Schoolgids De Fakkel 2014-2015
Schoolgids De Fakkel 2014-2015
Inhoudsopgave 1 1.1
Een woord vooraf
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.9.1 2.9.2
Speciaal Basisonderwijs
3 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.4
De Fakkel
3.5 3.5.1 3.6 3.7 3.8 4 4.1 4.2
Waarom een schoolgids voor ouders?
Wat is Speciaal Basisonderwijs? Toelating tot het Speciaal Basisonderwijs (SBO) Afgrenzingen met scholen voor ZMLK en ZMOK Groepsindeling en doorstroming Samenwerkingsschool Schoolverlating Terugplaatsing Het vervolgonderwijs Onderwijsontwikkelingen Interne impulsen Externe impulsen
De school Visie & Missie Leerresultaten en de jaarlijkse leerlingbesprekingen Wat leren leerlingen bij ons op school? Zijn de resultaten meetbaar? Contact met leerkrachten, logopedisten, fysiotherapeuten, andere begeleiders Rapporten Plan van Aanpak Het programma De leer- en hulpmiddelen Veiligheid
Algemene opmerkingen Ziekte Overblijven
4 5 7 8 9 11 13 14 14 15 16 16 16 17 19 20 21 21 22 22 24 24 24 25 25 26 27 28 28
4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11
De school en haar materialen Verjaardagen Geld / mobiele telefoon / mp3-speler Douchen, handen wassen, tanden poetsen Fietsen In bewaring geven van kostbaarheden Verzekeringen Leerlingenlijsten / foto’s en video’s Nieuwsbrief
28 28 28 29 29 29 30 30 31
5 5.1 5.2 5.3
Financiën
32 33 33 33
6 6.1 6.2
Buitenschoolse activiteiten
7 7.1
Regels voor het schoolvervoer
8 8.1 8.2 8.2.1 8.2.2 8.2.3
Vakantie en vrije dagen
9 9.1 9.1.1 9.1.2 9.1.3 9.1.4 9.1.5
Onderwijskundige zaken
De ouderbijdrage: verplicht vrijwillig Hoe vrijwillig is de vrijwillige ouderbijdrage? Extra kosten
Schoolkamp en schoolreisje Sport
Regels voor schoolvervoer Haarlemmermeer
Vakantierooster / schooltijden / studiedagen Extra vakantie Extra vakantieverlof Gewichtige omstandigheden <10 schooldagen Gewichtige omstandigheden >10 schooldagen
De begeleiding Coördinator leerlingenzorg Orthopedagoog Schoolarts Zwemmen Gymnastiek
36 37 37 38 39 42 43 44 44 44 45 48 49 49 50 50 50 50
9.1.6 9.1.7 9.1.8 9.2 9.3 9.3.1 9.4 9.4.1 9.5 9.6 9.7 9.8 9.9 9.9.1 9.9.2 9.9.3 9.9.4 9.9.5 9.9.6 9.9.7 9.10 9.11 9.12 9.13
Fysiotherapeut SOVABE Aanmelden Stagiaires Computeronderwijs Digitaal schoolbord Sociale en culturele ontwikkeling Coole kikker Culturele Vorming Actief burgerschap Fairtrade Dyslexie Gedragsregels preventie seksuele intimidatie Pedagogisch klimaat Troosten en belonen Toezicht in douche en kleedruimten Lichamelijke hulp Persoonlijk contact leerkracht en leerling Buitenschoolse activiteiten Voor wie deze regels gelden Omgaan met pesten Veiligheid in alle vormen Medicijngebruik Huiswerk
50 51 51 52 52 52 53 53 53 54 54 55 55 55 55 56 56 56 56 56 57 57 57 58
10 10.1
Ouders en verzorgers
60 61
10.2 10.3 10.4 10.5 11 11.1
Het belang van betrokkenheid van de ouders en de verzorgers De ouderraad Luizenbrigade Informatieverstrekking aan voogd of toeziend voogd Voor- en buitenschoolse opvang
Bestuur / personeel / MR Raad van Bestuur
61 62 62 63 65 66
11.2 11.2.1 11.2.2 11.2.3 11.3
Klachten Klachtenregeling Meldpunt vertrouwensinspecteurs Personeel Medezeggenschapsraad (MR)
66 66 68 69 70
12 12.1 12.2 12.3
Protocollen
72 73 73 73
Pestprotocol Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen Protocol internet en website
1
::: 1 Een woord vooraf 1.1 Waarom een schoolgids voor ouders?
Voor de ouders van leerlingen die naar het Speciaal Basis Onderwijs zijn verwezen is het belangrijk te weten wat men van de school kan verwachten en wat dit voor hun kind kan betekenen. Het is in het bestek van deze gids jammer genoeg niet mogelijk de sfeer van onze school weer te geven. Het is juist die speciale sfeer waarmee we ons willen profileren. Mocht u onze school nog niet bezocht hebben, dan nodigen wij u bij deze van harte uit om een afspraak te maken. Met deze schoolgids hopen wij u in ieder geval op het gebied van de zakelijke informatie een beetje op weg te helpen.
EEN WOORD VOORAF
5
2
::: 2 Speciaal Basisonderwijs 2.1 Wat is Speciaal Basisonderwijs?
Onze maatschappij kan niet meer zonder onderwijs. Scholing is nodig om greep op de omgeving te krijgen, letterlijk “iets te begrijpen”. Vorige generaties hebben dan ook geijverd voor een leerrecht voor allen, gefinancierd door de overheid. Dat is er gekomen omstreeks 1920 en werd al snel vertaald in een leerplicht. Scholen voor regulier basisonderwijs hebben tot taak, dat zij de basis leggen van de kennis en vaardigheden, die kinderen in hun verdere leven nodig hebben. Voor de meeste kinderen verloopt het onderwijstraject, dat van het vierde tot het twaalfde jaar wordt aangeboden, vrijwel probleemloos. Is dit niet het geval, dan heeft het kind daar in veel gevallen last van. Het wordt dan vaak pijnlijk duidelijk, dat een kind op een andere manier leert, dan het gemiddelde kind. De leerstof gaat te snel of juist te langzaam. Van basisscholen wordt verwacht dat zij, vaak met beperkte middelen, oplossingen vinden om een kind goed te begeleiden. In veel gevallen lukt dit en blijft een kind zich op school op z’n plaats voelen. In een beperkt aantal gevallen blijkt, dat de reguliere basisschool niet het aangewezen leertraject is. De leerling gaat vaak zelfs minder presteren, dan verwacht mag worden. Na zorgvuldige analyse van de zorgpunten en na het aanbieden van alternatieve leertrajecten moet soms de conclusie getrokken worden, dat een leerling in het speciaal basisonderwijs beter op zijn plaats is. De structuur van het speciaal basisonderwijs maakt het mogelijk om de leerling en zijn problematiek meer centraal te stellen. Door een op de individuele leerling gerichte aanpak en een klimaat waarin het kind zich veilig voelt, kunnen veelal voor de leerling optimale resultaten behaald worden. Daarbij trachten wij zo mogelijk het leerstofaanbod tot en met het niveau van groep 8 basisonderwijs aan te bieden.
8
SPECIAAL BASISONDERWIJS
Binnen het SBO niet alleen aandacht geschonken aan leerproblemen op het gebied van taal/lezen en rekenen, maar vooral ook aan de sociale en emotionele ontwikkeling. Leerlingen moeten vooral leren hoe zij met elkaar en met volwassenen om kunnen gaan. Zij moeten in staat zijn hun eigen problemen op te lossen zonder een ander daarbij “te beschadigen”. Zij moeten in toenemende mate zelf verantwoording leren dragen voor wat zij wel of niet doen.
2.2 Toelating tot het Speciaal Basisonderwijs (SBO)
Het samenwerkingsverband bepaalt of een kind in aanmerking komt voor extra ondersteuning en organiseert deze indicatie voor het afgeven van toelaatbaarheidsverklaringen. Er komen vier verschillende toelaatbaarheidsverklaringen (hierna: TLV). • TLV SBO • TLV categorie I (huidige zml, lzk, epilepsie, cluster 4) • TLV categorie II (huidige lg) • TLV categorie III (huidige mg) Ieder samenwerkingsverband is vrij om een eigen vorm van toelaatbaarheid op te zetten. Voor het maken van een arrangement met aanvullende ondersteuning werkt ons samenwerkingsverband vanuit de visie van het versterken van de kerntriade ouder-kind-leerkracht. Zij komen in overleg tot een gezamenlijke oplossing voor de benodigde ondersteuning. Het kan gaan om extra ondersteuning op de basisschool of een tijdelijke plaatsing op het SO of het SBO. Het uitgangspunt is de oplossing op de werkvloer die samen met ouders, kind en leerkracht (kerntriade) handen en voeten krijgt. Dit impliceert dat het samenwerkingsverband vertrouwen heeft in het vinden van oplossingen door de kerntriade! De oplossing kan worden gevonden in ondersteuning op de basisschool of door de plaatsing op het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs. In het eerste geval ondersteunt het SO of het SBO eventueel samen met andere relevante partijen de basisschool en de ouders met hun vragen over de extra ondersteuning op de basisschool. Het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs leveren een bijdrage aan het vormgeven en
SPECIAAL BASISONDERWIJS
9
realiseren van een passend onderwijsaanbod op de basisscholen. Deze scholen vormen het ‘gereedschap’ waarvan kinderen, ouders en leerkrachten gebruik kunnen maken bij het oplossen van problemen. Het is van groot belang dat dit ‘gereedschap’ ook te gebruiken is. De scholen zijn vrij om de ondersteuning op maat in te zetten vanuit hun eigen ondersteuningsmiddelen. Bij een schoolwisseling naar bijvoorbeeld het SO of het SBO moet het samenwerkingsverband een TLV afgeven voor het arrangement. De beschikbaarheid en toegankelijkheid wordt vanuit bovenbeschreven vertrouwen in de kerntriade zo optimaal mogelijk georganiseerd. Dit betekent dat de basisschool, de ouders en de school voor speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs samen overeenstemming bereiken over het onderwijsarrangement. Het is wettelijk verplicht dat een orthopedagoog advies geeft ten aanzien van het arrangement. Het samenwerkingsverband is van mening, dat indien er overeenstemming is tussen ouders, de verwijzende school en de ontvangende partijen ten aanzien van het ondersteuningsarrangement, het niet noodzakelijk is dat er aanvullende advisering is van een orthopedagoog. Overeenstemming tussen de drie partijen volstaat. Veelal is er vanuit het SBO en of het SO een orthopedagoog betrokken bij het proces van arrangeren van onderwijsondersteuning. Het samenwerkingsverband draagt er zorg voor dat deskundigen in elk geval het samenwerkingsverband adviseren over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband of tot het speciaal onderwijs. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere voorschriften gegeven met betrekking tot de aard van de noodzakelijke deskundigheid. (artikel 18a lid Indien nodig kunnen ouders of de scholen advies vragen aan een externe deskundige. Dit zal in veel gevallen afhankelijk van de ondersteuningsvraag zijn en bijvoorbeeld een kinder- of jeugdpsycholoog, een arts ofkinderpsychiater zijn. De kerntriade kan samen vaststellen welke extra deskundige uit de zorg zij erbij vragen. Het samenwerkingsverband geeft in het geval van overeenstemming tussen en met alle betrokken partijen altijd een TLV af. 10
SPECIAAL BASISONDERWIJS
Het samenwerkingsverband controleert alleen of de oplossing door alle partijen in de kerntriade wordt gedragen. Het format voor een ondersteuningsarrangement of een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) zal ook door alle betrokken partijen na het bereiken van overeenstemming ondertekend worden. Aangezien alle betrokken partijen in het plan een rol spelen kan, veel sneller dan in het huidige systeem, tot uitvoering worden over gegaan. Een belangrijk verschil met de huidige situatie is dat alle plaatsingen op het SO en SBO gebonden zijn aan de plaatsingsafspraken zoals die door de kerntriade in overeenstemming met ondersteunende partijen gemaakt worden. Bij een tijdelijke plaatsing kunnen de scholen in korte lijnen afspraken met elkaar maken en die informatie uitwisselen, die voor de inzet van de extra ondersteuning nodig is. In de afspraken is bij de start direct het moment van terugplaatsing vastgelegd. Gedurende de schoolloopbaan op De Fakkel wordt de ontwikkeling van een leerling gevolgd door de begeleidingscommissie. Deze wordt gevormd door: de directeur van de SBO-school (voorzitter) en of de locatiecoördinator; de intern begeleider; de schoolorthopedagoog; de jeugdarts; de schoolmaatschappelijk werker.
2.3 Afgrenzingen met scholen voor ZMLK en ZMOK
De voorwaarden om binnen de speciale school voor basisonderwijs te kunnen functioneren zijn enerzijds sociaal-emotioneel van aard en anderzijds gebonden aan een haalbaar te achten schoolcarrière en verder ontwikkelingsperspectief: - de leerlingen waarvan uit de beschikbare onderzoeksgegevens blijkt dat ze sociaal-emotioneel en cognitief (= verstandelijk) functioneren op ZML-niveau worden verwezen naar onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen; - leerlingen waarvan uit beschikbare onderzoeksgegevens blijkt, dat er sprake is van ernstige gedragsproblematiek en een daardoor mogelijk
SPECIAAL BASISONDERWIJS
11
bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling doormaken, worden verwezen naar onderwijs voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen. Tot een observatieplaatsing kan worden overgegaan, mits daarmee de draaglast van een groep/school niet wordt overschreden en indien aan perspectief biedende voorwaarden wordt voldaan. Te denken valt aan meewerken van beide ouders/verzorgers en een op het probleem gericht onderzoek en behandeling. De Fakkel heeft als taak voor iedere leerling adequaat onderwijs te realiseren. Daaronder wordt verstaan een voor de leerling passend onderwijsaanbod, zowel in pedagogisch (opvoedkundig) als didactisch (onderwijskundig) opzicht, dus zoveel mogelijk afgestemd op wat de leerling nodig heeft. Passend onderwijs, rekening houdend met wat wenselijk en haalbaar is voor de leerling. Daarbij komen vragen aan de orde als: wat heeft de leerling precies nodig; welke kennis heeft het al; welke knelpunten moeten worden opgelost; wie kunnen ons daarbij eventueel helpen enz. De school heeft ook haar beperkingen, om de eenvoudige reden dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden in het begeleiden van de leerlingen. De volgende grenzen worden onderscheiden: 1. Verhouding van verzorging/behandeling en onderwijs (o.a. zindelijkheid). 2. Voortgang van het leerproces kunnen waarborgen. 3. Rust en veiligheid kunnen waarborgen. 4. Gebrek aan opname capaciteit. Hoewel onze school het als haar taak ziet in voldoende mate tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoefte van de leerling, zijn sommige leerlingen beter op hun plaats in het Speciaal Onderwijs. Teneinde tot een dergelijke zorgvuldige afweging te komen, wordt in onze regio veelal het volgende stappenplan gehanteerd: 1. Een gesprek met de ouders/verzorgers na overleg met het zorgplatform. 2. De directeur informeert indien noodzakelijk het bestuur, de medezeggenschapsraad (MR) en de inspectie. 3. De directeur en het begeleidingsteam bespreken de verzamelde informatie en de mogelijkheden binnen de school. 4. De directeur bespreekt met de ouders/verzorgers de stand van zaken, de 12
SPECIAAL BASISONDERWIJS
voor- en nadelen, de knelpunten. Wellicht is verder onderzoek nodig. 5. De directeur neemt een formeel besluit, eventueel na overleg met het bestuur. Dit besluit kan inhouden: - verder onderzoek; - wel plaatsen; - niet plaatsen. 6. Indien er sprake is van verder onderzoek wordt aanvullende informatie opgevraagd, vindt overleg plaats met de ouders/verzorgers, bestuur, eventueel MR en inspectie, alvorens er een formeel besluit wordt genomen. Indien er tot plaatsing wordt overgegaan volgt een gesprek met de ouders/verzorgers, worden de afspraken vastgelegd en worden bestuur, commissie leerlingenzorg, MR en inspectie geïnformeerd. Indien er niet geplaatst wordt, ontvangen de ouders/verzorgers de motivering van dit besluit op schrift en wordt met hen gezocht naar alternatieven, vaak in overleg met het zorgplatform en de basisschool. Heeft u vragen over het bovenstaande, dan kunt u zich wenden tot de leerplichtambtenaar.
2.4 Groepsindeling en doorstroming
Op onze school spreken wij van groepen; voor de indeling verwijzen wij naar het inlegvel. Deze klassengroepen kunt u niet vergelijken met de groepen van de gewone basisschool. Het zijn leef- en werkgroepen, waar de kinderen volgens de volgende criteria geplaatst worden: 1. leeftijd 2. leerwijze en -niveau 3. sociaal-emotionele ontwikkeling 4. eventueel schoolverlatersperspectief Daar er elk jaar niet een hele groep aanvangsleerlingen wordt geplaatst in de school, maar de nieuwe leerlingen op verschillend niveau en leeftijd de school binnenkomen, is er dus bij ons niet een jaarlijkse overgang van de ene klassengroep naar de andere klassengroep. Leerlingen kunnen soms meerdere jaren in dezelfde klassengroep blijven, ondanks het feit dat ze wel degelijk een goede vooruitgang hebben geboekt. Tevens moet u er rekening mee houden dat in de groepsindeling, die voor de aanvang van het nieuwe schooljaar gemaakt wordt, tussentijds wel eens verschuivingen nodig zijn.
SPECIAAL BASISONDERWIJS
13
2.5 Samenwerkingsschool
De Fakkel is een samenwerkingsschool. Dit houdt in, dat de leerlingen van verschillende levensbeschouwelijke richtingen de school bezoeken. Dit betekent dat de godsdienstige vorming van algemene aard is. Een samenwerkingsschool is als een plein: een ontmoetingsplaats van veel verschillende mensen waar veel talen gehoord worden en waar andersdenkenden, open en eerlijk benaderd worden. Dit betekent weer, dat het persoonlijk element noch van de leerling, noch van de leerkracht mag ontbreken. Juist vanwege deze open ontmoeting met de ander is een opsplitsing van de groep tijdens het uur van de godsdienstige vorming in tegenspraak met het wezen van een samenwerkingsschool. De specifieke godsdienstige vorming gebeurt in en door het gezin. De ouders/verzorgers hebben de verantwoordelijkheid voor het bedoelde godsdienstige denken, handelen en voelen van hun zoon/dochter.
2.6 Schoolverlating
De uiteindelijke doelstelling waar onze kindgerichte aanpak op gebaseerd is en waar tevens een schoolverlating op berust zijn de volgende: - de leerling accepteert zichzelf zoals het is; - de leerling durft de omringende gemeenschap open tegemoet te treden; - het kan met zelfvertrouwen door een aangepast kennispakket zijn/haar weg vervolgen. In de praktijk komt dit er meestal op neer, dat de leerlingen van school gaan in het jaar dat ze 12 of 13 jaar zijn geworden. Een vast tijdstip is hiervoor niet te geven, omdat dit per leerling bekeken wordt. Het advies van de school betreffende het tijdstip van de schoolverlating en de richting van het vervolgonderwijs komt tot stand na overleg met de groepsleerkracht, de directeur van de school, de IB-er en de schoolpsycholoog. Uitgebreide testen en observaties worden hierbij gebruikt en vinden hun weerslag in een advies. Dit advies wordt met de ouders/verzorgers besproken. De ouders/verzorgers maken uiteindelijk de definitieve keuze en melden hun
14
SPECIAAL BASISONDERWIJS
zoon/dochter al dan niet aan op het type vervolgschool waarover is gesproken. Zij kunnen ook voor verlenging op De Fakkel kiezen. Het schooladvies is daarbij de leidraad en zal door de schoolverlaterscommissie niet aangepast worden. Afhankelijk van het type onderwijs zal de aanmelding via een R.V.C. (Regionale Verwijzingscommissie) moeten verlopen.
2.7 Terugplaatsing
Ondanks alle zorgvuldigheid die in acht wordt genomen bij de plaatsing van leerlingen in het speciaal basisonderwijs, kunnen zich omstandigheden voordoen die terugplaatsing naar het reguliere basisonderwijs mogelijk maken. Het kan zijn dat een leerling zich dankzij de plaatsing op De Fakkel zodanig ontwikkelt dat de noodzaak van het volgen van SBO-onderwijs er niet meer is. Dit kan zijn doordat een hiaat in de ontwikkeling is opgevuld, doordat de werkhouding en zelfstandigheid zijn verbeterd of doordat een bepaalde lichamelijke handicap die ten grondslag lag aan de leermoeilijkheden is opgeheven of gereguleerd. Wij nemen in eerste instantie contact op met de ouders/verzorgers en bespreken de mogelijkheden van een eventuele terugplaatsing met de ouders/verzorgers van de betreffende leerling. Wanneer ouders/verzorgers het idee hebben dat hun kind mogelijk beter tot z’n recht komt in het reguliere basisonderwijs, dan kunnen zij dit uiteraard ook kenbaar maken op de SBO-school. Naar aanleiding van de uitslag van een dergelijk gesprek, waarbij alle aspecten van de terugplaatsing grondig met de ouders/verzorgers zijn doorgenomen, neemt de directeur van de SBO-school/zorgcoördinator contact op met de ontvangende school. Er volgt een gesprek waarbij het dossier van de terug te plaatsen leerling de basis van het gesprek vormt. Betrokkenen bij de besluitvorming over terugplaatsing zijn de ouders/verzorgers, directie, groepsleerkracht, zorgcoördinator/ intern begeleider van de kant van het SBO en directie, intern begeleider en het team van de ontvangende school.
SPECIAAL BASISONDERWIJS
15
Met de SBO-school worden afspraken gemaakt voor “ambulante” begeleiding. Afhankelijk van de behoeften van de leerling en basisschool kan worden gekozen voor concrete en/of adviserende begeleiding door de intern begeleider van de SBO-school.
2.8 Het vervolgonderwijs
De laatste jaren gingen onze leerlingen naar: * VMBO met leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs, te weten: - individueel technisch/nijverheidsonderwijs - individueel land-en tuinbouw onderwijs - VSO (voortgezet speciaal onderwijs) VMBO-T niveau - VSO (voortgezet speciaal onderwijs) praktijk niveau * Praktijkonderwijs
2.9 Onderwijsontwikkelingen
De ontwikkelingen volgen elkaar snel op binnen de onderwijswereld. Om als bestuur, directie, leerkracht op een adequate wijze ons werk te kunnen doen is het belangrijk dat we van verschillende kanten nieuwe impulsen krijgen.
2.9.1 Interne impulsen
Het leerproces bestaat grotendeels uit een reeks van opeenvolgende doelstellingen. Voortdurend moeten deze leerdoelen bijgesteld of herzien worden door:
Evaluatie van de leerdoelen Alle vorderingen, resultaten en activiteiten worden jaarlijks enkele malen geëvalueerd. Dit gebeurt, deels geautomatiseerd, via ons leerlingvolgsysteem. Op die manier kunnen we op systematische wijze tot handelingsplanning komen. Dit heeft tot gevolg dat wij tijdens ons dagelijks werk steeds flexibel en alert moeten blijven. De door het ministerie voorgeschreven kerndoelen zijn daarbij een leidraad.
16
SPECIAAL BASISONDERWIJS
Studie Het team blijft door na- en bijscholing op de hoogte van nieuw ontwikkelde methoden, methodieken. Nieuwe inzichten die onze leerlingen ten goede komen proberen wij zo snel mogelijk te volgen en te gebruiken binnen onze dagelijkse onderwijspraktijk.
2.9.2 Externe impulsen
Samenwerking met het Basisonderwijs Het speciaal basis onderwijs heeft een begeleidende taak gekregen binnen het basisonderwijs. Deze begeleiding krijgt gestalte in de vorm van zogenaamde collegiale consultatie. Bij zorgleerlingen in het basisonderwijs krijgen wij op een bepaald moment in het onderwijs/leerproces een ambulante rol toebedeeld. Ook bij terugplaatsing is er sprake van ondersteuning vanuit het speciaal onderwijs. De ervaring die wij hierbij opdoen komt indirect ook ons eigen onderwijs weer ten goede. De bovengenoemde collegiale consultatie is beperkt van aard en kan alleen uitgebreid ingezet worden als het Samenwerkingsverband daar tijden voor beschikbaar stelt.
SPECIAAL BASISONDERWIJS
17
Wij hebben zorg voor ieder ander, met name voor hen die het moeilijker hebben dan wijzelf en dat doen wij door volhardend te zijn in onze betrokkenheid.
De onvoorwaardelijkheid van Aloysius
3
::: 3 De Fakkel 3.1 De school
De Fakkel fungeert als brede zorgschool binnen Passend Onderwijs. De vraag en het aanbod wordt afgestemd op het kind. Vanuit de Fakkel zal meer ambulante ondersteuning geven worden aan de basisscholen, zodat meer kinderen thuis nabij onderwijs kunnen krijgen. Leerlingen zullen vaker teruggeplaatst worden dan op dit moment het geval is. Op onze school zitten leerlingen met leermoeilijkheden, ernstige lees- of rekenproblemen, spraak- en taalontwikkelingsstoornissen, moeilijk contact kunnen leggen, gedragsproblemen. Kortom leerlingen met een diversiteit aan eigen hulpvragen. Onze opdracht is om de mogelijkheden van uw zoon/dochter te benutten in plaats van het focussen op zaken die niet lukken. Dat doen wij onder meer door: - de leerling het recht te geven zichzelf te zijn, - de leerling veiligheid en vertrouwen te bieden, - met de leerling een goede relatie op te bouwen, - de mogelijkheden van de leerling als uitgangspunt te nemen, - een pedagogisch/didactische analyse te geven met een eventueel behandelingsplan, - de leerling te plaatsen in een aangepaste leef- en leersituatie, - de leerling waar mogelijk te laten begeleiden door verschillende specialisten, - te bewerkstelligen, dat het milieu meehelpt de leerling te ondersteunen.
20
DE FAKKEL
3.2 Visie & Missie
Onze school is onderdeel van de Aloysius Stichting. Het unieke kind en zijn talenten staan centraal bij Aloysius. Ons onderwijs is ontwikkelingsgericht. Iedere leerling krijgt op basis van zijn ontwikkelingsperspectief een bijpassend onderwijsaanbod. We investeren in positieve ervaringen voor kinderen en jongeren en houden in ons onderwijs rekening met hun achtergrond, leefwereld en toekomstverwachtingen. Wij vinden dat leren inspirerend, uitdagend en eigentijds moet zijn. Doel is uiteindelijk dat onze leerlingen zichzelf ontplooien en dat zij kunnen meedoen in onze samenleving. We trekken samen op met ouders en (jeugdzorg)instellingen en andere samenwerkingspartners, zodat we een goed antwoord kunnen bieden op de onderwijsbehoeften van leerlingen. Om daarop goed aan te kunnen sluiten, zorgen we dat we leeropbrengsten in kaart hebben. Onze circa 900 medewerkers zijn professionals die zich steeds blijven ontwikkelen. Zij werken vanuit de kernwaarden Kracht, Onvoorwaardelijkheid en Passie en laten die elke dag zien in de onderwijspraktijk.
Onze organisatie De Aloysius Stichting biedt onderwijs en begeleiding aan kinderen van 4 tot en met 20 jaar die ernstige gedrag- en/of psychiatrische problemen ervaren en/of laten zien. We hebben in Nederland 21 scholen, verdeeld over zestig locaties in 26 gemeenten. In totaal bieden wij onderwijs aan zo’n 3500 leerlingen. We bieden speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en onderwijs aan leerlingen in justitiële jeugdinrichtingen. Ook hebben we een aantal scholen voor speciaal basisonderwijs voor kinderen met minder ernstige beperkingen, die wel extra zorg en aandacht nodig hebben. We brengen onze expertise ook in, in het regulier onderwijs, waar wij leerlingen en leerkrachten adviseren en ondersteunen. Meer over onze missie, visie en koers is te vinden op www.aloysiusstichting.nl
DE FAKKEL
21
3.3 Leerresultaten en de jaarlijkse leerlingbesprekingen 3.3.1 Wat leren leerlingen bij ons op school?
Op De Fakkel vinden wij het belangrijk iedere leerling zoveel mogelijk naar vermogen te laten presteren. Niet iedere leerling haalt hetzelfde eindniveau.
3.3.2 Zijn de resultaten meetbaar?
Het is het duidelijkst om de resultaten van het onderwijs met cijfers zichtbaar te maken. Voor een aantal onderdelen van ons onderwijsaanbod is dit echter niet mogelijk. De creatieve ontwikkeling kun je moeilijk met een cijfer beoordelen. Spreekvaardigheid in de kring of in de groep is lastig vast te leggen; verkregen vaardigheid in oplossen van ruzietjes valt niet te toetsen; de mate van zelfstandigheid blijkt vaak pas echt bij het huiswerk maken in het voortgezet onderwijs. Dergelijke vaardigheden beoordelen we wel bij leerlingen maar niet in getallen, zij worden beschreven in de verschillende rapportages over de leerlingen. Natuurlijk zijn er genoeg onderwerpen van de schoolpraktijk die wel “zichtbaar” te maken zijn. We denken daarbij onder andere aan: rekenen, taalvaardigheid, lezen en spelling. Om de vorderingen van de leerlingen objectief te kunnen blijven beoordelen maken we steeds een vergelijking tussen de prestaties bij de gestandaardiseerde tests die tweemaal per jaar worden afgenomen en die te vergelijken zijn met de prestaties in het reguliere basisonderwijs. In de loop van het schooljaar wordt uw zoon/dochter minimaal tweemaal individueel besproken. Bij deze besprekingen zijn over het algemeen aanwezig; * de groepsleerkracht, * de orthopedagoge, * coördinator leerlingenzorg. Indien nodig kunnen ook andere hulpverleners opgeroepen worden. Gedurende deze besprekingen komen de vorderingen en gedragingen van leerlingen aan bod.
22
DE FAKKEL
Er wordt bekeken in hoeverre de leerling anders benaderd dient te worden : * of dat het extra hulp nodig heeft, * of dat het versneld door de leerstof kan gaan. Iedere zes weken vindt er intern zorgoverleg plaats en worden aandachtspunten van de leerkrachten en de ouders/verzorgers besproken en vervolgafspraken gemaakt. De eerste bespreking vindt voor nieuwe leerlingen na ongeveer 6 weken plaats. De overige besprekingen van leerlingen beginnen medio oktober tot december. In de maand mei/juni herhalen we de besprekingen. Tijdens de besprekingen wordt er ook gekeken of het kind op grond van prestaties en gedrag in aanmerking zou komen voor: * terugplaatsing naar het reguliere basisonderwijs, * doorplaatsing naar een andere vorm van speciaal onderwijs, * voortzetting van de begeleiding op De Fakkel. Tijdens deze besprekingen wordt het Plan van Aanpak besproken en worden de nieuwe doelen vastgesteld. De nieuwe doelen worden vastgelegd in een groepsplan en worden regelmatig geëvalueerd met de intern begeleider. De eerste leerling-besprekingen van alle leerlingen vinden per groep plaats in de 1e helft van het schooljaar. De tweede ronde besprekingen vindt plaats in de 2e helft van het schooljaar. Er wordt voor alle leerlingen een ontwikkelingsperspectief gemaakt. Het ontwikkelingsperspectief wordt door de Commissie van begeleiding gemaakt en door de intern begeleider of orthopedagoge besproken met de ouders/ verzorgers. Tijdens deze bespreking worden eventuele aanvullingen van ouders verwerkt en wordt het perspectief getekend. In het perspectief wordt beschreven hoe de ontwikkeling van uw kind verlopen is. Op basis van protectieve en belemmerende factoren wordt besproken wat de mogelijkheden en doelen voor de individuele leerling zijn. Ook wordt er in de middenbouw op basis van de dan beschikbare informatie een prognose voor het Voortgezet Onderwijs gegegeven. Het ontwikkelingspespectief wordt jaarlijks bijgesteld en met ouders/ verzorgers besproken en voor gezien ondertekend. Het Plan van Aanpak wordt twee keer per jaar door de leerkracht gemaakt op basis van het Ontwikkelingsperspectief en de laatste toetsgegevens. In het Plan van DE FAKKEL
23
Aanpak wordt duidelijk aangegeven wat het aanbod de komende periode zal zijn en welke doelen er bereikt moeten worden.
3.4 Contact met leerkrachten, logopedisten, fysiotherapeuten, andere begeleiders
Ongetwijfeld zult u af en toe behoefte hebben om met de groepsleerkracht van gedachte te wisselen over uw zoon/dochter. Dat is goed voor een beter begrip over en weer en ook in het belang van hem/haar. Daartoe houden wij op school dan ook diverse ouderavonden in het jaar. Wij gaan er vanuit / verwachten dat u op de gespreksavonden c.q. andere afspraken, zowel bij de leerkrachten als bij de logopediste, remedial teacher aanwezig zult zijn. Behalve deze ouderavonden kunnen de groepsleerkrachten de ouders van de leerlingen van hun klassengroep in de loop van het jaar thuis bezoeken. Dit kan op verzoek van de ouders/verzorgers of de leerkracht plaatsvinden. Nieuwe leerlingen worden het 1e jaar altijd middels een huisbezoek bezocht door de leerkracht. Tevens is het mogelijk om na schooltijd met de groepsleerkracht te spreken. Het zou fijn zijn als u dit doet door van tevoren even een afspraak te maken.
3.5 Rapporten
Bij ons op school worden 2 verschillende rapporten gebruikt : - een Plan van Aanpak - en een kindrapport
3.5.1 Plan van Aanpak
Op De Fakkel worden twee verschillende rapporten gebruikt. Voor de ouders is er het Plan van Aanpak en voor de leerlingen is er een leerling-rapport. In het Plan van Aanpak wordt een beeld geschetst van wat uw kind objectief bekeken op school presteert en hoe zijn houding op school is. Het niveau van de leerlingen wordt uitgedrukt in vaardigheidscores. Wij maken ook gebruik van de vaardigheidscore die het Cito leerlingvolgsysteem berekent. Het Plan van Aanpak krijgt u tweemaal per jaar, in januari/februari en juni/juli. De gegevens voor dit verslag komen uit de observaties in de klassen en aan 24
DE FAKKEL
de hand van de toetsen die worden afgenomen. Daarnaast is er het leerling-rapport waarin de leerling en groepsleerkracht(en) van gedachten wisselen over de geleverde prestaties van uw kind. Dit rapport wordt voor de kerst- en zomervakantie uitgedeeld. De gebruikte cijfers in midden- en bovenbouw zijn een waardering voor de inzet waarmee uw kind heeft gewerkt.
3.6 Het programma
Op De Fakkel wordt hetzelfde programma aangeboden als op de reguliere basisschool. Hierbij zijn echter een paar kanttekeningen te maken. Het leren rekenen, lezen en schrijven kost (veel) moeite en daarom hebben we daar veel tijd voor ingeruimd. Vakken zoals wereldverkenning (aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, natuurkunde, verkeer en Geestelijke Stromingen) en expressie kunnen daardoor wel in het gedrang komen. Maar ondanks dat willen we niet tornen aan de tijd voor gymnastiek en zwemmen.
3.7 De leer- en hulpmiddelen
In principe gebruiken we dezelfde lesmethodes die ook op de basisschool gebruikt kunnen worden. Wij gebruiken ze echter principieel anders, omdat we ons programma richten op de mogelijkheden van de individuele leerlingen. Lukt het via de ene methode niet, dan zoeken we een andere weg en gebruiken andere leer- en hulpmiddelen. We gebruiken op dit moment de volgende methodes: Taal -en Spelling op maat, Pluspunt, Lees maar door, Veilig Leren Lezen. Naast deze methodes is er ook specifiek materiaal ontwikkeld om leerlingen te helpen bij hun problemen. We proberen voor de leerling de beste weg uit te stippelen. Daarnaast blijven we op zoek naar nieuwe middelen en nieuwe oplossingen. Voor het gebruik van de computer verwijzen we naar het hoofdstuk 8.3.
DE FAKKEL
25
3.8 Veiligheid
De school is legionella vrij verklaard. Zaken betreffende totale veiligheid binnen de school staan beschreven in een apart Integraal Veiligheidsplan. Dit plan staat op de website van de school.
26
DE FAKKEL
4
::: 4 Algemene opmerkingen 4.1 Ziekte
Het is niet te hopen dat uw zoon/dochter in het komend schooljaar voor kortere of langere tijd ziek zal worden. Mocht dit onverhoopt toch gebeuren, dan willen de leerkrachten graag hierover geïnformeerd worden. Belt u ons dan rond half negen even op. Het telefoonnummer van De Fakkel is 0252-622132. Ook kunt u de ziektemelding digitaal doorgeven op
[email protected]. Indien uw zoon/dochter zonder afmelding afwezig is trachten wij u zo snel mogelijk te bellen.
4.2 Overblijven
Alle leerlingen blijven tussen de middag over. Ze eten dan in hun eigen klaslokaal in het bijzijn van hun eigen leerkracht op wat ze van thuis meenemen.
4.3 De school en haar materialen
In deze tijd waarin we regelmatig met vernielingen geconfronteerd worden trachten wij de leerlingen een zekere verantwoordelijkheid voor hun en onze spullen aan te leren. Om die reden ook zullen we vernielingen/onzorgvuldig gebruik aan de ouders/verzorgers doorspelen en in rekening brengen. De kosten dienen door ouders/verzorgers binnen een maand verrekend te worden.
4.4 Verjaardagen
Als uw zoon/dochter jarig is kan dit gevierd worden in de klas. Hij/zij mag de klasgenootjes trakteren en ook de klassen rond langs alle leerkrachten. Liefst een gezonde traktatie.
28
ALGEMENE OPMERKINGEN
4.5 Geld / mobiele telefoon / mp3-speler
Natuurlijk kunnen wij begrijpen dat leerlingen die ver van school wonen wat geld bij zich hebben als reserve. Wij zijn echter niet gelukkig met het feit dat leerlingen geld voor andere doeleinden (snoephandel) mee naar school nemen. Er bestaat bij ons op school tevens een verbod artikelen tijdens de schooluren te verhandelen of te ruilen. Steeds vaker komt het voor dat leerlingen een mobiele telefoon bij zich hebben. In de school moeten deze telefoons uitstaan en kunnen dus niet gebruikt worden. Dit geldt ook voor pauzes. We beschikken op school over een eigen telefoon die in noodzakelijke situaties altijd gebruikt kan worden. De school neemt dan ook geen enkele verantwoordelijkheid voor vermissing of beschadiging van een mobiele telefoon.
4.6 Douchen, handen wassen, tanden poetsen Na de zwemles moeten alle kinderen verplicht douchen. Na gymnastiek of trainingslessen is er de mogelijk om te douchen. Alle leerlingen krijgen gedurende de tijd rondom het eten gelegenheid hun handen te wassen en hun tanden te poetsen.
4.7 Fietsen
Ook het komend schooljaar zullen er weer leerlingen per fiets naar school komen. Fietsen moeten in de rekken geplaatst worden. Wij zijn echter niet aansprakelijk voor eventuele schade en diefstal. Zorgt u in ieder geval voor goede fietssloten.
4.8 In bewaring geven van kostbaarheden
Hoe vaak gebeurt het niet, dat een leerling tijdens de gymnastiekles zijn of haar horloge aan de leerkracht in bewaring geeft? Zo vaak, dat het af en toe voorkomt dat het horloge tijdens de bewaring zoekraakt. Dan rijst de vraag of dit verlies ook door de collectieve W.A. verzekering gedekt wordt. Het antwoord daarop luidt ontkennend: de W.A. verzekering dekt niet de aansprakelijkheid van onderwijsgevenden, voortkomend uit een
ALGEMENE OPMERKINGEN
29
'overeenkomst van bewaargeving'. Om die reden zullen leerkrachten niet snel bereid zijn kostbare zaken te bewaren.
4.9 Verzekeringen
Hoewel het Bestuur van De Fakkel een aantal verzekeringen voor personeel en leerlingen heeft lopen is het ondoenlijk overal voor verzekerd te zijn. Aanwezig is in ieder geval een collectieve ongevallenverzekering, een aansprakelijkheidsverzekering, een eigendommenverzekering o.a. voor schade aan eigen motorvoertuigen tijdens dienstreizen en een reis/evenementenverzekering.
4.10 Leerlingenlijsten / foto’s en video’s
Veel scholen verstrekken aan de ouders/verzorgers een groepslijst met daarop de namen, de adressen en de telefoonnummers (voor zover niet geheim) van de leerlingen die in dezelfde groep zitten. Een service die door de ouders/verzorgers altijd zeer wordt gewaardeerd. Ouders/verzorgers gebruiken deze lijsten bijvoorbeeld om een groepsgenootje uit te nodigen om te komen spelen, bij het organiseren van een verjaarspartijtje, om een andere ouder/verzorger te benaderen of deze behulpzaam wil zijn bij het wegbrengen of ophalen van de leerlingen, enz. enz. Eens in de zoveel tijd leidt dit echter tot de vraag aan de schoolleiding of deze gegevens op grond van de wet persoonsregistratie wel mogen worden verstrekt. Hierop kan, na onderzoek bij de registratiekamer, volmondig met “ja” worden geantwoord. Heeft u bezwaar tegen deze service neemt u dan contact op met de administratie van de school. Op onze website staan foto’s van “Fakkel activiteiten”. Soms staan daar ook leerlingen herkenbaar op. Indien u als ouders/verzorgers daar bezwaar tegen heeft, maakt u dit dan kenbaar. Dat geldt ook voor video-opnames op school. Zolang wij geen bericht van ouders/verzorgers in deze hebben ontvangen gaan wij er vanuit dat u met deze moderne hulpmiddelen akkoord gaat en dus ook met de weergave in foto of film.
30
ALGEMENE OPMERKINGEN
4.11 Nieuwsbrief
Maandelijks proberen we de ouders te informeren over activiteiten op De Fakkel. Dit gebeurt via de nieuwsbrief die per email naar u wordt verstuurd.
ALGEMENE OPMERKINGEN
31
5
::: 5 Financiën 5.1 De ouderbijdrage: verplicht vrijwillig
Niet alle ouders/verzorgers weten precies hoe het zit met de vrijwillige ouderbijdrage die scholen mogen vragen. Dit hoofdstuk geeft antwoord op vragen hoe vrijwillig de ouderbijdrage is, waar de school de ouderbijdrage voor gebruikt en wat er in de overeenkomst tussen school en ouders/verzorgers moet staan.
5.2 Hoe vrijwillig is de vrijwillige ouderbijdrage? De ouderbijdrage is vrijwillig en een school mag een leerling niet weigeren als ouders/verzorgers de ouderbijdrage niet willen betalen. In het basisonderwijs moet de school voor de vrijwillige ouderbijdrage een aparte overeenkomst met de ouders afsluiten. Scholen mogen een vrijwillige financiële bijdrage vragen voor extra voorzieningen en activiteiten, zoals een schoolkamp, aanvullend lesmateriaal en festiviteiten. Dit zijn activiteiten die niet tot het gewone lesprogramma behoren en die dus niet door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen worden betaald.
5.3 Extra kosten
De leerlingen van De Fakkel blijven net als bij de andere speciale scholen voor basisonderwijs in de Haarlemmermeer over op school. Het overblijven op onze school is gratis.
FINANCIËN
33
Er worden door de school diverse kosten gemaakt die niet gesubsidieerd worden door Gemeente en/of Rijk. Hierbij denken wij bijv. aan de kosten voor: - verschillende projecten die op school gehouden worden; - verschillende sportieve en feestelijke activiteiten met bijbehorende versnaperingen; - uitstapjes door school en ouderraad georganiseerd; - koffie voor ouders/verzorgers die de school bezoeken of komen helpen; - verzekering voor alle leerlingen naar, tijdens en kort na schooltijd en schoolactiviteiten; - bijdrage in culturele activiteiten. De school/ouderraad vraagt hiervoor een bijdrage van € 30,- per schooljaar. U krijgt een brief met verzoek tot betaling. Het rekeningnummer 59.08.85.863 t.n.v. Ouderraad Kompas Zuid / De Fakkel, Nieuw-Vennep onder vermelding van de naam van uw kind en de naam van de juf.
34
FINANCIËN
6
::: 6 Buitenschoolse activiteiten 6.1 Schoolkamp en schoolreisje
Aan het eind van ieder schooljaar gaan wij met de leerlingen op schoolkamp of schoolreisje. Dit wordt bekostigd voor een extra bijdrage € 75,00 of voor het schoolkamp en € 27,50 voor het schoolreisje. Zowel de ouderbijdrage als de extra bijdragen moeten voor het schoolreisje of schoolkamp in ons bezit zijn. De directie behoudt zich het recht voor, een leerling niet te laten meegaan indien niet aan de financiële verplichtingen wordt voldaan. De school is niet aansprakelijk voor verloren of anderszins zoekgeraakte spullen en beveelt de ouders/verzorgers een reisverzekering aan. Ten alle tijden blijft de leerling leerplichtig, zodat niet meegaan inhoudt, dat hij/zij in een andere groep zal worden opgevangen en onderwijs krijgt. We gaan ervan uit dat indien een leerling zich niet aan de kampregels wenst te houden, de ouders/verzorgers er zorg voor dragen, dat de leerling veilig thuis komt. De leerling moet het kamp dus verlaten.
6.2 Sport
Ieder schooljaar probeert de Fakkel mee te doen aan buitenschoolse sportactiviteiten binnen de gemeente Nieuw Vennep. Om dit te realiseren is er goede begeleiding voor de leerlingen nodig. Natuurlijk zijn de leerkrachten bereid mee te helpen, maar de school heeft zeker ook de hulp van ouders/verzorgers nodig. Per sportactiviteit wordt een brief aan de leerlingen meegegeven.
BUITENSCHOOLSE ACTIVITEITEN
37
7
::: 7 Regels voor het schoolvervoer 7.1 Regels voor schoolvervoer Haarlemmermeer
1. De gemeente geeft het vervoerbedrijf opdracht voor de organisatie van het leerlingenvervoer. 2. De ouders/verzorgers zijn verantwoordelijk dat hun zoon/dochter op tijd klaar staat om opgehaald te worden. 3. De ouders/verzorgers zijn bij ziekte verantwoordelijk voor het afzeggen van het taxivervoer. De school is verantwoordelijk voor het doorgeven van het vakantierooster en eventuele extra vrije dagen of afwijkende schooltijden. 4. Als regel worden leerlingen niet eerder dan een kwartier voor schooltijd bij school afgezet. Ook worden zij niet later dan een kwartier na beëindiging van de school, aan de veilige kant op het trottoir en zo dicht mogelijk bij de school opgehaald. 5. De chauffeur/chauffeuse of begeleider/begeleidster wijst de leerling een vaste zitplaats aan, rekeninghoudend met eventuele aanwijzingen van de directeur van de school. 6. Na het instappen dienen de leerlingen zo snel mogelijk te gaan zitten en de veiligheidsgordels om te doen. 7. De bus gaat rijden als alle leerlingen hiermee gereed zijn.
REGELS VOOR HET SCHOOLVERVOER
39
8. Wanneer leerlingen moeten uitstappen dan mogen zij pas staan als het voertuig stilstaat. 9. In- of uitstappen op een andere plaats dan afgesproken is alleen mogelijk indien er door de ouders/verzorgers daartoe een verzoek bij de vervoerder is ingediend. 10. Etenswaren mogen in de bus niet tevoorschijn worden gehaald. 11. Speelgoed of andere voorwerpen die in de bus hinder of gevaar opleveren, moet volgens aanwijzing van de chauffeur/chauffeuse of begeleider/ begeleidster worden opgeborgen. 12. Als de leerling zich niet houdt aan de instructies van de chauffeur/chauffeuse of begeleider/begeleidster dan wordt contact opgenomen met de ouder(s)/verzorger(s) van de leerlingen en krijgen de ouders/verzorgers een brief van het vervoersbedrijf (waarschuwing). 13. Indien er geen verbetering optreedt dan kan de leerling de toegang tot de bus gedurende een schoolweek of meer schoolweken ontzegd worden. De ouders/ verzorgers worden hierover door het vervoersbedrijf schriftelijk geïnformeerd. De gemeente en de directeur van de school ontvangen een kopie van dit schrijven.
40
REGELS VOOR HET SCHOOLVERVOER
8
::: 8 Vakantie en vrije dagen 8.1 Vakantierooster / schooltijden / studiedagen
Schooltijden: Ma. 8.45 – 14.45 uur di. 8.45 – 14.45 uur wo. 8.45 – 12.30 uur do. 8.45 – 14.45 uur vr. 8:45 - 12:30 uur (voor groep 3 en 4) vr. 8.45 – 14.45 uur Vanaf 8.25 uur staat er pleinwacht buiten. De leerlingen gaan om 8.35 uur naar binnen zodat de lessen om 8.45 uur kunnen beginnen. Bij ziekte van één of meerdere leerkrachten doet de school al het mogelijk om lesuitval voor de leerlingen te voorkomen. Hierbij gaat de school als volgt te werk : - Indien mogelijk wordt het probleem opgelost met interne of externe vervangers. - De duo-partners vervangen elkaar zoveel mogelijk. Indien de bovenstaande mogelijkheden niet tot een oplossing leiden, streven we naar de interne oplossingen : - Tijdens de vaklessen wordt de leerkracht van de groep als vervanger ingezet; - leerlingen worden over andere groepen verdeeld voor een zo kort mogelijke periode. - In het uiterste geval kan de directie gedwongen zijn een aantal leerlingen of een groep naar huis te sturen. De ouders/verzorgers worden vooraf ingelicht.
VAKANTIE EN VRIJE DAGEN
43
Vakantierooster 2014-2015 volgt in bijlage Studiedagen 2014 - 2015 volgt in bijlage
8.2 Extra vakantie
Hieronder geven wij een overzicht over het al dan niet toestaan van kort en/of vakantieverlof buiten het door het bevoegd gezag vastgestelde vakantierooster om. Wij hopen hiermee duidelijkheid te verschaffen voor uw eventuele schriftelijke aanvragen en onze reacties daarop (een formulier is op school te krijgen).
8.2.1 Extra vakantieverlof
Een verzoek om vakantieverlof op grond van artikel 13a van de Leerplichtwet 1969 dient minimaal 2 maanden tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Alleen de directeur en de adjunct-directeur kunnen verlof verlenen; groepsleerkrachten hebben in deze geen bevoegdheid, maar kunnen via de directie wel een formulier verlofaanvrage verstrekken. Bij het vrij geven mag de directeur zich niet laten leiden door zijn gevoel, maar moet hij zich zakelijk houden aan de Leerplichtwet. Er zijn twee terreinen op grond waarvan uw zoon/dochter vrij kan krijgen: 1. alle zaken waarvoor u in uw arbeidsovereenkomst vrij kan krijgen (de gebruikelijke verlofverstrekking voor rouw, trouw en religieuze feestdagen) en 2. gewichtige omstandigheden voor gebeurtenissen buiten de wil van ouders en kind om. Onder deze laatste groep valt ook verlof op basis van een rapportje van maatschappelijk werk en/of medisch specialist. Vakantieverlof mag: - één maal per schooljaar worden verleend; - niet langer duren dan 10 schooldagen; - niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar.
44
VAKANTIE EN VRIJE DAGEN
8.2.2 Gewichtige omstandigheden <10 schooldagen
Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen per schooljaar of minder, dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: a. voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; b. voor verhuizing voor ten hoogste 1 dag; c. voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende; d. bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3egraad; duur in overleg met de directeur; e. bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste 4 dagen; van bloed- of aanverwanten in de 2e graad voor ten hoogste 2 dagen; van bloed- en aanverwanten in de 3e of 4e graad ten hoogste 1 dag; f. bij 25-. 40- en 50-jarige ambtsjubileum en het 12 1/2 -, 25-, 40-, 50- en 60-jarige huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor 1 dag; g. voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof.
8.2.3 Gewichtige omstandigheden >10 schooldagen
Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient tevoren via de directeur van de school, bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. Verlof indien : de ouders/verzorgers een verklaring van een arts of een maatschappelijk werk(st)er kunnen overleggen waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden. Alle aanvragen om verlof worden in Uithoorn voorgelegd aan de Leerplichtambtenaar die een advies aan de directeur uitbrengt. De leerplichtambtenaar kan (u) dus nooit toestemming voor verlof geven, maar wel uitleggen en adviseren. VAKANTIE EN VRIJE DAGEN
45
De directeur dient zich aan het gestelde in de Leerplichtwet te houden en kan bij het onterecht vrij geven persoonlijk aansprakelijk gesteld worden. Als u een dag/halve dag eerder wil vertrekken dan een vakantie begint, een weekendje pretpark wil boeken, dan mogen wij daarvoor geen toestemming geven. U krijgt dan een standaardbrief van ons waarin wij een en ander uitleggen. U kunt tegen de uitspraak van de directeur in beroep gaan bij het bestuur Aloysius Onderwijs Jeugdzorg. Als deze u geen toestemming geeft voor het aangevraagde verlof, dan is het aan u om hier al dan niet gevolg aan te geven. Verzuimt uw zoon/dochter toch, dan moeten wij dit als “ongeoorloofd” registreren en na terugkeer doorgeven aan de leerplichtambtenaar. Deze onderneemt dan actie naar de ouders/verzorgers toe en toetst dus achteraf. U kunt zich op de hoogte stellen via de website van de gemeente Haarlemmermeer (www.haarlemmermeer.nl) onder het kopje “leerplicht”. U vindt dit via “jeugd en onderwijs” – “onderwijs” – “leerplicht”.
46
VAKANTIE EN VRIJE DAGEN
Het beste onderwijs realiseren samen met onze leerlingen.
De passie van Aloysius
9
::: 9 Onderwijskundige zaken 9.1 De begeleiding
De vakken taal, lezen, rekenen en spellen vormen de kern van ons onderwijs. Het zijn de basisvaardigheden: ze vormen de basis voor elke andere ontwikkeling. Daarom leggen wij nadruk op deze vakken. Indien het noodzakelijk blijkt dat een leerling extra begeleiding op een bepaald facet moet hebben, zal indien mogelijk een van de onderstaande deskundigen worden ingeschakeld. Gezien de tijdsmogelijkheden is de ruimte beperkt en zal regelmatig door teamleden bekeken worden wat het effect is van extra begeleiding. Behalve de inzet van de extra begeleiding is dit effect ook afhankelijk van de inzet van de leerling en de medewerking van de ouders/verzorgers. Regelmatig zal er dan ook een soort urgentielijst worden opgemaakt aan de hand waarvan extra begeleiding wordt gegeven.
9.1.1 Coördinator leerlingenzorg
De CLZ-er heeft als hoofdtaak het ondersteunen van de leerkrachten bij het onderwijzen en begeleiden van leerlingen met specifieke hulpvragen door het organiseren en coördineren van de zorgstructuur. De werkzaamheden m.b.t. de leerkrachten zijn als volgt te omschrijven: coachen, ondersteunen bij het schrijven van groepsplannen en individuele plannen, het organiseren en leiding geven aan groepsbesprekingen, scholingsactiviteiten en deskundigheidsbevordering, informeren en begeleiden bij het invoeren van onderwijsvernieuwingen, opzetten en onderhouden van de orthotheek en het bijhouden van didactisch onderzoeksmateriaal. De werkzaamheden m.b.t. de leerlingen zijn als volgt te omschrijven: het voeren van intakegesprekken, observeren en begeleiden, opstellen van het Gemeenschappelijk Individueel Handelingsplan, opzetten, invoeren en onderhouden van een leerlingenvolgsysteem waarin de toets- en observatiegegevens worden vastgelegd, onderhouden van contacten met externe hulpverleningsinstanties en ouders/verzorgers. De CLZ-er woont ONDERWIJSKUNDIGE ZAKEN
49
wekelijks de vergaderingen van het zorgteam bij om informatie uit te wisselen en activiteiten op elkaar af te stemmen.
9.1.2 Orthopedagoog
De orthopedagoog is lid van de begeleidingscommissie en doet bij de nieuw aangemelde leerlingen het toelatingsonderzoek. Verder verricht zij de jaarlijkse evaluatie en daar waar nodig onderzoeken bij geplaatste leerlingen. Wanneer het nodig is wordt er door haar advies gegeven o.a.: - sociale vaardigheidstraining; - functietraining (oog-handcoördinatie); - gesprekjes met kinderen indien daartoe aanleiding is. Ook kunnen ouders/verzorgers haar via de directeur benaderen indien daar behoefte toe is.
9.1.3 Schoolarts
Bij plaatsing op De Fakkel worden alle leerlingen onderzocht door onze schoolarts. Deze onderzoeken vinden op school plaats. De schoolarts is lid van het Zorgteam. Op verzoek kan tot een herhalingsonderzoek worden overgegaan.
9.1.4 Zwemmen
De leerlingen van onderbouw en middenbouw gaan op donderdag onder begeleiding van de groepsleerkrachten zwemmen in het zwembad te Nieuw Vennep. Het doel van de zwemles is het behalen van een A-, B- en C-diploma behalen. Wanneer u naar het zwemmen wilt komen kijken en vragen heeft voor de instructeurs(trices), kan dat op de proefzwemdagen. Op donderdagmiddag wordt er gezwommen door groep OB/MB en MB1
9.1.5 Gymnastiek
De vakleerkracht gym verzorgt een keer per week de gymlessen. Mocht uw zoon/dochter vanwege bijvoorbeeld een blessure niet mee kan doen met de gymnastiekles, kunt u dat schriftelijke doorgeven. Wilt u er samen met uw zoon/dochter voor zorgen dat uw zoon/dochter de gymspullen op de gymdagen meeneemt.
9.1.6 Fysiotherapeut
Fysiotherapie is geen officieel onderdeel van het Zorgteam van De Fakkel. Toch wordt een aantal leerlingen onder schooltijd behandeld. De 50
ONDERWIJSKUNDIGE ZAKEN
fysiotherapeut komt in overleg één of twee ochtenden per week bij ons op school. Ouders/verzorgers kiezen zelf of zij van deze begeleidingsvorm gebruik maken.Verwijzing en financiële afhandeling gebeurt buiten de school om. Hiervoor zijn de ouders/verzorgers zelf in de eerste plaats verantwoordelijk.
9.1.7 SOVABE
Sociale Vaardigheden in Beweging "Sovabe" is een vorm van extra begeleiding op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Deze begeleiding wordt gegeven door een creatief therapeute die zich richt op het eigen creatief vermogen van de leerling. Fantasie in beweging, dans en spel zijn de elementen.
9.1.8 Aanmelden
Thema’s Al doende schemert door waar de leerling mee bezig is, wat er speelt op dat moment. Onderwerpen (thema’s) die vaker terugkomen, vormen een rode draad en die variëren per leerling of groepje leerlingen. Voorbeelden van persoonlijke thema’s zijn: opkomen voor jezelf, rekening houden met een ander zonder je eigen idee te verliezen, manieren van benadering; ik wil zo graag contact maar ik weet niet hoe,blij zijn met jezelf. Vooral dit laatste thema is vaak te herkennen bij kinderen in het speciaal onderwijs; dat ze niet zo blij zijn met zichzelf omdat ze in hun ogen “gefaald” hebben in of voor het regulier onderwijs. Dat gevoel kan heel diep zitten en heeft soms veel positieve ervaringen nodig om het te veranderen. Aanmelden De groepsleerkracht heeft de mogelijkheid om een leerling aan te melden met een begeleidingsvraag. De leerling krijgt dan onder schooltijd, 1 keer per week, Sovabe. Het aantal lessen is afhankelijk van het verloop, maar een half of heel schooljaar is gebruikelijk. Ook hangt het van de begeleidingsvraag af of de leerling individueel (30 minuten) of in een groepje (45 min.) komt. De groepjes zijn maximaal 3 leerlingen. Overleg De doelstelling en het verloop wordt in een behandelingsplan vastgelegd. Dit wordt tijdens de oudergesprek-avonden besproken. Inbreng van ONDERWIJSKUNDIGE ZAKEN
51
leerkracht en ouders/verzorgers wordt meegenomen. Deze manier van overleg met de ouders/verzorgers wordt zeer op prijs gesteld.
9.2 Stagiaires
Wij vinden het van belang dat stagiaires een kans krijgen om ervaring op te doen. Daarom zijn er elk jaar voor kortere of langere tijd stagiaires van verschillende opleidingsinstituten op school. U kunt hierbij denken aan de PABO en SPW. De stagiaires moeten praktijkopdrachten uitvoeren vanuit hun eigen opleiding. Ook de groepsleerkracht geeft opdrachten. De inhoud van de opdrachten wordt zoveel mogelijk aangepast aan de leerstofplanning van de groep. De eindverantwoordelijkheid ligt in handen van de groepsleerkracht.
9.3 Computeronderwijs
De school beschikt over een draadloos netwerk. De leerlingen kunnen door de hele school op alle computers inloggen en aan het werk gaan. Dit maakt het mogelijk voor een leerling om buiten de groep te werken. De computers zijn aangesloten op internet. We willen de leerlingen op een verantwoorde wijze hiermee leren omgaan. Het protocol ‘Internet en website’ wordt gemaakt en verschijnt dit schooljaar op de website van de school.
9.3.1 Digitaal schoolbord
Sinds de verhuizing hangt in alle groepen een Focus Touchscreen, de opvolger van het digitale schoolbord. Alles wat op de computer kan, kan nu met ook met de vingers op de Touchscreen. De Focus Touchscreen geeft ruimte aan interactieve didactiek in een nieuwe vorm van leren, waarin individueel en klassikaal onderwijs moeiteloos samengaan. Met het digitale schoolbord halen we in een handomdraai de hele wereld in de klas. De dierentuin is net zo dichtbij als de gedetailleerde tekening van een kerncentrale. De leerkrachten maken zelf hun eigen lessen op het digitale schoolbord en een aantal methoden biedt al digitale oefenstof aan. Er zijn dan ook uitdagingen genoeg voor de toekomst.
52
ONDERWIJSKUNDIGE ZAKEN
9.4 Sociale en culturele ontwikkeling 9.4.1 Coole kikker
De school is bezig met de invoering van het Coole Kikker, een methode : Een simpele aanpak om de sfeer in een klas te verbeteren en de leerlingen zich meer bewust te laten worden van hun eigen gedrag en dat van hun klasgenoten.
9.5 Culturele Vorming
Om aandacht te geven aan de Culturele vorming doet de school sinds enkele jaren mee aan het "kunstmenu". Dit is een programma opgesteld door Pier K, centrum voor kunst en cultuur. Verschillende culturele activiteiten komen hierbij aan de orde: muziek, literatuur, audiovisueel, beeldend, dans en drama. Het programma is zo opgesteld dat per bouw twee verschillende activiteiten behandeld worden. Per onderdeel is er weer een verdeling gemaakt: - kijken naar een voorstelling - zelf actief ervaringen opdoen - een bezoek aan een museum - illustrator in de school - kunstenaar op bezoek - workshop voor leerkrachten en kinderen Op deze manier komen de kinderen met al deze 6 aspecten in aanraking. Veel activiteiten vinden op school plaats. Soms gaan we naar een andere basisschool of brengen we een bezoek aan De Meerse.
ONDERWIJSKUNDIGE ZAKEN
53
9.6 Actief burgerschap
Onze school besteedt aandacht aan actief burgerschap en sociale integratie. Leerlingen ontwikkelen de kennis, vaardigheden en houding die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in onze samenleving. Wij gaan uit van drie basiswaarden: - democratie: iedere leerling leert zijn mening vormen, weet hoe onze democratie in elkaar steekt en hoe hij daarin kan deelnemen - participatie: iedere leerling weet hoe hij kan bijdragen aan zijn eigen leefomgeving en doet actief mee in de samenleving - identiteit: iedere leerling leert reflecteren op zichzelf en ontwikkelt een realistisch zelfbeeld. Wij zien onze school als ‘oefenplaats’ voor burgerschap en integratie. Meer informatie over hoe wij in ons onderwijs aandacht besteden aan actief burgerschap en sociale integratie staat in ons Schoolplan.
9.7 Fairtrade
Verandering en vernieuwing………daar hoort Fairtrade bij. Onze school gebruikt fairtradeproducten om ons steentje bij te dragen aan een maatschappelijk verantwoorde leefstijl. Fairtrade staat voor eerlijke handel met ‘’derde wereld’’-producenten. Het is meer dan een eerlijke prijs voor hun product. Fairtrade-coorperaties werken verbindend voor individuele boeren die daarmee gegarandeerd zijn van inkomsten. Daardoor kunnen ze zelfstandig uit de spiraal van armoede komen. Hun kinderen krijgen zo kans op onderwijs. Want bijvoorbeeld in Afrika geldt: heb je geen geld voor een potlood, dan kun je niet naar school. Duurzaam beleid. Think Global Act Local. Fairtrade International stuurt aan op duurzamere productiemethodes. Biogas-ovens voor het bakken van vazen met als brandstof: mest van hun dieren. Daardoor hoeft er minder regenwoud gekapt te worden. Een van de vele voorbeelden….We gebruiken Fairtrade voor de producten die ver gemaakt worden (o.a. rietsuiker, thee, koffie) en lokale inkoop voor producten van dichtbij. Zoals natuurlijke sap van de boeren uit
54
ONDERWIJSKUNDIGE ZAKEN
Haarlemmermeer, gebotteld in Flevopolder. Omdat dat duurzaam is; voedsel hoeft minder ver te reizen en de lokale en natuurlijke productie wordt gestimuleerd. Zo vergeten we niet onze eigen boeren. Drink en eet smakelijk!
9.8 Dyslexie
In de afgelopen jaren volgde het team van De Fakkel regelmatig bijscholing op het gebied van dyslexie. Lees- en/of spellingsproblemen c.q. dyslexie kunnen vanuit verschillende invalshoeken benaderd worden. De Fakkel werkt samen met het Leescentrum Haarlemmermeer. Hier worden zowel leerlingen van De Fakkel als leerlingen van het reguliere basisonderwijs voor dyslexie behandeld. Er wordt gestreefd naar een goede samenwerking tussen logopediste, fysiotherapeute en leerkrachten voor een zo optimale behandeling. Ook van de ouders/verzorgers wordt een positieve inzet gevraagd in de vorm van leesopdrachten thuis.
9.9 Gedragsregels preventie seksuele intimidatie 9.9.1 Pedagogisch klimaat
We proberen binnen de school een klimaat te scheppen waarin niemand zich door ongewenst fysiek, verbaal of non-verbaal gedrag van anderen seksueel geïntimideerd behoeft te voelen. Daarbij wordt wat betreft taalgebruik, grappen en afbeeldingen rekening gehouden met onderscheid in zowel culturele als emotionele achtergrond, als ook in mogelijk verschil van gevoel voor humor. Dit geldt zowel voor situaties waarbij het een volwassene en een leerling betreft, als onder omstandigheden waarbij volwassenen onderling of leerlingen onderling betrokken zijn.
9.9.2 Troosten en belonen
In situaties waarbij een jonge leerling getroost of beloond wordt d.m.v. op schoot nemen of een aai over de bol, wordt er uitgegaan van wat de leerling wil. Zodra een leerling, op welke wijze dan ook, aangeeft zich hierbij niet prettig te voelen, wordt dit gerespecteerd. Oudere leerlingen worden op verbale wijze getroost of beloond, waarbij een arm om de schouder, een ONDERWIJSKUNDIGE ZAKEN
55
schouderklopje of een aai over de bol functioneel kan zijn. Uitgangspunt is ook hier de behoefte van de betreffende leerling, waarbij de leerkracht of andere volwassene verantwoordelijk is voor het bewaken van grenzen.
9.9.3 Toezicht in douche en kleedruimten
Het toezicht bij de jongens (de meerderheid) is constant, het toezicht bij de meisjes incidenteel. Zowel de juffen als meester houden toezicht. Voor het betreden van een in gebruik zijnde kleedgelegenheid wordt er altijd geklopt om leerlingen die dat willen de gelegenheid te geven maatregelen te treffen. Er is begrip voor schaamtegevoelens bij sommige leerlingen. Eén-op-één-situaties worden vermeden.
9.9.4 Lichamelijke hulp
In de jongste groepen wordt incidenteel geholpen bij aan- en uitkleden. Bij ongelukjes in het toilet of elders wordt hulp geboden op verzoek en wordt privacy gerespecteerd. We letten er op dat niet meerdere leerlingen tegelijk het toilet bezoeken.
9.9.5 Persoonlijk contact leerkracht en leerling
Bij het nahouden van een individuele leerling zorgt de leerkracht ervoor goed zichtbaar te zijn vanuit de gang. In deze situatie is men niet als laatste in de school, er is minstens een andere leerkracht aanwezig. De leerkrachten ontvangen in principe geen leerlingen bij hen thuis. Gebeurt dit wel dan is het bezoek bekend bij de ouders/verzorgers van de betreffende leerlingen en op school.
9.9.6 Buitenschoolse activiteiten
Tijdens schoolreisjes en schoolkampen gelden in vergelijkbare situaties bovengenoemde regels. Ouders/begeleiders zijn bekend met de regels en houden zich eraan. Er wordt rekening gehouden met leerlingen uit andere culturen. Er is begrip voor schaamtegevoelens bij sommige leerlingen.
9.9.7 Voor wie deze regels gelden
De bovengenoemde gedragsregels ten aanzien van preventie van seksuele intimidatie gelden voor alle aan de school verbonden personeelsleden, stagiaires, hulpouders en leerlingen. De regels zijn bekend bij alle ouders/verzorgers, opdat zij ervan op de hoogte zijn hoe we op onze school met dit gegeven omgaan. Eventuele maatregelen bij het niet nakomen van 56
ONDERWIJSKUNDIGE ZAKEN
deze afspraken worden getroffen door het bevoegd gezag. Klachten kunnen voorgelegd worden aan de contactpersoon, die de vertrouwenspersoon kan inschakelen voor behandeling van de klacht. In gevallen waarin deze regels niet voorzien dient men te handelen in de geest waarin bovenstaande regels zijn geformuleerd.
9.10 Omgaan met pesten
Op iedere school komt persten voor, ook op de Fakkel. We proberen hier echter zorgvuldig mee om te gaan. In het pestprotocol staat beschreven hoe wij dat doen. Het protocol staat op de website.
9.11 Veiligheid in alle vormen
We proberen op De Fakkel om de veiligheid van leerlingen, personeel en ouders/verzorgers zo optimaal mogelijk te waarborgen. Om die reden kennen we een gedragscode en een pestprotocol (zie elders in de schoolgids). In het Integraal Veiligheidsplan is het beleid omtrent veiligheid vastgelegd. Echter bij grensoverschrijdende incidenten zal de directie zonder meer contact opnemen met de schoolcontactpersoon van de politie en in overleg ouders/verzorgers of personeel adviseren aangifte te doen bij de politie. Zonodig kan de directie ook besluiten zelf aangifte te doen. Bureau Halt verzorgt jaarlijks voorlichting op school over vandalisme, vuurwerk en pesten via internet.
9.12 Medicijngebruik
Wanneer uw zoon/dochter medicijnen gebruikt, die op school ingenomen moeten worden, dan kunt u dit meedelen aan de groepsleerkracht. Hij/zij zal trachten hierop in te spelen, zonder dat deze daarvoor verantwoordelijk kan worden gesteld. De medicijnen moeten op school veilig opgeborgen zijn. Medische bijzonderheden horen in het dossier van de leerling opgeborgen te zijn. Zijn er bijzonderheden, dan gaan we er vanuit dat ouders/verzorgers deze doorgeven. Het begeleidingsteam van De Fakkel gaat er vanuit dat bij de begeleiding er een goed contact en samenwerking is tussen ouders / verzorgers en begeleidingsteam (zie ook ondertekening ouderrapport). Leerlingen die medicijnen voorgeschreven krijgen via Triversum ONDERWIJSKUNDIGE ZAKEN
57
(Spaarneziekenhuis) of anders, ontvangen begeleiding vanuit dit instituut. Het Zorgteam van De Fakkel behoudt zich het recht voor de plaatsing op De Fakkel te herzien indien medicijngebruik zonder goed overleg door ouders en/of arts wordt gestopt.
9.13 Huiswerk
In sommige groepen krijgen de kinderen huiswerk mee. Doorgaans is het niet veel, maar het kan geen kwaad om er een beetje aan te wennen, dat je wel eens thuis iets moet leren (in het vervolgonderwijs is dit immers heel gewoon). Ook krijgen sommige leerlingen oefeningen mee van de remedial teacher, logopediste of fysiotherapeute. Het is in het belang van uw zoon/dochter dat deze oefenstof thuis regelmatig gedaan wordt. Wanneer hier vragen over zijn richt u zich dan altijd tot de klassenleerkracht, want die weet precies wat er aan de hand is. Sommige leerlingen willen graag thuis nog wat extra werk doen. Ze kunnen dit overleggen met de leerkracht en er samen afspraken over maken. Voor de ouders/verzorgers is het van belang op de hoogte te zijn van deze afspraken. Er zijn ook ouders/verzorgers die willen dat hun kind extra werk mee naar huis neemt. Maak hierover goede afspraken met de leerkracht. Wij hanteren in deze geen vaste regel, want wat bij het ene kind wel kan, is een ramp voor het andere. Bij dat laatste is niemand, en zeker de leerling niet, gebaat.
58
ONDERWIJSKUNDIGE ZAKEN
Wij willen vanuit
wederzijdse betrokkenheid leerlingen helpen om
zichzelf te kunnen zijn. De kracht van Aloysius
10
::: 10 Ouders en verzorgers 10.1 Het belang van betrokkenheid van de ouders en de verzorgers
De ouders/verzorgers zijn de eerst verantwoordelijken voor de opvoeding van hun zoon/dochter. De school heeft een gedelegeerde opvoedingstaak. Dit betekent dat een goede samenwerking leerkracht/ouders/verzorgers ongelofelijk belangrijk is. Wij verwachten dan ook dat wij u regelmatig op school zullen tegenkomen. De leerkracht is voor u het eerste aanspreekpunt. We zijn uiteraard erg blij met de inzet van ouders/verzorgers bij allerhande klussen en sportactiviteiten.
10.2 De ouderraad
Als vertegenwoordiger van de ouders/verzorgers werkt de ouderraad samen met het schoolbestuur en de leerkrachten. Door een goed samenspel tussen de school, de oudercommissie en de ouders/verzorgers kan er een sfeer ontstaan waarin de leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen en de relatie tussen school en thuis goed kan zijn. De ouderraad tracht de ouderlijke betrokkenheid bij de school te activeren door verschillende werkzaamheden te coördineren, zoals: - het assisteren bij festiviteiten/sportactiviteiten; - het organisatie en begeleiding voor buitenschoolse activiteiten; - het ondersteunen bij bepaalde onderwijskundige activiteiten; - het ondersteunen bij activiteiten op het gebied van hygiëne en gezondheid (bijv. bij hoofdluis).
OUDERS EN VERZORGERS
61
Ouderraad: nader te bepalen nieuw schooljaar / Personeel mw. Bianca Groen, voorzitter / Ouder mw. Corrie Sijtsma, penningmeester / Ouder mw. Wanda Hilgen / Ouder mw. Natasja Kammeraad / Ouder dhr. Rob Cornielje / Ouder
10.3 Luizenbrigade
Na elke vakantie maakt de luizenbrigade haar controlerondje. Dit gebeurt meestal in de eerste week na de vakantie. Het is een kleine moeite en de resultaten zijn goed. Natuurlijk worden er wel eens hoofdluizen ontdekt, maar juist door de snelle ontdekking van de brigade, melding door de school en daarna behandeling van de ouders thuis. Toch zal er indien een kind levende luizen met zich meedraagt, maatregelen moeten worden genomen. De leerling zal na telefonisch overleg door één van de ouders opgehaald dienen te worden. De luizenbrigade bestaat op dit moment uit twee ouders/verzorgers, die de controles doen. De brigade zou het fijn vinden om wat uit te breiden, zodat de controles eventueel per toerbeurt gedaan zouden kunnen worden, en verhinderingen of ziekte makkelijker op te vangen zijn. Lijkt u dit wel wat? Neem dan even contact op met de leerkracht van uw zoon/dochter. Wij gaan er vanuit dat u bovenstaande hygiënische actie accepteert en deze indien nodig ondersteunt. Na overleg met ouderraad en medezeggenschapsraad is besloten met een luizenzak te gaan werken. De school zorgt voor aanschaf van de luizenzak.
10.4 Informatieverstrekking aan voogd of toeziend voogd
1. Regelmatig bereiken ons vragen over het verstrekken van informatie over een schoolkind aan iemand die niet meer het ouderlijk gezag daarover uitoefent. In het onderstaande zal kort op deze materie worden ingegaan. Beoogd wordt een paar praktische aanwijzingen te geven in hoofdlijnen. Voor meer informatie, indien deze in een concreet geval nodig mocht zijn, adviseren wij u contact met de Besturenraad op te nemen. 62
OUDERS EN VERZORGERS
2. Nog even waar het om gaat. Het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend door de wettige ouders. Indien een huwelijk door echtscheiding wordt ontbonden, is de ouder waar de leerling woont onze contactpersoon en eerste aanspreekpunt. 3. Het huidige Burgerlijk Wetboek geeft in artikel 1: 161a een regeling betreffende het omgangsrecht. Elke ouder/verzorger heeft dat recht in beginsel. Daaruit zou mogen worden opgemaakt dat elke ouder/verzorger ook recht heeft op informatie over zijn zoon/dochter. Die informatie zal dan van de ouder-voogd moeten komen en niet vanuit de school. In dat verband een citaat uit een rechterlijke uitspraak: “De tot het omgangsrecht van de niet met het gezag belaste ouder/verzorger vereiste medewerking van de met het gezag beklede ouder/verzorger zal in het algemeen meebrengen, dat laatstgenoemde de andere ouder op de hoogte stelt van belangrijke feiten en omstandigheden betreffende de leerling”.
10.5 Voor- en buitenschoolse opvang
Op dit moment wordt de voor- en buitenschoolse opvang nog buiten de school verzorgd. Binnen Nieuw Vennep zijn verschillenden instanties die dit aanbieden. De directie is voornemens vanaf september 2012 i.s.m. één van de bestaande instanties de voor- en buitenschoolse opvang binnen de school te regelen. N.a.v. de behoeftepeiling die reeds eerder onder de ouders/verzorgers is gedaan, is de school in overleg met de verschillende instanties. Middels de nieuwsbrief houden we u hiervan op de hoogte.
OUDERS EN VERZORGERS
63
11
::: 11 Bestuur / personeel / MR 11.1 Raad van Bestuur
Per 1 januari 2006 valt onze school onder de Aloysius Stichting gevestigd in Voorhout. Dit bestuur behartigt de belangen van veel scholen en instellingen voor Speciaal Onderwijs (cluster 4 scholen) en Speciaal Basis Onderwijs in Nederland. Daarvoor is het werkgebied van het bestuur ingedeeld in een aantal sectoren, te weten: sector West, sector Noord-Holland, sector Noord Brabant, sector Limburg en de sector Justitiescholen. Wij werken in onze sector nauw samen met 7 SBO scholen en 1 school voor Speciaal Onderwijs. Samen vormen wij de sector West. Elke sector kent een sectordirecteur. Onze sectordirecteur is De heer Frank Zopfi Postbus 98 2215 ZH Voorhout tel: 0252-210101 e-mail:
[email protected] Voorzitter Raad van Bestuur van de Aloysius Stichting is drs. Hans Kelderman. tel: 0252-434000 e-mail:
[email protected]
11.2 Klachten 11.2.1 Klachtenregeling
Per 1 augustus 1988 is in het basis- en voortgezet onderwijs de ‘Wet op de Kwaliteitszorg’ van kracht. Eén van de onderdelen van de Kwaliteitswet is
66
BESTUUR / PERSONEEL / MR
het ‘Klachtrecht’. Het klachtrecht geeft ouders/verzorgers en leerlingen (vanaf 12 jaar) het recht om te klagen over maatregelen vanuit de school, gedragingen van personeel en/of de schoolleiding dan wel nalatigheid van de school. Het bevoegd gezag van de Fakkel is de Aloysiusstichting Onderwijs Jeugdzorg (ASOJ). De klachtenregeling houdt het volgende in : - De ASOJ gebruikt het model klachtenregeling van de landelijke ouderorganisaties, schoolleidersorganisaties en besturenorganisaties. - De ASOJ heef 2 vertrouwenspersonen aangesteld. - Binnen onze school is juf Marti Engels als contactpersoon aangesteld. Jaarlijks wordt er door de ASOJ een studiedag voor contactpersonen georganiseerd. - De Fakkel is lid van de bond KBO (een besturenorganisatie voor Katholiek onderwijs) en derhalve lid van de Landelijke Klachtencommissie voor Katholiek onderwijs.
De afhandeling van de klacht Leerlingen, ouders/verzorgers en personeel kunnen een klacht indienen. Het indienen van een formele klacht kan altijd rechtstreeks bij de klachtencommissie. Voorkomen is echter beter dan genezen. Het is daarom belangrijk dat binnen de school goed wordt omgegaan met klachten, waarbij zoveel mogelijk wordt voorkomen dat onvrede uitmondt in een formele klacht bij de klachtencommissie. Deze commissie zal ook altijd informeren wat er op schoolniveau is gedaan en zo nodig terugverwijzen naar de school. Binnen de school geldt de volgende procedure, waarbij de ontvanger altijd aan de locatiedirecteur meldt dat er een klacht is ontvangen. 1. Ouders/verzorgers proberen in eerste instantie hun klacht met de leerkracht te bespreken en op te lossen. 2. Indien dit niet tot een bevredigende oplossing leidt, nemen de ouders/verzorgers contact op met de intern begeleider. Hij/zij zal eventueel samen met de ouders/verzorgers de klacht met de betreffende leerkracht bespreken en oplossen. 3. Mocht ook dit niet tot een bevredigende oplossing leiden, nemen de ouders/verzorger contact op met de locatiedirecteur. Het is uiteindelijk zijn/haar taak de klacht op te lossen.
BESTUUR / PERSONEEL / MR
67
Wanneer deze procedure niet tot een oplossing leidt, kan de klager contact opnemen met de contactpersoon van de school. Hij/zij gaat na waar de klacht over gaat en met wie er reeds gesproken is. De contactpersoon zal opnieuw pogingen doen de klacht op te lossen. Wanneer dit niet lukt, verwijst de contactpersoon de klager naar de vertrouwenspersoon van de ASOJ, waarmee de formele klachtenprocedure in werking treedt.
11.2.2 Meldpunt vertrouwensinspecteurs
Binnen de inspectie van het onderwijs is een aantal mensen aangewezen als vertrouwensinspecteurs. De inspecteurs hebben een adviserende en ondersteunende taak bij klachten rond seksueel misbruik en seksuele intimidatie. Ieder bevoegd gezag van een school of onderwijsinstelling is wettelijk verplicht bij een vermoeden van seksueel misbruik contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Deze verplichting geldt voor klachten over leerkrachten, directies en anderen die aan de school contractueel verbonden zijn. Ook als niet meteen duidelijk is of er sprake is van strafbare feiten, dient de vertrouwensinspecteur ingeschakeld te worden voor overleg. De inspecteur geeft geheimhoudingsplicht bij klachten over seksueel misbruik. Hij/zij zal in alle gevallen in overleg met de klager komen tot afspraken over de verdere afhandeling van de klacht en de stappen die worden genomen. Scholen en ook leerlingen kunnen eveneens contact opnemen met de vertrouwensinspecteur als zich situaties van ernstig fysiek en geestelijk geweld hebben voorgedaan. Anders dan bij seksueel misbruik zijn scholen in dit geval niet verplicht zich te de vertrouwensinspecteur te wenden. Contactpersoon van de school Mw. Marti Engels 0252-622132 Vertrouwenspersonen van de ASOJ Het contact met de vertrouwenspersoon verloopt via het bestuurskantoor in Voorhout: 0252-434000.
68
BESTUUR / PERSONEEL / MR
Landelijke klachtencommissie KBO Postbus 82324 2508 EH Den Haag 070-3925508 Meldpunt vertrouwensinspecteur 0900-1113111
11.2.3 Personeel Locatiedirecteur a.i.: Karin Kersten Locatiecoordinator: a.i. Saskia Smit Leerkrachten: groep 3/4/5: Karin Vrolijk ma, di, wo, do Annelies de Kruijff vr groep 5/6: Daniele Oostenbrink ma, di Lizette Smit wo, do, vr groep 7: Gemma Hoek ma, di, wo Marti Engels do, vr groep 7/8A: Marti Engels ma, di Sonja Smit wo, do, vr groep 7/8B : Esther van Eeden Gymnastiek dhr. Peter van der Zande Spel en bewegings Sova mw. Antonina Sardaro di en do IB/CLZ Natasja van Schravendijk ma, di, wo Kirsten Zwarst Orthopedagoge Fiona Waterbeek wo en do
BESTUUR / PERSONEEL / MR
69
Administratie Margo Kortekaas ma, wo, vr ICT Annelies de Kruijff Logopedie Jacolien Dalemans Fysiotherapie: Manon Peters ma
11.3 Medezeggenschapsraad (MR)
Zoals wettelijk is voorgeschreven is ook op onze school een medezeggenschapsraad (M.R.). In deze M.R. zitten zowel vertegenwoordigers van ouders als van leerkrachten. De directeur kan bij een bijeenkomst van de M.R. als adviseur aanwezig zijn. De bovenschools directeur fungeert als vertegenwoordiger van het bestuur. De M.R. behartigt de belangen van personeel, ouders en leerlingen. Ze doet dit door uitvoering te geven aan een aantal voorgeschreven taken, zoals het al dan niet instemmen met voorstellen van het bestuur en het gevraagd en ongevraagd adviseren van bestuur en directeur. Ouders die in algemene zin invloed willen hebben op de schoolpraktijk kunnen via de oudervertegenwoordiger hun mening kenbaar maken. De M.R. zal volgens de nieuwe M.R. statuten handelen. De M.R. is te bereiken via
[email protected] Medezeggenschapsraad: mw. Marti Engels Personeel mw. Antonina Sardaro Personeel dhr. Schrama Ouder
70
BESTUUR / PERSONEEL / MR
12
::: 12 Protocollen 12.1 Pestprotocol
De school hanteert een pestprotocol en probeert door samenwerking het probleem van het pestgedrag bij kinderen aan te pakken. Hiermee wil het protocol het geluk, het welzijn en de toekomstverwachting van de kinderen verbeteren. Het protocol staat op de website van de school.
12.2 Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen
Het protocol ‘Time-out, schorsing en verwijdering van leerlingen’ treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht. Het protocol staat op de website van de school.
12.3 Protocol internet en website
Het protocol ‘Internet en website’ treedt in werking als er sprake is van ongewenst gebruik van internet. Het protocol wordt dit schooljaar geschreven en verschijnt op de website van de school.
PROTOCOLLEN
73