Regio Rijnmond JAARVERSLAG RMC 2012 JAARPLAN RMC 2013
Jaarplan RMC Regio Rijnmond Akkoord Dagelijks Bestuur RMC (DB RMC): 31 januari 2013 Vastgesteld in Portefeuillehoudersoverleg Jeugdzorg (PHO jz): < invoegen datum na vaststelling >
Documentnaam en versie: 130207 Jaarplan RMC 2013 c7 Stellers: RMC-coördinatoren regio Rijnmond
Documentbeheer: Marco de Waal 06 22 060 186
[email protected]
Inleiding Jongeren moeten het onderwijs verlaten met een startkwalificatie. Dat biedt de beste garantie voor een structurele plek op de arbeidsmarkt. Te veel jongeren in de regio verlaten het onderwijs nog voortijdig. In de regio is het laatste officiële cijfer van DUO (oktober 2012) het definitieve aantal voortijdig schoolverlaters over schooljaar 2010-2011: 4.543. Het RMC, de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie, registreert voortijdig schoolverlaters en informeert, adviseert en begeleidt jongeren van 18 tot 23 jaar naar een opleiding, werk of een ander traject. Met ingang van 2002 is naast de Leerplichtwet de RMC-wet van toepassing. Nadat de overheid in 1999 de RMC-taak van de gemeenten structureel maakte, legde zij hiermee ook de wettelijke basis voor de uitvoering. De RMC-wetgeving is niet in een aparte wet vastgelegd. In de Wet op het Voortgezet Onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertise centra is een aantal artikelen opgenomen over voortijdig schoolverlaten en de functie van de RMC hierin. Van de RMC wordt verwacht dat zij zorgt voor een regionaal netwerk van gemeenten, onderwijsinstellingen en organisaties. Ze organiseert en coördineert de registratie en doorverwijzing van schooluitval en draagt daardoor bij aan het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. De subregio’s hebben elk een steunpunt waarin jongeren verder begeleid worden naar school en als dat niet haalbaar is naar werk, liefst met een opleidingscomponent. De uitvoering staat niet op zichzelf. Er ligt een sterkte verbinding met het vsv-convenant dat de regio met het Ministerie van OCW heeft afgesloten alsmede met taken die binnen de Leerplichtwet worden uitgevoerd. In deze notitie wordt verantwoording afgelegd over de RMC-taken aan het Portefeuillehoudersoverleg Jeugdzorg (PHO jz) van 21 februari 2013 over het jaar 2012 en wordt het jaarplan 2013 gepresenteerd. De 19 regiogemeenten regio Rijnmond zijn geclusterd in 4 subregio’s: •
Nieuwe Waterweg Noord (NWN);
•
Rotterdam (RDM);
•
Rijnmond Zuid-Oost (RZO);
•
Zuid-Hollandse Eilanden (ZHE).
2
Jaarverslag 2012 - inhoudelijk Het jaarverslag bestaat uit drie onderdelen: een inhoudelijke, een cijfermatige en een financiële verantwoording. In deze paragraaf staat de inhoudelijke verantwoording. De cijfermatige en financiële verantwoording staan in de volgende paragrafen. De speerpunten voor 2012 luidden als volgt: •
Verbeteren registratieve ondersteuning,
•
Verzuimprotocol mbo,
•
Locatiegerichte inzet,
•
Intensiveren handhavingsinstrumenten,
•
Verbeteren regionale samenwerking.
Verbeteren registratieve ondersteuning Het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters is de kern van de RMC-taak. Deze taak vereist een goed netwerk en een kwalitatief goede regioregistratie. In 2011 en 2012 is in Rotterdam een nieuw registratiesysteem ontwikkeld waarop in oktober 2012 is overgestapt. Dit systeem sluit het beter aan op de DUOgegevens dan het oude systeem en met het nieuwe systeem wordt de managementinformatie verbeterd. In de regio ZHE is een nieuw registratiesysteem geïmplementeerd. De uitrol was gestart in 2011 en is afgerond in 2012. Dit nieuwe systeem is webbased en behelst alle jongeren van 5 t/m 23 jaar. De implementatie van het nieuwe systeem heeft geresulteerd in beter inzicht in de leerlingenstromen en verzuim in de subregio ZHE. Binnen subregio’s RZO en NWN hebben zich geen ontwikkelingen omtrent een nieuwe systeem voorgedaan; deze subregio’s zijn al enkele jaren geleden overgestapt op een nieuw systeem. Eind 2011 was een koppeling met het SUWI gerealiseerd voor de batchverwerking van gegevens van het UWV. Met deze koppeling kan worden gemonitord of een jongere al dan niet een uitkering heeft en of hij werk heeft. De bestanden hiervoor worden via de contactgemeente geleverd aan de subregio’s. Daar zijn nog autorisatieproblemen met het inlezen van de gegevens. Aan een oplossing wordt gewerkt. Verzuimprotocol mbo Met het verzuimprotocol wordt een eenduidige regionale werkwijze beoogd. Kort gezegd gaat het over de vraag: doen we de goede dingen en doen we de dingen goed. Het antwoord daarop is dat we door de bank genomen de goede dingen doen, maar dat we nog veel meer de dingen goed kunnen doen. De belangrijkste verbeterpunten uit de evaluatie zijn: 1.
Alle betrokkenen (zowel regiogemeenten als onderwijsinstellingen) leven de werkprocessen na.
2.
De effectiviteit van de aanpak 18+ is discutabel door het ontbreken van handhavingsinstrumenten.
3.
Kwaliteit van de verzuimmeldingen verdient aandacht.
4.
De eenduidige casesafhandeling door de regiogemeenten moet worden gestroomlijnd.
5.
Aandacht voor preventieve verzuimaanpak door de onderwijsinstellingen voorafgaand aan de 16 uur melding bij DUO.
De evaluatie is vastgesteld in het PHO jz van 4 oktober 2012. Deze verbeterpunten uit de evaluatie worden opgepakt vanuit RMC, vsv-convenant en het Rotterdamse programma Aanval op Uitval.
3
Locatiegerichte inzet Met ingang van het schooljaar 2011/2012 is op zes mbo-locaties (drie pilotlocaties in Rotterdam en per subregio één locatie) een pilot gestart. Het doel van de pilot is te onderzoeken of locatiegerichte inzet daadwerkelijk een verbetering van de aanpak van schoolverzuim is. Tevens is het doel om inzicht te krijgen in de toename van het aantal meldingen. In de pilot wordt de werkwijze getoetst op efficiëntie en effectiviteit. Dekking voor de pilot is vanuit de RMC-reserves conform het besluit van het PHO jz op 30 juni 2011. De pilot is verlengd tot 31 december 2012 met dekking uit de RMC-reserves conform het besluit van het PHO jz op 4 oktober 2012. Om locatiegerichte inzet wordt voortgezet in 2013 moet nog worden vastgesteld. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de evaluatie: 1.
Verzuim wordt niet ingeperkt door locatiegerichte inzet. Het aantal verzuimmeldingen neemt toe. Op de
2.
Belangrijkste knelpunten zijn de mogelijkheden voor de medewerkers op de scholen (capaciteit,
pilotlocaties is de verzuimaanpak wel meer gaan leven. middelen, aansturing, etc.) en de organisatie binnen de scholen. Medewerkers willen wel graag maar krijgen onvoldoende de mogelijkheid om aan afspraken te voldoen. 3.
Het belangrijkste winstpunt is, dat door de inzet van de medewerkers op locatie het verzuimbeleid binnen de teams beter wordt vormgegeven. Goede samenwerking tussen de scholen en de Steunpunten zou een belangrijk doel van de pilot moeten zijn.
4.
Verzuimmeldingen komen binnen bij de woongemeente van de jongere. Als dit een jongere op een
5.
Een belangrijk knelpunt is het ontbreken van een regionaal leerlingvolgsysteem.
pilotlocatie betreft, wordt dit niet consequent doorgezet naar de medewerker op de locatie.
Intensiveren handhavingsinstrumenten In 2011 is, vooruitlopend op eventuele uitrol in de regio, in Rotterdam gestart met het opzetten van schoolcontroles in samenwerking met de Inspectie van het Onderwijs, met Last-onder-dwangsom en met de pilot schorsen studiefinanciering. •
De schoolcontroles zijn gestart begin 2012. In opdracht van het PHO jz van 4 oktober 2012 is gekeken of er behoefte aan een regionale verbreding van de schoolcontroles. De conclusie is dat er reeds controles zijn. Deze controles worden echter niet uitgevoerd binnen een samenwerkingsovereenkomst met de Inspectie van het Onderwijs. Melden bij de Inspectie kan echter altijd. Dan wordt de melding meegenomen in het toetsingsproces van de Inspectie en wordt niet direct opgetreden.
•
De Last-onder-dwangsom is sinds 1 januari 2012 goedgekeurd door de Gemeenteraad van Rotterdam. Deze is 15 keer opgelegd en 1 keer ten uitvoer gebracht (peildatum 15 oktober 2012). Ouders krijgen bij Last-onder-dwangsom een begunstigerstermijn, oftewel hebben na de aanzegging tot de Last-onderdwangsom drie dagen de tijd om hun kind in te schrijven op een school of om de leerling weer naar school te sturen. Wanneer ouders geen school kunnen vinden kan Leerplicht hierbij bemiddelen. Het is nog te vroeg om te beoordelen of er regionaal behoefte is aan verbreding.
•
De pilot Studiefinanciering is ingegeven door het gebrek aan handhavingsinstrumenten boven de 18. De pilot is uitgevoerd in gemeente Rotterdam en houdt in dat de bestaande werkwijze ook wordt uitgevoerd zoals deze oorspronkelijk is bedacht. De pilot werd uitgevoerd onder regie van het Ministerie van OCW. Landelijk heeft dit er in het afgelopen schooljaar toe geleid dat er bij 39 mbo-scholieren de studiefinanciering is stopgezet. Dit is ongeveer hetzelfde aantal als in voorgaande jaren.
4
•
Aanpak 18-23-jarigen. Er ontbreken voor deze groep handhavingsintrumenten. De wethouder Onderwijs, Jeugd en Gezin van Rotterdam heeft een oproep aan de Minister van Onderwijs gedaan om de kwalificatieplicht op te rekken tot 23 jaar; 80% van de uitvallers is namelijk 18 of ouder. Op die manier kan dezelfde (handhavings)aanpak als bij jongeren onder de 18 jaar worden gehanteerd. De minister heeft dit in onderzoek.
Verbeteren regionale samenwerking Een gezamenlijke verzuimaanpak is noodzakelijk voor het terugdringen van verzuim en uitval. Beperkte middelen maken het daarnaast noodzakelijk om zo slim en efficiënt mogelijk (samen) te werken. Ook inhoudelijke afstemming (uitvoeren verzuimprotocol) heeft continu aandacht nodig. Op ambtelijk niveau zijn er eind 2011 gesprekken gestart met de afdelingshoofden van de 4 kerngemeenten en de RMC-coördinatoren in de regio om te kijken of en hoe de samenwerking kan worden geïntensiveerd. Subregionaal zijn er ontwikkelingen te zien naar intensivering van de samenwerking van heel concreet naar nog wat meer onderzoekend. Concreet is er in subregio ZHE gewerkt aan de ontwikkeling van een tweede regionale bureau leerplicht (op Voorne-Putten, naast de bestaande op Goeree-Overflakkee). Ook gaat er binnen NWN samengewerkt worden op het gebied van RMC en Leerplicht. De onderzoeksopdracht betreft een mogelijke samenwerking binnen RZO. Overige activiteiten 2012 was een turbulent jaar voor wat betreft het Kabinet. Aangekondigde maatregelen van het Rijk werden door de val van het Kabinet controversieel verklaard, aangepast of uitgesteld. Dat neemt niet weg dat er voorbereidingen zijn getroffen om de consequenties van de maatregelen in kaart te brengen. De RMCcoördinatoren hebben hier een adviserende dan wel coördinerende rol in vervuld. Het gaat dan om de consequenties van: •
Focus op vakmanschap. Naast kansen voor de kwaliteit van het onderwijs en het verbeteren van het pedagogische klimaat zitten er ook risico’s in voor voortijdig schoolverlaten. De consequenties zijn in beeld gebracht. Belangrijk zijn bijvoorbeeld het beëindigen van de drempelloze instroom voor mboniveau-2, het bindend studieadvies bij niveau-1 en de koppeling van verblijfsduur aan bekostiging. De invoering van Focus op vakmanschap is uitgesteld tot 1-1-2014.
•
Wet Werken Naar Vermogen. Dit onderwerp is controversieel verklaard. Dit vindt een doorstart in de Participatiewet. Wel zijn er binnen de Wwb wijzigingen doorgevoerd die relevant zijn voor jongeren tot 27 jaar en daarmee ook voor RMC. Per 1-1-2012 is de 4-weken-zoektermijn ingevoerd en per 1-7-2012 is de scholingsplicht ingevoerd.
•
Passend Onderwijs. De Eerste Kamer heeft dinsdag 9 oktober het wetsvoorstel passend onderwijs aangenomen. Met de aanname van het wetsvoorstel gaat de zorgplicht voor scholen per 1 augustus 2014 in. De Wet passend onderwijs vraagt dan ook om een goede afstemming en samenwerking tussen gemeenten en regionale samenwerkingsverbanden. Ook door de voorgenomen decentralisatie van jeugdzorg zullen scholen en gemeenten elkaar vaker tegenkomen. De opdracht vanuit de wet op het Passend Onderwijs om via het ‘Op Overeenstemming Gericht Overleg’ te komen tot afspraken tussen de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs en gemeenten inzake de inzet gebaseerd op de gemeentelijke ‘Lokale Educatieve Agenda’. In de ‘Lokale Educatieve Agenda’ komt het gemeentelijk beleid inzake onderwijs, WMO en Jeugdzorg aan de orde.
•
Aanscherping exameneisen voortgezet onderwijs. Hierdoor kan er meest ongediplomeerde uitstroom binnen het voortgezet onderwijs ontstaan. Met het beëindigen van de drempelloze instroom op niveau 2 van het mbo kan het aantal voortijdig schoolverlaters toenemen.
5
Daarnaast stond begin 2012 in het teken van de totstandkoming van het vsv-convenant tussen de regio en het Rijk voor de schooljaren tussen 2012 en 2015. Hierbij was de netwerkfunctie van het RMC onmisbaar. Enkele preventieve activiteiten die de steunpunten naast hun RMC-taken uitvoeren worden ook deels bekostigd vanuit het vsv-convenant. Dan gaat het met name om de verzuimaanpak 18+ en preventieve begeleiding van jongeren, bijvoorbeeld bij de overstap vo-mbo.
6
Jaarverslag 2012 - cijfermatig Jaarlijks moeten voor 1 december de RMC-effectrapportages worden ingediend bij DUO. Hierin wordt gevraagd om de realisatie van het terugleiden van uitvallers naar een opleiding of naar werk (liefst met een opleidingscomponent). Deze effectrapportages zijn per subregio. Hieronder staat een cijfermatige samenvatting van de effectrapportage van de regio zoals dit is gerapporteerd aan DUO. Daarbij is ook het resultaat voor hele regio inzichtelijk gemaakt. De cijfers betreffen de periode 1 oktober 2011 t/m 1 oktober 2012. RDM
NWN
ZHE
RZO
Totaal
Totaal 2011
nieuwe vsv’ers (terug) naar opleiding (ook particuliere)
1.259
174
458
128
2.019
(terug) naar werk in combinatie met opleiding
159
1
5
23
188
249
Werk (nog zonder startkwalificatie)
549
201
69
196
1.015
1.001
overig*
1.276
561
104
620
2.561
3.462
totaal
3.243
937
636
967
5.783
6.300
naar opleiding (ook particuliere)
617
74
61
112
864
1.161
naar werk in combinatie met opleiding
118
2
5
18
143
380
Werk (nog zonder startkwalificatie)
926
83
21
450
1.480
2.921
1.588
oude vsv’ers
overig
1.976
85
31
392
2.484
2.486
totaal
3.637
244
118
972
4.971
6.948
1.876
248
519
240
2.883
2.749
277
3
10
41
331
629
Werk (nog zonder startkwalificatie)
1.475
284
90
646
2.495
3.922
overig
3.252
646
135
1.012
5.045
5.948
totaal
6.880
1.181
754
1.939
10.754
13.248
Oud + nieuw (terug) naar opleiding (ook particuliere) (terug) naar werk in combinatie met opleiding
Overig: alle overige categorieën uit de effectrapporage minus tabel 4c: werk en onbekend. Merendeel is nog in behandeling.
Uit de voorlopige cijfers van DUO over schooljaar 2011-2012 blijkt dat de regio voor het eerst door de 10% grens heen gaat. De doelstelling van 40% over de gehele convenantsperiode (2007-2011) is met een daling van 27,6% niet gehaald. Echter, voor het eerst is wel een daling gerealiseerd die groter is dan 10% ten opzicht van het voorgaande jaar. In aantallen vsv zonder rekening te houden met aantal deelnemers is de daling 10,3%. Het percentage vsv afgezet tegen het aantal deelnemers laat een daling zien van 12,5%: van 4,8% in 2010-2011 naar 4,2% in 2011-2012. Het gaan dan om een vergelijking van het definitieve cijfer 2010-2011 met het voorlopige cijfer 2011-2012. De definitieve cijfers over 2011-2012 komen in oktober 2013.
7
Jaarverslag 2012 - financiële verantwoording 2011 en 2012 De subregio’s en regiogemeenten leggen financiële verantwoording af aan de contactgemeente over de RMC- en Kwalificatieplichtmiddelen op 1 april 2013. Deze verantwoordingen zijn voorzien van accountantsverklaringen. Er is derhalve op dit moment voor dit jaarplan geen financiële verantwoording mogelijk over 2012. De verantwoording over 2011 is afgehandeld. De afrekening heeft op basis van de accountantsverklaringen plaatsgevonden. Dit is het overzicht van de subregio’s: 1.
RZO: alle toegekende bedragen zijn verantwoord.
2.
NWN: het toegekende RMC-budget is geheel verantwoord. Nog te verantwoorden is een onderbesteding op de kwalificatieplichtmiddelen 2011 van € 39.930,78. De middelen kunnen conform afspraak besteed worden in 2012. Daarover wordt verantwoording afgelegd met de accountantsverklaring van april 2013.
3.
ZHE: alle toegekende bedragen zijn verantwoord.
4.
RDM: de contactgemeente Rotterdam kan geen accountantsverklaring aan zichzelf afgeven. De middelen zijn conform de begroting besteed. Over de totale RMC-middelen legt contactgemeente via de jaarrekening verantwoording af aan het Rijk. Deze is voorzien van een accountantsverklaring.
8
Jaarplan 2013 In het jaarplan wordt een onderscheid gemaakt tussen het uitvoeren van de kerntaken (de uitvoering van de wettelijke RMC-taken) en activiteiten in het licht van een preventieve aanpak, het verbeteren van de samenwerking of voorbereiden op maatregelen van het Rijk. Kerntaken (wettelijke RMC-taken) Het RMC is ingevoerd om voortijdige schooluitval bij jongeren tussen de 18 en 23 jaar te beperken. De doelstelling is om het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters elk schooljaar met 10% te verminderen. De kerntaken zijn: •
Administratie voortijdig schoolverlaters;
•
Trajectbegeleiding voortijdig schoolverlaters;
•
Ketenregisseur voor de inspanningen voor jongeren van 18-23 jaar.
De volgende inspanningen moeten in 2013 worden verricht om de kerntaken goed uit te kunnen voeren. 1.
Samenwerking met Sociale zaken en de arbeidsmarkt Het RMC zal meer moeten gaan samenwerken met Sociale Zaken, het UWV en de arbeidsmarkt. De expertise en het netwerk van het RMC kan een belangrijke rol spelen bij het begeleiden van jongeren naar school of werk. De SUWI-koppeling die inmiddels in gebruik is genomen is hierbij een zeer nuttig instrument. Een groot deel van de jongeren die een uitkering aanvragen heeft geen startkwalificatie en valt daarmee binnen de doelgroep van het RMC. Hoe de samenwerking optimaal vorm krijgt, zal nader moeten worden vastgelegd. Doel is om zoveel mogelijk jongeren naar een startkwalificatie en/of naar een baan te leiden.
2.
Nieuw vsv-convenant 2012-2015 Het vsv-convenant bestaat uit 4 maatregelen: niveau-1-leerlingen begeleiden naar werk, aanpak van verzuim en studiestakers, het begeleiden van risicojongeren in schoolloopbaanteams en de plusvoorzieningen voor overbelaste jongeren. De schoolloopbaanteams zijn hierbij het meest innovatief. Naast het begeleiden van risicojongeren is een belangrijk doel de processen bij de gemeenten, steunpunten en onderwijsinstellingen te verbeteren. Dit kan consequenties hebben in de zin van integratie of aanscherping van werkprocessen binnen RMC, leerplicht en onderwijsinstellingen en bijbehorende budgetverdeling. Dit laatste geldt met name voor de convenantsmiddelen. De RMCmiddelen zijn geoormerkt.
3.
Voorbereiden op nieuwe ontwikkelingen De veranderingen die zullen worden ingevoerd, zoals bijvoorbeeld de Wet op het Passend Onderwijs en de aanpassingen in de Wet Educatie Beroepsonderwijs (Focus op vakmanschap) kunnen grote gevolgen hebben voor de doelgroep van het RMC. Zoals in het jaarverslag 2012 gezegd, zijn de consequenties geïnventariseerd maar is een aantal maatregelen uitgesteld. De twee genoemde gaan overigens pas in 2014 in. Het is van belang om dat de consequenties goed te monitoren en bij te sturen of in te grijpen als dat nodig is.
Activiteiten Voor 2013 zijn naast de hierboven genoemde kerntaken de volgende activiteiten benoemd. Het gaat dan om: 1.
Preventieve aanpak van verzuim en uitval;
2.
Handhavingsinstrumenten;
9
3.
Intensiveren samenwerking tussen de steunpunten en binnen de subregio’s.
Hieronder staat een korte toelichting per activiteit. 1.
Preventieve aanpak van verzuim en uitval De preventieve aanpak van verzuim en uitval gaat in nauwe samenwerking met het mbo. De aanpak van verzuim en uitval heeft een sterke inhoudelijke en financiële verbinding met het vsv-convenant. Er wordt in dit jaarplan alleen stilgestaan bij de inzet vanuit RMC door de regiogemeenten en steunpunten. •
Verzuimprotocol mbo. Het verzuimprotocol mbo is geëvalueerd. Voor gemeenten betekent dit nadere afstemming over afhandelen cases, het houden aan afspraken over het werkproces (verzuimprotocol), het actief terugmelden van een verzuimmelding aan scholen en het verbeteren van de onderlinge samenwerking. Dit wordt planmatig opgepakt door de RMCcoördinatoren.
•
Locatiegerichte inzet. Het is wenselijk om op die locaties waar verzuim een groot probleem is ambtenaren op locatie in te kunnen zetten. Dit is tevens een wens vanuit het mbo. Het verzuimbeleid krijgt hiermee meer aandacht. Op deze locaties wordt van de scholen zelf een extra inspanning verwacht om preventief verzuim aan te pakken. De pilot is in schooljaar 20112012 gestart en is gevalueerd (zie jaarslag 2012). Op dit moment is de pilot verlengd tot 31 december 2012 vanuit de RMC-middelen. Vanuit het vsv-convenant zijn er middelen om de inzet te continueren tot en met mei 2013.
•
Zomeracties en no-show-acties. Dit betreft het opsporen van jongeren tijdens en na de zomervakantie naar een opleiding en het opsproren en terugleiden van jongeren die zich wel hebben ingeschreven, maar die niet komen opdagen. Dit is gedekt uit het vsv-convenant.
2.
Handhavingsinstrumenten Het Ministerie van OCW buigt zich over de vraag van de wethouder Onderwijs, Jeugd en Gezin van Rotterdam over het verhogen van de kwalificatieplicht naar 23 jaar. Afhankelijk van de reactie worden al dan niet activiteiten ondernomen.
3.
Intensiveren samenwerking tussen de steunpunten en binnen de subregio’s Een gezamenlijke verzuimaanpak is noodzakelijk voor het terugdringen van verzuim en uitval. Beperkte middelen maken het daarnaast noodzakelijk om zo slim en efficiënt mogelijk (samen) te werken. Om deze redenen zal de samenwerking tussen de steunpunten en binnen de subregio’s in 2013 worden geïntensiveerd. Op ambtelijk niveau zijn er eind 2011 gesprekken gestart met de afdelingshoofden van de 4 kerngemeenten in de regio om te kijken of en hoe de samenwerking kan worden geïntensiveerd. Deze gesprekken worden gecontinueerd.
Specifieke acties in de subregio’s Elke subregio heeft zijn eigen specifieke acties. Deze staan hieronder vermeld. 1.
Subregio Nieuwe Waterweg Noord (NWN) •
Prioriteren doelgroepen: door minder middelen en capaciteit is er minder trajectbegeleiding beschikbaar. Dankzij SUWI is er wel beter inzichtelijke welke jongeren minder prioriteit hebben, omdat zij een baan hebben.
•
Schiedam, Vlaardingen en Maassluis zijn voornemens de leerplichttaken regionaal uit te gaan voeren. Streven is om hiermee in de loop van het schooljaar 2013/2014 te starten. De RMC-taken worden al op regionaal niveau uitgevoerd, door het Steunpunt Jongeren. Met een meer gezamenlijke aanpak wordt getracht verzuim en uitval terug te dringen.
10
2.
Subregio Zuid-Hollandse Eilanden (ZHE) •
Onderzoeken of administratieve lastenverlichting kan worden gerealiseerd middels een directe koppeling van SUWI aan het regionale registratiesysteem.
•
In 2012 is de samenwerking op het gebied van leerplicht met de regiogemeenten van Voorne-Putten van start gegaan door middel van de gemeenschappelijke regeling betreffende de leerlingenadministratie. Beoogd wordt deze samenwerking in 2013 met de gemeenten Hellevoetsluis, Bernisse, Brielle en Westvoorne te intensiveren. Door middel van een regionaal bureau leerplicht, met de gemeente Spijkenisse als centrumgemeente, beogen de gemeenten op een effectievere en efficiëntere wijze het schoolverzuim te bestrijden.
3.
Subregio Rijnmond Zuid-Oost (RZO) •
Samenwerking Sociale zaken en de arbeidsmarkt Het RMC RZO zet in op een goede samenwerking met sociale zaken in alle gemeenten. Qua arbeidsmarkt regio’s heeft het RMC RZO met maar liefst drie regio’s te maken hetgeen de contacten met werkgevers tijdrovend maakt. Hiervoor heeft het RMC RZO het project Get Qualified ingezet. Dit project, uitgevoerd door De Jonge Krijger, benaderd werkgevers van werkende jongeren zonder startkwalificatie. De Jonge Krijger schrijft aan het einde van het jaar een handleiding met de aanpak en resultaten zodat andere RMC regio’s ook van deze aanpak kunnen profiteren.
•
Preventieve aanpak van verzuim en uitval Het RMC RZO voert tot eind juni 2013 de locatiegerichte verzuimpilot uit op het Edudelta College in Barendrecht. Het RMC RZO zet een netwerkteam op in de eigen regio die RMC, leerplicht en decanen van het vmbo met elkaar in contact brengt om ervoor zorg te dragen dat risicoleerlingen op tijd worden opgepakt en dat er een goede onderlinge communicatie is. Het RMC RZO voert van juni tot en met september 2013 de Zomeractie uit. Eindexamenleerlingen van het vmbo worden gemonitord in Intergrip in samenwerking met de decanen en leerplicht. Risicoleerlingen worden in de zomermaanden door het RMC begeleidt naar een opleiding. In september vindt een no-show actie plaats.
•
Verzuimaanpak 18+ DUO Het RMC RZO wil een goede samenwerking met de scholen zoeken betreffende het DUO Verzuimloket. Op dit moment gaat het niet goed met de meldingen in het loket – er worden automatische meldingen gedaan waar de toelichting ontbreekt. Hierdoor is de actie vanuit het RMC RZO vaak onterecht. Ook is de terugmelding van het RMC RZO in het verzuimloket – met de gedane actie en resultaat – niet leesbaar voor de scholen
4.
Subregio Rotterdam (RDM) •
Actieprogramma ‘Aanval op Uitval’. Het Rotterdamse actieprogramma zet in op het terugdringen
•
Actieprogramma ‘Beter Presteren’. Dit programma zet in op het verbeteren van taal- en
van het aantal voortijdig schoolverlaters met 10% per jaar. rekenvaardigheden. Dit zijn belangrijke basisvoorwaarden om de schoolloopbaan succesvol te doorlopen en daarmee uitval te voorkomen.
11
Jaarplan 2013 - begroting Hieronder staat de begroting RMC. Een overzicht van de RMC-reserves volgt na de begroting RMC Rijnmond begroting 2013 Definitieve begroting op basis van beschikking DUO 5 DECEMBER 2012 (12JOS33912)
Inkomsten
vaste voet budget 1 budget 2 budget 3 (kwal)
2012
2013
toegekend
toegekend
€ € € €
228.343 361.922 369.057 972.841
€ € € €
228.343 368.652 377.899 974.678
begroot 2013 beschikking Rijk
Uitgaven regio Rijnmond vaste voet regiocoördinatie (beleid en registratie) regioregistratie (data-invoer)* kosten VOA-koppeling registratie landelijk RMC-netwerk (ingrado) activiteiten reservering calamiteiten** subregio ZHE RMC vaste voet
€
228.343 € € € €
€ €
174.948
€ €
162.728 135.556
€ €
134.675 222.235
subregio RZO RMC kwalificatieplicht subregio stad R'dam RMC vaste voet subregio stad R'dam kwalificatieplicht Subtotaal
€ € € €
234.414 213.811 442.861 1.721.229
totaal beschikking
€
1.949.572
Data-invoer ZHE subregio ZHE RMC kwalificatieplicht subregio NWN RMC vaste voet Data-invoer NWN subregio NWN RMC kwalificatieplicht subregio RZO RMC vaste voet Data-invoer RZO
totaal
€
1.932.163
€
1.949.572
specificatie Regio registratie
specificatie vaste voet 85.843 115.000 20.000 7.500
€
71.191
€
14.089
€
14.597
€
15.123
€
115.000
Omvang RMC-reserves Saldo 31-12-2012
€
Begroot locatiegerichte inzet (schooljaar 2012-2013)
€
573.895 15.000-
Begroot regionale verzuimaanpak (schooljaar 2012-2013)
€
120.000-
Begrote saldo 31-12-2013
€
438.895
Nb. De jaarafsluiting bij de gemeente Rotterdam is nog rond. Het definitieve saldo op 31-12-2012 kan nog enigszins afwijken. .Vanuit de RMC-reserves is een bedrag gereserveerd voor de pilot locatiegericht inzet op het mbo en een compensatie voor de regiogemeenten voor wat betreft de consequenties van de implementatie van het verzuimprotocol mbo (gelijktrekken 18+ aan 18-). Dit is conform het besluit van het PHO jz van 4 oktober 2011. Daarnaast is er door een fout in het grootboek in 2006 er op last van het Ministerie van OCW een correctie doorgevoerd in de RMC-reserves. Die nemen met € 298.000 toe. •
€ 120.000 voor het verzuimprotocol mbo.
•
€ 15.000 voor de continuering van de pilot locatiegerichte inzet.
12