reportage
Gastvrijheids laboratorium Voor liefhebbers van het fenomeen ‘designhotel’ die het avontuur niet schuwen zijn er meer dan zesentwintig redenen om subiet naar het zuiden van Limburg af te reizen. Naar Teaching Hotel Château Bethlehem om exact te zijn. In dit oefenlaboratorium van de Hoge Hotelschool Maastricht – gevestigd in een eeuwenoud kasteel – kregen Dutch designers van naam en faam volledig de vrije hand. En dat levert een verfrissende hotelervaring op. Productie Jeen Boetzel
Fotografie Verne
Boven Het oudste deel van Château Bethlehem dateert uit de dertiende eeuw. Onder In de Bath Room van Richard Hutten zijn muren en vloeren bekleed met tegeltjes. Inzet Henk Vos. Rechterpagina, 1 In restaurant L’ Etoile worden uitsluitend seizoengebonden ingrediënten gebruikt. 2 De doorgang van bar naar restaurant biedt onbelemmerd zicht op de keuken. 3 De lampen kunnen eenvoudig worden verhangen aan de plafondhaken. 4 In de One Colour Room van Piet Hein Eek heeft alles dezelfde grijze kleur. 5 Het trappenhuis van de Green Room van Richard Hutten. E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
2 3
4
Tekst Jeroen Junte
Aan de deur op de gang hangt een bronzen pollepel. Dat betekent dat dit een kamer van Studio Job is. Maar waarom staat er meteen achter de deur een toiletpot? Weliswaar met een knus schemerlampje erboven, maar daarmee nog geen plek om comfortabel de nacht door te brengen. Gelukkig wijst de behulpzame student van de Hoge Hotelschool in Maastricht op een nis in de zijmuur. Achter deze karakteristieke halfronde doorgang ligt de sfeervolle kamer. Maar eenmaal bewapend met deze kennis staat niets een avontuurlijk verblijf in Teaching Hotel Château Bethlehem nog in de weg. Het is even wennen, zo’n buitenissig vertrek. Dit is dan ook geen gewoon hotel, maar een ‘innovatieve leeromgeving’ voor hotelschoolstudenten. ‘Zo worden ze geprikkeld om op een andere manier naar design, sfeer en gastvrijheid te kijken,’ legt decaan Vera Düring uit. ‘Het management wordt nu nog grotendeels gedaan door de staf, maar over een paar jaar zal dit teaching hotel in zijn geheel worden gerund door studenten. Al zullen de gasten daar niets van merken. Die slapen in een unieke kamer die elke andere hotelervaring overtreft.’ De eenvoudigste manier om een inspirerende plek voor studenten én gasten te creëren is avontuurlijke Dutch designers vragen voor het interieur van de 26 kamers, het restaurant, de bar en de meetingrooms. De selectie was in handen van Henk Vos, de ontwerper van het Kruisheren Hotel in Maastricht dat in een vijftiende-eeuws klooster is gehuisvest. ‘Ik heb gezocht naar een goede mix tussen signatuur en bekendheid. Grote namen heb je nodig voor de publiciteit, het onbekende talent zorgt voor verrassingen.’ Slechts één beperking werd de ontwerpers opgelegd: respecteer de monumentale elementen van het eeuwenoude Château Bethlehem. ‘De eerste geschriften waarin een kasteel op deze locatie opduikt, dateren al uit 1392,’ zegt Düring. In de daaropvolgende eeuwen werd het kasteel voortdurend verbouwd en uitgebreid. De afgelopen veertig jaar fungeerde het als kantoor en lesruimte voor de hotelschool. Totdat de campus in 2008 een nieuw lesgebouw kreeg en een lang gekoesterde wens in vervulling kon gaan: een inspirerend hotelconcept neerzetten waar studenten praktijkervaring kunnen opdoen. Natuurlijk draagt de historische locatie net zo veel bij aan die inspiratie als de eigentijdse kamers. Een groot deel van de kamers biedt zicht op de beschutte binnenplaats. Onder de bomen staan de terrastafeltjes waar gasten ontbijten of borrelen. Al kunnen er ook zomaar studenten aanschuiven voor koffie of bier. Düring: ‘Studenten en hotelgasten maken samen gebruik van het gebouw. In de kelder is bijvoorbeeld de wijnclub van studenten. Maar als onze gasten willen aanschuiven voor een proeverij zijn ze meer dan welkom.’ ≥
152
1
5
Teaching Hotel Château Bethlehem Bethlehemweg 2, Maastricht (043) 352 82 92, www.hotelschoolmaastricht.nl E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
153
reportage
Château Rooms Studio Job
Studio Job: ‘In onze kamers hebben we het gevoel willen creëren van een klein hotel in een hotel.’
154
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
‘We reizen veel en voelen ons het meest thuis in hotels met een rijke geschiedenis waar je als gast deel van wordt. Dat je op een kamer voelt dat er echt is geleefd door mensen,’ zegt Job Smeets die samen met Nynke Tynagel ontwerpduo Studio Job vormt. ‘Daarom wilden we ook geen tv of multimediale onzin op onze kamers, maar een pick-up waarop een langspeelplaat van de Götterdämmerung van Richard Wagner ligt. Lekker veel drama.’ Tegelijkertijd weten ze ook wel dat je zo’n gevoel niet kunt imiteren, beaamt Smeets. ‘Daarom hebben we er eigenlijk één grote fake van gemaakt. De kamers zijn ingericht met het Paper Furniture dat we voor Moooi hebben ontworpen. De meubels zien er weliswaar uit als ouderwetse kroonluchters, klerenkasten en schemerlampen maar ze zijn gewoon van papier. Hartstikke nep dus. Al zijn alle meubels wel speciaal voor deze kamers op maat gemaakt.’ Een loopje nemen met de realiteit, is het handelsmerk van Studio Job. Door alledaagse gebruiksvoorwerpen als een pijp of een kookpan op te blazen tot functieloze megasculpturen van brons levert het duo commentaar op de hedendaagse wegwerpcultuur. ‘Je wilt toch geen hotelkamer die er hetzelfde uitziet als je eigen slaapkamer?.’ Eigenlijk hadden ze meer originele elementen willen zien. ‘Maar na zo’n verbouwing is alles glad gestuukt. Dus hebben we er maar kamers van gemaakt waarin je het leven ziet.’ Alle muren zijn bekleed met wit behang met een reliëfprint van insecten, skeletten en andere tekeningetjes die we vaak gebruiken in ons werk.’ In de kamers zijn ook veel van deze karakteristieke objecten van Studio Job te vinden. Boven het bed hangt een bronzen kruis. Aan de muur hangt een foto van een jongeman die oogt als een prins. Smeets: ‘Dat is een van onze medewerkers die de kamer heeft gebouwd. De ruimte zit vol met zulke persoonlijke details. Zelfs de platenhoes voor de Götterdämmerung hebben we opnieuw ontworpen.’ Het meest opvallende is de entree. Bij binnenkomst sta je eerst in de wc. ‘Eigenlijk was dat een praktische oplossing. De badkamer is zo klein, daar konden we eigenlijk met goed fatsoen geen toilet meer in kwijt. Daarbij vinden we het altijd heel vervelend als je pal naast het bad moet zitten. Nou, dan kun je die pot net zo goed in de gang zetten.’ In een recalcitrante bui hebben ze op het bed ook maar meteen kussens met een prikkeldraadmotief gelegd. ‘Zo luxe was het leven in een kasteel vroeger niet.’ De drie naast elkaar gelegen kamers die het duo inrichtte zijn als enige al van buiten herkenbaar aan de bronzen pollepels aan de deuren die fungeren als klopper voor het hotelpersoneel. ‘Als je naast zulke grote ontwerpers als Piet Hein Eek of Richard Hutten een kamer mag inrichten, moet je je wel een beetje onderscheiden. Zo hebben we het gevoel willen creëren van een klein hotel in het hotel. En dat hotelletje is de wereld van Studio Job.’ ≥
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
155
reportage
Green Room Richard Hutten ‘Wat is het eerste dat mensen vragen als je terugkomt van een buitenlandse reis? Hoe was het hotel!’ Richard Hutten lacht: ‘Nou dan kun je er maar beter voor zorgen dat je dan ook wat te vertellen hebt.’ In de drie kamers die Hutten ontwierp, is hij volgens eigen zeggen ‘all the way’ gegaan. ‘Wat ik absoluut niet wilde was een gewone kamer opvullen met wat designmeubeltjes. Behalve mijn Switch-lampje van Ngispen en de kroonluchter Dandelion voor Moooi zie je in de kamers geen bestaande ontwerpen van mijn hand.’ In de Green Room was het niet mogelijk de vloer eruit te slopen. Dus bouwde Hutten een monumentaal trappenhuis dat zich als een torenin-een-toren door de vloer lijkt te boren naar het bovengelegen slaapgedeelte in de nok. In dit trappenhuis verstopte hij de wc en douches. In het slaapgedeelte staat alleen een bed midden in de kamer. ‘Ongeacht wat je er verder in doet, het belangrijkste in een hotelkamer is toch het bed.’ Wat gelukkig wel mocht was het wegbreken van het systeemplafond. ‘Daar bleek uiteindelijke en prachtige houten constructie onder te zitten waar je niks meer aan hoeft te doen.’ Door de muren knalgroen te verven, kreeg de kamer een eigenzinnig karakter. In een andere kamer bleek het eveneens niet mogelijk de zwarte vloer eruit te slopen. Dus besloot Hutten de ruimte helemaal zwart te maken. ‘Maar dan ook echt helemaal. Tot de wcbril aan toe.’ Dat niet iedereen zich onmiddellijk thuis zal voelen in deze Black Room, ziet hij niet als een bezwaar. ‘Je gaat toch juist van huis om een bijzondere ervaring mee te maken? De meeste hotels proberen iedereen te behagen door een soort standaard huiskamer te creëren. Maar die bestaat helemaal niet. Dan weet je dus zeker dat je niemand behaagt.’ ≥ De stenen brug en de originele kasteelpoort met monumentale houten deuren vormen de entree van het teaching hotel. 156
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
1 57
reportage
Bath Room Wie heeft geslapen in de Bath Room van Richard Hutten, heeft thuis ook wat te vertellen. Neem alleen al dat plafond dat bestaat uit een levensgrote fotoprint van een olifant. ‘Ik wilde dat de kamer de uitstraling had van een zwembad. Vraag me ook niet waarom. Dat leek me wel eens grappig voor een hotelkamer. Dan moet je ook een onderwatergevoel krijgen doordat er iets boven je hoofd zwemt. Maar wat? Tot ik op deze foto van een olifant stuitte. Geweldig!’ Al bleek het afkopen van de rechten van natuurfotograaf Steve Bloom niet eenvoudig. ‘Die foto is uiteindelijk het duurste onderdeel van het hele interieur geworden.’ De vloer en de muren zijn bekleed met dezelfde blauwe tegeltjes – zelfs de bedombouw is daarmee bekleed. ‘Eén van de sponsors was Mosa. Nou, dat hebben ze geweten.’ Geheel volgens het principe ‘No sign of design’ waarmee Hutten in 1991 afstudeerde aan de Design Academy in Eindhoven, zijn ook toilet en douches uitgevoerd in authentieke zwembadstijl. ‘In België hebben we een producent van standaardkleedhokjes gevonden. Je kent ze wel, met van die zwiepdeurtjes op kniehoogte. Die hebben we langs de muur geplaatst.’ De kamers van Hutten zijn de meest extreme van het Château Bethlehem. ‘Ik heb een soort gesamtkunstwerken willen ontwerpen waarin alle details ondergeschikt zijn aan het dragende concept.’ Al zijn het geen installaties voor in een museum, maar functionele hotelkamers, verzekert hij. ‘Ik slaap drie maanden per jaar in een hotel dus wat betreft hotelcomfort durf ik me een ervaringsdeskundige te noemen. De bedden slapen uitstekend en aan de muur hangen kleerhangers. Er zijn geen kledingkasten, nee. Dat leidt alleen maar af.’ Lachend: ‘Dat zal me vast een ster hebben gekost, maar ik heb het er graag voor over.’ ≥ Het plafond van de Bath Room van Richard Hutten bestaat uit één levensgrote fotoprint van een zwemmende olifant. 158
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
159
reportage
Fremdkörper Studio Makkink & Bey Vier vervreemdende kamers die op geen enkele manier op elkaar lijken en toch zichtbaar het handschrift van de ontwerper dragen. Zo zou je de kamers van Jurgen Bey van Studio Makking & Bey kunnen samenvatten. Al zijn de kamers een stuk toegankelijker dan je zou verwachten van de bedenker van bijvoorbeeld de Tree Trunk Bench, een bank die niets meer is dan een boomstronk met drie rugleuningen van afgedankte stoelen. ‘Ik heb een onbekende wereld gecreëerd door de stereotype dingen van een hotelkamer een compleet ander uiterlijk te geven,’ aldus Bey. Daarvoor heeft hij de verschillende functies van een hotelkamer onderzocht. In de kamer Push Start kan de ruimte worden verdeeld met een dik velours gordijn. ‘Als de een naar bed wil, kan de ander nog wat lezen.’ In Fremdkörper kijk je vanuit bed in de enorme badkamer (deze pagina), die is opgebouwd uit een landschap van muurtjes van verschillende hoogte en kleurstelling. ‘Badkamer en slaapgedeelte zijn anders, maar gelijkwaardig.’ In de Crayon Room (rechterpagina) speelt Bey met de onvermijdelijke tijdelijkheid van het verblijf. De muren, het plafond en de meubels zijn beschilderd met schoolbordverf. ‘Met krijtjes kunnen de gasten tekeningen van hun voorgangers aanvullen of een nieuw, eigen spoor achterlaten.’ ≥ 160
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
1 61
reportage
One Colour Room Piet Hein Eek Een kamer die helemaal grijs is – van het beddengoed en de deurklink tot het schilderij en zelfs de lijst waarin dat hangt. Daar moet je toch niet aan denken. Toch werkt het, de kamer One Colour van Piet Hein Eek. Het interieur is zo onwerkelijk dat het lijkt alsof je figureert in een videoclip. Precies wat Eek voor ogen stond. ‘Dit is nu eenmaal geen gewoon hotel, maar een plek die de horizon van studenten moet verbreden. Het zijn de hoteleigenaren van morgen en het zou toch fijn zijn als ze beseffen dat niet alles draait om kostprijs en efficiëntie. Dan is het de uitdaging om als ontwerper de grenzen op te zoeken. Of nog leuker: over die grenzen heen te gaan. Bijvoorbeeld door een kamer te ontwerpen die niets meer is dan één groot grijs gat. Alle lof voor de hotelschool dat ze zoveel vrijheid hebben gegeven.’ De afgedankte meubels in de kamer scharrelde hij bij elkaar. ‘Dat ze eigenlijk allemaal verschillend zijn maakt niet uit. Ze worden toch één familie omdat ze dezelfde kleur hebben.’ Voor elk van de vier kamers die Eek ontwierp, bedacht hij een ander concept. ‘Ik denk altijd in verhaaltjes. Dat kan met sloophout zijn of met afgedankte meubels maar ook met iets heel anders. ’ Want dat wordt nog wel eens vergeten: sloophout is slechts één van de vele materialen die Eek gebruikt. Zo ontwierp hij diverse stoelen van aluminium en plaathout. Ook maakte hij een serie chique lampenkappen van restmateriaal van een stropdassenfabriek. In de kamer Hotel Object plaatste hij het bed en de waskamer in één grote installatie die los in de kamer staat. ‘Alle functies zijn nu geconcentreerd in één overzichtelijk meubel, waardoor de ruimte groter lijkt dan deze in werkelijkheid is.’ Al gebruikte hij natuurlijk ook de karakteristieke latjes van sloophout voor de vier kamers die hij mocht inrichten. ‘Wat me altijd stoort aan hotelkamers waar ik met mijn familie moet slapen, is dat deze zijn ingericht voor een echtpaar. Als je kinderen bij je hebt, wordt er zo’n lullig opklapbedje bijgezet. Daarom heb ik een stapelbedje gemaakt van sloophout. Ook deze kamer oogt als een duidelijk geheel doordat de kleuren op elkaar zijn afgestemd.’ Naast deze Family Room ontwierp Eek nog een modulaire kamer. ‘Basis daar zijn de roestvrijstalen buizen waarop je alles kunt aansluiten; douche, wasbak, wc en noem maar op. Daardoor heb je met de eigenlijke ruimte niet zo veel te maken en blijven de historische elementen als vanzelf intact. Dit concept zou zich overigens heel goed lenen voor de inrichting van een compleet hotel.’
Boven In de kamer One Colour van Piet Hein Eek is alles uitgevoerd in dezelfde tint. Onder In de Family Room slapen de kinderen in een stapelbed. 162
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
Swiss Pocket Knife Fleur Muris & Marcel van Neer De jonge interieurarchitecten Fleur Muris en Marcel van Neer zijn beiden afgestudeerd aan de Maastrichtse Academie voor Bouwkunst. In tegenstelling tot hun illustere collega-ontwerpers die zich in dit hotel hebben uitgeput in buitenissige concepten, zoekt dit jonge duo het juist in verfijning, minimalisme en sereniteit. ‘De allerbelangrijkste vaardigheid die studenten van de hotelschool moeten beheersen is gastvrijheid,’ zegt Muris. ‘Daarom proberen we zoveel mogelijk interactie uit te lokken tussen de gasten en de studenten. De kamers zijn geïnspireerd op de Japanse ryokans,
de traditionele pensions die bekend staan om hun legendarische service.’ De basis van deze kamer is een houten meubel dat zich als een Zwitsers zakmes openvouwt, vandaar de naam Swiss Pocket Knife. ‘Het personeel heeft als enige kennis van de verborgen wereld achter de gesloten deuren. Ze moeten meelopen naar de kamer voor tekst en uitleg, net zoals het personeel in de ryokan dat doet.’ Daarbij zijn in een ryokan alleen de essentiële dingen aanwezig. Van Neer: ‘Ook het interieur is sober met aangename kleuren. Door deze eenvoud krijgt de gast de mogelijkheid volledig tot rust te komen.’ ≥
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
163
reportage
Mind, Body, Heart, Craft D/Dock ‘Natuurlijk zijn er mensen die noodgedwongen stranden in een hotel. Maar een hotelovernachting is vooral bijtanken. Rust pakken en lekker eten. Genieten. Of juist werken of studeren. Jezelf ontwikkelen.’ Dat is de opvatting van Francesco Messori (links op de foto) en Martijn Jans van het Amsterdamse ontwerpbureau D/Dock. Hun vier kamers zijn hierop afgestemd. Het scherpen van de geest kan in de kamer Mind, die is voorzien van een eigen bibliotheek waar gasten boeken kunnen ruilen of achterlaten. In bad of in de comfortabele fauteuils kun je luisteren naar muziek of lezen. Het verwennen van het lichaam kan in Heart, dat beschikt over een eigen keuken. Zelfs verse kruiden en etenswaren zijn aanwezig. Ontspannen door de creativiteit te laten stromen – of dit nu schilderen of beeldhouwen is – kan in Craft, een hotelkamer annex studio voor expressiviteit. De badkamer fungeert er als atelier, terwijl de slaapkamer is ingericht als expositieruimte. Ten slotte kan worden gewerkt aan een gezond hart in Body, dat geschikt is voor meditatie en yoga en bovendien gebruikt kan worden als gym. De badkamer oogt er als mini-spa. ≥
Bij de verbouwing van het eeuwenoude kasteel zijn de historische elementen intact gelaten. De plumeau is een ontwerp van Nika Zupanc voor Moooi.
164
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
165
reportage
Hard, Soft, Shining, Matt Merkx + Girod
Suite in the Parc Stars Design Natuurlijk is het eeuwenoude kasteel bijzonder. En natuurlijk is de gastvrijheid van het jonge personeel overweldigend. Maar waar Gerben van der Molen van het Rotterdamse ontwerpbureau Stars Design meteen verliefd op werd, was de kasteeltuin. ‘Over de grachten hangen treurwilgen en er is zelfs een romantisch bruggetje. Het is een prachtige plek om te picknicken of gewoon in het gras te liggen. Die sfeer heb ik terug willen laten komen in de kamers.’ Omdat hij de twee ruime suites mocht inrichten, kon hij zich ‘helemaal uitleven’. In plaats van de standaard bank met bijzettafeltje plaatste hij in de suite met de toepasselijke naam Suite in the Parc een schommel, een hangmat en een eigentijds hemelbed van Qbic. ‘Met fabrikant Vescom heb ik een nieuw behang ontwikkeld met een bloemenprint. Ook de vloerbedekking van Desso heeft een bladmotief.’ Suite Cut the crap hield hij juist basic. Maar achter een scheidingswand ligt een luxe badkamer met sauna, bubbelbad en twee douche-eenheden. ‘Na een bijbetaling schuift een spiegel in de scheidingswand weg en heb je toegang tot je eigen wellness-centre. Luxer dan dat kan toch niet?’ ≥
166
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
‘Kleur en materialen zijn altijd de dragende elementen in onze ontwerpen,’ zegt Iris Derks van het befaamde architectenbureau Merkx + Girod. ‘In dit geval hebben we ons daarnaast laten leiden door het unieke van de vier naast elkaar gelegen kamers: het prachtige uitzicht op de kasteeltuin. Dus kun je vanuit het bed altijd naar buiten kijken.’ De badkamer is tegen de muur geplaatst, naast de deur. Bad, douche en wc zijn afgescheiden door een wand met spannende doorkijkjes. ‘Het natte gedeelte is uitgevoerd in harde, glanzende materialen en het slaapgedeelte in zachte materialen.’ Om onderscheid aan te brengen tussen de kamers koos Derks voor twee types. ‘Twee kamers hebben natuurlijke kleuren als beige, geel en lichtroze. Ook de materialen ogen daar poreus. De andere twee kamers hebben juist harde kleuren als zwart en wit, geaccentueerd met felgroene stoelen.’ Wat het interieurontwerp tot ‘een feestje’ maakte, was de hoge kwaliteit van de materialen en producten van de partners waarmee het hotel samenwerkt. ‘Omdat de vloerbedekking door Desso, het sanitair door Villeroy & Boch en de bedden door Crown werden verstrekt, hoefden we ons daarover geen zorgen te maken. We konden ons volledig richten op het contrast hard, zacht, glans en mat.’ ≥
Ontwerper Iris Derks van bureau Merkx + Girod heeft zich laten inspireren door contrasterende materialen. E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
1 67
reportage Public space Bart Vos ‘De gangen zijn slechts een eenvoudige toegangspoort tot de kamers. Daar vinden de echte feestelijkheden plaats,’ zegt Bart Vos die de openbare ruimtes van het hotel ontwierp. Daarom hield hij zijn ontwerp sober en ingetogen. ‘In de meeste hotels zijn de gangen volgepropt met schilderijtjes en vazen met bloemstukken. Hier zou dat alleen maar ruis zijn die deze bijzondere omgeving verstoort.’ De muren en plafonds zijn smetteloos wit. De kamernummers en de namen van de verantwoordelijke ontwerper verspringen uit het witte stucwerk en vallen pas op als je ervoor staat. Tegelijkertijd heeft Vos heel subtiel hiërarchie aangebracht. Zo zijn de kamerdeuren voorzien van een hoogglans coating. ‘Je moet op de gang al het gevoel krijgen dat er achter de deur een verrassing wacht.’ Aangezien het een leerhotel is, vroeg Vos, die tevens eigenaar is van de Groningse interieurwinkel Maupertuus, studenten van de Academie voor Beeldende Kunsten in Maastricht een aantal werken te maken. Ook hier was subtiel het motto. Op onverwachte plekken steken witgestuukte hoofden uit de muren. ‘Ze zijn een herinnering aan de vroegere bewoners van wie de geesten nog steeds door de gangen dwalen.’
Le Coin Bart Hagevoort Nergens is het contrast tussen de traditionele architectuur en het eigentijdse interieur zo groot als in de loungebar Le Coin, een eigenzinnig concept dat is uitgedacht door Bart Hagevoort van Heineken. In de hoek zijn nachtclubachtige nisjes gecreëerd met ronde banken van rood lakleer. De witgesausde muur is verstopt achter witte gordijnen. Langs de andere wand staan hoge tafels met bankjes met een vrolijke bloemprint. In een eigentijdse uitbouw met uitzicht op de slotgracht staan felgroene stoelen. ‘Zo krijg je verschillende sferen en zitmogelijkheden. Actief, onderuitgezakt of aan een tafeltje. Hierdoor is de loungebar geschikt voor ontbijt, een kop koffie tussendoor, een aperitiefje en een slaapmutsje.’ De bar zelf – met Limburgs trots Brandbier op de tap – is laag en wordt van onderen koel uitgelicht met blauw neonlicht achter gebarsten glas. De loopruimte achter de bar is verhoogd zodat deze oogt als ‘een podium waar de studenten hun kunsten kunnen vertonen’. Dankzij de baksteen muren, het gewelfde plafond en de natuurstenen vloer blijft de historische sfeer intact. ‘Een eigentijds interieur versterkt juist het originele decor en vice versa.’
Le Cabinet Luc Coenegracht De meetingrooms in het hotel zijn ingericht door Luc Coenegracht, architect en docent Bouw & Inrichting aan de HHS Maastricht. ‘In het interieur laat ik de rijke historie van de hotelschool zien. In een van de ruimtes zijn de muren bedekt met de houten planken van een oude kasteelvloer. Van Le Cabinet heb ik een soort kabinet gemaakt, waarin allerlei memorabilia staan uitgestald, zoals jubileumboeken en oude serviezen.’ Een andere meetingroom heet Les 5 Sens en heeft een meer experimenteel karakter. ‘Hier probeer ik alle zintuigen aan bod te laten komen. Horen en zien worden geprikkeld met muziek en led-licht dat van kleur kan veranderen. De tast wordt bediend met materiaalsoorten die verschillend aanvoelen. De smaak ligt voor de hand; het hotel heeft tenslotte een excellente eigen keuken.’ Maar het meest bijzonder is het element reuk. ‘Een geurspecialist heeft een aantal aroma’s geselecteerd die door de kamer kunnen worden verspreid. Dat is van invloed is op de stemming. Een creatieve brainstorm vraagt om een meer ontspannen sfeer dan een salesmeeting.’
168
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
L’Etoile Leon de Lange Voor het interieur van het restaurant L’ Etoile werd een pitch uitgeschreven waaraan vier studenten van de lichting 2008 van de Design Academy Eindhoven mochten meedoen. Het winnende idee was van Leon de Lange. ‘Bij mijn ontwerp heb ik me laten inspireren door een ouderwetse lesruimte. Zo oogt een van de muren als een schoolbord. Hierop staan de basisprincipes van de tafeletiquette afgebeeld, zodat de bedienende studenten kunnen spieken als het nodig is.’ De gasten zitten aan tafels die lijken op ouderwetse schoolbankjes. ‘Normaal zitten leerlingen aan tafel en wordt hun werk beoordeeld door rondlopende docenten. Nu is het andersom. Daarom staat het wijnmeubel ook midden in het restaurant, zodat de sommelier letterlijk op de vingers wordt gekeken.’ Grappig detail zijn de haken aan het plafond om de lampen te verhangen. ‘Dit maakt een flexibele tafelindeling van het restaurant mogelijk. Boven elke tafel hangt nu altijd een lampje dat speciaal voor het restaurant is gemaakt. De Lange bedacht zelfs een nieuwe rang in de bediening: de lampenist. ‘Met een stok verhangt hij de lampjes. De tafel wordt nu met een extra handeling geschikt, terwijl de gasten toekijken. Dat oogt heel gastvrij.’ ≤
E H & I AU G U ST U S ’ 1 0
169