Samen Leren Innoveren
2
Competentie-ontwikkeling “in Bedrijven”
Platform Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Na tien jaar dieptestrategie is het Platform IO rijp voor een breedtestrategie met het doel kenniscompetenties binnen het beroepenveld te ontwikkelen in samenwerking tussen scholen en bedrijven onder de naam:
Een slimme regio Samen Leren Innoveren Het idee van deze aanpak is aangereikt door de 1e visitatiecommissie HBO en opgepakt en beproefd door pionierbranches in het Grootmetaal (GMV machinebouw en VNSI scheepsbouw) en door twee pionierbranches in het MKB (UNETO-VNI en De Metaalunie). Het concept van aanpak is in de praktijk beproefd en voor 50% gefinancierd door de Rijksoverheid en voor 50% door de branches, een totale som van circa12 miljoen Euro. Het 1e breedteexperiment voorziet in drie integrale trajecten: - Programmalijn 2: Regionale organisatie door stakeholders zelf in maatschap-verband met support van de regionale overheid; totaal 22 waarvan 10 HBO/MBO en 12 MBO/VMBO. - Programmalijn 3: Opscholing van 36 VMBO’s, 12MBO’s en 480 bedrijven. - Programmalijn 4: Opscholing van 800 bedrijven met support van 10 HBO/MBO’s en lectoren. Kwaliteitsborging en procesmonitoring geschieden vanuit een beroepsacademie. Doorlopendheid in de beroepskolom legt de basis voor upgrading van de opleidingen. De stimulering geschiedt met vouchers (waardedocumenten) waarmee stakeholders bij elkaar de noodzakelijke nieuwe diensten kunnen inkopen voor competentie-ontwikkeling. Met bedrijfsinovatievouchers (BIV’s) kopen bedrijven coachcapaciteit in bij scholen en met schoolinnovatievouchers (SIV’s) koopt onderwijs aanpakkennis in uit de bedrijfspraktijk. Met overheidsinnovatievouchers (OIV)’s koopt de overheid capaciteit in voor de zorgsteun zoals opheffen van de drop-out problematiek. De financiering geschiedt deels door partijen zelf en voor initiatie wordt een bijdrage van de rijksoverheid gevraagd. Op termijn voorziet het businessmodel in eigen kostendekking door het creëren van nieuwe diensten met ruilwaarde die ieder voor zich niet kan creëren. De sturing vindt plaats op basis van kennisproductiviteit en leidt tot duurzame samenwerking in de regio. Het programma sluit aan op de rapporten van Leijnse (dynamisering beroepsonderwijs) en Wijffels (dynamisering kennis- en innovatiesysteem) van het Innovatieplatform. Ook sluit het programma aan op de visie van Zegveld (Sturen op kennisproductiviteit, 2004). De programmaresultaten zijn meetbaar en afrekenbaar. Het programma valt binnen het kader ‘Sociale Innovatie’: ruimte bieden voor een nieuwe invulling van leren en werken. Jan Hak, Voorzitter Platform IO Voor meer informatie zie: www.slimmeregio.nl
© 2006 Platform IO
2
Programmalijn 4: “Samen Leren Innoveren in bedrijven met HBO/MBO,s” Opscholen van technici tot kenniswerkers met 10 HBO/MBO’s in 800 bedrijven, 2.800 innovatoren en 11.000 toepassers (14.000 kenniswerkers). Aanleiding Nederland scoort over de periode 1991-2003 met 1,2% arbeidsproductiviteit relatief laag in Europa (bron OECD) en dit percentage blijft zakken. Verklarend voor deze achteruitgang is een te lage investering in toegepast onderzoek en in het ontwikkelen van innovatiecompetenties van mensen (Kennis Investerings Quote: KIQ, rapport Grosfeld-Wijffels). In feite komt het erop neer dat de sociale innovatie in bedrijven en scholen onvoldoende tot ontwikkeling komt. Het project “Samen Leren Innoveren” in bedrijven beoogt hier een oplossing voor aan te reiken in samenwerking met het onderwijs. Het project is een van de drie deelprojecten van het plan “slimme regio” (www.slimmeregio.nl) en is in eerste plaats bedoeld om ondernemingen en hun medewerkers beter in staat te stellen verbeterinnovaties door te voeren. Hierdoor worden kenniscompetenties ontwikkeld gaat de arbeidsproductiviteit omhoog. Hiermee ontstaat er tevens ruimte in bedrijven, om noodzakelijke maatschappelijke innovaties, zoals bijvoorbeeld het woonbaar maken van woningen voor ouderen, duurzaamheid met betrekking tot milieu, hygiëne, energieverbruik enz. beter en slimmer aan te pakken. Doel van het project Doel van het project is het uitvoeren van een innovatieexperiment, om “aantoonbaar de arbeidsproductiviteit van bedrijven te verbeteren (minimaal met 10%) door reductie van doorlooptijden en faalkosten, alsmede door het op maat kunnen hergebruiken van kennis”. De aanpak, die reeds met succes beproefd is binnen een viertal branches heet “methodisch innoveren.” Het project beoogt de positieve resultaten nu breder uit te rollen bij een groot aantal bedrijven (circa 800) in de metaal en elektrotechniek. Concrete resultaten van het experiment • Aantoonbare verbetering arbeidsproductiviteit bij bedrijven (minimaal 10%). • Groot aantal verbeterinnovaties om effecten van methodisch innoveren op grote schaal aan te tonen. • Gemotiveerde ondernemers om kennisgericht te willen innoveren. • Concrete implementatieplannen per bedrijf met prioriteiten en partners • Competente bedrijfsinnovatoren die processen kunnen coachen samen met onderwijsinnovatoren voor disseminatie in het bedrijf. • Partnerships tussen onderwijsinstellingen en bedrijven om op grote schaal innovaties door te voeren en arbeidsproductiviteit van bedrijven te verbeteren. “Samen leren innoveren” Na een grondige dieptestrategie bij een twintigtal bedrijven in de machinebouw, scheepsbouw en installatiebouw volgt nu een eerste breedteexperiment gericht op 800 MKB-bedrijven, tien Hogescholen en tien Regionale Opleidingscentra. Bedrijfsen schoolinnovatoren zullen in teamverband opereren zodat aanpakkennis en competenties kunnen worden gedeeld. In de regio zullen innovatieambassadeurs (tandems van bedrijfs- en schoolambassadeurs) de regie voeren. De sleutel van de
3
© 2006 Platform IO
aanpak is het benutten van de tacitkennis die in de hoofden van werknemers zit (menselijk kapitaal), door die kennis uit de hoofden te halen (externalisering aanpakkapitaal) en duidelijk te maken wat de concrete toegevoegde waarde van die kennis voor het bedrijf is (kennisproductiviteit). Werkwijze Werkgevers stellen hun werknemers in staat om hun eigen werk on-the-job te innoveren en daardoor tegelijk hun innovatieve competenties, die nodig zijn om de arbeidsproductiviteit te vergroten, te laten groeien. Hiervoor wordt de werknemer gedurende één dag per week vrijgemaakt gedurende 3 tot 8 maanden, afhankelijk van het type verbeterinnovatie. Leiding en HRM volgen die proces en leren mee. De stappen van methodisch innoveren zijn: 1. Analyseren van processen en producten per bedrijf, met als concreet resultaat een prioriteitenlijst voor verbeterinnovaties en een selectie van één of meer kansrijke innovatiepilots. 2. Per bedrijf de individuele kennisbehoefte bepalen, de aanwezige tacit knowledge expliciteren en indien nodig aanvullende kennis extern verwerven. De kennis wordt met behulp van ICT ontsloten en zodanig vormgegeven dat die overdraagbaar en toepasbaar wordt voor derden. 3. De concrete toegevoegde waarde van de innovatieve kennis wordt per bedrijf expliciet gemaakt, zodat duidelijk wordt wat de voordelen en effecten zijn voor het individuele bedrijf. 4. Het opstellen van een concreet innovatieplan per bedrijf, met daarin de prioriteiten om te komen tot een daadwerkelijke verbetering van de arbeidsproductiviteit, de benodigde middelen en mensen en een opscholingsplan voor werknemers, dat samen met het mbo- en HBO-instellingen wordt uitgevoerd. Disseminatie Het bovenbeschreven proces wordt uitgevoerd in samenwerking tussen bedrijfsinnovatoren en de onderwijsinnovatoren, die in tandemverband opereren en elkaar wederzijds bevruchten. Zij hebben tot taak de processen te coördineren en er voor te zorgen dat de kenniscirculatie tussen onderwijs en bedrijfsleven plaatsvindt, maar ook de disseminatie van het geleerde binnen bedrijf en school. Deze aanpak rekent af met het estafettemodel. Kennis wordt in interactie tussen scholen en bedrijven ontwikkeld en komt direct vrij voor toepassing en verspreiding. De regionale innovatieambassadeur. Op regionaal niveau worden er innovatieambassadeurs aangesteld, die de samenwerking tussen bedrijven en onderwijsinstellingen moet verbeteren en mogelijk maken. Zij krijgen de verantwoording over een nader te bepalen aantal te innoveren bedrijven en een aantal regionale onderwijsinstellingen. Daarnaast moeten de innovatieambassadeurs ervoor zorgen dat de opgedane kennis niet alleen beschikbaar komt voor de individuele bedrijven, maar breder toepasbaar wordt voor andere bedrijven en scholen. Voorkomen moet worden dat ieder bedrijf opnieuw het wiel moet gaan uitvinden. Een collectieve aanpak is noodzakelijk, om die kennisdiensten te ontwikkelen, die ondernemers zelf niet kunnen realiseren. Te denken valt aan, vinden van leerbedrijven, ontwikkelen van een kennisplein om match tussen vraag en aanbod te verbeteren, ontwikkelen van een ketenaanpak voor doorlopende leerlijnen etc.
© 2006 Platform IO
4
Opscholingstraject bedrijven Dit onderdeel van het project beoogt in zo’n 800 bedrijven medewerkers om te scholen tot kenniswerkers. Per bedrijf wordt een aantal medewerkers opgeschoold: • Eén medewerker wordt opgeschoold tot bedrijfsinnovator om vanuit de inhoud innovaties in het bedrijf te bevorderen en daarmee het werk te verbeteren op basis van kenniscompetenties. Dit vanuit de vraag: hoe kan ik met kennis en klantgerichtheid geld verdienen. • Twee tot vier medewerkers worden opgeschoold door nieuwe rollen op maat te ontwikkelen binnen de organisatie: - Klantgericht denken en werken (Integraal Ontwerpen). - Kenniscreatie en kennisgroei door externaliseren van aanwezige kennis voor hergebruik. - Kennis delen over de processen en tussen medewerkers in teams (communicatie en sociale vaardigheden). - Inzetten van ICT als versneller van processen en communicatie. - 10 tot 25 medewerkers leren werken volgens nieuw ontwikkelde rollen. In de formule groeien management en HRM-medewerkers met de kenniswerkers mee. Studenten van HBO’s en MBO’s brengen nieuwe competenties in en nemen omgekeerd uit de bedrijven Best Practices mee voor vernieuwing van het beroepsonderwijs. Deze formule is eerder succesvol beproefd in de machinebouw (GMV en de Metaalunie) en wordt binnenkort opgestart in de scheepsbouw (VNSI) en installatiebouw (UNETO-VNI). Begroting Voorstel is 600 MKB-kleinbedrijven te benaderen, van de MKB-branches UNETO-VNI en Metaalunie en 200 MKB-grootbedrijven van de FME (machinebouw, scheepsbouw en nog twee aanpalende branches). In totaal gaat het in dit voorstel dus om zes branches. De begroting van het voorstel komt neer op een totaal te investeren bedrag van 14.6 miljoen Euro. Voor MKB-branches is dit 8,4 miljoen Euro en voor FME-branches in totaal 6,2 miljoen Euro. MKB-branches (MKB-vouchers): Initieel twee branches (UNETO-VNI en de Metaalunie), een eerste traject welke per branche start met 10 pioniers om de methoden branchespecifiek te verankeren binnen de branche en het onderwijs (2 Hogescholen en 20 bedrijven). Begroot bedrag voor twee trajecten is 1 miljoen Euro inclusief Train de Trainer, vraagcreatie en netwerk. Voor 580 volgbedrijven worden 580 bedrijfsinnovatoren opgeschoold. Met innovatievouchers (waarde € 5.000,--) kan nodige support van coaches bij scholen aangekocht worden (docenten, studenten). Voor 600 bedrijven worden twee nieuwe rollen ontwikkeld voor en door 1200 werkinnovatoren voor het bedrijfsspecifiek invullen van de nieuwe rollen. Met innovatievouchers (waarde € 1.750,--) kan support van coaches bij scholen aangekocht worden (docenten, studenten). Voor 600 bedrijven worden gemiddeld 10 kenniswerkers via workshops op internet met ondersteuning van bedrijfs- en werkinnovatoren uit het bedrijf opgeschoold. Dit betekent een verbreding in de bedrijven, totaal worden 6.000 kenniswerkers in het MKB opgeschoold. Met innovatievouchers (waarde € 400,--) kan kennis en toetsing bij scholen aangekocht worden.
5
© 2006 Platform IO
Concrete resultaten van het experiment • Duurzame stijging van de arbeidsproductiviteit met minimaal 10% bij circa 800 bedrijven bij een meer gemotiveerd onderwijs met minder uitval. • Circa 2.000 concrete verbeterinnovaties, die als Best Practice de effecten van Methodisch Innoveren op grote schaal aantonen en waarvan de aanpakkennis terugvloeit naar onderwijs. • Circa 800 gemotiveerde ondernemers, die kennisgericht innoveren en die als rolmodel kunnen fungeren naar andere ondernemers. • Circa 800 competente bedrijfsinnovatoren, die processen kunnen coachen en samen met onderwijsinnovatoren zorgen voor disseminatie in bedrijven. • Circa 14.000 opgeleide kenniswerkers, in de bedrijven, die zorgen voor een duurzame verankering van innovatie in de bedrijven. • Een groot aantal Partnerships tussen onderwijsinstellingen en bedrijven, die het mogelijk maken om op grote schaal innovaties door te voeren en arbeidsproductiviteit van bedrijven te verbeteren.
© 2006 Platform IO
6
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Slimme Regio 3 programmalijnen
Ondernemen
WO
4. Mi-bedrijven (innovatie)
HBO MBO
3. Mi-scholen (instroom)
MBO VMBO
R&D loop Innovatieloop
Creatieloop
Scholen
Visiecreatie
Innovatiecreatie
Productcreatie
Bedrijven 2. Mi-circulatie (Nieuwe diensten)
© 2006 Platform IO
Het macroplan "Slimme Regio" (www.slimmeregio.nl) bevat een programma om de Lissabon-ambities dichterbij te brengen middels een aantal programmalijnen: Programmalijn 2: Een collectieve aanpak middels KCC-locaties. Een KCC-locatie (KennisCreatie- en Circulatie) is een partnership (maatschap) waarbinnen de stakeholders (scholen, bedrijven en regionale overheid) nieuwe kennisdiensten ontwikkelen die ieder voor zich niet kan realiseren. Denk hierbij aan leerbedrijven, loopbaanleren, competentiebevordering, de opvang van drop-outs en kennispleinen. Programmalijn 3: Competentiegroei in scholen door MI-Scholen Bij deze aanpak ontwikkelen docenten de nieuwe kenniscompetenties door on-thejob het onderwijs te innoveren. Dit gebeurt in ontwerpteams met participatie van het regionale bedrijfsleven en met inbreng van regiospecifieke aanpakkennis. Dit is een beproefde formule uitgevoerd in de regio ZuidHollandZuid samen met bedrijven, VMBO’s en MBO’s. Door studenten in teams echte producten te laten maken voor reële klanten met inzet van produktcreatietools neemt de motivatie toe om te ondernemen. Voor docenten krijgt het werk meer inhoud en door de nieuwe competenties zal de aanwezige kennis effectiever en efficiënter worden ingezet in het proces van coachen van studenten. Onderwijs wordt weer leuk met een toename van leerlingen en minder uitstroom. Programmalijn 4: Competentiegroei in MKB-bedrijven door MI-Bedijven Om de slag van oud naar nieuw werken te maken, moeten bedrijven methodisch innoveren. Bij deze aanpak ontwikkelen medewerkers “on-the-job” de nieuwe kenniscompetenties terwijl zij tegelijk hun eigen werk innoveren. Opscholing van medewerkers geschiedt door het uitvoeren van innovatieve prestaties, waarbij medewerkers en studenten samen leren innoveren.
7
© 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Synergie tussen mens en organisatie nieuwe competenties als bindend element Nieuwe competenties
Leerrendement
Leerrendement
Organiseren
Multi Multi disciplinair Disciplinair
Individuele
Mens kennis
Kennis circulatie
Onder nemen
Collectieve Kennis circulatie
Multi Multi
Organiesatie kennis
Functioneel functioneel
Kennis productiviteit
Employability
Kenniscreatie
Kennis productiviteit
Innovatievermogen
© 2006 Platform IO
Voor de kenniseconomie dienen zich nieuwe competenties aan. Deze nieuwe competenties gelden voor de persoon maar evenzeer voor de organisatie. Zowel mens als organisatie zullen een leervermogen moeten ontwikkelen. Dit betreft het omzetten van de dagelijkse werkomgeving tot een omgeving waarin leren en werken samenvallen en waarin het noodzakelijke leren – on-the-job – gestimuleerd en ondersteund wordt. Het gaat hierbij niet om het hebben van kennis op zich, maar het productief maken van de kennis. Kenniscompetenties zijn hierbij onontbeerlijk. De competentie -kenniscreatie in teams en netwerken- maken dat een organisatie zich kan ontwikkelen als een lerende organisatie. De organisatie wordt een open systeem en kan dan adaptief reageren op de markt. Het vertoont het gedrag dat representatief is voor de gezamenlijke werknemers. In tegenstelling tot het tijdperk van focus op arbeidsproductiviteit is de win-win situatie die er ontstaat tussen mens en organisatie essentieel om te komen tot kennisproductiviteit en leerrendement. De persoon wordt breder inzetbaar (employability) en het bedrijf vergroot zijn innovatievermogen. In de kenniseconomie verschuift de focus van arbeidsbenutting naar kennisbenutting met inzet van de hersenen van de medewerker als nieuw productiemiddel en versterkt door ICT. Het ontwikkelen van de competenties gaat niet vanzelf. Het vraagt om een sociale innovatie waarbij scholen en bedrijven samen gaan leren innoveren. De overheid zal hierbij ruimte moeten maken voor persoonlijke ontwikkeling en moeten gaan sturen op kennisproductiviteit.
© 2006 Platform IO
8
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Oplossingsrichting Sturen op kennisproductiviteit en aanpakkennis
Relatief prestatie niveau
Innovatoren
Inno vatoren MKB Be drijven
Kennisproductiviteit
MKB-be drijven
Scholen
Vervreemding
MKB-be drijven
Scholen
Ambities van Lissabon
KCC Scholen
1970
Werkplaatstools Focus op maken
2005
Arbeidsproductiviteit
Creatietools Aanpakkennis
2010
Kennisproductiviteit
© 2006 Platform IO
Na de introductie in de jaren ’70 van maakmachines in het onderwijs, is toenemende verschoolsing opgetreden versterkt door avo-isering (algemeen vormend onderwijs) ten koste van de beroepscomponent. Scholen en bedrijven zijn hierdoor achterop geraakt qua inhoud en talentontwikkeling. Dit was de conclusie van de HBOvisitatiecommissie in 1995. Doordat de niveaudaling parallel is opgetreden bij zowel scholen als bedrijven is er een beperkt besef van de ernst van de situatie. Een kentering is mogelijk door een gezamenlijke aanpak. Meer aandacht is nodig voor de nieuwe competenties KennisCreatie en KennisCirulatie (KCC) en er is meer focus nodig op ‘kennis over maken’. De inzet van leerbedrijven en creatietools gevuld met aanpakkennis van innovatieve bedrijven vormen een essentieel onderdeel van het nieuwe onderwijs. Innovatie krijgt vervolgens vorm doordat studenten en werknemers samen aan innovatieve prestaties werken. Hierdoor wordt het MKB geïnfecteerd met nieuwe competenties en vloeit aanpakkennis terug naar het onderwijs. Deze gelijktijdige en interactieve aanpak van kennisontwikkeling en competentieontwikkeling is drastisch sneller en goedkoper dan het huidige estafettemodel. Het resultaat is een toename van de kennisproductiviteit en daarmee van de arbeidsproductiviteit. Opscholing van technici geldt als een van de belangrijkste ingrediënten in het proces van sociale innovatie. Competentie ontwikkeling zal daarom ook een essentieel onderdeel moeten gaan uitmaken van de kennisinvesteringsquote (KIQ) waarmee het innovatieplatform zich nu bezig houdt.
9
© 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Het nieuwe werken volgens Integraal Ontwerpen en Ondernemen (IO)
Bedrijven oud
Bedrijven nieuw Klant en processen centraal
Sales
Engineering
Sales Engineering
Product Engineering
Product Support Engineering
Klant
Proces kennis Multi-disciplinaire teams © 2006 Platform IO
Het eerste ontwerppricipe van een slimme regio is Slimmer Werken. Dit betreft vooral het beter benutten van het regel-, stuur- en leervermogen van de mens om te komen tot een slim bedrijf. Dit bedrijf kenmerkt zich door vraagsturing, betere benutting van ICT, hergebruik van kennis en het leveren van kennis als toegevoegde waarde. Het vraagt om het ontwikkelen van integratieve vaardigheden die in rollen, volgens het principe van Integraal Ontwerpen en Ondernemen, nader zijn uitgewerkt. Enkele nieuwe rollen zijn: Life Cycle Engineering, Life Cycle Management en Knowledge Based Engineering. Life Cycle Engineering omvat het herinrichten van processen waarbij in het ontwerp rekening wordt gehouden met alle aspecten over de levenscyclus. Life Cycle Management betreft het externaliseren en integreren van kennis over de levenscyclus voor optimaal projectbeheer. Knowledge Based Engineering legt de basis voor kennishergebruik door kennisregels vast te leggen in productconfiguratoren. De nieuwe rollen leidt tot drastische voordelen (visitatierapport HTO, 1994). Toch blijft de invoering zowel in onderwijs als in de bedrijven om allerlei redenen achter (visitatierapport HTO, 2000). Innovatie komt niet vanzelf op gang, innovatie vraagt om de nieuwe leercompetenties. Het motto is dan ook samen leren innoveren. Een nationaal inhaalprogramma naar model van het NaBont programma eind jaren ’80 is nodig. Deze aanpak heeft destijds een succesvolle impuls gegeven aan het beroepsonderwijs.
© 2006 Platform IO
10
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Nieuwe competenties de kenniswerker
Persoonlijke competenties (kennisproductiviteit)
Kenniscirculatie CircuRelatiekapitaal
leren
Organiseren Kenniscreatie Menselijk kapitaal
Leren
Integraal werken
Beroepscompetenties toevoegen aan werken
(arbeidsproductiviteit)
© 2006 Platform IO
Een nieuwe paradigma, waarbij werken, leren en circuleren zijn geïntegreerd in een totaalaanpak, vormt de basis voor de regionale kennisinfrastructuur. Het is een open en op netwerken gebaseerd model waarbinnen integratoren de brugfunctie vervullen tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven. In de nieuwe kennisinfrastructuur komen leren en werken weer bij elkaar door het bevorderen van integrerende functies zoals: creërende leerbedrijven, samen leren innoveren en collectieve projecten. Fysieke en virtuele ontmoetingsruimten bevorderen hierbij de binding en interactie in netwerken. De nieuwe competenties die ontwikkeld worden met inzet van de leerbedrijven leiden tot aantrekkelijk onderwijs en vergroting van de instroom. Samen leren innoveren is een proces waarbinnen tegelijkertijd competenties en bestaand work-on-the-job worden geïnnoveerd. Op meso-niveau speelt de regionale overheid een faciliterende rol als het gaat om de kenniswegen.en het bevorderen van een nieuwe vorm van sturen, meer formeler en meer bedrijfsmatig. Een KCC-circulatiepunt is een moderne maatschap. De maatschap creëert nieuwe collectieve kennisdiensten die een ieder voor zich niet kan realiseren. Hierdoor wordt bestaande kennis productief gemaakt. Het KCC-punt realiseert bedrijfs- en schoolgrensoverschrijdende taken zoals integratie in de beroepskolom en clustervorming van bedrijven en voert hierbij de ketenregie. De verschillende bouwstenen van de ontwerpbenadering van de nieuwe kennisinfrastructuur zullen navolgend worden belicht.
11
© 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Kennis creëren toevoegen aan werken 2e
orde leren tijdens het werk; systeemkunde als onderligger
Leerprocessen (Nonaka)
Kennis groei
2e orde leren Combineren
Externaliseren
Creëren o
KennisProductiviteit verhoogt
o
Toepassen
Socialiseren
1e orde
Werkprocessen
Arbeids productiviteit
© 2006 Platform IO
In Amerika en Japan zijn krachtige bewegingen die de relatie leggen tussen leerprocessen en het creatievermogen van mensen. Een eerste beweging is kenniscreatie door zelfsturing en kenniscirculatie. Het creatievermogen tijdens het werken neemt toe naarmate er meer ruimte is voor zelfsturing en circulatie van kennis. Ook het open staan voor verbetervoorstellen, ‘continu verbeteren’, speelt een rol. Dit wordt ook aangeduid met ‘eerste orde leren’. Alhoewel het gedachtegoed reeds tientallenjaren bestaat in Amerika en Japan, is het in Nederland slechts beperkt opgepakt (Florida, 2002). Een tweede beweging is kenniscreatie door externaliseren induceren, (Nonaka, 1999). Het externaliseren induceren, c.q. expliciteren van kennisconstructen in hoofden van mensen bevordert de integratie van nieuwe kennis met reeds bestaande kennis. Dit vereist de nieuwe vaardigheid kenniscreatie, zijnde het systematisch en cyclisch uitvoeren van de vier leerprocessen: externaliseren induceren, combineren, toepassen en socialiseren. Door de vaardigheid kenniscreatie te ontwikkelen groeit de kennis en neemt de kennisproductiviteit drastisch toe, en daarmee de arbeidsproductiviteit. Kenniscreatie is dus niet het mystieke privilege van de Willy Wortels, maar is door iedereen te leren. Het principe van kenniscreatie kan op meerdere niveaus worden toegepast: in hoofden van mensen, in teams van mensen (organisaties) en in teams van organisaties (regio’s). Kenniscreatie vormt de basis voor lerende organisaties en begint bij de mens als kennisdrager.
© 2006 Platform IO
12
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Kennis circuleren toevoegen aan werken
netwerkleren; kennisgroei door delen is beproefd in machinebouw
WWW 12 bedrijven 20 medewerkers
3 Hogescholen 1 ROC 30 studenten
Learning communities
WWW © 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Kennis organiseren toevoegen aan werken ruimte creëren: regel- en stuurtaken bij de medewerker
Routinewerkers Regeltaken bij baas
Kenniswerkers Regel- en stuurtaken bij medewerker
Zelfsturing
Deeltaken bji arbeider
Gehele taken bij mens
© 2006 Platform IO
13
© 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Het creërend leerbedrijf Werkend leren
Bedrijven Methodisch Innoveren
Mens
tentie ompe isatiec n a rg O o o o t t t Menscompet enties
Mi aanpak
s
o
Productcreatie Werken
Klant
Ontwerp
Plan
Aanpakkennis
Maken
Service
Kenniscirculatie
Mens
Kenniscreatie
Werk innoveren
Markt
Mens
Integraal Ontwerpen
© 2006 Platform IO
Om de competentieontwikkeling rond het nieuwe werken op gang te krijgen, wordt een creërend leerbedrijf ingezet in het onderwijs en het bedrijfsleven. Het leerbedrijf kenmerkt zich door een procesgericht karakter. Het biedt de mogelijkheid tot competentieontwikkeling op het gebied van de competenties kenniscreatie en productcreatie. De KCC-competenties (kenniscreatie en kenniscirculatie) vormen de basis voor voortdurende kennisgroei op basis van de methode van Nonaka waarbij kennis uit hoofden van mensen wordt ge-externaliseerd en gedeeld. Dit leidt tot een duurzaam concurrentievoordeel. Daarnaast bevat het leerbedrijf innovatieve rollen gerelateerd aan het productcreatie (het nieuwe werken) zoals Lifecycle engineering, Knowledge-based engineering en integraal ondernemen. Het bedrijf is te zien als een landschap waarin lerenden kunnen verkennen in welke rollen zij goed en wat voor hen het optimale leerpad is. Binnen de scholen vervult het leerbedrijf een voorbereidende functie zodat studenten het MKB kunnen helpen met innovatieve prestaties. Binnen bedrijven wordt het leerbedrijf ingezet als referentiemodel aan de hand waarvan werknemers stapsgewijs werkverbeteringen kunnen doorvoeren (methodisch innoveren). De bedrijfsfunctie integraal ondernemen maakt de lerende bewust dat de bedrijfsprocessen in hun samenhang ontwikkeld moeten worden.
© 2006 Platform IO
14
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Integraal ondernemen Ruilwaarde creëren met stakeholders in de markt Werken
1e orde werken Productcreatie
2e orde werken Innovatiecreatie
3e orde werken Ondernemen
Leren 1e orde leren (Korte termijn) Regelcapaciteiten 2e orde leren (Lange termijn) Stuurcapaciteiten 3e orde leren (waarden/normen) Normbepaling
Op maat producten en kennissupport meeleveren ICT
Kennisprodukten creëren
Product-, procesen faciliteiten afstemmen op omgeving
Sociaaleconomische ruilwaarde creëren
Organisatie dynamiseren
Ondernemen in maatschappen in netwerken in de regio.
© 2006 Platform IO
In Nederland is het percentage ondernemers en het aantal starters onwaarschijnlijk laag. De gesignaleerde kloof tussen leren en werken laat ook hier zijn sporen achter. De figuur laat zien dat ondernemerschap niet alleen maar te maken heeft met een zesde zintuig voor marktkansen. Ondernemen heeft in belangrijke mate te maken met de eerder gedefinieerde kennisvaardigheden. Met name zelfsturing is een essentiële vaardigheden om de stap naar ondernemerschap laagdrempelig te kunnen maken. Daarnaast blijft ondernemen een zwart gat als men niet weet wat een bedrijf is en welke werkprocessen minimaal moeten worden gerealiseerd. Dit is met name belangrijk voor starters en eenmansbedrijven. Zo raken jonge VMBO’ers die ervaring hebben opgedaan met werkprocessen, door bijvoorbeeld een hondenkar of tuinlantaarn te maken, werkelijk gemotiveerd om zelf een bedrijf te starten. Het leerbedrijf en creatietools met aanpakkennis spelen hierbij een belangrijke ondersteunende rol. Leerbedrijven voor het meer management- en marktgerichte denken zijn al eerder succesvol gebleken in het stimuleren van ondernemerschap. Zie www.jongondernemen.nl. De werkprocesgerelateerde leerbedrijven zijn hieraan complementair en werken sterk drempelverlagend. Dit was voor Sjaak van der Tak, de toenmalige wethouder van Rotterdam, de reden om het RTO-concept in Rotterdam te starten.
15
© 2006 Platform IO
Proces: samen leren innoveren Hoe kom ik van oud naar nieuw?
se
Product
n rge Bo
/O ntw
erp
2 Gedrag circuleren 1 3 KvA Kennis Werkinhoud creëren
An aly
Processen
Werk
Stapjes
Rollen
Product
Processen
Facilititeiten
KvO organiseren ICT 7 6
Toepassen
sati Organi
Oud
e
Nieuw IO/NL
Werkplek
D
A I
informatie circuleren 5
A
Competentiegroei on the job © 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen Integraal Ontwerpen en Ondernemen en Ondernemen
Samen Leren Innoveren
Methodisch en gelijktijdig werk en competenties innoveren
oude werk
B
1
2 3
Kennis gericht
Werk innoveren on-the-job; 1dag per week t
O
tie ganisa r o i e gro tentie e p m Co
vernieuwd werk
t
Methodisch
door methodisch te ontwerpen
t
T
Ontwerpen
Comp etenti egroe i men s
6
5
4
© 2006 Platform IO
© 2006 Platform IO
16
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Innovatiefasering Vier stappen in 1 cyclus
e herontw Organisati
erp
Proces
en
n
Kennis
g Bor
On twe r pe
Ontwerpen
8x Analyse
Faciliteiten
W er
Toepassen
Borgen
aob T kple k her ontw er
Toepassen p
Competentiegroei
Methodisch Innoveren
T
Gelijktijdig
1 Werkproces innoveren Competenties leren
2
3
4
Priobepaling
Werk innoveren
Planvorming
Implementeren
Kennisabsorptie
Kenniscreatie
Kennis waarderen
Kennistransfer
Systeemleer
Kennisleer
Organisatieleer
© 2006 Platform IO
Hoe komen bestaande organisaties nu van de huidige naar de toekomstige situatie? Daarvoor zullen zij moeten kantelen naar een lerende organisatie. Dit kan alleen door inzet van de mensen van de organisatie zelf. Zij zullen hun eigen bestaande werksituatie moeten leren innoveren. Hiervoor is met onderwijs en het bedrijfsleven een generieke aanpak ontwikkeld en beproefd onder de naam Samen Leren Innoveren. Het kenmerk van de aanpak is dat de competenties van mensen en organisatie zich parallel ontwikkelen. Dit bespaart veel kosten en tijd ten opzichte van de estafetteaanpak van kennisontwikkeling. Dit kan alleen in teams waaraan ook het management structureel deelneemt. Het ontdekproces verloopt in logische ontwikkelfasen waarbij de stappen ontwerpen, borgen en toepassen cyclisch worden doorlopen. Na elke cyclus wordt pas op de plaats gemaakt en gereflecteerd naar alle aspecten (product, proces en de faciliteiten). Door deze methodische aanpak kunnen projecten niet ontsporen in de organisatie. In het onderwijs duurt een eerste cyclus gemiddeld een halfjaar en na drie cycli (2 jaar) zijn mensen en organisatie voldoende competent om een grootschalige vernieuwing door te voeren. De organisatie blijft daarna innoveren, alleen in een steeds hoger tempo en met een toenemende dynamiek. Deze aanpak is door CINOP in opdracht van Het Platform Beroepsonderwijs erkend als duurzaam. In het bedrijfsleven duurt een cyclus gemiddeld 3 maanden en na vier cycli is er een plan op basis waarvan de invoering kan gaan starten. Het tijdsbeslag op innovatoren is gemiddeld 1 dag per week per deelnemende medewerker. De methode is succesvol beproefd bij 12 bedrijven in de machinebouw, 3 HBO’s, 3 MBO’s en bij 2 VMBO’s.
17
© 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Competentiegroei on-the-job zes verbeterdimensies om werk te innoveren
Kompas Org. Kennis Proces Product Mens
Werken Mib-ox too
ICT
Naar:
Leren Kenniswerk
l
Van:
Ambacht Aanpakkennis
IO-landkaart
IO-landkaart
© 2006 Platform IO
Op werkplekniveau zullen mensen de nieuwe competenties moeten ontwikkelen om aan te sluiten op de dynamiek van de markt. Het leren innoveren van de eigen werkplek is een competentie en zal ontwikkeld moeten worden. Binnen het onderwijs is de expertise over competentie-ontwikkeling aanwezig. Het MKB ontbeert deze expertise en is aangewezen op samenwerking met het (vernieuwde) beroepsonderwijs onder het motto: Samen Leren Innoveren. Bij deze samenwerking ontstaat ruilwaarde doordat innovatieve aanpakkennis terugvloeit naar het onderwijs. Het innoveren van werkplekken is beproefd met twaalf GMVbedrijven en drie hogescholen (zie bijlage 2). De bevindingen zijn vertaald in leidraden, tools en aanpakken. De figuur symboliseert de leeromgeving voor Methodisch Innoveren in bedrijven. Een medewerker maakt een dag per week vrij om zijn eigen werkplek te leren innoveren gedurende veertig weken. Hij maakt eerst een analyse van het bedrijf en bepaalt met de leiding welk type IO-verbeterinnovatie gewenst is. Vervolgens voert hij een pilot uit en vertaalt daarna de resultaten naar het organisatieniveau in een plan van aanpak. De IO-landkaart en de aanpakkennis helpen hem bij het ontwikkelen van zijn competenties on-the-job. De inzet van diverse tools maken de vorderingen inzichtelijk.
© 2006 Platform IO
18
Mi-aanpak: beleids- en procesinnovatie Ontwikkelen in community of practice Beleidsinnovatie
Fase 1
Fase 4
Probleem
Plan
Analyse
Borgen
Beleidsvlak
Prestatie Ontwikkelvlak Fase 2 - 3
Procesinnovatie Product
Uitvoeren werkplekken
Analyse
Borgen
© 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Verbeterkompas 8 verbeterdimensie om werk te innoveren in bedrijven
1 Werkinhoud
8 Processen
Organisatie 7
2 Gedrag circuleren
Werk
ICT benutten 6
3 Kennis creëren
Product
4
Info-stromen 5
© 2006 Platform IO
19
© 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Processen vernieuwen (nr. 8) toegevoegde waarde creëren door meeleveren van kennisdiensten
ontwerpoptimalisatie
Vertalen van klantspecs
Klant
Produkt enginering Calculatie
LCC
Support enginering
Design review + Evaluatie
Kennisdienst Offerte maken
Product
herinrichten van processen in offertefase
© 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Kennis creëren (nr. 3) beter beheersbaar door externaliseren en combineren van kennis
Kennisbeheer in projecten Kennis combineren in projecten Prestatie
Klant
Kennis externaliseren
? ?
? ?
Veelheid aan informatiedragers © 2006 Platform IO
© 2006 Platform IO
20
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Kennis circuleren (nr. 5)
sneller en goedkoper op maat uitvoeren door kennis te hergebruiken
Sjabloon
Klantenwens
Ontwerp Uitvoeren opdracht
Configureren
Bouwstenen
Generieke sjablonen van een produkt
Kennisbibliotheek van onderdelen
Ontwerp op maat van een produkt
© 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
ICT, beproefd in de praktijk (nr. 6) talent toegepast in machinebouw, installatie- en scheepsbouw
De nieuwbouw innovatieprijs 2005 voor de bouw Uitgereikt door DG Ondernemen en Innovatie van Ministerie EZ © 2006 Platform IO
21
© 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Economische innovatieleidraad kwantificering van aspecten; economische en technisch
INTAKE SCAN (ACTUALITEIT)
QUICK SCAN (GEVOELIGHEID)
Aandachtsgebied
Parameters
Gevoeligheid
RIJPHEID
Huidige situatie (as-is)
Toekomstige situatie (to-be)
I O A G
EFFECTANALYSE
State verschil
Opbrengsten
Kosten
$ A G
PLAN VAN AANPAK
ROI / Haalbaarheid
Implementatiestappen
Rapportage
$
A G
$
$
Gevoelig
Verbeter-
Effecten
Invoer-
Sterkte/zwakte
voorstel
kosten/baten
plan
© 2006 Platform IO
De innovatieleidraad is een tool voor de ondernemer om verbeterinnovaties te introduceren in zijn organisatie. Studenten en bedrijfsmedewerkers doorlopen samen alle stappen van de leidraad. Ze starten met het modelleren van de bestaande situatie van het bedrijf en brengen mogelijke typen van verbeterinnovaties in kaart. Vervolgens wordt een kansrijk verbeterscenario gekozen en als pilot uitgevoerd. De effecten voor de organisatie worden in termen van kosten en baten zichtbaar gemaakt. Er wordt afgesloten met een invoer- en scholingsplan. De scan biedt de ondernemer een raamwerk om de invoer stap-voor-stap te coachen. Een workflowtool ondersteunt de aanpak. Hierin zit aanpakkennis die op maat kan worden geraadpleegd. Coaches begeleiden de processen en delen hun ervaring in innovatienetwerken. Zo wordt geleerd over de grenzen van bedrijven en sectoren heen. Afrekening vindt plaats met innovatievouchers. Methodisch innoveren sluit aan op ontwikkelingen in Duitsland en Japan. De procesaanpak van innovatie wordt ook daar als cruciaal gezien voor een succesvolle transformatie naar de kenniseconomie (AWT 56, Schmoch en Nonaka).
© 2006 Platform IO
22
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Sociale innovatieleidraad kwantificering van aspecten; leren en werken
Ruimte voor Leren
Circuleren
Organiseren
Taakintrinsieke kenmerken © 2006 Platform IO
Het van tevoren goed analyseren en herontwerpen van arbeidsplaatsen en processen wordt in de praktijk onderschat. Een fout ontwerp heeft tot gevolg dat de kwaliteit van de arbeid daaronder lijdt. Dat schaadt het welzijn van de betreffende medewerker. Daarom heeft het Ministerie van SZW in de jaren negentig een ontwerprichtlijn opgesteld en is de ontwikkeling van instrumenten gestimuleerd waarmee de kwaliteit van arbeid gemeten kan worden (WEBA en EXCOM). EXCOM heeft als onderligger de universele taakmodellen van prof. Jan in ’t Veld en prof. Pierre Malotaux. Het kenmerk van de modellen is dat zij aansluiten bij het competentiegericht leren en werken. De output staat centraal en de uitvoerend taken en methoden zijn hieruit afgeleid. Met deze modellen is het mogelijk de effecten inzichtelijk maken van een vergroting van regelcapaciteiten (leren) en stuurcapaciteiten (innoveren) van mensen. Zo betekent hoge scores voor doelbewustheid en autonomie dat er voor de mens ruimte is voor ontdekkend leren en kenniscreatie. Hoge scores voor participatie en contacten bieden ruimte voor kenniscirculatie. Scoort werkinhoud daar en tegen bijvoorbeeld laag, dan is er beperkt ruimte voor het innoveren van het eigen werk. De praktijk leert dat deze systeemgerichte aanpak werk laagdrempelig inzichtelijk maakt. Mensen raken gemotiveerd om hun eigen werk te verbeteren. Dit is essentieel voor het slagen van methodisch innoveren. De revitaliseren van de welzijnsparagraaf van het Ministerie van SZW met een extra focus op de werkinhoud kan hierbij een belangrijke versneller zijn.
23
© 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Web-based leer/werktool aanpak kennisbank beoordelingen
prestatiebank Productcreatieproces K
kennisplein
O
W
P
G
uitvoeren prestatie
portfolio Workflow © 2006 Platform IO
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Screendump Prest@tion
© 2006 Platform IO
© 2006 Platform IO
24
Integraal Ontwerpen en Ondernemen
Voorbeelden uit de praktijk Op maat configureren van machines in de GMV-branche
On tw er
Product
Proces
en rg Bo
pe n
Methodisch innoveren
Faciliteiten
Invoeren
Broodbakmachine
Product Van star product
naar modulair product op maat
Proces
Van steeds opnieuw ontwerpen naar ontwerp hergebruiken
Faciliteit Van 2D CAD tekensysteem
naar 3D CAD configurator
© 2006 Platform IO
Methodisch Innoveren is toegepast bij het herontwerpen binnen scholen en bedrijven. In het VMBO-onderwijs (Merewade College) is een volledig herontwerp gerealiseerd voor competentiegericht onderwijs. Bij het herontwerp is gebruik gemaakt van creatietools waarmee de bedrijfsprocessen tot leven zijn gebracht. De herontworpen VMBO-opleiding blijkt motiverend voor leerlingen. Ook ouders zijn zeer positief en de instroom van leerlingen neemt dan ook toe. CINOP heeft de Best Practice uitgebreid beschreven in opdracht van het platform Bèta-techniek. Zie hiervoor www.slimmeregio.nl. In de machinebouw (GMV) is Methodisch Innoveren toegepast bij een tiental bedrijven De korte termijn voordelen in de bedrijven zijn behaald door het ontwikkelen van de KCC-competenties. Door regeltaken over te laten aan medewerkers in teams is kenniscreatie op gang gekomen. Door in werkoverleg expliciete kennis over werk te delen is gekomen tot een herverdeling van taken waardoor korte termijn productiviteitsverhoging is behaald. De middellange termijn voordelen zijn gerealiseerd door het werk uit te breiden met stuurtaken (tweede orde werken). Een succesvolle extra stuurtaak is bijvoorbeeld het generiek beschrijven van ontwerpkennis in de offertefase. Door deze kennis te modelleren en in een ICT-tool te stoppen, kunnen offertes veel sneller en foutloos worden gegenereerd Zo is door intelligente CAD-programma’s routinematig tekenwerk over genomen. Hierdoor is de kennisproductiviteit duurzaam toegenomen.
25
© 2006 Platform IO
Platform Integraal Ontwerpen en Ondernemen (IO) Het multi-disciplinaire praktijkplatform van Nederland Bestuursamenstelling Branches GMV, FME UNETO-VNI, MKB-NL VNSI, FME K. Metaalunie, MKB-NL
Jan Hak (voorzitter) Adri van Duijne/Herman Eekels Pieter ’t Hart Andre van der Leest
Onderwijs HBO-veld HBO-veld HBO-veld BVE-veld VMBO-veld
Hans Hoving, Hogeschool Utrecht Herbert Feenstra, Fontys Hogescholen Ineke van der Wal, Hogeschool Windesheim Max Hoefeijzers, Davinci College (plf. BVE) Ton de Groot, Teylingen College (plf. Metaletectro)
Raad van advies Overheid Onderwijs Bedrijfsleven Samenwerken
Machinebouw Installatiebouw Scheepsbouw Metaal-electro
Kennisinfrastructuur, Rinius Houtman (voorzitter) Lector Human Capital, Daan Andriessen, Hogeschool InHolland, Programmacoordinatie, Theo Lohman, TLO Holland Controls Kennisproductiviteit en ruilwaarde, Marc Zegveld, TVAdevelopment
Regio partners (geassocieerd lid platform IO) 1. Regio Rijnmond en Drechtsteden: Joop Hylkema, Lex Soeteman 2. Regio Utrecht: Hans Hoving, Co van Houten, Carlos Seegers 3. Regio Yssel-Vechtstreek Veluwe: Piet de Bont, Ineke van der Wal 4. Regio Eindhoven: Wim Troost, Herbert Feenstra 5. Regio Zeeland: Wim Brouwer 6. Regio Leiden: Ton de Groot Overleg voor aansluiting van geinteresseerde regio’s en branches loopt.
Secretariaat Platform IO: Woudrichemseweg 38 4286 LB Almkerk telefoon: 0183 - 403794 Voor meer informatie: Internet: www.slimmeregio.nl E-mail:
[email protected]
© 2006 Platform IO
26
Met de volgende branches is de aanpak Samen Leren Innoveren beproefd
FME/CWM
MKB Nederland
FME/CWM
MKB Nederland
27
© 2006 Platform IO