Reactie op het BSMR advies 2014-002 met betrekking tot het beleidsplan Participatiewet 2014-2018 van de gemeente Doesburg. A. De procedure Advies 1 Houd in het tijdschema dat u hanteert voor de voorbereiding van relevante beleidsstukken rekening met de adviestermijn die de BSMR nodig heeft en houd de BSMR op de hoogte van die planning. Voorzie de BSMR tijdig van relevante informatie
In het tijdschema dat wij hanteren voor het leveren van beleidsstukken wordt rekening gehouden met de adviestermijn voor de BSMR, zoals is vastgelegd in de verordening. Echter, de ontwikkelingen op landelijk niveau met betrekking tot de decentralisaties en de planning in de regio, dwingt ons om snel te handelen. Dit was zeer zeker het geval bij de Beleidsnotitie over de participatiewet. Met de samenwerkende gemeenten binnen de GR van Presikhaaf is afgesproken dat vóór 1 april 2014 iedere gemeente duidelijkheid zou geven over de rol van Presikhaaf in het toekomstige participatiebeleid. Voor de beleidsnotitie Participatiewet is de volgende planning gehanteerd: Op maandag 9 december 2013 is in de vergadering van de BSMR een presentatie gegeven door de beleidsmedewerker re-integratie en een externe adviseur op het terrein van de Wsw. In deze bijeenkomst is met elkaar gesproken over de komende veranderingen die de participatiewet met zich meebrengt en de rol van Presikhaaf. Vervolgens is de beleidsnotitie uitgewerkt en op vrijdag 31 januari gemaild naar de voorzitter van de BSMR. Tevens is diezelfde dag een schriftelijk exemplaar bij de voorzitter aan huis bezorgd. De overige leden van de BSMR hebben het beleidsplan per post ontvangen. Wij betreuren het dat er destijds voor de BSMR weinig tijd resteerde om tot een gedegen advies te komen, maar uitstel, zoals door de BSMR voorgesteld in de brief van 11 februari 2014, was niet mogelijk omdat daarmee de planning in de regionale samenwerking knel kwam te zitten. Inmiddels is de beleidsadviseur WMO benoemd tot coördinator BSMR. Het is zijn taak om de planning en afstemming met de BSMR te coördineren. Op 4 juni is er een overleg met de BSMR waarin procedure en planning worden besproken. B. Wat en hoe lopen door elkaar. Advies 2 Maak in beleidsnota’s een scheiding tussen de beleidsmatige inhoud en de consequenties voor de organisatie, zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht. De BSMR pleit ervoor om de consequenties voor de organisatie in termen van capaciteit en capaciteiten in een apart hoofdstuk onder te brengen. Wij kunnen ons vinden in het advies om in beleidsnota’s de beleidsmatige inhoud en de consequenties voor de organisatie van elkaar te scheiden.
In de beleidsnotitie Participatiewet worden de kaders van de participatiewet geschetst en dit is vertaald naar het lokale beleid. Uiteraard brengt de invoering van de participatiewet wijzigingen op uitvoeringsniveau met zich mee. Dit is in een aantal hoofdstukken kort benoemd maar niet verder uitgewerkt. De “hoe”vraag wordt lopende dit jaar verder uitgewerkt, de voorbereidingen zijn inmiddels in volle gang. In hoofdstuk 7 van het beleidsplan is aangegeven dat in de tweede helft van 2014 een implementatieplan wordt opgesteld. Deskundigheid eigen personeel Advies 3 Koppel aan de inzet van personeel en middelen een maatschappelijke kostenbatenanalyse (MKBA) om vast te kunnen stelen wat nodig en wenselijk is. De inzet van personeel en middelen is de verantwoordelijkheid van het MT. Advies 4 Zet het instrument assessment in om na te gaan in hoeverre de huidige medewerkers op relevante posten, al dan niet met de nodige scholing, mee kunnen naar de nieuwe tijd die zich aftekent. De decentralisaties hebben gevolgen voor de organisatie en de bedrijfsvoering. In uw advies benadrukt u dat de Participatiewet niet alleen een cultuuromslag vereist van de inwoners, maar ook van de gemeentelijke organisatie en de mensen die daarin werken. Dit wordt door het college beaamd. Momenteel wordt onderzocht wat de eisen voor organisatie en personeel zijn om te komen tot een efficiënte en verantwoorde dienstverlening. Deskundigheidsbevordering van de eigen medewerkers is hier een onderdeel van en zal deels in samenwerking met omliggende gemeenten worden ingezet. In hoeverre gebruik wordt gemaakt van assessment is ter beoordeling aan het MT .
Advies 5 en 6 Draag tijdig zorg voor de juist ICT voorzieningen en de deskundigheid om deze optimaal te benutten Waarborg bij regionaal gebruik van het nieuwe ICT systeem de privacy van de inwoners/burgers/gezinnen voldoende en geef in de communicatie naar burgers ook aan dat dit voldoende gegarandeerd is. De ICT in het kader van de decentralisaties is in voorbereiding en is in samenwerking met de regio opgepakt. De huidige leverancier van het klantenvolgsysteem heeft software ontwikkeld waarbij een koppeling kan worden gemaakt met verschillende systemen zodat alles met betrekking tot een klant/gezin wordt vastgelegd in één systeem. Uiteraard wordt hierbij rekening gehouden met de privacywetgeving. Tevens wordt momenteel gewerkt aan een beleidsplan communicatie. Onderdeel daarin vormt de wijze waarop de burger wordt geïnformeerd over de veranderingen die de decentralisaties met zich meebrengen (zie ook advies 17).
Advies 7 Kom tot heldere, ondubbelzinnige afspraken met werkgevers. Spreek hen aan op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en zie toe op naleving van de afspraken. Dit wordt regionaal aangepakt. Iedere arbeidsmarktregio heeft de wettelijke verplichting om te komen tot een gezamenlijke werkgeversdienstverlening. In de wet SUWI ( Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie werk en inkomen) is vastgelegd dat gemeenten en UVW in de regio’s samenwerken bij de dienstverlening aan werkgevers. Gemeenten en UWV hebben een gezamenlijke opdracht om te komen tot één herkenbaar gezicht voor de werkgevers in de regio. Doesburg behoort vanaf 1 januari 2014 tot de arbeidsmarktregio Midden Gelderland ( Arnhem en omstreken) en gaat deelnemen aan het Werkgeversservicepunt Midden Gelderland. Vanuit het WerkgeversServicepunt worden afspraken gemaakt met werkgevers. In het sociaal akkoord zijn afspraken gemaakt tussen werkgevers en werknemers over o.a. 125.000 extra banen voor mensen met een beperking. Advies 8 Grijp de transities in de zorg, de jeugdzorg en de invoering van de participatiewet aan om maatschappelijke problematiek integraal aan te pakken. Zet daarbij een uitgekiend preventieprogramma op en ga zo het ontstaan tegen van nieuwe situaties die ondersteuning nodig hebben. De insteek van de decentralisaties is een integrale aanpak. Bij de ontwikkeling van het voorportaal is een integrale aanpak het uitgangspunt. (zie “Voorsorteren, lokale kadernota ter voorbereiding op de hervorming van het sociale domein”). Advies 9 Monopolies zijn ongewenst en gunningen zijn niet voor eeuwig! Maak Presikhaaf niet de gedoodverfde leverancier van beschutte werkomgevingen voor de gemeente Doesburg. Neem desnoods het verlies: het belang van de deelnemers moet voorop staan. Ook de Wsw-ers die al voor 2015 bij Presikhaaf werkzaam zijn kunnen misschien even goed of beter geplaatst worden bij andere aanbieders. Aanbieders kunnen slechts in concurrentie meedingen naar opdrachten. Er is een onderscheid tussen de bestaande voorziening beschut werk en de nieuwe voorziening beschut werk die de gemeente zelf kan opzetten (de participatiewet biedt deze mogelijkheid, het is geen verplichting). Voor de bestaande sw’ers blijft Presikhaaf de beschutte werkomgeving bieden. In het regionale deelproject Nieuw beschermd werk is de afgelopen maanden gewerkt aan een adviesrapport. De opdracht luidde: Onderzoek of en, zo ja, hoe de samenwerkende gemeenten in regio Arnhem invulling wil geven aan de nieuwe voorziening beschut werk uit het wetsvoorstel Participatiewet. Breng eveneens alternatieve vormen van ondersteuning in kaart. Gemeente Doesburg neemt deel aan het projectteam Nieuw beschermd werk. Het advies om Presikhaaf niet de enige leverancier te maken voor een beschutte werkomgeving is
meegenomen bij het vormen van de plannen. Binnenkort wordt het adviesrapport voorgelegd aan de regio. De regio kan bestuurlijk besluiten het betreffende advies door te geleiden naar de lokale colleges.
Advies 10 Niet elke aanbieder is op elk terrein even goed of even slecht. Er is niets tegen het inkopen van de ene dienst hier en de andere daar. Houd als gemeente echter vooral de regie strak in handen. Koester expertise die beschikbaar blijft, al dan niet in het kader van een sociaal plan. Binnen de kaders van het inkoopbeleid is er de mogelijkheid om bij verschillende aanbieders diensten in te kopen. Het college beaamt dat het van zeer groot belang is om de regie strak in handen te houden. Dit gebeurt door het maken van resultaatafspraken en het leveren van managementrapportages door de opdrachtnemer.
Advies 11 Kom met een duidelijk standpunt met betrekking tot de kwesties “verdringing op de arbeidsmarkt”en “concurrentievervalsing”. Dit thema komt aan de orde bij de uitwerking van de loonkostensubsidie (onderdeel van de Participatiewet) en de tegenprestatie (onderdeel van de maatregelen WWB). Advies 12 Stel hoge eisen aan de deskundigheid van de consulenten en begeleiders, voorzie hen van gekwalificeerde diagnostische instrumenten en waarborg de privacy van de cliënten. Werk met consulenten en begeleiders die zijn ingeschreven in bijvoorbeeld het Register van erkende Beroepskeuze adviseurs. (Register BKA). Het college onderschrijft het belang van een goede diagnose. Een kwalitatief goede diagnose is de basis voor een passend re-integratietraject. De trajectconsulent van de gemeente deelt de cliënt in op de trede van de re-integratieladder (vanaf 1 juli wordt dit de participatieladder). Het gaat hierbij om een inschatting van de afstand tot de arbeidsmarkt. Voor een meer uitgebreide en specialistische diagnose kan de trajectconsulent aanvullend onderzoek inzetten. Psychodiagnostisch onderzoek ( beroepskeuzeonderzoek, capaciteitenonderzoek) , een arbeidsdeskundig advies of een medisch advies worden al jaren ingekocht bij een erkend bureau zoals Ausems en Kerkvliet. Uiteraard wordt hierbij de privacywetgeving in acht genomen.
Advies 13 Mensen die de uitkering in het kader van de participatiewet aanvragen,( worden behoudens bijzondere omstandigheden) direct in een traject voor tenminste 4 weken geplaatst; productiewerk leveren, ondersteuning bij en het aanleren van netwerken, jezelf presenteren etc. Dit benadrukt het tijdelijke karakter van de uitkering, geeft inhoud aan de wettelijke bepaling van het leveren van een tegenprestatie en stimuleert de aanvrager serieus werk te maken van het zoeken naar een baan.
Het college onderschrijft het belang om direct bij de aanvraag van een uitkering een traject in te zetten en daarmee de focus op bemiddeling naar werk te leggen. Wettelijk is echter bepaalt dat gemeenten geen aanbod mogen doen in de zoekperiode van vier weken. Het college kan wel eisen stellen aan hetgeen in de zoekperiode moet worden gedaan (aantal sollicitatie activiteiten). De afgelopen maanden is kritisch gekeken naar de instroom van uitkeringsgerechtigden en de aanpak na de zoekperiode. Dit heeft geresulteerd in een aanpak waarbij er hogere eisen worden gesteld aan het aantal sollicitaties en het zoekgedrag van de aanvrager. In juni wordt de commissie MO geïnformeerd over de hernieuwde aanpak. De tegenprestatie en de wijze waarop deze wordt ingezet binnen de gemeente Doesburg wordt de komende maanden uitgewerkt (onderdeel van de maatregelen WWB). Advies 14 Monitor alle aanvragers ook hen die “op eigen kracht”binnen vier weken aan het werk komen ; benut de resultaten voor het optimaliseren van de trajectbegeleiding. Aanvragers die zich ná de wettelijke zoekperiode van 4 weken niet meer melden bij de gemeente zijn niet in beeld. Het is niet bekend of zij alsnog werk hebben gevonden binnen de zoekperiode, of om andere redenen zich niet meer melden. Advies 15 Advies 3 is evenzeer van toepassing bij een gewijzigde taakstelling voor de Buurtacademie. Advies 16 Onderbouw het handhaven van bestaande activiteiten van de Buurtacademie in deze veranderende samenleving met feiten en argumenten. De jaarrapportage 2013 over de activiteiten binnen de Buurtacademie en het jongerencentrum is op 6 mei in de commissie MO besproken. Dit was de eerste keer dat deze rapportages waren samengevoegd tot één geheel. In overleg met de uitvoerder Cambio wordt gewerkt aan een optimalisering van de rapportages. Uw advies in deze wordt daarin meegenomen.
Advies 17 Ontwikkel een communicatiestrategie. Informeer burgers over de plannen in het kader van de Participatiewet en laat hen hierover meedenken en ideeën aandragen. Maak daartoe gebruik van een verscheidenheid aan kanalen. Geef ook steeds een tijdpad aan voor de volgende stap. Stimuleer burgers om met initiatieven te komen. Geef de wijkraden een rol bij de uitvoering daarvan. Stel een “buurt of wijkthermometer”in om het effect van de communicatie te meten. Er is een communicatieplan voor het gehele sociale domein in ontwikkeling.