Beleidsplan 2012 tot en met 2015
Wijkgemeente Singelkerk van de Hervormde Gemeente Ridderkerk behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland
Voorlopige versie, november 2011
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 1
INHOUDSOPGAVE INLEIDING .............................................................................................................. 3 1. DE GEMEENTE .................................................................................................. 5 2. DE EREDIENST .................................................................................................. 7 3. DE HEILIGE DOOP ........................................................................................... 11 4. HET HEILIG AVONDMAAL ................................................................................ 14 5. DE AMBTEN ..................................................................................................... 18 6. HET PASTORAAT .............................................................................................. 20 7. HET DIACONAAT .............................................................................................. 24 8. EVANGELISATIE ............................................................................................... 27 9. ZENDING .......................................................................................................... 29 10. DE CATECHESE ............................................................................................. 31 11. DE JEUGD ...................................................................................................... 33 12. VORMING, TOERUSTING EN INFORMATIEVOORZIENING ............................. 36 Vorming en toerusting ....................................................................................... 36 Informatievoorziening......................................................................................... 38 13. HET HUWELIJK .............................................................................................. 40 14. EENHEID EN VERSCHEIDENHEID................................................................. 43 15. DE PLAATS VAN DE PREDIKANT .................................................................... 45 16. BEHEER EN KERKRENTMEESTERS .............................................................. 47 Bijlage 1. Verklaring ............................................................................................ 51 Bijlage 2. Convenant ............................................................................................. 52 Bijlage 3. Uitgangspunten en Bijbelse achtergronden ............................................ 54 De Heilige Doop ................................................................................................. 54 Het Heilig Avondmaal......................................................................................... 54 De ambten ......................................................................................................... 56 De Jeugd ........................................................................................................... 57 Het huwelijk ...................................................................................................... 59 Eenheid en verscheidenheid............................................................................... 59
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 2
INLEIDING verantwoording In het hierna volgende vindt u het beleidsplan van de wijkgemeente Singelkerk van de Hervormde gemeente Ridderkerk, behorende tot de Protestantse Kerk in Nederland. Waar zal worden gesproken over “gemeente” wordt, tenzij anders vermeld, de wijkgemeente bedoeld. Het werk van de algemene kerkenraad van Ridderkerk wordt niet omschreven. Wel zij hier vermeld dat de leden van de kerkenraad voluit participeren in de algemene kerkenraad en de andere centrale colleges, voor zover zij daarheen afgevaardigd zijn. De kerkenraad bestaat uit de wijkpredikant, 14 ouderlingen, 4 diakenen en 3 of 4 ouderlingen-kerkrentmeester. doel en totstandkoming Het doel van een beleidsplan kan voor elke organisatie verschillend zijn. Voor onze gemeente zijn de belangrijkste redenen, in vragende vorm geformuleerd: - Hoe zijn wij een gemeente met een gereformeerde belijdenis, die – staande midden in en open naar de wereld – ook leeft naar dat gereformeerde belijden? - Onze gemeente functioneert veelal op traditionele wijze. Er zijn vele verschillende activiteiten in de gemeente. Waarom zijn die activiteiten er eigenlijk, toch niet omdat we dat nu eenmaal gewoon zijn? Wat is het doel ervan en wordt dat doel ook bereikt? Kunnen we misschien sommige zaken beter anders doen of misschien niet meer doen? - Er komen regelmatig vragen op gemeente en kerkenraad af. Het is echter niet goed om pas daarover te gaan nadenken, als een vraag of probleem zich voordoet. Kunnen we vaste uitgangspunten en een vast kader formuleren? Dat voorkomt in de toekomst ad hoc beslissingen, die wellicht onvoldoende doordacht zijn. - Is er voldoende samenhang in het werk, bijvoorbeeld tussen het pastoraat en het jeugdwerk? Zijn er ergens specifieke knelpunten? In 2007 werd door de kerkenraad het eerste beleidsplan vastgesteld voor de jaren 2007 t/m 2010. Daarom werd in 2010/2011 het beleidsplan opnieuw geëvalueerd, met als doel om het beleidsplan voor de jaren 2012-2015 vast te stellen. Dit beleidsplan is een bijbelse onderbouwing van het huidige werken in en het functioneren van de gemeente. Het maakt duidelijk waar de kerkenraad voor staat en waarop hij aanspreekbaar is. Een aantal aspecten van de bijbelse onderbouwing zijn opgenomen in de bijlagen. verklaring en convenant In 2003 was het proces van de kerkvereniging van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in de laatste fase gekomen. In deze periode kreeg het eerste beleidsplan (2007-2010) nog een ander doel: het was mogelijk en gewenst om de gereformeerde identiteit van de gemeente vast te leggen. De kerkrechtelijke verankering van deze identiteitsverklaring gebeurde door ondertekening van de door de Hervormde Synode opgestelde verklaring van 9 mei 2003, waarin de gebondenheid aan de gereformeerde belijdenis is vastgelegd. Daarnaast heeft de kerkenraad de uitgangspunten van het convenant van de classis Alblasserdam, als nadere uitwerking van de eerdergenoemde verklaring, door medeondertekening tot de zijne gemaakt. Classis en synode werden hierover door de kerkenraad naar behoren geïnformeerd. Beide documenten, die een onverbrekelijk onderdeel van dit beleidsplan vormen, zijn als bijlage opgenomen. _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 3
kerkorde In de kerkorde staan voorschriften betreffende een beleidsplan. Ordinantie 4 artikel 7 rekent het tot de taak van de kerkenraad om het eigen beleidsplan vast te stellen terzake van het leven en werken van de gemeente. In Ordinantie 4 artikel 8 lid 5 staat het volgende: “De kerkenraad stelt telkens voor een periode van vier jaar een beleidsplan op, na daarover overleg gepleegd te hebben met het college van kerkrentmeesters, het college van diakenen en met alle daarvoor in aanmerking komende organen van de gemeente. Elk jaar pleegt de kerkenraad met dezelfde colleges en organen overleg over eventuele wijziging van het beleidsplan”. Nadat de kerkenraad het beleidsplan of een wijziging daarvan voorlopig heeft vastgesteld, wordt dit in de gemeente gepubliceerd. De kerkenraad stelt de leden van de gemeente in de gelegenheid hun mening over het beleidsplan of de wijziging kenbaar te maken. Daarna stelt de kerkenraad het beleidsplan of de wijziging vast.” procedure Zoals kerkordelijk voorgeschreven stelt de kerkenraad een voorlopige versie van het beleidsplan vast en publiceert deze. Dit gebeurt door plaatsing op de website van de gemeente. Gemeenteleden kunnen ook een schriftelijke versie opvragen. Aan de gemeente wordt hiervan mededeling gedaan. Vervolgens kan men binnen dertig dagen op het beleidsplan reageren. De kerkenraad verzoekt verenigingen, clubs en commissies om te reageren op het gedeelte dat hun eigen werk betreft. Uiteindelijk vindt definitieve vaststelling plaats door de kerkenraad. Van de verwerking van de reacties (wat wel en niet is overgenomen) wordt verantwoording afgelegd in het Singelblad. Formulieren Waar in dit beleidsplan gesproken wordt over liturgische formulieren, worden de hertaalde klassiek-gereformeerde formulieren bedoeld, zoals opgenomen in “Liturgische formulieren uit de gereformeerde traditie; een hertaling” (Boekencentrum 2004), tenzij anders vermeld. wijzigingen Het huidige beleidsplan heeft betrekking op de periode 2011 tot en met 2014. Binnen het vastgestelde beleid is ruimte om, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, wijzigingen door te voeren voor zover deze de theologische fundering van het werk in de gemeente niet aantasten. Wat betreft de concrete uitvoering van het beleid zal de kerkenraad steeds weer keuzes maken voor thema’s die prioriteit vergen, zonder de andere aandachtsgebieden uit het oog te verliezen. Over tussentijdse wijzigingen van het beleidsplan zelf zal de gemeente worden geïnformeerd op de wijze als hierboven omschreven. tenslotte Aan het begin van deze inleiding is weergegeven wat het doel is van dit beleidsplan. In elk geval is een beleidsplan geen doel op zich. Bij alle werk in en door de gemeente willen wij het woord van Psalm 127 nooit vergeten: “Zo de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden de bouwlieden daaraan.”
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 4
1. DE GEMEENTE verantwoording Dat de gemeente er is, dankt zij niet aan zichzelf, maar aan God de Vader, Die Zich een gemeente verkiest, aan de Heere Jezus Christus, Die de gemeente verlost heeft en haar Hoofd is, en aan de Heilige Geest, Die de gemeente vergadert, bewaart en vernieuwt. haar wezen Wat de gemeente naar haar wezen is, kunnen we het best omschrijven met verschillende beelden die de bijbel daarvoor gebruikt. Zij is tempel van God (1 Kor. 3: 16), lichaam van Christus (1 Kor. 12: 27), Zijn bruid, kudde van de Goede Herder (Joh. 10), ranken van de wijnstok (Joh. 15), zout der aarde en licht der wereld (Matth. 5). Daarbij gaat het voor allen die tot de gemeente behoren om een persoonlijke relatie met de Heere, doordat men staat in het rechte geloof. Als delen van het lichaam van Christus, het Hoofd, ontvangen de gelovigen van de gemeente uit Hem het leven, en worden ze door Zijn Woord en Geest geregeerd. Wij realiseren ons hierbij dat de bijbel spreekt over ranken die vrucht, en ranken die geen vrucht dragen (Joh. 15), over de noodzaak van het komen tot de levende Steen (1 Petr. 2: 4, 5). Met andere woorden, de zichtbare gestalte van de gemeente is niet identiek aan wat de gemeente naar haar wezen is (1 Kor. 10). De gemeente is ook een gemeenschap waarin eensgezindheid, onderlinge liefde en zorg voor elkaar van wezenlijke betekenis zijn. haar doel De gemeente is geen doel in zichzelf, maar is er tot lof en eer van God. haar roeping Het thuis van de gemeente ligt niet in deze wereld maar elders, namelijk bij haar Heere in de heerlijkheid. Daarom is ze gemeente onderweg en als zodanig zijn zij die tot de gemeente behoren vreemdelingen op deze aarde (Ps. 119). Zowel het wezen van de gemeente als haar bestemming bepaalt haar staan in de wereld. "Zijt heilig, want Ik ben heilig" (1 Petr. 1:16). Daarin ligt echter ook haar werfkracht: "... dat zij uw goede werken mogen zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken" (Matth. 5:16). Door getuigenis met woorden, maar ook met daden, zoeken alle leden van de gemeente mensen tot Jezus Christus te leiden. haar belijdenis De gemeente is een traditionele gemeente: zij staat in de traditie van de Reformatie. De belijdenis van de Kerk der eeuwen is ook haar belijden, opdat de eenheid van het ware geloof wordt onderhouden. Schrift en belijdenis bepalen het werk in en door de gemeente, niet dat wat vanuit het eigen levensgevoel opkomt. De gemeente dient daarbij te leven en deze ook steeds opnieuw over te dragen aan de jongeren van de gemeente. haar organisatie De Heere regeert Zijn Kerk door Woord en Geest en schakelt daarbij mensen in. Het gezag, zoals dat door de ambten (de kerkenraad) wordt uitgeoefend, is afgeleid gezag en dienend van aard (1 Petr. 5). Het vraagt van de gemeente bereidheid tot acceptatie van de leiding van de kerkenraad en voorbede voor hem. _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 5
Het is belangrijk dat de door God aan de gemeente geschonken genadegaven tot hun recht komen. Dat is niet alleen tot opbouw van de gemeente, maar ook tot eer van de Schenker van die gaven. Het is goed om ons te realiseren dat de gemeente onderdeel is van een groter geheel, namelijk de wereldwijde Kerk, het lichaam van Christus.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 6
2. DE EREDIENST verantwoording Ons uitgangspunt is verwoord in de kerkorde: “Geroepen door haar Heer komt de gemeente samen tot de lezing van de Heilige Schrift en de prediking van het evangelie, de bediening en viering van de doop en het avondmaal, de dienst van lofzang en gebed en de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid” (artikel VII,1). In dit citaat wordt kernachtig aangegeven dat de eredienst een roeping van God is. Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament brengt de Heere Zijn volk c.q. gemeente samen om Hem te eren en om Zijn onderwijs te ontvangen. In Hebr.10: 25 worden we aangespoord om de onderlinge bijeenkomsten niet na te laten. De jongste dag die aanstaande is, scherpt deze aansporing aan. Wanneer de trouw in het bezoeken van de eredienst ontbreekt of vermindert, doen we niet alleen God maar ook elkaar en onszelf tekort. De inhoud van de eredienst wordt kort en bondig verwoord in Hand. 2: 42: “En zij waren volhardende in de leer van de apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking van het brood, en in de gebeden.” hart van het gemeenteleven Binnen de gemeente zijn de erediensten de centrale momenten die wekelijks terugkeren (sinds de opstanding van Christus op de eerste dag van de week). Hier klopt het hart van het gemeente-zijn. Alle andere onderdelen van het gemeenteleven vinden rondom dit centrum hun plaats. In de erediensten wil de Heere Zelf allereerst ons ontmoeten door Zijn levende Woord, terwijl we daar elkaar ook als gemeenteleden ontmoeten. In de aanduiding “eredienst” zit het woord “dienst”. Een belangrijke vraag in dit verband is: wie dient wie? In de eerste plaats gaat het om Góds dienst aan ons. We komen primair naar de kerk om ons te láten dienen door de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Pas in tweede instantie dienen wij de drie-enige God door Hem te eren in ons bidden, zingen en het geven van onze gaven. Onze eredienst aan de Heere is dus alleen mogelijk als antwoord op de dienst van de verzoening die Hij aan ons bewijst. Het uitgangspunt is dat in de eredienst de hele gemeente samenkomt. We hechten er aan dat ook de kinderen reeds zo jong als mogelijk is, worden meegenomen naar de kerk, omdat zij voluit bij de gemeente behoren en een volwaardige plaats hebben. Daarom zijn er in onze gemeente geen kindernevendiensten. Van belang is dat ook gasten zich welkom weten in de eredienst. Dat vraagt van de gemeenteleden een open en gastvrije houding. verantwoordelijkheid van de kerkenraad De verantwoordelijkheid voor de eredienst berust bij de kerkenraad (zie ordinantie 5-15 van de kerkorde). Dit wordt zichtbaar wanneer de ouderling van dienst voor en na de dienst de voorganger de hand drukt. Met dit gebaar vertrouwt de kerkenraad aan het begin van de dienst de leiding toe aan de voorganger. De handdruk achteraf laat zien dat de kerkenraad samen met de voorganger aanspreekbaar wil zijn op de zojuist gehouden dienst. De betrokkenheid van de kerkenraad bij de eredienst blijkt ook op andere manieren. Te denken valt aan drie dingen: Het consistoriegebed dat voor en na de dienst wordt gedaan. Het gesprek rond de eredienst. Het gesprek ín de consistorie na afloop van de eredienst is goed, maar dient niet geforceerd te worden. Herkenbaar aanwezig zijn als ambtsdragers. Ambtsdragers zitten op een herkenbare plaats in de samenkomst (dit laat onverlet dat een ambtsdrager individueel er voor kan kiezen af en toe bij zijn gezin te zitten). Het is in onze _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 7
gemeente gebruikelijk dat de ambtsdragers tijdens de dienst een zwart kostuum dragen. vaste onderdelen van de eredienst De eredienst bevat een aantal vaste onderdelen: • stil gebed; • votum en groet; • samenzang; • lezing van de wet en eventueel ook de samenvatting daarvan (tijdens morgendiensten); • geloofsbelijdenis (tijdens middagdiensten en op tweede feestdagen); • gebeden en voorbeden; • schriftlezing(en); • inzameling van de gaven; • prediking; • zegen; • verder worden op gezette tijden de sacramenten bediend (zie de betreffende hoofdstukken van het beleidsplan). In 2009 is na een uitgebreide bezinning op de eredienst door de kerkenraad een brochure opgesteld. Hierin worden alle aspecten van de eredienst toegelicht. Op enkele onderdelen gaan we hier nader in. prediking Als gemeente staan we in de gereformeerde traditie. Dat betekent onder meer dat de prediking centraal staat in de eredienst. In de verkondiging gaat het om de tweeslag van uitleg en toepassing van het Woord. Van de predikant wordt een zorgvuldig onderzoek van de tekst gevraagd (preken begint met luisteren). Bovendien is bezinning nodig op de vraag hoe er vanuit de Schrift lijnen getrokken kunnen worden naar het leven van de (jongere en oudere) hoorders in de 21e eeuw. Het gewicht van de prediking mogen we niet onderschatten, omdat het om de dienst van de verzoening gaat. Het bloed van Christus druppelt op de gemeente neer en God Zélf spreekt ons via Zijn dienaren aan (bevestigingsformulier predikanten). Dat geeft een groot gewicht aan de prediking. We worden voor het aangezicht van God geplaatst. Ondertussen worden de sleutels van het hemelrijk gehanteerd (Heidelbergse Catechismus (HC), zondag 31). Er gaan deuren open én dicht, al naar gelang de prediking in geloof of ongeloof ontvangen wordt. Voor een gereformeerde prediking zijn de volgende aspecten typerend: • Woordgebonden. In de verkondiging dient de Schrift in haar breedte en haar diepte (tota scriptura) ontvouwd te worden. Alleen dan kan er sprake zijn van het “alzo spreekt de Heere!” en zal het geloof van de gemeente worden gebouwd en verdiept. • Trinitarisch. Het werk van de drie-enige God komt ter sprake. De eeuwige liefde van de Vader. Daarnaast het werk van Christus. Van de apostel Paulus kunnen we leren dat “Jezus Christus en Dien gekruisigd” het hart van de verkondiging is. Vandaar dat we graag spreken van een christocentrische prediking. Verder zal het werk van de Heilige Geest een plaats hebben. Het is de Geest Die harde harten verbreekt en het geloof in Christus wekt. • In aansluiting op dit laatste staat de kerkenraad een prediking met een bevindelijke inslag voor. Dat wil zeggen dat de beleving van het geloof in al zijn facetten doorklinkt in de verkondiging. Concreet valt te denken aan noties als schuldbesef, verootmoediging, aanvechting en Godsgemis. Maar ook andere noties als vrijspraak, verwondering, vreugde en vertroosting doortrekken de prediking. Uiteraard hangt het van de gekozen tekst af welke noties in een _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 8
bepaalde preek aan de orde komen. Gezonde geloofsbevinding vloeit voort uit het Woord. • Het onderscheidende element mag niet ontbreken. Het feit dat er maar twee wegen zijn, noopt tot zelfonderzoek. Bijbelse prediking is naast bemoedigend ook verontrustend en waarschuwend. • De prediking dient ook concreet, praktisch en actueel te zijn zodat de vragen rond de levensheiliging in deze tijd aan de orde komen. Het woord van de zondag moet ook een woord voor de gehele week zijn. • Verder dient de prediking bij te dragen aan het diaconale en missionaire bewustzijn van de gemeente. • Tenslotte hecht de kerkenraad aan eigentijds en verstaanbaar taalgebruik, opdat onnodige barrières in de overdracht van het evangelie worden voorkomen. Het rooster van preekbeurten wordt door de Algemene Kerkenraad vastgesteld, terwijl het vragen van gastpredikanten door de kerkenraad geschiedt. leerdienst De middagdiensten, waarin de eigen predikant voorgaat, dragen zoveel mogelijk het karakter van een leerdienst. In de praktijk zal dit betekenen dat een gedeelte van de belijdenisgeschriften in de prediking wordt behandeld. Het is noodzakelijk dat de gemeente wordt toegerust tot de navolging van Christus. Kennis van het Woord en van het belijden van de kerk is daarbij onontbeerlijk. Tevens kan het eigen karakter van de leerdienst de gemeente stimuleren om ook de tweede eredienst te (blijven) bezoeken. De landelijke trend van teruglopend kerkbezoek gaat aan onze gemeente helaas niet voorbij. Hier ligt voor de komende tijd een belangrijk zorg- en aandachtspunt. In vacaturetijd probeert de kerkenraad afspraken te maken met gastpredikanten ten aanzien van de leerdienst. samenzang Een wezenlijk onderdeel van de eredienst is het zingen. Als het goed is, kent de samenkomst van de gemeente een heen en weer beweging. Enerzijds komt de Heere aan het Woord. Anderzijds geeft de gemeente antwoord en vooral de samenzang biedt daartoe een belangrijke mogelijkheid. Er wordt gezongen uit het psalmboek in de berijming van 1773 en uit de “enige gezangen”. In de psalmen treffen we zowel de klacht als de lof, de aanvechting als de zekerheid, de vertwijfeling als het vertrouwen aan. Voor de hoogten én de diepten in het geloofsleven kunnen we in de psalmen terecht. Bovendien verbinden de psalmen ons met Israël. Er zal naar gestreefd worden om ook regelmatig onbekende psalmen te zingen, opdat de gemeente vertrouwd is met de rijkdom van de héle psalmbundel. Tot de voorbereiding van de eredienst behoort dat de predikant zorgvuldig psalmen kiest die bij de stof van de prediking passen. Contact met de organist is aan te bevelen. In de eredienst zingt de gemeente ritmisch. voorbede Het is een bijbelse opdracht om te bidden voor de noden in de kerk en de maatschappij (1 Tim. 2: 1-3). Daar mogen we veel van verwachten omdat God wonderen doet op het gebed van de gemeente (Hand. 12: 5). De bijzondere voorbeden voor gemeenteleden worden in de morgendienst gedaan, behalve als de eigen predikant alleen in de middagdienst voorgaat. De mogelijkheid bestaat dat er in bijzondere omstandigheden door gemeenteleden om voorbede wordt gevraagd. Bij de aankondiging van het gebed worden zieken die zijn opgenomen in ziekenhuis c.q. verpleeginrichting met name genoemd. Dat geldt ook in geval van het overlijden van een gemeentelid, wanneer er voorbede voor de nabestaanden wordt gedaan. In de eredienst vindt dankzegging plaats rond geboorten en jubilea. Ook dan worden voorafgaand aan het gebed de namen genoemd. _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 9
inzameling van de gaven Tijdens het voorspel voor de psalm die voor de preek gezongen wordt, vindt de inzameling van de gaven plaats, ook wel dienst der offeranden genoemd. Bovendien staan er bij de uitgangen offerkerkjes. Onze gaven zijn bestemd voor diaconale doeleinden, voor de zending en voor de instandhouding van het gemeentewerk. Het collecterooster wordt centraal vastgesteld door de Algemene Kerkenraad. De bestemming van de opbrengst van de offerkerkjes wordt door de kerkenraad bepaald. Informatie in Kerkelijk Contact of door middel van uitgereikte folders verhoogt het bewust geven. enkele aandachtspunten • De kerkenraad waardeert een sfeer voorafgaand aan, tijdens en na afloop van de eredienst die past bij het karakter van de ontmoeting met God, Die in het midden is waar twee of drie in Zijn Naam vergaderd zijn. • Op de meeste zondagen vinden er afkondigingen plaats in de eredienst. Het streven is om dit onderdeel sober te houden. In een aantal gevallen kan voor meer informatie worden verwezen naar de berichten in het Kerkelijk Contact. • Mocht een voorganger onverhoopt op het laatste moment uitvallen, dan verzorgt een van de ouderlingen een leesdienst. Per kwartaal wordt op het rooster van kerkdiensten aangegeven welke kerkenraadsleden een preek zullen lezen. Eventueel kan door de betreffende broeder ook een begin met de dienst worden gemaakt als de predikant door omstandigheden niet op tijd aanwezig is. • Voor de schriftlezing geeft de kerkenraad voorgangers de mogelijkheid om gebruik te maken van de Statenvertaling als de Herziene Statenvertaling. Deze keuzemogelijkheid wordt begin 2012 door de kerkenraad geëvalueerd. • In de diensten worden de hertaalde klassiek-gereformeerde liturgische formulieren gebruikt. • Op de eerste kerstdag, Goede Vrijdag, eerste paasdag, Hemelvaartsdag en eerste pinksterdag worden er voor de dienst enkele liederen gezongen. Het zingen begint nadat de kerkenraad inclusief de predikant in de kerkenraadsbanken heeft plaatsgenomen. Dit kan plaatsvinden voor of vanaf het normale aanvangstijdstip van de dienst. In het Kerkelijk Contact wordt de gemeente verzocht om op tijd in de kerk te zijn. • Op eerste kerstdag wordt na de zegen het “Ere zij God” gezongen. Op de zondag van of na 30 april zingen we na de dienst twee coupletten van ons volkslied, en op de zondag van of na de Reformatieherdenking twee coupletten van het Lutherlied. • Ook worden er twee coupletten van het Wilhelmus gezongen als een lid van het koninklijk huis is overleden. • Aandacht verdient tenslotte de relatie eredienst - school. De psalmen die de kinderen op de Rehobothschool, De Ark en de scholen voor speciaal onderwijs leren, worden ’s zondags in de kerk gezongen. Tevens wordt in de middagdiensten op de bid- en dankdag in de prediking zo mogelijk aangesloten bij het Bijbelgedeelte (gewoonlijk het HGJB-thema) dat op de scholen aan de orde is geweest. In ieder geval wordt er in deze diensten extra rekening gehouden met de kinderen. Overigens is het van groot belang dat de kinderen ook in andere diensten in beeld zijn. Om hun betrokkenheid te stimuleren, liggen er bij de ingangen van de Singelkerk werkboekjes waarin kinderen tijdens de dienst dingen kunnen noteren, in de hoop dat er thuis over de dienst zal worden doorgesproken.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 10
3. DE HEILIGE DOOP verantwoording Met artikel 33 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) geloven wij dat onze goede God, omdat Hij met ons onverstand en de zwakheid van ons geloof rekening houdt, voor ons de sacramenten heeft ingesteld. Zo wil Hij Zijn beloften aan ons verzegelen en ons een teken geven van Zijn gunst en genade, om ons geloof te voeden en te onderhouden. Door de heilige doop zondert God ons af tot Zijn eigendom. Daarin bevestigt Hij dat Hij tot in eeuwigheid onze God wil zijn en verplicht Hij ons Zijn Naam te belijden en te verheerlijken. De kerk is gehouden deze heilige instelling van God overeenkomstig Zijn bevel en naar de zin en mening van de Heilige Geest te onderhouden. Hierbij kiest onze gemeente, in gemeenschap met de NGB art. 34 en de HC zondagen 25-27, weloverwogen voor de kinderdoop. nooddoop De nooddoop zoals de Rooms Katholieke kerk die toepast, wordt door ons afgewezen, omdat de zaligheid niet van de handeling als zodanig afhangt. volwassenendoop In de kinderdoop komt de band van het gezin tot uitdrukking. Dit houdt in dat kinderen gedoopt worden tot de leeftijd van ca. 12 jaar (de kerkenraad beslist dienaangaande van geval tot geval). Zij die niet als kind gedoopt zijn, worden gedoopt nadat zij in het midden van de gemeente openbare belijdenis van het geloof hebben afgelegd. verantwoordelijkheid De kerkenraad, en meer in het bijzonder het consistorie, van de wijkgemeente • heeft de plicht de doop heilig te houden; • roept ouders (of eventueel de voogden) op hun kinderen te laten dopen; • geeft doopcatechese aan de ouders; • waakt over de band tussen dopeling en zijn of haar ouders met de kerk; • beslist over toelating tot de doop. toelating tot de doop In de dooppraktijk komt enerzijds de royaliteit en eenzijdigheid van Gods genadeverbond en anderzijds de ernstige roeping tot een leven in overeenstemming met Gods inzettingen tot uitdrukking. Wijzend op de verantwoordelijkheid voor de doopgelofte, die wordt afgelegd voor Gods aangezicht, zullen in het pastorale gesprek met de ouder(s), die de doop voor hun kind(eren) begeert/begeren, beide aspecten aan de orde komen. Bij onverschilligheid of volslagen onwetendheid ten aanzien van de betekenis van de doop, of dat men zelf ongedoopt is en de doop ook niet begeert, vormt de houding van de ouder(s) een verhindering voor de doop. De pastorale bemoeienis van de kerkenraad is erop gericht dat een beslissing over het doorgaan van de doopbediening door ouder(s) en kerkenraad beide op een verantwoorde wijze kan worden genomen. Daarbij zal de hartelijke instemming van één der ouders doorslaggevend worden geacht, meer dan de eventuele onwetendheid of onverschilligheid van de andere ouder (1 Kor. 7:14).
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 11
doopzondagen De bediening van de heilige doop vindt bij voorkeur plaats op de eerste zondag van iedere maand. doopaangifte De doopzitting wordt doorgaans geruime tijd voor de doopzondag gehouden. Door mededeling in het kerkblad en kanselafkondiging worden ouders daarvoor uitgenodigd. In principe dienen beide ouders aanwezig te zijn. Tijdens de doopzitting dient het trouwboekje te worden overgelegd. De ouders ontvangen na de doopaangifte een brief waarin tevens enkele relevante zaken ten aanzien van de doopdienst worden aangegeven. Zowel doopaangifte als dooponderricht zullen door de wijkpredikant (of bij zijn afwezigheid door een ouderling) worden verzorgd. dooponderricht Het dooponderricht staat centraal bij de doopaangifte. Er wordt gebruik gemaakt van het hertaalde klassiek-gereformeerde doopformulier en de daarin opgenomen doopvragen. Tijdens de doopzitting wordt de rijkdom van de kinderdoop uitgelegd en worden de ouders persoonlijk bij de inhoud en de betekenis van het sacrament betrokken. De ernstige roeping om naar al Gods geboden te leven, wordt de ouders aan het hart gelegd voor henzelf en (de opvoeding van) hun kinderen. Daarbij komen ook de bijzondere positie van de christelijke gemeente en de wijze waarop leden binnen de gemeente verantwoordelijkheid dragen aan de orde. Het eigen karakter van de plaatselijke gemeente rond Woord- en sacramentsbediening vraagt om respect dat zich ook uit in de daad. gang van zaken • De kerkenraad houdt de eigen (pastorale) verantwoordelijkheid betreffende de beslissing om consent te verlenen om de doop in een andere gemeente te laten plaatsvinden. Voor degene die gebruik hebben gemaakt van de overschrijvingsregeling is consent naar de gemeente van keuze niet nodig. • De doop wordt bediend door de wijkpredikant. Uitsluitend in geval van afwezigheid van deze of in uitzonderlijke omstandigheden (ter beoordeling van de kerkenraad) kan van deze regel worden afgeweken. • Evenals bij het dooponderricht wordt bij de doop gebruikt gemaakt van het hertaalde klassiek-gereformeerde doopformulier. • De doop wordt niet bediend aan kinderen van ouders van hetzelfde geslacht, ongeacht de levensverbintenis die zij zijn aangegaan, noch van ouders die ongehuwd samenwonen. • Indien enigszins mogelijk zal de doop geschieden in aanwezigheid van beide ouders. Ook in die gevallen dat een van de ouders zich van het afleggen van de doopgelofte zal onthouden, wordt deze met nadruk genodigd bij de doopvont aanwezig te zijn. • Aan geadopteerde kinderen, indien zij niet eerder de doop ontvingen, of indien het niet mogelijk is na te gaan of zij eerder de doop ontvingen, wordt de doop bediend op dezelfde wijze als aan de kinderen die binnen de gemeente werden geboren. • Bij de doop worden zowel de voornamen als de achternaam van de dopeling volledig uitgesproken. • Zo spoedig mogelijk na de doop wordt de doopkaart uitgereikt. • De kerkenraad (met name de kerkrentmeesters) ziet er op toe dat de namen van de dopelingen in het doopregister van de gemeente worden ingeschreven. Dit geldt eveneens voor de doop die elders met consent werd bediend. Kinderen van ouders, die gebruik hebben gemaakt van de overschrijvingsregeling, dienen in _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 12
het doopregister te worden ingeschreven van de gemeente waar de doop plaats vond.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 13
4. HET HEILIG AVONDMAAL verantwoording “De sacramenten zijn heilige, zichtbare waartekenen en zegelen, van God ingezet, opdat Hij ons door het gebruik daarvan de belofte van het evangelie des te beter te verstaan geve en verzegele; namelijk, dat Hij ons vanwege het enige slachtoffer van Christus aan het kruis volbracht, vergeving der zonden en het eeuwige leven uit genade schenkt” (HC zondag 25) Het heilig avondmaal is een genademiddel, een bewijs van de zorg van God voor Zijn gemeente. Hier worden armen van geest, die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, met Christus gevoed. Bij de instelling van het heilig avondmaal verwoordt Christus Zijn liefde en zorg voor Zijn leerlingen “Ik heb grotelijks begeerd dit pascha met u te eten, eer dat Ik lijde” en Hij beveelt hen “Doe dat tot Mijn gedachtenis”. Veronachtzaming van het avondmaal is dan ook tot grote schade van de gemeente en het geestelijk leven van de gelovige. Daarom dient de kerk deze heilige instelling van God te onderhouden. verantwoordelijkheid De kerkenraad, en meer in het bijzonder het consistorie, van de wijkgemeente • heeft de plicht het avondmaal heilig te houden; • ziet er op toe dat in de prediking en het pastorale werk in de gemeente de opdracht tot het vieren van het avondmaal, in de weg van geloof en bekering, de gemeente aan het hart wordt gelegd; • heeft bijzondere pastorale aandacht voor hen die tot het ambt worden geroepen, maar niet deelnemen aan het avondmaal; • beslist over toelating tot het avondmaal. toegang tot het avondmaal Het avondmaal is ingesteld voor hen “die zichzelf vanwege hun zonden mishagen, en nochtans vertrouwen, dat deze hun om Christus’ wil vergeven zijn, en dat ook de overblijvende zwakheid met Zijn lijden en sterven bedekt is; die ook begeren hoe langer hoe meer hun geloof te sterken en hun leven te beteren” (HC zondag 30). De toelating tot het avondmaal geschiedt dan ook door en onder de Woordverkondiging waarin de noodzakelijkheid en volkomenheid van het offer van Christus wordt gepredikt. belijdende leden In navolging van Christus Die, voor Hij het avondmaal instelde, Zijn jongeren vroeg naar hun geloof in Hem, vraagt de kerkenraad de leden van de gemeente hun geloof in het midden van de gemeente te belijden, alvorens aan het avondmaal deel te nemen. Ter beoordeling van de kerkenraad kan, bij wijze van uitzondering, aan gemeenteleden die een hartelijke begeerte kennen om aan het avondmaal deel te nemen, maar nog niet tot openbare geloofsbelijdenis gekomen zijn, toestemming worden verleend om aan te gaan. De sectorouderling biedt hierbij extra pastorale zorg, die, waar enigszins mogelijk, er toe zal leiden dat belijdenis van het geloof in de gemeente wordt afgelegd. kinderen aan het avondmaal Volgens de instellingswoorden van het avondmaal (1 Kor. 11: 28, 29) zijn zelfbeproeving en het onderscheiden van het lichaam van Christus voorwaarden voor een juist avondmaalsgebruik. Avondmaal en belijdenis van het geloof horen bij _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 14
elkaar. De kerkenraad is er van overtuigd dat God vaak al in de vroege kinderjaren de eerste beginselen van het geloof werkt. Prediking en catechese zullen er op gericht zijn de zegen van de doop te verklaren en het verlangen bij onze kinderen en jongeren om tot belijdenis van het geloof en daarop volgend deelname aan het avondmaal te komen, te wekken en te versterken. Met name in de diensten van voorbereiding, viering en dankzegging dienen deze aspecten aan de orde te komen. avondmaal met zieken en ouderen Ook onder de zieke en oudere leden van de gemeente zijn er die er naar verlangen om in geloofsgehoorzaamheid, met de gemeente, de dood van de Heere te verkondigen. Zij worden opgewekt zo veel als enigszins mogelijk is, deel te nemen aan de avondmaalsbediening in het midden van de gemeente. Indien dit niet mogelijk is, kent de gemeente twee andere mogelijkheden van avondmaalsviering: 1. De avondmaalsviering in zorginstellingen: De kerkenraad spant zich in om in inrichtingen binnen de gemeente Ridderkerk, waar leden van de gemeente verblijven, het avondmaal te vieren, in samenwerking met de andere hervormde wijkgemeenten (zie ook: gang van zaken). 2. De avondmaalsviering aan huis: Niet wordt uitgesloten dat, bij wijze van hoge uitzondering, dit ter beoordeling van de kerkenraad, het avondmaal aan huis kan worden gevierd met hen die aan huis gebonden zijn (zie ook: gang van zaken). avondmaalszondagen Minstens vier maal per jaar zal het avondmaal worden bediend in de morgendienst. Voor zover mogelijk, gaat de eigen wijkpredikant in beide diensten voor. Het rooster van avondmaalszondagen wordt vastgesteld door de Algemene Kerkenraad. voorbereiding Op de zondag, voorafgaand aan de avondmaalszondag, zal in één van de diensten voorbereiding voor het avondmaal worden gehouden. Het eerste deel van het avondmaalsformulier, dat handelt over de zelfbeproeving, wordt in deze dienst gelezen. censura morum In de week voor de bediening van het avondmaal wordt censura morum gehouden. Voor zover mogelijk gebeurt dit door de twee ouderlingen die op de avondmaalszondag tafelwacht zullen houden. Zij zien er op toe dat geen personen tot het avondmaal toegaan die daarvan geweerd moeten worden. Deze tuchtoefening geschiedt door vermaning (zie ook: gang van zaken). collecte De collecte is een handeling, die aangeeft dat wij onszelf, ons leven en al onze bezittingen als offer der dankbaarheid aan God willen geven. Het is daarom goed dat deze vrucht van de genade zichtbaar wordt door aan de avondmaalstafel een collecte te houden met een diaconale bestemming. dankzegging Op de avondmaalszondag wordt in de middagdienst de dankzegging gehouden. gang van zaken Met inachtneming van het hiervoor gestelde ziet de kerkenraad toe op het ordelijke verloop van de avondmaalsviering. • In het informatieblad voor de gemeente (’t Singelblad) wordt informatie verstrekt over de vastgestelde avondmaalszondagen voor het komende jaar. _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 15
•
• •
•
• •
• • • •
De diensten van voorbereiding, avondmaalsbediening en dankzegging worden, voorzover mogelijk, geleid door de wijkpredikant. Uitsluitend in geval van afwezigheid van deze of in uitzonderlijke omstandigheden (ter beoordeling van de kerkenraad) kan van deze regel worden afgeweken; In de week voorafgaande aan de avondmaalszondag wordt censura morum gehouden. Afkondiging daarvan wordt gedaan in het kerkblad en in de diensten voorgaande aan de avondmaalszondag; Voor zover de kerkorde dit toelaat kunnen, met medeweten van de kerkenraad, ook gasten aan de avondmaalsviering deelnemen. De kerkenraad gaat er daarbij van uit dat de Tafel des Heeren daarmee niet wordt ontheiligd. De kerkenraad stelt het op prijs indien deelname van gasten vooraf wordt gemeld, zo mogelijk bij het censura morum. Zaken die op het censura morum worden ingebracht en niet ter plaatse kunnen worden opgelost, worden direct aan de predikant, of in zijn afwezigheid aan de ouderlingen uit het moderamen van de kerkenraad, voorgelegd ter afwikkeling en verantwoording achteraf aan het consistorie; Voor het onderwijs ten aanzien van het avondmaal wordt gebruik gemaakt van het hertaalde klassiek-gereformeerde avondmaalsformulier; Door vermaning weert de kerkenraad hen die volgens het formulier zich van het avondmaal dienen te onthouden. Hieronder begrepen zijn die leden, die, met iemand van hetzelfde geslacht, een duurzame verbintenis, in welke vorm dan ook, zijn aangegaan; Twee diakenen dienen aan de tafel; Om redenen van pastorale aard kiest de kerkenraad er vooralsnog voor de nodiging bij elke tafel uit te laten gaan tot de gehele gemeente, en niet per vak. De ouderlingen die als tafelwacht fungeren, zien er op toe dat avondmaalsgangers, die bij een volle tafel niet meer kunnen aangaan, plaats kunnen nemen op de hiervoor gereserveerde stoelen. De kerkenraad zal zich in deze beleidsperiode bezinnen op de vraag of het aantal tafels kan worden teruggebracht, door het aantal zitplaatsen per tafel te vergroten.
avondmaalsviering in zorginstellingen • het avondmaal wordt zoveel mogelijk op dezelfde zondag gevierd als in de gemeente, opdat ook hierin de gemeenschap met de gemeente kan worden beleefd; • bij de avondmaalsviering zijn een predikant, een ouderling en een diaken ambtelijk aanwezig (in samenspraak met de andere wijkgemeenten gebeurt dit bij toerbeurt); • zij die er kennis van geven aan de avondmaalsbediening te willen deelnemen, worden opgeroepen de diensten van voorbereiding en dankzegging op het avondmaal van de eigen gemeente te volgen, door middel van de kerktelefoon of op andere wijze; • de sectorouderling biedt extra pastorale zorg aan hen die geen belijdend lid zijn van de gemeente, maar toch begeren het avondmaal te vieren. avondmaalsviering aan huis • het avondmaal wordt zoveel mogelijk in dezelfde week gevierd als in de gemeente, opdat ook hierin de gemeenschap met de gemeente kan worden beleefd; • bij de avondmaalsviering zijn een predikant, een ouderling en een diaken ambtelijk aanwezig; • indien enigszins mogelijk worden meevierenden uit de kring van familie of vrienden uitgenodigd opdat er een gemeenschappelijke viering mag zijn; _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 16
•
•
de zieken die aan de avondmaalsbediening willen deelnemen, worden opgewekt de diensten van voorbereiding en dankzegging op het avondmaal van de eigen gemeente te volgen door middel van de kerktelefoon of op andere wijze. Waar dit niet mogelijk is bezoekt de sectorouderling betrokkenen in de week van voorbereiding; de sectorouderling biedt extra pastorale zorg aan hen die geen belijdend lid zijn van de gemeente, maar toch begeren het avondmaal te vieren.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 17
5. DE AMBTEN verantwoording Om te kunnen vaststellen hoe de ambten in de praktijk van het kerkelijke leven dienen te functioneren, is het nodig eerst goed zicht te hebben op de Schriftgegevens. Dat is altijd nodig, maar zeker bij dit onderwerp waar veel verschillende visies en praktijken over bestaan. Bij het nadenken over de ambten komt de gehele gemeente in beeld. De visie op de ambten hangt namelijk nauw samen met de visie op de gemeente. Tegelijkertijd geldt dat het functioneren van de ambten in de gemeente niet rechtstreeks in de bijbel is terug te vinden, maar afgeleid is van de bijbelse grondpatronen. kerkorde Vanzelfsprekend dienen wij ons te houden aan de regels die in de kerkorde zijn opgesteld voor het functioneren van de ambten. Dat is niet slechts een formele zaak, maar een keuze om het kerkelijk leven ordelijk in te richten. Een belangrijk gegeven, dat in de kerkorde is uitgewerkt, is dat er geen onderscheid is tussen de ambten. Er is geen rangorde en het ene ambt heerst niet over het andere – juist vanwege de koppeling tussen ambt en dienen. Daarentegen worden bepaalde mogelijkheden, waar de kerkorde wel ruimte voor biedt, afgewezen omdat die naar onze overtuiging in strijd zijn met de Schrift en met de gereformeerde belijdenis. In het bijzonder betreft dit de mogelijkheid van het kiezen van vrouwelijke ambtsdragers en ambtsdragers die geen belijdend lid zijn. moderamen De kerkenraad verkiest in de eerste vergadering van een kalenderjaar een moderamen. Dit bestaat uit de wijkpredikant (of consulent), een diaken, een ouderling-kerkrentmeester en (meestal twee) ouderlingen. De taak van het moderamen bestaat uit het voorbereiden van de (besluitvorming tijdens de) kerkenraadsvergaderingen, het uitvoeren van kerkenraadsbesluiten en het behartigen van de lopende zaken. Wat betreft de samenstelling van het moderamen vindt elk jaar tenminste één wisseling plaats. De wijkpredikant (of consulent) blijft lid van het moderamen. ambtsdragerverkiezing De huidige wijze van verkiezing houdt in dat de gemeente en de kerkenraad namen indienen en dat vervolgens de kerkenraad uit de voorgedragen personen dubbeltallen opstelt voor de verkiezing. Deze kerkordelijke mogelijkheid heeft de voorkeur boven rechtstreekse verkiezing door de gemeente. Eénmaal in de zes jaar krijgt de gemeente de gelegenheid deze methode al dan niet te veranderen; de eerstvolgende gelegenheid hiertoe is in 2016. Bij het opstellen van de dubbeltallen worden de namen in alfabetische volgorde aangegeven. Verder geldt bij het opstellen van de dubbeltallen dat slechts bij uitzondering ambtsbroeders met bloed- of aanverwantschap in de eerste of tweede graad, tegelijkertijd deel kunnen uitmaken van de kerkenraad. In gevallen waar de gemeente wordt opgeroepen haar stem uit te brengen, zo ook bij ambtsdragerverkiezingen, dient persoonlijk te worden gestemd en niet bij volmacht. Echter, de kerkenraad heeft de mogelijkheid in de toekomst het stemmen per volmacht toe te staan (volgens Ord. 3.1.2.4), met dien verstande dat niemand meer dan twee gevolmachtigde stemmen kan uitbrengen en alleen stemgerechtigde leden gevolmachtigde stemmen kunnen uitbrengen. _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 18
Voor de bevestiging van ambtsdragers wordt het hertaalde klassiek-gereformeerde bevestigingsformulier gebruikt. beroepingsprocedure Bij het beroepen van een predikant wordt de kerkorde gevolgd (Ord 3.4.7). Het is een goede zaak door de gemeente namen te laten indienen. Wel wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid in de kerkorde om – met toestemming van het breed moderamen van de classis – de verkiezing te laten plaatsvinden door de kerkenraad in plaats van door de stemgerechtigde leden. toerusting van ambtsdragers Gelet op het gewicht van het ambt, is toerusting van de ambtsdragers geboden. In de eerste plaats gebeurt de toerusting, zoals verwoord in het bevestigingsformulier, door het ijverig onderzoek van Gods Woord en de oefening in de overdenking van de verborgenheden van het geloof. Daarnaast wordt zowel in kerkenraads- als in consistorievergaderingen aandacht besteedt aan toerusting. Ten slotte maken de ambtsdragers gebruik van relevante toerustingmogelijkheden zoals die worden aangeboden door de kerk, de met ons verbonden bonden in de kerk (GZB, GB, IZB en HGJB) en, na overleg, andere instanties (zoals Eleos).
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 19
6. HET PASTORAAT verantwoording In het pastoraat gaat het om de herderlijke zorg voor de gemeente. De gemeente wordt door de Heere Jezus Christus Zijn kudde genoemd. Hij is hiervan de Herder (Joh. 10). Deze kudde moet worden geweid en gehoed (Joh. 21). Dit werk is opgedragen aan de predikant en de ouderlingen in de gemeente. Zij hebben onder de Opperherder de kudde van God te weiden in het Woord en opzicht over de kudde te houden (1 Petr. 5: 1-4 en Hand. 20: 28). Zij hebben de gemeente te bewaren bij het Woord en van daaruit geestelijk leiding en onderwijs te geven. Bij het waken over het welzijn van de gemeente behoort zowel de vermaning als de vertroosting (1 Kor. 14: 3). Opmerking: De materiële zorg voor de kudde komt onder hoofdstuk 7 aan de orde. vormgeving Naast het pastoraat dat door de verkondiging van het Woord van God naar de gehele gemeente plaatsvindt, is er ook meer individueel gerichte aandacht voor de leden van de gemeente door middel van huis- en ziekenbezoek, huwelijksgesprekken, begeleiding in crisissituaties, bij sterven en rouwverwerking. De pastorale zorg voor de gemeente wordt uitgeoefend door het consistorie. De pastorale taak van de predikant bestaat (naast de verkondiging op zondag) uit de toerusting van de andere ambtsdragers en uit een aantal bijzondere vormen van pastoraat, zoals begeleiding bij (chronische) ziekte, sterven, rouwverwerking, huwelijks- en opvoedingsmoeilijkheden. De predikant wordt in zijn pastorale arbeid bijgestaan door pastoraal medewerkers, die voornamelijk zieken en bejaarden bezoeken. De geografische gemeente is onderverdeeld in sectoren (van gemiddeld ca. 40 pastorale eenheden). Daarnaast zijn er twee sectoren voor de zgn. buitenwijken, d.w.z. voor degenen die vanuit andere gemeenten of wijken van Ridderkerk met onze gemeente meeleven en één sector voor het zorgcentrum de Riederborgh met de daarbij behorende aanleunwoningen. Bij elke sector behoort een ouderling aan wie in principe alle pastorale zorg van die sector is toevertrouwd. Per sector wordt een sectorteam gevormd, bestaande uit de sectorouderling, een aan de sector toegewezen diaken en de HVD-medewerkers die de sector bearbeiden. De sectorouderling is verantwoordelijk voor het samenroepen van het sectorteam om uitvoering te geven aan het beleid ten aanzien van de pastorale bearbeiding van de gemeente. Het bezoek aan en de zorg voor nieuw ingekomenen in de gemeente is daarbij een punt van extra aandacht. huisbezoek – waarom? Het doel van het huisbezoek is de gemeenteleden te bewaren bij het Woord en hun te vragen naar vrucht op de prediking. Daarbij gaat het om geloof en bekering en het kennen van Christus. Waar geconstateerd wordt dat er afdwaling, achteruitgang of oppervlakkigheid is, dient de Bijbelse weg gewezen te worden. Er is tijdens de bezoeken ook aandacht voor het gebruik van de sacramenten, het doen van geloofsbelijdenis en het staan in de gemeente. Het huisbezoek is eveneens gericht op het bewaren bij de gemeente. Daarnaast mag ook het dagelijkse leven (en zeker als er zorgen zijn) van het gezin aan de orde komen, om dat te doen verstaan in het licht van Gods weg en bedoeling. Zo kan door het huisbezoek het meeleven (soms: meelijden) en het acht geven op elkaar gestalte krijgen. Het is in deze tijd zeer nodig hier goed van doordrongen te zijn. _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 20
Actuele situaties waarin ethische overwegingen een rol spelen zijn aanleiding voor bijzondere pastorale aandacht voor het gemeentelid dat het betreft en hen die er bij betrokken zijn. Hierbij valt onder meer te denken aan vragen rond levensbegin, levenseinde en seksuele geaardheid. huisbezoek - hoe vaak? Het huisbezoek vindt één keer per twee jaar plaats, maar daar zal lang niet altijd mee volstaan kunnen worden. Het gaat om meeleven in blijde en verdrietige situaties en extra aandacht bij zorgen of afnemend kerkbezoek. Er wordt meegeleefd bij geboorte, verhuizing en bij het slagen voor een examen, maar zeker ook in de periode tussen het sterven en de begrafenis van een echtgeno(o)t(e) of kind en in de eerste periode van het alleen-zijn. Het consistorie kan voor bepaalde situaties een bezoekregeling vaststellen. De ouderlingen kunnen, bijvoorbeeld in situaties van eenzaamheid, ook andere gemeenteleden inschakelen. Belijdeniscatechisanten worden afzonderlijk bezocht in de periode voorafgaande aan het afleggen van de geloofsbelijdenis. De ouderlingen dienen aan te voelen wanneer een huisbezoek nodig is. Ze kunnen daar ook bij geholpen worden door aanwijzingen van medeambtsdragers of de predikant en de pastoraal medewerkers. Om het acht geven op elkaar nog beter inhoud te kunnen geven komt de jaarlijkse lijst met afgelegde bezoeken door de pastoraal medewerkers beschikbaar voor elke ouderling. huisbezoek – hoe? De ouderling neemt vooraf contact op om een huisbezoek af te spreken. Van de gemeenteleden mag medewerking worden verwacht om een geschikt tijdstip voor het huisbezoek te vinden. Veelal zal een ouderling worden vergezeld door een bezoekbroeder. Soms is het goed dat de ouderling alleen op bezoek gaat. In geval van controversiële bezoeken zullen twee kerkenraadsleden het huisbezoek afleggen. De bezoeken van de pastoraal medewerkers worden alle centraal vastgelegd en komen ter beschikking van de ouderlingen. De ouderlingen houden het hun toevertrouwde kaartsysteem goed bij, o.a. voor de latere overdracht, waarbij er op wordt toegezien dat alleen feitelijke en geen vertrouwelijke informatie wordt vermeld. Daarnaast verdient het aanbeveling dat zij zonder namen te noemen bepaalde bevindingen, vragen of problemen die zij tegenkomen, noteren met het oog op bespreking op het consistorie. Iedere ouderling levert elk halfjaar een overzicht in van de adressen die door hem zijn bezocht. bezoekbroeders De ouderlingen kunnen vergezeld worden door hiertoe door de kerkenraad benoemde bezoekbroeders . De kerkenraad benoemt een bezoekbroeder op voorstel van de sectorouderling, waarbij de benoeming geldt voor de periode waarin de ouderling in het ambt staat. De bezoekbroeders dienen evenals de ouderlingen met hetgeen op de huisbezoeken aan de orde kwam vertrouwelijk om te gaan. Nieuwe bezoekbroeders worden aan de gemeente bekend gemaakt en leggen een belofte van geheimhouding af in de kerkenraad. De bezoekbroeders kunnen deelnemen aan vergaderingen van het consistorie. nieuwe ouderlingen Beginnende ouderlingen gaan het eerste jaar met verschillende andere ouderlingen mee op huisbezoek. Het is gewenst een ouderling een half jaar lang mentor te laten _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 21
zijn van een nieuwe ouderling. Op consistorievergaderingen komt aan de orde welke lectuur voor hun werk nodig en wenselijk is. consistorie Het consistorie (bestaande uit de ouderlingen, de wijkpredikant en de pastoraal werker) komt zo mogelijk tenminste twee keer per jaar bijeen. Het doel is om: - verslag te doen van de huisbezoeken van de afgelopen periode; - gezamenlijk te bespreken hoe in onze gemeente het pastoraat functioneert, waar problemen liggen om daardoor elkaar te helpen er mee om te gaan; - mogelijke specifieke problemen waar een ouderling mee wordt geconfronteerd aan de orde te stellen om samen na te denken over een goede aanpak; - te komen tot gezamenlijke bezinning op pastorale vragen in het licht van de gereformeerde belijdenis, zoals de toeëigening van het heil, het heilig avondmaal, het werk van de Heilige Geest in het hart en in de gemeente, of op vragen vanuit een meer evangelicale achtergrond, maar ook op ethische vragen als bijvoorbeeld hoe om te gaan met samenwonen en echtscheidingen. pastoraat bij overlijden Rond het overlijden van een gemeentelid is extra pastoraat nodig. Indien mogelijk zal stervenspastoraat plaatsvinden. Na het overlijden is er pastorale zorg voor de (naaste) familie. Hierbij zijn in eerste instantie de wijkpredikant, de pastoraal werker en de wijkouderling betrokken, maar ook andere kerkenraadsleden kunnen hierbij worden ingeschakeld. In de periode tussen het overlijden en de begrafenis zal veelal dagelijks een bezoek aan de nabestaanden worden gebracht. De wijkouderling zal namens de wijkgemeente aanwezig zijn bij de rouwdienst en de begrafenis. Een bijzonder aspect van pastoraat komt aan de orde als er binnen de gemeente sprake is van crematie in plaats van begraven. De kerkenraad hanteert in deze de volgende gedragslijn: • de kerkenraad wijst crematie als onbijbels af; • het pastoraat wordt niet overgelaten aan anderen die geen bezwaar hebben tegen cremeren; dit vraagt om een attente en betrokken houding als er sprake is van pastoraat in de begeleiding van de laatste levensfase; • het gesprek wordt gevoerd met de rouwdragende familie om van crematie af te zien en te komen tot een begrafenis; • de kerkenraad is bereid een rouwdienst te verzorgen voorafgaand aan de crematie mits die rouwdienst niet in het crematorium plaats vindt; • de kerkenraad is niet vertegenwoordigd bij de crematie zelf; jeugdpastoraat Hoewel de jeugd van de gemeente deel uitmaakt van de eerdergenoemde sectoren en derhalve aan de pastorale zorg van de betrokken ouderling is toevertrouwd, berust bij de jeugdouderling in het bijzonder de zorg voor de jeugd. Elke wijkouderling kan zaken rond jongeren in zijn sector doorgeven aan de jeugdouderling. Omgekeerd ontvangt de wijkouderling informatie van de jeugdouderling. Hierbij valt o.a. te denken aan kerkbezoek en deelname aan catechisatie, clubs en verenigingen. Het werk van de jeugdouderling wordt in nauw overleg met de sectorouderlingen uitgevoerd. De jeugdouderling coördineert, samen met de jeugdraad, ook het jeugdpastoraat (zie hoofdstuk 11). relatie met diaconaat en evangelisatie De ouderlingen beoordelen bij de bezoeken of er behoefte is aan materiële en/of psychosociale hulp. Vooral kan hier gedacht worden aan hen die alleen zijn komen _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 22
te staan. Indien nodig nemen zij contact op met de diaken die bij hun sector hoort om te bespreken welke actie er moet worden ondernomen en door wie. In bijzondere omstandigheden kan een diaken mee op huisbezoek gaan. Ook in de bijeenkomsten van de sectorteams wordt de pastorale en diaconale zorg gezamenlijk vorm gegeven. In bijzondere gevallen draagt een ouderling in overleg met de evangelisatieouderling een adres over aan de evangelisatiecommissie.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 23
7. HET DIACONAAT verantwoording Vanuit wat eerder is gesteld over de identiteit van de gemeente en met verwijzing naar het hertaalde klassiek-gereformeerde formulier voor de bevestiging van (ouderlingen en) diakenen zijn de volgende punten van wezenlijk belang voor het functioneren van het diaconaat. • Tussen Woord en daad bestaat bijbels gezien een fundamenteel verband. Daarom geen verkondiging zonder diaconaat, maar ook geen diaconaat zonder verkondiging (zie Hand. 6: 1 tot 7). • Het diaconaat is een functie van het kerk-zijn, niet het een en het al. De gemeente is geen leefgemeenschap zonder meer, maar een gemeente die “volhardt in de leer van de apostelen, de gemeenschap, de breking des broods en de gebeden” (Hand. 2: 1). • De diaken draagt een bijzondere verantwoordelijkheid voor de uitvoer van het diaconaat binnen en buiten de gemeente. De diaken is echter niet degene aan wie het dienstbetoon exclusief wordt uitbesteed. Zijn taak is de gemeente te stimuleren tot dienstbetoon en haar erin voor te gaan. De ware levenshouding van iedere volgeling van de Heere Jezus Christus is die van dienaar, ‘diaken’, die zich met inzet van zijn gehele persoon dienstbaar maakt aan de ander en zo in het voetspoor gaat van zijn Heere en Meester. Hij vernederde Zich tot het slavenwerk, nodigde Zijn knechten aan tafel en bediende hen. • Vanouds is diaconaat omschreven als ‘dienst der barmhartigheid’, de zorg voor armen, zieken, bejaarden. Naast en in samenhang met ‘barmhartigheid’ is er ook het aspect ‘gerechtigheid’, vanuit het besef dat er onrecht in structuren kan zitten. • De diaconale taak is te onderscheiden in een binnenwaarts en een buitenwaarts gerichte taak. Binnenwaarts is er de zorg voor elkaar, voor de ‘huisgenoten des geloofs’, binnen de eigen gemeente, maar ook voor de ‘huisgenoten’ in het bredere verband van de kerk in binnen- en buitenland. Buitenwaarts is er de hulp gericht op alle mensen in nood. Dat God "Zijn zon doet opgaan over bozen en goeden" moet voor ieder christen een aansporing zijn tot hulp aan een ieder die op zijn weg komt (Gal. 6: 10). • Bij het opstellen van het collecterooster, dat centraal plaatsvindt, vraagt de algemene kerkenraad om een zorgvuldige afweging ten aanzien van het aantal diaconale collecten in vergelijking met het aantal collecten voor kerkenwerk. De kerkenraad staat op het standpunt dat er zo mogelijk in elke eredienst een diaconale collecte wordt gehouden. werkterrein Op grond van het bovenstaande is het werkterrein van de diaconie als volgt aan te geven: • ambtelijk functioneren in de eredienst: inzamelen van de gaven, dienen aan de tafel des Heeren; • zorg voor de psychisch en sociaal zwakken binnen de kerkelijke gemeente (financiële zorgen als gevolg van bijzondere gebeurtenissen of gebrekkig beheer van de eigen financiële middelen, huisvesting, psychosociale problemen in gezinsrelaties, verslaving, etc.). Directe financiële hulp zal het karakter moeten hebben van een aanvullende voorziening. De sociale wetgeving heeft immers de bedoeling (materieel) het bestaansminimum te garanderen. In vele gevallen gaat de behoefte aan materiële ondersteuning _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 24
•
•
•
dan ook samen met een zwakke (tijdelijke of permanente) psychosociale conditie en dient bij de aangeboden hulp het totaal van de problematiek in ogenschouw te worden genomen en vanuit dit totaalbeeld naar blijvende oplossingen te worden gezocht. Dikwijls kan hulp geboden worden in de vorm van advisering over, of verwijzing naar of bemiddeling in de contacten met hulpverlenings- of overheidsinstanties (Gemeentelijke Sociale Dienst, Opmaat, Eleos, GPZ, De Herberg). Een belangrijke functie vervult het in mei 1998 in samenwerking met De Schuilplaats gestarte Diaconaal Maatschappelijk Werk; zorg voor ouderen en minder validen binnen de eigen wijkgemeente. De wijkgemeente vergrijst. Dit leidt er toe dat een groeiende groep de kerkdiensten niet meer kan bijwonen en niet meer kan deelnemen aan activiteiten van verenigingen, zangkoor, etc. Het brengt het gevaar van grotere eenzaamheid met zich mee. Het bezoekwerk van de HVD, het hulpaanbod via Naastenzorg, de autodienst en bejaardenmiddagen zijn (lopende) activiteiten die in dit verband van groot belang zijn. Ook de betrokkenheid bij instellingen voor bejaardenzorg en thuiszorg (Riederborgh, Salem, NPV) is van belang, zeker gezien de vele veranderingen die in de structuur daarvan plaatsvinden; aandacht voor de noden elders in Nederland en daarbuiten. Deze aandacht krijgt vooral gestalte door geldwerving via de collecten in de kerkdiensten. Zowel qua werving (bij het opstellen van het collecterooster) als qua besteding van de ontvangen gelden wordt gebruik gemaakt van de voorstellen van de Provinciale Diaconale Commissie en de Generale Diaconale Raad, met voor het werk buiten de grenzen het Werelddiaconaat (met de projectgroep Luisterend Dienen). Vele instanties vragen met grote regelmaat om geldelijke steun. De aanvragen worden door een commissie uit het (centrale) College van Diakenen beoordeeld. In de loop van de jaren heeft een aantal stichtingen binnen de centrale en wijkgemeente een goede naam gekregen en is betrokkenheid gegroeid tussen onze gemeente en Tabitha. Daarnaast moet ook Woord & Daad worden genoemd. Tegenover het gegeven dat zij niet kerkelijk zijn ingekaderd, staat de directe persoonlijke betrokkenheid van gemeenteleden bij het werk dat wordt verricht. De diaconie ziet het als haar taak het werk van deze stichtingen aandachtig te volgen en, vanuit een positieve instelling, te beoordelen. werving, inzameling en beheer van de diaconale gelden.
organisatiestructuur De wijkdiaconie bestaat uit vier diakenen, die ter bespreking van hun werk eenmaal per een à twee maanden een bijeenkomst hebben. De diakenen van de totale Hervormde Gemeente Ridderkerk vormen samen het College van Diakenen. Dit college vergadert ongeveer vijf maal per jaar. Aangezien het beheer van de diaconale fondsen in handen is van het College van Diakenen, vindt het opstellen van de begroting, de keuze van de bestemming van (collecte)gelden en het vaststellen van het beleid ten aanzien van financiële ondersteuning van gemeenteleden daar plaats. Steunaanvragen van grotere omvang binnen een wijkgemeente vereisen instemming van het moderamen van het College van Diakenen. aandachtspunten In het beleid van de gemeente ten aanzien van het diaconaat verdienen de volgende aspecten bijzondere aandacht: • stimuleren van de bezinning op en het appelleren aan de diaconale roeping van de gemeente; _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 25
• •
•
• • • •
goede informatievoorziening over de diaconale doelen waarvoor gecollecteerd wordt en tijdige verantwoording van de opbrengsten; nauwe samenwerking tussen pastoraat en diaconaat. Zoals eerder is opgemerkt, duidt de behoefte aan diaconale steun meestal op een probleem met niet alleen diaconale kanten. Bovendien is het reguliere pastoraat (huisbezoek) dikwijls een gelegenheid waarbij een probleem gesignaleerd kan worden. Het is dan ook gewenst meer dan tot nu toe het geval is tot een nauwe samenwerking te komen. Concrete punten in dit verband: - actieve participatie in de sectorteams waarin ook de wijkouderling en HVD deelnemen zoals ook aangegeven in het hoofdstuk Pastoraat; - diaconaal huisbezoek bij bijzondere omstandigheden (optreden invaliditeit, bijzondere gezinsproblemen), al dan niet gecombineerd met dat van de ouderling, om te bezien of diaconale hulp in enigerlei vorm gewenst is. - deelname van een diaken in de jeugdraad, met als doel het diaconaal bewustzijn onder jongeren te stimuleren, en waar nodig diaconale steun aan jongeren te verlenen. creëren, stimuleren en begeleiden van concrete vormen van onderling dienstbetoon binnen de wijkgemeente: - naastenzorg; - nadenken over de invulling in diaconale zin van een inloopochtend, ontmoetingsplaats voor alleengaanden, eenzamen/ouderen, eventueel in samenwerking met de evangelisatiecommissie; bezinning (met de jeugdraad) op de wenselijkheid en vormgeving van jeugddiaconaat; het ook vanuit de wijkgemeente nauwkeurig volgen van het Diaconaal Maatschappelijk Werk, zowel wat betreft de omvang als de inhoud; verstrekking van informatie over ontwikkelingen op diaconaal gebied naar de gemeente onder andere door gebruik te maken van ’t Singelblad; actieve aandacht voor ontwikkelingen op het gebied van wetgeving, zoals de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de gevolgen daarvan voor hulpvragers in het algemeen en de leden van de gemeente in het bijzonder.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 26
8. EVANGELISATIE verantwoording Vanuit Gods Woord is het de roeping van de gemeente gehoor te geven aan de opdracht en de belofte zoals die verwoord zijn in Matth. 28:19 “Gaat dan henen, onderwijst al de volken, hen dopende in de naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat ik u geboden heb”. De gemeente is een stad op een berg en een licht op de kandelaar. Daarbij gaat het zowel om woorden als daden en levensstijl. Een heilige levenswandel en onderlinge liefde zijn bepalend voor de werfkracht van de gemeente. Er wordt geprobeerd om mensen te bereiken die nooit van het evangelie hebben gehoord, maar ook hen die van kerk en evangelie zijn vervreemd. Buiten Christus is er immers geen heil. Daarom is er betrokkenheid op de naaste, zowel vanwege de liefde van Christus als vanwege de schrik des Heeren (2 Kor. 5). De roeping van de gemeente is ook de roeping voor ieder lid van de gemeente. verantwoordelijkheid De kerkorde geeft aan dat de zorg en de verantwoordelijkheid voor het werk van de gemeente ter verbreiding van het evangelie berust bij de kerkenraad. De kerkenraad wordt bijgestaan door een evangelisatiecommissie. Een van de ouderlingen is aangewezen om het werk daarvan te begeleiden: de evangelisatieouderling. De commissie doet haar werk vanuit de gemeente, waarbij de evangelisatieouderling zorg draagt voor een intensief contact tussen de commissie en de kerkenraad. taakomschrijving evangelisatiecommissie De evangelisatiecommissie heeft tot taak • de mogelijkheden zoeken en die helpen toepassen om mensen te bereiken die òf vervreemd zijn van de kerk en van de bijbelse boodschap òf daar geheel vreemd aan zijn; • het uitbouwen van gelegde contacten met buiten- of randkerkelijken op weg naar een levend geloof en toetreding tot de gemeente en het desgevraagd (doen) verzorgen van voorbereidende (huis)catechese; • het missionaire werk dat vanuit de wijkgemeente gebeurt, coördineren en degenen die daarin bezig zijn, toerusten; • het betrekken van zoveel mogelijk gemeenteleden, met name ook jongeren, bij het evangelisatiewerk; • de aanzetten geven tot nieuwe evangelisatieactiviteiten, al naar gelang tijd en omstandigheden vergen; • het bijdragen tot de bewustmaking en toerusting van de gemeente in haar roeping het evangelie in de directe woonomgeving in getuigenis en dienstbetoon bekend te maken; • het participeren in het evangelisatiewerk dat vanuit de centrale gemeente, door de Centrale Evangelisatie Commissie (CEC) gebeurt. samenstelling evangelisatiecommissie De leden worden door de kerkenraad benoemd, waarbij rekening gehouden wordt met persoonlijke gaven, betrokkenheid bij de wijkgemeente en de specifieke taak: het werkzaam zijn aan ‘het front’ van het kerkelijk werk. De evangelisatiecommissie kan voor het aanzoeken van nieuwe commissieleden namen van gemeenteleden (bij voorkeur belijdende leden) aan de kerkenraad ter overweging voordragen.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 27
taakomschrijving evangelisatieouderling De evangelisatie-ouderling heeft tot taak • zich, in overleg met de evangelisatiecommissie, periodiek te bezinnen op het evangelisatiewerk. Zo nodig worden inhoud en vorm van het missionaire werk geherformuleerd en aan de kerkenraad voorgelegd. • het door regelmatige verslaggeving op de vergaderingen van kerkenraad en CEC aan de orde stellen van de activiteiten van de commissie en de werkgroepen; • het bijwonen van de commissievergaderingen; • het toelichten van het kerkenraadsbeleid, en het adviseren betreffende opzet en uitvoering van de activiteiten en het stimulerend begeleiden van de commissie in haar coördinerend en uitvoerend werk; • het werven van de benodigde medewerkers; • het instrueren en begeleiden van de medewerkers; • het leggen en onderhouden van contacten en zo mogelijk het bevorderen van samenwerking met andere plaatselijke kerkgemeenschappen; • het participeren in het werk van de CEC (het ‘KIEM’ team van de tentweek). werkwijze Jaarlijks presenteert de commissie aan de kerkenraad een jaarplan/jaarverslag. Aan het eind van het seizoen wordt de afgelopen periode geëvalueerd met (het moderamen van) de kerkenraad. Eveneens jaarlijks dient een begroting te worden ingediend bij de CEC. Het adressenbestand waar de evangelisatiecommissie gebruik van maakt, wordt ontvangen van de kerkelijke administratie of van wijkouderlingen. Met dit materiaal wordt zorgvuldig omgegaan, met respect voor de betrokkenen en in overeenstemming met de wettelijke regels van de persoonsregistratie. De commissie maakt in principe gebruik van het materiaal van de IZB - vereniging voor zending in Nederland, te Amersfoort. opsomming van de bestaande activiteiten De e.c. kent de volgende activiteiten: • het bezoeken van alle nieuw ingekomenen die zich niet zelf bij de gemeente hebben gemeld (in de periode van eind augustus t/m eind juni een avond per veertien dagen); • het meedoen met de uitzendingen uit de lokale kerken door de stichting lokale omroep Ridderkerk (SLOR) en het beschikbaar zijn voor beantwoording van reacties van luisteraars; • het met Kerst stimuleren van de gemeente haar evangelisatorische roeping te verstaan door in eigen omgeving, gebruikmakend van het blad Echo, getuigend bezig te zijn; • het meedenken in interkerkelijke activiteiten en daarin meedoen met een eigen activiteit; • het (met behulp van gemeenteleden) verspreiden van Paas-Echo’s; • het mee organiseren van de tentweek met dag- en avondprogramma en actieve deelname van commissieleden en een groot aantal gemeenteleden; • het openstellen van het kerkgebouw bij bijzondere evenementen; • maandelijkse verspreiding van de Echo op een aantal vaste adressen; • het organiseren van verschillende cursussen, zoals de Emmaüscursus; • bezinning op de mogelijkheden van vriendschapsevangelisatie; • het benutten van de mogelijkheden van internet (de website ‘Singelkerk’) voor het evangelisatiewerk. _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 28
9. ZENDING verantwoording Jezus zegt:“Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan heen, onderwijst al de volken, hen dopend in de Naam des Vaders, en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb. En ziet, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen” (Matth. 28:18-20) zender De zending gaat uit van de drie-enige God. De Vader, Schepper van hemel en aarde, Die ook na de zondeval Zijn wereld blijft liefhebben. De Zoon van de levende God, Die Zich gegeven heeft om de zonde der wereld weg te nemen en de Heilige Geest, Die het werk van Christus verkondigt en verwerkelijkt in en voor de wereld. verantwoordelijkheid De kerkorde geeft aan dat de zorg en de verantwoordelijkheid voor het werk van de gemeente ter verbreiding van het evangelie berust bij de kerkenraad. De kerkenraad wordt bijgestaan door een zendingscommissie. opdracht Gehoor gevend aan de grote opdracht van Christus, wil de zendingscommissie zich, samen met anderen, inzetten voor het behoud van mensen én voor hun toerusting voor de dienst in het Koninkrijk van God. het grote doel Alle inspanningen door de zendingscommissie worden gedaan in biddende afhankelijkheid van de grote Koning van de kerk. Al het werk in het Koninkrijk is gericht op de uiteindelijke eeuwige verheerlijking van God, de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Opdat het huis van de Vader vol zal worden en de voleinding komt waarin God alles zal zijn in allen en de aarde vol zal zijn van de kennis des Heeren. samen met anderen De zendingscommissie staat bij de uitwerking van deze opdracht niet alleen. Dat kan en dat wil de commissie ook niet. Samengesteld uit (bij voorkeur belijdende) leden van de wijkgemeente is de commissie actief binnen en namens de gehele gemeente. Daarbij weet de commissie zich in bijzonderheid verbonden met: • De wijkkerkenraad. Omdat de zendingscommissie kerkordelijk een commissie van bijstand is, vallen de activiteiten van de zendingscommissie onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad, hetgeen een bijzondere verbondenheid geeft. Deze verbondenheid komt mede tot uitdrukking in het gegeven dat statutair bepaald is dat minimaal twee commissieleden ook kerkenraadslid dienen te zijn én dat de zendingscommissie ieder jaar – in het voorjaar – verantwoording aan de kerkenraad aflegt door middel van een secretarieel en financieel jaarverslag. • De centrale zendingscommissie. Ieder jaar wordt ook minimaal één van de leden van de zendingscommissie afgevaardigd naar de centrale zendingscommissie, waarin ook leden van andere zendingscommissies uit de hervormde gemeente Ridderkerk participeren. De centrale zendingscommissie vergadert een aantal keren per jaar. Op deze manier wordt de uitwisseling van informatie, ideeën en ervaringen tussen verschillende zendingscommissies bevorderd. • De classicale zendingscommissie. Ieder jaar wordt minimaal één van de leden van de zendingscommissie afgevaardigd naar de classicale _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 29
•
zendingscommissie, waarin ook leden van andere zendingscommissies uit de classis participeren. De classicale zendingscommissie vergadert een aantal keren per jaar. Op deze manier wordt de uitwisseling van informatie, ideeën en ervaringen tussen verschillende zendingscommissies binnen de classis bevorderd. De Gereformeerde Zendingsbond. De GZB is een zendingsorganisatie die (vooral) werkt met steun en ten dienste van Hervormde gemeenten binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De zendingscommissie heeft overleg met de GZB over de te ondersteunen projecten.
uitwerking Samen met – met name – de wijkkerkenraad én in overleg met de GZB, wil de zendingscommissie gehoorzaam zijn aan de in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk verwoorde zendingsopdracht. Dit doet de commissie door: • De gemeente bewust te maken van haar zendingsroeping en het missionaire bewustzijn van de gemeente te vergroten. • Geld in te zamelen om zodoende, altijd in overleg met de GZB, concrete zendingsprojecten te ondersteunen. missionair bewustzijn De gemeente van Jezus Christus is een geroepen gemeente. Geroepen om van Hem te getuigen tot de einden der aarde. Niet ieder lid van de gemeente is zich van deze roeping bewust. Om dit bewustzijn te bevorderen, wordt er door zendingscommissie en kerkenraad naar gestreefd dat: • Het thema van de ‘missionaire roeping’ van de gemeente regelmatig terugkomt in de prediking en er tijdens de eredienst regelmatig en met nadruk wordt gebeden voor het werk van de zending. Dichtbij en veraf. • In overleg met de GZB er een project wordt gekozen dat door de gemeente wordt ondersteund. Juist door de keuze voor één project wordt de herkenbaarheid vergroot, waardoor ook de betrokkenheid binnen de gemeente toeneemt. • De gemeenteleden betrokken worden bij het zendingsproject via berichtgeving in het Kerkelijk Contact, ’t Singelblad en door de organisatie van gemeenteen informatieavonden. inzamelen van geld Het is belangrijk de gemeente er meer van bewust te maken dat zij een geroepen gemeente is met een Woord voor de wereld. De praktische ondersteuning van zendingsprojecten is echter ook onmisbaar. Vanwege de vaak grote fysieke afstanden tussen Ridderkerk en de zendingsgebieden, vindt deze praktische ondersteuning met name plaats door het inzamelen van financiële middelen. Dit gebeurt door: • Het houden van een drietal zendingscollecten per jaar. In het voorjaar, tijdens Pinksteren en in het najaar wordt tijdens de eredienst voor de GZB gecollecteerd. • De opbrengst van de offerkerkjes bij de uitgang van de kerk te bestemmen voor het werk van de GZB. Dit gebeurt zes maal per jaar op de laatste zondag van oneven kalendermaanden. • Het organiseren van een aantal activiteiten gedurende het gehele jaar. Bij deze activiteiten zijn altijd veel meer gemeenteleden betrokken dan alleen de leden van de zendingscommissie.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 30
10. DE CATECHESE verantwoording Het onderwijs aan de jonge leden van de gemeente is bedoeld om hen in te leiden in de hoofdzaken van de Heilige Schrift en van het belijden van de kerk. Deze kennis is noodzakelijk, want er is geen geloof zonder geloofskennis. Het onderwijs wordt gegeven aan de gedoopte kinderen van de gemeente (al kunnen ook ongedoopte kinderen de catechese volgen). Binnen dat kader is het nodig dat hetgeen in de doop beloofd is in het geloof wordt toegeëigend. Daar is de catechese uiteindelijk op gericht. Leren op de catechisatie is daarom nooit vrijblijvend. Het onderwijs stuurt aan op een beslissing, een keuze. Als het goed is, wordt daarom aan het einde van de catechisatieperiode belijdenis van het geloof gedaan. inhoud en methode In de gehele catechisatieperiode moet de hoofdzaak van de bijbelse en gereformeerde leer overgedragen worden, rekening houdend met de leeftijd van de jongeren en met vragen die bij hen leven. Als hulpmiddel daarbij zijn diverse catechesemethoden in omloop. De kerkenraad stelt aan elke catechisant het betreffende boekje gratis ter beschikking. De te behandelen stof ligt vast in een soort leerplan en is niet afhankelijk van de persoon van de catecheet. Zonder dat er sprake is van een keurslijf moet er wel een structuur zijn, zodanig dat in de loop van de tijd alle belangrijke onderdelen van de geloofsleer aan de orde komen. Het catecheseteam draagt zorg voor een goede aansluiting van de leerstof voor de opeenvolgende leeftijdsgroepen. De kerkenraad is verantwoordelijk voor de gemaakte keuzen. Na het afleggen van de geloofsbelijdenis wordt elke belijdeniscatechisant persoonlijk uitgenodigd zich aan te sluiten bij een huisbijbelkring. organisatie De catechese wordt gegeven door een aantal catecheten die samen het catecheseteam vormen. De praktische uitvoering wordt door de kerkenraad aan het catecheseteam gedelegeerd. De jeugdouderling is het aanspreekpunt voor de ouders en de kerkenraad. De betrokkenheid van de predikant bij de catechese is belangrijk. Naast de belijdeniscatechese neemt hij daarom nog enkele groepen voor zijn rekening. Als catecheet kunnen door de kerkenraad daarvoor geschikte gemeenteleden (kerkenraadsleden, volgers van een theologieopleiding, onderwijsgevenden) worden gevraagd. Gebruik kan worden gemaakt van vorming en toerusting door de HGJB en het Protestants Centrum voor toerusting en educatie van onze kerk. Van nieuwe catecheten wordt het functioneren gevolgd en met hen besproken. Voorkomen moet worden dat er sprake is van te veel verschillende catecheten en dat er daardoor te veel wisselingen zijn. Het catecheseteam komt minimaal twee keer per jaar bijeen. Daarbij wordt de methode besproken, de gang van zaken geëvalueerd, eventuele problemen besproken, een gezamenlijke lijn vastgesteld betreffende de vorm van de catechese, de orde tijdens de catechese en andere zaken die de goede deelname aan de catechisatie bevorderen. De maximale grootte van een catechesegroep is ca. 12 jongeren. Bij het indelen in groepen kan soms rekening worden gehouden met de aangegeven voorkeur van de catechisanten, maar dit is geen automatisme. De catechisaties beginnen na de _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 31
opening van het winterwerk (in september). Tijdens de schoolvakanties wordt geen catechese gegeven. In totaal zijn er 20 catechese-avonden per seizoen. Jaarlijks wordt de catechese door het catecheseteam geëvalueerd. betrokkenheid ouders De ouders van de catechisanten worden opgeroepen tot betrokkenheid bij de catechese. Van hen wordt verwacht dat zij de catechese van harte ondersteunen en deelname daaraan stimuleren. De jeugdouderling is het aanspreekpunt voor de ouders. bijzondere vormen van catechese Een bijzondere vorm van catechese is die aan verstandelijk gehandicapten. Deze wordt door ons en de met ons verbonden wijken gezamenlijk gegeven. Huwelijkscatechese komt aan de orde in de eerdergenoemde cyclus ‘Geloofsopvoeding’. In het gesprek tijdens de doopaangifte vindt de doopcatechese plaats.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 32
11. DE JEUGD verantwoording Ook voor de kinderen en de jongeren van de gemeente geldt de bijbelse oproep tot geloof en bekering. Zonder geloof is het immers onmogelijk God te behagen, tot je bestemming als mens te komen en de naaste te dienen. Jongeren tellen voluit mee en behoren tot de gemeente. Vanuit dit gegeven zoekt het jeugdwerk de jongeren de hand te reiken om hen te leiden en te bewaren bij wat God heeft beloofd. Het jeugdwerk vervult hierin een taak naast de opvoeding thuis, in de kerkdienst, op school en tijdens de catechisatie. Het jeugdwerk is daarbij ondersteunend voor de geloofsopvoeding, die volgens de Bijbelse opdracht in de eerste plaats voluit verantwoordelijkheid is van de ouders of verzorgers. Meer dan bij de catechese, waarin het gaat om geestelijk onderwijs, is er in het jeugdwerk aandacht voor vorming en toerusting. De kerkorde omschrijft als taak van het jeugdwerk in de eerste plaats het bewaren van de jeugd bij en in aanraking brengen met het evangelie. Daarnaast: “de gemeente heeft de opdracht mee te werken aan de geestelijke vorming van de jeugd waar deze wordt gevormd en onderwezen, vooral in huis en school, en zoekt het geloof tot uitdrukking te brengen in de sociale en culturele verbanden waarin de jeugd zich oriënteert" (ord. 9.IV.7.1). Zo mag het jeugdwerk er op gericht zijn dat onze jongeren, behorende bij de gemeente, zich daar ook geaccepteerd weten, zich thuis voelen, voluit meedoen, onze belangstelling hebben, steun ontvangen en gevormd worden. Het elkaar ontmoeten op verenigingen en clubs is van grote betekenis bij het vormen van de eigen overtuiging. verantwoordelijkheid De kerkorde geeft aan dat "de verantwoordelijkheid voor de wijze waarop het werk met en ten behoeve van de jeugd wordt verricht, berust bij de kerkenraad" (ord. 9.IV.6.5) De kerkenraad geeft uiting aan zijn verantwoordelijkheid voor dit deel van (het werk in) de gemeente door een van de ouderlingen (i.c. de jeugdouderling) geheel vrij te stellen voor het jeugdwerk. Daarbij laat de kerkenraad zich bijstaan door de jeugdraad. De jeugdouderling is de centrale verbinding tussen jeugdwerk en kerkenraad. organisatie Onze gemeente kent de volgende activiteiten. Daaruit blijkt dat er al vanaf de kinderjaren kan worden meegedaan aan het jeugdwerk (het aantal leidinggevenden dat wordt genoemd, is het minimum aantal dat – in de huidige omvang van de betreffende club – gewenst is): • meisjesclub Mirjam: leeftijd 7 tot 12; 2 leidinggevenden; • jongensclub Gideon: leeftijd 7 tot 12; 6 leidinggevenden vanwege de splitsing in 2 groepen (Gideon I is voor jongens uit de groepen 5 en 6 van het basisonder-wijs en Gideon II voor die uit de groepen 7 en 8); • jeugdclub De Bouwsteen: jongens en meisjes van 12 t/m 15; 6 leidinggevenden ook hier nodig door de splitsing in 2 groepen (Bouwsteen I 12 en 13 jaar, Bouwsteen II 14 en 15 jaar); • CJV Obadja: jongeren vanaf 16 jaar, bestuur van 5 leden door de vereniging gekozen en een zgn. hoofdbestuur (waaronder tenminste de predikant of de jeugdouderling en een ander kerkenraadslid), door middel waarvan ouderen uit de gemeente de JV begeleiden; • Spelonk (in gebouw Obadja): ontmoeting op de zondagavond (eenmaal in de twee weken) van jongeren vanaf 15,5 jaar voor gesprek en een spelletje. _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 33
Inhoud en vormgeving van het jeugdwerk passen binnen karakter en identiteit van de gemeente. Onze wijkgemeente is lid van de HGJB en het jeugdwerk als geheel en alle onderdelen maken zoveel mogelijk gebruik van HGJB-materiaal en -tijdschriften en van de bij de HGJB aanwezige deskundigheid. Er dient een klimaat te zijn waar de jongeren zichzelf mogen zijn en waar hun vragen centraal staan. Dat komt niet in mindering op het gegeven dat er op de geëigende momenten voldoende orde en aandacht moet zijn. medewerkers jeugdwerk Als er een vacature is bij een clubleiding, jongerenpastoraat of in de jeugdraad, kunnen leidinggevenden en de kerkenraad kandidaten voordragen. De kerkenraad benoemt een (bij voorkeur belijdend) gemeentelid, rekening houdend met de gaven van de betreffende persoon en zijn of haar betrokkenheid bij de gemeente. Bij het zoeken door de jeugdouderling van nieuwe clubleiders wordt met de kandidaten gesproken over de o.a. de volgende aandachtspunten: • doel en inhoud van het jeugdwerk; • de vormgeving ervan in onze wijkgemeente, ook in relatie tot de identiteit; • de verantwoordelijkheden van leiding, jeugdraad en kerkenraad/ jeugdouderling; • wat verwacht wordt aan toewijding en inspanning van leidinggevenden: voorbereiding, volgen van instructie, bereidheid zich voor een aantal jaren te verbinden, bereidheid zich indien nodig te laten corrigeren, betrokkenheid naar individuele kinderen en jongeren. Het is aan te bevelen dat (nieuwe) leidinggevenden instructieavonden en kadercursussen van de HGJB volgen. De jeugdraad heeft hierbij een taak (signaleren en organiseren). Jaarlijks vindt er met de leiding van een club (indien gewenst: met individuele leidinggevenden) een evaluatie plaats, meestal door de jeugdouderling. jongerenpastoraat Terwijl de zorg van de kerkenraad zich uitstrekt over alle leeftijdscategorieën, erkent hij dat vooral jongeren in de leeftijdsgroep van 12 tot ongeveer 20 jaar extra aandacht behoeven. Jongeren leven in een wereld, waarin zij op allerlei wijzen worden beïnvloed. Ze hebben een basis nodig waarop ze kunnen terugvallen. In de eerste plaats is dat het gezin, maar zij zijn ook kinderen van de gemeente en daarom willen wij ook investeren in onze jongeren. Dit kost veel tijd en energie. Daarom is het nodig te werken met een aantal gemeenteleden die zich willen verdiepen in het leven van de jongeren door met hen op een persoonlijke manier om te gaan. De jeugdouderling laat zich bijstaan door een team jongerenpastoraat. De teamleden (bij voorkeur belijdende gemeenteleden) worden aangesteld volgens dezelfde procedure als omschreven voor de medewerkers jeugdwerk. Het gewicht van deze functie vraagt er om dat teamleden voor het jongerenpastoraat moeten voldoen aan het door de kerkenraad opgestelde profiel en de door de kerkenraad opgestelde regeling Jongerenpastoraat Singelkerk. Het JP vraagt om een gestructureerde opzet. Het team bestaat uit de jeugdouderling en de MJP-ers. Het aantal leden wordt door de jeugdouderling bepaald op basis van het aantal jongeren en de intensiteit van het werk. Het team heeft frequent contact met alle jongeren tot ca. 20 jaar, waarbij zaken als persoonlijk bijbellezen, persoonlijk gebed, kerkdienst, vreemdelingschap, geloofsgesprek met leeftijdgenoten, deelname aan het jeugdwerk, e.d. aan de orde komen. Het gaat hierbij om de pastorale zorg die nodig is om de jongeren van de _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 34
gemeente te leiden tot Christus en verantwoordelijkheid te leren dragen voor Zijn gemeente. De jeugdouderling coördineert het werk van het team en onderhoudt het contact met de kerkenraad en de HGJB. Hij doet jaarlijks verslag aan de kerkenraad. De betreffende wijkouderling wordt op de hoogte gesteld van zaken die in het jongerenpastoraat boven water komen en die (mogelijk) om een vervolg (gaan) vragen. Van belang is hier dat eventuele problemen die bijvoorbeeld in het jeugdwerk of de catechese worden gesignaleerd of op het huisbezoek dienaangaande naar voren komen, ter opvolging worden doorgegeven aan de jeugdouderling. plaats van het jeugdwerk in het geheel van de gemeente De kerkenraad wil zoveel mogelijk het onderlinge gesprek en de ontmoeting in de gemeente bevorderen. Daarbij moet het gaan om de vragen die het hart van het geloof raken en om toerusting tot een christelijk, heilig leven. De vragen van de overdracht en de geloofsopvoeding zijn daarbij een steeds weerkerend gegeven. Concreet wordt hieraan inhoud gegeven o.a. op gemeenteavonden, door de startdag, preekbesprekingen van jongeren met ouderen en activiteiten door de jeugdvereniging voor of met oudere gemeenteleden. liederen Wat de liederen betreft die in het jeugdwerk worden gezongen, geldt dat er buiten de eredienst ruimte is naast psalmen ook gezangen en andere geestelijke liederen te zingen. Daarbij moet er wel evenwicht zijn tussen de diverse aspecten van het geloofsleven. De liederenbundels mogen niet in strijd zijn met het gereformeerde karakter van onze gemeente. Eveneens is het nodig dat er aandacht is voor de heilsfeiten en moeten de liederen muzikaal verantwoord zijn. Als uitgangspunt kan de HGJB bundel ‘Op toonhoogte’ dienen. jeugdraad De kerkenraad laat zich bijstaan door een commissie van bijstand voor het jeugdwerk. Enerzijds door de Kerkenraad te ondersteunen bij het ontwikkelen van een integrale visie op de inhoud van het jeugdwerk (beleidsadviserend) en anderzijds door praktisch invulling te geven aan het jeugdwerk (organiserend). De Jeugdraad zal – evenals andere commissies van bijstand - zelfstandig opereren onder verantwoordelijkheid van de Kerkenraad. De Jeugdraad heeft als taak om visie, beleid en structuur te ontwikkelen voor het jeugdwerk, dit te bewaken en de uitvoering hiervan op hoofdlijnen aan te sturen. De Kerkenraad zal via vertegenwoordiging (de jeugdouderling en een diaken die als lid participeren) en via de notulen worden geïnformeerd. De predikant is agendalid. De Kerkenraad kan altijd de Jeugdraad bevragen of een verzoek doen om een onderwerp of thema te doordenken of op te pakken.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 35
12. VORMING, TOERUSTING EN INFORMATIEVOORZIENING verantwoording De zorg voor de gemeente heeft twee aspecten, namelijk het welzijn van de gemeente en de roeping van de gemeente Deze twee onontbeerlijke aspecten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en zullen, als de twee brandpunten van de ene ellips, bepalend zijn voor elke vorm van toerusting. Deze samenhang zorgt er tevens voor dat de vorming en toerusting ingaat op de actuele situatie, maar daar niet in blijft steken. belangrijkste momenten van ontmoeting In nauwe aansluiting op de eredienst zijn er in het pastoraat ontmoetingsmomenten die, door het directe contact, bij uitstek geschikt zijn voor vorming en toerusting: • huisbezoek • dooponderricht Daarnaast zijn er, onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad, ook in de week samenkomsten van gemeenteleden, in allerlei verbanden, die gericht zijn op persoonlijke groei en opbouw van de gemeente. De kerkenraad bewaakt de samenhang en doelgerichtheid van deze activiteiten. Eén van de middelen die de kerkenraad hierbij ten dienste staat, is het werken met een jaarthema dat in alle vormen van toerusting aan de orde komt. De kerkenraad rekent het tot zijn taak de gemeenteleden op te wekken en te stimuleren tot deelname aan de geboden mogelijkheden van vorming en toerusting. Er wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van de methoden en het materiaal aangereikt door de met ons verbonden hervormd gereformeerde bonden. Afwijking van deze regel vereist een kerkenraadsbesluit. uitgangspunten ontmoetingen De kerkenraad zoekt zelf naar, en staat open voor, nieuwe vormen van toerusting waardoor jongeren en ouderen, in alle verscheidenheid, de hen geschonken gaven dienstbaar kunnen maken aan de gemeente. Het spreekt voor zich dat alle vormen van toerusting moeten voldoen aan de in dit hoofdstuk omschreven uitgangspunten, die als volgt worden samengevat: • het actief bevorderen van (Bijbel)kennis (de gemeente is een lerende gemeente), zo dat die kennis eigen wordt gemaakt en zichtbaar wordt in keuzes van de gemeenteleden zelf; • het actief bevorderen van de kennis van de gereformeerde beginselen die, niet als systeem maar als levende geloofswerkelijkheid, de gemeente bewaren bij het Woord van God. Vorming en toerusting jeugd, jongeren en volwassenen De kerkenraad draagt extra zorg voor de vorming en toerusting van de jongeren van de gemeente. Jongeren en ouderen vormen samen de christelijke gemeente en dragen daarin hun verantwoordelijkheid. Door de ontmoeting binnen de gemeente wordt het leren tussen de generaties bevorderd. De kerkenraad verheugt zich over de initiatieven die hiertoe door de jeugdvereniging zijn genomen en ondersteunt die van harte: • Preekbespreking
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 36
Viermaal per jaar wordt, waar mogelijk onder leiding van de betrokken predikant, de preek van een van de diensten van die zondag besproken in een samenkomst van jong en oud. • Contactavonden jong en oud Eenmaal per jaar wordt een ontmoetingsavond georganiseerd met ouderen van de gemeente (70+). Gewoonlijk is er een gezamenlijke maaltijd, een meditatief moment en ontspannende ontmoeting. • Paasavond Na met elkaar de avondmaaltijd te hebben gebruikt en een meditatief moment gaan de jongeren er op uit om oudere gemeenteleden thuis te bezoeken. • Contact met scholen De kerkenraad onderhoudt goede contacten met diverse scholen in de directe omgeving, zoals de Rehobothschool, De Wijngaard/de Akker en het Wartburg College. volwassenen • Huisbijbelkringen Een huisbijbelkring bestaat uit 10 à 15 gemeenteleden die in de wintermaanden elke drie weken bij elkaar komen, bij een van de leden thuis, voor Bijbelstudie, gebed en ontmoeting. Een gemeentelid, daartoe aangezocht door de kerkenraad, functioneert als kringleider. Ieder seizoen wordt, in gezamenlijk overleg, door kerkenraad en kringleiders een Bijbelboek of thema gekozen, dat op alle kringen wordt behandeld. Bij de bestudering hiervan wordt gebruik gemaakt van een studieboekje. De kringleiders en de deelnemers worden, voorafgaande aan een nieuw seizoen, toegerust tijdens een voorbereidingsavond die bij voorkeur wordt geleid door de predikant. Hierbij wordt het gekozen Bijbelboek ingeleid en wordt een handreiking uitgedeeld die kan dienen als leidraad bij de bespreking in de kringen. De kerkenraad zal ook nieuwe belijdende lidmaten en nieuw-ingekomenen stimuleren tot het deelnemen aan een huisbijbelkring. De kerkenraad werft actief nieuwe kringleiders en bevordert het rouleren van de deelnemende gemeenteleden over de verschillende kringen. • Bijbelkring Obadja Eén keer per maand wordt in de wintermaanden een Bijbellezing gehouden voor de gehele gemeente, bij voorkeur geleid door de wijkpredikant. Ze wordt ook via de kerktelefoon uitgezonden. • Ontmoetingsmiddag voor ouderen Eén keer per maand wordt in de wintermaanden een ontmoetingsmiddag gehouden voor ouderen. De leiding berust bij voorkeur bij de predikant of de pastoraal medewerker (in onderling overleg vast te stellen). Naast een meditatie is er ruimte voor andersoortige bezinning en/of ontspanning, waarvoor een gastspreker kan worden uitgenodigd. De ontmoetingsmiddagen worden ook via de kerktelefoon uitgezonden. • Gemeenteavonden De kerkenraad streeft er naar tenminste eenmaal per jaar een gemeenteavond te beleggen rond een theologisch, kerkelijk of ethisch thema. Gewoonlijk worden hiervoor gastsprekers uitgenodigd. Het belang van de gemeenteavond ligt vooral in de onderlinge ontmoeting en overdracht. De kerkenraad stimuleert dat ook jongvolwassenen de gemeenteavonden bezoeken. De gemeenteavonden worden ook via de kerktelefoon uitgezonden. • Gemeenteavonden Kerk en Israël De commissie Kerk en Israël is een ondersteunende commissie die door middel van gemeenteavonden en op andere manieren de gemeente toerust ten aanzien van de bijzondere plaats en toekomst van het volk Israël in Gods heilsplan. • Huwelijks- en opvoedingscatechese _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 37
Jaarlijks wordt een serie avonden belegd rond de thema’s huwelijk en opvoeding (huisgodsdienst). Er is een driejaarlijkse cyclus: a) huwelijkscatechese, b) opvoedingsavonden voor ouders met tieners, c) opvoedingsavonden voor ouders met kleinere kinderen. Bij de voorbereiding en verzorging van de avonden worden gemeenteleden ingeschakeld, terwijl ook gastsprekers kunnen worden uitgenodigd. • Gebedskringen Regelmatig komen binnen de gemeente gebedskringen bijeen, waar voorbede wordt gedaan voor de gemeente(leden). • Vrouwen- en mannenvereniging. Hoewel de kerkenraad geen directe verantwoordelijkheid draagt voor deze zelfstandige verenigingen wordt, door jaarlijks overleg tussen het moderamen van de kerkenraad en de onderscheiden besturen, bevorderd dat de verenigingen dienstbaar zijn aan vorming en toerusting in de lijn zoals in dit beleidsplan verwoord. • Koren De kerkenraad heeft contact met de koren van de gemeente: het kinderkoor De Sleutel en Het Singelkoor. Er is aandacht voor een goede plaats van de koren in het geheel van de gemeente. Het zijn immers de koren van onze wijkgemeente. Daarmee is eveneens gezegd dat (tijdstip van) optreden en repertoire in overeenstemming zijn met identiteit en karakter van de wijkgemeente. Dit is een jaarlijks onderwerp van gesprek met de koren. Een van de kerkenraadsleden wordt aangewezen als eerste aanspreekpunt voor de koren. specifiek: • Vorming en toerusting zijn er mede op gericht gemeenteleden toe te rusten voor specifieke taken binnen de gemeente. Voor gemeenteleden die daartoe gekozen of gevraagd zijn, wordt, naast de algemene vorming en toerusting als in dit hoofdstuk omschreven, voorzien in specifieke vormen van toerusting. Informatievoorziening De gemeente wordt op verschillende manieren van informatie voorzien. kerkblad De wijkgemeente participeert in Kerkelijk Contact, het tweewekelijkse kerkblad van de Hervormde gemeenten van Ridderkerk en Rijsoord. Naast berichtgeving over de kerkdiensten, het kerkelijk leven en berichten van pastorale aard wordt hierin informatie gegeven over de verschillende gemeenteactiviteiten. gemeentegids Vier maal per jaar verschijnt ’t Singelblad, contactblad van en voor gemeenteleden. Het septembernummer van ’t Singelblad is een informatienummer waarin alle relevante gegevens zijn opgenomen ten aanzien van club-, verenigingswerk etc. In de redactiecommissie van ’t Singelblad heeft een kerkenraadslid, namens de kerkenraad, zitting. De kerkenraad streeft er naar dat, naast de algemene elementen van toerusting die in de aangeboden artikelen terug te vinden zijn, er in ’t Singelblad specifieke aandacht voor toerusting geboden wordt. website De gemeente beschikt over een eigen website (www.singelkerk.nl). Hierop kunnen gemeenteleden informatie over het gemeenteleven vinden. De website fungeert tevens als middel om mensen buiten de gemeente kennis te laten maken met de gemeente. Via de website worden op zondag de twee kerkdiensten rechtstreeks uitgezonden. De kerkenraad is eindverantwoordelijk voor de inhoud van de website. _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 38
Onder verantwoordelijkheid van de Kerkrentmeesters zorgen de webmasters voor het onderhoud van de website. informatiebrief De kerkenraad geeft wekelijks een informatiebrief uit. Het gaat daarbij om informatie over zaken die voorbede en meeleven vragen. Naam en adresgegevens worden daarin vermeld van hen die om onze voorbede vragen. De Informatiebrief is vooral bedoeld voor deze feitelijke gegevens. Deze Informatiebrief is ook digitaal beschikbaar zowel op de website van de wijkgemeente als via een mailinglist waarvoor (uitsluitend) gemeenteleden zich kunnen aanmelden. Informatie over aanmelding vindt u op de site. Bij de uitgangen van de Singelkerk wordt de Informatiebrief opgehangen en er is een beperkt aantal exemplaren beschikbaar voor hen die geen mogelijkheden hebben tot digitale ontvangst. brochure voor onze gasten Er is een brochure beschikbaar voor onze gasten. Daarin wordt een toelichting gegeven op de gang van zaken in de eredienst, in zo begrijpelijk mogelijke taal. Naast een feitelijke opsomming beoogt deze brochure enig inzicht te geven in de bedoeling van de verschillende facetten van de eredienst. Ook is een antwoordkaart toegevoegd door middel waarvan de gast kan aangeven in contact te willen komen met de gemeente. De brochure ligt in de bakjes bij de uitgangen en wij allen als gemeenteleden kunnen gasten hierop attent maken. externe periodieken De kerkenraad brengt voor vorming en toerusting geschikte lectuur onder de aandacht van de gemeente.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 39
13. HET HUWELIJK verantwoording Er is in de geschiedenis van ons land geen periode aan te wijzen waarin de bijbelse normen inzake huwelijk en seksualiteit zo openlijk en als vanzelfsprekend terzijde worden geschoven als in onze tijd. Wij zullen hebben te onderkennen dat daarin de hand van de boze is. Het wordt steeds duidelijker dat wij leven in de eindtijd, waarin “de liefde van velen zal verkillen” en mensen “zullen wandelen naar hun eigen begeerlijkheden.” Iemand noemde eens de rustdag en het huwelijk twee bloemen die uit het paradijs zijn overgebleven. Juist tegen de achtergrond van de geestelijke strijd die op dit gebied gaande is, dient de christelijke gemeente waakzaam te zijn. Het is de roeping van de gemeente om ook hier zichtbaar te maken wat een heilige levenswandel is (zie o.a. de brieven van Petrus). Het christelijke huwelijk heeft, in het laten zien wat een relatie in trouw en liefde inhoudt, ook een missionaire kant. positie van het huwelijk Het huwelijk is een verbond van liefde en trouw, waarbij de trouw het fundament is. Belangrijk is ook dat in de Schrift het huwelijk een openbare zaak is, die zowel ouders en familie als overheid en maatschappij aangaat. Het met elkaar samenwonen zonder getrouwd te zijn, moet daarom als niet-bijbels van de hand gewezen worden. In de Protestantse Kerk in Nederland bestaat de mogelijkheid om andere relaties dan het bijbelse huwelijk te zegenen. De kerkenraad neemt hier heel stellig afstand van en zal een dergelijke mogelijkheid –als in strijd zijnde met de bijbelse normen – niet in de eigen gemeente toelaten. ambtelijke verantwoordelijkheid bij huwelijk en huwelijksvoorbereiding Een belangrijke taak voor de kerk is, juist met het oog op de verleidingen van deze tijd, preventief te werk te gaan. De positieve betekenis en concrete inhoud van huwelijk en trouw zal duidelijk gemaakt moeten worden. De kerkenraad ziet zijn verantwoordelijkheid als volgt: • In de prediking en tijdens de catechese vindt geregeld toerusting plaats. • In de driejaarlijkse cyclus rond geloofsopvoeding wordt ook huwelijkscatechese gegeven. Niet alleen vanwege de bedreigingen van deze tijd, maar meer nog omdat Gods geboden heilzaam zijn, is het niet goed als de huwelijksvoorbereiding vanuit het pastoraat beperkt blijft tot één gesprek. Bovendien mogen we bedenken dat christelijke huwelijken alles te maken hebben met gemeenteopbouw. Het gaat bij deze catechese om een cursus of gespreksgroep van drie avonden voor verloofden, pasgetrouwden, en ouderen. Daarin komen aan de orde: o de bijbelse gegevens over het huwelijk (rolverdeling, trouw, verantwoordelijkheid); o communicatie (verschillen tussen man en vrouw, omgaan met conflicten); o liefde (zelfliefde/liefde voor de ander, seksualiteit, gezinsvorming); o huisgodsdienst, samen bidden, elkaar vergeven, Gods leiding zoeken. • Opgemerkt wordt dat het ook hier gaat om de verantwoordelijkheid van de kerkenraad, niet die van de predikant alleen. Juist omdat het nogal wat vraagt van de catecheet zou ook gedacht kunnen worden aan de pastoraal medewerker, of een ouderling.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 40
• •
•
•
• •
In het pastoraat dienen ouderlingen veel aandacht te hebben voor jongeren en jonge gezinnen. Daarbij behoren de hierboven genoemde zaken nadrukkelijk aan de orde gesteld te worden. Mocht vanuit een situatie van samenwonen de vraag komen om een huwelijk kerkelijk te bevestigen, dan kan dat als regel niet. De kerkenraad kan echter in concrete situaties redenen zien om onder bepaalde voorwaarden hier toch toe over te gaan. Een aanvraag voor kerkelijke inzegening van een zogeheten “gedwongen huwelijk” vraagt om extra pastorale aandacht. Bij het huwelijksgesprek is dan ook de wijkouderling aanwezig. In dat gesprek worden de bijbelse normen besproken en wordt de vraag naar schuld, ootmoed en vergeving aan de orde gesteld. De praktische gang van zaken rond en tijdens de kerkelijke bevestiging is schriftelijk vastgelegd. In het gesprek met de predikant kunnen door het bruidspaar wensen t.a.v. de kerkdienst naar voren worden gebracht, maar uiteraard is alleen de kerkenraad verantwoordelijk voor de eredienst. De dienst is voor, niet van het bruidspaar. De kerkrentmeesters zullen het bruidspaar een brief sturen waarin de praktische gang van zaken tijdens de kerkdienst nader worden toegelicht. De dienst wordt in principe geleid door de wijkpredikant. De gemeentezang tijdens een kerkelijke bevestiging wordt gewoonlijk begeleid door een van de organisten van de gemeente.
echtscheiding en hertrouwen De kerkenraad kiest voor de volgende uitgangspunten: • De hoofdlijn blijft: scheiding is tegen Gods wil. • In het pastoraat t.a.v. huwelijksmoeilijkheden en/of echtscheiding zal er grote terughoudendheid moeten zijn wat betreft het actief adviseren tot scheiding. • Het is gewenst bij huwelijksproblemen te wijzen op de professionele hulp die o.a. via het eigen Diaconaal Maatschappelijk Werk geboden kan worden. • Huwelijksmoeilijkheden en echtscheiding kunnen ook gevolgen hebben voor het deel mogen nemen aan de sacramenten (tucht). Zolang een scheiding nog niet uitgesproken is en niet helder is hoe de schuldvraag ligt, wordt beide echtgenoten gevraagd zich te onthouden van deelname aan het Heilig Avondmaal. Is de scheiding uitgesproken dan is bepalend de levenswijze en de verootmoediging die uit woord en daad blijkt. • Vragen m.b.t. huwelijksproblemen en echtscheiding kunnen ook op het censura morum aan de orde komen. Dan zal dezelfde gedragslijn gelden. Er mag slechts gehandeld worden op grond van feiten. Een ouderling kan naar aanleiding van de tijdens het censura morum gemelde feiten nooit op eigen initiatief handelen, maar dient de predikant, c.q. het moderamen op de hoogte te stellen. • Een beleidsmatige vraag is hoe de kerk omgaat met een verzoek om een tweede huwelijk – na een echtscheiding- in te zegenen. Ook hier geldt dat er geen algemeen geldende antwoorden voor elke situatie zijn. De opvatting dat de kerk hier de burgerlijke overheid heeft te volgen, is niet die van de kerkenraad. • De algemene lijn is terughoudend en voorzichtig, waarbij de kerkenraad niet wil uitspreken dat het nooit kan. De huwelijksinzegening bij hertrouwen zou kunnen worden opgevat als het goedkeuren van de eerdere scheiding. In voorkomende gevallen zal de kerkenraad zich zorgvuldig op de situatie beraden. Een gegeven is dat er bij nieuw-ingekomenen weinig zicht is op de situatie. Als er sprake is van overkomst uit een andere _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 41
(wijk)gemeente dan zal met de betreffende kerkenraad contact worden opgenomen.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 42
14. EENHEID EN VERSCHEIDENHEID verantwoording Om de vragen rond ‘eenheid en verscheidenheid’ kunnen we in dit beleidsplan niet heen. Niet alleen omdat we hier in de praktijk van het gemeente- en kerkzijn op stuiten, maar ook en vooral omdat we in de Schrift de eenheid en de verscheidenheid tegenkomen. Het feit dat er een kerk is, is een wonder van de levende God. Dat is het grote verschil tussen een vereniging en de kerk. Een vereniging wordt door mensen opgericht, maar de kerk is door God in het leven geroepen. En het mooie is dat er allemaal verschillende mensen toe behoren. Geen twee mensen zijn gelijk, dat geldt ook binnen de gemeente van Christus. Verscheidenheid is een gave. Maar tegelijk is het ook een opgave. We moeten daar mee om leren gaan. Verscheidenheid kan gemakkelijk leiden tot gescheidenheid. Het is niet voor niets dat we in de Bijbel worden aangespoord om de eenheid te zoeken en vast te houden. Paulus roept de gemeente van Efeze op zich in te zetten om de eenheid van de Geest door de band van de vrede te behouden (Ef. 4:3). Er is maar weinig voor nodig of de eenheid wordt bedreigd. En dat is niet alleen slecht voor de kerk of voor een gemeente zelf, maar ook voor het getuigenis naar buiten toe. De Naam en de zaak van God worden er door beschadigd. Daarom is het verbreken van de eenheid zonde. de eenheid in Christus De bijbelse eenheid is dat we elkaar vinden aan de voet van het kruis als arme zondaren die het van de verdienste van Christus moeten hebben. Dat geeft herkenning, soms over kerkmuren heen en ook ondanks verschillende culturen. Eén-zijn is dan ook niet hetzelfde als het in-alles-eens-zijn. De bijbelse eenheid concentreert zich op het hart, op de kern van het evangelie. In alle nuchterheid mogen we zeggen dat we niet allemaal hetzelfde zijn en denken in de gemeente. Er zijn accentverschillen in geloofsbeleving, en dat kan lastig genoeg zijn. De vraag is: zijn we bereid om voor Hem te buigen? Hier ligt meteen ook de grens van de wettige verscheidenheid. De wegen gaan uiteen als het belijden van Wie Christus is, in het geding is. Als er niet geleefd wordt uit Zijn kruisoffer. inzet nodig We worden geroepen om ons voor de eenheid in te zetten. De eenheid verstoren, is eenvoudiger dan de eenheid bewaren. We stuiten op grote verdeeldheid van de kerken, juist ook binnen de gereformeerde gezindte. We stellen ons open voor overleg met andere kerken en wijkgemeenten. Veel gemeenten hebben te maken met onderlinge verdeeldheid en polarisatie. Mensen verstaan elkaar geestelijk niet meer. En dat terwijl Jezus in het hogepriesterlijk gebed gevraagd heeft om eenheid. Hij weet Zijn Kerk te bewaren. Maar dat neemt de pijn en de schuld van de verdeeldheid niet weg. Zijn wij bereid ons zelf weg te cijferen om eensgezind te zijn? Bidden we om eenheid, ondanks verscheidenheid? hoofd- en bijzaken Christelijke vrijheid wil zeggen dat ieder zelf rekenschap moet geven tegenover God. Het komt er op aan dat we hoofd- en bijzaken leren onderscheiden. Dit geldt ook voor onze vragen rond eenheid en verscheidenheid. Strijden we voor onszelf of is het ons begonnen om de eer en de zaak van God en het heil van onze naaste? Een bekend gezegde luidt: “In de noodzakelijke dingen eenheid, in de niet-noodzakelijke dingen vrijheid, in alle dingen liefde!.” Christelijke verdraagzaamheid gunt de ander ruimte. _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 43
onze houding Zelfonderzoek is noodzakelijk. Staan in de gemeente vraagt om liefde, ondanks alle gebreken die er zijn. Er wordt veel gesproken over de oecumene van het hart. Daarmee wordt bedoeld dat mensen verbondenheid ervaren over kerkmuren heen. Op zich begrijpelijk. Als dat maar niet betekent dat er innerlijke afstand of zelfs afscheid wordt genomen van de gemeente waartoe men behoort. De Heere heeft ons daar geplaatst. Daar ligt onze eerste roeping. En dat kan veel van ons vragen maar daar wordt ons, voor alles uit, ook veel gegeven. dicht bij Christus Beslissend is of we uit Christus leven. Hoe dichter bij het kruis, hoe meer eenheid er in de gemeente gevonden wordt. En omgekeerd: hoe verder van het kruis, hoe meer verkilling en verwijdering kans van slagen krijgen. We sporen elkaar aan om te vluchten tot Christus. Als Paulus in Fil. 2 over eensgezindheid schrijft, en ook oproept “dat de een de ander door ootmoedigheid uitnemender acht dan zichzelf’, dan verwijst hij naar Christus. Hij heeft de laagste plaats ingenomen. Van Hem en door Hem wordt het geleerd om elkaar te dienen door de liefde, ook als we het niet in alles met elkaar eens zijn. Dan kan er toch eenheid zijn. Nu nog gebroken. Want we zijn kerk buiten het paradijs. Maar toch is er door de Heilige Geest een hartelijke betrokkenheid op elkaar. In 1 Kor. 12 wijst Paulus ons de weg. We lijden met elkaar, maar we verblijden ons ook met elkaar. Dat hoort bij het lichaam van Christus. Dat is de eenheid in verscheidenheid. En dat loopt uit op het visioen van Openbaring 7, de schare die niemand tellen kan. De verscheidenheid is groot. Ze komen uit alle geslachten, volken en talen. Maar groter dan de verscheidenheid is de eenheid! Omdat ze hun lange klederen hebben wit gemaakt in het bloed van het Lam. Ze zijn op Golgotha geweest. En dát bindt eeuwig samen. de praktijk van het gemeenteleven Onze gemeente is een traditionele, hervormd-gereformeerde gemeente. Daarbij beroept de kerkenraad zich op de voor het geloof kenmerkende, essenties als de minste willen zijn, liefde tonen en vrede zoeken. Het christelijk geloof gaat niet op in de traditie, maar een christelijke levensstijl is nooit zonder vormgeving. Het belang van de traditie ligt daarin dat het ondoordacht loslaten ervan de gemeente kwetsbaar maakt voor de geest van het moderne subjectivisme. Tegelijkertijd wordt erkend dat een te grote nadruk op bijzaken eerder voortkomt uit geestelijke zwakheid (1 Korinthe 8) dan dat het een bewijs is van bloeiend geestelijk leven. De ware eenheid van de gemeente wordt gevonden in de houding die in het avondmaalformulier op onovertrefbare wijze wordt verwoord: “Zo zullen wij allen, die door het waarachtige geloof in Christus ingelijfd zijn, door broederlijke liefde samen één lichaam vormen, omwille van Christus’, onze geliefde Zaligmaker die ons tevoren zo bijzonder heeft liefgehad. Dit zullen wij niet alleen met woorden, maar ook met daden aan elkaar bewijzen”.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 44
15. DE PLAATS VAN DE PREDIKANT verantwoording De letters VDM staan voor de aanduiding Verbi Divini Minister = dienaar van het Goddelijke Woord. Hiermee is de primaire roeping van de predikant trefzeker aangegeven. Hij staat in dienst van het Woord. Dit is een belangrijk uitgangspunt met het oog op de (geestelijke) vrijheid én het gezag van de predikant. Hoewel hij de gemeente dient, is hij niet in dienst van de kerkenraad. Anders gezegd: “de kerkenraad is niet de werkgever van de predikant, die voorschrijft wat hij moet zeggen en doen.” Uiteraard mag van de predikant worden verwacht dat hij zijn taken zoals vermeld in de Kerkorde en in de zgn. beroepsbrief met toewijding vervult. Bovendien zal er gestreefd worden naar een open relatie tussen de predikant en de kerkenraad, zodat het werk van de voorganger op een goede wijze bespreekbaar is. Alle ambtsbroeders staan samen voor de opdracht om de gemeente te leiden vanuit en te weiden in het Woord. Maar als Verbi Divini Minister heeft de predikant wel een eigen verantwoordelijkheid. herder en leraar Een andere gangbare en ook rake typering van de predikant is die van herder en leraar. Het gaat om de twee voornaamste aspecten van zijn roeping. In onze tijd is het leraar-zijn dringend nodig. We hebben te maken met allerlei wind van leer die dwars door de kerk waait. Jongeren en ouderen kunnen alleen staande blijven als ze in de Schriften gefundeerd zijn (én steeds weer gefundeerd worden). Dit vraagt van de predikant dat hij zich voortdurend en nauwgezet in het Woord verdiept om ‘nieuwe en oude dingen’ (Matth. 13: 52) op te delven. Daarnaast is in onze tijd het herder-zijn niet minder nodig. De pastorale nood is omvangrijk. De predikant verricht de herderlijke zorg met hulp van de pastoraal werker en van de broeders van de kerkenraad (zie hoofdstuk 6). In overleg met de pastoraal werker wordt het werk verdeeld. Behalve in het pastoraat wordt de pastoraal werker ook ingezet in de catechese en leidt hij in voorkomende gevallen begrafenissen. De kernroeping van de predikant moet zorgvuldig bewaakt worden. Er gaat fundamenteel iets mis als hij (in mindere of in meerdere mate) de rol van een manager krijgt die het gemeentelijk leven als een soort bedrijf runt. De geestelijke habitus wil het eigene van het predikantschap zijn. In de praktijk zal samen met de kerkenraad worden gezocht naar een goed evenwicht tussen het leraar- en het herder-zijn. taken De voornaamste taken van de predikant zijn: prediking, catechese en pastoraat. In Ordinantie 3-9-1 van de kerkorde wordt ook het dienen van de kerk in de meerdere vergaderingen genoemd (zo hij daartoe geroepen wordt). Predikanten hebben ook hun verantwoordelijkheid binnen het geheel van de kerk. Wij verwijzen hier ook naar het bevestigingsformulier voor predikanten, waarin als taken van de predikant worden genoemd: • het Woord van God grondig en getrouw uitleggen; • namens de gemeente in het openbaar de Naam van God aanroepen; • de bediening van de sacramenten; • samen met de kerkenraad leiding geven aan de gemeente.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 45
zorg voor de predikant Ook de predikant heeft zorg nodig. Hier ligt een taak voor de kerkenraad en in het bijzonder voor het moderamen. Het is belangrijk dat de predikant zich kan uitspreken als dingen hem bezwaren en drukken. Daarnaast dient de werkdruk regelmatig een punt van aandacht te zijn. De kerkenraad stimuleert studie door de predikant en pastoraal werker. Verder wordt via het huisbezoek door de sectorouderling ook zorg besteed aan het gezin van de predikant. Binnen de kerkenraad zijn bovendien twee broeders beschikbaar die op verzoek van de predikant als vertrouwenspersonen kunnen fungeren. Van tijd tot tijd informeren deze broeders ook zelf of een gesprek nodig en/of gewenst is. Als op de predikant een beroep is uitgebracht, neemt de kerkenraad, een week voordat de beslissing moet vallen, het initiatief tot een bezoek aan hem.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 46
16. BEHEER EN KERKRENTMEESTERS verantwoording Op de wijze als omschreven in hoofdstuk 5 worden in onze gemeente tenminste 3 ouderlingen gekozen die – conform ordinantie 3, artikel 10, lid 2 –in het bijzonder zijn aangewezen tot kerkrentmeester. Daarnaast kan de kerkenraad bij wijze van uitzondering kerkrentmeester(s) benoemen. bijbelse uitgangspunten Aan de (ouderlingen)-kerkrentmeester is in het bijzonder de zorg voor de instandhouding van de openbare eredienst toevertrouwd. Hiervoor dienen de stoffelijke belangen van de gemeente op een zodanig wijze te worden behartigd dat er voldoende gelegenheid zal zijn om het evangelie te verkondigen, de sacramenten te bedienen en de Naam van de Heere in het openbaar aan te roepen (formulier voor de bevestiging van ouderlingen en diakenen). Dit betekent het volgende: • Voor de leden van de wijkgemeente: dat zij de (ouderlingen)-kerkrentmeester van voldoende middelen dienen te voorzien. Wanneer de eredienst wordt beleefd als een ontmoeting tussen God en Zijn gemeente èn het besef leeft dat al onze bezittingen van God zijn ontvangen, kan het niet anders dan dat er royaal wordt gegeven voor de instandhouding van de dienst van God. • Voor de (ouderlingen)-kerkrentmeester: dat zij zorgvuldig omgaan met de toevertrouwde middelen. Daarnaast dienen zij trouw te zijn in het behartigen van de stoffelijke belangen en hierin te zoeken naar het beste voor de dienst van God. De oudtestamentische tabernakel- en tempeldienst laat voldoende duidelijk zien dat de zorg voor de instandhouding van de eredienst (denk aan kerkgebouw en gemeentezang) geen randverschijnselen zijn. algemeen kader In het vervolg van dit hoofdstuk wordt voor de helderheid allereerst kort ingegaan op de verhouding tussen kerkenraad en college en wijkraad van kerkrentmeesters. Opgemerkt dient te worden dat de kerkorde in haar beschrijving uitgaat van één college van kerkrentmeesters voor een (centrale) gemeente. In een gemeente met wijkgemeenten (en dus ook in Ridderkerk) vormen de ouderlingen-kerkrentmeester die lid zijn van een wijkkerkenraad samen met de andere kerkrentmeesters, die benoemd zijn door de wijkkerkenraad, de wijkraad van kerkrentmeesters. De kerkrentmeesters die lid zijn van de algemene kerkenraad, vormen samen met de kerkrentmeesters die daartoe op gezamenlijke voordracht van de wijkraden van kerkrentmeesters door de algemene kerkenraad zijn benoemd, het college van kerkrentmeesters (ord 11-4-3). Volgens de huidige plaatselijke regeling bestaat het college van kerkrentmeesters in Ridderkerk uit 10 leden; uit iedere wijk 2 leden. verhouding kerkenraad en college van kerkrentmeesters In artikel 1 van Ordinantie 11 wordt de verhouding tussen algemene kerkenraad en college van kerkrentmeesters beschreven: • De zorg voor de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente berust bij de kerkenraad. • De kerkenraad vertrouwt de verzorging van de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente van niet-diaconale aard toe aan het college van kerkrentmeesters. • Het college van kerkrentmeesters stemt haar beleid af op het beleid van de kerkenraad betreffende het gehele leven en werken van de gemeente. Het college doet verslag van haar werkzaamheden aan de kerkenraad. _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 47
taken van het college van kerkrentmeesters Het college van kerkrentmeesters heeft tot taak • het in overleg met en in verantwoording aan de algemene kerkenraad scheppen en onderhouden van de materiële en financiële voorwaarden voor het functioneren van de gemeente door: o het meewerken aan de totstandkoming van het beleidsplan, de begroting en de jaarrekening van de gemeente in overeenstemming met het bepaalde in ordinantie 11-2-7; o het zorgdragen voor de geldwerving; o het zorgdragen voor het beschikbaar zijn van ruimten voor de eredienst en de andere activiteiten van de gemeente • het beheren van de goederen van de gemeente. • het verzorgen van het in het beleidsplan en de begroting geformuleerde personeelsbeleid; • het zorgdragen voor de arbeidsrechtelijke aangelegenheden van hen die krachtens arbeidsovereenkomst bij de gemeente werkzaam zijn op nietdiaconaal terrein (o.a. de pastoraal werker). • het bijhouden van de registers van de gemeente, het doopboek, en - indien aanwezig - het trouwboek; taken van de wijkraad van kerkrentmeesters De wijkraad heeft tot taak: • het beheer van een wijkkas, ook wel wijkfonds geheten, en de financiële administratie. Per kwartaal vindt per wijk verantwoording plaats aan de administrateur van het college van kerkrentmeesters over zowel inkomsten als uitgaven en worden overtollige saldi afgedragen aan de centrale kas; • het doen van voorstellen voor de begroting en jaarrekening; • de voorbereiding, het stimuleren en handhaven van de orde en veiligheid in de eredienst in de eigen wijkgemeente, waaronder begrepen de zorg voor de aanwezigheid van alle voor de eredienst benodigde zaken; • de inzameling van de gaven, evenals de verantwoording en de afstorting bij de bank; • het stimuleren van en het toezicht houden op de geldwerving in de wijkgemeente; • het informeren van de wijkgemeente over de geldwerving; • zoveel als mogelijk geld werven buiten de wijkgemeente bijvoorbeeld door het verkrijgen van subsidies voor onderhoud en restauratie; • het toezicht houden op het onderhoud van de ten dienste van de wijkgemeente staande gebouwen; • het doen van voorstellen voor het opstellen van de meerjarige beheer- en investeringsplannen van de wijkgemeente; • de dagelijkse aansturing van koster(s), organisten, en beheerder(s) en de vrijwilligers die zich inzetten voor o.a. de geldwerving en het onderhoud van gebouwen binnen de gemeente; • het beheren van de archieven van de gemeente; • zorgdragen voor en beschikbaar stellen van apparatuur (kerktelefoon) die het zieken en bejaarden mogelijk maakt de kerkdiensten en andere activiteiten van de gemeente te beluisteren en voor de financiering hiervan; • bijhouden van de ledenadministratie en het beschikbaar stellen van gegevens aan de kerkenraad en – na beoordeling van de aanvraag – aan de verenigingen van de wijkgemeente; • verhuren of beschikbaar stellen van het kerkgebouw of het verenigingsgebouw of delen daarvan aan derden voor activiteiten waarvan de doelstelling en de _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 48
• •
uitvoering niet strijdig zijn met de aard van de gemeente en het door de kerkenraad geformuleerde beleid; het meedenken en verantwoordelijkheid dragen voor de in onze wijkgemeente bestaande concertcommissie. Het beheer van de website van de wijkgemeente.
financieel beheer Aangezien de wijkraad van kerkrentmeesters volledig afhankelijk is van de binnenkomende gelden is het nodig om vroegtijdig een afwijking tussen inkomsten en uitgaven te signaleren, zodat tijdig maatregelen getroffen kunnen worden ter verhoging van de inkomsten dan wel vermindering van de uitgaven. Gezien de toenemende vergrijzing in het ledenbestand en het wegvallen van trouw betalende oudere gemeenteleden bestaat de verwachting dat er de toekomende jaren meer druk op de begroting zal komen. Als hoogste prioriteit wordt gezien het beschikbaar stellen van geldmiddelen voor de continuïteit in prediking en pastoraat. In het beleidsplan van de kerkenraad, waar dit hoofdstuk een deel van is, worden geen beleidsinitiatieven genoemd, met bijzondere financiële consequenties. Het financiële beleid wordt daarom voor de komende beleidsperiode gecontinueerd. De wijkraad van kerkrentmeesters blijft bij het beheren van en beschikken over de aan hem toevertrouwde vermogenrechtelijke aangelegenheden van de gemeente binnen de grenzen van het door de algemene kerkenraad vastgestelde beleidsplan en begroting. collectebonnen In onze gemeente is het mogelijk, vooral om fiscale redenen, collectebonnen te kopen. de begroting Elk jaar pleegt de wijkraad van kerkrentmeesters met de kerkenraad overleg over de begroting voor het komende kalenderjaar. Gemeentelijke ontwikkelingen met financiële consequenties kunnen zo worden meegenomen in de begroting. Vóór 1 november van ieder jaar informeert de wijkraad van kerkrentmeesters de kerkenraad over de opgestelde begroting. het kerkgebouw: de Singelkerk Onze kerk is van grote historische waarde en is aangewezen als Rijksmonument en wordt daarom jaarlijks geïnspecteerd door Monumentenwacht. De adviezen die hieruit volgen worden zeer serieus genomen en direct uitgevoerd indien dit past binnen de kaders van de begroting. Ook in de komende beleidsperiode zal er alles aan gedaan worden om de uitstekende staat van onderhoud te handhaven. Betreffende het verhuren van de Singelkerk wordt een zeer terughoudend beleid gevoerd. Commercieel getinte initiatieven worden niet gehonoreerd. Alleen schriftelijk ingediende verzoeken worden in behandeling genomen. Aanvragen van organisaties waarmee onze wijkgemeente zich verwant voelt, worden positief beoordeeld. onderhoudsplan voor meerdere jaren In 2010 is een onderhoudsplan voor de Singelkerk opgesteld voor de periode 2011 – 2016. Gezien het uitgevoerde onderhoud in de afgelopen beleidsperiode, zal in de komende periode naar verwachting met name regulier onderhoud plaatsvinden en vrijwel geen (achterstallig) groot onderhoud. De financiering van het onderhoud is mogelijk vanuit het wijkfonds. _________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 49
beleid inzake inzetten van vrijwilligers Vanuit het oogpunt van kostenbesparing en het betrekken van gemeenteleden, verdient het aanbeveling om actief beleid te voeren op het inzetten van vrijwilligers. Vrijwilligers helpen al bij het schoonmaken van de kerk en kleine reparatiewerkzaamheden. Voor grotere klussen of reparaties worden professionals ingehuurd. Dit om te voorkomen dat regelmatig een beroep wordt gedaan op slechts enkele gemeenteleden. Daarnaast kan jegens betaalde werkkrachten een meer kritische houding worden aangenomen die de kwaliteit van de uitvoering ten goede komt. veiligheid Aan de verschillende aspecten van veiligheid wordt de nodige aandacht geschonken ook naar aanleiding van periodieke keuringen door overheidinstanties (brandweer). Er zijn voldoende brandblusapparaten, die regelmatig worden gecontroleerd. De wijkgemeente kent een BHV-team met het oog op de zondagse eredienst. Daarnaast is er een rooster voor aanwezigheid tijdens de diensten van een van de artsen binnen de wijkgemeente. Periodiek wordt er door de BHV’ers onder professionele begeleiding in de kerk geoefend. In het kerkgebouw is een AED-apparaat aanwezig. gebouw Obadja Gebouw Obadja wordt beheerd door de kerkrentmeesters. Zij stellen een beheerder aan die zorgt draagt voor de dagelijkse werkzaamheden in verband met vergaderingen en huishoudelijke taken.
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2012-2015 50
Wijkgemeente Singelkerk Hervormde Gemeente Ridderkerk
Bijlage 1. Verklaring Als kerkenraad van de hervormde gemeente Ridderkerk wijkgemeente Singelkerk weten we ons door onze Nederlandse Hervormde Kerk gebracht op een weg die wij niet hebben begeerd en waarover wij in het geweten bezwaard zijn. Wij erkennen dat wij delen in de schuld van onze kerk. Gedachtig aan het woord van de apostel: "indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw" (2 Tim. 2: 13) weten wij ons echter, zelf levend van Gods trouw, verschuldigd binnen de kerk trouw te zijn aan de roeping waarmee de Koning der Kerk, Jezus Christus, ons geroepen heeft. Met de kerk belijden wij dat "Christus een eeuwig Koning is, die zonder onderdanen niet zijn kan" (art. 27 Ned. Geloofsbelijdenis) en dat Hij Zijn kerk bewaart. Daarom beloven wij dat wij ons in gehoorzaamheid zullen onderwerpen aan het juk van Christus. Wij begeren ons te houden aan de verkondiging van Zijn Evangelie, de sacramenten te bedienen naar Zijn inzetting en de kerkelijke tucht te oefenen om elkaar te bewaren bij Zijn ontferming. Wij beloven ons te houden aan het betrouwbaar Woord van God en alle dingen te verwerpen die daar tegen zijn, houdende Jezus Christus voor het enige Hoofd. Als wij zo als gemeente - met vreze en beven - onze plaats innemen binnen het geheel van de verenigde kerk, verklaren wij ons gebonden te weten aan de gereformeerde belijdenis. Met Gods hulp zullen wij weerspreken en weren al wat met dit belijden in strijd is. Bij de inrichting van het leven der gemeente zullen wij ons houden aan de instellingen die met deze belijdenis overeenstemmen. In de gemeente zal de nodiging tot het Heilig Avondmaal en de roeping tot het ambt uitgaan naar hen die tot de openbare belijdenis des geloofs zijn gekomen. In de gemeente zal geen andere levensverbintenis worden ingezegend dan een huwelijk van man en vrouw dat wettig voor de overheid is gesloten. Omdat wij ons schuldig weten onze gaven "ten nutte en ter zaligheid der andere lidmaten gewillig en met vreugde aan te wenden" (antw. 55 Heid. Cat.) zullen wij de kerk en elkaar blijven oproepen om - in overeenstemming met de gereformeerde belijdenisgeschriften van de kerk - de weg van gehoorzaamheid aan God en Zijn Woord te gaan.
De kerkenraad van de hervormde gemeente Ridderkerk wijkgemeente Singelkerk
_________________________________________________________________________________________________________________ beleidsplan Singelkerk 2011-2014 51
Wijkgemeente Singelkerk Hervormde Gemeente Ridderkerk
Bijlage 2. Convenant Onze Hervormde Gemeente staat op gereformeerde grondslag binnen de Nederlandse Hervormde Kerk. Dat houdt onder meer in dat binnen het gemeenteleven een centrale plaats wordt toegekend aan een schriftuurlijke en appellerende prediking in de beide zondagse erediensten en op de christelijke gedenkdagen. Daarbij geldt de Bijbel als het onfeilbaar Woord van God, gezaghebbend voor leer en leven. In de beide sacramenten, t.w. de viering van het heilig avondmaal en de bediening van de heilige doop belijdt en ervaart de gemeente de gemeenschap met Christus en met elkaar en de verbondstrouw van God. De gemeente belijdt het algemeen ongetwijfeld christelijk geloof, zoals neergelegd in de drie algemene belijdenisgeschriften van de kerk, nl. de Apostolische Geloofsbelijdenis, de geloofsbelijdenis van Nicea en de geloofsbelijdenis van Athanasius. De gemeente wil staan in de traditie van de Reformatie en trouw zijn aan de belijdenis van het voorgeslacht. Zij acht zich dan ook gebonden aan de drie bijzondere belijdenisgeschriften van de kerk, de drie Formulieren van Enigheid, nl. de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. De grondslag van onze gemeente kan onder geen beding worden gewijzigd door besluiten van meerdere ambtelijke vergaderingen van de kerk of de overheid. De kerkenraad en de gemeente hebben deze grondslag en enkele concretiseringen daarvan verwoord en geven daarmee aan waarop zij de synode aanspreken en waarop zij door haar aangesproken willen en mogen worden. Als kerkenraad en gemeente belijden wij, met Gods hulp, acht te geven op en 1. vast te houden aan de zuivere prediking van het Evangelie, de zuivere bediening van de sacramenten, het bestraffen van de zonden, ons in alle dingen te richten naar het onfeilbaar Woord van God, waarbij wij alles wat hiermee in strijd is, verwerpen. Als kerk, geboren uit de gereformeerde tak van de Reformatie, aanvaarden wij daarom niet zonder meer de Augsburgse Confessie, noch de Catechismus van Luther. Verder verwerpen wij de Konkordie van Leuenberg en de Barmer Thesen. 2. Als kerkenraad en gemeente belijden wij dat de heilige doop een instelling is van Jezus Christus om ons en onze kinderen Zijn verbond te verzegelen. Daarom behoren de kleine kinderen van de gemeente als erfgenamen van het Rijk Gods gedoopt te wezen. 3. Als kerkenraad en gemeente belijden wij dat het heilig avondmaal een instelling is van Jezus Christus, die Hij alleen heeft ingesteld voor Zijn gelovigen die in het midden van de gemeente belijdenis des geloofs hebben afgelegd. Wij vermanen alle ongelovigen en hen die zich met ergerlijke zonden besmet weten, zich van de tafel des Heeren te onthouden, zolang zij zich niet bekeren. Met Gods hulp zullen wij tegenstaan en weren allen die de heilige sacramenten misbruiken of verachten. 4. Als kerkenraad en gemeente belijden wij dat tot ambtsdragers van de gemeente zowel ouderlingen als diakenen - door wettige verkiezing geroepen en bevestigd beleidsplan Singelkerk 2012-2015
52
Wijkgemeente Singelkerk Hervormde Gemeente Ridderkerk
5.
6.
dienen te worden mannenbroeders, belijdende leden van de kerk en vervuld met de Heilige Geest. Als kerkenraad en gemeente belijden wij dat het huwelijk tussen man en vrouw een instelling van God is en als zodanig heilig gehouden dient te worden. Alternatieve samenlevingsvormen zijn onbijbels en daarom censurabel. Daarom zal de kerkenraad op Bijbelse wijze tucht oefenen over hen die deze instelling van God ontkrachten. Als kerkenraad en gemeente spreken wij uit dat zodanige mannen als kandidaat tot de heilige dienst toegelaten en bevestigd dienen te worden, die, staande op de hierboven vermelde en verantwoorde grondslag, de kerk wensen te dienen met het Evangelie van Jezus Christus.
Het is ons verlangen, dat geheel de kerk waarlijk belijdende kerk is, levend overeenkomstig Gods Woord en getuigenis, zodat aan haar geestelijk karakter geen afbreuk wordt gedaan door verwereldlijking. Staande op deze grondslag wensen wij in de kerk die God in ons vaderland geplant heeft, ons Nederlandse volk te dienen met het heilig Evangelie der genade Gods. De kerkenraad van de hervormde gemeente Ridderkerk wijkgemeente Singelkerk
beleidsplan Singelkerk 2012-2015
53
Bijlage 3. Uitgangspunten en Bijbelse achtergronden In deze bijlage worden voor een aantal onderwerpen de uitgangspunten en Bijbelse achtergronden nader omschreven. De Heilige Doop instelling van de doop Jezus Christus heeft door Zijn vergoten bloed een einde gemaakt aan het bloedige teken van de besnijdenis. In plaats daarvan heeft Hij het sacrament van de doop ingesteld (Matth. 28: 19, Kol. 2: 11, 12). Christus beveelt ons te dopen in de naam (letterlijk “tot de naam”) van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. In de éénzijdigheid van de genade richt God Zijn verbond op met de dopeling. Daarom erkent onze gemeente de doop die op kerkordelijke wijze door een bevoegde voorganger, in een andere christelijke kerk werd bediend, voor zover de trinitarische doopformule werd toegepast. teken en zegel De besprenging met, of de onderdompeling in, water behoort tot het wezen van het sacrament van de doop. Daarin wordt ons de onreinheid van onze zielen aangewezen en de genadige afwassing van onze zonden door het bloed van Jezus Christus toegezegd. functie en effect De doop is een “zondvloed van genade” maar niet de afwassing van de zonde zelf. Het gaat in de doop om de verzegeling van Gods belofte aan de dopeling en niet om de verzegeling van het geloof van de dopeling. De doop is een teken van wat de Heere ons voorstelt en aanbiedt: vergeving en vernieuwing. Het komt er op aan dat wij gelovig aannemen wat Hij ons aanbiedt. De Heilige Geest leert ons dit alles te geloven en eigent ons op die wijze toe wat wij in Christus hebben. Hij versterkt het geloof door de sacramenten. kinderdoop God richt Zijn verbond op met de gelovigen en hun kinderen (Gen. 17: 7, Hand. 2: 39). Hij bevestigt de beloften en eisen van het verbond met een teken en zegel. Het (bloedige) teken van de besnijdenis heeft haar heilshistorische vervulling gevonden in het (onbloedige) teken van de doop. Het oude en het nieuwe verbond hebben één Middelaar en schenken hetzelfde heil: aanneming tot kinderen Gods. Als de kinderen, die in de tijd van het Oude Testament tot het verbond gerekend werden, er nu buiten zouden staan, zou de genade sinds de komst van Christus verminderd zijn.
Het Heilig Avondmaal. instelling van het avondmaal Het avondmaal is een instelling van Christus, zoals uiteengezet in Mattheüs 26, Marcus 14, Lukas 22 en 1 Korinthe 10 en 11. De Heere Jezus heeft het avondmaal ingesteld bij de viering van het pascha. Voor Israël was het pascha “een offer ter verzoening en een maaltijd van de gemeenschap met God en met elkaar”.
beleidsplan Singelkerk 2012-2015
54
De Heere Jezus heeft deze offerande der verzoening via het brood en de wijn van de maaltijd in verband gebracht met Zijn dood: “Dit is Mijn lichaam…dit is Mijn bloed.” Het is van betekenis, dat Hij niet bij een gewone maaltijd brood en wijn tot tekenen maakte en dat Hij niet het vlees, maar alleen brood en wijn nam. Het avondmaal is met het pascha verbonden, maar het is er niet aan gelijk. Het is er de vervulling van. Het pascha was een offer en een maaltijd. Christus werd zelf het offer en Hij geeft ons de maaltijd en Hij is daardoor de vervulling van Pascha. teken en zegel God maakt door de sacramenten zichtbaar wat Hij in de prediking hoorbaar maakt: de belofte van het evangelie, zie hiervoor het eerder gegeven citaat uit zondag 25 HC. Het Woord gaat aan het sacrament vooraf. Het vleesgeworden Woord, Christus, is in het avondmaal geestelijk present. Deze geestelijke aanwezigheid is zo werkelijk dat de gelovigen Hem ontmoeten en Zijn gemeenschap genieten. Dit wil niet zeggen dat er een bijzondere gewaarwording moet zijn: “Het gezonde geloof houdt zich aan het Woord, de werking (versterking door het sacrament) openbaart zich daarna, in tijd van nood.” Bij de instelling van het avondmaal is er sprake van vernieuwing van het verbond. Het nieuwe verbond wordt door het bloed van Christus ingewijd. Van dat nieuwe verbond, waarin de HEERE de ongerechtigheid van Zijn volk vergeeft en hun zonden niet meer gedenkt, spreken reeds de oudtestamentische profeten. Zonder het bloed van het verbond is geen gemeenschap met God mogelijk. Maar nu het bloed van de Middelaar heeft gevloeid, mogen allen die in Hem geloven er zeker van zijn waarachtig deel te hebben aan het verbond van genade en verzoening (avondmaalsformulier). functie en effect Wij kunnen uit het sacrament niet méér ontvangen dan ons geloof kan bevatten. Het geloof in eigen onwaardigheid, in de toorn van God tegen de zonde en in het volkomen liefdeoffer van Christus, gaat aan het genieten van de sacramenten vooraf. Zonder geloof ontvangen we alleen brood en wijn. En de genade zit niet in het brood of de wijn. Daarom moeten de gelovigen niet bij het uiterlijke teken van brood en wijn blijven staan, maar hun harten richten op de levende Christus zoals Hij in de beloften van het evangelie tot ons komt. Hij is het levende Brood, tot voeding en onderhouding van het geestelijke leven, dat God de gelovigen heeft gegeven (Joh. 6: 32 e.v.). Levenslang moeten wij onderwezen worden in het grote heilsgeheim “Uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave” (Ef. 2:8). Zo zal Christus in ons groeien en wij minder worden. Het avondmaal is het sacrament van de gemeenschap met Christus. Dat is de gemeenschap aan Zijn lijden, en alleen zo, maar dan ook ten volle, de gemeenschap aan Zijn opstanding. Uit die gemeenschap vloeit de onderlinge gemeenschap onmiddellijk voort. Waar de gemeenschap met Christus niet gekend wordt, ontbreekt het ook aan de werkelijke gemeenschap met elkaar. Waar men niet om elkaar geeft, is ook geen echte gemeenschap met Christus. “Zo zijn wij door het gebruik van dit heilig sacrament bewogen tot een vurige liefde jegens God en onze naaste” (NGB art. 35). De beelden die het avondmaalsformulier gebruikt (“vele graankorrels gemalen tot één meel, vele bessen geperst tot één drank”) duiden op de kruisgestalte van de gemeenschap. “Verdrukking, lijden en beproeving van de Kerk zijn dienstbaar aan haar eenheid.”
beleidsplan Singelkerk 2012-2015
55
De ambten Bijbels/reformatorisch zicht op het ambt Het woord ‘ambt’ komt in het Oude Testament regelmatig voor, maar in het Nieuwe Testament nauwelijks. De zaak echter wel. Nauw met het ambt verbonden zijn de noties ‘dienst’ en ‘roeping. Paulus noemt zich een dienaar van Christus. In het ambt gaat het om de dienst waartoe Christus mensen roept en bekwaam maakt. Daarom is het ambt een gave van God aan de gemeente. Deze dienst betreft in de eerste plaats het dienen van Christus, en daarna het dienen van mensen. Het wezen van het ambt is representatie van Christus. Een ambtsdrager is aangesteld of geroepen door Christus en heeft een opdracht van Hem en is aan Hem verantwoording schuldig. Ook al is er in de praktijk van ons kerkelijk leven sprake van roeping door de gemeente, de roeping komt van God Zelf. De Schriftgegevens betreffende de ambten zijn divers. In het Nieuwe Testament is bijvoorbeeld niet alleen sprake van apostelen en profeten maar ook van diakenen en opzieners. Er is onderscheid tussen de begintijd van de evangelieverkondiging en de latere fase waarin met name Paulus na de gemeentestichting instructies geeft over de opbouw en leiding van de gemeente. Er is duidelijk sprake van een ambtelijke structuur en van drieërlei ambt of dienst: • Het ambt van de verkondiging van het evangelie en bediening van de sacramenten; • Het ambt van het uitoefenen van opzicht en tucht; • Het ambt van de barmhartigheid. De Reformatie heeft op deze wijze de drie ambten van prediker, ouderling en diaken afgeleid uit de Schrift. Daarbij is de verbinding gemaakt met de drie ambten van het Oude Testament (profeet, koning en priester). Ten diepste is er – evenals dat geldt voor de ambten van het Oude Testament – een relatie met het drievoudige ambt van Christus. Hoewel deze indeling niet al te schematisch opgevat moet worden, is sprake van een Schriftgefundeerde uitwerking in de ambten zoals wij die kennen. De gereformeerde opvatting van de ambten (in belijdenissen, kerkorde, formulieren en geschriften) is een middenpositie tussen twee uitersten (indertijd: Rome en de dopersen). Deze uitersten, die ook vandaag actueel zijn en vermeden moeten worden, zijn: 1) een hiërarchische ambtsopvatting die vooral wordt bepaald door opzicht, leiding geven en tucht en 2) een charismatische invulling waarin de gaven van de Geest (bedieningen) en de roeping van alle gelovigen centraal staan, waardoor het ambt eigenlijk uit de gemeente opkomt. Naar onze overtuiging dienen beide aspecten (opzicht en toerusting) evenwichtig tot hun recht te komen. opzicht en leiding geven Het ambt komt niet uit de gemeente op, maar is van God gegeven om in Zijn Naam de gemeente te leiden. Zowel in Hand. 2 als Hand. 6 is dat duidelijk te zien. Overal waar Paulus een gemeente heeft gesticht, stelt hij ambtsdragers aan (opzieners) om de gemeente te weiden, te versterken en toezicht te houden. Ook in dit opzicht blijkt dat de Heere een God van orde is. In Hand. 20: 28 wordt aangegeven dat de ambtelijke verantwoordelijkheid in verband staat met het werk van de drie-enige God. Het centrale punt in het leidinggeven is het bewaken van en het bewaren bij de leer, “volharden in de leer van de apostelen”. Het ambt is vooral dienst van het Woord, want door en met het Woord regeert Christus Zijn gemeente. Het is van belang de beleidsplan Singelkerk 2012-2015
56
nauwe samenhang en orde te zien tussen het Woord, de kerk en de kerkregering. Daarom zijn alle diensten en functies van de ambten – en dat geldt alle ambtsdragers – ondergeschikt aan de dienst van het Woord. In het verlengde van de verantwoordelijkheid om opzicht over de gemeente te houden, ligt de mogelijkheid om tucht te oefenen. Belangrijk is dat tucht niet formeel wordt uitgeoefend, maar herderlijk en met de bedoeling het gemeentelid bij het Woord en bij de gemeente te trekken dan wel te bewaren, zoals weergegeven in de kerkorde (ord. 10.1.1.) toerusting In het Nieuwe Testament blijkt dat de gaven van God (waaronder die van het ambt) mede bedoeld zijn voor de opbouw van de gemeente. Er is sprake van “het ambt van alle gelovigen”, dit is de roeping van elke christen om ook iets van het profetische, het priesterlijke en het koninklijke in het eigen leven te laten zien (zie HC zondagen 12 en 21). Ook in het Oude Testament is het verlangen er al “of al het volk des Heeren profeten ware.” De gaven en talenten die wij van de Heere ontvangen, dienen te worden aangewend tot Zijn eer, tot opbouw van de gemeente en om de roeping in de samenleving te verstaan. Zo is ook in het Nieuwe Testament de opbouw van de gemeente niet uitsluitend een zaak van de ambtsdragers. Het onderlinge pastoraat (“acht hebben op elkaar”, “elkaar vermanen en opbouwen”) en dienstbetoon binnen de gemeente dienen alle ruimte te krijgen en bevorderd te worden. De gemeente daarvoor toe te rusten, is de verantwoordelijkheid van de ambtsdragers. ambt en gezag Hierboven is al aangegeven wat het ambtelijk gezag inhoudt en waaraan het ontleend wordt. Toch is het nuttig om expliciet de opvatting af te wijzen dat het ambtelijk gezag uitsluitend functioneel zou zijn, m.a.w. het wordt erkend voorzover het wordt waargemaakt in de praktijk. Het gezag is niet afhankelijk van een geloofwaardige invulling van het ambt of van deskundigheid. In Hebr. 13: 17 staat “Weest uw voorgangers gehoorzaam, en weest hun onderdanig; want zij waken voor uw zielen, als die rekenschap geven zullen.” Paulus beroept zich regelmatig op zijn ambtelijke volmacht. Tegelijk dienen ambtsdragers zich ver te houden van heerszucht of gewetensdwang. Dat is misbruik maken van het gezag. Ambtsdragers mogen zich niet verschuilen achter het formele gezag, maar dienen wel schuil te gaan achter de boodschap. Het gaat erom het beeld te vertonen van de grote Ambtsdrager, die gekomen is om te dienen (zie Matth. 23: 8).
De Jeugd De Jeugdraad heeft als taak om visie, beleid en structuur te ontwikkelen voor het jeugdwerk, dit te bewaken en de uitvoering hiervan op hoofdlijnen aan te sturen. Om dit te verwezenlijken denkt de Jeugdraad na over het beleid voor wat er met, voor en door jongeren wordt gedaan en heeft de Jeugdraad de taak de afstemming tussen de onderdelen van het jeugdwerk te bevorderen. Dit betekent dat de Jeugdraad een helder beeld moet krijgen en houden van datgene wat op het gebied van het jeugdwerk nodig is en hier structureel invulling aan moet geven: inventariseren van behoeften, analyseren van mogelijke oplossingen, prioriteiten stellen, een plan van aanpak maken en dit plan uitvoeren.
beleidsplan Singelkerk 2012-2015
57
De hoofddoelstelling van de Jeugdraad is dat onze jongeren door geloof en bekering de Heere God leren kennen als hun Schepper en Vader en de Heere Jezus als hun Verlosser en Heere van hun leven. De Jeugdraad heeft de volgende aandachtsvelden. • Jeugdwerk: het jongerenpastoraat en de clubs en verenigingen binnen de gemeente. De taken van de Jeugdraad zullen met name gericht zijn op de inhoud, coördinatie, afstemming, praktische ondersteuning, toerusting van de leiding, het bevorderen van de overgang naar een volgende club/vereniging en het bezoeken van de clubs en verenigingen. Er zal jaarlijks overleg plaatsvinden tussen Kerkenraad en jeugdraad over plannen, uitvoering en resultaten. • Gezin: de kleine Gemeente. Geloofsopvoeding begint in de gezinnen. De Jeugdraad wil ouders daarin ondersteunen en toerusten. Daarnaast wil de Jeugdraad jongeren wijzen op het belang van het gezin en proberen te signaleren in welke situaties praktische en pastorale ondersteuning en begeleiding gewenst is. • Eredienst: het kloppend hart van de gemeente. De Jeugdraad zal met de kerkenraad meedenken over de plaats van kinderen en jongeren in onze kerkdiensten. Daarnaast ziet de Jeugdraad voor zichzelf een rol weggelegd bij de bezinning over het nut en de noodzaak van bv. de kinderoppas. • Catechese: Organisatorisch zal de Jeugdraad een aantal taken op zich nemen (coördinatie, uitnodigen, aanwezigheidsregistratie en “opvolgen” van afwezigen). Daarnaast ziet de Jeugdraad een rol voor zich weggelegd om met de Kerkenraad mee te denken over de ontwikkelingen op het gebied van catechese. • Jeugddiaconaat: als gemeente hebben we als navolgers van Christus de taak onze jongeren te leren en voor te leven hoe zij de weg van dienen en barmhartigheid kunnen volgen en er concreet invulling aan kunnen geven. Opdat onze jeugd leert wat "zorg voor de naaste om Christus' wil" in de praktijk van het dagelijkse leven inhoudt. Een ander aspect van dit aandachtsveld is dat de diaconie er is voor de jeugd, waarbij jeugddiaconaat jeugdzorg kan zijn, namelijk de zorg van de christelijke gemeente voor kinderen en jongeren die hulp nodig hebben. Daarom is er ook een diaken lid van de Jeugdraad. De Jeugdraad bestaat uit negen à tien (bij voorkeur belijdende) leden uit de breedte van de gemeente. Bij het benaderen en benoemen van kandidaten voor de Jeugdraad wordt gestreefd naar vertegenwoordiging van verschillende groepen binnen de gemeente, zoal gezinnen met kinderen, eénouder-gezinnen, jongeren en ouderen. Namen van kandidaten worden vooraf aan de kerkenraad voorgedragen. De Jeugdraad zal gebruik te maken van de expertise die in de gemeente voor handen is en deze kennis en kunde waar mogelijk inschakelen. Daarnaast zal er contact worden onderhouden met de HGJB.
beleidsplan Singelkerk 2012-2015
58
Het huwelijk bijbels zicht op het huwelijk Het huwelijk is gefundeerd in de schepping, als ordening van God. De mens is geschapen als man of vrouw, ieder in zijn eigenheid, niet gelijk maar wel gelijkwaardig, ieder met een eigen verantwoordelijkheid maar niet de één meer dan de ander. Het bijbelse patroon in de schepping is één man en één vrouw, die gezamenlijk hebben te leven voor Gods aangezicht om Hem te dienen, in een open communicatie. Niet alleen in Gods geboden, maar al in de schepping is dus zichtbaar wat Gods bedoeling is. De zondeval heeft het zicht hierop wel verstoord, maar dat doet niet af aan het feit dat het bijbelse huwelijk in de schepping gefundeerd is. Na de zondeval is echter alleen door Gods genade een huwelijksleven op de door Hem bedoelde wijze mogelijk. In het Nieuwe Testament (Ef. 5) wordt ditzelfde gegeven nog verdiept door het laten zien van het huwelijk als afschaduwing van de verhouding tussen Christus en Zijn gemeente. De gezagsverhouding in de man-vrouwrelatie is een liefdesverhouding. Man en vrouw zijn geroepen elkaar onderdanig te zijn in de vreze des Heeren. Duidelijk vanuit de Schrift is dat het monogame huwelijk, de verbintenis tussen één man en één vrouw, Gods instelling is vanaf de schepping. Alleen in dat kader mag de seksualiteit als scheppingsgegeven en –gave tot zijn recht komen.
Eenheid en verscheidenheid het beeld van het lichaam In 1 Kor. 12 vergelijkt de apostel de gemeente van Christus met een lichaam. Hij doet dat op een beeldende manier. Via de medische wetenschap weten we hoe ons lichaam functioneert. Ieder onderdeel van ons lichaam heeft een eigen functie. Bovendien kan ieder onderdeel alleen functioneren in het geheel. Sommige ledematen zijn opvallend aanwezig. Andere organen kunnen we niet zien, maar ze zijn ondertussen wel uiterst belangrijk. Nu, dit alles brengt Paulus over op de gemeente, die het lichaam van Christus is. De leden zijn heel verscheiden, maar tegelijk zijn ze, door de werking van de Geest, tot een eenheid geworden. Hun geheim ligt in de leiding door de Geest. De apostel noemt Joden en Grieken, dienstknechten en vrijen. In onze situatie denken we aan jongeren en ouderen, mannen en vrouwen, hoogbegaafden en zwakbegaafden, allochtonen en autochtonen. In de maatschappij kan er onderlinge afstand zijn, maar binnen de gemeente dient deze afstand weg te vallen. Tegenover God vallen rangen en standen weg en zijn we allen zondaren die het volstrekt van Zijn genade moeten hebben. Door middel van dit beeld maakt Paulus ons bovendien duidelijk dat we elkaar nodig hebben om de Heere te dienen. Zoals organen niet los van het lichaam kunnen functioneren, zo kan ook een gelovige niet bestaan los van de gemeente. De gemeenschap is nodig om het vol te houden. Het is in de Schrift een duidelijke lijn dat God de Zijnen samenbrengt. Het is een vorm van hoogmoed als we denken het zonder anderen te kunnen. Dan miskennen we de door de Heere bedoelde en gegeven gemeenschap. Als we ons van die gemeenschap losmaken dan verbreken wij het lichaam van Christus. verscheidenheid positief Het beeld van het lichaam leert ons om verscheidenheid positief te duiden. Gods werk is veelkleurig. Dat zien we in de schepping: al die verschillende soorten dieren en planten en ook mensen. Een wonder van verscheidenheid! Maar ook in de beleidsplan Singelkerk 2012-2015
59
herschepping is Gods werk veelkleurig. Iedere volgeling van Christus is weer anders. Qua aanleg en karakter, qua levensleiding, qua mogelijkheden en gaven. En het is de bedoeling van God dat we elkaar aanvullen. Niet ieder behoeft alles te kunnen en te doen. We behoeven de Heere niet te dienen met talenten die we niet hebben gekregen. De een heeft de gave om het Woord van God door te geven als ambtsdrager, of in het jeugd- of evangelisatiewerk. De ander is meer praktisch ingesteld en steekt zijn handen uit de mouwen. Weer een ander kan goed luisteren. Calvijn zegt: “Niemand is zó klein, dat hij niet nuttig kan zijn.” In de verscheidenheid binnen de kerk vinden we de wijsheid van God terug. Die verscheidenheid zien we ook heel sterk als we letten op Gods wereldwijde kerk. Wat heeft de zending al dikwijls de ogen geopend voor de rijke schakering die er is binnen het Koninkrijk van God. In andere landen en culturen kent de beleving van het geloof weer andere accenten en uitingen dan bij ons. Dat kan ons er voor bewaren om onze manier van gemeente-zijn als de enige juiste te zien. Bovendien lichten in een andere omgeving bepaalde gedeelten uit de Schrift helder op die bij ons wel eens onderbelicht blijven. Zou Paulus daar niet op doelen als hij in Efeze 3 schrijft dat we de verschillende dimensies van Gods liefde (lengte-breedte-hoogtediepte) pas ten volle leren kennen “samen met al de heiligen”? Verscheidenheid heeft dus positieve kanten, door God Zelf gewild en gegeven.
beleidsplan Singelkerk 2012-2015
60