ROOSTERBELEIDSPLAN 1
Verschillende invalshoeken t.a.v het rooster
1.1 Algemeen Doelstellingen: het scheppen van een goed werk- en leefritme voor zowel docenten als leerlingen het scheppen van voorwaarden voor de organisatie om zaken m.b.t. onderwijs, onderwijsbegeleiding en overleg uitvoerbaar te maken 1.2 Kwaliteit van het rooster De kwaliteit van het rooster heeft te maken met de volgende zaken: tussenuren voor leerlingen roosterwensen van leerkrachten sectiewensen over coördinatie; sectie-overleg afdelingswensen over steunlessen; studieles; mentorlessen wensen t.a.v. praktijklokalen en theorielokalen lengte van het rooster tussenuren voor docenten N.B. Veel is mogelijk binnen de gegeven kaders, maar niet alles tegelijk. 1.3 Wie maken het rooster Het maken van het rooster kan door diverse personen gedaan worden. Als de kaders, opgesteld door de schoolleiding, zijn vastgesteld kan het maken van het rooster opgevat worden als een uitvoering van de gegeven kaders en dus tengevolge ook door elke willekeurig samengestelde commissie uitgevoerd worden. In het geval dat de kaders die afgesproken zijn nog ruimte overlaten voor beleidsbeslissingen moet de directie nadrukkelijk vertegenwoordigd zijn bij de totstandkoming van het rooster.
1.4 Planning en tijdsinvestering De kwaliteit hangt af van een gedegen voorbereiding en een goede prognose. De betrouwbaarheid van de prognose hangt van een aantal factoren af: de stabiliteit van het docententeam het overgangsbeleid t.a.v. de leerlingen fluctuaties van cijfers per vak van kwartaal tot kwartaal de overeenstemming in (cijfer-)beoordeling binnen de vakgroepen en tussen de vakgroepen onderling de ervaring van de decanen het functioneren van het mentoraat (o.a. in verband met de voorspelbaarheid van terugkomen van doublerende leerlingen het tijdstip waarop wijzigingen in formatie binnen de school worden vastgesteld het inzicht in leerlingenaantallen van toeleverende scholen. 1.5 Welke gegevens worden er nog meer gebruikt het max. aantal leerlingen in de brugklas het belang van klassenverband de vrijheid van pakketkeuze/profielkeuze en aangeboden vakken in het vrije deel de arbeidsvoorwaarden en -mogelijkheden van docenten de wensen van part-time docenten de zo evenwichtig mogelijke verdeling van de muzische vakken over het weekrooster van de leerlingen het streven leerlingen uit de brugklas geen of zo weinig mogelijk achtste uren te geven de zo evenwichtig mogelijke verdeling van lessen over de week i.v.m. huiswerk de vaste vergaderuren mede in verband met part-time docenten het inroosteren van overlegmomenten (teamleden + teamleider) de keuze van een relatief klein aantal docenten in een leerjaar de vaste normen voor het aantal dagdelen dat een docent beschikbaar moet zijn het aantal toelaatbare tussenuren, gekoppeld aan de omvang van de betrekking de verplichting dat docenten in de examenklassen een aantal dagen beschikbaar zijn, gelijk aan het aantal te geven uren in de examenklas. S de buitenschoolse activiteiten
1.6. Prognose oor de vaststelling voor formatieberekening wordt gebruik gemaakt van de gegevens uit het jaar t-1 en de prognose aantal leerlingen van t, t+1 en t+2. het aantal leerlingen in de diverse klassen en groepen wordt vastgesteld het benodigde aantal leraarlessen per vak wordt vastgesteld het totaal aantal beschikbare uren wordt vastgesteld
2.
Welke keuzes zijn gemaakt?
2.1 Algemeen goed werk- en leefritme voor zowel docent als leerling, waarbij het algemeen het rooster van leerlingen een hogere prioriteit krijgen dan dat van de docenten. in individuele gevallen, dit ter beoordeling van de directie, kan de docent een hogere prioriteit krijgen dan de leerling. voorwaardenscheppend zijn in wat op organisatorisch opzicht uitvoerbaar is op het terrein van onderwijs, begeleiding en overleg. 2.2 Prioriteiten voor de roostermaker (volgorde is niet willekeurig). gekozen pakketten/profielen en vakken in het vrije deel en geaccepteerd door de school een optimaal gebruikmaking van vaklokalen voor lichamelijke opvoeding, handvaardigheid, verzorging de inzet van studielessen, mentorlessen, steunlessen en vergaderuren teams het voorkomen van tussenuren voor leerlingen in de onderbouw het streven naar een zo compleet mogelijk rooster in de bovenbouw dwingende roosterwensen van docenten (parttime-docenten, studie-docenten in het belang van de school) een optimale inzet van beschikbare faciliteiten en lokalen een gelijkmatige verdeling van de belasting over de dagen van de week (aantal uren, expressievakken, l.o. enz.) het aantal tussenuren van docenten gelijkmatig verdelen. het creëren van de mogelijkheid van gecoördineerde proefwerken. de sectiewensen t.a.v. sectieoverleg
2.3 Prognose en urenverdeling Voor einde schooljaar krijgen de secties een voorstel van lessenverdeling van de schoolleiding voor het komende cursusjaar. De sectie kan via de sectievoorzitter bezwaren tegen de verdeling inbrengen bij de schoolleiding. Na overleg wordt er een beslissing door de schoolleiding genomen. De aldus ontstane prognose tenzij nieuwe informatie aanpassing noodzakelijk maakt - wordt als leidraad voor die nieuwe cursus gebruikt. Vaststelling prognose Op grond van de gegevens van de overgangsvergadering worden vastgesteld: Verdeling van lesgebonden en niet lesgebonden eenheden Het aantal leerlingen in de diverse klassen en groepen Benodigde aantal leraarlessen per vak Vaststelling lessenverdeling Het aantal en soort functies wordt op basis van t-1, t+1, t+2 vastgesteld voor 1 april. Lessenverdeling wordt na afloop van overgangsvergadering door schoolleiding vastgesteld. 2.4 Roosterwensen Roosterwensen onderscheiden we in twee soorten: dwingende niet-dwingende De volgende roosterwensen worden aangemerkt als dwingend: a. de beschikbare tijd van een parttime docent; b. een studie voor het behalen van een onderwijsbevoegdheid; c. een door de arts bevestigde medische beperking op de beschikbaarheid. Alle overige wensen zijn niet dwingend Wensen die ten goede aan de school komen, hebben een hogere prioriteit dan persoonlijke wensen.
Roosterwensen worden ter kennis gebracht aan de schoolleiding en deze beslist: a of de roosterwens wordt gehonoreerd b welke prioriteiten de wens heeft * 3. Op basis van de CAO-VO geldt het volgend schema:
Werktijdfactor
Maximaal aantal Dagdelen
Maximaal aantal dagen
tot en met 0,1000
2
1
tot en met 0,2000
2
2
tot en met 0,3000
3
3
tot en met 0,4000
4
3
tot en met 0,5000
5
3
tot en met 0,6000
6
4
tot en met 0,7000
7
4
tot en met 0,8000
8
4
tot en met 0,9000
9
5
meer dan 0,9000
10
5
-
Bovenbouw: voor het rooster wordt onder de bovenbouw verstaan de klassen die i.v.m. vakken pakketkeuze clusterregels kennen.
Criteria voor toedeling lokalen aan leraren. 1. 2. 3.
4. 5.
Elk lokaal heeft in principe een vaklokaalbestemming. In veel gevallen betreft het een gecombineerde bestemming. De lessen worden in zoveel mogelijk gegeven in het vaklokaal. Bij het inroosteren van een leraar in een lokaal geldt: lokaalwisselingen zoveel als mogelijke na een pauze of tussenuur; wisselingen worden zoveel als mogelijk beperkt; docenten worden zoveel als mogelijk in hetzelfde lokaal geplaatst. Voor een leraar die meer dan één vak geeft geldt: zo veel als mogelijk groeperen van lessen in één vak. Na het toekennen van lokalen aan leraren kan middels overleg in de sectie en/of docenten onderling het gebruik van de vaklokalen worden geoptimaliseerd.