geschoold en op de hoogte gehouden van alle ontwikkelingen in het werkveld van het ZML-onderwijs. Tijdens verschillende overleg- en studiesituaties wordt iedereen meegnomen in de vereiste pedagogische, didactische en communicatieve houding, die bij onze doelgroep past. F: Respectvol en transparant contact Voor een goede ontwikkeling van de leerling vinden wij een goed en wederzijds respectvol contact tussen school/medewerkers en ouders/verzorgers belangrijk. Wij werken hieraan door ouders goed te informeren, waarbij we aansluiten bij de belevingswereld van ouders. Leerkrachten doen jaarlijks een huisbezoek en betrekken ouders/verzorgers bij het groepsplan, het ontwikkelingsperspectief en de ondersteuningsbehoefte. Wij stimuleren participatie van ouders binnen de school. En hoe doen we dat: uitgangspunten vanuit deze visie Op allerlei manieren werken we hard aan een goede sfeer op school; een sfeer waarin kinderen zich veilig en prettig voelen waardoor de leerlingen ook graag naar school gaan; persoonlijke aandacht krijgen, onze ‘gouden’ regels hanteren; rust, structuur en orde ervaren en gezellige dingen met elkaar doen, zijn hier elementen van. We bieden leerlingen zoveel mogelijk onderwijs, passend bij hun mogelijkheden. Als het binnen de mogelijkheden ligt leren we hen lezen, rekenen e.d. We leren kinderen zo zelfstandig mogelijk te worden; van zelfstandig naar het toilet gaan tot zelfstandig reizen en alles wat daarvan in het verlengde ligt. Het aanleren van praktische en sociale vaardigheden in het leven van alle dag vormt de kern van ons onderwijs. De leerlingen oefenen alle belangrijke sociale vaardigheden; meerdere keren per week geven we hier les in en hiervoor werken we met speciale methodes.
9
We werken met de kinderen aan allerlei kunstzinnige vaardigheden; muziek, toneel, dans, creatief werk e.d. Natuurlijk omdat het leerzaam en leuk is en de kinderen er plezier aan beleven, maar ook als voorbereiding op hun latere vrije tijd- en dagbesteding. Uitgangspunt voor ons onderwijs is de leerling en zijn ontwikkelingsperspectief. Jaarlijks wordt er voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief opgesteld en samen met de ouders vastgesteld. 2.3. Kleding personeel, ouders en kinderen Op onze school leven en werken we samen en is ontmoeting een belangrijk aspect. Als openbare school hebben wij respect voor verschillende achtergronden en levensovertuigingen. Daar hoort ook bij dat wij respect tonen en verwachten voor religieuze symbolen als het dragen van een kruisje of een hoofddoekje. Visueel contact en het kunnen zien van emoties op gezichten zijn belangrijke aspecten van de communicatie en ontmoeting binnen de school en van groot belang voor het pedagogisch klimaat. Daarom is het dragen van gezichtsbedekkende kleding in de school en op het schoolplein niet toegestaan. Om veiligheids- en gezondheidsredenen is tijdens de gymles het dragen van gymkleding en gymschoenen verplicht, het dragen van sieraden verboden en het dragen van een hoofddoekje alleen toegestaan in de vorm van een elastische hoofddoek. Wij verwachten dat personeel, ouders en kinderen kleding dragen die voldoet aan de algemene Nederlandse fatsoensnormen. Voor personeel geldt dat zij daarin voor kinderen ook een voorbeeldfunctie vervullen.
10
11
3.
De organisatie van het onderwijs
Op de Herderschêeschool willen wij leerlingen vaardigheden leren om uiteindelijk te komen tot een zo volwaardig mogelijke participatie in de samenleving. Wij kijken wat de leerling kan en passen daar het scholingstraject op aan met als doelstelling: optimale ontplooiing naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid; verwerven van een plaats op de arbeidsmarkt, of andere vorm van dagbesteding; verwerven van schoolse, communicatieve, creatieve en sociale vaardigheden. 3.1. Schoolorganisatie Ons onderwijs kenmerkt zich door een gedifferentieerd aanbod. Dit is nodig omdat er sprake is van grote verschillen tussen de leerlingen. Behalve met verschil in tempo en niveau hebben we ook te maken met verschil in aanbod van zorg, regels en structuur. Naast een warm contact met de leerlingen is er veel duidelijkheid nodig; onze leerlingen varen wel bij een gestructureerde en vooral veilige omgeving. Vanaf de start op school proberen we de leerlingen uit te dagen tot een zo groot mogelijke zelfstandigheid en zelfredzaamheid; samenwerking met anderen, respectvolle omgang met elkaar en een gevoel van veiligheid spelen hierbij een belangrijke rol. We zijn er trots op dat wij ons niet alleen een School in de Wereld mogen noemen maar bovenal een Vreedzame school zijn. De afgelopen jaren hebben wij het lesmateriaal van de Vreedzame school toepasbaar gemaakt voor het Speciaal Onderwijs en er de naam “Beste Vrienden, Beste Burgers” aan gegeven. Onderwijsvernieuwing: na een periode van experimenteren worden nu in alle klassen iPads ingezet. Vooral voor leerlingen die veel structuur behoeven lijkt dit een prima hulpmiddel. In het nieuwe schooljaar wordt dit experiment uitgebreid voortgezet. 3.2. Samenstelling van het team Aan school zijn 30 medewerkers verbonden. De grootste groep werkt dagelijks als groepsleerkracht of onderwijsassistent met de leerlingen. De groepsleerkracht is voor ouders het eerste aanspreekpunt. De onderwijsassistenten assisteren de leerkracht bij het geven van onderwijs en waar nodig de verzorging van leerlingen. Om de specifieke zorg voor de leerlingen vorm te kunnen geven is er een orthopedagoog, spelbegeleider, logopedist en een fysiotherapeut op school werkzaam. De leerlingen krijgen verder te maken met een vakleerkracht voor bewegingsonderwijs. De schoolleiding bestaat uit een directeur en een locatieleider. Als niet onderwijsgevend personeel is er een conciërges en een onderwijssecretaresse aan school verbonden 3.3. Profielen, perspectieven en leerroutes Centraal in ons onderwijs staan de ontwikkelingsperspectieven. Voor iedere leerling wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld dat jaarlijks wordt geëvalueerd. Een ontwikkelingsperspectief bestaat uit een profiel, perspectief en een leerroute.
12
Het profiel beschrijft de persoonlijke kenmerken van een leerling. Naast IQ en basisvaardigheden worden ook de onderwijsbehoeften in beeld gebracht. Het beschrijft de situatie in het hier en nu. Een perspectief is “een inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling voor een bepaalde, langere periode, gebaseerd op het verwachte uitstroomniveau”. Het perspectief geeft dus aan wat we verwachten dat een leerling gaat leren op school. Het perspectief bevat dan ook meteen de doelstellingen voor alle leergebieden die een leerling moet beheersen om door te kunnen stromen naar de bestemming die we met deze leerling denken te kunnen bereiken. De uitstroomniveaus zijn niet willekeurig gekozen. Uitstroomniveaus zijn gelijk aan de instroomeisen die gelden voor de plek waar de leerling naartoe gaat ná de Herderschêeschool. Voor een plaats op de vrije arbeidsmarkt gelden andere eisen dan voor dagbesteding. Aan het eind van de rit kan een leerling uitstromen op verschillende uitstroomniveaus. We hanteren vier uitstroomperspectieven: 1. Ervaringsgerichte dagbesteding 2. Licht arbeidsmatige dagbesteding 3. Arbeidsmatige dagbesteding 4. Sociale werkvoorziening, vervolgonderwijs, vrije bedrijf Per ontwikkelingsperspectief is een leerroute opgesteld waarin in algemene lijnen wordt beschreven naar welk streefniveau we op de verschillende ontwikkelgebieden toewerken. De leerroute is de weg naar de te bereiken doelen om te komen op het niveau waar de leerlingen naar toe worden begeleid. De inhoud van deze leerroutes zijn voor de Herderschêeschool op de volgende onderdelen beschreven: Didactisch Redzaamheid / communicatie Sociaal emotioneel Leren leren Onderwijsinhoud / leerlijn 3.4. Leerlijnen en Kerndoelen De leerlijnen beschrijven de onderwijsdoelen in kleine stapjes en geven richting aan ons onderwijs. De leerlijnen zijn ingedeeld in leergebiedoverstijgende en leergebiedspecifieke leerlijnen. De kerndoelen, waarop de leerlijnen gebaseerd zijn, geven een beschrijving van de kwaliteiten van leerlingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die de overheid minimaal belangrijk acht voor alle leerlingen. Kerndoelen omschrijven het eind van een leerproces, niet de wijze waarop ze bereikt worden.
13
Voor het onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden zijn binnen de Wet op Expertise Centra kerndoelen vastgesteld die de basis vormen voor ons onderwijs. Deze kerndoelen zijn door het CED vertaald naar leerlijnen voor ZML onderwijs. Deze leerlijnen vormen de basis voor de inrichting van ons onderwijs, waarbij de doelen uit de ZML leerlijnen (incl. Plancius en de Vijfwijzer) gesteld worden in het leerlingvolgsysteem LVS2000. Het LVS is opgebouwd uit de leerlijnen en dient daarom als plannings- en evaluatie-instrument De leerlijnen die door onze school gebruikt worden hebben 12 niveaus. Om leerlingen in te delen op een leerlijn kijken we welk niveau de leerling beheerst. Voor rekenen en taal doen we dit met behulp van Cito toetsen. Waar wij voor staan is dat leerkrachten hun leerlingen kennen en weten wat ze kennen en kunnen. 3.5. Onderwijsaanbod Ons onderwijsaanbod is gericht op het bovenstaande. We bieden onderwijs aan op de volgende 12 leergebieden, waaruit doelen worden gekozen, die het best aansluiten bij de leerling: rekenen, mondelinge taal, schriftelijke taal, bewegingsonderwijs, beeldende vorming, dramatische vorming, muziek en bewegen, oriëntatie op mens en wereld, sociale competenties, werken, wonen, vrije tijd en leergebied overstijgende doelen (spelontwikkeling, taakaanpak, samenwerken e.a.) 3.6. De activiteiten voor en van de leerlingen In de onderbouwgroepen ligt het accent op het spelen: spelend ontdekken en spelend leren. Veel tijd en aandacht worden besteed aan spraak en taal (d.m.v. totale communicatie), motoriek, zelfredzaamheid, sociale en emotionele vorming. In de middenbouw en bovenbouw gaan we hiermee verder met veel meer het accent op het uitbreiden van de cognitieve en praktische vaardigheden, ontwikkelen van een goede werkhouding, het zelfstandig kunnen werken, samenwerking met andere leerlingen en het ontwikkelen van een reëel zelfbeeld. Het is leerzaam en leuk om met elkaar verschillende dingen te doen. Zo werken we door de hele school, in een afgesproken periode, met een thema dat centraal staat (bijvoorbeeld over herfst of gezonde voeding) en wordt het schooljaar afgesloten met een sportdag en slotfeest. Voorop staat dat de leerlingen zich prettig voelen op school en dat ze het leuk vinden om binnen hun individuele mogelijkheden te leren, waarbij we de leerlingen blijven uitdagen. 3.7. Buitenschoolse activiteiten Regelmatig is er een uitwisseling met leerlingen van de naast gelegen Prinses Margrietschool (basisschool), samen leren spelen, samenwerken en ontdekken! Daarnaast wordt de mogelijkheid geboden om te zwemmen en te schaatsen. Leerlingen van de zorgonderwijsgroepen gaan in het voorjaar tuinieren in een volkstuintje elders in de stad. Er is een tweedaags schoolkamp voor de oudste leerlingen en een schoolreisje voor de allerjongsten. Enkele keren per jaar wordt deelgenomen aan een excursie.
14
3.8. Speciale activiteiten voor kinderen Tussenschoolse opvang (overblijven) Alle leerlingen blijven tussen de middag op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag op school. Op woensdag gaan de leerlingen om 12.15 uur naar huis. Buitenschoolse opvang (BSO) Voor ZML leerlingen zijn er in Utrecht mogelijkheden voor buitenschoolse opvang. Via zorgaanbieders Abrona en Reinaerde wordt dit op locaties van KDC’s georganiseerd. Op onze locatie aan de Stauntontstraat wordt buitenschoolse opvang aangeboden door Ludens kinderopvang. Deze buitenschoolse opvang is voor kinderen (8 tot 12 jarigen) uit de wijk Zuilen. Er zijn enkele plaatsen gereserveerd voor kinderen van de Herderschêeschool. Bij interesse van uw zijde wordt samen met u gekeken of deze BSO geschikt is voor uw kind. Een andere mogelijkheid voor buitenschoolse opvang wordt aangeboden op de kinderdagcentra van Reinaerde in Overvecht, Leidsche Rijn en Nieuwegein. Voor meer informatie verwijzen we u naar: www.ludens.nl en www.reinaerde.nl U kunt ook contact opnemen met de locatieleider van de school. 3.9. Wegwijs in het schoolgebouw In het schoolgebouw hangen in alle ruimtes plattegronden. Het schoolgebouw bestaat uit 7 leslokalen, spel- en therapieruimte, ruimte voor fysiotherapie en logopedie, kantoorruimte voor orthopedagoog, maatschappelijk werk, schoolleiding, team- en spreekkamer, preventief prikkelarme ruimte, keuken, sanitaire voorzieningen, spelleslokaal, gymzaal en 2 mooie speelpleinen. Ook de buitenschoolse opvang van Ludens is in dit gebouw gehuisvest. 3.10. Schoolveiligheidsplan Scholen zijn wettelijk verplicht een veilige omgeving te bieden voor iedereen binnen de school: leerlingen, leerkrachten, onderwijsondersteunende medewerkers, ouders, et cetera. Als Herderschêeschool proberen wij een zo veilig mogelijke omgeving voor onze leerlingen en ons personeel te creëren. Zo hebben wij een risico-inventarisatie uitgevoerd, waarin alle risico’s onderkend zijn. Op basis van deze risico-inventarisatie hebben wij een plan van aanpak gemaakt om knelpunten te verhelpen. De veiligheid is in een aantal wetten verankerd. Onze school beschikt over een veiligheidsplan dat jaarlijks wordt geactualiseerd. In het veiligheidsplan is onder meer het volgende geregeld: Het ontruimingsplan Opleiding bedrijfshulpverleners Aanschaf van voldoende middelen (o.a. EHBO- en brandblusmiddelen) De jaarlijkse ontruimingsoefening
15
Ook hebben wij een professionele bedrijfshulpverleningsorganisatie ingesteld om bij calamiteiten snel adequate hulp te kunnen bieden. Onderdelen van dit beleid zijn o.a. zorg dragen voor: Preventieve maatregelen / controles Alarmeren en evacueren van personen uit de school Het bestrijden van een beginnende brand Het behandelen van eerste hulp bij ongevallen Om deze taak goed te kunnen uitvoeren, volgen de bedrijfshulpverleners jaarlijks een herhalingscursus en organiseren zij oefeningen. Het schoolveiligheidsplan ligt op school ter inzage. 3.11. Schoolregels Om op een prettige en respectvolle manier met elkaar een schoolgemeenschap te vormen, is het belangrijk afspraken en regels met elkaar te maken en die na te leven. Op veel plekken binnen onze school kunt u onze gedragsregels zien hangen. Met elkaar hebben we afgesproken welke regels voor ons belangrijk zijn. Mede hierdoor is er sprake van een rustige, respectvolle sfeer. De ‘GOUDEN REGELS’ van onze school zijn: 1. Je gaat voorzichtig om met het materiaal en de omgeving 2. Je houdt rekening met elkaar 3. Je luistert naar elkaar 4. Je helpt elkaar 5. Je leert met elkaar
16
17
4.
De zorg voor de kinderen
4.1. De opvang van nieuwe leerlingen in de school Aanmelding Ouders melden hun kind aan bij de Commissie van Indicatiestelling. Deze commissie beoordeelt of het kind op zijn plaats is in het ZML onderwijs. De ouders kiezen vervolgens voor één van de ZML scholen van het REC Midden Nederland (REaCtys). Een uitgebreid onderzoek naar de geschiktheid voor dit type onderwijs gaat altijd vooraf aan een aanmelding door de ouders bij de indicatiecommissie. Bij dit onderzoek is informatie verzameld over de sociale redzaamheid en de cognitieve vermogens van het kind. Eventueel onderbouwt een onderwijskundig rapport de keuze voor ZML onderwijs. Na het verkrijgen van de indicatie, kunnen ouders hun kind aanmelden op onze school. Vervolgens komt het kind 2 tot 3 dagen ter observatie op school. Het kind wordt deze dagen geplaatst in een groep. Hierbij wordt gekeken naar de leeftijd van het kind, diens mogelijkheden en de samenstelling van de groep. Gedurende deze periode wordt het kind geobserveerd in de groep. De Commissie van Begeleiding van onze school heeft tot taak zich, in overleg met (vak-) leerkrachten, een beeld te vormen van de nieuwe leerling tijdens de observatieperiode. Om tot een goed oordeel te komen wordt gekeken naar: werkhouding, gedrag in de groep en de cognitieve- en sociaal-emotionele ontwikkeling. De bevindingen worden besproken in de Commissie van Begeleiding en daar wordt besloten of het kind toegelaten kan worden op onze school. 4.2. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school. Groepen worden samengesteld, rekening houdend met de ondersteuningsbehoefte en het ontwikkelingsperspectief. Voor iedere groep wordt aan het begin van het jaar een groepsplan gemaakt, waarin de leerdoelen worden vastgesteld, behorende bij de ontwikkelingsperspectieven van de leerlingen in de groep. Wanneer een leerling daarnaast nog andere leerdoelen heeft dan die in het groepsplan, dan worden deze apart benoemd en beschreven in een Plan van Aanpak. Hierdoor sluit het onderwijs zo veel mogelijk aan bij de ontwikkelingsvraag van de leerling en dit is ook de kern van het speciale van onze school. In het digitale leerlingvolgsysteem van de school wordt de ontwikkeling op het gebied van deze doelen bijgehouden; twee maal per jaar worden deze geëvalueerd en zo nodig bijgesteld en met de ouders besproken. Als er medische vragen zijn, heeft de school een eigen schoolarts die, altijd via de ouders, leerlingen kan oproepen voor onderzoek. Aan het eind van het schooljaar krijgen de leerlingen een rapport mee, dat vooral dient om leerlingen de kans te geven te laten zien waar zij trots op zijn en wat ze op school hebben gedaan. Alle gegevens worden bewaard in het leerlingendossier, deze dossiers zijn opgeborgen in een kast die afgesloten is en daardoor niet voor iedereen toegankelijk. Zo wordt de privacy gewaarborgd.
18
4.3. De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Naast de groepsleerkrachten en de onderwijsassistenten zijn nog meer medewerkers betrokken bij de leerlingenzorg. De kern van de leerlingenzorg wordt gevormd door de Commissie van Begeleiding. Deze commissie bestaat uit: de directeur van de school, de locatieleider de orthopedagoog, de maatschappelijk werkende en de schoolarts. De directeur is tevens de voorzitter van de Commissie van Begeleiding. In de Commissie van Begeleiding wordt besloten over toelating en verwijzing van leerlingen en worden belangrijke knelpunten in de voortgang van de ontwikkeling van leerlingen besproken en oplossingen in gang gezet. Na overleg in de Commissie van Begeleiding kunnen leerlingen specifieke hulp krijgen van de logopedist, de spelbegeleider of de fysiotherapeut. Ook kan er besloten worden dat er via Reinaerde extra begeleiding wordt aangevraagd, waarvoor indicatie nodig is. Deze kan soms worden ingezet als leerlingen meer individuele begeleiding nodig hebben op school. De orthopedagoog verricht het psychologisch/didactisch onderzoek. Om de 4 jaar wordt de leerling getest om te zien of de Herderschêeschool nog steeds de goede school voor hem of haar is. Dit wordt herindicatie genoemd. Aan de Herderschêeschool is een schoolmaatschappelijk werker verbonden (via MEE). Voor nieuwe ouders bestaat de mogelijkheid om een kennismakingsgesprek met haar te voeren. Naast dit kennismakingsgesprek, houdt de maatschappelijk werker zich ook bezig met de relatie ouder/school/leerling. Als zich problemen op dit gebied voordoen of bij andere hulpvragen, kunnen ouders hierover contact opnemen met de maatschappelijk werker. Voordat een kind op de Herderschêeschool wordt toegelaten, onderzoekt de schoolarts het kind. Dit is noodzakelijk om vast te stellen of er eventueel lichamelijke oorzaken zijn die leerproblemen tot gevolg hebben. Daarnaast is het voor de school belangrijk te weten of een kind medicijnen gebruikt of nodig heeft, lijdt aan epilepsie, mag zwemmen en of het een gehoor- of oogafwijking heeft. Ook bekijkt de schoolarts of er logopedie en/of kinderfysiotherapie nodig is. 4.4. Verwijzing Wanneer de school geen antwoord meer heeft op de hulpvraag van een leerling dient verwijzing overwogen te worden. Dit kan bijvoorbeeld zijn wanneer er sprake is van ernstige gedragsproblemen of bij sterke vorderingen op de schoolse vaardigheden. Verwijzingen worden uiteraard altijd uitgebreid besproken met de ouders en uiteindelijk besloten in de Commissie van Begeleiding. 4.5. Schorsing en verwijdering Soms doen zich situaties voor die onhanteerbaar zijn en een gevaar zouden kunnen vormen voor de andere leerlingen. In die gevallen, die gelukkig weinig voorkomen, kan de school genoodzaakt zijn over te gaan tot schorsing van de leerling. Hiervoor is door het bestuur een regeling op papier gezet (regeling disciplinaire maatregelen leerlingen SPO Utrecht). In artikel 4 van die regeling staat onder andere:
19
‘de schoolleiding kan een leerling met opgave van redenen per voorval voor een periode van maximaal één week schorsen’. Het besluit tot schorsen wordt ook schriftelijk aan de ouders of verzorgers meegedeeld. De leerling en ouders of verzorgers worden gehoord over de voorgenomen schorsing. De schoolleiding stelt het bestuur, de Inspectie en de afdeling Leerplicht van de betreffende gemeente schriftelijk op de hoogte bij een schorsing voor een periode langer dan één dag. Ouders/verzorgers kunnen bij het bevoegd gezag (SPO-Utrecht) een gemotiveerd verzoek indienen tot intrekking van het genomen besluit tot schorsing. Voordat de school tot schorsing overgaat, is er verscheidene keren overleg geweest met de ouders en/of verzorgers en is de procedure bekend gemaakt. In een uiterst geval zal worden overgegaan tot verwijdering. Er is dan sprake van blijvend gevaar voor de leerling zelf, de andere leerlingen en/of de teamleden. In artikel 5 van de regeling disciplinaire maatregelen leerlingen SPO staat de procedure van verwijdering beschreven. 4.6. Vervoer Iedere dag gaan kinderen naar school: te voet, met de fiets, met de bus of met de auto. Als de dichtstbijzijnde toegankelijke school te ver weg is kan een kind onder bepaalde voorwaarden gebruik maken van het leerlingenvervoer. Ouders kunnen bij hun gemeente een aanvraag doen voor een vergoeding voor het vervoer of aangepast vervoer. Ouders komen in aanmerking voor het leerlingenvervoer als het kind een handicap of stoornis heeft of als de dichtstbijzijnde toegankelijke school ver weg is gelegen. De gemeente beoordeelt of de aanvraag van de ouders gehonoreerd wordt. Elke gemeente legt de regels voor het leerlingenvervoer vast in haar Verordening Leerlingenvervoer. Voor leerlingen die binnen de gemeente Utrecht wonen, geldt dat als de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor speciaal onderwijs voor ZMLK verder weg ligt dan 2 km er een aanvraag ingediend kan worden voor (een vergoeding voor) het leerlingenvervoer. Dat leerlingen zelfstandig leren reizen is niet alleen een aangelegenheid van school. Ouders dienen hun kind ook op dit gebied op te voeden tot zelfredzaamheid. In overleg met school kunnen hierover individuele afspraken worden gemaakt. Indien uw kind gebruik maakt van het leerlingenvervoer, dient u alle structurele wijzigingen door te geven aan de gemeente. Als uw kind ziek is dient u dit door te geven aan de vervoerder. Bespreek problemen rondom het vervoer eerst met uw chauffeur, als dat niet het gewenste resultaat oplevert, neemt u dan contact op met de vervoerder en als dat niet het gewenste resultaat oplevert, neemt u dan contact op met de gemeente. De school draagt geen verantwoordelijkheid voor het vervoer. Als problemen zich herhaaldelijk blijven voordoen kan de school, indien noodzakelijk, hierbij een bemiddelende rol spelen.
20
21
5.
Het schoolteam
5.1. De inzet van personeel Het schoolteam is een professioneel team en heeft veelvuldig overleg met elkaar. Er zijn vergaderingen en studiedagen voor het hele team. Er is een goede sfeer en het team is bereid elkaar te informeren en te ondersteunen. 5.2. Vervanging Bij ziekte of afwezigheid van de leerkracht wordt deze vervangen. De vervanging vindt plaatst door een collega of door een vaste invaller die bekend is met de school en de leerlingen. In noodgevallen zijn de onderwijsassistenten bereid om samen een groep op te vangen, dit altijd onder verantwoordelijkheid van een andere leerkracht. Toch komt het een enkele keer voor dat een groep kinderen verdeeld moet worden over de andere klassen. In elke klas is er een zogenaamde klassenmap met alle belangrijke gegevens en tips voor de vervangers. In die map staan ook de afspraken op school- en groepsniveau, maar ook welke kinderen er medicijnen gebruiken. 5.3. Scholing van het team Voor de medewerkers is het belangrijk goed bij te blijven als het gaat om de ontwikkelingen in het ZML onderwijs. Hier wordt regelmatig aandacht en tijd aan besteed. In 2012-2013 is veel tijd besteed aan bijvoorbeeld het goed op orde krijgen van de ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen en het afnemen van Cito toetsen voor rekenen en mondelinge taal. Ook dit schooljaar zal gewerkt worden aan het vergroten van onze professionaliteit. Gedurende het schooljaar staan een aantal studiedagen gepland voor bijscholing van het team. De data van deze studiedagen worden verderop in deze schoolgids vermeld. Op deze dagen zijn de leerlingen vrij. 5.4. Begeleiding en inzet van stagiaires Alle scholen van de SPO Utrecht begeleiden stagiaires van de Pabo. De Herderschêeschool staat open voor mensen die stage willen lopen in de school. De school wil meewerken aan de opleiding van toekomstige collega’s, en zelfs mensen opleiden die later eventueel collega in de eigen school kunnen worden. Stagiaires leren van de ervaring van leerkrachten, leerkrachten kunnen geïnspireerd raken door de nieuwe ideeën waarmee stagiaires de school binnen komen. Dit over en weer van elkaar leren kan een verrijking voor de school zijn. Onze school biedt plaats aan stagiaires van de beroepspraktijk/vormingsscholen: Niveau 3 en 4 SPW - Onderwijsassistent - Maatschappelijk werk - Pedagogisch werk HBO pedagogiek HBO SPH
22
HBO maatschappelijk werk en dienstverlening Pabo / ALPO / Master SEN ALO Universiteit Contactpersoon: Janine de Boer, janine@herderschêeschool.nl 5.5.
Personele bezetting
Directie Directeur Adjunct directeur (locatieleider)
Pim Spijker Harry Van de Berg
Onderwijspersoneel Onderwijsgroepen ZML SO 1 Bijen SO 2 Krekels SO 3 Salamanders SO 4 Duizendpoten
Evelien Safia (zwangerschapsverlof) Janine de Boer en Marjolijn Cozijnse Minke de Roos en Helena de Vries Maike Martens en Joyce Trapman Thirsa Veltrop en Charlotte Boomgaard
Zorgonderwijsgroepen MG Kikkers Brugklas
Lia van der Vaart, Alineke van den Brink en Marjolijn Cozijnse Joyce Trapman, Coby Ouwehand en Lia van der Vaart
Onderwijsassistenten
Fatma Akçebe, Oya Karabulut-Aktekeli, Diana Fernandez, Natasha Matthijssen, Astrid Mijnals, Nayibe Perfors, Helena de Vries
Zorgmedewerker Reinaerde Vakleerkracht gymnastiek
Ans van Elteren en Karlijn Schinnij Matthijs van Kampen
Onderwijsondersteuning Conciërge Coördinator autisme & EMB Fysiotherapie Logopedie, spraak-/taalontwikkeling Maatschappelijk werk Orthopedagoog/onderwijskundige Secretaresse Schoolarts Schooltandarts Spelbegeleiding
Pieter Douma Lia van der Vaart Floortje Engels Sanne Huijts Anke Schotman Marleen Kleiman Nel van Zwol Hanneke de Mik Stichting Tandwiel Lia van der Vaart
23
6.
De ouders
De school en de ouders werken samen: ouders worden gezien als educatieve partner! 6.1. Gelijkwaardig partnerschap vanuit een gezamenlijk belang: Partnerschap betekent dat wederzijdse verwachtingen dienen te worden uitgesproken. Zowel ouders als school zijn nauw betrokken bij de opvoeding en de begeleiding van kinderen. Ze hebben een gezamenlijk belang, namelijk het zorgen voor optimale omstandigheden voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, op school en thuis. Ouders staan bij gelijkwaardig partnerschap niet aan de zijlijn. Het partnerschap is geen doel op zich, maar dient in feite drie doelen. Deze doelen worden weergegeven in onderstaand schema:
Doelen voor de relatie tussen school en ouders Pedagogisch doel
Organisatorisch doel
Participatiedoel
Invulling bij keuze voor gelijkwaardig partnerschap Realiseren van afstemming in de benadering van kinderen thuis en op school. Ouders leveren een bijdrage aan het reilen en zeilen van de school, ze voeren activiteiten niet alleen mee uit, maar denken daar bijvoorbeeld ook over mee. Ouders denken en beslissen informeel en formeel mee met de school. De school legt over haar werk verantwoording af aan de ouders.
De betrokkenheid is wederzijds. In een relatie investeer je. Betrokkenheid kenmerkt zich door: meeleven, meehelpen, meedenken en meebeslissen. Een actieve betrokkenheid op elkaar betekent investeren in elkaar, elkaar willen leren kennen. Meeleven ligt aan de basis van alle betrokkenheid en dat vooronderstelt contact, dialoog, communicatie. Als het goed is, groeit met al die contacten het vertrouwen in elkaar als partners. Het kind vaart daar wél bij! 6.2. Communicatie De school acht een goede communicatie met ouder(s) / verzorger(s) / woongroep van de leerling van groot belang Tijdens de eerste informatieavond in september zal de leerkracht informeren hoe u het beste bereikbaar bent (telefonisch of per e-mail). Tijdens het contact willen wij u informeren en afstemmen in aanpak. De leerkracht maakt met u afspraken over de frequentie van dit contact.
24
6.3.
Communicatie in de reguliere cyclus leerlingenzorg, maar ook als extra ondersteuning Structureel zijn er vaste contactmomenten betreffende de voortgang van de leerling. In het begin van het schooljaar is er een informatieve groepsouderavond (september) waarin het groepsplan en algemene zaken van de groep wordt besproken. Voor nieuwe leerlingen is er na 6 weken een individueel oudergesprek gericht op het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief OPP. Aan het eind van het schooljaar wordt het rapport, het OPP (evaluatie) en (mogelijk) nieuwe groep besproken. Daarnaast komt de groepsleerkracht tenminste één keer per jaar op huisbezoek bij de leerling thuis. Bij nieuwe leerlingen bij voorkeur zo vroeg mogelijk in het jaar of zo spoedig mogelijk na plaatsing. Bij inzet van extra ondersteuning voor de leerling - ondersteuning die aanvullend is op de reguliere leerlingenzorg - zal in bovengenoemde gevallen contact worden opgenomen met ouders door een lid van de Commissie voor Begeleiding. Tevens kunnen vanuit de leerkracht - via de commissie voor begeleiding - vragen komen voor de schoolmaatschappelijk werker om een afspraak te maken met ouders betreffende een knelpunt met de leerling in relatie tot de thuissituatie. De schoolmaatschappelijk werker is een schakel tussen school en ouders. Hebben ouders problemen die in relatie staan tot de leerling dan kunnen ze een afspraak maken met de schoolmaatschappelijk werker. Daarnaast ondersteunt de schoolmaatschappelijk werker bij aanvragen voor een tegemoetkoming TOG of aanvragen bij het CIZ. Tevens is het schoolmaatschappelijk werk betrokken bij koffiebijeenkomsten. 6.4. Informatie aan de ouders over de school Onze school informeert de ouders middels diverse communicatiemiddelen; De website: www.herderscheeschool.nl en periodieke nieuwsbrief (4x per jaar). Naast een papieren versie is deze ook digitaal te ontvangen. Bij belangrijke informatie of specifieke informatie voor een bepaalde groep worden de ouders geïnformeerd via een brief. 6.5. Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Als school willen wij onze leerlingen een veilige plek bieden. Het belang van het kind staat dan ook voorop bij de informatievoorziening aan gescheiden ouders. Wanneer beide ouders met het ouderlijke gezag belast zijn is de hoofdregel dat beiden recht hebben op dezelfde informatie. Indien de ouders goed contact met elkaar onderhouden, zal de school met de ouders de afspraak maken dat de met de dagelijkse zorg belaste ouder alle informatie, uitnodigingen e.d. doorspeelt aan de andere ouder. Wanneer geen sprake is van goed contact tussen beide ouders, maakt de school - in overleg met de ouders - een keuze over de informatievoorziening.
25
Ouders die geen ouderlijk gezag hebben, maar wel geïnformeerd willen worden kunnen ons daar schriftelijk om verzoeken. U dient dan wel aan te geven waarom u geïnformeerd wilt worden. Ook moet u een kopie van een geldig legitimatiebewijs meesturen en eventuele relevante documenten zoals een kopie van een rechterlijke beschikking en het gedeelte van het ouderschapsplan dat betrekking heeft op de schoolgang van uw kind en de omgangsafspraken. Op grond van het Burgerlijk Wetboek, boek 1: artikel 377c is het recht op informatie voor ouders die geen ouderlijk gezag hebben, beperkt. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, dus de rapporten van uw kind, de schoolgids en algemene informatie over de school. De mogelijkheid om uitgebreider te informeren, wordt per situatie bekeken. Van ouders verwachten wij dat zij de school tijdig informeren over (wijzigingen in) hun gezinssituatie: dat alle relevante feiten en gebeurtenissen inzake bijvoorbeeld het ouderlijke gezag, woonplaats, omgang, et cetera van het kind of diens ouders zo spoedig mogelijk aan de school worden doorgegeven; dat een verzoek om informatie van een niet met gezag belaste ouder onderbouwd wordt met relevante documenten zoals een rechterlijk beschikking en het gedeelte van het ouderschapsplan waarin de omgang en de schoolgang beschreven worden. Voor meer informatie verwijzen wij u naar het protocol ‘Informatieverstrekking gescheiden ouders’ dat u op verzoek kunt inzien. 6.6. Koffie ochtend Dit schooljaar zijn er 3 koffieochtenden voor ouders. Een mooie gelegenheid om elkaar te ontmoeten en samen met school in gesprek te gaan over voor u en ons interessante thema’s. Het gespreksonderwerp en uitnodiging ontvangt u ruim van te voren. Noteer alvast donderdag 17 oktober 2013, dinsdag 11 februari en woensdag 28 mei 2014 in uw agenda! 6.7. Medezeggenschapsraad Aan de school is een medezeggenschapsraad verbonden. Deze raad wordt rechtstreeks door en uit de ouders / verzorgers en het personeel gekozen volgens de bepalingen van dit reglement. Omvang en samenstelling medezeggenschapsraad: Ouders: Fred Fijn, Nicoline Kerste, vacature Personeel: Janine de Boer, Anneke v.d. Manden, Helene Gaasbeek, Ellis Falke, Maike Martens en Minke de Roos De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht t.a.v. voorgenomen besluiten met betrekking tot: a. verandering van de onderwijskundige doelstellingen van de school; b. vaststelling of wijziging van het schoolplan dan wel het leerplan en het zorgplan; c. vaststelling of wijziging van het schoolreglement;
26
d.
vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het verrichten door ouders/verzorgers van ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de school en het onderwijs; e. vaststelling of wijziging van regels op het gebied van het veiligheids-, gezondheidsen welzijnsbeleid, voor zover niet behorend tot de bevoegdheid van de personeelsgeleding; f. de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen anders dan de ouderbijdrage als bedoeld in artikel 24, onderdeel c van dit reglement en niet gebaseerd op de onderwijswetgeving indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden respectievelijk het onderwijs en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd; g. de vaststelling of wijziging van de voor de school geldende klachtenregeling; h. overdracht van de school of van een onderdeel daarvan, respectievelijk fusie van de school met een andere school, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake, waaronder begrepen de fusie effectrapportage, bedoeld in artikel 64b van de Wet op het primair onderwijs; i. de verzelfstandiging van een nevenvestiging, of een deel van de school of nevenvestiging dat zich op een andere locatie bevindt dan de plaats van vestiging van die school of nevenvestiging op grond van artikel 84a van de Wet op het primair onderwijs. 6.8. Ouderbijdrage Scholen mogen via de ouderbijdrage een geldelijke bijdrage vragen aan ouders van leerlingen om extra activiteiten als excursies, sinterklaasfeest, kerstviering of een sportdag te kunnen bekostigen. Soms worden ook andere kosten in rekening gebracht zoals schoolreisje, schoolkamp. Ook deze kosten vallen onder de ouderbijdrage. In alle gevallen moeten ouders kunnen kiezen of ze willen betalen en waarvoor zij willen betalen. Daarom wordt gesproken over vrijwillige ouderbijdrage. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad heeft instemmingbevoegdheid v.w.b. de hoogte van de ouderbijdrage. De vrijwillige ouderbijdrage is gekoppeld aan vieringen zoals in de jaarkalender opgenomen. Voor schoolreisje en kamp zal naar gelang de kosten van deze activiteit apart een vrijwillige bijdrage van de ouders worden gevraagd. De wettelijke voorschriften/bepalingen rond de vrijwillige ouderbijdrage zijn te vinden in de Wet Primair Onderwijs (WPO) en de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). Artikel 13 bepaalt dat de schoolgids informatie moet bevatten over de ouderbijdrage, de hoogte ervan, het vrijwillige karakter en de besteding van de middelen. 1. De bijdrage is voor het schooljaar 2013-2014 vastgesteld op 40.- euro. 2. Met betrekking tot deze vrijwillige ouderbijdrage ontvangt u in het begin van het schooljaar een factuur van de school.
27
U-pas Als u inwoner bent van de gemeente Utrecht, Houten, Maarssen, De Bilt, IJsselstein of Breukelen, dan komt u misschien in aanmerking voor een U-pas. In dat geval kunt u de U-pas van uw kind op school laten zien bij de administratie, die voor u een kopie maakt. De school kan dan de kosten voor het schoolreisje of schoolkamp vervolgens voor u declareren bij de gemeente Utrecht via het SchoolExtra-project. In sommige gevallen kan ook de ouderbijdrage geheel of gedeeltelijk door de school worden gedeclareerd. Tegemoetkoming in de schoolkosten Op 1 januari 2009 is het kindgebonden budget ingevoerd. Het kindgebonden budget wordt verstrekt door de Belastingdienst. Het kindgebonden budget is, net als de vroegere tegemoetkoming ouders, een inkomensafhankelijke bijdrage in de kosten van kinderen van 0 tot 18 jaar. Per 1 januari 2010 is de tegemoetkoming in de schoolkosten voor ouders opgenomen in het kindgebonden budget van de Belastingdienst voor kinderen van 12 tot 18 jaar. Het kindgebonden budget wordt daarom voor deze leeftijdsgroep verhoogd. Het kindgebonden budget hoeft u in de meeste gevallen niet aan te vragen, u krijgt dit automatisch van de Belastingdienst. Heeft u vragen over het kindgebonden budget? Kijk dan op www.toeslagen.nl. TOG Een kind met een beperking heeft vaak extra zorg nodig. Als uw kind thuis woont en per week 10 uur of meer AWBZ-zorg ontvangt, kunt u vanwege die extra zorg in aanmerking komen voor de Tegemoetkoming Onderhoudskosten thuiswonende Gehandicapte kinderen (TOG). De TOG is een extra kinderbijslag die kan worden aangevraagd bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Als u meer wilt weten over deze regeling kunt u contact opnemen met de schoolmaatschappelijk werker op onze school. 6.9. Schoolverzekering De Stichting Primair Onderwijs Utrecht heeft voor haar scholen de volgende verzekeringen afgesloten: • een ongevallenverzekering die de financiële gevolgen dekt na een ongeval in school en tijdens het overblijven; • een reisverzekering voor alle activiteiten die de school organiseert buiten het schoolgebouw; • een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. 6.10. Aansprakelijkheidsverzekering - zorgplicht De school kan aansprakelijk gesteld worden voor schade aan derden en is daarvoor verzekerd. Of de school aansprakelijk is voor de schade hangt af van de vraag of de school aan haar zorgplicht heeft voldaan. De zorgplicht houdt in de verantwoordelijkheid ten opzichte van de gezondheid en de veiligheid van de
28
leerlingen. In het gebouw en op het schoolplein moet de situatie veilig zijn en er moet voldoende toezicht zijn op het schoolplein en tijdens sport- en spelsituaties. Van een school wordt niet verwacht dat op elke leerling en elke situatie direct toezicht kan worden gehouden. Leerlingen kunnen in hun enthousiasme en onbevangenheid dingen doen die schade tot gevolg hebben. Een school of leraar kan dat niet altijd voorkomen. 6.11. Aansprakelijkheid van leerlingen De school is niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor de gedragingen van de leerlingen. Evenmin voor vermissing of schade van mobile telefoons, geluidsdragers en/of sierraden De verantwoordelijkheid voor het handelen en de gedragingen van leerlingen ligt bij de ouders en/of de leerling. Wanneer de leerling nog niet de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt, zijn de ouders aansprakelijk voor de gedragingen van hun kind. Ouders wordt aangeraden een particuliere aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. De aansprakelijkheid van leerlingen is secundair meeverzekerd in de verzekering die voor de school is afgesloten. Dat geldt voor activiteiten binnen de lesuren of bij activiteiten binnen schoolverband. De particuliere aansprakelijkheidsverzekering gaat voor. 6.12. Schoolongevallenverzekering Deze verzekering biedt dekking voor de gevolgen van ongevallen in en om de school ongeacht of er sprake is van aansprakelijkheid. Verzekerd zijn alle bij de activiteiten in en rond de school betrokken personen: leerlingen, personeel, vrijwilligers. Meeverzekerd is de benodigde reistijd voor het rechtstreeks komen en gaan naar de genoemde schoolactiviteiten. Er zijn maxima gesteld aan de verzekerde bedragen. Niet meeverzekerd is materiële schade zoals brillen, kleding en vervoermiddelen. Vergoeding van geneeskundige en tandheelkundige kosten (tot het maximumbedrag) vindt alleen plaats als de ziektekostenverzekering van de gedupeerde de kosten niet of niet volledig vergoedt. Voor nadere informatie over de schoolverzekering kunt u contact opnemen met de directie van de school. 6.13. Klachtenregeling Afhandeling van klachten Het is de bedoeling dat klachten over de gang van zaken in de school tussen leerlingen, ouders, personeel, schoolleiding en alle overige bij de school betrokken personen in eerste instantie onderling op schoolniveau worden opgelost. Het meest voor de hand liggend is dat de klager zich rechtstreeks richt tot degene tegen wie zijn klacht is gericht, dan wel tot diens leidinggevende, dan wel rechtstreeks tot de directeur. Ook is het mogelijk om eerst de contactpersoon van de school te benaderen. Als deze mogelijkheden niet toereikend zijn, doordat afhandeling van de klacht niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden of door de aard van de klacht, dan kan men een beroep doen op de klachtenregeling.
29
De regeling biedt mogelijkheden voor het indienen van een klacht bij de directeur, het bestuur of rechtstreeks bij de landelijke klachtencommissie. De contactpersoon op schoolniveau De school heeft een contactpersonen voor de klachtenregeling. Deze heeft tot taak: • eerste aanspreekpunt te zijn bij klachten; • de eerste opvang te verzorgen als een klacht wordt ingediend; • naar eigen inzicht eenvoudige klachten af te handelen; • de klager in het geval van een zware, gevoelige of complexe klacht door te verwijzen en te informeren over de mogelijkheden die de klachtenregeling biedt, zoals het in contact komen met de externe vertrouwenspersonen die door het bestuur zijn aangesteld; • indien noodzakelijk te verwijzen naar gespecialiseerde instanties. De klachtcontactpersoon van de school is: Janine de Boer De scholen voor Primair Openbaar Onderwijs in Utrecht zijn aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC). De Commissie onderzoekt de ingediende klacht en brengt advies uit aan het bevoegd gezag over de gegrondheid van de klacht. De Commissie kan in haar advies een aanbeveling doen over de door het bevoegd gezag te nemen maatregelen. Op de website www.onderwijsgeschillen.nl/klachten vindt u meer over de LKC. Op deze website wordt informatie gegeven over onder meer de relevante regelgeving, de procedure bij de behandeling van klachten en de samenstelling van de Commissie. Reglement van de LKC Er is een reglement vastgesteld met daarin opgenomen de klachtenprocedure. Het reglement en de klachtenregeling liggen op school voor alle betrokkenen ter inzage Vertrouwenspersoon Het schoolbestuur heeft in samenwerking met het bestuur van de scholen voor het openbaar voortgezet onderwijs in Utrecht een vertrouwenspersoon benoemd. Het betreft dhr. K. Maissan. Indien gewenst kunt u bij dhr. Maissan aangeven dat u een vrouwelijke vertrouwenspersoon wilt spreken. De vertrouwenspersoon functioneert als aanspreekpunt bij klachten en gaat onder andere na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. 6.14. Regels voor het maken van foto’s/beeldopnames Gedurende het schooljaar worden regelmatig foto- of filmopnamen gemaakt van schoolactiviteiten. Soms worden deze gebruikt voor plaatsing in bijvoorbeeld de schoolkrant of op de website. Juridisch gezien is geen toestemming nodig voor het publiceren van dergelijke foto’s voor schooldoeleinden. Mocht u bezwaar hebben tegen het plaatsen van foto’s waarop uw kind staat afgebeeld, dan kunt u dit aangeven op de brief die u bij de start van het schooljaar van ons ontvangt (ouder informatieavond in september)
30
31
7.
De ontwikkeling van het onderwijs in de school; Kwaliteitszorg en resultaten
7.1. Kwaliteitszorg Onze school werkt systematisch aan kwaliteitszorg. Onder kwaliteitszorg verstaan we: activiteiten die er op gericht zijn om de kwaliteit van het onderwijs te bepalen, te bewaken, te borgen en te verbeteren. Met andere woorden: wat vinden wij goed onderwijs, wat zijn de eisen van de overheid, welke doelen stellen we, hoe zorgen we ervoor dat we kwaliteit leveren en hoe houden we de bereikte kwaliteit vast? Onze school werkt aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs en zorgt dat zaken die goed gaan, goed vastgelegd worden. 7.2. Opbrengsten schooljaar 2012-2013 • Het OPP is ontwikkeld en voor iedere leerling opgemaakt en vastgesteld • Het onderwijscurriculum is gekoppeld aan de kerndoelen SO • Er zijn Cito toetsen voor ZML afgenomen voor rekenen en mondelinge taal • Arrangementkaarten zijn gemaakt voor de leerlijnen sociaal emotionele ontwikkeling, leren leren, schriftelijke taal, lezen en rekenen. 7.3. Schooljaar 2013-2014 Accenten schooljaar 2013-2014 zullen liggen op; • Werken met OPP aan de hand van de PDCA-cyclus. • Verder implementeren van toetsbeleid en invoeren sociaal emotionele toets (SCOL of ZIEN). • Door ontwikkelen van de arrangementkaarten • Implementeren Fototaal en Rekenboog • Implementeren Effectieve instructie en Leren Leren • Afnemen waarderingsvragenlijsten leerlingen en personeel. 7.4. Het schooljaar in cijfers Cito-toetsen Elk jaar proberen we de opbrengsten van onze school beter in beeld te brengen. Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen nauwgezet en houden de gegevens van resultaten bij in een leerlingvolgsysteem. We gebruiken hiervoor het systeem met de naam DataCare / LVS2000. De leerlingen worden vanaf schooljaar 2012-2013 getoetst met de zogenaamde ZML - toetsen van het CITO voor rekenen en mondelinge taal. De grafiek hieronder laat de resultaten van het afgelopen schooljaar zien. Op basis van de gegevens uit de toetsen worden zo nodig de groepsplannen (het leerstofaanbod van de groepen, kleine groepjes of individuele leerlingen) en/of de leerroutes op- of bijgesteld.
32
Resultaten Cito-toetsen Rekenen en Mondelinge taal 2012-2013 35 30 25 Op streefniveau
20
Alert zijn op overvraging
15
Streefniveau te hoog
10
Kan meer aan
5 0 Getallen en bewerkingen
Meten, tijd en geld
Mondelinge taal
Schoolopbrengsten In onderstaand staafdiagram is te zien hoeveel leerlingen er schoolbreed de voor hun gestelde streefniveaus op de verschillende vakgebieden wel of niet behaald hebben. Te zien is dat ongeveer 80% van de leerlingen de doelen behaald heeft. De nadruk in het onderwijs komt steeds meer te liggen op de didactische vakgebieden, zoals lezen, schrijven, mondelinge taal en rekenen. We willen dit schooljaar bereiken dat het percentage behaalde doelen op deze vakgebieden nog hoger ligt. Het cirkeldiagram geeft in percentages de mate weer waarin over het algemeen streefdoelen wel of niet behaald zijn. Te zien is dat 80% van alle gestelde doelen behaald is, 20% van de doelen is niet behaald. Schoolopbrengsten 2012-2013
Wel behaald
Zelfredzaam…
Rekenen
Mondelinge…
Lezen
Schrijven
Leren leren
Wel behaald Sociale…
100% 80% 60% 40% 20% 0%
Schoolopbrengsten 2012-2013 Niet behaald
20%
Niet behaald 80%
33
Uitstroomcijfers Onderstaande grafiek geeft de uitstroom weer van de afgelopen 4 schooljaren. Aan het eind van schooljaar 2012-2013 zijn in totaal 11 leerlingen uitgestroomd. 7 leerlingen zijn uitgestroomd naar onze eigen VSO-afdeling op STIP VSO – Herderscheeschool. Twee leerlingen zijn uitgestroomd naar een andere cluster 3-school, waarvan één naar het SO en één naar het VSO van een andere school. Eén leerling is uitgestroomd naar het praktijkonderwijs en één leerling naar een school voor cluster 4. Uitstroom SO Herderscheeschool 10 8 6
Van SO naar (eigen) VSO
4
Andere school voor ZML
2
SBaO
0 Praktijkonderwijs
Voor de 8 leerlingen die naar het eigen, dan wel een ander VSO zijn uitgestroomd zijn de volgende ontwikkelingsperspectieven meegegeven: 1 keer ervaringsgerichte dagbesteding 1 keer licht arbeidsmatige dagbesteding 5 keer arbeidsmatige dagbesteding 1 keer arbeid
34
35
8. Samenwerking met andere instanties 8.1. De school in de wijk De wijk leent zich uitermate om leerlingen in de maatschappij te laten wennen aan bijvoorbeeld boodschappen doen en rekening houden met verkeer. Samenwerking is er met de naastgelegen basisschool: samen leren spelen, samenwerken en ontdekken. 8.2. Samenwerking met anderen buiten de wijk De Herderschêeschool heeft intensieve samenwerkingscontacten met de KDC’s van Reinaerde voor afstemming en optimalisatie van het onderwijs voor zorgleerlingen. Daarnaast nemen we deel aan activiteiten aangeboden door UCK en NME en worden er jaarlijks vanuit Special Heroes sportactiviteiten georganiseerd om deelname aan sportclubs buiten schooltijd te promoten. Special Heroes is er op gericht om leerlingen in het speciaal onderwijs zelf te laten ervaren hoe leuk sporten en bewegen is. Kennismakingsprogramma’s worden als clinics aangeboden binnen de sporturen van school. Vanuit deze ervaring kunnen leerlingen lid worden van een sportvereniging waarbij een speciaal aanbod voor onze leerlingen geboden wordt. 8.3. Samenwerking met andere scholen voor speciaal onderwijs De Herderschêeschool is een school voor Speciaal Onderwijs voor kinderen die zeer moeilijk leren en hiermee een zogenaamde “cluster 3 school”. In Nederland is het speciaal onderwijs ingedeeld in 4 clusters, te weten: Cluster 1: visueel beperkte leerlingen Cluster 2: auditief communicatief beperkte leerlingen Cluster 3: lichamelijk (mytyl), meervoudig (tytyl), verstandelijk beperkte (zml) en langdurig zieke leerlingen (lz) Cluster 4: leerlingen met psychiatrische en/of grote gedragsproblemen De Herderschêeschool werkt samen met andere scholen die vallen binnen cluster 3. We bekrachtigen deze samenwerking met een samenwerkingsovereenkomst en hebben hier de naam ‘Speciaal Centraal’ aan gegeven (www.speciaal-centraal.nl). Bij ‘Speciaal Centraal’ zijn scholen binnen cluster 3 aangesloten uit Utrecht, het Gooi en Flevoland. Door met elkaar samen te werken kunnen we beter en doelmatiger vorm geven aan onze eigen ontwikkeling en ons onderwijs. We beogen door onze samenwerking te werken aan: Verhoging van onze onderwijskwaliteit; Kennisdeling en deskundigheidsbevordering van medewerkers van de scholen; Soepele overgang van de huidige situatie naar een nieuwe situatie (in het bijzonder voor wat betreft de positie van de ambulante begeleiding c.q. de ambulant begeleiders). Met ‘Speciaal Centraal’ hopen we vandaag, morgen en nog lang daarna onze leerlingen de centrale plek te geven die ze nodig hebben.
36
REaCtys verzorgt in het schooljaar 2013-2014 voor de scholen aangesloten bij ‘Centraal Speciaal’ de indicaties. Alle leerlingen voor cluster 3 in Midden Nederland worden aangemeld bij de Commissie van Indicatiestelling van REaCtys. Volgens landelijke criteria wordt toelating tot cluster 3 bepaald. Als vastgesteld is dat een kind aan deze criteria voldoet en een indicatie krijgt, kunnen de ouders zelf een ZML school kiezen. Vanaf het schooljaar 2014-2015 zal het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidverklaring voor Speciaal Onderwijs afgeven.
37
9.
School- en vakantietijden, verlof en verzuim
9.1 Onderwijstijd Leerlingen in het speciaal onderwijs moeten jaarlijks minimaal 1000 uur onderwijs krijgen. Voor leerlingen tot en met zeven jaar die in een kleutergroep zitten geldt een norm van 850 uur onderwijs. Deze leerlingen zijn op woensdag vrij. Het rooster van lestijden en het rooster van vakanties en vrije dagen zijn zodanig opgesteld, dat aan deze eis is voldaan. Schooltijden Maandag/ dinsdag/ donderdag/ vrijdag: 8.30-15.00 uur (onderwijstijd 5,75 klokuur per dag + 0,75 uur pauze) Woensdag: 8.30-12.15 uur (onderwijstijd 3,75 klokuur) Dagritme De school begint om 8.30u. Veel leerlingen komen van ver en sommigen komen met busjes die de ene dag vlot kunnen doorrijden en de andere dag in de file staan. Om 8.15u gaat de school open en is in iedere groep een medewerker aanwezig. We verwelkomen leerlingen persoonlijk en starten de dag met een rustige en ontspannende activiteit, ook om even bij te komen van het vervoer. Na enkele onderwijsactiviteiten is er rond 10.00 uur een korte pauze, waarin we als het weer het toelaat met de leerlingen naar buiten gaan. De ochtend wordt vervolgd met nieuwe onderwijsactiviteiten en rond 12.00 uur wordt er in de groep met de leerlingen gegeten. Ook eten maakt deel uit van ons onderwijs; zelf leren eten, de tafel leren dekken, met bestek leren eten e.d. De leerlingen nemen voor de lunch zelf eten en drinken mee; graag goed verpakt en gezond. Brood, fruit en een melkproduct of vruchtensap hoort bij de dagelijkse lunch. Snoep, koek en frisdranken zijn geen gezonde lunch en dat leren we de leerlingen ook. Na de lunch gaan de leerlingen naar buiten; hierbij gaan enkele medewerkers mee om te zorgen dat iedereen prettig buiten kan zijn. Vanaf 13.00 uur beginnen de lessen weer. In de middag zijn dat vooral praktijkgerichte activiteiten. Om 15.00 uur stopt het onderwijs, zodat de leerlingen, begeleid door een medewerker, op tijd buiten staan voor de busjes of zelfstandig naar huis gaan.
38
9.2.
Vakanties en vrije dagen
vakantieperioden
weeknummer
Herfstvakantie Kerstvakantie Krokusvakantie Pasen Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie
43 52 en 01 8 17 18 22 24 30/35
basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs 19 t/m 27 oktober 2013 21 december 2013 t/m 05 januari 2014 15 t/m 23 februari 2014 21 april 2014 26 april t/m 11 mei 2014 29 mei 2014 9 juni 2014 19 juli t/m 31 augustus 2014
Extra vrije dagen leerlingen (studiedagen personeel) maandag 2 september maandag 28 oktober maandag 24 februari vrijdag 20 december (vrij vanaf 12.00 uur) vrijdag 16 mei vrijdag 6 juni vrijdag 18 juli 9.3 Leerplicht, verlof en verzuim Leerplicht Voor de ontwikkeling van uw kind is het belangrijk dat uw kind naar school gaat en niet verzuimt. Als een kind vier jaar is, dan mag het naar school. Vanaf het vijfde jaar is uw kind leerplichtig. Het SO mag leerlingen opvangen tot uiterlijk hun 14de jaar, daarna moet de leerling overgeschreven worden naar VSO onderwijs. Afwezigheid door ziekte / andere reden Bij ziekte of een andere reden tot verzuim dient u de school tijdig te informeren. Dit kan telefonisch, graag vóór schooltijd. Telefoon: 030 – 2230113 Wanneer een leerling afwezig is, zonder dat bericht is ontvangen zal de school nog dezelfde dag contact met u opnemen. Als uw kind ziek is, neemt de leerkracht contact op met de ouders/verzorgers. In dit gesprek informeert de leerkracht hoe het gaat met het kind en wordt afgesproken of en wanneer het kind weer op school komt. Als de afgesproken termijn is verstreken en het kind is nog niet op school, wordt opnieuw contact opgenomen met de ouders/verzorgers. Bij twijfel informeert de leerkracht de locatieleider. De aan- en afwezigheid van leerlingen wordt bijgehouden. We verzoeken u om afspraken met tandarts, huisarts, orthodontist e.d., zo veel mogelijk buiten de schooltijd te plannen.
39
Extra verlof Extra verlof mag alleen worden toegekend voor religieuze feestdagen, gewichtige omstandigheden of vanwege de aard van het beroep van (één van) de ouders. 1. Religieuze feestdagen Ouders kunnen een beroep doen op vrijstelling van onderwijs vanwege plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging, bijvoorbeeld religieuze feestdagen als Suikerfeest en Offerfeest. De ouders stellen in zo’n geval de directeur uiterlijk twee dagen van te voren op de hoogte. 2. Gewichtige omstandigheden Er kunnen zich omstandigheden voordoen, zoals het bijwonen van een huwelijk, ziekte, een sterfgeval, waardoor een kind de school niet kan bezoeken. Een verzoek tot verlof vanwege gewichtige omstandigheden dient, mogelijk vooraf, te worden ingediend bij de directeur. Verlof vanwege gewichtige omstandigheden kan voor ten hoogste tien dagen worden toegekend. 3. Aard van het beroep van (één van) de ouders Indien ouders vanwege de specifieke aard van hun beroep alleen buiten de schoolvakanties op vakantie kunnen gaan, is verlof mogelijk voor maximaal tien dagen. Dit verlof is niet toegestaan tijdens de eerste twee weken van het schooljaar. Een verzoek om extra vakantieverlof dient tijdig te worden ingediend bij de directeur. Een verzoek voor een vrije middag, bijvoorbeeld vanwege een weekendje weg of om eerder op een vakantiebestemming te zijn, wordt niet gehonoreerd. Ongeoorloofd verzuim / toezicht op de leerplicht Bij incidenteel ongeoorloofd verzuim stuurt de directeur een schriftelijke waarschuwing naar de ouders en bespreekt het verzuim met de ouders. De directeur kan besluiten om het verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar van de gemeente waar u woont, ziet toe op de naleving van de Leerplichtwet. Ook zoekt de leerplichtambtenaar samen met de school en/of ouders naar een oplossing bij problemen met schoolbezoek. 9.4 Schorsing en verwijdering Over het algemeen worden leerlingen probleemloos tot een school toegelaten en krijgen zij niet te maken met schorsing of verwijdering. Toch kunnen zich omstandigheden voordoen op grond waarvan het schoolbestuur besluit een leerling niet toe te laten tot de school, tijdelijk de toegang tot de school te ontzeggen of van school te verwijderen. Het is dan in het belang van alle partijen - de leerling, de ouders, het College van Bestuur en de school - dat de regels en procedures die er op basis van de onderwijswetgeving zijn, zorgvuldig worden uitgevoerd. Op Stichtingsniveau is een protocol voor toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen vastgesteld. De directeur van de school voert in voorkomende gevallen, in naam en onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur, het protocol uit.
40
9.5 Spreektijden personeel Onder schooltijd kunt u terecht bij de conciërge. Na afspraak, ook onder schooltijd, bij de directie, de maatschappelijk werker, de orthopedagoog, de logopedist en bij de fysiotherapeut. De (vak-) leerkrachten zijn niet onder schooltijd te spreken, maar wel vóór 8.30 uur en van 15.15-16.30 uur.
41
10.
Namen en adressen
Stichting openbaar Primair Onderwijs (SPO) Utrecht De SPO Utrecht is het schoolbestuur van alle openbare basisscholen, de school voor speciaal basisonderwijs (Luc Stevensschool) en de school voor Speciaal (voortgezet) onderwijs (Herderschêeschool) in de Gemeente Utrecht Bestuur: Thea Meijer en Eric van Dorp Secretaris van het bestuur en de Raad van Toezicht: Ellen Groten Postadres: Postbus 9315, 3506 GH Utrecht Bezoekadres: Kaap Hoorndreef 36 te Utrecht Tel: 030 265 26 40 www.spoutrecht.nl Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Voor algemene vragen over onderwijs kunt u terecht bij: 0800 – 8051 (gratis) Vertrouwensinspecteur De vertrouwensinspecteur adviseert en ondersteunt leerlingen, docenten, ouders en andere betrokkenen bij klachten rond seksueel misbruik, seksuele intimidatie en ernstig fysiek of geestelijk geweld. Bij een vermoeden van seksueel misbruik is een school wettelijk verplicht contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Ook voor vragen of meldingen over discriminatie en radicalisering kunt u terecht bij de vertrouwensinspecteur. De vertrouwensinspecteur is alleen voor vertrouwenskwesties tijdens kantooruren bereikbaar op telefoonnummer 0900-1113111 Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief). Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Postadres: Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon: 030 - 280 95 90 Email:
[email protected] Bezoekadres: Gebouw "Woudstede" Zwarte Woud 2 3524 SJ Utrecht Medezeggenschapsraad E-mail:
[email protected]
42
Buiten schoolse opvang Locatie Stauntonstraat, wordt verzorgd door Ludens BSO www.ludens.nl E-mail:
[email protected] Schoolarts Amazonedreef 43 3563 CA Utrecht Tel 030-2863010
[email protected]
Tandwiel jeugdtandverzorging Kanaalweg 17-i 3526 KL Utrecht 030-2844810 / 06-22044641 www.tand-wiel.nl Gemeente Utrecht, DMO Afdeling leerplicht Bezoekadres: Kaatstraat 1 Postadres: Postbus 2158 3500 GD Utrecht
U-Pas DMO Gemeente Utrecht U-pasbureau 030-2865000 www.u-pas.nl MEE Pallas Athenedreef 10 3561 PE Utrecht Postadres: Postbus 9168 3506 GD Utrecht Tel 0900-633 63 63 www.mee-utrecht.nl REaCtys Secretariaat en CVI (Commissie van Indicatiestelling) Schoolstraat 53, Baarn Postbus 151 3740 AD Baarn 035- 5280440 www.reactys.nl
Gemeente Utrecht, afdeling leerlingenvervoer Tel. 030-2865999 e-mail:
[email protected] Woont u buiten de gemeente Utrecht dan moet u contact opnemen met de afdeling leerlingenvervoer van uw eigen woonplaats. Tijdens studiedagen is er geen vervoer!
43