Risico Inventarisatie en Evaluatie

RisicoInventarisatie en Evaluatie Rapportage t.b.v. Arbodienst/Arbodeskundige

School: Openluchtschool Naam RI&E: Openluchtschool Aanmaakdatum RI&E: 15112007 16:04:00 Contactpersoon: N.P.J. Hoogenstraaten Rapportage is aangemaakt op: 01122014 In verband met de toetsing van de RisicoInventarisatie en Evaluatie (RI&E) treft u onderstaand de volgende relevante documenten aan: Inventarisatielijst(en) A. Achtergrondinformatie van de school

1.

Wat voor soort onderwijs wordt op de school gegeven? SO

2.

Welke afdelingen en welke functies komen in uw school voor?

3.

Hoeveel personeelsleden heeft de school? (aantal personen)

4.

Mannen

6 personen

Vrouwen

27 personen

Hoeveel personen binnen de school behoren tot de volgende doelgroep? personen jonger dan 18 jaar personen ouder dan 50 jaar

5.

6.

gehandicapten

1 personen

stagiaires (gemiddeld)

5 personen

OP

36 personen

OOP

22 personen

Wat is het opleidingsniveau van de medewerkers? LBO

2 personen

MBO

12 personen

HBO

41 personen

Universitair

3 personen

Verwacht u een belangrijke groei of een afname van het personeelsbestand in de komende 3 jaar? V

Ja Nee

Toelichting Door passend onderwijs zal de school minder leerlingen kunnen plaatsen.

Naam school: Openluchtschool, BRIN nummer: 16SN, Locatie: De gegevens komen uit de RI&E: 'Openluchtschool'

Pagina 1

RisicoInventarisatie en Evaluatie 7.

Is het bestuur of de school kort geleden gefuseerd of is er een fusie de komende 3 jaar te verwachten? Ja V

8.

Nee

Bent u van mening dat deze fusie van invloed is op het welzijn van de medewerkers? V

N.v.t. Ja Nee

9.

In hoeverre is de MR betrokken (geweest) bij de totstandkoming en de uitvoering van het arbobeleid? Zaken over Arbo, RIE en BHV komen regelmatig aan de orde in de vergaderingen.

10. Is er binnen de school een preventiemedewerker aanwezig? V

Ja Nee

Wie is de preventiemedewerker en hoe kan ik deze bereiken? Hans Kalle 0765715719 Hoeveel uur per maand kan de preventiemedewerker aan arbozaken besteden? 2 Welke cursus of opleiding heeft de preventiemedewerker gevolgd? CURSUS PREV.MW

11. Wat is het ziekteverzuimpercentage en de ziekteverzuimfrequentie geweest in de afgelopen 3 schooljaren? vorig schooljaar: twee schooljaren geleden: drie schooljaren geleden:

12. Zijn er arbeidsongevallen geweest in de afgelopen 3 jaren? Ja V

Nee

13. Zijn de afgelopen 3 jaren beroepsziekten geconstateerd en door de arbodienst of door de arbodeskundige (bedrijfsarts) gemeld aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten? Ja V

Nee


Pagina 2

RisicoInventarisatie en Evaluatie 14. Heeft er de afgelopen 3 jaar een inspectie/onderzoek van de Arbeidsinspectie plaatsgevonden? Ja V

Nee

15. Hoe oud is het schoolgebouw/de schoolgebouwen? 1972 16. Bestaan concrete plannen voor verbouw of nieuwbouw? V

Ja Nee

Welke? Verbouwing is nu gerealiseerd

B. De totstandkoming van de RI&E

1.

Is de (G)MR betrokken geweest bij: de voorbereidingen op de RI&E? de uitvoering van de RI&E? de keuze van de manier van uitvoering? Ja Nee V

Gedeeltelijk

Toelichting INSTEMMING

2.

Wie zijn behalve de preventiemedewerker en de (G)MR betrokken geweest bij de uitvoering van de RI&E en op welke wijze?

Naam

Functie


Rol bij de RI

Pagina 3


Welke werkdocumenten uit de Arbomeester zijn gebruikt bij de RI N.v.t. Werkdocument: Format Arbobeleidsplan (nr. 0) V

De RI&Elijst: Verplichtingen uit de Arbowet (nr. 1)

V

De RI&Elijst: Veiligheid en Gezondheid Schoolgebouw (nr. 2)

V

De RI&Elijst: Veiligheid en Gezondheid Gymnastieklokaal (nr. 3)

V

De RI&Elijst: Quickscan personeel (nr. 4)

V

De RI&Elijst: Personeelsbeleid (nr. 5)

V

De RI&Elijst: Agressie, Geweld, Pesten en Seksuele Intimidatie (nr. 6)

V

De RI&Elijst: Bedrijfshulpverlening (nr. 7)

V

De RI&Elijst: Ziekteverzuim (nr. 8)

V

Werkdocument: Risicoclassificatie (nr. 9)

V

Werkdocument: Plan van Aanpak (nr. 10) Werkdocument: Voorbeeld ongevallenregister (nr. 12) Werkdocument: Voorbeeld voortgangsrapportage (nr. 13) Werkdocument: Aandachtspuntenlijst Arbozorg (nr. 14)

2.

In welke tijdsbestek is deze RI&E afgenomen? JUNI 2009

3.

Zijn er metingen verricht? Ja V

Nee

Wilt u de resultaten meesturen 4.

Kruis aan hoe de medewerkers betrokken zijn geweest bij het stellen van prioriteiten: V

bespreking binnen de (G)MR bespreking in het werkoverleg

V

gezamenlijk overleg tussen werknemers en directie anders, namelijk:

5.

6.

Welke aanvullende bronnen heeft u gebruikt voor het opstellen van de RI&E? Bijvoorbeeld: Informatie van de regioadviseur, arboinformatiebladen, de Arbowet etc.

Is er een externe deskundige betrokken geweest bij de uitvoering van de RI Ja V

Nee

Wie is dat en wat is zijn/haar deskundigheid?


Pagina 4


Welke inventarisaties zijn reeds eerder in uw school uitgevoerd en in welke periode is dit gebeurd? Gevaarlijke stoffen

Periode:

Beeldschermwerk

Periode:

Geluid/lawaai

Periode:

Werkhouding

Periode:

Verlichting

Periode:

Werkdruk

Periode:

Indien een van bovenstaande inventarisaties naast deze RI&E zijn uitgevoerd, wilt u de resultaten dan meezenden? Onderstaand treft u het concept plan van aanpak en de detailinformatie van de risicoclassificatie aan van de uitgevoerde RI&E. Wanneer uit de RI&E inventarisatielijsten blijkt dat er aandachtspunten zijn, is het nodig om de risico’s te evalueren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de methode van Fine & Kinney. Deze methode gaat uit van de gedachte dat de gebruiker drie inschattingen maakt m.b.t. een bepaald risico (aandachtspunt): Hoe zit het met de blootstelling aan het risico? Wat is de waarschijnlijkheid dat het risico zich voordoet? Wat is het mogelijk effect dat zal optreden? Deze vragen kunnen ook als een formule worden opgeschreven: ‘Risico = Blootstelling x Waarschijnlijkheid x Effect’ Gelet op het feit dat genoemde methode vooral oog heeft voor veiligheidsrisico’s zullen de inventarisatielijsten die meer betrekking hebben op welzijnsrisico’s (lijst 1, 4 tot en met 6 en 8) niet via Fine & Kinney worden beoordeeld. Rapportage Risicoclassificatie en Plan van Aanpak Rapport

Risicoclassificatie en Plan van Aanpak

Datum

01122014

Naam RI

Openluchtschool

Gebruikersnaam

N.P.J. Hoogenstraaten

Naam school

Openluchtschool

Subsector onderwijs

2

Aantal mannen

6

Aantal vrouwen

27

De volgende aandachtspunten gaan naar Plan van Aanpak


Pagina 5

RisicoInventarisatie en Evaluatie Bronindicatie

1.1.10.0

Aandachtspunt

Medewerkers worden niet in de gelegenheid gesteld om zich periodiek arbeidsgezondheidskundig te laten onderzoeken.

Opmerking Naar PVA

V

Activiteiten Wie is verantwoordelijk Wie gaat het uitvoeren Kosten Hoeveel tijd Wanneer af Hoe evalueren Gereed Bronindicatie

2.1.11.0

Aandachtspunt

Met betrekking tot de zandbakken worden één of meerdere van onderstaande problemen geconstateerd: worden na gebruik niet afgedekt met een zandbaknet tegen bevuiling door dieren; hebben geen waterdoorlatende ondergrond; worden niet éénmaal per jaar verschoond.

Opmerking

Geen afdekking, nieuw zand eens per twee jaar.

Naar PVA

V

Blootstellingsfrequentie van het risico

Af en toe (wekelijks)

Waarschijnlijkheid/kans dat het optreedt Zeer wel mogelijk Effect van het risico

Gering, letsel zonder ziekteverzuim of hinder

Risicoklasse

Risico is wellicht aanvaardbaar, overweeg actie, neem knelpunten mee op de lange termijn

Activiteiten

realiseren afdekking/nieuw zand eens per 2 jaar

Wie is verantwoordelijk

H.Kalle/F. de Kanter

Wie gaat het uitvoeren

H.Kalle/F.de Kanter bestellen

Kosten

250

Hoeveel tijd

zsm

Wanneer af

182013 00:00:00

Hoe evalueren

overleg

Gereed


Pagina 6


2.3.1.0

Aandachtspunt

Er zijn onvoldoende goede toiletten voor personeel aanwezig.

Opmerking

Sanitair is gedateerd. ventilatie is niet optimaal en stank uit de vloer.

Naar PVA

V


Regelmatig (dagelijks)

Waarschijnlijkheid/kans dat het optreedt Denkbaar, maar onwaarschijnlijk Effect van het risico


Risicoklasse


Activiteiten

Vernieuwing sanitair, waarbij ook verbetering ventilatie:pob2013


Directie


?

Kosten

>100.000

Hoeveel tijd

2 jaar

Wanneer af

172013 00:00:00

Hoe evalueren

oplevering/overleg

Gereed Bronindicatie

2.3.3.0

Aandachtspunt

Er is geen goede ventilatie/afzuiging bij de toiletten, zodat er stankoverlast ontstaat.

Opmerking

Ventilatie gaat pas aan als men het licht aandoet (met een vertraging) en meten daarna uit.

Naar PVA

V



Waarschijnlijkheid/kans dat het optreedt Ongewoon, maar mogelijk Effect van het risico


Risicoklasse


Activiteiten

verbetering ventilatie zeker vwb verlenging ventilatietijd


H.Kalle/F.de Kanter


concierge

Kosten

?

Hoeveel tijd

?

Wanneer af

182013 00:00:00

Hoe evalueren

overleg/controle

Gereed


Pagina 7


2.3.6.0

Aandachtspunt

De wand en vloerafwerking in de sanitaire ruimten is glad en oneffen en/of het materiaal op wanden en vloer is poreus.

Opmerking

Uit de voegen komt urinestank.

Naar PVA

V





Risicoklasse


Activiteiten

Vernieuwing sanitair, waarbij ook verbetering ventilatie


Directie


?

Kosten

?

Hoeveel tijd

2 jaar

Wanneer af

182013 00:00:00

Hoe evalueren

oplevering/overleg


2.16.1.0

Aandachtspunt

In de RI&E is geen overzicht opgenomen van die gevaarlijke stoffen die op de school worden gebruikt.

Opmerking

Opnieuw inventariseren.

Naar PVA

V




Belangrijk, letsel en ziekteverzuim

Risicoklasse


Activiteiten

inventariseren welke gevaarlijke stoffen op school aanwezig zijn.


H.Kalle/F.de Kanter


concierge/verantw. handenarbeid

Kosten

?

Hoeveel tijd

8 mnd

Wanneer af

182013 00:00:00

Hoe evalueren

overleg

Gereed


Pagina 8


2.16.3.0

Aandachtspunt

Op de etikettering van gevaarlijke stoffen ontbreekt één of meer van onderstaande aanduidingen: naam product; gevaarssymbolen; gevaarsaanduiding; veiligheidsaanbevelingen.

Opmerking

Idem, benzine opslag moet beter.

Naar PVA

V





Risicoklasse


Activiteiten

inventariseren en etiketteren van de gevaarlijke stoffen binnen school.


H.Kalle/F.de Kanter


concierge/verantw handenarbeid

Kosten

?

Hoeveel tijd

8 mnd

Wanneer af

112010 00:00:00

Hoe evalueren

overleg


2.16.5.0

Aandachtspunt

Het is niet bekend welke maatregelen genomen moeten worden wanneer er iets mis gaat.

Opmerking

Ik weet niet eens of wij zoveel gevaarlijke stoffen hebben: ammoniak, betrijdingsmiddelen, wasbenzine, benzine voor de grasmachine.

Naar PVA

V





Risicoklasse


Activiteiten

Inventariseren risico's,nagaan welke handelingen genomen moeten worden. opnemen in handboek


H.Kalle/F.de Kanter


concierge/verantw handenarbeid/H.Kalle/F.de Kanter

Kosten

?

Hoeveel tijd

1 jaar

Wanneer af

182013 00:00:00

Hoe evalueren

overleg/controle

Gereed


Pagina 9


7.1.19.0

Aandachtspunt

Personeel en leerlingen weten niet adequaat te handelen bij calamiteiten en noodsituaties in de naaste omgeving van de school.

Opmerking

Moet dat dan! Het loopt toch steeds anders dan je denkt.

Naar PVA

V


Zeer zelden


Zeer ernstig (een dode op termijn)

Risicoklasse


Activiteiten

beleid is bepaald via handboekstuk. Aangepast na verbouwing. ieder jaar sowieso ontruimingsoefening


directie


directie

Kosten Hoeveel tijd Wanneer af

182013 00:00:00

Hoe evalueren Gereed


Pagina 10

RisicoInventarisatie en Evaluatie De volgende aandachtspunten gaan niet naar Plan van Aanpak Bronindicatie

2.3.5.0

Aandachtspunt

Bij de toiletten zijn geen voorzieningen aanwezig m.b.t. de afvoer van maandverband en/of de verkrijgbaarheid van maandverband.

Opmerking

Tweede item niet.

Naar PVA

V


Soms (maandelijks)



Risicoklasse


Motivatie

verkrijgbaarheid maandverband op basisschool nvt. vrouwelijk personeel zorgt zelf voor maandverband.

Bronindicatie

2.3.7.0

Aandachtspunt

Er is geen toilet aanwezig dat bereikbaar en geschikt is voor lichamelijk gehandicapten.

Opmerking

Pas na de verbouwing

Naar PVA

V


Soms (maandelijks)



Risicoklasse


Motivatie

Momenteel wordt er nieuwbouw/renovatie gepleegd, waarbij een invalidetoilet wordt gerealiseerd

Bronindicatie

2.3.8.0

Aandachtspunt

Op de voorruimte van de toiletten die bestemd zijn voor de jongste leerlingen is geen zicht vanuit een groepsruimte mogelijk.

Opmerking Naar PVA

V





Risicoklasse


Motivatie

bouwtechnisch zo gerealiseerd dat dit niet mogelijk is. Personeel ziet hier op toe, bijv door regelmatige controle of door jongste lln te begeleiden naar het toilet.


Pagina 11


2.7.2.0

Aandachtspunt

Er liggen losse snoeren op de grond.

Opmerking

In sommige gevallen onontkoombaar

Naar PVA

V





Risicoklasse


Motivatie

heeft altijd en doorlopend de aandacht, maar is in sommige gevallen onontkoombaar en dan meestal van tijdelijke aard.

Bronindicatie

2.11.3.0

Aandachtspunt

De vochtigheidgraad is in de zomer en/of winter onaanvaardbaar.

Opmerking

Geldt niet voor dislocatie 2 en het noodlokaal.

Naar PVA

V





Risicoklasse


Motivatie

nvt

Bronindicatie

2.11.4.0

Aandachtspunt

Er doen zich verschijnselen voor die kunnen wijzen op onvoldoende ventilatie.

Opmerking

zie opmerking boven.

Naar PVA

V





Risicoklasse


Motivatie

nvt


Pagina 12


2.14.2.0

Aandachtspunt

Bij beeldschermwerk is de werkplekinrichting onvoldoende afgestemd op het werk en de lichaamsafmetingen van de medewerkers en leerlingen.

Opmerking

Leraren en leerlingen zitten vaak op dezelfde beelschermwerkplek

Naar PVA

V





Risicoklasse


Motivatie

nvt

Bronindicatie

2.15.1.0

Aandachtspunt

Kopieerapparatuur en printers zijn onveilig en geven hinder.

Opmerking

Aandacht voor verlengsnoeren en ventilatie.

Naar PVA

V





Risicoklasse


Motivatie

nvt

Bronindicatie

2.15.2.0

Aandachtspunt

Elektrisch solderen wordt onveilig uitgevoerd.

Opmerking

In het nieuwe lokaal komt een adequate afzuiging.

Naar PVA

V


Zelden (jaarlijks)



Risicoklasse


Motivatie

nvt


Pagina 13


2.15.5.0

Aandachtspunt

Ladders, trappen en ander klimmateriaal zijn niet in goede staat en worden slecht onderhouden en niet gekeurd.

Opmerking

Wie moet keuren? Grote huishoudtrap is slecht.

Naar PVA

V





Risicoklasse


Motivatie

inmiddels gecontroleerd, vernieuwd en in veilige staat.

Bronindicatie

2.16.6.0

Aandachtspunt

Gevaarlijke stoffen zijn op een onveilige manier opgeslagen, waarbij met één of meerdere onderstaande aspecten niet is rekening gehouden: voldoende lekopvang (plaatsing in lekbak); voldoende brandwerend; voldoende ventilatie.

Opmerking

???

Naar PVA

V





Risicoklasse


Motivatie

wordt aan gewerkt

Bronindicatie

2.17.9.0

Aandachtspunt

Schakelruimtes en de CVruimte worden voor opslag gebruikt.

Opmerking

Wel in stalen kasten.

Naar PVA

V


Zelden (jaarlijks)



Risicoklasse


Motivatie

In overleg met brandweer/politie wordt er sporadisch hierin iets opgeslagen, maar dan wel in afgesloten, stalen kasten.


Pagina 14


2.18.2.0

Aandachtspunt

Het onderste gedeelte van de wanden is oneffen of is niet afgeschermd.

Opmerking

wanden zijn van schoonmetselwerk

Naar PVA

V


Zeer zelden



Risicoklasse


Motivatie

nvt

Bronindicatie

2.18.3.0

Aandachtspunt

De vloerafwerking toont één of meerdere van onderstaande tekortkomingen: niet veerkrachtig; naden; glad.

Opmerking

Toplaag is versleten, vloer is glad

Naar PVA

V





Risicoklasse


Motivatie

gereed

Bronindicatie

2.18.4.0

Aandachtspunt

Scherpe, uitstekende delen (bijvoorbeeld van radiatoren of vastzetinrichtingen) zijn slecht afgeschermd.

Opmerking

Kan beter!

Naar PVA

V





Risicoklasse


Motivatie

gereed


Pagina 15


2.18.8.0

Aandachtspunt

De spankabels, kettingen en lieren van het wandrek verkeren in een slechte staat.

Opmerking Naar PVA

V





Risicoklasse


Motivatie

gereed

Bronindicatie

2.18.10.0

Aandachtspunt

De glijplank/glijgoot en wipplank zijn beschadigd.

Opmerking Naar PVA

V


Zelden (jaarlijks)



Risicoklasse


Motivatie

gereed

Bronindicatie

2.18.11.0

Aandachtspunt

De houten onderdelen van de springkast passen niet stevig in elkaar en/of zijn beschadigd.

Opmerking Naar PVA

V


Zelden (jaarlijks)



Risicoklasse


Motivatie

gereed


Pagina 16


3.2.2.0

Aandachtspunt

Het onderste gedeelte van de wanden is oneffen of is niet afgeschermd.

Opmerking

zie eerder.

Naar PVA

V





Risicoklasse


Motivatie

g

Bronindicatie

3.8.8.0

Aandachtspunt

Het toestel is niet in een afsluitbare ruimte opgeborgen of is niet verticaal geplaatst en vergrendeld met een slot.

Opmerking

geen slot

Naar PVA

V


Zelden (jaarlijks)



Risicoklasse


Motivatie

wordt bekeken

Bronindicatie

3.9.1.0

Aandachtspunt

De antisliphoeven van bok en paard zijn niet intact.

Opmerking Naar PVA

V


Zelden (jaarlijks)



Risicoklasse


Motivatie

nog bekijken

Bronindicatie

4.1.15.0

Aandachtspunt

5a. 'Het beslag dat door het werk wordt gelegd op de vrije tijd' is hoger (0,2 punt) dan het landelijk gemiddelde.

Opmerking Naar PVA

V

Motivatie

mto


Pagina 17


4.1.21.0

Aandachtspunt

5g. 'Klimatologische omstandigheden in het gebouw (koude, tocht, hitte, gebrek aan frisse lucht, vochtigheid)' is hoger (0,2 punt) dan het landelijk gemiddelde.

Opmerking Naar PVA

V

Motivatie

mto

Inventarisatielijst

% Aantal ingevuld vragen

Aantal OK

Aantal Aandacht nodig

Aantal N.v.t.

Verplichtingen uit de Arbowet

100

11

10

1

0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw

100

130

102

25

3

Veiligheid en gezondheid: Gymnastieklokaal

100

52

45

3

4

Psychosociale arbeidsbelasting 2: Personeelsbeleid

100

8

8

0

0

Psychosociale arbeidsbelasting 3: Agressie, Geweld, Pesten en Seksuele Intimidatie

100

16

16

0

0

Bedrijfshulpverlening

100

19

18

1

0

Ziekteverzuim

100

41

39

0

2


RisicoInventarisatie en Evaluatie Onderstaand treft u de voor deze RI&E gebruikte inventarisatielijsten aan. Aangezien het mogelijk is om een RI&E op onderdelen uit te voeren is het mogelijk dat u niet alle inventarisatielijsten aantreft. Rapport

Inventarisatielijsten

Datum

01122014

Naam RI

Openluchtschool

Gebruikersnaam

N.P.J. Hoogenstraaten

Naam school

Openluchtschool

Subsector onderwijs

2

Aantal mannen

6

Aantal vrouwen

27

Bron indicatie

Inventarisatielijst Hoofdstuk

Aandachtspunt

1.1.1.0

Verplichtingen uit de Arbowet Algemeen

Arbobeleid (Willen) Werkgever moet een arbobeleid voeren dat is gebaseerd op de stand van de techniek en de professionele dienstverlening. Bij dat arbobeleid moet o.a. worden gestreefd naar: het zoveel mogelijk aanpakken van de problemen aan de bron; het zoveel mogelijk aanpassen van de werkplekken en de arbeidsinhoud aan de persoonlijke eigenschappen van de werknemers; het zoveel mogelijk voorkomen van monotone arbeid; doeltreffende maatregelen nemen in het kader van de bedrijfshulpverlening. Ook moeten arbeidsplaatsen worden aangepast aan werknemers met structurele functionele beperkingen als gevolg van ziekte of arbeidsongeschikheid.


In orde Aandacht N.v.t. nodig

Opmerking

V

Pagina 19

RisicoInventarisatie en Evaluatie Bron indicatie


Aandachtspunt

1.1.2.0


Risicoinventarisatie en evaluatie (RI&E) (Weten) Schriftelijk vaststellen van de risico’s van de arbeid voor de werknemers. Inclusief een beschrijving van de gevaren, risicobeperkende maatregelen en risico’s voor bijzondere categorieën van werknemers. De RI&E moet ook aandacht schenken aan de vraag hoe werknemers toegang hebben tot interne en/of externe arbodeskundigen. De RI&E bevat een plan van aanpak. De RI&E wordt herhaald als daartoe aanleiding is.

V

1.1.3.0


Plan van aanpak (Wegen) In het plan van aanpak staat aangegeven welke maatregelen zullen worden getroffen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Ook de termijn waarop de maatregelen worden getroffen staat aangegeven in het plan van aanpak.

V

1.1.4.0


Voorlichting en onderricht (Werken) De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers doeltreffend worden voorgelicht over de te verrichten werkzaamheden, de daaraan verbonden risico’s en de maatregelen die zijn getroffen om de risico’s te beperken (bijv. BHV). De werkgever ziet toe op de naleving van de instructies en voorschriften die gericht zijn op het beperken van de risico’s.

V

1.1.5.0


De speeltoestellen zijn in ieder geval: stevig in de grond verankerd; geschikt voor de doelgroep; afgeschermd tegen spontaan inlopen (denk bv. aan schommels); zijn goed onderhouden, stevig en niet doorgeroest of verrot.

V



Opmerking

Pagina 20



Aandachtspunt

1.1.6.0


Bescherming van derden (Werken) Anderen (het gaat veelal om mensen die zo nu en dan de school bezoeken: denk aan ouders, leveranciers, onderhoudsmonteurs, inspecteurs, collega’s van andere scholen etc.) die op het terrein van de school komen worden voldoende beschermd tegen mogelijke gevaren.

V

1.1.7.0


Verplichtingen van werknemers (Werken) De werknemer dient de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen, rekening houdend met zijn opleiding en de door de werkgever verstrekte instructie. Tevens draagt de werknemer naar vermogen zorg voor eigen veiligheid en gezondheid en die van anderen. De werknemer dient: de arbeidsmiddelen (gereedschappen / machines) en gevaarlijke stoffen op de juiste wijze te gebruiken (inclusief persoonlijke beschermingsmiddelen); de beveiligingen (bijv. op machines) niet te verwijderen; mee te werken aan voorlichting en onderricht; gevaarlijke situaties te melden aan werkgever of leidinggevende; in en externe arbodeskundigen bij te staan.

V



Opmerking

Pagina 21



Aandachtspunt

1.1.8.0


Deskundige bijstand door preventiemedewerkers/arbodeskundigen/ arbodienst (Weten)> De werkgever laat zich bijstaan door één of meerdere deskundige werknemers met preventietaken. Deze medewerker(s) heeft (hebben) de volgende (wettelijke) taken: meewerken aan het verrichten en opstellen van een RI&E uitvoeren van arbomaatregelen adviseren aan en samenwerken met de (G)MR De preventiemedewerker(s) moet voldoende ervaring, scholing en tijd hebben. De werkgever laat zich daarnaast bijstaan door een gecertificeerd arbodienst of gecertificeerde arbodeskundigen (m.n. bedrijfsarts) m.b.t. de volgende taken: het toetsen van de RI&E; het begeleiden van zieke werknemers; het uitvoeren van een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek; het uitvoeren van een aanstellingskeuring (wanneer dat is toegestaan). Alle bovengenoemde in en externe deskundigen moeten zelfstandig en onafhankelijk kunnen opereren.



Opmerking

V

Pagina 22



Aandachtspunt

1.1.9.0


Bedrijfshulpverlening (Weten en Werken) Eén of meerdere werknemers aanwijzen als bedrijfshulpverleners. Bijstand betekent tenminste: verlenen van eerste hulp bij ongevallen; beperken en bestrijden van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen; alarmeren en evacueren van werknemers in noodgevallen. De bedrijfshulpverleners zijn voldoende opgeleid voor deze taken.

1.1.10.0


Periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) (Weten en waken) Medewerkers worden in de gelegenheid gesteld om zich periodiek (veelal 1x per vier jaar) arbeidsgezondheidskundig te laten onderzoeken. Op basis van de algemene uitkomsten kan de school risico’s voorkómen of beperken.

1.1.11.0


Samenwerking verschillende werkgevers Indien een school samen met anderen (andere scholen of andere organisaties) in één gebouw zit, wordt met deze organisaties goed samengewerkt om de bepalingen uit de Arbowet goed na te leven (bijv. m.b.t. BHV).

V

2.1.1.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Toegang/schoolplein

Schoolterrein en schoolgebouw zijn voor iedereen goed en veilig toegankelijk. Eventuele hoogteverschillen zijn ook voor lichamelijk gehandicapten te overbruggen.

V

2.1.2.0


Het schoolterrein heeft een deugdelijke afrastering die geen scherpe randen of uitsteeksels heeft en overklimbaar is.

V

2.1.3.0


Uitgangen van het schoolterrein naar de openbare weg zijn overzichtelijk in verband met het verkeer.

V



Opmerking

V

V

Pagina 23



Aandachtspunt

2.1.4.0


Fietsers komen zonder gevaar vanaf het schoolterrein in het verkeer en omgekeerd.

V

2.1.5.0


De bestrating van het schoolplein bevat geen gebreken (zoals losliggende tegels, kuilen, slechte afwatering enz.).

V

2.1.6.0


Indien het terrein grenst aan beglazing, dan is gezorgd dat kinderen er niet doorheen kunnen vallen (bijvoorbeeld door een stootplank ongeveer op schouderhoogte van een kind).

V

2.1.7.0


Nieuwe speeltoestellen (zoals schommels, klimtoestellen, glijbanen) zijn voorzien van een CEmarkering en worden jaarlijks geïnspecteerd door een bevoegd controleur.

V

2.1.8.0


De speeltoestellen zijn in ieder geval: stevig in de grond verankerd; geschikt voor de doelgroep; afgeschermd tegen spontaan inlopen (denk bv. aan schommels); zijn goed onderhouden, stevig en niet doorgeroest of verrot.

V

2.1.9.0


Er is een logboek bij ieder speeltoestel.

V

2.1.10.0


De ondergrond is van een zacht materiaal (zoals zand, gras, houtschaafsel of rubber tegels) zodat bij een val geen ernstig letsel kan ontstaan.

V

2.1.11.0


Zandbakken: worden na gebruik afgedekt met een zandbaknet tegen bevuiling door dieren; hebben een waterdoorlatende ondergrond; worden tenminste éénmaal per jaar verschoond.



V

Opmerking

Geen afdekking, nieuw zand eens per twee jaar.

Pagina 24



Aandachtspunt

2.1.12.0


Vóór en ná schooltijd en tijdens de pauzes is er voldoende overzicht en toezicht.

V

2.1.13.0


Het schoolplein is groot genoeg in verhouding tot het aantal leerlingen.

V

2.1.14.0


De jongste groepen hebben een passende speelgelegenheid.

V

2.1.15.0


Als er afvalbakken op het schoolplein staan, zijn deze onbrandbaar en zijn ze opgesteld op afstand van het schoolgebouw.

V

2.1.16.0


De centrale afvalberging is afgesloten en bij voorkeur op enige afstand van de school gelegen.

V

2.1.17.0


Met betrekking tot fietsers geldt het volgende: er is voldoende gelegenheid voor het veilig stallen van fietsen; op het schoolplein mag niet gefietst worden. indien de school beschikt over een inpandige fietsenstalling, dan mogen leerlingen daar alleen met de fiets aan de hand naar binnengaan.

V

2.1.18.0


De beplanting op en rondom het schoolplein is ongevaarlijk (bijvoorbeeld geen doornen), is niet giftig en is laag gesnoeid.

V

2.1.19.0


Bij het risico op contact met zwerfafval (kapotte bierflesjes, spuiten drugsgebruikers, e.d.) ná weekenden en/of vakanties, heeft de school adequate preventieve en curatieve maatregelen getroffen.

V



Opmerking

De afvalbakken zijn zelfdovend en "hufterproof" en hangen aan de gevels.

Pagina 25



Aandachtspunt

2.2.1.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Gangen en trappen

De in en uitgangen zijn veilig toegankelijk: geen val of struikelgevaar of scherpe voorwerpen.

V

2.2.2.0


De gangen en trappen zijn goed verlicht.

V

2.2.3.0


Gangen, trappen, wanden, leuningen en uitgangen zijn vrij van uitstekende, puntige of scherpe delen. De wandafwerking is niet ruw.

V

2.2.4.0


Vloeren en traptreden zijn voldoende stroef. Er zijn geen losse vloerdelen en oneffenheden die struikelgevaar kunnen veroorzaken.

V

2.2.5.0


Kledinghaken, deurknoppen, radiatorknoppen of andere scherpe objecten zijn glad afgewerkt of goed afgeschermd, zodat ze niet gemakkelijk aanleiding kunnen geven tot verwondingen.

V

2.2.6.0


De trappen zijn van leuningen voorzien: breedte > 1,20 m: aan beide zijden; breedte < 1,20 m: tenminste aan één zijde; breedte > 2,20 m: tevens een tussenleuning.

V

2.2.7.0


Situaties waar gevaar voor vallen van hoogte bestaat, zoals vloeropeningen en bordessen zijn deugdelijk afgeschermd.

V

2.2.8.0


Niveauverschillen zijn goed visueel gemarkeerd, bijvoorbeeld door kleurverschil, materiaalverschil of pictogrammen.

V

2.2.9.0


Gangen, trappen en (nood)uitgangen zijn vrij van obstakels of opslag en niet geblokkeerd.

V



Opmerking

Pagina 26



Aandachtspunt

2.2.10.0


De in de school aanwezige rookwerende (tocht)deuren zijn zelfsluitend en worden gesloten gehouden (of de kleefmagneten, dranger of vloerveren worden ontkoppeld door middel van rookdetectie).

V

2.2.11.0


In de gangen, hallen en gemeenschapsruimten zijn de (nood)uitgangen met pictogrammen aangegeven.

V

2.2.12.0


De breedte van nooduitgangen en vluchtwegen is: voor 1 t/m 25 personen: 0,60 m; voor 26 t/m 100 personen: 0,75 m; voor meer dan 100 personen: 1,20 m (of 2 x 0,75).

V

2.2.13.0


Op de plaatsen waar gedrang mogelijk is, zijn glazen en transparante deuren en vlakken beveiligd tegen doorvallen van leerlingen (bijvoorbeeld door gebruik van veiligheidsglas of stootbalk).

V

2.2.14.0


Glazen of transparante deuren en vlakken zijn voorzien van een markering op ooghoogte (1.40 meter).

V

2.2.15.0


Het gevaar dat vingers bekneld raken bij toegangsdeuren en zware tussen /klapdeuren is adequaat bestreden.

V

2.3.1.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Sanitaire voorzieningen

Er zijn voldoende goede toiletten voor personeel aanwezig.

2.3.2.0


Er zijn afzonderlijke toiletten voor jongens en meisjes.

2.3.3.0


Er is een goede ventilatie/afzuiging bij de toiletten zodat er geen stankoverlast is.



Opmerking

V

Sanitair is gedateerd. ventilatie is niet optimaal en stank uit de vloer.

V

Ventilatie gaat pas aan als men het licht aandoet (met een vertraging) en meten daarna uit.

V

Pagina 27



Aandachtspunt

2.3.4.0


Op of nabij de toiletten is gelegenheid voor handen wassen door middel van wasbakken.

2.3.5.0


Bij de toiletten zijn voorzieningen met betrekking tot: de afvoer van maandverband; de verkrijgbaarheid van maandverband.

V

Tweede item niet.

2.3.6.0


De wand en vloerafwerking in de sanitaire ruimten is stroef en vlak. Het materiaal op wanden en vloer is niet poreus.

V

Uit de voegen komt urinestank.

2.3.7.0


Er is tenminste één toilet aanwezig dat bereikbaar en geschikt is voor lichamelijk gehandicapten.

V

Pas na de verbouwing

2.3.8.0


Op de voorruimte van de toiletten die bestemd zijn voor de jongste leerlingen is zicht vanuit een groepsruimte mogelijk.

V

2.3.9.0


De toiletten zijn voldoende verlicht (door kunst of daglicht).

2.3.10.0


De eventueel aanwezige warmwaterkranen t.b.v. kinderen zijn voorzien van een thermostaat die is ingesteld op maximaal 38 °n alleen door het personeel is in te stellen.

2.4.1.0

Veiligheid en gezondheid: Er is een aparte ruimte voor het personeel aanwezig, waar Schoolgebouw men de pauzes kan doorbrengen. Lunch en andere voorzieningen

V

2.4.2.0

Veiligheid en gezondheid: De personeelsruimte is voldoende bemeten voor het Schoolgebouw aantal personeelsleden en heeft voldoende stoelen en Lunch en andere voorzieningen tafels.

V

2.4.3.0

Veiligheid en gezondheid: De overblijfvoorzieningen voor de leerlingen leveren geen Schoolgebouw veiligheidsproblemen op. Lunch en andere voorzieningen

V



Opmerking

V

V

V

Pagina 28



Aandachtspunt

2.4.4.0

Veiligheid en gezondheid: Borstvoedinggevende vrouwen beschikken over een (af te Schoolgebouw sluiten) ruimte waar ze borstvoeding kunnen geven of Lunch en andere voorzieningen kunnen kolven.

V

2.5.1.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Onderhoud, orde en netheid

Alle delen van de school worden schoongehouden volgens een op schrift gesteld programma, afgestemd op het gebruik en de functie van de ruimte.

V

2.5.2.0


Er zijn voorzieningen om onderhouds en schoonmaakmiddelen, hulpmaterialen, gereedschappen e.d. op te bergen in een af te sluiten ruimte.

V

2.5.3.0


De afsluitbare voorzieningen om onderhouds en schoonmaakmiddelen, hulpmaterialen, gereedschappen e.d. op te bergen worden goed gebruikt.

V

2.5.4.0


Schoonmaakmiddelen die gevaarlijk zijn bij consumptie worden achter slot en grendel bewaard.

V

2.5.5.0


De afvalbakken in de lokalen worden het liefst dagelijks na het einde van de lestijd geleegd in de grote afvalcontainer.

V

2.6.1.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Hulpverleningsmiddelen

De volgende verbandtrommels zijn aanwezig: tenminste één goedgevulde verbandtrommel op een voor iedereen bekende plaats; verbandtrommels met eenvoudige inhoud in of nabij de praktijklokalen.

V

2.6.2.0


De inhoud van de verbandtrommels wordt regelmatig gecontroleerd.

V

2.6.3.0


Voorzover nodig, is iedereen op de hoogte van specifieke gezondheidsaspecten van medeleerlingen en personeel.

V



Opmerking

Pagina 29



Aandachtspunt

2.6.4.0


De aanwezige blusmiddelen: zijn direct bereikbaar; de plek is aangeduid met een pictogram.

V

2.6.5.0


Jaarlijks worden door een deskundige, meestal de leverancier, de blusmiddelen gecontroleerd.

V

2.6.6.0


Noodverlichting wordt jaarlijks gecontroleerd.

V

2.7.1.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Les en werkruimtes algemeen

Wandcontactdozen, stekkers, verdeeldozen en snoeren zijn onbeschadigd en voldoende afgeschermd.

V

2.7.2.0


Er liggen geen losse snoeren op de grond.

2.7.3.0


De vloerafwerking is: antistatisch; geluiddempend; voetwarm (niet koud); doelmatig te reinigen.

V

2.7.4.0


De vloer in het handvaardigheids en/of technieklokaal wordt niet glad tijdens het gebruik (bijvoorbeeld door water of zaagsel).

V

2.7.5.0


Bij de aanschaf van planten en dieren wordt gelet op giftigheid, veiligheid, hygiëne en mogelijke allergische reacties.

V

2.7.6.0


In de lesruimtes zijn geen dieren aanwezig die allergische reacties kunnen veroorzaken.

V



V

Opmerking

In sommige gevallen onontkoombaar

Zijn Colivinyltegels geluiddempend?

Pagina 30



Aandachtspunt

2.7.7.0


Er wordt in de school niet gerookt. Er kan een specifieke ruimte worden aangewezen waar wel gerookt mag worden.

V

2.8.1.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Afmetingen van les en werkruimtes

De les en werkruimtes zijn voldoende groot voor het aantal mensen dat aanwezig is.

V

2.8.2.0


De looppaden zijn minstens 60 cm breed.

V

2.8.3.0


De vrije strook tussen de bordwand en de voorste tafelrij bedraagt minstens twee meter.

V

2.8.4.0


Het schoolbord is in hoogte verstelbaar en geeft geen lichtreflecties of schitteringen.

V

2.9.1.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Geluid en lawaai in les en werkruimtes

De akoestiek en verstaanbaarheid worden als goed ervaren.

V

2.9.2.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Geluid en lawaai in les en werkruimtes

Er wordt geen hinder ondervonden van: verkeerslawaai; aangrenzende ruimten; ventilatiesystemen (lawaai).

V

2.10.1.0

Veiligheid en gezondheid: In werk en lesruimtes kan daglicht binnenkomen. Schoolgebouw Verlichting in les en werkruimtes



Opmerking

V

Pagina 31



Aandachtspunt

2.10.2.0

Veiligheid en gezondheid: Er is uitzicht naar buiten mogelijk. Schoolgebouw Verlichting in les en werkruimtes

V

2.10.3.0

Veiligheid en gezondheid: Er is voldoende daglicht en kunstlicht voor de aard van het Schoolgebouw werk. Verlichting in les en werkruimtes

V

2.10.4.0

Veiligheid en gezondheid: Men heeft geen last van: Schoolgebouw flikkerend licht; Verlichting in les en werkruimtes glans; scherpe contrasten; hinderlijke lichtval. door de toepassing van kunstlicht.

V

2.11.1.0

Veiligheid en gezondheid: De temperatuur wordt zowel in de zomer als in de winter Schoolgebouw als behaaglijk ervaren. Klimaat en temperatuur in les en werkruimtes

V

2.11.2.0

Veiligheid en gezondheid: De temperatuur is per ruimte regelbaar. Schoolgebouw Klimaat en temperatuur in les en werkruimtes

V

2.11.3.0

Veiligheid en gezondheid: De vochtigheidsgraad is in de zomer en in de winter Schoolgebouw aanvaardbaar. Klimaat en temperatuur in les en werkruimtes

V

Geldt niet voor dislocatie 2 en het noodlokaal.

2.11.4.0

Veiligheid en gezondheid: Verschijnselen die kunnen wijzen op onvoldoende Schoolgebouw ventilatie doen zich niet voor. Klimaat en temperatuur in les en werkruimtes

V

zie opmerking boven.

2.11.5.0

Veiligheid en gezondheid: Hinderlijke tocht door luchtverversingsinstallaties komt niet Schoolgebouw voor. Klimaat en temperatuur in les en werkruimtes



V

Opmerking

Door platte daken kan het soms wel bijzonder warm worden.

Ventilatiesystemen worden vernieuwd en voorzien van terugslagkleppen.

Pagina 32



Aandachtspunt

2.11.6.0

Veiligheid en gezondheid: Werk en verblijfsruimtes aan de zonzijde zijn voorzien Schoolgebouw van zonwering, bij voorkeur aan de buitenzijde. Klimaat en temperatuur in les en werkruimtes

V

2.12.1.0

Veiligheid en gezondheid: De tafels en stoelen zijn: Schoolgebouw stabiel; Meubilair in les en werkruimtes verkeren in goede staat van onderhoud; zijn vrij van splinters en andere beschadigingen.

V

2.12.2.0

Veiligheid en gezondheid: Het meubilair is voldoende aangepast aan de Schoolgebouw lengteverschillen van de leerlingen . Minimaal éénmaal Meubilair in les en werkruimtes per jaar (liefst aan het begin van het schooljaar) wordt er gecontroleerd of de leerlingen op/aan het juiste meubilair zitten.

V

2.12.3.0

Veiligheid en gezondheid: Kasten en stellingen zijn deugdelijk, voldoende stabiel en Schoolgebouw verankerd, en planken worden niet overbelast. Meubilair in les en werkruimtes

V

2.12.4.0

Veiligheid en gezondheid: Het meubilair (stoel en tafel) voor de medewerkers is Schoolgebouw ergonomisch verantwoord. Meubilair in les en werkruimtes

V

2.13.1.0

Veiligheid en gezondheid: Er is voldoende afwisseling tussen de verschillende Schoolgebouw werkhoudingen (zitten/staan). Werkhoudingen/afwisseling (denk aan OOP)

V

Moeten mensen zelf in de gaten houden.

2.13.2.0

Veiligheid en gezondheid: Degenen die regelmatig zware lasten tillen, passen de Schoolgebouw juiste tiltechniek toe en worden hierover met enige Werkhoudingen/afwisseling (denk regelmaat voorgelicht. aan OOP)

V

M.n. van toepassing op de conciërges.

2.14.1.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Beeldschermwerk

V

De school weet welke medewerkers langdurig beeldschermwerk verrichten en weet welke voorzieningen/hulpmiddelen worden geboden.



Opmerking

Pagina 33



Aandachtspunt

2.14.2.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Beeldschermwerk

Bij beeldschermwerk is de werkplekinrichting goed afgestemd op het werk en de lichaamsafmetingen van de medewerkers en de leerlingen.

V

Leraren en leerlingen zitten vaak op dezelfde beelschermwerkplek

2.15.1.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Gereedschappen/middelen

Kopieerapparatuur en printers zijn veilig en geven geen hinder: de apparatuur heeft een veilige elektrische aansluiting; bij veelvuldig gebruik van deze apparatuur wordt er voldoende geventileerd.

V

Aandacht voor verlengsnoeren en ventilatie.

2.15.2.0


Elektrisch solderen kan veilig worden uitgevoerd.

V

In het nieuwe lokaal komt een adequate afzuiging.

2.15.3.0


Handgereedschappen zoals hamers, vijlen en zagen zijn in goede staat.

V

2.15.4.0


Elektrisch handgereedschap: is in goede staat; snoeren zijn onbeschadigd; is dubbel geïsoleerd of werkt onder veilige spanning.

V

2.15.5.0


Ladders, trappen en ander klimmateriaal zijn in goede staat en worden goed onderhouden en gekeurd.

V

Wie moet keuren? Grote huishoudtrap is slecht.

2.15.6.0


Werknemers zijn voorgelicht over het veilig gebruik van ladders, trappen en ander klimmateriaal.

V

2.15.7.0


Handgereedschappen en werkmaterialen zijn veilig en overzichtelijk opgeborgen, bij voorkeur in een speciaal daarvoor bestemde kast.

V

2.16.1.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Gevaarlijke stoffen

In de RI&E is een overzicht opgenomen van die gevaarlijke stoffen die op de school worden gebruikt.



Opmerking

Wie zegt hoe ze op een ladder moeten staan?

V

Opnieuw inventariseren.

Pagina 34



Aandachtspunt

2.16.2.0


De verpakking van gevaarlijke stoffen is: deugdelijk en onbeschadigd; van geschikt materiaal.

2.16.3.0


De gevaarlijke stoffen hebben de volgende etikettering: naam produkt; gevaarssymbolen; gevaarsaanduiding; veiligheidsaanbevelingen.

2.16.4.0


De gebruikers van de gevaarlijke stoffen kennen de betekenis van de symbolen en aanduidingen op de etiketten.

2.16.5.0


2.16.6.0


Opmerking

V

V

Idem, benzine opslag moet beter.

Het is bekend welke maatregelen genomen moeten worden wanneer er iets mis gaat.

V

Ik weet niet eens of wij zoveel gevaarlijke stoffen hebben: ammoniak, betrijdingsmiddelen, wasbenzine, benzine voor de grasmachine.


Alle gevaarlijke stoffen zijn op veilige wijze opgeslagen: voldoende lekopvang (plaatsing in lekbak); voldoende brandwerend; voldoende ventilatie.

V

???

2.16.7.0


Alle gevaarlijke stoffen worden buiten bereik van leerlingen bewaard.

V

2.16.8.0


De school (vloer en dakbedekking, CVinstallatie, isolatiemateriaal) is gecontroleerd op de aanwezigheid van asbest. Voor zover asbesthoudende materialen aanwezig zijn, leveren deze geen gevaar voor de gezondheid op.

V

2.16.9.0


Afwerkingsmaterialen van wanden, vloeren en plafonds bevatten geen voor de gezondheid schadelijke gassen en dampen.

V


V

Pagina 35



Aandachtspunt

2.17.1.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Elektriciteit en gas

Verlichtingsarmaturen en apparatuur zijn in goede staat en veilig aangesloten.

V

2.17.2.0


Aansluitingen ('stekkers'), schakelaars, contactdozen ('stopcontacten') en snoeren zijn onbeschadigd.

V

2.17.3.0


Apparatuur met aarding en voorzien van verlengsnoeren is op aarding aangesloten.

V

Nog even nalopen.

2.17.4.0


Snoeren voor permanente aansluiting van apparatuur worden geleid in kunststof pijpen of kokers.

V

Idem

2.17.5.0


De elektrische voorziening aan aquaria is geaard.

V

Nog nalopen.

2.17.6.0


Bij natte activiteiten is de contactdoos voorzien van een spatwaterklep.

V

2.17.7.0


De hoofdschakelaar voor elektriciteit is goed bereikbaar.

V

2.17.8.0


Voor de schakel/zekeringkast geldt: deze is in goede staat en gesloten; er is een begrijpelijk schema aanwezig; indien nog aanwezig zijn de patroonhouders opgevuld.

V

2.17.9.0


Schakelruimtes en de CVruimte worden niet voor opslag gebruikt.

2.17.10.0 Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Elektriciteit en gas

De centrale hoofdafsluiter van het gas is goed bereikbaar.



Opmerking

Wat zijn patroonhouders?

V

Wel in stalen kasten.

V

Pagina 36



Aandachtspunt


Opmerking

2.17.11.0 Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Elektriciteit en gas

Alle gastoestellen verkeren in goede staat en worden jaarlijks door een deskundige gecontroleerd.

V

2.18.1.0

Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Speellokaal kleuters

Jaarlijks vindt er een veiligheidheidscontrole plaats van het speellokaal en de speel of gymnastiektoestellen.

V

2.18.2.0


Het onderste gedeelte van de wanden is glad of is afgeschermd.

V

wanden zijn van schoonmetselwerk

2.18.3.0


De vloerafwerking is: veerkrachtig; naadloos; stroef.

V

Toplaag is versleten, vloer is glad

2.18.4.0


Scherpe, uitstekende delen (bijvoorbeeld van radiatoren of vastzetinrichtingen) zijn goed afgeschermd.

V

Kan beter!

2.18.5.0


De beglazing bestaat uit veiligheidsglas.

V

2.18.6.0


Er is een aangrenzende berging aanwezig, waarin alle toestellen opgeborgen kunnen worden.

V

2.18.7.0


De sporten van het wandrek: zitten goed vast; kunnen niet meedraaien; vertonen geen beschadiging; zijn vrij van splinters.

V

2.18.8.0


De spankabels, kettingen en lieren van het wandrek zijn in goede staat.


V

Pagina 37



Aandachtspunt

2.18.9.0


Het klimtoestel: is in goede staat; is vrij van splinters; kan stabiel worden opgesteld.

In orde Aandacht N.v.t. nodig V

2.18.10.0 Veiligheid en gezondheid: Schoolgebouw Speellokaal kleuters

De glijplank/glijgoot en wipplank zijn onbeschadigd.

V


De houten onderdelen van de springkast: passen stevig in elkaar; zijn onbeschadigd.

V


De matten: hebben voldoende schokdemping; zijn onbeschadigd.

V


In of nabij het lokaal is een EHBOtrommel met eenvoudige inhoud aanwezig.

V

3.1.1.0

Veiligheid en gezondheid: Gymnastieklokaal Algemeen

Als de gemeente of een externe instantie eigenaar van het gymnastieklokaal is, dan is er sprake van: een gebruikersovereenkomst tussen de gemeente/externe instantie en de school; een aanspreekpunt (beheerder of beheerscommissie); mogelijkheden om defecten en tekortkomingen door te geven; de aangegeven defecten of tekortkomingen worden adequaat opgeheven.

3.1.2.0


Alle leerkrachten die gymles geven zijn daarvoor bevoegd.

V

3.1.3.0


De leerkrachten zijn geïnstrueerd over maatregelen bij brand.

V


Opmerking

V

Wij hebben een vakleerkracht bewegingsonderwijs.

Pagina 38



Aandachtspunt

3.1.4.0


Er is een telefoon aanwezig (bij nietinpandige gymnastieklokalen), waarmee de 112 alarmcentrale gebeld kan worden.

V

3.1.5.0


Indien de gymzaal niet op het schoolterrein is: vindt het vervoer van de leerlingen van en naar de gymzaal veilig plaats.

V

3.2.1.0

Veiligheid en gezondheid: Gymnastieklokaal Inrichting

Jaarlijks vindt er een veiligheidscontrole plaats van het gymnastieklokaal en de gymnastiektoestellen.

3.2.2.0


Het onderste gedeelte van de wanden is glad of is afgeschermd. Korven en roosters staan op minimaal 3 cm van glas.

3.2.3.0


De beglazing bestaat uit veiligheidsglas.

V

3.2.4.0


Er is een EHBOtrommel met eenvoudige inhoud aanwezig.

V

3.2.5.0


De leerlingen zijn geïnstrueerd over maatregelen bij brand.

V

3.2.6.0


Verlichtingsarmaturen, klok en dergelijke zijn beschermd tegen beschadigingen.

V

3.2.7.0


Alle verplaatsbare toestellen kunnen in de toestellenberging.

V

3.2.8.0


De vloer van de wasruimte is stroef en onbeschadigd.

V



Opmerking

V

V

zie eerder.

Banken kunnen er niet in.

Pagina 39



Aandachtspunt

3.2.9.0


De doucheruimte kan geventileerd worden.

V

3.2.10.0


Het warme water is door de beheerder ingesteld op maximaal 38

V

3.2.11.0


Kleedlokalen, doucheruimten, toiletten en wastafels: zijn voldoende aanwezig; worden regelmatig schoongemaakt; de vloerafwerking is stroef en bestendig tegen mechanische beschadigingen.

V

3.2.12.0


De risico’s van legionellabesmetting door (warm)waterinstallaties zijn afwezig.

V

3.3.1.0

Veiligheid en gezondheid: Gymnastieklokaal Klimtouwen

De wagens waaraan de touwen zijn bevestigd lopen soepel in de verrolinrichting.

V

3.3.2.0


De kettingen tussen de wagens en het touw om de wagens te verplaatsen vertonen geen gebreken.

V

3.3.3.0


De klimtouwen verkeren in goede staat. Zichtbare beschadigingen en knopen zijn niet aanwezig.

V

3.4.1.0

Veiligheid en gezondheid: Gymnastieklokaal Ringen

De (houten) ringen, ringtouwen, leren riemen en kettingen verkeren in goede staat.

V

3.4.2.0


De disloqueerwartels zijn geborgd.

V



Opmerking

Pagina 40



Aandachtspunt

3.4.3.0


Het losgaan van de kettingbevestiging is tijdens het gebruik van de ringen niet mogelijk.

V

3.4.4.0


De (houten) ringen worden niet belast over een vlak kleiner dan circa 10 cm. (bijvoorbeeld door er toestellen in te hangen).

V

3.4.5.0


De ringenhaak is aan de achterzijde beschermd om verwondingen en vloerbeschadigingen te voorkomen.

V

3.5.1.0

Veiligheid en gezondheid: Gymnastieklokaal Rekstokken

De rekstokken kunnen rammelvrij worden vastgezet.

3.5.2.0

Veiligheid en gezondheid: Gymnastieklokaal Rekstokken

De rekstokken zijn gezekerd tegen losgaan.

V

3.6.1.0

Veiligheid en gezondheid: Gymnastieklokaal Wandrek

De sporten zitten goed vast en kunnen niet meedraaien.

V

3.6.2.0


De sporten zijn niet beschadigd en vrij van splinters.

V

3.6.3.0


Spankabels, kettingen en lieren verkeren in veilige staat.

V

3.7.1.0

Veiligheid en gezondheid: Gymnastieklokaal Turnbrug

De staanders zijn gemakkelijk in de stijlen te verstellen.

V

3.7.2.0


De vastzetinrichtingen van de staanders werken naar behoren.

V



Opmerking

V

Pagina 41



Aandachtspunt

3.7.3.0


In de berging worden de vastzetinrichtingen enigszins ontspannen. De liggers kunnen in dit geval niet ongewild zakken.

V

3.7.4.0


De houten liggers zijn onbeschadigd en goed bevestigd aan de staanders.

V

3.7.5.0


In de berging staat een brug niet op wielen.

V

3.8.1.0

Veiligheid en gezondheid: Gymnastieklokaal Afzettrampoline

De verstelbare poten zijn goed vergrendeld (voor iedere les te controleren).

V

3.8.2.0


Tijdens het gebruik mag de hoek, die gevormd wordt door het raam en de achterste poot, niet groter zijn dan 80

V

3.8.3.0


De antislip vloerbeschermers verkeren in goede staat.

V

3.8.4.0


Het metalen raam en de veren zijn volledig beschermd door een gepolsterd dek. Dit dek is aan de voorzijde van het raam elastisch bevestigd.

V

3.8.5.0


De spanning in het springdoek is minimaal zodanig dat, bij het inspringen in de laagste stand, de grond in geen geval geraakt wordt (geen veren toevoegen of weglaten).

V

3.8.6.0


De veren of elastieken spanners verkeren in goede staat.

V

3.8.7.0


De afzettrampoline wordt gebruikt in combinatie met een landingsmat.

V



Opmerking

Pagina 42



Aandachtspunt

3.8.8.0


Het toestel is in een afsluitbare ruimte opgeborgen of is verticaal geplaatst en vergrendeld met een slot.

3.8.9.0


De docent is opgeleid in het veilig omgaan met de trampoline.

3.9.1.0

Veiligheid en gezondheid: Gymnastieklokaal Bok, paard en springkast

De antisliphoeven van bok en paard zijn intact.

3.9.2.0


De verstelbare poten van bok en paard zijn goed te verschuiven.

V

3.9.3.0


De houten onderdelen van de springkast passen stevig in elkaar en zijn onbeschadigd.

V

3.9.4.0


De springkast staat in de berging niet op wielen en de bedieningshendel is, indien mogelijk, ingeschoven.

V

3.10.1.0

Veiligheid en gezondheid: Gymnastieklokaal Matten

De valmat is, met name ter plaatse van de stiksels, onbeschadigd.

V

3.10.2.0


De vulling is in goede staat en geeft voldoende schokdemping (de hoes moet in onbelaste toestand strak staan).

V

3.10.3.0


De valmat wordt niet over de vloer gesleept.

V

3.10.4.0


De turnmatten hebben voldoende schokdemping en zijn onbeschadigd.

V



Opmerking geen slot

V

V

Pagina 43



Aandachtspunt

5.1.1.0

Psychosociale arbeidsbelasting 2: Personeelsbeleid Algemeen

Aan de benoeming van nieuw personeel wordt voldoende zorg besteed.

V

5.1.2.0


Stagiaires worden adequaat begeleid.

V

5.1.3.0


Nieuwe medewerkers, of medewerkers die in een nieuwe functie worden geplaatst worden begeleid.

V

5.1.4.0


Er worden functionerings en beoordelingsgesprekken gehouden.

V

5.2.1.0

Psychosociale arbeidsbelasting 2: Personeelsbeleid Taakbeleid

Er zijn duidelijke taak en functiebeschrijvingen?

V

5.2.2.0


De school heeft een scholingsbeleid, een persoonlijk ontwikkelingsbeleid en een mobiliteitsbeleid.

V

5.2.3.0


De school heeft een leeftijdsbewust personeelsbeleid?

V

5.3.1.0

Psychosociale arbeidsbelasting 2: Personeelsbeleid Zwangere en pas bevallen vrouwen

De school houdt expliciet rekening met de werkbelasting voor zwangere en pas bevallen medewerksters.

V

6.1.1.0

Psychosociale arbeidsbelasting Personeel en leerlingen weten welke klachten gemeld 3: Agressie, Geweld, Pesten en dienen te worden en bij wie dat dient te gebeuren. Seksuele Intimidatie Algemeen



Opmerking

Mensen die tijdelijk minder belastbaar zijn, worden ontzien.

V

Pagina 44



Aandachtspunt

6.1.2.0

Psychosociale arbeidsbelasting Personeel en leerlingen kunnen klachten over agressie, 3: Agressie, Geweld, Pesten en geweld, pesten en seksuele intimidatie drempelloos en in Seksuele Intimidatie vertrouwen melden. Algemeen

V

6.1.3.0

Psychosociale arbeidsbelasting Klachten en voorvallen op het gebied van agressie, 3: Agressie, Geweld, Pesten en geweld, pesten en seksuele intimidatie worden Seksuele Intimidatie geregistreerd. Algemeen

V

6.1.4.0

Psychosociale arbeidsbelasting 3: Agressie, Geweld, Pesten en Seksuele Intimidatie Algemeen

V

6.1.5.0

Psychosociale arbeidsbelasting Bij opvallend ziekteverzuim wordt nagegaan of er een 3: Agressie, Geweld, Pesten en relatie bestaat met agressie, geweld, pesten en seksuele Seksuele Intimidatie intimidatie. Algemeen

V

6.1.6.0

Psychosociale arbeidsbelasting De school besteedt binnen het plan van aanpak gericht 3: Agressie, Geweld, Pesten en aandacht aan preventie en bestrijding van agressie, Seksuele Intimidatie geweld, pesten en seksuele intimidatie. Algemeen

V

6.1.7.0


V

6.1.8.0

Psychosociale arbeidsbelasting De school heeft een commissie ingesteld, die klachten 3: Agressie, Geweld, Pesten en over agressie, geweld, pesten en seksuele intimidatie Seksuele Intimidatie behandelt. Algemeen

V

6.1.9.0


V

Het aantal gemelde klachten over agressie, geweld, pesten en seksuele intimidatie binnen de school, gedurende het afgelopen jaar, is bij de schoolleiding bekend.

Ouders, leerlingen en personeel zijn door de school geïnformeerd over de onderwerpen agressie, geweld, pesten en seksuele intimidatie en de maatregelen die de school daartegen onderneemt.

Er is (zijn) één of meer vertrouwenspersonen benoemd, waar personeelsleden en leerlingen voorvallen van agressie, geweld, pesten en seksuele intimidatie in vertrouwen kunnen melden.



Opmerking

Pagina 45



Aandachtspunt

6.1.10.0

Psychosociale arbeidsbelasting Er is een functionaris benoemd die het beleid gericht op 3: Agressie, Geweld, Pesten en preventie en bestrijding van agressie, geweld, pesten en Seksuele Intimidatie seksuele intimidatie coördineert. Algemeen

V

6.1.11.0

Psychosociale arbeidsbelasting Schoolleiding, arbocoördinatoren, preventiemedewerkers 3: Agressie, Geweld, Pesten en en personeel zijn voldoende getraind in het signaleren en Seksuele Intimidatie bespreekbaar maken van seksuele intimidatie. Algemeen

V

6.1.12.0

Psychosociale arbeidsbelasting Schoolleiding, coördinatoren, personeel en leerlingen zijn 3: Agressie, Geweld, Pesten en voldoende getraind in het omgaan met agressief gedrag. Seksuele Intimidatie Algemeen

V

6.1.13.0


V

6.1.14.0

Psychosociale arbeidsbelasting Bij activiteiten in de school is altijd voldoende sociale 3: Agressie, Geweld, Pesten en controle. Seksuele Intimidatie Algemeen

V

6.1.15.0

Psychosociale arbeidsbelasting Er zijn duidelijke afspraken over de directe opvang van 3: Agressie, Geweld, Pesten en slachtoffers na incidenten. Seksuele Intimidatie Algemeen

V

6.1.16.0

Psychosociale arbeidsbelasting De school heeft een duidelijk beleid tegen pesten. 3: Agressie, Geweld, Pesten en Seksuele Intimidatie Algemeen

V

De school heeft m.b.t. agressie, geweld, pesten en seksuele intimidatie een procedure of een regeling voor onderstaande aandachtspunten vastgesteld: hoe klachten kunnen worden ingediend; hoe klachten worden afgehandeld; hoe sancties kunnen worden opgelegd; hoe bezwaren tegen klachten en sancties kunnen worden ingediend en worden afgehandeld.



Opmerking

Wordt nagekeken

Pagina 46



Aandachtspunt

7.1.1.0

Bedrijfshulpverlening Algemeen

De school voldoet aan de eisen zoals die zijn opgenomen in de Gebruiksvergunning.

V

7.1.2.0


Bedrijfshulpverleners op school kunnen EHBO verlenen.

V

7.1.3.0


Bedrijfshulpverleners op school weten beginnende branden adequaat te bestrijden.

V

7.1.4.0


Bedrijfshulpverleners weten hoe ze medewerkers, leerlingen en derden moeten alarmeren en evacueren bij een noodsituatie.

V

7.1.5.0


Leerlingen en medewerkers weten wat te doen bij een noodsituatie.

V

7.1.6.0


Medewerkers op school weten politie/brandweer/ambulance adequaat te alarmeren en met hen samen te werken.

V

7.1.7.0


De school beschikt over een schoolnoodplan.

V

7.1.8.0


De school beschikt over voldoende gekwalificeerde bedrijfshulpverleners.

V

7.1.9.0


De bedrijfshulpverleners worden regelmatig geschoold.

V

7.1.10.0


Er vinden ontruimingsoefeningen plaats.

V

7.1.11.0


Leerlingen, ouders en personeel van de school zijn op de hoogte van de afspraken bij mogelijke calamiteiten.

V

7.1.12.0


De effectiviteit van de bedrijfshulpverleningsorganisatie en het schoolnoodplan wordt regelmatig geëvalueerd.

V

7.1.13.0


Vluchtroutes en nooduitgangen binnen de school zijn duidelijk aangegeven.

V



Opmerking

Pagina 47



Aandachtspunt

7.1.14.0


Er zijn voldoende brandblusmiddelen aanwezig.

V

7.1.15.0


De brandblusmiddelen zijn zichtbaar en bereikbaar voor iedereen. Nietautomatische brandblusmiddelen moeten voorzien zijn met een pictogram (bord of sticker)

V

7.1.16.0


Er zijn voldoende verbandtrommels aanwezig.

V

7.1.17.0


De verbandtrommels zijn zichtbaar en bereikbaar voor iedereen, en zijn voorzien van een pictogram (bord of sticker).

V

7.1.18.0


De brandblusmiddelen en verbandtrommels worden regelmatig gecontroleerd en onderhouden.

V

7.1.19.0


Personeel en leerlingen weten adequaat te handelen bij calamiteiten en noodsituaties in de naaste omgeving (bijv. bij een bommelding of een gijzeling) van de school?

8.1.1.0

Ziekteverzuim Algemene aspecten m.b.t. ziekteverzuim

Iedere ziek en betermelding wordt geregistreerd. Er bestaan eenduidige afspraken over wie van de leidinggevenden welke meldingen registreert.

V

8.1.2.0


Binnen onze school bestaan afspraken over hoe wordt omgegaan met privacygevoelige gegevens.

V

8.1.3.0


De schoolleiding beschikt over een wekelijks totaaloverzicht van het ziekteverzuim per individu.

V

8.1.4.0


De direct leidinggevenden hebben een uptodate overzicht van het ziekteverzuim van hun ‘eigen’ medewerkers.

V

8.1.5.0


De schoolleiding beschikt over een maandelijks overzicht van het ziekteverzuim per individu, alsmede per personeels, leeftijds en organisatiecategorie.

V



V

Opmerking

Moet dat dan! Het loopt toch steeds anders dan je denkt.

Pagina 48



Aandachtspunt

8.1.6.0


Regelmatig worden alle ziekteverzuimgegevens uitgebreider geanalyseerd door of in opdracht van de schoolleiding.

V

8.1.7.0


Bij de analyse worden ook gegevens betrokken uit de functioneringsgesprekken, het werkoverleg en exitinterviews.

V

8.1.8.0


Ten behoeve van de analyse beschikt onze school over betrouwbare en vergelijkbare gegevens van vorige schooljaren én andere scholen.

V

8.1.9.0


Bij de analyse staat het zoeken naar beïnvloedbaar ziekteverzuim centraal.

V

8.1.10.0


Het resultaat van de analyse is kernachtig weergegeven informatie (‘ziekteverzuimkengetallen’). Deze informatie biedt onze school de mogelijkheid om prioriteiten te bepalen.

V

8.1.11.0


De schoolleiding maakt op basis van de informatie een voorlopige keuze inzake het gehele ziekteverzuimbeleid en specifieke maatregelen.

V

8.1.12.0


Bij de beoordeling van de voorstellen speelt de haalbaarheid een rol.

V

8.1.13.0


De besprekingen leiden tot een definitieve keuze voor aanpassing of handhaving van het bestaande (ziekteverzuim)beleid en de daarmee samenhangende planning van invoeren van maatregelen.

V

8.1.14.0


Op een vooraf vastgesteld moment vindt binnen onze school een evaluatie plaats van het gehele ziekteverzuimbeleid.

V



Opmerking

Pagina 49



Aandachtspunt

8.1.15.0


Onze arbodienst of onze arbodeskundige zorgt voor uitvoering van afspraken, die zijn vastgelegd in het contract met de school.

V

8.1.16.0


De communicatie tussen onze arbodienst of onze arbodeskundige en de werkgever / schoolleiding is optimaal.

V

8.1.17.0


Onze arbodienst of onze arbodeskundige werkt naar tevredenheid van de werkgever / schoolleiding.

V

8.1.18.0


Onze arbodienst of onze arbodeskundige werkt naar tevredenheid van de medewerkers.

V

8.1.19.0


Onze school heeft vastgesteld wanneer het contract met de arbodienst of onze arbodeskundige wordt geëvalueerd en op grond van welke criteria.

8.1.20.0


Binnen onze school bestaan afspraken over het ziek en beter melden. Daarbij wordt gestreefd naar korte communicatielijnen tussen de zieke medewerker en zijn/haar directe leidinggevende.

V

8.1.21.0


Bij ons is 'belangstelling' iets anders dan 'controleren of de medewerker (on)terecht verzuimt'. De controle wordt gedaan door onze arbodienst of onze arbodeskundige .

V

8.1.22.0


De direct leidinggevende neemt gemiddeld 1x per week telefonisch contact op met zieke medewerkers.

V

8.1.23.0


De direct leidinggevende gaat regelmatig langs bij langdurig zieken.

V

8.1.24.0


Onze school probeert, waar mogelijk en gewenst, te zorgen voor een geleidelijke terugkeer in het arbeidsproces.

V



Opmerking

V

Langdurig zieken komen hier ook op school

Pagina 50



Aandachtspunt

8.1.25.0


Waar mogelijk worden gedeeltelijk arbeidsongeschikte medewerkers herplaatst binnen een passende functie (reïntegratie).

8.1.26.0


Bij werving van nieuwe medewerkers geeft onze school gedeeltelijk arbeidsongeschikten evenveel kansen als andere kandidaten.

V

8.1.27.0


Bij werkhervatting na ziekteverzuim van meer dan 2 weken, spreekt de direct leidinggevende met de medewerker.

V

8.1.28.0


Na frequent ziekteverzuim, spreekt de direct leidinggevende met de medewerker.

V

8.1.29.0


De leidinggevenden zijn getraind in het voeren van ziekteverzuimgesprekken.

V

8.1.30.0


Onze school tracht uitval van medewerkers met bijzondere risico's te voorkomen door specifieke maatregelen.

V

8.2.1.0

Ziekteverzuim Wettelijke aspecten m.b.t. ziekteverzuim

Ziekmelding wordt binnen 1 week doorgegeven aan de arbodienst of arbodeskundige.

V

8.2.2.0


Betermelding wordt direct aan arbodienst of arbodeskundige en UWV doorgegeven.

V

8.2.3.0


Ná vier weken van ziekteverzuim start de school met het maken van een reïntegratiedossier van de zieke werknemer.

V

8.2.4.0


De arbodienst of de arbodeskundige (bedrijfsarts) brengt ná zes weken van ziekteverzuim de situatie van de werknemer in kaart.

V



Opmerking Nog niet voorgekomen

Pagina 51



Aandachtspunt

8.2.5.0


Uiterlijk ná acht weken van ziekteverzuim maakt de school (liefst leidinggevende, soms ook via P&O) samen met de zieke werknemer een plan van aanpak.

V

8.2.6.0


In de dertiende week van ziekteverzuim meldt de school de zieke werknemer ziek bij UWV.

V

8.2.7.0


Minimaal 1 maal per zes weken voert de school (het liefst de leidinggevende) een voortgangsgesprek met de zieke werknemer over de voortgang van het reïntegratietraject.

V

8.2.8.0


De school en/of de zieke werknemer weet dat gebruik gemaakt kan worden van een deskundigenoordeel (voorheen: secondopinion) van UWV, bij onduidelijkheid of onenigheid m.b.t. de reïntegratie.

V

8.2.9.0


Na één jaar ziekteverzuim voert de school met de zieke werknemer een eerstejaarsbeoordeling uit.

V

8.2.10.0


Na één jaar en acht maanden verstuurt de zieke werknemer de aanvraag voor een WIAuitkering en het reïntegratieverslag toe aan UWV.

V

8.2.11.0


De school weet dat men samen met de zieke werknemer UWV kan verzoeken om de loondoorbetaling te verlengen.

V



Opmerking

Pagina 52

Risico Inventarisatie en Evaluatie

Recommend Documents