Beleidsplan format
Inhoudsopgave SAMENVATTING .................................................................................................................................... 5 1 INLEIDING ........................................................................................................................................... 6 2 ORGANISATIE ..................................................................................................................................... 7 2.1 Organisatiebeschrijving .............................................................................................. 7 2.2 Primair proces en ondersteunende processen .......................................................... 7 2.3 Visie en missie ............................................................................................................ 7 2.4 Organisatiecultuur ...................................................................................................... 8 2.5 Organisatiestructuur ................................................................................................... 8 2.6 Kritieke succesfactoren .............................................................................................. 8 2.7 Prestatie-indicatoren................................................................................................... 8 3 HUIDIGE SITUATIE ........................................................................................................................... 10 4 ANALYSE HUIDIGE SITUATIE (SWOT)........................................................................................... 11 4.1 Interne analyse .........................................................................................................11 4.2 Externe analyse ........................................................................................................11 5 BELEID EN STRATEGIE ................................................................................................................... 12 5.1 Organisatiedoelen ....................................................................................................12 5.2 Strategie ...................................................................................................................12 5.3 Gewenste situatie .....................................................................................................12 5.4 Benodigde middelen en maatregelen .......................................................................12 5.5 Toetsing haalbaarheid ..............................................................................................12 5.6 Conclusies ................................................................................................................12 6 AANBEVELINGEN/IMPLEMENTATIE ............................................................................................ 13 7 BEGROTING ...................................................................................................................................... 14 BIJLAGEN............................................................................................................................................. 15 Bijlage 1: (Te raadplegen) Literatuur ..............................................................................15 2 Het Consultatiehuis 012014
3 Het Consultatiehuis 012014
Een beleidsplan geeft antwoord op de vragen: Waar staan we voor? (missie) Waar gaan we voor? (visie) Waar geloven we in? (kernwaarden) Hoe pakken we het aan met het oog op alle belanghebbenden? (strategie) Wat zijn onze doelen? Met welke middelen gaan we die realiseren? In het beleidsplan staan zaken die de komende periode, meestal drie tot vijf jaar, richtinggevend zijn voor de organisatie. Stappenplan:
Stap 1: Voorbereiding Bepaal het onderwerp van het beleidsplan en bepaal wie betrokken dienen te zijn. Stap 2: Analyseer de huidige situatie Breng de huidige situatie in kaart en denk daarbij om zowel interne als externe bronnen. Stap 3: Maak een SWOT-analyse Breng huidige situatie in kaar aan de hand van een SWOT-analyse. De SWOTanalyse bestaat uit een interne en externe analyse. Stap 4: Bepaal het beleid Op basis van de uitkomsten van de SWOT-analyse worden doelstellingen bepaald en vastgesteld en worden de strategieën bepaald en vastgelegd om deze doelstellingen te bereiken. Stap 5: Formuleer een actieplan. De strategie is nader uitgewerkt in een actieplan Stap 6: Stel het beleidsplan op Bij het opstellen van het beleidsplan checklist die hoort bij het boek Zo maak je een beleidsplan. De directie zorgt voor uitvoering van het plan en de directie en het bestuur evalueren jaarlijks het beleidsplan en gaan na of doelstellingen zijn behaald en of de geformuleerde strategieën hebben gewerkt.
Valkuilen bij het schrijven van een (bedrijfs)strategisch plan Vaak is het niet de strategie die faalt, maar de realisatie van de onderliggende doelen. Het verschil tussen strategie en tactiek moet helder blijven. Wanneer je de visie niet goed vertaald weten de medewerkers niet waarvoor ze werken. Mensen gaan dan een eigen invulling geven aan de gestelde doelen. Strategie en doelen vergen transparante en eenduidige formuleringen.
4 Het Consultatiehuis 012014
Samenvatting
De samenvatting geeft de inhoud van het beleidsplan op hoofdlijnen weer. De samenvatting is op zichzelf begrijpelijk en dus goed te lezen, los van de hoofdtekst. De lengte van de samenvatting is in overeenstemming met de lengte van het complete beleidsplan.
5 Het Consultatiehuis 012014
1 Inleiding De inleiding bevat: De aanleiding en het doel en belang (voor de organisatie) van het plan. De centrale vraag van het beleidsplan.
6 Het Consultatiehuis 012014
2 Organisatie 2.1 Organisatiebeschrijving 2.2 Primair proces en ondersteunende processen 2.3 Visie en missie De missie wordt ook wel mission statement genoemd en vertelt wat de organisatie wil uitdragen naar de buitenwereld. Alles wat een organisatie doet, is gebaseerd op de missie. In de missie staat wat het bestaansrecht van de organisatie is en wat haar onderscheidt van vergelijkbare organisaties. Door de missie geef je aan wie je bent, wat je doet en wat je wil bereiken. Je missie is tijdloos, maar wel toe te passen op dit moment. Een missie staat dus, in tegenstelling tot een visie, niet voortdurend ter discussie. De missie van een organisatie bestaat over het algemeen uit de volgende vier onderdelen: Werkterrein Bestaansrecht Betekenis voor belanghebbenden Normen, waarden en overtuigingen Goede voorbeelden van een missie Albert Hein: Het alledaagse betaalbaar, het bijzondere bereikbaar. Philips: Het leven van mensen verbeteren met zinvolle innovaties Slecht voorbeeld van een missie Voldoen aan onze klantenbehoeften aan babyartikelen door middel van 100% klanttevredenheid. Valkuilen bij het definiëren van een missie Een goede missie moet beknopt zijn en een link leggen naar de doelstellingen van de organisatie. Ook wordt aangegeven op welke betrokkenen (klanten, medewerkers of andere belanghebbenden) de organisatie zich richt. Niet meetbare termen. Termen als ‘maximale aandeelhouderswaarde’, ‘tevreden medewerkers’ of ‘beste in de sector’ zijn te weinig meetbaar. Het zijn missies waar je medewerkers hun schouders over ophalen. Zorg voor een concrete en aansprekende missie. Het bestaansrecht van de organisatie ligt in de buitenwereld. Geen enkele organisatie of afdeling werkt voor zichzelf. Geef in de missie duidelijk aan wat je voor die buitenwereld wilt betekenen en hoe. Een goede missie geeft aan waarom de onderneming haar activiteiten ontplooit. Het volstaat niet om alleen te zeggen wat de organisatie doet. Motiveer het waarom. Houd het kort en memorabel. Medewerkers, klanten en andere belanghebbenden moeten de missie makkelijk kunnen onthouden. Geen epistels van meer dan een A4-tje. Een missie bestaat niet uit details, maar uit grote lijnen. Kort en krachtig dus. Vermijd jargon en afkortingen. Ga er niet vanuit dat iedereen binnen de organisatie alle afkortingen en jargon snapt. Als je eigen medewerkers het al niet begrijpen, dan begrijpen de mensen buiten de organisatie er waarschijnlijk al helemaal niets van. Een visie wordt ook wel corporate vision genoemd en bevat de zienswijze van het management op het gewenste functioneren van de organisatie. Een visie is het beeld dat de organisatie van de toekomst heeft en geeft aan wat ze verwacht van de 'wereld van morgen'. Een visie is inspirerend. Een visie geeft een visionaire en ambitieus beeld van wat een organisatie wil zijn. In de definitie van de visie kijk je naar de wereld van nu en de kansen in de toekomst en beschrijf je de gewenste droomsituatie. Om een visie voor je onderneming te formuleren kan je jezelf de volgende vragen stellen: Welke ontwikkelingen (economisch, sociologisch, technisch, politiek) zijn belangrijk voor onze organisatie? Hoe ziet onze toekomst eruit en die van onze concurrenten? Welke ambities hebben wij op langere termijn? Welke core competence moeten we voor de toekomst gaan ontwikkelen? 7 Het Consultatiehuis 012014
Een visie geeft altijd een beeld van de plaats en positie van je eigen organisatie in die verre toekomst en moet aansluiten bij de missie. Goede voorbeelden van een visie Philips: Philips streeft ernaar middels innovaties de wereld om ons heen gezonder en duurzamer te maken. Ons doel is om in 2025 de levens van drie miljard mensen te hebben verbeterd. Wij bieden de beste werkomgeving voor mensen die onze passie delen en samen bieden we onze klanten en aandeelhouders ongekende meerwaarde. Nokia: 'Connecting people' is mensen in contact brengen met de dingen die ertoe doen, wat dat voor iedereen persoonlijk ook is, en ze de mogelijkheid bieden het beste te halen uit ieder moment, altijd en overal. Microsoft: Er staat een personal computer op elk bureau met Microsoft-software. Slecht voorbeeld van een visie Wij willen onze klanten optimaal bedienen door meer producten aan te bieden dan onze concurrenten. Valkuilen bij het definiëren van een visie Veel valkuilen komen overeen met de valkuilen van een missie. Hieronder nog een aantal specifieke onderdelen die gelden voor een visie. Niet creatief naar de toekomst Niet te vertalen in gedrag en beleid Te weinig specifiek voor de organisatie in kwestie Saaie, nietszeggende, nauwelijks inspirerende, vooral beschrijvende feitelijkheden Te weinig inhoudelijke keuzes in de angst iets uit te sluiten Gericht op optimalisatie en niet op innovatie 2.4 Organisatiecultuur De organisatiecultuur is de bindende kracht in een organisatie. Het gaat hierbij om gemeenschappelijke normen, waarden, opvattingen en omgangsvormen van de medewerkers. Iedere organisatie heeft zijn eigen cultuur, die bestaat uit een verzameling geschreven en ongeschreven regels. Wikipedia over organisatiecultuur. 2.5 Organisatiestructuur 2.6 Kritieke succesfactoren Elke organisatie ontleent haar bestaansrecht aan het leveren van goederen of diensten. Klanten komen naar een organisatie, omdat iets in die organisatie ze aanspreekt. Dit noemt men de kritieke succesfactoren. Bijvoorbeeld: de organisatie levert producten zonder fouten, heeft innovatieve producten, de organisatie is dichtbij, heeft een uniek product, levert snel, de leverbetrouwbaarheid is groot, de naamsbekendheid is groot of de verkoopprijs is laag. Een kritische succesfactor is datgene waarin een organisatie moet excelleren om te kunnen overleven, ofwel datgene wat voor het succes van de organisatie van doorslaggevende betekenis is. 2.7 Prestatie-indicatoren Een prestatie-indicator is een aan de kritische succesfactor en het strategisch doel gerelateerd meetpunt waarmee het functioneren van het betreffende proces kan worden beoordeeld. Streefcijfers Een streefcijfer is een kwantitatieve doelstelling van een prestatie-indicator. Het is een na te streven waarde die door middel van een prestatie-indicator kan worden gemeten. Voorbeelden prestatie-indicatoren Efficiency ( normatieve kosten/werkelijke kosten) Doorlooptijd (bewerkingstijden + wachttijden) Levertijd 8 Het Consultatiehuis 012014
Tevredenheidgraad medewerkers Tevredenheidgraad klanten Arbeidsproductiviteit Toegevoegde waarde/personeelskosten % overhead Productieve uren Aantal noodzakelijke cursussen/workshops Opleidingskosten medewerkers / management Aantal opgeloste problemen Aantal uitgewerkte voorstellen verbeterteams % medewerkers met competentieprofiel Gemiddelde verblijfsduur op 1 positie Investeringsniveau (onderhanden werk / MIT projecten) % personeelskosten/onderhandenwerk % raming versus marktaanbieding Trefzekerheid raming versus spreiding marktaanbiedingen
9 Het Consultatiehuis 012014
3 Huidige situatie Hier omschrijf je hoe de organisatie er in de huidige situatie uitziet en beschrijf, beoordeel en verklaar je het beleidsprobleem. De huidige situatie wordt helder beschreven en er wordt aangegeven waarom mogelijke problemen ongewenst zijn. Waar mogelijk worden de oorzaken van deze problemen beschreven. Verder bevat de beschrijving van de huidige situatie kengetallen van de organisatie en het werkveld.
10 Het Consultatiehuis 012014
4 Analyse huidige situatie (SWOT) 4.1 Interne analyse Voor de interne analyse kijk je in je organisatie – naast de sterke punten – vooral naar de zwakke en verbeterpunten op het gebied van je beleidsterrein. De interne analyse geeft een beeld van de sterke en zwakke punten van de organisatie. Sterk
Zwak
Organisatie Personeel Commercieel Product Bedrijfsmiddelen Financiën 4.2 Externe analyse De externe analyse gaat over de 'buitenwereld'. Je analyseert de kansen en mogelijkheden (Opportunities) en bedreigingen (Threats) voor de organisatie. Je doet dit op basis van de trends, ontwikkelingen en nieuwe technologieën die 'in de buitenwereld' zijn waar te nemen. Hierbij maak je onderscheid tussen macroontwikkelingen (hierop heb je geen invloed) en meso-ontwikkelingen (hierop kun je enige invloed uitoefenen). Voorbeelden zijn afnemers, concurrenten en leveranciers. Factor Klanten Concurrenten Leveranciers Overheid Overig
Kansen
Bedreigingen
11 Het Consultatiehuis 012014
5 Beleid en strategie Op basis van de uitkomsten van de SWOT-analyse wordt het beleid vastgesteld. 5.1 Organisatiedoelen We onderscheiden doelstellingen op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Strategische doelstellingen betreffen de lange termijn en zijn richtingbepalend. Tactische doelstellingen zijn doelstellingen op functioneel gebied en zijn afgeleid van de strategische doelstellingen. De doelstellingen op operationeel niveau staan beschreven in het actieplan. Om doelstellingen te kunnen halen moet je ze SMART maken. Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Sommigen voegen daar nog Inspirerend aan toe (SMARTI). Bij het opstellen van deze doelstellingen kan je de volgende vragen beantwoorden: 1. Wanneer heeft onze onderneming succes geboekt? 2. Wat maakt onze onderneming uniek? 3. Welke factoren zijn voor onze onderneming doorslaggevend voor het hebben van succes? 4. Welke factoren in de visie zijn van belang voor het voortbestaan van onze organisatie? 5. Welke meetbare resultaten wens je te bereiken? 6. Binnen welke termijn wil je deze resultaten bereiken? 7. Volgens welke schaal worden deze resultaten gemeten? 8. Welk meetinstrument gaan wij hiervoor gebruiken? 9. Middels welke frequentie gaan we die meten? Er kan op verschillende manieren gemeten worden. Het kan ook voorkomen dat een doelstelling niet direct meetbaar is op kosten of omzet, maar bijvoorbeeld wel op leads, traffic of klanttevredenheid. Goed voorbeeld van een doelstelling We willen dit jaar 10% meer bezoek op onze website ten opzichte van vorig jaar. Slecht voorbeeld van een doelstelling We willen de beste worden in de markt
5.2 Strategie Hoe je de ondernemingsdoelen wilt gaan halen, wordt wel de 'strategie' genoemd. 5.3 Gewenste situatie 5.4 Benodigde middelen en maatregelen De manier waarop de organisatie van de huidige situatie naar de gewenste situatie kan komen. Er wordt duidelijk beschreven met welke middelen maatregelen de beoogde doelstellingen gehaald kunnen worden 5.5 Toetsing haalbaarheid De beoordeling van de maatregelen gebeurt door voor elke maatregel de voor- en nadelen te beschrijven. Bij de beoordeling wordt dezelfde volgorde aangehouden als bij de beschrijving van de middelen en maatregelen. 5.6 Conclusies De conclusies zijn geformuleerd als antwoord op de centrale vraag en hebben dus de vorm van een advies. De conclusies zijn op overtuigende wijze met argumenten onderbouwd. De argumenten in de conclusies komen op een logische wijze voort uit het voorafgaande en zijn dus ontleend aan de beoordeling van de voor- en nadelen van besproken maatregelen.
12 Het Consultatiehuis 012014
6 Aanbevelingen/implementatie Nadere uitwerking van de strategie: De aanbevelingen zijn geformuleerd in de vorm van concrete acties die ondernomen moeten worden om het gegeven advies uit te voeren. Waar mogelijk wordt niet alleen aangegeven wat er gedaan moet worden, maar ook door wie en op welke termijn. De aanbevelingen zijn logisch geordend. Doelstelling
Actie
Wie?
Wanneer?
13 Het Consultatiehuis 012014
7 Begroting Actie
Bedrag
Toelichting
14 Het Consultatiehuis 012014
Bijlagen Bijlage 1: (Te raadplegen) Literatuur Bronvermelding: Zo maak je een ondernemingsplan, Grit, R. (2008). Groningen: Noordhoff Uitgevers. Zo maak je een beleidsplan, Grit, R. en Gerritsma, M. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Zo maak je een marketingplan, Groot, de F. en Sluijs, van der N. (2009)., Groningen: Noordhoff Uitgevers. Strategie slaat terug! Henry Mintzberg, Bruce Ahlstrand, Joseph Lampel Van strategie naar uitvoering Execution Premium Robert S. Kaplan, David Norton Strategisch denken Op zoek naar nieuwe helden Rene ten Bos
15 Het Consultatiehuis 012014