Klant Contact Centrum
hM
Gemeente Delft
Retouradres : Postbus 78, 2600 ME Delft
Aan de gemeenteraad van Delfi
Datum
De Torenhove Martinus Nijhomaan 2 2624 ES Delfl IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Behandeld door cock de Graaff Telefoon 14015 cdegraaff@delít.nl Internet www.delft.nl Telefoon 14015
Onderwerp
Oprichting Werkbedrijf. Ons kenmerk
1522406 Uw brief van Uw kenmerk
Geachte leden van de raad, In de raadsvergadering van 19 december 2013 zijn door u opgesteld de wensen en bedenkingen ten aanzien van het voorgenomen collegebesluit tot oprichting van Het Werkbedrijf. Op 7 januari jl. heeft het college dit besluit definitief vastgesteld. Hierbij heeft het college de door u geformuleerde wensen en bedenkingen in aanmerking genomen. Hieronder vindt u de reactie van het college nader uitgewerkt. Aan uw raad is tevens toegezegd de prestatie-overeenkomst en de adviezen van beide ondernemingsradentoe te sturen. De adviezen zijn bijgevoegd bij deze brief, met de gevolgen hiervan voor het aan de orde zijnde besluit. De reactie van het college is opgenomen in deze raadsbrief. De prestatie-overeenkomstwordt voor de raadsvergadering van 6 februari toegevoegd aan de stukken. Met betrekking tot de wensen en bedenkingen is door het college het volgende overwogen: Wensen: a. zorg voor een goede afstemming tussen de inkomensconsulent en de werkconsulent, ter voorkoming van het opleggen van onterechte maatregelen (D66, GroenLinks); Bij de zgn. ontvlechting van het team van werkconsulenten zijn alle werkprocessen waar nodig, opnieuw ingericht, beschreven en vastgelegd in werkafspraken. De consulenten werk en de consulenten inkomen zijn hierbij betrokken geweest. zorg ervoor dat de intakegesprekken van kandidaat-werknemers gedaan worden door goed geschoolde, professionele werknemers (GroenLinks); De betrokken werknemers blijven werkzaam in hun eigen functie, er worden ook geen mensen vervangen. De in de teams aanwezige kennis, ervaring en professionaliteit blijft daarmee gehandhaafd. Er ontstaan juist meer mogelijkheden voor de medewerkers om van elkaar te leren. laat het contact met de cliënt bij voorkeur via de werkconsulent lopen (D66);
Ons kenmerk
1522406
Waar het re-integratie en de tegenprestatie betreft is dit het geval. Voor inkomenszaken zal men met een medewerker van het KCC contact hebben vanwege de functiescheiding. treedt als Werkbedrijf in bepaalde gevallen wat strenger op richting kandidaat-werknemers die niet willen werken (VVD); Als kandidaat-werknemers niet voldoen aan hun verplichtingen volgt, binnen de wettelijke mogelijkheden en het kader van de gemeentelijke Maatregelverordeningeen maatregeloverweging. laat de prestatie-overeenkomst onderdeel zijn van het politieke debat (VVD, SP, CDA); De prestatie-overeenkomst is een sturingsinstrument tussen de ambtelijk opdrachtgever en Het Werkbedrijf. Ter informatie is de huidige overeenkomst aan u toegezonden. De prestatieovereenkomst is de ambtelijke vertaling van het politiek vastgestelde kader m.b.t. de Participatiewet. In die zin is de overeenkomst dus onderdeel van het politieke debat. blijf de raad betrekken bij de verdere uitwerking in de komende periode (GroenLinks); Het Werkbedrijf draait mee in de gemeentelijke P&C-cyclus. Dit betekent dat op de gebruikelijke cyclusmomenten de raad formeel geÏnformeerd zal worden. Daarnaast zal de raad over Het Werkbedrijf geïnformeerd worden wanneer dit aan de orde is in het kader van de invoering van de Participatiewet. stel een goede klachtenprocedure vast en maak deze kenbaar aan de kandidaat-werknemers (GroenLinks); Binnen de huidige twee organisaties zijn er klachtenreglementen. In de implementatiefase zullen deze geïntegreerd worden. Kandidaat-werknemers worden hierover geïnformeerd. informeer de raad tijdg over de inhoud van de OR-adviezen (CU, PvdA, Stadsbelangen; De OR-adviezen en de reactie van het college zijn bij deze bijgevoegd. heb voldoende aandacht voor de cultuurverschillen tussen de afdelingen die samengevoegd worden (CDA); In het organisatieplan voor Het Werkbedrijf is een cultuurtraject opgenomen als onderdeel van de implementatiefase. 7gen Is de totale organisatie zich goed bewust van de onderlinge zakelijke "spanning" tussen opdrachtgever en opdrachtnemer bij het preferred suppliership (GroenLinks) ?; De zakelijke 'spanning' wordt zowel vanuit opdrachtgever en nemer (het huidige Combiwerk) al jaren gevoeld. In het vervolg op de nota preferred suppliership uit 2011 is dan ook het vaststellen van de marktconformiteit verder uitgewerkt. Wat zijn de gevolgen van de oprichting van het Werkbedrijf en de enorme bezuinigingen voor de cliënten van het SW-bedrijf (SP)?; De oprichting van Het Werkbedrijf biedt juist de kans om een goede infrastructuur overeind te houden voor de Sw-doelgroep. Het primair proces blijft gericht op een zo regulier mogelijke plaats op de arbeidsmarkt. Het verbrede werkgeversteam kan zorgen voor meer plaatsingen. Het direct merkbare effect is het stoppen van de instroom in de Sw met invoering van de Participatiewet per 2015. wordt de werkdruk voor de werkconsulenten niet te hoog (SP)?
Ons kenmerk
1522406
d.
Doordat er geen efficiencytaakstelling bij de oprichting is, kan er gewerkt blijven met realistische caseloads. Is er voldoende aandacht voor de bijzondere positie van SW-ers in de begeleiding naar betaald werk (SP)? Zie het antwoord bij b.
Adviezen ondernemingsraden Ten aanzien van de or-adviezen is door het college vastgesteld dat van de ondernemingsraad van de gemeente een positief advies is ontvangen over het voorgenomen besluit tot oprichting van Het Werkbedrijf. Voor de exacte inhoud verwijst het college naar de tekst van het bijgevoegde advies. De conclusie van het college is dat de ondernemingsraad de inhoud van het voorgenomen besluit ondersteunt. Bij het advies is een aantal samenhangende voorwaarden geformuleerd die erin uitmonden dat de arbeidsvoorwaarden in Het Werkbedrijf zouden moeten zijn geharmoniseerd vóórdat de gemeente overgaat tot plaatsing van de medewerkers. Bij de oprichting van Het Werkbedrijf is overgang van de medewerkers met behoud van bestaande rechten het uitgangspunt. Als uitvloeisel hiervan komt bij de oprichting een aantal ambtenaren te werken bij Het Werkbedrijf, zoals er ook al jaren ambtenaren werken bij het huidige Combiwerk. Het voorgenomen besluit creëert geen extra verschillen in arbeidsvoorwaarden, er komen alleen meer ambtenaren te werken binnen het Werkbedrijf dan bij het huidige Combiwerk. Door de betrokken bestuurders is aan de ondernemingsraden te kennen gegeven dat zij in 2014 nader in gesprek willen treden over de mogelijkheden tot harmonisatie. Hoe ver de mogelijkheden hier toe strekken zal de uitkomst zijn van een onderhandelingsprocestussen de vakbonden en de directie van Het Werkbedrijf. Formeel gezien is het college hierbij geen onderhandelende partij. Het is wel aan het college om het voorgenomen besluit al dan niet aan te passen vanwege het OR-advies. Het gaat hierbij om de vraag of er een zwaarwegend belang is dat (gedeeltelijk) afwijken van het OR-advies op het punt van de voorwaarde m.b.t. het plaatsen van de medewerkers, rechtvaardigt. Er zijn goede argumenten om aan te nemen dat er hier sprake is van een dergelijk belang:
-
-
een financieel belang: Het Werkbedrijf wordt vanaf 2015 uitvoerder van de Participatiewet. Hierbij is vanwege de rijks bezuinigingen een groot financieel belang voor de gemeente in het geding. Kort gezegd moet Het Werkbedrijf structureel meer prestaties gaan leveren met minder budget Om dat te realiseren moet nog veel gebeuren. Niet alleen de implementatie van het organisatieplan, maar ook het opbouwen van samenwerking op de werkvloer, ook het ontwikkelen van de governance, ontwikkeling van het marketingconcept, relatiebeheer etc. De agenda voor 2014 is al ruim gevuld. Het is daarom niet wenselijk te starten met een onderhandelingsproceswaarvan de uitkomst en tijdsduur onzeker zijn, en dat nog voordat de medewerkers feitelijk aan de slag zouden kunnen; er is een belang voor de betrokken medewerkers om zo snel mogelijk zekerheid te hebben over hun plaatsing; de betrokken bestuurders bieden een redelijk alternatief, namelijk onderhandelen over harmonisatie in 2014, na plaatsing.
Het besluit van het college is om bij het definitief besluit tot oprichting van het Werkbedrijf het (positieve) advies van de OR gemeente gedeeltelijk over 314
Datum Ons kenmerk
1522406
te nemen en er gedeeltelijk van af te wijken, dit laatste op het aandachtspunt van de hybride organisatie en met betrekking tot de voorwaarden, zoals geformuleerd in het advies. Het wettelijk gevolg hiervan is dat de uitvoering van het besluit met één maand moet worden opgeschort, ingaande de dag dat dit besluit is medegedeeld aan de ondernemingsraad. In deze maand kan de ondernemingsraad afwegen of zij beroep wil aantekenen bij de Ondernemingskamer. Van de ondernemingsraad van Combiwerk is op 27 november 2013 een negatief advies ontvangen. Het advies heeft een vergelijkbare strekking met het advies van de OR gemeente: er is een positieve grondhouding (pagina 2 en 5) met een aantal aandachtspunten. De aandachtspunten zijn voor een deel gerelateerd aan nog te nemen beslissingen op rijksniveau, zoals bezuinigingen op het Participatiebudget (p. 2). Een deel van de aandachtspunten is gerelateerd aan de implementatiefase, zoals werking van de prestatieovereenkomsten de begroting (p.3). Direct gerelateerd aan het organisatieplan zijn het verzoek om een sociaal plan en het punt van het harmoniseren van de arbeidsvoorwaarden. De OR gemeente heeft de combinatie van een positieve grondhouding en aandachtspunten omgezet in een advies met de strekking "positief, op voorwaarde dat.. ." De OR Combiwerk kiest voor de strekking 'negatief, tenzij...", met formulering van zes voorwaarden, zoals vermeld in de conclusie van het advies De bestuurder (directeur Combiservices BV) heeft inmiddels in grote lijnen overeenstemming bereikt over de eerste vier punten, via afspraken over betrokkenheid van de OR bij de implementatiefase. Over de overige twee punten is nog geen overeenstemming. Bij het ontbreken van overstemming tussen OR en bestuurder is er nog sprake van een negatief advies. Het gevolg hiervan is dat de uitvoering van het besluit een maand moet worden uitgesteld, analoog aan de consequentie bij het advies van de OR gemeente (zie hierboven). De betrokken bestuurders maken met de ondernemingsraden nadere afspraken over hun betrokkenheid bij de verdere implementatiefase.
Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Delft,
, burgemeester
mr. drs. G.A.A. Verkerk
drs. T.W. Andriessen l.s.
Amtad* mxeblmOR: Mdmmdüassim kema 3.12
Aan de bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden, de heer J. KNI. algemeen directeur c.c.:
clusterdirecteur
leden ondemmingsraad leden OC's ED en VAK Onderwerp: Advies Organisaiieplan Werkbedrijf
Geachte heer Krul, Naar aanleiding van uw adviesaanvraag d.d. 10 oktober, de brief van de ondememingsraadvan 24 november, het extra overleg met u van 5 december en uw schrijven van 11 december, informeren wij u als volgt. Hierbij tekenen wij aan dat hetgeen in de brief de ondememingsraad van 24 november inhoudelijk is gesteld ten aanzien van het organisatieplan en het concept bedrijfsplan onverkort van kracht blijft en de desbetreffende brief in die zin 66n geheel uitmaakt met het onderhavige advies. In het extra overleg dat op 5 december met u he& plaatsgevonden, heeft u aangegeven dat de adviesaanvraag slechts het organisatieplan Werkbedrijf betreft en niet de oprichting van het "Werkbedrijf" als een nieuwe juridische entiteit. Het 'werkbednjr moet gezien worden als een werktitel. In uw schrijven van 1ldecember geeft u aan dat het voorgenomen besluit derhalve de onderbrenging van het vakteam Werk van het cluster KCC in Combiwerk betreft, waarbij het wordt geïntegreerd in de nieuwe business un%Reïntegratie en dit in formele zin niet meer dan een binnengemeentelijke reorganisatie is. Daarbij geeft u aan dat er mor het jaar 2014 geen verandering is in de financiële reiatie tussen de gemeente en CombiwerkMlerkbedrijfis en er ook geen sprake is van bezuinigingen. In het overieg van 5 december he@ u verder toegezegd dat het voltallige personeel met het volledige formatiebudget van het vakteam Werk overgaat naar CombiwerkMlerkbedrijfen er geen rechtspositionelegevolgen zijn. Met u is afgesproken dat de ondememingsraad bij de doorontwikkeling van het Werkbedrijf na 1januari 2014 in positie blijft. Dit houdt in dat: i Op korte termijn zal worden gekeken hoe vanaf ijanuari 2014 de positie van zowel de ondememingsraad van de gemeente Delft als de ondememingsraad van Comb'irk kunnen worden geborgd in een centrale ondememingsraad (COR). Het bestaande convenant over de medezeggenschap uit 2004 opnieuw zal worden bekeken. De ondernemingsraad het komende jaar intensief zal worden betrokken bij het implementatietraject;
De ondernemingsraadin de gelegenheid zal worden gesteld te adviseren over: o de uitvoering van het voorgenomen besiuit; o de mogelijke doorontwikkeling naar een overheids BV; o nieuwe bezuinigingen met mogelijk personele gevolgen;
In het kader van de implementatie en uitvoering van het voorgenomen besluit ontvangt de ondememingsraadgraag zo spoedig mogelijk de begroting 2014 en het definitieve bedrijfsplan van het Werkbedrijf. U geeft verder aan dat u met de ondernemingsraadafspraken wil maken over de wijze waarop hij wordt betrokken bij het monitoren van de uitvoering. Wij zouden graag zien dat dit wordt afgestemd tussen de beide ondernemingsraden en ook het instellen van een centrale ondememingsraad hierin wordt betrokken. Zowel de afspraken die door de directeur van C o m b i r k zijn gemaakt met de ondernemingsraad van Combiwerk als de afspraken die met u zijn gemaakt dienen hierIn te worden meegenomen. Voor de komende periode zal een nieuw spoorboekje moeten worden opgesteld waarin de gemaakte afspraken met de medezeggenschap worden geborgd. Wij gaan er van uit dat u hier zorg voor zult dragen.
In het overleg van 5 december hebt u terecht gesteld dat hatmonisatie van arbeidsvoorwaardentussen gemeente en Combiwerk een zaak is van het georganiseerd overleg met de vakorganisaties. Dit doet echter niets af aan de constatering dat ongelijkheid op de werkvloer een ongewenste situatie is. Desgevraagd is dit ook door u bevestigd. Uit het schrijven van de directeur van Cornbiirk van l 1 december begrijpen wij dat er een toezegging is gedaan dat, zo snel als mogelijk in 2014, met de vakorganisaties in overleg zal worden getreden om te kljken hoe ongewenste verschillen kunnen worden opgeheven.
De ondernemingsraad stelt dan ook als voorwaarde bij di advies dat het gesprek met de vakorganisaties over de harmonisatie van arbeidsvoorwaardenm spoedig mogelijk In 2014 plaats gaat vinden, en het personeel van het vakteam Werk pas geplaatst wordt in het nieuwe Werkbedrijf, nadat over de plaatsingsprocedure en de arbeidsvoorwaarden overeenstemming met het GO is bereikt. Met inachtnemingvan de voorwaarden en afspraken die in dit advies zijn opgenomen, adviseert de ondernemingsraad positief op het organisatieplan Werkbedrijf. Hoogachtend, raad van de Gemeente Delft,
M y k risonitsrlecit OR: Mohanedmm h ~ 3 . 1 2 werkplein
Aan de bestuurder In de zin van de Wet op de
w4-
2624AD D&
Ondernemingsraden, de heer J. Ktul, algemeen dimteut C.C.:
&sterdirecteur leden ondernemingsraad leden X ' s ED en VAK
Datum
Onderwerp: OrganisatieplanWerkbedrijf
24-11-2013
Om kenmerk ~ O P W B Uw.uMaigmn
Geachte heer Krul, Naar aanleiding van uw adviesaanvraag d.d. 10 oktober 2013 met betrekkingtot het voorgenomen besluit tot oprichting van het Werkbedrijf per 1januari 2014 en het verzoek van de Stuurgroep Werkbedrijf om v66r de procedure van wensen en bedenkingen in de Gemeenteraad op 7 december a.s. de visie van de OR te vernemen, wil de OR de volgende punten onder uw aandachtbrengen. De OR tekent híer uitdrukkelijk bij aan dat dit schrijven geen formeel advies is, maar de visie van de OR op het voorgenomen besluit weergeeft naar de huidige stand van zaken, t.b.v. de besluitvorming In de Gemeenteraad. In het kader van de nieuwe Participatiewet, waarvan vooralsnog wordt verondersteld dat deze met ingang van 1januari 2015 van kracht zal worden, is een nieuwe vlsie/werkwijze nodig op het gebied van o.a. integratie, WW8 en WSW. De OR is met u van mening dat de zich wijzigende wet- en regelgwing, en de hierbij behorende bezuinigingen, nopen tot een andere visie en werkwijze. Niets doen b geen optie. De gemeente Delft kiest hierbij voor het samenvoegenvan het vakteam Werk met Combiwerk. Het doel is door deze verdergaande samenwerking meer synergie te bereiken. De doelgroepen liggen in elkaars verlengde en lopen gedeeltelijk in elkaar over waardoor een gemeenschappelijke aanpak efficiënter en doelmatiger is. Een geïntegreerde aanpak binnen 44n organisatieonderdeel verdient daardoor de voorkeur boven de huidige werkwijze. Voor een groot deel van beide doelgroepen geldt eenzelfde problematiek; zonder ondersteuningis het niet mogelijk werk te vinden of te behouden. Om de kans op het vinden van betaald werk zoveel mogelijk te vergroten, richt de nieuwe samenwerking zich daarom primair op de arbeidsmarkt. De focus ligt volledig op werk, de werkgever wordt benaderd als klant. Het WGSP (werkgevenervicepunt)en het accountmanagement zijn daarbij belangrijkeinstrumentenvoor de contacten met werkgevers. Het netwerk waar Combiwerk over beschikt is een belangrijk instrument voor integratie-activltekn. Er wordt een verdienmodel ontwikkeld dat extra inkomsten moet genereren zodat in het nieuwe samenwerkingsmodel kan worden toegewerkt naar een sluitende begroting.
Ons Kemlett BMOPBW
Inhoudelijk onderschrijft de OR de missie en visie zoals deze zijn vastgelegd in het organisatieplan. De nieuwe samenwerking biedt veel mogelijkhedenen had misschien al veel eerder moeten worden geïnitieerd. Het verdienmodel is kansrijk maar zal zich nog moeten bewijzen. Er zijn echter ook risico's. Het gevaar van verdringing op de arbeidsmarkt als gevolg van loonkostensubsidies is daar een van de belangrijkste van. De OR sluit zich daarin aan bij het advies van het Panel Werk en Inkomen en onderschrijft dit advies. Tevens signaleert de OR het risico dat, door de uitstroom van kansrijke kandidaat werknemers, het verdienmodel onder druk kan komen te staan. Over de wijze waarop de samenwerkingvorm krijgt in het Werkbedrijf is de OR echter kritisch. Door te kiezen voor een "hybride" constructie, waarin verschillende cao's bij elkaar komen, ontstaat ongelijkheid op de werkvloer voor de reintegratieconsulenten, Medewerkers die hetzelfde werk doen, kennen verschillende arbeidsvoorwaarden. Dat is een ongewenste situatie. Uit het overleg met het GO is gebleken dat de juridische structuur in de nu gekozen vorm van het Werkbedrijf onduidelijk is en (nog) niet goed is doordacht. Vraag is daarbij of de gekozen constructie wettelijk is toegestaan. Hier zal nogverder onderzoek naar plaats gaan vinden. Tevens vraagt de OR zich af hoe de oprichting van het Delftse "Werkbedrijf" zich verhoudt tot de landelijke ontwikkeling naar 35 regionale werkbedrijven. Het financieel kader is nog onvoldoende uitgewerkt. Voor 2014 is dit kader voor beide organisatieonderdelenvastgesteld vanuit de programmabegroting, maar een geïntegreerde begroting ontbreekt. De OR vraagt zich af, of en hoe de inkomsten uit het verdienmodel in de begrotingworden verwerkt en welke financiële risico's hier mogelijk aan verbonden zijn. Vanuit de stuurgroep Werkbedrijf is aangegeven dat in 2014 nog niet zal worden bezuinigd en nog geen rekening wordt gehouden met baten uit het verdienmodel. De OR ziet dit graag bevestigd in de vastgestelde en geïntegreerde begroting 2014. Vanaf 2015 zullen de rijksbezuinigingen op o.a. het participatiebudgeten de WSW in de begroting verwerkt moeten worden. Door een efficiencyslagte maken en extra inkomstente genereren zal de begroting ook op termijn sluitend moeten zijn. Eén van de bouwstenen van een nieuwe sluitende begrotingvoor het Werkbedrijf is het "preferred supplienhip". Daarbij wordt echter aangegeven dat marktwerking van toepassing kan zijn. Is een marktpartij significant goedkoper dan kan deze de voorkeur krijgen. De OR vraagt zich af welke financiële risico's hier voor het Werkbedrijf aan verbonden zijn. De mogelijkheden om dit binnen de begroting van het Werkbedrijf op te vangen, lijken beperkt. De OR pleit dan ook voor een duidelijke afspraak waarin het "preferred suppliership" voor het Werkbedrijf geborgd wordt. 2014 wordt gezien als een jaar waarin ervaring wordt opgedaan en de ingeslagen weg nader wordt uitgewerkt. Voor deze uitwerking is een aanzet gedaan in het concept bedrijfsplan. De OR ontvangt graag het definitieve en vastgestelde bedrijfsplan.
Dalurn
24-1 1-2013 Ons Kenmek BrieíûP BW
De OR wil in het "ontwikkeljaar" 2014 graag periodiek worden geïnformeerd over de voortgang van het traject, en gaat er van uit dat hij inzake een mogelijk venrolg van de reorganisatie als gevolg van de rijksbezuinigingen, opnieuw in positie zal zijn. Naast de noodzaak om efficiënter en doelmatiger te gaan werken, wordt in het organisatieplan aangegeven dat rekening wordt gehouden met de mogelijkheid het Werkbedrijf op termijn verder op afstand te zetten. Dit in het kader van regionalisering en de vorming van de regiegemeente. De OR heeft in het advies op de programmabegrotinga l aangegeven, dat er steeds goed moet worden gekeken of het belang van het personeel, het belangvan de burger en het belang van de organisatie hiermee gediend is. Uitvoering op afstand is niet per definitie efficiënter of goedkoper en Governance is vaak lastig. Daarbij zal moeten worden gekeken wat dit betekent voor de bedrijfsvoeringen de benodigde weerstandscapaciteitvan het Werkbedrijf. In het organisatieplan Werkbedrijf wordt in het kader van Govemance de nadruk gelegd op een "sterke" eigenaarsrol vanuit de gemeente en "professioneer' opdrachtgever- en opdrachtnemer-schap vanuit respectievelijk Samenlevingen het Werkbedrijf. Daarbij wordt tegelijkertijd aangegeven dat, om de sturingvanuit de eigenaarsrol goed vorm te kunnen geven, de nu voorgestelde "hybrideNstructuur als knelpunt wordt gezien. Om tot de gewenste structuur te kunnen komen, moet nog veel nader worden geregeld rond wet- en regelgeving, fiscale regels en arbeidsrechtelijkeconsequenties. Tevens is het opdrachtgeverschap nog niet uitontwikkeld (dit zal nader vorm krijgen middels de ontwikkelagenda)en is de vraag of voor "professioneel" opdrachtnemerschapen ondernemerschap de kwaliteit en bezetting binnen het Werkbedrijf aanwezig is. De nieuwe werkwijze vraagt om andere competenties. De OR constateert dat i n deze een ontwikkelstrategie en een scholingsplan met de daarbij behorende middelen nog ontbreken. Conclusie: De OR onderschrijft dat er inhoudelijk meerwaarde kan ontstaan door de samenwerking tussen het Vakteam Werk en Combiwerk BV. Tevens ziet de OR de financiële noodzaak om op termijn tot een nadere samenwerking te komen. De OR is in een laat stadium in het proces betrokken. De planning uit het spoorboekje is niet gehaald. Pas vanaf september jongstleden is het overleg geïntensiveerd. De OR heeft waardering voor de inspanning die vanuit de stuurgroep is gedaan om zoveel als mogelijk de gevraagde informatie aan te leveren. Een sluitende prestatiebegroting en het definitieve bedrijfsplanontbreken echter nog. Daarbij zijn er nog veel vraagtekens rond de nu voorgestelde hybride structuur en de Governance. De OR wil bij de nadere uitwerking hiervan graag betrokken blijven en meedenken als vervolg op het inmiddels ontstane constructieve overleg. Gezien de datum van invoering van de participatiewet per 1januari 2015 ziet de OR niet de noodzaak om de oprichting van het Werkbedrijf per 1januari 2014 koste wat kost te realiseren. De druk die nu op de organisatie wordt gelegd om dit toch voor elkaar te krijgen is ongewenst. Zorgvuldigheidgaat voor snelheid.
Oetun 24-1 1-2013 Ons Ksnmak BrlefopBW
De OR heeft dan ook twijfels over de haalbaarheid van de oprichtingsiaturn van 1 januari 2014 en is van mening dat er voldoende tijd moet worden genomen om een volwaardig en goed doordacht Werkbedrijf neer te zetten. Doordat d'ierse stukken ontbreken of nog niet gereed zijn, mist de OR op dit moment voldoende onderbouwingvan het organisatieplan om een gedegen advies te kunnen geven. Omdat de OR de inhoudelijkeontwikkelingenoverwegend positief beoordeelt, en daarom in dit stadium niet negatief wil adviseren, zal de OR pas na ontvangst en beoordelingvan de definitieve stukken tot advisering overgaan. Hoogachtend, Namens de Ondernemingsraadvan de Gemeente Delft, ..
ondernemingsraad Den Hoorn, 27 november 2013
Combiwerk De heer J.H.M. van der Sandt Gantel 23 2635 DP DEN HOORN
onderwerp
biwerk
w
Gantel 23 2635 DP Den Hoorn Postbus 500 2600 AM Dem
Advies voorgenomen college besluit oprichting Het Werkbedrijf
ons kenmerk
OR/CvW2711132
doorkiesnummer
O15 284 15 63
Geachte heer Van der Sandt, beste Hans, Deze brief bevat het advies van de ondernemingsraad op uw adviesaanvraag over het voorgenomen college besluit tot oprichting Het Werkbedrijf van 10 oktober 2013. U vraagt ons advies over de volgende onderwerpen: Het voornemen om Het Werkbedrijf op te richten per 1 januari 2014 conform het Organisatieplan Het Werkbedrijf. Implementatievan het organisatieplan in fase vier van het project. Onze overwegingen en adviezen geven wij hieronder per onderwerp weer. Besluitvormingstraject De OR heeft onder druk moeten handelen, heeft dit echter niet willen blokkeren, heeft daarbij als voorwaarden gesteld dat door het ontstaan van tijdsdruk: de zorgvuldigheid van de besluitvorming niet in geding mag komen; het onmogelijk wordt voor de OR om gedegen afwegingen te maken. Ondanks de inspanningen en de bereidheid van de Stuurgroep om ons te informeren, is het besluitvormingsprocesdoor tijdgebrek aan het eind te kort geschoten. Belangrijke informatie heeft de OR laat, 18 november jl. , ontvangen zoals de bijlage behorende bij het functieboek met het vergelijk tussen de functies. Een gedegen beoordeling heeft de OR daardoor niet kunnen maken van de interne reorganisatie als gevolg van de integratie van de Business Unit Arbeidsintegratie en het vakteam Werk. Vanwege het tijdgebrek heeft de OR de reorganisatie van functies ook niet kunnen doorpraten met de achterban.
Bovendien vraagt u de OR om een advies op een moment dat het voorgenomen besluit nog niet volledig is uitgewerkt: De concept kaderbegroting is nog niet vastgesteld. De prestatiebegroting is nog niet uitgewerkt. Oprichten van Het Werkbedrijf De OR kan zich vinden in uw motivatie om Het Werkbedrijf op te richten. In ons advies van 30 oktober 2012 over de eerste fase heeft de OR zich al over deze koers uitgesproken. Door het samengaan van Combiwerk en het vakteam Werk van de Gemeente worden de activerings- en re-integratiefuncties van de Gemeente en Combiwerk samengebracht. Daardoor kan beter ingespeeld worden op eisen die uitvoering van de Participatiewet met zich meebrengen. Onze adviezen gaan daarom niet over de koers, maar over de invulling daarvan. Bedrijsma tig Het risicoprofiel van het op te richten Werkbedrijf is om een aantal redenen hoog: een vernieuwend dienstverlenend concept; kans op verlies van aanbestedingen; een context van veranderende wet- en regelgeving; krapper wordende financiële middelen; een te realiseren efficiencyslag. Het Werkbedrijf zal te maken krijgen met bezuinigingen als gevolg van dat het Rijk minder middelen ter beschikking stelt. Voor 2014 is uw voornemen om met de Gemeente af te spreken, dat buiten de efficiëntietaakstellingom niet verder gekort zal worden op het participatiebudget. De rijkssubsidie voor WSW zal volledig aan het Werkbedrijf ter beschikking worden gesteld. In 2015 zal een bezuiniging worden doorgevoerd van é 500.000. De OR beseft dat met minder middelen gewerkt moet worden. Het Werkbedrijf zal de komende jaren efficiënter moeten gaan werken om de rijks bezuinigingen op te kunnen opvangen. U geeft tijdens de laatste Stuurgroep-vergadering aan dat dit geen haalbare opgave is voor Het Werkbedrijf op termijn. De OR heeft aangegeven dat Het Werkbedrijf voldoende ruimte moet krijgen om zich te kunnen ontwikkelen. Voorkomen moet worden dat Het Werkbedrijf bij elke tegenvaller direct met financiële tekorten te maken zal krijgen, die hij zelf moet oplossen. Voor incidentele kosten zal E 500.000 worden gereserveerd. Of deze middelen toereikend zijn, is volgens de OR onvoldoende onderbouwd (zie onze brief van 4 november, bijlage 1). In de opstart van Het Werkbedrijf kunnen zaken tegenvallen. In uw brief van 14 november (bijlage 2) geeft u aan dat dit besef er bij partijen is (Gemeente en Het Werkbedrijf): afspraken over doelen, wijzigingen en resultaten worden continu op de ontwikkelagenda besproken; partijen realiseren zich dat efficiencyslagen pas na verloop van tijd te behalen zijn. Dit staat echter in contrast met het beeld dat gegeven wordt in het OrganisatieplanHet Werkbedrijfwaarin gesproken wordt van het 'ophouden van de eigen broek'.
ondernemingsraad
combiwerk w
De OR mist: Een financiële onderbouwing van risico's. Afspraken in de Prestatieovereenkomst over hoe omgegaan zal worden met tegenvallers. Duidelijke afspraken ontbreken. Zekerheid over uitgangspunten wordt ook nog niet gegeven, omdat de begroting en Prestatiebegroting nog niet gereed zijn. De ondernemingsraad adviseert u dit nader uit te werken, begrotingen in concept vast te stellen en afspraken over de ruimte voor Het Werkbedrijf op te nemen in de Prestatieovereenkomst. Reorganisatie Alle eenheden van Combiwerk zullen opgaan in Het Werkbedrijf. Meest ingrijpend zijn veranderingen voor de Business Unit Arbeidsintegratie van Combiwerk. Deze eenheid zal geïntegreerd worden met vakteam Werk van de Gemeente. Van deze nieuwe eenheid wordt verwacht om efficiënter en goedkoper te gaan werken. De andere eenheden van Combiwerk zullen deel uit gaan maken van Het Werkbedrijf, maar een reorganisatie is hier niet aan de orde. Medewerkers zullen te maken krijgen met veranderingen: De managementstructuur wordt gewijzigd. Er zal op een andere manier gewerkt gaan worden. Integratie van twee organisatie-eenheden. Functies veranderen. Gezien het korte tijdsbestek heeft de OR de reorganisatie marginaal kunnen toetsen. Uit een door u opgestelde vergelijking komt naar voren dat de huidige functies minder wijzigen dan de 30% ten opzichte van de oude functies. De OR heeft ook deze indruk. De OR had zich echter meer willen verdiepen in: de verschillen tussen de oude en nieuwe beschrijvingen; de nieuwe organisatie van het werk. Voor ons zijn aspecten van belang als interessante functies voor werknemers, loopbaanpaden, stijl van leidinggeven en het cultuurtraject. Deze onderwerpen komen niet aan de orde in het Organisatieplan Het Werkbedrijf en zullen in de notitie met de werktitel Het Werkbedrijf Delft aan de orde komen, maar deze notitie is nog niet af. U vraagt ook advies over de implementatie van het reorganisatieplan. Een dergelijk advies is nu niet te geven, omdat de uitwerking daarvan niet gereed is. Het ligt in onze lijn van verwachting dat wij over de implementatie een nieuwe adviesaanvraag ontvangen.
De OR adviseert u deze onderwerpen van personele gevolgen en het cultuurtraject uit te werken en binnen drie maanden een plan van aanpak aan de OR aan te bieden over hoe u uitwerking gaat geven aan het traject. Sociale gevolgen U heeft het Georganiseerde Overleg gevraagd instemming te verlenen aan de Herplaatcingsprocedure. De OR geeft aan dat het Georganiseerd Overleg nog niet heeft ingestemd met de Herplaatsingsprocedure . Daarnaast bevat deze procedure geen regelingen voor het ontstaan van boventalligheid. Boventalligheid bij de oprichting van Het Werkbedrijf kan niet worden uitgesloten, zoals ook door u wordt geconstateerd. Naar verwachting zal boventalligheid beperkt blijven en zich bij één functie voordoen, te weten de Business Unit Manager Re-integratie. In de brief van de Ondernemingsraad van 4 november 2013 verzoeken wij u een Sociaal Plan af te spreken met de vakbonden. U merkt op daar geen reden toe te zien, omdat de huidige gegarandeerde rechtspositie van betrokkene bepalend zal zijn voor de vervolgstappen. Uw antwoord vindt de OR onbevredigend. In de rechtspositievan één van de betrokkene bij Combiservices Delft B.V. staat niets over zoektermijnen of een vergoeding bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Ook bij de vorige reorganisatie heeft de OR aangegeven transparantie te willen in de wijze waarop sociale gevolgen worden opgevangen. Eerder hebben wij gezamenlijk een eerste aanzet gemaakt van het Sociaal Statuut. Dit wordt echter niet toegepast of slechts ten dele. De status van dit Statuut is niet duidelijk, nu de vakbonden de bereidheid hebben uitgesproken om een Sociaal Plan te willen opstellen. Duidelijke en transparante regelingen zijn ook van belang voor de toekomst, omdat nieuwe reorganisaties zijn te verwachten. Voor de OR ligt het voor de hand een Sociaal Plan op te stellen met de vakbonden. In de adviesaanvraag en in uw nadere toelichtingen heeft u onvoldoende aangegeven welke sociale maatregelen u neemt in het geval van het ontstaan van boventalligheid.Wij adviseren u daartoe een Sociaal Plan af te spreken met de vakbonden. Ook met het oog op de toekomst. Harmonisatie van arbeidsvoorwaarden De OR heeft u geadviseerd om de arbeidsvoorwaarden te harmoniseren. Door het samengaan van Combiwerk en het vakteam Werk van de Gemeente krijgen werknemers verschillende arbeidsvoorwaarden. Uw vergelijking van 21 oktober 2013 (bijlage 3) laat zien dat er verschillen ontstaan bij: e
de uitkering bij ontslag;
e
de zoektermijn voor interne herplaatsing;
e
secundaire arbeidsvoorwaarden.
De OR vindt deze diversiteit in arbeidsvoorwaarden onwenselijk. Het is voor de OR moeilijk uit te leggen aan de achterban dat werknemers die dezelfde taken verrichten verschillend beloond worden. Deze verschillen staan op gespannen voet met het beginsel in de Wet Gelijke Behandeling dat gelijke arbeid in gelijke omstandigheden gelijk beloond moet worden.
onderni- -1ingsraad
combiweb-i< ' b & Bovendien vreest de OR dat de grote verschillen in arbeidsvoorwaarden, als boventalligheid ontstaat een rol gaan spelen bij reorganisaties. De grote verschillen in kosten bij boventalligheid kunnen een afweging gaan vormen in wat en hoe gereorganiseerd wordt.
De ondernemingsraad adviseert u voor eind 2014 de arbeidsvoorwaarden te harmoniseren en met de vakbonden hierover afspraken te maken.
Tot slot De ondernemingsraad kan zich vinden in de koers om Het Werkbedrijf op te richten. De OR adviseert u op onderdelen het besluit verder uit te werken en op onderdelen bij te stellen. Samengevat geven wij de volgende adviezen: Stel eerste de begrotingen vast, bespreek deze met de OR alvorens over te gaan tot de uitvoering van uw voorgenomen besluit. Maak afspraken over de ruimte voor Het Werkbedrijf om zich te ontwikkelen en neem deze op in de Prestatieovereenkomst. Inventariseer personele gevolgen als gevolg van de reorganisatie en werk het cultuurtraject uit en leg binnen drie maanden na oprichting van Het Werkbedrijf een plan van aanpak aan de ondernemingsraad voor. Bereid de adviesaanvraag voor de OR over de implementatie van de reorganisatie voor. Spreek op de korte termijn een Sociaal Plan af met de vakbonden. Harmoniseer voor eind 2014 de arbeidsvoorwaarden in overleg met de vakbonden. Graag ontvangen wij uw schriftelijke reactie naar aanleiding van ons negatief advies. Wilt u de redenen aangeven als u een van onze adviezen niet overneemt. In het geval dat u al onze adviezen overneemt, kunt u overgaan tot uitvoering van uw voorgenomen besluit. Mocht u een van onze adviezen niet overnemen dan dient u de uitvoering van uw besluit op te schorten. In deze maand heefi de ondernemingsraad de gelegenheid om in beroep te gaan. Met vriendelijke groet,
Jacques van Schaik Voorzitter Ondernemingsraad