SALARISSTROOK WGI Iedere maand ontvangen werknemers van Werkgeversinstituut (WGI) een salarisbetaling en een salarisstrook. Hieronder wordt beschreven wat u op de salarisstrook kunt tegenkomen en wat dit inhoudt. Een vergroot voorbeeld van de salarisstrook vindt u ook op onze website. Deze voorbeeld-salarisstrook is in oktober 2013 vervaardigd op basis van de gegevens (wet- en regelgeving) die op dat moment van toepassing waren.
Uitleg Salarisstrook 2013 1 Medewerker: dit is uw persoonlijke personeelsnummer bij WGI. 2 Geboortedatum: uw eigen geboortedatum. 3 BSN-nummer (BurgerServiceNummer): het persoonlijke nummer waar onder u bekend bent bij de overheid zoals de belastingdienst (voorheen sofinummer) 4 Datum in dienst: de datum waarop u in dienst bent getreden bij het WGI. 5 Periode: de maand waarop de salarisstrook betrekking heeft. 6 Salaris: het voor u geldende bruto salaris. Hierin is een eventueel parttime percentage al verwerkt. De werknemer op de voorbeeldsalarisstrook werkt parttime namelijk 24 uur. De berekening van een percentage geschiedt als volgt: Aantal werkuren per week *100% parttime percentage = Fulltime werkuren per week 24/36 x 100% = 66,67% (terug te vinden op de salarisstrook bij nummer 19) Deze medewerker verdient fulltime € 3.371,00 (zie de kolom ‘BASIS’) Dit bedrag van € 3.371,00 wordt vermenigvuldigd met 66,67%. Zo wordt het voor hem geldende parttime bruto maandsalaris berekend. Dit komt neer op € 2.247,45 (zie de kolom ‘BRUTO/NETTO’) 7 Aantal: het aantal uren dat u in de maand heeft gewerkt (in dit voorbeeld 104 uur).
Aantal uren =
Aantal werkuren per week Aantal dagen volgens rooster
* aantal SV-dagen
24/3 x13 SV-dagen (zie nummer 37) = 104 uur 8 Vergoeding ZKV ( Ziektekostenverzekering): een bruto vergoeding voor tegemoetkoming in ziektekosten. Regeling volgens CAO. 9 Pensioenpremie: in de meeste gevallen geldt dat uw werkgever de ouderdomspensioenverzekering heeft ondergebracht bij PFZW, het pensioenfonds voor de sector zorg en welzijn, voorheen bekend onder de naam PGGM. In principe wordt voor elke werknemer (ongeacht de leeftijd) tot 65 jaar een pensioen opgebouwd. Vakantiewerkers kunnen hierop een uitzondering zijn. Wanneer u met pensioen gaat, heeft u dus recht op een pensioenuitkering. Voor dit ouderdomspensioen wordt door u en door uw werkgever premie betaald. De grondslag op basis waarvan u premie betaalt, wordt als volgt berekend: Het fulltime maandsalaris in de maand januari (of, wanneer u na januari in dienst bent gekomen, het salaris van de maand van indiensttreding) wordt vermenigvuldigd met 12 (maanden). Hierbij wordt de vakantietoeslag opgeteld (in 2013 8%, er kan echter ook uitgegaan worden van een minimumbedrag vakantietoeslag volgens de CAO). Ook met een structurele eindejaarsuitkering wordt rekening gehouden. Hierbij geldt dat het percentage en het minimumbedrag eindejaarsuitkering van het voorafgaand jaar,
afhankelijk van CAO, van invloed zijn op de bepaling van de pensioengrondslag van dit jaar. De hoogte van het bedrag of percentage eindejaarsuitkering is afhankelijk van de CAO die van toepassing is. Dit leidt tot de volgende berekening: fulltime salaris januari 2013 X 12 maanden X 1,08 (8% vakantietoeslag) X 1,035 (8,3% eindejaarsuitkering)
€ 3.321,00 € 39.852,00 € 43.040.16 € 46.612,49
pensioengrondslag op jaarbasis:
€ 46.612,49
Het totaal van deze berekening naar boven afgerond is € 46.613,00 en heet de ‘jaargrondslag’. Over een bedrag van (in 2013) € 10.940,00 (de zogeheten ‘AOW franchise’) is geen premie verschuldigd, zodat dit bedrag van de jaargrondslag wordt afgetrokken. Het restant van de jaargrondslag (dus minus franchise), wordt nu weer door 12 (maanden) gedeeld zodat een maandbedrag ontstaat. Dit maandbedrag wordt vermenigvuldigd met het parttime percentage. Het resultaat van die berekening is de maandgrondslag. De hoogte van het inhouding premiepercentage is onderdeel van de CAO. Deze beschrijving leidt tot de volgende berekening: Pensioengrondslag op jaarbasis afgerond - franchise = : 12 (maanden) = x part time percentage afgerond
€ 46.613,00 € 10.940,00 € 35.673,00
= x percentage premie pensioen = inhouding pensioenpremie
€ 1.991,74 11,90% € 237,02
€ 2.972,75 67%
De ingehouden pensioenpremie is een aftrekpost voor de berekening van de premies SVW (Sociale Verzekeringswetten) en de loonheffing. 10 Loonheffing: de bedragen waarover de inhouding plaatsvindt, treft u opgeteld aan in de kolom ‘Normaal’ (16). De bedragen, die worden ingehouden conform de tabel, staan vermeld in de loonbelastingtabel. 11 Nettoloon: het nettoloon wat u overhoudt na aftrek van alle inhoudingen. 12 Reiskosten woon-werk: wanneer u van uw werkgever een kilometervergoeding ontvangt, is deze vergoeding tot een maximum van (in 2013) € 0,19 per kilometer onbelast. Dit geldt zowel voor woonwerk reizen als dienstreizen. Bedraagt de vergoeding meer, dan betaalt u over het meerdere loonheffing.
13 Te betalen Loon: het nettoloon wat u overhoudt (zie toelichting nummer 11) en daar bij opgeteld de onbelaste componenten ( in dit voorbeeld de onbelaste reiskosten woon-werk). 14 Betalingen: onder betalingen wordt het bank-/gironummer vermeld waarnaar het salaris wordt overgemaakt. Daar kunnen ook meerdere nummers vermeld staan bijvoorbeeld omdat een deel van het salaris op een aparte rekening wordt gestort. 15 Cumulatief: bij cumulatief staan totalen tot en met de lopende maand. Alle componenten zijn optellingen van het lopende kalenderjaar tenzij anders aangegeven. 16 Normaal: loon waarover de loonheffing wordt berekend volgens de tabel voor loonheffing. 17 Bijzonder: loon waarover de loonheffing wordt berekend volgens het percentage bijzonder tarief. Bij eenmalige betalingen, zoals bijvoorbeeld vakantietoeslag, eindejaarsuitkering of overwerk wordt een percentage bijzonder tarief toegepast als dit voor de werknemer voordeliger is dan toepassing van de tabel voor loonheffing. 18 SVW: loon voor sociale verzekering. 19 Parttime%: de voor u geldende parttime factor (het deel van de totale ‘normale’ arbeidsduur dat u werkt). Zie verder de toelichting bij nummer 7. 20 Basis salaris: brutosalaris op basis van 36 uur (dus het fulltime bruto maandsalaris). 21 Uurloon: het uurloon wordt berekend door het fulltime salaris (€ 3.371,00) te delen door 156 uur. De extra -, over –en gewerkte uren oproepkracht worden tegen dit uurloon berekend (bij een 36-urige werkweek). 156 uur is het aantal uur dat iemand in een maand werkt wanneer de fulltime werkweek 36 uur bedraagt. De berekening is als volgt: (36 uur per week x 52 weken per jaar) : 12 maanden per jaar 36 x 52 12 = 156 22 Heffingskortingen: de loonheffingskorting zoals u op het formulier gegevens voor de loonheffingen heeft ingevuld zijn kortingen op de belasting en premies die u betaalt. De werknemer mag de loonheffingskorting één maal laten toepassen. Indien er sprake is van meerdere werkgevers is het verstandig om dat bij de werkgever te doen waarbij het meeste salaris wordt verdiend. Eventuele andere heffingskortingen die voor u van toepassing kunnen zijn, worden niet via uw salaris geregeld. Meer informatie hierover kunt u krijgen van de Belastingdienst. 23 Tabelkleur: de loonheffingstabel is standaard de witte tabel (inkomsten uit tegenwoordige arbeid). 24 Loontijdvak: het loontijdvak is het tijdvak waarover de werknemer loon geniet. 25 Minimumloon: het voor u geldende wettelijk minimum (jeugd)loon op (parttime) basis. Dit moet op de salarisstrook worden aangegeven, omdat uw salaris niet beneden dit loon mag komen. 26 Jaarloon BT (bijzonder tarief): het jaarloon bijzonder tarief is het loon loonheffing (fiscale loon) van het vorige kalenderjaar. Op basis van dit bedrag wordt het ‘Percentage Loonheffing Bijzonder Tarief’ bepaald. Bij nieuwe werknemers wordt het loon loonheffing omgerekend naar jaarbasis.
27 Percentage BT: het ‘Percentage Loonheffing Bijzonder Tarief’ wordt toegelicht bij het ‘Jaarloon Bijzondere Beloningen’. Zie toelichting nummer 17 28 Grondslagen: een basis waarover loonberekeningen plaatsvinden. 29 Loon SVW: de grondslag voor het bepalen van de in te houden premie inzake Werkloosheidswet. 30 Loon LH: de grondslag voor het bepalen van de in te houden loonheffing. 31 Loon ZVW: de grondslag waarover de premie zorgverzekeringswet is berekend. 32 Arbeidskorting: het bedrag aan genoten korting op de loonheffing. 33 Normaal tarief: het bedrag staan wat aan loonheffing is ingehouden op uw salaris. 34 Bijzonder tarief: indien hier iets anders dan 0 staat is ‘Loonheffing Bijzonder Tarief’ toegepast. 35 Voordeelregel: hierbij wordt dan automatisch het voor uw situatie het meeste gunstige tarief toegepast (normaal of Bijzonder). 36 Voordeel: het bedrag aan voordeel als de voordeelregel is toegepast. 37 SV Dagen: het totaal aan sociale verzekeringsdagen. Het begrip ‘sociale verzekering’ is de verzamelnaam voor verzekeringen als de ZW, WW en WAO. 38 Gewerkt: hiermee wordt het aantal dagen gewerkt in deze maand aangegeven. Bij werknemers die fulltime in dienst zijn wordt conform de regelgeving van de UWV altijd 5 dagen (ma t/m vrij) aangehouden. De gewerkte dagen zijn van belang voor de polisadministratie. 39 Saldo Eindejaarsuitkering: de opbouw eindejaarsuitkering wordt berekend over het kalenderjaar van 1 januari t/m 31december. De berekening is: (parttime) bruto salaris inclusief de opbouw vakantietoeslag x percentage EJU van de CAO (Welzijn = 8,3%). 40 Saldo vakantietoeslag: de opbouw vakantietoeslag wordt berekend over het vakantiejaar van 1 juni vorig jaar tot en met 31 mei van het huidige kalenderjaar. Het percentage is 8% van het brutoloon. 41 Schaal: het voor u geldende schaalnummer. 42 Trede: het voor u geldende anciënniteit (periodiek). 43 Periodenummer periodiek: dit is de maand waarin de periodieke verhoging wordt toegekend zolang het maximum inpassingsnummer (periodiek) nog niet is bereikt. Met andere woorden: in deze maand krijgt u elk jaar de periodieke verhoging, zolang u nog niet aan het einde van uw schaal zit.
Mocht u nog verdere vragen of opmerkingen over uw salarisspecificatie hebben, neemt u dan contact op met de P&O-adviseurs van WGI via 010-4366555. Zij geven graag nadere toelichting.