“Zelfstandig wonen vereist zorg en ontmoeting”
r e t e b t t’
k r e en w
Sam RELA
CAREY N A V AD TIEBL
r e d n o r p of e
T MAAR
N
zorg e x e l ijk” p w m e o d c o n Er eurt i g naar b a e a g r v k wer meer e t s h d c e e e St “Het : m o s ik Sam r e d e i D
2015
Samen
er t e b t ’ werkt
Dit nummer
4
“Erop of eronder”
RON DE TAF E L
12
Hervorming dwingt samenleving tot meer verantwoordelijkheid en samenwerking De langdurige zorg gaat volledig op de schop. De stelsel herziening heeft niet alleen gevolgen voor de burger, ook de zorgaanbieders en de verzekeraars krijgen andere rollen.
Careyn ging het afgelopen jaar door een extreem diep dal. “2015 wordt voor ons een cruciaal jaar”, aldus bestuursvoorzitter Rob van Dam.
14
Steeds meer vraag naar complexe zorg Specialistische verpleegkundige zorg wordt steeds belangrijker. Voor patiënten is het plezierig als medische handelingen zoveel mogelijk thuis kunnen plaatsvinden.
6
Nieuw Tamarinde brengt eerste- en tweedelijnszorg samen in Overvecht
18
PvdA-leider Diederik Samsom loopt stage bij Careyn “Ik wil graag met eigen zien wat er speelt. Bewustwording is waarschijnlijk de grootste opgave van de hervorming.”
20
Zelfstandig wonen vereist zorg en ontmoeting in de buurt VERP
PARK UNIT INSON -
LEEG
AFDE
LING
NIEU
WT AMA
RIND POLIK
CAFÉ BLOE NA MEDAFPUNT
PR AK FYSIOTIJK THER APIE
E
LINIEK
APOT
HEEK HUISA POST RTSEN-
WIJK
TE AM
S
Van een traditioneel verpleeg- en verzorgingshuis naar een multif unctioneel centrum, een ontwikkeling die aansluit bij de visie van Careyn op betere en betaalbare zorg.
11
Teams lopen zich warm voor professionele sturing De zorg moet weer centraal komen te staan. Daarom geeft Careyn de regie terug aan de zorgprofessionals in de wijk en op de locaties.
Careyn ontwikkelt in verschillende gemeenten zogeheten “harten”, toekomstbestendige appartementen in een levendige omgeving met voorzieningen, ontmoeting en zo nodig 24/7 ongeplande zorg.
2
Samen werkt ’t beter
Met gepaste trots bied ik u het eerste nummer aan van “Samen werkt ’t beter”, het nieuwe relatiemagazine van Careyn. Weer een blad erbij, denkt u misschien. En waarom niet digitaal? Omdat, zo blijkt uit onderzoek, papieren magazines nog altijd beter gelezen worden. Overigens is het magazine ook online beschikbaar: careynrelatiemagazine.nl “Zelfstandig rg zo wonen vereist g” en ontmoetin
eter
’t b erkt
nw Sameonder N D VA
CAR
Het sluit aan bij de (medisch)technische mogelijkheden en voortschrijdende individualisering van de samenleving. Mensen willen regie houden over hun leven, en al dan niet met nieuwe behandelmogelijkheden en technische ondersteuning, kan regie ook worden genomen wanneer ze niet alles meer zelf kunnen.
MAA
015 RT 2
EYN
g ” wijk vraa lexe in de comp beurt naar rk ge g e a w ra echte eer v Het ds m om:“ Stee Sams erik Died
REL
AT I E
BLA
er p of
Ero
De aanleiding voor het maken van het nieuwe magazine is de hervorming van de langdurige zorg. Vanaf 1 januari van dit jaar is alles anders in zorgland. Het zorgsysteem gaat volledig op de schop. Een collegabestuurder vatte het aan de vooravond van de omslag samen als “de verzorgingsstaat wordt opgeblazen.” Dat is misschien wat overtrokken, feit is dat u en ik in het vervolg meer zelf moeten doen en betalen en minder makkelijk een beroep kunnen doen op collectieve voorzieningen als we ondersteuning of zorg nodig hebben. Dat is onvermijdelijk om de kosten te beteugelen. Daar waar zelfredzaamheid kan worden aangesproken is het is ook redelijk, vind ik.
Colofon Samen werkt ’t beter is een uitgave van Careyn. Het magazine informeert de relaties over actuele ontwikkelingen in het vakgebied en over de dienstverlening van Careyn. Samen werkt ’t beter verschijnt 4 x per jaar in een oplage van 1.500 exemplaren. Redactie: Afdeling Communicatie, Maarssenbroeksedijk 4, 3542 DN Utrecht Hoofdredacteur: W. Knol, T 030 – 753 21 72, E
[email protected]
In de afgelopen jaren hebben veel mensen zorg gevraagd vanuit de gedachte dat zorg een recht is, opgebouwd na een werkzaam leven. We weten inmiddels dat het uit handen geven van taken, het gevoel van eigenwaarde ondergraaft en het verouderingsproces versnelt en dat het waar mogelijk aanspreken van zelfredzaamheid in ieders belang is. Voortaan zijn we meer zelf verantwoordelijk voor onze gezondheid, ons gedrag en voor de aandacht en hulp voor elkaar. Vandaar de veelbesproken keukentafelgesprekken met de klanten, waarin de (wijk)verpleegkundige samen met klant bespreekt welke zorg en ondersteuning nodig is, wie wat doet en wat en (financieel) mogelijk is. Ik besef dat dat soms een lastig gesprek kan zijn. Veranderen is moeilijk, zeker als er een stapje terug moet worden gedaan. Een belangrijke opgave voor de organisaties, die bij de uitvoering van de zorg betrokken zijn, is om de nieuwe rolverdeling vorm te geven, zodanig dat de schaarse middelen zo eerlijk mogelijk worden verdeeld en de continuïteit en kwaliteit van de zorg zijn gegarandeerd, zodat niemand in de kou komt te staan. Met dit magazine informeren we u graag over de ontwikkelingen en ervaringen in dit uitdagende proces en, uiteraard, over de inspanningen van Careyn en haar zorgmedewerkers om de dienstverlening optimaal af te stemmen op de behoeften en wensen van de klant. Ik wens u veel leesplezier. Reacties zijn van harte welkom.
De redactie houdt zich aanbevolen voor reacties en tips. Vormgeving, concept en realisatie: Kruit communicatie-design, Den Haag Fotografie: Vincent vd Hoven, Nout Steenkamp, (Nieuw Tamarinde) Studio Oostrum (Samsom) Drukwerk: Drukkerij Twigt, Waddinxveen
Rob van Dam Voorzitter Raad van Bestuur Careyn
© Careyn. (Delen van) artikelen mogen i n overleg met de redactie worden overg enomen.
3
Samen
werkt’t
beter
20
B E S T U U R S VO O R Z I T T E R RO B VA N DA M
“2015 wordt er
Erop of eronder: daar komt het volgens bestuursvoorzitter Rob van Dam in 2015 voor Careyn op neer. “Ik vertel graag het eerlijke verhaal. En dat is dat we het heel moeilijk krijgen en het alleen redden als we echt alle zeilen bijzetten.” Van Dam, begin 2014 aangetreden als bestuursvoorzitter, windt er geen doekjes om: Careyn ging het afgelopen jaar door “een extreem diep dal”. Miljoenenverliezen over twee achtereenvolgende jaren hadden de reserves uitgeput. Een faillissement dreigde. Om te overleven moest het roer drastisch om.
“In de twee weken tijd na mijn aantreden hebben we een noodplan gemaakt”, vertelt de bestuursvoorzitter. “Dat voorzag in harde en pijnlijke ingrepen. Het is onze redding geweest dat alle betrokken partijen, van de banken tot de vakbonden, het belang inzagen van die ingrepen: fikse bezuinigingen, het afstoten van onderdelen en het drastisch terugbrengen van de overhead.”
Staf De tak Huishoudelijke Zorg werd verkocht en de medewerkers gingen mee naar de nieuwe eigenaar, Tzorg. In de hele organisatie, maar vooral op stafniveau (“we hadden een overhead van 22 procent”) gingen honderden banen verloren. “Niet leuk, maar noodzakelijk”, zegt Van Dam. “En het einde is nog niet in zicht. De komende jaren
4
015
rop of eronder”
Bestuursvoorzitter Rob van Dam
zullen nog honderden banen verdwijnen, vooral administratieve en kantoorfuncties.”
Heel langzaam begint Careyn uit het dal te kruipen. Van Dam gelooft wel dat zijn organisatie het uiteindelijk gaat redden, maar zeker is dat allerminst. “2015 wordt voor ons een cruciaal jaar”, zegt hij. “Niet alleen moeten we onze eigen organisatie nog veel verder aanpassen, ook krijgen we te maken met alle ontwikkelingen in de zorg die op ons afkomen.”
Budget Gemeenten krijgen per 1 januari zorgtaken toebedeeld, maar moeten die uitvoeren met een veel kariger budget. Het gevolg is dat de tarieven enorm onder druk staan, aldus Van Dam: “Voor een uur thuiszorg krijgen we gemiddeld 25 procent minder, voor intensieve persoonlijke begeleiding soms tot 50 procent. Ik vind dat onbegrijpelijk, want zo kunnen we nooit rendabele zorg leveren. Dat zal na verloop van tijd blijken, maar voorlopig moeten we ermee zien te overleven.” Een ander voorbeeld: de leegloop van de verzorgingshuizen kost veel geld, maar daarvoor krijgt de organisatie geen compensatie. “We hebben financieel gezien geen enkele speelruimte. Op zich zijn we het eens met het overheidsbeleid. Het is goed om mensen vooral thuis zorg te bieden, waardoor ze langer thuis kunnen wonen. Daar zetten we ook al volop op in met onze zelfsturende wijkteams. Het
5
is ook goed als mensen meer zelf doen, want dat houdt ze actief. Maar de ontwikkelingen gaan veel te snel. Dat kunnen wij, maar ook andere partijen, zoals gemeenten, niet bijbenen.”
Prioriteiten
Keiharde prioriteiten stellen, daar draait het om in 2015, aldus Van Dam. Een daarvan is de verantwoording van de zorg – het bijhouden welke zorg aan wie is verleend. “We moeten elk uur zorg kunnen verantwoorden, want anders krijgen we er geen vergoeding voor. Dat vraagt een enorme administratieve operatie, terwijl we tegelijk het aantal staffuncties terugbrengen.” Qua zorg gaat Careyn terug naar het primaire proces. Dat wil zeggen: basiszorg aan huis én zware, specialistische zorg in verpleeghuizen. Alle overige activiteiten van Careyn, zoals Jeugdgezondheidszorg en Maatschappelijk Werk en Kraamzorg, staan ter discussie. Van Dam: “We zullen ze mogelijk afstoten, maar wel op een gunstig moment.” Careyn staat in 2015 voor het dilemma tussen focus enerzijds en krimp anderzijds, aldus Van Dam. “We moeten ons focussen op onze kernactiviteiten en dus onderdelen afstoten. Maar dat moet gedoseerd gebeuren en niet sneller dan verantwoord is. Dat dat kan, bewijzen de afgelopen maanden. We hebben veel meer bereikt dan ik voor mogelijk had gehouden en liggen voor op schema. Maar voor ons ligt nog een hele zware weg.”
Samen
werkt’t
beter
SAMENWERKEN IN DE WIJK
Nieuw Tamarinde brengt eerste- en tweedelijnszorg samen in Overvecht
VER
PAR K U NIT INSON -
PL E E
GAF
C AF
D ELI
NG
NIEU W
TAM A
PO
É B LO E P U N DA F N A M ET
WIJ
K TE
AM
S
Huiskamer verpleegafdeling
In Nieuw Tamarinde in de Utrechtse krachtwijk Overvecht brengt Careyn eerste- en tweedelijnszorg samen in het zorgconcept “samenwerken in de wijk”. De samenwerking tussen verschillende zorg disciplines op één locatie maakt de zorg toegankelijker, beter en goedkoper, zegt Joyce Ostendorf, regiodirecteur van Careyn. De zorg voor Parkinsonpatiënten is een mooi voorbeeld van hoe het nu al werkt in Nieuw Tamarinde. In het gebouw zijn diverse poli’s van het Antonius Ziekenhuis gevestigd, waaronder Neurologie. Ook de
R
gespecialiseerde Parkinsonverpleegkundigen van Careyn hebben Nieuw Tamarinde als thuisbasis en houden er spreekuur. Bovendien kunnen Parkinsonpatiënten voor kortdurende zorg maximaal zes weken terecht in de Parkinsonunit van Careyn, die plaats biedt aan zes c liënten. Joyce Ostendorf: “Omdat ze zo dicht bij elkaar zitten hebben de Parkinsonneuroloog en de Parkinsonverpleegkundigen veel direct contact. Even overleggen over een patiënt gebeurt gewoon tussen de bedrijven door. De neuroloog loopt ook makkelijk even binnen op de Parkinsonunit om een patiënt te zien. Die weet zich op zijn beurt omringd door gespecialiseerde zorgverleners die nauw samen werken om hem de beste zorg op maat te leveren. Daarvoor kan hij bovendien op één plek terecht, dicht bij huis.”
6
PR A K F YS T IJK I OT H
De apotheek
Uitvalsbasis wijkteams
RIND
O LIK
LINI
K HER A
Wachtkamer huisartsen
E
PI E
EK
APO
T HE
EK
HUIS P OS A R T SEN T -
Visie Van het traditioneel verpleeg- en verzorg ingshuis naar een multifunctioneel centrum Nieuw Tamarinde: een ontwikkeling die parallel loopt aan de ontwikkeling van de visie van Careyn op betere, betaalbare zorg. Namelijk midden in wijken zonder onnodige en hinderlijke scheidslijnen tussen eerste- en tweedelijnszorg. Zorg wordt daardoor toegankelijker voor de cliënten, met name de bewoners van de krachtwijk Overvecht. Ostendorf: “Het is een wijk met een gevarieerde bevolkingssamenstelling en een nogal heftige zorgproblematiek. Om optimale zorg te kunnen blijven leveren en desondanks de kosten in de hand te houden hebben we besloten het roer om te gooien. Wij zien het multifunctionele centrum Nieuw Tamarinde als een kans om, door de zorg op een andere manier te organiseren, invulling te geven aan onze filosofie dat zorg vooral op wijkniveau moet worden aangeboden.” Na een ingrijpende verbouwing komen nu alle belangrijke gezond heidsdisciplines samen. Het gebouw huisvest poliklinieken van het St. Antonius Ziekenhuis, een huisartsenpost, een apotheek, een praktijk voor fysiotherapie en een bloedafnamepunt van het diag nostisch centrum Saltro, naast verpleegafdelingen voor Geriatrische Revalidatiezorg, inclusief Parkinson0unit, en Psycho-Geriatrischeafdelingen. En het is, niet het minst belangrijk, de uitvalsbasis voor de gespecialiseerde verpleegkundigen en de wijkteams van Careyn.
7
Bovendien biedt het welzijnsvoorzieningen voor de bewoners en de wijkbewoners .
Concentratie Het idee dat de fysieke concentratie van zorgdisciplines leidt tot meer samenwerking en – dus – een beter zorgaanbod, bewijst zich in de praktijk, constateert Ostendorf. “Nog niet iedereen werkt samen zoals we dat graag zien, maar er zit ontwikkeling in. Het gaat met kleine stapjes. Zorgverleners zijn autonome professionals, in het algemeen redelijk eigenwijs. Ze kijken graag de kat uit de boom. Het is ook een cultuurkwestie. Mensen moeten elkaar leren kennen en dat heeft tijd nodig. Maar de panelen zijn aan het schuiven. De zorgverleners vinden elkaar op inhoud, op hun gezamenlijke expertise. Ze zien met eigen ogen dat de concentratie van zorgdisciplines de samenwerking bevordert en dat de cliënt daardoor betere zorg krijgt. En dat motiveert enorm, omdat elke zorgverlener zijn cliënten de beste zorg wil bieden.”
Systemen Praktische problemen willen de beoogde samenwerking nog wel eens lastig maken. Zo hebben alle zorgaanbieders hun eigen systemen die meestal amper met elkaar communiceren. Mede daardoor heeft het multifunctionele centrum Nieuw Tamarinde drie balies, in plaats van de ene die Careyn voor ogen stond. Bovendien is de financiering een punt van zorg, aldus Ostendorf: “De
Samen
werkt’t
beter
B LO E P U N DA F N A M ET
W E T H O U D E R E V E R H A R DT J U I C H T O N T W I K K E L I N G N I E U W TA M A R I N D E TO E
“Goede kansen, maar het moet nog groeien”
De Utrechtse wethouder Victor Everhardt van Welzijn en Volks gezondheid juicht de ontwikkeling van Nieuw Tamarinde tot multif unctioneel gezondheidscentrum toe. “Maar de lakmoes proef is natuurlijk: wat schieten de Overvechters er mee op?” Voor wethouder Everhardt is de ontwikkeling van Nieuw Tamarinde als multifunctioneel gezondheidscentrum een stap naar betere zorg voor de Utrechters in het algemeen en de Overvechters in het bijzonder: “Ik begrijp de richting die Careyn hiermee heeft gekozen. Iedereen wil het liefst zo lang mogelijk zelfstandig in zijn eigen huis blijven wonen; de komst van Nieuw Tamarinde als multifunctioneel gezondheidscentrum midden in Overvecht helpt daarbij. Careyn neemt als zorginstelling haar verantwoordelijkheid en geeft met Nieuw Tamarinde vorm aan een nieuwe tijdgeest.” De meerwaarde van Nieuw Tamarinde moet zich echter nog bewijzen, meent Everhardt. “De vraag is nu natuurlijk: komt de beoogde samenwerking tussen de zorgverleners echt op gang en profiteren de buurtbewoners daarvan? Hoeven ze niet meer langs twintig loketten, maar kunnen ze voortaan bij één loket terecht? Krijgen ze thuis betere zorg op maat? Ook ben ik benieuwd hoe de zorgprofessionals deze manier van werken ervaren. Zij willen allemaal de beste zorg leveren, maar weten ze elkaar ook te vinden om dat te bewerkstelligen?” De gemeente heeft een beperkte rol bij de ontwikkelingen in Overvecht, aldus de wethouder: “De zorginstellingen en de zorgprofessionals zijn nu aan zet. Het initiatief ligt bij hen. De gemeente ondersteunt en faciliteert.” “Nieuw Tamarinde biedt goede kansen, maar het moet allemaal nog groeien en echt op gang komen. Succes is niet gegarandeerd, maar ik zie wel bewegingen die me het vertrouwen geven dat het de goede kant op gaat. Als wethouder sta ik vooral naast de wijkbewoners en beoordeel ik Nieuw Tamarinde op het resultaat: wat is de toegevoegde waarde voor de inwoners van Overvecht? Dat is wat mij betreft de echte lakmoesproef.”
HUIS P OS A R T SEN T -
Patiënt bij een van de huisartsen
verzekeraars zijn niet ingericht op deze manier van samenwerken. Wij bieden integrale zorg, maar de financiering van de zorg kent dat niet en is daardoor sterk verkokerd. Dat betekent dat we vaak met verzekeraar Achmea aan tafel moeten om plannen en voorstellen toe te lichten en inzichtelijk te maken dat samenwerken echt goedkoper is. Gelukkig staat de verzekeraar daar voor open.” Intussen beginnen ook de wijkbewoners in de gaten te krijgen hoe het werkt in het nieuwe Nieuw Tamarinde, ziet Ostendorf. “Mensen lopen makkelijk even binnen. Niet alleen als ze ziek zijn, ook voor een hapje en een drankje in het café. Nieuw Tamarinde is een sociaal ontmoetingspunt in de wijk. En omdat alle belangrijke zorgvoorzieningen bij elkaar zitten, is het voor cliënten makkelijk om bijvoorbeeld even snel bloed af te laten nemen, bij de diëtiste binnen te lopen voor een voedingsadvies of na een bezoek aan de huisarts meteen naar de polikliniek te stappen. Onze wijkteams weten wat er leeft in de wijk en kunnen daar, samen met de andere zorgverleners, op inspelen. In Nieuw Tamarinde leveren we zorg zoals het is bedoeld: dicht bij de mensen, midden in de wijk.”
Werkdruk “Wij wilden geen top-down benadering: hier is het plan, daar is het geld, ga er maar mee aan de slag. Nee, we vonden dat het vanaf de werkvloer, vanuit de professionals zelf, moest komen. Daarom zijn we begonnen bij de zorgverleners zelf: waar hebben jullie behoefte aan? Uit die gesprekken kwam een enorme druk naar voren. Zorgverleners willen allemaal namelijk maar één ding: mensen helpen. Dat doen ze naar vermogen. Maar ze zien natuurlijk ook dat veel gezondheidsproblemen in Overvecht diepere oorzaken hebben. Ze zijn alleen niet in staat er wat aan te doen, omdat dat buiten hun terrein ligt.”
8
PR A K F YS T IJK I OT H ER A
PI E
P ROJ EC TM A N A G E R D E G E ZO N D E W I J K J U D I T H VA N D E M A S T
Fysiotherapie
“Daarom hebben wij eigenlijk niets anders gedaan dan de eerstelijns en tweedelijns zorgprofessionals én de hulpverleners in de wijk met elkaar in contact gebracht. Gewoon, met elkaar om tafel zitten en vertellen wat je doet en wat je bezighoudt. Ze kenden elkaar niet, ze wisten soms amper van elkaars bestaan. Geleidelijk is daardoor begrip tussen verschillende professionals en disciplines ontstaan, waardoor samenwerking op gang is gekomen. Bovendien zijn onder auspiciën van de gemeente, de welzijnsorganisaties en de eerstelijnszorg allerlei activiteiten van start gegaan, die beoogden om de wijkbewoners letterlijk en figuurlijk in beweging te krijgen.”
Nieuw Tamarinde “Careyn heeft zich hierbij met Nieuw Tamarinde aangesloten. Het is natuurlijk fijn dat er in een wijk een fysieke locatie is, voor velen letterlijk naast de deur, waar mensen en activiteiten samen kunnen komen. Bovendien sluit het dienstenpakket van Careyn goed aan op wat de wijkbewoners nodig hebben aan zorg. Dat helpt allemaal. Tegelijk gaat “De Gezonde Wijk” verder en is het project veel breder dan alleen het gebouw Nieuw Tamarinde, de zorg die daar geboden wordt en de activiteiten die er plaatsvinden.” “Het bijzondere van “De Gezonde Wijk” is dat we eigenlijk alles hebben gerealiseerd binnen de bestaande financieringsvormen. Dat vergde wel eens wat creatief rekenwerk, maar het is bewezen dat het kan. Ik bracht in ieder geval geen grote zak geld mee, zoals zorgverleners in het begin soms dachten. Achmea heeft alleen mijn uren als projectmanager betaald, zoals ook de gemeente een project manager heeft betaald.” “De resultaten zijn desondanks behoorlijk indrukwekkend. Gezondheid en welzijn vallen lastig te kwantificeren, maar we kunnen met
9
“Alles draait om verbinden van mensen” Judith van de Mast was tot 1 januari 2014 projectmanager van “De Gezonde Wijk” namens verzekeraar Achmea. In Overvecht probeertt Achmea samen met de gemeente met een keur aan maatregelen en activiteiten de gezondheid van de wijkbewoners te verbeteren. Nieuw Tamarinde speelt hierin ook een rol. “Overvecht is een krachtwijk waarvan veel inwoners kampen met meerdere, vaak sociaal-economisch gerelateerde problemen. Dat zie je terug in de gezondheidsstatistieken. Als je niet lekker in je vel zit omdat je geen werk hebt of in scheiding ligt, leef je minder gezond en voel je je ook sneller ziek. Meer dan gemiddeld stappen Overvechters naar de huisarts. Het is nu eenmaal makkelijker om de dokter een pilletje te vragen dan een nieuwe baan te vinden.” “Wij zijn een voormalig ziekenfonds; veel Overvechters zijn vanouds onze cliënten en wij voelen ons voor hen verantwoordelijk. We wisten al langer dat veel gezondheidsklachten eigenlijk welzijnsgerelateerd zijn. Als je de gezondheid van de Overvechters wilt verbeteren – en tegelijk de kosten van de zorg wilt beheersen – moet je dus breder kijken dan alleen gezondheidszorg. Daarom hebben we, samen met de gemeente, in 2008 besloten tot een aanpak, waarbij we op een breed front hebben samen gewerkt om de problemen in de wijk aan te pakken. Dat is de “De Gezonde Wijk” geworden, aanvankelijk een proefproject waarbij we geprobeerd hebben de grenzen tussen gezondheidszorg en welzijn af te breken.”
Samen
werkt’t
beter
APO
T HE
EK
De apotheek
Jorr it H off
zekerheid zeggen dat de zorgprofessionals in de wijk zich gezonder en prettiger voelen en dat de wijkbewoners minder beroep doen op de gezondheidszorg. Dat stemt tot grote tevredenheid, want het was voor ons een sprong in het diepe. Wij hadden geen idee waar we aan begonnen en het hele project had dus ook kunnen mislukken.” “Maar het succes is zo groot, dat de gemeente en Achmea hebben besloten nog vier jaar door te gaan met “De Gezonde Wijk”. Inmiddels is het concept ook ingevoerd in andere Utrechtse wijken en andere steden. Het is in wezen natuurlijk ook zo simpel als wat. Alles draait om het verbinden van mensen.”
Op de been “Veel potentie heeft de Short Stay Unit, waar Parkisonpatiënten maximaal zes weken kunnen verblijven. Het idee is dat patiënten die thuis vastlopen via een korte, intensieve behandeling weer op de been worden geholpen. De patiënt wordt omringd door specialisten uit alle relevante disciplines en krijgt als het ware een grote beurt. Daarna kan hij in principe weer naar huis, waarmee definitieve opname in het verpleeghuis wordt uitgesteld. Dat is beter voor de patiënt en het scheelt geld. Op langere termijn kan de Short Stay misschien een deel van de ziekenhuiszorg overnemen. Een ziekenhuis met al zijn drukte is namelijk niet de meest optimale omgeving voor Parkinsonpatiënten.” “We zijn nog maar net begonnen met de Short Stay Unit en nog niet alles loopt op rolletjes. Er zijn wat logistieke problemen, we kunnen meer patiënten plaatsen en ook op administratief gebied zijn er hobbels. Maar ik zie dat het gaat leven, zowel bij de zorgprofessionals als bij het management. Iedereen wil natuurlijk iets betekenen voor de patiënt en men zíet de winst van deze aanpak.”
Expertisecentrum “Op langere termijn denk ik dat we groeien naar een situatie waarin, verspreid over het land, een aantal regionale expertisecentra voor Parkinson ontstaan. Parkinson is al langere tijd een specialisme van het Antonius Ziekenhuis. In Nieuw Tamarinde doen we nu ervaring op met deze vorm van intensieve multidisciplinaire samenwerking. Nieuw Tamarinde kan daardoor uitgroeien tot regionaal expertisecentrum voor Parkinson, waarvan ook zorgverleners van andere ziekenhuizen en zorginstellingen gebruik van kunnen maken.”
NEURO LO O G J O RRIT H O F F
“Nieuw Tamarinde biedt maatwerk voor Parkinsonpatiënt” Neuroloog Jorrit Hoff van het St. Antoniusziekenhuis in Utrecht en Nieuwegein is gespecialiseerd in de behandeling van Parkinson patiënten. In Nieuw Tamarinde houdt hij een dag per week spreekuur op de polikliniek Neurologie. Hij werkt onder meer nauw samen met de gespecialiseerde Parkinsonverpleegkundigen van Careyn. Een cruciale rol speelt de Short Stay Unit, waarmee opname van Parkinsonpatiënten in een verpleeghuis wordt uitgesteld. “Parkinson is een ingewikkelde ziekte, die raakt aan alle aspecten van lichaam en geest. Bovendien is elke patiënt anders. Dat maakt de behandeling van en zorg voor Parkinsonpatiënten ingewikkeld, omdat je altijd naar de hele patiënt kijkt; iedere behandeling is maatwerk.” “Eigenlijk kun je alleen goede zorg verlenen in een multidisciplinair team; van neuroloog tot fysiotherapeut, van maatschappelijk werker tot logopedist, van gespecialiseerd verpleegkundige tot ergotherapeut. Het voordeel van Nieuw Tamarinde is dat al die disciplines er bij elkaar zitten. We kunnen een heel gericht traject aanbieden. Praktisch is het ook makkelijk, want de lijnen zijn kort. In de lunchpauze loop ik snel even naar boven om met het behandelteam over een patiënt te overleggen.”
10
I N G R I D W I N DM E I J E R: “ W E M O E T E N I N KO R T E T I J D I N SP E L E N O P D E P O L I T I E K E E N M A AT S C H A P P E L I J K E O N T W I K K E L I N G E N ”
Teams lopen zich warm voor professionele sturing
De zorg moet weer centraal komen te staan. De regie moet terug naar de medewerkers om de begeerde samenredzaamheid te organiseren. Dat is een enorme klus, waarvoor we alle zeilen moeten bijzetten. Van groot naar klein binnen groot Ingrid Windmeijer, als transitiebestuurder belast met de invoering van professionele sturing bij de teams in de wijken en zorgcentra van Careyn, weet wat eraan schort en wat er moet gebeuren. Op een inspiratiebijeenkomst in Woerden zei ze het zo: “Het zorgproces is verregaand verbureaucratiseerd en iedereen is ontevreden, de klanten, de medewerkers en de verwijzers. We willen van groot naar klein binnen groot, met een platte organisatie en goedkopere, betere zorg. Dat doen we door af te slanken en duurzaam te verbeteren. De teams in de wijken
11
en op de locaties krijgen de regie. Voor alle duidelijkheid: niet de leiding, ze werken binnen duidelijke kaders. Deze kanteling vraagt om een wij-cultuur. Die moeten we niet van bovenaf opleggen, maar van onderaf laten opbouwen door de professionals.”
Organisatietalent Ingrid vertelt enthousiast over haar ervaringen met kleine zelfsturende teams. “Vijfennegentig procent van de medewerkers is vrouw en bewijst dagelijks thuis over organisatiet alent te beschikken. Waarom zouden zij dat op het werk niet kunnen?”
De transitiebestuurder benadrukt dat regie iets anders is dan zelfbestuur. Het werkt volgens haar alleen met duidelijke randvoorwaarden, zoals een heldere visie op de zorg en de doelgroepen, dito kaders, liefst opgesteld in samenspraak met de medewerkers. En gezond verstand uiteraard. Als voorbeeld wijst zij op het achterwege laten van schuifdeuren in woningen van mensen met dementie. Een gewone deur begrijpen zij veel beter. Andere succesfactoren zijn minder bureaucratie, meer kleinschaligheid en eenvoudiger werken. Ingrid: “We maken het zelf ingewikkeld. Maak een duidelijke taakverdeling en geef de teams de ruimte. En ga uit van vertrouwen. Onze teams krijgen een eigen budget en bankrekening. Het zal je verbazen hoe zuinig ze daarmee omgaan.” Slimme ICT en een goed georganiseerd servicebureau waar de teams met alle v ragen terecht kunnen, zorgen voor de ondersteuning. Andere randvoorw aarden zijn goede communicatie met de klant en zorgv uldig samengestelde teams waarin verschillende competenties aanwezig zijn. “Verder is het vooral een kwestie van lef en doen”, besluit Ingrid.
Samen
werkt’t
beter
RONDE TA FEL V E R Z E K E R A A R , G E M E E N T E E N ZO RG A A N B I E D E R OV E R V E R N I E U W I N G VA N ZO RG:
Hervorming dwingt samenleving tot meer verantwoordelijkheid en samenwerking
Marga de Goeij
Dirk Pons
Vanaf 1 januari is alles anders in de zorgland. Nou ja, alles: veel. De langdurige zorg gaat volledig op de schop. Een zorgbestuurder benoemde het in zijn nieuwjaarstoespraak onlangs als: “de verzorgingsstaat wordt opgeblazen.” Dat is misschien wat overtrokken, feit is dat de burger in het vervolg meer zelf moet doen en betalen en minder eenvoudig een beroep kan doen op collectieve voorzieningen als hij ondersteuning of zorg nodig heeft. Meer voor minder is het nieuwe adagium, van rechten claimen naar eigen verantwoordelijkheid en zelfregie.
De stelselherziening heeft niet alleen gevolgen voor de burger, ook de zorgaanbieders, de gemeenten en de verzekeraars krijgen andere rollen door de hervorming van de langdurige zorg. Minder geld, nieuwe taken, anders werken. Op uitnodiging van de redactie lieten aan de vooravond van uur U drie betrokkenen hun licht schijnen over de historische tour de force onder leiding van staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA): Dirk Pons, directeur Zorg van zorgverzekeraar DSW, Marga de Goeij, wethouder Zorg en Welzijn van de gemeente Westland en Marjolein van Bommel, regiomanager Delft, Westland, Oostland en Hoek van Holland bij Careyn.
Mensen willen in hun eigen omgeving wonen Dirk Pons heeft begrip voor de hervorming. De AWBZ (Algemene wet bijzondere ziektekosten) dateert van 1968 en is in de loop der jaren “vervuild” geraakt met allerlei zaken die er niet in thuishoren. “Oorspronkelijk was de wet bestemd voor onverzekerbare zorg. Daar hoort bijvoorbeeld de thuiszorg niet bij. Door de uitbreiding van de vergoedingen rijzen de kosten de pan uit en is de uitvoering van de wet onbetaalbaar geworden. Bezuinigen is onvermijdelijk.” Maar bezuinigen is volgens hem niet de enige reden voor de hervorming. Het kabinet
Marjolein van Bommel
speelt er ook mee in op de veranderende samenleving. “Mensen willen niet meer in een traditioneel verzorgingshuis wonen als ze krakkemikkig worden. Zij willen in hun eigen omgeving blijven wonen, liefst thuis. Ook daar hebben zij zorg en ondersteuning nodig. Vandaar de decentralisatie. Het is wel een hele uitdaging voor de partijen die erbij betrokken zijn om dat te organiseren, zeker omdat het gepaard gaat met forse bezuinigingen. Als verzekeraar zijn we graag bereid mee te denken en te helpen, ook als we er strikt genomen niet meer verantwoordelijk voor zijn. Het gaat om de klant. Maar er wordt wel heel erg veel tegelijk overhoop gehaald. Enige fasering was beter geweest.”
Er zitten allerlei tegenstrijdig heden in de aanpak Marga de Goeij, wethouder zorg en welzijn van de Gemeente Westland weet er alles van. Het rijk zadelt de gemeenten op met een enorme opgave, vindt zij. De beweging als zodanig juicht zij toe. “Het dwingt de samenleving tot meer eigen verantwoordelijkheid en samenwerking. Dat is prima. De zorg en aandacht aan de overheid overlaten is een slechte zaak. Het moet uit de mensen zelf komen.”
12
Over de manier waarop Den Haag de decentralisatie vorm geeft, is de wethouder minder te spreken. “Er zitten allerlei tegenstrijdigheden in de aanpak. Enerzijds moeten ouderen bijvoorbeeld langer zelfstandig blijven wonen, tegelijkertijd wordt er fors bezuinigd op ondersteuning. Dat maakt het de gemeenten wel erg lastig. Door het afbouwen van de verzorgingshuizen en de bezuinigingen op huishoudelijke hulp, dagbesteding, enz. heeft het rijk veel paniek gezaaid onder bevolking. De gemeenten en zorgaanbieders moeten het vervolgens aan de mensen uitleggen. Dat is niet erg chic. Desondanks vertrouwt de CDA-wethouder op een goede afloop, zeker in de gemeente Westland. “Onder druk wordt alles vloeibaar”, stelt zij monter. “Staatssecretaris Van Rijn heeft de crisis slim benut om de mensen in beweging te brengen. Dat is hard nodig, want, eerlijk is eerlijk, we hebben het wel erg ingewikkeld gemaakt. Zorg en ondersteuning zijn fragmentarisch en ver van de mensen georganiseerd. Dat kan veel beter.” De gemeente Westland zoekt daartoe nadrukkelijk de samenwerking met andere partijen om de samenhang te versterken. In de oude situatie werd teveel per product gekeken, nu meer naar de effecten en de leefbaarheid. Net als veel andere gemeenten gebruikt de gemeente Westland 2015 als overgangsjaar om de samenwerking te organiseren en goed te luisteren naar wat de mensen nodig hebben om zelfredzaam te blijven. De Goeij: “De inwoners houden de huidige kwaliteit van zorg. We bezuinigen vooralsnog niet op het pgb, de huishoudelijk zorg en de continuïteit van zorg. Het tekort als gevolg van de kortingen van Den Haag bedraagt pakweg 2 miljoen euro. Dat betalen we uit eigen zak. Dat geeft lucht om ons goed voor te bereiden, maar ik besef dat niet iedere gemeente zich dat kan permitteren, Westland ook maar even trouwens.”
Overhevelingen maken het lastig om financiële plaatje rond te krijgen. Ook Careyn heeft de handen vol aan de veranderingen. Regiomanager Marjolein van Bommel: “Voorheen konden we “gewoon” zorg leveren op basis van de indicatie van het CIZ. Nu moeten we zelf indiceren wat er nodig en mogelijk is aan ondersteuning en zorg. Dat is op zichzelf een verbetering, maar ook het vertrekpunt is veranderd. De vraag is niet meer: wat voor zorg heeft u nodig, maar: wat kunt u nog zelf en wat kunnen de
13
kinderen en mantelzorgers doen? Dat vraagt om een cultuuromslag, zowel bij de klanten als bij de medewerkers. De eigen kracht is uitgangspunt. Door de overhevelingen vanuit de AWBZ naar de WMO en de Wet langdurige zorg (Wlz) en de eigen bijdrage is het bovendien lastig om het financiële plaatje compleet te hebben. We gaan de komende tijd vooral erg goed op onze bestaande en nieuwe klanten letten. Klanten weigeren is geen optie. We hebben afgesproken dat we de schaarste zo eerlijk mogelijk gaan verdelen, zodat er geen mensen in de kou komen te staan.”
De solidariteit staat zwaar onder druk Of de hervorming van het zorgstelsel slaagt hangt volgens Pons vooral af van de samenwerking tussen de partijen. In dat licht is de scheiding van de financieringsstromen een gemiste kans, vindt hij. Daardoor dreigt versnippering. “Als de ene partij iets nalaat, krijgt de ander het op zijn bordje. Als we integrale zorg en participatie willen, moeten we ook de financiële schotten slechten.” “Samenvoegen van de stromen is helaas niet mogelijk door de ingewikkelde combinatie van publieke en private financiering. Daarbij komt dat sommige verzekeraars zo groot zijn dat ze te veel macht krijgen. De marktwerking is fout gegaan in de zorg. De vraag hoe we het samen voor de burger zo goed mogelijk kunnen regelen moet leidend zijn. Dat we een groter beroep op de eigen kracht en de mantelzorg, voordat we collectief zorg bieden is prima. We zijn de afgelopen decennia te verwend geweest. Maar dan moeten die collectieve voorzieningen wel erg goed zijn. De solidariteit staat zwaar onder druk. We moeten oppassen dat sommige groepen de
zorg niet meer kunnen betalen. Nu al zijn we gemiddeld een kwart van ons inkomen kwijt aan zorg. Dat vind ik zorgelijk.” De Goeij zet naast samenwerking in op het mobiliseren van de samenleving. “De familiebanden zijn van oudsher sterk in het Westland. Datzelfde geldt voor de sociale netwerken in de dorpen. Die moeten we koesteren en waar nodig verder versterken. Om de samenwerking te bevorderen hebben we het masterplan zorg uitgebreid met welzijn. Op termijn verbreden we verder naar wonen. Verder hebben we onlangs een conferentie belegd voor organisaties en instellingen om te horen wat er leeft en nodig is. De praktijk is de beste inspiratiebron voor beleid. We moeten bereid zijn om over onze eigen grenzen te kijken, kennis te delen en in elkaar te investeren.
De starre wet- en regelgeving frustreert de samenwerking Maar ook op dat punt is de praktijk weerbarstig, legt Pons uit. “De starre wet- en regelgeving frustreert de samenwerking. Gemeenten moeten zich houden aan aanbestedingsregels en de zorgverzekeraars zijn met handen voeten gebonden door de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het basispakket is volledig dichtgetimmerd. En de Wet langdurige zorg (WlZ) is volledig gebaseerd op indicaties en prestaties. Kortom, de vrije regelruimte is 0. Dat maakt het moeilijk om de samenwerking te organiseren.” Marjolein van Bommel pleit ervoor om vooral gebruik te maken van wat er al is. “In het Westland zijn veel ketens, onder andere voor dementie en palliatieve zorg. Dat zijn goede ontmoetingsplaatsen waar we op voort kunnen bouwen.
Samen
werkt’t
beter
SP EC I A L I S T I S C H E V E R P L E EG K U N D I G E H E E F T D E TO E KO M S T
Steeds meer vraag naar
Marije Zijlstra terwijl ze de centrale lijn op de borst van meneer Hoogeveen inspecteert en de verbindingen reinigt.
Specialistische verpleegkundige zorg wordt steeds belangrijker. De vergrijzing leidt tot meer vraag naar complexe zorg. Voor patiënten is het plezierig als medische handelingen zoveel mogelijk thuis kunnen plaatsvinden. Ook hebben specialistisch verpleegkundigen steeds vaker een brugf unctie tussen ziekenhuis en thuissituatie. Specialistische zorg is een groeisector binnen Careyn. Alleen al in de regio Utrecht werken meer dan zestig gespecialiseerde verpleeg kundigen, op het terrein van oncologie, long, diabetes, wond- incontinentie en stoma, CVA, de ziekte van Parkinson, dementie, thuiszorgtechnologie en praktijkondersteuners huisartsen. Deze gespecialiseerde verpleegkundigen werken nauw samen met de huisartsen en met hun collega’s van de wijkteams. Die samen werking verbetert de kwaliteit van de zorg voor de klanten. Dankzij gespecialiseerde verpleegkundigen kan bijvoorbeeld palliatieve zorg thuis plaatsvinden. “Thuis te kunnen sterven, geeft patiënten en hun familie veel troost. Iedereen zou dat zo willen,” zegt regiomanager Specialis tische Zorg Angelique Hoogduin. Ook in minder
dramatische omstandigheden zijn er grote voordelen aan het verplaatsen van zorg uit het ziekenhuis. Teammanager Specialistische Zorg, Rosan van der Aa vertelt over een meisje (15) dat twee maal per dag intraveneus antibiotica krijgt. “Vroeger moest je daarvoor twee weken in het ziekenhuis liggen, nu doet de specialistisch verpleegkundige het thuis.”
Samenwerken Het toenemende belang van specialistische verpleegkundige zorg is toe te schrijven aan een paar factoren, de vergrijzing in de eerste plaats. Het aantal mensen met een chronische ziekte (CVA, diab etes, COPD) neemt toe, evenals het aantal mensen met multi-morbiditeit (meerdere chronische ziekten). Daarnaast past specialistische verpleegkundige zorg in het overheidsbeleid. Waar mogelijk moet zorg verschuiven van de tweede naar de eerste lijn en van de eerste lijn naar de informele zorg. De rode draad in al deze ontwikkelingen is samenwerken. Zowel binnen de eigen organisatie als organisatie overschrijdend. “Samenwerken tussen verschillende professionals leidt tot meer kwaliteit en minder kosten,” zegt Hoogduin. Zo kan de wijkverpleegkundige een collega inroepen die is gespecialiseerd in wond-incontinentie, na afstemming over de behandeling trekt de specialistisch verpleegkundige zich weer terug. Steeds meer verpleegkundigen werken op het snijvlak van de eerste en tweede lijn, de zogenoemde transmurale zorg. In Careyn Nieuw Tamarinde in
14
complexe zorg Utrecht is bijvoorbeeld een transmuraal centrum waarbij verpleegkundigen werken in het ziekenhuis en in de thuiszorg. “Zo houden de longverpleegkundige en de Parkinsonverpleegkundige spreekuren naast de specialisten van het St. Antonius Ziekenhuis, maar ze doen ook huisbezoeken. In de thuissituatie is er ook contact en uitwisseling met de huisarts en de wijkverpleging. Zo is er een vloeiende lijn van het ziekenhuis naar thuis,” zegt Hoogduin. Van der Aa vult aan dat de thuisbezoeken van grote meerwaarde zijn. “Je ziet thuis hele andere dingen dan op de poli. Dat kan te maken hebben met energie, dat iemand zich bijvoorbeeld flink heeft opgepept voor het bezoek aan de dokter en zegt dat het best goed gaat. Of dat iemand zegt dat hij niet rookt, terwijl je thuis kunt ruiken dat er wel degelijk wordt gerookt.” De transmuraal werkende verpleegkundigen worden door Careyn en het St. Antonius Ziekenhuis gezamenlijk gefinancierd.
Kwetsbare ouderen Met het UMC werkt Careyn samen in het project Transmurale Zorgbrug. Dat is erop gericht om risico’s bij ouderen in kaart te brengen. Hoe kwetsbaar is een cliënt? “Een gebroken arm kan een teken zijn dat een oudere een verhoogd valrisico heeft. Dan moet er in de thuissituatie ook iets gebeuren,” verklaart Hoogduin. “We zetten
een gespecialiseerd verpleegkundige ouderenzorg in die op huisbezoek gaat en zorgt voor een warme overdacht aan de thuiszorg. Deze aanpak heeft zichzelf bewezen en zou ook op andere plaatsen goed kunnen werken.”
Expertisecentrum Samenwerken, informatie uitwisselen, scholing. Het zijn sleutelwoorden voor de aanpak van het Team Specialistische zorg dat langzaam maar zeker het karakter krijgt van een verpleegkundig expertisecentrum. Zo werken de specialistisch verpleegkundigen nauw samen met de wijkteams die hun deskundigheid kunnen inroepen. “Ons motto is generalisatisch waar het kan, specialistisch waar het moet”, zegt Hoogduin. Zo houden de specialisten workshops en trainingen voor hun generalistische collega’s. Binnen het expertisecentrum worden best practices verzameld en uitgedragen. “Werkwijzen die op de ene locatie goed werken, kunnen op andere plaatsen ook worden ingevoerd. We hebben al veel kennis op het gebied van specialistische zorg en dat willen we nog verder uitbouwen. Voor de huisartsen en specialisten willen we een gesprekspartner zijn die goed kan meepraten. De complexe zorgvraag neemt immers toe, specialistisch verpleegkundigen zijn daarbij cruciaal.”
“Steeds een stukje vrijheid terug knabbelen” Dankzij de inzet van technologische
thuiszorg
kon
Bert
Hoogeveen (50) na bijna drie
het ziekenhuis op zoek zou gaan naar een plaats in een verpleeghuis. Toen knapte er iets. “Ik heb die dokters op z’n Hollands laten weten wat ik ervan vond en dat was
maanden in het ziekenhuis eindelijk weer naar huis. Het leven van meneer Hoogeveen veranderde ingrijpend nadat hij vorig jaar een darminfarct kreeg, veroorzaakt door draaiing van de darm. Twee maal werd hij geopereerd, de situatie was zo ernstig dat kinderen en familie al afscheid hadden genomen. Meneer Hoogeveen knapte gelukkig op, maar zijn darmen zijn verwijderd, hij heeft een s toma en is voor voeding afhankelijk van een infuus. Dertien weken lang lag meneer Hoogeveen in het ziekenhuis. Soms was hij de wanhoop nabij, vertelt zijn vrouw Connie Jacobs. “Bert dacht dat hij er nooit meer l evend uit zou komen.” Het dieptepunt kwam toen een co-assistent terloops zei dat
15
niet positief.” Na deze crisis kreeg het AMC de supervisie en werden de verpleegkundigen van Careyn Specialistisch Team Midden Nederland (Team STMN) ingeschakeld. Eén van hen is Marije Zijlstra. Ze vertelt over de gedetailleerde afspraken die het Team maakte met het AMC om de zorg te kunnen verplaatsen naar huis. Juist omdat de situatie van meneer Hoogeveen zeer complex was. “We hebben secuur vastgelegd wat de vereiste zorg is en welke handelingen en medicijnen daarbij horen.” Voor meneer Hoogeveen gloorde eindelijk de thuiskomst.
“We staan nu weer grotendeels op eigen benen” Marije en Bert
In de eerste maanden kwam er twee keer per dag een verpleegkundige aan huis die is gespecialiseerd in technologische thuis-
Samen
werkt’t
beter
Foto rechterpagina. Longarts Hans-Jurgen Mager en longverpleegkundige Angelique Stringa
zorg. ’s Avonds om het infuus met voeding en medicijnen aan te sluiten, ’s morgens om het af te koppelen en om de zak met vocht aan te sluiten. Meneer Hoogeveen verzorgde zelf zijn stoma. Al snel bleek dat hij zelf ook handig was met de andere technische hulpmiddelen. “Van de specialistisch verpleegkundigen heb ik geleerd wat ze allemaal deden met het infuus. Je wilt tenslotte weten wat er allemaal gebeurt aan je lijf.” De volgende stap was dat meneer Hoogeveen nog één keer een paar dagen naar het ziekenhuis moest voor een intensieve cursus om zelf de infusen te kunnen aansluiten. Nu is de zorg van Team STMN afgebouwd naar eenmaal per week. “Je hebt telkens een stukje vrij-
heid terug geknabbeld,” zegt Zijlstra terwijl ze de centrale lijn op de borst van meneer Hoogeveen inspecteert en de verbindingen reinigt. Het is cruciaal dat dit onder steriele omstandigheden gebeurt, vertelt ze. “De lijn zit in de grote ader en wordt opgeschoven tot in het hart. Vandaar wordt de voeding onmiddellijk in het lichaam gepompt.” Meneer Hoogeveen kent ook deze handelingen intussen als geen ander. “Je weet er net zo veel van als wij,” zegt Zijlstra. Hij beaamt het. “Misschien kan ik dit straks ook zelf, al is het een vervelende plek om zelf te bekijken, zo hoog op de borst.” Voor zijn vrouw is een verpleegkundige taak niet weggelegd, zij is geopereerd aan haar vingers en heeft
daardoor zelf de nodige beperkingen. “We zitten wel in de prijzen,” zegt ze met een flauwe glimlach. Meneer Hoogeveen realiseert zich dat het leven niet meer zo wordt als vroeger. Hij heeft minder energie en de intraveneuze voeding en medicijnen brengen beperkingen met zich mee. Maar hij en zijn vrouw zijn blij dat ze hun dagelijks leven weer zelf in de greep hebben. “De ondersteuning van de thuiszorg was belangrijk, ook menselijk gesproken. We kunnen nu grotendeels op eigen benen staan, maar als het nodig is kunnen we altijd hulp inroepen.”
Een vloeiende lijn tussen ziekenhuis en thuis Ze kunnen lezen en schrijven met elkaar, longarts Hans-Jurgen Mager en longverpleegkundige Angelique Stringa. Wekelijks houden ze naast elkaar spreekuur op de poli van het St. Antonius Ziekenhuis in Careyn Nieuw Tamarinde. Ze werken al jaren samen, maar sinds januari ook transmuraal voor een vloeiende overgang tussen de eerste en twee lijn. Zorg Thuismedewerkers roepen geregeld de deskundigheid van Stringa in. Onlangs bijvoorbeeld bij een terminale patiënt die erg benauwd was. “Dan loop ik samen met de thuiszorg-verpleegkundige de medicatie en de zuurstofpomp na, al dan niet in overleg met de longarts of de huisarts. Als alles goed is ingeregeld, kan de algemeen verpleegkundige weer zelfstandig verder.” De longverpleegkundigen houden ook geregeld workshops om hun collega’s bij te scholen. Dankzij de nauwe samenwerking kunnen zowel Stringa als Mager efficiënt werken en patiënten beter behandelen, vertelt Mager. “Als longarts heb je beperkt tijd voor een patiënt. Je bespreekt het ziektebeeld en het
behandelplan. De verpleegkundige kan veel meer de diepte in en adviseren over voeding, leefregels en bewegen. We hebben ook een scala aan medicijnen, pufjes en apparaatjes. De verpleegkundige kan met patiënten oefenen en kijken wel apparaat het beste voor hem werkt.” Tijdens het spreekuur lopen ze geregeld bij elkaar naar binnen. “Als ik zie dat het met een patiënt niet zo goed gaat, vraag ik of Hans-Jurgen even kijkt. Hij beoordeelt dan meteen of het nodig is om bijvoorbeeld een kuur te geven,” vertelt Stringa. Mager vult aan dat een aanzienlijke groep patiënten niet altijd goed omgaat met de medicijnen. “Als het selfmanagement niet overhoudt, is het goed als de longverpleegkundige een vinger aan de pols houdt. Hetzij
op de poli, met bezoek thuis of via beeldzorg op de iPad. Als ik een patiënt zie waarvan ik denk dat hij maar wat rommelt met de pufjes zorg ik dat hij nog even bij Angelique langs gaat.”
Thuis zie je hoe “ het echt gaat met een patiënt” COPD-patiënten worden waar mogelijk behandeld in de eerste lijn. Naast de longarts werkt Stringa daarom ook nauw samen met de huisartsen en hun praktijkondersteuners. Op dinsdag ziet ze patiënten in het ziekenhuis, op vrijdag houdt ze huisbezoeken. De toegevoegde waarde is groot. “In de thuis situatie kun je vaak beter beoordelen hoe het echt met mensen gaat. Bij COPD kun je door tijdig ingrijpen soms voorkomen dat patiënten een longaanval krijgen en in het ziekenhuis terecht komen. Bovendien is het voor mensen met ernstige COPD lastig om op de poli te komen omdat ze door de benauwdheid niet mobiel zijn.”
16
17
Samen
werkt’t
beter
HE T INTERVIE W P V DA - F R A C T I E VO O R Z I T T E R S A M S O M: “ H E T EC H T E W E R K G E B E U R T I N D E W I J K ”
Zorgbehoefte voorop stellen, niet de regels en budgetten Diederik Samsom met wijkverpleegkundige Violieke van Eijk
ook lang geworsteld. Politiek gezien had het 15 jaar geleden al moeten gebeuren. Toen was de situatie gunstiger en was er minder scheefgroei in de zorg. Maar ja, het besluit levert ongelooflijk veel onzekerheid op. En angst voor electorale averij. Kortom, niemand durfde het aan. Daardoor is het probleem eindeloos vooruit geschoven en groter geworden. Nu hadden we geen keus meer. Met Martin van Rijn hebben we bovendien de goede man in huis om de klus te klaren. Hij verzet achter de schermen bergen werk: managen, bijsturen, repareren. Natuurlijk gaan er nog heel veel dingen fout. Maar het gaat lukken. Daar ben ik van overtuigd.”
Kortingen acceptabel Dat er veel zaken tegelijk en in korte tijd worden aangepakt is volgens Samsom onvermijdelijk. Hij vergelijkt het met een kar die vastgelopen is in de modder. “Hij beweegt niet of hij schiet eruit. Neem de Jeugdzorg. We zijn het er al sinds 2006 over eens dat het anders moet, maar de echte verandering is heel lang uitgesteld. Soms moet je een aantal dingen tegelijk veranderen, anders gebeurt er niets.”
De hervorming van de zorgstelsel is het gesprek van de dag in Neder land. Bijna iedereen heeft er een, doorgaans uitgesproken, mening over. De communis opinio onder zorgaanbieders is dat ingrijpen in de verzorgingsstaat noodzakelijk is en recht doet aan de maatschap pelijke ontwikkeling van voortschrijdende individualisering en zelf regie. Grootste bezwaar is dat het kabinet teveel tegelijk overhoop haalt en de veranderingen te snel worden doorgevoerd. PvdA-fractieleider Diederik Samsom herkent het dilemma. “Met die vraag heb ik
Aan het risico op stemmenverlies of zelfs de val van het kabinet, tilt Samsom niet zwaar. “De PvdA heeft niet als doel populair te zijn, maar om een aantal belangrijke zaken in de samenleving te veranderen. Het kabinet zie ik er niet op vallen. Dat is trouwens wel het minste probleem in deze beweging. Belangrijker is dat de zorg beter wordt en betaalbaar blijft.”
Anders werken
Anders dan de sceptici denkt Samsom dat de kortingen op veel vormen van zorg acceptabel zijn. Mits de partijen die de zorg organiseren en uitvoeren anders gaan werken. “Als van elk uur 54 minuten gemaakt wordt, gaat het niet lukken. De bedoeling dat de verzekeraars en de gemeenten samen één pot maken, waaruit alles betaald
18
wordt. De praktijk, bijvoorbeeld in Venlo, wijst uit dat dat leidt tot aanzienlijk kostenbesparing en betere zorg.”
Bewustwording is waarschijnlijk de grootste opgave van de hervorming De gescheiden financieringsstromen van Zorgverkeringswet, WMO en Wet langdurige zorg, vormen volgens de PvdA-voorman geen beletsel voor de krachtenbundeling. Het probleem is volgens hem dat de partijen vooral grip houden op hun eigen budget. “Dat is begrijpelijk maar verkeerd. Mijn boodschap aan de zorgverzekeraars is: ontspan en ga niet op ieder budget zitten! Ook de verzekeraars moeten erop vertrouwen dat de nieuwe aanpak goedkoper en beter is. Nee, niet het eerste jaar, dan zijn overschrijdingen onvermijdelijk. De omslag kost tijd. Maar dat is niet erg.”
Met eigen ogen zien wat er speelt Diederik Samsom loopt momenteel stage bij Careyn. Iedere week loopt hij een dagdeel mee met wijkverpleegkundige V iolieke van Eijk, om met eigen ogen te zien wat er speelt in de wijk. Heel nuttig, vindt hij. “Pas als je op pad gaat, ontdek je hoeveel oude mensen er zijn en krijg je inzicht in hoe veelzijdig en complex de zorg is. Het varieert van eenvoudige schoonmaakhulp en een oogje in het zeil houden tot complete intensive care thuis. Daardoor besef je dat de zorg niet kan worden hervormd met bezweringsformules: zoveel lichte en zoveel zware zorg. Iedere situatie is net weer even anders dan de andere. Alleen de zorgprofessional kan beoordelen wat er echt nodig is.” Ik heb tijdens de stage ook gezien dat er onnodige zorg geleverd wordt. Begeleiding naar de kinderen of de dierentuin door professionals bijvoorbeeld. Daar moeten we echt vanaf. De mantelzorgers, vaak de partner of de kinderen, kunnen best een handje helpen. In Nederland is een cultuur ontstaan van recht op zorg. Er is geen land ter wereld waar zoveel zorg is als in Nederland. We vinden het raar om hulp van anderen te vragen. Dat is vreemd. In de landen om ons heen gebeurt het volop. Dat vraagt om gedragsverandering, zowel bij de klant als de zorgprofessional. We moeten van zorgen voor, naar zorgen dàt, zoals dat heet. Bewustwording is waarschijnlijk de grootste opgave van de hervorming. Als er zorg nodig is, moet het er zijn, maar mensen hebben ook eigen verantwoordelijkheid.”
19
Datzelfde geldt wat hem betreft voor de zorgorganisaties. “Ga aan de slag op de manier die het best werkt voor de klant en houdt niet te strak vast aan de regeltjes. Durf los te laten. De stelsel hervorming biedt die ruimte. De zorgbehoefte moet voorop staan, niet de regels en budgetten. We halen ook de marktwerking eruit door uit te gaan van zorgbehoefte en te kijken wie dat het best kan regelen. Nogmaals, het gaat niet om regels en organisaties. Er was toch al geen marktwerking. De tarieven stonden vast. Het was meer acquisitie-oorlog.” De boodschap dat het anders moet, kan in de ogen van de PvdA’er niet worden overgebracht door de politiek, laat staan door de zorgverzekeraar. En ook niet door de zorgorganisaties. Samsom: “De enige die het kan doen is de zorgprofessional. Hij staat het dichtst bij de klant en heeft de kennis en contacten met andere professionals. De wijkverpleegkundige moet een vergelijkbare positie hebben als de huisarts. Zijn oordeel wordt over het algemeen serieus genomen door de verzekeraars. Die positie moet de wijkverpleegkundige ook krijgen.”
Sociale wijkteams? Het echte werk gebeurt in de wijk, benadrukt Samsom. Daar moeten de vele vormen van zorg en ondersteuning, verpleging, verzorging, huishoudelijk hulp, dagbesteding, begeleiding en andere WMO-taken langzaam maar zeker in elkaar vloeien. Met de wijkverpleegkundige als spin in het web. Het begint met elkaar kennen. De wijkverpleegkundige moet weten wie waar verantwoordelijk voor is.” Daarvoor hoeft wat hem betreft niet per se een sociaal wijkteam te worden opgetuigd, zoals de meeste gemeenten doen. Het kan ook, zoals in de gemeente Bernisse, digitaal. De wijkverpleegkundige van Careyn heeft er alle relevante telefoonnummers in haar smartphone staan. Samsom: “Kortom, er is geen blauwdruk. Iedereen moet het op zijn eigen manier organiseren. Het gaat erom dat de professionals elkaar kennen en snel kunnen vinden.” Het is volgens de PvdA-voorman wel zaak te voorkomen dat de wijkteams uitgroeien tot nieuwe instituten met een eigen apparaat en kantoor. Daarmee spannen we het paard achter de wagen. Samsom is optimistisch over de invoering van de stelselherziening. “Er zijn in de eerste maand geen grote ongelukken gebeurd. De zorg gaat gewoon door. De onzekerheid betreft vooral de systemen achter de schermen. Zolang de cliënten en de zorgprofessionals er niet te veel last van hebben, ben ik tevreden. Vandaar mijn oproep aan de verzekeraars, de gemeenten en zorgorganisaties. Leg niet op iedere slak zout met budgetplafonds en patiëntenstops. Er moet een nieuwe balans ontstaan.”
Samen
werkt’t
beter
S A M E N W E R K I N G I S C RU C I A A L VO O R L E V E N SLO O P B E S T E N D I G B O U W E N
Zelfstandig wonen vereist zorg en ontmoeting in
de buurt Nieuwe vormen van samenwerking zijn cruciaal om zeker te
stellen dat we straks verantwoord en veilig oud kunnen worden. Het Team Ontwikkelmanagers van Careyn is op veel plaatsen aan de slag om wonen, zorg en welzijn bij elkaar te brengen. Torenhoeve
De Dierenriem
20
“Juist nu wonen en zorg worden gescheiden, staan we voor een grote opgave,” zegt André Vermaas, manager Vastgoed van Careyn. “We moeten partijen samenbrengen, synergie is een noodzakelijke voorwaarde om te bereiken dat ouderen het straks zelfstandig kunnen redden.” De maatschappelijke ontwikkeling dat mensen in hun eigen woning zelf regie houden over hun leven, betwist niemand. Wie ouder wordt en beperkingen krijgt moet in zijn eigen buurt kunnen blijven. Maar daarvoor moet nog veel gebeuren. Landelijk is er een aanzienlijk tekort aan levensloopbestendige woningen, blijkt uit een onlangs verschenen rapport van de Raad voor de Leefomgeving. De Raad stelt dat coalities van woningcorporaties, zorginstellingen en welzijnsaanbieders voor mensen met een zorgvraag moeten worden “gekoesterd en gestimuleerd.” Ook maakt de Raad zich zorgen over het tempo waarin de langdurige zorg moet worden hervormd en de korte termijn waarop verzorgingshuizen moeten worden afgebouwd. De conclusies zijn Vermaas uit het hart gegrepen. “De richting van de hervorming is goed, maar het tempo te hoog.”
verpleeghuis aan de andere kant van het plein. Ze wilden betaalbaar wonen, goede zorg achter de voordeur en ze wilden voorzieningen en mogelijkheden voor ontmoeting in de wijk,” herinnert Vermaas zich. Het oude voorbeeld is actueler dan ooit. De opgave voor het Team Ontwikkelmanagers is om de geborgenheid en de service van de oude institutionele zorg te verbinden met (betaalbaar) wonen in moderne zelfstandige twee- en driekamer appartementen. “In een levensloopbestendige woning kun je blijven, ook als je beperkingen krijgt en afhankelijk wordt van intensieve, professionele zorg. Maar eigen regie kunnen houden zit niet alleen in fysieke voorwaarden zoals alarmering, hoge toiletpotten en een ruime badkamer. Het gaat ook, of misschien wel juist, over sociale structuur en de nabijheid van voorzieningen: winkels, levendigheid, de apotheek en de huisarts. De nabijheid van 7 X 24 uur ongeplande zorg kan door de zorgteams van Careyn voor de hele wijk worden geleverd.
Geborgenheid Warmte en geborgenheid waren weliswaar de sterke troeven van verzorgingshuizen oude stijl, maar het was een aanbodmodel, niet vraaggericht. In het Oude Noorden van Rotterdam was Vermaas twintig jaar geleden betrokken bij de ontwikkeling van het Bergwegcomplex. Wijkbewoners vonden toen al dat de geplande instituten passé waren. “Mensen wilden geen groot verzorgingshuis met een
Careyn ontwikkelt in verschillende gemeenten zogeheten “Harten”. Toekomstbestendige apparte menten in een levendige omgeving met voor zieningen, ontmoeting en waar 24/7 ongeplande zorg voorhanden is. De harten vervullen een functie voor de gehele wijk en dragen zo bij aan sociale samenhang.
21
NAALDWIJK
Woerdblok Een complex waar Naaldwijk trots op is: het Woerdblokeiland. Het zijn vier markante woonvilla’s met in totaal 38 drie kamer (waarvan 2 penthouses) koopappartementen, 63 levensloopbestendige twee kamerappartementen en 24 één kamer appartementen (kleinschalige woonvoorziening voor mensen met dementie). In de plint van het gebouw is een restaurant, een dagverzorging, kantoren, een kinderdagverblijf, een verloskundigenpraktijk en een Centrum voor Jeugd en Gezin. Door de variëteit aan gebruikers ontstaat een levendige gezellige woonomgeving waarin mensen zich veilig en thuis kunnen voelen. Careyn trok bij de ontwikkeling van Woerdblokeiland samen op met verschillende partners, waaronder woningcorporatie Arcade. “Het project past precies in onze maatschappelijke verantwoordelijkheid,” zegt directeur- bestuurder René Lemson. Woerdblokeiland vervangt het verouderde verzorgingshuis Pijletuinenhof. “Het is een transformatie van oud naar nieuw, we moeten nog afwachten hoe het vorm krijgt als typische Naaldwijkse variant. Geen instituut, maar een weefsel van en door mensen in de gemeenschap,” zegt Vermaas.
Samen
werkt’t
beter
“Samenwerken aan een maatschappelijke agenda, niet alleen kijken naar rendementseisen”
SPIJKENISSE
Hart van Groenewoud
Een harde knip waarbij zorgorganisaties zich terugtrekken op hun eigen domein en het wonen wordt overgelaten aan de vastgoedmarkt, zal voor ouderen slecht uitpakken, denkt Vermaas. “In de zorg – of het nu lichamelijke zorg is, ouderenzorg of GGZ – zie je vaak alleenstaanden met lage inkomens en een hoge zorgbehoefte. Veelal mensen die een zetje nodig hebben om zelf de regie te kunnen nemen.”
Partijen verbinden Bij de planontwikkeling voor nieuwe levensloopbestendige woningen knopen de ontwikkelmanagers alle mogelijke partijen aan elkaar. Wat is de visie van de gemeente? Kan en wil de woningcorporatie investeren? Welke organisaties en ondernemers zijn in de wijk actief? Voor een dergelijke samenwerking bestaat geen blauwdruk. Een Hart functioneert bij de gratie van een goede aansluiting op de lokale omstandigheden. Wat willen de mensen in de wijk? Waar is be-
De warmte en geborgenheid van het verouderde verzorgingshuis De Marckenburgh vangen en “terugplanten” in de wijk. Die ambitie heeft Careyn in de wijk Groenewoud in Spijkenisse. De vervangende nieuwbouw voor De Marckenburgh bestaat uit drie villa’s met in totaal 125 twee en drie kamerappartementen. Het complex biedt ook onderdak aan een gezondheidscentrum met ondermeer twee huisartsenpraktijken. Op de begane grond is ook een ruimte voor ontmoeting. In de wijk zijn veel wooncomplexen voor zelfstandige wonende ouderen (Serrenburg, Markenhof, Puttenstein en het Multatulihuis). “Vroeger gingen ouderen die het zelfstandig niet meer redden naar het verzorgingshuis. Door dit nieuwe Hart wordt het mogelijk om zeven dagen in de week 24 uur ongeplande zorg te leveren in deze complexen,” zegt Vermaas. Met het samenwerkingsverband Groenewoud & Co zet Careyn in op een brede samenwerking tussen alle partijen in de wijk. Van scholen, apotheek, de kerkgemeenschap en de medewerkers van Zorg Thuis tot de ondernemers van bijvoorbeeld de supermarkt. Careyn ontwikkelde dit project samen met woningcorporatie Maasdelta, de gemeente Spijkenisse en zorgverzekeraar DSW. De gemeente stak zijn nek uit door borg te staan voor de investering in het vastgoed door Careyn.
22
hoefte aan? Zo ontwikkelde Careyn, samen met de woningcorporatie Maasdelta in Hellevoetsluis De Torenhoeve, een karakteristieke woonb oerderij voor mensen met somatische aandoeningen, ouderen met GGZ-problematiek en mensen met dementie. “De GGZ signa leerde dat oudere cliënten behoefte krijgen aan meer lichamelijke zorg. Door de combinatie van cliënten ontstond voldoende schaalgrootte om 24-uurs zorg te kunnen bieden in een kleinschalige, niet institutionele woonvorm.”
“Een kortetermijnwinst op een grondexploitatie leidt op termijn mogelijk tot hogere zorgkosten”
Met zowel de gemeente en de woningcorporaties als met andere partijen zo samenwerken dat de maatschappelijke agenda en niet alleen rendementseisen centraal staan. Dat is waar Vermaas en zijn team naar streven. “Dat vereist dat je je verdiept in elkaars problemen. De verhuurdersheffing die de investeringsruimte van de corporaties bedreigt, raakt de zorg voor ouderen en ook de gemeenten. Net als het wetsvoorstel om te verbieden dat corporaties maatschappelijk vastgoed ontwikkelen.” In de moderne netwerksamenleving ver vagen stilaan de grenzen tussen verschillende domeinen. Ook binnen gemeenten, verwacht Vermaas. “Het sectorale denken waarbij het sociaal domein en het gemeentelijke grondbedrijf langs elkaar heen leefden, is niet meer van nu. Een korte termijnwinst op een gronde xploitatie leidt op termijn mogelijk tot hogere kosten in de zorg. Nu bouwen aan kwaliteit bespaart kosten op termijn.”
Nu verzorgingshuizen oude stijl worden afgebouwd, komen gebouwen en locaties vrij voor herontwikkeling. Op de plekken waar Careyn eigenaar is van de grond, streeft Vermaas naar verkoop met een programma. “Als een woningcorporatie ons belooft om op een locatie veertig levensloopbestendige woningen te bouwen, heeft die een streepje voor op andere aspirant-kopers.”
UTRECHT
Rosendael
J A N B A A RD:
“Koffie heren?” Volgens de spelregels van het nieuwe zorgstelsel zou hij waarschijnlijk niet voor een woning in Hart van Groenewoud in aanmerking komen. Jan Baard, bijna 87 jaar, is een schoolvoorbeeld van zelf redzaamheid. Hij kan zichzelf nog prima redden. Met een wijds gebaar toont hij de bezoekers de inhoud van de goed gevulde koelkasten, in de keuken van zijn ruime appartement in Villa 1 van het hagelnieuwe woonzorgcentrum van Careyn in Spijkenisse. “Laat de oorlog maar komen. Ik houd de boel ook zelf schoon. Koffie h eren?”
23
Careyn locatie Rosendael in de Utrechtse wijk Overvecht was twintig jaar gelden een schoolvoorbeeld van wat een modern verpleeghuis moest zijn. Ruim, licht, zorg op maat voor iedereen en een keur aan voorzieningen. Maar in het licht van de hervorming van de langdurige zorg is een “instituut” als Rosendael met z’n tweehonderd plaatsen niet meer van deze tijd. Een flinke kluif voor het team Ontwikkelmanagers dat volop in gesprek is met de gemeente Utrecht, zorgverzekeraar Achmea, met wijkr aden en andere partijen in de omgeving. De eerste voorzichtige schetsen en plannen zijn al van de tekentafel gekomen. Het idee is om de bestaande bebouwing op termijn te slopen en te vervangen door levensloopbestendige appartementen en grondgebonden woningen. Op de kop komen twee harten met voorzieningen die ook functioneren als kernen voor intensieve (zware) zorg. Dat gebeurt in overleg met verzekeraar Achmea. Over één ding zijn alle betrokkenen in de wijk het eens: de omgeving moet opener en transparanter worden, vertelt Vermaas. “We manoeuvreren tussen stedenbouw, exploitatieruimte en opbrengsten en de wensen van de samenleving. We houden veel ballen in de lucht.” En zo werkt het Team Ontwikkelmanagers ook aan plannen in de wijk Tuindorp in Utrecht, Rozenburg in Rotterdam, Zuidland en Hellevoetsluis op Voorne Putten.
Samen
werkt’t
beter
Welkom bij Careyn Bij Careyn vinden we dat het om de kwaliteit van leven gaat. Onze zorg en dienstverlening richt zich op het versterken van de eigen regie van de klant. Samen met de klant en zijn omgeving laten we ons leiden door diens mogelijkheden in plaats van beperkingen. Onze professionals regelen snel en goed de zorg en hulp die nodig is. Van indicatie tot directe zorg. Met Careyn kunt u in de hele keten van zorg vertrouwen op hoge kwaliteit en de meest passende zorg. Kleine zelfstandig opererende teams bedienen een vaste groep cliënten in de wijk of in een van onze woonzorg centra. De ene keer gericht op herstel, de andere keer gericht op begeleiding bij een chronische aandoening. Onze medewerkers zijn hoog opgeleid en werken volgens algemeen geldende protocollen en richtlijnen.
Careyn Kernwaarden Om de klant de zorg en ondersteuning te bieden die optimaal bijdraagt aan de kwaliteit van leven en eigen regie heeft Careyn vier kernwaarden geformuleerd: • Voorkomen • Vertragen • Versnellen • Veraangenamen
Careyn streeft naar een optimaal aanbod voor de wijk. Waar dat de kwaliteit van de dienstverlening ten goede komt, kiest Careyn voor samenwerking met professionele partners. Met dezelfde doelen voor ogen werkt Careyn samen met zorgverzekeraars en ziekenhuizen en met andere geïnteresseerde partners aan innovatie van diensten (E-Health) en de (door-) ontwikkeling van specialistische zorg.
Kleinschalige aanpak
Uitgebreide dienstverlening Van basiszorg tot aan specialistische zorg (wijkverpleging, revalidatie, palliatieve zorg, acute technische zorg, geriatrisch complexe zorg en begeleiding). Het uitgebreide pakket maakt integrale arrangementen mogelijk en versterkt de samenhang tussen wonen, welzijn en zorg.
Optimale bereikbaarheid Careyn is 7 x 24 uur bereikbaar voor de klant op één telefoonnummer en zonder wachttijden en ingewikkelde keuze menu’s. Via online contact kan de klant ook gebruik maken van zelfservice volgens de methode: voordoen, samen doen, zelf doen.
Veraangenamen is van belang als de klant in een beschermde woonvoorziening woont. Persoonlijke zorg en onders teuning zorgen voor de best mogelijke kwaliteit van leven. Onder de noemer
Careyn in de regio Careyn is actief in 45 gemeenten verdeeld over de provincies Utrecht, Zuid-Holland en Brabant. We bieden zorg en ondersteuning aan circa 15.000 klanten, thuis of in één van onze zorglocaties. Ruim 9.000 leden vertrouwen op onze personen alarmering en Careyn Kraamzorg komt jaarlijks bij 10.000 gezinnen over de vloer. Bij Careyn ligt de verantwoordelijkheid voor het verlenen van zorg bij de professionals in de wijkteams en de zorglocaties. Regio managers sturen de wijkteams aan en zijn aanspreekpunt voor de gemeente en samenwerkingspartners. Link naar webpagina
CA RE Y N I N HE T KORT: Kleine professionele teams bieden zorg op maat in de wijk en in onze zorgcentra.
Versnellen richt zich op het spoedige herstel van de klant bijvoorbeeld na ziekenhuisopname door hem thuis te ondersteunen. Careyn biedt een breed pakket van ondersteuning, verzorging en specialistische verpleging. De specialistische vormen van zorg worden geleverd vanuit regionale centra, zowel thuis als in verpleeghuizen en andere woonvoorzieningen.
Bij Voorkomen gaat het om het vermijden van gezondheidsschade, ziekenhuisopname of spoedeisende hulp. De professionals van het wijkteam kunnen door preventie, vroegsignalering in veel gevallen erger voor komen. Bijvoorbeeld door het tegenaan van vereenzaming en ongezonde leefstijlen. Het zorgteam werkt hierbij nauw samen met de huisarts, welzijnsorganisaties en andere zorgverleners in de wijk. Vertragen is aan de orde bij gedwongen verhuizen naar een woonvoorziening met verzorging of verpleging als gevolg van gezondheidsproblemen. Zorg op maat helpt om dit moment uit te stellen. De wijk verpleegkundige stelt samen met de klant en zijn naasten en andere zorgverleners een zorgplan op, dat aansluit bij zijn persoon lijke mogelijkheden en wensen.
Bij Careyn werken 7.000 professionals; artsen, wijkverpleegkundigen, para medici, gespecialiseerd verpleegkundigen, verzorgenden, thuisbegeleiders, maat schappelijkwerkers, welzijnscoaches, dementiecoaches, beeldzorg specialisten, kraamzorgmedewerkers plus onders teun ingsprofessionals. Het werkgebied van Careyn