Regels en Richtlijnen examencommissie Geneeskunde Masteropleiding Geneeskunde Curius + en Tweede fase ongedeelde opleiding Geneeskunde Curius Vastgesteld op 6 februari 2015, ingangsdatum 15 februari 2015
Versie 1.0 (zoals bedoeld in artikel 7.12b, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek)
Deze Regels en Richtlijnen kunnen niet los worden gezien van de Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Geneeskunde 2014-2015 en van hetgeen bepaald is in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Inhoud: 1 – Algemene bepalingen Artikel 1.1 – Toepasselijkheid van de regeling Artikel 1.2 – Begripsbepalingen Artikel 1.3 – Bekendheid 2 – Samenstelling examencommissie 3 – Contact 4 – Taken van de examencommissie 5 – Werkwijze examencommissie Geneeskunde Artikel 5.1 – Werkwijze Artikel 5.2 – Verzoeken aan de examencommissie Artikel 5.3 – Maatstaven Artikel 5.4 – Huishoudelijke regels 6 – Examinatoren 7 – Organisatie tentamens en gang van zaken Artikel 7.1 – Data en tijdstippen tentamens Artikel 7.2 – Aan- en afmelding tentamens Artikel 7.3 – Toetsvormen Artikel 7.4 – Orderegels schriftelijke tentamens Artikel 7.5 – Surveilleren tijdens schriftelijke (deel)tentamens Artikel 7.6 – Extra voorzieningen studenten met functiebeperking Artikel 7.7 – Gebruik woordenboek buitenlandse studenten 8 – Beoordeling van tentamens Artikel 8.1 – Beoordeling coschappen en semiartsstage Artikel 8.2 – Procedure bij onvoldoende beoordeling op het onderdeel Professioneel Gedrag (PG) Artikel 8.3 – Procedure bij onvoldoende beoordeling op het onderdeel Medische deskundigheid (MD) Artikel 8.4 – Bezwaar schriftelijke tentamenvragen Artikel 8.5 – Beoordeling schriftelijke tentamens Artikel 8.6 – Heroverwegen van coschapbeoordelingen Artikel 879 – Kwaliteitsbewaking toetsing 9 – Examens Artikel 9.1 - Examendatum Artikel 9.2 – Judicia - cumlaude 10 – Vrijstellingen 11 – Goedkeuring onderwijsonderdelen 12 – Geldigheidsduurverlenging 13 – Bewaartermijnen 14 – Fraude en plagiaat regeling 15 – Iudicium abeundi 16 – (Overgangs)regelingen Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
1/16
17 - Hardheidsclausule 18 - Wijziging 19 - Inwerkingtreding 1 – Algemene bepalingen Artikel 1.1 – Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op de toetsing en examinering van de masteropleiding Geneeskunde en de tweede fase van de ongedeelde opleiding Geneeskunde, hierna te noemen de opleiding. Artikel 1.2 – Begripsbepalingen De in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) omschreven begrippen zijn ook van toepassing op deze regeling. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3 – Bekendheid Studenten die opgaan voor het artsexamen Geneeskunde of voor het masterexamen Geneeskunde worden geacht bekend te zijn met de regels voor de opleiding die vastgelegd zijn in de op de genoemde opleidingen van toepassing zijnde OER, Onderwijsregelingen en Regels en richtlijnen examencommissie. Al deze documenten zijn te vinden op http://student.uva.nl/gnk
2 – Samenstelling examencommissie De examencommissie bestaat uit een voorzitter, een vicevoorzitter, een secretaris, leden, een extern lid en studentadviseurs. De examencommissie kent een dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur van de examencommissie bestaat uit de voorzitter, vicevoorzitter, secretaris en een commissielid.
3 – Contact De contactgegevens van de examencommissie geneeskunde zijn te vinden op http://student.uva.nl/gnk
4 – Taken van de examencommissie De taken van de examencommissie zijn vastgelegd in de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). De wettelijke taken van de examencommissie zijn: 1. Het op objectieve en deskundige wijze vaststellen of een student voldoet aan de voorwaarden die de OER stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad. 2. Het borgen van de kwaliteit van tentamens en examens. 3. Het houden van toezicht op goede gang van zaken tijdens tentamens. 4. Het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van de OER om de uitslag van de tentamens en examens te beoordelen en vast te stellen. 5. Het houden van toezicht op de uitvoering van de examenregels. 6. Het verlenen van vrijstellingen voor het afleggen van een of meer tentamens en het vaststellen van afwijkende individuele programma’s. 7. Het behandelen van individuele verzoeken samenhangend met de OER. 8. Het treffen van maatregelen in geval van (het vermoeden van) fraude en onregelmatigheden. 9. Het aanwijzen van examinatoren voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan. 10. Het uitreiken van het getuigschrift, met daaraan toegevoegd het diplomasupplement, ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd.
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
2/16
11. Het verlenen van toestemming aan een student om een vrij onderwijsprogramma te volgen, waarvan het examen leidt tot het verkrijgen van een graad. 12. Het uitreiken van een verklaring van behaalde tentamens aan diegene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd maar aan wie niet een getuigschrift kan worden uitgereikt. 13. Het jaarlijks opstellen van een verslag van haar werkzaamheden. Daarnaast voert de examencommissie de volgende taken uit: 14. Het jaarlijks adviseren aan het bestuur OWI-Gen en de decaan over de OER. 15. Het jaarlijks adviseren aan het bestuur OWI-Gen over de onderwijsregelingen.
5 – Werkwijze examencommissie Geneeskunde Artikel 5.1 – Werkwijze De examencommissie Geneeskunde hanteert de volgende werkwijze: Jaarlijks zijn er 4 vergaderingen waarvoor de voltallige examencommissie wordt uitgenodigd. Maandelijks vindt er een overleg plaats van het Dagelijks Bestuur. Wekelijks worden de verzoeken aan de examencommissie behandeld door de voorzitter en leden van het Dagelijks bestuur, samen met de ambtelijk secretaris. De examencommissie maakt binnen 4 weken het besluit kenbaar. De examencommissie behoudt zich het recht voor om deze termijn zo nodig met 4 weken te verlengen. Artikel 5.2 – Verzoeken aan de examencommissie 1. Alleen in geval van aantoonbare zwaarwegende persoonlijke omstandigheden of overmacht kan een student een verzoek of bezwaar rondom de OER, de onderwijsregelingen, de regels en richtlijnen van de examencommissie en andere aspecten t.a.v. toetsing en tentamenresultaten indienen bij de examencommissie. 2. Om het verzoek of bezwaar zo snel mogelijk te behandelen hanteert de examencommissie Geneeskunde een strakke procedure, die wordt beschreven in lid 3 t/m 15 van dit artikel 3. Een verzoek of bezwaar dient schriftelijk 1 ingediend te worden door de student zelf. 4. Verzoeken ingediend door derden (bv. ouders) kunnen niet in behandeling worden genomen. 5. Elk verzoek of bezwaar dient voorzien te zijn van degelijke en steekhoudende motivatie, waar mogelijk voorzien van bewijsstukken. 6. Voor alle verzoeken of bezwaren dient de student het algemene formulier te gebruiken en het ingevulde formulier in te dienen bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie Geneeskunde (zie art. 3). Het algemene formulier is te vinden op Blackboard onder AMC Algemeen > Regelingen & Formulieren > Geneeskunde > Master en Artsexamen geneeskunde > Examencommissie 7. In uitzondering op lid 6 dient voor het aanvragen van een vrijstelling een specifiek formulier gebruikt te worden (zie art. 9). 8. In uitzondering op lid 6 geldt dat de examencommissie geen bezwaren behandelt tegen inhoudelijke beoordelingen van tentamenvragen. Deze bezwaren dienen ingediend te worden bij de coördinator van het onderwijsonderdeel. 9. Bij elk verzoek of bezwaar dient de student op het formulier duidelijk zijn naam, collegekaartnummer, adres en telefoonnummer te vermelden. 10. De examencommissie kan de student eventueel verzoeken om meer informatie. Een dergelijk verzoek zal doorgaans per email (student-amc-mailadres) of telefoon kenbaar gemaakt worden. 11. De examencommissie kan de verantwoordelijk examinator eventueel verzoeken om informatie. 12. Het is niet mogelijk de leden van de examencommissie Geneeskunde persoonlijk te benaderen. 13. Formulieren en verzoeken die ingediend worden bij de leden van de examencommissie Geneeskunde persoonlijk worden niet in behandeling genomen. 14. De examencommissie toetst het verzoek en neemt een besluit.
1
Dit schriftelijke verzoek of bezwaar mag digitaal via de e-mail worden verzonden.
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
3/16
15. Alleen in geval van aantoonbare zwaarwegende persoonlijke omstandigheden of overmacht wordt er afgeweken van de OER en de Regels en richtlijnen van de examencommissie met de bijbehorende regelingen. 16. Aan uitspraken van een betrokken examinator aan de student kunnen geen rechten worden ontleend. Artikel 5.3 – Maatstaven Bij de beoordeling van verzoeken om uitzonderingen betrekt de examencommissie overwegingen die betrekking hebben op: a. Het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van het examen of een tentamen; b. Doelmatigheidseisen, onder meer tot uitdrukking komend in een streven om: Tijdverlies voor studenten (als gevolg van omstandigheden buiten hun schuld) tijdens de studie zoveel mogelijk te beperken Studenten zo snel mogelijk te bewegen hun studie af te breken indien het slagen voor (deel)tentamens onwaarschijnlijk is geworden. c. Bescherming tegen zichzelf van studenten die een te grote studielast op zich te willen nemen; Artikel 5.4 – Huishoudelijke regels De huishoudelijke regels van de examencommissie Geneeskunde zijn opgenomen in het “Huishoudelijk reglement examencommissie Geneeskunde”. Hierin zijn onder andere de samenstelling, de taken en werkwijze en de beslistermijnen van de examencommissie vastgelegd. Het Huishoudelijk reglement examencommissie Geneeskunde ligt bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie Geneeskunde.
6 – Examinatoren 1. 2. 3.
4. 5.
De examencommissie wijst examinatoren aan voor het afnemen van (deel)tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan. De examencommissie hanteert een vaststaande procedure bij het aanwijzen van examinatoren. Voor beoordeling van een student in een coschap in de affiliatieziekenhuizen kan de examencommissie deskundigen die niet in dienst zijn van het AMC - UvA aanwijzen tot examinatoren. De examinator informeert de examencommissie bij (vermoedelijke) fraude met betrekking tot de tentamens die onder zijn verantwoordelijkheid vallen. Examinatoren verstrekken de examencommissie de gevraagde inlichtingen.
7 – Organisatie tentamens en gang van zaken Artikel 7.1 – Data en tijdstippen tentamens 1. Dit artikel is een aanvulling op hetgeen is bepaald is in artikel 4.5, deel A van de OER. 2. Tussen- en eindbeoordelingsgesprekken van een coschap worden afgenomen op een door de examinator(en), zo mogelijk na overleg met de student, te bepalen tijdstip. 3. Schriftelijke tentamens 2 worden afgenomen op data die tenminste 20 werkdagen voor aanvang van het betreffende onderwijs onder verantwoordelijkheid van de examencommissie worden vastgesteld. 4. Het tijdstip en de plaats van afname van schriftelijke tentamens kan tot 5 werkdagen voor het moment worden gewijzigd. De meest actuele tentamentijdstippen en locaties worden weergegeven op www.rooster.uva.nl. 5. Overige tentamens 3 worden afgenomen op een door de examinator(en), zo mogelijk na overleg met de student, te bepalen tijdstip. 2
In deze regels en richtlijnen geldt dat ‘een schriftelijke tentamen’ zowel op papier als digitaal kan worden afgenomen.
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
4/16
6. 7. 8. 9.
Bij het vaststellen van data en tijdstippen van tentamens wordt zoveel mogelijk voorkomen dat deze samenvallen. Wijziging van vastgestelde data en tijdstippen vindt uitsluitend plaats in geval van overmacht. Examinatoren hebben niet de bevoegdheid extra gelegenheden voor een tentamen aan te bieden aan studenten. De examencommissie biedt aan individuele studenten in principe geen extra tentamengelegenheden aan. Ook niet vanwege problemen met roosters, wachttijden, etc.
Artikel 7.2 – Aan- en afmelding tentamens 1. De student is door de toekenning van een coschappakket tevens automatisch aangemeld voor de deelname aan de eerste kans van een tentamen. 2. Studenten die niet voldoen aan de ingangseisen van een tentamen hebben geen toestemming om aan het tentamen deel te nemen. 3. Nemen studenten die niet voldoen aan de ingangseisen wel deel aan een tentamen dan wordt dat tentamen niet geldig verklaard. 4. a. Afmelden voor een tussen- en eindbeoordelingsgesprek van een coschap is niet mogelijk. In zeer uitzonderlijke situaties kan de student vragen de afspraak te verzetten. Hiervoor dient de student zich zo snel mogelijk te melden bij de aangewezen persoon van de afdeling waar het coschap plaats vindt. b. Afmelden voor een schriftelijk tentamen is niet mogelijk. In zeer uitzonderlijke situaties kan de student een beroep doen op de hardheidsclausule. Hiervoor dient de student zich zo snel mogelijk te melden bij de studieadviseur. 5. Wanneer een student ongeoorloofd afwezig is bij een schriftelijk tentamen of een tussen- en eindbeoordelingsgesprek van een coschap dan wordt de beoordeling NAP (niet aanwezig, geldige poging) gegeven. Artikel 7.3 – Toetsvormen 1. Bij aanvang van het studiejaar staat in de studiegids voor elk onderwijsonderdeel vermeld welke toetsvormen worden gehanteerd en welke weging elke toets heeft. 2. Uiterlijk twee weken voor aanvang van het studiejaar publiceert de coördinator op Blackboard voor elke toetsvorm wat de inhoud van de toets is, wat de criteria zijn waarop een student wordt beoordeeld, hoe de cesuur wordt bepaald en welke beoordelingsvoeten worden gehanteerd. Artikel 7.4 – Orderegels schriftelijke tentamens Voorafgaand aan het tentamen 1. De student is op tijd bij de locatie, 5 - 15 minuten voorafgaand aan de tentamentijd wordt de student binnen gelaten op de tentamenlocatie. 2. Het dragen van een zonnebril, hoofddeksel (zoals een hoed of pet), burka en/of andere attributen die het gezicht (gedeeltelijk) bedekken is niet toegestaan, omdat dit het correct beoordelen van mogelijk afkijken belemmert. Het dragen van een hoofddoek is wel toegestaan, omdat deze het gezicht van de student niet (gedeeltelijk) bedekt. Te laat komen voor start van tentamen 6. Voor alle studenten die te laat komen bij een tentamen is er, ongeacht de reden van het te laat zijn, slechts één gezamenlijk instroommoment. Voor een tentamen van anderhalf uur of korter is het instroommoment voor laatkomers vastgesteld op 10 minuten na aanvang van het tentamen, voor een tentamen van drie uur is het instroommoment voor laatkomers vastgesteld op 25 minuten na aanvang van het tentamen. De surveillant zal op het instroommoment voor laatkomers de studenten die zich voor de deur van de zaal hebben verzameld toegang verlenen tot de tentamenzaal. Laatkomers krijgen geen extra toetstijd. Entree van tentamenlocatie 3
Overige tentamens kunnen mondelinge of individueel schriftelijke tentamens zijn.
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
5/16
3. 4.
5.
Vanaf entree van tentamenlocatie wordt niet meer onderling gesproken en heerst er stilte. De jassen en tassen worden aan de zijkant van de tafel gelegd. Mobiel/communicatieapparatuur is volledig uitgeschakeld en bevindt zich in de jas of tas. Het bij zich hebben (bijv. in kleding) van een mobiel/communicatieapparatuur wordt aangemerkt als fraude. Tijdens een tentamen mag de student niets uit zijn tas/jas halen zonder vooraf toestemming te hebben gekregen van een surveillant. De student zoekt zelf een plaats en gaat zitten. De student start niet eerder met het tentamen, dan wanneer de surveillant klaar is met het voorwoord en aangeeft dat de student kan starten.
Tijdens het tentamen 6. Tijdens het tentamen dient de student zich te legitimeren met behulp van zijn geldig bewijs van inschrijving (collegekaart) en een geldig identiteitsbewijs, voorzien van een goed gelijkende pasfoto. Deze twee documenten worden zichtbaar in de linkerbovenhoek op de tafel gelegd. 7. Alle benodigdheden voor het tentamen (in ieder geval HB-potlood, pen, gum en evt. rekenmachine) moeten vooraf op tafel gelegd worden. Etuis mogen niet op tafel liggen. 8. Het gebruik van grafische rekenmachines of rekenmachines met extra opslagruimte is niet toegestaan. Uitsluitend niet-grafische rekenmachines mogen worden gebruikt. Desgevraagd geeft de student de surveillant inzage in de meegebrachte rekenmachine. 9. Tijdens het tentamen mogen geen syllabi, studieboeken, naslagwerken of aantekeningen op tafel liggen, tenzij nadrukkelijk is afgesproken en beschreven dat het wel toegestaan is. In het laatste geval kan de surveillant het materiaal controleren. Kladpapier kan de student desgewenst van de surveillanten krijgen. 10. Gedurende het tentamen is er geen mogelijkheid vragen te stellen over vragen van het tentamen. Voor het maken van bezwaar tegen tentamenvragen zie artikel 8.4 uit deze Regels en richtlijnen van de examencommissie. 11. In de eerste 60 minuten en de laatste 60 minuten van het tentamen is toiletbezoek niet toegestaan (op basis van de duur van drie uur.). Daartussen is beperkt toiletbezoek mogelijk. Indien de student het toilet wilt bezoeken, dan steekt hij de hand op. Toiletbezoek is enkel toegestaan onder begeleiding van een surveillant. Tijdens het toiletbezoek mag geen communicatieapparatuur worden meegenomen en mogen geen drink- en etenswaren worden aangeschaft. Bij een tentamen korter of gelijk aan anderhalf uur is geen toiletbezoek mogelijk. 12. Als de student toch zonder begeleiding en/of in de niet-toegestane tijdsperiode de zaal verlaat om naar het toilet te gaan, dan mag het tentamen daarna niet (verder) afgemaakt worden. De student dient het gemaakte werk in te leveren en de zaal te verlaten. 13. De student mag de tentamenzaal pas verlaten nadat zijn aanwezigheid is geregistreerd. Bij tentamens mag de student niet eerder dan 45 minuten na aanvang van het tentamen de zaal verlaten. 14. Het is (met mate) toegestaan zelf meegebrachte drink- en (kleine) etenswaren te consumeren, mits dit op een stille manier gebeurt. Dit is ter beoordeling van de surveillant. Desgewenst kan hij drink- en (kleine) etenswaren in beslag nemen vanwege geluidsoverlast. 15. Buitenlandse studenten kunnen gebruik maken van een woordenboek en mogen langer (10 minuten extra per uur) over het tentamen doen. Dit is uitsluitend mogelijk als de student in het bezit is van een verklaring, afgegeven door de studieadviseurs (zie art. 7.7). Deze verklaring wordt door de surveillant in de tentamenzaal gecontroleerd. Het woordenboek mag geen verklarend woordenboek zijn en moet in de tentamenzaal door de surveillant worden gecontroleerd. 16. Studenten met een functiebeperking kunnen extra faciliteiten krijgen (langere tentamentijd, vergroot lettertype, grotere regelafstand, etc.) mits zij uiterlijk 2 weken vóór het tentamen bij de Onderwijsadministratie een schriftelijke verklaring van de studentendecaan overlegd hebben (zie art. 7.5). Dit hoeft slechts 1 maal per jaar gedaan te worden. 17. In geval het tentamen Klinisch redeneren I of II op papier wordt afgenomen wordt er gebruik gemaakt van de zogenaamde enveloppenprocedure. In dat geval vindt de student bij zijn plaats een lege envelop, waarin de student na afloop al zijn tentamen-/toetsmateriaal (zonder evaluatieformulier) stopt. Op de envelop zet de student, de naam van het tentamen, zijn
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
6/16
18.
19. 20. 21.
studentnummer en zijn handtekening. Hiermee geeft de student aan dat hij al zijn tentamenwerk heeft ingeleverd en zelf de envelop heeft dichtgeplakt. Indien na een schriftelijk tentamen een schriftelijke evaluatie wordt afgenomen, dan mag de student het evaluatieformulier buiten de tentamentijd invullen. Wordt de evaluatie op papier afgenomen dan kan het evaluatieformulier in de doos bij de innametafel worden ingeleverd. Afhankelijk van het soort tentamen kunnen de eerder genoemde orderegels afwijken. De dan geldende orderegels worden vooraf via Blackboard bekend gemaakt. In alle gevallen dienen de instructies van surveillanten opgevolgd te worden. Tijdens een tentamen is het fraudereglement van de UvA, zoals vermeld in de studiegids, van toepassing. Het niet houden aan de orderegels leidt tot uitsluiting van deelname aan het tentamen.
Artikel 7.5 – Surveilleren tijdens schriftelijke tentamens De master Geneeskunde hanteert een surveillanceprotocol bij de schriftelijke tentamens. Dit protocol is vastgesteld door de examencommissie en ligt bij team Toetsen van Onderwijssupport. Artikel 7.6 – Extra voorzieningen studenten met functiebeperking 1. Dit artikel is een aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 5.2, deel A van de OER. 2. Dyslexie wordt ook gezien als een functiebeperking. Procedure 3. De (eerstejaars) student meldt zich aan het begin van de masteropleiding, uiterlijk twee weken voor aanvang van het coschap dermatologie, bij de studieadviseur. 4. De student wordt doorverwezen naar de de studentendecanen van de UvA en dient een geldig rapport mee te nemen waaruit blijkt dat hij een functiebeperking heeft waardoor hij gebaat is bij speciale voorzieningen voor tentamens, bijvoorbeeld een dyslexierapport van het IWAL Amsterdam. Een kopie van een (dyslexie)verklaring is niet voldoende. Eisen ten aanzien van een rapport zijn te vinden op de website http://student.uva.nl/az/a-z-lijst/a-zlijst/content/folder/functiebeperking/dyslexie/dyslexie.html 5. Terwijl deze procedure loopt, krijgt een eerstejaars masterstudent eenmalig verlengde tentamenduur voor de kennistoets van dermatologie. De naam van de student wordt door de studieadviseurs een week de kennistoets van dermatologie aan de Onderwijsadministratie doorgegeven. 6. De studentendecaan beoordeelt het rapport. Bij twijfel besluit de studentendecaan dat de student opnieuw getest dient te worden. In geval van vastgestelde dyslexie (of andere functiebeperking) geeft de studentendecaan een verklaring af die meestal geldig is voor één studiejaar. Eén exemplaar wordt direct aan de student meegegeven en één exemplaar wordt naar de studieadviseurs van de betreffende opleiding gestuurd. De studentendecaan stuurt een namenlijst naar de Onderwijsadministratie, met daarop vermeld de studenten die een verklaring hebben ontvangen. Middels deze verklaring hebben studenten recht op onderstaande voorziening: • Verlenging van 10 minuten per tentamenuur (dus maximaal 30 minuten per regulier tentamen van drie uur); hierbij is het gewenst dat de betreffende student een zo rustig mogelijke tentamenplek krijgt toegewezen in de tentamenzaal; 7. Bij ontvangst van de verklaring van de studentendecaan zet de studieadviseur een aantekening in STAP. 8. De Onderwijsadministratie zet achter de naam van de student in de groepsindeling een aantekening ‘extra tijd’. Voor elke deelnemerslijst van een tentamen vermeldt de Onderwijsadministratie welke studenten recht hebben op extra tijd. 9. Om in het volgende studiejaar opnieuw gebruik te kunnen maken van de voorziening(en), dient de student zich aan het begin van het nieuwe studiejaar opnieuw te melden bij de studentendecaan om een nieuwe verklaring aan te vragen. Artikel 7.7 – Gebruik woordenboek buitenlandse studenten bij schriftelijke (deel)tentamens 1. Een buitenlandse student heeft in het eerste jaar van inschrijving het recht om bij schriftelijke tentamens:
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
7/16
2.
a. gebruik te maken van een woordenboek; b. indien nodig 10 minuten per uur extra tentamentijd te krijgen. Om in aanmerking te komen voor bovenstaande dient de student: a. uiterlijk een maand voorafgaand aan het tentamen contact op te nemen met de studieadviseur. Deze maakt een verklaring waarin vermeld staat om welk woordenboek het gaat en of toestemming is verleend voor verlenging van de tentamentijd; b. in de tentamenzaal het woordenboek door de surveillant te laten controleren.
8 – Beoordeling van tentamens Artikel 8.1 – Beoordeling coschappen en semi-artsstage 1. Tijdens een coschap wordt getoetst of de student de voor het betreffende coschap relevante de competenties behorende bij de rollen uit het Raamplan 2009 in voldoende mate beheerst. 2. In het portfolio (zogenaamde coschapboekje) dient de student feedback op diverse, verschillende activiteiten te verzamelen. De student is zélf verantwoordelijk voor het verzamelen van de feedback. 3. Eén van die activiteiten die een student tijdens een coschap moet doen, kan zijn een kennistoets of het maken van een ander product waaruit het kennisniveau van de student blijkt. 4. Het portfolio van elk coschap en de semi-artsstage wordt beoordeeld op een onderdeel ‘medische deskundigheid (MD)’ en een onderdeel ‘professioneel gedrag (PG)’. De beoordelingsschaal is door de examencommissie Geneeskunde goedgekeurd. 5. In coschappen die 5 weken of langer duren dient de student een tussenbeoordeling te krijgen die wordt toegelicht in een tussenbeoordelingsgesprek. 6. Elk coschap wordt afgesloten met een individueel eindbeoordelingsgesprek. 7. De examinator stelt tijdens afname van het eindbeoordelingsgesprek de eindbeoordeling van het coschap vast aan de hand van het portfolio (ingevuld coschapboekje) van de betreffende student en zijn prestatie tijdens het eindbeoordelingsgesprek. De examinator maakt de eindbeoordeling in het eindbeoordelingsgesprek bekend aan de student en licht deze toe. 8. Zowel de eindbeoordeling op MD als op PG dient tenminste het cijfer 6 te zijn om een voldoende eindbeoordeling (cijfer 6 of hoger) voor het coschap te ontvangen. De beoordelingen op deze onderdelen zijn niet onderling te compenseren. 9. Er wordt een onvoldoende eindbeoordeling voor het coschap gegeven als de beoordeling op één van beide onderdelen of op beide onderdelen cijfer 4 of 5 is. De examinator dient in het geval van een onvoldoende eindbeoordeling de procedure uit artikel 8.2 of 8.3 te volgen. 10. Bij een voldoende eindbeoordeling voor een coschap kan de student het coschap of onderdelen van het coschap niet overdoen. Artikel 8.2 - Procedure bij onvoldoende beoordeling op het onderdeel Professioneel Gedrag (PG) 1. Bij een onvoldoende beoordeling op het onderdeel PG kunnen zich twee situaties voordoen: a. eerste keer cijfer 5 op onderdeel PG b. cijfer 4 of tweede keer cijfer 5 op onderdeel PG a. eerste keer cijfer 5 op onderdeel PG 2. De eindbeoordeling van het coschap is hierdoor onvoldoende. 3. De examinator licht de examencommissie onverwijld in, stuurt haar het ingevulde eindbeoordelingsformulier van het betreffende coschap met schriftelijke onderbouwing van de onvoldoende eindbeoordeling toe en verwijst de student naar de studieadviseur. 4. De onvoldoende eindbeoordeling voor het coschap wordt geregistreerd in SIS (student informatiesysteem van de opleiding). 5. De examencommissie controleert of het de eerste keer is dat de student het cijfer 5 voor het onderdeel PG krijgt. 6. De examencommissie stelt de commissie PG en de studieadviseur op de hoogte van de melding van een onvoldoende beoordeling.
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
8/16
7.
8.
9. 10.
11. 12. 13. 14.
De examencommissie verzoekt de commissie PG onderzoek te verrichten naar de situatie. In ieder geval spreekt de commissie PG met de student en met de examinator. Daarnaast kan ze de studieadviseur om advies vragen. Na haar onderzoek stelt de commissie PG een remediëringsplan op en legt dit binnen 20 werkdagen na melding van de examinator aan de examencommissie voor aan de examencommissie. De examencommissie beslist of zij het remediëringsplan overneemt of aanpast en communiceert de beslissing aan de commissie PG, student, examinator en studieadviseur. Ingeval een remediërend PG traject heeft plaatsgevonden, anders dan een verlenging of nieuw coschap waarbij een examinator een nieuwe eindbeoordeling geeft, geeft de commissie PG een nieuwe beoordeling voor het onderdeel PG van het tot dan toe onvoldoende beoordeelde coschap en verstrekt deze beoordeling aan de examencommissie. De examencommissie geeft in dat geval een eindbeoordeling voor het tot dan toe onvoldoende beoordeelde coschap. Als de onvoldoende eindbeoordeling het IHK-1 coschap betreft moet, naast een remediërend traject PG, altijd het gehele IHK-1 coschap op een andere IHK-1 afdeling overgedaan worden. De student mag gedurende deze procedure door met het volgende coschap, tenzij hij niet voldoet aan de ingangseis van dat coschap. De ingangseisen van een coschap staan vermeld in de OER. Indien de student niet door mag met een volgend coschap, omdat hij niet voldoet aan de ingangseis, licht de examencommissie de coschapplanners in, zodat de afdeling waar het volgende coschap zou plaatsvinden in kennis kan worden gesteld en de coschapplanning van de student kan worden aanpast.
b. cijfer 4 op onderdeel PG of tweede keer cijfer 5 4: 15. De eindbeoordeling van het coschap is hierdoor onvoldoende. 16. De examinator licht de examencommissie onverwijld in, stuurt haar het ingevulde eindbeoordelingsformulier van het betreffende coschap met schriftelijke onderbouwing van de onvoldoende eindbeoordeling toe en verwijst de student naar de studieadviseur. 17. De onvoldoende eindbeoordeling voor het coschap wordt geregistreerd in SIS (student informatiesysteem van de opleiding). 18. De examencommissie controleert of het de eerste keer is dat de student het cijfer 4 of de tweede keer cijfer 5 voor het onderdeel PG krijgt. 19. De examencommissie stelt de commissie PG en de studieadviseur op de hoogte van de melding van de onvoldoende beoordeling. 20. De student stopt per direct met zijn coschappen en maakt een afspraak bij de studieadviseur. 21. De examencommissie licht de coschapplanners in, zodat de afdeling waar het volgende coschap zou plaatsvinden in kennis kan worden gesteld. 22. De examencommissie verzoekt de commissie PG onderzoek te verrichten naar aard, ernst en omvang van het onprofessionele gedrag. In ieder geval spreekt de commissie PG met de student en met de examinator. Daarnaast kan ze de studieadviseur om advies vragen. 23. Na haar onderzoek stelt de commissie PG een diagnose over de aard, ernst en omvang van het onprofessionele gedrag en legt binnen 20 werkdagen na melding van de examinator aan de examencommissie een advies voor aan de examencommissie: a. over de mogelijkheid om na remediëring alsnog de coschappen te hervatten. In dit geval stelt de commissie PG een remediëringsplan op en legt dit binnen 20 werkdagen na melding van de examinator aan de examencommissie voor aan de examencommissie. (zie voor verdere procedure lid 9 en verder van dit artikel). of b. over, indien de mogelijkheid genoemd onder a. niet zinvol wordt geacht, het instellen van de procedure die leidt tot de mogelijkheid om, in het belang van de patiëntenzorg, de student de
4
De tweede keer cijfer 5 op onderdeel PG, kan bij twee situaties van toepassing zijn: bij hetzelfde coschap (na remediëring) of bij een ander, volgend coschap. In beide situaties is deze regeling van toepassing.
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
9/16
voortgang van de coschappen te ontzeggen. Daarbij kan een iudicium abeundi procedure in overweging genomen worden (art. 15 van deze Regels en richtlijnen). Artikel 8.3 - Procedure bij onvoldoende beoordeling op het onderdeel Medische deskundigheid (MD) 1. Bij een onvoldoende beoordeling op het onderdeel MD kunnen zich twee situaties voordoen: a. eerste keer cijfer 5 op onderdeel MD b. cijfer 4 of tweede keer cijfer 5 op onderdeel MD a. eerste keer cijfer 5 op onderdeel MD 2. De eindbeoordeling van het coschap is hierdoor onvoldoende. 3. De examinator licht de examencommissie onverwijld in, stuurt haar het ingevulde eindbeoordelingsformulier van het betreffende coschap met schriftelijke onderbouwing van de onvoldoende eindbeoordeling toe en verwijst de student naar de studieadviseur. Tevens doet de examinator aan de examencommissie een voorstel over de remediëring. 4. De onvoldoende eindbeoordeling voor het coschap wordt geregistreerd in SIS (student informatiesysteem van de opleiding). 5. De examencommissie controleert of het de eerste keer is dat de student het cijfer 5 voor het onderdeel MD krijgt. 6. De examencommissie neemt op basis van het remediëringsvoorstel van de examinator een besluit over de wijze van remediëring. 7. Als de onvoldoende eindbeoordeling het IHK-1 coschap betreft moet het gehele IHK-1 coschap op een andere IHK-1 afdeling overgedaan worden. 8. Na een kennistoets of verlenging van het coschap op dezelfde locatie vindt een nieuwe eindbeoordeling plaats door de examinator. Bij een herkansing van het coschap op een andere locatie wordt de nieuwe eindbeoordeling gegeven door de examinator van dat coschap op de nieuwe locatie. 9. De student mag gedurende deze procedure door met het volgende coschap, tenzij hij niet voldoet aan de ingangseis van dit coschap. De ingangseisen van een coschap staan vermeld in de OER. 10. Indien de remediering consequenties heeft voor de coschapplanning van de student of indien de student niet door mag met een volgend coschap, omdat hij niet voldoet aan de ingangseis, licht de examencommissie de coschapplanners in, zodat de afdeling waar het volgende coschap zou plaatsvinden in kennis kan worden gesteld en de coschapplanning van de student kan worden aangepast. b. cijfer 4 op onderdeel MD of tweede keer cijfer 5 5: 11. De eindbeoordeling van het coschap is hierdoor onvoldoende. 12. De examinator licht de examencommissie onverwijld in, stuurt haar het ingevulde eindbeoordelingsformulier van het betreffende coschap met schriftelijke onderbouwing van de onvoldoende eindbeoordeling toe en verwijst de student naar de studieadviseur. Tevens doet de examinator een voorstel over de remediëring. 13. De onvoldoende eindbeoordeling voor het coschap wordt geregistreerd in SIS (student informatiesysteem van de opleiding). 14. De examencommissie controleert of het de eerste keer is dat de student het cijfer 4 of de tweede keer cijfer 5 voor het onderdeel MD krijgt. 15. De student stopt per direct met zijn coschappen en maakt een afspraak bij de studieadviseur. 16. De examencommissie licht de coschapplanners in zodat de afdeling waar het volgende coschap zou plaatsvinden in kennis kan worden gesteld en de coschapplanning van de student kan worden aangepast. 17. Bij het cijfer 4 of 2e keer cijfer 5, moet het gehele coschap op een andere afdeling overgedaan worden.
5
De tweede keer cijfer 5 op onderdeel MD, kan bij twee situaties van toepassing zijn: bij hetzelfde coschap (na remediëring) of bij een ander, volgend coschap. In beide situaties is deze regeling van toepassing. Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
10/16
Artikel 8.4 – Bezwaar schriftelijke tentamenvragen 1. Gedurende een schriftelijk tentamen heeft een student geen gelegenheid vragen te stellen over de vragen van het tentamen. 2. Na afname van het schriftelijke tentamen kan een student bezwaar of vragen kenbaar maken door deze uiterlijk de volgende dag schriftelijk in te dienen bij de coördinator van het onderwijsonderdeel. 3. Het schriftelijke bezwaar / de schriftelijke vragen dient/dienen voorzien te zijn van naam en studentnummer van de indiener, en per vraag het vraagnummer met bezwaar / vraag. 4. De coördinator reageert binnen 3 werkdagen op het bezwaar / de vragen, doch uiterlijk voordat het cijfer van het schriftelijke tentamen bekend gemaakt wordt. Artikel 8.5 – Beoordeling schriftelijke tentamens 1. De beoordeling van schriftelijke tentamens geschiedt aan de hand van tevoren schriftelijk vastgelegde, en eventueel naar aanleiding van de correctie bijgestelde, normen. 2. Indien bij de beoordeling van een schriftelijk tentamen meer dan één examinator is betrokken, ziet de examencommissie erop toe, dat alle examinatoren beoordelen aan de hand van dezelfde normen. 3. De wijze van beoordeling is zodanig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van zijn tentamen tot stand is gekomen. Artikel 8.6 – Heroverwegen van coschapbeoordeling 1. Indien een student het niet eens is met de eindbeoordeling van een coschap dan kan de student een verzoek tot heroverweging van de eindbeoordeling indienen, door binnen een week na de gegeven eindbeoordeling contact op nemen met de examinator. De student en de examinator proberen in onderling overleg tot een oplossing te komen. 2. Het verzoek om heroverweging van de eindbeoordeling van een coschap schort de termijn voor het indienen van een beroepschrift bij de College van beroep voor de examens niet op (zie artikel 4.4.5, deel A van de OER) Artikel 8.7 – Kwaliteitsbewaking toetsing De procedure die de examencommissie hanteert om de kwaliteit van de toetsing te bewaken is beschreven in bijlage 7 van het Handboek Kwaliteitszorg Onderwijs Geneeskunde en Medische informatiekunde AMC-UvA.
9 – Examens Artikel 9.1 - Examendatum 1. De examencommissie gaat automatisch over tot uitreiking van het getuigschrift zodra een student voldoet aan de eisen, die zijn vastgelegd in de OER. 2. De procedure Afstuderen master Geneeskunde staat vermeld op http://student.uva.nl/gnk 3. Het master- en artsdiploma wordt gedateerd op de datum van het laatste behaalde tentamen. 4. Diploma-uitreikingen vinden 12 maal per studiejaar plaats. 5. Een behaald doctoraaldiploma wordt overhandigd aan de studentenbalie van plein J0. Studenten hoeven zich hiervoor niet aan te melden. Artikel 9.2 – Judicia – cum laude 1. De examencommissie hanteert voor het toekennen van de kwalificatie ‘cum laude’ verschillende regelingen voor verschillende doelgroepen. De volgende doelgroepen worden onderscheiden: a. Studenten die zijn begonnen met coschappen voor 1 september 2011 (zie lid 2 van dit artikel) b. Studenten die zijn begonnen met coschappen vanaf 1 september 2011 tot 1 september 2012 (zie lid 3 van dit artikel) c. Studenten van de ongedeelde opleiding die zijn begonnen met coschappen op of na 1 september 2012 (zie lid 4 van dit artikel)
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
11/16
d.
2. 3.
Masterstudenten die zijn begonnen met de master op of na september 2012 (zie lid 5 van dit artikel) De kwalificatie ‘cum laude’ wordt vermeld op het getuigschrift. Aan studenten die gestart zijn met de coschappen voor 1 september 2011 en voldoen aan de volgende voorwaarden kwalificatie ‘cum laude’ wordt de kwalificatie ‘cum laude’ toegekend: a. Alleen de 1e poging van een tentamen telt mee. b. Er zijn geen vrijstellingen behaald. c. De cijfers van de volgende onderwijsonderdelen zijn niet lager zijn dan het cijfer 8: - Theorie en praktijk coassistentschap oogheelkunde - Theorie en praktijk coassistentschap dermatologie* - Eerste IHK-1 coassistentschap - Tweede IHK-1 coassistentschap - Derde IHK-1 coassistentschap - CF2- coassistentschap neurologie - CF2- coassistentschap psychiatrie - CF2- coassistentschap verloskunde/gynaecologie - CF2- coassistentschap sociale geneeskunde - CF3- coassistentschap huisartsgeneeskunde * Indien het coschap dermatologie tot het doctoraalexamen behoort, telt het onderdeel Theorie en praktijk co-assistentschap keel- neus en oorheelkunde mee in de cum laude berekening van het artsexamen (zie vereisten in het SIS). d. Van de volgende onderwijsonderdelen zijn minimaal twee onderdelen met het cijfer 9 zijn beoordeeld: - Eerste IHK-1 coassistentschap - Tweede IHK-1 coassistentschap - Derde IHK-1 coassistentschap - CF2- coassistentschap neurologie - CF2- coassistentschap psychiatrie - CF2- coassistentschap verloskunde/gynaecologie - CF3- coassistentschap huisartsgeneeskunde e. De (resterende) onderwijsonderdelen zijn met een voldoende afgesloten.
4.
Aan studenten die gestart zijn met de coschappen vanaf 1 september 2011 tot 1 september 2012 èn voldoen aan de volgende voorwaarden wordt het kwalificatie ‘cum laude’ toegekend: a. Er zijn geen hertentamens afgelegd. b. Er zijn geen vrijstellingen behaald. c. De cijfers van de volgende onderwijsonderdelen zijn niet lager dan het cijfer 8: - Theorie en praktijk coassistentschap oogheelkunde - Theorie en praktijk coassistentschap dermatologie* - Eerste IHK-1 coassistentschap - Tweede IHK-1 coassistentschap - Derde IHK-1 coassistentschap - CF2- coassistentschap neurologie - CF2- coassistentschap psychiatrie - CF2- coassistentschap verloskunde/gynaecologie - CF2- coassistentschap sociale geneeskunde - CF3- coassistentschap inwendige geneeskunde - CF3- coassistentschap heelkunde - CF3- coassistentschap huisartsgeneeskunde - CF4- oudste coassistentschap (indien beoordeeld met een cijfer). * Indien het coschap dermatologie tot het doctoraalexamen behoort, telt het onderdeel Theorie en praktijk coassistentschap keel- neus en oorheelkunde mee in de cum laude berekening van het artsexamen (zie vereisten in het SIS).
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
12/16
d.
e.
5.
Van de volgende onderwijsonderdelen zijn er minimaal twee met het cijfer 9 zijn beoordeeld: - Eerste IHK-1 coassistentschap - Tweede IHK-1 coassistentschap - Derde IHK-1 coassistentschap - CF2- coassistentschap neurologie - CF2- coassistentschap psychiatrie - CF2- coassistentschap verloskunde/gynaecologie - CF3- coassistentschap inwendige geneeskunde - CF3- coassistentschap heelkunde - CF3- coassistentschap huisartsgeneeskunde - CF4- oudste coassistentschap (indien beoordeeld met een cijfer). De (resterende) onderwijsonderdelen zijn met een voldoende afgesloten.
Aan studenten van de ongedeelde opleiding die gestart zijn op of na september 2012 èn voldoen aan de volgende voorwaarden wordt het kwalificatie ‘cum laude’ toegekend : a. Er zijn geen her(deel)tentamens afgelegd. b. Geen van de behaalde cijfers is lager zijn dan een 7. c. Het op studiepunten (studielast) gewogen gemiddelde cijfer van alle onderwijsonderdelen met een eindcijfer is 8,5 of hoger. Vrijstellingen worden niet meegewogen in deze berekening. d. Indien het oudste coschap is beoordeeld met een cijfer, dan is dat cijfer een 8 of hoger. e. Er is geen onvoldoende behaald voor het onderdeel Professioneel Gedrag. f. Er is geen vermelding geweest van fraude of plagiaat. g. Alle onderwijsonderdelen zijn met een voldoende afgesloten. .
6.
Aan masterstudenten die gestart zijn met de coschappen na september 2012 èn voldoen aan de volgende voorwaarden wordt het kwalificatie ‘cum laude’ toegekend: a. Er zijn geen her(deel)tentamens afgelegd. b. Geen van de behaalde cijfers is lager dan een 7. c. Het op studiepunten (studielast) gewogen gemiddelde cijfer van alle onderwijsonderdelen met een eindcijfer is 8,5 of hoger. Vrijstellingen worden niet meegewogen in deze berekening. d. De wetenschappelijke stage en de semi-artsstage zijn beoordeeld met het cijfer 8 of hoger. e. Er is geen onvoldoende behaald voor het onderdeel Professioneel Gedrag. f. Er is geen vermelding geweest van fraude of plagiaat. g. Alle onderwijsonderdelen zijn met een voldoende afgesloten.
7.
Verzoeken voor uitzondering op de ‘cum laude’ regelingen dient de student voorafgaand aan de laatste beoordeling in te dienen bij de examencommissie met het daarvoor bestemde formulier op http://student.uva.nl/gnk
8.
De examencommissie zal in zeer uitzonderlijke situaties van voorwaarden voor de kwalificatie ‘cum laude’ afwijken.
10 – Vrijstellingen 1.
Een vrijstelling voor een tentamen houdt in dat de student geacht wordt voor het desbetreffende tentamen of examen te zijn geslaagd, zonder toekenning van een cijfer.
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
13/16
2. 3. 4. 5.
In artikel 4.7, Sectie A van de OER is bepaald dat de examencommissie gerechtigd is vrijstellingen te verlenen naar aanleiding van een schriftelijk verzoek 6 van de student. In artikel 4.7, Sectie A van de OER zijn de voorwaarden voor het verkrijgen van een vrijstelling vastgelegd. Door de examencommissie verleent alleen vrijstellingen voor gehele onderwijsonderdelen. Door een coördinator kan een vrijstelling worden verleend voor een gedeelte van een onderwijsonderdeel.
Toekenningsgronden 6. Een vrijstelling kan worden verleend op grond van een tentamen dat is afgelegd in het kader van een andere opleiding. 7. Op de datum van het tentamen bedoeld onder lid 6 staat de student ingeschreven voor de betreffende opleiding en staat de student niet ingeschreven voor Geneeskunde UvA. 8. De student kan voor een onderwijsonderdeel een vrijstelling aanvragen indien de student: a. een tentamen heeft behaald van een onderwijsonderdeel met overeenkomstige inhoud en studielast van de gelijknamige opleiding aan een andere universiteit van Nederland. b. een tentamen heeft behaald van een onderwijsonderdeel met overeenkomstige inhoud en studielast van de gelijknamige opleiding in het buitenland. c. een tentamen heeft behaald van een onderwijsonderdeel met overeenkomstige inhoud en studielast van een andere universitaire opleiding in Nederland of in het buitenland, dan wel van een vergelijkbare hogere beroepsopleiding in Nederland. d. een tentamen heeft behaald van een onderwijsonderdeel met overeenkomstige inhoud en studielast van een ander curriculum binnen de geneeskundeopleiding. 9. Voor een aantal onderwijsonderdelen zijn specifieke criteria geformuleerd. Deze zijn te vinden in de desbetreffende course op Blackboard. 10. Vrijstellingen worden niet verleend op grond van onderdelen uit hetzelfde curriculum. 11. Vrijstellingen worden niet verleend op grond van onderdelen die langer dan 5 jaar geleden zijn behaald. Procedure 12. Een verzoek om vrijstelling voor een geheel onderwijsonderdeel wordt ingediend bij de Onderwijsadministratie met het daarvoor bestemde formulier op http://student.uva.nl/gnk incl. bewijsstukken bv. een gewaarmerkte kopie van cijferlijst/diploma met vakomschrijving. 13. Uit de bewijsstukken, bedoeld in lid 12 moet blijken of de inhoud en het niveau overeenkomt met die van het onderwijsonderdeel waarvoor de vrijstelling wordt aangevraagd. 14. De examencommissie legt het verzoek zo nodig voor advies voor aan de betreffende coördinator, waarna de examencommissie een besluit neemt. 15. Het verzoek om vrijstelling kan niet eerder dan 1 jaar voor aanvang van het betreffende onderwijsonderdeel worden ingediend. 16. Het verzoek om vrijstelling moet uiterlijk 25 werkdagen voor aanvang van het betreffende onderwijsonderdeel bij de Onderwijsadministratie binnen zijn. 17. De student wordt binnen 20 werkdagen na ontvangst van de aanvraag schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing. 18. Bij verzoek om meerdere vrijstellingen wordt geadviseerd contact op te nemen met de studieadviseur, zodat een gunstige studieplanning bekeken kan worden. 19. Een verzoek om vrijstelling voor een deel van een onderwijsonderdeel wordt ingediend bij de coördinator van dat onderwijsonderdeel. Het besluit hierover wordt genomen door de betreffende coördinator zelf.
11 – Goedkeuring onderwijsonderdelen Voor deelname aan de onderwijsonderdelen ‘alternatief keuzeonderwijs’ en de ‘wetenschappelijke stage’ uit de masteropleiding Geneeskunde en ‘oudste coschap op alternatieve locatie’ uit de 2e fase 6
Dit schriftelijke verzoek mag via de e-mail worden verzonden.
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
14/16
van de ongedeelde opleiding moet goedkeuring worden aangevraagd bij de desbetreffende coördinator via de daarvoor vastgelegde procedure. Zie hiervoor de desbetreffende Blackboard course.
12 – Geldigheidsduurverlenging 1. Een verzoek om verlenging van de geldigheidsduur van een tentamen dient ingediend te worden bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie door middel van het algemeen formulier voor verzoeken aan de examencommissie op http://student.uva.nl/gnk. 2. Bij dit verzoek dient duidelijk vermeld te worden wat de reden is voor het verzoek en wat de oorzaak is van de vertraging.
13 – Bewaartermijnen 1. Tentamenopgaven en uitwerkingen, waaronder begrepen werkstukken en andere schriftelijke materialen waarvoor een (deel)cijfer is toegekend, worden gedurende ten minste twee jaar na vaststelling van de tentamenuitslag bewaard door de examinator. 2. Eindverslagen van de wetenschappelijke stage worden ten minste zeven jaar bewaard door de examinator. 3. Tentamenuitslagen (diplomasupplementen, brondocumenten) worden ten minste dertig jaar bewaard door de afdeling Onderwijssupport van het AMC
14 – Fraude en plagiaat regeling Zoals gesteld in artikel 3.11, deel A van de OER is het bepaalde in de Fraude- en plagiaatregeling studenten UvA onverkort van toepassing. Deze regeling is als bijlage toegevoegd aan de OER en te vinden in de digitale studiegids. Procedure 1. Wanneer fraude en/of plagiaat wordt geconstateerd deelt de examinator dit terstond mee aan de student en tevens schriftelijk aan de examencommissie Geneeskunde onder overlegging van de schriftelijke stukken en bevindingen. 2. De examencommissie stelt de student binnen een termijn van 2 weken in de gelegenheid te worden gehoord. 3. De examencommissie stelt vast of er sprake is van fraude of plagiaat en deelt de student schriftelijk haar besluit en de sancties mede binnen een termijn van 4 weken, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens. 4. Indien plagiaat wordt geconstateerd of vermoed in een bepaald werkstuk, kan de examencommissie besluiten eerder door dezelfde student(en) ingeleverde werkstukken te onderzoeken op plagiaat. De student is verplicht aan zo’n onderzoek mee te werken en kan worden verplicht digitale versies van eerdere werkstukken aan te leveren. 5. De opgelegde sancties worden vastgelegd in het studentendossier.
15 - Iudicium abeundi 1. 2.
3.
Conform artikel 2,5, deel A van de OER bestaat de mogelijkheid tot een iudicium abeundi. In de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde AMC / UvA geldt als (procedureel) hulpmiddel hiervoor het Protocol Iudicium Abeundi van de NFU (http://www.nfu.nl/img/pdf/Protocol_Iudicium_Abeundi.pdf) In aanvulling op het protocol, bedoeld in lid 2 geldt in de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde AMC / UvA dat: a. Als er vanuit het gezichtspunt van de patiëntenzorg zwaarwegende bezwaren zijn tegen voortzetting van de opleiding van een student, er een gezamenlijk oordeel van de afdelingshoofden van betreffend coschap in het AMC en enkele affiliatieziekenhuizen wordt opgesteld.
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
15/16
b. Het gezamenlijke oordeel altijd wordt voorgelegd aan de decaan. c. In ieder geval de decaan besluit, met in achtneming van de zorgvuldigheidseisen uit het protocol genoemd in lid 2 van dit artikel, om het verzoek tot een iudicium abeundi voor te leggen aan het College van Bestuur van de UvA.
16 – (Overgangs)regelingen Gezien het bestaan van verschillende curricula (Artsopleiding curriculum ’93; Artsopleiding Curius; Masteropleiding Curius +) bestaan er verschillende overgangsregelingen, te weten: - Regeling wegens curriculumwijziging differentiatiepakketten master Geneeskunde - Regeling coschapprogramma studenten ongedeelde opleiding Deze zijn te vinden op http://student.uva.nl/gnk
17 – Hardheidsclausule In gevallen waar de bepalingen van deze Regels en richtlijnen onredelijk en onbillijk uitwerken voor de student, kan de examencommissie een uitzonderingsregeling treffen.
18 – Beroepsprocedure Indien een student zich niet kan verenigen met een besluit van een examinator of de examencommissie staat aan hem de mogelijkheid open om binnen zes weken hiertegen beroep aan te tekenen bij het College van beroep voor de examens. De beroepsprocedure is te vinden op www.uva.nl.
19 – Wijziging 1. Wijzigingen van deze Regels en richtlijnen worden, na advies van het bestuur van het Onderwijsinstituut Geneeskunde, de Studentenraad en de opleidingscommissie Geneeskunde bij afzonderlijk besluit vastgesteld door de examencommissie Geneeskunde. 2. Wijzigingen die van toepassing zijn op het lopende studiejaar vinden niet plaats, tenzij de belangen van de studenten hierdoor redelijkerwijze niet worden geschaad.
20 – Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 15 februari 2015. Aldus vastgesteld door de examencommissie Geneeskunde van het AMC / de Universiteit van Amsterdam, op 6 februari 2015 na advies van het bestuur van het onderwijsinstituut Geneeskunde, de opleidingscommissie Geneeskunde en de Studentenraad.
Regels en richtlijnen master Geneeskunde van de Examencommissie 2014-2015
16/16