oktober 2015
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
PARTICIPATIEWET
2019
Beleidsplan 2016 tot en met 2019
Participatiewet
oktober 2015
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
2019
Inhoudsopgave
Inleiding ............................................................................................................................... 1 1.Kaders ............................................................................................................................... 2 Juridisch kader ..................................................................................................................... 2 Participatiewet ...................................................................................................................... 3 2.Ambities …………………………………………………………………………………………………………………….4 3.Beleid ................................................................................................................................ 5 Nieuwe doelgroepen ............................................................................................................ 5 Eigen Kracht Aanpak ........................................................................................................... 6 Samenwerken in de arbeidsmarktregio ........................................................................... 7 Wsw oud ................................................................................................................................ 7 Loonkostensubsidies............................................................................................................ 8 Beschut Werk........................................................................................................................ 8 Inzet eigen personeel .......................................................................................................... 9 Tegenprestatie ................................................................................................................. 9 4. Het aandeel dat dat we vanuit de eigen organisatie kunnen leveren aan de realisatie…………………………………………………………………………………………………………………..10 5.Financieel..................................................................................................................... .. 11 Budget.. ............................................................................................................................... 11 Begroting Participatiebudget 2015.................................................................................. 11 6.Vervolg en besluitvorming ............................................................................................ 13 Verordeningen ……………………………………………………………………………………………….. 13 Beleidsregels ………………………………………………………………………………………………….. 14 Uitvoeringsplan ……………………………………………………………………………………………… 14
oktober 2015
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
2019
Inleiding Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Een nieuwe wet met vooral nieuwe regels op het gebied van re-integratie voor de onderkant van de arbeidsmarkt. De gemeente De Wolden kent al een actief re-integratiebeleid in het kader van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Dit beleid willen we niet veranderen. Intussen is de WWB opgegaan in de Participatiewet. Met deze nieuwe wet, waarin ook de Wet Sociale Werkvoorziening (wsw) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wajong) zijn opgegaan, wil de rijksoverheid bereiken dat het re-integratie-, het wsw- en het wajongbeleid naadloos op elkaar aansluiten. We willen de extra mogelijkheden die de Participatiewet biedt integreren in het huidig beleid. In 2015 is hiermee al begonnen. Afgezien van mogelijk enkele marginale aanpassingen stellen wij voor om de ingezette lijn door te trekken. De invoering van de Participatiewet heeft inhoudelijk voor onze gemeente geen grote gevolgen. Het was en is toch al onze opzet om de genoemde beleidsterreinen nauw op elkaar aan te laten sluiten. Beleidsplan re-integratie 2011-2015 Het beleidsplan re-integratie 2011-2015 is op 30 juni 2011 door de raad van De Wolden vastgesteld. Uitgangspunten van dit beleidsplan zijn voor een groot gedeelte nog valide. • Indeling volgens de Participatieladder • Meer trajectbegeleiding door de gemeente, minder inkoop extern • Aangescherpte inspanningsverplichting • loonkostensubsidies en premiebeleid afstemmen op de actuele arbeidsmarktomstandigheden • Integraal participatiebeleid
Beleidsplan re-integratie 2015 Er is voor het jaar 2015 een beleidsplan opgesteld. Dat is bedoeld als overgang naar de nieuwe situatie (participatiewet). De ervaringen in 2015 vormen een belangrijke inspiratiebron voor het meerjaren beleidsplan voor de periode van 2016 tot en met 2019.
Beleidsplan Participatiewet 1
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
oktober 2015
1.
2019
Kaders
Juridisch kader Het beleidsplan is een nadere uitwerking van de visie op het sociaal domein en de kadernota.
Visie Sociaal domein Gemeenteraad opiniërend 12 september 2013 Participatiewet Tweede Kamer Februari 2014
Kadernota Sociaal domein Gemeenteraad vastgesteld 13 februari 2014 Participatiewet Eerste Kamer Juli 2014
Beleidsplan Participatiewet 2016 t/m 2019 AMVB Verdeelmodel Augustus 2014
Vaststelling door college van B&W in oktober 2015 Vaststelling door de gemeenteraad in november 2015
Verordeningen Participatiewet vastgesteld op 21 mei 2015
Beleidsregels Participatiewet Bevoegdheid college van B&W besluitvorming na vaststellen verordeningen
Beleidsplan Participatiewet 2
oktober 2015
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
2019
Participatiewet De Participatiewet is onderdeel van het Sociaal Domein1 waarvoor gemeenten met ingang van 2015 verantwoordelijk zijn geworden. De raad van de gemeente De Wolden heeft hiervoor op 13 februari 2014 de kadernota “Het sociale domein is onze gezamenlijke zorg” vastgesteld. Op 20 februari 2014 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Participatiewet. Op 1 juli 2014 is ook de Eerste Kamer akkoord gegaan.
Dichtbij & Vitaal Op 24 april 2014 heeft het college haar programma “Dichtbij & Vitaal – op eigen kracht” aan de raad gepresenteerd. Met hierin nadrukkelijk aandacht voor het Sociaal Domein. De programma’s 2 (Economie en werk) en 3 (Sociaal Beleid en Onderwijs) zijn voor dit beleidsplan relevant. Vanzelfsprekend gaan we bij de nadere ontwikkeling van het beleid uit van wat in deze twee programma’s is vastgelegd.
1
Met het Sociaal Domein wordt het geheel van zorg, welzijn en participatie aangeduid.
Beleidsplan Participatiewet 3
oktober 2015
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
2019
2. Ambities Onze fundamentele ambitie is dat alle inwoners van onze gemeente actief deel uitmaken van onze samenleving. Werk is daarbij een belangrijk maar niet het enige element. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat mensen die (nog) geen baan hebben zich maatschappelijk nuttig maken, bijvoorbeeld door middel van vrijwilligerswerk. De grondslag voor onze ambities: • Iedereen die op de reguliere arbeidsmarkt terecht kan, vindt daar daadwerkelijk zijn plek. • Iedereen voor wie (nog) geen plek is op de reguliere arbeidsmarkt, levert naar vermogen via additioneel werk of onbetaald werk een bijdrage aan onze samenleving. • Wij hebben speciale aandacht voor kinderen die opgroeien in armoede. Wij willen bereiken dat het niet meer vanzelfsprekend is dat werkloosheid, bijstand en armoede van generatie op generatie worden doorgegeven. Ons motto is hierbij: “Niemand mag tussen de wal en het schip vallen”. Integrale communicatie Sociaal Domein Re-integratie en participatie zijn nauw verbonden met de andere beleidsgebieden binnen het sociale domein. Vaak zijn ook dezelfde externe partijen bij meerdere onderdelen van het sociale domein betrokken. Wij vinden het om die reden belangrijk dat de communicatie naar zowel de inwoners van onze gemeente als naar de externe partijen eenduidig en gelijktijdig gebeurt. Op het gebied van communicatie willen we het volgende bereiken: • Inwoners en samenwerkingspartners weten dat de gemeente werkt aan de nieuwe inrichting van het sociaal domein en ze weten op welke manier ze invloed uit kunnen oefenen op deze verandering. Ze kunnen ook het proces en de uitkomsten volgen. • Doelgroepen voelen zich erkend in hun zorgen en emoties over de veranderingen. • Samenwerkingspartners en inwoners voelen zich betrokken en denken mee over de vorming van een nieuwe ondersteuningsstructuur. • Medewerkers zijn voorbereid op hun veranderende taken. Ze moeten oude en nieuwe klanten op een andere manier benaderen. Verder moeten ze bekend raken met de inhoud van het gewijzigde en nieuwe werk. • Inwoners en bedrijven weten welke bijdrage van hen wordt verwacht in de nieuwe situatie en zijn bereid die bijdrage naar vermogen te leveren.
Communicatie over toegang Een belangrijk aandachtspunt blijft de communicatie richting inwoners over waar zij terecht kunnen met hun hulpvraag.
Beleidsplan Participatiewet 4
oktober 2015
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
2019
3. Beleid Zoals in de inleiding is vermeld mag de gemeente De Wolden bogen op een gedegen reintegratiebeleid; voor iedere uitkeringsgerechtigde met arbeidsvermogen is er wel een voorziening. Het beleidsplan re-integratie 2011-2015 blijft dan ook grotendeels gehandhaafd en wordt aangevuld met nieuw beleid voor de periode van 2016 tot en met 2019. Nieuwe doelgroepen Met de invoering van de Participatiewet is tevens een verplaatsing van verantwoordelijkheden doorgevoerd. Een deel van de mensen met een beperkt arbeidsvermogen is voortaan op de gemeente aangewezen en niet meer op het UWV. Verder is de instroom in de wsw stop gezet. Dat betekent dat een groot aantal mensen dat onder de oude wetgeving in de wsw kon instromen nu is aangewezen op de re-integratievoorzieningen van de gemeente. Deze beleidswijziging van het Rijk betekent dat de groep mensen waarvoor de gemeente een re-integratieverantwoordelijkheid heeft, groter is geworden. De doelgroepen van vóór 2015 blijven namelijk onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. De nieuwe instroom bestaat uit twee groepen, met een objectief vastgesteld verminderd arbeidsvermogen (arbeidsbeperking): 1. Jongeren met een gedeeltelijke arbeidsbeperking. Deze jongeren zijn veelal afkomstig van het praktijk- en speciaal onderwijs. Het gaat om enkele jongeren per jaar. 2. Ouderen met een arbeidsbeperking die onder andere zijn aangewezen op werken in een beschutte omgeving. Voor de Wajong 2015 stelt UWV vast of iemand duurzaam geen arbeidsvermogen en daarmee geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft. Alleen wanneer dit het geval is, kan recht op Wajong 2015 ontstaan en valt men onder de verantwoordelijkheid van het UWV. Kort gezegd komt arbeidsvermogen neer op de vraag of iemand wel of niet kan werken. Het UWV stelt de ondergrens van arbeidsvermogen vast. Het gaat dus alleen om de vraag of iemand wel of niet kan werken. De mate waarin en hoeveel loon iemand kan verdienen, is daarbij niet aan de orde. Aard problematiek nieuwe doelgroep De problematiek van de nieuwe doelgroep verschilt enigszins van die van onze huidige Wwb’ers. Er zijn echter ook veel overeenkomsten. Ook onder de huidige bijstandsgerechtigden bevinden zich mensen met arbeidsbeperkingen. Voor de nieuwe doelgroep geldt dat het vaak gaat om mensen van wie het opleidingsniveau lager ligt dan het landelijk gemiddelde en die uit gezinnen komen met een lage sociaaleconomische status. Daar komt bij dat er sprake is van een objectief vastgestelde arbeidsbeperking. Als we kijken naar de gestelde diagnose, dan zien we landelijk globaal de volgende verdeling: • Verstandelijke beperking (37%), • Psychiatrische stoornis (21%), • Andere ontwikkelingsstoornis (29%), • Somatische aandoening (13%). De arbeidsbeperking heeft tot gevolg dat de betrokkenen ook een beperkte loonwaarde hebben. Dit wordt ook wel als volgt omschreven: als gevolg van lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking dan wel om andere redenen niet in staat zijn 100 procent van het minimumloon te verdienen.
Beleidsplan Participatiewet 5
oktober 2015
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
2019
Maatschappelijke opgave Bij het formuleren van re-integratiebeleid is het van belang dat wij ons realiseren dat het meestal gaat om kwetsbare inwoners. Vaak zal sprake zijn van meervoudige problematiek. Vanwege hun (arbeids)beperking wordt het participeren aan de samenleving moeilijker. Daarom kiezen we ook nadrukkelijk voor een integrale aanpak van problemen en een vroegtijdige benadering op meerdere gebieden zoals inkomen, de woon- en leefomgeving, werk of activiteiten, zorg en versterking van het eigen netwerk (een integrale 3D aanpak). Jongeren verdienen hierbij onze bijzondere aandacht om in hun volwassen leven voldoende vaardigheden/mogelijkheden te hebben en te participeren in de samenleving. Onze maatschappelijke opgave voor de nieuwe doelgroepen zien we als volgt: Jongeren 1. Het begeleiden en ondersteunen van de overstap van school naar werk. Het is van groot belang die overstap zonder onderbrekingen te laten verlopen om uitval voor langere termijn te voorkomen. 2. Het begeleiden van de betrokkenen tijdens de werkende periode gericht op het voorkomen van uitval. Mensen (waaronder eerdergenoemde jongeren) met een arbeidsbeperking die zijn aangewezen op werken in een beschutte omgeving 1. Het bieden van passend werk/dagbesteding in een beschutte omgeving die is afgestemd op de persoonlijke problematiek. 2. Het aansluiten van de aanpak gericht op werk (punt 1) bij de andere gebieden: woon- en leefomgeving, activiteiten, zorg en versterking van het eigen netwerk. Oftewel het inbedden in de integrale 3D aanpak.
Eigen Kracht Aanpak Gemeente De Wolden gaat geen specifiek doelgroepenbeleid formuleren, maar zal wel prioriteiten stellen in het beschikbaar stellen van voorzieningen. Hierbij gaan we primair uit van de eigen kracht van burgers. Voor personen die in staat zijn op eigen kracht terug te keren op de arbeidsmarkt worden specifieke voorzieningen (zoals Werk.nl, werkgeversdienstverlening, kort advies) ingezet. Daarvoor stellen we – in samenwerking met de gemeente Hoogeveen– op het Werkplein een goede infrastructuur beschikbaar voor het vinden van de juiste baan. Daarnaast zijn onze medewerkers beschikbaar voor advies over bijv. CV, presentatie en beroepskeuze. Ook voor personen met een (zeer) grote afstand tot de arbeidsmarkt die echter wel maatschappelijk actief zijn en over een goed sociaal netwerk beschikken, zet de gemeenten geen voorzieningen in. We gaan samen met het welzijnswerk, vrijwilligerswerk en andere instanties zorgen voor een basis waarop men terug kan vallen (maatwerk). Blijkt men niet in staat zelfstandig op de arbeidsmarkt te re-integreren, dan wel dreigt men in een sociaal isolement te geraken, dan ziet de gemeente toe op maatwerk. Basis hiervoor is een persoonlijk actieplan waarin door de burger en de medewerker van de gemeente samen een juiste mix van eigen kracht, begeleiding en indien noodzakelijk voorzieningen wordt vastgelegd. Voor mensen met een geringe afstand tot de arbeidsmarkt betekent dat dat er een kort en extensief traject wordt ingezet (“het laatste duwtje in de juiste richting”). Voor mensen met een grote maar wel overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt betekent dat dat het traject langer en intensiever zal zijn (“geschikt maken voor de eisen van de hedendaagse arbeidsmarkt”)
Beleidsplan Participatiewet 6
oktober 2015
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
2019
Uitgangspunt bij de Eigen Kracht Aanpak is de integrale benadering binnen het Sociaal Domein. We kijken niet alleen naar het belang van vinden van werk, maar ook naar andere levensgebieden. Werk kan een oplossing zijn voor veel achterliggende problemen, maar het kan ook noodzakelijk zijn tijdelijk niet te werken om een duurzame inpassing op de arbeidsmarkt mogelijk te maken. Bij beoordelen hiervan gaat het Sociaal Team een belangrijke rol spelen. Wij willen in het kader van de Eigen Kracht aanpak nadrukkelijk samen optrekken met Stichting Welzijn de Wolden (WDW). WDW heeft een heldere visie op de samenhang van de doelstellingen en doelgroepen binnen het sociaal domein, die goed past bij onze opvattingen. WDW heeft deze visie verwoord in hun nota Iedereen doet mee.
Samenwerken in de arbeidsmarktregio Gemeente De Wolden is conform de SUWI-wetgeving aangesloten bij de arbeidsmarktregio Drenthe. Daarin zoeken we de afstemming over voorzieningen voor de onderkant van de arbeidsmarkt en de werkgeversdienstverlening. We zullen echter een duidelijke couleur locale behouden en oog hebben voor samenwerking met andere gemeenten buiten de arbeidsmarktregio. De kansen voor de burger staat daarbij voorop. • Onderkant arbeidsmarkt Voorzieningen in het kader van de onderkant van de arbeidsmarkt worden in de regio afgestemd binnen het Werkbedrijf. Het Werkbedrijf is het bestuurlijk afstemmingsorgaan tussen gemeenten, UWV, werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties. Het werkbedrijf is een uitvloeisel van het Sociaal Akkoord. De kaders van het Werkbedrijf worden op landelijk niveau voorbereid door de Werkkamer. •
Werkgeversdienstverlening Werkgeversdienstverlening wordt in de regio afgestemd conform artikel 10 Wet SUWI. Hierbij echter een sterke couleur locale in afstemming met de eigen bedrijvencontactfunctionaris én het lokale bedrijfsleven.
In de arbeidsmarktregio Drenthe (Emmen, Hoogeveen, Borger-Odoorn, Coevorden, Midden Drenthe en De Wolden) worden afspraken gemaakt over de werkgeversdienstverlening. Werkgevers in de regio hebben één aanspreekpunt en kunnen daarmee putten uit het aanbod van de gehele regio. We willen daarbij duidelijk voor de werkgever uit de gemeente herkenbaar zijn. Het past in deze context dat de regiogemeenten hebben afgesproken om hun regelgeving voor de onderdelen die betrekking hebben op de werkgeversdienstverlening op elkaar af te stemmen. Daarmee wordt bereikt dat de gemeenten één lijn trekken en elkaar niet beconcurreren. Wsw oud Gemeente De Wolden neemt deel in de gemeenschappelijke regelingen Reestmond en Alescon om uitvoering te geven aan de Wsw. Deze gemeenschappelijke regelingen voeren primair de Wsw uit. Van de organisaties wordt verwacht dat ze de Wsw-medewerkers een passende werkplek bieden waarmee de betreffende medewerker het hoogst haalbaar uit zijn/haar verdiencapaciteit haalt. Daarnaast dient de bedrijfsvoering gericht te zijn op een zo rendabel mogelijke uitvoering van de Wsw. We geven een baangarantie aan alle Wsw-medewerkers die op 1-1-2015 een vast dienstverband in het kader van de Wsw hebben. Deze medewerkers behouden hun Wsw-status. Medewerkers die een baan bij een reguliere werkgever accepteren in het kader van Begeleid Werken krijgen een terugkeer garantie. Als er geen sprake is van verwijtbaar werkloosheid zullen we de betrokken werknemer opnieuw een Wsw-baan aanbieden mocht de reguliere
Beleidsplan Participatiewet 7
oktober 2015
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
2019
werkgever onverhoopt tot ontslag over moeten gaan (bijvoorbeeld bij reorganisatie of faillissement). Arbeidsovereenkomsten van Wsw medewerkers met een tijdelijk dienstverband zijn of worden voor de maximale duur van drie jaar verlengd. De gemeente zal deze groep (en personen op de wachtlijst) met voorrang aanbieden bij reguliere werkgevers die banen voor arbeidsbeperkten aanbieden. Als gevolg van de wetgeving ontstaat er een krimpscenario voor de uitvoeringsorganisaties Wsw. Instroom stopt, terwijl er door natuurlijk verloop wel uitstroom ontstaat. Voor de eerste vijf tot tien jaar is er voldoende volume voor het bestaansrecht van de uitvoeringsorganisaties. We zullen in het kader van het Sociaal Domein en de Partcipatiewet een nieuwe infrastructuur ontwikkelen voor (arbeidsmatige) dagbesteding, beschut werk en re-integratie. In 2016 stellen we hiervoor het stappenplan op en in 2017 is deze nieuwe structuur gereed. In de periode 2020-2025 kijken we naar de meest effectieve integratie van de Wsw binnen de nieuwe infrastructuur. Hierbij is de dienstverlening aan de burger – en niet de juridische organisaties – het primaire uitgangspunt. Loonkostensubsidies We stellen de voorwaarden vast ten aanzien van de loonkostensubsidie voor personen met een arbeidsbeperking. Dit conform richtlijnen van het ministerie. De mensen op wie deze subsidie van toepassing is dienen te zijn opgenomen in het doelgroepenregister. Hoogte en voorwaarden worden middels een verordening door de raad vastgelegd. Er is geen sprake van een wachtlijstsystematiek. Werkgevers die bereid zijn een baan beschikbaar te stellen voor arbeidsbeperkten hebben vrije keus ten aanzien van het aanstellen van de meest geschikte persoon, mits deze voldoet aan de voorwaarden van de loonkostensubsidie. We gaan proactief met werkgevers in gesprek om de groep zeer gemotiveerde arbeidsbeperkten onder de aandacht te brengen. Er is een aantal uitkeringsgerechtigden die een net zo wankele positie op de arbeidsmarkt hebben als degenen die zijn opgenomen in het doelgroepenregister maar die niet voor dat register in aanmerking komen. Om de bemiddeling van deze mensen naar werk te stimuleren is in de verordening de mogelijkheid van een plaatsingssubsidie vastgelegd. Beschut Werk Voor personen met een indicatie Beschut Werk (afgegeven door UWV op basis van 20 tot 30% verdiencapaciteit) wil Gemeente De Wolden arbeidsplaatsen realiseren in samenhang met de arbeidsmatige dagbesteding. Het realiseren van banen in het kader van Beschut Werk is maatwerk. Het beschikbare budget is gebaseerd op 1 a 2 banen per jaar en zal primair ingezet worden bij aanbieders van arbeidsmatige dagbesteding. Gedurende de eerste jaren blijven we het Beschut werken bij Reestmond en Alescon inkopen. We sluiten daarbij echter niet uit dat in zeer specifieke gevallen een Beschut werkenplek elders bij een gespecialiseerde aanbieder wordt ingekocht. Deze organisaties beschikken over de kennis en kunde voor het begeleiden van deze medewerkers. De begeleiding wordt als Social Return on Investment (SROI) door deze aanbieders gerealiseerd, de loonkosten worden grotendeels gedekt door een loonkostensubsidie en een begeleidingssubsidie.
Beleidsplan Participatiewet 8
oktober 2015
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
2019
Inzet eigen personeel De inzet van instrumenten en voorzieningen is maatwerk. De Samenwerkingsorganisatie, die voor de gemeente de re-integratiewerkzaamheden uitvoert, heeft hiervoor klantmanagers in dienst. De klantmanagers kunnen zelfstandig instrumenten en voorzieningen – binnen het daarvoor gestelde mandaat – inzetten. Het totaal in te zetten instrumenten en voorzieningen mag het beschikbare budget niet overschrijden. De functie van de klantmanagers is onder te verdelen in twee taakomschrijvingen. 1. Regievoering re-integratie Dit is een reguliere taak van de gemeente. Het behoort bij de wettelijke uitvoering van de WWB en wordt bekostigd uit de algemene middelen via het Gemeentefonds. Klantmanagers kopen dienstverlening/trajecten voor bijstandsgerechtigden in en monitoren de resultaten. 2. Individuele begeleiding De activiteiten waarbij klantmanagers bijstandsgerechtingden zelf individueel (of groepsgewijs) begeleiden zijn geen onderdeel van de wettelijke uitvoering van de WWB. Dit zijn trajecten die de gemeente extern in kan kopen, maar ook zelf uit kan voeren. Deze activiteiten – en daarmee de inzet van de klantmanagers – kunnen worden bekostigd uit het Participatiebudget. Wij kiezen ervoor, waar mogelijk bijstandsgerechtigden zelf te begeleiden. Wanneer dat nodig is (vanwege nieuwe taken) worden klantmanagers bijgeschoold. De inzet is maatwerk en daarom worden de uren op basis van nacalculatie ten laste gebracht van het Participatiebudget. Eén van de gevolgen van de Participatiewet is dat de wsw geleidelijk wordt afgebouwd. De ‘nieuwe doelgroepen’ (zie hoofdstuk 3 van dit beleidsplan) worden niet meer door Reestmond en Alescon opgevangen maar komen terecht in de caseload van het Werkplein. Reestmond en Alescon hebben in de loop der jaren veel kennis en ervaring opgebouwd met deze doelgroepen. Het is voor ons een serieuze optie om deze kennis en ervaring over te nemen. De vorm waarin moet nader worden uitgezocht. Tegenprestatie Feitelijk valt de wettelijke plicht tot tegenprestatie niet onder het re-integratiebeleid. Toch past het zeer goed binnen de visie op de Participatiewet. In het nieuwe beleid stellen we Eigen Kracht centraal. Dit is ook hét uitgangspunt bij de tegenprestatie. Het college spreekt over wederkerigheid in plaats van over een tegenprestatie. Wij vinden het normaal, dat burgers die een inkomen van de gemeenschap ontvangen zich maatschappelijk zinvol inzetten voor onze gemeenschap. Ook denken wij dat het voor hen een grote toegevoegde waarde kan hebben. Daarom staan bij de invulling van de tegenprestatie voorkeur, levensovertuiging en competenties van de inwoner centraal. Maatschappelijk zinvol vrijwilligerswerk kan daarbij een prima invulling zijn. De wettelijke plicht tot tegenprestatie (artikel 7 lid 1c) vult de Gemeente De Wolden daarom via maatwerk in met uitsluitend Maatschappelijk Zinvolle Activiteiten (ZVA) die tevens geen arbeidsverdringend karakter hebben en evenmin tot doel hebben om financiële winst te behalen. • Inwoners kunnen zelf met een voorstel tot tegenprestatie komen o Als een inwoner zelf een acceptabel voorstel heeft dat recht doet aan zijn/haar wensen en tegelijkertijd van maatschappelijk nut voor de gemeenschap is dan zal dit voorstel bij voorkeur door ons worden overgenomen. Voorbeelden kunnen zijn mantelzorg, buddy en inzet voor (gesubsidieerde) verenigingen/instellingen maar er is natuurlijk veel meer denkbaar.
Beleidsplan Participatiewet 9
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
oktober 2015
2019
De Gemeente De Wolden biedt inwoners mogelijkheden tot tegenprestatie. In afstemming met instellingen, verenigingen, buurtwerk enzovoorts willen we zorgdragen voor een breed palet aan maatschappelijk zinvolle activiteiten. Inwoners die zelf geen voorstel doen en niet willen (of kunnen) kiezen uit de mogelijkheden die de gemeente aanbiedt zullen een ZVA als tegenprestatie aangewezen krijgen. o De tegenprestatie is een wettelijke verplichting en daarom kan een bijstandsgerechtigde dat niet zonder meer weigeren of er vrijblijvend mee omgaan. Bij de invulling van de tegenprestatie is de inbreng van de bijstandsgerechtigde in principe leidend tenzij niet wordt voldaan aan de gestelde normen van tegenprestatie. Het is vanzelfsprekend dat mensen die via de bijstand een aanvulling op hun aow ontvangen niet tot een tegenprestatie zullen worden verplicht. o
•
•
Alle voorwaarden voor de tegenprestatie zijn in de re-integratieverordening vastgelegd die op 21 mei 2015 door de raad is vastgesteld. In de praktijk blijkt dat vrijwel alle uitkeringsgerechtigden al vrijwilligerswerk verrichten dat voldoet aan de normen die wij stellen aan tegenprestatie. Van belang vinden wij dat het voldoen aan de plicht tot tegenprestatie er niet toe leidt dat de uitkeringsgerechtigde daar in financieel opzicht nadeel van ondervindt. Wij vinden ook dat de uitkeringsgerechtigde daarvoor geen uitgebreide en ingewikkelde procedures moet hoeven te volgen. In het Uitvoeringsplan, dat door de eenheid Dienstverlening en Activering van de Samenwerkingsorganisatie wordt opgesteld, wordt nader omschreven aan welke voorwaarden de werkplekken dienen te voldoen. Wij vinden het belangrijk dat de Stichting Welzijn hierbij wordt betrokken. Het is vanzelfsprekend dat de privacy van de uitkeringsgerechtigde in dit verband volledig wordt gerespecteerd conform de Wet bescherming persoonsgegevens. Voor het geval dat een uitkeringsgerechtigde tegen een opgelegde werkplek bezwaar wil maken is de algemene gemeentelijke procedure voor bezwaar en beroep van toepassing.
4. Het aandeel dat we vanuit de eigen organisatie kunnen leveren aan de realisatie We gaan zo veel als redelijkerwijs mogelijk is onze eigen gemeentelijke organisatie inzetten om de voornemens in dit beleidsplan te realiseren. Om te beginnen gaan we het uitbesteden van re-integratieactiviteiten tot het uiterste beperken door deze taken bij de medewerkers van de Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen te leggen. Wij doen dat omdat we een integrale werkwijze met de andere beleidsterreinen in het sociaal domein willen realiseren. Deze aanpak past bij het karakter van onze gemeente. De schaalgrote van De Wolden biedt de mogelijkheid van persoonlijk maatwerk ten behoeve van de klanten doordat onze medewerkers hen persoonlijk kennen. In onze visie zal het sociaal team een belangrijke rol gaan spelen in deze aanpak. Met betrekking tot het opdoen van werkervaring willen we stageplaatsen en werkervaringsplaatsen binnen de gemeentelijke organisatie (inclusief de Samenwerkingsorganisatie) inrichten. Dit heeft tevens een goede voorbeeldfunctie naar externe partijen. In het kader van Social Return on Investment (SROI) gaan we met onze leveranciers in gesprek over het door hen beschikbaar stellen van werkervaringsplaatsen en dienstverbanden voor mensen uit ons re-integratiebestand.
Beleidsplan Participatiewet 10
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
oktober 2015
5.
2019
Financieel
Budget Ter uitvoering van het beleid staat ons het (ongedeeld) Participatiebudget ter beschikking. Deze rijksbijdrage is samengesteld uit de huidige bijdrage Participatiebudget, de rijksbijdrage voor de uitvoering van de Wsw en een extra bijdrage voor de re-integratie van nieuwe doelgroepen. De uitvoering van het beleid geschiedt in principe budgetneutraal. Dit wil zeggen, dat het door het Rijk beschikbaar gesteld budget (Participatiebudget) niet wordt overschreden. Met de enorme bezuinigingen (zie historisch overzicht) is het niet mogelijk een ruimhartig arsenaal voorzieningen te financieren uit het nieuwe Participatiebudget. We zijn van mening, dat de inzet van begeleiding, voorzieningen en trajecten noodzakelijk is voor het op peil houden van het hoge niveau van dienstverlening aan burgers. Een overschrijding van het Participatiebudget gaat ten laste van de algemene middelen en valt daarmee onder het budgetrecht van de raad. De kosten van Wsw-dienstverlening die ten laste gaan van het Participatiebudget worden op basis van een objectief inkoopmodel gemaximaliseerd. Een eventueel resterend exploitatietekort bij de uitvoerende gemeenschappelijke regelingen komt ten laste van de algemene middelen. Voor de komende jaren willen we kijken naar de uitkomsten van het nieuwe verdeelmodel en de mogelijkheden om binnen het budget voor het gehele Sociaal Domein gelden beschikbaar te stellen die recht doen aan de integrale aanpak. Begroting Participatiebudget 2016 en volgende jaren Ieder jaar maakt de staatssecretaris het voorlopig Participatiebudget voor het volgende bekend. Het Participatiebudget wordt opgebouwd uit de vroegere wsw-bijdrage, de vroegere participatiebijdrage en middelen voor de nieuwe doelgroepen. Er is een tendens zichtbaar dat het totaal van deze middelen ieder jaar kleiner wordt, wat de armslag voor de gemeente beperkt. Historisch verloop budgetten Historisch
Macro
De Wolden
perc.
WV voor ROC
Excl ROC
2010
€
1.895.020.000,00
€
625.044,00
0,033%
€
150.433.000,00
€ 1.744.587.000,00
2011
€
1.698.300.000,00
€
579.562,00
0,034%
€
115.900.000,00
€ 1.582.400.000,00
2012
€
993.800.000,00
€
422.551,00
0,043%
€
111.600.000,00
€
882.200.000,00
2013
€
861.100.000,00
€
459.779,00
0,053%
€
53.300.000,00
€
807.800.000,00
2014
€
689.877.010,00
€
318.206,00
0,046%
€
53.805.000,00
€
636.072.010,00
2015
€
609.072.000,00
€
236.933,00
0,039%
€
609.072.000,00
De financieringssystematiek van het Rijk naar de gemeenten is met de invoering van de Participatiewet veranderd. Het onderstaande overzicht is daardoor anders opgezet dan het overzicht hierboven. Prognose budgetten tot en met 2019 Jaar 2015 2016 2017 2018 2019
Re-integratie € 248.560 € 218.393 € 210.483 € 209.672 € 222.771
Wsw € 2.745.981 € 2.483.079 € 2.282.986 € 2.097.202 € 1.960.254
totaal € 2.994.541 € 2.701.472 € 2.493.469 € 2.306.873 € 2.183.025
Beleidsplan Participatiewet 11
oktober 2015
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
2019
We streven er naar om ons re-integratiebeleid uit te voeren binnen het budget dat de rijksoverheid hiervoor beschikbaar stelt (het participatiebudget). In het collegeprogramma is echter opgenomen dat geen enkele inwoner van onze gemeente tussen wal en schip mag raken waar het deelnemen aan onze samenleving betreft. Gezien de bezuinigingsdrang bij de rijksoverheid mogen wij niet uitsluiten dat dit uitgangspunt onder druk komt te staan. Wanneer deze omstandigheid zich voordoet zal het college de raad een voorstel voor aanvullende financiering voorleggen.
Beleidsplan Participatiewet 12
oktober 2015
6.
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
2019
Vervolg en besluitvorming
Verordeningen Voor het re-integratiedeel van de Participatiewet is de Re-integratieverordening Participatiewet Gemeente De Wolden 2015 vastgesteld (raadsvergadering 21 mei 2015). In deze verordening is tevens geregeld dat voor de mensen die zijn geregistreerd in het doelgroepenregister, een loonkostensubsidie mogelijk is. In de verordening zijn de randvoorwaarden die de raad het college voor de uitvoering van de Participatiewet geeft, vastgesteld. De verordening heeft betrekking op o.a.: • Loonkostensubsidie o Indien een werkgever voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met een persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, stelt het college de loonwaarde van die persoon vast. Indien die dienstbetrekking tot stand komt verleent het college loonkostensubsidie aan de werkgever. • Beschut Werken o Het college kan ter uitvoering van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, degene die uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, in een dienstbetrekking in een beschutte omgeving en onder aangepaste omstandigheden werkzaamheden laten verrichten. • Financiering o Inzet van het Participatiebudget ten behoeve van de voorzieningen in het kader van de Participatiewet. • Scholing o Het college biedt aan degene die additionele werkzaamheden in het kader van de participatieplaats verricht en die niet beschikt over een startkwalificatie na een periode van zes maanden na aanvang van die werkzaamheden een voorziening gericht op arbeidsinschakeling aan in de vorm van scholing of opleiding die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert, tenzij naar het oordeel van het college een dergelijke scholing of opleiding de krachten of bekwaamheden van de belanghebbende te boven gaat. Geen scholing of opleiding wordt aangeboden indien scholing of opleiding naar het oordeel van het college niet bijdraagt aan vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces van belanghebbende. • Participatieplaats o Het college kan ter uitvoering van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, degene die algemene bijstand ontvangt en voor wie de kans op inschakeling in het arbeidsproces gering is en die daardoor vooralsnog niet bemiddelbaar is op de arbeidsmarkt, onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten gedurende maximaal twee jaar. • Tegenprestatie Op grond van afspraken die zijn gemaakt in de Arbeidsmarktregio Drenthe is de re-integratieverordening afgestemd op re-integratieverordeningen van de overige gemeenten in de regio.
Beleidsplan Participatiewet 13
oktober 2015
BELEIDSPLAN PARTICIPATIEWET 2016 tot en met
2019
Beleidsregels Na vaststelling van de verordening zal het college voor zover nodig aanvullende beleidsregels vaststellen die invulling geven aan de randvoorwaarden zoals die in de verordening zijn vastgesteld. Hierbij zal het college ten minste aandacht hebben voor de volgende onderwerpen. • Noodzaak van een beleidsregel Er worden alleen beleidsregels opgesteld wanneer voor het betreffende onderdeel zoals dat is beschreven in de verordening, een nadere uitwerking nodig is. Binnen de arbeidsmarktregio Drenthe is afgesproken om, als het regelingen betreft waarmee ook werkgevers te maken kunnen krijgen, beleidsregels op te stellen die tussen elke regio-gemeente inhoudelijk overeenstemmen. • Hoogte en budgetplafond subsidies Omdat er naar verwachting meer personen zijn die in aanmerking komen voor een loonkostensubsidie of Beschut Werken dan dat er budget beschikbaar is zal het college maxima vaststellen. In deze beleidsregels wordt ook vast gelegd op welke wijze de hoogte van de loonkostensubsidie tot stand komt. • Privacy binnen het Sociaal Domein Om de privacy van burgers voldoende te waarborgen willen we deze afstemming (wat wordt wel en wat wordt niet met elkaar gedeeld) in beleidsregels vastleggen. Uitgangspunt hierbij is dat de burger integraal geholpen moet kunnen worden waar nodig en er zeker van kan zijn dat gevoelige informatie niet zonder wettelijke grondslag of toestemming van betrokkenen door de instanties met elkaar wordt gedeeld. Uitvoeringsplan De ambtelijke organisatie die uitvoering van dit beleidsplan ter hand neemt stelt jaarlijks een uitvoeringsplan op.
Beleidsplan Participatiewet 14