Jaarverslag 2003 van het ANWB Pensioenfonds Voor het ANWB Pensioenfonds is het afgelopen jaar, net als voor andere pensioenfondsen, een jaar vol veranderingen geweest. Zo moest er een herstelplan resp. plan van aanpak worden gemaakt om op termijn weer aan de solvabiliteitseisen van de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) te voldoen. Belangrijk onderdeel in dit plan zijn de afspraken die in het kader van de CAO met de sociale partners overeen werden gekomen. Een tweede belangrijke verandering betreft de nota Hoofdlijnen inzake het nieuwe Financiële Toetsingskader die het kabinet eind 2003 naar de Tweede Kamer stuurde en waarmee de Kamer op 11 maart 2004, in gewijzigde vorm, heeft ingestemd. Naast deze ontwikkelingen speelde uiteraard ook de oplevingen van de financiële markten een belangrijke rol. Dit heeft ertoe geleid dat de dekkingsgraad per ultimo 2003 ten opzichte van 2002 is gestegen met 5,1 procentpunt tot 108,3%. Deze stijging ligt boven het niveau dat in het herstelplan werd voorzien. In dit plan was ultimo 2003 een dekkingsgraad geraamd van 106,6% Het bestuur van het pensioenfonds heeft december vorig jaar een strategische heroverweging gemaakt. Hieruit zijn een aantal onderwerpen naar voren gekomen die de komende jaren de aandacht van het bestuur en de uitvoeringsorganisatie zullen vragen. Centraal thema hierin is de verdere professionalisering van het pensioenfonds. Het management is daarvoor per 17 mei 2004 uitgebreid.
Samenstelling Bestuur en (advies)organen ANWB Pensioenfonds Bestuur De heer mr. G.H.N.L. van Woerkom, voorzitter De heer drs. R.A.L. Verstraeten, plv. voorzitter De heer ir. S. Venema, secretaris
De heer drs. W.J. Botman, lid De heer M.F. de Korte, lid
Raad van deelnemers Mevrouw mr. I.R.M. Edzes-Eijsackers De heer C. M. van Hoogdalem De heer P.M.R.E. Hoogmoet De heer E.P.H. de Jonge De heer C.M. de Regt
De heer N.G. Versteeg De heer G.J. Vogel De heer L. Vos Mevrouw P.G. Wijering De heer P. Wilschut
Adviesraad Leden Raad van deelnemers Mevrouw mr. M. Philippus
De heer B. Druif (in maart 2004 opgevolgd door de heer L. Schouten)
Beleggingsadviescommissie De heer drs. R.A.L. Verstraeten De heer F. van Dorst (per februari 2004)
De heer J.P.A.D. Hopmans RBA De heer R.S. Hagen
Management Mevrouw W. Reerink De heer J. Groen (toegetreden 17 mei 2004) De heer drs. G.J. Nollen Administratie Freeland Corporate Advisors N.V. Verzekeringsinstelling Het pensioenfonds is verzekerd bij NationaleNederlanden Levensverzekeringsmaatschappij N.V. Daartoe is een verzekeringsovereenkomst gesloten op basis van een kapitaalcontract ingaande 1 januari 2000 voor de duur van vijf
jaren. Bij deze maatschappij heeft het pensioenfonds tevens een stop-lossverzekering ten aanzien van het technisch resultaat op sterfte en arbeidsongeschiktheid afgesloten
1
Ontwikkelingen deelnemers bestand De netto aanwas in 2003 bedroeg 3 deelnemers en is per 31 december 2003 uitgekomen op Uitkeringen Ultimo het verslagjaar bedroeg volgens opgave van Nationale Nederlanden Pensioenverzekeringen N.V. het aantal
totaal 4.725 deelnemers. Het aantal gewezen deelnemers nam toe van 1.702 tot 1.863 pensioentrekkende 901 met een totaal aan pensioenuitkeringen van € 10.466.465,-
Financiële ontwikkeling ANWB Pensioenfonds In 2002 is de financiële positie van het pensioenfonds sterk verminderd. Oorzaken waren een forse rentedaling en de koersval van de aandelen (een daling van 80% sinds 2000). Op grond van de door de PVK geformuleerde uitgangspunten in haar circulaire van 30 september 2002 waren de middelen van het pensioenfonds op die datum ontoereikend. Per 31-12-2002 werd de dekkingsgraad van het pensioenfonds voor het eerste kwartaal van 2003 nog geraamd op 105,4%. Na de opstelling van de jaarrekening over 2002 in juni 2003 kwam echter vast te staan dat de dekkingsgraad 103,2% bedroeg en het fonds, volgens de beleidsregels van de PVK, daarmee ook in een situatie van onderdekking terecht was gekomen, waarvoor een herstelplan moest worden gemaakt. Het bestuur heeft zich in het herstelplan resp. plan van aanpak tot doel gesteld het vermogen van het fonds binnen een jaar weer op 105% van de voorziening pensioenverplichtingen te brengen. Voor de langere termijn heeft het bestuur zijn streefgrens aangehouden van 120% die in 2010 moet zijn bereikt. Omdat met de reguliere sturingsmiddelen (premie-, indexatie- en beleggingsbeleid) het fonds de beoogde streefgrens niet tijdig zou worden behaald, heeft het bestuur in april 2003 de hoofddirectie van de ANWB B.V. en deelnemersvertegenwoordigers een aantal additionele maatregelen in overweging gegeven, zoals extra bijdragen van de werkgever, het verhogen van de deelnemersbijdrage, het (gedeeltelijk) inzetten van de loonruimte, het inzetten van de vrijgevallen spaarpremie en het beperken van de indexatie van de pensioenuitkerigen. Met de streefgrens van 120% in 2010 als uitgangspunt hebben de ANWB B.V. en vakorganisaties na intensief overleg in augustus 2003 een akkoord bereikt over een totaalpakket aan maatregelen dat voorziet in een evenwichtige bijdrage van alle belanghebbenden (werkgever, werknemer en uitkeringsgerechtigden). Zo is de
werknemersbijdrage verhoogd en draagt de ANWB B.V. middels het instellen van een vaste doorsneepremie vanaf 2003 substantieel bij aan de verbetering van de dekkingsgraad. Naast deze doorsneepremie heeft de ANWB B.V. eenmalig een bedrag van € 4.2 miljoen gedoteerd en zal de ANWB B.V. jaarlijks 1,25% van het totaal aan salarissen (inclusief de opslag werkgeversdeel sociale lasten) en de gelden die vrijvallen door de afschaffing van de premiespaarregeling in het pensioenfonds storten. Aanvullend heeft het bestuur zelf besloten het huidige niveau van voorwaardelijke indexatie van de ANWB-regelingen voor de duur van acht jaar te stellen op maximaal 80% van hetgeen zou volgen uit de ontwikkeling van de afgeleide Consumenten Prijsindex voor alle huishoudens. Indexatie blijft echter zoals voorheen afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds. Middels een opslag op de te betalen koopsommen en premie draagt Unigarant N.V. bij aan de geschetste versterking van de financiële positie van het pensioenfonds. Het rendement van de beleggingen over 2003 is met 9,07% beter dan de verwachte 6,1% in de plannen. Hierdoor is de dekkingsgraad per ultimo 2003 ten opzichte van 2002 gestegen met 5,1 procentpunt tot 108,3%. Deze stijging ligt boven het niveau dat in het herstelplan werd voorzien. In dit plan was ultimo 2003 een dekkingsgraad geraamd van 106,6% Beleggingen Tegen de achtergrond van de verslechterde vermogenspositie en het door de PVK vereiste herstelplan c.q. plan van aanpak om binnen 8 jaar een dekkingsgraad van 120% te behalen, heeft het bestuur medio 2003 kritisch naar het beleggingsbeleid gekeken. Deze uitkomst vormde voor het bestuur geen aanleiding om de strategische beleggingsmix aan te passen. Het rendement over 2003 bedroeg 9,07% waaruit blijkt dat het besluit van
2
het bestuur om geen wijzigingen in de strategische mix aan te brengen een goede
keuze is geweest.
Overige ontwikkelingen ANWB Pensioenfonds Wijziging statuten Het besluit van het Bestuur om een vertegenwoordiger namens Unigarant N.V. in de beleggingsadviescommissie zitting te laten nemen, maakte een aanpassing van de statuten noodzakelijk. Om te voorkomen dat de statuten moeten worden gewijzigd als gevolg van eventuele toekomstige wijzigingen in de samenstelling van de commissie heeft het bestuur gekozen de commissie uit drie tot vijf leden te laten bestaan. De ANWB B.V., het Bestuur en de Raad van deelnemers benoemen ieder een lid. Bij een benoeming van de overige leden van de commissie zal door het bestuur vooraf overleg worden gepleegd met de Raad van deelnemers De Raad van deelnemers heeft in de vergadering van 29 januari 2004 het wijzigingsvoorstel goedgekeurd. Wijziging reglementen In het kader van het herstelplan c.q. plan van aanpak voor de periode 2003 tot en met 2010 zijn door de sociale partners in het CAO-overleg afspraken gemaakt teneinde de financiële positie van het fonds te verbeteren. Deze nieuwe afspraken zijn in de pensioenreglementen verwerkt. Daarnaast zijn de reglementen aangepast in verband met het besluit van het bestuur om de voorziening toeslagen (=indexatie) met ingang van 1 januari 2003 op te heffen en de middelen in te brengen in de reserves van het pensioenfonds. De voorziening toeslagen past niet meer bij het nieuwe financieringssysteem op basis van een doorsneepremie en de maatregelen die tussen CAO-partners zijn overeengekomen in het kader van het herstelplan c.q. plan van aanpak. Met ingang van 1 januari 2003 zullen de toeslagen uit de reserves van het pensioenfonds worden gefinancierd. De laatste aanpassing van de reglementen betreft de wijziging van de afgeleide Consumenten Prijsindex (CPI) ‘werknemers laag’ in ‘alle huishoudens’ als basis voor de vaststelling van de voorwaardelijke indexering van de ingegane pensioenen, de premievrije pensioenen en de pensioengrondslagen van arbeidsongeschikte deelnemers met premievrije voortzetting van de pensioenopbouw.
De Raad van deelnemers heeft in de vergadering van 29 januari 2004 ingestemd met deze wijzigingen in de pensioenreglementen. Toeslag pensioenen en aanpassing franchises Het Bestuur besloot in december 2002 de ingegane en de premievrije pensioenen alsmede de pensioengrondslagen van arbeidsongeschikten met premievrije voortzetting van de pensioenopbouw voor de pensioenregelingen A, B en MAA per 1 januari 2003 te verhogen met 3,37%. Per 1 januari 2004 is bij de vaststelling van het indexeringspercentage rekening gehouden met het pakket van maatregelen uit het herstelplan resp. plan van aanpak voor de periode 2003 – 2010. Onderdeel van dit plan van aanpak is de beperking van de indexering tot 80% van hetgeen zou volgen uit de ontwikkeling van de afgeleide Consumenten Prijsindex voor alle huishoudens. Op grond hiervan bedraagt de verhoging per 1 januari 2004 1,58% (zijnde 80% van 1,977%). Het bestuur heeft de gepensioneerden geïnformeerd over de achtergrond van de beperking van de indexering. Indexatie blijft afhankelijk van financiële positie van het pensioenfonds. In de regeling Unigarant heeft de jaarlijkse indexatie uitsluitend betrekking op de na 1 januari 2000 ingegane pensioenen en de premievrije aanspraken van de deelnemers die na 1 januari 2000 het deelnemerschap hebben beëindigd. Per 1 januari 2003 bedraagt de verhoging 3,5%. De verhoging per 1 januari 2004 bedraagt 2,4%. De franchise (dat deel van het salaris dat voor de pensioenopbouw buiten beschouwing blijft vanwege de AOW) in pensioenregeling A is gekoppeld aan de ontwikkeling van de AOW. Per 1 januari 2003 is deze franchise verhoogd van € 19.011,- naar € 19.763,-. Per 1 januari 2004 zal er een verhoging plaatsvinden naar € 20.025,De franchise in pensioenregeling B en MAA is per 1 januari 2003 gesteld op € 12.455,-. Per 1 januari 2004 wordt deze franchise verhoogd naar € 12.611,-. De franchise in de pensioenregeling Unigarant is per 1 januari 2003 gesteld op € 12.195,-. Per 1 januari 2004 zal er een verhoging plaatsvinden naar € 12.268,19
3
Organisatie Pensioenfonds Begin 2003 is een extern onderzoek uitgevoerd naar de processen en de organisatie van het pensioenfonds. Uit dit onderzoek is gebleken dat de bemensing van het pensioenfonds onvoldoende was om de nodige aandacht te geven aan de continu veranderende wet- en regelgeving inzake de beheersing van pensioenfondsen. In dit kader heeft het bestuur
besloten tot versterking van het management door de aanstelling van een financieelmanager. Eind 2003 heeft het bestuur zich beraden over een aantal beleidsonderwerpen op middellange termijn, zoals de juridische structuur, de bestuurssamenstelling, de communicatie en mogelijke scenario’s omtrent uitbesteden. Voor de aanpak hiervan is per 17 mei 2004 Jaap Groen aan het management toegevoegd.
Overige relevante ontwikkelingen op pensioengebied Financieel Toetsingskader Ter afronding van de discussie, die is gestart met de brief van de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) van 30 september 2002, is een akkoord tussen het kabinet en de sociale partners tot stand gekomen inzake het financiële toezicht op pensioenfondsen. De Tweede Kamer heeft daarmee op 11 maart 2004 ingestemd. Het akkoord zal worden uitgewerkt in de nieuwe Pensioenwet . Het ‘Nieuw Financieel Toetsingskader’ zal op 1 januari 2006 van kracht worden. Uitgangspunt is een solvabiliteitstoezicht dat is afgestemd op de kenmerken van een pensioenfonds. In de Pensioenwet zal expliciet worden ingegaan op de technische voorzieningen, het (minimaal) vereiste (eigen) vermogen, de kostendekkende premie en de beleggingen van pensioenfondsen. Ook zal in de wet onderscheid worden gemaakt tussen onvoorwaardelijke en de voorwaardelijke aanspraken. Het ANWB Pensioenfonds kent een voorwaardelijke regeling. Uit het akkoord blijkt dat de financiële middelen van een pensioenfonds tenminste voldoende moeten zijn om te waarborgen dat de uitbetaling van de reeds opgebouwde onvoorwaardelijke rechten kan worden gegarandeerd en wel met een mate van zekerheid van 97,5%. Dit wordt aangeduid als het Vereist Vermogen (VV). Wanneer het pensioenfonds deze zekerheid niet kan bieden, heeft het een hersteltermijn van maximaal 15 jaar om deze evenwichtssituatie te bereiken. Leeftijdsdiscriminatie Op 1 mei 2004 treedt de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid in werking. Wat betreft aanvullende pensioenregelingen is het verbod op leeftijdsdiscriminatie niet van toepassing op toetredingsleeftijden, (pre)pensioengerechtigde leeftijden en actuariële berekeningen. Dit neemt overigens niet weg dat
het kabinet in de komende Pensioenwet wil verbieden dat deelneming aan de pensioenregeling pas op een hogere leeftijd dan 18 jaar kan starten. Door HRM wordt (medio 2004) samen met Mercer (adviesbureau voor de ANWB) gekeken naar mogelijke consequenties die deze wet voor de ANWB pensioenreglementen heeft. Gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte Op 1 december 2003 is de Wet gelijke behandeling op grond van een handicap of een chronische ziekte in werking getreden. In het algemeen wordt aangenomen dat dit nieuwe gelijke behandelingsvoorschrift voor pensioenen geen gevolgen zal hebben. Wet en regelgeving Op het gebied van wet en regelgeving staan er een groot aantal veranderingen in de steigers. Zowel op nationaal als op europees niveau. Dit vraagt de komende jaren extra aandacht van het bestuur en het pensioenmanagement. Huidige politieke discussie omtrent pensioenen De discussie tussen kabinet, vakbonden en werkgevers over de toekomst van VUT, prepensioen en levensloopregeling is bij het tot stand komen van dit jaarverslag nog in volle gang. Zoals het er nu uitziet kan het nog wel enige tijd duren voordat deze discussie is afgerond en er duidelijkheid ontstaat over de consequenties voor de VUT- en pensioenregelingen van de ANWB. Uitgaande van het meest recente kabinetsstandpunt gaat er voor medewerkers die vóór 1 januari 2006 met volledige VUT gaan niets veranderen. Een garantie daarover is echter op dit moment niet te geven. Voor nadere informatie over de inhoud van het meest recente kabinetsstandpunt verwijzen wij u naar de site: http://www.regering.nl/actueel
klik om naar site te gaan
4
Kerncijfers (bedragen x € 1.000,-) 2003
2002
2001
4.725 1.863 901
4.722 1.702 839
4.405 1.439 797
34.936 -
27.342 -
21.768 (1.406)
10.080
7.910
8.359
74.745 222.459 114.568 4.754 3.324 (14.040) 405.810
41.077 223.532 86.988 5.010 7.141 (12.350) 351.398
48.782 222.695 16.255 59.334 7.169 (8.929) 345.306
Opbrengst beleggingen Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Beleggingsopbrengsten derden
12.799 21.783 (1.690)
12.727 (34.145) (3.421)
13.635 (17.728) (1.785)
Reserves Reserve koersverschillen Algemene reserve
19.823 (7.053)
(10.706)
14.944 19.484
389.455
349.651
306.698
-
8.266
7.418
108,3
103,2
113,3
Aantal rechthebbenden • • •
deelnemers gewezen deelnemers pensioengerechtigden
Premies en uitkeringen Premies (inclusief koopsommen) Premiekorting u.h.v. beleggingsopbrengsten Uitkeringen 1 Beleggingen Aandelen Obligaties Onroerende zaken Participaties in beleggingsinstellingen Leningen op schuldbekentenis Overige financiële beleggingen Aandeel derden Totaal beleggingen
Voorziening pensioenverplichtingen Voorziening toeslagen Dekkingsgraad
1
In 2002 en 2001 was dit incl. de WAO uitkeringen 5