Verschijnt 14-daags, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor Hasselt 1
11 mei 2000
België-Belqique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
nr 7 * elfde jaargang
de standaard volgens vandermeersch faculty club op nieuwe wegen de krachttoer van het kijken een leven lang: vic nachtergaele
5
rector oosterlinck blikt vooruit en naar binnen
FORUM
Deze pagina staat open voor uw meningen of reacties. De inhoud is voor rekening van de auteur. De redactie behoudt zich het recht voor om stukken in te korten of te weigeren. Lezersbrieven worden gepubliceerd met naam en woonplaats van de auteur. Bijdragen die ons na de deadline bereiken, zullen niet worden opgenomen. Het adres van de redactie vindt u op de volgende pagina, de deadlines van de volgende nummers vindt u hieronder.
K.U.Leuven:
Janus van de ICT
Professor Herman Bruyninckx pleit voor het stimuleren van Open Software aan onze universiteit als gezond alternatief
Ongeveer twee jaar geleden pleegde ik in Campuskrant een artikel met als titel ‘Eredoctoraat voor Bill Gates?’. Daarin bekritiseerde ik het feit dat zowat iedereen aan onze instelling klakkeloos de monopoliepositie van Microsoft in de sector van de pc-software scheen te aanvaarden, dat we studenten afleveren voor wie ICT gelijk staat aan icoontjes drukken, zonder dat ze beseffen wat er achter de (grafische) schermen gebeurt, en dat men de ogen sloot voor de enorme voordelen die Open Software biedt. (Voor wie het laatste jaar verstoken is geweest van informatie uit de wereld van de Informatie- en Communicatie-Technologie (ICT): Open Software is de verzamelnaam van duizenden softwarepakketten die gratis beschikbaar zijn, w aarvan niemand de eigenaar is, waarvan de licenties alle mogelijke rechten aan de kant van de gebruikers leggen.) Tot mijn niet geringe verbazing weekte dit artikel een hele hoop reacties los; uit alle lagen van de K.U.Leuven-gemeenschap, behalve van de academische overheid.
voor de commer ciële software van monopolisten als Microsoft.
Ondertussen is er enorm veel geëvolueerd: Microsoft is voor de publieke opinie ontmaskerd als een onverbeterlijke monopolist, en veroordeeld voor onethische handelspraktijken; Linux en andere Open Software hebben een graad van technische en commerciële rijpheid bereikt die op velerlei gebieden die van gesloten software overstijgt; niemand buiten Microsoft zelf onthaalt de lancering van de nieuwe Windows 2000 als het evenement van het jaar; aan de K.U.Leuven (en andere instellingen van hoger onderwijs) werken ondertussen tientallen servers en honderden pc’s op Open Software; wereldwijd verdienen reeds duizenden mensen goed hun brood met Open Software (in de Leuvense Linuxbedrijven alleen al zijn dat er een 40-tal!); in Vlaanderen zijn verscheidene scholen met Open Software aan het experimenteren en de vraag naar informatie en opleiding overtreft ruimschoots het aanbod; Vlaanderens technologische trots Lernout & Hauspie heeft een spraakgestuurde zakcomputer gelanceerd die werkt onder Linux (en niet onder de concurrerende Windows CE van medeaandeelhouder Microsoft!); al wie naar de webpagina’s van pakweg de VRT en de VTM surft, komt op een Linux-machine terecht; LUDIT en KulNet zijn erin geslaagd om van CWIS een intranet te maken dat overal ter wereld gezien mag worden, mede door hun goede expertise op het gebied van Open Software en hun respect voor open standaarden; de Europese Unie trekt in het IST-programma substantiële budgetten uit ter ondersteuning van Open Software, en ze heeft de discussie geopend rond de veiligheids- en afhankelijkheidsaspecten van gesloten besturingssystemen zoals Windows; 25% van de server-computers die wereldwijd verkocht werden in 1999 dr aaien Linux (cijfers van IDG, en deze bevatten niet eens al die andere die met niet officieel aangekochte maar even legale kopies zijn opgezet); zelfs hotmail.com, de gratis e-mail-dienst van Microsoft, draait niet onder Windows maar wel met uitsluitend Open Software! Ondanks deze explosieve evolutie blijft onze Alma Mater zich gedragen als een Janus-figuur met twee aangezichten: terwijl aan de basis de belangstelling en het gebruik van Open Software groeien, beweegt er aan de top helemaal niks. Er komt geen signaal dat Open Software niet alleen gedoogd wordt maar misschien zelfs wel gestimuleerd mag worden. Geen signaal naar de grote ICT-leveranciers (bijvoorbeeld SAP) dat ze alle gegevens in open formaten moeten opslaan en aanbieden, en dat ze de campuslicenties in feite gratis zouden moeten
2 C A M P U S K R A N T 11.5.2000
maken, gezien de onbetaalbare marketing en opleiding die de K.U.Leuven in de plaats van die bedrijven aan onze studenten aanbiedt. Geen inspanning om Dell als huisleverancier te verplichten om op elke PC-Shop-computer ook Linux te installeren (kost hen geen cent, en ze leveren wereldwijd toch al 5% van al hun computers met Linux geïnstalleerd) zodat iedereen de kans krijgt zonder installatieproblemen kennis te maken met Open Software. Geen eredoctoraat voor ICT- ‘vrijheidstheologen’ à la R ichard Stallman, Donald Knuth of Linus Torvalds, terwijl Romero en de Zusters Theresa en Devos wel voor hun onverdroten en even ‘hopeloze’ ijver voor de onderdrukten in de (verdiende) bloemetjes worden gezet. Geen Expertisecentrum Open Software, waarmee we niet alleen aan een voo ruitstrevend image kunnen bouwen bij toekomstige studenten, maar tegelijk ook nuttige maatschappelijke dienstverlening kunnen verzorgen. Geen erkenning voor het schrijven van (open) software, maar wel voor papieren publicaties, die veel minder direct bruikbaar zijn, en die verschijnen in te dure tijdschriften. Geen economische studie naar de business-modellen achter Open Softwarebedrijven. Geen afwijzing van de onethische zakenpraktijken van Microsoft, ondanks de fraaie bewoordingen in de Opdrachtsverklaring. Niks, nothing, File not found, ... Wel genereert de K.U.L euven overvloedig signalen in de andere richting: een onverminderde stroom van Word-bestanden op CWIS (alhoewel dit bestandsformaat zelfs niet standaard is tussen twee verschillende versies van het eigen programma!); pogingen om de gesloten en te betalen software van Reference Manager op te dringen om de bibliografische gegevens van alle departementen te verzamelen (terwijl er al jaren open standaarden en software bestaan die deze job uitstekend klaren); men werkt actief mee wanneer SAP zijn gesloten web-agenda-formaat wil opdringen, ook al bestaan er open internationale standaarden voor deze doeleinden; idem dito met de Active Directories van Microsoft; of als datzelfde Microsoft nog maar eens jarenlang gerespecteerde standaarden (i.c. de toegangsbeveiliging via het kerberos-protocol) ‘innoveert’ en dus onbruikbaar maakt voor andere fabrikanten. Deze ambigue Janus-kijk is niet alleen een feit aan de K.U.Leuven, maar in zowat alle bedrijven en administraties. Om de eenvoudige reden dat overal de beslissingsnemers ver afstaan van de dagelijkse ICT-praktijk, laat staan dat ze de tijd hebben of nemen om Open Software op zijn objectieve merites te leren evalueren. De vakbladen die ze onder ogen krijgen brengen weinig of geen nieuws uit de Open Software-wereld, omdat ze uit die hoek geen snoepreisjes of geschenken in natura verwachten ... Janus was de god die tegelijk vooruit en achteruit keek, de god van de bogen en de poorten (‘gates’ in het Engels ...), de god die onveranderd tezamen met Vesta (‘bill’ in het Engels ...) werd vereerd, wiens slaafse volgelingen, de Vestaalse maagden, onverbiddelijk ter dood werden veroordeeld indien ze de regels (lees ‘licenties’) overtraden. Voer genoeg voor ernstige academische overpeinzingen ... vervolg op pagina 12
Verschijningsdata Campuskrant 2000
AB = met alumnibijlage Nr. Verschijningsdatum Teksten indienen vóór 8 25 mei 17 mei 9 8 juni (AB) 31 mei 10 22 juni 14 juni 11 31 augustus (AB) 23 augustus 12 21 september 13 september
13 5 oktober (AB) 27 september 14 19 oktober 11 oktober 15 3 november 25 oktober 16 16 november (AB) 8 november 17 7 december 29 november Bijdragen dienen ons de dag van de deadline te bereiken, vóór 12u sti pt. Suggesties voor artikels of interviews zijn welkom op het redacti eadres,
minstens (liefst veel eerder) één week voor de deadline. De vaste bijdragen voor kalenders en vacante mandaten worden twee dagen voor elke deadline ingewacht bij de betrokken diensten, niet bij de redactie van Cam puskrant.
GECITEERD
11 mei 2000
“TV-kijken gaat alvast bij jongeren ten koste van het uitgaansleven. Dat besloot Jan Van den Bulck van het Departement Communicatiewetenschappen aan de K.U.Leuven uit een ondervraging van duizend Vlamingen van 17 en 18 jaar oud. (...) Verrassend was dat Van den Bulck geen verband ontdekte tussen tv-kijken en sporten, wel tussen tvkijken en uitgaan: wie veel voor de buis zat, dook minder in de disco of het café. Georganiseerde vrijetijdsbesteding, zoals muziekschool of jeugdbeweging, leed niet onder het tv-kijken. Gemiddeld keken Vlaamse jongeren per week slechts tien uur naar de tv - d at is de helft van de gemiddelde Vlaamse volwassene.”
Campuskrant
Veertiendaags tijdschrift van de K.U.L euven Redactie
Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Wouter Verbeylen Adreswijzigingen Redactiesecretariaat
Véronique Limbourg t(016)32 41 8 4 Redactieadres
Dienst Communicatie Oude Markt 13 3000 Leuven t(016)32 40 18 f(016)32 40 1 4 e-mail
[email protected]
Knack, 26.4.2000
“Wie aan een hogeschool studeert, geeft gemiddeld meer uit dan zijn collega-studenten aan de universiteit. Studenten die een opleiding van twee cycli (vier jaar) volgen aan een hogeschool zijn het duurst. Bovendien liggen de uitgaven voor kotstudenten hoger dan die voor pendelstudenten. Dat blijkt uit een onderzoek dat het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA, K.U.L euven) in opdracht van de Vlaamse overheid deed naar de studiekosten in het hoger onderwijs. De kosten van een jaar hoger onderwijs liggen tussen 67.000 frank en 155.000 f rank. (...) Er is ook een groot verschil tussen de individuele instellingen: de ene hogeschool of universiteit blijkt de andere niet. De studiekost aan de goedkoopste en de duurste hogeschool ligt meer dan 45.000 f rank uit mekaar. Bij de universiteiten is er een verschil van ongeveer 30.000 frank.”
Internetadres
http://www.kuleuven.ac.be/ck/ Aan dit nummer werkten mee
Karine Aert, Leen Bockaert, Erik Brusten, Herman Bruyninckx, Jür gen Blondeel, Lieve Dillen, Anne-Mie Jaspers, Geert Op de Beeck, Isabel Penne, Klaartje Proesmans, L ieve Quaegebeur, Siska Waelkens Stuurgroep Campuskrant
N. (voorzitter), Jan Bauwens, Hilde Devoghel, Jan De Vuyst, Jan Elen, Bernard Himpens, Jos Huypens, Stephan Neetens, Isabel Penne, Carlos Steel, Paul Thurman, Jos Vaesen, Frans Van Nieuwenhove, Luc Vanquickenborne, Jan Verhaeghe, Marc Waelkens
5 Rector Oosterlinck blikt vooruit en naar binnen
Vormgeving
Total Design Belgium
Het Nieuwsblad, 27.4.2000 Foto’s
2 Forumstuk “De ministers van de Vlaamse regering en hun medewerkers kunnen voortaan de hulp van de computer inroepen om decreten en besluiten te schrijven. Het Instituut voor Sociaal Recht van de K.U.Leuven leverde het Solon-programma, dat het op verzoek van de vorige Vlaamse regering ontwikkelde. Solon helpt de minister, zijn medewerker of een ambtenaar de inhoud van een maatregel ‘volgens het boekje’ om te zetten in juridische bepalingen, in de vorm van een arti kel in een decreet of besluit. (...) Voor de inhoud en de gevolgen van een decreet is de computer niet verantwoordelijk. D at blijft een zaak van minister en parlement.” De Financieel Economische Tijd, 2.5.2000
Patrick Holderbeke, Karel Rondou, Rob Stevens
Herman Bruyninckx over open software en Microsoft
Coverfoto
Rob Stevens
4 Onderwijsvernieuwing aan de K.U.L euven
Passiviteit is geen recht
Cartoons
Joris Snaet
6 Anemoon-project
Reclameregie
De muren staan er al
Dienst Communicatie K.U.Leuven, Ine Van Houdenhove, t(016)32 40 18
7 Feestjaar-sponsor aan het woord
Oplage
De Standaard-hoofdredacteur Peter Vandermeersch
18.000 Drukwerk
Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt
8 Octrooibegeleiding aan de K.U.Leuven
Verantwoordelijke uitgever
De gevolgen van Eureka “De K.U.L euven neemt bijkomende maatregelen om de campus in Heverlee veiliger te maken. Het gaat onder meer om praatpalen, extra bewaking en de herinrichting van de fietsbunkers. De maatregelen werden voorgesteld door de werkgroep Veiligheid, die vorig academiejaar aan de K.U.Leuven werd opgericht door studenten, personeel, rijkswacht en politie naar aanleiding van enkele incidenten op deze campus.”
Frans Van Nieuwenhove Naamsestraat 22 3000 Leuven
9 Een leven lang
Romanist en oud-KULAK rector Vic Nachtergaele
Copyright artikels
Artikels uit deze editie - of delen ervan - kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie.
10 Onderzoek naar oogbewegingen
De krachttoer van het kijken
Abonnementen
11 Interview met manager Tine Verhelst
300 fr. tot eind 2000. Afg estudeerden die lid zijn van Alumni Lovanienses krijgen de nummers met alumnibijlage 8 keer per jaar gratis toegestuurd. Zij kunn en zich voor 150 fr. abonneren op de nummers zonder alumnibijlage. Een buitenlands abonnement kost voor alumni 300 fr. tot eind 2000 (anderen 600 fr.). Rekeningnr.: 432-0000791-61 t.n.v. Dienst Communicatie, Oude Markt 13 te 3000 L euven, met vermelding ‘Thuisabonnement CK’.
De Faculty Club op nieuwe wegen
Belga, 3.5.2000
12 Gemma-Frisius-fonds groeit snel
Onderzoeksvalorisatie boekt succes 13 Jeugdboek over middeleeuwse kunst bekroond
Nooit te jong om te leren
Het volgende nummer verschijnt op 25 mei. Bijdragen - verslagen van raden, nieuwe publicaties, kalenders, korte, informatieve stukjes dienen ons te bereiken vóór woensdag 17 mei, 12u stipt. Suggesties voor artikels en interviews zijn welkom op het redactieadres.
14 Handelsingenieur wint Ippa-prijs
Ethisch beleggen: meer dan een modewoord 15 De erfenis van ‘ Tant Griet’
Margaret’s Hospital opgericht 17 Ad valvas 20 Studenten
Laureaat Literaire Wedstrijd Maarten De Pourcq
11.5.2000 C A M P U S K R A N T
3
ONDERWIJSVERNIEUWING IN DE KIJKER
Studenten zijn gewaarschuwd
“Passiviteit is geen recht” Anne-Mie Jaspers
Voor deze aflevering van onze reeks over onderwijsvernieuwing aan de K.U.L euven liepen we langs bij professor Dominique Vanneste van de Afdeling Sociale en Economische Geografie. Daar wordt uiteraard veelvuldig gebruik gemaakt van beeldmateriaal en naast de gebruikelijke dia’s en foto’s lijkt een ICT-toepassing dan ook een l ogische volgende stap. Professor Vanneste is met haar huidige OOI-project rond virtuele terreinexploratie niet aan haar proefstuk toe. Vanneste: “Tot nu toe hebben we al twee projecten gerealiseerd. Samen met mijn collega professor Gerard Govers en Open Universiteit Nederland ontwikkelde ik een cd-rom voor het practicum Geografische Informatiesystemen. Open Universiteit gebruikt de cd-rom voor afstandsonderwijs, wijzelf als bron voor zelfstandige verwerking van de leerstof, dus niet ter vervanging van de hoorcolleges. Daarnaast richtte ik samen met collega professor Myriam Verbeke een website op rond ruimtelijke transformaties in post-apartheid Zuid-Afrika, waarvan een aantal modules voor verschillende lessen en door verschillende collega’s gebruikt kunnen worden aan de K.U.L euven, aan Zuid-Afrikaanse universiteiten én daarbuiten.”
een aantal beschouwingen voorleggen, bijvoorbeeld ‘in welke mate is dit landschap een vorm van historische erfenis en hoe zou men deze erfenis kunnen beheren in de toekomst?’ Economisten zijn dan weer meer geïnteresseerd in vestigingsfactoren voor bedrijven, het economische imago van een bepaalde regio: waarom gaat een bedrijf zich op een bepaalde plaats vestigen?” “De geografen vormen een groep apart: zij gaan geregeld op excursie en doen terreinervaring op. Toch is de website ook voor hen geen overbodig hulpmiddel: met het op stapel staande project rond virtuele terreinexploitatie zullen we proberen hen nog beter voor te bereiden, zodat we het maximum kunnen halen uit de excursies. Vooral tijdens de excursies met kandidatuursstudenten wordt er nog te veel ‘gedoceerd’ op het terrein: de website-voorbereiding zou meer ruimte kunnen scheppen voor begeleide zelfactiviteit, zoals het bevragen van omwonenden of bevoorrechte getuigen door middel van enquêtes.” “Ik hoop dat de studenten zelfverzekerder zullen worden door dit project, dat ze een beter inzicht krijgen in de werkelijkheid en leren essentiële elementen van bijkomstige te onderscheiden in een landschap - ongeacht of het van menselijke of natuurlijke aard is. Ze moe ten tijdens de ontleding van een landschap ook inzicht krijgen in bepaalde processen die dit landschap vorm geven, en die vaak niet uniek zijn voor een bepaalde plaats. Via ICT kan je hen, na een terreinoefening, ook andere plaatsen tonen waar we wegens tijdof geldgebrek niet heen kunnen, maar die wél aan dezelfde processen onderhevig zijn.”
Licht uit, contact weg
“Mijn interesse in de OOI-projecten vindt haar oorsprong in de verscheidenheid van de groep studenten waaraan ik lesgeef. Geografen, historici, economisten - door hun uiteenlopende achtergrond zijn zij natuurlijk ook in verschillende aspecten van het vak geïnteresseerd. Tijdens de les toon ik natuurlijk ook wel eens dia’s - vooral aan studenten uit richtingen die geen excursies hebben in hun lessenpakket -, maar dan geven de studenten niet zelf het tempo aan. Daarbij komt nog dat het contact verbroken wordt: het licht gaat uit, en je weet volstrekt niet wààr ze op dat moment mee bezig zijn, of ze nog wel ‘aanwezig’ zijn.” “Alleen al om die reden is het interessant om kaartenmateriaal, interviews, enzovoort, gekoppeld aan beelden van het terrein, in een web-toepassing te gieten. Via hot spots kan je de student een beetje leiden in de interpretatie van de beelden, bijvoorbeeld door feedback te geven bij een foute ontleding van het beeld. En je kan perfect inspelen op de verscheidenheid van de groep. De historici zijn vooral geïnteresseerd in een interpretatie van een landschap als historische bron, dus voer je modules in die de historische aspecten naar de voorgrond brengen, bijvoorbeeld in beelden rond nederzettingsgeografie. Door oud en nieuw kaartenmateriaal toe te voegen kan je hen
Wereldprocessen
“De modules voor virtuele terreinexploitatie zouden trouwens een springplank moeten zijn voor internationalisering; met collega’s van het Virtual Geographic Department in de Verenigde Staten onderzoeken we reeds de mogelijkheden voor een eventuele samenwerking en op het Congres van de Association of American Geographers zal ik volgend jaar de resultaten hiervan voorstellen. Dat zou natuurlijk ideaal zijn: beelden kunnen tonen van gelijkaardige of juist afwijkende processen van over heel de wereld: van steden en platteland, van wonen en economische functies, van landschapsdegradatie en -herstel, van beleidsingrepen via ruimtelijke ordening, enzovoort. Verstedelijking bijvoorbeeld is een wereldwijd probleem, maar toch heeft iedere regio zijn eigen specifieke aanpak en komen telkens andere conflicten aan de oppervlakte. Die verschillende voorbeelden kunnen samenbrengen en linken kunnen leggen met planningsdocumenten en andere verklarings- en beheersvormen, zou een geweldige verrijking betekenen.” “Het is ook belangrijk dat we niet te voortvarend zijn en starten met een
vervolg op pagina 17 LEZERSBRIEVEN
In Campuskrant van 16 maart 2000, p. 1 5, geeft Nicolaas Van Leeuwen een aantal verklaringen weer van professor Georges De Schrijver S.J. over Mgr. Oscar Romero, aartsbisschop van San Salvador, die in 1980 aan het altaar werd vermoord. Omwille van mijn werk in de sector van de ontwikkelingssamenwerking volg ik met veel belangstelling de situatie in Centraal-Amerika. Ik meen een paar interessante gegevens te kunnen toevoegen aan de woorden van professor De Schrijver. Ik ben de mening toegedaan dat het weinig zin heeft de figuren van Mgr. Romero en die van zijn opvolger, Mgr. Saénz Lacalle, tegen elkaar op te stellen. In Avvenire van 24-3-94 heeft Mgr. Saénz een aangrijpende getuigenis geleverd van zijn diepe vriendschap met Mgr. Romero, tot de dag waarop deze werd vermoord, een dag die beide vrienden trouwens samen doorbrachten. Misschien was het omwille van deze geestelijke band dat Johannes Paulus II Mgr. Saénz benoemde als opvolger van Mgr. Romero. Dat liet de paus tenminste uitschijnen toen hij in 1996, op weg naar Centraal-Amerika, aan de journalisten verklaarde dat er geen tegenstelling kon zijn tussen beide figuren, omdat Mgr. Saénz de biechtvader was geweest van Mgr. Romero (vgl. Corriere della Sera, 6-12-96).
4 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0
Over de nieuwe oriëntatie i.v.m. bevrijdingstheologie die, volgens prof. De Schrijver, Mgr. Saénz zou hebben aangenomen tegenover Mgr. Romero, moet men m.i. een belangrijke precisering toevoegen: tussen de moord op Mgr. Romero, in 1980, en de benoeming van Mgr. Saénz, in 1995, heeft de Kerk grondig nagedacht over bevrijdingstheologie. Ze is tot de conclusie gekomen dat men een duidelijk onderscheid moet maken tussen een bevrijdingstheologie waarin de Kerk haar boodschap erkent, en een andere die zij heeft moeten verwerpen omwille van haar marxistische methodologie. In 1993 had ik de g elegenheid Mgr. Saénz aan het werk te zien, in zijn vroegere bisdom, Santa Ana, waar hij duidelijk en op grote schaal een ‘opción por los pobres’ doorvoerde, zonder te vervallen in afwijkingen die onaanvaardbaar zijn voor de Kerk, en dus voor een katholieke bisschop. Ik denk dat deze preciseringen een aantal nuances brengen die de lezer van Campuskrant behoeden tegen een afgezaagd en weinig realistisch cliché: Romero tegenover Saénz, bevrijdin gstheologie tegenover Opus Dei of Kerk van de armen tegenover Vaticaan. Dr. Benoit Beuselinck
BELEID ligheid hebben, multidisciplinaire interesse, en politieke flair - héél belangrijk. Je moet aandacht hebben voor elke individuele mens. Je moet oor hebben voor de problemen van de student.” De toekomst
Vijf jaar later
Rector Oosterlinck blikt vooruit en naar binnen Ludo Meyvis
Rector André Oosterlinck begint aan een nieuwe ambtstermijn. Hij werd, na de eerste verkiezingsronde, op 18 april door de Raad van Beheer be noemd tot rector voor de periode 2000-2005. Tijd voor een terugblik, en vooral voor een peiling van de toekomst. We troffen de rector aan bruisend van energie, en duidelijk méér dan klaar om er in te vliegen. Eerlijk zeggen: voelde u iets van triomf toen de stemmen geteld waren? “Eerlijk antwoord: neen. Als er maar één kandidaat is, heb je uiteraard niet de ontlading die er is als je de mee ste stemmen haalt van meerdere kandidaten. Maar toch, die spanning was er nu ook. Mijn zorg was niet zozeer dàt ik zou winnen, maar wel of dat met een voldoende groot draagvlak zou gebeuren. Dat is gelukkig heel duidelijk wel het geval geweest. Natuurlijk stemt dat mij tevreden, maar een gevoel van triomf is het zeker niet. Trouwens, ik weet wat me te wachten staat, ik weet hoe zw aar de job is. Geloof me, op sommige momenten is het echt geen pretje.” Beter worden
Wat vindt u de belangrijkste verwezenlijking van de afgelopen 5 jaar? “Dat vind ik een heel moeilijke vraag. Even kijken ... In het algemeen, dat we beter geworden zijn dan we waren. Leuven stónd al aan de top, vijf jaar geleden, en daar staan we nog altijd, sterker dan toen. Ons onderzoek scoort schitterend, ons onderwijs wordt ingrijpend verbeterd, onze maatschappelijke aanwezigheid is evident.” En het grootste probleem waarmee u de afgelopen 5 jaar geconfronteerd werd? “Dat is duidelijk: de financiële en structurele problemen van onze ziekenhuizen. Toen twee jaar geleden de diepte van de put duidelijk werd en tegelijk ook de niet aangepaste organisatie, heb ik me er zéér intensief en heel persoonlijk voor ingezet om die dreigende ramp af te wenden. Ik denk dat we nu, twee jaar later, zijn waar we moesten zijn. Als de reg ering haar beloften houdt, zullen we het vorige boekjaar zelfs licht positief kunnen afsluiten. Maar veel belangrijker is dat we het nodige gedaan hebben om onze ziekenhuizen goed georganiseerd de 21ste eeuw binnen te brengen. Dat betekent echter niet dat alle problemen nu van de baan zijn .” Wat vond u de prettigste ervaring tijdens de afgelopen jaren? “De manier waarop je binnen de K.U.L euven kunt samenwerken. Vreemd is dat. De ene faculteit weet bij wijze van spreken soms nauwelijks waar de andere ligt, maar als het erop aankomt mensen te vinden voor de verdediging van bepaalde gemeenschappelijke belangen, dan vind je d ie overal. We beconcurreren elkaar soms, maar we werken samen als het moet. Dat vind ik gezond.” “Het frappeert me telkens weer dat een universiteit meer is dan de som van zijn delen. Wat men er ook van zeg t, er is een belangrijk gemeenschapsgevoel. Natuurlijk is er op dat vlak ook nog veel te doen. Soms vind ik d at we te weinig naar buiten treden als universitaire gemeenschap. Dat wil ik aanwakkeren, maar eenvoudig is zoiets natuurlijk niet.” Wat zijn de eigenschappen van een goede rector? “Je moet een reeks goede managementsprincipes hanteren, wat sommigen daar ook over mogen beweren. Verder moet je over aanzienlijke ervaring als prof beschikken, als docent én als onderzoeker. Je moet multiculturele gevoe-
LEZERSBRIEVEN
Ik las in het extra nummer van Campuskrant naar aanleiding van de rectorsverkiezingen dat iedereen “zijn stem” mag uitbrengen en “zijn stembrief” mag afhalen om te laten blijken of “hij de kandidaat steunt of niet steunt”. Ik vroeg me af of ook vrouwelijke personeelsleden een stem uit te brengen hebben. Ik begrijp de wrevel van velen tegen het omslachtige “hij/zij”, maar in veel gevallen is de boodschap even gemakkelijk en duidelijk te verwoorden op een tevens ook gender-vriendelijke manier, zoals hier het geval is: “hun stem”, “uw stem”, “een stem”, ... Vooral van de Campuskrant, die ik trouwens altijd met veel interesse lees, zou ik een waakzaamheid op dat gebied verwachten. Carine De foort
Wat vreest u het meeste? “Politieke kortzichtigheid. Universitair beleid is bijna altijd iets van eerder lange adem. Wat ik vrees is dat bepaalde lokale drukkingsgroepen in Antwerpen en Limburg een zodanige impact op het beleid zouden hebben dat er een grote uitbreiding van Antwerpen en het LUC zou komen. Als je iets verpakt met veel argumenten over democratisering enz., zullen er allicht mensen zijn die het provincialisme niet overstijgen. Die mensen missen dan het ruimere perspectief, en dat is dat een dergelijke uitbreiding noodlottig is voor de globale kwaliteit van onze Vlaamse universitaire ruimte. Eenvoudig gezegd: er is te w einig geld om het onder méér medespelers te verdelen. Dàt vrees ik heel erg, ja. Ik hoop alleen dat onze beleidsmensen af en toe ook eens ‘neen’ durven zeggen, ook al trappen ze daarmee op een paar tenen.” Welke beleidspunten zal u heel s peciaal ter harte nemen tijdens uw tweede ambtsperiode? “De universitaire levenskwaliteit moet toenemen. De werkdruk mag niet te hoog worden. Op dat vlak balanceren we echt al op het randje. Daar is iets aan te doen, maar de overheid moet meewillen. Een uitbreiding van de eerste geldstroom is bijvoorbeeld essentieel om de omkadering uit te breiden, zodat er per ZAP’er minder administratie, fundraising enzovoort te doen valt . Levenskwaliteit is lang niet alleen een financiële kwestie, maar laat ons wèl wezen: de universitaire salarissen zijn eerder aan de lage kant, binnen het ATP zowel als binnen het AAP en ZAP, tenminste als je een vergelijking maakt met de privé-sector. Ik vrees echter dat we op dat vlak voor de keuze zullen komen te staan: ofwel meer salaris, maar dan minder mensen, ofwel het omgekeerde. Als de overheid verder de weg van de enveloppe-financiering ingaat, zullen we ons daar zélf heel ernstig over moeten beraden.” “Verder wil ik in ied er geval veel aandacht besteden aan een verdere intensieve zorg voor de onderwijskwaliteit. Het Onderwijsbeleidsplan moet verder uitgevoerd worden. Ik wil er zeker voor zorgen dat enkele pijnpunten in het onderwijs - meestal betreft dat enkele individuele deficiënties van docenten opgeruimd worden. “Meer concrete punten? Ach, die zijn er zoveel. Ik denk bijvoorbeeld aan een verdere administratieve modernisering. Aan het behoud van de sociale voorzieningen. Aan een bevordering van de interdisciplinariteit in onderwijs en onderzoek. Aan een modern, gestroomlijnd personeelsbeleid. Ik wil ook ernstig werk maken van een andere financiering van onze basisinkomsten, die ik minder wil laten afhangen van het studentenaantal, en meer van de kwaliteit die een instelling te bieden heeft. Ik wil er ook n auwlettend op toezien dat evaluatie een middel blijft, geen doel. Evaluatiemoeheid is een gevaarlijk probleem, dat we moeten voorkomen of zo snel mogelijk wegwerken.” Wat is het minst aangename aspect van uw job? “Ik heb een intense afkeer van vergaderen om te vergaderen. Commissies zijn prima als ze een evident doel hebben, maar niet als bezigheidstherapie voor drukdoeners. Ik vind eerlijk gezegd dat commissionitis al te vaak een excuus is om niéts te moeten doen en alles bij het oude te laten. Dan vraag je: waarom is dit of d at nog niet gebeurd? Het antwoord is dan: jà m aar, de commissie is er mee bezig. Daar heb ik dus niks aan. Het werk wordt gedaan door mensen, niet door commissies. Ik pleit voor heldere verantwoordelijkheden, duidelijk herkenbare verantwoordelijken die dan ook over de bevoegdheid moeten beschikken om effectief iets te doen. Dat is een cultuurprobleem dat zeker niet alleen aan de universiteit bestaat, maar ik geef toe, h et bestààt, ook in Leuven. En in mijn job word ik daar inderdaad nogal mee geconfronteerd ja. Dat irriteert me.” “Op persoonlijk vlak is een gevolg van mijn job dat je haast geen tijd meer overhoudt voor je eigen belangstelling, en voor je gezin. Ik probeer daar wel de nodige garanties voor in te bouwen, maar soms lukt het niet. Ik ben nogal een boekengek, en ik zou g ewoon véél meer willen lezen dan nu mogelijk is. Dat mis ik, bijna lichamelijk. Ik weet niet of mijn t weede ambtsperiode daar iets aan zal v eranderen. Ik zou het wensen, maar ik betwijfel het.” En het meest aangename aspect? “Dat je iets substantieels kunt bijdragen aan een project dat de moeite waard is. Kijk, ik beweer niet dat ik het geweest ben die de UZ financieel gezond gemaakt heeft. Ik beweer niet dat ik het ben die de belangstelling voor ethische problemen heeft doen toenemen. Maar ik blijf toch voldoende eerlijk met mezelf om vast te stellen dat ik daar toch iéts voor gedaan heb. Dat geeft voldoening. En geef toe, doe jij je job ook niet om er voldoening in te vinden?” Wat gaat u in 2005 doen? “Dat zien we dan weer wel, als het God belieft...
11.5.2000 C A M P U S K R A N T
5
ANEMOONP ROJECT
“Het huis is nog niet af m aar de muren staan er”
Level 3 van Campus Management uitgetest Anne-Mie Jaspers De Anemooncontainers in de De Croylaan mogen er dan al nietig uitzien tussen de hen omringende mastodonten, de medewerkers die erin huizen barsten van de plannen. Nu het derde stadium van de software-ontwikkeling voor Campus Management getest is in het SAP-hoofdkwartier in Walldorf, kunnen die plannen weer iets meer geconcretiseerd worden. Jan Raeymaekers
Het Anemoonproject behelst zes domeinen. Drie daarvan financiën, logistiek en personeel - behandelen algemene processen, basisprocessen die ook in bedrijven toepasbaar zijn. Maar wat men ook beweert, een universiteit is meer dan een bedrijf. Daarom zijn er ook drie specifiek universitaire domeinen: onderzoek, onderwijs en studenten. Met Campus Management wil SAP een Sien Maes product aanbieden dat een geautomatiseerde administratieve verwerking mogelijk maakt van alle processen binnen twee van die domeinen, met name onderwijs en studenten. Daarbij gaat het onder meer over inschrijvingen, de beschrijving van het onderwijsaanbod, huisvesting, het afnemen en verwerken van examens, ... Sinds enkele jaren wordt nieuwe software ontwikkeld die de afhandeling van deze processen eenvoudiger, efficiënter en uniform moet maken. Jan Raeymaekers, informatiearchitect onderwijs, en Sien Maes, domeinverantwoordelijke
studenten, zijn net terug uit Walldorf in Duitsland, waar ze samen met de andere pilootuniversiteiten de nieuwe software hebben uitgetest. Sleutelgebruikers
Jan Raeymaekers: “Tijdens twee opeenvolgende weken waren er twee activiteiten gepland, waarbij de pilootuniversiteiten - naast de K.U.Leuven zijn dat de University of Newcastle, de University of Capetown en de University of Mississippi - met de mensen van SAP samenwerkten aan nieuwe modules voor bepaalde universitaire processen. De eerste week hebben we level 3 getest, het meest recente niveau van de software voor Campus Management, gevolgd door een workshop tijdens de tweede week. Bedoeling was bepaalde functionaliteiten te overlopen, en aan SAP te signaleren waaraan universiteiten concreet behoefte hebben.” “Dit hele proces van constante aanpassing en verbetering staat of valt met de kwaliteit en intensiteit van de wederzijdse input. Want het is zeker niet zo dat Sien Maes en ik de ‘almachtige’ figuren binnen het project zijn. Wij zijn, samen met Jos Van Weert, de eindverantwoordelijken voor het domein Onderwijs en Studenten, en vanaf juli komt er nog een informatiearchitect voor studenten bij. Uiteindelijk zijn wij ‘slechts’ de tussenpersonen, de drie strikte projectmedewerkers die in Walldorf de noden van de gebruikers verwoorden. Zij zijn tenslotte degenen die daadwerkelijk met de nieuwe software moeten werken. Daarom organiseren we geregeld workshops, of we spelen de gebruikers vragenlijsten door die ons vanuit Walldorf worden toegestuurd. Binnen de gebruikersgroep werken we met een aantal sleutelgebruikers die werken op cruciale plaatsen binnen de door ons bestudeerde processen. Zij hebben een goed zicht op de hele werking en de mogelijke problemen. Het is hun taak ons zoveel mogelijk details door te spelen, waardoor wij dan zoveel mogelijk input kunnen geven aan het SAP-hoofdkwartier, en waardoor de software op zijn beurt steeds verder ontwikkeld kan worden.” In november 1999 werd level 2 geïnstalleerd in de pilootuniversiteiten, en vanaf deze maand zal level 3 verspreid worden. Ongeveer halfjaarlijks wordt er dus een testsysteem aangemaakt, en dat zal uiteindelijk leiden tot een general availability wanneer het product daadwerkelijk op de markt komt. Sien Maes: “Doordat SAP de software voortdurend vervroegd beschikbaar stelt, en de universiteiten van hun kant de nod ige input leveren, kunnen we binnen een redelijke termijn tot een kwali-
teitsvol eindproduct komen. Aan de K.U.Leuven zullen we met een implementatie van start gaan zodra we in Campus Management de gewenste functionaliteiten aantreffen. Momenteel beschikken we namelijk over goede eigen systemen, en het is de bedoeling dat we met het nieuwe systeem niet achteruitgaan, maar juist vooruit.” Niks in de lade
Jan Raeymaekers: “We zijn al enkele jaren bezig met deze materie, en we kunnen stellen dat de zogenaamde fundamenten nu gelegd zijn: het huis is nog niet af maar enkele muren staan er toch al. Nu is het moment gekomen om de gebruikers met het systeem te confronteren. Die confrontatie gebeurt in twee stappen: in de eerste plaats moet het systeem voorgesteld worden, zodat de gebruikers kunnen zien welke richting we nu eigenlijk opgaan. En in een volgende fase moeten ook zij het systeem uittesten. Daarom organiseren we een demoweek (zie onderaan deze pagina - red.), w aarbij het systeem aan alle geïnteresseerden voorgesteld zal worden. Daarna worden sessies georganiseerd met de gebruikers, waarbij de mogelijkheden uitgeprobeerd en de moeilijkheden opgespoord zullen worden.” “De communicatie binnen zo’n project is van levensgroot belang. Bij de lancering van het Anemoonproject zijn bepaalde verwachtingen gecreëerd, en met deze demoweek willen we de gebruikers duidelijk maken dat we wel degelijk vooruitgang boeken. De informatie die zij geven gaat niet verloren, ook al is het resultaat niet meteen beschikbaar in de dagelijkse werkomgeving. In het verleden gebeurden er wel eens studies die geen onmiddellijke resultaten opleverden, en nu willen we de gebruikers alvast tonen dat hun input ergens toe leidt. Er verdwijnt hier niks in de lade.”
Demoweek Campus Management De medewerkers van het Anemoonproject Onderwijs en Studenten organiseren een aantal demo-activiteiten rond Campus Management van SAP. Deze ‘demoweek’ omvat drie verschillende sessies: - Een algemene inleiding (werking van het systeem; overzicht van de voornaamste processen); - Onderwijsaanbod (structuur van opleidingen, opleidingsonderdelen en onderwijsactiviteiten; organisatie van de colleges); - Studentenadministratie (studentengegevens, toelating, inschrijvingen). Elke sessie wordt twee keer georganiseerd: - De algemene inleiding op dinsdag 30 mei, 9-12u (Auditorium Zeger Vanhee) en maandag 5 juni, 14-17u (AV 01.12); - Onderwijsaanbod op woensdag 31 mei, 9-12u (Auditorium Zeger Vanhee) en dinsdag 6 juni, 14-17u (MTC 00.15); - Studentenadministratie op woensdag 7 juni, 9-12u en donderdag 8 juni, 14-17u (beide in Auditorium Zeger Vanhee). Alle belangstellenden zijn welkom.
Het was w el degelijk Lodewijk XVII die, tien jaar oud, in 1795 overleed. DNA-specialist professor Jean-Jacques Cassiman (rechts) gaf op 19 april uitsluitsel tijdens een persconferentie in Parijs. R echtmatig troonpretendent Lodewijk van Anjou (tweede van links) - L ouis XX voor de vr ienden mocht zich in de handen wrijven.
6 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0
SPONSOR JUBILEUMVIERING
Een nieuw geluid bij De Standaard Wouter Verbeylen
“Ik zal hier pas vertrekken op het ogenblik dat de vernieuwing volledig op het juiste spoor zit. Tot dan probeer ik elke dag opnieuw de krant te maken die ik zelf graag zou lezen.” Hoofdredacteur Peter Vandermeersch van De Standaard ís De Standaard. Dat merk je aan de gedrevenheid waar mee hij zijn krant verdedigt, waarmee hij haar op haar fouten wijst en haar vervolgens weer in de ar men sluit. Streng, maar rechtvaardig - en dat geldt ook voor de concurrentie. Toen hij in 1998 uit de Verenigde Staten werd teruggevraagd naar Groot-Bijgaarden om De Standaard te gaan leiden, kwam dat bericht voor hem uit de lucht vallen, maar echt verwonderlijk was het niet. Peter Vandermeersch was al tien jaar een certitude binnen de Standaard-ploeg, en hij was één van die jonge Turken die al jaren om een vernieuwing van het blad schreeuwden. In ‘88 begon Vandermeersch, na een studie geschiedenis in Gent en enkele jaren wetenschappelijk onderzoek, zijn klim naar het walhalla van de Vlaamse dagbladenpers. Vandermeersch: “Ik ben hier begonnen op de cult uurredactie, waar ik in ‘89 mee aan de wieg stond van Kiosk, de cultur ele voorloper van De Grote Parade. Daarna belandde ik op de buitenlandredactie en langs die weg werd ik in ‘92 correspondent in Parijs. Tijdens mijn verblijf daar heb ik een jaar aan de journalistenschool gestudeerd. Toen ik in ‘96 werd teruggeroepen naar België werd ik chef van De Standaard Magazine en adjunct-hoofdredacteur. Dat was van korte duur, want in ‘98 kreeg ik een beurs voor de John Kennedy School van Harvard, en vertrok ik naar de V.S. voor enkele jaren. Dacht ik.” De beste stuurlui
“Die beurs in Har vard was voor zogenaamde mid-careers, mensen die al een tijdje in de running zijn, en willen bijscholen. Ik volgde er een opleiding die je het beste omschrijft als toegepaste politieke wetenschappen. De cursu ssen werden gegeven door mensen op het terrein. We kregen vakken als ‘Pursuing National Interest’, dat gedoceerd werd door de UnderSecretary of State onder Reagan en Bush, en je kan je waarschijnlijk wel wat voorstellen bij een vaktitel als ‘To be a Politician’. Daarna kreeg ik een vijfjar ig contract als correspondent voor De Standaard. Het zag er allemaal prima uit: ik kreeg goede reacties op mijn arti kels en zag mezelf nog een aantal jaartjes slijten in New York. En toen kwam dat telefoontje, of ik hoofdredacteur wilde worden. Ik vroeg vijf dagen bedenktijd, kreeg er twee, en na overleg met enkele vrienden op de redactie was de kogel door de kerk.” “Al van bij mijn aantreden op De Standaard had ik zitten roepen om vernieuwing, dus kon ik onmogelijk aan wal blijven staan nu ik de kans kreeg die vernieuwing zelf vorm te geven. Uit een onderzoek medio ‘98 was gebleken dat lezers en niet-lezers eenzelfde oordeel hadden over De Standaard. Het blad kreeg het stempel ‘betrouwbaar’, ‘degelijk’, ‘de referentiekrant’, maar er werden ook minder fraaie adjectieven als ‘saai’ en ‘zuilgebonden’ gebruikt. Mijn mission statement was dus duidelijk: die positieve eigenschappen moesten blijven, en de andere zouden verdwijnen. De Standaard zou een degelijke maar toegankelijke krant worden, prettig om lezen. Mijn grote voorbeeld is de New York Times, die er toch ook geen probleem van maakt om bijvoorbeeld - heel praktisch - de vijftig be ste restaurants van New York op te nemen. Bekijk onze huidige weekendkrant, en je weet w at ik bedoel: Trottoir staat voor degelijkheid, en De Wijde Wereld belicht de luchtige kant.” Hervormingen
Het profiel van de ‘oude’ Standaard was dat van een V laamse katholieke strijdkrant. Hoe vang je d ie erfenis op? Vandermeersch: “Voor sommige oudgedienden smaakt de term misschien wat bitter, maar ik wil een algemeen informatieblad maken. Daarvoor waren - naast een cosmetische ingreep - een aantal diepgaande hervormingen nodig. De Standaard was
vroeger een institutionele krant, die berichtte vanuit de gevestigde instanties: de Wetstraat, het VBO, ... Nu vinden we steeds meer heil in de reportagevorm, en schrijven we vanuit de s ectoren zelf. Het is tegenwoordig ondenkbaar om over een nieuwe wet over de ziekenhuissector te berichten, zonder dieper te graven naar wat die sector daar zelf over denkt en wat de situatie op het terrein is.” “We trachten ook onze nieuwsgerichte reflex te versterken. Vroeger zei men wel eens met een boutade: ‘De Standaard is de beste krant, maar ze komt drie dagen te laat’. Dat kàn dus niet meer. Ook wij willen onze primeur, zolang die maar juist is. Ik was wàt trots toen De Standaard de primeur bracht van de f usie van de beur zen van Br ussel, Parijs en Amsterdam, vooral omdat we de Financieel Economische Tijd (FET) met zo’n bericht midden in zijn doelgroep treffen.” Onlangs riep De Standaard zijn correspondenten in Nederland, Duitsland en Frankrijk terug. Gaat de vernieuwing ten koste van de buitenlandberichtgeving? Vandermeersch: “Het terughalen van de correspondenten deed mij hartzeer, maar het was een verantwoorde beslissing. Door het mes te zetten in de uitgaven voor buitenlandse correspondenten, kregen we financiële ruimte om onze berichtgeving breder te maken. We hebben samenwerkingsakkoorden gesloten met internationale kwaliteitskranten als het NRC Handelsblad en de Washington Post, en nu hebben tien buitenlandjournalisten een aanvaardbaar reisbudget. Daarvoor de charme van een reporter-ter-plaatse opgeven, is niet ondoordacht, maar realistisch.” Een grijze middenweg
Bij de kwaliteitskranten leeft het geloof dat hun aandeel op de dagbladenmarkt nog sterk kan groeien. Is het realistisch te geloven in een voortzetting van de gestage opmars van zowel De Standaard, de FET als De Morgen? Vandermeersch: “De Standaard zit nu aan een oplage van 80.000 exemplaren, en ik heb steeds gezegd dat ik opstap wanneer we de k aap van de 100.000 ronden. Dus ja, ik geloof dat er een grotere markt is voor kwaliteitskranten. Als er al een verzadigingspunt bereikt is, dan is d at op de markt van de populaire media. Onze markt groeit nog door de stijgende scholingsgraad van de Vlaamse bevolking.” “Ik wil in de mar ge wel vermelden dat ik de FET als een grotere concurrent voor De Standaard beschouw dan De Morgen. Die krant is toch meer naar Het Nieuwsblad aan het opschuiven, zeg maar een algemene gezinskrant aan het worden. Het verhaal van de hartoperatie van koning Albert illustreert dit: Het Nieuwsblad bracht zeven pagina’s, De Morgen twee, De Standaard slechts één. En wij hebben het dan nog uitgebreid gehad over de politieke uitspraken van prins Laurent. Eerlijkheidshalve moet ik hierbij vermelden dat de FET nog beknopter was in zijn berichtgeving.” “En om terug te komen op de erfenis: nu maken wij, in vergelijking met het verleden, een grijze krant, en daar ben ik trots op, want ook de realiteit is niet zwart-wit. De verbreding die zich op alle terreinen manifesteert, voltrekt zich ook binnen De Standaard. Ik voel mij heel comfortabel in de huidige positie, met de CVP die ons verwijt een regeringskrant te zijn, terwijl de VLD ons een oppositiekrant noemt. We zijn dus op de goede weg: De Standaard is namelijk geen van be ide. Daarmee wil ik niet gezegd hebben dat wij geen enkele positie meer innemen. Wat vroeger geformuleerd werd als ‘de christelijke beginselen behartigen’ hebben wij zeker niet overboord gegooid. Dat wordt bijvoorbeeld vertaald in de beginselen van solidariteit: De Standaard plaatst er vraagtekens bij wanneer het aandeel van Unilever 8 procent stijgt nadat er een paar duizend mensen op straat zijn gezet. En wij verdedigen nog steeds de rechtmatige belangen van de Vlaamse bevolking. De Vlaming heeft recht op een goed bestuur, en ons standpunt terzake is dat dat bestuur dan best zo dicht mogelijk bij de burger staat. Maar - en dit vind ik cruciaal - dergelijke standpunten horen thuis op de opiniepagina, of in een commentaarstuk. Ik kan niet toestaan dat een journalist zijn mening binnensmokkelt in de gewone berichtgeving.” Gewoon verliefd
Een krant die het feestjaar van de universiteit sponsort, wil een bepaald imago aan een bepaalde doelgroep verkopen. Vandermeersch: “Wij hebben in het verleden op een bepaald moment de studenten losgelaten, in de veronderstelling dat ons ‘oudere’ publiek voldoende was. Met het voorspelbare gevolg dat onze lezers steeds ouder werden. Nu merk ik nog steeds dat mijn vervolg op pagina 13
11.5.2000 C A M P U S K R A N T
7
NIEUWS
De gevolgen van Eureka
Octrooibegeleiding en K.U.Leuven R&D Ludo Meyvis
ming via het auteursrecht. De huidige rechtspraak vertoont een gunstige tendens voor de octrooieerbaarheid van software met een duidelijk omschreven technische output. Die belangrijke ontwikkeling wordt behandeld in een studiedag op 18 mei. Een derde en laatste vereiste voor het verwerven van octrooibescherming is het ‘inventieve’ - non-obvious - karakter. Eerst bezinnen
“Vooral de vragen die met nieuwheid te maken hebben, veronderstellen intenK.U.Leuven Research & Development heeft drie sief onderzoek in databanken. Daar kunnen wij bij helpen, zowel in een aantal componenten: contractonderzoek, spin-offs - met publieke als in een aantal commerciële databases die beschikbaar zijn bij het Gemma Frisius-fonds -, en k ennisbescherK.U.Leuven R&D. Om d at zoekproces en de hele verdere begeleiding naar ming en -valorisatie. Dr. Ivo Roelants, Intellec- behoren te kunnen uitvoeren, vragen wij dat kandidaat-octrooihouders al heel tuele Eigendom Adviseur, is de spilfiguur van de vroeg een nogal uitvoerig document invullen. Daarmee willen we de onderzoetechnische wereld van de octrooien. kers ook doen nadenken over een aantal belangrijke vragen. Bijvoorbeeld: wat is de eventuele markt voor dit octrooi? Welke bedrijven komen in aanmerking “Spilfiguur weet ik niet, aanspreekpersoon als licentienemers? Wat is de beste tijd om een octrooi op de markt te brengen? alleszins wel,” zegt hij. Rudi Cuyvers en pro- Wat is een realistische verwachting van de royalties die je wil innen?” Voor het fessor Koen Debackere beamen dat. “Het begeleiden van het commercialiseringsproces, zowel door licenties als door het octrooibeleid van K.U.L euven R&D is een oprichten van spin-offs, werd onlangs eveneens een nieuwe kracht, dr. Olivier essentieel element om de kansen op onderLescroart aangetrokken. zoeksvalorisatie te waarborgen. Het is een com“We begeleiden de procedurele kant, maar evengoed ook de inhoudelijke. Ivo Roelants plexe materie, zowel technisch als juridisch, die Dat veronderstelt een nauwe medewerking van de octrooi-aanvrager. De bovendien een aanzienlijk financieel engageopbrengsten van de valorisatie van een octrooi worden verdeeld onder de uitment vraagt. Anderzijds zijn geslaagde octrooien vinder(s) en de onderzoeksgroep die het octrooi heeft gefinancierd. Het deel natuurlijk een schitterende inkomstenbron. Het toegekend aan de onderzoeksgroep zal uiteraard beïnvloed worden naargelang is dus een voortdurend afwegen van kosten en het Octrooifonds al dan niet heeft bijgedragen. Eén en ander wordt geregeld in baten. Daar trachten wij de onderzoekers van de het Reglement Intellectuele Rechten - recent goedgekeurd door de Raad van K.U.Leuven bij te helpen, door het beschikbaar Bestuur K.U.L euven - en het begeleidende Uitvoeringsreglement.” stellen van expertise en de bijhorende omkade“De procedure komt meestal op gang na een persoonlijk contact. Als een ring.” octrooi op het eerste gezicht haalbaar en vooral zinvol is, gaan wij met een octrooigemachtigde op bezoek bij de aanvrager. Zo’n octrooigemachtigde is een Fonds sleutelfiguur in de hele procedure. Hij is verbonden aan gespecialiseerde orga“Om tegemoet te komen aan het gebrek aan nisaties, die zowel juridisch als inhoudelijk het verloop van de aanvraag in goefinanciële middelen in sommige onderzoeksgroe- de banen leiden. Maar die werken uiteraard niet gratis. Het komt er dus op aan pen, werd in januari van dit jaar door K.U.Leuven al heel vroeg een goede inschatting van het hele project te hebben.” R&D een Octrooifonds opgericht, in samen“Daarbij is het essentieel dat je je kansen niet vergooit, en dat je voor een Koen Debackere spraak met de Dienst Onderzoekscoördinatie. openbaarmaking - lezing of publicatie - tenminste een provisionele bescherming Dat wordt gecoördineerd door de IE Adviseur regelt. Dat kan K.U.Leuven R&D voor je doen. Het betreft een goedkope en onder toezicht van het directiecomité van K.U.L euven R&D, en beg eleid snelle procedure van indiening waarbij echter toch een aantal regels van de door een Octrooiraad, waarin onder anderen de octrooiwetgeving in acht genomen worden. Dit geeft je een indieningsdatum onderzoekscoördinator, professor Roger Bouil- en gedurende een jaar prioriteitsrechten, tenzij je al vroeger zou beslissen met lon, professor Frank Gotzen en een vertegeneen volledige octrooi-procedure te beginnen. Maar dan beginnen de kosten woordiger uit de industrie zetelen. Het fonds meteen ook al op te lopen. Voor- en nadelen van beide strategieën dienen naar beschikt over 10 miljoen en moet be schouwd gelang de situatie - middelen, publicatiedruk ... - p er dossier afgewogen te worworden als een hulpmiddel om onderzoekers den. Intussen hebben we de tijd om een dossier klaar te maken, waarin de die niet over de nodige middelen beschikken om slaagkansen gedocumenteerd worden, waarin eventuele licentienemers opgeeen octrooi aan te vr agen, tóch die kans te somd staan, concurrenten enzovoort. Dat dossier kan ondertussen voorgelegd geven. Op termijn dient het fonds zelfbedrui- worden aan het Directiecomité K.U.Leuven R&D, waarbij ook eventuele aanpend te worden door middel van een solidari- vragen voor tussenkomst van het Octrooifonds gevoegd kunnen worden.” teitsbijdrage op inkomsten uit valorisatie van “Héél belangrijk is dat kandidaat-octrooihouders zich realiseren dat een succesvolle octrooien.“ octrooi een blijvende inzet vergt. Een octrooi is geen einddoel, maar een mid“Een Europees octrooi kost, gespreid over 20 del. Je moet bereid zijn om je octrooi te blijven valoriseren, aan de man te brenjaar, ongeveer 1.200.000 fr. Een Amerikaans gen dus, en dat is een héél ander soort werk dan wat een onderzoeker gewend Rudi Cuyvers octrooi is heel wat goedkoper. Belangrijk is dat is. Maar de baten kunnen dan ook bijzonder aantrekkelijk zijn.” die kost pas vrij laat in de procedure hoog “Wie meent dat hij bezig is met onderzoek waar een octrooimogelijkheid in wordt. Tot op dat moment heb je de tijd om de kansen en de gevolgen van je zit, neemt het best contact op met onze innovatiecoördinatoren. Die hebben aanvraag zéér goed te overwegen.” zowel zicht op de octrooiprocedure als op de inhoudelijke kant van de z aak. Zij “Om een degelijk octrooi na te streven, moet je natuurlijk voldoen aan de zijn als het ware onze ‘voelsprieten’, en we zijn ervan overtuigd dat hun werk basisvoorwaarden. De eerste is nieuwheid. Dat wordt vrij streng geïnterpre- veel octrooiplannen tot een goed einde zal kunnen brengen, maar ook dat het teerd. Het betekent onder meer dat je nog geen sommige overdreven verwachtingen wat meer realistisch zal maken.” substantiële publicaties over het voorwerp van je octrooi gedaan mag hebben. Dat leidt dan tot De studiedag ‘Copyeen moeilijke afweging: moet je je wetenschap- right and Patent Propelijke carrière voorop stellen, en dus van mee t tection for software’ af aan publiceren, maar dan met het risico dat je wordt georganiseerd je eigen kansen op een octrooi ondergraaft? op 18 mei in AuditoriOngeveer 50 % van de octrooi-aanvragen wordt um A (ESAT). Meer verknoeid door eigen publicaties! De tweede info: Marjan Vervoorwaarde is dat het gaat om een industrieel voort, t(016)32 65 25. toepasbare innovatie, die niet uitgesloten is door de octrooiwetgeving, dus geen wiskundige formule op zich, een wet uit de f ysica of iets dergelijks. Zo is de octrooieerbaarheid van software Olivier Lescroart nog steeds een punt van discussie en verwarring. Maar er tekent zich stilaan een beeld af van w at wel en niet kan. Software op zich blijft niet octrooieerbaar - al heb je natuurlijk wel de bescher-
8 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0
EEN LEVEN LANG
Vic Nachtergaele
aan mijn studenten in de hoop dat er iets van die interessante cultur ele friction op hen afstraalt.” “Het nadeel aan een docentengeneratie als de onze, is dat ze ook als generatie in haar geheel verdwijnt op een paar jaar tijd. Net als toen ik beg on vindt er dus een aflossing van de w acht plaats binnen Romaanse Filologie. Maar ik heb alle vertrouwen in de opvolging, die beter voorbereid is dan wij eind jaren ‘60.”
Wouter Verbeylen
Kortrijk, camisole de force
Romanist
“In feite is ons werk gemakkelijk. Wij krijgen al die schitterende teksten in de schoot geworpen, we geven ze door aan de studenten, en verder doen de teksten zelf het werk.” Hij is een gebo ren docent, een gedreven en passioneel verteller, die zijn hart verloren heeft in Kortrijk. Vic Nachtergaele, professor Romaanse Letterkunde en oud-rector van de KULAK, heeft net zijn laatste les achter de rug wanneer we hem te spreken krijgen naar aanleiding van zijn nakende emeritaat. “Geboren in Oudenaarde en getogen in Waregem: ik ben opgegroeid in de landelijke cultuur, tussen Schelde en Leie. Mijn grootvader, een autodidact, was timmerman en wijdde mij als achtjarige knaap in de architectuur in, zeg maar mijn introductie in het esthetische. Later stuurde een bevlogen poësisleraar dat esthetische gevoel in de richting van de literatuur. En toen ik, zoals alle brave en goede leerlingen in die tijd, attent werd gemaakt op mijn ‘roeping’, weigerde ik: ik wilde Romaanse Filologie studeren.” Bevlogen jaren
“De weg naar de universiteit was steil. Ik was de oudste van zeven, en mijn ouders hadden het met hun bont- en matrassenzaak niet breed. Uiteindelijk heb ik via een e xamen een beurs gekregen, deels een lening die ik zou terugbetalen na mijn studie. In ‘53 ben ik dan in Leuven bij Romaanse Filologie terechtgekomen, als één van de weinige Vlamingen in een overheersend Waalse studierichting. Dat was toch even slikken: ik werd gedropt in een milieu waar Waalse professoren in vloeiend Frans Racine doceerden. Alles was toen nog toegespitst op filologische tekstverklaring ... Uiteindelijk behaalde ik onder professor Joseph Hanse zonder al te veel problemen mijn diploma met een tekstkritische uitgave van een d ichtbundel van Emile Verhaeren, en kon ik op zoek naar werk.” “Ik kwam in ‘57 in het Sint-Amandscollege in Kortrijk terecht, waar ik zonder overdrijven tien heerlijke jaren heb beleefd. Een waar genot was het om aan knappe, gemotiveerde leerlingen die prachtige Franse teksten door te geven. En het genoegen was blijkbaar wederzijds: wanneer ik al eens een oud-leerling ontmoet, rakelt die spontaan herinneringen op aan mijn lessen over Baudelaire en de zijnen. Tegenwoordig zijn de lessen Frans erg communicatiegericht, de culturele component ontbreekt vaak, en daardoor lijdt het talenonderwijs toch een beetje aan bloedarmoede.” “Vanaf ‘65 cumuleerde ik mijn lessen in Kortrijk met een opdracht in het Brusselse Institut Marie Haps voor vertalers en tolken. In ‘68 werd ik uiteindelijk, meer dan tien jaar na mijn studie, assistent bij Romaanse Filologie in Leuven.” Pionierstijden
De late jaren ‘60 waren de jaren van de splitsing van de universiteit, van de uittocht van de Waalse studenten en professoren naar Louvain-la-Neuve. Wat bracht die ommekeer teweeg in het Franstalige bastion dat Romaanse Filologie - nog - was? Vic Nachtergaele: “Het waren boeiende jaren, waarin we pionierswerk verrichtten. Romaanse Filologie was in ‘65 nog volledig in handen van Franstaligen. De splitsing hing toen al in de lucht, en dus had men dringend nood aan Vlaamse romanisten. Frans Jozef Mertens, Roland Beyen, Willy Van Hoecke, Camille Jordens en ik: wij waren de generatie die in ‘68 een Vlaamse studierichting Romaanse Filologie uit de grond moest stampen. Dat betekende in de eerste plaats meer aandacht voor taalvaardigheid, en we besloten ook van de t weede taal een belangrijke pijler te maken. De studenten zouden voortaan moeten kiezen tussen Spaans en Italiaans, terwijl vroeger in de kandidaturen nog beide talen werden aangeleerd. Deze nieuwe aanpak bleek een succes, en zou enkele jaren later door de universiteiten van Gent en Antwerpen overgenomen worden. En aangezien de bestaande opleiding bijna exclusief gericht was op de traditionele explication de textes uit de littérature française, was het hoog tijd om meer algemene literatuurwetenschap in het programma op te nemen.” “Ik heb ook de overgang van een volledig onderwijsgerichte naar een meer onderzoeksgerichte universiteit meegemaakt. Toen ik in ‘68 begon, telde Romaanse Filologie een veertigtal studenten, en ik heb dat aantal in de loop der jaren zien verdrievoudigen. Dat maakt het onderwijs een stuk minder confidentieel, en het is maar normaal dat er de laatste jaren steeds meer aandacht naar studiebegeleiding uitgaat. Zelf doceer ik graag, over mijn oude liefde Emile Verhaeren, wat zich uitbreidde naar andere Fransschrijvende Vlamingen als Charles De Coster. En die vreemde wisselwerking van cult uren vond ik later ook terug bij postkoloniale schrijvers als Patrick Chamoiseau uit Martinique en de Marokkaan Driss Chraïbi. Ik presenteer die teksten
Ook de KULAK heeft Vic Nachtergaele zien evolueren van een stiefkindje van de Leuvense Alma Mater tot een campus die zijn eigenheid tracht te benutten. “Toen de Campus Kortrijk in ‘65 werd opgestart, had de wetgever een camisole de force, een dwangbuis ontworpen. Wij waren gedoemd om klein te blijven: de studierichtingen die wij mochten aanbieden lagen bij wet vast, en dus misten wij de boot bij de opmars van r ichtingen als psychologie en economie. Maar ik ben ervan overtuigd dat de KULAK die kleinschaligheid volledig in zijn voordeel kan ombuigen. De reden van de oprichting was in de eerste plaats een spreiding van de kandidaturen; ik vind het trouwens jammer dat dat niet ook in andere provincies van de grond is gekomen. Mijn ideaal is een soort propedeuse, waarin jongeren worden begeleid in hun overgang van humaniora naar universiteit.” “Daarin schuilen net de troeven van de KULAK: er is een persoonlijke omgang tussen studenten en professoren; de mogelijkheden om interactief les te geven zijn aanwezig; studenten kennen elkaar ook over de grenzen van hun studierichting heen. Al die factoren hebben een duidelijk effect op het studierendement: gemiddeld liggen de slaagcijfers aan de KULAK vijf procent hoger dan in Leuven. En dat is niet omdat men in West-Vlaanderen slimmer is, maar eenvoudigweg omdat de studenten elkaar meer ‘dragen’.” “Uiteindelijk ben ik in ‘91 rector geworden van de KULAK, in moeilijke omstandigheden. Filosoof Guido Maertens was 19 jaar rector geweest, en het was de bedoeling dat hij, bij wijze van gezonde wissel, werd opgevolgd door een wetenschapper. Ingenieur Frans Van Cauwelaert werd met een grote meerderheid verkozen, maar bij de opening van het academiejaar overleed hij plots. Ik werd dan na nieuwe verkiezingen zijn opvolger, en daar heb ik het lange tijd heel moeilijk mee gehad. Ik had het gevoel dat ik in de schoenen van een dode vriend liep ...” Integratie
“Ik had er geen problemen mee om het beleidsprogramma van Van Cauwelaert tot het mijne te maken, met mijn eigen accenten uiteraard. Het integreren van de KULAK in de regio bijvoorbeeld is en blijft een noodzaak: de banden tussen universiteit enerzijds en stad, secundair onderwijs en bedrijven anderzijds moeten worden aangehaald. Onlangs werd een kunststoffencentrum aangetrokken door de KULAK, en dat is een unieke kans om de wisselwerking t ussen wetenschap en bedrijfswereld aan te zwengelen. Ik vind dat men nog veel verder kan gaan in het aanmoedigen van onderzoek in economische sectoren waar de streek sterk in is, zoals de bio-agrarische sector en de textielindustrie.” “Ook de beperkte aanwezigheid van professoren in het Kortrijkse houdt een optimale integratie tegen. De meeste docenten ‘komen eens over’ vanuit Leuven, en zijn dus in feite slechts bezoekers. Zelf woon ik al sinds ‘60 in Kortrijk, ik neem deel aan het culturele leven van de streek, ik ben voorzitter van de Kortrijkse Scholengemeenschap. Ik heb de stad zien uitgroeien tot een dynamisch economisch centrum en de universiteit tot een belangrijke partner op het vlak van vorming en navorming. En die evolutie was ook broodnodig, want Kortrijk ligt op slechts 50 kilometer van het bruisende Gent. Maar ik denk dat we in alle bescheidenheid mogen besluiten: na 35 jaar is de KULAK niet meer weg te denken uit West-Vlaanderen.”
11.5.2000 C A M P U S K R A N T
9
ONDERZOEK
De krachttoer van het kijken Erik Brusten
“Kijken ervaar je helemaal niet als een kunst. Pas als je er dieper op ingaat, merk je wat een o ngelooflijke prestatie het in f eite is.” Peter De Graef is onderzoeker aan het Laboratorium voor Experimentele Psychologie van professor Géry van Outryve d’Ydewalle. Binnen zijn vakgebied, transsaccadische objectperceptie, leidt hij samen met Karl Verfaillie één van ‘s w erelds best uitgebouwde onderzoeksgroepen.
Uit zijn onderzoek blijkt alvast dat je geen gedetailleerd beeld van je omgeving bijhoudt over de oogbeweging heen, maar enkel wat relevant is. “Ook in de reële wereld merk je dat. Informatie over stilstaande voorwerpen, bijvoorbeeld een geparkeerde auto, hou je niet bij. Terwijl de oriëntatie waarin een voorwerp beweegt - komt een aanrijdende auto dichterbij of niet? - wèl belangrijk is en dus over de oogsprong heen wordt meegenomen. Uiteindelijk is dat logisch: als je de straat moet oversteken, sla je geen acht op de geparkeerde wagens, wel op het verkeer op straat.” Militaire belangstelling
Het spreekt voor zich dat dit soort onderzoek door bepaalde instanties met grote interesse wordt gevolgd. “In de Verenigde Staten steunen universiteiten vaak op onderzoeksgeld van het leger. De US Air F orce bijvoorbeeld is erg geïnteresseerd in de manier waarop piloten omgaan met die blindheid tijdens oogbewegingen en hoe je die kan opvangen. Maar ook voor de reclamewereld is dit onderzoek van groot belang. Kan je bijvoorbeeld bewegende beelden en opvallende kleuren gebruiken om de aandacht te trekken?” De Graef heeft geen problemen met onderzoek ten behoeve van de reclamewereld. Projecten voor het
Dat psychologen geïnteresseerd zijn in oogbewegingen kan misschien vreemd klinken. Maar wanneer je kijken beschouwt als de basis voor bepaalde cognitieve en perceptuele taken die de mens verricht, wordt het al een stuk plausibeler. De doorbraak in dit soort onderzoek kwam er dankzij t wee Amerikaanse wetenschappers, George McConkie en Keith Rayner. Deze heren onderzochten hoe mensen lezen: terwijl een proefpersoon las, bewoog on line een soort venster mee met het oog, zodat kon worden nagegaan hoeveel informatie je bij een oogfixatie opneemt. Het menselijk oog maakt immers per seconde drie tot vier snelle bewegingen, ook saccades genoemd. Het oog is met andere woorden onophoudelijk in beweging en springt voortdurend naar een ander fixatiepunt. Tijdens de saccade, het ‘verspringen’ van het oog naar een nieuw punt gedurende 30 à 40 millis econden - ben je str ikt genomen blind, maar je merkt het niet. Die blindheid maakt het wetenschappers mogelijk in hun proefopstellingen ongemerkt dingen te veranderen om zo de menselijke perceptie te kunnen onderzoeken. De Graef: “Het onderzoek van McConkie en Rayner gaf weliswaar een gedetailleerd beeld van hoe mensen lezen, maar eigenlijk zei het niets over de manier waarop mensen zich bewegen in de wereld. In Leuven zijn we daarom vertrokken vanuit een bredere theoretische vraagstelling. Als je weet dat er een groot verschil is tussen wat je als beeld krijgt toeg eleverd op het netvlies en hetgeen je de facto ziet, moet je ervan uitgaan dat het visuele systeem van de mens zeer krachtige en flexibele oplossingen voor beeldverwerking ontwikkeld heeft. Met de juiste vragen proberen wij die black box van de perceptie in te vullen.” Een televisie in de badkamer
“We onderzochten in hoeverre de mens om te zien gebruik maakt van zijn kennis. Uitgangspunt is dat je in een bepaalde context consistente, vertrouwde voorwerpen sneller zal herkennen dan niet-consistente, vreemde voorwerpen. Uit onderzoek blijkt alvast dat een tv in een woonkamer sneller wordt herkend dan wanneer diezelfde tv in een badkamer staat. Geconfronteerd met een nieuw beeld kijken proefpersonen eerst naar vertrouwde voorwerpen, pas nadien nemen ze niet-consistente zaken onder de loep. Informatie uit de periferie geeft dus voor een deel aan zet tot herkenning.” Peter De Graef houdt zich nu specifiek bezig met transsaccadische objectperceptie. “De vraag is: hou je over de oogbeweging heen informatie bij die het je mogelijk maakt om objecten - sneller - te herkennen, en zo ja, om welk soort informatie gaat het dan? We konden eigenhandig vaststellen dat het probleem veel complexer is dan je op het eerste gezicht zou denken. Als perifere elementen in je gezichtsveld gedurende de oogsprong worden veranderd, duurt het een tijd voor je ze opmerkt - als je ze al opmerkt.” Een bijkomend probleem in dit soort onderzoek is dat er zeer gesofisticeerde apparatuur nodig is om oogbewegingen continu te kunnen volgen. “Dergelijke toestellen kosten niet enkel veel geld, ze worden ook geleverd zonder enige software. Die ontwikkelen we dus zelf, net als sommige hardware-componenten die op de commerciële markt onvindbaar zijn.” De psychologen beschikken onder meer over een dubbele Dual-Purkinje-Image Eye Tracker. Voor perceptieonderzoek zijn er van dit toestel wereldwijd slechts twee andere exemplaren in gebruik, waarvan één bij de Nasa. Het maakt onderzoek mogelijk van oogbewegingen bij scènepercepties. Voorlopig is de onderzoeksgroep er als enige in geslaagd om met zelf ontwikkelde grafische kaarten en 3D-beelden een soort eigen virtuele wereld te creëren, die wordt aangepast in functie van de oogbeweging van de proefpersoon. De Graef: “Als je oogbewegingen on line wilt kunnen registreren, moet je rekening houden met de factor onvoorspelbaarheid om je beeld te veranderen. Gaat de proefpersoon op het beeld van een boerderij van de tr actor naar de bijbehorende aanhangw agen, of helemaal de andere kant op? Je hebt slechts 30 milliseconden om de saccade vast te stellen en ook nog eens een verandering in je beeld door te voeren.”
10 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0
Voorbeeld van een stimulus en een kijkpatroon gemeten tijdens een experiment. Cirkels zijn fixaties, lijnen zijn oogbewegingen (boven). Tijdens oogbewegingen werd het stimulusbeeld veranderd (onder), wat de proefpersonen vaak niet doorhebben.
leger ziet hij al veel minder zitten. “Dan zit je vaak met allerlei beperkingen inzake vraagstelling en publicatie van de onderzoeksresultaten. Terwijl wij als GOA-project - Geconcerteerde Onderzoeksactie, - red. - p recies de vrijheid hebben om aan fundamenteel onderzoek te doen.” Niet enkel de erkenning als Geconcerteerde Onderzoeksactie geeft aan dat dit onderzoek aan de universiteit hoog wordt ingeschat. In een artikel over ‘High Level Scene Perception’ in de Annual Review of Psychology van 1999 wordt het project van de onderzoeksgroep van De Graef eveneens als leidinggevend gecatalogiseerd. Het onderzoek slaat dan ook aan in het buitenland: het systeem dat hier is ontwikkeld voor oogbewegingsonderzoek is inmiddels al verkocht aan universiteiten in Parijs en Bern. Met Leiden en Tenerife lopen de onderhandelingen nog. Meer info over het project ‘Transsaccadische Objectperceptie’ vind je op de site http://www.psy.kuleuven.ac.be/labexppsy/top/topweb/index.htm
NIEUWS
Congresservice grote prioriteit
De Faculty Club op nieuwe wegen Ludo Meyvis
Tine Verhelst ontvangt ons in haar (- afgunst! -) schitterend gelegen kantoor op de eerste verdieping van de Faculty Club. Zij is sinds 1 januari manager van het statigste pareltje van onze universiteit. In 1989 behaalde Tine Verhelst hier in Leuven haar diploma van licentiaat in de economie. Na een kort studieverblijf in Frankrijk vond ze onderdak aan de K.U.Brussel. “Daar kreeg ik g aandeweg een hele waaier aan verantwoordelijkheden. Ik was verantwoordelijk voor de voortgezette opleidingen, voor public relations en voor internationale relaties. Boeiend werk was het zeker. In een kleine universiteit is het nog mogelijk dat je je met heel verschillende dingen bezighoudt, maar het nadeel is dat zich dat na verloop van tijd zó opstapelt dat je toch te weinig tijd hebt om alles even goed te doen.” Doelstellingen
“Toen ik vorig jaar een vacature zag bij de Faculty Club, voor de coör dinatie van de Centrale Congresdesk, heb ik na rijp be raad beslist de overstap naar de K.U.Leuven te maken. Toen de hele universitaire catering-structuur herzien werd, met de creatie van Leuca, heeft men mij dan gevraagd om de algemene leiding van de Faculty Club op mij te nemen. Ook daar heb ik wel even over moeten nadenken. Per slot van rekening was horeca-management voor mij grotendeels nieuw, en verder ging het toch om een flink w at grotere verantwoordelijkheid dan ik in Br ussel gewend was. Daar had ik t wee medewerkers, hier heb ik er plots een kleine 30. Toch heb ik de uitdaging aanvaard.” “De Faculty Club is een heel eigen instelling. Je hebt het historisch kader waarin het gebouw gesitueerd is, wat het meteen een eigen uitstraling en karakter geeft. De Faculty Club is heel nauw verbonden met de universiteit, wat bepaalde verplichtingen maar ook bepaalde mogelijkheden schept. En tegelijk wil het ook een modern bedrijf zijn, waarin kwaliteit moet primeren. Bij dat alles komt natuurlijk de financiële problematiek waarmee de Faculty Club te maken heeft. We moéten bezuinigen om ons voortbestaan te garanderen.” “Ik wil de levensvatbaarheid van de Faculty Club op verschillende manieren realiseren. Op korte termijn moeten we uiteraard een reeks kostenbatenanalyses maken, onder meer op het vlak van de personeelsorganisatie, de prijszetting van menu’s en dergelijke.” “De inschakeling in Leuca geeft een hele reeks mogelijkheden op het vlak van administratieve, technische en andersoortige optimalisering. We kunnen onze ingrediënten samen aankopen, we kunnen onze administratie centraliseren enzovoort. Dat betekent natuurlijk niét dat Faculty Club en Alma voortaan dezelfde kwaliteit zouden aanbieden. Het blijven twee aparte merknamen en Faculty Club blijft een gastronomisch hoog niveau halen.” Vergader- en congresservice
“Ik wil de levensvatbaarheid van Faculty Club ook v ergroten door de vergader- en congresactiviteit uit te bouwen. Tot nu toe hebben de organisatoren van wetenschappelijke congressen véél te weinig de reflex om niet alleen het
Personeelsfeest op 1 juli
Naar aanleiding van de Jubileumviering 575 Jaar K.U.Leuven wordt voor de - voor zover bekend - eerste keer een personeelsfeest georganiseerd. Alle personeelsleden zijn hierop van harte uitgenodigd. Als de weergoden gunstig gestemd zijn, wordt dit gegarandeerd een onvergetelijk dagje uit met gezinsleden en collega’s. Misschien is het wel de start van een mooie traditie ... Wat staat er zoal op het feestprogramma? Vanaf 14u kan je deelnemen aan wandel- en fietstochten, uitgestippeld door SIC en VELO v.z.w. - als het ware een mini-Gordel rond Leuven. Leuca zorgt voor een versterkend vieruurtje onderweg. Alle wegen leiden terug naar het Arenbergkasteel. Daar worden van 16u tot 18u de allerkleinsten opgevangen en zelfs omgetoverd door deskundige grimeurs. Het internationale broodjes- en saladebuffet is geopend van 17.30u tot 20u terwijl muzikale per-
afsluitend etentje, maar ook het hele congres in de Faculty Club te organiseren. Op voorwaarde dat de uitrusting van enkele zalen wordt aangepast is dat perfect mogelijk. Door samenwerking met de hotels, in de eerste plaats natuurlijk het Begijnhof Congreshotel hier vlak naast de deur, komen we tot een heel aantrekkelijke formule. We sleutelen nog aan de prijsbepaling. Op dat vlak is het niet uitgesloten dat we gaan werken op dezelfde manier als voor het restaurant, dus met een korting voor het personeel van de universiteit. Mag ik er even aan herinneren dat je nu in het restaurant, bij facturatie op je dienstadres, géén BTW betaalt én 24 % korting krijgt? Bij privé-facturatie betaal je wel BTW, maar loopt de korting op tot 30 %. Als we iets dergelijks ook voor de congressen kunnen organiseren, zie ik een en ander heel goed zitten.” “In het algemeen willen we de relatie met de K.U.Leuven nauwer aanhalen. De drempelvrees die sommigen blijkbaar nog hebben, is volkomen onterecht. De F aculty Club is geen besloten ‘clubje’, maar gewoon een klasse-restaurant voor de hele universitaire gemeenschap. Via onze website en met een nieuwsbrief hopen we die boodschap héél ver uit te dragen.” “Een tweede algemeen punt is de uitbouw van onze kwaliteit. De d ienstverlening en de k waliteit van het eten zijn op dit ogenblik al heel goed, maar dat is een proces dat voortdurende aandacht vraagt. Op intern vlak is er nog heel wat mogelijk. Ik denk bijvoorbeeld aan een beter personeelsmanagement, met onder meer het organiseren van opleidingen. Zo was er recent de opleiding ‘harmonie tussen wijnen en gerecht’, waarbij aan keuken- en bedieningspersoneel toelichting gegeven werd bij het kiezen van de juiste wijn bij bepaalde gerechten. Dergelijke initiatieven hebben niet alleen gevolgen voor de klant, die beter bediend wordt, maar ook voor het werkklimaat.” “Ik zie de toekomst van de Faculty Club héél goed zitten. Dat er werk aan de winkel is, besef ik ook wel. Maar er is zoveel potentieel, en we zijn zo belangrijk voor het imago van de universiteit dat ik niet anders kàn dan de toekomst positief in te schatten.” Tine Verhelst, t(016)32 95 13, f(016)32 95 02,
[email protected]
soneelsleden het beste van zichzelf geven op het free podium. Om 20.30u swingen de heren van Voice Male de avond in, een a vond die P.P. Michiels en The Big M’s met de nodige sfeer zullen afsluiten. Voor het welslagen van dit feest zijn vele helpende handen nodig. Na een eerste oproep boden zich tot grote vreugde van de jubileumcoördinatie tientallen vrijwilligers aan. W ie ook enkele uurtjes wil meewerken, kan nog steeds contact opnemen met het jubileumsecretariaat. Iedereen mag vanaf 10 mei een programmafolder en een inschrijvingsformulier verwachten. De organisatoren hopen op een talrijke opkomst! Info: Coördinatie Jubileumviering 575 jaar K.U.L euven, t(016)32 41 14 of e-mail: leen.bockaert@dcom. kuleuven.ac.be Op 1 juli leiden alle wegen naar het Arenbergkasteel
11.5.2000 C A M P U S K R A N T
11
ning en de bescherming correct en realistisch zijn, en d at de kip met de gouden eieren niet onnadenkend geslacht wordt.”
NIEUWS
Enthousiasme bij alle partners
Gemma Frisius-fonds groeit snel
Onderzoeksvalorisatie boekt succes Ludo Meyvis
In oktober 1997 werd het Gemma Frisius-fonds (GFF) opgericht. Het ging om een samenwerkingsverband tussen de K.U.Leuven, Investco (KBC-groep) en VIV (F ortis). Het fonds, 100 miljoen groot, kende zichzelf een looptijd van 10 jaar toe, met een maximale kapitaalsverhoging tot 500 miljoen. Nauwelijks tweeëneenhalf jaar later is die grens al tot de helft bereikt. Het kapitaal van het fonds werd verhoogd tot 250 miljoen. Wij vonden de vertegenwoordigers van het fonds in opperbeste stemming in de Faculty Club. Meer rijpere starters
“Het gaat héél goed met het GFF, dank u. We zijn nu al waar we oorspronkelijk pas na vijf jaar dachten te zijn. D at succes heeft verschillende redenen. De interesse voor spin-offs is recent sterk toegenomen. Eind 1999 participeerde het GFF al in 8 spin-offs. Een aantal andere zijn startklaar, en daarnaast nemen we een deel van het kapitaal voor onze rekening van enkele kleinere spin-offs die vanuit K.U.L euven R&D opgestart werden. Bovendien veranderde de aard van d ie beginnende bedrijven. In 1997 l ag de klemtoon overduidelijk en bijna uitsluitend op ICT-ondernemingen, die relatief weinig startkapitaal nodig hebben. Maar vrij snel kwamen daar ook twee biotechnologische spin-offs bij. Die hebben uiteraard nood aan meer en duurdere uitrusting. In het begin investeerden we gemiddeld 5 tot 10 miljoen per bedrijf, nu is dat 15 tot 20 miljoen. Vandaar dat het kapitaal van het GFF al snel aan zijn limiet zat, en dus opgetrokken werd tot 250 miljoen.” “De risico’s worden daardoor wat groter, maar een fonds voor seed capital moét risico’s nemen. Dat wordt trouwens gedeeltelijk geneutraliseerd door het feit dat de kandidaat-starters duidelijk professioneler beslagen zijn wanneer ze hun aanvraag indienen. Ze hebben een duidelijker business plan, ze kunnen hun eigen kansen beter inschatten enzovoort.” “Het GFF heeft zich ontwikkeld tot een bruggenhoofd tussen de wetenschappelijke taak van de universiteit enerzijds en haar maatschappelijke en economische rol anderzijds. De wederzijdse feedback tussen die twee sferen is duidelijk groeibevorderend, zowel voor het onderzoek als voor de valorisatie-mogelijkheden. Het is trouwens precies die positie van het fonds in de onmiddellijke nabijheid van het onderzoek die het tot zo’n aantrekkelijk concept maakt. We spelen het spel eerlijk, en zorgen voor incentives voor àlle betrokkenen. Dat is niet altijd het geval bij soortgelijke fondsen in het buitenland. In Nederland, bijvoorbeeld, werkt men nogal eens met een in onze ogen pervers systeem, waarbij de onderzoeker gedetacheerd wordt naar een spin-off. Hij maakt het bedrijf groot, het bedrijf wordt verkocht, en de onderzoeker moet terug naar de universiteit - maar vaak wel met een jarenlange wetenschappelijke ‘stilte’, waardoor zijn carrière-kansen zwaar gehypothekeerd zijn. In het GFF wordt er nauwlettend op toegezien dat de verlo-
“De markt van het zaaikapitaal is heel jong. Het GFF heeft, door zijn unieke positie, zeer mooie perspectieven, maar het spreekt vanzelf dat er concurrentie is, of zal komen. Daardoor is een profilering in deze of gene richting best mogelijk. Verder is het ook vrij waarschijnlijk dat ons aanbod zal e volueren, waardoor we wellicht minder alléén de rol van geldschieter zullen spelen, maar een echt aanspreekpunt voor prille bedrijven zullen worden. De gecombineerde inbreng van onze partners, de ene uit de universiteit, de t wee andere uit de bankwereld, creëert in dat verband trouwens een unieke synergie. Andere fondsen voor zaaikapitaal kunnen die meerwaarde niét bieden. In tegenstelling tot een aantal jaren geleden is zaaikapitaal redelijk beschikbaar, waardoor de aantrekkingskracht van een fonds allicht meer zal gaan afhangen van zijn inhoud op andere vlakken. En die hebben we. Onze partners uit de bankwereld zijn trouwens heel gecharmeerd door de complementariteit binnen ons partnership. Het is precies dààrdoor dat het GFF een unieke positie inneemt. Andere universiteiten zijn inmiddels natuurlijk ook begonnen met een vergelijkbaar initiatief - het Bakelandt-fonds in Gent, en het Wendelen-fonds aan het LUC - maar daar De 16de-eeuwse wiskundige Gemma Frisius, leermeester van Mercator, naar wie het onderzoeksfonds ontbreekt het dan weer aan de ervagenoemd werd ring van een d ienst als K.U.L euven R&D. Er is geld, er is expertise, er is belangstelling, een schitterende verstandhouding bij de partners, succes bij de bedrijven waarin we participeren, en veel groeiruimte. Begrijp je nu waarom we de champagne laten aanrukken?” Het Gemma Frisius-fonds participeert op dit ogenblik in de volgende bedrijven: Ansem (Analog Semiconductor design), Eyetronics (3D datacaptatie), Metis (magneettechnologie), MEC (scenario-ontwikkeling en -schrijven), ISW (Instituut voor Stress en Werk), Synes (neurale netwerk-software voor datamining), Algonomics (bio-informatica en bio-computing), Data4S (datamining applicaties), Tigenix (Tissue Engineering). Goedgekeurd en in oprichting: OMP-antenna products en L euven Bioproducts. De Raad van Bestuur van het Gemma Frisius-Fonds is samengesteld als volgt: K.U.Leuven: Prof. dr. ir. Koenraad Debackere (voorzitter), Dr. Martin Hinoul (afgevaardigd bestuurder), Hans Claes; Almanij-KBC: Luc Philips, Anne Roucourt; VIV (Fortis): Julien Smets, Tony Pilozzi De leden van het A dviescomité: K.U.Leuven: Koenraad Debackere, Martin Hinoul, Hans Claes, Rudi Cuyvers, Olivier Lescroart; Almanij-KBC: Paul Van Dun; VIV (Fortis): Raf Moons
vervolg van pagina 2 Het wordt tijd dat onze universiteit haar richting- en leidinggevende rol in de maatschappij ook opneemt in het domein van de ICT, en dus de Janus-neuzen in dezelfde richting laat wijzen. Ik hoef er waarschijnlijk geen tekening bij te maken welke richting dit moet zijn. En l aat deze ‘outing’ gepaard gaan met een ondubbelzinnig en sterk signaal dat Open Software en open bestandsformaten de norm eerder dan de uitzondering moeten zijn, aan de K.U.Leuven zowel als daarbuiten. Technisch kan het, het is enkel wachten totdat de beslissingsnemers beseffen dat software niet meer is dan een gewoon consumentenproduct, waarvan de kwaliteit enkel maar kan stijgen door de verhoging van onderlinge uitwisselbaarheid, standaardisatie en eerlijke concurrentie. Een kritische consument kan dus gouden zaken doen, door de markt-wetmatigheden maximaal te benutten. Door gesloten formaten en software te gebruiken doet men net het tegenovergestelde ...
[email protected]
12 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0
Nog even de benen strekken voor de aftrap in juni. Op 28 april riep de UEFA de scheidsrechters van Euro 2000 bijeen o p de mat van de Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie.
CULTUUR
Jeugdboek over middeleeuwse kunst bekroond
Nooit te jong om te leren
schenen bij het Davidsfonds - red. M aar door mijn voltijdse job aan het studiecentrum kon het boek slechts met stukjes en beetjes tot stand komen. Uiteindelijk is dat een pluspunt gebleken: het boek kreeg alle tijd om te rijpen. Ik had in het begin wat problemen met de stijl 11-jarigen mag je zeker niet betuttelen - maar daar hebben de uitgeverij en mijn man, zelf leerkracht in het zesde leerjaar, mij heel goed in begeleid.”
Wouter Verbeylen Om te stelen
Een Boekenwelp en een plaats op de longlist van de G ouden Uil: niet kwaad voor een debuut. Helemaal niet kwaad als je weet dat het gaat om een non-fictieboek voor kinderen. Het moet gezegd: Katharina Smeyers pende zich met ‘Schapenvellen en ganzenveren - Het verhaal van het middeleeuwse boek’ duchtig in de prijzen ... Katharina Smeyers is wetenschappelijk medewerker aan het internationaal gereputeerde Studiecentrum Vlaamse Miniaturisten, gevestigd in de Centrale Bibliotheek. Van haar vader, wijlen professor Maurits Smeyers, kreeg ze de middeleeuwse cultuur met de paplepel ingegoten. “We trokken ieder jaar op reis naar Frankrijk, en daar gingen we, telkens in een andere streek, op zoek naar middeleeuwse kunst. Later volgden dan mijn studie Kunstgeschiedenis en mijn werk aan het Studiecentrum. Ik kreeg zin om eens iets over middeleeuwse kunst te schrijven voor kinderen. Want het Studiecentrum draagt zijn kennis wel uit door publicaties, tentoonstellingen en lezingen, maar kinderen worden daar zelden door aangesproken. Ik heb eens rondgesnuffeld tussen de kinderboeken in de museum-shops van verschillende grote musea, en over middeleeuwse kunst bleek nauwelijks iets te bestaan.” Hoe maak je een kinderboek over het maken van een middeleeuws boek? Katharina: “Het was een proces van lange adem, waar ik veel plezier aan heb beleefd. In 1995 ben ik eraan begonnen, en de oorspronkelijke bedoeling was om het boek gelijktijdig met Vlaamse Miniaturen van mijn vader te laten verschijnen - beide boeken ver-
‘Wanneer brand uitbreekt in een huis, zullen eerst de boeken gered worden, en pas daarna de andere bezittingen’, lezen we in het boek. Katharina: “Ik wilde kinderen tonen hoeveel voeten het in de Middeleeuwen in de aarde had om een boek te maken, en hoe kostbaar boeken daarom waren. Ook nu kan je de waarde van middeleeuwse handschriften moeilijk overschatten. Op het Studiecentrum werken we hoofdzakelijk met reproducties, want van echte handschriften kunnen we de veiligheid niet garanderen.” De uitgave is een juweeltje. De tekst is verlucht met pittige illustraties van Dorus Brekelmans, en de prachtige miniaturen spreken uiteraard voor zich. Maar hoe ver-
koop je aan kinderen onderwerpen als ‘De rubricator’? “Oorspronkelijk moest ik me bedwingen om niet met voetnoten uit te pakken - een academische afwijking veronderstel ik. Uiteindelijk kon ik alles kwijt in de korte anekdotische stukjes die het verhaal van schaap tot boek doorspekken.” Zo kan je lezen dat een handschrift als de bijbel al gauw 150 schapenvellen telde, en verzucht een middeleeuws kopiist: ‘Nu het boek is overgeschreven, ga ik de botten breken van de geleerde die het heeft opgesteld.’ De recente regen van reacties, ook van volwassenen, laat Katharina niet onbewogen. “Het boek is verschenen in juni ‘99, daarna was het een half jaartje betrekkelijk stil, tot begin dit jaar. Eerst was er die stek op de longlist van de Gouden Uil voor Jeugdliteratuur - als enige non-fictiewerk op de lijst -, en half maart ontving ik tijdens de Jeugdboekenweek een Boekenwelp. Inmiddels zijn er vertalingen in het Noors en het Duits gepland, en een vervolg staat al in de steigers.” En aan wie op slechte gedachten zou komen na het lezen van dit stukje, geeft de middeleeuwer de volgende waarschuwing mee: ‘Wie dit boek steelt: dat hij verlamt en dat al zijn ledematen verdorren; dat hij wegkwijnt van de pijnen en roept om medelijden. En dat er geen einde komt aan zijn foltering, totdat hij sterft.’ ‘Schapenvellen en ganzenveren - Het v erhaal van het middeleeuwse boek’ van Katharina Smeyers met tekeningen van Dorus Brekelmans verscheen bij Davidsfonds/Infodok, Leuven, 1999.
vervolg van pagina 7 vader enthousiaster is over De Standaard dan mijn zoon, die 18 is. Niet dat ik lezers van de leeftijd van mijn vader wil verliezen, maar de jeugd bijwinnen moet toch binnen onze mogelijkheden liggen. En dat wil ik dan niet realiseren met nog maar eens een aparte bijlage, maar gewoon door de krant algemeen toegankelijker te maken.” “Ik heb mijn oor eens te luisteren gelegd toen aan jongeren werd gevraagd wat ze van verschillende kranten vonden. Daaruit bleek duidelijk dat zij uitleg verlangen bij vaktermen. Op de redactie wordt daar vaak te licht over gegaan, omdat die nu eenmaal bestaat uit specialisten binnen het vakgebied. Jongeren haken echter af als ze in een artikel over het NTG niet één keer vermeld zien dat het over het Nederlands Toneel Gent gaat. Hetzelfde heb je met termen als IMF en h ematocriet, en het is een kleine moeite om bij de berichtgeving over, zeg maar, Zimbabwe, telkens een kaartje af te drukken. Wees gerust, een krant als de Financial Times - toch niet echt een populaire krant - geeft óók de nodige uitleg, dus wat houdt ons tegen?” Om zes uur ‘s ochtends op, en ‘s avonds om negen uur naar huis: geen enkele C.A.O. die dat aanvaardt. Vandermeersch: “Ik verlang wel vaker terug naar de tijd toen ik zelf schreef. Het was een stuk rustiger. Nu maak ik lange dagen, en ik werk bijna altijd op zondag. Waarom ik het dan doe? Het is me nooit gelukt om enkel met mijn eigen artikeltje bezig te zijn. Ik h eb me altijd in discussies gemengd, gepleit voor een krant die scherp is en actueel, een Europese referentiekrant. In feite ben ik gewoon verliefd op de krant.”
11.5.2000 C A M P U S K R A N T 1 3
neming, en drukken hun stempel op het beleid. Nog drastischer is de confronterende werkwijze van organisaties als Greenpeace. Die kocht een aantal maanden geleden voor enkele miljoenen aandelen van Shell, kreeg daardoor inspraak en legt nu, o.a. via de med ia, het management het vuur aan de schenen.”
LEVEN NA DE UNIVERSITEIT
Handelsingenieur Boter bij de vis
Geert Schoukens Wouter Verbeylen
“Veel meer dan een mod etrend. Ethisch beleggen is de toekomst.” Een boodschap waar je niet omheen kan na een gesprek met Geert Schoukens. Hij studeerde vorig jaar af als handelsingenieur, en werd in januari met zijn thesis over ethisch beleggen in het Verenigd Koninkrijk de Vlaamse laureaat van de ‘Grote Ippa-prijs voor jonge economen’. Waarom ethiek ook financieel aantrekkelijk kan zijn. Geert: “Na mijn humaniora heb ik voor de opleiding tot handelsingenieur gekozen, omdat die richting, zeker tijdens de kandidaturen, generalistisch is. We kregen, naast veel economie uiteraard, ook cursussen recht en dergelijke. Toen ik in het derde jaar opnieuw moest kiezen, kwam ik terecht bij Financiewezen. Ik heb een thesis gemaakt over ‘De Prestaties van ethische beleggingsfondsen in het Verenigd Koninkrijk’ bij professor Bouckaert van het Centrum voor Economie en Ethiek en professor Renneboog van de Universiteit van Tilburg.” If you can’t beat them, join them
Wie ethisch belegt, stelt naast louter financiële criteria, ook ethische voorwaarden voor de samenstelling van zijn portefeuille. Geert: “Die ethische criteria kunnen heel uiteenlopend zijn: dat kan gaan om uitsluiting van extreme gevallen als uitbuiting van de werkkrachten en schendingen van het milieu, en opname van ondernemingen met een uitmuntend sociaal en milieubeleid. Maar algemener gesteld komt het erop neer dat bedrijven een grote transparantie aan de dag moeten leggen, willen ze het label ‘ethisch’ verdienen. Inmiddels hebben een aantal screeningsbureaus - zoals ‘Ethibel’ in België - zich gespecialiseerd in het doorlichten van portefeuilles op ethische criteria.” Ethisch beleggen is een dus begr ip dat vele ladingen dekt. De zwakste vorm is het uitsluiten van bepaalde aandelen uit een fonds, bijvoorbeeld van sterk milieuvervuilende ondernemingen. Maar je kan ook k leur bekennen en als aandeelhouder trachten de strategie van het bedrijf te wijzigen. Geert: “In de Verenigde Staten bijvoorbeeld is Corporate Governance erg populair: belangengroepen worden opgenomen in de raad van bestuur van een onder-
Op 10 maart werd de nieuwe vleugel van de bibliotheek van de Faculteit Rechten geo pend. Architec ten professor Paul Van Aer schot en Hans Verplancke beiden verbon den aan ASRO ontwierpen de vleugel-oppoten, die 150.000 bezoe kers per jaar zal moeten torsen.
14 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0
Vanzelfsprekend blijven voor de belegger ook financiële criteria van belang. Het succes van ethische beleggingsfondsen is onlosmakelijk verbonden met de prestaties die men kan voorleggen. Je zou dan v ermoeden dat ethische fondsen het hier moeten afleggen tegen ‘klassieke’ fondsen. Geert deed de test: hij onderzocht de prestaties van de ethische fondsen van de voorbije twee decennia in het Verenigd Koninkrijk. Gee rt: “In België is ethisch beleggen een trend van de laatste jaren, terwijl het eerste ethische beleggingsfonds in het Verenigd Koninkrijk al in 1984 werd opgericht. En aan gezien ik over voldoende historische gegevens moest beschikken voor een analyse, was mijn focus op het V.K. een logische keuze.” “De resultaten zijn verrassend: op het eerste gezicht lijkt het gemiddelde jaarlijkse rendement van alle ethische aandelen samen met 19% nauwelijks onder te doen voor het rendement dat de ‘gewone markt’ haalt, 22%. En wanneer we rekening houden met het ‘kleine ondernemingen’-effect - ethische fondsen kiezen vaak voor kleine ondernemingen -, dan is het rendement zelfs hoger. Als we dan ook nog eens risicofactoren incalculeren, kunnen we zelfs besluiten dat ethische fondsen over de hele lijn beter presteren.” Conclusie? “Voor de belegger is er geen reden om niet ethisch te investeren.” “Dat verklaart ook de hoge vlucht die ethische fondsen, zowel in België als in het V.K., de laatste tijd nemen. België telt inmiddels 90.000 ethische beleggers en spaarders, tegenover 23.000 in 1995. 2 4 miljard frank is op dit o genblik ethisch belegd. Hiermee blijft België nog ver achter op de Angelsaksische wereld, waar ethisch beleggen ook fiscaal gestimuleerd wordt. Maar er beweegt wat in de politieke en economische wereld. Het kan geen toeval zijn dat net mijn thesis de Ippa-prijs won, met een jury van experten uit politiek en onderwijs. Ik zie het als een erkenning voor twee jaar hard werken, maar mijn bekroning is ook een signaal: dat ethisch beleggen binnen de financiële wereld een waardevol en levensvatbaar alternatief is.” Een wissel op de toekomst
Inmiddels werkt Geert als investment analyst bij Capricorn Venture Partners in het Leuvense. Een ethische keuze? Geert: “Wij verstrekken venture capital of risicokapitaal aan jonge ondernemingen. Een opstartende onderneming heeft het vaak niet gemakkelijk om aan voldoende gelden te geraken. Als die onderneming met onze financiële inbreng van de grond komt, is dat uiteraard goed voor de tewerkstelling.” “Ook op mijn werk merk ik dat vanuit ondernemersstandpunt ethiek een kernbegrip is geworden binnen het beleid. Alleen al aan de interesse voor mijn thesis merk je het: ‘duurzaam ondernemen’ is niet langer louter een modewoord.”
NIEUWS
Margaret’s Hospital Wouter Verbeylen
Alweer een jaar geleden overleed Margriet Lenaerts, de gezinshelpster die twintig jaar lang door het leven ging als ‘Tant Griet’ van de Sociale Dienst. Onverwacht blijkt haar leven nu een vervolg te krijgen, en - nog onverwachter - in India. We vertellen het verhaal van ‘Margaret’s Hospital’ in de bewoordingen van haar broer Jan. Margriets betrekking aan de universiteit werd haar indertijd “door de Voorzienigheid in de schoot geworpen”. Begin jaren ‘60 ontmoette ze, tijdens een bedevaart naar O.L.V. van Fatima, kanunnik Frateur in het vliegtuig boven Frankrijk. Die was volop bezig de Sociale Dienst uit de startblokken te krijgen, en zag in Margriet een ideale medewerkster te velde. In 1965 werd zij gezinshelpster van het personeel van onze universiteit. ‘ Tant Griet’ bezocht, steeds vergezeld van een grote boodschappentas vol verrassingen, tal van g ezin-
nen in tijden van nood, en nam de moederrol over zolang het nodig bleek. “Met haar beroepsfierheid werd zij een door iedereen geliefde vriend des huizes”, schrijft broer Jan. Na haar pensioen in ‘85 trok Margriet zich terug in Zichen-Bolder, waar ze op 15 maart 1999 overleed. Haar grafsteen kreeg van de familie de woorden mee ‘Dank voor dit leven van stille toewijding en dienstbaarheid’. Een hospitaal voor een huis
Na Margriets begrafenis zocht haar familie naar een soort ‘vervolg’ op haar leven, en net op dat ogenblik lazen ze in Kerk en Leven een artikel over de strijd tegen lepra in India. Daarop werd besloten om de nalatenschap van Margriet - waaronder het ouderlijk huis - aan de Damiaanaktie te schenken. We zijn nu een jaar verder, en in India is men onlangs begonnen met de bouw van een heus Margaret’s Hospital. Rond de jaarwisseling hoopt men de werken te beëindigen. Margaret’s Hospital wordt een verpleegeenheid in New Delhi, waar de leprapatiënten voorlopig te velde worden verzorgd. Het project kadert helemaal in de geest van ontwikkelingssamenwerking: lokale verantwoorde-
lijken coördineren de bouw en een Indisch geneesheer zal de leiding op zich nemen. Als de werken eenmaal voltooid zijn, zal de behoefte aan giften voor geneesmiddelen, voeding en werkingskosten echter blijven bestaan. Inmiddels liet Margriets familie alvast op haar grafsteen schrijven: ‘Haar naam en geest leven voort in Margaret’s Hospital in New Delhi, India’. Giften voor Margaret’s Hospital kunnen worden gestort op rek. 000-0000075-75 t.n.v. de v.z.w. Damiaanaktie, Leopold II-laan 263, 1081 Brussel onder vermelding van ‘Margaret’s Hospital - India’
11.5.2000 C A M P U S K R A N T 1 5
JUBILEUMVIERI NG
kalender congressen 22-26 mei, prof. M. Goossens (Fac. Wet. - Dept. Wisk. - Afd. Plasma-astrofysica), Workshop on Waves in Dusty, Solar and Space Plasmas. I.s.m. RUG en University of Natal. Info:
http://allserv.rug.ac.be/~verheest/fsaw.html; prof. M.Goossens, t(016)32 70 15 23 mei, prof. Gr. Van Sant (Fac. Geneesk. - Afd. Voeding), Obesity: What do we learn f rom stable isotopes (labelled water, carbon and nitrogen)? Symposium on obesity: Antwerpen, 24-2 7 mei. Info: t(016)34 42 69 24-27 mei, dr. M. Flour (Fac. Geneesk. - Afd. Dermatologie), 10de jaarlijks symposium van de European Tissue Repair Society.
25 mei, prof. C. Fijn aut (Fac. Rechtsgeleerdh. - Inst. voor Strafrecht), Internationaal Congres: ‘The public prosecutor’s office in the European Union: cur rent problems and future perspectives’.
Info: M. Bringmans, t(016)32 52 11 25-27 mei, dr. B. P attyn (Overlegcentrum Chris t. Ethiek), Politeia Conferentie: ‘Modern Media & Social Dial ogue: Searching for Common Ground within the Sound and the Fury’. Conferentie van het European Ethics Network. Info: http://www.kuleu-
ven.ac.be/oce/politeia.html; B. Pattyn, t(016)32 37 88 25-26 mei, prof. O. Leroy (KULAK- Research Group Physical Acoustics and Acousto-topics), Congres in Brugge over ‘Advances in Acousto-Optics 2000’. Info: Filip Windels, t(056)24 62
07
Info: t(016)33 78 68 24-28 mei, prof. T. Van Houdt (Fac. Lett. - Werkgroep Neolatijn), Internationaal colloquium: ‘Self-presentation and social identification. The rhetoric and pragmatics of letter writing in early modern times’. Info: t(016)32 49 05
26 mei, prof. P. Agostinis (Fac. Geneesk. - Afd. Bioc hemie), Meeting: ‘A new life for mitochondria’ in opdracht van de ‘Belgian Society for Biochemistry and M olecular Biology’. Info: prof. P.
Agostinis, t(016)34 57 15
26-27 mei, prof. F. Van De Werf (Fac. Geneesk. - Afd . Cardiologie), Internationaal congres: ‘Acute coronary syndromes and coronary interventions’. Info: A. Meuris,
t(016)34 34 72; R. Struyven, t(016)34 40 45
Brochure Congressen 2000-2001 De K.U.Leuven grijpt haar verjaardag aan om één van haar belangrijkste opdrachten te belichten, met name kennisoverdracht van hoog internationaal niveau. Dat doet zij als bezieler en organisator van meer dan honderd congressen die tussen februari 2000 en het einde van het jubileumjaar zullen plaatsvinden. Een chronologisch overzicht in brochureformaat is verkrijgbaar bij
[email protected]
Opendeur op 13 mei -
kalender jubileumviering 4/5-3/7 Tentoonstelling over ‘Het slot’ van Franz Kafka, Centrale Bibliotheek, Ladeuzeplein. 13/5 K.U.Leuven Opendeur met o.m. Informatiemarkt voor aspi rant-studenten door Studieadvies. Aansluitend concer t Leuvens Alumni Orkest o.l.v. Peter De Vos, Pieter De Someraula, 19.30u 1/7 Personeelsfeest K.U.Leuven (zie ook op pagina 11)
Info: Isabel Penne, coördinatie Jubileumviering, t(016)32 41 44.
De monding van de wijsheid en andere voorstellen Fonske en zijn opvolger, weet u nog? Een tijdje geleden verscheen in Campuskrant een oproep van de coördinatoren van het Jubileumjaar voor een gepast verjaardagscadeau van de universiteit aan de S tad Leuven. Tien erg uiteenlopende voorstellen hebben ons bereikt, en ons enthousiasme is grenzelozer dan ooit. Misschien hebt u nog een briljant idee in uw lade liggen? Laat het geen wortel schieten, bezorg het voor eind mei aan het secretariaat van de Algemeen Beheerder, Krakenstraat 3, 3000 Leuven.
Jubileumconcert Op 13 mei opent de K.U.Leuven haar deuren. Want onze universiteit viert feest, ze bestaat precies 575 jaar. In alle departementen en diensten en in het Universitair Ziekenhuis kunnen studenten, alumni, personeel en stad- en streekgenoten die dag een verhelderende kijk krijgen op het reilen en zeilen aan onze universiteit. Ook de alumniverenigingen laten zich tijdens K.U.L euven Opendeur niet onbetuigd en organiseren een aantal aantrekkelijke activiteiten. In de Universiteitshal, het hart van de K.U.L euven kunnen studenten en oud-studenten de hele dag terecht bij informatiestands van Alumni Lovanienses en Studie-advies. De feestelijke dag wordt ‘s avonds afgesloten met het Jubileumconcert van het Leuvens Alumni Orkest. Dit orkest, opgericht in 1996, be staat hoofdzakelijk uit oudstudenten van de K.U.Leuven. Op het programma van het Jubileumconcert staan de Orkestsuite nr. 1 in C van J.S. Bach, in het kader van het Bachjaar, en verder Old Wine in New Bottles van G. Jacob, de Peer Gynt Suite nr. 1 en 2 van E. Grieg en tot slot de Tsjechische suite in D van A. Dvorak. Het concert wordt voorafgegaan door een receptie voor Alumni-leden in de P ieter De Somer-aula (17-19u). De Voorzitter van Alumni L ovanienses, Karel Vinck, leidt het concert in en Wim De Vilder presenteert. Jubileumconcert Leuvens Alumni Orkest, 13 mei, 19.30u, Pieter De Somer-aula, Deberiotstraat 24, 3000 Leuven. Een organisatie van Alumni Lovanienses, m.m.v.
K.U.Leuven Opendeur, Universiteit Derde Leeftijd, Stad Leuven en 3-link (R adio 3). Kaarten: 500/400 fr. (100 fr. korting voor Alumni, personeelsleden K.U.Leuven, studenten, leden Universiteit Derde Leeftijd en 3-link en bij aankoop van grote aantallen). Info en reservatie: Alumni Lovanienses v.z.w., t(016)32 40 01,
[email protected]; www.kuleuven.ac.be/lao;
[email protected], t/f(016)22 43 28 Voor meer informatie over K.U.Leuven Opendeur: t(016)32 37 83 of www.kuleuven.ac.be/575
De Jubileumviering 575 jaar K.U.Leuven wordt georganiseerd in samenwerking met:
16 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0
A D VA LVA S
Korte berichten Bouwen voor kost en inwoon
Bouworde v.z.w. organiseert tijdens de vakantieperiodes bouwkampen voor jongeren vanaf 17 jaar - 18 voor wie naar het buitenland wil. Dat is een prachtige kans om als vrijwilliger de handen uit de mouwen te steken en hulp te verlenen aan kansar me medemensen. De aard van de werkzaamheden varieert van kamp t ot kamp: schilderen, behangen, metselen, puin ruimen, behangen, opruimen enzovoort. Naast het werk is er natuurlijk ook veel ruimte voor contact met de mensen in de buurt. Je betaalt 1000 fr. inschrijvingsgeld voor een kamp in Vlaanderen, 1.250 fr. voor een kamp in het buitenland, en de reiskosten. Kost en inwoon zijn gratis. Info: Tiensesteenweg 145, 3010 Leuven, t(016)25 91 4 4, f(016)25 91 60,
[email protected], www.bouworde-vzw.be. Vijf jaar Velo
Op vrijdag 12 mei wordt vanaf 16u in Alma 2 de vijfde verjaardag van Velo gevierd. Professor Masschelein vat 5 jaar Velo samen, en burgemeester Tobback onthult het logo. Om 17u is er een receptie. Vanaf 15u kan je de werkplaatsen al bezoeken.
Het Boeddhisme heeft geen centrale normerende instantie. Dat heeft geleid tot een verregaande versnippering en tot de ontwikkeling van veel gevarieerde filosofische en devotionele stromingen. Ook vandaag nog neemt het aantal groeperingen dat zich op een boeddhistische grondslag beroept - de zogenaamde New R eligions - sterk toe. De Aum Shinrikyo in Japan en de Falun Gong in China zijn daar wellicht de bekendste voorbeelden van. Op 26 en 27 m ei wordt rond deze thematiek een internationaal colloquium georganiseerd in het Monseigneur Sencie-Instituut. Info: Ineke Van Put, Blijde Inkomststraat 21, 3000 Leuven, t(016)32 49 51, f(016)32 49 32,
[email protected], http://www.akira.arts.kuleuven.ac.be/bbs/
beperkt aantal goed uitgebouwde modules. Dat is de weg die wij gevolgd hebben met de uitbouw van onze website over ruimtelijke structuren in Zuid-Afrika, met zes modules rond politiek, economie, interne stedelijke structuren, verstedelijking van het platteland, toegankelijkheid van faciliteiten en toerisme. En dat geldt ook voor onze virtuele terreinexploraties met modules rond landelijke nederzettingen, economische reconversie van oude industriële gebieden en verstedelijking: we streven naar een goed product dat terdege onderlegd en uitgebouwd is. Als we onze collega’s een goed en bruikbaar draaiboek kunnen aanbieden, werken we terzelfdertijd aan een verdere uitbouw van andere thema’s en andere plaatsen.” “Het blijft een voortdurende zoektocht naar ander en Vacatures VIB beter onderwijs, waarin we ons gelukkig ondersteund Het Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie (VIB) weten door de universiteit. Het werk dat de Dienst Uniheeft drie vacante betrekkingen (m/v) in het CME K.U.Leuven: versitair Onderwijs en het Impulscentrum voor OnderEen secretaresse (voltijds) ter ondersteuning van de wetenschap- wijsvernieuwing leveren, is bijvoorbeeld enorm stimulepelijke directeur en zijn onderzoeksgroep. rend, op praktisch én moreel vlak. Nu alleen nog de stuEen secretaresse (deeltijds) ter ondersteuning van een onderdent meekrijgen - een andere manier van doceren legt zoeksleider en zijn onderzoeksgroep. immers ook een stukje verantwoordelijkheid bij de stuEen administratief medewerker (voltijds) ter ondersteuning van denten zelf. Misschien moet hen door de universitaire de coördinator financieel, administratief en personeelsbeheer. overheid duidelijk worden gemaakt dat passiviteit geen Info: VIB, Lieve Van Kerckhoven, Rijvisschestraat 120, 9052 recht is en d at wij begeleide zelfstudie als onderwijsconZwijnaarde, f(09)224 66 10, e-mail: lieve.vankerckhocept aanmoedigen. De veiligheid van anoniem zitten
[email protected] of www.vib.be noteren in een reusachtige aula brokkelt meer en meer af, en hoe sneller de studenten beseffen dat actieve medewerking en betrokkenheid ook van hen moet komen, hoe beter: het kan hun studie alleen maar ten goede komen.”
AGENDA
CULTUUR
geloof
film
10/5 17/5 19/5 24/5
18.15u, Viering in de Sint-Jan-De-Doperkerk, Groot Begijnhof, aansluitend broodmaaltijd in Begijnhof 16 18.15u, Viering in de Sint-Jan-De-Doperkerk, Groot Begijnhof, aansluitend broodmaaltijd in Begijnhof 16 20.30u, Kerkplein in Begijnhof 16, Groot Begijnhof 18.15u, Viering in de Sint-Jan-De-Doperkerk , Groot Begijnhof, aansluitend broodmaaltijd in Begijnhof 16
29/5
Een uitgebreide kalender vindt u op www.kuleuven.ac.be/up/
vorming 15/5
22.30u, Ridley Scott, Thelma and Louise , STUCterras, E. Van Evenstraat 2d, t(016)20 81 33
11/5 11/5 12/5
nu
nu nu nu
geloof - KULAK 3-7/7 Uitblazen in Antoing (nabij Doornik): met KULAK-studenten trekken we er enkele dagen op uit ..., na de examens, info t(056)24 61 43 28/8-1/9 Eerstejaarssessie in Anseremme, info t(056)24 61 11 4-8/9 Eerstejaarssessie in Anseremme, info t(056)24 61 11 11-15/9 Eerstejaarssessie in Anseremme, info t(056)24 61 11
concert
tentoonstelling
nu Elke dinsdag Zenmeditatie in Begijnhof 16 (19.45u) Elke woensdag en zaterdag (18.15u) en zondag (11u) eucharistieviering in de Begijnhofkerk
vervolg van pagina 4
Colloquium: Buddhism - Schools and Sects
tot 20/5, Gedrukte liturgie, liturgica uit de KADOC-biblio theek, KADOC, Vlamingenstraat 39, t(016)32 35 00 tot 31/5, Alfred-Napoleon Delaunois (1475-1941), Verrassend anders, schilderijen, etsen en tekeningen uit de stedelijke collecties, Faculty Club, t(016)32 95 00 tot 2/9, Lizzie Pieters, UZ Gasthuisberg, Herestraat 49 tot 3/9, Katelijne Hanssen, UZ Gasthuisberg, Herestraat 49 tot 5/9 , Kafka in de stripwereld. Een adaptatie van Olivier Deprez, org. Culturele Studies, Exporuimte Centrale Bibliotheek, Ladeuzeplein
theater 11/5
20.30u, Eindfeest, De Onderneming, Alles wat het geval is, Vlamingenstraat 83, t(016)20 81 33
13/5
23u, Eindfeest, wawadadakwa, STUCzaal, E. Van Evenstraat 2D, t(016)20 81 33 00.30u, Eindfeest-Party, met DJ Morel & DJ Daoed, STUCzaal, E. Van Evenstraat 2D, t(016)20 81 33 19u, Beiaardbespeling door Luc Rombouts, universiteitsbeiaard, Mgr. Ladeuzeplein, t(016)32 41 40 19.30u, slot van opendeurdag: Leuvens Alumni Orkest o.l.v. Peter Devos; Bach, Grieg, Dvorak; Pieter De Somer-aula, t(016)32 40 01
20u, Psalmodieën, Aus der Tiefe, Vocaal Ensemble Musa Horti o.l.v. Peter Dejans, Abdij van ‘t Park, Abdijlaan, Heverlee, t(015)41 84 79. 20/5 20u, Dubbelkorige motetten, van Peter Philips, en de 7 ‘Lamentations for Henry Noel’ (uit 1597) van John Dowland, Vocaal Ensemble OrSeCante o.l.v. Arnout Malfliet, Sint-Kwintenkerk, t(016)40 14 98. 23/5 13-14u, Arpa Multisonor, Jaak Vandevelde en Arielle Valibouse, Traditionele muziek uit Latijns-Amerika, UZ Gast huisberg, Herestraat 49. 26/5 20u, Les Baudouins, Morts & Kolinsky, STUCbar, E. Van Evenstraat 2D, t(016)20 81 33 Beiaardbezoeken: Geïnteresseerden kunnen met de beiaardier de toren beklimmen en de bespeling in de beiaardkamer en/of vanop de toren bijwonen. Afspraak om 18.30u aan de balie van de bibliotheek (vooraf reserveren, t(016)32 46 60). 20/5
14.30u Lezing, ‘Technology Foresight’ lecture of the Res Metallica 2000 Chair - Second Lecture Series. The future of thermomechanical processing of steel, prof. C.M. Sellars, Dpt of Engineering Materials - IMMPETUS (Institute for Microstructural and Mechanical Process Engineering) - the University of Sheffield (UK), Auditorium Arenbergkasteel.
1 1 . 5 .2 0 0 0 C A M P U S K R A N T 1 7
Een volledig overzicht van alle openstaande onderzoeksprogramma’s en initiatieven is beschikbaar op CWIS: http://www.kuleuven.ac.be/gedoc. Indien u geen toegang hee ft tot CWIS kunt u contact opnemen met Karine Aert, Dienst Onderzoekscoördinatie, Naamsestraat 22, 3000 L euven, t(016)32 40 53, f(016)32 41 98,
[email protected].
A D VA LVA S
Doctoraten 6 maart: Jan Vande Ginste, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Assessment of Apparent and True Ileal Digestible Amino Acid Requirements of Growing-Finishing Pigs and Effects of Feed Processing on Protein Quality, promotor professor R. De S chrijver. 8 maart: Franciska Blockeel, Letteren, A imagen de Portugal nas narrativas juvenis (19741994): identidade e alteridade, promotor professor R. Ghesquière. 15 maart: Alexandre Repkine, Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, Industriële herstructurering in landen van Centraal- en Oost-Europa: Een beter inzicht in bedrijfsprocessen gedurende de transitie naar een markteconomie door het combineren van gegevens op sector-, bedrijfs- en productniveau, promotor professor J. Konings. 16 maart: Pieter Vanden Berghe, Geneeskunde, Optical Monitoring of Myenteric Neuronal Activity. A Confocal Fluorescent Ca2+Indicator Study, promotor professor J. Tack. 16 maart: Tom Van de Putte, Geneeskunde, Identification of Genes Essential for Ealy Mouse Development by Gene Trapping in Embryonic Stem Cells, promotor professor D. Huylebroeck. 17 maart: Mark Ingels, Toegepaste Wetenschappen, CMOS Interface schakelingen voor optische communicatie, promotor professor M. Steyaert. 17 maart: James McGrory, Kerkelijk Recht, Philosophical Theories, Methodological Approaches and Hermeneutics of Understanding: A Study of Canonical Meaning and its Interpretation, promotor professor R. Torfs. 17 maart: Bert Sels, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Organic Chemistry with Hydrogen Peroxide and Layered Double Hydroxides Exchanged with Tungstate and Molybdate Anions, promotor professor P. Jacobs.
Benoemd of onder-
21 maart: Martien Wampers, Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Het gebruik van grove en fijne beeldinformatie bij scène-perceptie in functie van spatio-temporele factoren, promotor professor G. Van Outryve d’Ydewalle.
5 april: Sara Vanlingen, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Characterization of the Type 1, 2 and 3 Inositol 1,4,5-Trisphosphate Receptor Isoforms. A Biochemical and Molecular Analysis, promotor professor J.B. Parys.
23 maart: Peter Ha, Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, The Concept of the Self in Heidegger’s Fundamental Ontology. An Investigation on the Concept of the Solipsistic Self of Dasein in ‘ Being and Time’, promotor professor M. Moors.
7 april: Bart Van Den Cruyce, Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, Statistische discriminatie van allochtonen op jobmarkten met rigide lonen, promotor professor E. S chokkaert.
29 maart: Tom Boiy, Letteren, Laatachaemenidisch en hellenistisch Babylon. Portret van een Mesopotamische stad in een cult ureel spanningsveld, promotor professor K. Van Lerberghe. 29 maart: Wim Bouwen, Wetenschappen, Productie, stabiliteit en depositie van homo- en hetero-atomaire metallische clusters, promotor professor P. Lievens en professor R. Si lverans. 29 maart: Ruth Stoffelen, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Early Screening of Eumusa and Australimusa Bananas Against Root-Lesion and Root-Knot Nematodes, promotor professor D. De Waele en professor R. Swennen. 29 maart: Luc Van Doorslaer, Letteren, Cyriel Buysse in deutscher Uebersetzung. Eine Fallstudie zur Funktion von Uebersetzungen der ‘kleinen’ flämischen in der ‘grossen’ deutschen Literatur (1900-1920), promotor professor J. Lambe rt. 31 maart: Steven Cappelle, Wetenschappen, Ontwikkeling van pyridine-o-chinodimethaan-systemen uit thiënopyridine-precursoren en toepassing in Diels-Alderreacties. Uitbouw van adducten tot analoga van farmacologisch actieve verbindingen, promotor professor G. Hoornaert en professor F. Compernolle. 31 maart: Stef Grondelaers, Letteren, De distributie van niet-anaforisch ‘er’ buiten de eerste zinsplaats. Sociolexicologische, functionele en psycholinguïstische aspecten van er’s functie als presentatief signaal, promotor professor D. Geeraerts.
7 april: Catherine Van Nieuwenhove, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Survival, Colonization and Plant Effects of Azorhizobium Caulinodans on Rice (Oryza Sativa L.), promotor professor K. V lassak. 12 april: Paulo Augusto Lourenço Dias Nunes, Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, Contingent Valuation of the Benefits of Natural Areas and its Warglow Component, promotor professor E. S chokkaert. 12 april: Boglo Kossi Tossah, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Influence of Soil Properties and Organic Inputs on Phosphorus Cycling in Herbaceous Legume-Based Cropping Systems in the West African Derived Savanna, promotor professor R. Merckx. 19 april: Christos Dedeloudis, Toegepaste Wetenschappen, De rol van de oppervlaktekrachten tussen een sferisch deeltje en een elektrode in elektrolytische codepositie, promotoren professor J.P. Celis en professor J. Fransaer. 19 april: Jan Grootjans, Geneeskunde, Cytoplasmic Interactions of the Syndecans, promotor professor G. David. 25 april: Steven Demuynck, Wetenschappen, Hyperfijninteractiestudie van het magnetisme in Ag/Cr-multilagen van UX3-legeringen, promotor professor M. Rots. 25 april: Pierre Smars, Toegepaste Wetenschappen, Studie van de stabiliteit van bogen en gewelven. Toepassing van de limiet analyse op gotische gewelven in Bra-
Publicaties
scheiden Het N.F.W.O. heeft zijn vijfjaarlijkse prijzen toegekend voor Humane, Exacte, Toegepaste, Toegepaste en Fundamenteel Biomedische Wetenschappen. Professor Erik De C lercq, geaggregeerde Hoger Onderwijs en gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde ontving de Prijs Joseph Maisin (fundamenteel biomedische wetenschappen). Professor Paul Van Houtte, burgerlijk werktuigkundig elektrotechnisch ingenieur en gewoon hoogleraar aan de Faculteit Toegepaste Wetenschappen, werd de Prijs Dr. A. De Lee uw-Damry-Bourlant (toegepaste wetenschappen) toegekend. Professor Arnold De Loof, geaggregeerde Hoger Onderwijs en gewoon hoogleraar aan d e Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, ontving de Prijs Dr. A. De Leeuw-Damry-Bourlant (exacte wetenschappen). De Prijs Ernest John Solvay (humane wetenschappen) werd toegekend aan professor Marc Waelkens, doctor Letteren en Wijsbegeerte (Geschiedenis) en gewoon hoogleraar aan de Faculteit Letteren. Op 26 januari werd in het Boudewijngebouw in Brussel het Lingua kwaliteitslabel uitgereikt door het Vlaams Linguabureau aan het project WebSiteStories.Coördinator en initiatiefnemer van dit project is doctor Lut Baten. Webmaster is Jille Floridor. Beide zijn verbonden aan de Faculteit Letteren.
Humane Wetenschappen L. Abicht, L. B aeck, R. B auer, L. B eheydt, Y. vanden Berghe, B. Bouckaert, U. Claeys, J. Devreeze, D. Heremans, H.E. Mertens, K. de Meulemeester, H. van de P erre, E. Ponette, R. Renson, P. de Roover, M. Ruys, R. S enelle, M. Storme, G. Vanheeswijck en F. Vanhemelryck, Hoe Vlaams zijn de Vlamingen? Over identiteit, ISBN 90-5826-049-6, L euven, Davidsfonds, 2000, 139 p. Bestaat er zoiets als een Vlaamse identiteit? En als dat zo is, hoe komt die identiteit tot uitdrukking? Hee ft het überhaupt zin om die Vlaamse identiteit te benadrukken? Vanuit hun eigen invalshoek brengen de auteurs verrassende inzichten en soms gewaagde stellingen. G. Ausloos, De competentie van families. Tijd, chaos, proces, ISBN 90-5350-917-8, Leuven, Garant, 1999, 153 p., 690 fr. Dit boek is een krachtig, doorleefd getuigenis van de dagelijkse praktijk van de familietherapie en van de s ysteembenadering in het domein van de psychiatrie en de bijzondere zorg voor kinderen en jeugdigen. De therapeut die weigert therapie te zien als een bezigheid die enkel steunt op voorgeschreven protocollen en vastgelegde concepten vindt in dit boek denkpistes die hem helpen om voor zijn cliënten én voor zichzelf te zorgen. De auteur leert ons hoe je kan blijven openstaan voor onvoorspelbaarheid en hoe je chaos als een vriend en leidraad kunt benutten om samen met het systeem, creatief met de complexe werkelijkheid om te gaan. G. Bouckaert en J. De Corte, Contractmanagement en Management van Contracten, ISBN 90-5751-278-5, Brugge, Die Keure, 1999, 2 11 p. Het sturen op contracten van overheidsorganisaties of organisatieonderdelen krijgt ruimere verspreiding. Uiter-
18
C A M P U S K R A N T 11.05.2000
bant, promotoren professor G. De Roeck en professor S. Di P asquale (Univ. Degli Studi di Firenze). 28 april: Suzanne De Cort, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Diesel Fuel Biodegradation in Recently and Historically Contaminated Soil, promotor professor H. Verachtert. 28 april: An Descheemaeker, Wetenschappen, Locali zation of Virtually Nilpotent Groups: Algebraic Results, Computational Tools and Topological Implications, promotor professor P. Igodt. 28 april: Oda Steenhoudt, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Nitrate Metabolism in Azospirillum Brasilense: A Molecular Approach for the Identification of the Assimilatory and Dissimilatory Pathways, promotor professor J. Vanderleyden. 28 april: Nele Vleugels, Farmaceutische Wetenschappen, Structure-Function Relationships in Plasminogen Activator Inhibitor-1, promotor professor P.J. Declerck. 2 mei: Medhat Aly, Geneeskunde, Instructional Multi-Media Programs for SelfDirected Learning in Graduate and PostGraduate Training in Orthodontics, promotor professor G. Willems. 2 mei: Rev. Anthony Edward Bawyn, Kerkelijk Recht, Discovering the Administrative Power Belonging to the Diocesan Bishop: The Use and Implications of Power and Governing in Book II and Book I of the 1983 Code of Canon Law, promotor professor R.G.W. Huysmans. 4 mei: Nancy Cauwenberghs, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Study of the Interaction of Blood Platelet Receptor Glycoprotein Ib With Von Willebrand Factor, promotoren professor H. Deckmyn en professor J. Vanderleyden.
5 mei: Ruben Declercq, Wetenschappen, Structure Determination of a Hexitol Nucleic Acid (HNA) Duplex by X-Ray Diffraction, promotor professor L. Van Meervelt. 5 mei: Edwin De Wit, Toegepaste Wetenschappen, Tribochemisch onderzoek op TiN-deklagen. De relatie tussen het tribosysteem, de debrisstructuur en het tribologisch gedrag, promotoren professor J.P. Celis en professor L. F royen. 8 mei: Guy Beaucarne, Toegepaste Wetenschappen, Crystalline Si Solar Cells in Thin Layers Deposited on Foreign Substrates Using High Temperature CVD, promotoren professor J. Nijs en p rofessor R. Me rtens. 8 mei: Stephane Heymans, Geneeskunde, The Plasminogen and the Matrix Metalloproteinase Systems Mediate Cardiac Rupture, Healing and Function After Acute Myocardial Infarction, promotor professor P. Carmeliet. 9 mei: Luc Geurts, Toegepaste Wetenschappen, Coderen van temporele informatie in geluidsversterkingsstrategieën voor cochleaire implantaten, promotoren professor M. Moonen en professor J. Wouters. 9 mei: Veerle Janssens, Geneeskunde, Promotor Analysis and Characterization of Novel Splice Variants of the Human Phosphotyrosyl Phosphatase Activator Gene, promotor professor J. Goris. 10 mei: Ben Craps, Wetenschappen, D-Branes and Boundary States in Closed String Theories, promotor professor W. Troost. 10 mei: Koen Engelborghs, Toegepaste Wetenschappen, Numerieke bifurcatieanalyse van differentiaalvergelijkingen met vertraging, promotor professor D. Roose.
4 mei: Bart Vandenabeele, Rechtsgeleerdheid, De bloesem van het leven. Esthetiek en ethiek in Arthur Schopenhauers filosofie, promotor professor H. Par ret.
aard vergt het gebruik van contracten ook een andere interactie tussen de principaal (bijv. het MVG) en de agent (bijv. een VOI). Deze studie vergelijkt de recente praktijk van het contractmanagement binnen de centrale overheid in Finland, Groot-Brittannië, Nederland en Nieuw-Zeeland en binnen de Vlaamse Gemeenschap. Tot slot volgt een aantal concrete suggesties voor het Vlaamse beleid ten aanzien van verzelfstandiging en beheersovereenkomsten. G. Bouckaert, T. Auwers, Prestaties meten in de overheid, ISBN 90-5751-281-5, Brugge, Die Keure, 1999, 205 p., 1 .150 fr. De druk op overheidsinstellingen om prestatiegegevens over het eigen functioneren inzichtelijk te maken voor een waaier van beleidsinstanties neemt toe. Dit handboek combineert theorie en praktijk en maakt de lezer via talrij ke oefeningen vertrouwd met de centrale concepten en modellen uit de prestatiemetingsliteratuur. Voorbeelden en schema’s uit de internationale praktijk tonen daarbij de toepassingsmogelijkheden en de valkuilen. G. Bouckaert en C. Pollitt, Public Management Reform. A Comparative Analysis, ISBN 0-19-829596-0, Oxf ord University Press, 2000, 305 p. Dit boek is een bijdrage tot het snel groeiend onderzoeksdomein inzake overheidsmanagement en geeft een overzicht van de verschillende hervormingen inzake overheidsmanagement in verscheidene landen, gedurende de laatste twee decennia. De hervormingstrajecten die in tien landen werden doorlopen, worden beschreven en met elkaar vergeleken. Bovendien bevat dit boek een eerste aanzet tot analyse van de managementhervormingen die zijn doorgevoerd in de schoot van de Europese Commissie. G. Bouckaert, S. Vandeweyer, Kwaliteit in de overheid, ISBN 90-5751-287-4, Brugge, Die Keure, 1999, 327 p., 2.250 fr.
Kwaliteit is een generiek en complex begrip en staat synoniem voor een reeks concepten, meetinstrumenten, technieken, normen en verbeteringsstrategieën. Om deze complexiteit inzichtelijk te maken wordt een cartografie aangeboden van enkele veel voorkomende modellen en technieken om een verhoogde kwaliteit te realiseren. Het kwaliteitsbeleid in Canad a, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten worden gesitueerd en vervolgens wordt deze analyse getoetst aan de VlaamsBelgische context en vormt ze de grondslag voor enkele suggesties aan politieke en ambtelijke verantwoordelijken. R. Breeur en A. Burms, Ik/Zelf, Essays over Identiteit en Zelfbewustzijn, ISBN 90-429-0820-3, L euven, Peeters (Tertium Datur), 2000, X+145 p . E. Cardoen, Niet meer jong. Nog niet oud. Leven na vijfti g, ISBN 90-5826-054-2, Leuven, Davidsfonds, 2000, 1 41 p., 695 fr. De huidige 45- tot 70-jarigen vormen de eerste generatie die zo massaal in goede fysieke en psychische conditie verkeert en deze complexe levensfase op een boeiende wijze doormaakt. De a uteur verkent de rijke kansen en de nieuwe uitdagingen van deze periode maar heeft ook aandacht voor de begrenzingen ervan. Ze neemt ons mee op een zoektocht naar ons echte zelf, waarbij ze vragen naar zingeving en spirit ualiteit niet uit de weg gaat. J. Cumps, M. In gels, U. Vanermen en L. Vekemans, Van Stonehenge tot Chunnel. Vragen en antwoorden rond Engelse taal en cult uur, ISBN 90-5350-906-2, L euven, Garant, 1999, 335 p., 745 f r. Taal is meer dan de optelsom van woordenschat en grammatica en is nauw verbonden met de geschiedenis, cult uur en beleving van de mensen die de taal spreken. In het geval van het Engels, met een rijk verleden en zeer gevarieerd heden, dekt de vlag wel een heel diverse lading. Dit boek biedt een waaier aan wetenswaardigheden.
vervolg op pagina 19
A D VA LVA S
http://www.kuleuven.ac.be/
Vacatures AAP Vacante mandaten van assisterend en bijz onder academisch personeel voor het academiejaar 2000-2001, 1ste lijst.
De rector van de K.U.L euven maakt bekend dat de onderstaande mandaten vacant worden gesteld. Als u wil solliciteren voor één van deze functies, dient u hiervoor C3formulieren te gebruiken. Deze kan u aanvragen op de Dienst Academisch Personeel, Krakenstraat 3, te 3000 L euven, t(016)32 40 88 of op het administratief secretariaat van de facult eit. Deze formulieren, één exemplaar per kenmerk, moeten voor 25 mei 2000 teruggestuurd worden naar de rector, per adres: Dienst Academisch Personeel, Krakenstraat 3 3000 Leuven. Als u zich voor meer dan één man daat kandidaat stelt, dient u een lijst bij te voegen waarin u de vacatures waarvoor u solliciteert in volgorde van voorkeur klasseert. Deze lijst wordt enkel aan de decaan van de facult eit bezorgd. Alleen kandidaten die zich tijdens hun universitaire studies hebben onderscheiden, komen in aanmerking. Als U solliciteert voor de functie van doctor-assistent, dient u een gedetailleerd curriculum met geactualiseerde publicatielijst en een omstandige omschrijving van het voorgestelde onderzoeksproject bij te voegen. Studenten die dit academiejaar hun universitaire studies beëindigen, kunnen solliciteren voor onderstaande mandaten. Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen Kenmerk: 00200101 - 50006167 Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf 1 augustus 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richting Bedrijfseconomie en Strategie; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties. Kenmerk: 00200101 - 50007087 Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf 1 augustus 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richting Productiebeleid; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties. Kenmerk: 00200101 - 50008947 Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf 1 augustus 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richting Bedrijfseconomie en Strategie; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties. Kenmerk: 00200101 - 50009290 Project: FWO nr. G.0135.95n Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf heden tot 31 december 2000
Diploma: licentiaat toegepaste economische wetenschappen, handelsingenieur, handelsingenieur in de beleidsinformatica, GAS beleidsinformatica Opdracht: tewerkstelling op het FWO-project ‘Ontwerp van methoden voor ontwikkeling, validatie en implementatie van kennisgebaseerde informatiesystemen’. Kenmerk: 00200101 - 50009683 Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf heden voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap pen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richting Financiewezen; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties. Kenmerk: 00200101 - 50009991 Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf 1 september 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap pen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richting Kwantitatieve Methoden; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties. Kenmerk: 00200101 - 50013918 Project: FWO nr. G.0261.00 Functie: TWEE voltijds wetenschappelijk medewerkers, Departement Toe gepaste Economische Wetenschappen, vanaf heden tot 31 december 2003 Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: verrichten van wetenschappelijk onderzoek i.v.m. het project ‘Een beslissingsmodel voor aankoopbeheer gebaseerd op total cost of ownership informatie’. Kenmerk: 00200101 - 50015163 Functie: 50% plaatsvervangend assistent, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf 1 augustus 2000 tot 30 september 2001 Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap pen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richting Productiebeleid; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties. Kenmerk: 00200101 - 50004109 Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf 1 september 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap pen/toegepaste economische wetenschappen, licentiaat psychologie, sociologie, antropologie, MBA, interesse voor onderzoek in intercultureel management Opdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richting Personeel en Organisatie; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties. Kenmerk: 00200101 - 50004152 Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf heden voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap pen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richting Financiewezen; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties.
Kenmerk: 00200101 - 50004482 Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf heden voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richting Financiewezen; hulp bij begeleiding van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties. Kenmerk: 00200101 - 50005285 Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf 1 september 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richting Accountancy en Fiscaliteit; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties. Kenmerk: 00200101 - 50004882 Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf 1 augustus 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richting Productiebeheer; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties. Faculteit Sociale wetenschappen Kenmerk: 00200101 - 50007362 Functie: 100% doctor-assistent, Monitoraat Sociale Wetenschappen, vanaf 1 augustus 2000 tot 31 juli 2002 Diploma: doctor in de sociale wetenschappen Opdracht: 1) studiebegeleiding: vakinhoudelijke en studiemethodische begeleiding van studenten 1ste kandidatuur; leertrajectbegeleiding van studenten; psycho-sociale begeleiding: eerste opvang. 2) onderwijsvernieuwing: voorstellen formuleren en initiatieven ontwikkelen en implementeren inzake onderwijsvernieuwing in de faculteit; onderzoek verrichten over studenten van de faculteit en over het verstrekken van onderwijs in de faculteit. Aan deze functie zal op termijn ook eventueel de academische lerarenopleiding sociale wetenschappen gekoppeld worden. Kenmerk: 00200101 - 50003906 Functie: 100% assistent, Departement Communicatiewetenschappen, vanaf 1 augustus 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: licentiaat communicatiewetenschappen, diploma aanvullende studiemedia- en informatiekunde Opdracht: assistentie bij practica, post-academisch onderwijs en permanente vorming; ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek m.b.t. communicatietechnologie/sociale aspecten. Faculteit Psychologie & pedagogische wetenschappen Kenmerk: 00200101 - 50004563 Functie: 100% assistent, Afdeling Arbeids- en Organisatiepsychologie, vanaf 16 augustus 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: licentiaat psychologie richting arbeids- en organisatiepsychologie Opdracht: onderzoek en onderwijsassistentie in de organisatiepsychologie in het bijzonder in de groepsdynamica; het onderzoek zal handelen over multi-partijen-samenwerking in sociale innovatieprojecten; assistentie betreft organisatie en begeleiding van practica-sessies Groepsdynamica I en II. Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen
Kenmerk: 00200101 - 50004310 Functie: 100% assistent, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf 1 september 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, GGS economische wetenschap pen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richting Bedrijfseconomie en Strategie; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties.
Kenmerk: 00200101 - 50015304 Project: FLOF nr. M.N. Functie: 100% bursaal, Departement Landbeheer, vanaf 1 augustus 2000 voor twee jaar (hernieuwbaar) Diploma: bio-ingenieur in land-en bosbeheer Opdracht: de bursaal zal assistentie verlenen binnen het practica pakket van de afstudeerrichting Land- en Bosbeheer en dit volgens de jaarlijks opgestelde verdeelsleutel / het jaarlijks opgestelde rotatieschema; uitwerken van een doctoraatsvoorstel dat de onderzoeksdomeinen aardobservatie en bosbouw overbrugt.
vervolg van pagina 18 P. De Grauwe en CEPR and University of L euven, Controls on capital flows and the Tobin tax, Leuven, Centrum voor Economische Studiën, February 2000. E. De Lembre, Handboek Boekhouden. Deel 1: Inleiding tot het boekhouden en de boekhoudtechniek, ISBN 90-301-6856-0, Deurne, Wolters Plantyn, 1999, 508 p.; Handboek Boekhouden. Deel 2: Het B elgisch boekhoudrecht, ISBN 90-301-6859-5, D eurne, Wolters Plantyn, 1999, 309 p.; Handboek Boekhouden. Deel 3: Grondige studie van de jaarrekening, ISBN 90-3016860-9, Deurne, Wolters Plantyn, 1999, 596 p . Handboek Boekhouden bestaat vanaf deze herziene editie 1999 uit drie boekdelen die elk een bepaald aspect van de individuele jaarrekening en de boekhoudkundige realisatie ervan behandelen. In deze vernieuwde versie werd een aantal noodzakelijke herzieningen aangebracht en wordt rekening gehouden met alle veranderingen aan de vennootschapswetgeving tot juni 1999, alle v eranderingen in het Belgisch Boekhoudrecht en
Adviezen van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen tot juni 1999, (alle Bulletins verwerkt); nieuwe modellen van de jaarrekening (inclusief de soc iale balans); de recente aanpassingen in het BTW-stelsel: de nieuwe BTW-aangifte. Belangrijke extra vernieuwingen zijn de volledige aanpassing aan de euro, de aan passing en aanvullingen van de oefeningen en de toevoeging van bijhorende cases. L. Dequeker, Joden en christenen. Vijanden of partne rs?, ISBN 90-5826055-0, Leuven, Davidsfonds, 2000, 77 p., 395 fr. Christenen en joden gedroegen zich eeuwenlang als erfvijanden. Vandaag worden de relaties niet meer beheerst door polemiek, en is er ruimte voor dialoog. Dit joods-christelijke overleg staat op een belangrijk keerpunt. Zowel christenen als joden zijn immers uitverkozen om als partners mee te werken aan een betere en meer humane samenleving voor de 21ste eeuw.
J. De Vuyst, En dat was maar het begin!. Sociale voo rzieningen voor het hoger onderwijs vlak voor de millenniumwende, Leuven, Acco, 90-3344495-X, Leuven, Acco, 1999, 159 p., 695 fr. Na de Tweede Wereldoorlog werden aan de Vlaamse universiteiten sociale voorzieningen opgebouwd. Met de zogenaamde ‘Wet van ‘60’ kreeg de sociale sector een maatschappelijk kader. De studenten ijverden voor een uitbouw van de voorzieningen voor democratisering en voor een verbetering van de randvoorwaarden voor studie. Deze trend kwam in een stroomversnelling rond ‘68. Daar scandeerde men: ‘En dit w as maar het begin!’. Wat is er geworden van dit begin? We zitten op een nieuw kantelmoment. In dit essay formuleert Jan De Vuyst de visie van een groe p mensen die erover nadachten en nadenken.
11.5.2000 C A M P U S K R A N T
19
STUDENTEN
De Denktank In deze rubriek legt Campuskrant allerlei vragen (van technische, socio-economische, politieke, ethische en filosofische aard) voor aan een denktank van Bijzonder Wijze Mannen en Vrouwen van de K.U.Leuven. Aarzel niet om ook uw vragen en problemen op te sturen naar De Denktank, Campuskrant, Oude Markt 13, Leuven
vrij genadeloze mix van één vierde whisky, drie vierde chocomelk en één ijsblokje. Voor alle duidelijkheid dus: Patrice Lumumba was de eerste Kongolese premier, die bij de onafhankelijkheid van zijn land een opgemerkte tafelrede hield. Daarin wees hij de koning en de talloze buitenlandse genodigden er langs zijn neus weg op dat de arbeidsomstandigheden waarin de Kongolezen onder Belgisch bestuur moesten werken nu niet altijd even optimaal waren geweest. Krijg dat vlak voor een banket op uw bord! Over wat na dat legendarische onafhankelijkheids-
“Heeft De Denktank een wetenschappelijk verantwoord antwoord op de vraag wie Patrice Lumumba vermoord heeft?”, zo vraagt onze trouwe lezer Jean-Claude Moukoko zich af. Zonder bluffen: wij weten veel. Zéér veel. Maar bij de vraag wie nu Lumumba vermoord heeft moeten ook wij van De Denktank voorlopig nog passen. Daarom ook dat wij als wetenschappers zo ingenomen zijn met de nieuwe parlementaire onderzoekscommissie onder leiding van Geert Versnick, voorheen vooral bekend als de echtgenoot van VTM-presentatrice Lynn Wesenbeeck. Een nieuwe commissie, daar staan wij altijd achter. Meer nog: na Dutroux, Rwanda, de dioxine en tweemaal de Bende van Nijvel kunnen er wat ons betreft niet genoeg parlementaire onderzoekscommissies opgericht worden! Wij hebben dan ook een heel verlanglijstje met mysterieuze, onopgehelderde zaken waaraan men volgens ons ook nog gerust een commissie kan wijd en: de moord op Julien Lahaut! Ludo Dierckxsens op doping betrapt, terwijl er niets in zijn urine zat! Het dynamiteren van de oude Ijzertoren! Het gestolen paneel van het Lam Gods! Maar goed, dat is allemaal stof voor later, het ging hier dus over Lumumba. Jongere lezers zullen zich mogelijk afvragen wie die Lumumba eigenlijk is. Of erger nog: ze verwarren de man misschien wel met de naar hem genoemde cocktail, als wij ons niet vergissen een
banket met Lumumba gebeurde heeft auteur Ludo De Witte onlangs een boek gepleegd, dat nu door de onderzoekscommissie op zijn wetenschappelijke waarde getoetst zal worden. In zijn werk beschuldigt De Witte kort geschetst - zowat alle aanwezigen op het banket van medeplichtigheid bij het moordcomplot: koning Boude-
Maarten De Pourcq wint poëziewedstrijd (bis)
De open aders van de taal Wouter Verbeylen
Voor het geld hoef je het niet te doen, poëzie schrijven. Het is een boutade dat poëzie slechts gelezen wordt door germanisten, recensenten en dichters zelf. Maar Maarten De Pourcq spaarde op twee jaar tijd een aardige 80.000 frank bijeen, dank zij twee eerste prijzen poëzie op de literaire wedstrijd die de studentenkring Germania samen met Dietsche Warande & Belfort en De Post jaarlijks organiseert. “Zoals vele jongeren schreef ik vroeger wel eens een verhaaltje, tot ik ontdekte dat het korter en anders kon, met gedichten dus. Op mijn vijftiende waren er de eerste luchtige brouwseltjes, maar al heel snel werd het een pak serieuzer. Wat ik nu schrijf, zijn korte, uitgepuurde gedichten.” geen beweging. wat je ziet staat nu niet stil. voel. je raakt het kwijt aan onderweg. buiten beeft het van de beelden uit je ogen. knispert het verlangen naar een zicht rondomrond zonder hechtpunt, een waas van huid over een blik die tolt en zich schaaft aan haar haast. bloedt niet maar daalt als stof op de open aders van de taal. “Ik studeer Klassieke Talen, Latijn en Grieks, en dan word je vaak geconfronteerd met vaste interpretaties, met veel aandacht voor kleine dingetjes in de grammati-
ca. Ook binnen Germaanse Talen, waar ik een aantal vakken volg, merk ik soms die zoektocht naar één sluitende verklaring voor een literair werk. Dat hoéft dus niet voor mij. Een gedicht mag, en moet misschien wel, vragen oproepen die voor een deel onbeantwoord blijven.”
Gedichten in beweging
Als je deelneemt aan wedstrijden, wil dat zeggen dat je als dichter naar buiten wil treden, dat je van dat spreekwoordelijke zolderkamertje weg wil. Maarten: “Natuurlijk ben ik wel op zoek naar erkenning bij het publiek, maar bij de eigenlijke prijsuitreiking is de meeste lol er toch al a f. Veel belangrijker zijn de contacten die ik daar leg met andere jonge dichters. Sommigen zie ik heel geregeld, en dat werkt motiverend. Niet dat we dan zonder ophouden over poëzie praten, maar we volgen elkaar wel, en zo beïnvloeden we elkaar toch tot op zekere hoogte. En ik kan altijd terecht bij mijn vriendin, Kristin Rogge, die zelf ook poëzie schrijft.” Maartens interesse eindigt niet bij poëzie. Hij kijkt gr aag over de grenzen van theater, dans en film heen, waar woord, beeld en beweging elkaar ontmoeten. Onlangs nog bokste hij met een aantal andere dichters op Het Groot Beschrijf in Brussel het project Stuw/Luw in elkaar. “Dat is ook zo’n grensgeval. We hadden een aantal gedichten uitgewerkt in installaties, performances en video’s, om zo het beweeglijke element te benadruk-
20 C A M P U S K R A N T 1 1 . 5 .2 0 0 0
wijn, vader Eyskens, het FBI, Union Minière, Mobutu, de voltallige Raad van Beheer van de Société Generale, de CIA, Moïse Tsjombé, acht legergeneraals, veertien westerse staatshoofden, Léon Degrelle en Michel Nihoul. Op de schouders van Geert Versnick en zijn onafhankelijke en onkreukbare collega’s rust nu de loden taak uit te zoeken wie van deze verdachten inderdaad bij de moord betrokken was. Liever zij dan wij, m aar gelukkig kent ons land talloze Afrika-specialisten en experts die de commissie met raad en daad zullen bijstaan. Als wij de commissie trouwens nog een tip mogen geven: nodig vooral ook de bekende publicist Marc Sleen uit. De man heeft immers talloze, vlot leesbare en zeer gedegen werkstukken over het Afrikaanse continent gepubliceerd. Welke zichzelf respecterende Afrika-bibliotheek is immers compleet zonder legendarische Nero-albums als De Krabbekokers, Beo De Verschrikkelijke en De Kille Man Djaro, die zich allemaal in het Zwarte Continent afspelen? Enfin, wij willen hier niemand beïnvloeden, en wat ook de conclusie van de commissie luidt, wij zullen als zéér geïnteresseerde historici zeker voor de buis zitten als het finale verdict valt. Na afloop van de laatste zitting en een laatste deliberatie zal de commissievoorzitter namelijk het spreekgestoelte beklimmen. Na eerst even tegen de microfoon te tikken zal hij dan een bruine enveloppe tevoorschijn halen en spreken: “Mijne Dames, Heren, Genodigden, namens de onderzoekscommissie-Versnick heb ik de eer u mee te delen dat de moord op Lumumba een opdracht was van ...”(korte stilte, waarna dus de daders zullen volgen). Of zou Geert de presentatie van de namen maar wijselijk aan Lynn overlaten? Het is tenslotte toch hààr vak. Namens De Denktank, Prof. B. Deschuytter (Hoofd Vakgroep Afrikaanse geschiedenis) en G. Op de Beeck (secretaris-k lerk)
ken. Een gedicht heeft toch al gauw iets statisch, en dat wilden we doorbreken. Het grote publiek komt daar niet op af, maar het gevoel dat je op de barricades staat, maakt veel goed. En met een vriend leg ik de laatste hand aan een verfilming van De Bacchanten van Euripides. Met zijn tweeën hebben we spel, opnames en montage gedaan.” “De scheidslijn tussen poëzie en theater, tussen poëzie en proza, is uiteindelijk erg vaag. Het is bijvoorbeeld niet omdat Peter Verhelst gestopt is met dichten, dat hij het poëtische vaarwel heeft gezegd. Dat zit genesteld in zijn theater, in zijn romans. En dat is uiteindelijk wat ik in de toekomst ook wil doen: op allerlei manieren met taal bezig zijn. Dat mag op een bescheiden niveau, zolang het maar creatief is.” De winnende gedichten van Maarten De Pourcq kan je lezen in het juni-nummer van Dietsche Warande & Belfort.