Postboek 2009 - 3749
Wonen in Maassluis vocr mensen''Emet'zè||à4|7|evœcorgvraag 1. Maatschappelil-ke opgave.....-...-. De komende jaren ontstaat er een forse volkshuisvestelijke opgave ten aanzien van huisvesting voor mensen met een intensieve zorgvraag. Rond de 230.000 van de huidige 260.000 verblijfplaatsen van mensen met een beperking worden getransformeerd naar zelfstandig wonen met zorg (scheiden wonen en zorgll. Dit vraagt om grote diversiteit in de gewenste en noodzakelijke woonvormen al dan niet met de aanwezigheid van 24 - uurs zorg. De randvoo|aarden hierbij zijn: klantvraag als centraal uitgangspunt, het ondersteunen van de eigen regie, veiligheid, beschikbaarheid van diensten, sociale omgeving, betaalbaarheid, keuzevrijheid, voldoende professionaliteit voor complexe zorgvragen en voldoende capaciteit en integraliteit door samenwerking Ook de veranderende woonwensen van mensen met een functie'beperking en de emancipatie van de groeiende groep ouderen Ieiden tot het steeds duidelijker scheiden van wonen en zorg. Mensen willen zelfstandig blijven wonen op een manier die bij ze past. Ze stellen hogere eisen aan de woonomgeving en de wijze waarop service en dienstverlening voor hen is georganiseerd. De vanzelfsprekendheid dat mensen op een bepaalde Ieeftijd naar een gel'nstitutionaliseerde vorm van huisvesting gaan neemt sterk af. Daarnaast is vanuit de overheid de trend ingezet van afnemende zekerheid rondom de financiering van traditioneel zorgvastgoed en financiering van zorg. 2. ... voor maatschappelijke organisaties Woningbouwcorporaties krijgen voor deze groep mensen een snel groeiende verantwoordelijkheid. De wens en noodzaak van service, zorg en diensten om goed te kunnen wonen, verplaatst zich naar de mensen thuis. Het huidige aanbod van wonen, welzijn, zorg en dienstverlening is daar nog onvoldoende op toegerust. Er zijn nieuwe woonsewice-concepten nodig om de toekomstige vraag te beantwoorden. Nîet alleen een goede woning en voor de desbetre|ende doelgroep geschikte woning en woonomgeving is hierbij van belang, maar ook de continu'l'teit, de diversiteit en de kwaliteit van de gevraagde service en dienstverlening spelen een grote rol. Dit vraagt betrokkenheid van een netwerk aan organisaties, die denken en werken vanuit integraliteit. Pas dan wordt 1 * Het NZA rapport (uni 2007) inmpdracht van VWS geeft aan dat 85 tot 90 % van het huidige verblijf niet meer gekoppeld hoeft te zijn aan verzorging en behandeling. De schatting is dat ongeveer 230.000 van de huidige 260.000 woon/verblijfplaatsen van mensen met een beperking worden getransformeerd naar scheiden van wonen en zorg.
Scan nummer 3 van 4 - Scanpagina 1 van 5
Postboek 2009 - 3749
gerealiseerd wat mensen vragen en nodig'heb b'enrm op een'l||èôlWa|aT||, etmanier te kunnen ' wonen. Dit betekent dat de opgave voor corporaties verbreed wordt. Corporaties moeten samen met gemeenten en zorg- en welzijnsorganisaties zorg dragen voor de inrichting van de woonomgeving met al zijn diensten en voorzieningen. Er is vooral samenwerking nodig om tot een goede wijkgerichte aanpak te komen. In Maassluis gebeurt dat door middel van het inrichten van drie woonsewicezones. Voor specifieke huisvesting gaat met name om mensen met een grotere beperking, zoals mensen met een zware somatische beperking na een beroerte of jonge mensen met reuma of een andere aandoening. Mensen met een mentale aandoening zoals dementie, niet aangeboren hersenletsel en mensen met een verstandelijke beperking zullen ook gebruik willen maken van een (geclusterdelwoonvorm. Hier zullen nieuwe woonconcepten nodig zijn in plaats van de huidige instellingen die nog vanuit het medische model zijn vormgegeven. Deze benodigde samenwerking tussen woningbouwcorporaties, zorginstellingen, welzijnspadijen, gemeenten en de Iokale middenstand gaat in veel gevallen niet vanzelf. Daarbij gaat er veel tijd zitten in h|t voorbereidende proces en het afstemmen van de juiste werkwijze. Daardoor kan er een tijdsdruk ontstaan voor de gebruiker want de extramuralisering en de vergrijzing vragen om een hoog tempo. Om de bovenstaande maatschappelijke opgave goed op te pakken is specifieke kennis en ervaring en concrete afspraken aan de voorkant nodig zodat er geen stagnatie ontstaat in het daadwerkelijke bouMraject. Het huisvesten van mensen met een (intensieve) zorgvraag is meer dan alleen een bouwkundige aanpak met een aanvullend zorgaanbod. Vooraf moet helder zijn wie de klant is, wat hij nodig heeft, hoe dit in samenhang tot stand komt, wie wat betaald en wie vanuit welke rol invulling geeft aan de inhoud, daarbij gaat het niet alleen om de klant van vandaag maar ook om de toekomstige gebruiker. 3. Weten wat de klant wil Er is al veel onderzoek gedaan naar de woonwensen van senioren op hogere Ieeftijd (75 jaar en ouder). Een ding staat vast, de behoefte is divers. Divers door de persoonlijke voorkeur, de sociale Ieefomstandigheden en de mate van mobiliteit en zelfredzaamheid. Wel zijn er een aantal terugkerende punten te benoemen die zwaar tellen. Dat zijn: - zelfstandig wonen met behoud van eigen regie; - een veilige woonomgeving', - een sociaal netwerk binnen de woonomgeving, bij voorkeur in de eigen wijk; - indien nodig de aanwezigheid van ondersteunende zorg en dienstverlening aan huis; Ook voor andere doelgtoepen, zoals chronisch zieken of mensen met een fysieke of psychische beperking, zijn bovenstaande punten belangrijk om zelfstandig te wonen. De huidige generatie ouderen bepaalt zijn vraag nog vaak op het bestaande aanbod, in plaats vanuit de dieperliggende behoefte. De komende generatie zal daar minder moeite mee hebben, maar ook daar moet afstemming mee plaatsvinden. De klantvraag moet als
Scan nummer 3 van 4 - Scanpagina 2 van 5
Postboek 2009 - 3749
een cyclisch proces worden Meegenom|i|urî/l 'Yràagvéêh eldeéqg llv|orop: staat. Dus vragen, uitwerken en weer vragen: Is dit nu wat u nodig hebt om goed en zelfstandig te wonen? De nieuwe generatie ouderen maakt veel bewupfer een keuze in hoe en waar ze willen wonen. Ze Iaten zich hierbij niet Ieiden door eventuele beperkingen. Bij hen staat de kwaliteit van Ieven voorop. Senioren die verhuizen, willen de zekerheid dat ze in hun nieuwe woning kunnen blijven wonen, ook bij toekomstige verminderde mobiliteit. De komende generatie ouderen zal, meer dan de huidige generatie, bereid zijn te betalen voor wooncomfod met ondersteunende dienstverlening en zorg. Dat zal Ieiden tot een kritische consument ten aanzien van deze dienstverlening. Daarnaast blijft er een groep senioren met een Iaag inkomen, die met dezelfde behoeften ook een passende woonomgeving moeten hebben. AI deze ontwikkelingen tezamen vragen om maar één in basiskwaliteit en klantgerichtheid. een divers aanbod. Divers in prijs en inhoud, 4. Van intramuraal naar integraal Met de stad van de modernisering AWBZ in 2003 zijn de schotten tussen de verschillende instellingen grotendeels verdwenen. Ook wordt er meer en andere zorg aan huis geleverd dan voor die tijd. Veel mensen die voorheen waren aangewezen op verblijf in een AWBZinstelling kunnen hierdoor zelfstandig blijven wonen. Toch zal dit niet voor iedereen mogelijk en/of wenselijk zijn. Denk hierbij aan: . mensen met dementie zonder partner of direct netwerk', . mensen met een zwaardere verstandelijke beperking; . mensen met een chronische psychiatrische aandoening die daardoor veel structuur e-n begeleiding nodig hebben; . mensen met een combinatie van mentale en fysieke aandoeningen', . mensen die vanwege een hoge Ieeftijd niet meer in staat zijn om zelfstandig de dagelijkse gang van zaken te organiseren en er zelf invulling aan te geven. Voor bovenstaande doelgroepen is het van belang dat er een integraal aanbod van wonen, welzijn, zorg en dienstverlening beschikbaar is. Hierbij moet niet worden gedacht aan een instituut maar aan een (kleinschalige) Ieefgemeenschap. Wonen is hierbij het uitgangspunt, maar er is veel ondersteuning en dienstverlening, waaronder zorg, direct beschikbaar. Per Ieefgemeenschap wordt naar overeenkomsten en Ieefstijlen gekeken, maar veel minder dan voorheen wordt er geselecteerd op aandoening of alleen Ieeftijd. Voor (een deel van) deze doelgroepen heeft het w|nen in een ruim driekamer appadement niet een meelwaarde boven een ovecichtelijke kleinere woning met veel algemene ruimte. Dit heeft te maken met: @ de aard van de aandoening.' bijvoorbeeld een chronische psychiatrische aandoening', . de behoefte of noodzaak om grote delen van de tld in gezamenllkheid //7 algemene ruimte door te brengen: bijvoorbeeld mensen met dementie;
Scan nummer 3 van 4 - Scanpagina 3 van 5
Postboek 2009 - 3749
* mobilitel't.. door fors verminderde mobiliteit is|tde dreiglngrv||lza|.. heid vele malen groter bij geheel zelfstandig wonen dan bij een integraal aanbod; . betaalbaarheidL welzijn, welbevinden en delen van zorg zal steeds vaker uit padiculiere middelen moeten worden ingekocht, dit is niet mogelijk in combinatie met te hoge woonlasten. Daarnaast hebben mensen met een chronische aandoening vaak minder te besteden door het vroegtijdig moeten stoppen met werken of het nooit in staat geweest zijn om te werken en daardoor altijd uitkeringsafhankelijk geweest; . bundeling van capaciteit biedt meer directe z4-uurs zorggarantie en meer mogelijkheden tot diverse vormen van dienstverlening. Met de afbouw van instellingen zullen ten behoeve van bovenstaande doelgroepen nieuwe concepten moeten worden gerealiseerd. Dit zal niet altijd het appadement bestaande uit minimaal drie kamers zijn dat woningbouwcorporaties als norm hanteren, maar ook niet de instelling die zorgorganisaties hiervoor vaak in gedachten hebben. Het gaat hierbij om een nieuw concept met de juiste b|l@,ns tM|sen: * kwaliteit van wonen en leven; @ aandacht voor eigen religie en Ievensoveduiging' * kwaliteit van zorg en dienstverlening', . comfod en prijs; . reguliere en padiculiere financiering', * keuzemogelijkheid en keuzevrijheid', . het waarborgen en versterken van zelfstandigheid en eigen regie; * respect en menswaardigheid. 5. Van visie naar werkelijkheid in Maassluis Om daadwerkelijk tot nieuwe concepten te komen voor het wonen van mensen met een intensieve zorgvraag, waaronder dementie, is integraliteit van groot belang. Integraliteit in het pakket van wonen, welzijn, dienskerlening, ontmoeten en zorg, maar ook in de concept/n|ikkeling. Wenselijk is dat corporaties, zorginstellingen en andere betrokken partijen oude werkwijze los durven Iaten om vanuit klantperspectief en vraagverheldering gezamenlijk tot nieuwe werkwijze te komen. Daarbij kan de huidige wet- en regelgeving van zorgorganisaties niet Ieidend zijn voor de oplossingen in de toekomst maar gaat het steeds meer om een marktgerichte aanpak. Waarbij niet het overnemen maar juist het Ondersteunen van de eigen regie een belangrijke plaats inneemt en daardoor beter aansluit bij wat mensen willen. In Maassluis worden in samenwerking tussen Maasdelta en de gemeente en andere Iokale zorg en dienskerlenende partijen drie woonsewicezones ingericht. In iedere woonse|icezone moet een divèrsiteit aan woningen ontstaan. Gezien de veranderde klantwens en de veranderde zorgsnanclering is het wenselijk om te verkennen welke woonmogelijkheden er (nodig) zijn voor mensen die nu nog zijn aangewezen op het verblijf in een verpleeghuis. Zodat ook deze doelgroepen goed in de wijk kunnen wonen. Bij realisatie kan het gaan om zowel inzetten van bestaand vastgoed van Maasdelta, als nieuwbouw. Deze eerste inventarisering kan naast de vastgoedstrategie van de Iokale
Scan nummer 3 van 4 - Scanpagina 4 van 5
Postboek 2009 - 3749
zorgaanbieders worden gelegd. Met als eindresulteat| ezhëdivèrs.|a'ààbo'd|li'n?' huisvesting voor mensen met een intensieve zorgvraag. Bij de diversiteit gaat het nîet alleen om de woonvormen maar ook om de prijssegmenten. Daarnaast kan, aan de hand van de deMograssche gegevens, een eerste înscha|ing van de totale capaciteit worden gemaakt. Een aantal reële aannames daarbij zijn: ' ' . er komt o.a. door de vergrijzing een toename van mensen met dementie; . er komt een toename van mensen met een verstandelijke beperking, vanwege on|îkkelingen in de gezondheîdszorg Ieeo deze doelgroep Ianger dan 30 jaar geleden; . mensen met een niet aangeboren hersenletsel zoals een beroerte gaan niet meer vanzelfsprekend naar een verpleeghuis, maar willen aangepaste huisvesting, ook deze groep neemt toe; . daarnaast zijn er straks meer kwetsbare ouderen boven de 75 jaar. 6. Hoe nu verder? Maasdelta verkent intern hoe zij op deze on|ikkelingen kan anticiperen. De gemeente zal zorgaanbieders uitnodigen om hier ook over na te denken. Het gaat in eerste instantie om Argos Zorggroep. Maar ook van andere aanbieders, zoals ASVZ en Ipse/De Bruggen, wordt verwacht dat zij hier ideeën over hebben. Argos Zorggroep zal uitgenodigd worden om deel te nemen aan het Strategisch Programmateam Woonsewicezones om samen met de gemeente en Maasdelta de mogelijkheden uit te werken. Er zal een werkbijeenkomst georganiseerd worden voor alle betrokken organisaties. Deze bijeenkomst dient meerdere doelen, namelijk: - informeren over stand van zaken en on|ikkelingen, - het inspireren van elkaar, - het verkennen van elkaars kwaliteiten, - het Ieggen van verbindingen / mogelijkheden bundelen, - het verhelderen van kansen en bedreigingen, - het on|ikkelen van innovatieve projecten.
Scan nummer 3 van 4 - Scanpagina 5 van 5