Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
Rosemount 2088, 2090P en 2090F druktransmitters met 4–20 mA HART- en 1–5 V d.c. HART-laagspanningsprotocol Begin
Stap 1: Monteer de transmitter Stap 2: Stel de jumpers in Stap 3: Sluit de bedrading en voeding aan Stap 4: Controleer de configuratie Stap 5: Trim de transmitter Met veiligheidsinstrumenten uitgeruste systemen (Safety Instrumented Systems; SIS) Productcertificeringen
Einde
www.rosemount.com
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
© 2013 Rosemount, Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle merken eigendom van de merkhouder. Rosemount en het Rosemount-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Rosemount Inc.
Emerson Process Management Emerson Process Management Emerson Process Management Rosemount Division bv nv/sa 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317, VS T (VS) (800) 999-9307 T (andere landen) (952) 906-8888 F (952) 949-7001
Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland T (31) 70 413 66 66 F (31) 70 390 68 15 E
[email protected] www.emersonprocess.nl
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België T (32) 2 716 7711 F (32) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be
Emerson Process Management Emerson Process Management Beijing Rosemount Far East Asia Pacific Private Limited GmbH & Co. OHG Instrument Co., Ltd Argelsrieder Feld 3 82234 Wessling Duitsland T 49 (8153) 9390 F 49 (8153) 939172
1 Pandan Crescent Singapore 128461 T (65) 6777 8211 F (65) 6777 0947/65 6777 0743
No. 6 North Street, Hepingli, Dong Cheng District Beijing 100013, China T (86) (10) 6428 2233 F (86) (10) 6422 8586
BELANGRIJKE KENNISGEVING Deze installatiegids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount-transmitters model 2088 en 2090. Deze beknopte installatiegids bevat geen instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, reparatie, probleemoplossing of voor explosieveilige, drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 2088/2090 (publicatienummer 00809-0100-4690) voor nadere instructies en lage spanningsuitgang. Deze handleiding is ook elektronisch beschikbaar op www.rosemount.com.
WAARSCHUWING Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken: Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg het gedeelte over goedkeuringen in de handleiding van de Rosemount 2088/2090 voor bepalingen in verband met veilige installatie. • Verifieer voordat u een op HART gebaseerde communicator in een explosiegevaarlijke atmosfeer aansluit dat alle instrumenten in de meetkring zijn geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige of niet-vonkende veldbedradingsmethoden. • Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat op het apparaat. Lekkage van het procesmedium kan leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel • Gebruik bij de installatie hygiënische klemmen en pakkingen met de juiste specificaties. • De maximale bedrijfsdruk van de klem en de pakking moet hoger zijn dan of gelijk zijn aan het bedrijfsdrukbereik van de transmitter. Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken • Vermijd aanraking van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, die elektrische schokken kan veroorzaken.
2
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
STAP 1: MONTEER DE TRANSMITTER Rosemount 2088 Monteer de transmitter direct op de impulsleiding zonder een extra montagebeugel te gebruiken, of direct aan een wand, paneel of een 2 inch buis, met behulp van een optionele montagebeugel. Rosemount 2090P Monteer de transmitter direct op de procesleiding met behulp van het al aanwezige inlasstuk of laat een gekwalificeerde lasser een nieuwe inlasstuk installeren met gebruik van een TIG-lasapparaat. Raadpleeg de naslaghandleiding voor uitvoerige lasinstructies (publicatienummer 00809-0100-4690). Foutieve installatie kan vervorming van het inlasstuk tot gevolg hebben. Aanbevolen verticale of horizontale montagewijze ten behoeve van voldoende ontluchting. Rosemount 2090F Monteer de transmitter direct op de procesbuis met behulp van een standaard hygiënische fitting (een 1,5 of 2 inch Tri-Clamp-aansluiting). Aanbevolen verticale of horizontale montagewijze ten behoeve van voldoende ontluchting. Zet het aanhaalgereedschap niet rechtstreeks op de elektronicabehuizing. Om schade te voorkomen dient u alleen de zeskantige procesaansluiting aan te halen.
2088
2090P 1,0 in
1,5 in
1 /2–14 NPT vrouwelijke procesaansluiting
Paneelmontage
Wand van het vat Inlasstuk
2090F
Wand van het vat
O-ring
11/2 of 2 inch Tri-Clamp-aansluiting
Pijpmontage
3
Beknopte installatiegids
Rosemount 2088 en 2090 Toepassingen voor vloeistofmetingen 1. Breng de aansluitingen (taps) aan op de zijkant van de leiding. 2. Monteer naast of onder de aansluitingen.
Toepassingen voor gasmetingen 1. Breng de aansluitingen aan in de boven- of zijkant van de leiding. 2. Monteer op dezelfde hoogte als de aansluitingen of hoger.
Toepassingen voor stoommetingen 1. Breng de aansluitingen aan op de zijkant van de leiding. 2. Monteer naast of onder de aansluitingen. 3. Vul de impulsleidingen met water.
4
00825-0111-4690, versie FA april 2013
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
Montagerichting druktransmitter De drukpoort aan de lage kant (ref. atmosferische druk) op de druktransmitter met aluminium behuizing bevindt zich in de kraag van de transmitter, achter de behuizing. Het ontluchtingstraject ligt 360° rond de transmitter tussen de behuizing en de sensor. (Zie Afbeelding 1.) Houd het ontluchtingstraject vrij van alle obstructies, zoals verf, stof en smeermiddel, door de transmitter zo te monteren dat het procesmedium kan ontsnappen. Afbeelding 1. Drukpoort aan lage kant druktransmitter
A Drukpoort aan lage kant (ref. atmosferische druk)
5
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
STAP 2: STEL DE JUMPERS IN Als er geen alarm- en beveiligingsjumpers zijn geïnstalleerd, werkt de transmitter normaal met de alarminstelling standaard op hoog en de beveiliging uit. 1. Beveilig na installatie van de transmitter de kring en sluit de spanning af. 2. Verwijder het behuizingsdeksel dat zich tegenover de veldaansluitingen bevindt. Verwijder de deksels van het meetinstrument niet in een explosiegevaarlijke omgeving als er stroom op het circuit staat. 3. Wijzig de stand van de jumper. Voorkom aanraking van de draden en aansluitklemmen. Zie Afbeelding 2 voor de plaats van de jumper en de standen voor AAN en UIT. 4. Bevestig het transmitterdeksel weer. Het deksel moet volledig sluiten om aan vereisten voor explosieveiligheid te voldoen. Afbeelding 2. 2088 transmitterprintplaat Zonder LCD
Met lcd-display A
Alarm B
Alarm
A
Beveiliging B Beveiliging
Lage spanning zonder LCD A Alarm
Lage spanning met LCD B
Beveiliging A Alarm
B
Beveiliging
6
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
STAP 3: SLUIT DE BEDRADING EN VOEDING AAN Volg de onderstaande stappen voor bedrading van de transmitter: 1. Verwijder het behuizingdeksel aan de kant met de aanduiding FIELD TERMINALS. 2. Sluit de positieve draad aan op de aansluitklem “PWR/COMM+” en de negatieve draad op de aansluitklem “–”. 3. Zorg voor een goede aarding. Het is belangrijk dat de afscherming van de instrumentkabel: • kort afgesneden en geïsoleerd wordt zodat deze niet tegen de transmitterbehuizing aankomt; • wordt verbonden met de volgende afscherming als de kabel door een aansluitkast wordt geleid; • aan de voedingszijde met een goed aardpunt wordt verbonden. NB Installatie van het aansluitklemmenblok met overspanningsbeveiliging biedt uitsluitend overspanningsbeveiliging als de behuizing van de 2088 correct is geaard. NB Sluit de onder spanning staande signaalbedrading niet aan op de testaansluitklemmen. De stroom kan de testdiode in de testverbinding beschadigen. Gebruik voor een optimaal resultaat een kabel met getwiste aders. Gebruik in een omgeving met een hoge EMI/RFI een afgeschermde kabel met getwiste aders. Gebruik een draad met een koperdoorsnede van ten minste 24 AWG en een lengte van ten hoogste 1500 meter (5000 ft). 4. Sluit alle ongebruikte doorvoerbuisaansluitingen en dicht ze af. 5. Installeer de bedrading, indien van toepassing, met een druppellus. Leg de druppellus zodanig dat de onderkant lager komt te liggen dan de doorvoerbuisaansluitingen en de transmitterbehuizing. 6. Plaats het behuizingsdeksel terug. Afbeelding 3 en Afbeelding 4 tonen de draadverbindingen die nodig zijn voor voeding van een 2088 transmitter en communicatie met een handheld veldcommunicator.
7
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090 Afbeelding 3. Bedradingsschema voor werktafelaansluitingen (4–20 mA transmitters) RL 250
Afbeelding 4. Veldbedrading voor 2088 — laagspanningsoptie, code N
24 V d.c. voeding Spanningsmeter
Voeding
Stroommeter
Belasting (ohm)
Voeding Afbeelding 5. Maximale kringweerstand = 43,5 * De dc-voeding (optie S: 10,5 42,4 V en optie N: 6 - 14 V) moet (voedingsspanning – 10,5) 1387 vermogen leveren met een rimpel van minder dan twee 1000 procent. De totale weerstandsbelasting is de som 500 van de weerstand van de Werkingsgebied signaaldraden en de belastingsweerstand van de 0 10,5 20 30 controller, de aanwijzer en 42,4 Spanning (V d.c.) bijbehorende onderdelen. De weerstand van barrières voor Voor de veldcommunicator is een kringweerstand vereist intrinsieke veiligheid, indien van ten minste 250 voor communicatie. aanwezig, moet worden meegerekend.
8
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
STAP 4: CONTROLEER DE CONFIGURATIE De basis-configuratieparameters zijn gemarkeerd met een vinkje (). Deze parameters moeten op zijn minst als onderdeel van de configuratie- en opstartprocedure worden geverifieerd. Functie
HART-sneltoetsreeks
Analog Output Alarm (analoge uitgangsalarm) Burst Mode Control (burst-modusregeling) Burst Option (burstoptie) Calibration (kalibratie) Damping (demping) Date (datum) Descriptor (beschrijving) Digital To Analog Trim (trim digitaal naar analoog) (4–20 mA-uitgang) Disable Local Span/Zero Adjustment (schakel plaatselijke meetbreedte/nulpuntsinstelling uit) Field Device Info (veldinstrumentinformatie) Keypad Input (invoer via toetsenblok) Loop Test (kringtest) Lower Range Value (minimum meetwaarde) Lower Sensor Trim (sensor-trim laag) Message (bericht) Meter type (metertype) Number of Requested Preambles (aantal aangevraagde preambles) Output Trim (uitgangssignaal trim) Percent Range (percentagebereik) Poll Address (poll-adres) Range Values (bereikwaarden)
1, 4, 3, 2, 4 1, 4, 3, 3, 3 1, 4, 3, 3, 4 1, 2, 3 1, 3, 5
Rerange (het bereik anders instellen) Scaled D/A Trim (4–20 mA Output) (geschaalde D/A-trim [uitgang 4–20 mA]) Self Test (transmitter) (zelftest [transmitter]) Sensor Info (sensorinfo) Sensor Trim (Full Trim) (sensor-trim [volledige trim]) Sensor Trim Points (sensortrimpunten) Status (status) Tag (tag) Transmitter Security (Write Protect) (transmitterbeveiliging [beveiligd tegen overschrijven]) Units (Process Variable) (eenheden [procesvariabele])
1, 2, 3, 1 1, 2, 3, 2, 2
Upper Range Value (maximum meetwaarde) Upper Sensor Trim (sensor-trim hoog) Zero Trim (nulpunts-trim)
1, 3, 4, 1 1, 3, 4, 2 1, 2, 3, 2, 1 1, 4, 4, 1, 7 1, 4, 4, 1 1, 2, 3, 1, 1 1, 2, 2 4, 1 1, 2, 3, 3, 2 1, 3, 4, 3 1, 3, 6, 1 1, 4, 3, 3, 2 1, 2, 3, 2 1, 1, 2 1, 4, 3, 3, 1 1, 3, 3
1, 2, 1, 1 1, 4, 4, 2 1, 2, 3, 3 1, 2, 3, 3, 5 1, 2, 1, 2 1, 3, 1 1, 3, 4, 4 1, 3, 2 5, 2 1, 2, 3, 3, 3 1, 2, 3, 3, 1
9
Beknopte installatiegids
Rosemount 2088 en 2090
00825-0111-4690, versie FA april 2013
STAP 5: TRIM DE TRANSMITTER NB Transmitters worden volledig gekalibreerd geleverd, volgens gewenste specificatie of volgens de fabrieksinstelling van een volledige schaal (meetbreedte = bovenste meetgrens).
Nulpuntstrim Een nulpuntstrim is een afstelling op één punt om te compenseren voor de effecten van de montagestand. Als de nul-offset minder dan 3% van het werkelijke nulpunt is, volgt u de instructies hieronder, onder “Gebruik van de veldcommunicator”. Als de nul-offset meer dan 3% van het werkelijke nulpunt afwijkt, volg dan de instructies hieronder, “Gebruik van de knop voor nulpuntsinstelling transmitter”, om het bereik anders in te stellen. Gebruik van de veldcommunicator Sneltoetsen 1, 2, 3, 3, 1
Stappen 1. Ontlucht de transmitter en sluit de veldcommunicator aan. 2. Voer in het menu de HART-sneltoetsreeks in. 3. Volg de aanwijzingen om een nulpunts-trim uit te voeren.
Gebruik van de knop voor nulpuntsinstelling transmitter 1. Draai de certificatielabel-schroef los en draai het plaatje voor toegang tot de knop voor nulpuntsinstelling. 2. Leg de gewenste druk aan voor de 4 mA-uitgang. 3. Stel het 4mA-punt in door de nul-knop 2 seconden ingedrukt te houden. Controleer of de uitgang 4 mA is. Op het optionele LCD-display wordt ZERO PASS weergegeven.
10
Knop voor nulpuntsinstelling
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
MET VEILIGHEIDSINSTRUMENTEN UITGERUSTE SYSTEMEN (SAFETY INSTRUMENTED SYSTEMS; SIS) Het volgende hoofdstuk is van toepassing op 2088 transmitters die worden gebruikt in SIS-toepassingen. NB De transmitteruitgang is niet geclassificeerd qua veiligheid tijdens: configuratiewijzigingen, multidrops, kringtest. Er moeten andere methoden worden gebruikt om de procesveiligheid tijdens configuratie en onderhoud van de transmitter te waarborgen.
Installatie Er is geen speciale installatie vereist naast de in dit document uiteengezette standaardmethoden voor installatie. Zorg altijd voor een goede afdichting door het/de deksel(s) van de elektronicabehuizing zo te installeren dat metaal contact maakt met metaal. De meetkring moet dusdanig ontworpen zijn dat de spanning op de aansluiting nooit onder 10,5 V d.c. daalt als de transmitteruitgang 22,5 mA is. Zet de beveiligingsschakelaar op ‘ON’ (aan) om tijdens normaal gebruik te voorkomen dat de configuratiegegevens abusievelijk of opzettelijk veranderd worden.
Configuratie Gebruik een voor HART geschikte master voor communicatie met en verificatie van de configuratie van de 2088. Door de gebruiker geselecteerde demping beïnvloedt de mate waarin de transmitter kan reageren op veranderingen in het op het moment uitgevoerde proces. De dempingswaarde + responstijd mag nooit meer zijn dan de vereisten van de meetkring. NB DCS of Safety Logic Solver moet overeenkomstig de transmitterconfiguratie worden geconfigureerd. Afbeelding 6 bevat een overzicht van de twee beschikbare alarmniveaus en hun bedrijfswaarden. Zet de alarmschakelaar op de vereiste alarmstand: HI (hoog) of LO (laag). Afbeelding 6. Alarmniveaus Alarmniveau Rosemount Normaal gebruik 3,75 mA(1)
4 mA
3,9 mA lage verzadiging
21,75(2) 20,8 mA hoge verzadiging
20 mA
Namur-alarmniveau Normaal gebruik 3,6 mA(1)
4 mA
3,8 mA lage verzadiging
20 mA
20,5 mA hoge verzadiging
22,5(2)
(1) Transmitterstoring, hardware-alarm in LO-stand. (2) Transmitterstoring, hardware-alarm in HI-stand.
NB Sommige gedetecteerde defecten worden op de analoge uitgang aangegeven op een niveau boven het hoge alarm, ongeacht de stand van de alarmschakelaar. 11
Beknopte installatiegids
Rosemount 2088 en 2090
00825-0111-4690, versie FA april 2013
Gebruik en onderhoud Beproeving en inspectie De volgende beproevingen worden aanbevolen. De resultaten van de beproeving en de genomen corrigerende maatregelen moeten worden gedocumenteerd op www.emersonprocess.com/rosemount/safety/certtechdocumentation.htm als er een fout wordt aangetroffen in het functioneren van de veiligheidsbewaking. Gebruik “Tabel 1: Ingangsparameters” voor het uitvoeren van een kringtest, een analoge uitgangssignaal-trim, of een sensor-trim. Zie de naslaghandleiding van de 2088 (00809-0100-4690) voor nadere informatie. Beproeving Deze proef detecteert circa 92% van de DU-storingen die niet worden gedetecteerd door de automatische diagnostiekfuncties van de 2088. 1. Omzeil de PLC voor beveiliging en neem geschikte maatregelen om een valse trip te voorkomen. 2. Stuur een HART-opdracht naar de transmitter voor een hoge uitgangsstroom voor een alarm, en controleer of de analoge stroom die waarde haalt (1). 3. Stuur een HART-opdracht naar de transmitter voor een lage uitgangsstroom voor een alarm, en controleer of de analoge stroom die waarde haalt (2). 4. Voer een controle van de sensorkalibratie op ten minste twee punten uit met behulp van 4-20 mA bereikspunten als kalibratiepunten en controleer of de mA-uitgang overeenstemt met de drukingangswaarde(3). 5. Stel de meetkring weer in bedrijf. 6. Hef de omloop op en herstel de normale werking. Reparaties van het product Alle storingen die door de diagnosefuncties van de transmitter of bij de proefneming worden gedetecteerd, moeten worden gemeld. Feedback kan elektronisch worden ingediend op www.emersonprocess.com/rosemount/safety/certtechdocumentation.htm. De 2088 kan door vervanging van hoofdonderdelen worden gerepareerd. Volg de instructies in de bij de 2088 behorende naslaghandleiding (documentnummer 00809-0100-4690) voor aanvullende informatie.
Referentie Specificaties De 2088 moet worden gebruikt overeenkomstig de functie- en prestatiespecificaties in de bij de 2088 behorende naslaghandleiding. Gegevens over storingsfrequentie Het FMEDA-rapport bevat informatie over de frequentie van storingen. Dit rapport is beschikbaar op www.emersonprocess.com/rosemount.
(1) Zo test u op problemen met het spanningsbereik, zoals een lage voedingsspanning voor de kring of een verhoogde bedradingsweerstand. Hiermee kunnen ook andere mogelijke storingen worden getraceerd. (2) Zo test u op mogelijke sluimerende stroomgerelateerde storingen. (3) Als de tweepuntskalibratie wordt uitgevoerd met elektrische instrumenten, zal deze test geen sensorstoringen waarnemen.
12
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
Waarden voor veiligheidsstoringen op de 2088 Veiligheidsnauwkeurigheid: 2,0%(1) Veiligheidsresponstijd: 1,5 s Levensduur product 50 jaar – op basis van de meest ongunstige bestanddeelslijtage – niet op basis van materiaalslijtage van materiaal dat met proces in aanraking komt.
(1) Een variatie van 2% in de mA-uitgang van de transmitter is toegestaan voordat de veiligheidsuitschakeling wordt geactiveerd. De uitschakelwaarden in het DCS of de Safety Logic Solver moeten met 2% worden verhoogd/verlaagd.
13
Beknopte installatiegids
Rosemount 2088 en 2090
00825-0111-4690, versie FA april 2013
PRODUCTCERTIFICERINGEN Goedgekeurde productielocaties Rosemount Inc. - Chanhassen, Minnesota, VS Emerson Process Management GmbH & Co. - Wessling, Duitsland Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited - Singapore Beijing Rosemount Far East Instrument Co., Limited - Beijing, China
Informatie over Europese richtlijnen De EG-verklaring van overeenstemming staat op pagina 20. De meest recente versie vindt u op www.rosemount.com.
ATEX-richtlijn (94/9/EG) Emerson Process Management voldoet aan de ATEX-richtlijn.
Europese richtlijn betreffende drukapparatuur (97/23/EG) Druktransmitters model 2088/2090 - Goed vakmanschap
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) (2004/108/EG) Alle druktransmitters model 2088/2090: EN 61326-1:2006
Certificeringen explosiegevaarlijke locaties Certificeringen Noord-Amerika Factory Mutual (FM) E5 Explosieveilig en stofontstekingsbestendig Nummer certificaat: 1V2A8.AE Vigerende normen: FM klasse 3600 – 1998, FM klasse 3615 – 1989, FM klasse 3810 – 1989 Markeringen: explosieveilig voor klasse I, divisie 1, groep B, C en D. Stofontstekingsbestendig voor klasse II/III, divisie 1, groep E, F en G. Temperatuurcode: T5 (Ta = –40 °C tot +85 °C), in de fabriek afgedicht, behuizingstype 4X. Zie voor de ingangsparameters controletekening 02088-1018 I5 Intrinsiek veilig en niet-brandgevaarlijk Nummer certificaat: 0V9A7.AX Vigerende normen: FM klasse 3600 – 1998, FM klasse 3610 – 2010, FM klasse 3811 – 2004, FM klasse 3810 – 1989. Markeringen: intrinsiek veilig voor gebruik in klasse I, divisie 1, groep A, B, C en D; klasse II, divisie 1, groep E, F en G; klasse III, divisie 1 Temperatuurcode: T4 (Tomg = 70 °C) in overeenstemming met Rosemount-tekening 02088-1018. Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D. Temperatuurcode: T4 (Tomg = 85 °C), behuizingstype 4X. Zie voor de ingangsparameters controletekening 02088-1018.
14
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
Canadian Standards Association (CSA) Alle door de CSA voor explosiegevaarlijke locaties goedgekeurde transmitters zijn gecertificeerd conform ANSI/ISA 12.27.01-2003. C6 Explosieveilig, intrinsiek veilig, stofontstekingsbestendig en klasse I, divisie 2 Vigerende normen: CAN/CSA-norm C22.2 nr. 0-M91, CSA-norm C22.2 nr. 25 - 1966, CSA-norm C22.2 nr. 30 - M1986, CAN/CSA-norm C22.2 nr. 94 - M91, CSA-norm C22.2 nr. 142 - M1987, CAN/CSA-norm C22.2 nr. 157-92, CSA-norm C22.2 nr. 213 - M1987, ANSI/ISA 12.27.01-2003. Markeringen: Explosieveilig voor klasse I, divisie 1, groep B, C, en D. Stofontstekingsbestendig voor klasse II, divisie 1, groep E, F, G, klasse III. Geschikt voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D. Intrinsiek veilig voor klasse I, divisie 1, groep A, B, C en D. Temperatuurcode: T3C. Behuizing type 4X. In de fabriek afgedicht. Enkele afdichting. Zie controletekening 02088-1024. Europese certificeringen ED ATEX drukvast Certificeringsnr.: KEMA97ATEX2378X Vigerende normen: EN60079-0:2006, EN60079-1:2007, EN60079-26:2007 Markeringen: II 1/2 G Ex d IIC T6 (-40 °C Tamb 40 °C); T4 (-40 °C Tamb 80 °C) 1180 Vmax = 36 (met uitgangscode S) Vmax = 14 (met uitgangscode N) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (x): 1.De kabelwartels en doorvoerbuisingangen dienen van een gecertificeerd drukvast type Ex d te zijn, geschikt voor de gebruiksomstandigheden en juist geïnstalleerd. 2.Bij gebruik van buisingangen moet worden gezorgd voor een afdichtingsvoorziening direct bij deze ingang. 3.Ongebruikte openingen moeten worden afgesloten met daartoe geschikte blindstoppen met de certificering Ex d. 4.Er moeten geschikte hittebestendige kabels worden gebruikt indien de omgevingstemperatuur bij de kabel- of buisingangen meer dan 65 °C bedraagt. 5.Dit apparaat bevat een dunwandig scheidingsmembraan. Bij installatie, onderhoud en gebruik moet rekening worden gehouden met de omgevingsomstandigheden waaraan het membraan wordt blootgesteld. De aanwijzingen van de fabrikant voor installatie en onderhoud moeten nauwgezet gevolgd worden ten behoeve van de veiligheid tijdens de te verwachten levensduur. 6.Raadpleeg de fabrikant voor informatie over de afmetingen van de drukvaste naden. I1 ATEX intrinsieke veiligheid Nummer certificaat: BAS00ATEX1166X Vigerende normen: EN60079-0:2012, EN60079-11: 2012 Markeringen: II 1 G Ex ia IIC T5 Ga (–55 °C Tamb +40 °C) Ex ia IIC T4 Ga (–55 °C Tamb +70 °C) 1180 15
Beknopte installatiegids
Rosemount 2088 en 2090
00825-0111-4690, versie FA april 2013
Tabel 1. Ingangsparameters Kring/voeding Ui = 30 V d.c. Ii = 200 mA Pi = 0,9 W Ci = 0,012 F
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): Het apparaat kan de volgens EN60079-11 vereiste 500V-isolatietest niet weerstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij installatie van het apparaat. N1 ATEX niet-vonkend/type n Nummer certificaat: BAS 00ATEX3167X Vigerende normen: EN60079-0:2012, EN60079-15: 2010 Markeringen: II 3 D Ex nA IIC T5 Gc (-40 °C < Tamb < +70 °C) Ui = max. 50 V d.c. 1180 Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): Het apparaat kan de volgens EN60079-15 vereiste 500V-isolatietest niet weerstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij installatie van het apparaat. ND ATEX stof Nummer certificaat: BAS01ATEX1427X Vigerende normen: EN60079-0:2012, EN60079-31: 2009 Markeringen: II 1 D Ex t IIIC T50 °C T500 60 °C Da Vmax = 36 V d.c.; Ii = 22 mA 1180 Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1.De gebruiker moet ervoor zorgen dat de maximale spanning en stroomsterkte zoals gespecificeerd (36 V, 24 mA, gelijkstroom) niet worden overschreden. Alle aansluitingen op andere apparatuur en alle aangesloten apparatuur moeten binnen deze specificaties voor spanning en stroomsterkte vallen, gelijkwaardig aan een circuit van categorie “ib” volgens EN50020. 2.Er moeten kabelingangen worden gebruikt die de beschermingsgraad van de behuizing op minstens IP66 houden. 3.Ongebruikte kabelingangen moeten worden afgesloten met geschikte afdichtpluggen die de beschermingsgraad van de behuizing op ten minste IP66 houden. 4.Kabelingangen en afdichtpluggen moeten geschikt zijn voor het omgevingstemperatuurbereik van de apparatuur en een 7J-slagproef kunnen doorstaan. 5.Sensor-module 2088/2090 moet stevig op zijn plaats worden vastgeschroefd om de beschermingsgraad van de behuizing te handhaven.
16
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
IECEx-certificeringen E7 IECEx drukvast Nummer certificaat: IECEx KEM 06.0021X Vigerende normen: IEC60079-0:2004, IEC60079-1:2003, IEC60079-26:2004 Markeringen: Ex d IIC T4 (-20 °C Tamb °C) Ex d IIC T6 (-20 °C Tamb °C) I7 IECEx intrinsieke veiligheid Nummer certificaat: IECEx BAS 12.0071X Vigerende normen: IEC60079-0:2011, IEC60079-11: 2011 Markeringen: Ex ia IIC T5 Ga (-55 °C Tamb 40 °C) Ex ia IIC T4 Ga (–55 °C Tamb +70 °C) Tabel 2. Ingangsparameters Kring/voeding Ui = 30 V d.c. Ii = 200 mA Pi = 0,9 W Ci = 0,012 F
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): Het apparaat kan de volgens EN60079-11 vereiste 500V-isolatietest niet weerstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij installatie van het apparaat. N7 IECEx niet vonkend/type n Nummer certificaat: IECEx BAS 12.0072X Vigerende normen: EN60079-0:202012, EN60079-15: 2010 Markeringen: Ex nA IIC T5 Gc (-40 °C Tamb +70 °C) Ui = max 50 V d.c. Ingangsparameters Kring/voeding Ui = 30 V d.c. Ii = 200 mA Pi = 0,9 W Ci = 0,012 F
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): Het apparaat kan de volgens EN60079-11 vereiste 500V-isolatietest niet weerstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij installatie van het apparaat. NK IECEx stof Nummer certificaat: IECEx BAS12.0073X Vigerende normen: IEC60079-0:2011, IEC60079-31: 2008 Markeringen: Ex t IIIC T50 °C T500 60 °C Da Vmax = 36 V d.c.; Ii = 24 mA
17
Beknopte installatiegids
Rosemount 2088 en 2090
00825-0111-4690, versie FA april 2013
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): 1.Het apparaat bevat een dunwandig scheidingsmembraan. Bij installatie, onderhoud en gebruik moet rekening worden gehouden met de omgevingsomstandigheden waaraan het membraan wordt blootgesteld. De aanwijzingen van de fabrikant voor installatie en onderhoud moeten nauwgezet gevolgd worden ten behoeve van de veiligheid tijdens de te verwachten levensduur. 2.Er moeten kabelingangen worden gebruikt die de beschermingsgraad van de behuizing op minstens IP66 houden. 3.Ongebruikte kabelingangen moeten de beschermingsgraad van de behuizing op minstens IP66 houden. 4.Kabelingangen en afdichtpluggen moeten geschikt zijn voor het omgevingstemperatuurbereik van de apparatuur en een 7J-slagproef kunnen doorstaan. 5.Sensor-module 2088/2090 moet stevig op zijn plaats worden vastgeschroefd om de beschermingsgraad van de behuizing te handhaven. Japanse certificeringen E4 TIIS drukvast Ex d IIC T6 Certificaat TC15874 TC15873 TC15872 TC15871
Beschrijving 2088 met onderdelen van legering C-276 die met proces in aanraking komen (met display) 2088 met roestvaststalen onderdelen die met proces in aanraking komen (met display) 2088 met onderdelen van legering C-276 die met proces in aanraking komen (zonder display) 2088 met roestvaststalen onderdelen die met proces in aanraking komen (zonder display)
Certificeringen Brazilië I2 INMETRO intrinsieke veiligheid Nummer certificaat: CEPEL 97.0063X; Markeringen: Ex ia IIC T5/T4 Ga/Gb T5 (-20 °C Tamb +40 °C); T4 (-20 °C Tamb +60 °C) E2 INMETRO drukvast (alleen 2088 Series) Nummer certificaat: CEPEL 97.0076 Markeringen: Ex d IIC T6/T5 Gb T6 (-20 °C Tamb +40 °C); T5 (-20 °C Tamb +60 °C) Certificeringen China I3 China intrinsieke veiligheid Nummer certificaat: GYJ111063X (2088-serie); GYJ111065X (2090-serie) Vigerende normen: GB3836.1-2000, GB3836.4-2000 Markeringen: Ex ia IIC T4/T5 T4 (-55 °C Tamb +70 °C); T5 (-55 °C Tamb +40 °C)
18
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
Tabel 3. Ingangsparameters Kring/voeding Ui = 30 V d.c. Ii = 200 mA Pi = 0,9 W Ci = 0,012 F
Zie bijlage B van de naslaghandleiding voor de 2088/2090 (publicatienummer 00809-0100-4108) voor speciale voorwaarden voor veilig gebruik. E3 China Drukvast Nummer certificaat: GYJ111062 (2088 Series); GYJ111064 (2090-serie) Vigerende normen: GB3836.1-2000, GB3836.2-2000 Markeringen: Ex d IIC T4/T6 T4 (-20 °C Tamb +40 °C); T6 (-20 °C Tamb +80 °C) Zie bijlage B van de naslaghandleiding voor de 2088/2090 (publicatienummer 00809-0100-4108) voor speciale voorwaarden voor veilig gebruik. N3 China Type n Niet-vonkend Nummer certificaat: GYJ101126X (2088-serie) Vigerende normen: GB3836.1-2000, GB3836.8-2000 Markeringen: Ex nA nL IIC T5 (-40 °C Tamb +70 °C) Zie bijlage B van de naslaghandleiding van de 2088/2090 (publicatienummer 00809-0100-4108) voor speciale voorwaarden voor veilig gebruik. Combinaties van certificeringen Er wordt een roestvrijstalen certificeringsplaatje meegeleverd als optionele goedkeuring is voorgeschreven. Na installatie van een instrument waarop meerdere goedkeuringstypen zijn vermeld, mag het niet opnieuw worden geïnstalleerd met gebruik van andere goedkeuringstypen. Breng een permanente markering aan op het goedkeuringslabel om de gebruikte goedkeuring te onderscheiden van de niet-gebruikte goedkeuringstypen. K1
combinatie van I1, N1, ED en ND
K5
combinatie van E5 en I5
K6
combinatie van C6, I1 en ED
K7
combinatie van E7, I7, N7 en NK
KB
combinatie van K5 en C6
KH
combinatie van K5, ED en I1
19
Beknopte installatiegids
Rosemount 2088 en 2090
20
00825-0111-4690, versie FA april 2013
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
21
Beknopte installatiegids
Rosemount 2088 en 2090
22
00825-0111-4690, versie FA april 2013
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1010 rev. G Wij, Rosemount Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-6985 VS verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product
druktransmitters model 2088/2090 vervaardigd door Rosemount Inc. 12001 Technology Drive Eden Prairie, MN 55344-3695 VS
en
8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9687 VS
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepalingen in de richtlijnen van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van de meest recente wijzigingen, welke staan vermeld in bijgevoegd schema. De aanname van de overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van de geharmoniseerde normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in de Europese Gemeenschap, zoals vermeld in het bijgevoegde schema.
16 april 2009 (handtekening)
(datum van uitgifte)
Larrell De Jong
Manager voor goedkeuringen
(naam – in blokletters)
(functie – in blokletters)
23
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1010 rev. G EMC-richtlijn (2004/108/EG) Alle modellen druktransmitters 2088 en 2090 EN 61326-1:2006
ATEX-richtlijn (94/9/EG) Druktransmitters model 2088/2090 Certificaat: BAS00ATEX1166X Intrinsiek veilig - groep II categorie 1 G Ex ia IIC T5 (Ta = –55 °C tot +40 °C) Ex ia IIC T4 (Ta = –55 °C tot +70 °C) Toegepaste geharmoniseerde normen: EN60079-0:2006; EN60079-11:2007 Certificaat: BAS00ATEX3167X Type n - Groep II categorie 3 G Ex nA nL IIC T5 (Ta = –40 °C tot +70 °C) Toegepaste geharmoniseerde normen: EN60079-0:2006, EN60079-15:2005 Certificaat: BAS01ATEX1427X Stof - Groep II categorie 1 D Ex tD A20 T105°C (Tamb –20 °C tot 85 °C) Toegepaste geharmoniseerde normen: EN 61241-0:2006; EN 61241-1:2004 + C11:2006 Certificaat: KEMA97ATEX2378X Drukvast - Groep II categorie 1/2 G Ex d IIC T4 (–40 °C 7D& Ex d IIC T6 (–40 °C 7D& Toegepaste geharmoniseerde normen: EN60079-0:2006, EN60079-1:2004
Documentnaam: 3051_ CE Marking
24
Pagina 2 van 3
2088_RMD1010_G_dut.doc
Beknopte installatiegids 00825-0111-4690, versie FA april 2013
Rosemount 2088 en 2090
EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1010 rev. G ATEX aangemelde instanties voor onderzoekscertificaat, type EG KEMA (KEMA) [nr. aangemelde instantie: 0344] Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem Postbus 5185, 6802 ED Arnhem Nederland Postbank 6794687 Baseefa. [nr. aangemelde instantie: 1180] Rockhead Business Park Staden Lane Buxton, Derbyshire SK17 9RZ Verenigd Koninkrijk
ATEX aangemelde instantie voor kwaliteitsborging Baseefa. [nr. aangemelde instantie: 1180] Rockhead Business Park Staden Lane Buxton, Derbyshire SK17 9RZ Verenigd Koninkrijk
Documentnaam: 3051_ CE Marking
Pagina 3 van 3
2088_RMD1010_G_dut.doc
25