Risico Inventarisatie en Evaluatie Arbeidsomstandigheden
Medprevent 28-3-2014
Uitgevoerd door:
Medprevent B.V. Trijehoek 19 8408 HB Lippenhuizen
Risico Inventarisatie en Evaluatie Arbeidsomstandigheden
§ § §
Dossier : Versie : Classificatie :
AA 0027 Definitief Klant vertrouwelijk, geldig t/m 04-2017
© Medprevent B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Medprevent B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
2
INHOUD
1.
Bedrijfsbeschrijving .......................................................................................................................... 6
2.
Gehanteerde RI&E methodiek ......................................................................................................... 8
3.
Risico inventarisatie ....................................................................................................................... 10
4.
Risico analyse ................................................................................................................................ 19
5.
Aanbevelingen................................................................................................................................ 24
Bijlage 1: Looplijsten.............................................................................................................................. 31 Bijlage 2: Foto’s bevindingen................................................................................................................. 54 Bijlage 3: Vragenlijst medewerkers ....................................................................................................... 57
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
3
VOORWOORD EN LEESWIJZER Op grond van de Arbeidsomstandighedenwet zijn bedrijven en instellingen verplicht een risico inventarisatie en -evaluatie (RI&E) uit te voeren. In maart 2014 is een RI&E uitgevoerd bij De Jager RVS in Dokkum. Redenen om de RI&E uit te voeren zijn: § §
Het inventariseren van de risico’s voor de Veiligheid, de Gezondheid en het Welzijn (VGW) van de medewerkers c.q. het behouden en verbeteren van veilige arbeidsomstandigheden. Het voldoen aan de Nederlandse arbeidsomstandighedenwet en –regelgeving.
In het kader van deze RI&E zijn een aantal werkplekken van de vestiging bezocht. Voor het plan van aanpak is een format opgenomen. Voor elke aanbeveling dient de directie van De Jager RVS alleen nog een verantwoordelijke aan te wijzen, de gereeddatum vast te stellen en een budget toe te wijzen. Deze RI&E is als volgt opgebouwd: § § § § §
Hoofdstuk 1: Bedrijfsbeschrijving Hoofdstuk 2: RI&E methodiek Hoofdstuk 3: Risico Inventarisatie Hoofdstuk 4: Risico Analyse Hoofdstuk 5: Aanbevelingen
In de bijlagen zijn gebruikte checklijsten opgenomen: 1. Looplijsten 2. Foto’s bevindingen 3. Vragenlijsten medewerkers
OPGESTELD DOOR: Organisatie: Certificaat Nr.:
Medprevent 90009-2010-AHSO-NLD-DNV
Naam:
Jurjen de Boer Bachelor of Safety & Security
Handtekening
Handtekening
Bachelor of Safety & Security J. de Boer:
Bedrijfsarts S.Hoitinga:
Datum:
Datum:
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
4
SAMENVATTING Beleid en organisatie vormen de basis van een goede bedrijfsvoering. Tijdens het bezoek aan De Jager RVS viel op dat er vele zaken, zoals het aantal bedrijfshulpverleners en het personeelreglement goed op orde waren. Toch zijn er een aantal aspecten naar voren gekomen die aandacht verdienen. De belangrijkste bevindingen zijn hieronder vermeld. Risico: Prioriteit: Tijdsduur: Voltooid:
Ontbreken actuele RI&E inclusief Plan van Aanpak. Extreem hoog Direct Ja, per 07-03-2014
Risico: Prioriteit: Tijdsduur: Voltooid:
Ontbreken jaarlijkse ontruiming oefening Zeer hoog Binnen 3 maanden
Risico: Prioriteit: Tijdsduur: Voltooid:
Ontbreken aanduidingen en niet bereikbaar hebben van brandblusmiddelen Zeer hoog Binnen 3 maanden
Risico: Prioriteit: Tijdsduur: Voltooid:
Obstructie van nooduitgang Zeer hoog Binnen 3 maanden
Risico: Prioriteit: Tijdsduur: Voltooid:
Niet keuren van magazijnstellingen Zeer hoog Binnen 3 maanden
Risico: Prioriteit: Tijdsduur: Voltooid:
Ontbreken van een legionella beheersplan Zeer hoog Binnen 3 maanden
Risico: Prioriteit: Tijdsduur: Voltooid:
Ontbreken van formele controle op gebruik PBM’s. Hoog Binnen 6 maanden
Risico: Prioriteit: Tijdsduur: Voltooid:
Ontbreken van noodstop op machine Hoog Binnen 6 maanden
Risico: Prioriteit: Tijdsduur: Voltooid:
Ontbreken registratie + aanwezig hebben van VIB’s van alle gevaarlijke stoffen Hoog Binnen 6 maanden
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
5
1. BEDRIJFSBESCHRIJVING 1.1 ALGEMENE GEGEVENS De Jager RVS is een ervaren en betrouwbaar roestvaststaal specialist in optimalisatie, uitbreiding, vernieuwing of aanpassingen van productieprocessen. Het bedrijf bestaat inmiddels al meer dan 55 jaar en is in diverse sectoren actief. Het bedrijf voldoet aan diverse normeringen zoals: Het productieproces is gebaseerd en gewaarborgd op de Iso 9001:2008. Het bedrijf en al het personeel is gecertificeerd voor de VCA. De lasmethodes zijn gekwalificeerd volgens NEN-EN ISO 9606-1 en lasprocedure NEN-EN-ISO 15614-1;2004. Ook wordt er voldaan aan de hygiënerichtlijnen HACCP, EHEDGE en de IFS en BRC normen en passen materialen en onderdelen toe volgens 10/2011/EC inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen.
Naam Adres Postcode + plaats Telefoonnummer Vertegenwoordigd VGM Coördinator Arbodienst Verzuimpercentage 2013
De Jager RVS Oostergoweg 7 9101PL, Dokkum 0519 29 29 54 Dhr. F. de Jager Dhr. F. de Jager Beterschap 4,0 %
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
6
1.2 OMVANG ORGANISATIE De personeel samenstelling geeft de situatie weer van 04-04-2014. De gegevens zijn door Mw. M. van Norden beschikbaar gesteld.
Personeelssamenstelling
Man
Vrouw
Totaal 27
Aantal medewerkers 15 – 18 jaar
0
0
19 – 45 jaar
12
12
46 jaar en ouder
12
1
13
Bijzondere groepen Zwangere Jeugdigen Stagiairs
2
2
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
7
2. GEHANTEERDE RI&E METHODIEK In dit hoofdstuk is de verantwoording van de methode van de RI&E beschreven. Achtereenvolgens is het stappenplan beschreven, de wijze van inventariseren en evalueren van gevaren, en de wijze waarop het advies tot stand komt.
2.1 METHODE VAN INVENTARISEREN -
-
De methodiek voor inventariseren van gevaren is gebaseerd op de instructies in Arbo Informatieblad 1. Beleids- en organisatieaspecten (Arbobesluit hoofdstuk 1 en 2) zijn geïnventariseerd door middel van mondelinge interviews met zowel werkgever als werknemer en een vragenlijst onder de personeelsleden, opgenomen in bijlage 3. De resultaten van de interviews staan vermeld in hoofdstuk 3: de risico inventarisatie. Voor de technische rondgang is een checklijst gebruikt waarbij de aspecten uit het Arbobesluit hoofdstukken 3 t/m 7 zijn opgenomen. Deze checklijst is opgenomen in bijlage 1. Tijdens de rondgang zijn enkele knelpunten vastgelegd d.m.v. foto’s. De foto’s zijn terug te vinden in bijlage 2. Er wordt in de risico inventarisatie verwezen naar de foto’s.
2.2 METHODE VAN EVALUEREN VAN GEVAREN In deze RI&E worden knelpunten geëvalueerd en geclassificeerd met een nummer, wat een indicatie is voor de ernst van het gevaar c.q. de prioriteit. Aan het klasseren van knelpunten (het evalueren van risico’s) dient een methode ten grondslag te liggen om een reproduceerbaar resultaat te krijgen. In deze RI&E zijn bevindingen volgens de Fine & Kinney systematiek geëvalueerd en geclassificeerd. De Fine & Kinney methode definieert “risico” als product van kans en effect. De kans is hierbij opgesplitst in de waarschijnlijkheid (W) en de duur van de blootstelling (B). Het effect is beschreven als de grootte van het mogelijk letsel (E). Hierbij ontstaat de volgende formule: R(isico) = W(aarschijnlijkheid) x B(lootstelling) x E(ffect) De uitgewerkte Fine & Kinney systematiek is te vinden in hoofdstuk 4.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
8
2.3 OPSTELLEN VAN ADVIEZEN De adviezen in de RI&E zijn volgens de arbeidshygiënische strategie tot stand gekomen. Dit houdt in dat bij het zoeken van beheersmaatregelen ter preventie van blootstelling aan risico's, een hiërarchische volgorde is aangebracht. Deze volgorde is: -
-
Elimineren van de bron (bijvoorbeeld door een andere bewerkingswijze of een minder schadelijk alternatief) of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, Maatregelen aan de bron (stillere motor kiezen, vervangend product kiezen) of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, Maatregelen direct om de bron (afzuigen, omkasten, afschermen); of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, Maatregelen in de omgeving (algemene ventilatie, geluidsabsorberende plafonds) of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, Organisatorische maatregelen (zoals duur blootstelling en/of het aantal blootgestelde personen beperken) of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, Verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen.
De resultaten van de risico-inventarisatie en -evaluatie zijn voor een groot deel bepalend voor de opzet en optimalisering van het concrete Arbobeleid van de komende jaren. De aanbevelingen vormen de basis voor het plan van aanpak en het Arbobeleid. Voorwaarden hierbij zijn: -
-
rekening houden met haalbare planning (korte, lange termijn); vaststellen van het arbeidsomstandighedenbeleid en plan van aanpak binnen De Jager RVS(door de directie in overleg met ondernemingsraad); de RI&E moet passen binnen het algemene beleid van de organisatie; het plan van aanpak moet zeer concreet en toetsbaar zijn wat betreft planning, budget, etc.
Prioriteiten worden om deze redenen gesteld en aanbevelingen moeten worden gefaciliteerd door budgetten, planning en verantwoordelijke personen vast te stellen.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
9
3. RISICO INVENTARISATIE Bevindingen Deel 1. Arbo & Organisatie Ja 1.1.2
Nee
Nvt
Zijn binnen het bedrijf de preventietaken toegewezen aan 1 of meerdere deskundige medewerkers? X
1.1.3
Is de RI&E inclusief PVA actueel?
Zijn er afspraken gemaakt ter voorkoming van psychosociale arbeidsbelasting? X
1.1.6
Zijn de afspraken m.b.t. psychosociale arbeidsbelasting bekend bij de medewerkers? 1.1.11 Wordt er een personeelsdossier, met daarin o.a. een kopie legitimatie- en rijbewijs, bijgehouden? 1.3
Voorlichting en onderricht
1.3.2
Krijgen medewerkers regelmatig voorlichting en instructie over het veilig en gezond uitvoeren van hun werkzaamheden?
1.3.5
Wordt er op toegezien dat medewerkers hun werk op een juiste en veilige manier uitvoeren?
X Nee X
X
Deze is toegewezen aan Dhr. F. de Jager als VGM-coördinator. Volgens de VCA norm moet er ook een contract zijn afgesloten of aanwezig zijn van een veiligheidskundige. Hier is er echter op dit moment nog geen contract voor, wel zit De Jager RVS in een offertetraject.
Elk bedrijf moet ten minste één preventiemedewerker in dienst hebben die de maatregelen (gericht op de veiligheid en gezondheid binnen een bedrijf) kan uitvoeren. De preventiemedewerker kan een vaste medewerker zijn die deze functie ernaast doet. Bij kleine bedrijven mag ook de directeur als preventiemedewerker optreden (zie SZW Arboportaal). De RI&E is al sinds 1 januari 1994 verplicht voor alle werkgevers. Het PVA is een verplicht onderdeel van de RI&E. Dit staat omschreven in de arbeidsomstandigheden wet (Arbowet). Werkgevers zijn op grond van deze Arbowet verplicht om een beleid te voeren dat erop gericht is om deze vorm van arbeidsbelasting te voorkomen of te beperken. Het Arbobesluit werkt deze verplichting in afdeling 4, artikel 2.15 verder uit en verplicht werkgevers om de risico’s in kaart te brengen in een risico-inventarisatie en -evaluatie.
Omdat er formeel geen afspraken vastliggen is dit ook niet bekend bij de medewerkers. Er wordt een personeelsdossier bijgehouden, echter de geldigheid van rijbewijzen met betrekking tot gebruik bedrijfswagens wordt niet actueel gehouden.
X
Ja
Wet en regelgeving
Er is 2x per jaar een KAM overleg, ook worden belangrijke punten besproken in de personeelsvergadering. De RI&E die er nu ligt is ouder dan 3 jaar. Er zijn geen afspraken gemaakt over de psychosociale arbeidsbelasting dit kan tot risico's leiden wanneer dit zich voordoet. Ook blijkt uit de vragenlijsten dat de werkdruk hoog is en er bepaalde deadlines gehaald moeten worden, dit leidt niet altijd tot een prettige werksfeer.
X 1.1.5
Opmerkingen
Nvt
Opmerkingen Dit is niet een continu proces en wordt nu ad hoc gedaan.
Volgens de identificatieplicht vanuit de overheid is de werkgever verplicht om een persoonsverificatie te doen. Wet en regelgeving Volgens Arbobesluit art. 8 zijn medewerkers verplicht een basisinstructie te hebben gehad over wat ze kunnen tegenkomen aan gevaren én wat ze geacht worden te doen om veilig en gezond te werken.
Er vinden regelmatig rondes plaats door de leidinggevende om te kijken of medewerkers zich aan de bedrijfsregels houden. Echter wordt dit niet formeel vastgelegd.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
10
1.3.6
Spreekt de leidinggevende medewerkers aan op onveilig gedrag?
Er is een op schrift gesteld sanctiebeleid, 2x mondeling daarna schriftelijk, uiteindelijk kan een medewerker ontslagen worden. Echter worden overtredingen niet genoteerd, dit ook ten behoeve van de werksfeer. Hier wordt niet altijd naar gevraagd en dus ook zie Arbowet art. 5, lid 5. niet standaard aan ingeleende werknemers overhandigd. Er wordt vooraf bekeken of de werkplek veilig is, zie Arbowet art. 10 en 17. bij de werkinstructie is er een aparte kolom met betrekking tot de veiligheid. Echter is er geen check door de medewerker op de werkplek bij derden.
X
1.3.9
Krijgen werkgevers van ingeleende werknemers een exemplaar van de RI&E?
X
1.3.10 Wordt er voor medewerkers die bij derden leveren of werkzaamheden verrichten een veilige en gezonde werkplek gegarandeerd?
X
Bevindingen Deel 2. Bedrijfshulpverlening 2.1.3
Ja
Nee
Is er een bedrijfsnoodplan / ontruimingsplan? X
2.1.7
2.1.9
Wordt er minstens 1x per jaar een ontruimingsoefening georganiseerd?
X
Zijn de brandblussers goed bereikbaar en aangeduid? X
2.1.12 Zijn de nooduitgangen duidelijk aangegeven, verlicht en toegankelijk?
X
Nvt
Opmerkingen
Wet en regelgeving
Er is een calamiteitenplan aanwezig met duidelijke instructies voor diverse scenario’s echter wordt er in het plan gesproken over handmelders en branddetectieapparatuur die niet in het pand aanwezig is. Hierdoor voldoet het plan niet aan de actualiteit van het bedrijf (zie foto 1). Er wordt intern soms een instructie gegeven tijdens de BHV training echter gebeurt dit niet structureel en kan er niet aangetoond worden dat dit minimaal 1x per jaar gebeurd. De brandbestrijdingsmiddelen worden niet allemaal aangeduid met een geldend pictogram conform de NEN 3011 (zie foto 2) Ook wordt de brandslanghaspel in de werkplaats geblokkeerd , terwijl duidelijk is aangegeven dat dit niet mag (zie foto 3). Dit kan tot onveilige situaties leiden omdat niet direct zichtbaar is waar de blusmiddelen zich bevinden en niet allemaal bereikbaar zijn. In de werkplaats wordt een nooduitgang geblokkeerd door losliggende materialen (zie foto 4).
Ontruiming van gebouwen is een van de eisen van de Arbowet. Ook in het Besluit Brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) wordt een ontruimingsplan geëist indien een brandmeldinstallatie aanwezig is. Vanuit de Arbowet art 8. is er vastgesteld dat een ontruimingsoefening regelmatig georganiseerd moet worden. Een voorziening voor het bestrijden van brand is duidelijk zichtbaar opgehangen of gemarkeerd met een pictogram als bedoeld in NEN 3011.
Volgens artikel 2.3.7 Vluchtrouteaanduidingen van het brandveilig gebruik bouwwerken is het aan te bevelen om bij: 1. Een ruimte waardoor een verkeersroute voert en een ruimte voor meer dan 50 personen hebben een vluchtrouteaanduiding die voldoet aan NEN6088 en aan de zichtbaarheideisen van NEN-EN1838. 3. Een vluchtrouteaanduiding voldoet binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit gedurende een periode van ten minste 60 minuten aan de zichtbaarheideisen van NEN-EN1838
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
11
2.1.17 Is er een verbandtrommel aanwezig op een voor iedereen bekende plaats?
In de kleedruimte is een apart kluisje beschikbaar gesteld als EHBO kast. Echter wordt deze niet aangegeven met een NEN 3011 symbool (zie foto 5).
X
Volgens artikel 15 lid 3 dienen de bedrijfshulpverleners te beschikken over een zodanige opleiding en uitrusting,dat zij taken naar behoren kunnen vervullen.
Bevindingen Deel 3. Inrichting arbeidsplaatsen Ja 3.1.4
Nee
Zijn alle ruimten overzichtelijk en opgeruimd? X
3.1.9
Alle werkzaamheden aan de elektrische installatie, incl. eerste aansluiten van machines worden door bevoegd persoon gedaan? X
3.1.15 Is er een legionella beheersplan? X
3.1.17 Is er een rookbeleid?
X
Nvt
Opmerkingen De ruimten maken een overzichtelijke en opgeruimde indruk, hierop wordt ook gestuurd door De Jager. Wel liggen er losse snoeren over de vloer, ook recht voor een uitgang naar het buitenterrein wat tot struikelgevaar kan leiden (zie foto 6). Onderhoud aan grote installaties worden uitbesteed. Echter het verwisselen van lampen en andere kleine reparaties aan klein elektrische apparatuur wordt niet door bevoegd persoon gedaan.
Wet en regelgeving Volgens Arbobesluit art. 3.6 en 3.7 dienen rij- en looppaden vrij te zijn van obstakels. Dit voorkomt struikelen (veiligheidsrisico). Het consequent en direct na gebruik opruimen van hulpmiddelen voorkomt langdurig zoeken en geeft overzicht.
Volgens het Arbobesluit Hoofdstuk 3 Afdeling 1, artikelen 3.4 en 3.5: Medewerkers die aan elektrische installaties werken moeten voldoende deskundig zijn en bevoegd door hun werkgever. In NEN-EN 50110 en NEN 3140 worden deze bevoegdheden omschreven. De werkgever moet genoemde personen schriftelijk aanstellen voor deze functies. Er is geen legionella beheersplan aanwezig. Er Als eigenaar van een gebouw met een collectieve zijn wasbakken aanwezig waar medewerkers zich leidingwaterinstallatie,is er een ‘zorgplicht voor kunnen wassen en tevens zijn er vaste deugdelijk leidingwater’. Dit houdt in dat de oogdouches aanwezig. Met het niet aanwezig gezondheid van de gebruikers door het leidingwater hebben van een legionella beheersplan kan de niet in gevaar mag komen. gezondheid een gevaar vormen. Er geldt een algeheel rookverbod echter wordt er Volgens de tabakwet is roken op het werk verboden. uitzonder gemaakt door buiten een aparte Om rokers tegemoet te komen kan het bedrijf een rookplaats aan te geven, onder de luifel. Roken aparte ruimte inrichten waar werknemers kunnen vindt buiten de urenregistratie plaats en vindt dus roken. Deze ruimte moet afsluitbaar zijn (deur dicht) plaats in eigen tijd. Dit is formeel vastgelegd. Er en voorzien zijn van een goede ontbreekt echter een asbak wat tot extra afzuiging/luchtverversing. brandgevaar en milieuschade kan leiden.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
12
3.2
Kantoor
Opmerkingen Ja
3.2.3
Nee
Nvt
Wet en regelgeving Dit wordt niet voorkomen door middel van controle of software. Medewerkers moeten hier zelf rekening mee houden echter wordt dit niet altijd gedaan.
Wordt er niet langer dan twee uur achtereen beeldschermwerk verricht?
X
3.3
Magazijn
Opmerkingen Ja
3.3.4
In artikel 3 van de Arbowet is de kern van de Kaderrichtlijn samengevat: De Arbowet stelt algemene eisen met betrekking tot veilig werken en het beschermen van de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de mens. Doel is ongevallen op het werk te voorkomen, evenals ziekte door arbeidsgebonden factoren. De werkgever dient een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid te voeren waarbij de actuele stand van de wetenschap en professionele dienstverlening in acht wordt genomen.
Nee
Worden magazijnstellingen jaarlijks gekeurd en voorzien van een keuringssticker?
Nvt
Wet en regelgeving De magazijnstellingen worden niet gekeurd.
X
Volgens ARBO wetgeving is, met betrekking op onderhoudsplicht magazijnen, een jaarlijks periodieke veiligheidskeuring van magazijnstellingen alsmede alle tussen- / entresolvloeren verplicht. Maar ook in de volgende situaties geldt deze verplichting. - Na installatie van uw magazijnstelling. - Na verplaatsing van uw magazijnstelling. - Na schade aan uw magazijnstelling.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
13
Bevindingen Deel 4. Fysische factoren Ja 4.1.8
Nee
Nvt
Wordt er op toegezien dat medewerkers de verstrekte PBM's daadwerkelijk gebruiken?
Opmerkingen Er wordt op toegezien of medewerkers de PBM's dragen, echter wordt dit niet vastgelegd en is er formeel dus geen toezicht.
De wet kent de volgende regels over geluid op de werkplek: Bij blootstelling aan een dagelijkse dosis boven de 80 dB(A) moet de werkgever gehoorbeschermers beschikbaar stellen; Bij dagelijkse blootstelling aan een dosis boven de 85 dB(A) zijn werknemers verplicht om gehoorbeschermers te dragen; Bij blootstelling boven de 85 dB(A) moet een plan van aanpak worden gemaakt; Als de grenswaarde van 87 dB(A) wordt overschreden (gemeten in het oor, dus rekening houdend met de gehoorbeschermers), moet er direct voor gezorgd worden dat het geluid onder deze grenswaarde wordt gebracht; Werkgevers moeten hun personeel voldoende voorlichten over de gevaren van geluid; en Werknemers hebben recht op een gehoortest om vast te stellen dat de getroffen maatregelen effectief zijn.
X
Deel 5. Fysieke belasting 5.2
Tillen en dragen
5.2.1
Tillen medewerkers meestal lasten die lichter zijn dan 23 kg?
Wet en regelgeving Werkgevers zijn (volgens de wet) verplicht om (gehoor)schade bij hun personeel te voorkomen. Ook werknemers zelf hebben verplichtingen.
Bevindingen Ja
Nee
X
Nvt
Opmerkingen
Wet en regelgeving
Er wordt vooral gebruik gemaakt van de Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5. hulpmiddelen. Echter is er wel de wens om eens een til cursus te organiseren om extra aandacht te geven aan het juist tillen. De laatste til instructie is alweer 3 jaar geleden.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
14
Bevindingen Deel 6. Arbeidsmiddelen Ja 6.1.2.
Nee
Nvt
Zijn er beveiligingen en noodstopvoorzieningen aanwezig? X
6.1.2.
6.1.2.
Worden keuringsbewijzen van ingehuurde machines en gereedschappen opgevraagd en gedocumenteerd?
X
Gebruiken medewerkers de verplichte hulp- en beschermingsmiddelen?
Opmerkingen Niet bij alle machines is er een noodstop aanwezig, zoals de boor (zie foto 7 en 8). Ook zijn niet alle machines voorzien van een TRA/werkinstructie. Bij de computergestuurde zaag hangt deze wel (zie foto 9), voorzie alle machines op deze wijze (zie foto 10).
Wet en regelgeving Artikel 7.61 van het Arbeidsomstandighedenbesluit meldt dat een arbeidsmiddel beschikt over een noodstopvoorziening, indien dit met het oog op de gevaren van dat arbeidsmiddel en de normale tijd die nodig is om dat arbeidsmiddel stop te zetten noodzakelijk is.
De keuringsgegevens worden niet altijd opgevraagd of aangeleverd. Ook op de locatie is er geen bewijs dat medewerkers controleren of het materiaal gekeurd is. Tijdens de rondgang werd niet door iedereen de gehoorbescherming gedragen. Er worden rondgangen gedaan om te controleren of medewerkers de juiste PBM's dragen. Ook is hiervoor een sanctiebeleid opgesteld, echter worden deze rondgangen niet geregistreerd.
Volgens Arbeidsomstandighedenbesluit moeten van alle risicovolle machines er een overzicht zijn voorzien van bouwjaar en locatie.
X
6.2
Heftruck
6.2.3
Worden de heftrucks één keer per jaar door een deskundige gekeurd?
Ja
Nee
Nvt
Bedrijfsvoertuigen/aanhangers
6.3.1
Worden bedrijfsbussen/aanhangers gekeurd en worden deze rapporten opgeslagen in een dossier?
Ja
Nee X
Wet en regelgeving
De heftruck wordt jaarlijks door een officiële Volgens Arbowet art. 8 en 11, Arbobesluit art. 7.4a instantie gecontroleerd echter is de en 7.17c dienen vorkheftrucks jaarlijks door een keuringssticker op de heftruck niet voorzien van deskundige gekeurd te worden. de juiste keuringsdatum. Er is wel een schriftelijke registratie dat de heftruck voldoet en gekeurd is tot 2015 (zie foto 11).
X
6.3
Opmerkingen
Als de Inspectie SZW constateert dat persoonlijke beschermingsmiddelen niet worden gebruikt, dan kan behalve de werkgever ook de werknemer in overtreding zijn. De werkgever kan de verplichting om persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken vastleggen in de arbeidsovereenkomst of in de huisregels. De werkgever heeft de plicht naast het geven van voorlichting en instructies over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen ook afdoende toezicht te houden. Als een werknemer bij herhaling niet gebruikmaakt van persoonlijke beschermingsmiddelen, dan kan de werkgever hem schorsen en zelfs (op staande voet) ontslaan. Dergelijke sancties dienen wel vooraf gecommuniceerd te worden. (zie verder:http://www.arboportaal.nl/onderwerpen/veiligwerken/persoonlijkebeschermingsmiddelen/algemene-inleiding-pbm.html
Nvt
Opmerkingen De aanhanger wordt niet gekeurd volgens de eisen die er gesteld zijn.
Wet en regelgeving Volgens Arbeidsomstandighedenbesluit moeten van alle risicovolle machines er een overzicht zijn voorzien van bouwjaar en locatie.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
15
Bevindingen Deel 7. Gevaarlijke stoffen Ja 7.1 7.1.1
Nee
Algemene aspecten Zijn alle gevaarlijke stoffen geregistreerd?
X
7.1.2
Zijn er veiligheidsinformatiebladen van alle gevaarlijke stoffen beschikbaar?
Nvt
Opmerkingen
Wet en regelgeving
Er is een schriftelijk overzicht van alle gevaarlijke stoffen binnen het bedrijf. Echter zijn hierin niet de schoonmaakmiddelen opgenomen zoals de vaatwastabletten ( zie foto 12 en 13). Ook staan er schoonmaakmiddelen opgeslagen in een kast die gebruikt wordt door een extern schoonmaakbedrijf, hier kunnen de medewerkers van De Jager RVS wel mee in contact komen. De veiligheidsinformatiebladen van niet alle gevaarlijke stoffen zijn beschikbaar. Van de stoffen zoals genoemd bij 7.1.1 zijn geen VIB's beschikbaar. Ook in de werkplaats waar de gevaarlijke stoffen staan opgeslagen zijn de VIB's niet direct beschikbaar (zie foto 15).
Een werkgever is volgens het Arbobesluit verplicht te zorgen voor een veilige en gezonde werkplek voor werknemers. Onder meer door te inventariseren aan welke stoffen werknemers worden blootgesteld en in welke mate.
X
7.1.3
7.1.4
Worden medewerkers voorgelicht en geïnstrueerd over het gebruik van gevaarlijke stoffen?
X
Worden er persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar gesteld? X
Er is een duidelijke werkinstructie (TRA) over het werken met de gevaarlijke stoffen. Deze hangt echter niet bij hal waar veelal gewerkt wordt met deze gevaarlijke stoffen (beitsen). Ook is de oogdouche bij de beitshal geblokkeerd door een stoel (zie foto 14). Er worden PBM's verstekt en verplicht gesteld.
Volgens het Arbobesluit staan op de verpakking van producten aangegeven of ze gevaarlijke stoffen bevatten. Het gevaarsymbool geeft aan om welk type gevaar het gaat. De R- en S-zinnen op het etiket geven meer informatie over de gevaareigenschappen van de stof en de bijbehorende veiligheidsaanbevelingen. De leverancier van producten met een gevaarsymbool is verplicht een veiligheidsinformatieblad (VIB) te leveren. Hierop is gedetailleerde informatie over het betreffende product opgenomen, onder andere over risico’s voor de veiligheid en gezondheid. Volgens het Arbobesluit dienen werknemers die met gevaarlijke stoffen werken de instructies van de gebruiksvoorwaarden nauwkeurig te volgen en eventueel aanvullende instructies van de werkgever op te volgen. Volgens het Arbobesluit dienen Persoonlijke beschermingsmiddelen geschikt te zijn voor de risico’s waartegen ze bescherming bieden. Hiertoe dient er een PBM beleid opgesteld te worden waarin er gekeken wordt of PBM's aan de gestelde eisen en verwachtingen voldoen
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
16
7.1.5
Bij het werken met gevaarlijke stoffen wordt hierop gecontroleerd, bij dit proces is het ook niet mogelijk om zonder PBM's te werken.
Wordt er op toegezien dat medewerkers volgens de juiste procedure handelen en gebruik maken van de persoonlijke beschermingsmiddelen?
X
7.1.6
7.1.7
Worden medewerkers in de gelegenheid gesteld tot een preventief medisch onderzoek (PMO)?
Hiervoor is een contract afgesloten. X
Worden gevaarlijke stoffen deugdelijk opgeslagen?
De gevaarlijke stoffen worden deugdelijk opgeslagen echter de gasflessen opslag buiten is niet conform de regelgeving (zie foto 15, 16 en 17). De flessen staan niet allemaal vast en zijn hierdoor niet tegen omvallen beschermd. NVT.
X
7.1.8
Kent elke medewerker de risico's van biologische stoffen? X
Als de Inspectie SZW constateert dat persoonlijke beschermingsmiddelen niet worden gebruikt, dan kan behalve de werkgever ook de werknemer in overtreding zijn. De werkgever kan de verplichting om persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken vastleggen in de arbeidsovereenkomst of in de huisregels. De werkgever heeft de plicht naast het geven van voorlichting en instructies over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen ook afdoende toezicht te houden. Als een werknemer bij herhaling niet gebruikmaakt van persoonlijke beschermingsmiddelen, dan kan de werkgever hem schorsen en zelfs (op staande voet) ontslaan. Dergelijke sancties dienen wel vooraf gecommuniceerd te worden. (zie verder:http://www.arboportaal.nl/onderwerpen/veiligwerken/persoonlijkebeschermingsmiddelen/algemene-inleiding-pbm.html Medewerkers moeten volgens het Arbobesluit in de gelegenheid gesteld worden om zich periodiek (veelal 1x per vier jaar) arbeidsgezondheidskundig te laten onderzoeken. Op basis van de algemene uitkomsten kan de organisatie risico's voorkómen of beperken. Volgens PGS 15.
Volgens het Arbobesluit dienen werknemers die met biologische stoffen werken de instructies van de gebruiksvoorwaarden nauwkeurig te volgen en eventueel aanvullende instructies van de werkgever op te volgen.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
17
Bevindingen Deel 8. Werken op locatie
Wet en regelgeving Ja
8.1.8
8.1.9
Heeft de opdrachtgever de actuele arbeidsrisico's voor de activiteiten vastgelegd in zijn RI&E? Is het gedeelte van de RI&E van de opdrachtgever beschikbaar gesteld?
8.1.17 Worden medewerkers, door de opdrachtgever, op de hoogte gesteld van de risico's van biologische agentia?
Nee X
Nvt
Opmerkingen Er wordt niet standaard een RI&E toegestuurd van de opdrachtgever/ of hier om gevraagd. Hierdoor zijn de ingeschatte risico's tijdens het extern werken niet volledig ingeschat. Deze wordt niet automatisch meegenomen.
X
X
Er wordt gewerkt op plekken waar risico's van biologische agentia aanwezig zijn. Hier wordt De Jager RVS niet standaard op de hoogte van gesteld.
Een opdrachtgever is verplicht in zijn RI&E aandacht te besteden aan werk dat uitbesteed wordt. In de praktijk wordt hier geen of weinig aandacht aan besteed. Een opdrachtgever is verplicht in zijn RI&E aandacht te besteden aan werk dat uitbesteed wordt. In de praktijk wordt hier geen of weinig aandacht aan besteed. Een opdrachtgever is verplicht in zijn RI&E aandacht te besteden aan werk dat uitbesteed wordt. In de praktijk wordt hier geen of weinig aandacht aan besteed.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
18
4. RISICO ANALYSE
Waarschijnlijkheid (W) * Blootstellingduur (B) * Effect (E) = Risico (R)
Waarschijnlijkheid (W) Te verwachten
Blootstellingduur (B) 10
Voortdurend
Effect (E) 10
Meerdere doden
Risico (R) 40
> 400
Extreem hoog
RK Minimale actie 5
Werkzaamheden direct stoppen Directe verbetering vereist
Zeer goed mogelijk
6
Regelmatig (dagelijks)
6
1 dode
15
200-400 Zeer hoog
4
(3 maanden)
Ongewoon, maar mogelijk
3
Af en toe (wekelijks)
3
Invaliditeit
7
70-200
Hoog
3
Maatregel vereist (6 maanden)
Onwaarschijnlijk, kan in grensgeval
1
Soms (maandelijks)
2
Letsel en verzuim
3
20-70
Medium
2
Aandacht vereist (9 maanden)
1
Letsel zonder verzuim
1
<20
Laag
1
Mogelijk aandacht vereist (12 maanden)
Denkbaar, maar onwaarschijnlijk
0,5
Zelden (enkele keren per jaar)
Praktisch onmogelijk
0,2
Zeer zelden (jaarlijks)
Bijna niet denkbaar
0,1
0,5
RK = risicoklassering
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
19
Risico classificatie Deel 1. Arbo & Organisatie 1.1.2 1.1.3 1.1.5 1.1.6
Zijn binnen het bedrijf de preventietaken toegewezen aan 1 of meerdere deskundige medewerkers? Is de RI&E inclusief PVA actueel? Zijn er afspraken gemaakt ter voorkoming van psychosociale arbeidsbelasting? Zijn de afspraken m.b.t. psychosociale arbeidsbelasting bekend bij de medewerkers?
1.1.11 Wordt er een personeelsdossier, met daarin o.a. een kopie legitimatie- en rijbewijs, bijgehouden? 1.3 Voorlichting en onderricht Krijgen medewerkers regelmatig voorlichting en instructie over het veilig en gezond uitvoeren van hun werkzaamheden? 1.3.5 Wordt er op toegezien dat medewerkers hun werk op een juiste en veilige manier uitvoeren? 1.3.6 Spreekt de leidinggevende medewerkers aan op onveilig gedrag? 1.3.9 Krijgen werkgevers van ingeleende werknemers een exemplaar van de RI&E? 1.3.10 Wordt er voor medewerkers die bij derden leveren of werkzaamheden verrichten een veilige en gezonde werkplek gegarandeerd?
Waarschijnlijkheid
Blootstellingduur
Effect
Risico
6
2
7
84
10
10
40
4000
6
3
3
54
6
3
3
54
3
0,5
1
1,5
6
1
3
18
3
1
7
21
3
1
7
21
6
1
3
18
6
2
7
84
1.3.2
Risico classificatie Deel 2. Bedrijfshulpverlening
Waarschijnlijkheid Blootstellingduur
Effect
Risico
2.1.3
Is er een bedrijfsnoodplan / ontruimingsplan?
6
6
3
108
2.1.7
Wordt er minstens 1x per jaar een ontruimingsoefening georganiseerd?
3
6
15
270
2.1.9
Zijn de brandblussers goed bereikbaar en aangeduid?
3
6
15
270
3
6
15
270
3
6
1
18
2.1.12 Zijn de nooduitgangen duidelijk aangegeven, verlicht en toegankelijk? 2.1.17 Is er een verbandtrommel aanwezig op een voor iedereen bekende plaats?
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
20
Risico classificatie Deel 3. Inrichting arbeidsplaatsen 3.1.4 3.1.9
Zijn alle ruimten overzichtelijk en opgeruimd? Alle werkzaamheden aan de elektrische installatie, incl. eerste aansluiten van machines worden door bevoegd persoon gedaan? 3.1.15 Is er een legionella beheersplan? 3.1.17 Is er een rookbeleid? 3.2 Kantoor 3.2.3 3.3 3.3.4
Wordt er niet langer dan twee uur achtereen beeldschermwerk verricht? Magazijn Worden magazijnstellingen jaarlijks gekeurd en voorzien van een keuringssticker?
Waarschijnlijkheid
Blootstellingduur
Effect
Risico
6
6
1
36
6
3
3
54
6 3
6 6
7 1
252 18
3
6
3
54
3
6
15
270
Risico classificatie Deel 4. Fysische factoren Waarschijnlijkheid 4.1.8
Wordt er op toegezien dat medewerkers de verstrekte PBM's daadwerkelijk gebruiken?
3
Blootstellingduur 6
Effect 7
Risico 126
Risico classificatie Deel 5. Fysieke belasting Waarschijnlijkheid 5.2
Tillen en dragen
5.2.1
Tillen medewerkers meestal lasten die lichter zijn dan 23 kg?
6
Blootstellingduur
6
Effect
3
Risico
108
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
21
Risico classificatie Deel 6. Arbeidsmiddelen 6.1.2. Zijn er beveiligingen en noodstopvoorzieningen aanwezig? 6.1.2. Worden keuringsbewijzen van ingehuurde machines en gereedschappen opgevraagd en gedocumenteerd? 6.1.2. Gebruiken medewerkers de verplichte hulp- en beschermingsmiddelen? 6.2
Heftruck
6.2.3
Worden de heftrucks één keer per jaar door een deskundige gekeurd? Bedrijfsvoertuigen/aanhangers
6.3 6.3.1
Waarschijnlijkheid 3
Worden bedrijfsbussen/aanhangers gekeurd en worden deze rapporten opgeslagen in een dossier?
Blootstellingduur 6
Effect 7
Risico 126
3
1
7
21
6
6
3
108
3
1
1
3
3
1
1
3
Risico classificatie Deel 7. Gevaarlijke stoffen 7.1.1
Zijn alle gevaarlijke stoffen geregistreerd?
7.1.2
Zijn er veiligheidsinformatiebladen van alle gevaarlijke stoffen beschikbaar? Worden medewerkers voorgelicht en geïnstrueerd over het gebruik van gevaarlijke stoffen?
7.1.3
Waarschijnlijkheid 3
Blootstellingduur 6
Effect 7
Risico 126
3
6
7
126
6
3
6
108
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
22
Risico classificatie Deel 8. Werken op locatie 8.1.8
Heeft de opdrachtgever de actuele arbeidsrisico's voor de activiteiten vastgelegd in zijn RI&E? 8.1.9 Is het gedeelte van de RI&E van de opdrachtgever beschikbaar gesteld? 8.1.17 Worden medewerkers, door de opdrachtgever, op de hoogte gesteld van de risico's van biologische agentia?
Waarschijnlijkheid 6
Blootstellingduur 1
Effect 15
Risico 90
6
1
15
90
3
1
15
45
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
23
5. AANBEVELINGEN Deel 1. Arbo & Organisatie 1.1.2
1.1.3
Zijn binnen het bedrijf de preventietaken toegewezen aan 1 of meerdere deskundige medewerkers?
Risico
84
Is de RI&E inclusief PVA actueel? 4000
1.1.5
Zijn er afspraken gemaakt ter voorkoming van psychosociale arbeidsbelasting? 54
1.1.6
Zijn de afspraken m.b.t. psychosociale arbeidsbelasting bekend bij de medewerkers? 1.1.11 Wordt er een personeelsdossier, met daarin o.a. een kopie legitimatie- en rijbewijs, bijgehouden?
1.3 1.3.2
54
1,5
Voorlichting en onderricht Krijgen medewerkers regelmatig voorlichting en instructie over het veilig en gezond uitvoeren van hun werkzaamheden?
Wordt er op toegezien dat medewerkers hun werk op een juiste en veilige manier uitvoeren?
Schakel een deskundige in op het gebied van het op niveau houden van VGW/VCA aspecten/onderwerpen, huur hiervoor een veiligheidskundige in en maak hier met regelmaat gebruik van. Stel een actueel RI&E inclusief PVA op en zorg ervoor dat deze actueel blijft. Zet de verloopdatum in een agenda met herinneringsmelding. Bij eventuele wijzigingen in personeel, functies, gebouw of andere zaken dient er een nieuwe RI&E incl. PVA opgesteld te worden. Stel een beleid op omtrent psychosociale arbeidsbelasting. Documenteer dit in een personeelshandboek en maak dit kenbaar aan de medewerkers. Houdt regelmatig gesprekken met medewerkers met als onderwerp de werkbelasting en bied hiermee hulp aan. zie 1.1.5.
21
Tijdsplanning
Verantwoordelijk persoon
Voltooid op:
Direct
Medprevent
per 11-04-2014
Door de aanwezigheid van bedrijfsbussen is het van belang om een kopie van geldig rijbewijs in de administratie te hebben. Maak medewerkers hier zelf verantwoordelijk voor door dit op te nemen in het huisreglement. Aanbeveling
18
1.3.5
Aanbeveling
Tijdsplanning
Verantwoordelijk persoon
Maak veilig en gezond werken een terugkomend onderwerp op werkoverleggen. Kom ook met nieuwsfeiten/berichten om medewerkers gemotiveerd te krijgen op dit gebied. Interessante onderwerpen met relevante risico's zijn te vinden op: http://bedrijfsongeval.blogspot.nl/ of de Arbocatalogus. Registreer deze overleggen in een Arbomap. Laat de VGM- coördinator een checklist op stellen waardoor regelmatig medewerkers gecontroleerd kunnen worden op veilig en gezond werken. Als VGMcoördinator is het belangrijk om regelmatig veiligheidsrondes te houden en deze te registreren in een Arbo map.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
24
Voltooid op:
1.3.6
Spreekt de leidinggevende medewerkers aan op onveilig gedrag? 21
1.3.9
Krijgen werkgevers van ingeleende werknemers een exemplaar van de RI&E?
18
1.3.10 Wordt er voor medewerkers die bij derden leveren of werkzaamheden verrichten een veilige en gezonde werkplek gegarandeerd?
84
Door middel van de controlerondes zoals beschreven bij 1.3.6 kan er geregistreerd worden wanneer er bedrijfsregels overtreden worden. Hanteer hierop het sanctiebeleid en registreer dit, bijvoorbeeld in het personeelsdossier. Verstrek de RI&E aan de werkgever wanneer er ingeleende werknemers ingehuurd worden. Maak hiervoor een standaardprocedure. Om tot een duidelijk protocol te komen en goed om kunnen gaan met de LMRA. Adviseren wij om de aandachtspunten zoals beschreven op de volgende website te hanteren.: http://www.vcanieuws.nl/vcapraktijk/vraag-enantwoord/hoe-borg-je-de-praktijk-dat-de-lmra-wordttoegepast-267 . Dit kan aan de hand van een LMRA pas die verkrijgbaar is via:http://www.marvel.nl/nieuws/lmra-laatste-minuutrisico-analyse-. Hiermee wordt de LMRA geborgd. De VGM-coördinator kan aan de hand van de meldingen uit de LMRA bepalen of de TRA aangepast moet worden, en of er structurele aanpassingen doorgevoerd moeten worden om een veilige werkplek te garanderen.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
25
Deel 2. Bedrijfshulpverlening 2.1.3 2.1.7
Is er een bedrijfsnoodplan / ontruimingsplan? Wordt er minstens 1x per jaar een ontruimingsoefening georganiseerd?
Risico
Aanbeveling
108
Actualiseer het calamiteitenplan. Organiseer minimaal jaarlijks een ontruimingsoefening en registreer deze oefening. Gezien de grootte van het gebouw is een ontruimingsoefening op papier voldoende om de BHV'ers te instrueren hoe te handelen bij een calamiteit (Table Top oefening). Aanbeveling is om het punt ontruiming jaarlijks op een werkoverleg terug te laten komen en kort te bespreken ,aan de hand van een plattegrond van het gebouw, wat er verwacht wordt en waar de risico's liggen. Duidt de blussers aan met een symbool als bedoeld volgens NEN 3011. Voor uitleg over welke symbolen gebruikt dienen te worden en de zichtbaarheideisen raden wij het bedrijf bhvtotaal.nl aan. Houdt nooduitgangen te allen tijde vrij van obstakels. Door de grote hoeveelheid losse materialen waarmee gewerkt wordt, is het aan te raden om de ruimte voor de nooduitgangen te voorzien van duidelijke markeringen. Om zo aan te geven dat deze ruimtes vrijgehouden moeten worden van materialen. Plak op de EHBO kluis een symbool conform de NEN 3011. Voor uitleg over welke symbolen gebruikt dienen te worden en de zichtbaarheideisen raden wij het bedrijf bhvtotaal.nl aan.
270
2.1.9
Zijn de brandblussers goed bereikbaar en aangeduid?
270
2.1.12 Zijn de nooduitgangen duidelijk aangegeven, verlicht en toegankelijk? 270
2.1.17 Is er een verbandtrommel aanwezig op een voor iedereen bekende plaats?
18
Tijdsplanning
Verantwoordelijk persoon
Voltooid op:
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
26
Deel 3. Inrichting arbeidsplaatsen Risico 3.1.4
Zijn alle ruimten overzichtelijk en opgeruimd? 36
3.1.9
Alle werkzaamheden aan de elektrische installatie, incl. eerste aansluiten van machines 54 worden door bevoegd persoon gedaan?
3.1.15 Is er een legionella beheersplan?
252
3.1.17 Is er een rookbeleid? 18 3.2
Aanbeveling
3.3
Voltooid op:
Tijdsplanning
Verantwoordelijk persoon
Voltooid op:
Tijdsplanning
Verantwoordelijk persoon
Voltooid op:
Laat een erkend bureau een legionella beheersplan opstellen en volg de aanbevelingen hieruit op. Zorg voor een duidelijke aangegeven en veilige voorziening voor de opvang van de restproducten van het roken.
Kantoor Wordt er niet langer dan twee uur achtereen beeldschermwerk verricht?
54
Laat de medewerkers regelmatig werkonderbrekingen houden om langdurig beeldschermwerk te voorkomen. Houdt hier als VGM- coördinator toezicht op.
Magazijn Aanbeveling
3.3.4
Verantwoordelijk persoon
Zorg ervoor dat snoeren nooit los over de vloer liggen. Gebruik hiervoor kabelmatten of haal de snoeren weg als deze niet gebruikt worden. Laat werkopdrachten door een NEN 3140 gecertificeerd persoon maken en dit uitvoeren onder zijn/haar supervisie. Registreer dit.
Aanbeveling 3.2.3
Tijdsplanning
Worden magazijnstellingen jaarlijks gekeurd en 270 voorzien van een keuringssticker?
Laat jaarlijks de magazijnstellingen door een extern bedrijf controleren en keuren.
Deel 4. Fysische factoren Risico 4.1.8
Wordt er op toegezien dat medewerkers de verstrekte PBM's daadwerkelijk gebruiken? 126
Aanbeveling Laat de VGM- coördinator een checklist op stellen waardoor regelmatig medewerkers gecontroleerd kunnen worden op PBM's. Als VGM- coördinator is het belangrijk om regelmatig veiligheidsrondes te houden en deze te registreren in een Arbo map.
Tijdsplanning
Verantwoordelijk persoon
Voltooid op:
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
27
Deel 5. Fysieke belasting 5.2
Tillen en dragen
5.2.1
Tillen medewerkers meestal lasten die lichter zijn dan 23 kg?
Aanbeveling
108
Tijdsplanning
6.1.2. Zijn er beveiligingen en noodstopvoorzieningen aanwezig?
6.1.2. Worden keuringsbewijzen van ingehuurde machines en gereedschappen opgevraagd en gedocumenteerd? 6.1.2. Gebruiken medewerkers de verplichte hulp- en beschermingsmiddelen?
126
Heftruck
6.2.3
Worden de heftrucks één keer per jaar door een deskundige gekeurd? Bedrijfsvoertuigen/aanhangers
6.3 6.3.1
Worden bedrijfsbussen/aanhangers gekeurd en worden deze rapporten opgeslagen in een dossier?
Aanbeveling Voorzie de machine van een noodstopvoorziening of haal deze machines weg en vervang deze voor deugdelijke machines. Hang bij elke machine de TRA + werkinstructie op. zie 1.3.10
Tijdsplanning
Verantwoordelijk persoon
Voltooid op:
21
108
6.2
Voltooid op:
Organiseer een til cursus en neem het onderwerp lichamelijke belasting op in het werkoverleg, zodat medewerkers bewust van het gevaar zijn. Laat de VGM- coördinator periodiek toezicht houden om te kijken of de juiste til techniek wordt toegepast. Rapporteer dit geheel in een logboek.
Deel 6. Arbeidsmiddelen Risico
Verantwoordelijk persoon
Laat de VGM- coördinator een checklist op stellen waardoor regelmatig medewerkers gecontroleerd kunnen worden op PBM's. Als VGM- coördinator is het belangrijk om regelmatig veiligheidsrondes te houden en deze te registreren in een Arbo map. Aanbeveling
3
Tijdsplanning
Verantwoordelijk persoon
Voltooid op:
Tijdsplanning
Verantwoordelijk persoon
Voltooid op:
Laat de keuringsinstantie een juiste keuringssticker aanbrengen op de heftruck. Aanbeveling Laat de aanhanger jaarlijks controleren/keuren.
3
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
28
Deel 7. Gevaarlijke stoffen Risico 7.1.1
Zijn alle gevaarlijke stoffen geregistreerd? 126
7.1.2
7.1.3
Zijn er veiligheidsinformatiebladen van alle gevaarlijke stoffen beschikbaar?
Worden medewerkers voorgelicht en geïnstrueerd over het gebruik van gevaarlijke stoffen?
126
108
Aanbeveling Maak afspraken met de externe schoonmaakpartij over het opslaan van gevaarlijke stoffen. Sluit eventueel de ruimte van de externe partij af zodat de verantwoordelijkheid bij deze partij komt te liggen. Registreer eigen schoonmaakmiddelen als gevaarlijke stof. Zorg ervoor dat van alle schoonmaakmiddelen de VIB's ook aanwezig zijn en op een voor iedereen bekende plaats beschikbaar. Hang de VIB's ook bij de gevaarlijke stoffen in de werkplaats. Licht als VGM-coördinator regelmatig de medewerkers in over de gevaren van dit werk. Hang de TRA ook op bij de beitshal zodat de gevaren nogmaals benadrukt worden. Houdt bij de beitshal de oogdouche altijd vrij, door de medewerkers bewust te maken van de risico's zal hier eerder op gelet worden.
Tijdsplanning
Deel 8. Werken op locatie 8.1.8
Heeft de opdrachtgever de actuele arbeidsrisico's voor de activiteiten vastgelegd in zijn RI&E?
8.1.9
Is het gedeelte van de RI&E van de opdrachtgever beschikbaar gesteld?
8.1.17 Worden medewerkers, door de opdrachtgever, op de hoogte gesteld van de risico's van biologische agentia?
Risico 90
90 45
Aanbeveling Tijdsplanning Vraag bij een opdrachtgever altijd een RI&E op om de risico's van het werken bij derden in te kunnen schatten en dit mee te nemen in de werkinstructie voor de eigen medewerkers. zie 8.1.9
Verantwoordelijk persoon
Voltooid op:
Verantwoordelijk persoon
Voltooid op:
Vraag bij een opdrachtgever altijd de RI&E op. Mocht hier het onderwerp biologische agentia naar voren komen maak hier dan aanvullende afspraken over. Meldt dit ook aan de eigen personeelsleden bij de werkorder/instructie.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
29
5.1 BHV ADVIES ·
Ontruimingsplan + jaarlijkse ontruimingsoefening
Zorg ervoor dat het ontruimingsplan up-to-date is. Om een ontruiming goed te laten verlopen, dient een ontruimingsoefening gehouden te worden. Tijdens de oefening wordt er gekeken of er verbeterpunten zijn ten aanzien van het ontruimingsplan en de uitvoering van de BHV organisatie. Dit kan gebeuren tijdens het jaarlijkse werkoverleg, een Table top oefening of met een praktijkoefening. ·
Aanduiding en bereikbaarheid blusmiddelen, bereikbaarheid nooduitgangen
Zorg ervoor dat de blusmiddelen voorzien zijn van duidelijke en geldende markeringen (NEN 3011). Tevens zorg ervoor dat medewerkers de blusmiddelen en nooduitgangen te allen tijde vrijhouden van obstakels. Het is aan te bevelen om de nooduitgangen te voorzien van belijning op de grond, zodat het duidelijk is dat hier geen materialen geplaatst mogen worden. ·
Aanduiding EHBO kluis
Zorg ervoor dat de EHBO kluis duidelijk herkenbaar is , door hier een symbool conform de NEN 3011 te plaatsen.
.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
30
BIJLAGE 1: LOOPLIJSTEN Bevindingen Deel 1. Arbo & Organisatie Ja 1.1 1.1.1
Nee
Nvt
Arbobeleid Wordt er actief werk gemaakt van gezond en veilig werken in de organisatie? X
1.1.2
Zijn binnen het bedrijf de preventietaken toegewezen aan 1 of meerdere deskundige medewerkers? X
1.1.3
Is de RI&E inclusief PVA actueel? X
1.1.4
1.1.5
Vindt er regelmatig werkoverleg plaats waarin de VGW-onderwerpen aan de orde komen?
X
Zijn er afspraken gemaakt ter voorkoming van psychosociale arbeidsbelasting? X
1.1.6
1.1.7
Zijn de afspraken m.b.t. psychosociale arbeidsbelasting bekend bij de medewerkers? Is de leiding voldoende getraind en/of geïnstrueerd om met vormen van psychosociale arbeidsbelasting om te gaan?
X
X
Opmerkingen
Wet en regelgeving
Gezond en veilig werken is een prioriteit bij de Jager, het is dan ook een vast punt op de algemene personeelsvergadering. Tevens worden er LRMA's uitgevoerd en zijn van alle machines een TRA aanwezig.
De Arbowet stelt actief werkoverleg tussen organisatie en werknemers verplicht over veiligheid, gezondheid en welzijn. Behalve instructie en uitleg kan hieronder ook het actief bewaken van de Arbobeleidsregels onder worden verstaan (VGW).
Deze is toegewezen aan Dhr. F. de Jager als VGM-coördinator. Volgens de VCA norm moet er ook een contract zijn afgesloten of aanwezig zijn van een veiligheidskundige. Hier is er echter op dit moment nog geen contract voor, wel zit De Jager RVS in een offertetraject. Er is 2x per jaar een KAM overleg, ook worden belangrijke punten besproken in de personeelsvergadering. De RI&E die er nu ligt is ouder dan 3 jaar.
Elk bedrijf moet ten minste één preventiemedewerker in dienst hebben die de maatregelen (gericht op de veiligheid en gezondheid binnen een bedrijf) kan uitvoeren. De preventiemedewerker kan een vaste medewerker zijn die deze functie ernaast doet. Bij kleine bedrijven mag ook de directeur als preventiemedewerker optreden (zie SZW Arboportaal). De RI&E is al sinds 1 januari 1994 verplicht voor alle werkgevers. Het PVA is een verplicht onderdeel van de RI&E. Dit staat omschreven in de arbeidsomstandigheden wet (Arbowet).
Er vinden regelmatig werkoverleggen plaats De Arbo-wet stelt actief werkoverleg tussen organisatie en waarin de VGW-onderwerpen aan de orde werknemers verplicht over veiligheid, gezondheid en welzijn. komen. Behalve instructie en uitleg kan hieronder ook het actief bewaken van de Arbobeleidsregels onder worden verstaan (VGW). Er zijn geen afspraken gemaakt over de Werkgevers zijn op grond van deze Arbowet verplicht om een psychosociale arbeidsbelasting dit kan tot beleid te voeren dat erop gericht is om deze vorm van risico's leiden wanneer dit zich voordoet. arbeidsbelasting te voorkomen of te beperken. Het Arbobesluit Ook blijkt uit de vragenlijsten dat de werkt deze verplichting in afdeling 4, artikel 2.15 verder uit en werkdruk hoog is en er bepaalde deadlines verplicht werkgevers om de risico’s in kaart te brengen in een gehaald moeten worden, dit leidt niet altijd risico-inventarisatie en -evaluatie. tot een prettige werksfeer. Omdat er formeel geen afspraken vastliggen is dit ook niet bekend bij de medewerkers. De leiding voldoet aan managementtrainingen en is hiermee voldoende getraind. Ook zijn er in het bedrijf vertrouwenspersonen aanwezig.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
31
1.1.8
Vindt er minimaal 2 maal per jaar een personeelsvergadering, met het voltallige personeel of personeelsvertegenwoordiging, plaats?
Er vindt minimaal 2x per jaar een algemene personeelsvergadering plaats en voldoet hiermee aan de wet. X
1.1.9
Worden werknemers betrokken bij de organisatie en besluitvorming ten aanzien van de VGW-aspecten? X
1.1.10 Vinden er functioneringsgesprekken plaats? X
1.1.11 Wordt er een personeelsdossier, met daarin o.a. een kopie legitimatie- en rijbewijs, bijgehouden?
1.2
Verzuimbeleid
1.2.1 1.2.2
Is er een op schrift gesteld verzuimbeleid? Zij er afspraken gemaakt over ziek- en herstelmeldingen en de controle en begeleiding van zieke werknemers? Zijn medewerkers bekend met regels over ziek- en herstelmeldingen?
1.2.3 1.2.4 1.2.5
1.2.6
Heeft het bedrijf contact met een Arbodienst of Arboarts? Hebben medewerkers de gelegenheid, indien zij daar behoefte aan hebben, om een bedrijfsarts te raadplegen? Zijn er afspraken gemaakt over alcoholen medicijngebruik?
X
Werknemers hebben recht op inspraak en informatie. Daarvoor zijn er personeelsvergaderingen. Minstens 2 keer per jaar moet de werkgever met zijn werknemers bijeenkomen. Dat moet ook op andere momenten, als ten minste een kwart van de werknemers dat vraagt (en daarbij aangeeft waarom). De PV is in werktijd. Alle aanwezigen kunnen hun standpunten naar voren brengen en voorstellen doen. (zie verder: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ondernemingsraad/vraagen-antwoord/wat-is-een-personeelsvergadering-pv.html) Wanneer medewerkers belangrijke punten In de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) staan de rechten en aanbrengen tijdens de werkoverleggen of plichten van werkgevers en werknemers op het terrein van veilig andere gesprekken met leidinggevenden en gezond werken. De uitwerking en nadere regels zijn wordt dit direct opgepakt en wordt er opgenomen in het Arbobesluit, de Arboregeling en de gezocht naar een oplossing. Elke Arbobeleidsregels. De Arbeidsomstandighedenwet geldt overal onderwerp/knelpunt, hoe klein ook, wordt waar wordt gewerkt. De werkgever dient structureel toezicht te serieus opgepakt. houden of de werknemers hieraan voldoen. Dit dient gerapporteerd te worden. Er wordt gewerkt met een HR-cyclus, 3x per Het voeren van een functioneringsgesprek is niet wettelijk jaar worden er een functionering, verplicht. Wanneer een CAO wordt aangehouden waarin staat dat beoordeling en gesprek plaats, hiervoor is functioneringsgesprekken moeten plaatsvinden, of wanneer dit is een planning. overeengekomen met de ondernemingsraad, dan wel. Maar het hoort bij goed werknemerschap - en voorkomt ook veel problemen op de werkvloer - wanneer op regelmatige basis (minimaal 1 per jaar of per contractperiode wanneer deze korter is dan 1 jaar) officieel gesprek wordt gevoerd en vastgelegd. Er wordt een personeelsdossier Volgens de identificatieplicht vanuit de overheid is de werkgever bijgehouden, echter de geldigheid van verplicht om een persoonsverificatie te doen. rijbewijzen met betrekking tot gebruik bedrijfswagens wordt niet actueel gehouden.
X
Er is een op schrift gesteld verzuimbeleid. De afspraken over ziekmeldingen zijn formeel vastgelegd.
X
Werknemers hebben voor het protocol ziektemelding getekend.
X
X
Er is een contract met Beterschap. Dit zit standaard in het Beterschap contract.
X
X
Er zijn afspraken gemaakt over alcohol- en medicijngebruik, dit is vastgelegd in het huisreglement.
Volgens het Arbeidsomstandighedenbesluit art. 2.9 is het verplicht om een ziekteverzuimbeleid op te stellen.
Volgens het Arbeidsomstandighedenbesluit is het verplicht om een Arbodienst of kerndeskundige in te huren. Volgens art. 18 van de Arbowet moet de werknemer in de gelegenheid gesteld worden om een bedrijfsarts te kunnen raadplegen. De Arbowet, biedt aanknopingspunten voor een alcoholbedrijfsbeleid: schriftelijk opgestelde afspraken inzake alcoholgebruik en -misbruik van werknemers.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
32
1.2.7
1.2.8
Zijn er afspraken gemaakt over hoe medewerkers moeten handelen bij een arbeidsongeval? Worden arbeidsongevallen en bijna ongevallen gemeld, geregistreerd en onderzocht?
Deze afspraken zijn formeel vastgelegd. X
X
Bijna ongevallen worden geregistreerd en zo nodig onderzocht om toekomstige ongelukken te voorkomen.
Worden bedrijfsongevallen met ernstige afloop gemeld aan de Arbeidsinspectie?
X
Wanneer zich een ernstig ongeval zich voordoet wordt dit gemeld aan de arbeidsinspectie.
1.3
Voorlichting en onderricht
Ja
1.3.1
Bevatten de functies van werknemers een goede verhouding tussen voorbereidende, uitvoerende en organiserende taken?
1.2.9
1.3.2
1.3.3
1.3.4
Nvt
X
Krijgen medewerkers regelmatig voorlichting en instructie over het veilig en gezond uitvoeren van hun werkzaamheden? Krijgen kwetsbare groepen extra aandacht bij de voorlichtingen en instructies?
Nee
X
X
Voeren medewerkers de instructies uit en houden zij zich aan de bedrijfsregels?
1.3.5
1.3.6
Wordt er op toegezien dat medewerkers hun werk op een juiste en veilige manier uitvoeren?
X
Spreekt de leidinggevende medewerkers aan op onveilig gedrag? X
1.3.7
Zijn er afspraken gemaakt wat te doen als iemand zich niet aan de Arboregels houdt?
X
a. de ongevalrapportages en de lijst van arbeidsongevallen, bedoeld in artikel 9;
Opmerkingen
Wet en regelgeving
Er is een duidelijke functieomschrijving, tevens wordt er gewerkt in wisselende projectgroepen zodat een ieder verschillende taken heeft per project. Dit is niet een continue proces en wordt nu ad hoc gedaan.
zie Arbowet art 3, lid 1, sub d.
Er is een vaste begeleider en alle stagiaires tekenen voor het lezen van instructies e.d.
Bij kwetsbare groepen moet de kunnen aantonen dat voorlichting en instructie hebben plaatsgevonden. Daartoe een registratie kunnen overleggen van welke voorlichting of instructie door wie is gegeven en ontvangen. In de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) staan de rechten en plichten van werkgevers en werknemers op het terrein van veilig en gezond werken. De uitwerking en nadere regels zijn opgenomen in het Arbobesluit, de Arboregeling en de Arbobeleidsregels. De Arbeidsomstandighedenwet geldt overal waar wordt gewerkt. De werkgever dient structureel toezicht te houden of de werknemers hieraan voldoen. Dit dient gerapporteerd te worden.
De productieleider houdt hier toezicht op. Tevens vindt er sociale controle plaats door alle werknemers. Ook zijn er personeelsvertegenwoordigers aanwezig die hier op sturen.
X
De werkgever zorgt ervoor dat de deskundige werknemers en de andere deskundige personen, bedoeld in artikel 13, de personen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, de bedrijfshulpverleners, bedoeld in artikel 15, en de arbodienst kennis kunnen nemen van:
Volgens Arbobesluit art. 8 zijn medewerkers verplicht een basisinstructie te hebben gehad over wat ze kunnen tegenkomen aan gevaren én wat ze geacht worden te doen om veilig en gezond te werken.
Er vinden regelmatig rondes plaats door de leidinggevende om te kijken of medewerkers zich aan de bedrijfsregels houden. Echter wordt dit niet formeel vastgelegd. Er is een op schrift gesteld sanctiebeleid, 2x mondeling daarna schriftelijk, uiteindelijk kan een medewerker ontslagen worden. Echter worden overtredingen niet genoteerd, dit ook ten behoeve van de werksfeer. Dit is formeel vastgelegd in het huisreglement.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
33
1.3.8
Kan iedere medewerker de RI&E inclusief PVA inzien? X
1.3.9
Krijgen werkgevers van ingeleende werknemers een exemplaar van de RI&E? 1.3.10 Wordt er voor medewerkers die bij derden leveren of werkzaamheden verrichten een veilige en gezonde werkplek gegarandeerd? 1.3.11 Hebben medewerkers die extern werken voorlichting/instructie gehad over veiligheid en gezondheid?
X
X
X
Zodra de RI&E en PVA definitief is kan deze door eigen medewerkers deze inzien en worden belangrijke punten besproken in de personeelsvergadering.
In de Arbowet is vastgelegd in artikel 5, lid 6 dat werknemers de RI&E moeten kunnen inzien wanneer zij dit willen (inzagerecht). De werkgever mag de werknemers dit niet weigeren.
Hier wordt niet altijd naar gevraagd en dus ook niet standaard aan ingeleende werknemers overhandigd. Er wordt vooraf bekeken of de werkplek veilig is, bij de werkinstructie is er een aparte kolom met betrekking tot de veiligheid. Echter is er geen check door de medewerker op de werkplek bij derden. Medewerkers krijgen regelmatig voorlichting/instructie over veiligheid en gezondheid.
zie Arbowet art. 5, lid 5.
zie Arbowet art. 10 en 17.
zie Arbobesluit art. 8.
Bevindingen Deel 2. Bedrijfshulpverlening
2.1 2.1.1
Ja
Nee
Algemene aspecten Zijn er voldoende opgeleide BHV'ers?
X
2.1.2
Zijn de taken van de BHV'ers schriftelijk vastgelegd?
2.1.3
Is er een bedrijfsnoodplan / ontruimingsplan?
Zijn BHV'ers voor specifieke risico's opgeleid?
Opmerkingen
Wet en regelgeving
Alle buitendienst medewerkers hebben een Ice (In Case of Emergency) nummer beschikbaar. Op de vaste locatie van De Jager zijn 2 BHV'ers opgeleid. Gezien de grootte en de risico's van het bedrijf is een aantal van 2 BHV'ers het minimale aantal wat opgeleid dient te zijn. Houdt hierbij wel rekening met de beschikbaarheid. Ten alle tijde dient er minimaal 1 BHV'er aanwezig te zijn.
In de Arbowet is opgenomen dat bedrijven verplicht zijn om doeltreffende maatregelen te nemen op het gebied van bedrijfshulpverlening. Dat kan op verschillende manieren. Daarom is het aantal BHV’ers niet wettelijk vastgelegd. Maar bij het bepalen van de manier van bedrijfshulpverlening en het aantal BHV’ers moet rekening gehouden worden met de grootte van het bedrijf en de risico’s die bij het betreffende bedrijf horen. Nadere toelichting is te vinden in de Handreiking bedrijfshulpverlening van de Stichting van de Arbeid. zie Arbowet art. 15, lid 2.
De taken staan vastgelegd in het calamiteitenplan.
X
X
2.1.4
Nvt
X
Er is een calamiteitenplan aanwezig met duidelijke instructies voor diverse scenario’s echter wordt er in het plan gesproken over handmelders en branddetectieapparatuur die niet in het pand aanwezig is. Hierdoor voldoet het plan niet aan de actualiteit van het bedrijf (zie foto 1). De BHV'ers zijn voldoende opgeleid.
Ontruiming van gebouwen is een van de eisen van de Arbowet. Ook in het Besluit Brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) wordt een ontruimingsplan geëist indien een brandmeldinstallatie aanwezig is. Daarnaast kan een ontruimingsplan worden geëist bij het aanvragen van een milieuvergunning. zie Arbowet art. 15, lid 3.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
34
2.1.5
Zijn er voorzieningen getroffen om een brand tijdig te kunnen ontdekken? X
2.1.6 2.1.7
2.1.8
Is er een persoon opgeleid tot het bedienen van de brandmeldcentrale? Wordt er minstens 1x per jaar een ontruimingsoefening georganiseerd?
X
X
Zijn er voldoende brandblusmiddelen aanwezig?
X
2.1.9
Zijn de brandblussers goed bereikbaar en aangeduid? X
2.1.10 Zijn de brandblusmiddelen verzegeld en verkeren ze in goede staat? 2.1.11 Worden de brandblussers jaarlijks gecontroleerd en voorzien van een keuringssticker? 2.1.12 Zijn de nooduitgangen duidelijk aangegeven, verlicht en toegankelijk?
X X
Er is geen branddetectie aanwezig, het gebouw is beroepbaar en is dus ook niet nodig. Bij een eventuele uitbreiding moet er opnieuw ingeschat worden of dit wenselijk is (let op een brandverzekering kan aanvullende eisen hebben).
NVT Er wordt intern soms een instructie gegeven tijdens de BHV training echter gebeurt dit niet structureel en kan er niet aangetoond worden dat dit minimaal 1x per jaar gebeurd. Er zijn diverse sproeischuimblussers en brandslanghaspels aanwezig, per specifiek risico is deze in een straal van 5m aanwezig. Tevens hoeft er voor de bereikbaarheid van een brandbestrijdingsmiddel niet meer dan 20m afgelegd te worden en voldoet hiermee aan de norm.
Vanuit de Arbowet art 8. is er vastgesteld dat een ontruimingsoefening regelmatig georganiseerd moet worden. Volgens de NEN 4001: 2006 dient er in gebieden met bijzondere brandrisico's op basis van de RI & E naast de basisapparatuur volgens 4.4.1.2 (basisbeveiligingseenheid) aanvullende blustoestellen ten behoeve van deze bijzondere brandrisico's worden geplaatst. Het is niet toegelaten om aanvullende beveiliging voor verschillende bijzondere risico's binnen één projecteringszone te combineren. Ongeacht de indeling van het gebied moet een aanvullend blustoestel altijd beschikbaar zijn binnen 5 m van het specifieke risico. Een voorziening voor het bestrijden van brand is duidelijk zichtbaar opgehangen of gemarkeerd met een pictogram als bedoeld in NEN 3011.
De brandbestrijdingsmiddelen worden niet allemaal aangeduid met een geldend pictogram conform de NEN 3011 (zie foto 2) Ook wordt de brandslanghaspel in de werkplaats geblokkeerd , terwijl duidelijk is aangegeven dat dit niet mag (zie foto 3). Dit kan tot onveilige situaties leiden omdat niet direct zichtbaar is waar de blusmiddelen zich bevinden en niet allemaal bereikbaar zijn. Deze worden jaarlijks gecontroleerd door een Volgens 6.31 Bouwbesluit dienen brandblusmiddelen externe partij (onderhoudscontract). gekeurd te worden. En volgens artikel 15 van Arbowet. Alle blusmiddelen zijn gekeurd en voorzien van sticker. In de werkplaats wordt een nooduitgang geblokkeerd door losliggende materialen (zie foto 4).
X
Een brandmeldinstallatie is nodig wanneer zonder deze installatie een brand niet direct kan worden opgemerkt (onoverzichtelijk), Staatsblad 2011 / 416 / 304 een gebouw niet beroepbaar is of wanneer brandveiligheidsvoorzieningen niet kunnen functioneren zonder brandmeldinstallatie. Zie ook artikel 6.20 Bouwbesluit 2012. Zie artikel 6.20 Bouwbesluit 2012
Volgens artikel 2.3.7 Vluchtrouteaanduidingen van het brandveilig gebruik bouwwerken is het aan te bevelen om bij: 1. Een ruimte waardoor een verkeersroute voert en een ruimte voor meer dan 50 personen hebben een vluchtrouteaanduiding die voldoet aan NEN6088 en aan de zichtbaarheideisen van NEN-EN1838.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
35
3. Een vluchtrouteaanduiding voldoet binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit gedurende een periode van ten minste 60 minuten aan de zichtbaarheideisen van NENEN1838. 2.1.13 Is de route naar nooduitgangen duidelijk aangegeven, verlicht en toegankelijk? 2.1.14 Is er goedwerkende noodverlichting aanwezig?
X X
2.1.15 Zijn rook/brandwerende deuren zelfsluitend en worden deze vrijgehouden? 2.1.16 Is er met een plattegrond aangegeven waar men zich bevindt en welke vluchtroutes gebruikt kunnen worden? 2.1.17 Is er een verbandtrommel aanwezig op een voor iedereen bekende plaats?
X
2.1.18 Wordt de verbandtrommel gecontroleerd op houdbaarheid en volledigheid?
X
2.1.19 Zijn de afspraken m.b.t. de BHV bekend bij de medewerkers?
X
X
X
2.1.20 Indien in een gebouw meerdere organisaties aanwezig zijn, wordt er met deze organisaties goed samengewerkt?
Alle nooduitgangen zijn voorzien van een symbool conform de NEN 3011. In het pand is er een goedwerkende noodverlichting aanwezig en deze wordt jaarlijks gecontroleerd. Er is geen brandcompartiment. zie art. 3.7 Bouwbesluit 2012 Overal in het pand hangen duidelijke plattegronden.
zie art. 8 Arbeidsomstandighedenwet en Arbobesluit art. 3.7.
In de kleedruimte is een apart kluisje beschikbaar gesteld als EHBO kast. Echter wordt deze niet aangegeven met een NEN 3011 symbool (zie foto 5). Deze word jaarlijks gecontroleerd door extern bedrijf.
Volgens artikel 15 lid 3 dienen de bedrijfshulpverleners te beschikken over een zodanige opleiding en uitrusting,dat zij taken naar behoren kunnen vervullen.
De medewerkers zijn op de hoogte van de BHV'ers en hebben hiervoor ook getekend (huisreglement). NVT
Zie Arbobesluit.
Zie artikel Bouwbesluit 2012 en Arbowet, artikel 19
X
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
36
Bevindingen Deel 3. Inrichting arbeidsplaatsen Ja 3.1 3.1.1
Nee
Nvt
Algemene aspecten Wordt het gebouw goed onderhouden?
Is het gebouw asbestvrij?
Het gebouw is asbestvrij verklaard.
X 3.1.3
Wordt het interieur goed schoongemaakt?
X
3.1.4
Zijn alle ruimten overzichtelijk en opgeruimd? X
3.1.5
Wet en regelgeving
Het gebouw wordt goed onderhouden en hiervoor Volgens Artikel 3.3 van het Arbobesluit dienen is jaarlijks budget beschikbaar wanneer dit nodig gebouwen en andere opstallen te bestaan uit is. deugdelijk materiaal cq. stabiliteit en stevigheid en dat de aanwezige voorwerpen of stoffen geen gevaar voor de veiligheid of de gezondheid opleveren door instorten, verschuiven, omvallen of kantelen.
X
3.1.2
Opmerkingen
Zijn trappen en bordessen goed onderhouden en hebben deze leuningen?
X
Als werkgever bent u verantwoordelijk voor een veilige en gezonde werkplek. U moet voorkomen dat werknemers worden blootgesteld aan asbest. Dit wordt door een extern bedrijf gedaan, Volgens Arbobesluit art. 3.11: Dient de werkgever te dagelijks worden de toiletten en kantoren gedaan. zorgen voor een goed schoonmaakplan. Ruimten De werkplaats en werkplek wordt dagelijks door waarin regelmatig gewerkt wordt, moeten schoon en het personeel zelf onderhouden. zoveel mogelijk stofvrij zijn (gezondheidsrisico). Blootstelling aan bijvoorbeeld houtstof of ander slijpsel is een risico voor de gezondheid. Het is beter om die soort stoffen op te zuigen met een geschikte industriële stofzuiger of op te vegen dan met hoge druk weg te blazen. De ruimten maken een overzichtelijke en Volgens Arbobesluit art. 3.6 en 3.7 dienen rij- en opgeruimde indruk, hierop wordt ook gestuurd looppaden vrij te zijn van obstakels. Dit voorkomt door De Jager. Wel liggen er losse snoeren over struikelen (veiligheidsrisico). Het consequent en de vloer, ook recht voor een uitgang naar het direct na gebruik opruimen van hulpmiddelen buitenterrein wat tot struikelgevaar kan leiden (zie voorkomt langdurig zoeken en geeft overzicht. foto 6). Volgens artikel 2.33 van het bouwbesluit worden er specifieke eisen gesteld aan trappen en leuningen. Een trap overbrugt maximaal 4 meter.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
37
3.1.6
Zijn toegangsdeuren veilig en gemakkelijk te bedienen en voldoen deze aan de eisen?
Alle toegangsdeuren zijn deugdelijk.
Voor alle type deuren geldt: ◾Dat de constructie deugdelijk moet zijn. ◾Delen die door losraken gevaar kunnen veroorzaken, moeten doeltreffend zijn geborgd; ◾Plaatsen waar ook knelgevaar kan optreden (tandwielen, kabelschijven) moeten tot een hoogte van 2,40 m worden afgeschermd; ◾Bij toepassing van trekveren moeten voorzieningen zijn getroffen, die bij breuk het wegspringen van delen van de veer, alsmede knelgevaar tijdens het ontspannen van de veer voorkomen; ◾Afhankelijk van het gewicht moeten deuren en hekken met een verticale sluitbeweging (massa meer dan 20 kg) of met een gecombineerde sluitbeweging (massa meer 50 kg) zijn voorzien van een vanginrichting.
X
3.1.7
3.1.8
3.1.9
Is er een duidelijk onderscheid tussen publieksruimte en werkruimte? Zijn de elektrische-, gas- en watervoorzieningen in orde en worden ze goed onderhouden?
Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen publiek en werkruimte. Bezoekers mogen alleen onder begeleiding de werkplaats in.
X
Deze worden door erkend bedrijf onderhouden. X
Alle werkzaamheden aan de elektrische installatie, incl. eerste aansluiten van machines worden door bevoegd persoon gedaan? X
3.1.10 Zijn bevoegde personen schriftelijk aangewezen? 3.1.11 Zijn er voldoende sanitaire voorzieningen aanwezig?
Volgens het Arbobesluit art. 3.13 en 7.4. Dienen toegangsdeuren gemakkelijk te openen zijn.
X
Volgens het Arbobesluit Hoofdstuk 3 Afdeling 1, artikelen 3.4 en 3.5 dient de elektrische installatie minimaal 1x pr 4 jaar gekeurd te worden door een erkend bedrijf. Onderhoud aan grote installaties worden Volgens het Arbobesluit Hoofdstuk 3 Afdeling 1, uitbesteed. Echter het verwisselen van lampen en artikelen 3.4 en 3.5: Medewerkers die aan andere kleine reparaties aan klein elektrische elektrische installaties werken moeten voldoende apparatuur wordt niet door bevoegd persoon deskundig zijn en bevoegd door hun werkgever. In gedaan. NEN-EN 50110 en NEN 3140 worden deze bevoegdheden omschreven. De werkgever moet genoemde personen schriftelijk aanstellen voor deze functies. Medewerkers zijn in bezit van geldige diploma's. Er zijn voldoende toiletten aanwezig.
X
Volgens Arbobesluit art. 3.24.: Tot een aantal van tien medewerkers kan worden volstaan met één toilet (voor dames en heren). Indien er meer dan tien medewerkers zijn moeten er afzonderlijke dames- en herentoiletten zijn. Zorg dan dat er voor iedere 15 werknemers van hetzelfde geslacht minstens één toilet is. Het mannentoilet mag ook deels uit urinoirs bestaan zolang er maar één toilet voor iedere 25 mannen of minder is.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
38
3.1.12 Is er, indien aanwezig, een instructie aanwezig voor als het alarm afgaat in het invalidentoilet?
X
3.1.13 Is er een pauzeruimte met voldoende zitgelegenheid?
NVT
Zie bouwbesluit 2012
Er is een pauzeruimte beschikbaar met voldoende zitgelegenheid.
Volgens art. 3.12 van het Arbobesluit moet elk bedrijf over een ontspanningsruimte beschikken, waar werknemers de pauzes kunnen doorbrengen. Deze ruimte is schoon en voldoende groot, verwarmd, geventileerd, verlicht en uitgerust met tafels en stoelen. De afmetingen van deze ruimte zijn afhankelijk van het aantal werknemers. De ruimte heeft uitzicht naar buiten Deze voldoen aan de normen. Volgens art. 3.20 van het Arbobesluit: Indien werknemers bloot staan aan vuil, vocht of stof moeten er voldoende wasbakken aanwezig zijn. Indien de reiniging meer omvat dan de handen en gezicht, is een doucheruimte met voldoende aantal douches verplicht. Voor zowel wasbakken als voor douches geldt dat deze voldoende ruim en doelmatig ingericht moeten zijn en moeten beschikken over warm en koud stromend water. De ruimtes moeten voor mannen en vrouwen gescheiden zijn. Aan deze bepaling wordt ook voldaan als was- en doucheruimtes apart of bij toerbeurt door mannen en vrouwen kunnen worden gebruikt. Er is geen legionella beheersplan aanwezig. Er Als eigenaar van een gebouw met een collectieve zijn wasbakken aanwezig waar medewerkers zich leidingwaterinstallatie,is er een ‘zorgplicht voor kunnen wassen en tevens zijn er vaste deugdelijk leidingwater’. Dit houdt in dat de oogdouches aanwezig. Met het niet aanwezig gezondheid van de gebruikers door het leidingwater hebben van een legionella beheersplan kan de niet in gevaar mag komen. gezondheid een gevaar vormen. De kleding wordt extern gewassen door Volgens artikel 3.22 van het Arbobesluit is er bij gespecialiseerd bedrijf, medewerkers hebben de gebruik van bedrijfskleding ter bescherming tegen beschikking over een omkleedruimte en vocht, stof en vuil een (om)kleedruimte en een eigen afsluitbare kledingbergplaats (locker). afsluitbare kledingbergplaats verplicht.
X
3.1.14 Voldoen, indien aanwezig, de douches aan de normen?
X
3.1.15 Is er een legionella beheersplan? X
3.1.16 Is er, indien nodig, een (om)kleedruimte en opbergplaats aanwezig? X
3.1.17 Is er een rookbeleid?
Er geldt een algeheel rookverbod echter wordt er uitzonder gemaakt door buiten een aparte rookplaats aan te geven, onder de luifel. Roken vindt buiten de urenregistratie plaats en vindt dus plaats in eigen tijd. Dit is formeel vastgelegd. Er ontbreekt echter een asbak wat tot extra brandgevaar en milieuschade kan leiden.
X
3.1.18 Zijn liften en elektrische deuren in goede staat en worden deze onderhouden?
X
3.1.19 Hebben liften en elektrische deuren noodvoorzieningen bij calamiteiten?
X
Volgens de tabakwet is roken op het werk verboden. Om rokers tegemoet te komen kan het bedrijf een aparte ruimte inrichten waar werknemers kunnen roken. Deze ruimte moet afsluitbaar zijn (deur dicht) en voorzien zijn van een goede afzuiging/luchtverversing. Volgens Arbobesluit art. 3.16 en Warenwetbesluit art. 17 dienen de keuringen te worden uitgevoerd door een (door het Ministerie van SZW) erkend keuringsbureau.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
39
3.1.20 Wordt, indien aanwezig, de luchtbehandelingapparatuur onderhouden en is er instructie? 3.2 Kantoor
Dit wordt jaarlijks zelf onderhouden. X Opmerkingen Ja
3.2.1
Nee
Zijn vloeren opgeruimd, egaal en stroef?
Nvt
Wet en regelgeving De vloeren zijn stroef, egaal en opgeruimd.
Volgens het Arbeidsomstandighedenbesluit is de werkgever verplicht om een veilige en gezonde werkplek te geven. Slecht ingerichte werkplekken kunnen leiden tot gezondheidsklachten en ongevallen.
Voldoen aan de normen gesteld in de Arbocatalogus.
In artikel 3 van de Arbowet is de kern van de Kaderrichtlijn samengevat: De Arbowet stelt algemene eisen met betrekking tot veilig werken en het beschermen van de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de mens. Doel is ongevallen op het werk te voorkomen, evenals ziekte door arbeidsgebonden factoren. De werkgever dient een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid te voeren waarbij de actuele stand van de wetenschap en professionele dienstverlening in acht wordt genomen. In artikel 3 van de Arbowet is de kern van de Kaderrichtlijn samengevat: De Arbowet stelt algemene eisen met betrekking tot veilig werken en het beschermen van de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de mens. Doel is ongevallen op het werk te voorkomen, evenals ziekte door arbeidsgebonden factoren. De werkgever dient een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid te voeren waarbij de actuele stand van de wetenschap en professionele dienstverlening in acht wordt genomen. Meubilair dient ingericht te worden aan de eisen zoals gesteld in het Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 5.4. Meubilair dient ingericht te worden aan de eisen zoals gesteld in het Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 5.4. Zie Arbobesluit.
X
3.2.2
Zijn beeldschermwerkplekken in orde?
X
3.2.3
Wordt er niet langer dan twee uur achtereen beeldschermwerk verricht?
Dit wordt niet voorkomen door middel van controle of software. Medewerkers moeten hier zelf rekening mee houden echter wordt dit niet altijd gedaan. X
3.2.4
Zijn alle kantoorstoelen instelbaar?
Instelbaar X
3.2.5
Volgens art. 6.2 in het Arbobesluit worden er aanvullende eisen gesteld aan luchtverversingsinstallatie.
Zijn de bureaus in hoogte verstelbaar?
Instelbaar X
3.2.6
Hebben medewerkers voorlichting gehad over de inrichting van de werkplek?
X
3.2.7
Zijn alle snoeren en kabels netjes weggewerkt?
X
3.2.8
Is de temperatuur goed te regelen op de verschillende werkplekken?
X
Leidinggevende spreekt medewerkers hier regelmatig op aan en hebben voorlichting gehad. Zijn netjes gebundeld.
Het uitgangspunt van het Arbobesluit (artikel 3.4 en 3.5) is het voorkomen van risico’s bij de bron.
Airco + kachels.
Zie Arbobesluit artikel 6.1
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
40
3.2.9
Zijn er in het kantoor ramen aanwezig waardoor daglicht binnen komt?
3.2.10 Kan het zonlicht geweerd worden? 3.2.11 Worden beeldschermwerkers in de gelegenheid gesteld om hun gezichtsvermogen te laten controleren? (PMO) 3.3
X X
3.3.2
Zijn goederen stevig en stabiel gestapeld en opgeslagen?
Er is zonwering aan de binnenzijde.
Zie Arbobesluit artikel 6.1
Zit in het Beterschap pakket en wordt uitgevoerd.
Zie Arbobesluit artikel 6.1
Opmerkingen Ja
Is het magazijn goed onderhouden?
Zie Arbobesluit artikel 6.1
X
Magazijn
3.3.1
Voldoende daglicht.
Nee
Nvt
Wet en regelgeving Volgens de Arbowet is het verplicht om arbeidsplaatsen te onderhouden. Volgens Artikel 3.3 lid 2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit dient de arbeidsplaats zodanig ingericht te zijn, dat de daar aanwezige voorwerpen of stoffen geen gevaar voor de veiligheid of de gezondheid opleveren door instorten, verschuiven, omvallen of kantelen.
X
X
3.3.3
Zijn stellingen en kasten zo geplaatst dat ze niet kunnen omvallen?
Volgens het Arbobesluit moeten wandkasten en stellingkasten stabiel staan, zodat ze niet kunnen omvallen als er tegenaan wordt gestoten. Stellingkasten die niet verankerd zijn, moeten ten minste geschraagd zijn met een diagonale verbinding, zodat ze niet kunnen omvallen.
X
3.3.4
Worden magazijnstellingen jaarlijks gekeurd en voorzien van een keuringssticker?
De magazijnstellingen worden niet gekeurd.
X
3.3.5
Zijn grote stellingen verankerd of gekoppeld? X
3.3.6
Zijn de gangpaden voldoende breed? X
Volgens ARBO wetgeving is, met betrekking op onderhoudsplicht magazijnen, een jaarlijks periodieke veiligheidskeuring van magazijnstellingen alsmede alle tussen- / entresolvloeren verplicht. Maar ook in de volgende situaties geldt deze verplichting. - Na installatie van uw magazijnstelling. - Na verplaatsing van uw magazijnstelling. - Na schade aan uw magazijnstelling. Volgens het Arbobesluit moeten wandkasten en stellingkasten stabiel staan, zodat ze niet kunnen omvallen als er tegenaan wordt gestoten. Stellingkasten die niet verankerd zijn, moeten ten minste geschraagd zijn met een diagonale verbinding, zodat ze niet kunnen omvallen. Volgens het Arbobesluit art. 3.14, 3.15 en 7.17b dienen gangpaden voor heftrucks bij eenrichtingsverkeer minimaal 60 cm breder dan het breedst beladen transportmiddel. In beide richtingen verkeer: 90 cm breder dan het 2x breedst beladen voertuig.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
41
3.3.7
Is er een duidelijk verkeersplan zichtbaar?
Er is geen duidelijk verkeersplan zichtbaar wel zijn er in het huisreglement aanvullende eisen gesteld waarmee duidelijk aangegeven wordt hoe er met de heftruck omgegaan dient te worden. Ook is er een TRA-analyse aanwezig.
X
3.3.8
Zijn de looppaden vrij van obstakels?
3.3.9
Zijn vloeren opgeruimd, egaal en stroef?
3.3.10 Zijn er maatregelen genomen om het gevaar van vallen in het magazijn te voorkomen?
X
Het uitgangspunt van het Arbobesluit (artikel 3.4 en 3.5) is het voorkomen van risico’s bij de bron.
X
Volgens Arbobesluit art. 3.11 dienen vloeren opgeruimd, egaal en stroef te zijn.
X
Volgens Artikel 3.16 van de Arbowet wordt gesteld dat er valgevaar wordt voorkomen.
3.3.11 Worden de veiligheidseisen bij het werken op hoogte (>2,5mtr) in acht genomen?
X
3.3.12 Is er valbeveiliging geregeld voor het werken op hoogte?
X
3.3.13 Komen klanten/bezoekers alleen onder begeleiding van het personeel in het magazijn?
Volgens AI 14 dienen er verkeersregels opgesteld te worden in het bedrijfsreglement.
X
Zie artikel 3.16 Arbowet. Zie artikel 3.16 Arbowet. Zie AI 14.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
42
Bevindingen Deel 4. Fysische factoren Ja 4.1 4.1.1
Nee
Lawaai Worden werknemers niet blootgesteld aan schadelijk geluid?
Nvt
Opmerkingen
Wet en regelgeving
Er is een blootstelling, dit blijkt ook uit de uitgevoerde geluidsmeting, hierop zijn er PBM's verplicht gesteld.
Werkgevers zijn (volgens de wet) verplicht om (gehoor)schade bij hun personeel te voorkomen. Ook werknemers zelf hebben verplichtingen. De wet kent de volgende regels over geluid op de werkplek: Bij blootstelling aan een dagelijkse dosis boven de 80 dB(A) moet de werkgever gehoorbeschermers beschikbaar stellen; Bij dagelijkse blootstelling aan een dosis boven de 85 dB(A) zijn werknemers verplicht om gehoorbeschermers te dragen; Bij blootstelling boven de 85 dB(A) moet een plan van aanpak worden gemaakt; Als de grenswaarde van 87 dB(A) wordt overschreden (gemeten in het oor, dus rekening houdend met de gehoorbeschermers), moet er direct voor gezorgd worden dat het geluid onder deze grenswaarde wordt gebracht; Werkgevers moeten hun personeel voldoende voorlichten over de gevaren van geluid; en Werknemers hebben recht op een gehoortest om vast te stellen dat de getroffen maatregelen effectief zijn.
X
4.1.2
Zijn er geen plekken waar men elkaar op 1 meter afstand niet kan verstaan?
4.1.3
Zijn geluidsniveaus in kaart gebracht?
X
X 4.1.4 4.1.5
4.1.6
Worden persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekt bij schadelijk geluid? Worden alle medewerkers, die te maken hebben met schadelijk geluid, voorgelicht over de gevaren van schadelijk geluid? Worden medewerkers, die te maken hebben met schadelijk geluid, in de gelegenheid gesteld om een periodieke gehoormeting te ondergaan? (PMO)
X
X
zie 4.1.1. Ooit uitgevoerd, op basis hiervan werd het advies gegeven om PBM's te dragen. Hierop heeft het bedrijf voor elke medewerker nu op maat gemaakte autoplastics beschikbaar gesteld. zie 4.1.1. Medewerkers worden op de hoogte gesteld van het schadelijk geluid en gewezen op de verplichting tot het dragen van PBM's en worden ze actief voorgelicht op dit onderwerp. Ja, hiervoor is een contract afgesloten.
X
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
43
4.1.7
4.1.8
Worden medewerkers op plekken met geluidsniveaus hoger dan 85 dB(A) gewezen op de plicht om gehoorbescherming te dragen?
Bij de machines is duidelijk aangegeven d.m.v. markeringen dat het dragen verplicht is. Ook staat dit in het huisreglement en wordt hier regelmatig op gecontroleerd. Er wordt op toegezien of medewerkers de PBM's Werkgevers zijn (volgens de wet) verplicht om dragen, echter wordt dit niet vastgelegd en is er (gehoor)schade bij hun personeel te voorkomen. Ook formeel dus geen toezicht. werknemers zelf hebben verplichtingen.
X
Wordt er op toegezien dat medewerkers de verstrekte PBM's daadwerkelijk gebruiken?
De wet kent de volgende regels over geluid op de werkplek: Bij blootstelling aan een dagelijkse dosis boven de 80 dB(A) moet de werkgever gehoorbeschermers beschikbaar stellen; Bij dagelijkse blootstelling aan een dosis boven de 85 dB(A) zijn werknemers verplicht om gehoorbeschermers te dragen; Bij blootstelling boven de 85 dB(A) moet een plan van aanpak worden gemaakt; Als de grenswaarde van 87 dB(A) wordt overschreden (gemeten in het oor, dus rekening houdend met de gehoorbeschermers), moet er direct voor gezorgd worden dat het geluid onder deze grenswaarde wordt gebracht; Werkgevers moeten hun personeel voldoende voorlichten over de gevaren van geluid; en Werknemers hebben recht op een gehoortest om vast te stellen dat de getroffen maatregelen effectief zijn.
X
4.1.9 4.2
Zijn werkplekken waar het geluidsniveau hoger is dan 85 dB(A) duidelijk gemarkeerd? Verlichting, klimaat en straling
4.2.1. Worden werkplekken voldoende verlicht om alle benodigde werkzaamheden uit te voeren? 4.2.2
4.2.3 4.2.4
Worden gangen, trappenhuizen, liften en andere ruimtes waar doorgaans weinig mensen aanwezig zijn zodanig verlicht dat men zich daar veilig voelt? Is er voor direct invallend licht zonwering beschikbaar? Is de temperatuur op de werkplek in alle ruimtes, zowel in de zomer als in de winter, afzonderlijk goed regelbaar?
Er is een aanduiding bij de toegang tot de werkplaats.
X Ja
Nee
Nvt
X
Opmerkingen
Wet en regelgeving
Er is voldoende licht, zowel kunstmatig als daglicht om de werkzaamheden veilig uit te voeren. Zijn niet aanwezig.
Zie Arbobesluit 6.3.
Er is aan de binnenkant zonwering aanwezig.
Zie Arbobesluit 6.1.
De temperatuur wordt als prettig ervaren, blijkt ook uit de vragenlijsten.
Het Arbobesluit (artikel 6.1) bepaalt dat de temperatuur op de werkplek of van het product dat moet worden bewerkt niet nadelig mag zijn voor de gezondheid van de werknemer. Hoewel er geen specifieke temperaturen worden genoemd, is wel
Zie Arbobesluit 6.3.
X
X
X
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
44
4.2.5
Ondervindt men geen hinder van tocht?
X
4.2.6
Kunnen de verschillende ruimtes worden geventileerd?
X
4.2.7
Komt er geen werk met uitzonderlijke warmte en/of koude voor?
Niemand ondervindt tocht.
Ruimtes kunnen afzonderlijk geventileerd worden. Zie Arbobesluit 6.2. NVT
Het Arbobesluit (artikel 6.1) bepaalt dat de temperatuur op de werkplek of van het product dat moet worden bewerkt niet nadelig mag zijn voor de gezondheid van de werknemer. Hoewel er geen specifieke temperaturen worden genoemd, is wel bepaald dat werkgevers er alles aan moeten doen om gezondheidsklachten te voorkomen
NVT
Zie Arbobesluit 6.1.
Er komt straling vrij bij enkele werkzaamheden zoals het laser snijden, echter blijkt uit gegevens van de fabrikant dat hier geen direct gevaar is voor de medewerkers. De laser is voldoende beschermd en uitgerust met veiligheidsmaatregelen. Die bij eventueel contact direct de laser uitgeschakeld.
Zie Arbobesluit art. 6.12 A t-m G.
Opmerkingen
Wet en regelgeving
X
Dit is een terugkomend onderwerp op de vergaderingen met de personeelsleden.
X
Er is gekeurd materiaal aanwezig zoals o.a. heftruck, pompwagen, vork, kranen.
Volgens artikel 5.5. van de Arbowet is de werkgever verplicht om werknemers op de hoogte te brengen van de risico's. Volgens artikel 5.2. van de Arbowet is de werkgever verplicht om risico's te beperken.
X
4.2.8
4.2.9
bepaald dat werkgevers er alles aan moeten doen om gezondheidsklachten te voorkomen Zie Arbobesluit 6.2.
Hebben medewerkers de beschikking over beschermende kleding bij uitzonderlijke warmte en/of koude? Komt er bij het werk geen schadelijke straling voor op het gebied van ioniserend, elektromagnetisch of optisch?
X
X
Bevindingen Deel 5. Fysieke belasting Ja 5.1
5.1.1. Wordt er regelmatig voorlichting gegeven over de risico's van lichamelijke belasting? 5.1.2
5.1.3
5.1.4
Nee
Zijn er goede en voldoende hulpmiddelen aanwezig om medewerkers te helpen met zware lasten? Wordt er zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de aanwezige hulpmiddelen door de medewerkers? Worden repeterende werkzaamheden voorkomen?
X
X
5.1.5
Nvt
Algemene aspecten
Wordt langer dan 4 uur op één plaats voorkomen?
X
Tijdens de rondgang bleken de medewerkers voor Zie artikel 5.2 al het tilwerk gebruik te maken van de hulpmiddelen. Er zijn wisselende werkzaamheden waardoor dit Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5. voorkomen wordt. Tevens hebben de medewerkers de mogelijkheid om 2 flexibele pauzes te nemen van 5 minuten om het werk kort te kunnen onderbreken. Dit wordt gedaan door middel van korte Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5. werkonderbrekingen.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
45
5.2
Tillen en dragen
5.2.1
Tillen medewerkers meestal lasten die lichter zijn dan 23 kg?
Ja
Nee
Nvt
5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6 5.2.7 5.2.8 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4 5.4.1
5.4.2
Dragen medewerkers meestal lasten die lichter zijn dan 23 kg? Worden goederen zwaarder dan 4 kg hooguit tot 1.80 meter getild? Tillen medewerkers de last dicht bij het lichaam? Tillen medewerkers weinig met een gedraaid bovenlichaam? Tillen medewerkers meestal met de last onder borsthoogte? Tillen medewerkers weinig met één hand? Tillen medewerkers weinig met een last die slecht is vast te pakken of houden? Duwen en trekken Duwen of trekken medewerkers meestal handmatig lasten die lichter zijn dan 23 kg? Wordt duwen en trekken van zware containers, bakken, e.d. voorkomen? Ongunstige werkhouding Wordt langdurig staan zoveel mogelijk voorkomen?
X X X X X X X Ja
Nee
X Nee
X
Wordt langdurig zitten zoveel mogelijk voorkomen? X
5.4.3
Wordt langdurig hurken/knielen zoveel mogelijk voorkomen?
X
zie 5.2.1
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
zie 5.2.1
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
zie 5.2.1
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
zie 5.2.1
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
zie 5.2.1 zie 5.2.1
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5. Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
Nvt
X
Ja
Wet en regelgeving
Er wordt vooral gebruik gemaakt van de Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5. hulpmiddelen. Echter is er wel de wens om eens een til cursus te organiseren om extra aandacht te geven aan het juist tillen. De laatste til instructie is alweer 3 jaar geleden. zie 5.2.1 Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
X
5.2.2
Opmerkingen
Nvt
Opmerkingen
Wet en regelgeving
zie 5.2.1
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
zie 5.2.1
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5. Opmerkingen
Er zijn instelbare stoelen aanwezig bij bepaalde werkzaamheden waardoor langdurig staan zoveel mogelijk wordt voorkomen. Voor het kantoorpersoneel zijn er korte werkonderbrekingen beschikbaar en staan de printers in een aparte ruimte zodat er af en toe opgestaan dient te worden. Voor de werkplaatsmedewerkers is er een voldoende wisselende werkhouding door het type werk wat uitgevoerd wordt en hebben zij de mogelijkheid om te zitten en te staan tijdens het werk. zie 5.4.2
Wet en regelgeving Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
46
5.4.4 5.4.5 5.4.6 5.4.7 5.4.8 5.4.9
Wordt langdurig werken in dezelfde houding zoveel mogelijk voorkomen? Wordt langdurig vooroverbogen werken zoveel mogelijk voorkomen? Wordt langdurig in gedraaide houding werken zoveel mogelijk voorkomen? Wordt ver reiken (>40-50 cm) voorkomen? Wordt werken boven de macht (>2 meter) zoveel mogelijk beperkt? Is de hoogte van de werktafel in hoogte verstelbaar?
X X X X X X
zie 5.4.2
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
Er is een instelbare werktafel.
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
Er is een instelbare werktafel.
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
Ja, hiervoor zijn er hulpmiddelen beschikbaar en werktafels die in hoogte verstelbaar zijn. Hiervoor zijn er kranen.
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
zie 5.4.7.
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
Opmerkingen
Wet en regelgeving
Er is een duidelijk overzicht van alle machines en gereedschappen en deze hebben allen een CEmarkering. Er wordt jaarlijks een TRA uitgevoerd van de machines door een externe partij. Hiervan is een duidelijk schriftelijk overzicht aanwezig. De gereedschappen zijn voorzien van een keuringssticker en worden jaarlijks gekeurd door een officiële instantie.
Volgens de Europese richtlijn 2006/42/EG dienen machines uitgerust te zijn met een CE-markering om de veiligheid van de gebruiker te garanderen. Volgens Arbeidsomstandighedenbesluit moeten van alle risicovolle machines er een overzicht zijn voorzien van bouwjaar en locatie. Voor sommige arbeidsmiddelen geldt naast een onderhoudsplicht ook een aanvullende keuringsverplichting. Dit is het geval voor de volgende twee situaties: - als de veiligheid afhangt van de manier van installeren (keuring na installatie) als gebruik of invloeden van buitenaf leiden tot slijtage, veroudering of verslechtering (periodieke keuring) De werkgever moet zelf vaststellen of één of beide keuringsverplichtingen op zijn arbeidsmiddelen van toepassing zijn. Volgens Arbobesluit Hoofdstuk 7 dienen arbeidsmiddelen in goede staat te zijn.
Zie Arbobesluit art. 5.3, 5.4 en 5.5.
Bevindingen Deel 6. Arbeidsmiddelen Ja 6.1 6.1.1
Algemene aspecten Zijn alle machines en gereedschappen voorzien van een CE-markering?
6.1.2. Is er een schriftelijk overzicht van alle risicovolle arbeidsmiddelen, voorzien van bouwjaar en locatie? 6.1.2. Worden arbeidsmiddelen jaarlijks gekeurd en voorzien van een keuringssticker?
Nee
X
X
Nvt
X
6.1.2. Zijn alle gereedschappen, machines en transportmiddelen in goede staat? 6.1.2. Zijn draaiende delen van machines afgeschermd?
X
X
De machines zagen er tijdens de rondgang goed en veilig uit. Draaiende delen zijn voorzien van markering en voldoende afgeschermd.
Volgens de machine richtlijn 2006/42/EC artikel 1.3.7. dienen draaiende delen van een machine zodanig te zijn ontworpen en gebouwd dat deze geen risico vormen.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
47
6.1.2. Zijn er beveiligingen en noodstopvoorzieningen aanwezig?
Niet bij alle machines is er een noodstop aanwezig, zoals de boor (zie foto 7 en 8). Ook zijn niet alle machines voorzien van een TRA/werkinstructie. Bij de computergestuurde zaag hangt deze wel (zie foto 9), voorzie alle machines op deze wijze (zie foto 10). Onderhoud wordt zoveel mogelijk zelf uitgevoerd door daarvoor opgeleide personen, hier is een onderhoudslogboek van aanwezig.
X
6.1.2. Is er een onderhoudslogboek van alle machines?
X
6.1.2. Worden keuringsbewijzen van ingehuurde machines en gereedschappen opgevraagd en gedocumenteerd? 6.1.2. Hebben medewerkers voorlichting gekregen over het werken met machines, gereedschappen of transportmiddelen? 6.1.2. Gebruiken medewerkers de verplichte hulp- en beschermingsmiddelen?
De keuringsgegevens worden niet altijd opgevraagd of aangeleverd. Ook op de locatie is er geen bewijs dat medewerkers controleren of het materiaal gekeurd is. Werknemers krijgen hiervan een instructie, deze zijn ook allemaal voor zien van TRA's. Medewerkers tekenen voor deze instructies. Tijdens de rondgang werd niet door iedereen de gehoorbescherming gedragen. Er worden rondgangen gedaan om te controleren of medewerkers de juiste PBM's dragen. Ook is hiervoor een sanctiebeleid opgesteld, echter worden deze rondgangen niet geregistreerd.
X
X
X
6.2
Heftruck
6.2.1
Zijn op diesel aangedreven heftrucks voorzien van een roetfilter?
X
Worden op diesel aangedreven heftrucks zoveel mogelijk geweerd uit het magazijn?
X
6.2.2
Ja
Nee
Nvt
Opmerkingen NVT
NVT
Artikel 7.61 van het Arbeidsomstandighedenbesluit meldt dat een arbeidsmiddel beschikt over een noodstopvoorziening, indien dit met het oog op de gevaren van dat arbeidsmiddel en de normale tijd die nodig is om dat arbeidsmiddel stop te zetten noodzakelijk is. Volgens artikel 7.4 van het Arbeidsomstandighedenbesluit moet van het onderhoud een administratie worden bijgehouden d.m.v. een onderhoudsboek. Volgens Arbeidsomstandighedenbesluit moeten van alle risicovolle machines er een overzicht zijn voorzien van bouwjaar en locatie. Volgens Arbowet art.8, Arbobesluit art. 7.17c dienen medewerkers voorlichting te krijgen over het werken met arbeidsmiddelen. Als de Inspectie SZW constateert dat persoonlijke beschermingsmiddelen niet worden gebruikt, dan kan behalve de werkgever ook de werknemer in overtreding zijn. De werkgever kan de verplichting om persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken vastleggen in de arbeidsovereenkomst of in de huisregels. De werkgever heeft de plicht naast het geven van voorlichting en instructies over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen ook afdoende toezicht te houden. Als een werknemer bij herhaling niet gebruikmaakt van persoonlijke beschermingsmiddelen, dan kan de werkgever hem schorsen en zelfs (op staande voet) ontslaan. Dergelijke sancties dienen wel vooraf gecommuniceerd te worden. (zie verder:http://www.arboportaal.nl/onderwerpen/veiligwerken/persoonlijkebeschermingsmiddelen/algemene-inleiding-pbm.html Wet en regelgeving Volgens de brancherichtlijnen mobiele arbeidsmiddelen dienen diesel heftrucks te zijn voorzien van roetfilters. Volgens de brancherichtlijnen mobiele arbeidsmiddelen dienen diesel heftrucks zoveel mogelijk geweerd te worden.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
48
6.2.3
Worden de heftrucks één keer per jaar door een deskundige gekeurd?
De heftruck wordt jaarlijks door een officiële instantie gecontroleerd echter is de keuringssticker op de heftruck niet voorzien van de juiste keuringsdatum. Er is wel een schriftelijke registratie dat de heftruck voldoet en gekeurd is tot 2015 (zie foto 11). De certificaten zijn in het personeelsdossier toegevoegd en up - to - date.
X
6.2.4
6.2.5
Zijn heftruckbestuurders in het bezit van een geldig heftruckcertificaat?
X
Vindt het laden van accu's plaats in een aparte en goed geventileerde ruimte, waarin roken en open vuur zijn verboden, plaats?
NVT
X
Volgens Arbowet art. 8 en 11, Arbobesluit art. 7.4a en 7.17c dienen vorkheftrucks jaarlijks door een deskundige gekeurd te worden.
Vanuit Arbowetgeving wordt deskundigheid voor het rijden op een intern transportmiddel, zoals de heftruck, vereist. Dit kan door middel van een certificaat De NPR 3299 en de ATEX wetgeving zijn een leidraad voor het inrichten van acculaadruimten en acculaadplekken. De praktijkrichtlijn adviseert ook als het gaat om concreet te nemen maatregelen. Alleen bij een beperkt aantal acculaders (richtlijn: maximaal 4) en een vermogen minder dan 2 kW, kan het laden in gewone werkruimtes of magazijnruimtes gebeuren. Ook hier gelden echter specifieke eisen ter voorkoming van brand- of explosiegevaar of letsel van medewerkers bij het vullen van accu’s. Een aantal eisen zijn: O.a. De lucht aanvoeropeningen moeten zo laag mogelijk in de ruimte zijn aangebracht. • Tijdens het laden van accu's mag binnen 2 m afstand van de opstelplaats van de accu's niet worden gerookt en mag geen open vuur aanwezig zijn. Op de daartoe geschikte plaatsen moeten met betrekking tot dit verbod pictogrammen conform NEN 3011 zijn aangebracht. • De directe omgeving niet gebruiken voor andere doeleinden dan accu laden, zoals opslag van goederen.
6.3
Bedrijfsvoertuigen/aanhangers
6.3.1
Worden bedrijfsbussen/aanhangers gekeurd en worden deze rapporten opgeslagen in een dossier?
Ja
Nee
X
Nvt
Opmerkingen De aanhanger wordt niet gekeurd volgens de eisen die er gesteld zijn.
Wet en regelgeving Volgens Arbeidsomstandighedenbesluit moeten van alle risicovolle machines er een overzicht zijn voorzien van bouwjaar en locatie.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
49
Bevindingen Deel 7. Gevaarlijke stoffen Ja 7.1 7.1.1
Nee
Algemene aspecten Zijn alle gevaarlijke stoffen geregistreerd?
X
7.1.2
Zijn er veiligheidsinformatiebladen van alle gevaarlijke stoffen beschikbaar?
Nvt
Opmerkingen
Wet en regelgeving
Er is een schriftelijk overzicht van alle gevaarlijke stoffen binnen het bedrijf. Echter zijn hierin niet de schoonmaakmiddelen opgenomen zoals de vaatwastabletten ( zie foto 12 en 13). Ook staan er schoonmaakmiddelen opgeslagen in een kast die gebruikt wordt door een extern schoonmaakbedrijf, hier kunnen de medewerkers van De Jager RVS wel mee in contact komen. De veiligheidsinformatiebladen van niet alle gevaarlijke stoffen zijn beschikbaar. Van de stoffen zoals genoemd bij 7.1.1 zijn geen VIB's beschikbaar. Ook in de werkplaats waar de gevaarlijke stoffen staan opgeslagen zijn de VIB's niet direct beschikbaar (zie foto 15).
Een werkgever is volgens het Arbobesluit verplicht te zorgen voor een veilige en gezonde werkplek voor werknemers. Onder meer door te inventariseren aan welke stoffen werknemers worden blootgesteld en in welke mate.
X
7.1.3
7.1.4
Worden medewerkers voorgelicht en geïnstrueerd over het gebruik van gevaarlijke stoffen?
X
Worden er persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar gesteld? X
Er is een duidelijke werkinstructie (TRA) over het werken met de gevaarlijke stoffen. Deze hangt echter niet bij hal waar veelal gewerkt wordt met deze gevaarlijke stoffen (beitsen). Ook is de oogdouche bij de beitshal geblokkeerd door een stoel (zie foto 14). Er worden PBM's verstekt en verplicht gesteld.
Volgens het Arbobesluit staan op de verpakking van producten aangegeven of ze gevaarlijke stoffen bevatten. Het gevaarsymbool geeft aan om welk type gevaar het gaat. De R- en S-zinnen op het etiket geven meer informatie over de gevaareigenschappen van de stof en de bijbehorende veiligheidsaanbevelingen. De leverancier van producten met een gevaarsymbool is verplicht een veiligheidsinformatieblad (VIB) te leveren. Hierop is gedetailleerde informatie over het betreffende product opgenomen, onder andere over risico’s voor de veiligheid en gezondheid. Volgens het Arbobesluit dienen werknemers die met gevaarlijke stoffen werken de instructies van de gebruiksvoorwaarden nauwkeurig te volgen en eventueel aanvullende instructies van de werkgever op te volgen. Volgens het Arbobesluit dienen Persoonlijke beschermingsmiddelen geschikt te zijn voor de risico’s waartegen ze bescherming bieden. Hiertoe dient er een PBM beleid opgesteld te worden waarin er gekeken wordt of PBM's aan de gestelde eisen en verwachtingen voldoen
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
50
7.1.5
Wordt er op toegezien dat medewerkers volgens de juiste procedure handelen en gebruik maken van de persoonlijke beschermingsmiddelen?
Bij het werken met gevaarlijke stoffen wordt hierop gecontroleerd, bij dit proces is het ook niet mogelijk om zonder PBM's te werken.
X
7.1.6
7.1.7
Worden medewerkers in de gelegenheid gesteld tot een preventief medisch onderzoek (PMO)?
Hiervoor is een contract afgesloten. X
Worden gevaarlijke stoffen deugdelijk opgeslagen?
De gevaarlijke stoffen worden deugdelijk opgeslagen echter de gasflessen opslag buiten is niet conform de regelgeving (zie foto 15, 16 en 17). De flessen staan niet allemaal vast en zijn hierdoor niet tegen omvallen beschermd. NVT.
X
7.1.8
Kent elke medewerker de risico's van biologische stoffen? X
Als de Inspectie SZW constateert dat persoonlijke beschermingsmiddelen niet worden gebruikt, dan kan behalve de werkgever ook de werknemer in overtreding zijn. De werkgever kan de verplichting om persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken vastleggen in de arbeidsovereenkomst of in de huisregels. De werkgever heeft de plicht naast het geven van voorlichting en instructies over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen ook afdoende toezicht te houden. Als een werknemer bij herhaling niet gebruikmaakt van persoonlijke beschermingsmiddelen, dan kan de werkgever hem schorsen en zelfs (op staande voet) ontslaan. Dergelijke sancties dienen wel vooraf gecommuniceerd te worden. (zie verder:http://www.arboportaal.nl/onderwerpen/veiligwerken/persoonlijkebeschermingsmiddelen/algemene-inleiding-pbm.html Medewerkers moeten volgens het Arbobesluit in de gelegenheid gesteld worden om zich periodiek (veelal 1x per vier jaar) arbeidsgezondheidskundig te laten onderzoeken. Op basis van de algemene uitkomsten kan de organisatie risico's voorkómen of beperken. Volgens PGS 15.
Volgens het Arbobesluit dienen werknemers die met biologische stoffen werken de instructies van de gebruiksvoorwaarden nauwkeurig te volgen en eventueel aanvullende instructies van de werkgever op te volgen.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
51
Bevindingen Deel 8. Werken op locatie
Wet en regelgeving Ja
8.1 8.1.1
Nee
Nvt
Opmerkingen
Algemene aspecten Wordt er (samen met anderen) op locatie gewerkt?
X
8.1.2
Worden vooraf de specifieke VGW-risico's in kaart gebracht?
X
8.1.3
Medewerkers zijn op de hoogte van de bedrijfshulpverlening op locatie?
X
Medewerkers weten wie ze moeten bereiken in geval van nood?
X
8.1.5
Medewerkers hebben voldoende blusmiddelen voorhanden?
X
De medewerkers hebben een blusser in de bedrijfswagen aanwezig.
8.1.6
Medewerkers hebben voldoende verbandtrommels aanwezig?
X
Er is een verbandtrommel aanwezig in elke bedrijfswagen.
X
De medewerkers beschikken over een oogdouche. Er wordt niet standaard een RI&E toegestuurd van de opdrachtgever/ of hier om gevraagd. Hierdoor zijn de ingeschatte risico's tijdens het extern werken niet volledig geschat. Deze wordt niet automatisch meegenomen.
8.1.4
8.1.7
Op locatie is een (oog)douche aanwezig?
8.1.8
Heeft de opdrachtgever de actuele arbeidsrisico's voor de activiteiten vastgelegd in zijn RI&E?
8.1.9
De VGW-risico's worden standaard bij het maken van de werkinstructie meegenomen. De BHV'ers worden meegenomen op locatie bij de aanwezig BHV-organisatie. Hier wordt overlegd met de opdrachtgever. De medewerkers zijn in het bezit van een ICE nummer (In Case of Emergency).
X
Is het gedeelte van de RI&E van de opdrachtgever beschikbaar gesteld?
8.1.10 Zijn de werknemers meegenomen in het bedrijfsnoodplan van de opdrachtgever?
Er wordt veelal in projectgroepen gewerkt of op locaties waar ook andere personen aanwezig zijn.
X Er worden afspraken gemaakt over de inrichting van BHV en het omgaan met calamiteiten bij een werkplek van een opdrachtgever. NVT
X
8.1.11 Is er een was- en douchegelegenheid waar het schoonmaakpersoneel, indien noodzakelijk, gebruik van kan maken? 8.1.12 Is er een opkomst en omkleedruimte voor de werknemers? 8.1.13 Zijn er werkkasten/opslagruimten conform de PGS 15-richtlijnen?
X NVT X NVT X
Het uitgangspunt van het Arbobesluit (artikel 3.4 en 3.5) is het voorkomen van risico’s bij de bron. Het uitgangspunt van het Arbobesluit (artikel 3.4 en 3.5) is het voorkomen van risico’s bij de bron. Als niet aanwezig, door werkgever iemand laten opleiden of snelle noodmelding per mobiele telefoon mogelijk maken. Als niet aanwezig, door werkgever iemand laten opleiden of snelle noodmelding per mobiele telefoon mogelijk maken. Het uitgangspunt van het Arbobesluit (artikel 3.4 en 3.5) is het voorkomen van risico’s bij de bron. Als niet aanwezig of toegankelijk, dan door werkgever zelf laten plaatsen of door werknemers laten meenemen. Het uitgangspunt van het Arbobesluit (artikel 3.4 en 3.5) is het voorkomen van risico’s bij de bron. Een opdrachtgever is verplicht in zijn RI&E aandacht te besteden aan werk dat uitbesteed wordt. In de praktijk wordt hier geen of weinig aandacht aan besteed. Een opdrachtgever is verplicht in zijn RI&E aandacht te besteden aan werk dat uitbesteed wordt. In de praktijk wordt hier geen of weinig aandacht aan besteed. In een bedrijfsnoodplan of calamiteitenplan is onder andere opgenomen hoe te handelen bij brand en andere calamiteiten. Niet alleen vinden werknemers het prettig als ze over een eigen opkomstruimte, etc., beschikken. Dit komt ook ten goede aan de werkbeleving. De aard van het werk met zich meebrengen dat werknemers na afloop van de werkzaamheden een douche nodig hebben. De schoonmaakmiddelen dienen opgeslagen te worden in voorzieningen die voldoen aan de normen van deze richtlijn.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
52
8.1.14 Zijn de veiligheidsinformatiebladen aanwezig?
X
8.1.15 Zijn er werkinstructies aanwezig? X 8.1.16 Werken medewerkers enkel met de door de werkgever verstrekte chemicaliën (schoonmaakmiddelen) ?
X
8.1.17 Worden medewerkers, door de opdrachtgever, op de hoogte gesteld van de risico's van biologische agentia? 8.1.18 Worden medewerkers, wanneer noodzakelijk, gevaccineerd tegen de biologische agentia? 8.1.19 Worden medewerkers, wanneer noodzakelijk, onderworpen aan periodieke gezondheidskundige testen?
Volgens het Arbobesluit staan op de verpakking van producten aangegeven of ze gevaarlijke stoffen bevatten. Het gevaarsymbool geeft aan om welk type gevaar het gaat. De R- en S-zinnen op het etiket geven meer informatie over de gevaareigenschappen van de stof en de bijbehorende veiligheidsaanbevelingen. De leverancier van producten met een gevaarsymbool is verplicht een veiligheidsinformatieblad (VIB) te leveren. Hierop is gedetailleerde informatie over het betreffende product opgenomen, onder andere over risico’s voor de veiligheid en gezondheid. Er zijn duidelijke werkinstructies aanwezig bij elke Vanuit de VCA worden hier eisen aan gesteld. opdracht, deze worden door de werkgever verstrekt. NVT Voor de instructie aan de medewerkers is het belangrijk om te weten welke middelen gebruikt worden. Bovendien is deze informatie belangrijk om de arbeidsrisico’s te kunnen schatten. Er wordt gewerkt op plekken waar risico's van Een opdrachtgever is verplicht in zijn RI&E aandacht biologische agentia aanwezig zijn. Hier wordt De te besteden aan werk dat uitbesteed wordt. In de Jager RVS niet standaard op de hoogte van praktijk wordt hier geen of weinig aandacht aan gesteld. besteed. NVT Van de gevaarlijke stoffen zijn er VIB's aanwezig.
X
X
Hiervoor is een contract afgesloten. X
Medewerkers moeten volgens het Arbobesluit in de gelegenheid gesteld worden om zich periodiek (veelal 1x per vier jaar) arbeidsgezondheidskundig te laten onderzoeken. Op basis van de algemene uitkomsten kan de organisatie risico's voorkómen of beperken.
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
53
BIJLAGE 2: FOTO’S BEVINDINGEN Foto 1:
Foto 2:
Foto 3:
Foto 4:
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
54
Foto 5:
Foto 6:
Foto 7:
Foto 8:
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
55
Foto 9:
Foto 10:
Foto11:
Foto 12:
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
56
Foto 13:
Foto 15:
Foto 14:
Foto 16:
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
57
Foto 17:
Foto 18:
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
58
BIJLAGE 3: VRAGENLIJST MEDEWERKERS VRAGENLIJST RI&E Deze vragenlijst is onderdeel van de Risico Inventarisatie & Evaluatie van uw organisatie. Doormiddel van deze vragenlijst willen wij kijken waar er eventueel verbeterpunten liggen met betrekking tot Arbozorg, veiligheid en gezondheid. De gegevens die u invult worden vertrouwelijk verwerkt in de RI&E en zijn niet tot personen terug te leiden. Datum van invullen: 1. Arbozorg en organisatie van arbeid a) Wat versta jij onder arbozorg? b) Wat zie je daarvan terug in je eigen werksituatie? c) Welke veranderingen zou je willen aanbrengen ten opzichte van de huidige situatie? 2. Verantwoordelijkheid goede arbeidsomstandigheden a) Wie is er verantwoordelijk voor (jou) goede arbeidsomstandigheden? b) Wat is jouw eigen rol daarin? c) Heb je de juiste middelen om die rol goed in te kunnen vullen? § voldoende informatie § voldoende inspraakmogelijkheden, bijvoorbeeld bij ontwerp, inkoop materialen,wijziging werkwijze, e.d. 3. Arborisico’s a) Wat zijn de grootste arborisico’s waarmee jij in jouw werk te maken hebt? b) Op welke manier gaan jullie met deze risico’s om? c) Welke verbeteringen zijn hierin mogelijk? 4. Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) a) Heb je zelf wel eens te maken gehad met ongewenste omgangsvormen? § Agressie/geweld, van buitenaf of intern § Seksuele) intimidatie en pesten, vooral intern § Werkdruk, stress § Arbeidsconflicten b) Weet je of collega’s hier wel eens mee te maken hebben? c) Hoe gaan jullie hier op de vestiging mee om? d) Hoe zou de organisatie hier mee om moeten gaan; welke mogelijkheden voor verbeteringen zie je?
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
59
5. Bedrijfshulpverlening a) Ben je op de hoogte hoe de bedrijfshulpverlening binnen jouw vestiging/afdeling/team georganiseerd is? b) Weet je wat je moet doen bij incidenten/calamiteiten; hoe verloopt de informatie hier over? c) Op welke manier zou de bedrijfshulpverlening binnen jouw onderdeel kunnen verbeteren 6. Inrichting arbeidsplaatsen a) Heb je een vaste werkplek, of verricht je werkzaamheden op verschillende plaatsen, locaties? b) Hoe ziet jouw directe werkplek eruit/hoe ziet de omgeving eruit waarbinnen jij je werk moet doen? § in het algemeen § qua orde en netheid § qua onderhoud § qua controle en keuring c) Hoe ligt jouw werkplek ten opzichte van blusmiddelen, vluchtwegen, nooduitgangen en dergelijke? d) Ben je tevreden met je werkplek als het gaat om: omvang werkruimte, bewegingsruimte, specifieke risico’s? e) Wat is je mening over de beschikbare pauzeruimte en overige voorzieningen, zoals kleedruimte, wasruimte, doucheruimte e.d. waar jij of jouw mensen mee te maken hebben? f) Welke verbeteringen zouden er op deze onderdelen wellicht mogelijk zijn? 7. Fysieke belasting a) Heb je in je werk te maken met fysiek belastende werkomstandigheden? Zo ja welke: b) Welke maatregelen worden genomen om deze te beperken c) Vind je dat je er voldoende gedaan wordt om fysiek belastende werkzaamheden te beperken; zo nee, wat zou daarin verbeterd kunnen worden?
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
60
8. Fysische factoren a) Hoe beoordeel je werkomgeving op het gebied van de volgende factoren: § Klimaat § Verlichting § Geluid (schadelijk/hinderlijk) § Straling § Werken onder overdruk? § Trillingen b) Welke maatregelen worden genomen om eventuele belastende factoren te beperken? c) Vind je dat je er voldoende gedaan wordt om deze belasting te beperken; zo nee, wat zou daarin verbeterd kunnen worden? 9. Veiligheid- en gezondheidssignalering a) Wat vind je van de veiligheid- en gezondheidssignalering op jouw vestiging? b) Zou dit ook verbeter kunnen worden, zo ja hoe? 10. Werk- en rusttijden a) Hebben jullie te maken met onregelmatige werktijden, ploegendiensten, wachtroosters? b) Heb je het idee dat de manier waarop dit geregeld is risico’s kan opleveren voor gezondheid of veiligheid? c) Zijn er op dit onderdeel verbeteringen nodig, zo ja welke? 11. Communicatie a) Op welke wijze verloopt de communicatie in het algemeen en over arbozorg in het bijzonder op jouw vestiging? b) Wie is jouw aanspreekpunt bij vragen over Arbozorg? c) Vind je dat er met betrekking tot de communicatie verbetering mogelijk is, zo ja op welke manier? 12. Overige opmerkingen/ suggesties m.b.t. arbozorg
Risico Inventarisatie en Evaluatie, Arbeidsomstandigheden, versie Definitief
61